Handboek EVC HaKaCompetent

Transcriptie

1 Handboek EVC HaKaCompetent Auteurs: H. de Bruin, K. Kleine Copyright: HaKa Competent B.V. 2017

2 Versiebeheer Versie Datum Aard van de wijzigingen September 2018 Invoering: EVC Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional 2.0 Februari 2019 Toevoeging: Beoordelingscriteria Competentiestandaard Toevoeging: Instructie CGI EVC Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional voor inhoudsassessor 2

3 INLEIDING EN VERSPREIDING DOEL HANDBOEK In dit handboek zijn alle afspraken en procedures met betrekking tot de EVC-procedure bij HaKa Competent B.V. vastgelegd. HaKa Competent B.V. (verder HaKa) is een zelfstandig vennootschap dat zich uitsluitend bezighoudt met EVC-trajecten en competentiebeheer. De algemene voorwaarden evenals de klachten- en beroepsprocedures van HaKa Nederland B.V. zijn van toepassing op de werkzaamheden van HaKa Competent B.V. De EVC-procedure van HaKa is gebaseerd op de Beleidsregel Afgifte EVC-verklaringen van 18 maart 2010 en het Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures van juli (zie bijlage B). De afspraken en procedures zijn bindend voor alle betrokken medewerkers. HaKa is landelijk geregistreerd als erkend aanbieder van EVC-procedures. STATUS EN GELDIGHEID Dit handboek is in september 2017 geschreven. GEHEIMHOUDING EN ZORGVULDIGHEID De bij de uitvoering van een EVC-procedure betrokken medewerkers nemen met betrekking tot hetgeen in of uit hoofde van hun functie vertrouwelijk te hunner kennis komt, de geheimhouding in acht die in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. Deze verplichting geldt ook na afloop van de EVC- procedure. VERSPREIDING Dit handboek staat ter beschikking van alle medewerkers die betrokken zijn bij de EVC-procedure. De kandidaten van een EVC-procedure worden bij aanvang op de hoogte gesteld dat de te volgen procedure is vastgelegd in dit handboek en dat zij hier op elk gewenst moment inzicht in kunnen krijgen. Het handboek wordt ter beschikking gesteld aan alle medewerkers van HaKa. Langerak,

4 INHOUD Inleiding en verspreiding 3 1. EVC-beleid Wat is het belang van EVC? Zorg en Welzijn Doelgroep EVC-trajecten binnen HaKa Privacy Digitalisering van de uitvoering van EVC-procedures 7 2. Beoordeling De taakbeoordeling Uitgangspunt Bewijzen en (eind)beoordeling 9 3. EVC in de praktijk: procedures en instrumenten Een EVC-procedure in schema Hoe verloopt een EVC-procedure? Het aanmeldings- en intakeproces Het begeleidingsproces Het beoordelingsproces De beoordelingsinstrumenten graden feedback Portfolio-assessment Het criteriumgericht interview (CGI) Het werkplekbezoek HaKa Competent: organisatie en functionarissen Inleiding De organisatiestructuur van HaKa Directie Coördinator HaKa Coördinator kwaliteitszorg Intaker, begeleider, assessor en procesdeskundige De intaker De begeleider De inhoudsassessor De procesassessor De procesdeskundige Bureau HaKa (secretariaat) Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg Klachtenprocedure en procedure bezwaar en beroep Verantwoording uitvoering EVC-procedures 27 Bijlage A: EVC Kwaliteitscode Bijlage B: Overzicht en planning onderzoeken en evaluatie 33 Bijlage C: Processtappen HaKaEVC 34 Bijlage D: Formulieren bij de EVC-procedure 36 4

5 1. EVC-BELEID 1.1 WAT IS HET BELANG VAN EVC? EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Mensen ontwikkelen competenties niet alleen tijdens en door opleidingen en cursussen, maar ook in hun werk, hobby s, vrijwilligerswerk of bij andere maatschappelijke activiteiten. Het doel van de EVC-procedure is het zichtbaar maken, waarderen en erkennen van die competenties. Het erkennen van verworven competenties heeft een waarde in zichzelf en draagt bij aan de employability van werknemers. EVC leidt in veel gevallen tot verdere loopbaan gerelateerde persoonlijke ontwikkeling. EVC is een instrument dat naadloos aansluit bij het beleid met betrekking tot een leven lang leren. Onder competenties verstaan wij: Een cluster van verwante kennis, vaardigheden, houdingen en persoonskenmerken dat een individu in staat stelt om op adequate wijze taken uit te voeren en oplossingen te vinden en te realiseren in een dagelijkse (arbeids)situatie. (naar Klarus, 1998). Het gaat bij competenties of taken niet om losstaande kennis, inzicht, vaardigheden, gedrag, houdingen en persoonlijke eigenschappen maar juist om de samenhang daartussen. In de beroepspraktijk, als je een probleem in een complexe situatie moet oplossen, bereik je geen resultaat met alleen maar kennis. Kennis van zaken vormt de basis, maar alleen in combinatie met aangeleerde vaardigheden, de houding ten opzichte van het werk en de omgeving en de noodzakelijke persoonskenmerken kan dit leiden tot een gewenst resultaat. Dat betekent dat naast het uitvoeren van een taak ook plannen en reflecteren belangrijk zijn. Het wat, waarom, wanneer en hoe van werkzaamheden, inclusief het uitvoeren van die werkzaamheden zelf vraagt om medewerkers die hun kennis, vaardigheden en houding in samenhang kunnen gebruiken. Het gaat dus om de competentie als geheel. Een competente medewerker is binnen zijn arbeidsomgeving in staat te kiezen uit relevante oplossingen en deze uit te voeren, zodat het gewenste resultaat wordt bereikt. Hierbij zijn zowel proces als resultaat van belang. Een medewerker dient op een juiste manier zijn vakmanschap uit te oefenen en tevens de gewenste resultaten te realiseren. Omdat mensen op veel verschillende manieren, ook buiten een opleiding, competenties verwerven, zal niet altijd een formele erkenning voor de ontwikkelde competenties worden afgegeven (bijvoorbeeld in de vorm van een erkend diploma of certificaat). Door het uitvoeren van een EVC-procedure worden de aanwezige competenties geïnventariseerd, beoordeeld en waar mogelijk formeel erkend. Dit traject wordt ook wel aangeduid met de term leerwegonafhankelijk beoordelen. 5

