Beleidsplanningsproces FASE 0: de voorbereiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsplanningsproces FASE 0: de voorbereiding"

Transcriptie

1 Beleidsplanningsproces FASE 0: de voorbereiding Vooraleer te beginnen is het goed enkele aspecten van de planning voor ogen te houden: Waarom zou je een beleidsplan maken? Wie betrek je bij de planning? Een efficiënte en effectieve beleidsplanning vergt een eigen procesmatige werkwijze. Beleid ontwikkelen door het maken van en het werken met een beleidsplan betekent dan ook dat je tijdens het planningsproces gedragenheid creëert en nadien ook aanhoudt. Hoe maak je de overstap van de ene beleidsperiode naar de volgende? Innovatie is moeilijk te plannen, maar wordt het best ingepland. Waarom een beleidsplan? Er zijn diverse redenen om een beleidsplan te maken. Beleidsplanning is belangrijk om organisatorische redenen. Social-profitorganisaties zijn vaak opgericht door een persoon of een groep enthousiaste gelijkgezinden met een gemeenschappelijk ideaal. Ze werden het makkelijk eens en het was niet nodig om alle beweegredenen van beslissingen te expliciteren. Ze hadden hetzelfde referentiekader, dat was gebaseerd op hun gemeenschappelijke doelstellingen of idealen en op de ervaringen die ze samen opbouwden. Als zo n organisatie na verloop van tijd groter wordt, de founding fathers/mothers haar verlaten of er nieuwe personeelsleden komen die de oprichting en de pionierstijd niet meemaakten, ontstaat er vaak een impasse. Zonder een meer expliciet en gestructureerd referentiekader is het niet langer duidelijk of vanzelfsprekend waar de organisatie naartoe wil en wordt het moeilijk om verantwoorde beslissingen te nemen. Door een beleidsplan te maken en te implementeren kun je zo n impasse doorbreken. Organisaties willen ook de (beperkte) middelen waarover zij beschikken, zo efficiënt mogelijk inzetten. Soms leeft het gevoel dat men over te weinig mensen en middelen financieel, materieel, logistiek beschikt om degelijk te kunnen werken. Dankzij een beleidsplan kun je gestructureerd op zoek gaan naar de best mogelijke manier om mensen en middelen in te zetten voor het realiseren van de missie en de doelstellingen van de organisatie. De organisatie kan streven naar meer samenhang in haar activiteiten. Als ze reeds een tijdje bestaat en er weinig personeelsverloop was, kan het dat medewerkers zich hebben gespecialiseerd. Wanneer ze voornamelijk vanuit die specialisatie hun activiteiten ontwikkelen cursussen, artikels voor het vrijwilligersblad, een aanbod in een cultuurcentrum kan de samenhang van de verschillende onderdelen van de organisatie of het verband tussen haar missie en het diensten- of activiteitenaanbod onduidelijk worden. Dat kan zich ook voordoen als de organisatie in een groter geheel is ingebed. Door samen een beleidsplan te ontwikkelen dat vertrekt van een gemeenschappelijke missie en een visie die rekening houdt met de sterktes van de organisatie, maar ook met mogelijke kansen en bedreigingen vanuit de omgeving, kun je die eenheid of samenhang (terug)vinden. Misschien wil of moet de organisatie een nieuwe weg inslaan? In organisaties die voor een ingrijpende verandering staan (bijvoorbeeld door decreetswijzigingen of wanneer men denkt een andere doelgroep te moeten benaderen), kan men zich dankzij een beleidsplan veiliger voelen. Zo n plan kan helpen om de veranderingen op een controleerbare wijze te plannen en door te voeren. Het is ook mogelijk dat een organisatie zich beter wil positioneren tegenover andere organisaties. Ook in de non-profitsector kan het nodig zijn om de eigen organisatie duidelijker te profileren, bijvoorbeeld als men samenwerkingsverbanden overweegt of als de legitimiteit ter discussie staat. Omdat een organisatie 1/10

2 bij de ontwikkeling van een beleidsplan op grond van haar missie tot een omschrijving komt van wat zij gaat doen, hoe zij dat gaat doen en waarom, is het beleidsplan ook een prima uitgangsbasis om duidelijk te maken waarvoor ze staat. Beleidsplanning is belangrijk met het oog op integrale kwaliteitszorg (IKZ). Kwaliteit moet geïnitieerd worden vanuit het management. Een uitstekende manier om het kwaliteitsstreven binnen en buiten de organisatie kenbaar te maken, is een openbaar gemaakt beleidsplan. Daarin staat wat de klant van de organisatie mag verwachten en hoe alle medewerkers aan de realisatie hiervan zullen meewerken. Zo n beleidsplan is dan ook niet alleen een communicatiemiddel, maar ook een engagement. Een omvattende verbeteringsaanpak wordt binnen IKZ beschreven volgens de PDCA-cirkel (Plan-Do- Check-Act): die zegt dat alles binnen de organisatie degelijk wordt gepland, dat het na uitvoering wordt geëvalueerd en dat het vervolgens wordt gebruikt om input te geven aan een nieuwe verbeteringsaanpak. Als een organisatie haar activiteiten op middellange termijn wil organiseren en plannen, kan dat via een beleidsplan. Dat geeft aan wat men wil bereiken en hoe men dat gaat evalueren. In kwaliteitszorg is, behalve de output zelf, ook de manier waarop die tot stand komt belangrijk, rekening houdend met de beschikbare middelen. Het beleidsplan is een uitgelezen middel om aan die eis van efficiëntie tegemoet te komen. Het proces dat opgezet wordt om tot een beleidsplan te komen, moet er vooral voor zorgen dat er over elke keuze grondig is nagedacht en dat zo n keuze verbonden is met een personeels- en een financieel plan. Zo krijgt het beleidsplan een grote realiteitswaarde. De betrokkenheid van de volledige organisatie is een voorwaarde om intern integrale kwaliteitszorg te realiseren. Als bij het opstellen van het beleidsplan het correcte proces is gevolgd, is een grote betrokkenheid van de medewerkers mogelijk. Zo kan er een stevig draagvlak ontstaan, zowel voor de uitvoering van het plan als voor een kwaliteitsvolle werking. De medewerkers zijn als volwaardige stakeholders bij het proces betrokken en kunnen zich daarom herkennen in de koers die in de volgende beleidsperiode gevaren zal worden. Tot slot staat in de integrale kwaliteitszorg klantentevredenheid centraal. Een beleidsplan opstellen is de ideale manier om echt te gaan onderzoeken wat de klant of het doelpubliek van de organisatie verwacht, niet wat de organisatie denkt dat de klant verwacht. Een goed beleidsplan zal de gulden middenweg aangeven tussen de verwachtingen van de klanten en wat de organisatie met de beschikbare middelen wil realiseren. De klanten worden tijdens het maken van het plan geconsulteerd en het afgewerkte plan wordt ook als communicatiemiddel gebruikt, zodat iedereen weet wat hij van de organisatie kan verwachten. Beleidsplanning is belangrijk omwille van de regelgeving. Als de inhoudelijke motieven hierboven niet zouden volstaan om met de opmaak van een beleidsplan te starten, zijn er nog de juridische argumenten. Een beleidsplan maak je ook om den brode. Maar het zou ontzettend jammer zijn de wettelijke verplichtingen niet aan te grijpen als een kans om van de nood een deugd te maken. Je kunt die verplichtingen ook gebruiken om er als organisatie beter van te worden. Het pro forma uitwerken van een beleidsplan alleen omwille van de decretale verplichtingen is een energie- en tijdrovende investering die op termijn contraproductief werkt. Niemand wordt er beter van: de medewerkers niet, de organisatie niet, de klanten of leden niet en ook de samenleving niet. Wie Iedereen hoort betrokken te zijn bij de beleidsplanning. Zonder die betrokkenheid kan men geen draagvlak creëren voor de toekomstige uitvoering van het plan. Mensen die nauw bij de organisatie betrokken zijn, weten dat er veranderingen in de lucht hangen wanneer er een beleidsproces wordt aangekondigd, ook al heeft men al enkele planningsprocessen achter de rug. Verandering kan 2/10

