Medezeggenschap tijdens de stille voorbereidingsfase van de pre-pack

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Medezeggenschap tijdens de stille voorbereidingsfase van de pre-pack"

Transcriptie

1 Medezeggenschap tijdens de stille voorbereidingsfase van de pre-pack Op welke wijze kunnen de tegenstrijdige belangen van het insolventierecht en het arbeidsrecht beide worden gediend? Masterscriptie Arbeidsrecht Universiteit van Amsterdam Student: Lotte Ozinga Scriptiebegeleider: prof. dr. R.M. Beltzer

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Schets van het onderwerp Onderzoeksvraag Onderzoeksmethode Plan van aanpak Verantwoording 5 2 De pre-pack: van praktijk naar wet Inleiding De Engelse pre-pack als inspiratiebron Het wetgevingstraject Voordelen van de pre-pack Arbeidsrechtelijke bedenkingen Medezeggenschap Overgang van onderneming Opvolgend werkgeverschap Misbruik van faillissementsrecht Bescherming als gevaar voor de werknemer Conclusie 13 3 Bevoegdheden OR en vakbonden op grond van de WCO I Inleiding Betrokkenheid OR als voorwaarde aan de aanwijzing (art. 363 lid 4 Fw) De beoogd R-C als bewaker van de medezeggenschap Conclusie 17

3 4 Bevoegdheden OR en vakbonden op grond van overige wet- en regelgeving Inleiding Recht op overleg (art WOR) Adviesrecht (art. 25 WOR) Het verzoek tot aanwijzing van een beoogd curator De faillissementsaanvraag Informatierecht (art e WOR) SER-Fusiegedragsregels Wet Melding Collectief Ontslag Geheimhouding OR Vakbonden Conclusie 29 5 Suggesties ter bevordering van de medezeggenschap Inleiding Uitbreiding van het informatierecht Uitbreiding van art. 363 lid 4 Fw Procedurele waarborgen voor de betrokkenheid Rechterlijke toetsing naleving informatieplicht Hoorrecht bij verzoek tot aanwijzing beoogd curator Adviesrecht zonder beroep De rol van de vakbonden Conclusie 39 6 Conclusie en aanbevelingen 41

4 Geraadpleegde literatuur 46 Aangehaalde jurisprudentie 52 Parlementaire stukken 53

5 1 Inleiding 1.1 Schets van het onderwerp De pre-pack (kort voor het Engelse pre-packaged insolvency) is een betrekkelijk nieuw fenomeen binnen het Nederlandse insolventierecht. In 2011 heeft de Rechtbank Den Bosch - als eerste rechtbank van Nederland - een verzoek tot toepassing van (een variant op) deze uit Engeland afkomstige figuur toegewezen. 1 De pre-pack is een nieuwe insolventieprocedure die kort gezegd het volgende inhoudt: een schuldenaar die zijn faillissement voorziet verzoekt de rechtbank kenbaar te maken wie als curator en rechter-commissaris worden aangesteld op het moment dat het faillissement daadwerkelijk wordt uitgesproken. De beoogd curator onderzoekt vervolgens of het mogelijk is een doorstart te maken. De doorstart wordt bij de pre-pack al in zoverre "voorgekookt" dat voor de verwezenlijking hiervan na faillietverklaring - bij wijze van spreken - nog slechts een handtekening vereist is. Zodoende kan een doorstart in relatieve rust intern worden voorbereid. De onderneming komt niet stil te liggen, en buitenstaanders zijn niet op de hoogte van het dreigende faillissement. Dit heeft als voordeel dat de schadelijke gevolgen van een faillissement beperkt blijven. 2 De figuur van de pre-pack is in 2011 door Tollenaar in Nederland geïntroduceerd, in een artikel genaamd: "Faillissementsrechters van Nederland, geef ons de pre-pack!". 3 In de jaren volgend op deze publicatie is een grote hoeveelheid literatuur over het onderwerp verschenen en is de pre-pack niet onomstreden gebleken. Waar Tollenaar zich uitsprak als voorstander van de pre-pack, en hierbij bijval kreeg van verschillende auteurs, blijken de meningen verdeeld. Er valt dan ook een tweedeling te bespeuren in de literatuur, grofweg de voor- en de tegenstanders van de pre-pack. De bezwaren die genoemd worden door de tegenstanders van de pre-pack kunnen eveneens in twee categorieën geplaats worden: de insolventierechtelijke en de arbeidsrechtelijke bezwaren. 4 Vanuit insolventierechtelijke hoek worden veelal het ontbreken van transparantie, marktwerking en een wettelijke basis als kritiekpunten genoemd. 5 Vanuit het arbeidsrecht wordt onder meer gewezen op het gebrek aan ontslagbescherming, de niet-toepasselijkheid van de regels betreffende overgang van onderneming, het gevaar van misbruik en het gebrek aan medezeggenschap. 6 Deze bezwaren lijken met name voort te komen uit de discussie over het doel van de pre-pack. Is de pre-pack gericht op liquidatie van de failliete onderneming, of op het maken van een doorstart? 7 De voor werknemers ingrijpende faillietverklaring wordt bij een pre-pack tussen de zogenoemde stille voorbereidingsfase (de fase waarin de doorstart wordt voorbereid) en de uiteindelijke doorstart "geschoven", terwijl de onderneming in feite ononderbroken kan worden voortgezet. 1 Rb. Den Bosch, 22 februari 2011, ECLI:NL:RBSHE:2011:BU8181, JOR 2011/375 (m.nt. Van Hees). 2 Van Zanten 2013 en Polak & Pannevis 2014, p Tollenaar Van der Pijl 2013b. Enige nuance is bij dit onderscheid op zijn plaats nu een insolventierechtelijk bezwaar tevens een arbeidsrechtelijk bezwaar kan zijn, en andersom. Te denken valt aan het ontbreken van normale marktwerking aangezien niet alleen schuldeisers maar ook werknemers gebaat kunnen zijn bij de meest gunstige doorstartvoorwaarden. 5 Van Hees O.a. Hufman & Zaal 2014 en Van der Pijl 2013b. 7 Beltzer

6 Het is de vraag of dit een met voldoende waarborgen omklede procedure is, zodat het faillissement niet gebruikt wordt als middel om van willekeurig personeel af te komen en de beschermende werking van het arbeidsrecht te omzeilen. In dat geval fungeert de pre-pack immers niet (hoofdzakelijk) als insolventieprocedure, maar als reorganisatiemiddel. Dat terwijl het verschil in de mate van arbeidsrechtelijke bescherming tussen een faillissement en een reorganisatie daarentegen aanzienlijk is. 8 In tegenstelling tot de meeste arbeidsrechtelijke waarborgen gelden de regels betreffende medezeggenschap onder omstandigheden behoudens het adviesrecht in beginsel onverkort bij insolventie. 9 Onderzoek van de SER-Commissie Bevordering Medezeggenschap ("CBM") wijst echter uit dat de praktijk in de onjuiste veronderstelling berust dat dit niet het geval is. 10 Vooralsnog lijkt dit ook voor de pre-packprocedure te gelden. 11 Zo was er bijvoorbeeld geen sprake van betrokkenheid van de ondernemingsraden en/of vakbonden bij de pre-packs van Neckermann en Estro, en dat terwijl een pre-pack als gevolg van de geringe arbeidsrechtelijke bescherming ingrijpende gevolgen heeft voor werknemers. 12 Te denken valt aan ontslag van een deel van de werknemers en een wijziging van de arbeidsvoorwaarden voor het deel van het personeel dat wel door de doorstartende partij wordt overgenomen. Niet alleen in het kader van belangenbehartiging maar ook voor andere doeleinden kan medezeggenschap een belangrijk instrument zijn. Zo dient de ondernemingsraad ("OR") naast het belang van de werknemers ook het belang van de onderneming. De OR kan derhalve binnen de pre-packprocedure een adviserende rol innemen. 13 Tevens kan medezeggenschap gebruikt worden om meer draagvlak te creëren voor de voorgenomen plannen. 14 Wanneer werknemers(vertegenwoordigers) worden betrokken bij hetgeen zich achter de schermen afspeelt, komen het faillissement en de daarop volgende doorstart niet als donderslag bij heldere hemel. Waar de vakbonden nu tegen veel pre-packs gerechtelijke procedures zijn gestart, neemt dit bij meer betrokkenheid wellicht af. 15 Om het gevaar van misbruik van faillissementsrecht te beperken en tegelijkertijd te compenseren voor het gebrek aan arbeidsrechtelijke bescherming bij faillissement, ligt "een actievere rol van de werknemersvertegenwoordigers wellicht voor de hand" Van der Ham Zaal 2014b. Onlangs heeft de Ondernemingskamer van het Hof Amsterdam een arrest gewezen met betrekking tot het adviesrecht van de OR in faillissementssituaties, waarover onder 4.3 meer. 10 E. Verhulp namens de SER-commissie Bevordering Medezeggenschap in reactie d.d. 14 december 2015 op een brief van de Minister van SZW d.d. 23 september Zie Zaal 2014b en Van Zanten 2015a. Dit beeld wordt bevestigd in het recentelijk gepubliceerde empirische onderzoek "Ondernemingen in financiële moeilijkheden en de arbeidsrechtelijke positie van hun werknemers" verricht door het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen waarbij in geen van de onderzochte gevallen sprake was van medezeggenschap ten aanzien van de besluitvorming omtrent de faillissementsaanvraag en de voorbereiding van de doorstart. 12 Zaal 2014b. 13 MvT, p Dix O.a. bij de pre-packs van Jan de Roos, Estro, Heiploeg en Princen. 16 Zaal

