Facebook laat je zweten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Facebook laat je zweten"

Transcriptie

1 Facebook laat je zweten Bachelor scriptie: Persuasieve Communicatie Eindversie Experimenteel onderzoek naar de invloed van blootstelling aan verschillende type Facebookberichten op de sportintentie van mensen met een laag en hoog zelfvertrouwen. Lisa Verheul WG Lotte Salome Aantal woorden:

2 Samenvatting In een online experimenteel onderzoek, onder 142 jongeren, is onderzocht welke type Facebookberichten voor jongeren met een hoog en laag zelfvertrouwen leiden tot een hogere sportintentie. De respondenten zijn blootgesteld aan een van de drie Facebookpagina s, die uitsluitend teksten, afbeeldingen of video s bevatten. Er is nagegaan of de mate van sportintentie van jongeren met een hoog of laag zelfvertrouwen hoger is bij blootstelling aan teksten, afbeeldingen of video s. Het onderzoek legt de basis voor interdisciplinair onderzoek naar de effectiviteit van Facebookcampagnes om Nederlandse jongeren meer te laten bewegen. Vanuit de Communicatiewetenschap wordt de effectiviteit van verschillende type Facebookberichten op sportintentie benaderd, waar psychologische- en sociaal wetenschappelijke studies op kunnen voortborduren. Uit de variantieanalyses is gebleken dat er geen effect is tussen type Facebookberichten en de mate van sportintentie. Ook zijn er geen significante resultaten gevonden dat zelfvertrouwen een mogelijk effect heeft op de relatie tussen type Facebookbericht en sportintentie. 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding blz Theoretisch kader blz Type Facebookberichten blz Sportintentie blz Type Facebookberichten en sportintentie blz Zelfvertrouwen blz Type Facebookberichten, zelfvertrouwen en sportintentie blz.9 3. Methode blz Steekproef blz Het experimentele design blz Materiaal blz Onafhankelijke variabele blz Pre-tests blz Procedure blz Meetinstrument blz Afhankelijke variabele blz Onafhankelijke variabele blz Manipulatiecheck blz Demografische variabelen blz Resultaten blz Manipulatiecheck blz Controlevariabelen blz Hypothesetoetsing blz Type Facebookbericht en sportintentie blz Zelfvertrouwen, type Facebookbericht en sportintentie blz Conclusie blz Discussie blz Literatuurlijst blz Bijlage I: Onderzoeksinstrument blz Bijlage II: Materiaal blz. 37 3

4 1. Inleiding Overgewicht is een groot en groeiend probleem in Nederland. Het levert niet alleen problemen op voor de volksgezondheid, maar ook voor de maatschappij en de economie (Halberstadt, Seidell, HiraSing, Renders, & van Bolhuis 2008). Volgens Proper, Chorus en Hildebrandt (2002) kan de maatschappij met behulp van preventieve maatregelen tegen overgewicht, ongeveer een miljard euro besparen in de zorg. Volgens het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2006) zijn ongezonde eetgewoonten en te weinig lichaamsbeweging de oorzaken van overgewicht. Een op de zes jongeren sport niet of nauwelijks, tegenover een op de zeventien volwassenen in Nederland (TNO, 2009). In de pubertijd en adolescentie veranderen interesses, waardoor de deelname aan sport afneemt (Breedveld, Kamphuis & Tiessen-Raaphorst, 2008). Om obesitas tegen te gaan heeft de overheid het Convenant Overgewicht opgericht. Deze organisatie houdt zich bezig met verschillende preventieve maatregelen, zoals mediacampagnes en specifieke interventies. Het voornaamste doel is om Nederlanders een gezonde leefstijl aan te laten nemen. Een belangrijk onderdeel hierbij is het aantrekkelijk maken van sport en beweging, om zo de sportintentie van mensen te verhogen (Halberstadt et al., 2008). Echter blijkt uit onderzoek van Renes, Van de Putte, Van Breukelen, Loef, Otte en Wennekers (2011) dat overheidsspotjes nauwelijks effect hebben op gedragsverandering in het algemeen. Om de beoogde doelgroep te bereiken met een bewegingscampagne zal de overheid een effectieve manier moeten vinden om de sportintentie van jongeren te vergroten. Kietzman, Hermkens, McCarthy en Silvestre (2011) hebben onderzocht dat bedrijven steeds vaker adverteren op social media om specifieke gedragsintentie te stimuleren. Social mediacampagnes zijn populair voor bedrijven omdat er weinig kosten worden gemaakt (Jansen & Canini, 2010). Vooral Facebook is een passend middel om via interpersoonlijke communicatie een duidelijke boodschap over te brengen (Paradise & Sullivan, 2012). Verder is onderzocht dat de sportdeelname van jongeren afneemt, terwijl de populariteit van Facebook, met 8,9 miljoen actieve Nederlandse gebruikers, juist toeneemt (Newcom Research & Consultancy, 2014). Op Facebook worden verschillende type berichten (tekst, afbeelding en video) gepubliceerd die een sociale vergelijking met anderen mogelijk maken (Buunk & Gibbons, 2007). Een sociaal medium, zoals Facebook, kan er door zijn interactieve- en persoonlijke karakter voor zorgen dat de campagne eerder wordt geaccepteerd (Bampo, Ewing, Mather, Stewart, & Wallace, 2008). Hoewel uit het onderzoek van Bampo et al. (2008) blijkt dat social 4

5 mediacampagnes effectief kunnen zijn om gedragsintentie te vergroten, is er nog veel onzekerheid over hoe en vooral welke type Facebookberichten sportintentie onder jongeren het meest kunnen verhogen. Het doel van het onderzoek is overheidscampagnemakers inzicht geven in de meest effectieve benaderingswijze van de doelgroep om de sportintentie in het algemeen te verhogen. Daarnaast richt de huidige literatuur vooral richt op directe effecten van overheidscampagnes op gedragsintentie. Echter is er nog weinig onderzoek gedaan naar persoonlijkheidskenmerken van individuen die kunnen zorgen voor een versterkend of verzwakkend effect van de campagne. Er bestaan onder jongeren namelijk individuele verschillen, zoals zelfverzekerdheid en onzekerheid, die de sociale vergelijking kunnen versterken en afzwakken. Veel jongeren kampen met onzekerheden waardoor zij zichzelf niet in staat achten gedrag, zoals sporten, adequaat uit te voeren (Schippers & de Jonge, 2010). Facebook kan een belangrijke rol spelen bij het hebben van gedragsintentie. Echter is er geen empirisch onderzoek verricht naar de type Facebookberichten die bij jongeren met verschillende mate van zelfvertrouwen leiden tot een hogere sportintentie. De overheid zou op basis van deze informatie bij een campagne om Nederland meer te laten sporten, rekening moeten houden met individuele verschillen om zowel jongeren met een laag zelfvertrouwen als jongeren met een hoog zelfvertrouwen te overtuigen van het belang van bewegen. Dit onderzoek zal praktische inzichten geven over het effectief bereiken van jongeren met een hoog en laag zelfvertrouwen via drie type Facebookberichten (tekst, afbeelding en video) om de sportintentie te verhogen. De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: RQ: Welke type Facebookberichten leiden voor jongeren met een hoog en laag zelfvertrouwen tot een hogere sportintentie? Communicatiewetenschap is een discipline dat in de gezondheidswetenschap vaak wordt gecombineerd met de Psychologie. Door verschillende disciplines samen te brengen zal de literatuur worden verrijkt met een interdisciplinair raamwerk, waarbij onderzoekers vanuit iedere discipline kunnen voortborduren op de bevindingen. Vanuit diverse invalshoeken zal het bewegingsprobleem in Nederland moeten worden bekeken, zodat op basis van bevindingen uit interdisciplinaire onderzoeken uiteindelijk de meest effectieve bewegingscampagne voor jongeren kan worden opgezet. Dit onderzoek legt een eerste basis voor een interdisciplinair onderzoek naar het verhogen van sportintentie door het effectief inzetten van Facebookberichten. 5

6 2. Theorie 2.1 Type Facebookberichten Om inzicht te krijgen in de meeste effectieve manier om Facebook in te zetten en de sportintentie van jongeren te vergroten, is het van belang om verschillende type Facebookberichten te onderscheiden. Op Facebook kunnen drie type berichten worden gepubliceerd: teksten, afbeeldingen en video s. Type Facebookbericht wordt in dit onderzoek daarom onderverdeeld in drie categorieën: tekstueel, visueel en audiovisueel. In de literatuur worden deze type berichten van elkaar onderscheiden door hun verschil aan modaliteiten. Modaliteiten hangen samen met de zintuigen die gebruikt worden bij de boodschap: horen en zien (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005). Hoe meer zintuigen worden gebruikt bij het opnemen van informatie, hoe meer modaliteiten het bericht bevat. Teksten, afbeeldingen en video s verschillen in modaliteit. Dijkstra et al. (2005) vonden dat televisie (audiovisueel) meer aandacht krijgt van ontvangers dan printmedia (tekstueel). Om berichten te verwerken dient ons werkgeheugen geactiveerd te worden (Baddeley, 2003). Er zijn twee capaciteiten in ons werkgeheugen waar informatie wordt opgeslagen en verwerkt: verbale/tekstelementen, visuele elementen of een combinatie hiervan. Om jongeren te overtuigen met een social media campagne en de sportintentie te verhogen, moet het werkgeheugen worden beïnvloed (Baddeley, 2003). De informatie van de boodschap kan zowel via verbale, visuele of een combinatie in het geheugen worden verwerkt. Hoewel je met Facebookberichten gemakkelijk beide geheugencapaciteiten kunt bereiken, zijn er ook theorieën die een combinatie van modaliteiten afraden. Een van die theorieën is de limited capacity information processing theory (Lang, 2000). Zo stelt Sundar (2000) op basis van deze theorie dat een combinatie van verschillende modaliteiten juist een averechts effect heeft op het verwerken van informatie. Een teveel aan modaliteiten en type informatie zou leiden tot een cognitieve overload aan informatie, waardoor de boodschap overdracht wordt verstoord (Paas, Renkl & Sweller, 2003). In het huidige onderzoek zijn drie type modaliteiten daarom van elkaar gescheiden op de Facebookpagina en vergeleken. 2.2 Sportintentie 6