3 weerstand oproepen. Hierin spelen persoonlijke eigenschappen van mensen een rol, maar men kan de weerstand ook vanuit een organisatiekundige invalshoek bekijken. Omdat de wijze waarop men met die weerstand omgaat een belangrijke, kritische succesfactor is bij de invoering van het beleidsplan, staan we kort stil bij de (organisatiekundige) oorsprong ervan. Mensen kijken vanuit verschillende invalshoeken naar hun organisatie. Iedere organisatie bestaat in essentie uit twee in elkaar vervlochten elementen: een rationeel of structurerend aspect en een menselijk aspect. Het rationele komt het meest tot uiting (of zou het meest tot uiting moeten komen) in de vormgeving van de organisatie: de wijze waarop ze haar middelen inzet om doelen te bereiken. Die vormgeving wordt geconstrueerd en gereconstrueerd door mensen. Naargelang van de plaats die iemand in de organisatie inneemt heeft hij of zij een andere rol, die leidt tot specifieke aandachtspunten. Die specifieke invalshoek zal (mede) van invloed zijn wanneer de organisatie aan beleidsplanning begint. Men onderscheidt vier belangrijke rollen: mensen in leidinggevende posities, medewerkers, het doelpubliek en het ruimere publiek. De laatste groep laten we hier buiten beschouwing. Sturen en beheersen: de invalshoek van mensen in leidinggevende posities Leidinggevenden kijken naar een organisatie vanuit een vogelperspectief. Ze hebben overzicht, krijgen informatie uit diverse hoeken, bekijken de organisatie als een geheel, wegen verschillende aspecten tegen elkaar af. Gezien hun verantwoordelijkheid willen ze de organisatie sturen. Hun aandachtspunt is in eerste instantie de organisatie te doen functioneren of te veranderen om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. Ze richten zich op thema s als: waar gaan we naartoe met onze organisatie? Hoe bundelen we mensen en middelen om ons doel te bereiken? Welke (tussen)doelstellingen streven we na? Complementair hiermee is hun tweede aandachtspunt: de beheersbaarheid van de organisatie, met thema s als: hoe kunnen we evalueren of we op de juiste weg zitten en blijven? Hoe zorgen we ervoor dat onze uitgaven niet de pan uit swingen? Hoe zorgen we ervoor dat onze medewerkers gemotiveerd blijven en het beleidsplan uitvoeren? Controle en leefbaarheid: invalshoek van de medewerkers Medewerker is een verzamelwoord voor alle soorten werknemers, actieve leden, vrijwilligers, activisten Het gaat om mensen die in de organisatie zitten. We noemen ze in deze publicatie ook wel organisatiegenoten. Ze brengen er een belangrijk deel van hun tijd door, stoppen er hun energie en engagement in, zijn er financieel van afhankelijk, Zeker in social-profitorganisaties is deze groep vaak zeer gehecht aan de doelstellingen en waarden van de organisatie. Ze ontlenen zingeving aan hun werk of engagement. Hun inzet, ingesteldheid en motivatie zijn levensnoodzakelijk wil men ondanks de beperktheid van de andere middelen de missie realiseren. Medewerkers bekijken een organisatie vanuit een kikkerperspectief. Voor hen is de controleerbaarheid een belangrijke invalshoek. Ze stellen zich vragen als: hoe, waarom en wanneer kwam dit besluit tot stand? Is er rekening gehouden met de consequenties voor mijn job, engagement? Hoe moeten we de inhoud van deze beslissing evalueren? Wie kunnen we erover aanspreken? Ook de leefbaarheid van hun functie binnen de organisatie houdt hen bezig: de mate waarin zij hun rol als werknemer, vrijwilliger enz. op een bevredigende en aangename manier kunnen opnemen, zonder al te veel spanningen, stress, conflicten, plotse veranderingen, verveling, fysiek gevaar Deze groep mensen speelt in onze organisaties een cruciale rol. Veel weerstand tegen beleidsplannen kan men in het licht van hun invalshoek controleerbaarheid en leefbaarheid begrijpen. Hierop kun je anticiperen, bijvoorbeeld door medewerkers een structurele plaats te geven in het ontwikkelingsproces van het beleidsplan, door duidelijke communicatie enz. 3/10

4 Controle: invalshoek van het doelpubliek en de stakeholders Tot deze groep behoren de cursisten, deelnemers, leden, vrijwilligers (allemaal klanten ), partners, minder actieve leden, doelgroepen Ook voor hen is de controleerbaarheid een belangrijke invalshoek. Twee bewegingen Vanuit organisatiekundig oogpunt spelen de verschillende invalshoeken of bezorgdheden een belangrijke rol. Aangezien een beleidsplanningsproces de kern van een organisatie raakt, is iedereen die met de organisatie te maken heeft betrokken partij: niet alleen de leidinggevenden, zoals vaak verkeerdelijk wordt gedacht, maar ook de medewerkers en het contactpubliek. Men kan de invalshoeken van leidinggevenden en medewerkers zien als tegengestelde bewegingen: de eerste groep probeert een duidelijke gemeenschappelijke richting te kiezen en de krachten te bundelen, de tweede vestigt de aandacht op de individuele voorwaarden en consequenties van beslissingen. Beide bewegingen zijn noodzakelijk in een goed functionerende organisatie. Wie de missie wil waarmaken, moet sturen en beheersen, en dus is het belangrijk iedereen op één lijn te krijgen en te motiveren om in één bepaalde richting te werken. Anderzijds moeten de plannen ook uitvoerbaar zijn. Daarvoor is de natuurlijke beweging van de medewerkers cruciaal: zij stellen vanuit hun invalshoek de noodzakelijke vragen over het realiteitsgehalte en de haalbaarheid van de plannen. De wisselwerking van de twee bewegingen wordt grotendeels bepaald door de organisatiecultuur en haar fundamentele kenmerken: hoe gaat men om met tegengestelde visies? Is er plaats voor diversiteit? Hoe verloopt de interne communicatie? Hoe bepaalt de leiding de strategie? Het is daarom belangrijk te weten wat de mogelijkheden en grenzen van de heersende organisatiecultuur zijn. In kleine organisaties zijn de rollen vaak niet zo expliciet geformuleerd. Dit neemt niet weg dat het voor hun goed functioneren, ongeacht de schaal, noodzakelijk is deze invalshoeken aan bod te laten komen. Anders wordt de organisatie onbestuurbaar, onbeheersbaar en onleefbaar, of zien de medewerkers niet langer hun plaats of inbreng in het geheel. Procesmatig Een efficiënte en effectieve beleidsplanning binnen social-profitorganisaties vergt een eigen werkwijze. Het planningsproces is voor alle medewerkers duidelijk. Om tot een goed planningsproces en een goede uitvoering en gedragenheid van het beleidsplan te komen is het van wezenlijk belang dat zowel de leidinggevenden als de medewerkers van bij de start weten waarom het proces wordt opgestart. Ook moet de planning duidelijk zijn en moeten alle betrokkenen weten wat er van hen verwacht wordt en wat het doel van het proces is. Deze voorbereidende informatieronde zal in grote mate de betrokkenheid bepalen. Hoe duidelijker het is wat er verwacht wordt van alle betrokkenen en waarom, des te groter hun betrokkenheid. In grote(re) organisaties, waar niet alle medewerkers even intensief bij het proces betrokken kunnen worden, is het aangewezen iedereen te informeren over het waarom van het proces en zijn mogelijke gevolgen. Kortom, een beleidsplan mag niet als een verrassing overkomen. Ook tijdens het proces is het daarom goed dat je regelmatig over de stand van zaken communiceert. De legitimiteit van het proces Het is zeer belangrijk de verschillende medewerkers en instanties in de organisatie in hun rol te erkennen en respecteren. Dit houdt voornamelijk in dat de werkzaamheden in verband met het planningsproces worden opgevolgd door de bevoegde instantie, meestal de raad van bestuur. Die neemt zeker alle (formele) beslissingen. Het is even belangrijk ook alle medewerkers in hun rol te erkennen. Dat kan door hen op de juiste momenten in het proces te betrekken en hun input te vragen niet alleen om meningen te verzamelen, maar ook om de juiste informatie te vergaren met het oog op het nemen van goede beslissingen. Als er hiervoor geen aandacht is, is het best mogelijk dat het hele plan of bepaalde aspecten ervan telkens weer ter discussie staan. 4/10