7 Waar de nadruk binnen het arbeidsrecht op de bescherming van de werknemer ligt, staat voor de curator het belang van de gezamenlijke schuldeisers voorop. 17 Om het werknemersbelang te dienen zijn tijd en geld vereist. Het zijn echter juist deze twee zaken waar het bij een prepackprocedure aan ontbreekt. 18 Bij de pre-pack staan de belangen uit het insolventierecht en het arbeidsrecht dan ook op gespannen voet. De twee rechtsgebieden zijn echter onlosmakelijk met elkaar verbonden. Van der Pijl spreekt ook wel over "het moeizame, maar onverbrekelijke huwelijk tussen deze twee verschillende rechtsgebieden". 19 Tegenstrijdigheid van belangen doet zich ook specifiek ten aanzien van medezeggenschap bij de prepackprocedure voor. Wil de pre-pack effectief zijn is immers noodzakelijk dat de beoogd curator en de ondernemer snel kunnen handelen om een doorstart te realiseren om zo continuïteit van de onderneming en behoud van werkgelegenheid te waarborgen. Wanneer een ondernemer echter geen besluit kan nemen zonder hierover eerst de OR en/of vakbonden te raadplegen, werkt een medezeggenschapstraject vertragend. 20 Daarnaast is van belang dat een zo klein mogelijke kring van personen op de hoogte is van hetgeen zich binnen de onderneming afspeelt, zodat imagoschade niet op de waarde van de onderneming drukt. Wanneer medezeggenschapsregels op de gebruikelijke wijze in acht zouden worden genomen, leidt dit mogelijk tot een inbreuk op de effectiviteit van de pre-pack. De uitoefening van de aan de OR en/of vakbond toekomende medezeggenschapsrechten werkt dan averechts, omdat dit ertoe kan leiden dat geen doorstart plaatsvindt en in het geheel geen werkgelegenheid behouden blijft. De vraag op welke wijze de OR en de vakbonden een rol kunnen spelen bij de pre-packprocedure zonder dat dit ten koste gaat van de effectiviteit van de pre-pack, brengt mij tot de onderzoeksvraag. 1.2 Onderzoeksvraag Aanleiding voor dit onderzoek is de Wet continuïteit ondernemingen I ("WCO I") die deel uitmaakt van het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht. Met de wet is onder meer codificatie van de pre-packprocedure beoogd. Vanaf de eerste toepassing van de prepackprocedure in 2011 was de pre-pack immers een in de praktijk ontwikkelde figuur zonder wettelijke basis. Ondanks het feit dat het gebrek aan medezeggenschap binnen de prepackprocedure een veelgenoemd kritiekpunt is, en vanuit de literatuur en de consultatie is gepleit voor een nadere invulling van het medezeggenschapsrecht in de WCO I, is noch in het Voorontwerp, noch in de memorie van toelichting aandacht besteed aan de medezeggenschap. 21 Op 4 juni 2015 is het wetsvoorstel WCO I verschenen. Uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel volgt dat de minister hierin mogelijk wel een rol voor de OR en/of de vakbonden bij de pre-pack ziet weggelegd, namelijk de mogelijkheid voor de rechter aan de toewijzing van een verzoek tot aanwijzing van een beoogd curator de voorwaarde te verbinden dat (één van) deze organen bij de procedure worden betrokken. 22 Op 17 Van Zanten Zaal Van der Pijl Zaal 2014b. 21 Zie voor deze kritiek Van der Pijl 2013, Zaal 2013, Zaal 2014b, Hufman, Van der Pijl & Zaal 2014 en Hufman & Zaal MvT, p

8 21 juni 2016 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel aangenomen, waarin de wijziging is opgenomen dat het raadplegen van de OR steevast als voorwaarde aan de aanwijzing van een beoogd curator wordt verbonden indien in de onderneming krachtens wettelijke bepaling een OR is ingesteld, tenzij het belang van de onderneming zich daartegen verzet. 23 Bezien moet worden in hoeverre deze beoogde vorm van medezeggenschap tegemoetkomt aan de tegenstrijdige belangen die het insolventierecht en het arbeidsrecht dienen, dan wel welke bevoegdheden de OR en/of vakbonden aan overige wet- en regelgeving kunnen ontlenen ten einde op evenwichtige wijze te worden betrokken in de stille voorbereidingsfase. Centraal in dit onderzoek staat derhalve de volgende onderzoeksvraag: Biedt de WCO I dan wel overige wet- en regelgeving voldoende ruimte voor een vorm van medezeggenschap gedurende de stille voorbereidingsfase van de pre-pack die recht doet aan belangen van zowel insolventierechtelijke als arbeidsrechtelijke aard? Naast beantwoording van bovenstaande onderzoeksvraag zal ik als aanbeveling aan de wetgever onderzoeken hoe een specifiek voor de pre-packprocedure, en dus met inachtneming van de eerder genoemde botsende belangen, ontworpen medezeggenschapsregeling naar mijn mening het beste gestalte kan krijgen. 1.3 Onderzoeksmethode Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag of de WCO I dan wel overige weten regelgeving een mate van medezeggenschap biedt die met het oog op het belang van de werknemer bevredigend is, leg ik mij toe op een literatuur- en jurisprudentieonderzoek. Het onderzoek vangt aan met bestudering van de literatuur met betrekking tot de pre-pack. In de eerste fase van het onderzoek bestudeer ik zowel de insolventie- als de arbeidsrechtelijke literatuur om zodoende een duidelijk beeld te krijgen van de pre-pack en de in de literatuur genoemde argumenten voor en tegen de pre-pack. De nadruk van het onderzoek komt (vanzelfsprekend) te liggen op de arbeidsrechtelijke literatuur. Bij het onderzoek maak ik gebruik van de websites en Meer specifiek voor parlementaire stukken zal worden geraadpleegd. Daarnaast zal ik gebruik maken van de relevante rechtsliteratuur. 1.4 Plan van aanpak Om de onderzoeksvraag te beantwoorden wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de prepackprocedure inhoudt. Allereerst wordt de totstandkoming van de pre-pack beschreven en vervolgens de huidige praktijk. Ook worden de voor- en nadelen van de pre-pack opgesomd. 23 Kamerstukken I 2015/16, , nr. A. 4

9 Steeds zal de nadruk komen te liggen op de arbeidsrechtelijke aspecten van de pre-pack. Om een volledig beeld te schetsen worden alle arbeidsrechtelijke bezwaren die met de procedure verband houden kort weergegeven, dus niet slechts het ontbreken van medezeggenschap. Tevens wordt het wetgevingstraject zoals dat er tot aan het moment van schrijven uitziet beschreven. Hoofdstuk 3 bespreekt de rol die werknemersvertegenwoordigers aan de WCO I kunnen ontlenen. Zo wordt ingegaan op de mogelijkheid voor de rechter om het betrekken van de OR als voorwaarde te verbinden aan de aanwijzing van een beoogd curator, alsmede de rol van de rechter-commissaris als zogenaamd toezichthouder van de belangenbehartiging van werknemers. In hoofdstuk 4 wordt onderzocht in hoeverre de OR en de vakbonden specifiek ten aanzien van de stille voorbereidingsfase reeds bevoegdheden kunnen ontlenen aan de overige weten regelgeving. Zo komen eerst de relevante bevoegdheden die voortvloeien uit de WOR aan bod, te weten het recht op overleg, het adviesrecht en het informatierecht. Vervolgens worden de bevoegdheden op grond van de SER-Fusiegedragsregels 2015 en de Wet Melding Collectief Ontslag besproken. Tenslotte wordt uiteengezet op welke wijze de OR en vakbonden tot geheimhouding kunnen worden verplicht. Op basis van de hoofdstukken 3 en 4 kan in beginsel een antwoord op de onderzoeksvraag worden geformuleerd. Nu door een aantal auteurs ook buiten de grenzen van het in hoofdstuk 3 en 4 gestelde kader te weten de WCO I en de overige wet- en regelgeving is gekeken, beschrijft hoofdstuk 5 de uit de literatuur afkomstige suggesties ter bevordering van de medezeggenschap in de stille voorbereidingsfase van de pre-packprocedure. Teneinde een antwoord op de onderzoeksvraag te geven zal in hoofdstuk 6 tot een conclusie worden gekomen. Deze conclusie zal bestaan uit een samenvatting van de voorgaande hoofdstukken, waaronder de gevolgtrekkingen uit het onderzoek. Ongeacht het antwoord op de onderzoeksvraag of de WCO I dan wel de overige wet- en regelgeving voldoende ruimte biedt voor een vorm van medezeggenschap gedurende de stille voorbereidingsfase van de pre-pack die recht doet aan belangen van zowel insolventierechtelijke als arbeidsrechtelijke aard, en derhalve ongeacht de noodzaak hiervan, worden in hoofdstuk 6 een aantal aanbevelingen aan de wetgever gedaan. Deze aanbevelingen strekken ertoe inzichtelijk te maken hoe een specifiek voor de (stille voorbereidingsfase van de) pre-packprocedure ontworpen medezeggenschapsregeling er naar mijn mening idealiter uit zou kunnen zien. Het hoofdstuk sluit af met enkele slotopmerkingen. 1.5 Verantwoording Dit onderzoek richt zich op de pre-pack vanuit arbeidsrechtelijk perspectief. Ondanks het feit dat de pre-pack een insolventierechtelijk instrument is, wordt getracht slechts omwille van het onderzoek in te gaan op het insolventierechtelijke perspectief. De kritiek op de pre-pack 5