6 Het gaat er niet om op welke manier iemand competenties heeft verworven, maar of iemand kan bewijzen dat hij of zij de competenties beheerst en daar ook gebruik van kan maken in de context van het beroep. Om competenties te kunnen waarderen en formeel te erkennen is een (branche)standaard nodig, waarmee het resultaat van de EVC-procedure kan worden vergeleken. Om objectieve en onafhankelijke waardering en erkenning te garanderen, wordt de EVC-procedure onafhankelijk van het wel of niet volgen van een aanvullend (maatwerk) opleidingstraject uitgevoerd. De kandidaat kan zich bij sommige standaarden met het ervaringscertificaat melden bij de brancheorganisatie om daar kwalificering aan te vragen. Daarnaast kan een kandidaat met het ervaringscertificaat vrijstelling aanvragen bij opleidingsinstellingen. 1.2 ZORG EN WELZIJN HaKa heeft zich gespecialiseerd als EVC-aanbieder binnen de sector Zorg en Welzijn. Veel van onze medewerkers hebben dan ook ervaring binnen deze sectoren. HaKa is opgezet omdat instellingen en brancheorganisaties gezamenlijk de behoefte hebben gevoeld naast de kwalificatie van medewerkers via initiële trajecten, ook andere groepen mensen de gelegenheid te bieden hun competenties te laten waarderen en erkennen. HaKa benadert als ondernemer op actieve wijze haar relaties in dit werkveld. Maatwerk Als de aanmelding van kandidaten voortkomt uit contacten met het werkveld om bepaalde groepen werknemers in een EVC-procedure te plaatsen, zal altijd overleg met het bedrijf of de instelling gevoerd worden over hoe het totale traject zo ingericht kan worden, dat het leidt tot tevredenheid van alle betrokken partijen. 1.3 DOELGROEP HaKa heeft als filosofie dat alleen met kennis van de branche een goede EVC-procedure mogelijk is. Daarom richt HaKa zich met name op de sectoren (Jeugd)Zorg en Welzijn. Juist in deze sectoren heeft HaKa in ruime mate ervaring opgedaan. Alle assessoren hebben kennis van het sociale domein. 1.4 EVC-TRAJECTEN BINNEN HAKA HaKa hanteert voor het ervaringscertificaat de beoordelingscriteria die opgesteld zijn in de Kwalificatiedossiers uit het domein Zorg en Welzijn, de opleidingsprofielen van de CROHOopleidingen of de standaarden vastgesteld door de branche en de stichting van de arbeid. In sommige gevallen zijn er specifieke eisen door de branche aan een EVC-traject opgelegd. In deze gevallen neemt HaKa de eisen mee in de EVC procedure. 6

7 Tijdens het EVC-traject wordt de bewijslast voor het al dan niet voldoen aan de standaard getoetst en geconcretiseerd aan de hand van de vastgestelde criteria/indicatoren. Kandidaten krijgen bij de start van het traject de gehanteerde beoordelingscriteria voor de procedure die zij gaan volgen. 1.5 PRIVACY De kandidaten van een EVC-procedure van HaKa vallen voor de verwerking van hun persoonsgegevens onder de privacyregels van HaKa Nederland B.V. Deze regels zijn opgenomen in Algemene voorwaarden EVC-Trajecten (art. 11 en 12) en zijn opgesteld om de bescherming van de persoonsgegevens zoals omschreven in de AVG wetgeving te waarborgen. Deze algemene voorwaarden zijn in te zien op: Afspraken over de verwerking van persoonsgegevens zijn vastgelegd in de Algemene verwerkersovereenkomst HaKa. HaKa werkt samen met aanbieder van online ondersteuning voor EVC-trajecten waarmee sluitende afspraken zijn gemaakt rondom de privacy. HaKa zal het portfolio onder zich houden (zie ook art. 13 Algemene voorwaarden EVC-trajecten). Dit in verband met de voorgeschreven bewaartermijn van vijf jaar (zie ook EVC Kwaliteitscode 2.0). Het portfolio kan alleen bij interne of externe kwaliteitsonderzoeken (audits) door derden worden ingezien Voor portfolio s die gebruikt worden voor trainingsdoeleinden en (bij)scholing van assessoren wordt de kandidaat altijd vooraf toestemming gevraagd en wordt een toestemmingsformulier ingevuld. 1.6 DIGITALISERING VAN DE UITVOERING VAN EVC-PROCEDURES In 2012 is gestart met HaKaEVC: een webbased omgeving voor het volledig digitaal uitvoeren van EVC- procedures. HaKa maakt gebruik van de diensten van de marktleider op het beschikbaar stellen van digitale EVC-omgevingen. HaKa kan door deze samenwerking het gehele EVC-traject digitaal optimaal faciliteren. Natuurlijk blijft HaKa zelf het aanspreekpunt en de verantwoordelijke partij voor het gehele traject. 2. BEOORDELING In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de beoordeling binnen de kaders van de EVC-methodiek 2.1 DE TAAKBEOORDELING Binnen het EVC dient de beoordeling gericht te zijn op de essentie van arbeid en maatschappelijk functioneren. De kandidaat wordt gevraagd het bewijs te leveren dat hij in een beroepssituatie vakbekwaam (competent) kan handelen. 7

