Branchebeeld 2009 Amersfoort, juni 2011

Transcriptie

1 Branchebeeld 2009 Amersfoort, juni 2011

2 De Federatie Opvang is de brancheorganisatie voor instellingen van de maatschappelijke opvang, begeleid & beschermd wonen en vrouwenopvang. De maatschappelijke opvang en vrouwenopvang ondersteunen mensen in een maatschappelijk kwetsbare of onveilige situatie. Het gaat daarbij onder meer om opvang en ondersteuning van dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, tienermoeders, slachtoffers van mensenhandel, exgedetineerden en zwerfjongeren. Voor meer informatie: Uitgave Federatie Opvang Johan van Oldenbarneveltlaan HB Amersfoort T: E: Branchebeeld Federatie Opvang 2009

3 BRANCHEBEELD FEDERATIE OPVANG 2009 Inleiding In dit Branchebeeld Federatie Opvang vindt u in het kort de belangrijkste cijfers van het jaar 2009 over: - de lidorganisaties van de Federatie Opvang - het aanbod van hulp door de leden - de geholpen cliënten bij de leden in de Maatschappelijke Opvang (MO) en Vrouwenopvang (VO). De bron van deze gegevens zijn de leden van de Federatie Opvang. De branche is in beeld. Gepresenteerd worden de cijfers over het jaar Per onderwerp wordt een korte toelichting gegeven. Wijze van berekening Van het overgrote deel van de leden van de Federatie Opvang zijn de cijfers beschikbaar over het jaar Deze cijfers zijn voor dit Branchebeeld Federatie Opvang gebruikt. Gegevens zijn aangeleverd door 65 van de 74 organisaties die in 2009 lid waren van de Federatie Opvang. Sommigen van hen hebben niet op alle onderdelen gegevens verstrekt. Negen organisaties hebben in het geheel geen gegevens geretourneerd. Van deze negen zijn er drie die hun lidmaatschap per eind 2009 hebben beëindigd. Bij de organisatiekenmerken van de instellingen wordt zichtbaar gemaakt hoeveel instellingen wel en niet gegevens hebben geleverd. Om te komen tot een totaal over alle leden met betrekking tot personele, financiële en cliëntengegevens, is er geëxtrapoleerd naar aanleiding van de respons per onderwerp. Deze extrapolatie is gebaseerd op de capaciteit van het aanbod van de leden die voor het betreffende onderdeel gegevens aangeleverd hebben, gerelateerd aan de totale capaciteit. De respons met betrekking tot de capaciteit over 2009 is hoog: Van het aanbod, ofwel de capaciteit van de lidinstellingen is 99,6% van de informatie beschikbaar. We weten dus vrijwel precies welk en hoeveel aanbod onze leden in 2009 hebben geboden aan cliënten. Deze gegevens zijn aangevuld tot 100% op basis van gegevens over 2008 en Op basis van de capaciteit is te herleiden hoe zwaar de door de leden aangeleverde gegevens wegen op het totaal. Voor de personele gegevens bedraagt dit percentage ruim 96%. De aangeleverde financiële gegevens dekken 94% van de bekende capaciteit. De verkregen cliëntengegevens zijn bekend over 79% van de bekende capaciteit. (78% van de MO en 82% van de VO). Opmerking 1: Organisaties administreren hun financiën en hun hulpaanbod steeds minder sectoraal. Op een aantal onderdelen is daarom de sectorindeling achterwege gelaten. Opmerking 2: Door extrapolatie kunnen er kleine afwijkingen voorkomen in eindtotalen van vergelijkbare groepen unieke cliënten. De percentuele verdeling blijft ongewijzigd. Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 1

4 De leden en hun organisatie Totaal aantal lidorganisaties in 2009: 74 Aantal lidorganisaties met hulpaanbod in de Maatschappelijke Opvang (MO): 43 Aantal lidorganisaties met uitsluitend hulpaanbod in de MO: 40 Aantal lidorganisaties met hulpaanbod in de Vrouwenopvang (VO): 34 Aantal lidorganisaties met uitsluitend hulpaanbod in de VO: 20 Aantal lidorganisaties met hulpaanbod in zowel de MO als de VO: 14 Van de 74 leden hebben 15 niet aangegeven op welke sector hun hulpaanbod is gericht. Dit gegeven is verkregen door dit na te gaan op hun website. Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO) CAO Aantal Welzijn 58 GGZ 3 Anders 2 Onbekend 11 Totaal 74 Kwaliteitscertificering Kwaliteitscertificering Aantal HKZ 50 Anders 13 Geen 11 Onbekend 10 Totaal 74 Aantal lidorganisaties met een cliëntenraad Cliëntenraad Aantal Ja 48 Nee 15 Onbekend 11 Totaal 74 Aantal lidorganisaties met een klachtenreglement Klachtenreglement Aantal Ja 61 Nee 2 Onbekend 11 Totaal 74 Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 2

