Jaarverslag 2010 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2010 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2010 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

2 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus GR Utrecht T F mail@wfz.nl Colofon Ontwerp: Avant la lettre, Utrecht Fotografie: Vincent Boon Photography, Utrecht Druk: Drukkerij Damen, Werkendam

3 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Verslag Raad van Toezicht 8 Jaarrekening 9 Decharge 9 Werkzaamheden Raad van Toezicht 9 Samenstelling Raad van Toezicht 11 Directieverslag 12 Inleiding 13 Deelname 13 Garantieverlening 14 Langlopende leningen 15 Kasgeldleningen 15 Rentevoordeel 16 Financiële positie WFZ-deelnemers 18 Weerstandsvermogen 18 Exploitatieresultaat 19 Garantierisico s WFZ 20 Risicobewaking 20 Risicoprofiel garantieportefeuille 21 Risicovermogen 22 Prognose risicovermogen Interne en organisatorische aspecten WFZ 23 Personeelsformatie 23 Afhandelingtermijnen 24 Communicatie en PR 24 Overleg VWS / WFZ 25 Resultaat 25 Beleggingsbeleid 26 Begroting versus realisatie 29 Jaarrekening 30 Balans 31 Staat van baten en lasten 32 Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten 33 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 33 Grondslagen voor resultaatbepaling 34 Toelichting op de balans 35 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 37 Toelichting op de staat van baten en lasten 38 Overige gegevens 41 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 42

4 Voorwoord

5 Het jaar 2010 kenmerkte zich door aanhoudende onduidelijkheid over de concrete uitwerking van de bekostigingswijze van zorginstellingen. Mede als gevolg hiervan liet de situatie rond de financiering van zorginstellingen weinig veranderingen zien ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook in 2010 was voor zorginstellingen sprake van een aanbiedersmarkt wat betreft de financiering van investeringsprojecten. Van concurrentie tussen financiers was en is niet of nauwelijks sprake. Dit geldt in het bijzonder voor omvangrijke investeringsprojecten waar een consortium van banken tot stand moet komen om het benodigde financieringsvolume te kunnen genereren. Zorginstellingen hebben weinig te kiezen en te onderhandelen. De leningcontracten weerspiegelen deze - voor de zorgsector tot voor kort ongebruikelijke - verhoudingen. Vanwege enerzijds de aan investeringsprojecten inherente risico s en anderzijds de omvang van het aanwezige risicovermogen (ultimo 2010: 211 miljoen euro) stelt het WFZ regelmatig grenzen aan de absolute omvang van de garantieverplichtingen bij individuele deelnemers. Voor omvangrijke investeringsprojecten in de curatieve sector betekent dit bijna vanzelfsprekend dat, voor zover WFZ-borging aan de orde is, dit een partieel karakter heeft. Dit impliceert tevens dat met de betrokken banken afspraken gemaakt moeten worden over de specificaties (zoals omvang, looptijd en aflossingstructuur) van ieders aandeel in het financieringsarrangement. Doelstelling van het WFZ is het bevorderen van continuïteit van financiering en het bewerkstelligen van rentevoordeel voor zorginstellingen, door middel van garantieverlening. In het verlengde hiervan richt het WFZ zich in het belang van zorginstellingen dan ook primair op het borgen van langlopende leningen. Ongeborgde bancaire leningen kennen nauwelijks nog looptijden die langer zijn dan 15 jaar. Gelet op de reguliere afschrijvingstermijnen van gebouwen in de zorgsector (30 jaar of meer) vertaalt zich dit voor zorginstellingen in toenemende herfinanciering- en renterisico s. Het WFZ streeft er naar dat een ter beschikking gestelde borgingsfaciliteit bij voorkeur ingezet wordt om langlopende leningen te verkrijgen (bijvoorbeeld 30 jaar of langer). Een borgstellingsverklaring geeft tot op heden probleemloze toegang tot de kapitaalmarkt. Een borgstellingsverklaring dient dan ook bij voorkeur te worden aangewend voor nieuwe financiering in plaats van het alsnog onder garantie brengen van reeds lopende, ongeborgde, bancaire leningen. Niet alleen vanwege de beperkte toegankelijkheid van de markt voor nieuwe leningen, maar ook vanuit het perspectief van rentevoordeel. Bestaande leningen borgen levert voor de zorginstelling doorgaans veel minder rentevoordeel op dan kan worden gerealiseerd op nieuw af te sluiten leningen. Het naast elkaar bestaan van geborgde en niet geborgde financiering in een zorginstelling brengt ook met zich mee dat er een verdeling van hypothecaire zekerheden aan de orde is. 5

6 Geconstateerd kan worden dat het overleg dienaangaande tussen betrokken banken en WFZ tot op heden steeds een constructief karakter heeft gehad. In dit verband is ook vermeldenswaard dat er een overlegtraject loopt tussen de Nederlandse Vereniging van Banken en het WFZ om tot een vernieuwde standaardregeling te komen rond het delen van zekerheden. Ondanks de kritische beoordeling zijn door het WFZ in 2010 aanzienlijke bedragen aan garanties verleend. In het verslagjaar is garantie verleend op miljoen euro aan nieuwe langlopende leningen. Dit is aanzienlijk meer dan de eerder geformuleerde verwachting voor 2010 (600 miljoen euro). Met inachtneming van de reguliere aflossingen aan de banken bedraagt het totaalbedrag aan uitstaande garanties op lange leningen ultimo miljoen euro. Ten opzichte van de stand ultimo 2009 (7.463 miljoen euro) is dit een netto toename van 521 miljoen euro (7%). Het totaal aan gegarandeerde kasgeldleningen ultimo 2010 bedroeg 457 miljoen euro. Het WFZ stond ultimo 2010 dus in totaal garant voor miljoen euro. Hoe de financierbaarheid van de zorgsector zich de komende jaren verder zal ontwikkelen laat zich moeilijk voorspellen. Voor de korte termijn is vooral van belang hoe de bekostigingssystematiek in de verschillende deelsectoren concreet wordt uitgewerkt in combinatie met de handhaving van het macro budgettaire kader voor de zorgsector, en de wijze waarop dit het risico voor individuele zorginstellingen beïnvloedt. Dit bepaalt in hoge mate de financieringsbereidheid en de financieringscondities. Er zijn echter ook andere relevante factoren. Te noemen is de regelgeving met betrekking tot de financiële buffers van banken ( Basel 3 ), die van invloed kan worden op de beschikbaarheid en de prijs van financiering. Ook de opstelling van de zorgverzekeraars is belangrijk. Een eenduidig commitment van verzekeraars wordt in toenemende mate onontbeerlijk voor het al dan niet doorgang vinden van omvangrijke investeringsplannen. Voor de langere termijn lijkt vooral de vraag relevant hoe standvastig de overheid zal (kan) zijn, als het gaat om zorginstellingen die in financiële problemen raken. Immers, als het zo is dat in laatste instantie de rekening van in problemen geraakte zorginstellingen uit publieke middelen moet worden voldaan, ondergraaft dit de werking van het marktgerichte systeem zoals dit de overheid thans voor ogen staat. Dit is vooral van belang nu de verantwoordelijkheid voor dure infrastructurele investeringen volledig is overgedragen aan instellingen en financiers. Het is van tweeën één. Als instellingen en financiers zelfstandig de beslissingen mogen nemen over investeringen, dan moeten de verantwoordelijke partijen ook de onaangename gevolgen ondervinden als er onverhoopt verkeerde besluiten zijn genomen. Mocht dit niet te realiseren zijn, en in de praktijk blijken dat financiële malaise in zorginstellingen niet vooral de zorginstelling en/ of de financiers raakt, maar kan worden afgewenteld op de publieke middelen (op grond van overwegingen als continuïteit van zorg of politiek/ maatschappelijk draagvlak), dan is de principiële vraag aan de orde of de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van kostbare infrastructurele voorzieningen binnen het nieuwe systeem wel goed is belegd. In dit verband is ook de vraag van belang welke rol provincies en gemeenten gaan spelen. In het afgelopen jaar hebben decentrale overheden in enkele gevallen door middel van leningen en/of garanties geïntervenieerd in moeizaam verlopende financieringstrajecten van zorginstellingen. De vraag is of het systeem van gereguleerde marktwerking de beoogde werking kan krijgen als de terugtrekkende beweging van de centrale overheid ten aanzien van investeringsprojecten gepaard gaat met een navenant toenemende rol van decentrale overheden. 6

7 Ook is voor het WFZ nog onduidelijk in welke mate en in welke vorm private financiering zich in de zorgsector zal manifesteren. Elk van de hiervoor genoemde ontwikkelingen zal zijn weerslag hebben op de rol van het WFZ, alsmede de procedures en werkwijzen. Het signaleren van externe ontwikkelingen en tijdig hierop inspelen blijft voor het WFZ van groot belang. Herman Bellers 7

