Stadsbestuur Rhenen, (152)

Transcriptie

1 NT00152_241b Nadere Toegang op inv. nr 241b uit het archief van het Stadsbestuur Rhenen, (152) H.J. Postema Januari 2017

2 Inleiding Dit inventarisnummer bevat drie obligaties ten laste van de stad Rhenen uit 1576 en Deze charters hebben de regestnummers 86, 87 en 148 en zijn volledig getranscribeerd. 2

3 Regest Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Renen erkennen ontvangen te hebben van Peter van Surrekesteyn en Elisabet van Lijnden, zijne huisvrouw, 100 gulden, om daarmede te betalen enige schulden, waarin de stad door den oorlog geraakt was, en geven daarvoor aan Peter en zijne vrouw jaarlijks, zoo lang als die 100 gulden niet afgelost is, een schaar- of koeweide met een kalf op de burgergemeente voor de Rijnpoort, met voorwaarde dat, wanneer er geschil mocht ontstaan tussen de regeerders en de burgers, w aardoor de gemeente ledig moest blijven liggen, alsdan aan Peter en zijne vrouw of hunne erven op stadskosten boven van "Valckenaershaeck" af van de genoemde gemeente twee koeweiden zouden afgemeten worden. Wij schoudt, borgemeesteren, schepenen ende raeden der stede van Renen bekennen voir ons ende onse nacomelingen vuijt crachte van octroy ende consent ons verleent bij onsen edele heeren die stadthouder, president ende raden sconincxs inden Hove van Utrecht opten XVI aprilis anno XV c LXXV ondert segel van justitie vanden voorschreven hove ontfangen te hebben van Peter van Surrekesteyn ende Elisabet van Lijnden zijn huysfrouw hondert Karolus gulden tot twijntich stuivers brabants tstuck omme daer mede tbetalen eenige schuldenaren die aende stede van Renen staende desen trouble ten achteren gecomen zijn daer voir den voirnoemden Surrekesteyn ende Lijsbet van Lijnden zijn huysfrouw ofte hoirluijder erffgenamen hebben en genijeten sullen alle jaer een scaer ofte koijweijen mit dat calff dat vande selve koe gecomen sal wesen dan indijen dat calff sijn doet is so mach thoender brijeff een ander calff inde stede setten dat althoes nae Kersmisse geworpen sal weesen ende anders geen op te burger gemeynte voirde Rijnpoert gelegen op alsulcke voirwaerden als d andere borgeren die alle jaer mede loten ende weij crigen genijeten sullen ende anders nijt gedurende also lange en ter tijt toe dat wij ofte onse nacomelingen de selve hondert gulden gevrijt, betaelt ende afgelost sullen hebben mit alsulcke conditijen dat thoenders brijeff dese koijweijen nijmant en sal mogen overdoen nochte versetten dan allereen die burgeren sijn inde stede van Renen geseten op verlijs der voirschreven weijen des is voirwaert indijen namaels tot eeniger tijt eenige questie tusschen dese gerecht ende borgeren verriesen soude mogen waerduer de voornoemde gemeynte ledich soude moten blijven leggen alsmen verhoept neen, so sullen wij scholdt, borgemeesteren, schepenen ende raden voirnoemt ofte onse nacomelingen alsdan gehouden weesen terstont tot coste vande stadt boven van Valckenaers haeck aff vande voirschreven gemeynte erff meten tot twe koyweyen op eenen mergen mit die kalveren als voirschreven staet ende die heijninge op stadts costen onderhouden ende onder warich weesen alles 3

4 sonder argelist. Des toirconde so hebben wij schoudt, burgemeesteren, schepenen ende raden voirschreven onse stadts grote segele hijeraen doen segelen inden jare duysent V c ende LXXVI opten XXVIII martij. [op de achterkant van het charter staat:] Alzoe die regierders ende policie deezer steede Rhenen opten IX aprilis anno 1595 geresolveert ende geordonneert hadden die persoonen schaar weedens op deeze gemeente beleent hebbende ijder schaer te verhogen dzomme van dartich Carolus guldens soe ist dat Elisabeth van Lienden, weduwe van zaliger Surrekesteyn opten schaer weydens in deezen brieff gementioneert jaerlijks voorschreven betaelt heeft dzelve dartich Karolus guldens des toorconde hebbe ick onderschreven secretaris ter ordonnantie vanden voorschreven regierders deezen ondertekend op date ende jare ut supra [En daarnaast:] Alsoo myn als cameraer der stede Rhenen opten 14 maert anno 1598 byde policie geordonneert es dat ick van elcke schaer weyden die opte stadts gemeente beleent syn ontfangen soude dertich gulden tot noch een verhoginge soe bekenne ick onderschreven cameraer ontfangen te hebben van Gerit van Laeckmont ende Cornelia van Lynden, weduwevrou van Nickoi dselve dertich gulden, oirconde mijn handt. Actum den XXX april anno 1598 Harman Scharpinck Regest Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Renen erkennen ontvangen te hebben van Willam van Harn en Catrina Lysters, zijn vrouw, 100 gulden, om daarmede enige schulden te betalen, waarin de stad door den oorlog geraakt was, en geven daarvoor aan Willem en zijne vrouw jaarlijks, zolang als de 100 gulden niet afgelost is, een schaar- of koeweide met een kalf op de burgergemeente voor de Rijnpoort, met voorwaarde dat, wanneer er geschil mocht ontstaan tussen de regeerders en de burgers, waardoor de gemeente ledig moest blijven liggen, alsdan aan Willem en zijne vrouw of hunne erven, op stads kosten, boven van "Valckenairshaeck" af van de genoemde gemeente twee koeweiden zouden afgemeten worden. 4

