Bespreekpunt: Heeft het AOW opmerkingen bij de concept-notitie over de provinciale woningbouwopgave?

Transcriptie

1 Agendapunt 7 Vergadering : Ambtelijk Overleg Wonen Regio Amersfoort Datum : 31 mei 2018 Onderwerp : Provinciale woningbouwopgave mede irt BO MIRT Bijlagen : 3 Bespreekpunt: Heeft het AOW opmerkingen bij de concept-notitie over de provinciale woningbouwopgave? Toelichting Voor de provinciale Omgevingsvisie wordt de woningbouwopgave door de provincie in beeld gebracht. Ook is het de bedoeling om in het BO MIRT van het najaar 2018 woningbouwafspraken gemaakt. Wellicht dat hierover in het BO MIRT van 4 juni (agenda is bijgevoegd) een procesafspraak wordt gemaakt. Bijgevoegd is een mail en een conceptnotitie van de provincie over de opgave. Pagina 1 van 1

2 Programma : Strategisch BO MIRT Noord-West d.d. 4 juni 2018 Tijd : uur Locatie start programma: Greenhouse, Croeselaan 16, 3521 CA Utrecht Locatie einde programma: Gebouw Westraven, Griffioenlaan 2, Utrecht TIJDSTIP PROGRAMMA-ONDERDEEL WIE INLOOP met koffie en thee Welkom Jan van Zanen, Minister Ollongren TOELICHTING ontwikkelingen Beurskwartier Wiebe Draaijer KORTE WANDELING Moreelsebrug Thema OV-Knoop - Toelichting functioneren multimodale knoop Utrecht Centraal Van Velthuizen FIETSEN naar Merwedekanaalzone (met bus als slechtweeroptie) Merwedekanaalzone - Toelichting Healthy Urban Living gebiedsontwikkeling, slimme mobiliteitsconcepten en opgaven voor binnenstedelijk bouwen Harm Janssen FIETSEN naar Rijkswaterstaat Westraven ONTVANGST op Rijkswaterstaat Westraven Louis Schouwstra Minister Ollongren OPEN GESPREK A12 Zone en U Ned: - Toelichting regionale verstedelijkingsambities binnenstedelijk en rond knooppunten - Uitleg regionale opgaven mobiliteit en rol programma U Ned Pim van der Berg en Dennis Straat en OPEN GESPREK Woningbouwopgave Erik Jan van Kempen - pitch regio afspraken - toespitsing MRA - toespitsing MRU Minister Ollongren AFSPRAKEN uit dit BO en AFSPRAKEN U Ned: - Vaststellen programmaplan in hoofdlijnen - Procesafspraken over KT-aanpak en start MIRT-onderzoek en MIRT-verkenning (startbesluiten najaar) - Proces afspraken versnellen van de bouwproductie AFSPRAKEN MRA, - Proces afspraken versnellen van de bouwproductie AFSLUITING Minister Ollongren BORREL