8 Zoals in paragraaf 1.1 is aangegeven, gaat het bij competenties (taken) om de samenhang tussen kennis, inzicht, vaardigheden, gedrag, houdingen en persoonlijke eigenschappen. Deze worden geïntegreerd beoordeeld. De beoordeling wordt per EVC-procedure aangepast aan de soort EVC: Tijdens de EVC-procedure voor mbo-kwalificaties wordt het daadwerkelijk functioneren beoordeeld in het licht van de criteria uit de Kwalificatiedossiers van het domein Zorg en Welzijn. Bij deze procedures wordt bij de samenstelling van het portfolio rekening gehouden met het niveau van de kwalificatie. Bij de EVC-procedure Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional wordt het niveau van de beginnend hbo-professional gemeten. Vanuit de branche zijn eisen opgenomen die HaKa heeft ingepast in de procedure. Met name het beoordelen of iemand de beroepscompetenties op hbo-niveau beheerst is van belang. Binnen deze procedure zijn er extra eisen gesteld aan de assessoren. HaKa werkt binnen deze procedure met een procesassessor en een inhoudsassessor. Beiden hebben kennis van het werkveld en de laatste heeft eveneens recente werkervaring. Voor de EVC-procedures van de Beroepskracht Gehandicaptenzorg geldt ook dat het daadwerkelijk functioneren wordt beoordeeld aan de hand van de indicatoren uit de beoordelingsstandaard Gehandicaptenzorg (competentiebox gehandicaptenzorg). De beoordeling is een afspiegeling van hetgeen in de beroepspraktijk wordt gevraagd. Inmiddels zijn voor deze standaard EC-Vets ontwikkeld die goedgekeurd zijn. HaKa zal ook met deze EC-Vets gaan werken. Voor de EVC-procedure Competentiestandaard moeten minimaal vijf verschillende beroepsproducten in het portfolio worden opgenomen. Een vast onderdeel van het portfolio is de contextbeschrijving van de werkomgeving. Het CGI heeft een duur van 2,5 uur. 2.2 UITGANGSPUNT HaKa hanteert voor het ervaringscertificaat de beoordelingscriteria die zijn opgesteld door de beheerders van de verschillende kwalificaties (mbo, hbo, branches, Nationaal Kenniscentrum EVC). De kandidaat kan met het ervaringscertificaat aantonen over kwalificaties of competenties te beschikken van de gehanteerde standaard. Hierdoor is het mogelijk om vrijstellingen te verkrijgen voor mbo of hbo opleidingen of men kan het gebruiken voor loopbaandoelen binnen de organisatie. In sommige gevallen is een verzilvering met een branchecertificaat mogelijk of een vakbekwaamheidsbewijs. Om tot een erkenning van een taak/competentie/deskundigheidsgebied te komen, zullen alle cruciale aan een taak/competentie/deskundigheidsgebied gekoppelde indicatoren/criteria onderzocht moeten worden. De kleinste beoordelingseenheid is dus de indicator/criterium. De assessor vormt zich een oordeel over elke indicator en onderbouwt de beoordeling van de taken die hij erkent in het ervaringscertificaat. In het ervaringscertificaat wordt beschreven welke taken de kandidaat heeft aangetoond. 8

9 2.3 BEWIJZEN EN (EIND)BEOORDELING Bij het assessment in de EVC-methodiek wordt altijd gebruik gemaakt van de opbouw van een portfolio. De kandidaten worden door de begeleider gestimuleerd bewijzen aan te dragen waaruit blijkt, dat zij de omschreven taken/competenties kunnen uitvoeren, c.q. daar vakbekwaam in zijn. In hoofdstuk 3 zijn de eisen die aan de bewijzen worden gesteld omschreven. Ook wordt daar een normering en cesuur aangegeven om te komen tot een betrouwbaar oordeel. De assessor beoordeelt het portfolio en hij stelt daarbij vast welke taak hij nog nader aan de orde wil stellen in het criteriumgericht interview (= CGI) dat hij regulier als tweede of derde beoordelingsinstrument zal toepassen. De assessor noteert in de beoordelingsmodule van HaKaEVC per taak/competentie de conclusies die hij getrokken heeft op basis van de bewijzen. Tevens geeft hij aan of de taak/competentie erkend kan worden of niet. De assessor legt zijn beoordeling vast in het ervaringscertificaat. De uiteindelijke beoordeling dient gebaseerd te zijn op bewijzen die voldoen aan de eisen van Variatie, Authenticiteit, Relevantie, Actualiteit en Kwantiteit de zgn. VRAAK-criteria. De assessor onderbouwt uiteraard zijn beoordeling altijd met argumenten. Hierbij worden de richtlijnen vanuit de Schrijfwijzer Ervaringscertificaten 0.4 gehanteerd. HaKa werkt met inhoudsassessoren die kennis hebben van het werkveld waarvoor de EVC-procedure wordt doorlopen. De procesassessoren zijn deskundig in het analyseren van documenten. De assessoren worden begeleid door een inhoudsdeskundige, er vindt regelmatig overleg en intervisie plaats. Het portfolio wordt altijd bekeken door zowel de inhouds- als de procesassessor. Door met steeds wisselende combinaties van assessoren te werken, wordt de intersubjectiviteit van de beoordeling zoveel mogelijk gewaarborgd. In hoofdstuk 3 wordt nader uitgewerkt hoe begeleiders en assessoren dienen te handelen. 3. EVC IN DE PRAKTIJK: PROCEDURES EN INSTRUMENTEN 9

10 3.1 EEN EVC-PROCEDURE IN SCHEMA Afhankelijk van de wensen van de kandidaat/opdrachtgever kunnen individueel andere afspraken worden gemaakt. 10