7 In het onderzoek is onderzocht welke invloed verschillende type Facebookberichten hebben op de sportintentie van mensen met een laag en hoog zelfvertrouwen. In de bestaande literatuur is de meest breed gedragen definitie van gedragsintentie: de neiging hebben om bepaald gedrag uit te voeren, ongeacht de werkelijke prestaties van het gedrag (Ajzen, 1991, p. 188). Op basis van deze definitie wordt sportintentie geconceptualiseerd als de mate waarin iemand geneigd is te gaan sporten, ongeacht of dit werkelijk wordt gedaan. Volgens de Theory of Planned Behavior (TPB) is gedragsintentie de meest belangrijke voorspeller van gedrag. Mensen maken plannen om een doel te bereiken en handelen daar naar (Ajzen, 1991). Dit geldt ook voor voornemens om te sporten. Op basis van de TPB kan gesteld worden dat mensen gaan sporten wanneer zij de intentie hebben te gaan sporten, een positieve attitude hebben over sport en dat zij zelf de controle hebben over dit sportgedrag Type Facebookberichten en sportintentie Dit onderzoek is specifiek gericht op de invloed van type Facebookberichten op gedragsverandering (sportintentie). Kress (2005) beschrijft in zijn onderzoek de verschillen tussen tekst en afbeeldingen wat betreft de verwerking van informatie. Een theorie die inzicht geeft in de verwerking van deze verschillende type informatie is de dual coding theory. De theorie stelt dat visuele en tekstuele informatie op verschillende manieren worden verwerkt (Reed, 2010). Jessen et al. (2000) benadrukte, vanuit de dual coding theory, het positieve effect van mentale beelden op informatiebeleving. Jongeren doen volgens de bevindingen meer ervaring op door het zien van afbeeldingen dan door het lezen van teksten (Bearne & Kress, 2001). Volgens Kolb, Boyatzis en Mainemelis (2001) zullen mensen door het opdoen van ervaring eerder geneigd zijn het geobserveerde gedrag na te bootsen indien zij het gedrag als positief waarderen. Zij stellen dat hoe meer positieve ervaring er wordt opgedaan, hoe groter de kans tot gedragsintentie. In het huidige onderzoek kan sportintentie worden gezien als specifieke gedragsintentie die door de blootstelling en ervaring uit sportafbeeldingen kan worden verhoogd. Op basis van deze theorieën en empirische bevindingen wordt in dit huidige onderzoek de volgende hypothese onderzocht: H1: Facebookberichten met sportgerelateerde afbeeldingen leiden bij jongeren tot een hogere sportintentie dan Facebookberichten met sportgerelateerde teksten. 7

8 Naast teksten en afbeeldingen, kunnen ook video s worden geüpload op Facebook. Terwijl teksten en afbeeldingen vrij statisch zijn, beschikken video s over bewegende beelden. De bewegende beelden in video s bevatten meer prikkels, waardoor zij meer aandacht krijgen van de ontvanger (Dijkstra et al., 2005). Deze bevinding geeft bewijs voor de cue-sommation theory die stelt dat er bij video s meer cues ontstaan waardoor een boodschap beter wordt onthouden en verwerkt (Severin, 1967). Een ander fenomeen waar empirisch bewijs voor is gevonden is het modaliteitsprincipe. Dit principe stelt dat mensen bewegende beelden over het algemeen beter verwerken dan nietbewegende beelden (Low & Sweller, 2005). Penny (1989) concludeerde dat op korte termijn de blootstelling aan een video over het algemeen leidt tot meer herinnering dan blootstelling aan een afbeelding. Ook Unnava, Agarwal en Haugtvedt (1996) hebben in hun onderzoek naar verschillende type advertenties bewijs gevonden dat mensen beter leren en informatie overnemen door beeld-advertenties met auditieve elementen, dan wanneer er uitsluitend visuele aspecten worden getoond. Bandura (2004) beschouwd het leren door directe ervaringen en observaties als belangrijke determinant voor het vertonen van gedrag. Men zou gedrag kopiëren wanneer zij het gedrag hebben geobserveerd bij anderen. In het huidige onderzoek wordt het sportgedrag gemeten. Op basis van deze eerdere onderzoeken zal in dit onderzoek worden verwacht dat hoe meer men leert uit specifieke type berichten, hoe groter de kans dat men het gedrag (sporten) zal uitvoeren. De tweede hypothese luidt: H2: Facebookberichten met sportgerelateerde video s leiden bij jongeren tot een hogere sportintentie dan Facebookberichten met sportgerelateerde teksten of afbeeldingen. 2.4 Zelfvertrouwen Ook de omgeving, als voorspeller van gedrag, heeft veel aandacht gekregen in de literatuur. Bandura (2004) stelt met de sociaal cognitieve theorie dat mensen leren door directe ervaringen en observaties. Men gaat gedrag kopiëren wanneer zij het gedrag hebben geobserveerd bij anderen. Verder stelt de theorie dat mensen meer leren van mensen die zij als rolmodellen zien en waar zij op willen lijken. Wilcox en Laird (2000) hebben bewijs gevonden voor deze theorie en vonden dat hoe meer men zich kan identificeren met een persoon, hoe eerder zij geneigd zijn opvattingen en gedrag te veranderen. Om de sportintentie van jongeren te verhogen zouden de Facebookberichten dus de mogelijkheid moeten bieden 8

9 tot identificatie. Echter kunnen individuele verschillen tussen jongeren deze mogelijkheid belemmeren. Zo zullen mensen met veel zelfvertrouwen en geloof in eigen kunnen zich beter kunnen identificeren met rolmodellen, waardoor het waarschijnlijker is dat gedrag wordt nagebootst (Rimal, 2000). Ook stelt Bandura (1989) dat hoe hoger iemands vertrouwen in zichzelf en het uitvoeren van het gedrag, hoe hoger de motivatie. Om zelfvertrouwen als voorspeller van gedragsintentie mee te nemen, moet het concept duidelijk worden gedefinieerd. De Rosenberg Self-Esteem Scale (Rosenberg, 1965) is de meest gebruikte maat voor zelfvertrouwen (Demo, 1985). In dit onderzoek wordt daarom Rosenberg s definitie van zelfvertrouwen gehandhaafd: iemands positieve of negatieve oriëntatie tegenover zichzelf (Rosenberg, 1965, p. 15). In de wetenschap zijn er veel gedateerde onderzoeken over de relatie tussen personaliteit en persuasieve overtuiging. Er heerst veel verdeeldheid over de invloed van zelfvertrouwen op de mate van overtuiging door persuasieve boodschappen om een gedragsintentie te bewerkstelligen. Uit onderzoek van Steele en Aronson (1995) blijkt dat mensen met een laag zelfvertrouwen persuasieve boodschappen sneller accepteren, terwijl mensen met een hoog zelfvertrouwen genoeg vertrouwen hebben in de eigen mening en een poging doen om de overtuigende boodschappen af te wijzen. Daarentegen stelt McGuire (1999) dat er juist een positief verband bestaat tussen de mate van zelfvertrouwen en de overtuiging door persuasieve boodschappen. Hoe hoger iemands zelfvertrouwen, hoe sneller iemand wordt overtuigd door persuasieve boodschappen. De onderzoeken zijn gedateerd en geven geen eenduidig beeld van de relatie tussen deze variabelen. Op basis van recentere onderzoeken wordt de relatie tussen type Facebookbericht, zelfvertrouwen en sportintentie beschreven. 2.5 Type Facebookbericht, zelfvertrouwen en sportintentie Facebook is een belangrijk platform voor sociale vergelijking (Nyst, 2012). De sociale vergelijkingtheorie van Festinger (1954) gaat ervan uit dat men een aangeboren behoefte heeft om persoonlijke kenmerken en opinies te evalueren. Omdat er geen vast ideaalbeeld bestaat, gaan mensen zich vergelijken met anderen. Door de sociale vergelijking met anderen die succesvoller zijn, krijgt men een negatiever zelfbeeld en is men minder tevreden over zichzelf (Buunk & Gibbons, 2007). Zelfvertrouwen is een belangrijk begrip dat invloed heeft op het Facebookgebruik. Zo onderzocht Mehdizadeh (2010) dat mensen met minder zelfvertrouwen 9

