j a a r v e r s l a g

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "j a a r v e r s l a g"

Transcriptie

1

2 inhoud

3 Voorwoord 5 Verslag Raad van Toezicht Jaarrekening 9 Decharche 9 Werkzaamheden Raad van Toezicht 9 Samenstelling en vergoeding Raad van Toezicht 12 Directieverslag Inleiding 15 Doelrealisatie 15 Doelstelling 1: continuïteit van financiering 15 Doelstelling 2: rentevoordeel 19 Doelstelling 3: bevorderen financieel management 20 Doelstelling 4: informatievoorziening 24 Doelstelling 5: werkzaamheden voor derden 24 De ontwikkeling van de risico s voor het WƒZ 25 Risicobewaking 25 Risicoprofiel garantieportefeuille 25 De omvang van het risicovermogen 27 Liquiditeitsprognose Intern-organisatorische aspecten WƒZ 28 Bureau-organisatie 28 Automatisering 29 Communicatie en pr 29 Documentatie en procedures 29 Wachttijd en behandeltijd 30 Overleg VWS / WƒZ 30 Bedrijfsresultaat 31 Beleggingsbeleid 31 Realisatie doelstellingen Doelstellingen Begroting Jaarrekening Balans 37 Staat van baten en lasten 37 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 38 Toelichting op de balans 38 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 41 Toelichting op de staat van baten en lasten 41 Aanspraken wegens borgstelling 42 Overige gegevens 44 Accountantsverklaring 46 INHOUD 3

4 voorwoord

5 De groei van het WƒZ heeft zich in het afgelopen jaar voortgezet. In 2006 is de omvang van de door het WƒZ geborgde kort- en langlopende leningen toegenomen van 5,7 miljard euro naar 6,7 miljard euro, een stijging van ruim 17%. Voor de komende jaren wordt een verdere groei voorzien. Het aantal deelnemende rechtspersonen is per saldo gegroeid met 13, van 303 naar 316. Uitgedrukt in aantallen instellingen is de deelname met 63 toegenomen, van 1336 tot Het rentevoordeel voor zorginstellingen bedroeg in 2006 ruim 46 miljoen euro ten opzichte van de vergoeding in het budget. Dit bedrag is structureel van aard en loopt elk jaar verder op. Het WƒZ prijst zich gelukkig met deze groei. Dit betekent namelijk dat het WƒZ steeds beter in staat is om een positieve bijdrage te leveren aan een probleemloze overgang naar een meer dynamisch zorgstelsel. De groeiende deelname aan het WƒZ is een indicatie van de toegenomen aandacht voor, en een verbetering van de financiële gezondheid van zorginstellingen. De omvang van de gegarandeerde leningen, waarvan de continuïteit gedurende de transitiefase naar een meer dynamisch stelsel is verzekerd, is met 6,7 miljard inmiddels substantieel te noemen en neemt bovendien verder toe. Naarmate de deelname en de omvang van de geborgde leningen groter worden, neemt de kans op financieringsproblemen en faillissementen in de transitiefase af. Bovendien worden gegarandeerde leningen aangetrokken tegen de laagste prijzen. Deze rentebesparing levert een bijdrage aan de politiek zo belangrijk geachte kostenbeheersing. Er is echter allerminst reden om tevreden achterover te leunen. Niet voor de zorginstellingen en evenmin voor het WƒZ. Hoewel de tekst van het regeerakkoord ruimte laat voor interpretatie en nadere uitwerking, lijkt de conclusie immers gerechtvaardigd dat de nieuwe regering, wat de zorgsector betreft, de beleidsmatige koers van de vorige regering in hoofdlijnen voortzet. Cruciaal hierbij is de invoering van integrale tarieven. Voor zorginstellingen zal de wereld ingrijpend veranderen als deze maatregel wordt doorgevoerd. De kern van de plannen is dat de nacalculatie van rente en afschrijvingen verdwijnt. Zorgaanbieders worden zelf verantwoordelijk voor hun investeringsbeslissingen. De kapitaallasten moeten worden terugverdiend uit de prijzen voor zorgproducten, via een normatieve vergoeding die wordt opgenomen in de integrale tarieven. Afzetfluctuaties kunnen daardoor leiden tot onderdekking van de kapitaallasten. Dit risico komt bij de instelling te liggen. Integrale tarieven zullen ook tot grotere schommelingen in de exploitatieresultaten leiden. Vergeleken met de situatie nu, waarbij grofweg de helft van het budget variabel is, zullen productiemutaties immers dubbel zo hard doorwerken. Dit leidt tot meer bedrijfsrisico voor individuele zorginstellingen. VOORWOORD 5

6 VOORWOORD Deze ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de wijze waarop financiers en het WƒZ hun risico-afwegingen maken bij het verstrekken van leningen dan wel garanties aan zorginstellingen. Nu de zekerheid van vanzelfsprekende vergoeding van kapitaallasten verdwijnt, zullen de financieringsbereidheid van banken en de borgingsbereidheid van het WƒZ steeds meer gaan afhangen van de financiële gezondheid van de organisatie en de gedegenheid waarmee investeringsplannen worden onderbouwd. Het accent verschuift van de investering naar de exploitatie. Een deugdelijk businessplan wordt bij omvangrijke investeringsprojecten dus van doorslaggevende betekenis. Zorginhoudelijke toekomstvisies, deugdelijke financiële haalbaarheidstudies, scenario- en gevoeligheidsanalyses, flexibiliteit inbouwen, besluiten over huren of kopen, enzovoort, worden dan onontbeerlijk. Op dit terrein is nog werk aan de winkel, omdat dergelijke expertise in het verleden nooit van zorginstellingen werd gevraagd. (Het WƒZ bezint zich daarom ook, in samenspraak met andere partijen, op de mogelijkheid om zorginstellingen door middel van praktijkgerichte bijeenkomsten handreikingen te bieden). Veel interessanter dan deze constatering is de kip-ei-vraag die hier uit voortvloeit. Moet, omdat het veld er nog niet helemaal klaar voor is, de verschuiving van verantwoordelijkheden maar worden gefaseerd, uitgesteld of afgesteld? Of moet er juist worden doorgepakt ( big-bang-scenario ), omdat de overheveling van verantwoordelijkheden de instellingen vanzelf dwingt om de noodzakelijke expertise snel op te bouwen of in te huren? Het antwoord op deze vraag is vooral afhankelijk van de mate van geloof in de werking van het systeem. Zo constateert bijvoorbeeld de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in zijn rapport Management van vastgoed in de zorgsector dat een substantieel aantal zorginstellingen nog niet klaar is voor de grote veranderingen op het terrein van vastgoed en kapitaallasten. De RVZ meent echter dat marktmechanismen, en het optreden van in het bijzonder de kapitaalverschaffers ( ) hierin op natuurlijke wijze voorzien (pagina 36). Kortom, door de countervailing power van financiers worden zorginstellingen vanzelf wel op het goede spoor gedwongen. Naar de zienswijze van het WƒZ is het echter de vraag of hierop al binnen de in de kabinetnota s genoemde termijn van een paar jaar volledig mag worden vertrouwd. Het is namelijk evident dat de ruime kapitaalmarkt in de afgelopen jaren heeft geleid tot een sterke intensivering van de concurrentie tussen banken om de gunst van de klant, ook in de zorgsector. Ook is duidelijk dat dit niet bevorderlijk uitwerkt op de mogelijkheid van banken om hun rol van countervailing power ten aanzien van zorginstellingen daadkrachtig invulling te geven. Huiselijk gesteld: wie moeilijk doet, ziet de klant al snel in zee gaan met een minder veeleisende concurrent. Ingrijpende structuurveranderingen verlopen doorgaans niet rimpel- of risicoloos. Ook bij een ingrijpende deregulering van het bouwbeleid in de zorgsector kunnen er tegenvallers zijn en bestaat het risico dat zaken een beetje, en misschien wel heel erg, misgaan. Daar bestaan benamingen voor als leergeld 6

7 betalen, en door schade en schande wijs worden. De kernvraag in een politiek sterk gedomineerde sector als de zorg is vooral welke mate van risico acceptabel is voor de overheid. De mate van risico-acceptatie dan wel risico-aversie is bepalend voor het tempo waarin een eventuele systeemwijziging kan worden doorgevoerd en voor de snelheid waarmee aan de rem wordt getrokken of de koers weer wordt veranderd, zodra eventuele problemen zich manifesteren. Het regeerakkoord laat ruimte voor interpretatie als het gaat over de mate van risico die de huidige regering met betrekking tot de zorgsector wenst te accepteren. Wel is op voorhand duidelijk dat kostenbeheersing een centraal thema blijft. Het budgettaire kader voor de zorg (BKZ) blijft gehandhaafd. Maatstafconcurrentie wordt ingevoerd. Het beleid is er in den brede op gericht dat de patiënt meer, dan wel betere, zorg voor zijn euro s krijgt. Als gevolg hiervan zal de druk op zorgaanbieders toenemen. Niet alleen de zorginstellingen zullen zich de komende jaren veel inspanning moeten getroosten om adequaat in te spelen op de vele veranderingen. Dit geldt ook nadrukkelijk voor het WƒZ. In de overzichtelijke wereld waarin de investeringen plaatsvonden onder een vergunningenregime en waarin vervolgens de kapitaallasten volledig werden nagecalculeerd, was de risico-afweging van en besluitvorming over garantieverlening relatief eenvoudig en zwart-wit. Bij investeringen die vanuit een zakelijk rendementsoogpunt moeten worden beoordeeld, ligt dit aanzienlijk gecompliceerder. Daarbij komt dat de schaalgrootte en de heterogeniteit van instellingen als gevolg van de nog steeds voortschrijdende fusiegolf toeneemt, waardoor de kredietwaardigheidbeoordeling meer aandacht vraagt dan voorheen. Ook groeit de omvang van investeringen buiten het strikte kader van de zorgverlening, waarbij vaak sprake is van juridische en financiële verwevenheden met de zorgpoot. Tenslotte wordt het WƒZ geconfronteerd met veranderingen op het gebied van juridische structuur, eigendomsverhoudingen en financieringsarrangementen bij zorginstellingen. Bestaande werkwijzen en beslissingscriteria sluiten hier niet meer vanzelfsprekend op aan en moeten voortdurend worden heroverwogen. Gezocht moet worden naar een goede balans tussen enerzijds het streven van het WƒZ om maximaal in te spelen op de specifieke situatie van de individuele deelnemers, en anderzijds het doel om de risico s voor het collectief binnen aanvaardbare proporties te houden. Kortom: ook voor het WƒZ breekt een enerverende en uitdagende tijd aan! Herman Bellers, directeur VOORWOORD 7