5 Dat de raad van bestuur de formele beslissingen neemt, betekent hoegenaamd niet dat het hele planningsproces zich uitsluitend binnen de raad kan voltrekken. Het is belangrijk de raad van bestuur constant te betrekken bij het proces vanwege zijn beslissingsbevoegdheid, maar bij dit democratische proces moet de hele organisatie betrokken worden. Het ontwikkelen van een beleidsplan kan dus ook niet gedelegeerd worden aan één medewerker. De nood aan objectiveerbare en correcte gegevens Dit aandachtspunt ligt in het verlengde van het kwaliteitsprincipe dat men pas tot haalbare (verbeter)projecten kan komen als ze gebaseerd zijn op objectiveerbare gegevens. Eén mogelijkheid om die te verkrijgen is de mensen die bij het proces betrokkenen zijn zelf suggesties te laten doen. Andere mogelijkheden zijn het opsporen van onderzoeksgegevens over een bepaalde materie, een eigen onderzoek opzetten enz. In de literatuur over strategische of beleidsplanning gaat er veel aandacht naar het verzamelen van feiten en van objectiveerbare of intersubjectieve informatie. Het uiteindelijke doel van zo n objectiverende aanpak bij beleidsontwikkeling is het creëren van de mogelijkheid om de gebruikelijke denk- en beslissingspatronen te doorbreken. Zeker in kleinere social-profitorganisaties voert vaak dezelfde kleine kring van mensen de discussies. Daardoor kunnen evidenties en gewoonten ontstaan die de keuzeen oplossingsmogelijkheden beperken. Door andere (objectieve en intersubjectieve) informatie in de discussie binnen te brengen, verruimt of verfijnt men de definitie van de situatie of het probleem, en vergroot men het aantal mogelijke oplossingen. Tijdens het proces zou dit ertoe moeten leiden dat stokpaardjes niet langer de discussie beïnvloeden, dat persoonlijke ideeën een minder grote rol spelen en dat de toekomst van de organisatie een objectievere basis krijgt. Ook bij de invoering van het beleidsplan zal deze manier van werken vruchten afwerpen, omdat de betrokkenen eenduidiger zullen inzien op welke grond de beleidskeuzes werden gemaakt. De beleidsontwikkelaars staan open voor wat het proces voortbrengt en zijn bereid op basis hiervan beslissingen te nemen. Juist doordat de organisatie op zoek gaat naar een objectiveerbare basis, door het gebruik van objectieve of intersubjectieve informatie, kan het dat zaken die men voordien altijd voor waar heeft gehouden in werkelijkheid niet helemaal of zelfs helemaal niet correct blijken te zijn. Dat kan soms aangenaam verrassend zijn, maar ook confronterend. Vandaar dat een belangrijk deel van het beleidsplanningsproces gewijd is aan het verzamelen en interpreteren van deze objectiveerbare of intersubjectieve gegevens. De organisatie moet zich realiseren dat het verzamelen van gegevens ertoe kan leiden dat heilige huisjes worden afgebroken, dat belangrijke pijlers van de organisatie ter discussie gesteld worden en/of dat toonaangevende specialiteiten minder goed scoren. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een belangrijke activiteit, waarin veel mensen al veel energie hebben gestoken én die ook goed scoort bij de doelgroep, onverantwoord veel middelen kost of totaal losstaat van de missie. Aan de andere kant kan evengoed blijken dat de doelgroep een minder sterke pijler van de organisatie ontzettend belangrijk acht. Het spreekt dan ook voor zich dat het verzamelen van informatie slechts zin heeft als men bereid is om uit de gegevens inzichten op te doen en zich erdoor te laten leiden bij het nemen van toekomstgerichte beleidsbeslissingen. Het verdient overigens aanbeveling deze informatie met een zekere regelmaat aan te vullen of te actualiseren. Interne communicatie Het beleidsplanningsproces neemt meerdere maanden in beslag en er zijn een aantal sleutelmomenten, waarop belangrijke besluiten en/of beslissingen genomen moeten worden voor de toekomst. Om te voorkomen dat de hele organisatie de draad kwijtraakt, is een regelmatige terugkoppeling een noodzaak. Dat is niet enkel van belang voor de bestuurders of de medewerkers, maar ook voor alle betrokkenen die op een of andere manier de impact van het beleidsplan zullen ondervinden. Al te vaak wordt communicatie gezien als het informeren over het beleidsproces van bovenuit. Dat is niet onbelangrijk, maar communicatie is tweerichtingsverkeer. Alles begint bij weten wat er leeft binnen de brede context van de organisatie. Zo weten medewerkers op het operationele niveau vaak beter wat klanten verwachten. Een organisatie die zorgt voor een constante instroom van bottom-up informatie, krijgt gemakkelijker een beeld van het geheel van gegevens. Een tweede aspect is de wil om deze informatie ook te gebruiken en erover te 5/10

6 communiceren. Als mensen het gevoel hebben dat er met hun informatie iets gedaan wordt, zullen zij er mee voor zorgen dat de communicatie in stand gehouden wordt. Ten slotte is er de noodzakelijke top-down communicatie over het beleidsproces. Die voorkomt weerstand en vergemakkelijkt de toekomstige inbreng. De terugkoppeling mag zich niet beperken tot de sleutelmomenten, maar gebeurt het best ook tussentijds. Een goede methode is een vast agendapunt op alle vergaderingen waar betrokkenen aanwezig zijn. Tijdens de bespreking daarvan wordt de stand van zaken toegelicht en kan de vergadering aandachtspunten meegeven. Zo krijgt het planningsteam (zie verder) een constante terugkoppeling én extra informatie voor het verdere proces. Er wordt het best ook rekening gehouden met de organisatiecultuur: in organisaties waar beslissingen vooral informeel worden genomen en niet iedereen bij het hele beleidsplanningsproces wordt betrokken, is het aangewezen duidelijke afspraken te maken over de manier waarop de terugkoppeling op regelmatige basis zal gebeuren. In organisaties met een sterkere overlegcultuur wordt de terugkoppeling als vanzelfsprekend ervaren. Als het beleidsplan eenmaal is goedgekeurd is en de uitvoering ervan wordt opgestart, moet de communicatie in stand worden gehouden. Al te vaak zien we in de praktijk dat een brede groep zijn inbreng in de opmaak van het beleidsplan krijgt, maar later niet betrokken wordt bij de evaluatie. Zo vervalt men in de situatie dat een enkeling belast wordt met het verzamelen van de meetgegevens en het controleren van de indicatoren. Het gevoel dat het plan ons plan is, zal dan snel zoek zijn. Evalueren en bijsturen van een beleidsplan It is very difficult to make an accurate prediction, especially about the future. Niels Bohr, Deens natuurkundige en Nobelprijswinnaar voor zijn onderzoek naar kwantummechanica. Als het planningsproces zou eindigen met de redactie van het beleidsplan, is het eindresultaat een statisch document dat binnen een beleidsperiode snel verouderd kan zijn. Veel gegevens die tijdens het planningsproces ingebracht zijn en op basis waarvan de strategische keuzes gemaakt zijn, zullen in de loop van die vier jaar veranderd en niet meer van toepassing zijn. Daarom mag het planningsproces nooit helemaal stilliggen en moet het beleidsplan een werkinstrument zijn dat bijgestuurd kan worden. De jaarlijkse voortgangsrapportage (ter vervanging van het vroegere jaarprogramma en jaarverslag) is een uitstekend hulpmiddel om veranderingen in de omgeving en de bijbehorende aanpassing van het beleidsplan toe te lichten en te verantwoorden. Het draagvlak De verandering die een nieuw beleidsplan met zich meebrengt, kan weerstand(en) oproepen en blijft dode letter zonder draagvlak. Beleid ontwikkelen door het maken van en het werken met een beleidsplan betekent dan ook dat je tijdens het planningsproces gedragenheid creëert en nadien ook aanhoudt. Tijdens het planningsproces Communicatie en terugkoppeling naar alle organisatiegenoten zijn daarin essentieel, maar zullen niet vanzelf weerstanden wegwerken en een draagvlak voor het plan creëren. Een gedegen plannings- en veranderingsaanpak is er pas als er een dialoog ontstaat met alle belanghebbenden en er in cocreatie wordt gewerkt. Hierbij houdt men rekening met de competenties van de medewerkers en staat men er ook voor open om waar nodig externe expertise in te roepen. Ook de impact van de menselijke aspecten bij verandering moet in overweging worden genomen. Als men deze aanpak van bij de aanvang van het planningsproces hanteert, kan het draagvlak tijdens het proces stapsgewijs groeien. Samen met de nodige vorming kun je de verandering die het nieuwe beleidsplan met zich brengt, waarmaken. In alle fasen van het beleidsplanningsproces kan er op verschillende wijzen gecommuniceerd en teruggekoppeld worden. Niet iedereen hoeft even intensief bij alle fasen betrokken te worden. Het is goed de onderstaande aandachtspunten mee te nemen bij het doorlopen van de verschillende fasen van het planningsproces. 6/10