3

4 Van: Sellink, Jacqueline Verzonden: vrijdag 18 mei :35 Aan: Wagteveld, Timo Drupsteen, Carolien CC: Sellink, Jacqueline Onderwerp: memo voor gesprek provinciale woningbouwopgave Beste Carolien en Timo, We zien elkaar donderdag de 24 e (Carolien) en vrijdag 25 e (Timo). Vanuit de provincie had ook mijn collega Ineke Schartman bij het gesprek willen aanschuiven als trekker van het deel verstedelijking in de provinciale Omgevingsvisie. Agenda-technisch was dat niet mogelijk Als provincie zijn we zoals bekend gestart met traject om te komen tot een nieuwe provinciale omgevingsvisie. Een onderwerp daarbij is ook de woningbouwopgave. Tegelijk is de woningbouwopgave in U Ned (gebiedsgericht bereikbaarheidsprogramma voor de regio Utrecht waar we als provincie met het Rijk en gemeente Utrecht aan werken in het kader van het MIRT) een actueel onderwerp. Daarnaast is het ministerie van BZK de woningbouw meer aan het agenderen. BZK heeft het voornemen om voor een beperkt aantal regio s (naast MRA en MRDH, de regio U10) regioafspraken te maken gericht op het versnellen van de woningbouw. In het BO MIRT van 4 juni wordt hier mogelijk ene procesafspraak voor gemaakt. Ineke en ik hebben vanuit het traject van onze Omgevingsvisie het initiatief genomen tot het opstellen van bijgaande notitie. Gezien de trajecten van U Ned en het voornemen van BZK hebben we deze in de afgelopen weken afgestemd met de gemeente Utrecht, de U10 en BZK. We willen de inhoud ook met de regio s Amersfoort en het Utrechtse deel van Food Valley afstemmen. Delen jullie de insteek (de uitgangspunten, het stappenplan, de basisprincipes) en herkennen jullie de opgenomen woningbouwopgaven. Het is duidelijk een notitie in bewerking. Het moet verder worden aangevuld waarmee het steeds meer bouwstenen voor onze Omgevingsvisie oplevert. Met name het deel vanaf plancapaciteit moet verder gebracht worden. Lijkt mij goed om het daar ook over te hebben. Tot volgende week met vriendelijke groet, Jacqueline Sellink Beleidsadviseur Team strategische ruimtelijke ontwikkeling Provincie Utrecht Postbus TH Utrecht M: De informatie verzonden met dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Gebruik van deze informatie door anderen dan de geadresseerde is verboden. Openbaarmaking,vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van deze informatie aan derden is niet toegestaan. Het is mogelijk dat tijdens het transport van dit bericht fouten zijn ontstaan zodat het bericht onjuist is overgekomen. Hiervoor kunnen wij geen aansprakelijkheid erkennen. Uitsluitend het door de bevoegde persoon dan wel het bevoegde bestuursorgaan ondertekende papieren document is bindend. Wij adviseren u om bij twijfel over de juistheid of volledigheid contact met ons op te nemen.

5 Gedeelde achtergrond-notitie woningbouwopgave Doel: gespreksnotitie aanloop BO MIRT juni 2018, inbreng U Ned en inbreng POVI. Versie 22 mei 2018; Jacqueline Sellink Status notitie: ambtelijk. De notitie is opgesteld door de provincie Utrecht, in overleg met de Regio U10, de gemeente Utrecht en het Ministerie van BZK. Essentie notitie wordt eind mei nog afgestemd met regio Amersfoort (24 mei) en regio Food Valley (PU- deel; 25 mei). Het 2 e deel van de notitie (plancapaciteit) is in bewerking en wordt komende maanden verder aangevuld/uitgewerkt. Aanleiding... 1 Regionale strategie: integrale afweging... 2 Mogelijke principes toekomstige verstedelijking... 2 Hoe groot is de toekomstige woningbehoefte?... 3 Woningbouwopgave 2040 en Wat is de beschikbare plancapaciteit?... 7 Confrontatie woningbehoefte en plancapaciteit... 8 Bijlage kaartbeeld Aanleiding In dit memo wordt een beeld geschetst van onder meer de toekomstige woningbouwopgave en strategie ten behoeve van de totstandkoming van de provinciale Omgevingsvisie. Inzicht in de woningbouwopgave is echter ook wenselijk voor trajecten als de NOVI, MIRT en het programma U Ned. In het BO MIRT voor de Noordwest Nederland in juni 2018 wordt naar verwachting een procesafspraak gemaakt met als doel om in het BO MIRT najaar 2018 tot regionale afspraken in de regio Utrecht te komen over het versnellen van de woningbouwproductie op de korte termijn. Versnelling is ook in andere delen van de provincie Utrecht van belang. Naast de regioafspraken met de regio Utrecht is er daarom vanuit het rijk ondersteuning beschikbaar bij het versnellen van de woningbouw in de vorm van het expertteam woningbouw. Dit expertteam zal zowel vraag gestuurd als naar aanleiding van signalen regionaal gesprekken aangaan met betrokken partijen. Daarnaast kunnen resultaten uit de regioafspraken mogelijk ingezet worden in andere regio s. Vanuit de provincie is het initiatief om een gezamenlijke regionale notitie op te stellen. In deze notitie is ingegaan op de regionale strategie en zijn basisprincipes voor toekomstige verstedelijking opgenomen. Daarnaast is de woningbehoefte in beeld gebracht en is ingegaan op de plancapaciteit. Dit om als regio (provincie, regio s, gemeenten) én Rijk/BZK, een gedeeld beeld te hebben van behoefte en plancapaciteit (kwantitatief). De insteek van deze notitie is met name gericht op de langere termijn (in relatie tot vraagstukken/opgaven U Ned). Daarnaast is de korte termijn relevant vanwege de huidige spanning op de woningmarkt in deze regio. Relevante vragen daarbij zijn o.a. hoe kan de productie versneld worden en hoe en welke (zachte) plancapaciteit kan versneld hard worden gemaakt. Utrecht: daar willen we allemaal wel wonen en werken! De regio Utrecht groeit hard. Vanwege het aantrekkelijke leef- en vestigingsklimaat en de aanhoudende economische groei heeft de regio grootste huishoudensgroei in Nederland. De druk op de woningmarkt is dan ook hoog. Er daar wordt hard aan gewerkt: de woningvoorraad in de provincie Utrecht is in 2016 de snelst groeiende van Nederland. En de mobiliteitsbehoefte en knelpunten groeien mee ook in de toekomst. De regio maakt de keuze om de groei duurzaam op te vangen: verstedelijking met voorrang binnenstedelijk en op goed bereikbare plekken nabij OV-infrastructuur. Zo versterken we het leef- en vestigingsklimaat en bouwen we voort op het DNA van de regio van Gezond Stedelijk Leven. 1