10 vanuit insolventierechtelijke hoek, zoals bijvoorbeeld omtrent de positie van de curator, wordt derhalve niet behandeld. Eveneens buiten beschouwing blijft de medezeggenschapspositie van de OR en de vakbonden na de faillietverklaring. Uitoefening van medezeggenschapsrechten na faillietverklaring acht ik bij een pre-packprocedure van geringe invloed op de besluitvorming van de curator ten aanzien van de beoogde doorstart. Het idee van de pre-pack is immers dat deze al zo veel mogelijk is voorbereid voor de faillietverklaring, zodat direct na de faillietverklaring de doorstart in gang kan worden gezet. Het onderzoek ziet derhalve slechts op de medezeggenschapsrechten die in de stille voorbereidingsfase tot de beschikking van de OR en de vakbonden (zouden moeten) staan. De WCO I bevat een wijziging van art. 74 Fw. In het voorgestelde artikel is bepaald dat de rechter bij de faillietverklaring die volgt op een stille voorbereidingsfase, een voorlopige commissie van schuldeisers (ook wel crediteurencommissie genoemd) instelt. Nu uit de memorie van toelichting volgt dat het volgens de minister in de rede ligt dat werknemers plaats nemen in de crediteurencommissie, kan deze commissie als medezeggenschapsinstrument worden beschouwd. Aangezien de crediteurencommissie op zijn vroegst benoemd wordt bij het vonnis van faillietverklaring, valt deze evenwel buiten de reikwijdte van de onderzoeksvraag. De bevoegdheid van de vakbond en de OR om op grond van art. 10 Fw verzet aan te tekenen tegen de faillietverklaring wegens misbruik van faillissementsrecht, wordt evenzeer niet besproken. Niet alleen omdat deze procedure na faillietverklaring plaatsvindt - en voorkomen mijns inziens beter is dan genezen - maar ook omdat dit onderwerp geen direct verband houdt met de uitoefening van medezeggenschapsrechten. Het spreekrecht dat op grond van art. 2:107a BW aan de OR van een (dochtermaatschappij van een) naamloze vennootschap kan toekomen, komt eveneens niet aan behandeling toe nu art. 363 lid 6 van de WCO I dit recht expliciet niet van toepassing verklaard op het verzoek tot aanwijzing van een beoogd curator. 6

11 2 De pre-pack: van praktijk naar wet 2.1 Inleiding Ruim vijf jaar nadat de pre-packprocedure voor het eerst in Nederland werd toegepast is de figuur nu het wetsvoorstel door de Tweede Kamer is aangenomen welhaast wettelijk verankerd. Zowel de wijze waarop de pre-pack zich in de praktijk heeft ontwikkeld, alsmede hoe de figuur in de wet vorm heeft gekregen, is met name vanuit arbeidsrechtelijke hoek op de nodige kritiek komen te staan. Naast een algemene omschrijving van de pre-packprocedure wordt in het navolgende beschreven hoe de pre-pack zich binnen de Nederlandse praktijk heeft ontwikkeld, hoe het wetgevingstraject verloopt en wordt in hoofdlijnen een beeld geschetst van de voor- en nadelen die aan de pre-packprocedure zijn verbonden. Vanzelfsprekend ligt hierbij steeds de nadruk op het arbeidsrechtelijke perspectief. 2.2 De Engelse pre-pack als inspiratiebron Tollenaar verwijst in zijn artikel naar verschillende buitenlandse jurisdicties waarin de prepack reeds wordt toegepast. Zo bespreekt hij de Amerikaanse pre-pack en de Engelse prepack, alvorens hij tot de conclusie komt dat een variant op de Engelse pre-pack het beste binnen het Nederlandse systeem past. Tollenaar omschrijft de Engelse pre-pack als een "voorbereide activatransactie uit faillissement", die als doel heeft de continuïteit van de onderneming te waarborgen. 24 Wanneer een onderneming voorziet dat een activatransactie uit faillissement nodig is om de onderneming te redden, kan door de onderneming zelf een zogenaamde administrator worden benoemd die in de fase voorafgaand aan de aanvraag van de administration onderhandelingen met de potentiële koper(s) voert. Door de administrator wordt de activatransactie tot in een vergevorderd stadium voorbereid. Op het moment dat de administration wordt geopend, vindt de overdracht van de onderneming aan de koper plaats. De onderneming kan op deze wijze zonder onderbreking van de activiteiten worden voortgezet en bevindt zich slechts kortstondig in staat van faillissement. 25 De wijze waarop de pre-pack in de Nederlandse praktijk zonder dat hiervoor een wettelijke basis bestond gestalte heeft gekregen stemt overeen met de in 2011 door Tollenaar bepleitte variant op de Engelse pre-pack. De schuldenaar die het faillissement van zijn onderneming ziet naderen verzoekt de rechtbank een beoogd curator aan te wijzen. Wanneer de beoogd curator vervolgens is aangewezen zal hij pogen een doorstart tot stand te doen komen die op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken geëffectueerd kan worden. Door Tollenaar is betoogd dat voor de totstandkoming van een Nederlandse pre-pack evenmin als bij de Engelse pre-pack geen wettelijke basis vereist is. Het Nederlandse rechtssysteem biedt volgens hem reeds de ruimte om de pre-pack in de praktijk te ontwikkelen. Een aanpassing van het huidige systeem, waar de rechter-commissaris toeziet op het handelen van de curator en verantwoording achteraf plaatsvindt, kan zijns inziens 24 Tollenaar Tollenaar

12 ongewijzigd blijven nu in de stille voorbereidingsfase naast een beoogd curator, ook een beoogd rechter-commissaris wordt aangewezen door de rechtbank. De enige wijziging die vereist is voor de pre-pack is het toestaan van de aanwijzing van een beoogd curator en rechter-commissaris nog voordat het faillissement wordt uitgesproken. Volgens Tollenaar biedt de huidige wetgeving hier de ruimte voor en hij wendt zich dan ook tot de faillissementsrechters van Nederland met het verzoek deze informele aanwijzing mogelijk te maken. Naar later zal blijken is aan deze oproep in zekere mate gehoor gegeven. Het merendeel van de Nederlandse rechtbanken heeft uiteindelijk de pre-pack toegestaan zonder dat hiervoor een wettelijke basis bestond. 26 Desondanks heeft de minister het noodzakelijk geacht deze praktijk tot wet te verheffen. 2.3 Het wetgevingstraject Tollenaar bekritiseerde in zijn artikel uit 2011 de passieve houding van de Nederlandse wetgever ten aanzien van de modernisering van het insolventierecht. Wellicht dat deze kritiek het wetgevingstraject in gang heeft gezet, want in 2012 kondigde de (toenmalige) minister van Veiligheid en Justitie zijn wetgevingsplannen aan in de vorm van het "Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht". 27 Dit wetgevingsprogramma bestaat uit drie pijlers. De pre-pack maakt deel uit van de zogeheten reorganisatiepijler. Het wetsvoorstel WCO I is in oktober 2013 gepubliceerd en via internet ter consultatie aangeboden. 28 Dit heeft geleid tot vijftien reacties, waarvan één specifiek uit de arbeidsrechtpraktijk afkomstig is. 29 De Raad van State heeft desgevraagd op 6 oktober 2014 advies uitgebracht over het wetsvoorstel. 30 Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft dit advies verwerkt en op 4 juni 2015 bij koninklijke boodschap het wetsvoorstel WCO I bij de Tweede Kamer ingediend. 31 Het eerste verslag van de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is op 9 september 2015 gepubliceerd. 32 Per brief van 18 december 2015 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Voorzitter van de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht. 33 In deze brief gaf de minister aan dat gewerkt werd aan de afronding van de nota naar aanleiding van het over het wetsvoorstel uitgebrachte verslag van de Tweede Kamer. In lijn met de door de minister uitgesproken verwachting is deze nota begin 2016 aan de Tweede Kamer toegezonden. 34 Op 21 juni 2016 is het wetsvoorstel in gewijzigde vorm met algemene stemmen door de Tweede Kamer aanvaard. Op het moment van schrijven is het gewijzigde wetsvoorstel in behandeling bij de Eerste Kamer Met uitzondering van de Rechtbanken Midden-Nederland en Limburg. 27 Kamerstukken II 2012/13, , nr Zie hiervoor de website 29 Hufman, Van der Pijl & Zaal Kamerstukken II 2014/15, , nr Kamerstukken II 2014/15, , nr Kamerstukken II 2014/15, , nr Kamerstukken II 2015/16, , nr Kamerstukken II 2015/16, , nr Kamerstukken I 2015/16, , nr. A. 8