5 Gebruikte cliëntenregistratiesystemen Cliëntenregistratiesysteem Aantal Clever 10 Octo 2 Regas 41 User 1 Anders/onbekend 20 Totaal 74 Aantal medewerkers Ruim 9800 medewerkers hebben in 2009 direct en indirect hulp geboden aan minstens cliënten. Medewerkers MO VO Alle Gemiddeld leden per instelling Aantal werknemers Formatieplaatsen Aantal werknemers fulltime De grootste instelling heeft 1707 medewerkers die hulp bieden in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. De kleinste instelling heeft 3 medewerkers. De leden en hun financiën Van 61 van de 75 leden zijn financiële gegevens over 2009 bekend. Deze 61 leden omvatten 92% van de bekende capaciteit van alle leden. Op basis van dit gegeven zijn de financiële gegevens van de leden van de branchevereniging berekend. De extrapolatie is gebeurd op basis van de capaciteitsgegevens. De daadwerkelijke omzet van de leden is substantieel hoger. Hier ziet u alleen de baten en lasten binnen Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang. BATEN 2009 (in miljoenen Euro s) Gemeentesubsidie 289 Eigen bijdrage cliënten 35 AWBZ 166 Giften 4 Overige subsidies 80 Overige opbrengsten 25 Nadelig exploitatiesaldo 2 Totaal 601 LASTEN 2009 (in miljoenen Euro s) Loon 404 Sociale verzekeringen -2 Huisvestingskosten 79 Organisatiekosten 54 Verzorgingskosten 35 Buitengewone lasten 11 Voordelig exploitatiesaldo 20 Totaal 601 Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 3

6 De leden en het hulpaanbod In het onderstaande overzicht Voorzieningen en capaciteit is gebruik gemaakt van de indeling in voorzieningsoorten zoals deze sinds 2003 in de branche wordt gehanteerd. Deze indeling is voornamelijk residentieel georiënteerd. Hierdoor blijkt in de praktijk dat er een ondervertegenwoordiging van ambulante hulpverlening is in de cijfers 1. Onderstaande tabel en de grafiek tonen de vergelijking van de capaciteit in de Maatschappelijke Opvang in de periode De daling in de capaciteit van de Maatschappelijke Opvang kan vrijwel geheel verklaard worden door de daling van Begeleid Wonen. Binnen de RIBW s heeft in 2009 een vergelijkbare stijging plaatsgevonden. Maatschappelijk opvang (MO) Voorzieningssoort Aantal % v. MO Aantal % v. MO Aantal % v. MO Dagopvang ,8% ,7% ,4% Nachtopvang ,2% ,1% ,8% 24-uurs (crisis)opvang 903 6,2% 879 4,9% 948 5,8% 24-uurs meerzorg 749 5,1% 811 4,5% 664 4,0% 24-uurs woonbegeleiding ,8% ,4% ,7% Begeleid wonen ,4% ,9% ,6% Preventie projecten 61 0,4% 161 0,9% 299 1,8% Sociale activering 30 0,2% 460 2,6% 302 1,8% Totaal MO % ,00% ,0% Maatschappelijke Opvang Capaciteit van leden Federatie Opvang in plaatsen per voorzieningsoort De definities van de voorzieningssoorten treft u aan op pagina 11 en 12 in dit Branchebeeld Vanaf 2011 introduceert de Federatie Opvang binnen het nieuwe gegevensmodel ook herziene dienstcategorieën. Hierdoor is per locatie per dienst zichtbaar te maken wat de capaciteit is. De capaciteit kan in verschillende eenheden worden uitgedrukt, bijv. bedden, stoelen, trajecten. De bron van de capaciteitsgegevens is Opvangatlas.nl. De term voorzieningssoort wordt in de toekomst niet meer gebruikt. Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 4