11 Bij enkele procedures zijn er extra beoordelingsinstrumenten: - Vakbekwame hbo jeugd- en 360 graden feedback gezinsprofessional Theoretische onderbouwing per deskundigheidsgebied Beroepsproducten niet ouder dan 1 jaar - Beroepskracht Gehandicaptenzorg 360 graden feedback Niveau D Theoretische onderbouwing per kerntaak - Competentiestandaard 360 graden feedback Theoretische onderbouwing per beroepsproduct Omschrijving werksituatie qua complexiteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid 3.2 HOE VERLOOPT EEN EVC-PROCEDURE? Binnen een EVC-procedure kan een aantal deelprocedures worden onderscheiden: 1 Het aanmeldings- en intakeproces 2 Het begeleidingsproces 3 Het beoordelingsproces HET AANMELDINGS- EN INTAKEPROCES Voorlichting en informatie Kandidaten kunnen zich individueel aanmelden, maar ook in samenwerking en in overleg met instellingen en/of organisaties. Informatie over de mogelijkheden van EVC binnen HaKa is te vinden op de website nl en via het secretariaat van HaKa. Tijdpad In principe duurt een traject 20 weken. Elke kandidaat wordt hierop gewezen bij de intake, evenals op de tijdsinvestering die het traject van de kandidaat vergt. Het doorlopen van een EVC-procedure vergt flink veel tijd. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden en van de procedure zelf is een kandidaat al snel 80 (klok)uren bezig met het traject. Aan het einde van het traject ontvangt de kandidaat een uitnodiging om zich in te schrijven voor een CGI via datumprikker. In de uitnodiging staan de inleverdata van het portfolio vermeld. De kandidaat is zelfverantwoordelijk voor het tijdig inleveren van het portfolio. Als een kandidaat gegronde redenen heeft, kan op zijn (schriftelijk ingediende) verzoek worden afgeweken van de afgesproken inleverdatum. Na inlevering van het portfolio wordt de EVC-procedure in principe binnen vijf werkweken afgerond. Toegankelijkheid Iedereen kan zich voor een EVC-procedure aanmelden. Kandidaten kunnen niet gedwongen worden deel te nemen aan een EVC-procedure. De beslissing een EVC-procedure te doorlopen ligt daarom bij de kandidaat. 11

12 In de fase van aanmelding en intake krijgt de kandidaat alle informatie die nodig is om een bewuste keuze te kunnen maken voor een EVC-procedure. Het doel dat de kandidaat hoopt te bereiken wordt besproken. Tevens wordt onderzocht voor welke branchestandaard/niveau/module de EVCprocedure moet worden afgenomen. De procedure wordt besproken en uitgelegd. Als alles duidelijk is, worden de afspraken schriftelijk vastgelegd in de EVC-overeenkomst. In de overeenkomst zijn daarnaast de rechten en verplichtingen van zowel HaKa-EVC als de kandidaat vastgelegd. HaKa hanteert wat de toelating betreft geen specifieke criteria. De intaker zal echter tijdens de intake wel nagaan of een EVC-procedure voor een kandidaat een zinvolle en haalbare keuze is. Het door de kandidaat ingevulde intakeformulier waarin cruciale en vereiste indicatoren per taak bij elkaar staan wordt besproken. Hieruit wordt duidelijk of de kandidaat denkt de indicatoren te kunnen aantonen. Met name zal ook nagegaan worden of de werkervaring en kennis van de kandidaat (of de ervaring vanuit vrijwilligerswerk, hobby e.d.) relevant en voldoende substantieel is om op een EVC-procedure in te stappen. HaKa kan om moverende reden een kandidaat de toelating tot een EVC-traject weigeren of aanbevelen eerst extra werkervaring of scholing op te doen alvorens te starten met het EVC-traject. Binnen maximaal twee weken na ontvangst van de getekende EVC-overeenkomst kan de EVCprocedure voor de kandidaat van start gaan. Het aanmeldings- en intakeproces in schema: Stap Beschrijving activiteit Hulpmiddelen 1 1. Aanmelding via het secretariaat van HaKa. Het secretariaat verstrekt bij telefonisch contact de benodigde informatie en beantwoordt zo nodig vragen. Aan de hand van de checklist wordt gekeken of een EVC-procedure mogelijk is. Het secretariaat controleert/gaat na of het om een traject gaat waarvoor HaKa een erkenning heeft. 2. Informatieverstrekking Het secretariaat van HaKa stuurt de kandidaat het intakeformulier, informatie over de standaard (van de website van HaKa) en de beoordelingscriteria toe. 3. Melding van kandidaat bij begeleider Het secretariaat stuurt de aanmelding door naar een begeleider/intaker van de betrokken sector. 3.1 Erkenning EVC 3.2 Format intakeformulier 3.3 Beoordelingscriteria EVC 1 Alle hulpmiddelen zijn in te zien of uit te printen vanaf de site van HaKa Nederland of ze zijn aanwezig binnen de digitale tool HaKaEVC. 12

13 4. Beoordeling aan de hand van de checklist De begeleider/intaker beoordeelt bij het voorlichtings- en intakegesprek of een EVCprocedure een zinvol en haalbaar traject is. 5. Intake De begeleider/intaker vult het intakeformulier in: bij de go/no go beslissing wordt altijd een toelichting gegeven. Alle afspraken, inclusief inleverdatum van het portfolio en de vastgestelde doelstelling worden bij een go op het intakeformulier genoteerd. Deze afspraken worden opgenomen in de EVCovereenkomst, die wordt ondertekend door de directeur én de kandidaat. Bij de intake voor de jeugd- en gezinsprofessional wordt expliciet gekeken of het EVC traject het meest geëigende traject is. Het is ook mogelijk dat een andere route om tot registratie te komen beter past. 6. Afhandeling inschrijving en financiële zaken Na ontvangst van de getekende EVC-overeenkomst wordt de kandidaat door het secretariaat ingevoerd in HaKaEVC. De doelstelling wordt opgenomen in het portfolio. Als startdatum wordt de dag ingevuld waarop de EVC-overeenkomst binnenkomt. Het secretariaat stuurt de kandidaat een planning met een inleverdatum portfolio. Kopieën van de EVCovereenkomsten worden verzonden naar de financiële afdeling. Vervolgens kan de factuur opgemaakt en verzonden worden. 3.2 Format intakeformulier 3.4 Instructie intakegesprek 3.5 Format EVCovereenkomst Handboek EVC Kenschets van de kandidaat Een onderdeel van het intakegesprek is het bespreken van de werkervaring en opleidingen (kenschets) van de kandidaat. Hier gaat het om relevante en eerdere werkervaring van de kandidaat 13