8 verslag Raad van Toezicht

9 Jaarrekening Conform artikel 20 lid 3 van de statuten brengt de directie jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarverslag uit over de gang van zaken in de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector en over het gevoerde beleid. Voorts legt de directie de door haar vastgestelde jaarrekening ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht. Deze jaarrekening omvat de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting op deze stukken, vergezeld van de accountantsverklaring van de door de Raad van Toezicht benoemde registeraccountant. Mede op grond van de goedkeurende verklaring van Deloitte Accountants heeft de Raad van Toezicht in zijn vergadering van 23 maart 2007 de hiervoor genoemde stukken goedgekeurd. Decharge Op grond van artikel 20 lid 7 van de statuten heeft de Raad van Toezicht na goedkeuring van de jaarrekening 2006 decharge verleend aan de directie voor het in het boekjaar gevoerde bestuur. Werkzaamheden Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is in het verslagjaar vier keer bijeen geweest. In de vergaderingen van de Raad van Toezicht is een breed scala aan onderwerpen aan de orde geweest. Een belangrijk aandachtspunt voor de Raad van Toezicht is geweest, evenals in voorgaande jaren, hoe de maatschappelijke waarde van het WƒZ kan worden geoptimaliseerd. De doelstellingen van het WƒZ (te weten: het bevorderen van de continuïteit van de financiering, het realiseren van rentevoordelen, het stimuleren van goed financieel management) komen beter uit de verf naarmate de deelname van zorginstellingen groter is. De criteria voor deelname spelen bij de deelnamegroei een belangrijke rol. Indien de lat extreem hoog zou worden gelegd, dan resulteert dit in een zeer beperkt aantal deelnemers met een uitstekende financiële gezondheid. Nadeel hiervan is dat de maatschappelijke meerwaarde van het WƒZ, in termen van de genoemde doelstellingen van het WƒZ, slechts in beperkte mate wordt gerealiseerd. Positief aspect van een zeer selectief beleid is wel dat de risico s voor de deelnemers om op hun obligoverplichting te worden aangesproken wegens claims op het WƒZ, alsmede de kans dat de overheid als achterborg om hulp moet worden gevraagd vanwege omvangrijke garantieaanspraken, zeer klein is. Zou de lat daarentegen extreem laag worden gelegd, dan resulteert dit eveneens in een onwenselijke situatie. Weliswaar leidt dit tot een groot aantal deelnemers, een grote omvang aan gegarandeerde leningen en een groot rentevoordeel, maar de keerzijde is dat de risico s voor de deelnemers en de overheid vanwege garantieclaims onacceptabel groot zijn. De aantrekkingskracht van het WƒZ is ook in een dergelijk scenario beperkt. Groei op de korte termijn vertaalt zich dan immers in financiële problemen op langere VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 9

10 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT termijn. Directie en Raad van Toezicht zijn eensgezind in hun zienswijze dat de rol en positie van het WƒZ vragen om een prudente werkwijze, waarbij enerzijds oog is voor het uitgangspunt dat brede deelname wenselijk is vanwege de maatschappelijke voordelen die dit oplevert, terwijl anderzijds de lange termijn belangen van de stakeholders (deelnemers en overheid) niet mogen worden veronachtzaamd. Dit vraagt om een voortdurend zoeken naar de juiste balans. De risicoperceptie van het WƒZ wordt hierbij nadrukkelijk mede beïnvloed door de stelselwijzigingsplannen van de overheid. Het besluit van de vorige regering om zo snel als verantwoord is marktwerking in te voeren, is in dit opzicht van grote betekenis. Het invoeren van integrale tarieven, waarin ook de kosten van huisvesting zijn verwerkt, is hierbij fundamenteel van aard. Niet alleen omdat de exploitatiefluctuaties daardoor zullen toenemen, en navenant extra weerstandsvermogen moet worden opgebouwd door zorginstellingen. Ook omdat de verantwoordelijkheid voor investeringsbesluiten volledig naar het instellingsniveau wordt verplaatst. De nacalculatie van kapitaallasten verdwijnt en instellingen worden zelf risicodragend voor het volume- en prijsrisico wat hier uit voortvloeit. Hoewel een dergelijke omwenteling niet van vandaag op morgen kan worden geëffectueerd, heeft het WƒZ het wenselijk geacht vroegtijdig in zijn beleid te laten doorklinken dat de wereld van morgen andere eisen zal stellen aan zorgaanbieders. Een tijdig signaal aan zorgaanbieders is vooral van belang, omdat veel zorginstellingen qua weerstandsvermogen nog niet over een adequate buffer beschikken en vermogensopbouw uit de altijd onder spanning staande budgetten om een meerjarige aanpak vraagt. In zijn nieuwe reglement van deelneming heeft het WƒZ verwoord dat, gelet op het overheidsbeleid, als doelstelling voor het toekomstig te vormen vermogen een percentage van 10 à 15% niet overdreven is. Vanzelfsprekend dienen deze percentages vooral als indicatie voor het vermogensbeleid en niet als absolute toetredingsnorm voor vandaag de dag te worden opgevat. Ter verduidelijking: dit betekent dus niet dat deelname en garantieverlening onmogelijk zijn, indien de instelling thans nog niet beschikt over een vermogen van deze omvang. Het betekent overigens evenmin dat deelname per definitie mogelijk is, indien dit vermogen wèl aanwezig is. Tal van andere factoren spelen immers bij kredietwaardigheidbeoordeling een rol. Belangrijke andere criteria zijn de exploitatieontwikkelingen en de kwaliteit van de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen. Het geheel van relevante factoren wordt per specifieke situatie in onderlinge samenhang beoordeeld. Dat de eisen van het WƒZ geleidelijk aan strenger moeten worden als de dynamiek en risico s in de zorgsector verder toenemen, is vanzelfsprekend. Of, en het tempo waarin, dit zich zal voltrekken, is echter primair afhankelijk van politieke besluitvorming over het zorgstelsel. Het recente regeerakkoord wijst er op dat de nieuwe regering de hoofdlijnen van het lopende beleid wil voortzetten. In het bijzonder voor de ziekenhuissector staan op afzienbare termijn ingrijpende veranderingen op stapel. Met betrekking tot de AWBZ-sector lijken de politieke ambities minder vergaand. Indien dit tweesporen-beleid in de praktijk leidt tot het verder uiteenlopen van de risicoprofielen van de onderscheiden sectoren, zal dit ook leiden tot een verdere differentiatie in de beoordelingsystematiek van het WƒZ. Zoals gezegd, wordt door het WƒZ een brede deelname nagestreefd. Met het oog op mogelijke uitbreiding van het deelnemersveld is (evenals in voorgaande jaren) in 2006 door het WƒZ op basis van de gepubliceerde jaarstukken een inventarisatie gemaakt van zorginstellingen die potentieel in aanmerking zouden 10

11 kunnen komen voor deelname. Deze instellingen zijn benaderd door het WƒZ om ze te informeren over structuur en werkwijze van het WƒZ en om ze de eventuele voordelen van deelname in kaart te brengen. werkzaamheden goed past bij de rol en functie van het WƒZ. Bovendien leert de praktijk dat door deze werkzaamheden de overstap naar het deelnemerschap van het WƒZ wordt gestimuleerd. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Het ministerie van VWS heeft de administratieve werkzaamheden in verband met de Rijksgaranties, alsmede de risicobewaking daarvan, sinds 2004 aan het WƒZ overgedragen. De Raad van Toezicht is van mening dat een adequate risicobewaking ook voor provincies en gemeenten van toenemend belang wordt. Provincies en gemeenten staan vanuit het verleden vaak nog voor aanzienlijke bedragen garant. De garantieverplichtingen ten aanzien van zorgstellingen kennen door de tijd heen een geleidelijk dalend verloop. Tegelijkertijd neemt door het overheidsbeleid echter de kans aanzienlijk toe dat op deze garanties een aanspraak zal worden gedaan. Verder kan worden vastgesteld dat ook door de wet- en regelgeving het belang van adequaat risicomanagement door decentrale overheden steeds meer gewicht krijgt. Zowel vanwege de financiële als de politieke belangen verdienen de garanties aan zorginstellingen gepaste aandacht. Door het snelle tempo waarin de ontwikkelingen in beleid en praktijk zich voltrekken, vraagt een gedegen risicobeoordeling steeds meer tijd en specifieke deskundigheid. Mede gelet op de in de tijd afnemende omvang van de lopende garantieverplichtingen dient de vraag zich aan of het nog efficiënt en effectief is voor een provincie of een gemeente om aan de risicobewaking zelf invulling te geven. Uitbesteding van deze activiteiten aan het WƒZ kan een goede optie zijn. In het afgelopen jaar hebben de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant het risicoprofiel van hun garantieportefeuille door het WƒZ in kaart laten brengen. Een aantal andere provincies heeft de uitbesteding van werkzaamheden aan het WƒZ in beraad. De Raad van Toezicht is van mening dat deze uitbreiding van Een frequent terugkerend agendapunt in raadsvergaderingen zijn de beleidsmatige ontwikkelingen in de cure- en care-sectoren. Zoals hierboven reeds is beklemtoond, kunnen immers de bedrijfsrisico s voor de zorginstellingen toenemen, afhankelijk van de wijze waarop en de snelheid waarmee de dynamiek in de zorgsector wordt vergroot. Deze ontwikkelingen werken ook door in de werkwijze van het WƒZ. In dit verband is in de Raad van Toezicht onder meer uitvoerig gesproken over de ontwikkelingen in de markt voor thuiszorg, de invoering van de WMO, het scheiden van wonen en zorg, en het ontstaan van nieuwe rechts- en financieringsvormen. Met instemming is door de Raad van Toezicht kennis genomen van de groei in deelname en van de geborgde leningen. Hoewel onmiskenbaar sprake is van een zekere afvlakking van het aantal nieuwe aanvragen voor deelname, is in 2006 het aantal deelnemers wederom toegenomen (24 nieuwe inschrijvingen). De omvang van de nieuw verleende garanties op lange leningen is ruim boven de begroting toegenomen, met ruim 1,3 miljard euro. Met een totale omvang van geborgde leningen van 6,7 miljard euro neemt het WƒZ inmiddels een nadrukkelijke positie in op het gebied van de financiering van zorginstellingen. Het geheel aan werkzaamheden overziende, acht de Raad van Toezicht complimenten aan de directie en het personeel van het WƒZ op zijn plaats voor de in 2006 geleverde prestaties. VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 11