6 Regionale strategie: integrale afweging Utrecht groeit snel en de druk op de woningmarkt is hoog. Om de druk op de woningmarkt te verlagen is het van belang dat de woningbouwproductie wordt versneld en er tegelijkertijd wordt gewaarborgd dat er op de middellange en lange termijn voldoende (potentiële) plannen zijn. Goede bereikbaarheid is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van locaties. Hier ligt een directe relatie met programma U Ned waar Rijk en regio samen aan werken. Gezien de huidige en verwachte infrastructurele knelpunten, is realisatie (en/of versnelling) van een groot deel van de woningbouwopgave zonder investeringen in bereikbaarheidsoplossingen, niet mogelijk Om de woningbouwambities te realiseren is een integrale afweging nodig. Bij de integrale afweging stellen we ons vragen als: wat is de behoefte? Gaan we alle behoefte accommoderen? En waar gaan we het faciliteren? Welk principe hanteren we als er binnenstedelijk onvoldoende capaciteit is? Bij de woningbouwprogrammering (en economische positionering) speelt uiteraard het mobiliteitsvraagstuk een belangrijke rol. Onderzocht wordt bijvoorbeeld welke OV-knooppunten potentie hebben om groei op te vangen (ruimtelijk programma en OV-bereikbaarheid), om hiermee de schaalsprong in ruimtelijk programma en systeemsprong mobiliteit te faciliteren. Maar ook aanwezige waarden en andere beleidsambities worden in deze afweging betrokken, zoals de relatie met het provinciale/regionale economische profiel (ambitie), de ambities en visies op het gebied van duurzaamheid de groene waarden (natuur, landschap). Denk hierbij ook aan thema s als Ringpark (recreatie/ uitloopgebieden), bodemgesteldheid en klimaatadaptatie, (water)veiligheid, natuur en cultuurhistorie. Mede op basis van deze afweging wordt door de provincie vervolgens het woningbouwprogramma voor de provinciale Omgevingsvisie bepaald. En de regio U10 werkt aan een regionale strategie en programmering waarin deze keuzes zijn verankerd en afspraken worden gemaakt met overheden en andere partijen die een rol spelen in de realisatie. Mogelijke principes toekomstige verstedelijking Voor de zoektocht naar mogelijkheden voor het accommoderen van de woningbouwopgave hanteren we een stappenplan met een aantal basisprincipes. Als hoofdkeuze wordt daarbij ingezet op binnenstedelijke ontwikkeling en ontwikkelingen in het invloedsgebied van OV knooppunten. Pas op het moment dat blijkt dat er (op provinciaal / regionaal niveau) niet voldoende binnenstedelijke plancapaciteit gegenereerd kan worden, komen nieuwe uitleglocaties in beeld. Ook daarbij hebben locaties in invloedsgebieden van een knooppunt prioriteit. Het is belangrijk om een constante bouwstroom te behouden. Stappenplan: bepalen woningbehoefte inventariseren plancapaciteit confronteren woningbehoefte met plancapaciteit integraal afwegen opstellen woningbouwstrategie / -programma 1 Basisprincipes toekomstige verstedelijking: 1. Binnenstedelijk en nabij knooppunten 2. Overig binnenstedelijk 3. Niet binnenstedelijk, wel in invloedsgebied knooppunt 4. Als na integrale afweging gekozen wordt voor nieuwe grootschalige uitleg: deze zoveel mogelijk koppelen aan bestaande of nieuwe knooppunten (gebundeld/gekoppeld aan de belangrijkste infrastructurele corridors). Aanvullend hierop: eventueel kleinschalige uitbreiding aansluitend aan het stedelijk gebied t.b.v. lokale vitaliteit of ruimtelijke kwaliteit (lokaal maatwerk), met voorrang voor locatiesmet goede OV-ontsluiting. Toelichting basisprincipes - Hoofdkeuze: een blijvend accent op binnenstedelijke ontwikkeling Bij de afweging van de mogelijkheden van binnenstedelijke woningbouw zijn een aantal aandachtspunten die relevant zijn. Onder meer de benodigde (OV-) bereikbaarheid en de klimaatopgave. - Eventueel nieuwe grootschalige uitleg zoveel mogelijk koppelen aan bestaande of nieuwe knooppunten. Bijvoorbeeld ontwikkelzones gebundeld/gekoppeld aan belangrijke infrastructurele corridors. 1 Woningbehoefte: toekomstige vraag naar woningen, op basis van alle huishoudens die in woning wonen of dat nog niet doen maar wel een woning wensen). Op basis van prognoses (trend, ontwikkelingen). Plancapaciteit: mogelijke aanbod (capaciteit) aan woningen, in aantallen naar locaties en periode. Op basis van huidig inzicht. Woningbouwprogramma: het aantal woningen dat gebouwd kan worden in een bepaalde periode (ruimtelijk afgewogen en haalbaar geacht). 2