7 Bij de samenstelling van het planningsteam zorg je ervoor dat de verschillende rollen en types binnen de medewerkersploeg zo goed mogelijk vertegenwoordigd zijn. Communiceer het best aan iedereen het mandaat dat het planningsteam kreeg van de raad van bestuur: opdracht, timing, enz. Ook bij de formulering van de missie en visie kunnen meer medewerkers dan alleen maar de planners betrokken worden, bijvoorbeeld door de verschillende tekstversies voor te leggen en open te staan voor opmerkingen. Binnen het planningsteam is tekstverwerking met een beamer een effectieve praktijk: alle deelnemers zien de tekst vorm krijgen en kunnen erop inspelen. Zo wordt het nog meer een collectieve formulering. Als de missie klaar is (onmiddellijk na de goedgekeurde formulering), kan ze verspreid en toegelicht worden aan de leiding en medewerkersploeg. Voor de gegevensverzameling kunnen ook taken toebedeeld worden buiten het planningsteam. Dat creëert een ruimere betrokkenheid, toch als de gegevensverzamelaars ook zien wat ermee gedaan wordt. Een stakeholdersbevraging zorgt voor een krachtige input die medewerkers kan aanspreken in hun engagement. De analyse van de verzamelde gegevens zal om praktische redenen met een eerder beperkte ploeg gebeuren (SOAR, SWOT enz.). Als techniek kan bij het bepalen van de prioritaire beleidsuitdagingen de prioriteitenmatrix gebruikt worden. Zo kun je collectief gedragen keuzes maken. Voor de formulering van doelstellingen kan het zinvol zijn om, vóór eventuele SMART-formuleringen ook aan AMORE en MAGIE te denken. Zie werkblad moeten doelstellingen altijd smart zijn Als de strategische doelen eenmaal zijn geformuleerd, moet snel de hele organisatie op de hoogte gebracht worden. Bij het operationaliseren van de strategische doelen in concrete doelen en acties spreek je het best de medewerkers aan in hun deskundigheid en met waardering voor hun competenties. De planning van de inzet van mensen en middelen is een zaak van personeelsbeleid en HRM. Overleg met de betrokken medewerkers is essentieel om tot een gedragen takenpakket te komen. Maak van de goedkeuring van het plan door de algemene vergadering een plechtig en plezierig startmoment van de nieuwe beleidsperiode. Het idee om de missie op diverse plaatsen in de organisatie op te hangen is zeker te overwegen. Een nieuwsbrief (al dan niet digitaal) of een interne blog over het procesverloop zijn uitgelezen middelen voor de doorstroming van informatie en het ritme van het planningsproces. Tijdens de uitvoering van het beleidsplan Een draagvlak ontwikkelen en behouden voor het beleidsplan en de uitvoering ervan kan op vele manieren, maar de verantwoordelijkheid ligt bij de leiding van de organisatie, aangezien het planningsteam na de afronding van het proces is ontbonden. Tijdens de uitvoering van het beleidsplan kan men via de voortgangsrapportage volgen waar de organisatie staat. Successen kun je vieren, initiatieven die mislukken kunnen tot lering en verbetering strekken. Het is zinvol binnen de beleidsperiode een mid-evaluatie te plannen om indien nodig doelen en acties bij te sturen. Het einde van de beleidsperiode moet idealiter tot een evaluatie leiden waarbij de resultaten en de inbreng van iedereen naar waarde worden geschat. Dat kan in vele vormen: een feest, een congres, een publicatie, een incentive voor de personeelsploeg en de aankondiging van een nieuwe planningsperiode! Van het ene plan naar het volgende Het kan niet de bedoeling zijn alles overboord te gooien en opnieuw te beginnen. Op zijn minst zijn er de beoordelingselementen uit het decreet waartoe men zich moet verhouden en die vermoedelijk enige continuïteit aan de dag leggen. Ook in het onderdeel mensen en middelen zijn er wellicht elementen die niet veranderd zijn en hergebruikt kunnen worden. 7/10

8 Als niet alles nieuw hoeft te zijn, wat kun je dan in het nieuwe plan behouden en hoe doe je dat? Men kan de missie behouden of herformuleren. Eventueel kan de bijbehorende visie herschreven en aangepast worden aan de ervaringen van de voorbije periode. Tijdens de fase van gegevensverzameling maakt men een foto van de actuele situatie van de organisatie (profiel, portfolio, zelfevaluatie enz). Veel van deze gegevens krijg je samen door de evaluatie te maken (of als ze reeds is gemaakt, te gebruiken) van wat tijdens het voorbije beleidsplan is gerealiseerd en wat wel of niet is gelukt. Zijn de strategische en operationele doelen volledig, gedeeltelijk of niet gehaald? Hieruit zijn sterktes en zwaktes van de organisatie af te leiden. Wat doe je met zogenaamde recurrente activiteiten: een tweejaarlijks evenement, jaarlijkse kadervormingen,? Het is de bedoeling dat de hele werking van de organisatie in de planning vervat zit: voor een goede afstemming van de middelen op de doelen moet je uiteraard alle activiteiten in rekening brengen. Het komt erop neer dat er bij de operationalisering van de strategische doelen plaats wordt gemaakt voor een of meer doelstellingen die deze activiteiten dekken. Dat is doorgaans niet zo moeilijk als men zou denken, maar het mag niet vergeten worden. Als een uitdaging uit de vorige beleidsperiode geldig blijft en de bijhorende beleidsoptie nog nodig is, kan desgevallend de bijbehorende strategische doelstelling meegenomen worden. Het verdient aanbeveling dit goed te argumenteren, op basis van de gegevens uit de nieuwe omgevingsanalyse. Het is niet vanzelfsprekend dat dezelfde operationele doelen hierbij gebruikt kunnen worden. De evaluatie van de voorbije planningsperiode speelt hier een belangrijke rol: wat werkte wel of niet? Wat kan anders en beter? De gegevens uit de omgevingsanalyse, de veranderende samenleving en de trends op macro-, meso- en micromaatschappelijk vlak verhinderen normaal dat het nieuwe beleidsplan een kopie wordt van het vorige. Sport staat midden in de samenleving en kan niet anders dan zijn werking op die samenleving af te stemmen! Het komt er kort gezegd op aan een goede balans te vinden tussen het recycleren en vernieuwen van de werking. Innoveren Of innoveren in een planningslogica gevat kan worden, staat ter discussie. Wat zeker kan, is dat je in het planningsproces en het beleidsplan ruimte en kansen inbouwt om innoveren in de werking en resultaten mogelijk te maken. Met een paradox: Innovatie is moeilijk te plannen, maar wordt het best ingepland. Even het planningsproces overlopen: Bij de samenstelling van het planningsteam is de aanwezigheid van creatieve geesten altijd bruikbaar, maar misschien kun je er wat meer gewicht aan geven. Bij het uitzetten van de timing kun je wat meer tijd besteden aan doordenk- en droomdagen met een grote inbreng van de hele ploeg. Omdat je bij de interne en externe gegevensverzameling voor een deel kunt terugvallen op de gegevens van de vorige planningsperiode en de voortgangsrapportage, kun je meer tijd stoppen in het dieper graven naar de verbinding met de stakeholders en de omgeving. Er zijn bestaan veel mogelijke werkvormen om nieuwe inspiratie op te doen. Zie Doe eens een SOAR in plaats van een SWOT, of nog beter: de SWO-ART Het verdient aanbeveling beschikbare gegevens eens op een alternatieve manier te analyseren. Je kunt de SWOT-analyse gebruiken (sterktes-zwaktes-kansen-bedreigingen) maar je zou ook de SOAR-analyse kunnen inzetten (sterktes-kansen-aspiraties-resultaten). Die levert meer positieve energie op en wellicht dynamische beleidsuitdagingen. De SOAR-analyse houdt wel het risico in om te voluntaristisch te worden. Socius ontwikkelde een nieuwe werkvorm, de SWO-ART, waarin de elementen van SWOT en SOAR gecombineerd worden. Zie 8/10