12 Samenstelling en vergoeding Raad van Toezicht Wat de samenstelling van de Raad van Toezicht betreft, is in de eerste plaats te vermelden dat de heer Huffmeijer in maart 2006 tot vice-voorzitter van de Raad van Toezicht werd benoemd. Voorts waren er personele wijzigingen binnen het kader van het rooster van aftreden. In de decembervergadering in 2006 van de Raad van Toezicht zou afscheid worden genomen van de heren Huffmeijer en Vermeulen. In de junivergadering in 2006 heeft de Raad van Toezicht zich gebogen over het gewenste profiel van de nieuw te werven leden. Vervolgens zijn geschikt geachte kandidaten benaderd. De heer J. Hamel werd bereid gevonden om één van de vacatures in de Raad van Toezicht te vervullen en kon in de decembervergadering in 2006 formeel worden geïnstalleerd. Met de tweede kandidaat strekte de benoemingsperiode zich echter uit over de jaarwisseling. Het reguliere aftreden van de heren Huffmeijer en Vermeulen zou er toe hebben geleid dat het aantal leden van de Raad van Toezicht tijdelijk zou dalen beneden het statutaire minimum van vijf. Beide heren toonden zich echter bereid om hun zittingsperiode te verlengen tot de raadsvergadering in maart 2007, waarin de benoeming van de nieuwe leden formeel werd afgerond. Zoals gebruikelijk zijn de curricula vitae van de nieuwe leden op de website van het WƒZ geplaatst. Aan de leden van de Raad van Toezicht werd in het jaar 2006 een totale vergoeding uitgekeerd van euro (exclusief werkgeversbijdrage sociale zekerheid van euro). De vergoeding voor een lid bedraagt euro, voor de vice-voorzitter euro en voor de voorzitter euro (exclusief werkgeversbijdrage sociale zekerheid). De vergoeding is ten opzichte van 2005 gecorrigeerd voor inflatie, conform artikel 12 lid 4 van de statuten. Utrecht, 23 maart 2007 mr. J.A.M. Hendrikx, voorzitter VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT Per 31 december 2006 bestond de Raad van Toezicht derhalve uit de volgende leden: mr. J.A.M. Hendrikx, voorzitter drs. G.H.J. Huffmeijer, vice voorzitter drs. J. Hamel prof. dr. W.P.M.M. van de Ven ir. P.O. Vermeulen drs. ing. H.A. Wessels De Raad van Toezicht per 31 december

13 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 13

14 directieverslag DIRECTIEVERSLAG 14

15 Inleiding De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (hierna aangeduid als: WƒZ ) is het garantie-instituut van en voor zorginstellingen. Het WƒZ is formeel opgericht door vier brancheverenigingen van intramurale zorginstellingen. VWS was mede-initiatiefnemer en heeft zowel beleidsmatig als financieel de oprichting van het WƒZ mogelijk gemaakt. Het WƒZ heeft als belangrijkste doelstellingen: 1. Het bewerkstelligen van continuïteit van financiering. 2. Het realiseren van een rentevoordeel. 3. Het bevorderen van goed financieel management in zorginstellingen. 4. Het verstrekken van relevante informatie aan deelnemers, beleidsmakers en andere belanghebbenden. 5. Het uitvoeren van werkzaamheden op het terrein van garantiebeheer voor de Rijksoverheid, provincies en gemeenten. Deelname In 2006 zijn 24 nieuwe rechtspersonen als deelnemers ingeschreven. Tegelijkertijd nam het aantal ingeschreven rechtspersonen af met 9 als gevolg van onderlinge fusies. Verder werd van 2 deelnemers de deelname beëindigd. De netto groei bedroeg dus 13 rechtspersonen, van 303 naar 316. Dit is een groei van 4,3%. Uitgedrukt in aantallen zorginstellingen was de netto groei 63 (4,7%). Een bij het WƒZ ingeschreven rechtspersoon omvat gemiddeld 4,4 zorginstellingen. De ontwikkeling van het deelnemersbestand in de afgelopen jaren is weergegeven in de volgende grafiek. In dit verslag komen achtereenvolgens aan de orde: De ontwikkelingen met betrekking tot deze vijf doelstellingen. De ontwikkeling van de risico s voor het WƒZ in verband met de verleende garanties. De intern-organisatorische ontwikkelingen. Doelrealisatie Doelstelling 1: continuïteit van financiering De mate waarin het WƒZ een bijdrage levert aan de continuïteit van financiering in de zorgsector hangt direct samen met de deelnamegraad onder instellingen en de omvang van de gegarandeerde leningen. DIRECTIEVERSLAG 15

16 De grafiek laat zien dat er door de jaren heen een voortdurende groei is, maar in een afnemend tempo. Drie factoren zijn hierbij van belang: Het aantal aanvragen voor deelname neemt door de jaren heen voortdurend af. In 2006 ontving het WƒZ 29 nieuwe aanvragen voor deelname. In 2005, 2004 respectievelijk 2003 werden 55, 63 en 74 aanvragen voor deelname ontvangen. De aanvragen waren in de laatste jaren nagenoeg alleen afkomstig uit de AWBZsectoren. Het afwijzingspercentage is aanzienlijk. In 2006 konden 17 aanvragen niet worden gehonoreerd. In vergelijking met de 24 inschrijvingen is dit fors. Tegenover de aanwas door nieuwe deelnemers staat een statistische afname door onderlinge fusies. Dit fusie-effect bestaat louter op papier, aangezien de feitelijke situatie niet wezenlijk verandert. Er ontstaat immers een kleiner aantal, maar grotere, instellingen. De afvlakkende groei is geen verrassing. Immers, de instellingen die zich voor deelname kwalificeren, zijn doorgaans in de afgelopen jaren al toegetreden. Voor de instellingen in de restgroep geldt veelal dat er nog enig werk aan de winkel is. Dit komt ook tot uiting in de toetredingsprocedure en het hoge afwijzingspercentage. De dossiers zijn minder eenduidig, de beoordeling ervan wordt complexer. toetreding wèl mogelijk te maken. Hier lijkt een zekere richtinggevende werking van uit te gaan. In 2006 werden 11 deelnemers ingeschreven die eerder een aanvraag voor deelname hadden ingediend, maar destijds nog niet voldeden aan de deelnamecriteria. Het WƒZ streeft naar een zo breed mogelijke deelname van zorginstellingen die aan de minimum eisen voldoen. In dit verband zijn enkele instellingen benaderd, die op grond van de gepubliceerde jaarrekeningen als potentiële deelnemer in aanmerking leken te komen. Ook de garantiewerkzaamheden die voor het ministerie van VWS worden uitgevoerd, dragen bij aan uitbreiding van het deelnemersbestand. In 2006 werden 18 aanvragen ingediend door instellingen met Rijksgarantie. In aantallen zorginstellingen uitgedrukt, is het deelnemersveld van het WƒZ samengesteld zoals weergegeven in de volgende tabel. DIRECTIEVERSLAG Met betrekking tot de niet gehonoreerde aanvragen geldt dat de oorzaak doorgaans is gelegen in een combinatie van evidente tekortkomingen in het sturings- en beheersingsinstrumentarium, al dan niet in combinatie met een relatief beperkt weerstandsvermogen. Bij een afwijzing wordt door het WƒZ altijd aangegeven welke aspecten dienen te worden aangepast of verbeterd om 16

17 Deelname WfZ per instellingscategorie Aantal Aantal Aantal instellingen instellingen instellingen % deelname per per Toename per categorie categorie Ziekenhuizen % Revalidatie % Radiotherapie % Verpleeghuizen % Psychiatrie % Gehandicapten % GVT/KDV/DVO % Verzorgingshuizen % Totaal % noot bij de tabel De deelnamepercentages zijn berekend op basis van de meest actuele gegevens van het College bouw zorginstellingen. Omvang garantieverlening Langlopende leningen In het verslagjaar is garantie afgegeven op miljoen euro aan langlopende leningen. Met inachtneming van de aflossingen, bedraagt het totaalbedrag aan uitstaande garanties op lange leningen per ultimo miljoen euro. Ten opzichte van de stand per ultimo 2005 (5.071 miljoen euro) is dit een groei van 17,6%. Kasgeldleningen Het totaal aan gegarandeerde kasgeldleningen per ultimo 2006 bedroeg 743 miljoen euro. Ten opzichte van de stand per ultimo 2005 (645 miljoen euro) is dit een toename met 98 miljoen euro (15,2%). Het totaal aan uitstaande kasgeldleningen kan door de korte looptijd van de leningen een wisselend verloop vertonen door het jaar heen. De ontwikkeling van de leningen onder garantie (zowel langlopend als kasgeld) is weergegeven in de volgende grafiek. DIRECTIEVERSLAG 17

18 DIRECTIEVERSLAG Eind 2006 stond nog voor een bedrag van 332 miljoen euro aan afgegeven borgstellingsverklaringen open voor langlopende leningen en 202 miljoen euro voor kasgeldleningen. Deze borgstellingsverklaringen kunnen in de komende tijd worden omgezet in gegarandeerde leningen. Een verdeling van de gegarandeerde langlopende leningen (5.963 miljoen euro) naar looptijd geeft het beeld zoals weergegeven in de volgende grafiek. De grafiek laat zien dat een groot deel van de geborgde leningen (bijna 1,6 miljard euro) valt in de looptijdklasse van 15 tot 20 jaar. Ook in de looptijdklassen van 5 tot 10 jaar (1,05 miljard euro) en van 25 tot 30 jaar (909 miljoen euro) zijn veel garanties verstrekt. Leningen met een looptijd boven de 40 jaar zijn in volume relatief beperkt (126 miljoen euro). De gewogen gemiddelde looptijd van langlopende leningen is per ultimo 2006 ruim 21 jaar. Door contractueel vastgelegde aflossingen op de leningen loopt de omvang van in het verleden verstrekte garanties door de tijd heen terug. Gaan we uit van de gegarandeerde langlopende leningen per ultimo 2006 dan zien we het verloop in de tijd - ceteris paribus - dat is weergegeven in de volgende grafiek. 18