13 Met de naar verwachting wettelijke verankering van de pre-packprocedure in de Faillissementswet wordt gehoor gegeven aan verscheidene oproepen uit de praktijk voor een wettelijke basis en daarnaast tevens aan Tollenaars oproep tot modernisering van het insolventierecht Voordelen van de pre-pack Een faillissement wordt pas ingezet wanneer andere middelen de noodlijdende onderneming geen soelaas meer bieden en kan derhalve beschouwd worden als een ultimum remedium. Tollenaar noemt het faillissement "een ruw paardenmiddel". 37 Waar het faillissement de ondernemer enerzijds een uitvlucht biedt, brengt het anderzijds ongewenste neveneffecten met zich mee. Zo zal de mogelijkheid tot het maken van een going concern doorstart na faillissement in tijd gelimiteerd zijn, waardoor een grondig due diligence-onderzoek niet mogelijk is en voor potentiële kopers slechts een globaal beeld van de onderneming geschetst kan worden. Met name bij ondernemingen waar activiteiten worden verricht met zogenaamde "dagverse" producten zal de schade van het faillissement door het stilliggen van de onderneming groot zijn. 38 Omdat een faillissement openbaar wordt uitgesproken bestaat de schade vaak tevens uit imagoschade. Vorengenoemde factoren leiden mogelijk tot een daling van de waarde van de onderneming, hetgeen zich voor een geïnteresseerde koper zal vertalen in zijn bod. De curator die een onderneming wil verkopen nadat deze failliet is verklaard, bevindt zich zodoende in een zwakke onderhandelingspositie. De pre-packprocedure kan de hiervoor genoemde nadelige gevolgen van een faillissement ondervangen. Door voorafgaand aan de faillietverklaring een beoogd curator bij de onderneming te betrekken speelt tijdsdruk een kleinere rol en kan een eventuele doorstart gedegen worden voorbereid. 39 Er ontstaat meer ruimte voor informatieverschaffing aan een geïnteresseerde partij, en de curator heeft de mogelijkheid met meerdere partijen te onderhandelen om zo de meest gunstige verkoopvoorwaarden te bedingen. 40 Ook zal de reputatieschade die de onderneming als gevolg van het faillissement lijdt minder zijn. 41 Een onderneming die gelijktijdig met het nieuws dat zij failliet zijn wereldkundig kan maken dat de onderneming "gered is" en een doorstart gaat maken, zal in de regel immers minder reputatieschade lijden dan een onderneming waarvan slechts bekend wordt gemaakt dat deze failliet is. Het vorengenoemde geeft de curator een betere positie bij de onderhandelingen over een eventuele doorstart. Dit komt zijn taakuitoefening als belangenbehartiger van de faillissementsdebiteuren ten goede. Het doel van de pre-pack is immers het vergroten van de 36 O.a. Van Apeldoorn 2012 en Beke & Wolterman Tollenaar McKenzie-Vass & Verheul In dit artikel werden de twee (aanvankelijk beoogd) curatoren van het "gepre-packte" garnalenbedrijf Heiploeg geïnterviewd. Zij geven hierin aan dat, onder meer vanwege het feit dat garnalen een dagvers product zijn, het tijdelijk stilliggen van de onderneming de waarde hiervan verwaarloosbaar zou maken. 39 Van Zanten Huydecoper Frölich

14 kans op voortzetting van de onderneming of van een doorstart van rendabele bedrijfsonderdelen. 42 In vergelijking met een "gewoon faillissement" resulteert dit mogelijk in een hogere boedelopbrengst. 43 Naast een instrument om de boedel, en zo de schuldeisers, te baten kan de pre-pack dienen als middel om werkgelegenheid te behouden. 44 Door Hurenkamp is de pre-packpraktijk geanalyseerd aan de hand van 48 faillissementsverslagen en uit dit onderzoek volgt dat met gebruik van de pre-packprocedure gemiddeld 64% van de werkgelegenheid is behouden. 45 Deze positieve invloed op de werkgelegenheid komt niet alleen voort uit het feit dat een faillissement zonder doorstart leidt tot een verlies van alle werkgelegenheid, maar komt wellicht ook voort uit de hiervoor genoemde verbeterde onderhandelingspositie van de curator. Wanneer de curator onderhandelingen voert met een potentiële koper zal hij hierbij naast het belang van de schuldeisers, tevens rekenschap moeten geven aan belangen van maatschappelijke aard, waaronder werkgelegenheid. 46 Door de onderhandelingsruimte die door de pre-pack wordt gecreëerd kan een doorstart gerealiseerd worden waar zowel het belang van de schuldeisers, als het belang van de werknemers van de toekomstig failliet bij is gediend. 2.5 Arbeidsrechtelijke bedenkingen Zoals gezegd kan de pre-pack, sinds Tollenaars introductie daarvan in 2011, zowel op positieve als op negatieve reacties rekenen. Abstraherend van de insolventierechtelijke bezwaren resteert een scala aan arbeidsrechtelijke bedenkingen bij de pre-pack. Deze richten zich hoofdzakelijk op het gebrek aan arbeidsrechtelijke bescherming, waaronder medezeggenschap en de toepasselijkheid van de regels aangaande overgang van onderneming. Deze kritiek lijkt voornamelijk voort te komen uit het feit dat het doel van de pre-pack, continuïteit van de onderneming, wezenlijk verschilt van het doel van het faillissement, te weten liquidatie van de onderneming. Dit verschil lijkt zich niet goed te verhouden tot het feit dat in beide situaties het arbeidsrecht (grotendeels) buitenspel wordt gezet Medezeggenschap De manier waarop bij de pre-pack invulling wordt gegeven aan medezeggenschap is één van de veelgenoemde aandachtspunten vanuit arbeidsrechtelijk perspectief. 47 Gelet op de impact die de pre-packprocedure mogelijk op werknemers heeft, zou betrokkenheid van de vakbonden en/of de OR op enigerlei wijze op zijn plaats zijn. De procedure speelt zich in dat geval meer af in de openbaarheid en niet alleen achter gesloten deuren, waardoor meer ruime 42 Kamerstukken II 2014/15, , nr Dat een hogere boedelopbrengst in de praktijk ook daadwerkelijk behaald wordt blijkt uit een onderzoek verricht door BDO i.s.m. de Radboud Universiteit naar (o.a.) de invloed van de pre-pack op de boedelopbrengst. Zie Aalbers e.a. 2014, Verbeek 2014 en Frölich MvT, p. 6 en Hurenkamp Hurenkamp HR 24 februari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1643 (Sigmacom II) en Van Zanten O.a. Van der Pijl 2013b, Zaal 2013, Zaal 2014b en Hufman & Zaal

15 is voor de behartiging van de belangen van werknemers. Deze toename in transparantie komt wellicht ook het begrip voor de pre-pack onder de betrokkenen, zoals werknemers en werknemersvertegenwoordigingen, ten goede. Sinds de start van het wetgevingstraject in 2013 heeft zich in de literatuur op het gebied van de verhouding tussen de pre-pack en medezeggenschap een openlijk debat afgespeeld. 48 De voornaamste vraag die in de literatuur wordt gesteld is of het voorgenomen besluit van de ondernemer tot het indienen van een verzoek tot aanwijzing van een beoogd curator onder het adviesrecht van de OR in de zin van art. 25 van de Wet op de Ondernemingsraden ("WOR") valt. 49 In de memorie van toelichting wordt deze vraag ontkennend beantwoord. 50 Het bestaan van een wettelijke basis voor adviesrecht bij de pre-pack lijkt hiermee te zijn uitgesloten, althans voor wat de aanwijzing van een beoogd curator betreft. Of enige vorm van medezeggenschap via een andere route bereikt kan worden, vormt het hoofdzakelijke deel van dit onderzoek Overgang van onderneming Net als over de medezeggenschapskwestie heeft menig auteur zich uitgelaten over de vraag of de regels van overgang van onderneming van toepassing zijn op de pre-packprocedure. 51 Met andere woorden: treden werknemers na een door middel van een pre-pack voorbereide doorstart van rechtswege in dienst bij de doorstartende partij? Bij een gewone overname gaan op grond van de Europese Richtlijn aangaande overgang van ondernemingen ("de richtlijn"), en de Nederlandse uitwerking hiervan in art. 7:662-7:666 BW, werknemers met al hun rechten en plichten over op de overnemende partij. Dit geldt echter niet in geval van faillissement. Art. 7:666 BW bepaalt immers dat de regels betreffende overgang van onderneming niet van toepassing zijn op de overgang van een onderneming die tot de failliete boedel behoort. Wanneer werknemers ook bij een pre-pack niet onder de beschermende werking van de richtlijn zouden vallen, zou dit betekenen dat een onderneming, zonder dat deze stil komt te liggen of de activiteiten van die onderneming veranderen, in één keer van (willekeurig) personeel af kan komen. 52 De Rechtbank Overijssel heeft inmiddels in de Heiploeg-zaak bevestigd dat bij een doorstart vanuit een pre-packprocedure geen sprake is van overgang van onderneming. 53 Dat de regels betreffende overgang van onderneming op de pre-pack van toepassing zijn, zoals vanuit arbeidsrechtelijke hoek veelal wel is bepleit, lijkt in de woorden van Beltzer een kwestie van "wishful thinking onder arbeidsrechtjuristen" te zijn. 54 Al is het naar ik meen maar zeer de vraag of toepasselijkheid van de beschermende werking van de richtlijn voor de werknemer wel zo wenselijk is. Dit zou immers betekenen dat de doorstarter al het personeel van rechtswege in dienst heeft als hij onder deze omstandigheden al bereid is de noodlijdende onderneming over te nemen hetgeen er in het ergste geval toe leidt dat de onderneming failliet gaat zonder dat een doorstart plaatsvindt en 48 In dit jaar ging het voorontwerp WCO I in consultatie. 49 Van der Pijl 2013b, Zaal 2013, Zaal 2014b en Hufman & Zaal MvT, p O.a. Van der Pijl 2013b, Hufman & Zaal 2014, Beltzer 2014, Verburg 2014, Paauw 2015, Beltzer 2015, Hufman & Zaal 2015 en Van Zanten 2015c. 52 Van Hees Rb. Overijssel 28 juli 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015: Beltzer