7 Vrouwenopvang (VO) Voorzieningssoort Aantal % v. VO Aantal % v. VO Aantal % v. VO Dagopvang 210 6,8% 210 6,6% 210 6,5% Nachtopvang 23 0,7% 27 0,8% 44 1,4% 24-uurs (crisis)opvang 305 9,9% ,2% ,2% 24-uurs wonen met 24 u-begel ,9% ,4% ,4% 24-uurs wonen met part. beg ,5% ,2% ,4% Begeleid wonen ,4% ,1% ,7% Preventie projecten 50 1,6% 117 3,7% 270 8,4% Totaal VO % % % Totaal MO + VO: Vrouwenopvang Capaciteit van leden Federatie Opvang in plaatsen per voorzieningsoort Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 5

8 Clienten 2 in de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang Leeftijdsverdeling en geslacht In de Maatschappelijke Opvang (MO) bedraagt het totaal aantal unieke cliënten in 2009 ruim (na extrapolatie). Deze cliënten kunnen overigens meerdere keren in 2009 een beroep hebben gedaan op diensten van lidinstellingen die Maatschappelijke Opvang bieden. Het aantal meegekomen kinderen onder de 18 jaar is Daarvan vallen er 365 in de categorie 12 t/m 17 jaar. Het aantal hoofdaanmelders van 12 t/m 17 jaar bedraagt 924. Dit zijn dus cliënten die zich zelfstandig hebben aangemeld en/of zelfstandig hulp hebben gekregen vanuit de Maatschappelijke Opvang. Het totaal aantal hoofdaanmelders onder de 23 jaar is Het aantal unieke cliënten is met ongeveer 4000 gedaald in vergelijking met De belangrijkste oorzaak is dat het aantal cliënten mede wordt afgeleid van het aanbod. Het aanbod van begeleid wonen in de Maatschappelijke Opvang is gedaald. Uit andere publicaties blijkt dat het aantal residentiele en ambulante RIBW-plaatsen bij overige aanbieders meer dan navenant is gestegen. De cliënten zijn daarmee alleen sectoraal anders ingedeeld, en zijn er dus nog steeds. Ze zijn alleen niet meer zichtbaar bij de hulp in de MO die door leden van de Federatie Opvang wordt verleend. De cijfers over 2009 zijn in andere leeftijdscategoriën verdeeld dan in 2008 en zijn daarom niet in onderstaande grafiek weergegeven. In vergelijking met 2008 is het aandeel vrouwen ouder dan 18 jaar in de Maatschappeiljke Opvang met enkele procenten gestegen. In de Maatschappelijke Opvang in 2009 had 66% van de cliënten van 18 jaar en ouder géén startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Tweederde van de volwassen cliënten heeft dus een opleidingsniveau van MAVO, VMBO of lager. Ter vergelijking: van de Nederlandse bevolking van jaar had 33% geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt in Voor de groep clienten in de Maatschappelijke Opvang is dit cijfer dus dubbel zo hoog Maatschappelijke Opvang 2009 Aantal unieke cliënten per leeftijdscategorie en geslacht (n*extrapol. = ) Vrouw Man 2 In dit Branchebeeld worden geëxtrapoleerde aantallen unieke cliënten genoemd. Zie ook pag. 1. Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 6

9 Het aantal unieke cliënten in de Vrouwenopvang is met in vergelijking met 2008 vrijwel gelijk gebleven. Ook hier geldt dat unieke cliënten meerdere keren een beroep op de Vrouwenopvang kunnen hebben gedaan. Het aantal meegekomen kinderen van 12 t/m 17 jaar in de Vrouwenopvang bedroeg 368. Dit brengt het totaal aantal meegekomen kinderen tot en met 17 jaar op Het aantal hoofdaanmelders in de leeftijdscategorie 12 t/m 17 jaar is 634. Het totaal aantal hoofdaanmelders in de Vrouwenopvang in 2009 onder de 23 jaar bedraagt daarmee De mannelijke cliënten in de Vrouwenopvang zijn merendeels meegekomen zoons onder de 18 jaar Vrouwenopvang 2009 Aantal unieke cliënten per leeftijdscategorie en geslacht (n*extrapol. = ) Vrouw Man Er is een relatief hoog aantal cliënten waarvan de leeftijd onbekend is. Dit wordt verklaard omdat er hieronder een groep cliënten is die een beroep doet op vrouwenopvang en bijvoorbeeld na (telefonische) intake doorverwezen wordt. In de registratiesystemen wordt dan beperkte informatie opgenomen. Aan deze cliënten zijn wel diensten verleend en daarom worden ze hier ook meegeteld. Met betrekking tot het opleidingsniveau van de cliënten zijn de cijfers in 2009 binnen de Vrouwenopvang vergelijkbaar met die in de Maatschappelijke Opvang. Ook in de Vrouwenopvang heeft tweederde van de cliënten geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt, namelijk 65%. Hoofdaanmelders onder de 23 jaar in Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang In totaal hebben er in 2009 in de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang samen 8785 unieke cliënten onder de 23 jaar als hoofdaanmelder hulp gekregen. Dit jaar worden voor het eerst cijfers conform de leeftijdsindeling van de nieuwe definitie zwerfjongeren gegeven. De Maatschappelijke Opvang en de Vrouwenopvang spelen een belangrijke rol in hulp aan Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 7