10 meer tijd op Facebook doorbrengen dan mensen met meer zelfvertrouwen. Ook Valkenburg, Peter en Schouten (2006) hebben bewijs gevonden voor het gegeven dat Facebook een effect kan hebben op het zelfbeeld van adolescenten. Dit is volgens hen te verklaren doordat acceptatie van leeftijdsgenoten belangrijk is voor het zelfbeeld en Facebook hier een belangrijk middel voor is. Bij langdurige blootstelling aan Facebook wordt iemands zelfbeeld aangetast (Chou & Edge, 2012). Chou en Edge (2012) concludeerden in hun onderzoek dat mensen met een laag zelfvertrouwen gevoeliger zijn voor sociale vergelijking dan mensen met een hoog zelfvertrouwen. Zij benadrukten dat mensen met een laag zelfvertrouwen anderen op Facebook positiever inschatten dan zichzelf, waardoor zij zichzelf niet in staat achten tot bepaald gedrag. De aan- of afwezigheid van zelfvertrouwen zou sportintentie kunnen versterken of verzwakken. Volgens Tosun (2012) gebruiken mensen Facebook om een ideale zelf te laten zien. Jongeren kijken positiever tegen leeftijdsgenoten aan en schatten zichzelf minder positief in. Zij achtten leeftijdsgenoten tot meer dingen in staat dan zichzelf. Daarnaast is internet een platform dat mogelijkheden biedt voor zelfexpressie (Bargh, McKenna & Fitzsimons, 2002). Iemands zelfvertrouwen is van invloed op hoe diegene naar anderen kijkt op Facebook (Haferkamp & Krämer, 2011). Wanneer iemand een hoge mate van discrepantie ervaart tussen zijn leven en zijn ideale leven, wat wordt gezien als een gebrek aan zelfvertrouwen (Robins, Hendin & Trzesniewski, 2001), zal diegene sterker worden beïnvloed door het zien van andermans berichten (Haferkamp & Krämer, 2011). Het huidige onderzoek vergelijkt de boodschappen op Facebook die via drie type berichten kunnen worden overgedragen: tekst, foto s en video s. De mogelijkheid om de boodschap te verwerken is gerelateerd aan interne factoren, waaronder zelfvertrouwen (Madden, Ellen & Ajzen, 1992). Op basis van deze bevindingen wordt gesuggereerd dat zelfvertrouwen een persoonlijke factor is die bepalend is voor het type bericht dat het beste kan worden gepubliceerd op Facebook om de sportintentie te verhogen. In dit onderzoek wordt via drie type berichten de aandacht van respondenten getrokken, waarna de boodschap wordt verwerkt in het geheugen en mogelijk gedragsverandering zou kunnen plaatsvinden. Volgens het Elaboration Likelihood Model van Petty en Cacioppo (1986) kan iemand een boodschap via twee routes verwerken. De centrale route is gericht op 10

11 het logisch redeneren, waarbij voornamelijk sterke argumenten worden verzameld om de boodschap te verwerken. Hoewel het Elaboration Likelihood Model geen specifieke uitspraken doet over de rol die zelfvertrouwen speelt bij de verwerking via de centrale route, blijkt uit onderzoek van Chebat en Picard (1988) dat mensen met relatief veel zelfvertrouwen eerder overtuigd worden door boodschappen die informatief en realistisch van aard zijn. Onder informatieve en realistische boodschappen worden informatieve teksten met sterke argumenten verstaan. Deze bevindingen vormen de basis voor hypothese 3. H3: Facebookberichten met sportgerelateerde teksten leiden bij jongeren met een hoog zelfvertrouwen tot een hogere sportintentie dan jongeren met een laag zelfvertrouwen. De tweede route die de ontvanger volgens het Elaboration Likelihood Model kan doorlopen is de perifere route. Deze route bevat juist oppervlakkige informatie, waarbij vooral wordt ingespeeld op affectieve kenmerken zoals emoties en gevoelens. Mensen die de informatie perifeer verwerken geven weinig aandacht aan inhoudelijke argumenten en meer aan cues zoals humor, muziek of een aantrekkelijk model. Bij de perifere route worden weinig tegenargumenten gevormd en worden oppervlakkige boodschappen sneller aangenomen (Petty & Cacioppo, 1986). Via welke route de boodschap wordt verwerkt hangt af van iemands motivatie, bekwaamheid en mogelijkheden. Bekwaamheid en mogelijkheid hangen volgens Ajzen (1992) af van persoonlijke factoren. Eén van de persoonlijkheidsfactoren die invloed heeft op de bekwaamheid van de boodschap verwerking is iemands eigenwaarde (Sanaktekin & Sunar, 2008). Onzekere mensen twijfelen over hun eigen kunnen en krachten, wat de betrokkenheid kan verminderen bij het sporten. Verder stellen Gollob en Dittes (1965) dat mensen met weinig zelfvertrouwen sneller worden overtuigd door eenduidige, eenzijdige en simpele argumenten die niet zorgen voor verwarring. Zij zullen eerder worden geprikkeld door oppervlakkige stimuli zoals afbeeldingen en video s, dan door sterke argumenten uit een tekst (Sanaktekin & Sunar, 2008). Op basis van de eerder genoemde empirische bevindingen, theorieën en modellen worden hypothese 4 en 5 opgesteld. H4: Facebookberichten met sportgerelateerde afbeeldingen leiden bij jongeren met een laag zelfvertrouwen tot een hogere sportintentie dan jongeren met een hoog zelfvertrouwen. 11

12 H5: Facebookberichten met sportgerelateerde video s leiden bij jongeren met een laag zelfvertrouwen tot een hogere sportintentie dan jongeren met een hoog zelfvertrouwen. Kortom, in het onderzoek wordt verwacht dat de drie type Facebookberichten (tekst, afbeelding en video) leiden tot verschillende mate van sportintentie. Ook wordt er verwacht dat jongeren met een hoog of laag zelfvertrouwen verschillen in de mate van sportintentie bij blootstelling aan verschillende type Facebookberichten. De vijf opgestelde hypothesen worden in Model 1 schematisch weergegeven. Model 1: Conceptueel model van de opgestelde hypothesen. 3. Methode De hypothesen die in dit onderzoek zijn opgesteld, worden onderzocht door middel van een experiment met behulp van een vragenlijst. Er is gekozen voor een experimentele onderzoeksmethode omdat hiermee een effectmeting kan plaatsvinden en een causale relatie kan worden onderzocht. De invloed van de onafhankelijke variabele type Facebookbericht op de afhankelijke variabele sportintentie wordt onderzocht Steekproef De respondenten zijn jongeren tussen de 18 en 25 jaar oud (M = 22,03, SD = 2,01) met een Facebookprofiel. De respondenten zijn door middel van een convenience sample verworven. De mannen (n = 49) en vrouwen (n = 93) zijn via een oproep op de Facebookpagina van de onderzoekers gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De oproep is geplaatst op vier Facebookpagina s van drie vrouwen en één man. Door de oproep op Facebook te plaatsen zijn 12

13 de respondenten bekend met de vormgeving van de stimuli in de experimentele condities, namelijk Facebookpagina s. De respondenten worden gevraagd een driedelige survey in te vullen, waarin zij tevens bloot worden gesteld aan een Facebookpagina Het experimentele design In dit experiment is gebruik gemaakt van een één-factor tussen-personen design met één onafhankelijke variabele Type Facebookbericht met drie condities: tekst, afbeelding en video. In het experiment zijn respondenten (N = 142) random toegewezen aan een van de drie condities. Deze randomisatie leidt ertoe dat de groepen in de drie condities vergelijkbaar zijn. In het onderzoek is er gebruik gemaakt van een zuiver experiment, waardoor selectiebias kan worden voorkomen. De afhankelijke variabele sportintentie is per conditie gemeten in een nameting. Er is gebruik gemaakt van uitsluitend een nameting waarbij tussen de drie condities de mate van sportintentie wordt vergeleken. Op één tijdstip, na de blootstelling aan het stimulusmateriaal, wordt gemeten in hoeverre de sportintentie verschilt tussen de drie experimentele groepen. Verder is gekeken naar een mogelijke invloed van de onafhankelijke variabele zelfvertrouwen op de relatie tussen type Facebookbericht en sportintentie. In Tabel 1 is het experimentele design schematisch weergegeven. In dit design is het belangrijk dat de groepen zo min mogelijk van elkaar verschillen. Er is geen controle conditie meegenomen in het onderzoek, omdat er alleen een verschil in effect wordt veronderstelt tussen de experimentele condities op sportintentie. Tabel 1: Het experimenteel design Tijdstip T1 T2 Conditie 1 R X O1 Conditie 2 R X O2 Conditie 3 R X O Materiaal Bij de interventie krijgen respondenten per conditie ander stimulusmateriaal te zien waarna ze via een link op Facebook met het programma Qualtrics een survey invullen. De condities 13