8 Verslag Raad van Toezicht 8

9 Jaarrekening Artikel 20 lid 3 van de statuten van de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) schrijft voor dat de directeur binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarverslag uitbrengt over de gang van zaken binnen het WFZ en over het gevoerde beleid. Verder legt de directeur de door hem vastgestelde jaarrekening ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht. Deze jaarrekening omvat de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting op deze stukken, vergezeld van de accountantsverklaring. Mede op grond van de goedkeurende verklaring van PricewaterhouseCoopers Accountants, heeft de Raad van Toezicht in zijn vergadering van 14 maart 2011 de hiervoor genoemde stukken goedgekeurd. Decharge Op grond van artikel 20 lid 7 van de statuten, heeft de Raad van Toezicht na goedkeuring van de jaarrekening 2010 decharge verleend aan de directeur voor het in het boekjaar gevoerde bestuur. Werkzaamheden Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is in het verslagjaar drie keer bijeen geweest. Daarnaast is er sprake geweest van frequent bilateraal overleg tussen de voorzitter van de Raad en de directeur. Het reguliere functioneringsgesprek van de directeur met voorzitter en vice-voorzitter van de Raad, alsmede de reguliere interne evaluatie van de Raad en het overleg in afwezigheid van de directeur hebben niet plaatsgevonden in 2010, maar zijn om agendatechnische redenen over de jaarwisseling geschoven. In de vergaderingen van de Raad van Toezicht is een breed scala aan onderwerpen aan de orde geweest. In elke vergadering is aandacht geschonken aan de beleidsmatige ontwikkelingen in de diverse deelsectoren van de zorgsector, en de gevolgen die hieruit direct en indirect voortvloeien met betrekking tot de financierbaarheid van zorginstellingen. De Raad van Toezicht constateert dat de financiering van bouwplannen, zowel in de cure- als de caresector, veel voeten in de aarde heeft. Banken en WFZ stellen zich veel kritischer en selectiever op dan voorheen. De eisen die door banken en WFZ worden gesteld ten aanzien van uitvoerigheid en gedegenheid van de onderbouwing van investeringsplannen zijn aanzienlijk opgeschroefd. De Raad onderkent positieve aspecten aan deze ontwikkeling. Deze draagt er immers aan bij dat maatschappelijke middelen efficiënt en effectief aangewend worden. Dit aspect vormt ook vaak het aandachtspunt dat in onderzoeken en beleidsnota s centraal wordt gesteld. Aan de andere kant mag niet uit het oog worden verloren dat de transactiekosten als gevolg van de systeemwijzigingen sterk zijn toegenomen. Het opstellen van een businessplan dat de toets der kritiek kan doorstaan is een tijd- en energierovend proces, en dus relatief kostbaar. Niet alleen bij mega-investeringsprojecten in de ziekenhuiszorg. Ook voor kleinschalige zorginstellingen, die niet zelf in kwantitatief en kwalitatief opzicht voldoende personeel hiervoor beschikbaar hebben, is een adequate onderbouwing van investeringsprojecten geen sinecure. Het extern aantrekken van de benodigde expertise kan, vanwege de daarmee gepaard gaande kosten in relatie tot de beperkte budgetten, juist voor deze categorie instellingen beperkingen kennen. Punt van zorg is voor de Raad dat de verhoudingen op de financieringsmarkt nog steeds erg onevenwichtig zijn. De concurrentie-intensiteit op de bancaire markt is niet noemenswaardig. De onderhandelingspositie van 9

10 zorginstellingen is daardoor ronduit zwak. In termen van prijsstelling en leningsvoorwaarden zijn de touwtjes door financiers dan ook fors aangetrokken. Naarmate de toegang tot de bancaire markt moeizamer gaat, neemt de belangstelling van zorginstellingen voor garantieverlening door het WFZ toe. In het boekjaar zijn maar liefst 204 aanvragen voor garantie ingediend. De druk op het WFZ-bureau is dientengevolge groot geweest. Ondanks eerdere uitbreidingen van de personeelsformatie resulteerde de genoemde stroom aanvragen - en met name de concentratie hiervan gedurende de zomermaanden - voor zorginstellingen in aanzienlijke vertraging in de afhandeling. Onder hoge werkdruk, en met inzet van tijdelijk personeel is getracht de wachttijden tot aanvaardbare proporties terug te dringen. De Raad van Toezicht heeft veel waardering voor de prestaties die door de directeur en de overige medewerkers van het WFZ zijn geleverd. Mede vanwege de onvoorspelbaarheid van de omvang en fasering van de workload blijft structurele uitbreiding van de formatie echter ook in de komende periode een aandachtspunt. Dat er een acceptabel evenwicht wordt bereikt tussen de aanwezige en de benodigde behandelcapaciteit heeft de nadrukkelijke aandacht van de Raad Evident is dat de ontwikkelingen in de financiële markten en de voortgaande beleidsmatige aanpassingen in het kader van wet- en regelgeving voor het WFZ grote gevolgen hebben met betrekking tot procedures en werkwijzen. In het verlengde hiervan is in de vergaderingen van de Raad veel aandacht besteed aan de positionering van het WFZ in de komende jaren. Naar de zienswijze van de Raad is gelet op de verkrappende bancaire markt de aanwezigheid van een borgingsinstituut, zowel bezien vanuit het praktische belang van zorginstellingen als vanuit strategisch en beleidsmatig oogpunt, belangrijker dan ooit. Naarmate de zorgsector meer afhankelijk zou worden van andere geldstromen, kan het verlagen van de toetredingsdrempels tot de zorgsector voor beleggers, door middel van een hoogwaardige zekerheid van het WFZ, van toenemend belang worden. De Raad heeft met aandacht het ambtelijke overleg gevolgd tussen het Ministerie van VWS en het WFZ, met betrekking tot de terugbetalingsregeling die voor het WFZ geldt ten aanzien van het waarborgdepot. Bij de formele oprichting van het WFZ in 1999 is vastgelegd dat, zodra het risicovermogen de omvang zou bereiken van 500 miljoen gulden (thans 227 miljoen euro), de initiële bijdrage van het Rijk aan het WFZ (120 miljoen gulden; thans 54,5 miljoen euro) zou worden terugbetaald. Gelet op de jaarlijkse toevoegingen aan het risicovermogen zou dit terugbetaalplafond eind 2011 bereikt kunnen worden. Als gevolg van de (gefaseerde) terugbetaling blijft het risicovermogen van het WFZ, uitgedrukt in geld, dan meerdere jaren achtereen constant. Door de gestaag toenemende garanties daalt echter het risicovermogen als percentage van de verplichtingen. Dit acht de Raad ongewenst. Als gevolg van de stelselwijzigingen zijn immers de risico s voor zorginstellingen toegenomen. Dit vraagt om een andere zienswijze op de vermogensgrens van 227 miljoen euro en de terugbetaling van het waarborgdepot, dan binnen de context van het zorgstelsel van de jaren negentig gold. In het ambtelijk overleg tussen het Ministerie van VWS en het WFZ is gebleken dat het ministerie dit onderkent. De Raad vertrouwt er dan ook op dat een voor alle betrokkenen werkbare regeling tot stand gebracht kan worden in De Raad van Toezicht heeft met instemming kennis genomen van de groei qua deelname en totale garantieverlening. In het verslagjaar is garantie verleend op miljoen euro aan nieuwe langlopende leningen. Dit is ver boven verwachting (600 miljoen euro). De totale garantieomvang is hiermee gestegen tot ruim 8,4 miljard euro. In 2010 is het deelnemersbestand gegroeid met 4,2%. 10

11 Samenstelling Raad van Toezicht De samenstelling van de Raad van Toezicht is in het jaar 2010 niet veranderd. Per 31 december 2010 bestond de Raad van Toezicht uit de volgende leden (van links naar rechts op de foto): prof. dr. W.P.M.M. van de Ven, vicevoorzitter drs. J. Hamel, voorzitter drs. V.I. Goedvolk R. de Jong RA drs. ing. H.A. Wessels Het Curriculum Vitae van elk lid van de Raad van Toezicht is te vinden op de website van het WFZ. Utrecht, 14 maart 2011 drs. J. Hamel, voorzitter 11

12 Directieverslag

13 Inleiding De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) is het garantieinstituut van en voor zorginstellingen. De belangrijkste doelstellingen van het WFZ zijn het bevorderen van de continuïteit van financiering en het realiseren van rentevoordeel voor deelnemers. In dit verslag komen achtereenvolgens aan de orde: De ontwikkelingen met betrekking tot deelname en garantieverlening. De ontwikkeling van de risico s voor het WFZ in verband met de verleende garanties. De interne en organisatorische ontwikkelingen. Deelname Onderscheid kan worden gemaakt tussen het aantal rechtspersonen (327) en het aantal zorginstellingen dat onder deze rechtspersonen valt (1.723). In 2010 bestond een rechtspersoon gemiddeld uit 5,3 zorginstellingen (in 2009 was dit 5,1). In 2005 bestond een rechtspersoon gemiddeld uit 3,8 zorginstellingen. Als gevolg van fusieprocessen is de gemiddelde schaalgrootte dus sterk toegenomen, een proces dat nog steeds niet is geëindigd. In 2010 zijn 8 nieuwe rechtspersonen als deelnemer ingeschreven. Tegelijkertijd nam het aantal ingeschreven rechtspersonen af met 4, als gevolg van onderlinge fusies. Op papier is het aantal deelnemende rechtspersonen dus met 4 toegenomen. Het aantal zorginstellingen dat is aangesloten bij het WFZ groeide echter van naar 1.723, een toename van 69 (4,2%). De ontwikkeling van het aantal aangesloten zorginstellingen in de afgelopen jaren is weergegeven in grafiek 1. In 2010 werden 20 aanvragen voor deelname aan het WFZ afgehandeld. Hiervan werden er 8 gehonoreerd en 5 afgewezen. De overige 7 aanvragen werden door de desbetreffende instellingen zelf (voorlopig) teruggetrokken, hetzij omdat zich onverwachts negatieve financiële ontwikkelingen voltrokken, hetzij in reactie op de door het WFZ geconstateerde lacunes in de aangeleverde informatie. De voortdurende concentratietendens regardeert het WFZ op twee manieren. Op de eerste plaats resulteert dit in een verbreding van het deelnemersveld. Van de totale toename van 69 zorginstellingen waren er 25 afkomstig uit fusies met niet-deelnemers. Op de tweede plaats leiden fusies tussen WFZ-deelnemers tot een concentratie van lopende garanties, hetgeen een aandachtspunt is in het kader van risicomanagement. Grafiek 1 Totaal aantal aangesloten zorginstellingen per jaar instellingen De samenstelling van het deelnemersbestand wordt toegelicht in tabel 1. 13