9 Bij het nemen van de opties binnen alle uitdagingen die er zijn, kan het zinvol zijn niet te zeer op veilig te spelen en wat risico s te nemen. Bij innoverende processen moet je al eens mogen of kunnen mislukken. Witruimte Bij het formuleren van de doelstellingen kun je kansen inbouwen om in te spelen op wat zich aandient of om te experimenteren. Zo kun je bij de operationele doelen die passen onder een strategisch doel een open doel formuleren en witruimte laten. We weten inmiddels dat indicatoren dienen om te verifiëren of je zal gedaan hebben wat gepland is en of de gewenste resultaten zijn behaald. Zo n open doel kan achteraf mits een procesbeschrijving en evaluatie perfect aan het bovenliggende strategische doel getoetst worden. Dus: zorg voor speeltijd! Innovatie doet zich vaak voor wanneer mensen tijd hebben om te experimenteren. De druk om van de ene actie met indicator naar de volgende te hollen, mag er best zijn maar biedt te weinig speelruimte. Moedig het nemen van beredeneerde risico s aan. Zorg ook voor een reflexieve cultuur in je organisatie. Verslaglegging, evaluatie en discussie, doordenken op kwesties : dat doe je normaal gezien binnen het hele proces van beleidsplanning. Ga op dit elan verder en verspreid die mentaliteit in de hele organisatie. Mash-up! Durf bij het uitdenken van operationele doelen en acties goede ideeën en praktijken van anderen kopiëren én aan te passen. Nadien kun je successen of mislukkingen delen, zodat ook anderen ervan kunnen leren. Je kunt het beleidsplan anders structureren. In plaats van met strategische doelen, operationele doelen en acties te werken kun je opteren voor strategische sporen met daaronder projecten, trajecten, acties. (Zie het schema verder in deze publicatie). Projecten lopen over de hele beleidsperiode en hebben omschreven eindresultaten, trajecten lopen ook over de hele periode maar hebben een open einde, acties lopen eerder per jaar en hebben een omschreven resultaat (met indicatoren). Durf dromen In het hoofdstuk mensen en middelen van het beleidsplan kun je ook innovatiepotentieel inbouwen. Het organisatieklimaat en de organisatiestructuur spelen een grote rol bij het faciliteren van innovatie. Droom je organisatie eens op een ideaaltypische manier: hoe zou ze eruitzien mochten we horizontaler zijn georganiseerd, de competenties én talenten van alle medewerkers optimaal zijn ingezet, cocreatie ingebed zijn, onze infrastructuur inspirerend zijn, onze raad van bestuur verjongd zijn, we stimulerende partners hebben enz. Vanuit dat visioen kun je denken naar de huidige situatie en kijken welke stappen je al kunt zetten in de gewenste richting. Mocht je echt op een keerpunt van je organisatie denken te zitten, overweeg dan Theory U van Otto Scharmer, een methodologisch kader om in complexe systemen tot duurzame verandering te komen. De kern van de theorie is dat organisaties in onze snel veranderende wereld steeds meer geconfronteerd worden met problemen waarbij de oplossing niet meer te vinden is in wat we doen of hoe we dingen doen, maar in onze identiteit: in wie we zijn. Starten met een beleidsplanningsproces: faseplan Het planningsproces is minstens even belangrijk als het te realiseren beleidsplan! Om in dat proces niets te vergeten is een faseplan handig. Het faseplan is een richtsnoer en referentiekader, geen blauwdruk. Het vervelende aan faseplannen is dat ze de indruk wekken van een lineair proces. Dat klopt niet. De dynamiek van een beleidsvormingsproces is veeleer te vergelijken met een inhoudelijk leerproces in groep. Het plan rijpt door de verschillende fasen heen. De aangereikte werkwijze is een hulpmiddel: een manier om dat rijpingsproces te structureren. Het doel is dat de deelnemers individueel en in groep een inhoudelijk traject afleggen dat uiteindelijk resulteert in een degelijk onderbouwd antwoord op de vraag: Waar gaan we met onze organisatie naartoe en hoe kunnen we dat het beste doen? Dit betekent niet dat de voorgestelde fasen lukraak op een rijtje worden gezet. Voor wie dat wenst, is de hier beschreven systematiek een uitnodiging om de organisatie vanuit verschillende (voor sommigen wellicht ook 9/10

10 nieuwe of onverwachte) invalshoeken te benaderen en een uitdaging om platgetreden paden te verlaten. Met de voorgestelde systematiek kun je zowel de bestaande werking behouden, verbeteren of meer diepgang geven, als volledig nieuwe opties uitwerken. In die zin is de systematiek neutraal: zij is op zich noch conserverend noch innovatief. De organisatie zelf geeft de richting aan. Ook zal in de loop van het verhaal regelmatig aan bod komen dat niet alle beleidsopties per se vernieuwend moeten zijn. De continuïteit van de werking moet gegarandeerd blijven. Het fase plan telt zeven fasen: Fase 1: De start Fase 2: De missie en visie Fase 3: De gegevensverzameling Fase 4: De beleidsuitdagingen Fase 5: De doelstellingen Fase 6: De strategie (of de mensen en de middelen) Fase 7: De afronding 10/10

Beleidsplanning in het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Een toolbox.

Beleidsplanning in het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Een toolbox. Beleidsplanning in het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Een toolbox. Jon Goubin. Socius, Brussel december 2013. Verantwoordelijke uitgever: Socius, Steunpunt sociaal-cultureel volwassenenwerk vzw, Gallaitstraat

Nadere informatie

Opstellen van een beleidsplan

Opstellen van een beleidsplan Opstellen van een beleidsplan Leer- en deeldag eerstelijnszones Dinsdag 19 maart, Antwerpen Overzicht Waarom beleidsplanning Met wie Proces: wie initieert? Verhouden op maatschappelijke context + gegevens

Nadere informatie

spoorboekje spoorboekje beleidsplanning inhandleiding strategische planning voor organisaties sociaal-cultureel volwassenenwerk

spoorboekje spoorboekje beleidsplanning inhandleiding strategische planning voor organisaties sociaal-cultureel volwassenenwerk strategische planning voor organisaties spoorboekje beleidsplanning inhandleiding het sociaal-cultureel volwassenenwerk spoorboekje beleidsplanning Handleiding strategische planning voor organisaties in

Nadere informatie

Inhoud. 1. Het wat en hoe van een beleidsplan 2. De voorbereidingen voor het schrijven van een beleidsplan 3. Het opstellen van een beleidsplan

Inhoud. 1. Het wat en hoe van een beleidsplan 2. De voorbereidingen voor het schrijven van een beleidsplan 3. Het opstellen van een beleidsplan Verwachtingen? Inhoud 1. Het wat en hoe van een beleidsplan 2. De voorbereidingen voor het schrijven van een beleidsplan 3. Het opstellen van een beleidsplan Goed om weten Niet elke club kan / wil evenveel

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Khb.5.1. versie 3 1/4 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Doel Artikel 46 1/2, 47 en bijlage 3 TOEPASSINGSGEBIED Alle medewerkers Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/03/2016 VERWANTE DOCUMENTEN

Nadere informatie

Bijscholing Een beleidsplan voor je sportclub. Voorkom een stuurloos schip!