7 De systeemsprong in wonen (groei van de stedelijke regio) maakt dat er ook een systeemsprong moet worden gemaakt in de infrastructuur. Met name voor wat betreft het OV. Hiervoor moeten bestaande verbindingen worden opgewaardeerd en/of nieuwe verbindingen worden aangelegd. Voor een goede toekomstige exploitatie van deze verbindingen is draagvlak noodzakelijk, en daarvoor is het nodig dat de potentie bij nieuwe of opgewaardeerde knooppunten zoveel mogelijk wordt benut. Anderzijds is het essentieel dat nieuwe, grotere uitbreidingslocaties goed worden ontsloten per OV. Dit maakt dat we nieuwe uitleg voor woningbouw zoveel mogelijk willen koppelen aan deze noodzakelijke investeringen. Hierbij zou gekeken kunnen worden naar mogelijke ontwikkelzones gekoppeld aan infrastructurele corridors in de provincie bijvoorbeeld richting Amsterdam (A2 en spoor); Hilversum/Almere (A27 en spoor); Amersfoort/ Harderwijk (A28 en spoor); Bunnik/Veenendaal (A12 en spoor); Woerden (A12 en spoor); Vianen/Houten/Culemborg (A2 en spoor). Er blijven ook op de langere termijn bereikbaarheidsknelpunten bestaan. Het betrekken van deze opgave bij het nadenken over mogelijke toekomstige locaties voor ruimtelijke-economische ontwikkelingen kan bijdragen aan het beperken van de bereikbaarheidsknelpunten. Ook hierbij geldt dat aandacht nodig is voor de verbindingen met de regio Utrecht en reistijden. - Eventueel kleinschalige uitbreiding aansluitend aan het stedelijk gebied t.b.v. lokale vitaliteit of ruimtelijke kwaliteit (lokaal maatwerk). Veel gemeenten geven aan dat zij het noodzakelijk achten nieuwe woningen te bouwen, ten behoeve van de vitaliteit van de gemeente en/of kernen. Dit zal bij de afweging betrokken worden. Daarbij zal nagegaan moeten worden in hoeverre meer woningen een blijvend effect heeft op de leefbaarheid. Het eventueel ruimte bieden voor kleinschalige uitbreiding zal integraal afgewogen worden. Aandachtspunt daarbij is nadrukkelijk de ruimtelijke kwaliteit van de overgang stad-land. Hoe groot is de toekomstige woningbehoefte? De woningbehoefte is een afgeleide van de bevolkings- en huishoudensprognoses. Er zijn verschillende instanties die een dergelijke prognose hebben uitgebracht. De meest gehanteerde zijn de WLO-scenario s, de regionale bevolkingsprognoses van CBS/PBL en Primos. Bij de vormgeving van ons ruimtelijk beleid maken de regionale overheden over het algemeen gebruik van de Primos-prognoses. Deze hebben als voordeel dat ze ook op een lager schaalniveau (gemeenten) beschikbaar zijn, jaarlijks worden geactualiseerd en dat er rekening wordt gehouden met gemeente-specifieke data zoals bijv. bevolkingsopbouw naar leeftijd. Daarbij worden trends uit de laatste jaren doorgetrokken. Uit bijgaande figuur en tabel blijkt dat Primos 2017 voor de provincie Utrecht als geheel uitgaat van een gemiddeld scenario. CBSPBL Primos WLO2015/H Bevolking Huishoudens Bevolking Huishoudens Bevolking Huishoudens Primos Prognose 2017; Bron: Primos online; ABF-research CBS/PBL regionale bevolkingsprognose 2016 ( ; regio indeling 2015). Prognose jaren tot 2040 WLO2015/H: WLO scenario hoog. Bron: PBL/CPB open data. Cahier regionale ontwikkeling; WLO scenario s Beschikbare prognosejaren 2030 en 2050 Uitgangspunt: Voor het bepalen van de toekomstige woningbehoefte wordt in Utrecht uitgegaan van het Primos Daarnaast is de woningvoorraad van 1 januari 2016 als vertrekpunt genomen. 3