10 cliënten in deze leeftijdscategorie. Duidelijk is dat de sectoren ook hulp verlenen aan cliënten die volgens landelijke beleidstermen eigenlijk door de Jeugdzorg geholpen zouden moeten worden. Nationaliteit en etnicitiet Het aantal verschillende nationaliteiten onder cliënten bij de leden bedraagt ruim 150. Het overgrote deel van de cliënten heeft de Nederlandse nationaliteit. Het aandeel cliënten met een niet-westerse nationaliteit is in de Vrouwenopvang hoger dan in de Maatschappelijke Opvang: 18,8% in de VO tegen 8,2% in de MO. Binnen de beschikbare clientengevens van de Maatschappelijke Opvang is van 64,3% van de cliënten de nationaliteit bekend. In de Vrouwenopvang is van 62,8% van de cliënten de nationaliteit bekend. De etniciteit wordt bepaald door de combinatie van het geboorteland van de cliënt, en de vader en de moeder van de cliënt. Van de cliënten die gebruik hebben gemaakt van diensten in de Maatschappelijke Opvang is van 55,9% de etniciteit te bepalen. In de Vrouwenopvang geldt dit voor 65,6% van de cliënten. Op basis van de bekende gegevens is een extrapolatie gemaakt van het aantal cliënten. Hierbij is aangenomen dat van alle lidinstellingen de cliëntengegevens beschikbaar zouden zijn en van elke cliënt de nationaliteit en de etniciteitsgegevens bekend zijn. Op de volgende pagina s ziet u in grafiek de percentuele verdeling over de nationaliteiten en de etniciteiten per sector. De getallen n*extrapol. geven het aantal cliënten per categorie aan op basis van de extrapolatie. Naar verwachting is dit dus het aantal cliënten per categorie dat in 2009 hulp heeft gekregen in de Maatschappelijke Opvang of Vrouwenopvang bij leden van de Federatie Opvang. De aantallen omvatten dan weer alle cliënten, dus zowel hoofdaanmelders als meegekomen kinderen. Door de extrapolatie ziet u bij de optelling van de totalen kleine verschillen tussen het totaal aantal cliënten per sector verdeeld over etniciteit en nationaliteit. (verschil VO=5, verschil MO=50). De percentuele verhouding is bij extrapolatie natuurlijk ongewijzigd. Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 8

11 Nationaliteit van cliënten in de Maatschappelijke Opvang bij leden van de Federatie Opvang in 2009 Nederlandse: 87,4% 1,1% 3,2% 0,9% 3,0% 1,7% 2,6% Surinaamse: 1,1% (n*extrapol.=558) Marokkaanse: 3,2% (n*extrapol.=1.589) Turkse: 0,9% (n*extrapol=461) Overige niet-westerse nationaliteiten: 3,0% (n*extrapol.=1.521) Westerse, waarvan Oost-Europese: 1,7% (n*extrapol.=853) Overige Westerse nationaliteiten: 2,6% (n*extrapol.=1.302) Nederlandse: 87,4% (n*extrapol.=43.622) Etniciteit van cliënten in de Maatschappelijke Opvang bij leden van de Federatie Opvang in 2009 Nederland: 47,3% 7,5% 8,8% 11,3% 3,5% 8,2% 10,7% 2,8% Nederlandse Antillen: 7,5% (n*extrapol.=3.725) Suriname: 11,3% (n*extrapol.=5.644) Marokko: 8,2% (n*extrapol.=4.080) Turkije: 2,8% (n*extrapol.=1.394) Overige niet-westerse landen: 10,7% (n*extrapol.=5.362) Midden/Oost-Europa: 3,5% (n*extrapol.=1.764) Overige Westerse landen: 8,8% (n*extrapol.=4.381) Nederland: 47,3% (n*extrapol.=23.607) Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 9