16 dus ook zonder overname van enig personeel. Een nuancering van de regels betreffende overgang van onderneming bij insolventie, zoals in andere landen mogelijk is en waarbij na faillissement wel sprake kan zijn van overgang van onderneming maar de consequenties daarvan zijn afgezwakt, zoals voorgesteld door menig auteur lijkt mij dan ook wenselijk Opvolgend werkgeverschap Een ander arbeidsrechtelijk vraagstuk in het kader van de pre-packprocedure is of bij een doorstart door middel van een pre-pack sprake is van opvolgend werkgeverschap. De doorstartende werkgever zou in dat geval voor de werknemers die hij overneemt als opvolger van de failliete werkgever worden aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat werknemers hun anciënniteit behouden. Het behoud van anciënniteit kan van invloed zijn op de volgorde van ontslag, de lengte van de opzegtermijn en de hoogte van de ontslag en-/oftransitievergoeding. Of al dan niet sprake is van opvolgend werkgeverschap is ook voor de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd van belang, nu dit van invloed is op de ketenregeling. 56 Met de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid ("WWZ") per 1 juli 2015 lijkt het opvolgend werkgeverschap in het kader van de pre-pack een minder relevante discussie te zijn. 57 De werkgever die in het kader van een doorstart een failliete onderneming overneemt zal met de aanscherping van de regels met betrekking tot opvolgend werkgeverschap doorgaans als opvolgend werkgever worden beschouwd Misbruik van faillissementsrecht Een kwestie die meer algemeen van aard is, en in de arbeidsrechtelijke literatuur enigszins is onderbelicht maar daardoor niet minder relevant, is het risico op misbruik van faillissementsrecht. 59 Gevreesd wordt dat de pre-pack leidt tot een verhoogde kans op misbruik, met als gevolg dat werknemers in sommige gevallen ten onrechte van hun arbeidsrechtelijke bescherming worden beroofd. Ook in dit kader speelt mijns inziens het verschil tussen het doel van het faillissement, en het doel van de pre-pack een rol. Bij faillissement is liquidatie van de onderneming het doel, hetgeen onvermijdelijk een inbreuk op de arbeidsrechtelijke bescherming met zich meebrengt in die zin dat werknemers in een faillissement niet of nauwelijks bescherming genieten. Het doel van de pre-pack daarentegen is het zo veel mogelijk voortzetten van de onderneming. In de pre-packprocedure is de faillietverklaring slechts een instrument om het doel, voortzetting van de onderneming, te bereiken. De vraag of de pre-pack in de praktijk altijd wezenlijk verschilt van een normale reorganisatie of activatransactie lijkt mij een terechte, dit terwijl het verschil in arbeidsrechtelijke bescherming in de situatie met of zonder faillissement wel wezenlijk is. De 55 Zie o.a. Hufman & Zaal 2014, Beltzer 2014, Hufman 2015 en Bouwens, Roozendaal & Bij de Vaate Van der Pijl 2013a en Van der Pijl 2013b. 57 Noordam 2015, Van der Pijl 2015 en Schaink Noordam Van Andel 2014 en Van der Ham

17 pre-packprocedure mag naar mijn mening dan ook niet zomaar gelijkgesteld worden met een "normale" faillissementssituatie Bescherming als gevaar voor de werknemer Het beschermen van werknemers bij een pre-pack kan een paradoxaal effect hebben. Vergaande werknemersbescherming kan de pre-packprocedure doen mislukken, bijvoorbeeld omdat de duur van het medezeggenschapstraject de levensvatbaarheid van de onderneming aantast, of omdat de geïnteresseerde koper afziet van de overname omdat hij niet al het personeel wenst over te nemen maar daar uit hoofde van art. 7:663 BW wel toe is gehouden. Deze arbeidsrechtelijke bescherming heeft dan mogelijk tot gevolg dat in het geheel geen doorstart plaatsvindt. In dit meest ongelukkige scenario verliest al het personeel zijn baan, terwijl de doorstarter anders misschien wel op zijn minst een deel van het personeel zou hebben overgenomen. In dit geval zijn niet alleen de belangen van het insolventierecht en het arbeidsrecht met elkaar in strijd, maar ook die van de werknemers zelf. Wellicht dat in het geval van de pre-pack de beschermingsgedachte enigszins moet worden losgelaten, mits de pre-pack niet wordt ingezet met als doel de arbeidsrechtelijke bescherming te ontwijken. De vraag is of de pre-pack in zoverre met voldoende waarborgen omkleed kan worden dat de kans op misbruik niet wordt verhoogd, en het gebrek aan arbeidsrechtelijke bescherming gerechtvaardigd kan worden. 2.6 Conclusie De publicatie van Tollenaar uit 2011, waarin hij een oproep tot hervorming van het Nederlandse insolventierecht deed, betekende de introductie van de figuur van de pre-pack in Nederland. In datzelfde jaar heeft de pre-packprocedure haar intrede gedaan in de Nederlandse praktijk en sindsdien hebben veel ondernemingen een doorstart gemaakt door middel van een pre-pack. Met de aanname van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer lijkt aan Tollenaars oproep niet alleen door de faillissementsrechter, maar ook door de wetgever gehoor te zijn gegeven. Met de pre-pack is de insolventiepraktijk een insolventieprocedure rijker. Ondanks de arbeidsrechtelijke bezwaren die de procedure met zich brengt, hetgeen het nodige stof heeft doen opwaaien, is gebleken dat werknemers er ook gebaat bij kunnen zijn. De pre-pack kan er in potentie immers voor zorgen dat werkgelegenheid behouden wordt, simpelweg omdat een faillissement zonder daaropvolgende doorstart altijd leidt tot verlies van alle werkgelegenheid. Zolang de pre-pack niet als "verkapt" reorganisatiemiddel wordt gebruikt en de bezwaren niet zwaarder wegen dan de voordelen, is het gegeven dat een doorstart die voor faillissement is voorbereid voordelen biedt ten opzichte van een doorstart die pas na het faillissement wordt ingezet onmiskenbaar, en het pleidooi van Tollenaar voor een pre-packpraktijk in Nederland alleszins begrijpelijk. 13

18 Het bovenstaande schetst een beeld van de arbeidsrechtelijke kwesties die in het kader van de pre-packprocedure een rol spelen. Gelet op de onderzoeksvraag ligt de nadruk van dit onderzoek op medezeggenschap bij de pre-packprocedure, en dan in het bijzonder in de stille voorbereidingsfase. De praktijk leert dat (vooralsnog) niet of nauwelijks sprake is van enige vorm van medezeggenschap binnen de stille voorbereidingsfase van de pre-pack, al zou dat op grond van huidige (en toekomstige) wet- en regelgeving wel het geval moeten zijn. Welke bevoegdheden de OR en de vakbonden hieraan zouden kunnen ontlenen blijkt uit de volgende hoofdstukken. 14