8 Tabel 1: belangrijkste cijfers Primos 2017 voor Provincie Utrecht (afgerond op 100-tallen) CBS Primos (2016-) 2030 (2030-) 2040 (2040-) 2050 Gewenste woningvoorraad Nieuwbouw (netto toevoeging) Verwachte sloop (780 p/j) (820 p/j) (900 p/j) Woningvoorraad Woningtekort -2,9 % -3,2 % -2,8 % -2,5 % Primos heeft aannames gedaan over de verwachte nieuwbouw (woningbouwontwikkeling). Daarbij is in 2040 en 2050 nog een woningtekort. In hoeverre de toekomstige woningbehoefte wordt geaccommodeerd (in welke mate het woningtekort wordt ingelopen) is een politiek-bestuurlijke vraag. In onderstaande tabel is nagegaan wat het aantal nieuw te bouwen woningen zou moeten zijn in tot 2040 en 2050 in een aantal scenario s waarbij het woningtekort varieert ( mogelijke inzet beleidskeuzes ). Het woningtekort in 2050 is in de tabel afgezet tegen de gewenste woningvoorraad in 2050 volgens Primos 2017 ( ). Tabel 2: getalsmatige consequenties nieuwbouw en woningvoorraad van mogelijke beleidskeuzes Inzet beleidskeuze vanaf 2016 Gelijkblijvend woningtekort (2.9% in 2016) Nieuwbouw (netto) volgens Primos 2017) Volledig terugdringen woningtekort Toevoeging woningvoorraad Woningvoorraad 2040 Toevoeging woningvoorraad Woningvoorraad 2050 Tekort/overschot In ,9% ,5% % Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat Primos 2017 uitgaat van een netto toevoeging van de woningvoorraad van woningen in de periode en woningen in de periode Afhankelijk van de beleidskeuze gericht op het terugdringen van het woningtekort wordt dit meer of minder. Relevant hierbij is het besef dat het huidige woningtekort per regio verschilt. Tabel 3: woningtekort per regio in 2016 Woningvoorraad 2016 Gewenste woning voorraad 2016 (Primos 2017) woningtekort 2016 (Primos 2017) Provincie Utrecht % Regio U10 (12 gem) % Regio Amersfoort (PU) % Regio Food Valley (PU) % Regio West Utrecht % Gemeente Utrecht % Gemeente Amersfoort % Woningbouwopgave 2040 en 2050 Voorgesteld wordt om voor de toekomstige woningbehoefte uit te gaan van een beleidsmatige bandbreedte. Dit ook gezien de onzekerheid die gekoppeld is aan prognoses in algemene zin. Het jaar 2050 is een generatie verder. Het onderschrijft het belang van een regelmatige en adequate monitoring en alsnodig herijking van het woningbouwprogramma. Onderstaand is uitgegaan van de bandbreedte tussen de nieuwbouw volgens Primos 2017 (met een tekort van 2.5% op provinciaal niveau in 2050) en het volledig inlopen van het tekort in Indicatie woningbouwopgave provincie Utrecht vanaf 2016 op basis van Primos 2017 Netto toevoeging woningvoorraad: Totaal : woningen Totaal : woningen Dit gaat om de netto toevoeging van de woningvoorraad. Er zullen meer woningen gebouwd moeten worden om de sloop te compenseren. Aannames sloop Primos 2017: : en : woningen. Bruto-toevoeging woningvoorraad (inclusief vervangende nieuwebouw als gevolg van sloop) Totaal : woningen Totaal : woningen 4

9 In Primos zijn gegevens op het niveau van gemeenten beschikbaar. Op basis daarvan zijn tabellen met informatie voor verschillende deelgebieden opgesteld. De gemeenten Utrecht en Amersfoort zijn ook apart opgenomen. Bij de ondergrens van de bandbreedte is er in de regio s dus nog en woningtekort. Deze is iets lager dan het huidige woningtekort zoals opgenomen in tabel 3 Tabel 4: Primos 2017: gewenste woningvoorraad (woningtekort 0%) en woningvoorraad conform netto nieuwbouw Primos in 2040 per deelgebied (afgeronde aantallen) Woningvoorraad 2016 Woningvoorraad 2040 (nieuwbouw Primos 2017) Gewenste woningvoorraad 2040 (Primos 2017) Netto toevoeging woningvoorraad Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht Gemeente Utrecht Gemeente Amersfoort Tabel 5: Primos 2017: gewenste woningvoorraad (woningtekort 0%) en woningvoorraad conform netto nieuwbouw Primos in 2050 per deelgebied (afgeronde aantallen) Woningvoorraad 2016 Woningvoorraad 2050 (nieuwbouw Primos 2017) Gewenste woningvoorraad 2050 (Primos 2017) Netto toevoeging woningvoorraad Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht Gemeente Utrecht Gemeente Amersfoort Provincie Utrecht: regio U10; regio Amersfoort (Utrechtse gemeenten); regio Food Valley (Utrechtse gemeenten) en regio West Utrecht. (exclusief Zederik en Leerdam) 2. Regio U10: 12 gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein, Zeist 3. Regio Amersfoort (Utrechtse gemeenten): Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest, Woudenberg 4. Regio FoodValley (Utrechtse gemeenten): Veenendaal, Rhenen, Renswoude 5. West Utrecht: gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater, De Ronde Venen Zederik en Leerdam behoren vanaf 2019 tot de provincie Utrecht; deze zijn echter nog niet in de huidige Primos berekeningen bij de provincie Utrecht meegerekend. Derhalve zijn de aantallen in de tabellen exclusief deze twee gemeenten. Ter indicatie: volgens Primos worden er in de periode woningen toegevoegd in beide gemeenten. Tabel 6: woningtekort bij bandbreedte netto toevoeging woningvoorraad (conform tabel 4) Woningtekort 2016 (Primos 2017) Netto toevoeging ondergrens: woningtekort Netto toevoeging bovengrens woningtekort Netto toevoeging voor woningtekort 2040 = 1.5% 2040 = x%) 2040 = 0%) Provincie Utrecht 2.9% = 2.8% Regio U10 (12 gem) 3.2% = 3.6% Regio Amersfoort (PU) 2.5% = 1.9% Regio Food Valley (PU) 2.8% = 0.9% Regio West Utrecht 0.9% = -1.0% Gemeente Utrecht 5.5% = 5.5% Gemeente Amersfoort 4.0% = 4.9% Voor een deel van de periode tot 2040/2050 is via vastgesteld ruimtelijk beleid van de provincie en gemeenten al veel vastgelegd. Daarmee is een deel van de woningbehoefte al planologisch geregeld, in de zin dat er locaties bekend zijn en (ruimtelijk) afgewogen. Dat wil overigens nog niet zeggen dat er voor al die locaties met de kennis van nu al realistische (harde) plancapaciteit beschikbaar is. Om een eenduidig beeld te geven is in deze notitie alleen ingegaan op de provinciale ruimtelijke structuurvisie (PRS/PRV , Herijking 2016). Hierin is voor de provincie als totaal een woningbouwprogramma voor de perio- 5