Bijscholing Een beleidsplan voor je sportclub. Voorkom een stuurloos schip! Bijscholing Een beleidsplan voor je sportclub. Voorkom een stuurloos schip! Maandag 15 december 2014 Oudergem Spreker: Frank Bulcaen Vlaamse Sportfederatie vzw Zuiderlaan 13 9000 Gent T+32 9 243 12 90

Nadere informatie

Managementgame Het Nieuwe Werken

Managementgame Het Nieuwe Werken Resultaten Managementgame Het Nieuwe Werken wwww.managementgamehetnieuwewerken.nl Leren door horen en zien, maar vooral doen en ervaren! 13 december 2011 drs. Lourens Dijkstra MMC CMC drs. Peter Elzinga

Nadere informatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life is een uniek instrument dat medewerkers in de zakelijke markt helpt om duurzaam gezond en vitaal te kunnen blijven

Nadere informatie

Evalueer je vereniging voor een uitmuntend beleidsplan. 8 oktober 2015 - GC De Kriekelaar

Evalueer je vereniging voor een uitmuntend beleidsplan. 8 oktober 2015 - GC De Kriekelaar Evalueer je vereniging voor een uitmuntend beleidsplan 8 oktober 2015 - GC De Kriekelaar Vandaag Voormiddag (9u30-12u) Terugblik introductiemoment, inleiding Uitwisselingsmoment De SWO-ART als tool voor

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Managementgame Het Nieuwe Werken

Managementgame Het Nieuwe Werken Resultaten Managementgame Het Nieuwe Werken www.managementgamehetnieuwewerken.nl Leren door horen en zien, maar vooral doen en ervaren! MANAGEMENT GAME HET NIEUWE WERKEN Inleiding Think too Organisatieadviseurs

Nadere informatie

MAAK HET MEE! Beleidsplan

MAAK HET MEE! Beleidsplan MAAK HET MEE! Beleidsplan 2018 2023 Met trots stellen wij aan u voor, het beleidsplan van KOCA voor 2018-2023! De start werd genomen op een algemene beleidsdag in januari 2017, waar meer dan 500 betrokkenen

Nadere informatie

Cultuurverandering. Van Oort & Ros Partners bij ontwikkeling. Inhoudsopgave 1. Visie op cultuurverandering 2. Schema Afstemming individu organisatie 5

Cultuurverandering. Van Oort & Ros Partners bij ontwikkeling. Inhoudsopgave 1. Visie op cultuurverandering 2. Schema Afstemming individu organisatie 5 Van Oort & Ros Partners bij Ontwikkeling Adres: Kerkedijk 11, 1862 BD Bergen Website: www.vanoort-ros.nl E-mail: info@vanoort-ros.nl Telefoon: 072-5814749 Cultuurverandering Inhoudsopgave 1 Visie op cultuurverandering

Nadere informatie

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a Wat is het doel/de bestaansreden van de functie? : Het leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en ervoor zorgen dat strategische projecten geïmplementeerd

Nadere informatie

Vertrek van je eigen brede kijk op jeugd en jeugdbeleid

Vertrek van je eigen brede kijk op jeugd en jeugdbeleid STAPPENPLAN fiche 4 Gericht gegevens verzamelen die je jeugdbeleid richting kunnen geven. Waarover gaat het? Het jeugdbeleid in jouw gemeente is geen blanco blad. Bij de opmaak van een nieuw jeugdbeleidsplan

Nadere informatie

zorgen voor kwaliteit altijd, overal en door iedereen

zorgen voor kwaliteit altijd, overal en door iedereen onze hogeschool is een op kwaliteit georiënteerde instelling voor hoger onderwijs, onderzoek en dienstverlening zorgen voor kwaliteit altijd, overal en door iedereen reflecteren PDCA-cirkel motor van verandering

Nadere informatie

9 handelingsperspectieven

9 handelingsperspectieven 9 handelingsperspectieven Schade beheersen Interne zwakte = Zijn we niet goed in Zit niet goed in de samenleving Geen vraag naar in de samenleving Schade beperken en/of afbouwen: Zwakte omdraaien als sterkte

Nadere informatie

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan? HET PROJECTPLAN a) Wat is een projectplan? Vrijwel elk nieuw initiatief krijgt de vorm van een project. In het begin zijn het wellicht vooral uw visie, ideeën en enthousiasme die ervoor zorgen dat de start

Nadere informatie

Dienst Identiteit & kwaliteit Guimardstraat BRUSSEL

Dienst Identiteit & kwaliteit Guimardstraat BRUSSEL Dienst Identiteit & kwaliteit Professionele cultuur versus politiek-ambtelijke cultuur (Van Emst) In veel scholen werkt de ontstane politiek-ambtelijke cultuur onderwijsvernieuwingen en onderwijsverbeteringen

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015 MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN Ruysdael onderzoek 2015 Succes maak je samen Ruysdael is gespecialiseerd in innovatie van mens en organisatie. Vanuit de overtuiging dat je samen duurzame meerwaarde creëert.

Nadere informatie

Aan de slag met het OK op school werkwinkel SOK-congres 7/12/2018

Aan de slag met het OK op school werkwinkel SOK-congres 7/12/2018 Aan de slag met het OK op school werkwinkel SOK-congres 7/12/2018 Lisbeth Van Hecke Dienst identiteit & kwaliteit Het leven zit vol verwachtingen 2 SOK-congres Interne kwaliteitszorg op school 1 Doelen

Nadere informatie

KNLTB Stappenplan. beleidsplan tennisvereniging X

KNLTB Stappenplan. beleidsplan tennisvereniging X KNLTB Stappenplan beleidsplan tennisvereniging X Inleiding Iedere verenigingsbestuurder weet in het achterhoofd dat het belangrijk is om beleidsmatig en doelgericht te werken. Toch komen de meeste verenigingsbestuurders

Nadere informatie

Rol: Maatschappelijk assistent

Rol: Maatschappelijk assistent Datum opmaak: 2017-10-05 Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Staat op een proactieve wijze in voor de maatschappelijke dienstverlening aan hulpvragers volgens de meest passende methodiek en volgens

Nadere informatie

SOCIAL INFORMATION SYSTEM

SOCIAL INFORMATION SYSTEM De SIS is een tool die oplossingen biedt voor uitdagingen en vragen in de wijk. Het product is vooral sterk in het verbinden van belangen. Zo stelt het organisaties in staat makkelijk en efficiënt met

Nadere informatie

MISSIE EN VISIE ZORG Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen

MISSIE EN VISIE ZORG Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen De manier om succes te bereiken is op de eerste plaats een definitief, duidelijk, praktisch ideaal te hebben een doel, een doelstelling. Ten tweede moet men over de noodzakelijke middelen beschikken om

Nadere informatie

Inhoudelijke vragen kun je stellen aan het huidige bestuurslid: Jerre Lubberts via voorzitter@jumpteam.nl

Inhoudelijke vragen kun je stellen aan het huidige bestuurslid: Jerre Lubberts via voorzitter@jumpteam.nl Voorzitter Binnen het 9-koppige bestuur van Jumpteam is de voorzitter verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding & de aansturing van het bestuur en daarmee voor Jumpteam als vereniging. Taken & verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk Beleggen Bewaken Sturen Informatiemanagement Inspireren Verbinden Organiseren Architectuur Verbeelden Structureren Afstemmen Gemeenschappelijk Communiceren Adviseren Beïnvloeden Beleggen: kan taken, verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Aan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish

Aan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish Aan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish Een lokale samenwerkingsovereenkomst is in wezen een eindpunt in een onderhandelingsproces om het samenwerkingsverband GBO vorm

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding. Een goede Missie, Visie en Strategie (MVS) bestaat uit twee gedeelten: Strategie Ontwikkeling en Strategie Implementatie.