19 3 Bevoegdheden OR en vakbonden op grond van de WCO I 3.1 Inleiding In het navolgende wordt bezien op welke wijze in de WCO I aandacht is besteed aan de rol van de OR en de vakbonden in de stille voorbereidingsfase. Nu in het voorontwerp in het geheel geen aandacht besteed is aan aspecten van medezeggenschap, is het feit dat in de wet zoals deze uiteindelijk door de Tweede Kamer is aangenomen wel het geval is een verbetering te noemen. In hoeverre de wet daadwerkelijk recht doet aan het belang van de werknemer, en of hierbij sprake is van een vorm van medezeggenschap waarbij de belangen van insolventieen arbeidsrechtelijke aard die in het kader van de pre-packprocedure een rol spelen tot elkaar in verhouding staan, komt in het onderstaande aan de orde. 3.2 Betrokkenheid OR als voorwaarde aan de aanwijzing (art. 363 lid 4 Fw) In het aanvankelijke wetsvoorstel zoals gepubliceerd op 8 juni 2015 was in het vierde lid van art. 363 Fw opgenomen dat de rechter aan de aanwijzing van een beoogd curator voorwaarden kan verbinden die strekken (1) ter verwezenlijking van het doel van de aanwijzing, (2) ter versterking van de positie van de beoogd curator of (3) ter behartiging van de belangen van de werknemers. In de memorie van toelichting bij dit oorspronkelijke wetsvoorstel werd als voorbeeld van een voorwaarde die strekt ter behartiging van de belangen van werknemers het onder geheimhouding betrekken van de OR bij de stille voorbereidingsfase genoemd. 60 Naast deze mogelijke rol voor de OR in de stille voorbereidingsfase zag de minister in deze fase een rol weggelegd voor de vakbonden. In de memorie van toelichting wordt gesproken over het informeren en vervolgens vragen mee te denken van de vakbonden teneinde de belangen van de werknemers in de stille voorbereidingsfase onder de aandacht te brengen. Het stellen van dergelijke voorwaarden door de rechter is mogelijk gelijktijdig of hetzij niet ambtshalve tijdens de duur van de aanwijzing van de beoogd curator. Met de toevoeging van het vierde lid aan art. 363 Fw introduceerde de minister een mogelijke rol voor de OR en/of vakbonden in de prepackprocedure. Hiermee werd echter geenszins de zekerheid geboden dat deze rol ook daadwerkelijk aan hen zal worden toebedeeld. Op 21 juni 2016 heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen dat ziet op een wijziging van art. 363 lid 4 Fw, met als gevolg dat het wetsvoorstel zoals dat op diezelfde dag door de Tweede Kamer is aangenomen (op de valreep) de bepaling bevat dat wanneer binnen de onderneming van de schuldenaar krachtens wettelijke bepaling een OR (of personeelsvertegenwoordiging) is ingesteld, de rechtbank aan de aanwijzing van de beoogd curator de voorwaarde verbindt dat de OR bij de voorbereiding van het dreigende faillissement wordt betrokken, tenzij het belang van de onderneming zich hiertegen verzet. Naast de toevoeging van de bepaling op grond waarvan als uitgangspunt geldt dat de OR bij de stille voorbereidingsfase wordt betrokken, bevat het recentelijk door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel een specifieke geheimhoudingsverplichting voor de leden van de 60 MvT, p. 14 en 28 (o.m.). 15

20 OR (of personeelsvertegenwoordiging) ten aanzien van alles wat zij in dit kader vernemen. Naast de vorengenoemde toevoegingen is het huidige art. 363 lid 4 Fw ongewijzigd gebleven ten opzichte van de eerdere versie van deze bepaling. Waar art. 363 lid 4 Fw van het initiële wetsvoorstel aan de rechter een ruime discretionaire bevoegdheid toekende wat het verbinden van voorwaarden aan de aanwijzing betreft, en slechts in de memorie van toelichting naar de rol van de OR werd verwezen, leidt de aanname van het amendement ertoe dat betrokkenheid van een medezeggenschapsorgaan nu als uitgangspunt geldt. Hiermee verkrijgt de OR in ieder geval op papier een stevigere positie in de stille voorbereidingsfase, waarbij de rechter slechts kan afwijken indien het belang van de onderneming zich tegen betrokkenheid verzet. Aangezien de rechtbank hiermee alsnog een zekere mate van beleidsvrijheid behoudt ten aanzien van het verbinden van de desbetreffende voorwaarde, acht ik het mogelijk dat dit in de praktijk zodanig uitwerkt dat het beleid hieromtrent bij rechtbanken uiteenloopt. Daar komt bij dat (nog) geen duidelijkheid is verschaft over hoe de betrokkenheid van de OR precies wordt vormgegeven. Op welke wijze zal in de praktijk nader invulling worden gegeven aan het "betrekken van de OR", en aan het "informeren en laten meedenken" van de vakbonden zoals is opgenomen in de memorie van toelichting? In het wetgevingsoverleg gaf de minister aan dat het betrekken van de OR wat hem betreft betekent "dat ze zullen worden geïnformeerd". 61 Van Zanten gaf eerder aan tevreden te zijn met deze weinig concrete toelichting op art. 363 lid 4 Fw en schrijft hierover het volgende: "Gelukkig biedt de memorie van toelichting voldoende vrijheid aan de praktijk afhankelijk van de omstandigheden van het geval partijen te betrekken bij het voorbereidingsproces." 62 Het is enerzijds begrijpelijk dat aan de rechter beleidsvrijheid moet toekomen in dit kader. Voor een goed verloop van pre-packprocedures is dit gewenst omdat niet iedere pre-pack zich leent voor de voorwaarde dat de ondernemingsraad betrokken wordt, gelet op de vertragende werking kan dit de continuïteit van de onderneming aantasten en zo de kans op een succesvolle doorstart na faillietverklaring beperken. Het lijkt mij echter wel wenselijk dat enige tijd na de inwerkingtreding van de WCO I het beleid van de rechtbanken hieromtrent onder de loep wordt genomen om te bezien of art. 363 lid 4 Fw de werknemers voldoende waarborgen voor vertegenwoordiging biedt, of dat deze codificering van de betrokkenheid slechts een fictieve waarborg is en daarmee een zogenaamde "tandeloze tijger". Wellicht dat de aanname van een ander amendement, waarin werd voorgesteld de WCO I binnen vijf jaar na de inwerkingtreding te evalueren, ertoe leidt dat dit na verloop van tijd onderzocht zal worden. Ook wanneer de OR door de wijziging van art. 363 lid 4 Fw wel degelijk betrokken wordt bij de voorbereiding van het dreigende faillissement in de stille voorbereidingsfase, is het de vraag of dit de positie van werknemers in de praktijk daadwerkelijk zal verbeteren. Daags nadat het wetsvoorstel met het gewijzigde art. 363 lid 4 Fw werd aangenomen, verscheen in de NRC dan ook een artikel met de volgende kop: "Op papier krijgt personeel inspraak bij faillissement. Door een wetswijziging moeten werknemers een stem krijgen in een 61 Kamerstukken II 2015/16, , nr. 8, p Van Zanten 2015c. 16

21 faillissement. Curatoren verwachten dat het niet zal werken." 63 De reden dat de in dit artikel geïnterviewde curatoren zo hun vraagtekens hebben bij de toegevoegde waarde van betrokkenheid van de OR voor de werknemers, is gelegen in het feit dat deze wetswijziging geen verandering brengt in de taak die zij als curator hebben. Zij zijn immers hoofdzakelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de hoogste opbrengst voor de schuldeisers, en kunnen derhalve het advies van de OR naast zich neer leggen wanneer dit botst met door hen te behartigen belangen. Daar komt bij dat de OR-leden na de faillietverklaring nog steeds kunnen worden ontslagen. Of de inspraak die de OR op grond van art. 363 lid 4 Fw verkrijgt de werknemers in de praktijk ook daadwerkelijk zal baten is derhalve nog maar de vraag, al kan dit evenwel bij elke vorm van medezeggenschap in twijfel worden getrokken. 3.3 De beoogd R-C als bewaker van de medezeggenschap Niet alleen voor de ondernemer of de (beoogd) curator is een rol weggelegd in het kader van de medezeggenschap, ook de rechter-commissaris kan hier aan bijdragen. Blijkens de memorie van toelichting bij de WCO I heeft de rechter-commissaris middelen tot zijn beschikking om in het voorbereidingstraject in te grijpen indien de beoogd curator buiten het mandaat van de rechtbank dreigt te raken. 64 Als voorbeeld voor een situatie waarbij de rechter-commissaris op grond van de WCO I kan ingrijpen wordt de situatie genoemd waarbij de beoogd curator het belang van een bepaalde groep schuldeisers niet voldoende in acht neemt. Wanneer deze bepaalde groep schuldeisers de werknemers betreft, kan de rechtercommissaris de beoogd curator aansporen de OR of personeelsvertegenwoordiging te betrekken bij de stille voorbereidingsfase. Dit uiteraard onder geheimhouding. 65 Mocht dit niet het gewenste effect sorteren, dan biedt art. 366 Fw de rechter-commissaris een middel om zijn aansporing kracht bij te zetten. Het eerste lid van dit artikel geeft de rechter-commissaris immers de mogelijkheid de rechtbank te verzoeken de beoogd curator van zijn aanstelling te ontheffen, dan wel de beoogd curator te laten vervangen. 66 Indien bij de aanwijzing van de beoogd curator het betrekken van de OR en/of vakbond niet reeds door de rechter als voorwaarde was gesteld, kan de rechter-commissaris op grond van art. 363 lid 4 Fw de rechtbank verzoeken betrokkenheid alsnog als voorwaarde te stellen Conclusie Ondanks het gebrek aan aandacht voor het medezeggenschapsrecht in het voorontwerp is de wetgever met de wijziging van art. 363 lid 4 Fw ternauwernood tegemoetgekomen aan de kritiek op het gebrek aan medezeggenschap in de (stille voorbereidingsfase van de) prepackprocedure. Met de weinig concrete bewoording van art. 363 lid 4 Fw, de beleidsvrijheid van de rechter ten aanzien van het verbinden van voorwaarden aan de aanwijzing van een beoogd curator en het gegeven dat in de praktijk de overige bevoegdheden die aan de OR 63 Van der Heijden MvT, p. 24 en Wolffram-van Doorn & Schmieman MvT, p MvT, p MvT, p

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. heb ik aan uw Kamer toegezegd in een Algemeen Overleg op 24 september 2014.