14 Tabel 1 Deelname WFZ per instellingscategorie Aantal instellingen per Aantal instellingen per Toename Aantal instellingen per categorie % deelname categorie Ziekenhuizen % Revalidatie % Radiotherapie % Verpleeghuizen % Psychiatrie % Gehandicapten % GVT/KDV/DVO % Verzorgingshuizen % Totaal % De tabel maakt duidelijk dat de absolute deelnamegroei in 2010 vooral plaatsvond in de categorieën Gezinsvervangende tehuizen/kinderdagverblijven/dagverblijven voor Ouderen in de semimurale gehandicaptensector (GVT/KDV/DVO) en de verzorgingshuizen. Dit is al enkele jaren het beeld. Het deelnamepercentage van verzorgingshuizen (48%) geeft een negatief vertekend beeld van de positie van het WFZ, omdat in het totaalcijfer ook de instellingen zijn meegenomen die hun gebouwen huren. Deze instellingen zijn voor het WFZ geen potentiële deelnemers. Gelet op het aantal aanvragen voor deelname dat in 2010 werd ontvangen is de verwachting dat het deelnemersbereik van het WFZ zich in de komende jaren heel geleidelijk zal blijven uitbreiden. Ook vanuit de universitaire centra is inmiddels belangstelling voor WFZ-deelname getoond. Garantieverlening De normale gang van zaken rond garantieverlening is als volgt. Het WFZ verstrekt op basis van een grondige toetsing en positieve beoordeling van een garantieverzoek een borgstellingsverklaring aan een deelnemer (het ongeclausuleerde recht om leningen onder garantie af te sluiten). Bij bouwprojecten wordt bij het afsluiten van kasgeldleningen doorgaans - om de administratieve belasting te minimaliseren - een tussenstap gemaakt door een zogenoemde WFZ-kasgeldfaciliteit af te sluiten met een bank. In deze kasgeldfaciliteit wordt een maximaal te borgen bedrag aan kasgeldleningen gespecificeerd. Gedurende de looptijd van deze faciliteit (veelal meerdere jaren) kan, naargelang het bouwproject vordert, de toegezegde garantieruimte door de zorginstelling tot het plafondbedrag geleidelijk volgetrokken worden met kasgeldleningen. Deze daadwerkelijke afgesloten kasgeldleningen worden geregistreerd als toename van het totaal aan geborgde kasgeldleningen. Tegelijkertijd verhuizen kasgeldleningen (als gevolg van consolidatie) van het kasgeldtotaal naar het totaal aan langlopende leningen. Hierdoor kan de stand kasgeldleningen door het jaar heen en ultimo sterk schommelen. Verder is in 2010 een aantal bereidstellingsverklaringen verstrekt. Dit is te zien als een voorportaal van een formele borgstellingsverklaring, en houdt in dat een toezegging tot het afgeven van een borgstellingsverklaring wordt gedaan onder voorwaarden. Die voorwaarden kunnen bijvoorbeeld inhouden dat eerst een hypothecaire inschrijving moet zijn geregeld of dat het totale leningarrangement eerst contractueel moet zijn vastgelegd. 14

15 Langlopende leningen In het verslagjaar is garantie verleend op miljoen euro aan nieuwe langlopende leningen. Met inachtneming van de contractueel vastgelegde aflossingen aan de banken bedraagt het totaalbedrag aan uitstaande garanties op lange leningen ultimo miljoen euro. Ten opzichte van de stand ultimo 2009 (7.463 miljoen euro) is dit een netto toename van 521 miljoen euro (7%). Kasgeldleningen Het totaal aan gegarandeerde kasgeldleningen ultimo 2010 bedroeg 457 miljoen euro. Ten opzichte van de stand ultimo 2009 (620 miljoen euro) is dit een afname van 163 miljoen euro (-26%). De ontwikkeling van de leningen onder garantie (zowel langlopend als kasgeld) is weergegeven in grafiek 2. Grafiek 2 Totaal gegarandeerde leningen per jaar (restschuld); in miljoen euro kasgeldleningen langlopende leningen miljoen euro De grafiek laat zien dat het garantietotaal jaarlijks toeneemt, maar in afnemende mate. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat, met het stijgen van de totale garantieomvang, ook de jaarlijkse reguliere aflossingen groter worden. De netto groei van het garantietotaal valt hierdoor steeds lager uit. Met betrekking tot nog niet verzilverde borgingsmogelijkheden is van belang dat eind 2010 voor 400 miljoen euro aan afgegeven borgstellingsverklaringen voor langlopende leningen nog openstond. Ook stond ultimo 2010 een bedrag van 573 miljoen euro open aan verstrekte borgstellingsverklaringen voor kasgeldfaciliteiten. Verder is nog van belang dat de nog niet benutte trekkingsruimte in de lopende kasgeldfaciliteiten ultimo miljoen euro bedroeg (ultimo 2009 was dit miljoen euro). Deze mogelijkheden kunnen in de komende jaren omgezet worden in daadwerkelijke leningen. De verdeling van de gegarandeerde langlopende leningen (7.984 miljoen euro) naar looptijd is weergegeven in grafiek 3. 15

16 Grafiek 3 Gegarandeerde langlopende leningen naar looptijd; in miljoen euro miljoen euro miljoen euro Grafiek jaar 5-10 jaar jaar jaar jaar De grafiek laat zien dat looptijden van jaar (2,1 miljard euro) het meeste voorkomen. De gewogen gemiddelde looptijd van langlopende leningen ultimo 2010 is 22,7 jaar (2009: 22,3 jaar). De omvang van de leningenportefeuille neemt in de tijd af door contractueel vastgelegde aflossingen op de leningen. Dit reguliere verloop is voor het leningenbestand ultimo 2010 weergegeven in grafiek jaar jaar jaar Restschuld langlopende leningen per jaar; in miljoen euro jaar jaar De grafiek laat zien dat de huidige leningenportefeuille in eerste instantie met grofweg een half miljard per jaar terugloopt. Verder blijkt dat de laatste lening eindigt in Rentevoordeel Met ingang van 1 januari 2009 is door de NZa de normatieve rentevergoeding voor langlopende leningen vastgesteld op basis van de prijs die voor (risicoloze) WFZ-geborgde leningen in rekening wordt gebracht, met een opslag van 0,75%-punt. Het gevolg hiervan is dat op geborgde leningen het bruto rentevoordeel ten opzichte van de NZa-budgetvergoeding in principe 0,75%-punt bedraagt. Voor zorginstellingen is vanzelfsprekend ook van belang wat het renteverschil is tussen geborgd en ongeborgd financieren. Dit rentevoordeel is de afgelopen jaren sterk gestegen, maar kan - afhankelijk van de specifieke situatie van de organisatie en de aard en 16

17 omvang van het investeringsplan - fors uiteenlopen. Landelijke cijfers zijn hierover niet beschikbaar. De normatieve rentevergoeding voor kortlopende financiering is begin 2010 (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009) aangepast. Deze aanpassing bestond uit een tijdelijke verhoging van de rentevergoeding met 0,5%. Na 31 december 2010 is deze opslag weer vervallen. Het bruto rentevoordeel (ten opzichte van de budgetvergoeding) op de langlopende leningen die in 2010 zijn geborgd, bedraagt 8,7 miljoen euro. Over het totaal aan uitstaande lange leningen ultimo 2010 is het rentevoordeel ongeveer 58 miljoen euro. Het bruto rentevoordeel op kasgeldleningen in 2010 bedroeg 5,5 miljoen euro. In grafiek 5 zijn deze rentevoordelen weergegeven. De optelsom van alle in de afgelopen jaren gerealiseerde rentevoordelen door WFZ-borging bedraagt bijna 385 miljoen euro. Grafiek 5 Structureel bruto rentevoordeel ten opzichte van de NZa-norm; in miljoen euro 1 miljoen euro kasgeldleningen langlopende leningen De grafiek laat het bruto rentevoordeel zien, dat wil zeggen het verschil tussen de rentekosten van de lening en de rentevergoeding in het budget. Hierbij is geen rekening gehouden met de afsluitpremie van de garantie door het WFZ (het disagio ). 17

18 Financiële positie WFZ-deelnemers Weerstandsvermogen In grafiek 6 is het eigen vermogen van alle WFZ-deelnemers weergegeven als percentage van de totale inkomsten, gerangschikt naar oplopende omvang. De gegevens hebben betrekking op de jaren 2008 en Hierbij moet worden opgemerkt dat er nog steeds onduidelijkheid bestaat over een eventuele toekomstige afwaardering van de activa van zorginstellingen, op grond van nieuwe boekhoudregels vanwege veranderingen in de bekostigingssystematiek. Een dergelijke afwaardering ( impairment ) kan ingrijpende gevolgen hebben voor de vermogenspositie van individuele zorginstellingen. In het navolgende is hiermee geen rekening gehouden. Grafiek 6 WFZ-deelnemers ingedeeld naar weerstandsvermogen (eigen vermogen als percentage van de totale inkomsten; ultimo 2008 en 2009) aantal WFZ-deelnemers < 0% 0-5% 5-10% 10-15% 15-20% 20-25% 25-30% 30-35% 35-40% 40-45% > 45% weerstandsvermogen In verband met de toenemende marktrisico s en financiële onzekerheden voor zorginstellingen wordt het belang van een adequate financiële buffer om tegenvallers te kunnen opvangen steeds groter. Het WFZ acht, gelet op de dynamische context, voor zorginstellingen een vermogen van minimaal 15% wenselijk. Ongeveer 30% van de WFZ-deelnemers heeft eind 2009 een vermogen dat lager is. Overigens moet worden benadrukt dat de kredietwaardigheid (en dus de borgbaarheid) van organisaties door meer factoren wordt bepaald dan alleen de vermogensomvang. Grafiek 6 laat zien dat er sprake is van een positieve ontwikkeling van het vermogen bij WFZ-deelnemers. Het aantal deelnemers in de vermogensklassen van 15% en hoger neemt toe, het aantal deelnemers in de vermogensklassen beneden 15% neemt af. Het gemiddelde weerstandsvermogen van WFZ-deelnemers (gewogen op basis van totale inkomsten) was ultimo ,7%. Ultimo 2008 was het gemiddelde weerstandsvermogen 15,5%. Dit is een toename van 1,2%-punt in In tabel 2 wordt een indicatie gegeven van de ontwikkeling per deelsector. Door de toenemende organisatorische vervlechtingen over de grenzen van zorgsoorten heen is een splitsing naar instellingscategorie altijd wat arbitrair. 18