14 bestaan uit: sportgerelateerde- tekst, afbeeldingen of video s op Facebook. De Facebookpagina s zijn zoveel mogelijk gelijk gehouden, op het type berichtgeving na. Zo zijn de titels, profielfoto s, omslagfoto s en het aantal berichten dat betrekking heeft op mannen, vrouwen, cardiotrainingen en krachttrainingen gelijk voor iedere conditie. Door zoveel mogelijk variabele onder controle te houden is de kans klein dat het effect van type Facebookberichten op de sportintentie van mensen wordt beïnvloed door storende variabelen. In Bijlage I is het meetinstrument met alle surveyvragen opgenomen en in Bijlage II is het daadwerkelijke stimulusmateriaal toegevoegd Onafhankelijke variabele De eerste conditie bevat uitsluitend tekst op Facebook. Deze teksten zijn kort en krachtig, zodat de aandacht van de participant bij het onderzoek blijft. In de eerste conditie tekst worden drie type Nederlandse teksten gebruikt: quotes, korte nieuwsitems en weetjes. Alle teksten zijn motiverend van aard en bevatten vooral positieve elementen die sportgedrag aanmoedigen. De tweede conditie bevat motiverende sportafbeeldingen. Bij deze conditie worden evenveel afbeeldingen van vrouwen als mannen gebruikt zodat beide sekse zich kunnen identificeren met de inhoud van de Facebookpagina. Er worden op Facebook per sekse (man/vrouw) twee cardioafbeeldingen (hardlopen, fietsen, teamsporten) en twee krachttraining afbeeldingen (gewichtoefeningen, sit-ups en boksen) getoond. Bij de derde conditie worden op Facebook relatief korte YouTube filmpjes laten zien die ongeveer één minuut duren. Hierdoor kunnen respondenten hun aandacht beter bij het onderzoek houden. De video s die op de Facebook-pagina worden geplaatst hebben eveneens betrekking op hardlopen, fietsen, dansen, teamsporten, gewichtheffen, squatten, sit-ups en boksen. In Bijlage II is het stimulusmateriaal van het onderzoek zichtbaar Pre-tests Voorafgaand aan het onderzoek zijn er twee pre-tests uitgevoerd. Bij de eerste pre-test zijn mannen (n = 4) en vrouwen (n = 1) tussen de 20 en 25 jaar (M = 21 jaar, SD = 0,00) blootgesteld aan de conceptversies van het stimulusmateriaal. Iedereen kreeg vier papieren versies van een Facebookpagina te zien die verschilden in het gebruik van afbeeldingen met lichamen of trainingen, Nederlandse en Engelse teksten, het gebruik van weblinks, verschillende omslagfoto s van de Facebook-pagina en het gebruik van verschillende 14

15 profielen (bedrijven of individuen) die het bericht publiceerden op de pagina. Op basis van de eerste pre-test is ervoor gekozen om gebruik te maken van afbeeldingen van zowel cardio- als krachttrainingen. In de tekstuele conditie is ervoor gekozen drie verschillende teksten te gebruiken: quotes, introductie teksten uit nieuwsartikelen en statistische weetjes. Uit de pretest bleek dat Nederlandse teksten het meest duidelijk werden bevonden. De teksten zijn daarom allemaal vertaald naar het Nederlands. Tot slot is besloten de naam Alles over sport en een profielafbeelding met sportattributen te gebruiken, omdat zowel dit door de pre-testers als duidelijk en aantrekkelijk werd beschouwd. In de tweede pre-test werden vrouwen (n = 4) en een man (n = 1) tussen de 20 en 25 jaar (M = 21, SD = 0,20) blootgesteld aan een van de aangemaakte Facebookpagina s, waarna de survey is afgenomen. Uit de pre-test bleek dat zowel de duur van het onderzoek als de inhoudelijke vraagstelling positief werden bevonden. Echter ontstond er onduidelijkheid over de vraag: Hoe lang sport je al? De pre-tester had vroeger veel gesport, maar is hierna een tijd gestopt. De vraag is aangepast door te vragen of de respondent momenteel een sport beoefent en hoeveel jaren hij/zij al sport, zonder tussentijdse onderbrekingen Procedure De survey in dit onderzoek wordt afgenomen met het programma Qualtrics en bestaat uit drie delen. Allereerst krijgen de respondenten een introductie te lezen met bijbehorende coverstory, waarbij zij worden gevraagd de inhoud van de Facebookberichten goed te bestuderen. De respondenten wordt verteld dat zij na het bekijken van de Facebookpagina inhoudelijke vragen moeten beantwoorden die betrekking hebben op de Facebookberichten die zij hebben bekeken. Op deze manier wordt het werkelijke doel, het meten van de mate van sportintentie van het onderzoek verborgen gehouden en zullen de Facebookberichten aandachtig worden bekeken. De interne validiteit kan hierdoor worden gewaarborgd. Na de introductie beginnen de respondenten met het invullen van het eerste deel van de vragenlijst. Dit deel bestaat uit eenvoudige en algemene vragen die betrekking hebben op het sportgedrag en de bekendheid met Facebook. Vervolgens zullen de experimentele condities worden blootgesteld aan een van de stimuli. Na de blootstelling aan het stimulusmateriaal worden eerst specifieke vragen gesteld met betrekking tot de inhoud van de Facebookberichten die zij hebben gezien, zodat de coverstory wordt gedekt en gekeken kan worden of de manipulatie is gelukt. Zo wordt bijvoorbeeld gevraagd naar de attitude ten opzichte van de Facebookberichten en wat zij hebben gezien. Vervolgens worden vragen 15

16 gesteld die betrekking hebben op iemands zelfvertrouwen en zijn/haar mate van sportintentie. De survey wordt afgesloten met simpele vragen over demografische kenmerken van de respondenten Meetinstrument Afhankelijke variabele De variabele mate van sportintentie wordt gemeten aan de hand van stellingen die gemeten zijn op een 5-punt Likertschaal (1 = helemaal mee oneens, 5 = helemaal mee eens). De stellingen hebben betrekking op de betrouwbare schaal (Cronbachs alfa = 0,80) intentie om fysiek actief te zijn van Escartí en Gutiérrez (2001). De stellingen hebben betrekking op het voornemen van respondenten om de komende maand, week of in het algemeen vaker te sporten. Uit de principale componenten analyse blijken de drie items één eigenwaarde te hebben hoger dan 1, namelijk 2,55. Daarbij laat de screeplot zien dat er een duidelijke knik is na de factor. De drie items hangen positief samen met de component met een lading die hoger is dan 0,45. De schaal is goed betrouwbaar, Cronbach s alfa = 0,84. De drie items lijken inderdaad sportintentie te meten. In Bijlage I is het meetinstrument met alle surveyvragen opgenomen Onafhankelijke variabele De mate van zelfvertrouwen wordt in dit onderzoek aan de hand van een aantal stellingen gemeten op een 5-punt Likertschaal (1 = helemaal niet mee eens, 5 = helemaal mee eens). Heatherton, Wyland en Lopez (2003) hebben onderzoek verricht naar acht schalen van zelfvertrouwen en vonden dat de schaal van Rosenberg (1965) het best presteerde in de factoranalyse (Rosenberg, 1965). Deze schaal is betrouwbaar (Cronbach s alfa = 0.92) en wordt in vergelijkbare onderzoeken gehandhaafd, waardoor de resultaten van het onderzoeken een passende toevoeging kunnen zijn aan bestaande literatuur. De stellingen in dit onderzoek zijn gebaseerd op Rosenberg s Self-Esteem Scale en hebben onder andere betrekking op: de tevredenheid met jezelf, de vergelijking van jezelf met anderen en het vertrouwen in jouw eigen kunnen. Uit een factoranalyse blijkt dat de zeven items in totaal twee eigenwaarden hebben hoger dan 1, namelijk 2,36 en 1,33. Echter zijn er niet twee duidelijke variabelen te onderscheiden gebaseerd op de twee componenten. Echter vormen de zeven items ondanks de 16

17 twee eigenwaarden een redelijk betrouwbare schaal, Cronbach s alfa = 0,66. Op basis van de betrouwbare schaal is ervoor gekozen om van de zeven items toch één schaal zelfvertrouwen te maken. Vervolgens zijn de waarden die gescoord kunnen worden op zelfvertrouwen ingedeeld in drie type zelfvertrouwen: laag, gemiddeld en hoog. De waarden zijn evenredig verdeeld over de categorieën. Waarden 1 en 2 zijn beschouwd als laag zelfvertrouwen, waarde 3 als een gemiddeld zelfvertrouwen en waarden 4 en 5 als hoog zelfvertrouwen. De indeling van de waarden bij de categorieën is evenredig gedaan, omdat wordt verwacht dat de schaal betrouwbaar genoeg is om de waarden rechtmatig in drieën te delen Manipulatiecheck Om na te gaan of de manipulatie is geslaagd, wordt een controlevraag gesteld in de survey. Hierdoor wordt inzichtelijk of de respondenten het stimulusmateriaal hebben opgemerkt zoals bedoeld in het onderzoek. De manipulatiecheck werd uitgevoerd door te vragen welk type bericht de respondent heeft gezien. Met een Oneway Anova analyse is een manipulatiecheck uitgevoerd Demografische variabelen In het experiment is het van belang om te meten of er externe variabelen van invloed zijn op de mate van sportintentie, zodat het mogelijke effect is toe te schrijven aan de type Facebookberichten. De variabelen waarvoor wordt nagegaan of zij mogelijk correleren met de afhankelijke variabelen zijn: leeftijd, geslacht, het aantal uren dat men gemiddeld sport en de aan- of afwezigheid van fysieke klachten. 4. Resultaten 4.1. Manipulatiecheck Door een manipulatiecheck-vraag te stellen in de survey kan worden nagegaan of de respondenten het stimulusmateriaal hebben opgemerkt zoals bedoeld in het onderzoek. Met een Oneway Anova analyse wordt een manipulatiecheck uitgevoerd, met type Facebookbericht (tekst, afbeelding of tekst) als onafhankelijke variabele. Met de 17