14 en hoe lang hij de functies heeft uitgevoerd. Daarnaast worden relevante opleidingen die de kandidaat gevolgd heeft besproken. Doelstelling van de kandidaat Een belangrijk onderdeel van het intakegesprek vormt het vaststellen van de doelstelling van de deelnemer. Hiermee wordt aangegeven met welke reden een EVC-traject gestart is (de doelstelling van de deelnemer). De doelstelling die hier geformuleerd wordt, stuurt het gehele EVC- traject en bepaalt mede het niveau waaraan het traject gekoppeld wordt. Soms wil een kandidaat aansluitend op het EVC-traject een diploma behalen. In de doelstelling wordt dan opgenomen dat de kandidaat het EVC-traject wil gebruiken voor vrijstellingen voor een vervolgopleiding. Voorbeeld: Doelstelling > met oog op eigen ontwikkeling Mevrouw van Wellen wil met dit EVC-traject haar werkervaring en competenties toetsen ten opzichte van het niveau van de Beroepskracht gehandicaptenzorg niveau D (hbo). Ook wil ze haar werknemersvaardigheden inzichtelijk maken voor (toekomstige) werkgevers en met het ervaringscertificaat haar CV ondersteunen. De doelstelling beschrijft: - Waarom een ervaringscertificaat belangrijk is voor de kandidaat, en wat hij ermee wil bereiken HET BEGELEIDINGSPROCES Het begeleidingsproces in schema: Stap Beschrijving activiteit Hulpmiddelen 2 1. Start opbouw portfolio in HaKa EVC 2. Vervolg HaKa EVC Het secretariaat koppelt de kandidaat aan een begeleider en plant de afspraken voor de begeleiding in. In het eerste begeleidingsgesprek legt de begeleider de werkwijze binnen HaKa EVC uit. Hij controleert of het voor de kandidaat duidelijk is welke bewijsstukken hij moet verzamelen en hoe hij een persoonlijke uitwerking of STAR(R)-verslag en een productformulier moet schrijven. C. Processtappen HaKaEVC. 3.6 Instructie vullen portfolio/hakamethodiek 3.7 Instructie eerste begeleidingsgesprek 3.8 Format STARR formulier 3.9 Format productformulier 3.17 Handleiding assessoren en begeleiders Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional 2 Alle hulpmiddelen zijn in te zien of uit te printen vanaf de site van HaKaEVC of ze zijn aanwezig binnen het digitale tool HaKaEVC. 14

15 3. Vervolg HaKa EVC De kandidaat bouwt zijn portfolio en 360 graden feedback op. De begeleider begeleidt, bewaakt en onderhoudt het contact met de kandidaat. De begeleiding vindt plaats tijdens begeleidingsafspraken, daarnaast kan de kandidaat vragen stellen en feedback vragen via de digitale omgeving. Als de kandidaat vindt dat zijn portfolio klaar is, legt hij dat voor aan de begeleider. Deze controleert het portfolio en verschaft zonodig feedback aan de kandidaat. Daarnaast controleert de begeleider authenticiteit van de bewijsstukken van het portfolio, aan de hand van de authenticiteitsverklaringen. Hij stuurt het portfolio door naar de assessor en controleert of de kandidaat een juist beeld heeft van het vervolg van het traject. Hij geeft zo nodig aanvullende informatie Checklist begeleider ter controle portfolio 3.11 Format authenticiteitsverklaring werkgever 3.17 Handleiding assessoren en begeleiders Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional HET BEOORDELINGSPROCES Het beoordelingsproces in schema: Stap Beschrijving activiteit Hulpmiddelen 3 1. Start beoordeling in HaKa EVC 2. Beoordeling portfolio. Het systeem meldt de assessor, dat een portfolio doorgestuurd is ter beoordeling. De assessor beoordeelt het portfolio. Hij: geeft per taak/competentie aan welke bewijzen hij bij zijn beoordeling benut heeft (relevantie); bepaalt of het bewijs voldoet aan de criteria actualiteit, kwantiteit en variatie; onderbouwt per taak/competentie de conclusies die hij op basis van de bewijzen getrokken heeft; stelt per taak/competentie vast of er sprake is van overtuigend, beperkt of onvoldoende bewijs; vinkt per taak de indicatoren af die hij onderzocht heeft bij zijn beoordeling. C. Processtappen software HaKaEVC 3.12 Schrijfwijzer Ervaringscertificaten A Beoordelingskader EVCinstrumenten 3.13B Beoordelingskader EVCinstrumenten Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional 3.15 Handleiding assessoren en 3 Alle hulpmiddelen zijn in te zien of uit te printen vanaf de site van HaKaEVC of ze zijn aanwezig binnen het digitale tool HaKaEVC. 15