12 Nationaliteit van cliënten in de Vrouwenopvang bij leden van de Federatie Opvang in 2009 Nederlandse: 77,2% 0 5,0% 1,5% 3,0% 9,3% 2,2% 1,8% Surinaamse: 1,5% (n*extrapol.=214) Marokkaanse: 5,0% (*extrapol.n=726) Turkse: 3,0% (n*extrapol.=441) Overige niet-westerse nationaliteiten: 9,3% (n*extrapol.=1.348) Westerse, waarvan Oost- Europese: 2,2% (n*extrapol.=313) Overige Westerse nationaliteiten: 1,8% (n*extrapol.=268) Nederlandse: 77,2% (n*extrapol.=11.216) 5,4% Etniciteit van cliënten in de Vrouwenopvang bij leden van de Federatie Opvang in 2009 Nederland: 34,3% 4,5% 5,3% 20,0% 9,9% 13,0% 7,6% Nederlandse Antillen: 5,3% (n*extrapol.=766) Suriname: 9,9% (n*extrapol.=1.433) Marokko: 13,0% (n*extrapol.=1.894) Turkije: 7,6% (n*extrapol.=1.108) Overige niet-westerse landen: 20,0% (n*extrapol.=2.904) Midden/Oost-Europa: 4,5% (n*extrapol.=654) Overige Westerse landen: 5,4% (n*extrapol.=788) Nederland: 34,3% (n*extrapol.=4.982) Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 10

13 Bijlage: Definities van voorzieningsoorten. A. 24-uurs woonvoorziening De kernactiviteit van de 24-uurs woonvoorziening is het bieden van tijdelijk verblijf, gekoppeld aan zorgverlening en (psychosociale) begeleiding. Onderscheidend kenmerk binnen deze voorziening is de relatief lange verblijfsduur (tenminste 6 maanden). De doelgroep bestaat uit dak- & thuislozen, mannen en vrouwen met eventuele kinderen, met lichtere problematiek waarbij slechts beperkte ondersteuning nodig is en de cliënt redelijk zelfstandig kan functioneren. Hierbij kan gedacht worden aan internaten, sociaal pensions, evangelische opvang etc. die in verschillende varianten voorkomen. B. 24-uurs (crisis)opvangvoorzieningen De kernactiviteit van 24-uurs (crisis)opvangvoorzieningen is het bieden van tijdelijk verblijf, gekoppeld aan zorgverlening, (psychosociale) begeleiding en crisisinterventie, aan personen in een bedreigende of acute crisissituatie. Hoofddoelen van hulpverlening zijn het wegnemen van de crisis en het op weg helpen naar een geschikte vervolgsituatie. Het onderscheidende kenmerk binnen deze woonvoorziening is de korte verblijfsduur (gemiddeld verblijf korter dan 3 maanden). De doelgroep bestaat uit dak- en thuislozen, mannen en vrouwen (multiprobleem: relationele, financiële, verslavings- en/of psychiatrische problematiek). C. 24-uurs meerzorg De kernactiviteit van de 24-uurs meerzorgvoorziening is het bieden van tijdelijk verblijf, gekoppeld aan zorgverlening en (psychosociale) begeleiding aan cliënten die voor een langere periode (ernstig) ziek zijn en uit die hoofde meerzorg behoeven. Het onderscheidende kenmerk binnen deze voorziening is dan ook de verpleging en verzorging die aan de cliënten geleverd wordt. D. Nachtopvangvoorziening Het karakter van deze opvangvoorziening is laagdrempelig. Deze voorziening heeft een beperkte openstelling en is niet 24 uur per dag beschikbaar. De hulpvragers beschikken niet altijd over een eigen kamer (maar over een bed in slaapzalen). De gemiddelde verblijfsduur is relatief kort: een kort aantal aaneensluitende nachten per keer. De doelgroep bestaat uit dak- en thuislozen, mannen en vrouwen (multiprobleem), die geen gebruik (kunnen of willen) maken van de overige 24-uurs voorzieningen. E. Dagopvangvoorzieningen Het karakter van deze opvangvoorziening is laagdrempelig, zonder slaapgelegenheid. Deze voorziening heeft een beperkte openstelling en is niet 24 uur per dag beschikbaar. De doelgroep bestaat uit dak- en thuislozen, mannen en vrouwen (multiprobleem), die geen gebruik (kunnen of willen) maken van de overige 24-uurs voorzieningen. F. Alle vormen van Begeleid wonen of Woonbegeleiding Begeleid wonen heeft als hoofdfunctie woonbegeleiding, waarbij de cliënt zelfstandige of onzelfstandige woonruimte huurt van een instelling voor maatschappelijke opvang of vrouwen opvang. Bij de ambulante woonbegeleiding huurt de cliënt direct van een woningcorporatie en krijgt hij/zij begeleiding bij het wonen van uit de maatschappelijke opvang. Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 11