Inleiding. Inleiding. Een goede Missie, Visie en Strategie (MVS) bestaat uit twee gedeelten: Strategie Ontwikkeling en Strategie Implementatie. Inleiding Inleiding Veel bedrijven hebben wel eens een Visie, Missie en Strategie uitgewerkt. Maar slechts weinig bedrijven hebben er ook daadwerkelijk voordeel van. Bij veel bedrijven is het niet meer

Nadere informatie

Efficiëntie en effectiveit in de vrije tijd. De 100 eerste dagen van de verantwoordelijke. Inleiding 1. Hoofdstuk 1. Zelfanalyse 1

Efficiëntie en effectiveit in de vrije tijd. De 100 eerste dagen van de verantwoordelijke. Inleiding 1. Hoofdstuk 1. Zelfanalyse 1 INHOUDSTAFEL De 100 eerste dagen van de verantwoordelijke Inleiding 1 Hoofdstuk 1. Zelfanalyse 1 Hoofdstuk 2. Het grote plaatje 1 2.1. Voordelen verbonden aan dit hoofdstuk 1 2.2. Overzicht van de tools

Nadere informatie

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter BACHELOR NA BACHELOR ADVANCED BUSINESS MANAGEMENT Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan Naam student: Maes Pieter 2011-2012 POP EERSTE GEKOZEN ALGEMENE COMPETENTIE: OPBOUWEN VAN EEN

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen 1 2 3 4 1. Wat is beleidsvoerend vermogen? De scholen die een succesvol beleid voeren, gebruiken hun beleidsruimte maximaal zodat de onderwijskwaliteit

Nadere informatie

Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee?

Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee? Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee? 1.1 Het DNA van de Werkwinkel Waar staan we voor als Werkwinkel? Het antwoord op die vraag mag misschien op het eerste zicht heel evident lijken.

Nadere informatie

Leidinggeven bij de stad Antwerpen

Leidinggeven bij de stad Antwerpen Visietekst Leidinggeven bij de stad Antwerpen 1. Inleiding Leidinggevenden zijn sleutelfiguren in onze organisatie. Zij hebben een voorbeeldfunctie, zorgen voor de vertaling van doelstellingen naar concrete

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

1 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Nu beslissen Steunpunt Diversiteit & Leren

1 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Nu beslissen Steunpunt Diversiteit & Leren Nu beslissen De motieven om te starten met leerlingenparticipatie kunnen zeer uiteenlopend zijn, alsook de wijze waarop je dit in de klas of de school invoert. Ondanks de bereidheid, de openheid en de

Nadere informatie

Concreet: in kaart brengen van Sterkten, Zwakten, Kansen en Bedreigingen

Concreet: in kaart brengen van Sterkten, Zwakten, Kansen en Bedreigingen INSTRUMENTEN fiche 2 Een handig hulpmiddel voor het maken van een analyse als onderbouw van je jeugdbeleid To SWOT or not to SWOT? Deze fiche verkent kort de mogelijkheden van een SWOT-analyse als methode

Nadere informatie

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 1. Inleiding Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 07.04.2014 De evaluatiepraktijk die het departement EWI hanteert, voorziet

Nadere informatie

Voorbeelden compententieprofiel mentor

Voorbeelden compententieprofiel mentor BIJLAGE 1 Voorbeelden compententieprofiel mentor Voorbeeld 1 Meetindicator voor competenties en gedragingen van een mentor, opgesteld door Ryhove, beschutte werkplaats in Gent (PH= persoon met een handicap)

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

organisatie kan hier bepalen en toelichten of en in welke mate ze een werking ontplooit in een internationale context.

organisatie kan hier bepalen en toelichten of en in welke mate ze een werking ontplooit in een internationale context. BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL-CULTURELE VOLWASSENENORGANISATIES MET EEN WERKING VOOR HET NEDERLANDSE TAALGEBIED EN HET TWEETALIGE GEBIED BRUSSEL-HOOFDSTAD

Nadere informatie

VISIETEKST INTEGRALE KWALITEITSZORG (IKZ)

VISIETEKST INTEGRALE KWALITEITSZORG (IKZ) VISIETEKST INTEGRALE KWALITEITSZORG (IKZ) Binnen onze vzw Jeugdzorg Sint-Vincentius zien we kwaliteit als een dynamisch en evolutief gegeven (cfr. Prose-model). Wij willen in eerste instantie een kwaliteitsvolle

Nadere informatie

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie. BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT

Nadere informatie

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie. BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT

Nadere informatie

14. Over de evaluatie van de werking van de ouderenadviesraad

14. Over de evaluatie van de werking van de ouderenadviesraad 14. Over de evaluatie van de werking van de ouderenadviesraad Elke gezonde organisatie of structuur stelt op regelmatige basis zichzelf de vraag: Zijn wij in feite wel goed bezig? Ook voor ouderenadviesraden

Nadere informatie

Projectvoorstellen maken

Projectvoorstellen maken Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

STRATEGIEONTWIKKELING

STRATEGIEONTWIKKELING STRATEGIEONTWIKKELING drs. P.W. Stolze 1 SITUATIE Strategie geeft in het algemeen richting aan een organisatie of organisatie-eenheid in haar omgeving (wat gaan we doen) en vormt een richtsnoer voor de

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

HR beleidsplan departement LV

HR beleidsplan departement LV HR beleidsplan departement LV Filip Grauls Donderdag 30 september 2010 1 Agenda De aanleiding Het resultaat Het vervolg Aandachtspunten 2 1 1. De aanleiding Eyeopener EFQM zelfevaluatie 2007 Probleemstelling

Nadere informatie

Beleidsplanning Van SWOT tot beleidsuitdagingen. 1 maart 2016

Beleidsplanning Van SWOT tot beleidsuitdagingen. 1 maart 2016 Beleidsplanning Van SWOT tot beleidsuitdagingen 1 maart 2016 1 2 Blik achteruit 3 Blik achteruit Gegevensverzameling situatie verfijnen 4 En nu 5 Van gegevens naar beleidsuitdagingen Welke uitdagingen

Nadere informatie

Toelichtingen bij de leidraad voor het vierjaarlijks beleidsplan 2013-2016. Koepelorganisatie

Toelichtingen bij de leidraad voor het vierjaarlijks beleidsplan 2013-2016. Koepelorganisatie Toelichtingen bij de leidraad voor het vierjaarlijks beleidsplan 2013-2016 Koepelorganisatie Inleiding Hierin kunnen o.a. thuishoren: een introductie door de voorzitter een samenvatting van de werkwijze:

Nadere informatie

Gebiedsgerichte Werking

Gebiedsgerichte Werking Wat komt er aan bod? Inleiding Historiek Gebiedsgerichte Werking Gent Gebiedsgerichte Werking 1. Doelstellingen 2. Organisatie 3. Proces 4. Instrumenten 4 december 2007 Even terug in de tijd GGW heeft

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit KWALITEITSHANDBOEK OCMW BORNEM X. ZELFEVALUATIE X.X Algemeen kader zelfevaluatie Opgesteld door: Caroline Van Landeghem 1. Doel Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit Datum goedkeuring: 21/10/2013 Datum

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

volwassenen bevordert; 2) aan te geven welke samenlevingsvraagstukken

volwassenen bevordert; 2) aan te geven welke samenlevingsvraagstukken BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL-CULTURELE VOLWASSENENORGANISATIES MET EEN WERKING VOOR HET NEDERLANDSE TAALGEBIED EN HET TWEETALIGE GEBIED BRUSSEL-HOOFDSTAD

Nadere informatie

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten 1 OP VRIJWILLIGE VOETEN In het huidige vrijwilligerslandschap is het niet altijd gemakkelijk om vrijwilligers bij te houden als organisatie

Nadere informatie

WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN

WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN MVO Vlaanderen Naam van uw begeleider Agenda Voorstelling & toelichting Wat is duurzaamheid? Waarom deze stuurgroep? Start met de Sustatool! Waarden En nu? 1 Wie bent u? Voorstelling:

Nadere informatie

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Masterclass - Alliantievaardigheden Een praktische leidraad voor toekomstige alliantiemanagers Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) 8 september 2015 Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 We betrekken zo veel als mogelijk de lokale besturen bij het erfgoedbeleid en bij de maatregelen die

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

Draaiboek voor het uitwerken van activiteiten 1

Draaiboek voor het uitwerken van activiteiten 1 Draaiboek voor het uitwerken van activiteiten 1 Je hebt als groep ouders een idee van wat je rond cultuur, ouderbetrokkenheid en taalstimulering zou willen doen op de school van je kind(eren)? Dit doe