16 graden feedback Per procedure is vastgelegd hoeveel % van de indicatoren moeten zijn aangetoond om een positieve totaalscore te krijgen Per procedure wordt bekeken in welke mate de 360 graden feedback meetelt in de eindbeoordeling. 4. Werkbezoek Bij de mbo-kwalificaties kan het werkbezoek een onderdeel van de beoordeling zijn. Welke onderdelen beoordeeld worden zijn per kwalificatie beschreven 5. Het criteriumgericht interview 6. Het schrijven van het ervaringscertificaat Het CGI wordt door twee assessoren afgenomen. Eén van de assessoren is inhoudelijk goed op de hoogte van het beroepenveld van de sector. De procesassessor stelt het ervaringscertificaat op. In de rapportage worden de bevindingen duidelijk onderbouwd. De procesassessor wordt hierin gecoacht door een inhoudsdeskundige assessor. begeleiders Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional 3.14A Stappenplan CGI 3.14B Instructie CGI Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional inhoudsassessoren 3.15 Checklist eindgesprekken 3.12 Schrijfwijzer Ervaringscertificaten A Beoordelingskader EVCinstrumenten 7. Opnemen beoordelingsdocumenten assessor 8. Afhandelen ervaringscertificaat De procesdeskundige controleert het ervaringscertificaat en maakt het certificaat definitief. De beoordeling van de assessor is opgenomen in de beoordelingsmodule van HaKaEVC. De afhandeling van het ervaringscertificaat gebeurt zoals beschreven in Processtappen HaKa. Via het systeem wordt het ervaringscertificaat verstuurd, tevens wordt het ondertekend per post verstuurd. 3.13B Beoordelingskader EVCinstrumenten Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional 3.16 Checklist procesdeskundige C. Processtappen HaKa EVC 16

17 9. Eindcontrole en archivering De eindcontrole door de procesdeskundige en de digitale archivering gebeurt zoals beschreven in Processtappen HaKa Checklist procesdeskundige C. Processtappen HaKa 3.3 DE BEOORDELINGSINSTRUMENTEN GRADEN FEEDBACK De kandidaat vult de 360 graden feedback in via HaKaEVC en vraagt aan drie collega s om hetzelfde te doen. Het resultaat hiervan is een overzicht van het beheersingsniveau van de indicatoren door de kandidaat. De resultaten van de 360 graden feedback wegen niet zwaar in het eindoordeel van de assessor, maar geven aanknopingspunten voor het te voeren criteriumgericht interview (CGI) PORTFOLIO-ASSESSMENT Soorten bewijzen De bewijzen in het portfolio kunnen de volgende documenten betreffen: 1. Bewijzen aanwezige leerervaring: a. Officiële documenten diploma s certificaten overgangsbewijzen cijferlijsten getuigschriften enz. b. Verklaringen verklaring deelname bijscholing verklaring deelname cursus verklaring praktijkopleider stagebeoordeling enz. c. (Beroeps)producten stageverslag werkstukken enz. d. Overig abonnementen op vakbladen, tijdschriften die betrekking hebben op de te behalen kwalificatie. enz. 2. Bewijzen werkervaring: a. Officiële documenten arbeidscontracten taak- en functieomschrijvingen benoeming ondernemingsraad/medezeggenschapsraad lidmaatschap beroepsgroepen 17

18 enz. b. Verklaringen verklaring werkgever verklaring personeelszaken verklaring leidinggevende verklaring collega verklaring klant verklaring derden/referenties enz. c. Producten werkverslag (al of niet met foto s) zelfreflectie op werkuitvoering zelf geschreven rapportages werkstukken verslagen van werkoverleg video-opnamen enz. d. Overig lidmaatschap vakbond, commissies etc. deelname relevante conferenties/beurzen 3. Overige persoonlijke ervaringen: a. Officiële documenten EHBO-diploma enz. b. Verklaringen deelname vrijwilligerswerk verklaring van mantelzorg enz. c. Producten zelf gemaakte planning van een activiteit beschrijving persoonlijke kwaliteiten enz. d. Overig Lidmaatschap beroepsvereniging enz VRAAK-criteria De assessor beoordeelt de bewijzen op basis van de VRAAK-criteria: 1. De werkervaring is aangetoond met verschillende beroepsproducten. (Variatie). Er moeten twee beroepsproducten per competentie zijn. In totaal moeten er minimaal acht beroepsproducten zijn (STARR-formulieren zonder productformulieren tellen hier niet bij mee). 2. Het bewijs is relevant voor de taak en zegt daadwerkelijk iets over de beheersing van de taak (Relevantie). 3. Het bewijs is daadwerkelijk van de kandidaat (Authenticiteit). 4. Het bewijs is in principe niet ouder dan drie jaar: het zegt iets over het huidige beheersingsniveau van de kandidaat (Actualiteit). 18

19 5. Uit de bewijzen blijkt voldoende werkervaring met de taak (Kwantiteit). De ervaring leert dat aan dit criteria pas voldaan kan worden, als de kandidaat minimaal acht beroepsproducten inlevert (STARR-formulieren zonder productformulieren tellen hier niet bij mee). 6. Relevantie en authenticiteit worden per bewijsstuk vastgesteld en zijn van doorslaggevend belang voor de beoordeling. De criteria variatie, kwantiteit en actualiteit worden beoordeeld op het niveau van alle opgevoerde bewijzen voor de betreffende taak en niet voor elk bewijs afzonderlijk. De normering voor vaststelling van de beheersing van een taak luidt dan: Overtuigend bewijs: Er is sprake van overtuigend bewijs als voldaan wordt aan de volgende criteria: criteria 2 en 3 (relevantie en authenticiteit ) moeten beide als voldoende beoordeeld zijn; van de criteria 1, 4 en 5 (actualiteit, kwantiteit en variatie) moeten minimaal twee criteria als voldoende beoordeeld zijn; er is sprake van inhoudelijk doorslaggevend bewijs. De beoordelingscriteria zijn hierbij richtinggevend. Beperkt bewijs: Er is sprake van beperkt bewijs als voldaan wordt aan de volgende criteria: criteria 2 en 3 moeten beide als voldoende beoordeeld zijn; van de criteria 1, 4 en 5 mogen 2 beoordelingen onvoldoende zijn; er is geen sprake van inhoudelijk doorslaggevend bewijs. De beoordelingscriteria zijn hierbij richtinggevend. Onvoldoende bewijs: Er is sprake van onvoldoende bewijs indien: geen bewijs aanwezig is in het portfolio; de bewijzen in het portfolio niet voldoen aan het gestelde onder criteria 2 of 3. Bewijzen die als onvoldoende beoordeeld zijn op authenticiteit of relevantie worden dus niet in de beoordeling meegenomen; de bewijzen in het portfolio niet voldoen aan de criteria 1, 4 en 5; er geen sprake is van inhoudelijk bewijs voor de beheersing van de taak. Om een taak te kunnen erkennen moet óf in het portfolio óf in het criteriumgericht interview overtuigend bewijs zijn gevonden De assessor komt tot een eindoordeel op basis van het portfolio De indicator is de kleinste beoordelingseenheid waarover bij erkenning een positief oordeel moet worden uitgesproken. De bewijzen zijn per taak gegroepeerd in HaKaEVC. Hetzelfde bewijs kan bij meerdere taken opgevoerd worden indien het bewijs op meerdere taken betrekking heeft. Elk bewijs (voor de criteria authenticiteit en relevantie ) of groep van bewijzen (voor de criteria variatie, kwantiteit en actualiteit ) wordt beoordeeld. De assessor beoordeelt of het aantal bewijzen plus de inhoudelijke kwaliteit daarvan samen tot voldoende dekking leiden om de taak te kunnen erkennen. 19