19 Tabel 2 Gemiddeld weerstandsvermogen WFZ-deelnemers ultimo 2009 en 2008 per instellingscategorie Weerstandsvermogen Weerstandsvermogen Ziekenhuizen 13,5% (+1,1%) 12,4% Revalidatie 15,3% (+1,1%) 14,2% Radiotherapie 30,4% (+5,1%) 25,3% Verpleeghuizen 20,5% (+1,3%) 19,2% Psychiatrie 13,5% (+0,5%) 13,0% Gehandicapten 17,8% (+2,3%) 15,5% GVT/KDV/DVO 18,8% (+2,6%) 16,2% Verzorgingshuizen 21,4% (+1,0%) 20,4% De verschillen staan tussen haakjes. Het beeld van grafiek 6 zien we hier terug: de gemiddelde vermogenspositie is verbeterd in alle onderscheiden categorieën. Exploitatieresultaat In grafiek 7 is het exploitatieresultaat van alle WFZ-deelnemers weergegeven als percentage van de totale inkomsten, gerangschikt naar oplopende omvang. De gegevens hebben betrekking op de jaren 2008 en Grafiek 7 WFZ-deelnemers ingedeeld naar exploitatieresultaat (als percentage van de totale inkomsten; ultimo 2008 en 2009) 140 aantal wfz-deelnemers < -8% % % % -2-0% 0-2% 2-4% 4-6% 6-8% 8-10% > 10% exploitatieresultaat Grafiek 7 maakt nogmaals duidelijk dat er in 2009 sprake is geweest van een positieve financiële ontwikkeling. Het aantal WFZ-deelnemers met exploitatieresultaten lager dan 2% nam af, het aantal met exploitatieresultaten boven 2% nam toe. Verder laat de grafiek zien dat de exploitatieresultaten in zorginstellingen doorgaans beperkt van omvang zijn, naar bedrijfseconomische maatstaven. Het merendeel ligt in de bandbreedte van 0-2% en 2-4%. Ook is zichtbaar dat de spreiding in de exploitatieresultaten aanzienlijk kan zijn. Het grootste exploitatietekort bedroeg in het jaar ,6%; het grootste overschot in ,5%. In totaal hadden 25 deelnemers een negatief exploitatieresultaat (7,6% van het totale aantal deelnemers). Dit is minder dan in 2008 (55 deelnemers ofwel 17%). 19

20 Garantierisico s WFZ Het WFZ kan worden aangesproken op de betaling van rente en aflossing op gegarandeerde leningen, als de desbetreffende zorginstelling zelf niet meer in staat is om aan de contractuele verplichtingen te voldoen. Vanwege de risicodragende betrokkenheid van de deelnemers via de obligoverplichting en van het Rijk als achterborg, streeft het WFZ er vanzelfsprekend naar om garantieclaims zo veel mogelijk te voorkomen. Vandaar dat op de eerste plaats bij deelname aan het WFZ selectie aan de poort plaatsvindt, op grond van een algemene kredietwaardigheidbeoordeling van de potentiële deelnemer. Op de tweede plaats worden alleen garanties verleend aan zorginstellingen die (nog steeds) aan de eisen voor deelname voldoen, voor investeringen ten dienste van de zorgverlening, en op basis van een degelijk onderbouwd investeringsplan. Ook het (voorgenomen) financieringsarrangement en het daaraan inherente risico wordt in de afwegingen betrokken. Periodiek wordt een herbeoordeling uitgevoerd om de financiële ontwikkelingen in beeld te brengen. Als hierbij zorgwekkende zaken aan het licht komen, wordt de intensiteit van de risicobewaking verhoogd. In het kader van eventuele garantieaanspraken is ook de omvang van het risicovermogen van het WFZ belangrijk. Deze eerste buffer bepaalt immers of het WFZ aan zijn verplichtingen kan voldoen, zonder dat een beroep op deelnemers of overheid hoeft te worden gedaan. Om dit inzichtelijk te maken, wordt jaarlijks een vijfjarige prognose opgesteld over de ontwikkeling van het risicovermogen. Deze aspecten komen hierna aan de orde. Risicobewaking Ultimo 2010 staan er 26 deelnemers onder verhoogde bewaking van het WFZ (8% van het totale aantal deelnemers). Bij 24 van deze 26 deelnemers worden de financiële ontwikkelingen op basis van maand- of kwartaalrapportages gevolgd. Bij 21 van deze 26 deelnemers is de mogelijkheid om nieuwe leningen te kunnen borgen voorlopig opgeschort. Het totaalbedrag aan verleende garanties bij de deelnemers onder verhoogde aandacht bedraagt ruim 804 miljoen euro. Hierbij is het volgende van belang: De meest risicovol geachte deelnemers kenmerken zich door een negatief eigen vermogen, een eigen vermogen lager dan 5% in combinatie met meerjarig aaneengesloten negatieve exploitatieresultaten (zonder een manifeste kentering in de negatieve ontwikkeling) of een onbalans in de exploitatie van zodanig grote omvang en/of structurele aard dat deze op afzienbare termijn een bedreiging kan vormen voor de continuïteit van de organisatie. Deze categorie deelnemers (code rood ) betreft 3 deelnemers met lopende garanties van in totaal 59,5 miljoen euro. Voor het extreme negatieve scenario nemen we aan dat deze 3 instellingen in het komende boekjaar allemaal tegelijk in betalingsproblemen komen en het WFZ op de leningverplichtingen wordt aangesproken. Onder deze veronderstelling zouden de verplichtingen aan rente en aflossing op de leningen 6,7 miljoen euro bedragen in het eerste jaar. Hierbij is alleen gerekend met de uitstaande garanties; de schadevermindering door verkoop van de panden waarop een hypotheek rust, is buiten beschouwing gelaten. Bij garantieschade van deze omvang zou de obligoregeling niet in werking treden. De totale garantieschade is immers kleiner dan het aanwezige risicovermogen. Het WFZ onderscheidt een tweede categorie deelnemers die niet aan de vigerende kredietwaardigheidseisen van het WFZ voldoen, waar sprake is van minder urgente maar desalniettemin serieuze problematiek. Te denken is aan zorginstellingen met een zwak vermogen van 6 à 7%, die al meerdere jaren niet slagen in het realiseren van financiële verbeteringen, of waar langdurig exploitatietekorten manifest zijn. In deze categorie ( code oranje ) bevinden zich 7 deelnemers, met lopende garanties van in totaal ruim 290 miljoen euro. De jaarlijkse rente- en aflossingsverplichtingen op deze leningen bedragen ruim 30 miljoen euro. 20

21 Naast de omvang van de garantieverplichtingen is vanzelfsprekend ook de tijdsduur van belang. Beide aspecten worden in de navolgende grafiek 8 weergegeven. Grafiek 8 Verloop restschuld monitor deelnemers naar risicocategorie overige code oranje code rood 600 miljoen euro In het verslagjaar is door financiers geen beroep gedaan op de garanties van het WFZ. Er zijn op dit moment ook geen concrete aanwijzingen dat dit de komende jaren wel zal plaatsvinden. Om deze reden is dan ook niet naast de totale omvang van het risicovermogen een afzonderlijke voorziening in de balans vermeld. Risicoprofiel garantieportefeuille In grafiek 9 zijn op de horizontale as de deelnemers geordend naar oplopend percentage weerstandsvermogen. Bij twee deelnemers is het vermogen negatief. Op de verticale as is de omvang van de uitstaande garanties (in miljoen euro) weergegeven. In het licht van het aanwezige risicovermogen van 211 miljoen euro is een aantal uitstaande garanties van het WFZ bij individuele deelnemers omvangrijk te noemen. In het kader van risicomanagement is de totale garantie exposure van het WFZ bij individuele deelnemers meer nadrukkelijk een element bij de besluitvorming over eventuele additionele garantieverlening. Het maakt hierbij overigens wel een belangrijk verschil of garanties betrekking hebben op een conglomeraat van meerdere instellingen of op één groot ziekenhuisgebouw. In het laatste geval is geen sprake van risicospreiding en is het risico sterk geconcentreerd. Grafiek 9 Risicoprofiel garantieportefeuille miljoen euro % -30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% weerstandsvermogen 21