Nadere informatie

Visie op duurzaam Veranderen

Visie op duurzaam Veranderen Visie op duurzaam Veranderen Ruysdael Ruysdael is een gerenommeerd bureau dat zich sinds haar oprichting in 1994 heeft gespecialiseerd in het managen van veranderingen. Onze dienstverlening kent talloze

Nadere informatie

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt. Vrijwilligersbeleid binnen de schaatsvereniging Van beleid tot uitvoering in de praktijk Schaatsverenigingen en de vrijwilligersproblematiek De doorsnee schaatsvereniging in Nederland is een vrijwilligersorganisatie:

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE 57140513.JV-C1 DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE VRAGENLIJST VOOR BESTUURSLEDEN Wij verzoeken u de vragenlijst individueel in te vullen. Het is niet de bedoeling uw kennis te

Nadere informatie

Ervaringen vanuit de Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent. Pedagogisch coachen

Ervaringen vanuit de Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent. Pedagogisch coachen Ervaringen vanuit de Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent Pedagogisch coachen Een lange weg 1975 : werken in kinderopvang 1979: project pedagogisch werken in kinderopvang (1990 : interactie-academie

Nadere informatie

HET BELEIDSVOEREND VERMOGEN BINNEN ONZE SCHOLENGEMEENSCHAP. De 8 dragers voor een beleidseffectieve SG

HET BELEIDSVOEREND VERMOGEN BINNEN ONZE SCHOLENGEMEENSCHAP. De 8 dragers voor een beleidseffectieve SG HET BELEIDSVOEREND VERMOGEN BINNEN ONZE SCHOLENGEMEENSCHAP De 8 dragers voor een beleidseffectieve SG Responsief vermogen Ondersteunende relaties Doeltreffende communicatie Gedeeld leiderschap Reflectief

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.

Nadere informatie

Dirk Meulemans Stafmedewerker Management en Organisatie. de positie van projectverantwoordelijke in een gemiddeld bestuur Hoe zou ik dat nu aanpakken?

Dirk Meulemans Stafmedewerker Management en Organisatie. de positie van projectverantwoordelijke in een gemiddeld bestuur Hoe zou ik dat nu aanpakken? Inspiratiedag Kinderopvang: Huizen van het Kind: in de praktijk Dirk Meulemans Stafmedewerker Management en Organisatie Inleiding Wie ben ik niet? Vertrekpunt: de positie van projectverantwoordelijke in

Nadere informatie

Proces Deugdelijk Bestuur

Proces Deugdelijk Bestuur Proces Deugdelijk Bestuur 1 Basketbal Vlaanderen = DOOR EN VOOR DE CLUBS WANNEER NODIGDEN WE HEN NOG EENS UIT OM OP DE LEDEN DRUK OP FINANCIËN WETTELIJKE VERPLICHTINGEN KOFFIE TE KOMEN? FANS SFEER INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

Zonder partners lukt het niet

Zonder partners lukt het niet Zonder partners lukt het niet Vorm een breedspectrum BOEBS-team. Waarom? Hoe? Het BOEBS-team heeft het meeste kans op slagen als het uit een breed gamma van partners is samengesteld, die elk vanuit een

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Beleidsvisie Sociaal Werk

Beleidsvisie Sociaal Werk Beleidsvisie Sociaal Werk Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het momentum Groot enthousiasme voor deelname aan werkgroepen Sociaal werkers uit verschillende sectoren en

Nadere informatie

Naslagwerk KOERS. Producten van dit documenten zijn:

Naslagwerk KOERS. Producten van dit documenten zijn: Naslagwerk KOERS Dit document is bedoeld om ieder individu een eigen beeld te laten formuleren van de eigen koers als werkend mens en vervolgens als functionaris. Daarna kun je collectief de afdelingskoers

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 2.3 Organisatie-ondersteunend

FUNCTIEFAMILIE 2.3 Organisatie-ondersteunend Doel van de functiefamilie Interne klanten bijstaan via ontwikkeling en uitbouwen van specifieke dienstverlening die verband houdt met één of meer functionele domeinen ertoe bij te dragen dat de organisatie

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Inleiding. Formuleren van visie. Oriënteren: SWOT-analyse. Formuleren doelstellingen. Actieplannen

Inleiding. Formuleren van visie. Oriënteren: SWOT-analyse. Formuleren doelstellingen. Actieplannen Stap 1 Inleiding Introduceer uw praktijk. Beschrijf kort de ontstaansgeschiedenis en geef een situatiebeschrijving van de huidige praktijk: waar is de praktijk gesitueerd; het aantal patiënten, de werkzame

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend D December 2009 LEIDINGGEVEND D 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend D

Nadere informatie

Rol: clustermanager Inwoners

Rol: clustermanager Inwoners Datum opmaak: 2017-08-24 Goedgekeurd door secretaris op: Revisiedatum: Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Definiëren van de missie, visie en strategie van de cluster inwoners en plannen, organiseren,

Nadere informatie

TALENTPUNT. Een Development Program speciaal voor HR professionals

TALENTPUNT. Een Development Program speciaal voor HR professionals FOCUS ON THE FUTURE Je bent een HR professional met veel ambitie en je wilt succesvol(ler) zijn. Je bent gericht op de nieuwste HR ontwikkelingen en nieuwsgierig naar hoe andere HR professionals zaken

Nadere informatie

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan 1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering

Nadere informatie

tips voor zorgverleners 1. geef speciale aandacht aan oudere kinderen in het kinderziekenhuis tips voor jongeren

tips voor zorgverleners 1. geef speciale aandacht aan oudere kinderen in het kinderziekenhuis tips voor jongeren tips en verbeterpunten tips en verbeterpunten tips e Uit het onderzoek Op Eigen Benen Verder zijn een aantal duidelijke aanbevelingen naar voren gekomen. De meeste kunnen vertaald worden naar verbeterpunten

Nadere informatie

ACTIEFICHES. Een goed begrip van je huidige (probleem)situatie laat toe om gerichter te innoveren.

ACTIEFICHES. Een goed begrip van je huidige (probleem)situatie laat toe om gerichter te innoveren. ACTIEFICHES Stap 1: Analyseer je innovatiemogelijkheden Een goed begrip van je huidige (probleem)situatie laat toe om gerichter te innoveren. Voldoende steun en middelen zijn essentieel om via innovatie

Nadere informatie

Checklist afsprakenkader en actieplan Brede School in Brussel

Checklist afsprakenkader en actieplan Brede School in Brussel Checklist afsprakenkader en actieplan Brede School in Brussel De 'Checklist voor afsprakenkader en actieplan Brede School is een instrument om Brede Schoolcoördinatoren en hun partners te ondersteunen

Nadere informatie

Managers en REC-vorming ----- GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS

Managers en REC-vorming ----- GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS @ ----- Managers en REC-vorming ----- AB ZONDER VOORTREKKERS GEEN VOORUITGANG De wereld van de REC-vorming is volop beweging. In 1995 werden de eerste voorstellen gedaan en binnenkort moeten 350 scholen

Nadere informatie

De beoordelingselementen en -criteria voor de evaluatie in 2018

De beoordelingselementen en -criteria voor de evaluatie in 2018 De beoordelingselementen en -criteria voor de evaluatie in 2018 Voor de verenigingen: 1. De wijze waarop de vier functies, vermeld in De organisatie heeft een onderbouwde visie op de vier artikel 2, 8,

Nadere informatie

Ontwikkel missie, visie, doelstellingen, waarden en normen

Ontwikkel missie, visie, doelstellingen, waarden en normen Stap 7 Ontwikkel missie, visie, doelstellingen, waarden en normen Doel Elke strategie moet vanuit sturende elementen worden opgebouwd. Deze elementen geven de richting aan waarin de onderneming wil evolueren;

Nadere informatie

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Doel Ontwikkelen, implementeren, evalueren en bijstellen van beleid op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve van de instelling,

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. SWOT en confrontatiematrix aangeboden door www.managementmodellensite.nl 1

SWOT-ANALYSE. SWOT en confrontatiematrix aangeboden door www.managementmodellensite.nl 1 SWOT-ANALYSE De SWOT-analyse is een breed toegepaste manier om kansen en bedreigingen voor en sterkten en zwakten van de organisatie in beeld te brengen. Vaak blijft het bij het benoemen van deze vier

Nadere informatie