20 De conclusies die de assessor getrokken heeft op basis van de opgevoerde bewijzen worden zo concreet en inhoudelijk mogelijk genoteerd in de beoordelingsmodule van HaKaEVC. Tenslotte stelt de assessor vast of de taak erkend kan worden of dat het opnieuw aan de orde moet worden gesteld bij het criteriumgericht interview HET CRITERIUMGERICHT INTERVIEW (CGI) De assessor zet standaard als tweede/derde beoordelingsinstrument het CGI in. Het CGI wordt door twee assessoren afgenomen. Een CGI is een gesprek tussen een assessor en een EVC-kandidaat waarin in ieder geval die criteria, die in het portfolio onvoldoende onderbouwd zijn, aan de orde komen. Ook wordt aandacht besteed aan de aanknopingspunten die uit de 360 graden feedback of het werkbezoek naar voren zijn gekomen. Met het gesprek wordt een indicator beoordeeld. Hiervoor wordt de STARR-methodiek gehanteerd: aan de hand van een bepaalde (werk)situatie (S) wordt de kandidaat verzocht een toelichting te geven op zijn taken (T) in deze (werk)situatie, welke activiteiten (A) hij heeft uitgevoerd en wat het resultaat (R) daarvan was. Bij het CGI zijn naast de kandidaat altijd twee personen aanwezig: de inhoudsassessor neemt het interview af en de procesassessor maakt aantekeningen. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt waarin de conclusies beschreven worden. Bij het EVC Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional wordt in het ervaringscertificaat per indicator aangegeven of deze is aangetoond. Als per deskundigheidsgebied 80% van de indicatoren is aangetoond, dan is het deskundigheidsgebied voldoende behaald. De inhoudsassessor heeft relevante werkervaring HET WERKPLEKBEZOEK In sommige situaties kan het noodzakelijk zijn om een werkplekbezoek als vierde beoordelingsinstrument in te zetten. De assessor zal dan in overleg met de kandidaat de werkplek bezoeken en een aantal werkzaamheden observeren. 4. HAKA COMPETENT: ORGANISATIE EN FUNCTIONARISSEN 4.1 INLEIDING Dit hoofdstuk beschrijft de organisatie rondom de uitvoering van EVC-procedures. Het gaat daarbij om de organisatiestructuur en de verdeling van competenties en verantwoordelijkheden over de verschillende betrokkenen. Hierbij staat, naast de verplichtingen uit wet- en regelgeving, de zorg voor de bewaking en bevordering van de kwaliteit van de gehele procedure voorop. 20

21 4.2 DE ORGANISATIESTRUCTUUR VAN HAKA HaKa Competent B.V. (verder HaKa) is organisatorisch nauw verbonden met HaKa Nederland B.V. Dit houdt in dat medewerkers vanuit of namens HaKa Nederland B.V. werkzaamheden kunnen verrichten voor HaKa. HaKaCompetent is eindverantwoordelijk voor alle EVC-activiteiten en is ook in alle gevallen verantwoordelijk voor de activiteiten die door anderen binnen HaKa Competent worden uitgevoerd. Voor de EVC activiteiten is HaKa aangesloten bij het Nationaal Kenniscentrum EVC en het NRTO. Vanuit beide is er een kwaliteitstoetsing om als EVC-aanbieder toegelaten te worden en te blijven. 4.3 DIRECTIE De directie is verantwoordelijk voor elke EVC-procedure die door HaKa wordt uitgevoerd. Vanuit deze verantwoordelijkheid ondertekent de directie het ervaringscertificaat namens HaKa. Eén van de directeuren stuurt het team aan en zit overleggen voor. Hij verzorgt (of laat verzorgen) trainingen t.b.v. deskundigheidsbevordering van assessoren en begeleiders. Hij heeft een spilfunctie in het bijhouden van de landelijke ontwikkelingen en woont de bijeenkomsten van het Nationaal Kenniscentrum EVC en Nederlandse Raad voor Training en Opleiding bij. De directie is verantwoordelijk voor het leggen van contacten met organisaties, bedrijven en instellingen die potentiële kandidaten voor een EVC-procedure kunnen leveren. Hij geeft voorlichting over de mogelijkheden van een EVC-procedure aan organisaties, bedrijven en instellingen of aan individuele kandidaten en zorgt dat geïnteresseerden daadwerkelijk met HaKa in contact worden gebracht en gaat na of kandidaten in de procedure worden opgenomen. De directie houdt jaarlijks gesprekken met begeleiders en assessoren waarin evaluaties en voortgang worden besproken. 4.4 COÖRDINATOR HAKA Verantwoordelijkheden/taken De coördinator legt verantwoording af aan de directie van HaKa Competent B.V.. Hij bewaakt het gehele proces van de planning, de voorbereiding, de afname, de beoordeling, de vaststelling en bekendmaking van het resultaat, de evaluatie en het archiveren en beheren van producten en documenten met betrekking tot EVC. Op de planning, voorbereiding en uitvoering van intervisie-, scholings- en trainingsbijeenkomsten voor begeleiders, assessoren en procesdeskundigen ziet hij toe. De coördinator is verantwoordelijk voor een juiste uitvoering op basis van het kwaliteitszorgsysteem. De taken van de coördinator zijn breed en complex. Het opleidingsniveau is minimaal op hbo-niveau met ervaring in een relevante sector. 21