18 manipulatievraag wordt nagegaan welk type bericht de respondent heeft gezien. Uit de Chi square toets blijkt dat er een significant verschil (α = 0,0%) is tussen de condities. De frequenties zijn significant, chikwadraat (4), p < 0,001. Alle condities hebben een percentage van 100% die overeenkomt met de manipulatiecheck-vraag. Met een betrouwbaarheid van ten minste 99,9% kan geconcludeerd worden dat respondenten het type Facebookbericht hebben opgemerkt zoals is bedoeld in het onderzoek. Respondenten beschouwden de Facebookberichten met teksten, afbeeldingen en video s zoals deze door de onderzoekers zijn bedoeld. Uit de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat de manipulatie van de type Facebookberichten (tekst, afbeelding en video) is geslaagd Controlevariabelen Om te checken of er ook andere factoren een rol spelen bij de mate van sportintentie, werden controlevariabelen meegenomen in het onderzoek. De variabelen waarbij wordt nagegaan of zij een effect hebben op sportintentie, zijn: leeftijd, opleidingsniveau, geslacht, attitude ten opzichte van sport en geloofwaardigheid ten opzichte van Facebook. Geen van de variabelen heeft een significant effect op sportintentie. Uit de correlatie analyses blijkt dat er geen significante associaties zijn tussen leeftijd en sportintentie (rs = 0,03, p = 0,611), opleidingsniveau en sportintentie (r = 0,05, p = 0,415), geloofwaardigheid van Facebook en sportintentie,(r = 0,03, p = 0,600) en attitude ten opzichte van sporten en sportintentie ( r = - 0,05, p = 0,527). Hieruit blijkt dat de kans groot is dat geen van bovenstaande variabelen in dit onderzoek invloed heeft op sportintentie. Er hoeft daarom niet gecontroleerd te worden voor deze variabelen Hypothesetoetsing Type Facebookbericht en sportintentie Om hypothese 1 en 2 te toetsen is een eenwegs-variantie analyse voor onafhankelijke waarnemingen uitgevoerd. Hypothese 1 stelt dat Facebookberichten met sportgerelateerde afbeeldingen bij jongeren tot een hogere sportintentie leiden dan Facebookberichten met sportgerelateerde teksten. Hypothese 2 stelt dat Facebookberichten met sportgerelateerde video s bij jongeren leiden tot een hogere sportintentie dan Facebookberichten met sportgerelateerde teksten of afbeeldingen. Er is een eenwegsvariantieanalyse uitgevoerd. Uit 18

19 Levene s F toets blijkt dat er is het onderzoek uit mag worden gegaan van gelijke groepsvarianties, F(2,139) = 0,34, p = 0,713. Uit de ANOVA blijkt het type Facebookbericht geen significant effect te hebben op de sportintentie van de respondenten, F (2, 139) = 0,39, p = 0,680. Hypothese 1 en 2 moeten dus beide worden verworpen. De verschillen tussen de tekstuele conditie (M = 3,29, SD = 0,85 ), de visuele conditie (M = 3,43, SD = 0,80) en audiovisuele conditie (M = 3,38, SD = 0,87 ) zijn niet significant, waardoor er geen uitspraken kunnen worden gedaan over verschillen tussen de condities. Tabel 2: Gemiddelde sportintentie en standaarddeviatie per type Facebookbericht Type Facebookbericht n M SD Tekst 49 3,29 0,85 Afbeelding 53 3,43 0,80 Video 40 3,38 0, Zelfvertrouwen, type Facebookbericht en sportintentie Hypothese 3, 4 en 5 hebben betrekking op de rol die de mate van zelfvertrouwen speelt bij de relatie tussen type Facebookbericht en sportintentie. Hypothese 3 stelt dat Facebookberichten met sportgerelateerde teksten leiden bij jongeren met een hoog zelfvertrouwen tot een hogere sportintentie dan jongeren met een laag zelfvertrouwen. Hypothese 4 stelt dat Facebookberichten met sportgerelateerde afbeeldingen leiden bij jongeren met een laag zelfvertrouwen tot een hogere sportintentie dan jongeren met een hoog zelfvertrouwen. Hypothese 5 stelt dat Facebookberichten met sportgerelateerde video s leiden bij jongeren met een laag zelfvertrouwen tot een hogere sportintentie dan jongeren met een hoog zelfvertrouwen. Hoewel er geen significant effect is gevonden tussen het type Facebookbericht en sportinentie, wordt gekeken of zelfvertrouwen een significante invloed heeft op deze relatie. Om een mogelijk interactie-effect te meten is een meerwegsvariantieanalyse uitgevoerd. Uit Levene s F toets blijkt dat er in het onderzoek uit mag worden gegaan van gelijke groepsvarianties, F(7,134) = 0,47, p = 0,856. Echter blijkt er geen significant interactie-effect te zijn van het type Facebookbericht en zelfvertrouwen op de mate van sportintentie F (3, 142) = 1,48, p = 0,221. Hypothese 3, 4 en 5 moeten worden verworpen. Mensen met een hoog of laag zelfvertrouwen verschillen niet in de mate van sportintentie wanneer zij zijn blootgesteld aan een specifiek type 19

20 Facebookbericht (tekst, afbeelding, video). Zelfvertrouwen heeft dus geen versterkend of verklarend effect op deze relatie. 5. Conclusie Uit de analyseresultaten is gebleken dat er geen significante effecten zijn gevonden voor de onderzochte hypothesen. Hypothese 1 stelt dat Facebookberichten met sportgerelateerde afbeeldingen bij jongeren leiden tot een hogere sportintentie dan Facebookberichten met sportgerelateerde teksten. Hypothese 2 stelt dat Facebookberichten met sportgerelateerde video s bij jongeren leiden tot een hogere sportintentie dan Facebookberichten met sportgerelateerde teksten of afbeeldingen. Uit de analyse blijkt dat er geen significant effect is gevonden tussen type Facebookbericht en sportintentie. Hypothese 1 en 2 moeten dus worden verworpen. De blootstelling aan visuele Facebookberichten leidt niet tot een hogere sportintentie dan de blootstelling aan tekstuele Facebookberichten. In het onderzoek is ervoor gekozen drie type Facebookberichten afzonderlijk, zonder combinatie van de type berichten, als stimulusmateriaal te gebruiken. Echter stelt de cue-sommation theory (Sundar, 2000) dat indien tekstuele boodschappen worden gecombineerd met visuele boodschappen een boodschap beter wordt onthouden. Hierdoor zullen jongeren beter gaan nadenken over de inhoud van de boodschap, zoals motiverende sportinformatie. De resultaten kunnen worden verklaart door het multiple modality principle, die stelt dat retentie van informatie groter is wanneer er een combinatie van woorden en foto s wordt gebruikt, in plaats van uitsluitend teksten of foto s (Ngiam et al., 2011). Social media, zoals Facebook, zijn multimodale manieren om informatie op te nemen. Echter werd de multimodale functie van Facebook in dit onderzoek niet benut. Dit kan het uitgebleven verschil tussen de type berichten verklaren. Verder stelt Sundar (2000) dat de hoeveelheid modaliteiten van een boodschap invloed heeft op het werkgeheugen van mensen. Modaliteiten corresponderen met de zintuigen (horen, zien) die worden ingezet om informatie te verwerken (Dijkstra et al., 2005). Berichten met meer modaliteiten bevatten een dubbele dosis die beter worden verwerkt. Ook is er onderzoek gedaan naar de specifieke leerprestaties van kinderen. Met behulp van scans is onderzocht dat de blootstelling aan tekst, afbeeldingen en video s in één bericht een positiever effect hebben op de leerprestaties van studenten dan dat studenten uitsluitend een tekst lezen of een video bekijken. Dit gegeven bevestigt tevens het multiple modality principle. Op basis van deze onderzoeken en de bevindingen van het huidige onderzoek kan 20