10 de opgenomen van woningen. In onderstaande tabel is dit rekening houdend met de opgeleverde woningen tot 2016, herleid tot Vervolgens is aangegeven wat het restprogramma zou zijn uitgaande van de in tabel 3 en 4 opgenomen toevoeging woningvoorraad. Tabel 7: programma PRS/PRV en restprogramma toevoeging woningvoorraad. (afgeronde aantallen) Programma PRS/PRV Restprogramma Netto-toevoeging Restprogramma Netto toevoeging Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht Gemeente Utrecht Gemeente Amersfoort Samenvattend overzicht netto toevoeging woningvoorraad vanaf (restant PRS/PRV): woningen : woningen : woningen (restant PRS/PRV): : woningen woningen : woningen Weetjes: - PRS-opgave : woningen. Dit is vergelijkbaar met het aantal woningen in Houten + Nieuwegein + Vianen anno Opgave : woningen. Dit is vergelijkbaar met het aantal woningen in Houten + Nieuwegein + Vianen + Stichtse vecht + IJsselstein anno Opgave : woningen. Dit is vergelijkbaar met het aantal woningen in Utrecht + Bunnik anno Opgave : woningen. In GU is al een mogelijke (binnenstedelijke) capaciteit van woningen in de periode tot

11 Wat is de beschikbare plancapaciteit? Met deze notitie is de woningbehoefte op de langere termijn in beeld gebracht. Daarnaast is het nodig om inzicht te hebben in de plancapaciteit. Gewenst overzicht Tabel 7: nu bekende plancapaciteit in de periode / Harde plancapaciteit Binnenstedelijk Zachte Plancapaciteit binnenstedelijk Potentiele Plancapaciteit binnenstedelijk Totale plancapaciteit binnenstedelijk Afgewogen (PRS) plancapaciteit uitleg Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht - Harde plancapaciteit = juridische status: 1A Onherroepelijk; 1B Onherroepelijk, nog uit werken; 2 Vastgesteld - Zachte plancapaciteit = juridische status: 3 In voorbereiding; 4A Visie; 4B Optie; Onbekend - Potentiele plancapaciteit: mogelijke toekomstige plancapaciteit door bv transformaties etc. - Binnenstedelijke plancapaciteit: locaties binnen de rode contouren van de provinciale PRS - Afgewogen plancapaciteit uitleg: plancapaciteit op de in de PRS opgenomen uitleglocaties (planologisch afgewogen locaties) Welke gegevens zijn beschikbaar U10/U16 De provincie voert momenteel samen met de U10 en onderzoek uit naar de mogelijke binnenstedelijke plancapaciteit (uitgevoerd door bureau Site). Dit onderzoek geeft onder meer inzicht in de nu aanwezige/bekende harde en zachte plancapaciteit. Het onderzoek wordt uitgevoerd in de U16 gemeenten (woningmarktgebied). PM medio mei is harde capaciteit beschikbar; zachte/potentiele volgt rond de zomer. Nog niet duidelijk of en welke (zachte/potentiele) cijfers openbaar kunnen worden (gevoelige info) Plancapaciteit Gebied/gemeenten zijn: U10 (12 gemeenten); Utrecht west (4 gemeenten); Leerdam en Zederik. UITWERKEN MET SITE RAPPIORT WAT IS OPENBAAR Tabel 7: nu bekende plancapaciteit in de periode / Harde plancapaciteit Binnenstedelijk Zachte Plancapaciteit binnenstedelijk Potentiele Plancapaciteit binnenstedelijk Totale plancapaciteit binnenstedelijk Afgewogen (PRS) plancapaciteit uitleg Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio West Utrecht Bron: Siterapport - Harde plancapaciteit = juridische status: 1A Onherroepelijk; 1B Onherroepelijk, nog uit werken; 2 Vastgesteld Voor de gemeente Utrecht wijkt de definitie af. Hard = als er bestuurlijke besluitvorming over heeft plaatsgevonden: ten minste startdocument vastgesteld, visie vastgesteld of grondexploitatie geopend. - Zachte plancapaciteit = juridische status: 3 In voorbereiding; 4A Visie; 4B Optie; Onbekend - Potentiele plancapaciteit: - Binnenstedelijke plancapaciteit: locaties binnen de rode contouren van de provinciale PRS - Afgewogen plancapaciteit uitleg: plancapaciteit op de in de PRS planologisch afgewogen opgenomen uitleglocaties Informatie van gem Utrecht (mei 2018) 7

12 - De plancapaciteit voor de periode tot aan 2030 voorziet in woningen. Deze woningen kunnen gebouwd worden als de aan essentiële randvoorwaarden wordt voldaan zoals voldoende (voor)investeringen in bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Voor de periode tot en met 2030 is dit voldoende om de vraag te accommoderen. - Voor de periode daarna beschikt Utrecht onder voorwaarden over een plancapaciteit nog eens tenminste woningen tot Deze periode is er vooralsnog onvoldoende plancapaciteit om de behoefte te accommoderen: Er zal voor die periode gezocht moeten worden naar aanvullende (binnenstedelijke) locaties. - Gemeente Utrecht kent diverse potentiele binnenstedelijke (woning)bouwlocaties die, als knelpunten op het gebied van mobiliteit en bereikbaarheid tijdig worden opgelost, aan de plancapaciteit kunnen worden toegevoegd. Het gaat om locaties voor woningen in de periode tot 2040 en woningen voor de periode daarna. Inventarisatie BZK april 2018 ABF Research heeft in opdracht van het ministerie van BZK een inventarisatie naar de plancapaciteit uitgevoerd (april 2018). Voor de provincie Utrecht is hierin opgenomen: Harde plancapaciteit Zachte plancapaciteit Totale plancapaciteit provincie U U De provincie Utrecht heeft in haar ruimtelijk beleid de hoofdkeuze gemaakt om in te zetten op binnenstedelijke ontwikkeling. Het in de provinciale ruimtelijke structuurvisie en verordening opgenomen programma is gebaseerd op de ruimtelijke mogelijkheden en de realisatiecijfers vanuit voorgaande jaren, en is een realistisch programma waarmee overprogrammering wordt voorkomen. Het binnenstedelijke deel van dit programma (ca. 80 %) is echter niet gelimiteerd, maar indicatief. De gegevens over de plancapaciteit komen uit de provinciale planmonitor, die door gemeenten wordt ingevuld. Gebleken is dat deze gegevens niet altijd volledig zijn. In gezamenlijke opdracht van de U16 gemeenten en de provincie vindt daarom thans een verdiepend onderzoek plaats naar de aanwezige (harde en zachte) en potentiele plancapaciteit bij de U16-gemeenten. De resultaten hiervan worden rond de zomer 2018 verwacht. Info uit planmonitor Wonen (op basis van exportfile d.d. 3 mei 2018) Vanuit de planmonitor is een exportfile gedownload; op basis van deze tabel zijn een aantal cijfers in onderstaande tabel opgenomen. Hierop (bij zachte plancapaciteit) is nog geen check uitgevoerd (passend in planologisch beleid) Harde plancapaciteit Zachte Plancapaciteit Totale plancapaciteit totaal totaal totaal Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht Harde plancapaciteit = juridische status: 1A Onherroepelijk; 1B Onherroepelijk, nog uit werken; 2 Vastgesteld Zachte plancapaciteit = juridische status: 3 In voorbereiding; 4A Visie; 4B Optie; Onbekend OPM: in de planmonitor is bij Veenendaal (FV) de locatie V daal oost met woningen opgenomen (periode na 2025). Lijkt wat erg veel.. Stec rapport Wonen in de provincie Utrecht.oktober 2017 In opdracht van de provincie Utrecht opgesteld rapport om een overzicht van de problemen in de woningmarkt, inclusief een visie of een mogelijk zwaardere rol van de provincie nodig is. Hiervoor is o.a. de plancapaciteit geïnventariseerd. Totale plancapaciteit Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht 820 Bron: planmonitor Wonen (door gemeenten zelf ingevuld); stand van zaken medio 2017 Confrontatie woningbehoefte en plancapaciteit PM 8

13 Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht Behoefte tot 2026 of 2028 of 2030 Plancapaciteit tot 2026 Verschil Provincie Utrecht Regio U10 (12 gem) Regio Amersfoort (PU) Regio Food Valley (PU) Regio West Utrecht Behoefte tot 2040 Plancapaciteit tot 2040 Verschil 9

14 Bijlage kaartbeeld 10