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. heb ik aan uw Kamer toegezegd in een Algemeen Overleg op 24 september 2014. 33695 Faillissementsrecht Nr. 9 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 augustus 2015 Bijgaand bied ik u het onderzoek

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Sl l. Commissie Bevordering Medezeggenschap

Sl l. Commissie Bevordering Medezeggenschap Commissie Bevordering Medezeggenschap Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV 'S-GRAVENHAGE BETREFT Reactie op uw brief

Nadere informatie

Het recht op informatie voor schuldeisers na faillissement

Het recht op informatie voor schuldeisers na faillissement HOOFDSTUK 1 Inleiding Het doorstarten na faillissement wordt een stuk makkelijker nu de Tweede Kamer dinsdag de Wet continuïteit ondernemingen I heeft aangenomen. 1 Met deze zin opende Weissink zijn artikel

Nadere informatie

PREPACK Hoe werkt het (wel)?

PREPACK Hoe werkt het (wel)? PREPACK Hoe werkt het (wel)? Job van der Pijl Vereniging voor Arbeidsrecht 26 november 2016 Insolventierecht vs Arbeidsrecht Dit zie ik ongeveer als ik spreek voor een zaal vol met collega s uit de insolventierechtpraktijk:

Nadere informatie

Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever

Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever Prof. dr. mr. Willem Bouwens Prof. dr. mr. Willemijn Roozendaal Dr. mr. Vivian

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Veel gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1

INHOUDSOPGAVE. Veel gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1 INHOUDSOPGAVE Veel gebruikte afkortingen / XI HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1 1.1 Arbeidsrecht en insolventierecht: een spanningsveld / 1 1.2 Begripsbepaling / 4 1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Datum 30 november 2015 Betreft Antwoorden Kamervragen van de leden Kerstens en Van Dekken (PVDA)

Datum 30 november 2015 Betreft Antwoorden Kamervragen van de leden Kerstens en Van Dekken (PVDA) > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Directie Gezond en Veilig Werken Afdeling Veilig Werken

Nadere informatie

Arbeidsrecht in insolventie in het Nederlandse recht / 45

Arbeidsrecht in insolventie in het Nederlandse recht / 45 Inhoudsopgave Veelgebruikte afkortingen / 11 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 2. 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.5 3. 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 Inleiding en

Nadere informatie

Lijst met gebruikte afkortingen

Lijst met gebruikte afkortingen Inhoudsopgave Lijst met gebruikte afkortingen Samenvatting IX XI 1 Inleiding 1 1.1 De pre-pack: een overgewaaid fenomeen 1 1.2 Recente ontwikkelingen 2 1.3 Aanleiding van het onderzoek 4 1.4 Theoretische

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 163b 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Pre-pack en overgang van onderneming: staat Richtlijn 2001/23/EC de opmars van de pre-pack procedure in de weg?

Pre-pack en overgang van onderneming: staat Richtlijn 2001/23/EC de opmars van de pre-pack procedure in de weg? Pre-pack en overgang van onderneming: staat Richtlijn 2001/23/EC de opmars van de pre-pack procedure in de weg? Een onderzoek naar de wenselijkheid van de toepasselijkheid van de regels van overgang van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de introductie van een regeling betreffende de rechten van de werknemer bij overgang van een onderneming in faillissement

Nadere informatie

OR en geheimhouding COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK Den Haag

OR en geheimhouding COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK Den Haag COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP OR en geheimhouding SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag T 070 3499 499 E communicatie@ser.nl www.ser.nl Oktober 2014, Sociaal-Economische

Nadere informatie

Pre-pack perikelen: tijd voor een update

Pre-pack perikelen: tijd voor een update P. Hufman & I. Zaal 1 Artikelen Pre-pack perikelen: tijd voor een update De pre-pack is in korte tijd zeer populair geworden in de Nederlandse rechtspraktijk. Er wordt veelvuldig gebruikgemaakt van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Het geheim(zinnige) van de stille bewindvoering en pre-pack

Het geheim(zinnige) van de stille bewindvoering en pre-pack Het geheim(zinnige) van de stille bewindvoering en pre-pack 26 maart 2015 mr. Hendrie Aarnink en mr. Mark Loef Corporate Programma Wat komt ter sprake? Praktijk vóór de pre-pack Pre-pack en stille bewindvoering

Nadere informatie

De positie van werknemers bij faillissement

De positie van werknemers bij faillissement De positie van werknemers bij faillissement I. De Faillissementswet en de positie van werknemers De Nederlandse Faillissementswet dateert van 30 september 1893. De Wet op de Arbeidsovereenkomst kwam pas

Nadere informatie

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen van de leden van de VVD-fractie. Graag ga ik op de gestelde vragen in.

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen van de leden van de VVD-fractie. Graag ga ik op de gestelde vragen in. 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen

Nadere informatie

1 Stille bewindvoering is geen officiële insolventieprocedure zoals het faillissement en de surseance van

1 Stille bewindvoering is geen officiële insolventieprocedure zoals het faillissement en de surseance van 1. Inleiding Dit onderzoek wil inzicht bieden in de waarborgen en het toezicht dat relevant is bij stille bewindvoering. Sinds 2011 kan bij verscheidene rechtbanken een verzoek worden gedaan om een stille

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 815 Vragen van de leden

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen

Nadere informatie

De (voorbereide) doorstart vanuit faillissement: overgang van onderneming?

De (voorbereide) doorstart vanuit faillissement: overgang van onderneming? De (voorbereide) doorstart vanuit faillissement: overgang van onderneming? Een onderzoek naar de toepasselijkheid van de regels van overgang van onderneming bij een (voorbereide) doorstart vanuit faillissement.

Nadere informatie

N CW Nederland. Den Haag 21 januari 2014. op de consultatie voorontwerp voor de lammers@vnoncw-mkb.nl Wet Continuïteit Ondernemingen I

N CW Nederland. Den Haag 21 januari 2014. op de consultatie voorontwerp voor de lammers@vnoncw-mkb.nl Wet Continuïteit Ondernemingen I N CW B Aan Zijne Excellentie Mr. LW. Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Turfmarkt 147 2511 DP DEN HAAG Briefnummer 14/10.037/Jla Den Haag 21 januari 2014 Onderwerp Telefoonnummer Reactie VNO-NCW

Nadere informatie

Pre-packs: theorie en praktijk. Nederlandse Orde van Advocaten 26 september 2014 Robert van Galen en Barbara Rumora-Scheltema

Pre-packs: theorie en praktijk. Nederlandse Orde van Advocaten 26 september 2014 Robert van Galen en Barbara Rumora-Scheltema Pre-packs: theorie en praktijk Nederlandse Orde van Advocaten 26 september 2014 Robert van Galen en Barbara Rumora-Scheltema Pre-packs De term Pre-pack heeft onder Amerikaans en Nederlands recht een geheel

Nadere informatie

Datum 16 december 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van aandeelhouders bij faillissementen

Datum 16 december 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van aandeelhouders bij faillissementen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Sector Privaatrecht Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

» Noot. JOR 2016/147 Kantonrechter Rechtbank Midden- Nederland zp Almere 24 februari 2016, /MC EXPL ; ECLI:NL:RBMNE:2016:954.

» Noot. JOR 2016/147 Kantonrechter Rechtbank Midden- Nederland zp Almere 24 februari 2016, /MC EXPL ; ECLI:NL:RBMNE:2016:954. JOR 2016/147 Kantonrechter Rechtbank Midden- Nederland zp Almere 24 februari 2016, 3821875/MC EXPL 15-951; ECLI:NL:RBMNE:2016:954.» Noot 1. Vindt na faillietverklaring een doorstart plaats, dan zijn op

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

Wet overgang van onderneming in faillissement: een zegen of doodsteek voor de doorstart na faillissement?

Wet overgang van onderneming in faillissement: een zegen of doodsteek voor de doorstart na faillissement? Mr. T.L.C.W. Noordoven 1 Afl. 17augustus 2019 Wet overgang van onderneming in faillissement: een zegen of doodsteek voor de doorstart na faillissement? Op dit moment ligt een voorontwerp van de Wet overgang

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg

HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg INHOUDSOPGAVE Woord vooraf /V Lijst van afkortingen / XIII Inleiding /1 L.G. Verburg en R.M. Beltzer HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg 1.1 Inleiding

Nadere informatie

1. In onderdeel B wordt in artikel 5a, eerste lid, de rechtbank, bedoeld vervangen door: de rechtbank, aangewezen.

1. In onderdeel B wordt in artikel 5a, eerste lid, de rechtbank, bedoeld vervangen door: de rechtbank, aangewezen. 34 729 Uitvoering van de Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU 2015, L 141) (Uitvoeringswet EU-insolventie-verordening)

Nadere informatie

tierecht wordt de pre-pack breder omarmd.4 Wellicht dat dit enthousiasme voortvloeit uit de aparte rol van de curator

tierecht wordt de pre-pack breder omarmd.4 Wellicht dat dit enthousiasme voortvloeit uit de aparte rol van de curator Mr. M.R. vøn Zanten' Artikelen Aan het werk met de pre-pack! 47 Tijdens het Nationaal ArbeidsRechf Diner 20132 is gesproken over de pre-pack, die in de praktijk inmiddels veel wordt gebruikt bij het realiseren

Nadere informatie

De pre-pack: Harmonie tussen insolventie- en arbeidsrecht mogelijk?