21 worden verondersteld dat een Facebookbericht zowel tekst als afbeeldingen moet bevatten in plaats van alleen tekst of alleen een afbeelding. Hoe meer modaliteiten een boodschap bevat, hoe makkelijker de informatie wordt onthouden en verwerkt door de ontvanger Penny (1989). Dubois en Vial (2000) deden onderzoek naar de effectiviteit van verschillende type leermethoden voor studenten. Zij concludeerden dat een boodschap beter wordt onthouden door foto s toe te voegen aan teksten, dan alleen teksten te tonen. De boodschap zal beter worden overgebracht. Ook stellen zij dat de sportintentie voor berichten met meer modaliteiten hoger is dan voor berichten met slechts één modaliteit. Op basis van de huidige bevindingen en aangehaalde onderzoeken is het aan te raden om meer onderzoek te verrichten naar de invloed van het multimodale kenmerk van Facebookberichten op de sportintentie van jongeren, om meer inzicht te krijgen in effectieve manieren om jongeren meer te laten sporten. Hypothese 3, 4 en 5 veronderstelden een interactie-effect tussen het type Facebookbericht waaraan iemand is blootgesteld en een hoog of laag zelfvertrouwen op de mate van sportintentie. Uit de resultaten blijkt dat er geen significant effect is gevonden voor een mogelijk interactie-effect. Hypothese 3, 4 en 5 moeten dus worden verworpen. Mensen met een hoog of laag zelfvertrouwen verschillen niet significant in de mate van sportintentie wanneer zij zijn blootgesteld aan een specifiek type Facebookbericht (tekst, afbeelding, video). Zelfvertrouwen heeft dus geen versterkend of verklarend effect op deze relatie. Facebookberichten met sportgerelateerde teksten leiden bij jongeren met een hoog zelfvertrouwen dus niet tot een hogere sportintentie dan jongeren met een laag zelfvertrouwen. Facebookberichten met sportgerelateerde afbeeldingen leiden bij jongeren met een laag zelfvertrouwen dus niet tot een hogere sportintentie dan jongeren met een hoog zelfvertrouwen. Facebookberichten met sportgerelateerde video s leiden bij jongeren met een laag zelfvertrouwen ook niet tot een hogere sportintentie dan jongeren met een hoog zelfvertrouwen. In het huidige onderzoek werd verondersteld dat jongeren met een laag zelfvertrouwen sneller worden beïnvloed door Facebookberichten waarbij zij zich kunnen vergelijken met anderen. Echter stelt Gefter (2006) dat jongeren juist zelfvertrouwen winnen in hun sociale leven door gebruik te maken van social media kanalen. De blootstelling aan Facebookpagina s geeft jongeren juist het idee onderdeel te zijn van de samenleving (Watts, 2010). Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen het type Facebookbericht waaraan iemand is blootgesteld. Daarbij stelt Turkle (2011) dat mensen bepaalde berichten of gedragingen op social media als waardig beschouwen, wanneer vrienden hiermee instemmen. In het huidige 21

22 onderzoek is er geen invloed geweest van de sociale omgeving op de respondenten. De eerder aangehaalde sociale vergelijkingstheorie zal volgens de theorieën alleen opgaan wanneer vrienden hier een rol bij spelen. Ook Zhang en Daugherty (2009) vonden dat hoe groter de sociale afstand is tussen de respondent en de persoon van de Facebookpagina, hoe minder sterk iemand wordt beïnvloed. De respondenten hadden geen idee wie de beheerder was van de Facebookpagina en ervaren daarom een sociale afstand, ongeacht welk type bericht er wordt gepubliceerd. De onderzoeksvraag in dit onderzoek ging in op het type Facebookberichten dat voor jongeren met een hoog en laag zelfvertrouwen leidt tot een hogere sportintentie. Op basis van de resultaten kan gesteld worden dat type Facebookberichten niet verschillen in hun invloed op de mate van sportintentie voor jongeren met een hoog en laag zelfvertrouwen. Op basis van deze resultaten kan gesteld worden dat niet één type Facebookbericht het meest effectief is voor overheidscampagnes om de sportintentie te verhogen. Om obesitas tegen te gaan en jongeren meer te laten bewegen, is de inzet van Facebookpagina s met uitsluitend teksten, afbeeldingen en video s in overheidscampagnes niet voldoende. Tevens is er op basis van de resultaten geen eenduidig beeld over de meest effectieve benadering van jongeren met een hoog en laag zelfvertrouwen door een Facebookcampagne. Vervolgonderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in de meest effectieve benadering op Facebook om de sportintentie te verhogen. 6. Discussie Om vervolgonderzoek in gang te zetten, is het raadzaam om rekening te houden met de beperkingen van dit onderzoek. De beperkingen in het onderzoek zijn het uitgangspunt van een aantal aanbevelingen voor andere onderzoekers. Ten eerste is er in het huidige onderzoek niet onderzocht of een Facebookbericht überhaupt een effect heeft op de mate van sportintentie, omdat geen gebruik is gemaakt van een controle conditie. Er kunnen daarom geen conclusies worden gedaan over de invloed van Facebook op sportintentie. Verder kan op basis van de resultaten geen uitspraak worden gedaan over een toegenomen sportintentie door type Facebookberichten, omdat er geen voormeting heeft plaatsgevonden. Om te onderzoeken of Facebook een invloed heeft op het verhogen van de sportintentie is vervolgonderzoek nodig. In het kader van dit onderzoek is het relevant om na te gaan of een overheidscampagne 22

23 via Facebook de meest effectieve manier is om de sportintentie van jongeren te verhogen. Het is aan te bevelen voor vervolgonderzoek om het onderzoek te herhalen en een voormeting en controleconditie toe te voegen. Ten tweede wordt er op basis van de literatuur vanuit gegaan dat de respondenten uit het onderzoek te weinig sporten en allemaal meer zouden moeten bewegen. Echter is er niet onderzocht hoe vaak de respondenten op dit moment sporten. Het is in dit onderzoek mogelijk dat de respondent voor het experiment al vijf keer in de week sport, maar niet van plan is nog meer te gaan sporten. De sportintentie is dan laag, terwijl de respondent boven gemiddeld vaak sport. Dit kan voor vertekening van resultaten zorgen. Vervolgonderzoeken zouden de respondenten in een voormeting kunnen vragen hoe veel uren zij de afgelopen week hebben gesport, en vervolgens na de blootstelling aan de Facebookpagina te vragen naar hoe vaak zij van plan zijn de komende week, maand of in het algemeen te gaan sporten. Een beperking van deze methode is echter wel dat men eerst een aantal stappen moet doorlopen voordat er gedragsverandering optreedt. Het eenmalig bekijken van een Facebookpagina zou niet genoeg zijn om daadwerkelijk gedrag te laten uitvoeren. Hoewel in dit onderzoek alleen de sportintentie als gedragsdeterminant wordt onderzocht, zijn attitude, subjectieve norm en zelfeffectiviteit eveneens belangrijke voorspellers van gedrag. Om jongeren meer te laten sporten te verhogen moeten alle stappen voor gedragsverandering worden doorlopen. Een oplossing voor deze tekortkoming is respondenten door middel van herhaalde metingen, meerdere malen te laten blootstellen aan een type Facebookbericht. Op deze manier krijgt de respondent de mogelijkheid om een attitude te vormen en inzicht te krijgen in de sociale norm en mate van zelfeffectiviteit. Ten derde is het aantal respondenten dat heeft deelgenomen aan het experiment relatief klein. In totaal hebben 142 respondenten het onderzoek met bijbehorende survey volledig ingevuld. Opvallend hierbij was het verschil tussen het aantal mannen (N=49) en vrouwen (N=93) dat heeft deelgenomen aan het experiment. Ook was er gedurende het onderzoek veel uitval. Dit zou kunnen worden verklaard door de lengte van de survey. De vragen in dit onderzoek vormde een onderdeel van een overkoepelend onderzoek. Daarnaast kon de survey vanuit huis worden ingevuld, waardoor respondenten sneller afgeleid kunnen zijn geraakt door de omgeving en de survey niet hebben afgerond. Vervolgonderzoek zou het onderzoek kunnen herhalen in een laboratoriumsetting, waardoor de kans op uitval kleiner is. 23

24 Ten vierde is de Rosenberg s Self-Esteem Scale in dit onderzoek niet letterlijk overgenomen en vertaald. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het niet significante effect van zelfvertrouwen op de relatie tussen type Facebookbericht en sportintentie. Hoewel de betrouwbare schaal wel zelfvertrouwen leek te meten, waren de scores op zelfvertrouwen in het algemeen bijzonder hoog. Daarbij is zelfvertrouwen een gevoelig begrip waar respondenten niet graag laag op scoren. Een aanbeveling voor vervolgonderzoek is het nauwkeuriger hanteren en vertalen van Rosenberg s Self-Esteem Scale. Ook zouden de stellingen die zelfvertrouwen meten onopvallender kunnen worden verwerkt in de vragenlijst, waardoor de respondent geen vermoedens heeft over het doel van de stellingen. Sociaal wenselijke antwoorden kunnen hierdoor vermeden worden. Ten vijfde is er bij de drie Facebookberichten niet gecontroleerd op hun motiverende karakter. In vervolgonderzoek zou een manipulatiecheck kunnen worden uitgevoerd die nagaat in hoeverre de Facebookberichten en hun inhoud motiverend van aard zijn en in welke mate zij van elkaar verschillen. Wanneer teksten, afbeeldingen en video s niet als motiverend worden beschouwd, zal het niet aannemelijk zijn dat de blootstelling aan een van de Facebookpagina s überhaupt leidt tot een verhoogde sportintentie. Ook is het mogelijk dat de Facebookpagina met teksten motiverender worden beschouwd dan video s waardoor een groter effect van video op sportintentie wordt verzakt door het motiverende karakter van de inhoud. Kortom, vervolgonderzoeken kunnen voor dit onderzoeksveld een sterker raamwerk neerzetten wanneer zij het onderzoek herhalen en verbeterpunten meenemen. Wanneer het onderzoek vanuit meerdere disciplines wordt benaderd zal de overheid een vollediger beeld krijgen over de wijze waarop je met type Facebookberichten de sportintentie van jongeren (met een hoog en laag zelfvertrouwen) kan verhogen. 24