22 Bij de kredietwaardigheidanalyse is de exploitatieontwikkeling van de instelling van groot gewicht. In grafiek 10 is daarom, naast het weerstandsvermogen, het exploitatieresultaat opgenomen. Punten in het kwadrant rechtsonder verdienen vanuit risico-oogpunt nadrukkelijk aandacht. Dit geldt a fortiori voor punten in het kwadrant linksonder. Grafiek 10 Exploitatieresultaat 2009 ten opzichte van het weerstandsvermogen % 15% expoitatieresultaat 10% 5% 0% -40% -20% 20% 40% 60% 80% 100% -5% -10% weerstandsvermogen De grafiek laat zien dat in het jaar 2009 slechts in 1 geval sprake was van een negatief vermogen in combinatie met een negatief exploitatieresultaat. Duidelijk is ook dat er een aantal deelnemers is met een relatief beperkt vermogen en zorgwekkend forse exploitatietekorten. Deze instellingen staan zoals eerder vermeld onder verscherpte bewaking. Risicovermogen Ultimo 2010 bedroeg het risicovermogen 211 miljoen euro. Het risicovermogen wordt berekend zoals in tabel 3 is weergegeven. De ontwikkeling van het risicovermogen door de jaren heen is in grafiek 11 aangeduid met oranje balken. Het risicovermogen bedraagt ultimo ,5% van de restschuld van langlopende leningen en kasgeldleningen. In de grafiek is dit aangegeven door een lijn. Tabel 3 De berekening van het risicovermogen; in euro Effecten (nominale waarde) Liquide middelen Subtotaal (Af): Kortlopende schulden (crediteuren en afdrachten) (Af): Overlopende passiva Subtotaal Risicovermogen Het WFZ stond ultimo 2010 garant voor miljoen euro (7.984 miljoen euro langlopende leningen en 457 miljoen euro kasgeldleningen). Het WFZ stelt zich tegenover geldgevers garant voor de betaling van rente en aflossing van de geborgde leningen. Als extra zekerheid om aan deze voorwaardelijke verplichting te kunnen voldoen, kan het WFZ in noodgevallen een beroep doen op de deelnemende zorginstellingen. Deze obligoverplichting heeft de vorm van tijdelijke renteloze leningen van deelnemers aan het WFZ. Het opvraagbare obligo is maximaal 3% van het restant geborgde leningen van elke deelnemer afzonderlijk en bedraagt per 31 december 2010 in totaal 22

23 253 miljoen euro. De som van risicovermogen en oproepbare obligo s bedraagt 464 miljoen euro (5,5% van de restschuld). Grafiek 11 laat zien dat door de groei van de garantieportefeuille het risicovermogen in geld voortdurend is gestegen, maar als percentage van de lopende garanties is gedaald. Met betrekking tot de verdere ontwikkeling van het risicovermogen is van belang dat het WFZ, zodra het risicovermogen een omvang heeft bereikt van 227 miljoen euro, begint met het gefaseerd terugbetalen van het waarborgdepot (54,5 miljoen euro). Grafiek 11 Risicovermogen in miljoen euro en als percentage van uitstaande garanties ,0% 4,5% miljoen euro ,0% 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% percentage van garanties ,0% 0,5% 0,0% Prognose risicovermogen Het obligo kan door het WFZ worden opgevraagd bij de deelnemers als het risicovermogen is gedaald tot 0,25% van het restant geborgde leningen per 31 december van het laatst verstreken kalenderjaar. Daalt vervolgens het risicovermogen opnieuw naar 0,25%, dan kan een beroep worden gedaan op de achterborg van het Rijk. In de statuten van het WFZ en in de achterborg overeenkomst van het WFZ met de rijksoverheid is bepaald dat het WFZ jaarlijks een meerjarige prognose opstelt van de ontwikkeling van het risicovermogen. Deze heeft als doel een beeld te geven van de kans dat het obligo of de achterborg worden ingeroepen. Hierbij zijn twee factoren van belang: de ontwikkeling van het risicovermogen enerzijds en de kredietwaardigheidontwikkeling van zorginstellingen anderzijds. De toekomstige ontwikkeling van het risicovermogen is doorgerekend bij uiteenlopende scenario s en besproken in de vergadering van de Raad van Toezicht op 6 december De mogelijke garantieschade is in de paragraaf Risicobewaking toegelicht. In het verslagjaar is door financiers geen beroep gedaan op de garanties van het WFZ. Er zijn op dit moment ook geen concrete aanwijzingen dat dit de komende jaren wel zal plaatsvinden. Interne en organisatorische aspecten WFZ Personeelsformatie Het WFZ bestond per 31 december 2010 uit 17 personeelsleden, samen 15,35 fulltime equivalenten. Eind 2009 was de omvang 12,65 fulltime equivalenten. De formatie is in het verslagjaar gegroeid met 3 bedrijfseconomisch analisten. Voor het komende jaar is een verdere toename van het aantal analisten voorzien in verband met de structurele toename van de werkzaamheden. Het ziekteverzuim onder medewerkers bedroeg in het verslagjaar 6,6%. 23

24 Tabel 4 Functie Aantal Fte Directeur / plv. directeur 2 2 Secretarieel / administratief 6 4,95 Analisten 9 8,40 Totaal 17 15,35 Afhandelingtermijnen In het boekjaar was sprake van grote belangstelling voor garantieverlening door het WFZ. In totaal werden in nieuwe aanvragen voor garantie ingediend bij het WFZ. Het gebruikelijke seizoenspatroon in de afgelopen jaren was dat het aantal borgingsaanvragen bij het WFZ in de zomermaanden relatief laag is en weer aantrekt in de tweede helft van het jaar. In tegenstelling tot andere jaren is het WFZ echter in 2010 in de maanden juli en augustus onverwacht overspoeld met garantieaanvragen. In combinatie met de lage personele bezetting in die periode (zomervakantie) heeft dit geleid tot een groot stuwmeer aan garantieverzoeken. Het gevolg hiervan was dat het hierdoor soms twee tot drie maanden kon duren alvorens een aanvraag in behandeling werd genomen. Het WFZ heeft door middel van inzet van tijdelijk personeel getracht de doorlooptijden tot meer aanvaardbare proporties terug te brengen. Daarnaast is een wervingstraject ingezet om de personeelsformatie structureel uit te breiden. Een kleinschalige organisatie als het WFZ blijft echter relatief gevoelig voor variaties in de werkaanvoer. De aantallen borgingsverzoeken fluctueren sterk per maand. Communicatie en PR Hierbij kan het volgende worden vermeld: Het jaarverslag 2009 is in samengevatte en gedrukte vorm breed verspreid. Tevens is een persbericht verstuurd. In diverse media is over het WFZ-jaarverslag bericht. Het jaarverslag 2009 in uitgebreide vorm is op de website van het WFZ geplaatst. Relaties van het WFZ zijn hierop expliciet geattendeerd. Uit de gebruiksstatistieken van de WFZ-website is af te leiden dat het jaarverslag de nodige belangstelling heeft getrokken. Het WFZ-bulletin in gedrukte vorm is 2 keer gepubliceerd. Er zijn 4 elektronische nieuwsbrieven verstuurd over actuele financiële onderwerpen. In 2010 zijn door de directeur 5 artikelen gepubliceerd in tijdschriften, diverse vraaggesprekken voor kranten en tijdschriften verzorgd en 6 externe presentaties gegeven op symposia en congressen. Ook is regelmatig medewerking verleend aan onderzoeksopdrachten, al dan niet in het kader van afstudeerprojecten. 24

25 De resultaten van de jaarlijkse herbeoordeling zijn eind september 2010 gepubliceerd op de website van het WFZ. Relaties van het WFZ zijn hierop expliciet geattendeerd. Van de mogelijkheid om de resultaten in te zien of te downloaden is veel gebruik gemaakt. Overleg VWS / WFZ Vanwege de belangen van de overheid als achterborg is formeel vastgelegd dat er minstens twee keer per jaar formeel overleg plaatsvindt tussen het Ministerie van VWS en het WFZ. Hierin wordt informatie uitgewisseld over de activiteiten van het WFZ en over het overheidsbeleid in de zorgsector. In het verslagjaar is overleg gevoerd op 30 november. Enkele van de gespreksonderwerpen waren: de jaarrekening en het jaarverslag over 2009; de begroting 2011; de liquiditeitsprognose ; de ontwikkeling van de risico s in de zorgsector; de beleidsmatige ontwikkelingen. Naast het formele overleg is er veelvuldig informeel contact geweest. Zowel de formele als de informele contacten hebben in een goede en constructieve sfeer plaatsgevonden. Resultaat Het voordelige resultaat in 2010 was 20,5 miljoen euro. De berekening van dit bedrag staat in tabel 5. Tabel 5 De specificatie van de baten en lasten; in euro Baten Disagio Overige bijdrage deelnemers Werkzaamheden Ministerie van VWS Werkzaamheden provincies Werkzaamheden overig 0 1 Subtotaal baten Resultaat beleggingen Totaal baten

26 Lasten Personeelskosten en personeel niet in loondienst Bestuurskosten Huisvestingskosten Algemene kosten Advieskosten derden / uitbesteed werk Totaal lasten Resultaat Het voordelige resultaat is toegevoegd aan het eigen vermogen van het WFZ dat daarmee op 215,8 miljoen euro komt. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van het WFZ is gebonden aan een beleggingsstatuut. Het WFZ kan niet beleggen in aandelen, maar alleen in onderhandse leningen en obligaties die zeer solide zijn. De eis bij aankoop is dat er minimaal een kredietwaardigheidoordeel ( creditrating ) van AA- (Standard & Poor s) en/of Aa3 (Moody s) moet zijn toegekend. Naast het beleggingsstatuut kent het WFZ een aantal interne richtlijnen. Een voorbeeld is dat het aandeel onderhandse leningen niet meer dan 50% van de portefeuille mag uitmaken. Er wordt verder gestreefd naar een zo goed mogelijke spreiding van de beleggingen over verschillende jaren en landen. De samenstelling van de beleggingsportefeuille ultimo 2010 is weergegeven in grafiek 12. Grafiek 12 Beleggingen naar creditrating 2 2% 2% 3% aaa/aaa aa1/aa+ 93% aa2/aa a1/a+ In 2010 is van een heel klein deel van de beleggingen (2%) de creditrating verlaagd naar het niveau van A1/A+. Hoewel de huidige creditrating onder het bij aankoop vereiste minimum ligt, is na zorgvuldige afweging besloten om niet tot tussentijdse verkoop over te gaan. Van de overige beleggingen heeft 2% een creditrating op het niveau van Aa2/AA en 3% een creditrating 2 Wanneer een belegging meerdere - uiteenlopende - creditratings heeft, is de laagste aangehouden. 26

27 op het niveau van Aa1/AA+. De rest (93%) is triple A. De kwaliteit van de beleggingsportefeuille van het WFZ is dus over het geheel bezien zeer hoog. Het WFZ heeft in het verslagjaar niet te maken gehad met stagnerende rente- en aflossingbetalingen op de beleggingen. Aangezien het WFZ beleggingen in principe aanhoudt tot aflossingsdatum, zijn de tussentijdse koersontwikkelingen relatief minder van belang. De koers wordt vooral relevant als vanwege garantiebetalingen een deel van de effecten noodgedwongen zou moeten worden verkocht. In 2010 was dit niet aan de orde. Ook zijn er geen indicaties dat dit in de nabije toekomst wel het geval zou kunnen zijn. Immers, er zijn geen manifeste garantieclaims. Ook is van belang dat door inkomsten uit garantieverlening (disagio) en de uit de portefeuille opbouw voorvloeiende stroom van jaarlijkse rente en aflossingen een aanzienlijke inkomstenstroom beschikbaar is voor eventuele garantiebetalingen. De lage marktrente heeft ook in 2010 een drukkende werking gehad op het gemiddelde rendement op de beleggingsportefeuille. Het resultaat van de beleggingen in 2010 was 4,1% van de gemiddelde balanswaarde van de beleggingen (2009: 4,3%). Grafiek 13 laat zien hoe de looptijd van de beleggingen is gespreid. Er wordt door het WFZ gestreefd naar een redelijk gelijkmatige spreiding in de tijd. Hierdoor wordt het herbeleggingrisico beperkt. Verder ontstaat hierdoor een evenwichtige stroom liquiditeiten, waarop het WFZ kan terugvallen mocht zich een garantieclaim voordoen. Bijkomend effect is tevens dat het financiële risico van eventuele noodgedwongen verkoop in een toekomstige ongewisse marktsituatie wordt beperkt. Een volledig gelijkmatige verdeling is in de praktijk niet te realiseren vanwege rendementsoverwegingen en beschikbaarheid. Grafiek 13 Beleggingen naar aflossingsjaar; in miljoen euro miljoen euro

28 In grafiek 14 zijn de beleggingen naar geografische herkomst geordend. Nederland vormt de hoofdmoot met 62%. De rest is breed gespreid, over 7 landen. Ook dit geeft een zekere risicodemping, gelet op de uiteenlopende economische ontwikkelingen. Grafiek 14 Beleggingen naar herkomst spanje 6% gb/luxemburg 10% usa 1% oostenrijk 1% eu2% Frankrijk 10% nederland 62% duitsland 8% 28

29 Begroting versus realisatie In de begroting 2010 werd uitgegaan van 600 miljoen euro aan nieuwe garanties. In werkelijkheid is garantie afgegeven op miljoen euro aan nieuwe langlopende leningen. In het licht van de realisatie 2010 is voor 2011 uitgegaan van 900 miljoen euro aan garanties op nieuwe langlopende leningen (met een verwachte gemiddelde looptijd van 20 jaar). Tabel 6 De specificatie van de baten en lasten; in euro Baten Begroting 2010 Realisatie 2010 Begroting 2011 Disagio Overige bijdrage deelnemers Werkzaamheden Ministerie van VWS Werkzaamheden provincies Subtotaal baten Resultaat beleggingen Totaal baten Lasten Begroting 2010 Realisatie 2010 Begroting 2011 Personeelskosten en personeel niet in loondienst Bestuurskosten Huisvestingskosten Algemene kosten Advieskosten derden / uitbesteed werk Onvoorzien Totaal lasten Resultaat

30 Jaarrekening

Samenvatting jaarverslag 2010

Samenvatting jaarverslag 2010 Samenvatting jaarverslag 2010 Voor uitgebreide versie: www.wfz.nl Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon

Nadere informatie

Samenvatting jaarverslag 2011

Samenvatting jaarverslag 2011 Samenvatting jaarverslag 2011 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Samenvatting jaarverslag 2011 Zie voor de uitgebreide versie: www.wfz.nl Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus

Nadere informatie

bulletin Samenvatting jaarverslag WFZ 2013 Algemene Ontwikkelingen Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 16, nummer 1, april 2014 Special

bulletin Samenvatting jaarverslag WFZ 2013 Algemene Ontwikkelingen Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 16, nummer 1, april 2014 Special Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 16, nummer 1, april 214 Special bulletin Algemene Ontwikkelingen Samenvatting jaarverslag WFZ 213 In de zorgsector voltrekken zich ingrijpende veranderingen. De

Nadere informatie

Jaarverslag 2011 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2011 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2011 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon

Nadere informatie

Jaarverslag 2013 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2013 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2013 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp:

Nadere informatie

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6 2.7 Financiering Algemeen Deze paragraaf informeert de raad over het treasurybeleid en het risicobeheer van de financieringsportefeuille. De kaders hiervoor zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2012 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2012 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp:

Nadere informatie

Samenvatting jaarverslag 2012

Samenvatting jaarverslag 2012 Samenvatting jaarverslag 2012 Zie voor de uitgebreide versie: www.wfz.nl Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon

Nadere informatie

Jaarverslag 2018 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2018 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2018 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp: Avant la lettre,

Nadere informatie

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control Grip op Financiën 13 januari 2015 Sector Control Opbouw presentatie Inzicht in ontwikkeling leningenportefeuille en rente Normenkader van de gemeente Eindhoven Beheersmaatregelen Huidige leningenportefeuille

Nadere informatie

Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ

Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ 1. Formele inbedding toezicht en verantwoording WFZ De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (hierna aangeduid als: 'WFZ') is het garantie-instituut

Nadere informatie

Jaarverslag 2016 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2016 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2016 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp: Avant la lettre,

Nadere informatie

Directiereglement Waarborgfonds voor de Zorgsector

Directiereglement Waarborgfonds voor de Zorgsector Directiereglement Waarborgfonds voor de Zorgsector Inleiding De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (hierna aangeduid als: 'WFZ') wordt bestuurd door een eenhoofdige directie (hierna aangeduid als:

Nadere informatie

Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014

Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014 Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014 Het gewogen gemiddelde exploitatieresultaat 2013 (uitgedrukt als percentage van de totale opbrengsten) is 1,8%. Dit is een daling ten opzichte van 2012 (2,3%).

Nadere informatie

Jaarverslag 2017 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2017 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2017 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp: Avant la lettre,

Nadere informatie

Jaarverslag 2014 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2014 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2014 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp: Avant la lettre,

Nadere informatie

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch Versie 2012/PB/WM/002 Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch Februari 2013 (eerste versie: november 2010) Inleiding In de afgelopen jaren zijn de opbrengsten

Nadere informatie

Uitvoeringsregels Treasury 2018 Gemeente Tilburg

Uitvoeringsregels Treasury 2018 Gemeente Tilburg Uitvoeringsregels Treasury 2018 Gemeente Tilburg Inleiding In artikel 212 van de Gemeentewet is opgenomen, dat de raad een verordening opstelt over het financieel beleid, het financiële beheer en de inrichting

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering BEGROTING 2014 Paragraaf Financiering Ambtelijke programmamanager Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Inleiding In de BBV 2004 (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten) is een paragraaf financiering

Nadere informatie

Treasury reglement. 4 juni 2014. 1 van 5

Treasury reglement. 4 juni 2014. 1 van 5 Treasury reglement 4 juni 2014 1 van 5 01. Inleiding In het licht van de Code Goed Bestuur Publieke Dienstverleners heeft Spaarnelanden een Treasuryreglement opgesteld. Dit reglement de stelt de aandeelhouder

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid TREASURY STATUUT 1. DOEL Het Treasury Statuut (hierna: Statuut) heeft tot doel kaders aan te geven waarbinnen het Natuuren Recreatieschap haar geldstromen, saldi- en renterisico's kan beheren en besturen

Nadere informatie

j a a r v e r s l a g

j a a r v e r s l a g inhoud Voorwoord 5 Verslag Raad van Toezicht Jaarrekening 9 Decharche 9 Werkzaamheden Raad van Toezicht 9 Samenstelling en vergoeding Raad van Toezicht 12 Directieverslag Inleiding 15 Doelrealisatie 15

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41814 Onderzoeksnummer : 284469 Edocsnummer : 4910737

Nadere informatie

Verslag Raad van Toezicht 4

Verslag Raad van Toezicht 4 Jaarverslag 1999 waarborgfonds voor de zorgsector Inhoud Voorwoord 3 Verslag Raad van Toezicht 4 Directieverslag 6 Verslag 1999 6 Aantal deelnemers 6 Borgstellingsverklaringen 6 Bedrijfsresultaat 6 Risicovermogen

Nadere informatie

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam vs. 1.2 28 november 2013 pagina 1 van13 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING

Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING 2012 1 JAARREKENING 2012 INHOUDSOPGAVE pag. Inhoudsopgave 2 Bestuur en vaststelling jaarrekening 3 Balans per 31 december 2012 4 Resultatenrekening 2012

Nadere informatie

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april 2010. VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april 2010. VPCPO De Akker Treasurystatuut 2 Treasurystatuut Vereniging voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs in de gemeente Oldebroek eo. De Akker Postbus 7 8090 AA Wezep T 038 3763118 E info@vpcpodeakker.nl W www.schoolverenigingdeakker.nl

Nadere informatie

Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING 1 30-6-2014

Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING 1 30-6-2014 Stichting Steunfonds Zuster Kueter JAARREKENING 2013 1 30-6-2014 JAARREKENING 2013 INHOUDSOPGAVE pag. Inhoudsopgave 2 Bestuur en vaststelling jaarrekening 3 Jaarverslag 4 Balans per 31 december 2013 5

Nadere informatie

correcties op de door de corporatie in dpi ingevulde informatie. - Ten slotte verrekent WSW het borgingstegoed met het borgingsplafond.

correcties op de door de corporatie in dpi ingevulde informatie. - Ten slotte verrekent WSW het borgingstegoed met het borgingsplafond. Nr. Vraag Antwoord Wat is een borgingsplafond Het borgingsplafond van een corporatie is de maximale omvang van de geborgde leningportefeuille van een corporatie gedurende het betreffende kalenderjaar.

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Financiele gegevens 2014. Stichting Hospice Hoeksche Waard

Financiele gegevens 2014. Stichting Hospice Hoeksche Waard Financiele gegevens 2014 Stichting Hospice Hoeksche Waard BALANS PER 31 DECEMBER 2014 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 488.106 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 104.201 Liquide

Nadere informatie

19-3-2014 R.K. Beleggingsfonds 1 RK BELEGGINGSFONDS. Bisdom van s-hertogenbosch. Jaarvergadering 18 maart 2014

19-3-2014 R.K. Beleggingsfonds 1 RK BELEGGINGSFONDS. Bisdom van s-hertogenbosch. Jaarvergadering 18 maart 2014 19-3-2014 R.K. Beleggingsfonds 1 RK BELEGGINGSFONDS Bisdom van s-hertogenbosch Jaarvergadering 18 maart 2014 19-3-2014 R.K. Beleggingsfonds 2 Agenda jaarvergadering 18 maart 2014 19.30 uur Verwelkoming

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Vakinstelling SVO Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 68095 Onderzoeksnummer : 289306 Periode onderzoek : Mei 2016-November 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5 Treasury Statuut MT: Besproken: 21 februari 2017 CvB: Vastgesteld: 12 februari 2017 Raad van Toezicht Goedgekeurd: 6 maart 2017 MR: Besproken: 4 april 2017 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE

Nadere informatie

4.4 Financiering. 4.4.3 De financiering van de gemeente Spijkenisse

4.4 Financiering. 4.4.3 De financiering van de gemeente Spijkenisse 4.4 Financiering 4.4.1 Inleiding De kaders voor het beleid van de gemeente Spijkenisse ten aanzien van de treasuryfunctie liggen wettelijk vast in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Deze

Nadere informatie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie 1. Inleiding Het brutoschuldbegrip is een internationale standaard. Financiële marktpartijen en kredietbeoordelaars maken internationale vergelijkingen op basis

Nadere informatie

Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen Richtlijn vastgesteld op 22 juni 2017

Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen Richtlijn vastgesteld op 22 juni 2017 Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen Richtlijn vastgesteld op 22 juni 2017 Deze richtlijn heeft betrekking op reserves en fondsen en het verantwoord beheer daarvan. Hierbij gaat het om alle vormen

Nadere informatie

Stichting MeeleefGezin. Jaarverslag 2012

Stichting MeeleefGezin. Jaarverslag 2012 Jaarverslag Utrecht, 3 juli 2013 Inhoudsopgave Bestuursverslag 3 Jaarrekening Balans per 31 december 6 Staat van baten en lasten 7 Toelichting 8 Overige gegevens 12 2 Bestuursverslag Algemeen De stichting

Nadere informatie

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr. Financieringsmemo juni 2015 nr. Aan: Treasurycommissie Van: Arjan van de Wetering Datum: 15 juni 2015 Onderwerp: Herfinanciering leningen Afschrift aan: vul in Probleemstelling: Eind juni moeten een vaste

Nadere informatie

VBI WINKELFONDS NV ANNEXUM. Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam HALFJAARBERICHT 2012

VBI WINKELFONDS NV ANNEXUM. Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam HALFJAARBERICHT 2012 1 Halfjaarbericht 2012 VBI Winkelfonds NV ANNEXUM VBI WINKELFONDS NV HALFJAARBERICHT 2012 Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam 2 Halfjaarbericht 2012 VBI Winkelfonds

Nadere informatie

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM l lllllll llll lllll llll llllll 111111111111111111111111111111111 815-023068 NOTA RENTEBELEID 2015 GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bergen op Zoom, oktober 2015 1. INLEIDING.""""""""""""""""""""""""""""""""""

Nadere informatie

RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van Stichting Grafisch Museum te GRONINGEN. Blad 1

RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van Stichting Grafisch Museum te GRONINGEN. Blad 1 RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van te GRONINGEN Blad 1 Stadskanaal, 16 februari 2015 Ref. 071714 JAARVERSLAG 2014 INHOUD Bladnummer Accountantsverslag 1. Samenstellingsverklaring 4 2. Algemeen 5 3.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 3. Verslag Raad van Toezicht 4. Directieverslag 6

Inhoud. Voorwoord 3. Verslag Raad van Toezicht 4. Directieverslag 6 Jaarverslag 2000 waarborgfonds voor de zorgsector Inhoud Voorwoord 3 Verslag Raad van Toezicht 4 Directieverslag 6 Verslag 2000 6 Deelnemers 6 Borgstellingsverklaringen en geborgde leningen 6 Bedrijfsresultaat

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 JAARREKENING

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 4 Fiscale positie

Nadere informatie

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012 AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN Jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 1 Opdracht 2 2 Algemeen 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 5 5 Directieverslag 6 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 4 Fiscale positie

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. Het exploitatieresultaat en

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2016 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2016 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2016 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 JAARREKENING

Nadere informatie

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico Agendapunt 05 Bijlage 08 TREASURYSTATUUT I Begripsbepalingen Artikel 1 In dit statuut wordt verstaan onder: Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde.

Nadere informatie

Financiële vaste activa Aandelen en participatiebewijzen Obligaties

Financiële vaste activa Aandelen en participatiebewijzen Obligaties JAARREKENING 2018 BALANS PER 31 DECEMBER (na resultaatbestemming) (in duizenden euro s) 31 december 2018 31 december 2017 Activa Financiële vaste activa Aandelen en participatiebewijzen 244.139 268.895

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN D E F I N I T I E F FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij: Stichting Noventa Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41005 Onderzoeksnummer : 279870/ 4499332 Naam: : Stichting Noventa

Nadere informatie

Beleggingsstatuut Longfonds (voorheen Astma Fonds)

Beleggingsstatuut Longfonds (voorheen Astma Fonds) Beleggingsstatuut Longfonds (voorheen Astma Fonds) April 2012 Inhoud 1. Algemeen...3 1.1 Inleiding...3 1.2 Wet- en regelgeving...3 2. Financiële middelen...3 2.1 Algemeen...3 2.2 Schulden en reserves...4

Nadere informatie

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Versiebeheer V2, 29-3-2018 Gemaakt door W. Kock Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT 28-5-2018 Vastgesteld CvB 28-5-2018 Treasury statuut Vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door

Nadere informatie

Paragraaf Financiering

Paragraaf Financiering Paragraaf Financiering De Financieringsparagraaf is samen met het treasurystatuut bij de invoering van de wet Fido, per 1 januari 2001 verplicht gesteld. Het doel is om de raad op deze wijze beter te informeren

Nadere informatie

Jaarverslag 2015 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2015 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2015 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp: Avant la lettre,

Nadere informatie

Stichting Steunfonds KansPlus gevestigd te Houten

Stichting Steunfonds KansPlus gevestigd te Houten gevestigd te Houten Rapport inzake de Jaarrekening 2012 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Accountantsrapport 1.1 Opdracht 2 1.2 Algemeen 3 1.3 Resultaten 4 1.4 Financiële positie 5 2. Jaarrekening 2.1 Balans per

Nadere informatie

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer Jaarrekening Grondslagen Deze jaarrekening is in opdracht van het bestuur van de Stichting Hageveld Beheer en de Onderwijsstichting College Hageveld opgesteld door de Stichting Regionaal Onderwijsbureau

Nadere informatie

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard Treasurystatuut Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard Vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door de Raad van Toezicht d.d. 17-2-2017 1 Toelichting Onderwijsbesturen

Nadere informatie

Jaarrekening van de. Stichting Nationale Reclasserings Actie

Jaarrekening van de. Stichting Nationale Reclasserings Actie Jaarrekening 2006 van de Stichting Nationale Reclasserings Actie INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 ALGEMENE GEGEVENS 3 BESTUUR 4 BESTUURSVERSLAG 5 JAARREKENING 2006 6 BALANS PER 31 DECEMBER 2006 7 EXPLOITATIEREKENING

Nadere informatie

Richtlijn borgingsplafond

Richtlijn borgingsplafond Richtlijn borgingsplafond Pagina 2/8 Inleiding Het borgingsplafond van een corporatie is de maximale omvang van de geborgde leningportefeuille van een corporatie per ultimo kalenderjaar. Voor borging door

Nadere informatie

Financiele gegevens Stichting Hospice Hoeksche Waard

Financiele gegevens Stichting Hospice Hoeksche Waard Financiele gegevens 2013 Stichting Hospice Hoeksche Waard BALANS PER 31 DECEMBER 2013 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 515.767 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa 43.733 Liquide

Nadere informatie

Jaarrapport 2014 Stichting Missionair Diaconaal Centrum te Groningen. Januari 2015

Jaarrapport 2014 Stichting Missionair Diaconaal Centrum te Groningen. Januari 2015 Jaarrapport 2014 Stichting Missionair Diaconaal Centrum te Groningen Januari 2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Jaarverslag van het bestuur 4 Jaarrekening Stichting Missionair Diaconaal Centrum 6 a. Balans

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2018 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2018 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2018 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 1 Opdracht 2 2 Resultaat 4 3 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per 31

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2010 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2010 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2010 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 4 Fiscale positie

Nadere informatie

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW) TREASURYSTATUUT Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland 28.03 (SPOW) Beoordeeld door Van Ree Accountants d.d. 15-11-2017. Voldoet aan de regeling. Vastgesteld door dagelijks bestuur d.d.

Nadere informatie

Financieel verslag 2018 van Stichting tot Bevordering van Bijbelonderwijs te Doorn

Financieel verslag 2018 van Stichting tot Bevordering van Bijbelonderwijs te Doorn Financieel verslag 2018 van Stichting tot Bevordering van Bijbelonderwijs te Doorn INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT Opdracht 3 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 Algemeen 5 Resultaat 6

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 HALFJAARVERSLAG AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 3 2 Balans per 30 juni

Nadere informatie

J A A R STUKKEN 2 0 12. Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

J A A R STUKKEN 2 0 12. Energiek BV. Permar Energiek BV Ede J A A R STUKKEN 2 0 12 Energiek BV Permar Energiek BV Ede Opmaakdatum:31 mei 2013 Jaarstukken 2012 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 31 mei 2013 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 HALFJAARVERSLAG AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 3 2 Balans per 30 juni

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting ROC TOP Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42625 Onderzoeksnummer : 289366 Periode onderzoek : Jan -Oktober 2016 Datum vaststelling : November 2016

Nadere informatie

Agendapunt 10b. Jaarrekening SNF. Agendapunt 10b Jaarrekening SNF 124

Agendapunt 10b. Jaarrekening SNF. Agendapunt 10b Jaarrekening SNF 124 Agendapunt 10b Jaarrekening SNF Agendapunt 10b Jaarrekening SNF 124 Agendapunt 10b Jaarrekening SNF 125 Stichting Scouting Nederland Fonds, Leusden (alle bedragen in euro's) Jaarrekening 2010 Balans per

Nadere informatie

STICHTING SING gevestigd te DEN HAAG. Jaarrekening 2013

STICHTING SING gevestigd te DEN HAAG. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Nummer Kamer van Koophandel: 27318330 Datum: 25 maart 2014 Aantal exemplaren: 7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina Jaarverslag Opdracht 3 Financiële positie 4 Bespreking van de resultaten

Nadere informatie

Financiering op basis van Roll-Over leningen

Financiering op basis van Roll-Over leningen Nummer 4, mei 2009 Financiering op basis van RollOver leningen Managementsamenvatting Rollover leningen (ROL) in combinatie met een renteswap zijn door het WFZ te borgen met inachtneming van de volgende

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Leiderdorp Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41316 Onderzoeksnummer : 285715 Documentnummer

Nadere informatie

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL TREASURYSTATUUT ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL 1 INHOUDSOPGAVE 1. Doelstelling 3 2. Treasurybeleid 3 2.1. Uitgangspunten 3 2.2. Doelstellingen 4 2.3. Treasury instrumenten. 4 3. Organisatie en bevoegdheden

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Informatiestatuut Onderzoeksraad voor veiligheid

Informatiestatuut Onderzoeksraad voor veiligheid (Tekst geldend op: 30-12-2008) Informatiestatuut Onderzoeksraad voor veiligheid De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op de artikelen 26, derde lid, en 83, tweede lid, van de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Onderwijs Stichting College Hageveld Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 78157 Onderzoeksnummer : 249329 Documentnummer : 4397189

Nadere informatie

Omzetting van een stichting naar een BV

Omzetting van een stichting naar een BV Omzetting van een stichting naar een BV 1. Voorwaarden voor omzetting naar een BV In onderstaande tabel zijn belangrijke risico's en aandachtspunten weergegeven die verband houden met de omzetting van

Nadere informatie

Jaarrekening 2014 Stichting BuitengeWOON Terborg

Jaarrekening 2014 Stichting BuitengeWOON Terborg Jaarrekening 2014 Stichting BuitengeWOON Terborg Opgesteld door: Numeros Advies & Administratie Bert Oostenbrug De Moesmate 8 7206 AC Zutphen +31 6 5172 4904 bert@numeros.nl Inhoudsopgave OPDRACHT... 3

Nadere informatie

Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011

Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011 1 Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011 2 Inhoud Verslag van het bestuur 3 1.1 Oprichting 1.2 Doel en vermogen 1.3 Gang van zaken in 2011 Jaarrekening 2.1 Balans per

Nadere informatie

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch Versie 2012/PB/WM/002 Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch Maart 2012 (eerste versie: november 2010) Inleiding In de afgelopen jaren zijn de opbrengsten

Nadere informatie

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering Paragraaf 4: Financiering Geldstroombeheer van de gemeente Algemeen De treasuryfunctie omvat de financiering van de beleidsvoornemens en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het beleid

Nadere informatie

JAARREKENING 2016 STICHTING FUTURE INDANCE URBAN THEATRE COMPANIES

JAARREKENING 2016 STICHTING FUTURE INDANCE URBAN THEATRE COMPANIES JAARREKENING 2016 STICHTING FUTURE INDANCE URBAN THEATRE COMPANIES c o l o f o n titel Jaarrekening 2016 Stichting Future indance Urban Theatre C auteur telefoon 010-29 29 150 faxnummer 010-29 29 151 e-mail

Nadere informatie

JAARREKENING Stichting Marianne Center

JAARREKENING Stichting Marianne Center JAARREKENING 2014 Stichting Marianne Center Inhoud Jaarverslag 3 Jaarrekening 4 Balans per 31 december 2014 4 Staat van baten en lasten over 2014 5 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten

Nadere informatie

IBUS Fondsen Beheer B.V. Jaarverslag 2013

IBUS Fondsen Beheer B.V. Jaarverslag 2013 IBUS Fondsen Beheer B.V. INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 4 JAARREKENING Balans per 31 december 2013 5 Winst- en verliesrekening over 2013 6 Kasstroomoverzicht 7 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Stichting Urgente Noden Friesland te Leeuwarden. (Concept) Rapport inzake jaarrekening 2014

Stichting Urgente Noden Friesland te Leeuwarden. (Concept) Rapport inzake jaarrekening 2014 (Concept) Rapport inzake jaarrekening 2014 28 maart 2015 Inhoud Blad Algemeen 3 Balans per 31 december 2014 5 Resultatenrekening 2014 6 Toelichting op de balans en de resultatenrekening 7 2 Algemeen Oprichting

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed V CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed V CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 HALFJAARVERSLAG AEFIDES Vastgoed V CV te GRONINGEN Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 3 2 Balans per 30

Nadere informatie

Stichting Vrienden van Kompaan en De Bocht te Goirle. Jaarrekening 2014

Stichting Vrienden van Kompaan en De Bocht te Goirle. Jaarrekening 2014 Stichting Vrienden van Kompaan en De Bocht te Goirle Jaarrekening 2014 Goirle, maart 2015 Inhoudsopgave Pagina Jaarverslag 2 Balans per 31-12-2014 3 Exploitatierekening over 2014 4 Grondslagen voor de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Apeldoorn en omgeving (SKVOA) Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 31082 Onderzoeksnummer : 285999 Documentnummer

Nadere informatie

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen.

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen. Toelichting Beleidsregels verantwoord beleggen door toegelaten instellingen volkshuisvesting Inleiding Met deze beleidsregels wordt nadere invulling gegeven aan de normen inzake beleggingsactiviteiten

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. In het kader van risicobeoordeling

Nadere informatie

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk 1. Inleiding Tijdens de bespreking van de voortgang van de uitwerking van de governance van Havenschap Moerdijk in de gemeenteraad

Nadere informatie

LIQUIDITEITSPROGNOSE 2015-2020

LIQUIDITEITSPROGNOSE 2015-2020 LIQUIDITEITSPROGNOSE 2015-2020 STICHTING WAARBORGFONDS EIGEN WONINGEN 2 25 NAVIGATIE Klik op tekst links- of rechtsboven naast het paginacijfer om terug te gaan naar de inhoudsopgave. 26 Klik op het hoofdstuk

Nadere informatie

Stichting Solar World Cinema Jan Aartsestraat EC Tilburg. Financieel verslag 2014

Stichting Solar World Cinema Jan Aartsestraat EC Tilburg. Financieel verslag 2014 Stichting Solar World Cinema Jan Aartsestraat 7-08 5017 EC Tilburg Financieel verslag 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring 3 3 Algemeen 3 4 Resultaat 4 5

Nadere informatie

1 Halfjaarbericht 2015 ANNEXUM VBI WINKELFONDS NV HALFJAARBERICHT 2015. Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam

1 Halfjaarbericht 2015 ANNEXUM VBI WINKELFONDS NV HALFJAARBERICHT 2015. Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam 1 Halfjaarbericht 2015 ANNEXUM VBI WINKELFONDS NV HALFJAARBERICHT 2015 Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan 485 1077 XX Amsterdam 2 Halfjaarbericht 2015 INHOUDSOPGAVE a P Pagina 1.

Nadere informatie