UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Transcriptie

1 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Leg uit waarom het efficiencyresultaat van de grondstoffen iets anders is dan het efficiencyresultaat van het afval. Het efficiencyresultaat van de grondstoffen heeft betrekking op het verschil tussen het werkelijke grondstoffenverbruik ten opzichte van het toegestane verbruik. Bij het efficiencyresultaat van het afval gaat het om het meer of minder afval dat kan worden verkocht of met kosten moet worden afgevoerd. b. Wat is het verband tussen het efficiencyresultaat van de grondstoffen en het efficiencyresultaat van het afval? Wanneer er meer afval is, zijn er meer grondstoffen gebruikt dan is toegestaan. Meer grondstoffenverbruik geeft een negatief efficiencyresultaat op de grondstoffen. Echter, doordat er meer afval is, is er sprake van: een positief efficiencyresultaat wanneer het afval nog een waarde heeft een negatief efficiencyresultaat wanneer er kosten moeten worden gemaakt om het afval af te voeren. c. Wanneer is er sprake van een positief prijsverschil bij afval? Er is sprake van een positief prijsresultaat bij afval wanneer er een hogere prijs voor het afval wordt verkregen dan in de kostprijs is opgenomen. Het gaat hier dus om meer opbrengst van het afval. Er is ook sprake van een positief prijsresultaat bij het afval wanneer het afval tegen een lagere prijs kan worden afgevoerd dan in de kostprijs is aangenomen. Het gaat hier dan om minder kosten om het afval af te voeren. Opgave 2 Molenaar maakt product P90. In het komende jaar verwacht Molenaar de volgende constante kosten: Constante fabricagekosten Constante verkoopkosten In maart volgend jaar wordt het volgende geproduceerd en afgezet: Werkelijke productie eenheden Werkelijk verkoop eenheden Normale productie en verkoop per kwartaal is eenheden 1

2 De variabele fabricagekosten zijn 10 per eenheid De variabele verkoopkosten zijn 15 per eenheid a. Bereken het totale bezettingsverschil in maart. Bezettingsverschil fabricageafdeling De constante kosten van maart zijn: Fabricageafdeling Verkoopafdeling = = Bezettingsverschillen Fabricageafdeling ( ) = Verkoopafdeling ( ) = Totale bezettingsresultaat in maart is Fabricageafdeling Verkoop Opgave 3 Bakker heeft voor product T5 de volgende kostprijs: Arbeid 4 uur à Grondstoffen 80 gram à 1, Totaal 188 Volgens de voorcalculatie worden er naar verwachting stuks T5 geproduceerd. a. Bereken het voorcalculatorisch budget. Arbeid = Grondstoffen =

3 b. Er is hier sprake van een variabel budget. Waarom niet van een gemengd budget? Bij een gemengd budget zijn constante en variabele kosten opgenomen. In dit budget zijn er alleen variabele kosten. Het werkelijk verbruik is: Arbeid 4,2 uur à 23,75 99,75 Grondstoffen 84 gram à 1,19 99,96 + Totaal 199,71 c. Kan met deze gegevens het efficiencyresultaat van het verbruik van de grondstoffen worden berekend? Neen, eerst moet bekend zijn hoeveel T5 producten er werkelijk zijn gemaakt. Uit de werkelijke cijfers blijkt dat er producten T5 zijn geproduceerd. d. Bereken het budgetverschil. Nacalculatorisch budget is Arbeid = Grondstoffen = Het werkelijke verbruik is Arbeid ,75 = Grondstoffen ,96 = Het budgetverschil is Nacalculatorisch budget Werkelijke kosten Budgetverschil e. Verklaar het budgetverschil. Efficiencyresultaat Arbeid (Sh Wh) Sp ( ,2) 23 = Efficiencyresultaat Grondstoffen (Sh Wh) Sp ( ) 1,20 =