5 Wij schoudt, borgemeesteren, schepenen ende raeden der stede van Renen bekennen voir ons ende onse nacomelingen vuijt crachte van octroy ende consent ons verleent bij onsen edele heeren die stadthouder, president ende raden sconincxs inden Hove van Utrecht opten XVI aprilis anno XV c LXXV ondert segel van justitie vanden voorschreven hove ontfangen te hebben van Willem van Harn ende Catrina Lijsters zijn huysfrouw hondert Karolus gulden tot twijntich stuivers brabants tstuck omme daer mede te betalen enige schuldenaren die aende stede van Renen staende desen trouble ten achteren gecomen zijn daer voir d voirschreven Willem van Harn ende Catrina sijn huysfrouw ofte haer luijder erffgenamen hebben ende genijeten sullen alle jaer een scaer ofte koijweijen mit dat calff dat vande selve koe gecomen sal wesen ende anders geen dan indijen dat calff doet is so mach toender brijeff een ander calff inde stede setten dat althoes nae Kersmisse geworpen sal weesen ende anders geen als voorschreven staet op te burger gemeynte voor de Rijnpoert gelegen op alsulcke voirwaerden als d andere borgeren die alle jaer mede loten ende weij crijgen genijeten sullen ende anders nijt gedurende also lange en ter tijt toe dat wij ofte onse nacomelingen d selve hondert gulden gevrijt, betaelt ende afgelost sullen hebben mit alsulcke conditijen dat thoender brijeff dese koijweijen nijmant en sal mogen overdoen nochte versetten dan alleen die borgeren sijn inde stede van Renen geseten op verlijs der voirschreven weijen des is voirwaert indijen namaels tot eeniger tijt eenige questie tusschen de regierders ende borgeren verrijesen soude mogen waerduer de voornoemde gemeynte ledich soude moten blijven leggen alsmen verhoept neen, so sullen wij schoudt, borgemeesteren, schepenen ende raden voirnoemt ofte onse nacomelingen alsdan gehouden weesen terstont tot coste vande stadt boven van Valckenaers haeck aff vande voorschreven gemeynte erff meten tot twe koyweyen op eenen mergen mit die kalveren als voirschreven staet ende die heijninge op stadts costen onderhouden ende onderwarich weesen. Allet sonder argelist. Des toirconde so hebben wij schoudt, burgemeesteren, schepenen ende raden voirnoemt onse stadts grote segelen hijer onder doen segelen inden jare duysent V c ende LXXVI opten XXVIII martij. [op de achterkant van het charter staat:] Alzoe die regierders ende policie der stede Rhenen opten IX aprilis anno 1585 geresolveert ende geordonneert hadden die persoonen schaer weydens op deezer stede gemeente beleent hebbende ijder schaer te verhogen dzomme van dartich Carolus guldens soe ist Catharina van Harn diensvolgende opt schaer weijdens in deesen geroert aenden voorschreven regierders verhoocht ende betaelt hebbe dzomme van dartich Karolus guldens. Des toorconde hebbe ick onderschreven secretaris deur ordonnantie vanden voorschreven regierders deezen ondertekend op date ende jare ut supra [En daarnaast:] Alsoo myn als cameraer der stede Rhenen opten 14 maert anno 98 byde policie der stede Rhenen geordonneert es dat ick van elcke schaer weyden die op die stadts 5

6 gemeente beleent syn ontfangen soude dertich gulden tot noch een verhoginge soe bekenne ick onderschreven cameraer ontfangen te hebben van Gerit van Laeckmont deselve dertich gulden, oirconde mijn handt. Actum den XXX april anno 1598 Harman Scharpinck Regest Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Rhenen erkennen schuldig te zijn aan Frederick Bloemaert, ten behoeve van zes personen, een jaarlijkse rente van ƒ 120, losbaar met ƒ Wij schout, borgemeesteren, schepenen ende raden der stadt Rhenen doen condt alle luijden die desen jegenwoordige brieff sullen sien oft hooren lesen dat wij voor ons ende onse naekoomelingen borgeren, ondersaten ende ingesetenen der stadt Rhenen voornoemt wettelijk wel vercocht hebben ende verkopen bij desen aen heer Frederick Bloemaert voor de somme van twaelff hondert gulden heercomende vuijt quijtinge ende cassatie van twee obligatien ijeder van vijff hondert gulden met twee hondert gulden van geliquideerde interesse, een rente van een hondert en twintich gulden haerluiden ten lijve van de volgende ses persoonen alse Henricus Ghelsteijn, oudt ontrent acht jaeren, Catharijn Ghelsteijn, out ontrent thien, Ludovicus IJselsteijn, ontrent elf jaeren, Adrianus Iselsteijn, out ontrent twaelf, Abraham IJselsteijn, oudt ontrent vijfthien ende Beatrix IJselsteijn, oudt ontrent t seventhien jaeren, welckers moeder was Catharijna Bloemmaert, dus op ijeders lijve twee hondert gulden, welcke voorschreven rente wij gesamenderhandt ende elcks van ons bijsonder ende een voor al belooven aen den voornoemden heer Frederick Bloemaert ofte sijn gemachtichden te betalen de eerste helfte den 1 e julij eerst coomende ende de ander helfte voor den lesten oktober daer naest volgende dat kost, schadeloos ende kommervrij aen handen voorschreven, ende soo voorts jaerlijks soo lange de selve persoonen in levende lijve weesen sullen ende langer niet. Edoch met expresse stipulatie ende bedingh, soo wij en onse naekomelingen de geseijde lijfrenten alle half jaer op den verschijndach in voegen als vooren precies betalen aen handen voorschreven, ofte ten langhsten binnen ses weecken daernae, soo sullen wij mogen volstaen mits betalen de renten tegens 8½ per cent ende dien volgende mogen korten 1½ per cent voor dat halff jaer, ende anders niet, ende waert saecke dat den voornoemden Bloemaert ofte sijne gemachtichde en hebber deses briefs ofte copije authenticq van dien, op eenigh der voorschreven termijnen ofte binnen 6 weecken daer nae onbegreepen door ons kameraer inder tijt van den inhouden deser stadts middelen niet wierden betaelt (als wij verhoopen van jae) soo belooven wij gesamenderhandt ende elx een voor al als principael schuldenaer de voorschreven rente te voldoen op conditie ende invoegen als voorschreven, mede soo sal den voorschreven Bloemaert tot voldoeninge van sijn verschene ende onbetaelde renten 6

7 mogen lichten en heffen van eenige onse borgeren, ingeseetenen ende onderdanen die aende voorschreven middelen ofte ons iets schuldich soude mogen wesen mits overleverende quitantie van voorschreven verscheene ende onbetaelde renten die wij onsen cameraer voornoemt van den inhouden deser stadts middelen bij desen beveelen aentenemen ende sal deselve hem in sijne reeckeningh valideren daervoor t inkoomen deser stadts middelen ende generalijk alle deser stadts goederen soo roerende als onroerende goederen die wij nu hebben ende naemaels verkrijgen mogen ende waer die bevonden gelegen ende te ontfangen soude mogen wesen bij desen specialijk ende generalijk sijn verbindende om de selve met recht te mogen bekommeren, besetten, beltten ende sijn achterwesen ende betalinge daer aen te verhaelen, renuntieerende ten dien eijnde van alle bedenckelijcke exceptie desen ter contrarie, als mede die van excussie, ordinis ende divisionis ende sonderlingh de exceptie dicteerende dat generale renunciatie van geender weerden is, ten sij eerst speciale sij voorgegaen ende waert saecke dat desen brieff bij ongeval gescheurt, verbrant, verlooren ofte andersints vermist soude mogen werden ende de voorschreven Bloemaert bij eede affirmeerde datter so geschiet waere, soo belooven wij wederom tot onsen kosten desen gelijcke lijfrentebrieff wederom wt te leeveren, beheltelijk op conditien dat wij tot allen tijden op ijder termijn der betaelinge dese lijfrenten met gelijcke capitaal van twaelf hondert gulden sullen mogen lossen off afkoopen, mits daer bij leggende de verscheene ende onbetaelde renten van dien, alles sonder argh, ende op dat tgeene voorschreven vast ende staende blijve, soo hebben wij dese met onse stadts zegel ende signature van onsen secretaris doen bevestigen op den 1 e aprilis C. Klerck 7