25 Literatuurlijst Ajzen, I. (1991). The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human decision processes, 50(2), Baddeley, A. (2003). Working memory and language: an overview. Journal of Communication Disorders, 36(3), Bampo, M., Ewing, M. T., Mather, D. R., Stewart, D., & Wallace, M. (2008). The effects of the social structure of digital networks on viral marketing performance. Information Systems Research, 19(3), Bandura, A. (1989). Human agency in social cognitive theory. American Psychologist, 44(9), Bandura, A. (2004). Health promotion by social cognitive means. Health Education & Behavior, 31(2), Bargh, J. A., McKenna, K. Y., & Fitzsimons, G. M. (2002). Can you see the real me? Activation and expression of the true self on the Internet. Journal of Social Issues, 58(1), Bearne, E. and Kress, G. (2001). Editorial. Reading, literacy and language, 35(3), Breedveld, K., Kamphuis, C., & Tiessen-Raaphorst, A. (2008). Rapportage Sport Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau / W.J.H. Mulier Instituut. Verkregen op 2 april, 2014, via Buunk, A. P., & Gibbons, F. X. (2007). Social comparison: The end of a theory and the emergence of a field. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 102(1), Chebat, J. C., & Picard, J. (1988). Receivers' self-acceptance and the effectiveness of twosided messages. The Journal of Social Psychology, 128(3),

26 Chou, H.G., & Edge, N. (2012). They are happier and having better lives than I am : The impact of using Facebook on perceptions of others lives. Cyberpsychology, Behavior and Social Networking, 15(2), Demo, D. H. (1985). The measurement of self-esteem: Refining our methods. Journal of Personality and Social Psychology, 48(6), Dijkstra, M., Buijtels, H., & Van Raaij, W.F. (2005). Separate and joint effects of medium type on consumer responses: a comparison of television, print, and the internet. Journal of Business Research, 58(3), Dubois, M., & Vial, I. (2000). Multimedia design: the effects of relating multimodal information. Journal of Computer Assisted Learning, 16(2), Escartí, A., & Gutiérrez, M. (2001). Influence of the motivational climate in physical education on the intention to practice physical activity or sport.european Journal of Sport Science, 1(4), Festinger, L. (1954). A theory of social comparison processes. Human Relations, 7(2), Gefter, A. (2006). This is your space. New Scientist, 191(2), Haferkamp, N., & Krämer, N. C. (2011). Social comparison 2.0: Examining the effects of online profiles on social networking sites. Cyberpsychology, Behavior and Social Networking, 14(5), Halberstadt, J., Seidell, J., HiraSing, R., Renders, C., & van Bolhuis, A. (2008). Partnerschap Overgewicht Nederland: ontwikkeling van een zorgstandaard voor overgewicht en obesitas. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 86(6), Heatherton, T., Wyland, C., & Lopez, S. (2003). Assessing self-esteem. Positive psychological assessment: A handbook of models and measures. Washington, DC: APA. 26

27 Gollob, H. F., & Dittes, J. E. (1965). Effects of manipulated self-esteem on persuasibility depending on threat and complexity of communication. Journal of Personality and Social Psychology, 2(2), 195. Jansen, E., & Canini, G. (2010). Social Media: These Days. Antwerpen: Jansen, These Days. Jessen, F., Heun, R., Erb, M., Granath, D. O., Klose, U., Papassotiropoulos, A., & Grodd, W. (2000). The concreteness effect: Evidence for dual coding and context availability. Brain and language, 74(1), Kietzmann J. H., Hermkens K., McCarthy I. P. & Silvestre B. S. (2011). Social media? Get serious! Understanding the functional building blocks of social media. Business Horizons, 54(3), Kolb, D. A., Boyatzis, R. E., & Mainemelis, C. (2001). Experiential learning theory: Previous research and new directions. Perspectives on thinking, learning, and cognitive styles, 1, Kress, G. (2003) Literacy in the New Media Age. London: Routledge. Kress, G. (2005). Gains and losses: New forms of texts, knowledge, and learning. Computers and Composition, 22(1), Lang, A. (2000). The limited capacity model of mediated message processing. Journal of communication, 50(1), Low, R., & Sweller, J. (2005). The modality principle in multimedia learning. The Cambridge Handbook of Multimedia Learning, Madden, T. J., Ellen, P. S., & Ajzen, I. (1992). A comparison of the theory of planned behavior and the theory of reasoned action. Personality and Social Psychology Bulletin, 18(1),

28 McGuire, W. (1999). Constructing social psychology: Creative and critical processes. Cambridge: Cambridge University Press. Mehdizadeh, S. (2010). Self-presentation 2.0: Narcissism and self-esteem on Facebook. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 13(4), Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2006). Preventienota Kiezen voor gezond leven. Den Haag: Ministerie van VWS. Newcom Research & Consultancy. (2014). Social media onderzoek Verkregen op 30 februari, 2014, via Ngiam, J., Khosla, A., Kim, M., Nam, J., Lee, H., & Ng, A. Y. (2011). Multimodal deep learning. Proceedings of the 28th International Conference on Machine Learning, 11(2), Nyst, S. (2012). Sociale vergelijking en Facebook: De effecten van opwaartse en neerwaartse sociale vergelijking op de zelfevaluaties en gevoelens van jongvolwassenen. UvA Scripties Online. Paas, F., Renkl, A., & Sweller, J. (2003). Cognitive load theory and instructional design: recent developments. Educational Psychologist, 38(1), 1-4. Paradise, A.P.D., & Sullivan, B.S. (2012). (In)Visible threats? The third person effect in perceptions of the influence of Facebook. Cyberpsychology, Behavior and Social Networking, 15(1), Petty, R. E., & Cacioppo, J. T. (1986). The elaboration likelihood model of persuasion. Springer: New York. Proper, K. I., Chorus, A. M. J. & Hildebrandt, V. H. (2002). The health care costs due to an inactive lifestyle in the Netherlands. Report of the trends in physical activity and health, 2003,

29 Renes, R. J., van de Putte, B., Van Breukelen, R., Loef, J., Otte, M., & Wennekers, C. (2011). Gedragsverandering via campagnes. Dienst, Publiek en Communicatie. Verkregen op 2 april, 2014, via Rimal, R.N. (2000). Closing the knowledge-behavior gap in health promotion: the mediating role of self-efficacy. Health Communication, 12(3), Robins, R. W., Hendin, H. M., & Trzesniewski, K. H. (2001). Measuring global self-esteem: Construct validation of a single-item measure and the Rosenberg Self-Esteem Scale. Personality and Social Psychology Bulletin, 27(2), Rosenberg, M. (1965). Society and adolescent self-image. Princeton, NJ: Princeton University. Rosenberg, M. (1979). Conceiving the Self. New York: Basic Books. Sanaktekin, H., & Sunar, D. (2008). Persuasion and relational versus personal bases of selfesteem: Does the message need to be one-or two-sided? Social Behavior and Personality: an International Journal, 36(10), Schippers, G. M., & de Jonge, J. M. (2010). Motiverende gespreksvoering bij jongeren. Kind & Adolescent, 31(4), Severin, W. (1967). Another look at cue summation. AV Communication Review, 15(3), Steele, C., & Aronson, J. (1995). Stereotype threat and the intellectual test performance of African Americans. Journal of Personality and Social Psychology, 69(5), Sundar, S.S. (2000). Multimedia effects on processing and perception of online news; a study of picture, audio, and video downloads. Journalism and Mass Communication Quarterly, 77(3),

30 Tiessen-Raaphorst, Z.H., Kerssens, J.J., Bakker, D.H., & Wendel-Vos, G.C.W. (2005). Sporters Vitaal! De gezondheid van sporters vergeleken met niet sporters. Verkregen op 10 maart, 2014, via Tosun, L. P. (2012). Motives for Facebook use and expressing true self on the Internet. Computers in Human Behavior, 28, TNO, Kwaliteit van Leven, Bewegen en Gezondheid (2010). Trendrapport bewegen en gezondheid 2008/2009. Verkregen op 6 maart, 2014, via Turkle, S. (2011). Alone together: Why we expect more from technology and less from each other. New York: Basic Books. Unnava, H. R., Agarwal, S., & Haugtvedt, C. P. (1996). Interactive effects of presentation modality and message-generated imagery on recall of advertising information. Journal of Consumer Research, Valkenbrug, P.M., Peter, J. & Schouten, A.P. (2006). Friend networking sites and their relationship to adolescents well being and social self-esteem. Cyberpsychology & Behavior, 9(5), Van Reijmersdal, E.A., Smit, E.G. & Neijens, P.C. (2009). Brand placement: Het effect van programmacontext op merkherkenning, merkattitude en gedrag. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 37(4), Watts, N. (2010). Socially Active. World Future, 48, Wilcox, K., & Laird, J. (2000). The impact of media images of super-slender women on women's self-esteem: Identification, social comparison, and self-perception. Journal of Research in Personality, 34(2),

31 Zhang, J., & Daugherty, T. (2009). Third-person effect and social networking: implications for online marketing and word-of-mouth communication. American Journal of Business, 24(2),