4 Prijsverschillen Arbeid ( 23 23,75) ( ,2 uur) = Prijsverschillen Grondstoffen ( 1,20 1,19) ( gram) = Efficiencyresultaat arbeid Efficiencyresultaat grondstoffen Prijsverschillen arbeid Prijsverschillen grondstoffen Budgetverschil Opgave 4 Cornelissen heeft voor product Y45 de volgende kostprijs: Grondstoffen 2 kg à Arbeid 1 uur à Totaal 56 De werkelijke hoeveelheid geproduceerde Y45 is De werkelijke kosten zijn: Voor grondstoffen Voor arbeid a. Bereken het budgetresultaat. Budget Werkelijke kosten Budgetresultaat De werkelijk gebruikte hoeveelheden grondstoffen zijn kg en de werkelijke hoeveelheden uren zijn uur. b. Wat zijn de efficiencyresultaten en de prijsverschillen? Efficiencyresultaat Grondstoffen (Sh Wh) Sp ( ) 11 =

5 Efficiencyresultaat Arbeid (Sh Wh) Sp ( ) 34 = Prijsverschillen Grondstoffen ( ) = Prijsverschillen Arbeid ( ) = Efficiencyresultaat grondstoffen Efficiencyresultaat arbeid Prijsverschillen grondstoffen Prijsverschillen arbeid Budgetverschil De prijsverschillen kunnen ook zo worden berekend: De formule om het prijsverschil te berekenen is: Deze formule kan ook zo worden geschreven: Sp Wh Wp Wh Sp Wh is wat er werkelijk voor de grondstoffen is betaald = Ingevuld wordt de formule dan: Sp Wh Verder uitgewerkt: =

6 Opgave 5 De standaard kostprijs van product Z10 bevat 7 kg grondstoffen à 2,50. Voor december wordt een productie van stuks Z10 verwacht. Uit de nacalculatie blijkt dat dit werkelijk was. Om Z10 te produceren is kg grondstof verbruikt. Voor deze grondstoffen is betaald a. Bereken voor de grondstoffen het voorgecalculeerde budget ,50 = b. Bereken het budgetverschil. Nacalculatorisch budget is ,50 = 71,750 Werkelijk kosten Budgetverschil c. Bereken het prijsverschil van de grondstoffen. ( 2, ) = d. Bereken het efficiencyresultaat van de grondstoffen. (Sh Wh) Sp ( ) 2,50 = Opgave 6 De integrale kostprijs van een product is 28,50. De verwachte totale variabele kosten voor het eerste kwartaal zijn Bij de verwachte variabele kosten voor het gehele jaar houdt men rekening met seizoensinvloeden. De productie verhoudt zich als over de kwartalen. De totale constante kosten voor het gehele jaar zijn Kwartaal I Kwartaal II Kwartaal III Kwartaal IV 3 : 8 : 5 : 4 De totaal verwachte productie in het jaar is stuks. De normale bezetting voor het eerste kwartaal is 1 jaar is stuks a. Bereken het bezettingsverschil van het eerste kwartaal. De formule is: (W N) C N De verwachte bezetting is het eerste kwartaal is: =

7 De normale bezetting van het eerste kwartaal is De constante kosten op jaarbasis zijn De normale bezetting op jaarbasis is: Normale bezetting op jaarbasis 3 = Normale bezetting op jaarbasis is Het bezettingsresultaat van het eerste kwartaal is dan: ( ) = Opgave 7 Van Gaal maakt een product dat 19 kg grondstof A bevat. Tijdens het productieproces ontstaat standaard een afval van 5%. De grondstofprijs waarmee in de kostprijs rekening wordt gehouden is 2,10 per kilogram. In 2018 maakt Van Gaal producten. Het werkelijke grondstoffenverbruik in 2018 was kg. Hiervoor is betaald a. Bereken het efficiencyresultaat met betrekking tot de grondstoffen. Standaard wordt per product aan grondstoffen verbruikt: Netto verbruik 19 kg 95% Afval 1 kg 5% Bruto verbruik 20 kg 100% Totaal is het standaard verbruik: kg = kg Efficiencyresultaat is: ( ) 2,10 = b. Waaraan is dit efficiencyresultaat te wijten? De oorzaak is meer afval omdat er onzorgvuldiger wordt gewerkt of de aangeleverde grondstoffen van mindere kwaliteit zijn. Bijvoorbeeld geleverd leer met meer plekken met insectenbeten. Er zit in ieder geval niet meer grondstof in het eindproduct. c. Bereken het afvalresultaat en splits dit in een efficiency- en een prijsresultaat. Dat is 0 omdat het afvalresultaat betrekking heeft op meer kosten of meer opbrengsten inzake de afvoer of verkoop van het afval. 7