De pre-pack: Harmonie tussen insolventie- en arbeidsrecht mogelijk? MASTERSCRIPTIE ARBEID EN ONDERNEMING Faculteit der Rechtsgeleerdheid De pre-pack: Harmonie tussen insolventie- en arbeidsrecht mogelijk? Een onderzoek naar de arbeidsrechtelijke complicaties van de Wet

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de doelmatige afwikkeling dan wel toepassing

Nadere informatie

Adviesrecht voor de ondernemingsraad in faillissement

Adviesrecht voor de ondernemingsraad in faillissement Mr. dr. P. Hufman 1 Rechtspraak Adviesrecht voor de ondernemingsraad in faillissement Noot bij HR 2 juni 2017, nr. 16/04301 (DA) De Wet op de ondernemingsraden blijft van toepassing in faillissement. Het

Nadere informatie

Nieuwsflash

Nieuwsflash Nieuwsflash 24.11.2011 De positie van de overnemer in cao nr. 102. Op 5 oktober 2011 werd in de schoot van de Nationale Arbeidsraad ( NAR ) de cao nr. 102 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers

Nadere informatie

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het SER-besluit Fusiegedragsregels is op 15 mei 1970 door de Sociaal-Economische Raad ( SER ) vastgesteld (inwerkingtreding op 19 juni 1970). De fusiegedragsregels zijn laatstelijk

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 477 Besluit van 15 juli 1998, houdende regels ter uitvoering van artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet in verband met de vaststelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 729 Uitvoering van de Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 32 QUINQUIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 32 QUINQUIES COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 32 QUINQUIES -------------------------------------------------------------------------------------- Zitting van woensdag 13 maart 2002 ------------------------------------------------

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels

Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels Veel ondernemers krijgen in verband met de wereldwijde economische crisis te maken met teruglopende omzetten en/of resultaten. Helaas

Nadere informatie

http://portal.rechtsorde.nl/pages/export.ashx?requestid=064df1002394494ca66ffea75...

http://portal.rechtsorde.nl/pages/export.ashx?requestid=064df1002394494ca66ffea75... pagina 1 van 5 Jutd 2013/21 Herijking faillissementsrecht: wettelijke regeling voor de pre pa... Jutd 2013/21 Herijking faillissementsrecht: wettelijke regeling voor de pre pack op komst Jutd 2013/21 d.d.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 januari 2014 Uw kenmerk 438067 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Aan de slag met de pre-pack! Of toch niet? Een evaluerend onderzoek naar de juridische consequenties voor werknemers

Aan de slag met de pre-pack! Of toch niet? Een evaluerend onderzoek naar de juridische consequenties voor werknemers Aan de slag met de pre-pack! Of toch niet? Een evaluerend onderzoek naar de juridische consequenties voor werknemers Masterscriptie rechtswetenschappen Open Universiteit Nederland Karen Verhoef Studentnummer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

311. De pre-pack, (aan)winst voor de insolventiepraktijk - deel 2 1

311. De pre-pack, (aan)winst voor de insolventiepraktijk - deel 2 1 311. De pre-pack, (aan)winst voor de insolventiepraktijk - deel 2 1 Mr. M.R. van Zanten De auteur bespreekt in dit artikel de hoofdlijnen van het wetsvoorstel Wet continuïteit ondernemingen I (WCO I),

Nadere informatie

Artikelen. De pre-pack onder arbeidsrechtelijk vuur. A.C.S. van Groningen De pre-pack. 2. Arbeidsrechtelijk kader pre-pack

Artikelen. De pre-pack onder arbeidsrechtelijk vuur. A.C.S. van Groningen De pre-pack. 2. Arbeidsrechtelijk kader pre-pack A.C.S. van Groningen 1 De pre-pack onder arbeidsrechtelijk vuur De pre-pack wint steeds meer terrein in de Nederlandse faillissementspraktijk. Maar de pre-pack ligt ook onder vuur. Het ontbreken van een

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

WIE BEPAALT DE FAILLISSEMENTSWET?

WIE BEPAALT DE FAILLISSEMENTSWET? WIE BEPAALT DE FAILLISSEMENTSWET? Prof. mr. B.Wessels Hoogleraar Internationaal insolventierecht, Universiteit Leiden (b.wessels@law.leidenuniv.nl) Op 26 november 2012 jaar is door de Minister van Veiligheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure) Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Reorganisatiecode Universiteit Leiden

Reorganisatiecode Universiteit Leiden Reorganisatiecode Universiteit Leiden 1. Voorbereidingsfase 2. Aankondiging 3. Uitwerkingsfase 4. Centraal overleg 5. Uitvoeringsfase 1. Voorbereidingsfase De voorgenomen reorganisatie wordt door de decentrale

Nadere informatie

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen. Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Reglement van het Verantwoordingsorgaan

Reglement van het Verantwoordingsorgaan Reglement van het Verantwoordingsorgaan Per 3 december 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter 4 Artikel 3

Nadere informatie

Reorganisatieprocedure in een notendop

Reorganisatieprocedure in een notendop Reorganisatieprocedure in een notendop Typen reorganisaties Geen reorganisatie (type 1 en 2), voorbeelden: Kleine wijzigingen in de organisaties, zoals een individuele aanpassing van de functieomvang.

Nadere informatie

De beoogd curator: een spin in het web, maar aas voor de gieren.

De beoogd curator: een spin in het web, maar aas voor de gieren. De beoogd curator: een spin in het web, maar aas voor de gieren. Een onderzoek naar de aansprakelijkheid van de beoogd curator pro se en als (feitelijk) bestuurder op grond van de Maclou- en Beklamel norm.

Nadere informatie

Pre-pack: inpakken en wegwezen, de positie van werknemers

Pre-pack: inpakken en wegwezen, de positie van werknemers Masterscriptie Tilburg University Ondernemingsrecht Pre-pack: inpakken en wegwezen, de positie van werknemers Scriptie: Master Ondernemingsrecht Auteur: Laura Pennings ANR: 573454 Begeleider: J.A.A.M.

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 215 Wet van 18 april 2002 tot uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Advocatenkantoor. ..'s-gravenhage, 2 november 1998. Ons kenmerk 98.V.0525.01. Onderwerp Due diligence

R e g i s t r a t i e k a m e r. Advocatenkantoor. ..'s-gravenhage, 2 november 1998. Ons kenmerk 98.V.0525.01. Onderwerp Due diligence R e g i s t r a t i e k a m e r Advocatenkantoor..'s-Gravenhage, 2 november 1998.. Onderwerp Due diligence Bij brieven van 15 juni en 30 juni 1998 heeft u de Registratiekamer verzocht om advies over de

Nadere informatie

28SEP Nederlandse Zorgautoriteit

28SEP Nederlandse Zorgautoriteit VQLKSGEZONC»Ir t.) WELZIJN EN S) 28SEP. 2016 SCANPLAZ\ Nederlandse Zorgautoriteit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 Ei DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus

Nadere informatie

Pre-pack in Nederland:

Pre-pack in Nederland: Masterscriptie Arbeidsrecht Pre-pack in Nederland: een integrale benadering tussen het arbeids- en insolventierecht? Naam: Niels van der Neut Studentennummer: 10205454 E-mailadres: nielsvanderneut@gmail.com

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 364 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/14/EG Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen

Nadere informatie

Ondernemingen in financiële moeilijkheden en de arbeidsrechtelijke positie van hun werknemers

Ondernemingen in financiële moeilijkheden en de arbeidsrechtelijke positie van hun werknemers Ondernemingen in financiële moeilijkheden en de arbeidsrechtelijke positie van hun werknemers KENMERK WODC: 2599/624436/15 Samenvatting 5 april 2016 2016; Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Nadere informatie

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 824 Aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-01 Datum : 14 augustus 2008 Partijen : de stichting , vertegenwoordigd door de directeur van regio ,

Nadere informatie

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Zorgverzekeraars Nederland DATUM

Nadere informatie

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft Reorganisatieprocedure TU Delft Inleiding De continuïteit van de bedrijfsvoering van de TU Delft wordt voor een niet onbelangrijk deel bepaald door de wendbaarheid en flexibiliteit van de organisatie.

Nadere informatie

De factor arbeid en de pre-pack: een factor van belang Marc van Zanten

De factor arbeid en de pre-pack: een factor van belang Marc van Zanten De factor arbeid en de pre-pack: een factor van belang Marc van Zanten Enkele voorbeelden 2 Agenda Inleidende opmerkingen Factor arbeid en de pre-pack Bedenkingen van en bedreigingen voor werknemers 3

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Geachte heer Opstelten,

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Geachte heer Opstelten, De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5707928/11/6 onderwerp

Nadere informatie

PRE-PACK EN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID

PRE-PACK EN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID PRE-PACK EN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID Welke aansprakelijkheidsrisico s zijn er voor het bestuur van een financieel noodlijdende onderneming in het kader van de stille voorbereidingsfase van de Wet Continuïteit

Nadere informatie

Casus 13 Kom op voor je recht

Casus 13 Kom op voor je recht Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 364 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/14/EG Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Het advies

Nadere informatie

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116. 1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER)

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1973, no. 14-19

Nadere informatie