19 Doelstelling 2: rentevoordeel Zorginstellingen krijgen op grond van de Wet Tarieven Gezondheidszorg (WTG) de rentekosten van leningen voor goedgekeurde investeringen in het budget vergoed. De budgetvergoeding wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit( NZa, voorheen College Tarieven Gezondheidszorg) voor elke lening afzonderlijk vastgesteld op basis van de formule: IRS plus 75 basispunten. Deze vergoeding is normatief. De normrente voor kort krediet wordt door de NZa na afloop van het kalenderjaar voor alle leningen uniform vastgesteld. Het normatieve percentage kort krediet bestaat uit een basisrente met een opslag van 0,75%. De basisrente is daarbij gelijk aan het jaargemiddelde van het Euribortarief voor 1 maand. De grafiek maakt duidelijk dat de garantieverplichtingen nog lang doorlopen, namelijk tot het jaar Eveneens laat de grafiek zien dat de omvang sneller dan lineair afneemt. Zouden er vanaf 2006 geen nieuwe leningen meer worden gegarandeerd, dan lopen de verplichtingen in 8 jaar terug tot ongeveer de helft. Worden leningen tegen een hogere rente afgesloten dan de rentenorm, dan heeft de zorginstelling financieel verlies. Bij een lagere rente ontstaat financieel voordeel. Leningen aan zorginstellingen onder garantie van het WƒZ zijn voor de financier risicoloos. Dit vertaalt zich in een lagere rente voor zorginstellingen. Ook maakt WƒZ-garantie de leningen solvabiliteitsvrij. De Nederlandsche Bank (DNB) eist van banken dat ze voor elke lening een buffer aanhouden. Buffers kosten geld. Onder WƒZ-garantie vervallen deze kosten, waardoor de rente nog verder kan dalen. Het bruto rentevoordeel (ten opzichte van de budgetvergoeding) op het totaal van de lange leningen die per ultimo 2006 zijn geborgd, bedraagt ruim 41 miljoen euro. Dit is een jaarlijks terugkerend voordeel. Het bruto rentevoordeel op kasgeldleningen in 2006 bedroeg 5 miljoen euro. In de volgende grafiek zijn deze rentevoordelen weergegeven. DIRECTIEVERSLAG 19

20 noot bij de grafiek Het weergegeven rentevoordeel op kasgeldleningen heeft alleen betrekking op de in het verslagjaar afgesloten leningen. Bij het rentevoordeel op lange leningen is het cumulatieve rentevoordeel over de totaal uitstaande leningen weergegeven. Het rentevoordeel op lange leningen heeft namelijk een structureel karakter. Bij kasgeldleningen is dat minder het geval, omdat deze doorgaans binnen een afzienbare termijn worden omgezet in langlopende leningen. De grafiek laat het bruto rentevoordeel zien, dat wil zeggen het verschil tussen de rentekosten van de lening en de rentevergoeding in het budget. Hierbij is geen rekening gehouden met de afsluitpremie van de garantie door het WƒZ (het disagio ). Langlopende leningen onder WƒZ-garantie werden in 2006 afgesloten op een prijsniveau van om en nabij IRS (Interest Rate Swap) plus 3 basispunten. De rentekorting die zorginstellingen op bestaande lange leningen wisten te behalen door ze onder garantie van het WƒZ te brengen, bedroeg gemiddeld grofweg 30 basispunten. Kasgeldleningen onder borging werden in 2006 verstrekt op een prijsniveau dat schommelde rond Euribor plus 2 basispunten. Voor een individuele instelling is echter niet alleen van belang hoe de te betalen rente zich verhoudt tot de budgetvergoeding. Ook is van belang hoe de verhouding ligt tussen leningen met en zonder WƒZ-garantie. De prijsstelling van ongegarandeerde leningen kan per instelling sterk uiteen lopen, mede afhankelijk van de looptijd van de lening en de kredietwaardigheidsituatie van de desbetreffende instelling. Een cijfermatig beeld hierover is bij gebrek aan informatie niet te geven. Wel is een gegeven dat de kapitaalmarkt in 2006 nog steeds zeer ruim was en als gevolg daarvan felle prijsconcurrentie tussen financiers plaatsvond. Er mag van worden uitgegaan dat hierdoor in veel gevallen ook bij ongeborgde financiering een zeker voordelig verschil kon worden behaald ten opzichte van de normatieve rentevergoeding. Het prijsverschil tussen geborgde en ongeborgde leningen varieert dus met de situatie op de financiële markten. DIRECTIEVERSLAG Doelstelling 3: bevorderen financieel management Bij de beoordeling van het functioneren van een zorginstelling zijn een drietal (clusters van) factoren van belang: de kwaliteit van de sturing en beheersing van de organisatie; de exploitatie-ontwikkelingen; de vermogenspositie. 20

21 Deze factoren moeten in onderlinge samenhang worden bezien. De benodigde omvang van het vermogen wordt mede bepaald door de jaarlijkse schommelingen in de inkomsten en de toekomstverwachtingen hieromtrent. Het exploitatieresultaat en de vermogenspositie worden beïnvloed door zowel externe als interne factoren. Een belangrijke externe factor is de dynamiek van de markt(en) waarop de organisatie actief is. Een belangrijke interne factor is het vermogen van het management om in te spelen op de (veranderende) externe omstandigheden. In het navolgende komen achtereenvolgens aan de orde de exploitatie-ontwikkelingen bij WƒZ-deelnemers, de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de kwaliteit van sturing en beheersing. (Noot: Benadrukt moet worden dat de percentages in de navolgende grafiek en tabellen niet representatief zijn voor de zorgsector als geheel. Door de selectiecriteria bestaat het WƒZ-deelnemersbestand vooral uit de financieel sterkere zorginstellingen. De groep niet-deelnemers is financieel gemiddeld zwakker dan de groep deelnemers.) Het weerstandsvermogen In de volgende grafiek zijn de percentages weerstandsvermogen per ultimo 2005 van WƒZ-deelnemers weergegeven, gerangschikt naar oplopende omvang. Vier extreme uitschieters naar boven in het weerstandsvermogen zijn omwille van het totaaloverzicht weggelaten. De grafiek laat zien dat het merendeel van de WƒZ-deelnemers een vermogen heeft tussen 10% en 20%. Delen we de deelnemers van het WƒZ in naar omvang van de financiële reserves dan zien we het volgende. DIRECTIEVERSLAG 21

22 Indeling deelnemers naar weerstandsvermogen per ultimo 2005 en 2004 Gemiddeld weerstandsvermogen per ultimo 2005 en 2004 per instellingscategorie Vermogen <0% 0,6% 0,9% 0-5% 0,9% 3,5% 5-10% 22,2% 29,1% 10-15% 35,4% 34,2% 15-20% 19,3% 16,5% 20-25% 11,4% 7,6% 25-30% 4,4% 2,8% >30% 5,7% 5,4% Ziekenhuizen 9,9% 9,1% Revalidatie 13,5% 12,4% Radiotherapie 20,4% 17,9% Verpleeghuizen 13,4% 11,6% Psychiatrie 12,4% 11,1% Gehandicapten 13,6% 11,5% GVT/KDV/DVO 13,3% 11,5% Verzorgingshuizen 15,9% 14,3% Totaal 13,1% 11,6% DIRECTIEVERSLAG De tabel laat zien dat het aandeel financieel zwakke deelnemers (vermogen lager dan 5%) is afgenomen. In totaal gaat het nog om 4 deelnemers. Hiervan hadden er 2 per ultimo 2005 een negatief weerstandsvermogen. Het aandeel deelnemers met een vermogensniveau van 10% en meer is gestegen, van 66,2% naar 76,3%. Uit dit overzicht blijkt dat het gemiddelde vermogen van WƒZ-deelnemers is toegenomen met 1,5%-punt. De geleidelijke verbetering van de financiële positie is naar de zienswijze van het WƒZ een positieve ontwikkeling. De invoering van integrale tarieven, die de komende jaren zal plaatsvinden, leidt voor zorginstellingen immers tot een toename van de exploitatierisico s. Aangezien de budgettaire spanning het zorginstellingen moeilijk maakt om de vermogenspositie binnen een kort tijdbestek aan te passen, getuigt een vroegtijdige en geleidelijke opbouw van een adequate buffer naar de zienswijze van het WƒZ van een vooruitziende blik en verstandig financieel beleid. 22

23 De exploitatieresultaten In de onderstaande grafiek zijn de exploitatieresultaten 2005 van WƒZdeelnemers, uitgedrukt als percentage van het budget van de instelling, gerangschikt naar oplopende omvang. De grafiek laat zien dat de spreiding in de exploitatieresultaten fors is: van 12,4% negatief tot 14,9% positief. Negatieve uitschieters van deze omvang zijn in verhouding tot het aanwezige weerstandsvermogen fors te noemen, maar gelukkig nog uitzonderlijk. In totaal hadden 31 deelnemers een negatief exploitatieresultaat in Dit is ruim 10% van alle deelnemers. De kwaliteit van sturing en beheersing De kwaliteit van het sturings- en beheersingsinstrumentarium wordt steeds belangrijker, naarmate de dynamiek in de sector toeneemt. Op de eerste plaats moet het management de informatie over de lopende ontwikkelingen zo snel mogelijk hebben, want dan kan er tijdig worden bijgestuurd. Op de tweede plaats is van belang dat de informatie betrekking heeft op de belangrijke zaken en goed overzichtelijk en toegankelijk is. In veel zorginstellingen moet worden geconstateerd dat de kwaliteit van het sturings- en beheersingsinstrumentarium voor verbetering vatbaar is. Deels wordt dit veroorzaakt doordat de lat steeds hoger komt te liggen, onder meer als gevolg van actuele ontwikkelingen, zoals de invoering van de DBC s bij ziekenhuizen en de kaderregeling AO/IC. Ook fusieprocessen zijn van belang. Met betrekking tot de sturing en beheersing van de organisatie is dan doorgaans gedurende langere periode sprake van een kwetsbare situatie. Voor de komende jaren geldt dat, als gevolg van meer dynamiek in de zorgsector, het belang van een goede risico-analyse en een goed risicomanagement in zorginstellingen van wezenlijk belang wordt. In het bijzonder met betrekking tot investeringsbeslissingen, zullen de afwegingen op een andere manier moeten worden gemaakt dan in het verleden gebruikelijk was. Door het verdwijnen van de nacalculatie van kapitaallasten wordt het cruciaal dat investeringen voldoende rendabel zijn op de korte en lange termijn. Het accent verschuift dus van de investering naar de exploitatie. De bedrijfseconomische benadering van investeringsprojecten staat in de zorgsector echter nog in de kinderschoenen. DIRECTIEVERSLAG 23

24 DIRECTIEVERSLAG Doelstelling 4: informatievoorziening Het WƒZ beschikt door de omvang van het deelnemersbestand en de aard van de werkzaamheden over veel informatie ten aanzien van de praktische ontwikkelingen in zorginstellingen. Het WƒZ ziet het als één van zijn taken om belanghebbenden hiervan in kennis te stellen. Voorwaarde hierbij is dat tot individuele zorginstellingen herleidbare informatie nooit wordt verstrekt. Medio september 2006 heeft het WƒZ de resultaten van de jaarlijkse herbeoordeling gepubliceerd op de website. Deze publicatie geeft een beeld van de exploitatieresultaten en het niveau van het weerstandsvermogen van de WƒZ-deelnemers, waar mogelijk uitgesplitst naar instellingscategorie. Voor beleidsmakers geeft dit nuttige informatie over de financiële ontwikkelingen in de zorg. Voor zorginstellingen biedt het spiegelinformatie om de eigen prestaties mee te vergelijken. Alle deelnemers en overige relaties zijn over de publicatie per brief geïnformeerd. Uit de bezoekersstatistieken kan worden afgelezen dat velen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om deze gegevens in te zien en te downloaden. De actuele ontwikkeling van het deelnemersveld en de omvang van de garantieverlening kan worden gevolgd via de website van het WƒZ. Deze wordt wekelijks aangepast. Een lijst met deelnemers is eveneens beschikbaar via de website. Dit biedt verzekeraars, provincies, gemeenten of andere instanties die wellicht zijn geïnteresseerd in de vraag of bepaalde zorginstellingen zijn aangesloten bij het WƒZ, de mogelijkheid om dit vast te stellen. Via de website van het WƒZ is ook informatie verkrijgbaar over de prijsstelling van WƒZ-geborgde leningen en kan een indicatie worden verkregen van het eventuele financiële voordeel van borging. Doelstelling 5: werkzaamheden voor derden Werkzaamheden voor VWS De reguliere werkzaamheden voor VWS met betrekking tot de garantieleningen zijn zonder opzienbarende gebeurtenissen en problemen verlopen. Met betrekking tot het databestand van de Rijksgegarandeerde leningen was in de voorgaande periode al orde op zaken gesteld. Inmiddels zijn de VWS-bestanden geconverteerd naar het nieuwe automatiseringssysteem van het WƒZ, en daarmee geïntegreerd met de WƒZ-bestanden. Mutaties in de databestanden bij VWS vinden vanaf de conversie niet meer plaats. In 2005 is vastgesteld dat er bij de Rijksgarantieregelingen een zekere discrepantie bestaat tussen de formele voorwaarden bij garantieverlening (terzake van hypotheekvestiging) en de feitelijke situatie. In sommige gevallen is geen hypotheek gevestigd, terwijl dat volgens de voorschriften wel had gemoeten. Ook zijn door zorginstellingen zekerheden verleend aan banken. Dit betekent dat de positie van de overheid in geval van faillissement is ondergraven. VWS heeft aan het WƒZ opdracht verleend om in 2006 hiernaar onderzoek te verrichten en de situatie in kaart te brengen. Het WƒZ heeft over de uitkomsten van het onderzoek in december 2006 aan het ministerie gerapporteerd. 24

25 Werkzaamheden voor provincies In 2006 zijn onderzoeken uitgevoerd in opdracht van de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant. Het betreft hierbij het in kaart brengen van de kredietwaardigheidsituatie van de zorginstellingen met provinciegarantie. Voor Noord-Brabant is tevens de leningenportefeuille doorgelicht op mogelijkheden voor vervroegde aflosbaarheid. Verder zijn gesprekken gevoerd met enkele andere provincies over de mogelijke toegevoegde waarde van uitbesteding van werkzaamheden aan het WƒZ. De ontwikkeling van de risico s voor het WƒZ De kans dat het WƒZ op zijn garantieverplichtingen wordt aangesproken, hangt nauw samen met de financiële ontwikkelingen bij de deelnemende zorginstellingen. Vandaar dat periodiek herbeoordelingen worden uitgevoerd en een meer intensieve bewaking van instellingen plaatsvindt, indien sprake is van zorgelijke ontwikkelingen. Ook is in dit kader de omvang van het risicovermogen van het WƒZ een belangrijke factor. Deze eerste buffer bepaalt immers of het WƒZ aan zijn verplichtingen kan voldoen zonder dat een beroep op deelnemers of overheid hoeft te worden gedaan. Om dit inzichtelijk te maken, wordt jaarlijks een vijfjarige prognose opgesteld van de ontwikkeling van het risicovermogen. Deze aspecten komen in de navolgende paragrafen afzonderlijk aan de orde. Risicobewaking Er staan per ultimo deelnemers onder verhoogde aandacht van het WƒZ, om uiteenlopende redenen. Dit is ruim 11% van het totale aantal deelnemers. In 29 gevallen is het WƒZ overgegaan tot een hogere beoordelingsfrequentie en worden de ontwikkelingen op basis van maand- of kwartaalrapportages gevolgd. De lijst bestaat voor de helft uit ziekenhuizen of combinaties met ziekenhuizen en voor de helft uit AWBZ-instellingen. Bij 22 deelnemers is de mogelijkheid tot borging van nieuwe leningen voorlopig opgeschort. Risicoprofiel garantieportefeuille Het risicoprofiel van een zorginstelling wordt door tal van kwantificeerbare en niet-kwantificeerbare factoren beïnvloed. Het is vanzelfsprekend niet mogelijk om alle relevante kwalitatieve en kwantitatieve factoren, die in onderlinge samenhang de kredietwaardigheid bepalen, adequaat te bundelen in kengetallen en/of weer te geven in grafieken en tabellen. Dit neemt niet weg dat grafieken een bijdrage kunnen leveren aan het overzicht op de leningportefeuille en de daaraan verbonden risico s. De navolgende grafieken zijn gebaseerd op de gegevens over het boekjaar In de volgende grafiek zijn op de horizontale as de deelnemers geordend naar oplopend percentage weerstandsvermogen volgens WƒZ-definitie. Op de verticale as is de omvang van de uitstaande garanties (in miljoen euro) weergegeven. Het minst risicovol vanuit de positie van de garant is dat de punten zijn geconcentreerd rechtsonder in de grafiek. Dit betekent namelijk dat de deelnemers waaraan de garanties zijn verstrekt een gezonde financiële positie hebben, terwijl de uitstaande garanties per instelling laag zijn. Het meest risicovol is het als de puntenwolk linksboven is geconcentreerd. Dit impliceert dat de deelnemers financieel ongezond zijn (en dus het risico op claims relatief groot is), terwijl bovendien de uitstaande bedragen per instelling hoog zijn. DIRECTIEVERSLAG 25

26 De zekerheidsstructuur van het WƒZ kent meerdere lagen. Als het WƒZ financieel wordt aangesproken door financiers, omdat zorginstellingen niet meer aan hun rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, wordt het risicovermogen van het fonds aangesproken. Daalt het niveau van het risicovermogen beneden 0,25% van het bedrag waarvoor het WƒZ garant staat, dan wordt het obligo ingeroepen. Het obligo heeft de vorm van tijdelijke, renteloze leningen door deelnemers aan het WƒZ. Het obligo bedraagt maximaal 3% van het restant geborgde leningen van elke deelnemer afzonderlijk. Daarnaast is de overheid achterborg voor het WƒZ. Als het risicovermogen opnieuw zakt onder 0,25%, nadat de obligo s zijn ingeroepen, dan springt de overheid bij met renteloze leningen zolang en zo omvangrijk als nodig is om het WƒZ aan zijn verplichtingen tegenover geldgevers te laten voldoen. DIRECTIEVERSLAG De grafiek laat een verspreid beeld zien. Het merendeel van de deelnemers ligt qua vermogen in de bandbreedte van 5 tot 20%. De grafiek maakt ook duidelijk dat de garantiebedragen per deelnemer aanzienlijk kunnen zijn. Dit hangt samen met de fusie- en schaalvergrotingstendens in de zorgsector. De deelnemers waarvoor het WƒZ forse garantieverplichtingen is aangegaan, bevinden zich qua financiële positie echter aan de goede kant van de streep. Bij de minst solvabele deelnemers zijn de uitstaande garantiebedragen relatief beperkt in omvang. Bij de kredietwaardigheidanalyse is niet alleen het aanwezige weerstandsvermogen van belang. Minstens zo belangrijk is de exploitatieontwikkeling van de instelling. In de volgende grafiek is naast het weerstandsvermogen de dimensie van het exploitatieresultaat toegevoegd. De combinatie van een hoog vermogen en een positief exploitatieresultaat is vanuit het gezichtspunt van de garant het meest veilig, een laag vermogen in combinatie met een negatief exploitatieresultaat het meest risicovol. 26

27 De omvang van het risicovermogen Het risicovermogen bedroeg ultimo ,5 miljoen euro. Dit is 2,1% van de restschuld van langlopende en kasgeldleningen. Het risicovermogen wordt berekend zoals in de onderstaande tabel is weergegeven. De berekening van het risicovermogen; in euro De grafiek laat zien dat het merendeel van de deelnemers in 2005 een positief exploitatieresultaat had. Bij de instellingen met een negatief resultaat was in veel gevallen het niveau van het weerstandvermogen zodanig dat hieruit niet meteen problemen voortvloeiden. Positief is ook dat bij de deelnemers met een negatief weerstandvermogen sprake was van positieve exploitatieresultaten. Dit maakt duidelijk dat men uit het dal krabbelt. Situaties van een negatief vermogen met een negatief exploitatieresultaat ( verder afglijden ) komen niet voor Effecten (nominale waarde) Liquide middelen Subtotaal (Af ): Kortlopende schulden (crediteuren en afdrachten) (Af ): Overlopende passiva Subtotaal Risicovermogen Op grond van borgtochtovereenkomsten heeft het WƒZ zich per ultimo 2006 voor 6.706,6 miljoen euro als borg verbonden (5.963,2 miljoen euro langlopende leningen en 743,4 miljoen euro kasgeldleningen). Het WƒZ stelt zich tegenover geldgevers garant voor de betaling van rente en aflossing van de geborgde leningen. Als extra zekerheid om aan deze voorwaardelijke verplichting te kunnen voldoen, kan het WƒZ in noodgevallen een beroep doen op de deelnemende zorginstellingen. Deze obligoverplichting heeft de vorm van tijdelijke renteloze leningen door deelnemers aan het WƒZ. Het opvraagbare obligo is maximaal 3% van het restant geborgde leningen van elke deelnemer DIRECTIEVERSLAG 27

28 DIRECTIEVERSLAG afzonderlijk en bedraagt per 31 december 2006 in totaal 201,2 miljoen euro. De som van risicovermogen en oproepbare obligo s bedroeg 340,7 miljoen euro. Dit is 5,1% van de restschuld. Het obligo kan door het WƒZ worden opgevraagd bij de deelnemers als het risicovermogen van het WƒZ is gedaald onder het minimumniveau van 0,25% van het restant geborgde leningen per 31 december van het laatst verstreken kalenderjaar. Liquiditeitsprognose In artikel 9.2.b van de statuten van het WƒZ is vastgesteld dat de directie jaarlijks een meerjarige liquiditeitsprognose opstelt en deze ter goedkeuring voorlegt aan de Raad van Toezicht. Deze verplichting is ook opgenomen in artikel 3.4 van de Overeenkomst Staat der Nederlanden / Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector, waarin de achterborgpositie is geregeld. Met liquiditeitsprognose wordt in dit verband bedoeld de berekeningen die deelnemers en overheid een indruk moeten geven van de kans dat zij op hun financiële verplichtingen worden aangesproken. De doorslaggevende variabele in de berekeningen is de omvang van de garantieverlening. Hierbij worden uiteenlopende scenario s doorgerekend. De berekeningen laten zien dat het percentage risicovermogen in de periode in alle scenario s ruim boven het vereiste minimum blijft. Dat zou betekenen dat geen obligo of achterborg hoeft te worden ingeroepen. Ten principale geldt echter dat cijfermatige prognoses, dus ook de liquiditeitsprognose van het WƒZ, de fundamentele onzekerheid over de toekomst niet weg kunnen nemen. Ramingen zijn immers zo goed als de veronderstellingen die eraan ten grondslag liggen. Belangrijk hierbij is de aanname dat het WƒZ niet te maken krijgt met financiële claims in de periode Perioden van 5 jaar zijn, gelet op de beleidsmatige ontwikkelingen die zich momenteel voltrekken, steeds moeilijker te overzien. Er is momenteel echter geen enkele aanwijzing dat de garanties in de komende tijd zullen worden ingeroepen. De liquiditeitsprognose is op 13 december 2006 besproken met VWS en op 15 december 2006 in de vergadering van de Raad van Toezicht van het WƒZ vastgesteld. Intern-organisatorische aspecten WƒZ Bureau-organisatie Het WƒZ bestond per 31 december 2006 uit 16 personeelsleden, samen 15,15 fulltime equivalenten. Eind 2005 was de omvang 15,35 fulltime equivalenten. Voor 2007 is geen formatieverandering voorzien. In 2006 heeft een onderzoek plaatsgevonden door de Arbodienst in het kader van een risico-inventarisatie en -evaluatie. Het rapport gaf, afgezien van een enkele aanbeveling, een positief beeld en geen aanleiding voor intensieve aandacht. Het ziekteverzuim onder medewerkers bedroeg in het verslagjaar 2,8%. Dit is laag te noemen. De personele organisatie per 31 december 2006 Functie Aantal Fte Directeur 1 1 Plaatsvervangend directeur 1 1 Secretarieel / administratief 6 5,15 Analisten 8 8 Totaal 16 15,15 28

29 De personele organisatie per 12 maart 2007 opgelopen. De kosten daarentegen zijn redelijk binnen de oorspronkelijke begroting gebleven. Voor een (beperkt) aantal aanvullende wensen van de kant van het WƒZ zijn meerkosten in rekening gebracht. De uitvoerige voorbereiding heeft vruchten afgeworpen in de vorm van een probleemloze conversie van databestanden en een soepele incorporatie van het systeem in de werkprocessen. Automatisering De groei van het aantal deelnemers en leningtransacties in de afgelopen jaren heeft als gevolg gehad dat de databestanden van het WƒZ zeer sterk in omvang zijn toegenomen. Daardoor nam ook de behoefte aan een meer gebruiksvriendelijk, robuust en betrouwbaar automatiseringsbestand bij het WƒZ toe. Het automatiseringsproject is na een grondige interne voorbereiding eind 2005 / begin 2006 gestart. Om het project te begeleiden, is een deskundige ingeschakeld van Het Expertise Centrum. De complexiteit van de processen bij het WƒZ bleek gedurende het project door de automatiseringsdeskundigen te zijn onderschat, waardoor de oorspronkelijke projectplanning vertraging heeft Communicatie en pr Hierbij kan het volgende worden vermeld: Het jaarverslag 2005 is breed verspreid, en heeft aandacht in de media gehad. Het WƒZ-bulletin is 1 keer gepubliceerd en breed verspreid. De directeur heeft in artikelen gepubliceerd in tijdschriften; verder is een bijdrage geleverd aan enkele interviews in tijdschriften. Er is diverse keren telefonisch informatie verstrekt aan belanghebbenden. Er zijn 7 externe presentaties gegeven op symposia en congressen. De resultaten van de herbeoordeling zijn medio september 2006 gepubliceerd op de website van het WƒZ. Documentatie en procedures In 2006 zijn de nieuwe statuten en het reglement van deelneming formeel vastgesteld. De overeenkomst inzake de uitwisseling van informatie tussen WƒZ en VWS is hierop aangepast. Verder is er een nieuw reglement van bezwaar opgesteld. Deze stukken zijn voor belanghebbenden beschikbaar via de website van het WƒZ. In overleg met de Nederlandse Vereniging van Banken is een vernieuwde akte opgesteld over de verdeling van hypothecaire zekerheden tussen WƒZ en banken in situaties waarin sprake is van zowel geborgde als ongeborgde financiering. DIRECTIEVERSLAG 29

Samenvatting jaarverslag 2010

Samenvatting jaarverslag 2010 Samenvatting jaarverslag 2010 Voor uitgebreide versie: www.wfz.nl Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon

Nadere informatie

bulletin Samenvatting jaarverslag WFZ 2013 Algemene Ontwikkelingen Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 16, nummer 1, april 2014 Special

bulletin Samenvatting jaarverslag WFZ 2013 Algemene Ontwikkelingen Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 16, nummer 1, april 2014 Special Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaargang 16, nummer 1, april 214 Special bulletin Algemene Ontwikkelingen Samenvatting jaarverslag WFZ 213 In de zorgsector voltrekken zich ingrijpende veranderingen. De

Nadere informatie

Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ

Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ 1. Formele inbedding toezicht en verantwoording WFZ De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (hierna aangeduid als: 'WFZ') is het garantie-instituut

Nadere informatie

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control Grip op Financiën 13 januari 2015 Sector Control Opbouw presentatie Inzicht in ontwikkeling leningenportefeuille en rente Normenkader van de gemeente Eindhoven Beheersmaatregelen Huidige leningenportefeuille

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. Het exploitatieresultaat en

Nadere informatie

j a a r v e r s l a g

j a a r v e r s l a g inhoud Voorwoord 7 Verslag Raad van Toezicht Jaarrekening 13 Decharche 13 Werkzaamheden Raad van Toezicht 13 Samenstelling en vergoeding Raad van Toezicht 16 Directieverslag Inleiding 21 Continuïteit van

Nadere informatie

Jaarverslag 2008 Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2008 Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2008 Waarborgfonds voor de Zorgsector Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp:

Nadere informatie

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-974 eindigt op 31 december 2008. d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'.

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-974 eindigt op 31 december 2008. d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'. BELEIDSREGEL Rente 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (ZVW) en wordt geleverd door instellingen voor medisch specialistische

Nadere informatie

Samenvatting jaarverslag 2011

Samenvatting jaarverslag 2011 Samenvatting jaarverslag 2011 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Samenvatting jaarverslag 2011 Zie voor de uitgebreide versie: www.wfz.nl Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus

Nadere informatie

waarborgfonds voor de zorgsector Inhoud Voorwoord 3

waarborgfonds voor de zorgsector Inhoud Voorwoord 3 Jaarverslag 2003 waarborgfonds voor de zorgsector Inhoud Voorwoord 3 Verslag Raad van Toezicht 5 Jaarrekening 5 Decharge 5 Werkzaamheden Raad van Toezicht 5 Remuneratie 6 Samenstellling Raad van Toezicht

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: de stichting); REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting"); in aanmerking genomen het volgende: A) de statutaire

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN Berenschot Evaluatie wet VTH Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN 22 mei 2017 Bijlage 3. Analyse financiële ratio s omgevingsdiensten Inleiding In deze

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2018 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. In het kader van risicobeoordeling

Nadere informatie

Directiereglement Waarborgfonds voor de Zorgsector

Directiereglement Waarborgfonds voor de Zorgsector Directiereglement Waarborgfonds voor de Zorgsector Inleiding De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (hierna aangeduid als: 'WFZ') wordt bestuurd door een eenhoofdige directie (hierna aangeduid als:

Nadere informatie

Jaarverslag 2010 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2010 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2010 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00378506. Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00378506. Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014 Zaaknummer: 00378506 Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014 Collegevoorstel Inleiding Bij de begrotingsbehandeling 2014 is unaniem een motie van het CDA aangenomen waarin u wordt verzocht de toepasbaarheid

Nadere informatie

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi Audit Alert 25 Verklaringen bij jaarrekeningen van AWBZ- en GGZ-instellingen indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2019

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2019 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2019 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. In het kader van risicobeoordeling

Nadere informatie

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6 2.7 Financiering Algemeen Deze paragraaf informeert de raad over het treasurybeleid en het risicobeheer van de financieringsportefeuille. De kaders hiervoor zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting ROC TOP Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42625 Onderzoeksnummer : 289366 Periode onderzoek : Jan -Oktober 2016 Datum vaststelling : November 2016

Nadere informatie

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-1095 eindigt op 31 december 2008. d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'.

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-1095 eindigt op 31 december 2008. d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'. BELEIDSREGEL CI-1134 Rente 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (ZVW) die wordt geleverd door instellingen voor medisch

Nadere informatie

Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014

Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014 Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014 Het gewogen gemiddelde exploitatieresultaat 2013 (uitgedrukt als percentage van de totale opbrengsten) is 1,8%. Dit is een daling ten opzichte van 2012 (2,3%).

Nadere informatie

J A A R STUKKEN 2 0 12. Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

J A A R STUKKEN 2 0 12. Energiek BV. Permar Energiek BV Ede J A A R STUKKEN 2 0 12 Energiek BV Permar Energiek BV Ede Opmaakdatum:31 mei 2013 Jaarstukken 2012 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 31 mei 2013 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41814 Onderzoeksnummer : 284469 Edocsnummer : 4910737

Nadere informatie

Jaarrekening 15 Decharge 15 Werkzaamheden Raad van Toezicht 15 Samenstelling en vergoeding Raad van Toezicht 17

Jaarrekening 15 Decharge 15 Werkzaamheden Raad van Toezicht 15 Samenstelling en vergoeding Raad van Toezicht 17 inhoud voorwoord 7 verslag raad van toezicht Jaarrekening 15 Decharge 15 Werkzaamheden Raad van Toezicht 15 Samenstelling en vergoeding Raad van Toezicht 17 directieverslag Doelstellingen en positie WƒZ

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV Datum: 10 april 2018 Spuiboulevard 298 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARSTUKKEN ROM-D HOLDING NV 2016 - BLADZIJDE 2 INHOUDSOPGAVE 1.

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011

Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011 1 Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011 2 Inhoud Verslag van het bestuur 3 1.1 Oprichting 1.2 Doel en vermogen 1.3 Gang van zaken in 2011 Jaarrekening 2.1 Balans per

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2056

BELEIDSREGEL BR/CU-2056 BELEIDSREGEL Rente Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

Stichting Steunfonds KansPlus gevestigd te Houten

Stichting Steunfonds KansPlus gevestigd te Houten gevestigd te Houten Rapport inzake de Jaarrekening 2012 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Accountantsrapport 1.1 Opdracht 2 1.2 Algemeen 3 1.3 Resultaten 4 1.4 Financiële positie 5 2. Jaarrekening 2.1 Balans per

Nadere informatie

Jaarrekening 2014 Stichting Samenwerkingsfonds UMC St Radboud Kilimanjaro Christian Medical Centre

Jaarrekening 2014 Stichting Samenwerkingsfonds UMC St Radboud Kilimanjaro Christian Medical Centre Jaarrekening 2014 Stichting Samenwerkingsfonds UMC St Radboud Kilimanjaro Christian Medical Centre Samengesteld door: Radboudumc Servicebedrijf, Productgroep Financiën Administratie Verbonden rechtspersonen

Nadere informatie

Datum 7 januari Obligobeleid WSW. Uitwerking artikel 18 Reglement van Deelneming. Waarborgfonds Sociale Woningbouw

Datum 7 januari Obligobeleid WSW. Uitwerking artikel 18 Reglement van Deelneming. Waarborgfonds Sociale Woningbouw Uitwerking artikel 18 Reglement van Deelneming 2/6 1. Inleiding In artikel 18 van het Reglement van Deelneming (RvD) wordt ingegaan op de obligoverplichting van deelnemende corporaties. WSW heeft dit artikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSCOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20619 17 juli 2015 Regeling van de Minister van innenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198,

Nadere informatie

NEDERLANDSE FEDERATIE VOOR NEFROLOGIE TE UTRECHT. Rapport inzake jaarstukken maart 2018

NEDERLANDSE FEDERATIE VOOR NEFROLOGIE TE UTRECHT. Rapport inzake jaarstukken maart 2018 NEDERLANDSE FEDERATIE VOOR NEFROLOGIE TE UTRECHT Rapport inzake jaarstukken 2017 22 maart 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina BEOORDELINGSVERKLARING 1 Beoordelingsverklaring 2 2 Algemeen 3 3 Financiële positie 5

Nadere informatie

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2017

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2017 Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2017 Inleiding Deze rapportage geeft een beeld op sectorniveau van de exploitatieresultaten en vermogensposities van de WFZdeelnemers. In het kader van risicobeoordeling

Nadere informatie

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Risicomanagement Risicomanagement is het proces waarbij de organisatie continue en systematisch doorlopen wordt op risico s, met als doel de gevolgen ervan

Nadere informatie

Stichting Prof. Dr. G. C. Heringa-Fonds Gevestigd te Utrecht Jaarrapport 2011

Stichting Prof. Dr. G. C. Heringa-Fonds Gevestigd te Utrecht Jaarrapport 2011 1 Stichting Prof. Dr. G. C. Heringa-Fonds Gevestigd te Utrecht Jaarrapport 2011 2 Inhoud 1 Bestuursverslag 3 Jaarrekening 2.1 Balans per 31 december 2011 5 2.2 Staat van baten en lasten over 2011 5 2.3

Nadere informatie

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering BEGROTING 2014 Paragraaf Financiering Ambtelijke programmamanager Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Inleiding In de BBV 2004 (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten) is een paragraaf financiering

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Jaarverslaggeving 2013

Jaarverslaggeving 2013 Jaarverslaggeving 2013 gevestigd te 't Harde (statutair gevestigd te Oldebroek) Inhoud pagina 1.1 Verslag bestuur 2 2.1 Balans per 31 december 2013 3 2.2 Staat van baten en lasten over 2013 5 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Aan de Commissie Algemeen Bestuur en Middelen

Aan de Commissie Algemeen Bestuur en Middelen Made, 15-10-2002 Aan de Commissie Algemeen Bestuur en Middelen Commissievergadering d.d. 24.10.2002 Agendapunt: 12 Onderwerp: Verzoek van de Stichting De Wijngaard om gemeentegarantie te verlenen voor

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij STICHTING GEERT GROOTE SCHOOL Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 94433 Onderzoeksnummer : 248484 Datum onderzoek : oktober 2012 januari 2014

Nadere informatie

Stichting Benedictus Labre

Stichting Benedictus Labre Stichting Benedictus Labre Boekjaar 2015 Stichting Benedictus Labre Utrecht 6 april 2016 Inhoud Blad Inhoud 2 Contactgegevens 2 Jaarverslag over boekjaar 2015 3 Jaarrekening 2015 4 Toelichting op de jaarrekening

Nadere informatie

Financiële kengetallen vastgoed gehandicaptenzorg

Financiële kengetallen vastgoed gehandicaptenzorg Financiële kengetallen vastgoed gehandicaptenzorg Door de komst van de Wmo zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de ondersteuning van extramurale cliënten en voor de zorg voor lichte verblijfscliënten.

Nadere informatie

Reglement Bestuur. Inleiding. 1. De bestuurstaak

Reglement Bestuur. Inleiding. 1. De bestuurstaak Reglement Bestuur Inleiding Dit is het reglement van het (collegiaal) bestuur van Stichting SVn als bedoeld in artikel 14 lid 1 van de Statuten van die stichting. Het wordt vastgesteld door het bestuur

Nadere informatie

Stichting Vrienden Toon Hermans Huis te Amersfoort

Stichting Vrienden Toon Hermans Huis te Amersfoort te Amersfoort Rapport inzake jaarstukken 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2016 5 2 Staat van baten en lasten over 2016 6 3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Jaarverslaggeving 2017

Jaarverslaggeving 2017 Jaarverslaggeving 2017 gevestigd te 't Harde (statutair gevestigd te Oldebroek) Inhoud pagina 1.1 Verslag bestuur 2 2.1 Balans per 31 december 2017 3 2.2 Staat van baten en lasten over 2017 5 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Publicatierapport 2013/2014. Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 56156006

Publicatierapport 2013/2014. Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 56156006 Coöperatie HSLnet u.a. Jan Deckersstraat 29 5591 HN Heeze Publicatierapport 2013/2014 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 56156006 Vastgesteld door de Ledenraad d.d. 19 januari

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT Bij Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 31075 Onderzoeksnummer : 4148024 Datum onderzoek : 2 juli 2013

Nadere informatie

Jaarverslaggeving 2014

Jaarverslaggeving 2014 Jaarverslaggeving 2014 Stichting Vrienden van het EBC gevestigd te 't Harde (statutair gevestigd te Oldebroek) Inhoud pagina 1.1 Verslag bestuur 2 2.1 Balans per 31 december 2014 3 2.2 Staat van baten

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Stichting Orkater Amsterdam jaarrapport 2017

Stichting Orkater Amsterdam jaarrapport 2017 JAARRAPPORT 2017 Archangelkade 15 1013 BE AMSTERDAM Algemeen Doelstelling: Het doel van de stichting is: - het mogelijk maken, bevorderen en in administratief-technische zin begeleiden van activiteiten

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2012 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 4 Fiscale positie

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Jaarrekening 1 Balans per 31 december 2014 2 Staat van baten en lasten over 2014 3 Waarderingsgrondslagen 4 Toelichting op de Balans per 31 december 2014 5 Toelichting op

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 4 Fiscale positie

Nadere informatie

Beleidsnota verbonden partijen

Beleidsnota verbonden partijen Beleidsnota verbonden partijen SAMENVATTING Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een financieel en een bestuurlijk belang heeft. Een financieel

Nadere informatie

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk 1. Inleiding Tijdens de bespreking van de voortgang van de uitwerking van de governance van Havenschap Moerdijk in de gemeenteraad

Nadere informatie

Stichting Domiliana Hunzestraat 12 7417 XG Deventer. Jaarverslag 2012

Stichting Domiliana Hunzestraat 12 7417 XG Deventer. Jaarverslag 2012 Stichting Domiliana Hunzestraat 12 7417 XG Deventer Jaarverslag 2012 Stichting Domiliana Pagina: - 1 - Geacht bestuur, Hierbij brengen wij rapport uit omtrent de gegevens in de jaarrekening 2012 van uw

Nadere informatie

Stichting MicroHulp Helmond

Stichting MicroHulp Helmond Stichting MicroHulp Helmond te Helmond Jaarrekening 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina Algemeen 2 Jaarrekening 2016 Balans per 31 december 2016 3 Resultatenrekening over 31 december 2016 4 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Persbericht. N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2015

Persbericht. N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2015 Persbericht N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2015 Resultaat Bever Holding heeft het verslagjaar afgesloten met een positief resultaat na belastingen van ca. EUR 29 duizend (2014: EUR 2,7 miljoen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Pagina

INHOUDSOPGAVE Pagina Stichting Nederlandse Draf en Rensport Waalsdorperlaan 29 2244 BN Wassenaar Publicatieverslag 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina Algemeen 1 Balans per 31 december 2013 2 Staat van baten en lasten over 2013 3 Grondslagen

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector

Jaarverslag 2012 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Jaarverslag 2012 Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector Waarborgfonds voor de Zorgsector Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht T 030 273 96 36 F 030 273 96 04 mail@wfz.nl www.wfz.nl Colofon Ontwerp:

Nadere informatie

UMC St Radboud Steunstichting Verloskunde en Gynaecologie te Nijmegen

UMC St Radboud Steunstichting Verloskunde en Gynaecologie te Nijmegen Rapport Uitgebracht aan het bestuur van de UMC St Radboud Steunstichting Verloskunde en Gynaecologie te Nijmegen inzake financieel jaarverslag 2016 samengesteld door: Radboudumc Concernstaf Financiën Subafdeling

Nadere informatie

Verslag Raad van Toezicht 4

Verslag Raad van Toezicht 4 Jaarverslag 1999 waarborgfonds voor de zorgsector Inhoud Voorwoord 3 Verslag Raad van Toezicht 4 Directieverslag 6 Verslag 1999 6 Aantal deelnemers 6 Borgstellingsverklaringen 6 Bedrijfsresultaat 6 Risicovermogen

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN D E F I N I T I E F FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij: Stichting Noventa Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41005 Onderzoeksnummer : 279870/ 4499332 Naam: : Stichting Noventa

Nadere informatie

Stichting MicroHulp Helmond

Stichting MicroHulp Helmond Stichting MicroHulp Helmond te Helmond Jaarrekening 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina Algemeen 2 Jaarrekening 2014 Balans per 31 december 2014 3 Resultatenrekening over 2014 4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

2.1.1 De berekening van de aanvaardbare rentekosten wordt gebaseerd op het financieringsvolume. Dit bestaat uit de volgende kapitaalbestanddelen:

2.1.1 De berekening van de aanvaardbare rentekosten wordt gebaseerd op het financieringsvolume. Dit bestaat uit de volgende kapitaalbestanddelen: Bijlage 9 bij 140/142/03/10c en 145/03/12c Rente 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel is van toepassing op organen voor gezondheidszorg als vermeld in artikel 1, onder A, nummer 10 (èn toegelaten voor verblijf

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Nummer 2018/06

RAADSVOORSTEL. Nummer 2018/06 RAADSVOORSTEL Nummer 2018/06 datum raadsvergadering : 15 februari 2018 onderwerp : Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Primair (St. OOP) 2018 portefeuillehouder : M.C. van der Weele datum raadsvoorstel

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

Omzetting van een stichting naar een BV

Omzetting van een stichting naar een BV Omzetting van een stichting naar een BV 1. Voorwaarden voor omzetting naar een BV In onderstaande tabel zijn belangrijke risico's en aandachtspunten weergegeven die verband houden met de omzetting van

Nadere informatie

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012 AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN Jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 1 Opdracht 2 2 Algemeen 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 5 5 Directieverslag 6 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage s-gravenhage Jaarrekening 2014 18 juni 2015-1 - Inhoud Blad Jaarrekening 2014 3 Bestuursverslag 4 Jaarrekening 7 Balans per 31 december 2014 (na bestemming batig saldo) 8 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 JAARVERSLAG 2014 STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 2011 EV HAARLEM Haarlem, 7 april 2015-1 - INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Resultaat 4 3 Financiële positie 5 4 Kengetallen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Leiderdorp Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41316 Onderzoeksnummer : 285715 Documentnummer

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2018 STG ARCHITECTUURCENTRUM EINDHOVEN Eindhoven

JAARSTUKKEN 2018 STG ARCHITECTUURCENTRUM EINDHOVEN Eindhoven JAARSTUKKEN 2018 STG ARCHITECTUURCENTRUM EINDHOVEN Eindhoven Stichting Architectuurcentrum Eindhoven (ACE) INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Geacht bestuur,............................................. 3 Stichting

Nadere informatie

Stichting Steun Sonshine

Stichting Steun Sonshine Rapport inzake de jaarverslaggeving 2015 Inhoudsopgave Pagina 1. JAARREKENING 1.1 Balans per 31 december 2015 2 1.2 Staat van baten en lasten over 2015 4 1.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Rapport. Uitgebracht aan het bestuur van. UMC St Radboud Steunstichting Medische Psychologie. te Nijmegen INZAKE FINANCIEEL JAARVERSLAG 2016

Rapport. Uitgebracht aan het bestuur van. UMC St Radboud Steunstichting Medische Psychologie. te Nijmegen INZAKE FINANCIEEL JAARVERSLAG 2016 Rapport Uitgebracht aan het bestuur van UMC St Radboud Steunstichting Medische Psychologie te Nijmegen INZAKE FINANCIEEL JAARVERSLAG 2016 Samengesteld door: Radboudumc Financiën Blad-1 INHOUDSOPGAVE Blad

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 2 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Doelstelling 5 3. Referentie voor beoordeling 6 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013

Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013 Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 1 1. Opdracht 2 2. Resultaat 3 3. Vermogenspositie Jaarstukken 2013 Jaarrekening

Nadere informatie

De schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag.

De schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag. Startpunt van de houdbaarheidstest is de beginbalans van het lopende boekjaar. Hiervan worden alle bezittingen op de linkerzijde van de balans en de schulden op de rechterzijde van de balans in ogenschouw

Nadere informatie

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen ZorgRating Financiële gezondheid ziekenhuizen Financiële positie ziekenhuizen verbetert, personeel niet in loondienst en dure geneesmiddelen zetten operationele kasstroom onder druk Financiële positie

Nadere informatie

STICHTING WINKELFONDS DUITSLAND 10 TE EINDHOVEN. Rapport inzake jaarstukken 2014/ september 2016

STICHTING WINKELFONDS DUITSLAND 10 TE EINDHOVEN. Rapport inzake jaarstukken 2014/ september 2016 STICHTING WINKELFONDS DUITSLAND 10 TE EINDHOVEN Rapport inzake jaarstukken 2014/2015 28 september 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG Algemeen 4 Fiscale positie 5 JAARREKENING Balans per 31 december

Nadere informatie

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012 STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012 De financiële verantwoording van de Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum bestaat uit de volgende onderdelen:

Nadere informatie

Stichting Domiliana Hunzestraat 12 7417 XG Deventer. Jaarverslag 2014

Stichting Domiliana Hunzestraat 12 7417 XG Deventer. Jaarverslag 2014 Stichting Domiliana Hunzestraat 12 7417 XG Deventer Jaarverslag 2014 Stichting Domiliana Pagina: - 1 - Geacht bestuur, Hierbij brengen wij rapport uit omtrent de gegevens in de jaarrekening 2014 van uw

Nadere informatie

VERKORTE JAARREKENING 2016 STICHTING KRANENBURGH Bergen (NH), 8 mei 2017

VERKORTE JAARREKENING 2016 STICHTING KRANENBURGH Bergen (NH), 8 mei 2017 VERKORTE JAARREKENING 2016 STICHTING KRANENBURGH Bergen (NH), 8 mei 2017 Foto Peter H. Toxopeus INHOUDSOPGAVE PAGINA Verkorte jaarrekening Balans per 31 december 2016 1-2 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015 PERSBERICHT Propertize op koers met afbouw Utrecht, 3 juli 2015 Propertize heeft op 3 juli 2015 zijn Jaarverslag 2014 gepubliceerd. Uit de cijfers blijkt dat de netto omvang van de portefeuille aan vastgoedfinancieringen

Nadere informatie

Memo van het College van B&W

Memo van het College van B&W Aanleiding In de commissie Ruimte van 22 mei 2014 zijn vragen gesteld over het risicoprofiel van de parkeerexploitatie gerelateerd aan het project Waterfront. In deze commissie is het voorstel van administratieve

Nadere informatie

Artikel 1. Definities

Artikel 1. Definities Verordening 212 Het algemeen bestuur van de ISD Bollenstreek besluit, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor

Nadere informatie

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen 8 JAARREKENING 8.1 Balans per 31 december na resultaatbestemming ACTIVA 31 december 2017 Vaste activa Materiële vaste activa Collectie 1 1 Inventaris 1.696 3.040 1.697 3.041 Vlottende activa Balievoorraad

Nadere informatie

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr. Financieringsmemo juni 2015 nr. Aan: Treasurycommissie Van: Arjan van de Wetering Datum: 15 juni 2015 Onderwerp: Herfinanciering leningen Afschrift aan: vul in Probleemstelling: Eind juni moeten een vaste

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 HALFJAARVERSLAG AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 3 2 Balans per 30 juni

Nadere informatie

Stichting MeeleefGezin. Jaarverslag 2012

Stichting MeeleefGezin. Jaarverslag 2012 Jaarverslag Utrecht, 3 juli 2013 Inhoudsopgave Bestuursverslag 3 Jaarrekening Balans per 31 december 6 Staat van baten en lasten 7 Toelichting 8 Overige gegevens 12 2 Bestuursverslag Algemeen De stichting

Nadere informatie

Uitgebracht aan het bestuur van de. Stichting Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking van de Katholieke Universiteit. te Nijmegen

Uitgebracht aan het bestuur van de. Stichting Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking van de Katholieke Universiteit. te Nijmegen Uitgebracht aan het bestuur van de Stichting Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking van de Katholieke Universiteit te Nijmegen INZAKE FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017 Samengesteld door: Radboudumc Financiën Administratie

Nadere informatie

Stichting MicroHulp Helmond

Stichting MicroHulp Helmond Stichting MicroHulp Helmond te Helmond Jaarrekening 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina Algemeen 2 Jaarrekening 2015 Balans per 31 december 2015 3 Resultatenrekening over 31 december 2015 4 Grondslagen van waardering

Nadere informatie