32 Bijlage I Onderzoeksinstrument Vragenlijst Als deelnemer aan de vragenlijst wordt je gevraagd naar een aantal persoonlijke vragen wat betreft jouw sportactiviteiten. Door middel van deze vragen wordt inzicht verkregen over de duur en reden van jouw sportactiviteiten. We vragen jou de vragen zoveel mogelijk naar waarheid in te vullen. Beantwoord nu de volgende vragen: 1. Heb je wel eens een sport beoefend? Ja Nee 2. Beoefen je momenteel een sport? Ja Nee 3. Hoelang sport je al consistent? (opeenvolgende jaren, zonder enige onderbrekingen)... jaar 4. Ben je lid van een sportvereniging? Ja Ja, en ik sport er ook regelmatig Nee 5. Neem je deel aan een sportcompetitie (zoals voetbal, hockey, tennis etc.)? Ja Af en toe Nee 6. Is er een reden dat je niet kunt sporten? (te druk, geblesseerd..) Ja, namelijk:... Nee 7. Hoe vaak sport je per week?... keer per week 8. Hoelang sport je gemiddeld per keer?... minuten 9. In hoeverre ben je het eens met de volgende stellingen: (Likert schaal 1 helemaal mee oneens t/m 5 helemaal mee eens) 32

33 Ik vind het leuk om te sporten Ik sport omdat het gezond is Het maakt mij niet uit of ik sporten leuk vind of juist niet, ik doe het gewoon. Ik vind mijzelf fysiek fit Tijdens het sporten ben ik erg ingespannen Ik ben van plan komende maand te gaan sporten Ik ben van plan om de komende week te gaan sporten Ik neem mezelf voor om in het algemeen vaker te gaan sporten Hoe vaak ben je van plan de komende week te gaan sporten?.keer per week Bedankt voor het invullen van het eerste deel van de vragenlijst. Om het tweede deel van de vragenlijst in te vullen, vragen wij je om eerst een Facebookpagina te bekijken. Deze Facebookpagina is gericht op verschillende sportactiviteiten. Je wordt verzocht de Facebookpagina ZORGVULDIG te bekijken, zodat je in het tweede deel van de vragenlijst vragen kunt beantwoorden over de inhoud. Je kunt de Facebookpagina later niet meer bekijken, dus bestudeer de pagina goed. STIMULI TOEDIENEN De volgende vragen hebben betrekking op de Facebookpagina die je zojuist hebt bekeken. Probeer bij het beantwoorden van de vragen de inhoud van de Facebookpagina zo goed mogelijk te herinneren. 10. Geef aan in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen: (Likert schaal 1 helemaal mee oneens t/m 5 helemaal mee eens) 1. Ik vond de Facebookpagina leuk om te bekijken De inhoud van de Facebookpagina heeft vooral betrekking op mannen De inhoud van de Facebookpagina heeft vooral betrekking op vrouwen De gepubliceerde berichten op de Facebookpagina bevatten diverse soorten sport

34 11. Welk type berichten werden er gepubliceerd op de Facebookpagina? Teksten Afbeeldingen Video s 12. Hoeveel berichten zijn er volgens jou gepubliceerd op de Facebookpagina?. 13. Hoeveel berichten heb je zorgvuldig bekeken/gelezen op de Facebookpagina?... Bij het derde onderdeel van de vragenlijst worden er een aantal stellingen aan je voorgelegd. Deze stellingen hebben betrekking op jouw persoonlijkheid. Probeer niet te lang na te denken bij de stellingen. Het is de bedoeling dat je direct aangeeft in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen. 14. In hoeverre ben je het eens met de volgende stellingen: (Likert schaal 1 helemaal mee oneens t/m 5 helemaal mee eens) 1. Ik kan altijd ingewikkelde problemen oplossen zolang ik maar hard genoeg mijn best doe Het is gemakkelijk voor mij om mijn persoonlijke doelen te behalen Als ik aan iets begin, ben ik er zeker van dat ik het met succes zal afronden Ik ben er zeker van dat ik op een efficiënte manier om kan gaan met onverwachte situaties Ik kan alles aan wat er op mijn pad komt Ik ben over het algemeen tevreden met mezelf Ik heb zelden kritiek op mezelf Ik zou weinig aan mezelf willen veranderen Ik heb het gevoel dat ik een aantal kwaliteiten bezit Ik vergelijk mezelf nooit met anderen Ik vind mezelf het waard, net als ieder ander Ik acht mezelf tot dezelfde dingen in staat als de meeste mensen kunnen

35 15. In hoeverre ben je het eens met de volgende stellingen: (Likert schaal 1 helemaal mee oneens t/m 5 helemaal mee eens) Ik vind het leuk om te sporten Ik sport omdat het gezond is Het maakt mij niet uit of ik sporten leuk vind of juist niet, ik doe het gewoon. Ik vind mijzelf fysiek fit Tijdens het sporten ben ik erg ingespannen Ik ben van plan de komende maand te gaan sporten Ik ben van plan om de komende week te gaan sporten Ik neem mezelf voor om in het algemeen vaker te gaan sporten Ik word door vrienden/kennissen aangemoedigd om te gaan sporten De vragenlijst is bijna afgelopen. Tot slot worden er een aantal algemene vragen gesteld. 16. Wat is je geslacht? Man Vrouw 17. Wat is je leeftijd in jaren? jaar 18. Wat is je hoogst genoten of huidige opleiding? Basisschool VMBO / MAVO HAVO VWO MBO HBO WO 19. Heb je een Facebook account? Ja Nee (volgende vraag overslaan) 20. Zo ja, hoeveel dagen per week maak je gebruik van Facebook? 35

36 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen 5 dagen 6 dagen 7 dagen 21. Bekijk je wel eens sportgerelateerde Facebookpagina s? Ja Nee (volgende vraag overslaan) Weet ik niet 22. Zo ja, hoeveel dagen per week? 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen 5 dagen 6 dagen 7 dagen 23. In hoeverre ben je het eens met de volgende stellingen: (Likert schaal 1 helemaal mee oneens t/m 5 helemaal mee eens) Facebook is een geloofwaardig medium Ik vind het leuk om sportgerelateerde informatie tot me te nemen De vragenlijst is afgelopen. Ontzettend bedankt voor jouw deelname! 36

37 Bijlage II Materiaal Conditie 1: Teksten 37

38 Conditie 2: Afbeeldingen 38

39 Conditie 3: Video s 39

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Ik sport want ik Facebook.

Ik sport want ik Facebook. Bachelor thesis Communicatiewetenschap - Persuasieve Communicatie Ik sport want ik Facebook. De rol van zelfeffectiviteit en Facebook op sportintentie Roy van der Hoorn 10423583 Afstudeerdocent: Lotte

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Factsheet 2019/2 Remko van den Dool Figuur 1 Motivatie om te sporten en bewegen, volgens bevolking 18 tot 79 jaar, naar meting en mate van sporten en bewegen

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA Een onderzoek naar sportmotivatie en het effect van de causale oriëntaties uit de Self-Determination Theory Naam: Britta Glimmerveen Studentnummer: 10251642

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN HEALTHY LIFESTYLE : DE TREND OP SOCIALE MEDIA DE IMPACT VAN HET LICHAAMSBEELD VAN VROUWEN Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: 7999 JOLIJN DE

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Social Media als hulpmiddel om Nederland meer te laten bewegen.

Social Media als hulpmiddel om Nederland meer te laten bewegen. Social Media als hulpmiddel om Nederland meer te laten bewegen. Experimenteel Onderzoek naar de toepassing van sociale media bij sport en de invloed van zelfeffectiviteit op sportintentie. Datum: 10 Juni

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Ariane Cuenen Kris Brijs Tom Brijs Karin van Vlierden Stijn Daniëls Overzicht 1. Inleiding Programma

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Naam: Anouk Jansen Studentnummer: 10002964 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Communicatiewetenschap Afstudeerproject:

Nadere informatie

De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar

De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar Master thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II

Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II Samenvatting Onderzoeksrapportage ReSpAct Deel II Femke Hoekstra, Trynke Hoekstra Inleiding Het programma Revalidatie, Sport en Bewegen Het doel van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is het stimuleren

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

I want you to work out!

I want you to work out! I want you to work out! Een experiment naar de persuasieve kracht van de bron, het frame en de sociale omgeving op de attitude ten opzichte van sport. Universiteit van Amsterdam - Communicatiewetenschap

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Nederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen. Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling

Nederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen. Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling Nederland Start Met Stoppen / Nederland Gaat Door Met Stoppen Evaluatie van de STIVORO campagnes rondom de jaarwisseling 2003-2004 Amsterdam, december 2005 Dr. S.J.H.M. van den Putte Dr. M.C. Yzer Drs.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Structuur van wetenschappelijke verslagen

Structuur van wetenschappelijke verslagen Structuur van wetenschappelijke verslagen In de wetenschap is een structuur ontwikkeld voor de verslaglegging van toegepast onderzoek. Deze structuur wordt in de meeste wetenschappelijke artikelen aangehouden

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Fear appeals Informatie bevat vaak onbewust al persuasieve

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

De rol van de sociale media in alcoholgebruik bij jongeren

De rol van de sociale media in alcoholgebruik bij jongeren De rol van de sociale media in alcoholgebruik bij jongeren Prof. Dr. Kathleen Beullens School for Mass Communication Research, KU Leuven Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) Vlaamse jongens en meisjes

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken. Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen?

Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken. Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen? Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen? Karlijn Ooms (6059945) Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 175 176 Corruptie heeft enorme negatieve gevolgen voor mensen over de hele wereld het laat het nationaal vermogen slinken (Kaufmann et al., 2006), veroorzaakt achteruitgang

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) NEDERLANDSE SAMENVATTING 195 H et belangrijkste doel van deze dissertatie was het onderzoeken van de rol die afbeeldingen van ogen kunnen spelen in het regelen

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie