7,1. Praktische-opdracht door Een scholier 4581 woorden 8 november keer beoordeeld. Wiskunde A

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7,1. Praktische-opdracht door Een scholier 4581 woorden 8 november keer beoordeeld. Wiskunde A"

Transcriptie

1 Praktische-opdracht door Een scholier 4581 woorden 8 november ,1 100 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding. Na een heleboel verschuiven van onderwerp hebben we nu een onderwerp gevonden dat we snappen en ook wel leuk vinden. Het was best nog wel ingewikkeld omdat er boeken ook in het Engels waren en die moest je dan vertalen. We gaan hierin uitleggen wat IQ nou precies is, berekeningen geven, wat IQ met de maatschappij te maken heeft, bijv. bij welk IQ je wat bent en welke beroepen daarmee heeft te maken. En we gaan een eigen kleine test met een paar medescholieren doen. De geschiedenis van de intelligentietest. Het begin van het testen ligt minder dan een eeuw terug. Filosofen zijn altijd geïnteresseerd geweest in de kenvermogens van het verstand, d.w.z die vermogens die betrekking hebben op intellectuele processen. Dit houdt in; het denken en de waarneming van de buitenwereld. Psychologen kwamen al vroeg op het idee dat sommige fysiologische begrippen (bijv. de relatieve snelheid van de zenuwimpulsen in het centrale zenuwstelsel) te maken zouden kunnen hebben met de verschillen in intellectuele begaafdheid. Een aantal benaderingen van dit vraagstuk werden geprobeerd, waaronder het meten van de reactiesnelheid van de kniepeesreflex, d.w.z de snelheid waarmee de voet omhoog gaat wanneer er met een rubberhamertje tegen de knieschijf getikt wordt. Het resultaat van al dit werk was tamelijk negatief: neurologische verschillen van het onderzochte type, bleken geen onderscheid aan te geven tussen bijzonder intelligente studenten en mensen die mentale defecten hadden, óf de toegepaste methoden waren niet nauwkeurig genoeg om deze verschillen aan het licht te brengen. Dezelfde uitkomst kreeg men toen er pogingen werden gedaan om de hersens van bijzonder begaafde en bijzonder domme mensen te wegen en te ontleden; er werden wel enige onbetekenende verschillen gevonden, maar die waren te onduidelijk om grond te bieden aan de verwachting dat dit een vruchtbare benadering was. Tenslotte kwam de Franse psycholoog Binet met iets dat niet alleen de juiste weg bleek, maar ook zeer voor de hand liggend; het denkbeeld dat mentale kwaliteiten en functies gemeten moesten worden door mentale testen die duidelijk op deze kwaliteiten en functies betrekking hadden. Door deze testen verkreeg men de mentale leeftijd van een kind. Hierna kwam de Duitse filosoof en psycholoog William Stern met een nieuw begrip: het intelligentiequotiënt (IQ). Hierin gebruikte hij de mentale en de kalenderleeftijd om het IQ te berekenen. Het IQ heeft onmiddellijk populariteit gekregen. Ondanks zijn vele onvolkomenheden is het waarschijnlijk een van de meest bekende psychologische begrippen gebleven onder leraren, psychiaters, maatschappelijk werkers en anderen die niet op een of andere wijze bij de psychologie betrokken hoeven te zijn. Pagina 1 van 9

2 Hoe dacht William Stern over intelligentie? ( ) William Stern dacht dat de persoonlijke psyche het probleem van de 20 eeuw was. Hij wilde mensen indelen op het type. Stern starten het onderzoek omdat hij dacht dat de kern van persoonlijkheid en de intelligentie kon vinden. Hij was beïnvloed door het werk van Binet en zijn studies over de intelligentie van kinderen. Hij ging kijken naar andere onderzoeken en bedacht het idee om het resultaat van de intelligentie test in de vorm van een nummer te geven, intelligentiequotiënt. De Duitse psycholoog william Stern ontwikkelde het idee van de intelligentie quotiënt in Zijn definitie van intelligentie was: een normale capaciteit van het zelfbewust zijn van nieuwe behoeftes en een normale toepassingsvermogen tot het oplossen van problemen en de toestand van het leven. Hij is het eens dat intelligentie betekend 'een algemene capaciteit waarvan kleuren in een bepaalde manier het mentale gedrag bepalen van een individu. Maar er zijn personen die een hoog niveau van intelligentie hebben maar die beter zijn in kritisch werk dan in synthetisch werk. Maar er zijn ook mensen waarvan de respectieve activiteiten van de intelligentie beter zijn die beter zijn in spontane activiteiten. Stern keek naar de indivuele scores en de mentale leeftijd, dat kon verschillen met de werkelijke leeftijd. Hij naam de mentale leeftijd en deelde het met de werkelijke leeftijd, dit noemde hij het intelligentiequotiënt. William Stern zorgde voor een getal waarmee je je eigen intelligentie kon vergelijken met de intelligentie van anderen. Hij noemde dit het intelligentiequotiënt, IQ. Hij maakte gebruik van de mentale leeftijd in zijn formule om het IQ te bereken: IQ = (ML : KL) x 100 Als je hiermee het IQ had berekend moest je nog wel rekening houden met het idee van Stern over intelligentie. Het begrip intelligentie kan namelijk op veel verschillende manieren worden uitgelegd en getoetst. William Stern vond dat intelligentie de begaafdheid is tot aanpassing door denkmiddelen van de reacties der persoonlijkheid op nieuwe en onverwachte situaties in de buitenwereld. Begrijpelijk is dat als je het begrip intelligentie een andere betekenis geeft, de uitslag van de test niet meer klopt. Bekijk de volgende definities van intelligentie: Intelligentie is het vermogen om problemen op te lossen. Intelligentie is het vermogen om kennis en gegevens te formuleren en toe te passen. Intelligentie is de capaciteit om via leren zich aan de omgeving aan te passen. Intelligentie is rationeel (logisch) denken. Bij deze definities is aan intelligentie elke keer een andere betekenis gegeven. Er moet dus erg opgepast worden met het begrip intelligentie. Eerder had Stern het Frans boek 'niveau intellectueel' vertaald in het Duits 'intelligenzalter. Het viel Francher op dat de term leeftijd meer precisie in houdt dan dat de aangeboren volgorde dan Binets term van niveau. Stern is een veelzijdig persoon hij produceerde 'Person und Sache: System der philosophischen Weltanschauung' waarin hij voorstander is van de studie over de hele persoon. Hij gelooft dat de mentale functie midden in persoon zit, wat daar meer zit voor de studie ervan dan voor de functie. Op dit punt is het concept ontstaan van het meeste mentale vermogen testen en ene standaard score is ontstaan. Iemand kan opmerken dat de test al is toegepast op de onverenigbare theorie van de intelligentie. Een tweede punt dat het waard is om te melden is 'Catch 22' waarin de individuen verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van de resultaten, wat tegen de limit is van de verbetering van wat intelligentie is? Pagina 2 van 9

3 Hoe is het IQ verdeeld in de maatschappij? Een IQ-test is in principe niet heel belangrijk en wordt in het dagelijkse leven ook niet veel gebruikt. Hiermee bedoel ik voor een baan of om een school te kiezen. Mensen weten hun beperkingen zelf en hebben daar geen test voor nodig. Bij psychiaters en in inrichtingen wordt het wel vaak gebruikt, om toch te kijken of ze inzicht hebben en logisch kunnen denken. Een typisch moderne intelligentietest zal uitwijzen dat ongeveer 68 % van de bevolking een IQ heeft tussen 84 en 116, 34 % boven de 100 en 34 % eronder. Buiten deze grote middengroep zijn er ongeveer 13,5 % met een IQ van , 2 % met een IQ tussen , 0.5 % met een IQ boven de 148. Voor het behalen van de middelbare school mag men een IQ van circa 115 verwachten en voor het behalen van een universitaire opleiding een gemiddelde van 125. Bekijken we de groep beneden het normale gemiddelde, dan vinden wij een zelfde beeld van 13.5 % met een IQ tussen 68 en 84, 2 % tussen 52 en 68, en 0.5 % lager. In feite is dit symmetrische beeld wat geïdealiseerd; er is namelijk een klein aantal stofwisselingsziekten en andere afwijkingen die de intelligentie in negatieve zin beïnvloeden en mensen met een zeer laag IQ doen toenemen. Mensen met een IQ beneden 70 worden in de leerboeken soms geclassificeerd als zwakzinnig. Er is zelfs een gepreciseerde onderscheiding in groepen, die hen verdeelt in debielen, met een IQ van 50-70, imbecielen, met een IQ van 25-50, en idioten, met een IQ beneden 25. Men neemt aan dat de debiel nuttige bezigheden aan kunnen leren en zich onder toezicht kan aanpassen. De imbeciel moet in een inrichting leven, is in staat zich te voorzien van eenvoudige persoonlijke behoeften en tot het afwenden van gevaar. De idioot kan zelfs dit niet. In de praktijk wordt aan de hand van een veel uitgebreider stelsel van criteria dan een eenvoudige intelligentietest vastgesteld of een persoon wel of niet zwakzinnig is. Dit heeft in ieder geval weinig te maken met intelligentie. Wanneer de patiënten van een inrichting voor zwakbegaafde worden getest, wordt soms een IQ van 125 gemeten. Dit is echter in veel gevallen te wijten aan fouten in de oorspronkelijke test, die vroeger gewoonlijk werd afgenomen door medici. Deze waren helaas te weinig getraind in het hanteren van intelligentietesten en zij waren niet goed ervan op de hoogte hoe ze de resultaten moesten uitleggen. Punt blijft niettemin dat het begrip zwakbegaafd in zijn wettelijk aspect slechts een oppervlakkige relatie heeft met intelligentie. Wij zouden verwachten dat intelligentietesten ons de verschillen toonden in geestelijke capaciteiten tussen mensen in verschillende beroepen in relatie met de intellectuele vereisten van deze beroepen. Op dit gebied zijn al vele studies gemaakt. Intelligentiequotiënt van groepen mensen uit acht verschillende sociale lagen BEROEP ouders en kinderen. 1. Hogere intellectuele en hogere administratieve beroepen Lagere intellectuele beroepen; technisch en leidinggevend werk Beter geschoolde arbeid, lagere administratieve beroepen Geschoolde arbeid Half geschoolde arbeid ngeschoolde arbeid nregelmatige arbeid In inrichtingen opgenomen Er is een duidelijke daling van de hogere intellectuele en administratieve beroepsgroepen, met een gemiddeld IQ van 153, naar de groep van de ongeschoolden en onregelmatig te werk gestelde waarvan Pagina 3 van 9

4 het IQ in de 80 ligt. De gegeven cijfers zijn natuurlijk voor alle groepen gemiddelden; gewoonlijk overlappen de groepen elkaar aanzienlijk. Het totale verband tussen intelligentie en sociale status komt duidelijk uit, maar verre van perfect: wanneer men iemands intelligentie tracht te bepalen naar zijn beroep, zal men vaker juist schatten dan wanneer men het op goed geluk probeert, maar toch zal men er nog zo vaak naast zitten, dat de poging niet de moeite waard is. Tot zover wat de `betekenis' van intelligentie betreft op het gebied van beroep en sociale status. Wij moeten ons nu bezighouden met enige problemen die het begrip `intelligentiequotiënt' doet ontstaan. In de eerste plaats is er het vraagstuk van de bestendigheid. Het is duidelijk dat wij het IQ op twee verschillende manieren kunnen gebruiken. We kunnen zeggen: hier zijn twee kinderen; welke van de twee heeft een hoger IQ en is daarom beter geschikt voor deze moeilijke taak? Op deze wijze zouden wij het IQ beschouwen als een maatstaf voor de verstandelijke mogelijkheden op dit moment, ongeacht hun ontwikkeling in de toekomst. Wij kunnen het IQ echter ook op een heel andere manier gebruiken door te zeggen: welke van deze beide kinderen heeft een hoger IQ? Hier gebruiken wij het IQ als een constante eigenschap van het kind die de rest van zijn leven niet verandert. Als we dit laatste aannemen, wat duidelijk verwerkt is in methoden als die van de voorselectie bij opleidingen, dan moeten we in staat zijn aan te tonen dat het IQ betrekkelijk constant blijft van jaar tot jaar. Dat wil zeggen dat een kind met een IQ van 120 geen IQ van 80 zal blijken te hebben wanneer het aan een opleiding begint. Dit probleem van het vaststellen van de bestendigheid lijkt zeer ingewikkeld. In principe komt het echter neer op een eenvoudige vergelijking van het IQ van een kind op een bepaalde leeftijd en het IQ van hetzelfde kind enkele jaren later. Deze vergelijking wordt beïnvloed door verscheidene factoren. In de eerste plaats is ze afhankelijk van de leeftijd waarop het kind voor de eerste maal wordt getest. IQ s die men van zeer jonge kinderen heeft verkregen door testen, zijn praktisch waardeloos, ook IQ s die vóór het zesde jaar zijn vastgesteld, zijn van zeer weinig nut, behalve in gevallen van ernstige geestelijke afwijkingen. Het verband tussen twee groepen variabelen wordt meestal uitgedrukt in een correlatiecoëfficiënt, die een waarde van krijgt wanneer er volledige overeenstemming is, en een waarde van nul wanneer er alleen maar toevallig relatie bestaat. De tweede variabele die wij zullen beschouwen, is dat de overeenstemming tussen de eerste en de laatste test geringer wordt als het aantal jaren toeneemt; of anders gezegd: dat de correlatie tussen de eerste en de laatste test verzwakt naargelang de tijd die verstrijkt tussen de momenten van testen. Er blijkt hier een redelijk wetmatig verband te bestaan. Indien de eerste en laatste test niet ver uit elkaar ligt, dat wil zeggen met een week of minder tussenruimte, zal de correlatiecoëfficiënt bij 0,95 liggen. Ieder jaar loopt deze terug met 0.04 tot ca. de leeftijd van zestien jaar. Dit voert ons tot het derde punt van beschouwing: de maximale leeftijd waarop men een IQ kan vaststellen. Tegen de tijd dat iemand de volwassenheid heeft bereikt, heeft het IQ zich voor een groot gedeelte gestabiliseerd. Het zal dan geen grote veranderingen meer ondergaan, mits het centrale zenuwstelsel niet door ziekte wordt aangetast. Derhalve zal de correlatiecoëfficiënt van de eerste en de laatste testen, wanneer ze beide afgenomen zijn na het twintigste jaar, rond de 0,8 liggen, ongeacht de tijd die tussen de testen is verstreken. In het kader van deze bespreking is het wel duidelijk dat vele voorvechters in de discussie over de voorselectie stellingen verdedigen die niet door de feiten worden gedekt. Voorstanders van de huidige methoden suggereren ten onrechte dat het IQ van een elfjarige vaststaat; er Pagina 4 van 9

5 kunnen zeer duidelijke veranderingen plaatsvinden; bij sommige kinderen kunnen deze veranderingen zeer aanzienlijk zijn. Mensen die de voorselectie veroordelen met het argument dat de intelligentie van een kind op elfjarige leeftijd nog geen vorm heeft aangenomen die een voorspelling mogelijk maakt, hebben het ook bij het verkeerde eind. Het is wel degelijk mogelijk een tot op zekere hoogte nauwkeurige voorspelling te doen; men kan hierin verder komen dan de leek zich dikwijls realiseert. Zoals zo vaak het geval is met feiten, trachten beide partijen de zaak eerder te bewijzen vanuit hun vooroordelen dan vanuit vaste gegevens. Op dit punt is het wellicht de moeite waard het technische nut van de intelligentietesten bij afwezigheid van een fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, te illustreren. Testen worden gemaakt en geldig bevonden volgens de reeds eerder genoemde gebruiksmethode, namelijk door Pietje hier en nu te vergelijken met Jantje hier en nu. Er is geen aanwijsbare reden waarom bepaalde testvraagstukken die geschikt zijn voor dit doel, ook de meest geschikte testvraagstukken zijn om de relatieve intelligentie van Jantje en Pietje tien jaar later te voorspellen. Bij een of twee onderzoeken op kleine schaal werden groepen kinderen onder controle gehouden totdat hun IQ als volwassene beschikbaar was. Daarbij werd de mate waarin elk onderdeel van de test zich leent om aan de hand daarvan voorspellingen te doen, vergeleken met de bruikbaarheid voor het bepalen van de intellectuele toestand van het kind op dat moment. Gebleken is dat er weinig verband bestaat tussen de twee, dat wil zeggen dat een onderdeel dat op dit moment een goede maatstaf is voor de intelligentie van een kind, al of niet een goede maatstaf kan zijn voor zijn toekomstige mogelijkheden. Willen wij onze intelligentietesten gebruiken als maatstaf voor zowel toekomstige als huidige mogelijkheden, een maatstaf die de voorselectie duidelijk bevat, dan moet er nog een massa onderzoek verricht worden over dit vraagstuk. Ook moet er een geheel nieuwe serie testen ontwikkeld worden, aan de hand waarvan men nauwkeuriger voorspellingen kan geven dan nu het geval is met testen nu in gebruik. Zover wij weten, wordt op dit gebied nog geen onderzoek gedaan en worden geen pogingen in het werk gesteld om de bestaande testen op dit punt te verbeteren. Zolang dit vraagstuk nog niet onder handen is genomen, is het niet waarschijnlijk dat wij meer te weten zullen komen over de vraag waarom bij sommige kinderen het IQ hoger wordt en bij anderen lager. Ook zullen wij geen antwoord kunnen vinden op de vraag hoe men deze veranderingen kan voorspellen en of wij ze op een of andere manier kunnen beïnvloeden (door bijv. de stijging te versnellen of de daling te stoppen). Aangenomen dat het IQ in redelijke mate constant is onder zekere nauwkeurig omschreven voorwaarden, komen we nu tot een belangrijke moeilijkheid bij het bepalen van het IQ van oudere kinderen en volwassenen. De toename en afname van het geestelijk vermogen met het ouder worden is reeds door vele psychologen onderzocht. Er is een tamelijk snelle groei vanaf de geboorte tot het twaalfde jaar; daarna is de groei minder en de curve bereikt haar hoogtepunt rond het vijftiende jaar. Het IQ blijft enige tijd op dat niveau en begint dan te dalen. Dit is het gemiddelde beeld, maar het gemiddelde kan zeer misleidend zijn. Bij personen met een lage intelligentie, dat wil zeggen met een IQ van 80 of lager, houdt de groei eerder op en zet de daling eerder en sneller in dan het geval zal zijn bij de grote middengroep met een IQ tussen 90 en 110. Daarentegen is de groeiperiode bij mensen met een hoge intelligentie, dat wil zeggen met een IQ van 120 en daarboven, langer en verloopt de daling langzamer. Het is dus duidelijk dat de groei van de intelligentie tussen het zesde en twaalfde levensjaar voor alle groepen vrijwel lineair is. Tevens volgt hieruit dat wij een IQ boven de leeftijd van twaalf of op zijn hoogst vijftien niet juist kunnen bepalen. Dit zal de gebruiker Pagina 5 van 9

6 duidelijk worden als hij zich een individu voorstelt met een werkelijke leeftijd van vijftien en een verstandelijke leeftijd van vijftien en derhalve met een IQ van 100. Hieruit volgt dat hij op een werkelijke leeftijd van dertig, een verstandelijke leeftijd van vijftien en een IQ van 50 zal hebben! Op zestigjarige leeftijd, wanneer zijn verstandelijke leeftijd afneemt, terwijl zijn werkelijke leeftijd toeneemt, zal zijn IQ 20 zijn. Dit is uiteraard nonsens en als verhouding tussen verstandelijke en werkelijke leeftijd is de formule van Stern met betrekking op het IQ na de leeftijd van twaalf tot vijftien jaar niet meer van toepassing. Maar het begrip intelligentiequotiënt is zo wijd verbreid en zijn implicaties zijn zo bekend bij nietpsychologen, dat er wellicht meer verloren zou gaan als men dit begrip liet vallen door vast te houden aan een zuiver statische betekenis. Welke factoren hebben invloed op het IQ? Het IQ wordt bepaald door erfelijkheid en omgeving. Het is erg moeilijk te bepalen wat nu de meeste invloed heeft. In onze cultuur zijn de omgevingsverschillen niet zo groot. Waarschijnlijk speelt erfelijkheid voor ons dus een grote rol. Erfelijkheid is echter een moeilijk meetbaar begrip. Er is onderzoek naar gedaan door overeenkomsten in het IQ bij verschillende families te onderzoeken. Hieruit is gebleken dat het IQ meer overeenkomsten had naarmate de bloedband hechter was. Uit deze en nog meer onderzoeken blijkt dus dat erfelijkheid een zeer belangrijke factor is. De meeste mensen hebben echter onjuiste gedachtes over de gevolgen van erfelijkheid. Zij veronderstellen dat het IQ van de ouders direct doorgegeven wordt aan hun kinderen. Dit kasteachtig systeem zou betekenen dat de toekomst al van jongs af aan zou zijn bepaald, omdat verondersteld wordt dat een hoger IQ meer maatschappelijk succes oplevert. Er blijkt echter spraken te zijn van een teruggang naar het gemiddelde: de IQ s van kinderen zijn minder extreem dan die van hun ouders. Deze kunnen zowel zeer slim als dom zijn. Dit illustreert dus goed dat erfelijkheid niet wil zeggen dat je per definitie het IQ van je ouders erft. Hoe wordt het IQ berekend en berekeningen. William Stern introduceerde het begrip intelligentiequotiënt (IQ). Dit is de verhouding tussen mentale leeftijd en kalenderleeftijd, vermenigvuldigd met 100. Hieruit volgt de formule: IQ= (ML: KL) x 100. Hierin is ML de Mentale Leeftijd en KL de KalenderLeeftijd. De mentale leeftijd is het niveau waarop een kind functioneert. Dit niveau wordt bepaald door een test die de franse psychologen Binet en Simon hebben bedacht. Hierin wordt een groot aantal problemen aan een grote groep kinderen voorgelegd. Door na te gaan op welke leeftijd de meeste kinderen een probleem kunnen oplossen, wordt de leeftijdswaarde van een probleem bepaald. Als dus het merendeel van kinderen van 7 een probleem op kunnen lossen, is de leeftijdswaarde 7, wat dus de ML van een kind is. Dankzij deze gevonden ML kun je dus het IQ van een kind bepalen. Deze methode is echter alleen van toepassing op kinderen. Algemeen wordt aangenomen dat deze methode geschikt is voor kinderen van 5 tot ongeveer 15 jaar oud. Jongere kinderen kun je niet goed testen, vanwege hun beperkte woordenschat. Wetenschappelijk getest is dat het IQ van een kind zich blijft ontwikkelen tot ongeveer het vijftiende levensjaar. Bij intelligente kinderen kan de groei nog even doorgaan, terwijl die bij dommere kinderen al is gestopt. Deskundigen menen dat het IQ na het dertigste weer iets gaat dalen. Als de mentale leeftijd stil staat, klopt bij volwassenen de formule van Stern niet. Pagina 6 van 9

7 Hieruit zou bijvoorbeeld volgen: IQ van persoon X van 15 jaar: (15:15) x 100= 100 IQ van persoon X 15 jaar later: (15:30) x 100= 50 Sterns formule is alleen te gebruiken op kinderen en voor het IQ van een volwassene moeten tests gedaan worden op verschillende gebieden, zoals numerieke intelligentie, abstract redeneren, visueel-ruimtelijke intelligentie etc. We hebben uit bestaande IQ testen de berekening gehaald. Dit hebben we ook gedaan bij een IQ test voor volwassenen. Bij de laatst is het een kunstmatige vorm van IQ bepalen, omdat zoals eerder uitgelegd, de formule van Stern niet toe gepast kan worden. We kwamen erachter dat 20 x, voor 5 IQ staat. Hieruit volgt dus dat de richtingscoëfficiënt 0.25 is: dit bereken je met de formule Dy : Dx. ( ) : ( ) = 5 : 20 = 0,25 Dit hebben we ingevuld in de lineaire formule y = ax + b, dit wordt dan dus y = 0,25x + b Het begingetal hebben we gevonden door een x- en een y-coördinaat in te vullen. 100 = 0,25 x b 100 = 37,5 + b b = ,5 = 62,5 Hieruit volgt dan de formule voor 13-jarige: y = 0,25x + 62,5 IQ score 13-jarige: We hebben ook een formule gehaald uit een test voor volwassenen. Hierbij wordt je score niet omgerekend naar je IQ, maar naar je mentale leeftijd. Om van je mentale leeftijd naar je IQ te komen, moet je de uitkomst door 186 delen, dit vormt dan je IQ We hebben dit als volgt berekend. We hebben de totale toename opgeteld en deze gedeeld door het aantal scores. Hieruit volgde een richtingscoëfficiënt van 2,14. y = 2,14x + b Dit hebben we weer in de lineaire formule ingevuld en met een willekeurige coördinatenstelsel de b uitgerekend: 100 = 2,14 x 5 + b 100 = 10,7 + b b = ,7 = 89, 3 Hieruit volgt de lineaire formule: y = 2,14x + 89,3 Bij deze tabel hebben we een willekeurig gedeelte genomen, punten aantal ML Pagina 7 van 9

8 De eigen test. We hebben twee tests van internet gehaald. Één was een woordenkennis test en de andere was een IQtest. We hebben hem bij 7 à 8 verschillende mensen afgenomen. De uitslag lag best dicht bij elkaar. Maar ik vind niet dat je met één zo n test je IQ echt kan bepalen, daar zijn betrouwbaardere tests voor nodig en meer. De uitslag van de woordenkennis. Hier kun je zien dat het ook niet heel ver bij elkaar vandaan ligt. Er zitten tussen sommige wel een verschil. Deze test wil niet zo heel veel zeggen omdat het er maar één is, maar het is wel even grappig om het te zien. De uitslag van de IQ-test. Zoals je hier uit kunt zien zit iedereen een beetje hetzelfde. Wel zit iedereen boven het gemiddelden. Maar zoals de andere test vind ik dat je helemaal niet kunt zeggen wat je IQ nu is, daar moet je verschillende test voor doen. Eigen mening. Ik zelf vind een IQ-test niet zo heel belangrijk, je leven hangt er niet van af. Die tests zijn wel handig om te weten wat je in je mars hebt. Je kunt er uit aflezen waar je sterke- en zwakke punten zijn. Er zijn meestal verschillende onderdelen, rekenen, taal en inzicht. Maar zo n test is meer een moment opnamen vind ik, je kan een andere keer heel anders erop reageren. Ik denk ook dat het niet echt meer gebruikt wordt voor een baan zoeken of zo of om naar de universiteit te gaan. Door ervaring krijg je namelijk ook steeds meer inzicht en ervaring in dingen. Wat ik wel belangrijk vind van zo test is dat het test of je een beetje logisch kan denken. Want dat is toch wel belangrijk in het leven. Het IQ is wel interessant voor wetenschappers om meer van de mens te snappen. Het testen van IQ bij mensen in een inrichting om te kijken of ze debiel zijn of wat dan ook vind ik niet eerlijk. Je kunt mensen niet beoordelen op hun IQ. Als je IQ hoog of laag is vind ik dat, dat op zich ook niet veel zegt, omdat het erom gaat wat je ermee doet. Je kan wel een hoog IQ hebben maar als je dat niet gebruikt heb je er weinig aan. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat de mens het IQ heeft ontdekt en heeft uitgezocht hoe het zit. En dat mensen door cijfertjes bepalen wanneer je begaafd bent of dom. Conclusie. Intelligentie wordt bij de mens opgevat als een algemeen vermogen en omvat onder meer redeneervermogen, plannen, probleem oplossen, abstract denken en het begrijpen van complexe ideeën, snelheid van leren en het leren van ervaringen. Om je intelligentie te meten zijn er tests gemaakt die worden weergegeven in het intelligentiequotiënt. In het dagelijks leven gebruikt niemand echt het intelligentiequotiënt. Maar als je de maatschappij gaat onderzoeken zul je in de lagen van de beroepen ongeveer hetzelfde IQ vinden. Je hebt namelijk een bepaald IQ nodig om sommige dingen in te zien. Aan je IQ kan je niks doen, het is iets erfelijks. Er spelen bepaalde factoren mee die bepalen hoe hoog je IQ Pagina 8 van 9

9 is. Dit zijn je opvoeding, omgeving en de erfelijke eigenschappen. Je kunt je IQ wel een beetje meer stimuleren en vergroten, maar als het in je genen zit dat het redelijk laag is zal dat altijd wel zo blijven. Bronvermelding. Introduction to the practice of statistics, Moore McCabe Psychologie, Nico Metaal en Jeroen Jansz Interactieve IQ-test, Spectrum uitgave Test zelf uw kennis, Prisma informatief Alles over psychologische tests, Dr. Jack J.R. van Minden De Eysenck IQ-test voor kinderen, Hans Eysenck en Darrin Evans Pagina 9 van 9

Praktische opdracht Wiskunde A IQtest

Praktische opdracht Wiskunde A IQtest Praktische opdracht Wiskunde A IQtest Praktische-opdracht door een scholier 2063 woorden 27 januari 2004 7,6 20 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inhoudsopgave Inleiding Hoe dacht William Stern over intelligentie?

Nadere informatie

6.1. Praktische-opdracht door een scholier 2566 woorden 22 mei keer beoordeeld. Wiskunde B

6.1. Praktische-opdracht door een scholier 2566 woorden 22 mei keer beoordeeld. Wiskunde B Praktische-opdracht door een scholier 2566 woorden 22 mei 2002 6.1 157 keer beoordeeld Vak Wiskunde B Onderwerp: IQ Hoofdvraag: Hoe bereken je iemands IQ? Deelvragen: *Geschiedenis IQ *Zijn er verschillende

Nadere informatie

3,3. Praktische-opdracht door een scholier 2249 woorden 27 maart keer beoordeeld. Wiskunde A. Intelligentiequotiënt (IQ)

3,3. Praktische-opdracht door een scholier 2249 woorden 27 maart keer beoordeeld. Wiskunde A. Intelligentiequotiënt (IQ) Praktische-opdracht door een scholier 2249 woorden 27 maart 2012 3,3 2 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Intelligentiequotiënt (IQ) Voorwoord Ik heb in deze praktische opdracht voor het onderwerp intelligentie

Nadere informatie

7,5. Praktische-opdracht door een scholier 5492 woorden 3 mei keer beoordeeld

7,5. Praktische-opdracht door een scholier 5492 woorden 3 mei keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 5492 woorden 3 mei 2001 7,5 203 keer beoordeeld Vak Wiskunde Voorwoord Voor deze praktische opdracht wiskunde hebben wij gekozen voor het intelligentiequotiënt (IQ),

Nadere informatie

Algemene informatie over het IQ Binet

Algemene informatie over het IQ Binet Praktische-opdracht door een scholier 1597 woorden 23 juni 2004 5,4 32 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Algemene informatie over het IQ Binet De Fransman Alfred Binet ontwikkelde aan het begin van deze eeuw

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde Het Intelligentie Quotient

Praktische opdracht Wiskunde Het Intelligentie Quotient Praktische opdracht Wiskunde Het Intelligentie Quotient Praktische-opdracht door een scholier 3976 woorden 4 januari 2004 6,2 29 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Theorie 3. Praktijk

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A IQ

Praktische opdracht Wiskunde A IQ Praktische opdracht Wiskunde A IQ Praktische-opdracht door een scholier 3703 woorden 26 september 2005 6 30 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Wat is IQ? De letters IQ staan voor Intelligentie Quotiënt. Hiermee

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Intelligentie

Werkstuk Biologie Intelligentie Werkstuk Biologie Intelligentie Werkstuk door een scholier 4852 woorden 20 maart 2002 6,2 32 keer beoordeeld Vak Biologie INLEIDING Dit werkstuk gaat over intelligentie. Ik vind het interessant om te ontdekken

Nadere informatie

CULTUURARME INTELLIGENTIETEST RAPPORT

CULTUURARME INTELLIGENTIETEST RAPPORT CULTUURARME INTELLIGENTIETEST RAPPORT Name: Datum: Website: Jan de Vries -05-206 www.2test.nl Deze IQ test meet je vermogen om logisch te redeneren. Cultuurarme IQ tests meten nonverbale capaciteiten.

Nadere informatie

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de Scenario voor het klassengesprek aan het begin van de eerste les van het leerlingonderzoek in het kader van Begrip van bewijs Hieronder staat een beschrijving van het beoogde (hypothetische) verloop van

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model. Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben

Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model. Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben oktober 9 Inleiding In dit rapport zal gekeken worden naar verschillende

Nadere informatie

Taal en Connector Ability

Taal en Connector Ability Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties

Nadere informatie

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1 IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005 Uit: Niks relatief Vincent Icke Contact, 2005 Dé formule Snappiknie kanniknie Waarschijnlijk is E = mc 2 de beroemdste formule aller tijden, tenminste als je afgaat op de meerderheid van stemmen. De formule

Nadere informatie

Hersenonderzoek en intelligentie

Hersenonderzoek en intelligentie 45 Hersenonderzoek en intelligentie U werkt als psycholoog-onderzoeker aan de universiteit. Binnenkort bezoekt u samen met een collega het symposium Hersenen en intelligentie. U hebt afgesproken dat ieder

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Begeleider gehandicaptenzorg. Oriëntatie op de gehandicaptenzorg. Oriëntatie op de gehandicaptenzorg. Oriëntatie op de gehandicaptenzorg

Begeleider gehandicaptenzorg. Oriëntatie op de gehandicaptenzorg. Oriëntatie op de gehandicaptenzorg. Oriëntatie op de gehandicaptenzorg Begeleider gehandicaptenzorg Thema 1 ORIËNTATIE OP DE GEHANDICAPTENZORG Hoofdstuk 1 CLIËNTEN IN DE GEHANDICAPTENZORG Oriëntatie op de gehandicaptenzorg 1.1 - INLEIDING Mensen met een beperking = functioneringsprobleem

Nadere informatie

De beste prijs-kwaliteit verhouding?

De beste prijs-kwaliteit verhouding? De beste prijs-kwaliteit verhouding? Prof. dr. Jan Telgen, Universiteit Twente Inkopers hebben nogal eens de neiging zich een Calimero rol aan te meten: zij zijn groot en ik ben klein. Dat gebeurt dan

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand

Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand Proef door een scholier 1229 woorden 12 december 2003 5,7 31 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding Wij hebben ervoor gekozen om ons met onze natuurkunde EXO

Nadere informatie

Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4

Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4 Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4 Antwoorden door een scholier 1784 woorden 25 juni 2004 3,4 117 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Opgave I-1 Zorg er eerst voor dat je goed begrijpt dat

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

Elementaire rekenvaardigheden

Elementaire rekenvaardigheden Hoofdstuk 1 Elementaire rekenvaardigheden De dingen die je niet durft te vragen, maar toch echt moet weten Je moet kunnen optellen en aftrekken om de gegevens van de patiënt nauwkeurig bij te kunnen houden.

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9. HOOFDSTUK 2 Geheugen 59. HOOFDSTUK 3 Vaardigheid met getallen 109. HOOFDSTUK 4 Persoonlijke vaardigheden 159

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9. HOOFDSTUK 2 Geheugen 59. HOOFDSTUK 3 Vaardigheid met getallen 109. HOOFDSTUK 4 Persoonlijke vaardigheden 159 Inhoud Inleiding 4 Hoe is dit boek met tests opgebouwd? 5 Gebruiksaanwijzing 6 HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9 DOSSIER 1 Ruimtelijk inzicht en oriëntatievermogen 11 DOSSIER 2 Logische reeksen 27 DOSSIER 3

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2007-II IQ Een maat voor iemands intelligentie is het zogenaamde IQ (Intelligentie Quotiënt). Hoe intelligenter een persoon is, hoe hoger zijn/haar IQ is. Het IQ is bij benadering normaal verdeeld. In deze opgave

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

Grofweg zijn er twee typen redeneervraagstukken. A. Gedrag van een formule verklaren. B. Het doorzien van de structuur van de formule.

Grofweg zijn er twee typen redeneervraagstukken. A. Gedrag van een formule verklaren. B. Het doorzien van de structuur van de formule. Redeneren met formules Redeneren met formules is een regelmatig terugkerend onderwerp op examens. Kijk maar eens als extreem voorbeeld naar de opgave Behendigheid uit het examen VWO wiskunde 2012 tijdvak

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde Vermenigvuldiging en deling van lijnen en parabolen

Praktische opdracht Wiskunde Vermenigvuldiging en deling van lijnen en parabolen Praktische opdracht Wiskunde Vermenigvuldiging en deling van lijnen en parabolen Praktische-opdracht door een scholier 1862 woorden 15 september 2001 5,8 78 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inleiding In dit

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 1 tot en met 12 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Slim omgaan met intelligentie. Beatrijs Brand orthopedagoog

Slim omgaan met intelligentie. Beatrijs Brand orthopedagoog Slim omgaan met intelligentie Beatrijs Brand orthopedagoog Wat verstaat u onder intelligentie? Intelligentie Wat je al kunt Hoe snel je kunt leren Hoe snel je kunt analyseren en oplossen Hoe goed je doelgericht

Nadere informatie

Statistiek: Centrummaten 12/6/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek: Centrummaten 12/6/2013. dr. Brenda Casteleyn Statistiek: Centrummaten 12/6/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie 1) Nominaal niveau: Gebruik de Modus, dit is de meest frequente waarneming 2) Ordinaal niveau:

Nadere informatie

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j FLIPIT JAAP TOP Een netwerk bestaat uit een eindig aantal punten, waarbij voor elk tweetal ervan gegeven is of er wel of niet een verbinding is tussen deze twee. De punten waarmee een gegeven punt van

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde B1 wiskunde B1 Eamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak Woensdag 1 juni 13.30 16.30 uur 0 06 Voor dit eamen zijn maimaal 83 punten te behalen; het eamen bestaat uit 0 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 woensdag 28 mei 13.30-16.30 uur wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Datum: 5 september 2014

Datum: 5 september 2014 Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A (pilot) tijdvak 1 woensdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde A (pilot) tijdvak 1 woensdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2011 tijdvak 1 woensdag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde A (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.. Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen.

Nadere informatie

Capaciteiten scan. Mw A. Demo. Naam. Datum assessment

Capaciteiten scan. Mw A. Demo. Naam. Datum assessment Capaciteiten scan Naam Datum assessment Mw A. Demo 4-4 - 2014 Gegevens kandidaat Naam E-mail Mw A. Demo ademo@abc.nl Geboortedatum 23-2 - 1986 Organisatie ABC BV Datum assessment 4-4 - 2014 Doel en reikwijdte

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

de dagelijkse energiebehoefte in kilocalorieën (kcal) en G het gewicht in kg.

de dagelijkse energiebehoefte in kilocalorieën (kcal) en G het gewicht in kg. Supersize me In de film Supersize Me besluit de hoofdpersoon, Morgan Spurlock, dertig dagen lang uitsluitend fastfood te eten. Op deze manier krijgt hij elke dag 5000 kcal aan energie binnen. Eerst wordt

Nadere informatie

Bouwstenen van het denken

Bouwstenen van het denken Werken met cognitieve bouwstenen heeft gegarandeerd resultaat Analyseren Veronderstellingen maken Logisch denken Breed denken Onveranderbaarheid inzien Verinnerlijken Niet egocentrisch communiceren Tijdsoriëntatie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Wil je nog meer lezen over de hartslag? Dan verwijzen we je naar:

Wil je nog meer lezen over de hartslag? Dan verwijzen we je naar: Hartslag Onze hartslag, of ook wel polsslag genoemd, is één van de bruikbare indicaties voor diverse aspecten van onze gezondheid. Het is dan ook zeker interessant om iets meer te weten over onze rusthartslag

Nadere informatie

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl GEDRAGSMANAGEMENT Dit kennisitem gaat over gedrag en wat er komt kijken bij gedragsverandering. Bronnen: Gedragsmanagement, Prof.dr. Theo B. C. Poiesz, 1999; Samenvatting boek en college, A.H.S. Poppe,

Nadere informatie

NVAB-richtlijn blijkt effectief

NVAB-richtlijn blijkt effectief NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies

Nadere informatie

Kunstrijden op de schaats

Kunstrijden op de schaats Eindexamen havo wiskunde A pilot 204-II Kunstrijden op de schaats maximumscore 4 De Zweedse kunstrijders kunnen op 3! manieren geplaatst worden De overige kunnen op 4! manieren geplaatst worden Er zijn

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 138 Uitstel van ouderschap De positie van de vrouw in de westerse maatschappij is de laatste tientallen jaren fundamenteel veranderd. Vrouwen zijn hoger opgeleid dan vroeger en werken vaker buitenshuis.

Nadere informatie

Persoonlijke rapportage van B. Smit

Persoonlijke rapportage van B. Smit Persoonlijke rapportage van B. Smit P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Virtuele Markten Trading Agent Competition

Virtuele Markten Trading Agent Competition Virtuele Markten Trading Agent Competition A smart trading agent Erik Kant (0122246) en Marten Kampman (0240478), 9 november 2007 Naar aanleiding van de Trading Agent Competition voor het vak Virtuele

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2006-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2006-II Toename lichaamsgewicht zwangere vrouw Een vrouwenarts heeft van een zwangere vrouw gedurende de zwangerschap allerlei gegevens verzameld. In tabel 1 staan enkele resultaten. Daaruit is onder andere af

Nadere informatie

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen. Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet

Nadere informatie

Check-in. De zin van het leven is de zin die je er zelf aan geeft. 6 De Z-factor

Check-in. De zin van het leven is de zin die je er zelf aan geeft. 6 De Z-factor Check-in De zin van het leven is de zin die je er zelf aan geeft. Wim T. Schippers D it boek gaat over zingeving. We richten ons vooral op zingeving in ons werk. Wij noemen dat de Z-factor. Wij geloven

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

Praktische opdracht Wiskunde A Formules Praktische opdracht Wiskunde A Formules Praktische-opdracht door een scholier 2482 woorden 15 juni 2006 5,5 40 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding Formules komen veel voor in de economie, wiskunde,

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Exponentiële Functie: Toepassingen

Exponentiële Functie: Toepassingen Exponentiële Functie: Toepassingen 1 Overgang tussen exponentiële functies en lineaire functies Wanneer we werken met de exponentiële functie is deze niet altijd gemakkelijk te herkennen. Daarom proberen

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 14 tot en met 21 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A havo 2011 - I

Eindexamen wiskunde A havo 2011 - I Zuinig rijden Tijdens rijlessen leer je om in de auto bij foto 20 km per uur van de eerste naar de tweede versnelling te schakelen. Daarna ga je bij 40 km per uur naar de derde versnelling, bij 60 km per

Nadere informatie

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen Het begrip Talent zegt vooral iets over de capaciteiten van een leerling. Sommige leerlingen hebben meer talent dan anderen.

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 1 tot en met 13. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 1 tot en met 13. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1 Compex Vragen 1 tot en met 13 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Wiskunde Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4 21/12/2008

Wiskunde Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4 21/12/2008 Wiskunde 007- //008 Vraag Veronderstel dat de concentraties in het bloed van stof A en van stof B omgekeerd evenredig zijn en positief. Als de concentratie van stof A met p % toeneemt, dan zal de concentratie

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-M) Demo Kandidaat

De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-M) Demo Kandidaat Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-M) Status Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres Demo Kandidaat 14 januari 2014

Nadere informatie

Energiedranken en de hersenen

Energiedranken en de hersenen Science in School ½ Nummer 39: Lente 2017 ½ 1 Energiedranken en de hersenen Door Emmanuel Thibault, Kirsten Biedermann en Susan Watt Vertaald door Piet Das. Ons lichaam heeft water, suiker en mineralen

Nadere informatie

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam IST Intelligentie Structuur Test HTS Report ID 5105-7035 Datum 20.07.2017 Standaard INLEIDING IST 2/20 Inleiding De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor

Nadere informatie

Definitie 1.1. Een partitie van een natuurlijk getal n is een niet stijgende rij positieve natuurlijke getallen met som n

Definitie 1.1. Een partitie van een natuurlijk getal n is een niet stijgende rij positieve natuurlijke getallen met som n Hoofdstuk 1 Inleidende begrippen 1.1 Definities Definitie 1.1. Een partitie van een natuurlijk getal n is een niet stijgende rij positieve natuurlijke getallen met som n Voor het tellen van het aantal

Nadere informatie

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam IST-A Intelligentie Structuur Test Assessmentversie HTS Report ID 256-1 Datum 25.02.2015 Standaard IST-A Inleiding 2 / 12 INLEIDING De IST-A is de verkorte versie van de Intelligentie Structuur Test (IST);

Nadere informatie

TEST JE WISKUNDEKENNIS!

TEST JE WISKUNDEKENNIS! Bewegingswetenschappen Je overweegt Bewegingswetenschappen te gaan studeren. Een goede keus. Het gaat hier immers om een interessante, veelzijdige studie met gezonde arbeidsmarktperspectieven. Je hebt

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen M, M & C 7.3 Optional Topics in Comparing Distributions: F-toets 6.4 Power & Inference as a Decision 7.1 The power of the t-test 7.3 The power of the sample t- Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets &

Nadere informatie

Lights Out. 1 Inleiding

Lights Out. 1 Inleiding Lights Out 1 Inleiding Het spel Lights Out is een elektronisch spel dat gelanceerd werd in 1995 door Tiger Electronics. Het originele spel heeft een bord met 25 lampjes in een rooster van 5 rijen en 5

Nadere informatie

DEC DSP SDR 5 Dicrete Fourier Transform

DEC DSP SDR 5 Dicrete Fourier Transform DEC DSP SDR 5 Dicrete Fourier Transform Familie van Fourier transformaties Fourier Transform Fourier Series Discrete Time Fourier Transform Discrete Fourier Transform Berekening van een frequentie spectrum

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

Ontwikkeling versus degeneratie

Ontwikkeling versus degeneratie Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Wordt de groei van kinderen beïnvloed door de ZvH mutatie? Kleine

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-H) Dhr. Demo.

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-H) Dhr. Demo. Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Capaciteitentest (MCT-H) Status Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres Dhr. Demo 4 april 2014 Demo@demo.nl

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

3. Gebruik die formule om het rekenvoorbeeld in de tekst van het artikel na te rekenen.

3. Gebruik die formule om het rekenvoorbeeld in de tekst van het artikel na te rekenen. Werkstuk door een scholier 2178 woorden 17 juni 2008 6,3 23 keer beoordeeld Vak Wiskunde 5. Uitwerkingen van het verslag 2.1 Inleidende opdrachten 1. Welke gewichtsklassen onderscheidt de WHO? Ze onderscheiden

Nadere informatie

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk?

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk? 1. Zwaartekracht Als een appel van een boom valt, wat gebeurt er dan eigenlijk? Er is iets dat zorgt dat de appel begint te vallen. De geleerde Newton kwam er in 1684 achter wat dat iets was. Hij kwam

Nadere informatie

HANDREIKING EVIDENT EN KENNELIJK STABIELE KINDKEMERKEN Algemene uitgangspunten

HANDREIKING EVIDENT EN KENNELIJK STABIELE KINDKEMERKEN Algemene uitgangspunten HANDREIKING EVIDENT EN KENNELIJK STABIELE KINDKEMERKEN Algemene uitgangspunten Het vaststellen van een stoornis bii (her-)indicatie. De toegang tot het speciaal onderwijs of leerlinggebonden financiering

Nadere informatie