14 De doelgroep bestaat uit mensen die dakloos zijn geweest of dit dreigen te worden en (nog) niet in staat zijn volledig zelfstandig te wonen/ leven dan wel uit vrouwen die vanuit een geweldsituatie (weer) een zelfstandig bestaan moeten opbouwen. G. 24-uurs crisis vrouwenwoonvoorziening De kernactiviteit van de 24-uurs crisis opvangvoorzieningen is het bieden van tijdelijk verblijf, gekoppeld aan zorgverlening, (psychosociale) begeleiding en crisisinterventie, aan vrouwen en hun kinderen in een bedreigende crisissituatie. Hoofddoelen van hulpverlening zijn het wegnemen van de crisis en het op weg helpen naar een geschikte vervolgsituatie. Het onderscheidende kenmerk binnen deze woonvoorziening is de korte verblijfsduur (verblijf korter dan 2 maanden). De doelgroep bestaat uit vrouwen en hun eventuele kinderen met acute problemen (multiprobleem: relationele, financiële, verslavings- of psychiatrische problematieken en/of geweldservaring). H. 24-uurs vrouwenwoonvoorziening met 24-uurs begeleiding De kernactiviteit van deze 24-uurs woonvoorziening is het bieden van tijdelijk verblijf, gekoppeld aan zorgverlening en (psychosociale) begeleiding en behandeling. Onderscheidend kenmerk binnen deze voorziening is de wisselende verblijfsduur (zowel kort als langdurig) en het altijd aanwezig zijn van kinderopvangfaciliteiten. Deze voorziening is veilig doch niet anoniem. De doelgroep bestaat uit vrouwen en hun eventuele kinderen (multiprobleem: relatie- en financiële, verslavings- psychiatrische problematieken en/of geweldservaring). I. 24-uurs vrouwenwoonvoorziening met partiële begeleiding De kernactiviteit van de 24-uurs woonvoorziening is het bieden van tijdelijk verblijf, gekoppeld aan zorgverlening en (psychosociale) begeleiding. Onderscheidend kenmerk binnen deze voorziening is de partiële begeleiding (aanwezig maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren). De gemiddelde verblijfsduur is 3-6 maanden. De voorziening is veilig en anoniem. De vrouwen hebben gemiddeld minder intensieve begeleiding nodig en zijn zelfredzaam. De doelgroep bestaat uit vrouwen en hun eventuele kinderen (multiprobleem: relatie- en financiële, verslavings- psychiatrische problematieken en/of geweldservaring). J. Overige opvangvoorzieningen Er zijn situaties waarin de hulpverlening niet binnen een voorziening geadministreerd kan worden. Het model, waarin de Federatie Opvang voor de instellingen gegevens verzameld, vereist echter een voorziening. Voorzieningoverstijgende hulpverlening zou dan niet goed geadministreerd kunnen worden. Om toch aan het model te voldoen is er een voorzieningsoort overige opvang. Een centrale intake kan voorzieningoverstijgend zijn. Capaciteit is als volgt gedefinieerd: Voor locaties met verblijf: totaal aantal bedden (dus niet: aantal units/kamers). Voor locaties zonder verblijf: maximum aantal tegelijk te begeleiden personen (bijv. bij woonbegeleiding indien er geen maximum is, vult u het hoogste aantal personen in dat in 2008 op 1 dag van de voorziening gebruik heeft gemaakt in) dan wel het maximum aantal dat op enig moment tegelijkertijd van de voorziening gebruik kan maken (bijv. bij een Dienstencentrum). Voor alle vormen van begeleid wonen of woonbegeleiding: één capaciteitseenheid 3 uur effectief per bewoner (caseload 1:8). Branchebeeld Federatie Opvang 2009 Pagina 12