8 Van Gaal heeft wil het afval verkopen. Hij denkt hiermee een opbrengst te genereren van 4 per 10 kg. d. Bereken het aandeel van de grondstoffen in de kostprijs. In de kostprijs is voor grondstoffenverbruik opgenomen 20 kg à 2,10 is 42,00. Tijdens de productie van 1 artikel gaat 1 kg grondstof door uitval verloren. Hiervoor wordt terugontvangen: 4 10 = 0,40 per kg afval Deze opbrengst vermindert het aandeel van de grondstoffen in de kostprijs. In de kostprijs wordt vanwege grondstofkosten opgenomen: Verbruik grondstoffen 20 kg à 2,10 = 42 Opbrengst afval 1 kg à 0,40 0,40 - Grondstofkosten 41,60 e. Bereken het budgetresultaat m.b.t. de grondstoffen. De werkelijke opbrengst van het afval is 0,45 per kg. Standaardverbruik grondstoffen ,60 = Werkelijke kosten Opbrengst afval werkelijk *9.450 Werkelijke kosten grondstoffen Budgetverschil grondstoffen * Standaard afval is kg = kg Werkelijk afval is kg 0,45 ( kg kg) 0,45 = f. Verklaar het budgetverschil. Efficiencyverschil grondstoffen ( ) 2,10 = Prijsverschil grondstoffen De formule om het prijsverschil te berekenen is: Deze formule kan ook zo worden geschreven: Sp Wh Wp Wh 2, =

9 Prijsverschil afvalresultaat ( 0,40 0,45) = Let op! Dit betreft opbrengst, zodat een minteken positief betekent. Efficiencyverschil afvalresultaat ( kg kg) 0,40 = Let op! Dit betreft opbrengst, zodat een minteken positief betekent. Totaal Efficiencyverschil grondstoffen Prijsverschil grondstoffen Prijsverschil afvalresultaat Efficiencyverschil afvalresultaat Budgetverschil Opgave 8 Gegevens Het directe netto materiaalverbruik is 30 kg à 1,50 De directe arbeid is 1,5 uur à 21 Het begrote afval is 25% De opbrengst van het afval is 0,20 per kg Het begrote uitval is 20%. Het directe materiaal wordt na bewerking weer volledig teruggewonnen. De kosten hiervan zijn 15,50 per afgekeurd product. a. Wat is de kostprijs per goedgekeurd product? Materiaal Bruto verbruik is: Netto verbruik 30 kg 75% Afval 10 kg 25% Bruto verbruik 40 kg 100% Kosten materiaalverbruik: Brutoverbruik 40 kg à 1,50 = 60,00 Opbrengst afval 10 kg à 0,20 = 2,00 Materiaalkosten 58,00 9

10 Arbeid Arbeid 1,5 uur à 21,00 = 31,50 Kosten ongekeurd product Materiaalkosten 58,00 Arbeid 31,50 + Totaal 89,50 Kosten goedgekeurd product Begrote uitval 100 stuks ongekeurd product 8.950,00 20 stuks uitval Blijft over goedgekeurd 80 Opbrengst uitval Alleen de netto kilogrammen kunnen uit het materiaal worden herwonnen: 20 stuks levert op 600 kg prijs per kg 1,50 900,00 Kosten 20 stuks 310,00 - Opbrengst 590,00 De kostprijs is van een goedgekeurd product is dan: 100 stuks ongekeurd product 8.950,00 Opbrengst uitval 590, stuks ongekeurd product 8.360,00 80 Goedgekeurde producten 1 stuk goedgekeurd 104,50 Examen Associatie gewijzigd 10