22 4.5 COÖRDINATOR KWALITEITSZORG Verantwoordelijkheden/taken De coördinator kwaliteitszorg van HaKa-Nederland B.V. is tevens belast met de opzet van het kwaliteitszorgsysteem van HaKa. Hij organiseert de jaarlijkse evaluatie van de EVC-procedures en stelt het handboek HaKaEVC bij op vastgestelde verbeterpunten. Hij is aanspreekpersoon voor de beoordelende organisatie en bereidt interne en externe audits voor. Hij is (mede)verantwoordelijk voor de inhoudelijke voorbereiding van intervisie-, scholings- en trainingsactiviteiten van begeleiders en assessoren. Ook het, in overleg met de directie, wijzigen en vaststellen van formulieren en formats die tijdens de uitvoering van de EVC-procedure worden gebruikt, behoort tot zijn verantwoordelijkheid. Vastgestelde documenten worden opgeslagen op de server van HaKa Nederland B.V. onder een speciale map van HaKa. Competenties Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Analyseren Leren Instructies en procedures opstellen Bekwaamheidscriteria Kennis van en inzicht in de kwaliteitszorgcyclus in het kader van kwaliteitszorg Kennis van en inzicht in de EVC-procedure Kennis van en inzicht in de branchestandaard 4.6 INTAKER, BEGELEIDER, ASSESSOR EN PROCESDESKUNDIGE In het belang van een onpartijdige beoordeling zijn de rollen van begeleider/intaker, assessor en procesdeskundige van elkaar gescheiden. De intaker verzorgt de intake, bespreekt de doelstellingen en kijkt voor welke standaard de kandidaat in aanmerking komt. De intaker en de begeleider kunnen de dezelfde persoon zijn. De begeleider staat dicht bij de kandidaat en begeleidt hem bij de opbouw van zijn portfolio. Pas als al het bewijs verzameld is, beoordeelt een onafhankelijk assessor of de inhoud van het portfolio aan de gestelde eisen voldoet. Het oordeel berust alleen op het aangeleverde portfolio en het criteriumgerichte interview. Tussen de assessor en de kandidaat bestaat geen relatie anders dan die onvermijdelijk en voor de uitvoering van de werkzaamheden van de assessor noodzakelijk is. Binnen één EVCprocedure blijven de drie rollen altijd gescheiden en kan één persoon nooit meerdere rollen tegelijkertijd vervullen. 22

23 4.6.1 DE INTAKER Verantwoordelijkheden/ taken De intaker is verantwoordelijk voor de uitvoering van de intake volgens het protocol op basis van het door de deelnemer ingevulde intakeformulier. De intaker zorgt dat de deelnemer tijdens de intake een weloverwogen beslissing kan nemen over het al dan niet starten van het EVC-traject. De intaker heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: Het intakegesprek voeren aan de hand van het onderstaande protocol; Het intakeformulier bespreken; De doelstelling van de deelnemer bespreken; Een branchestandaard/niveau kiezen en doornemen; De deelnemer informeren over het EVC-traject; De succeskans van het EVC-traject analyseren en motiveren. Competenties Overtuigen en beïnvloeden; Analyseren en advies geven; Interviewen. Bekwaamheidscriteria Begeleidings- en coachingsvaardigheden op hbo-niveau Kennis van en inzicht in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Kennis van en inzicht in de branchestandaard. Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheidsbevordering op EVC-gebied, zie ook het personeelsplan DE BEGELEIDER Verantwoordelijkheden/taken De begeleider stimuleert en ondersteunt de kandidaat om diens eigen ervaringen (competenties en kwaliteiten) zo goed mogelijk in beeld te brengen. Hij verschaft inzicht aan de kandidaat naar welke bewijzen gevraagd wordt en stimuleert de kandidaat die te verzamelen. Hij ziet er expliciet op toe, dat de kandidaat de bewijzen op overzichtelijke wijze in zijn portfolio opneemt. Een begeleider beschikt over vakinhoudelijke kennis, heeft bij voorkeur een training begeleider gedaan en is bekend met de procedures en methodieken van HaKa. De begeleiders van HaKa streven ernaar om binnen drie dagen te reageren op vragen van de kandidaten die zij begeleiden. Competenties Presenteren Begeleiden Interviewen 23

24 Terugkoppelen/feedback geven Ethisch en integer handelen Bekwaamheidscriteria Begeleidings- en coachingsvaardigheden op hbo-niveau Kennis van en inzicht in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Kennis van en inzicht in de branchestandaard. Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheids- bevordering op EVC gebied DE INHOUDSASSESSOR Verantwoordelijkheden/taken De inhoudsassessor vormt zich een beeld van de kandidaat, op basis van de beoordeling van het portfolio door de procesassessor en een eigen scan van het portfolio. Op basis daarvan voert de inhoudsassessor, samen met de procesassessor, een criteriumgericht interview met de kandidaat om te komen tot een zo compleet mogelijk beeld van de competenties van de kandidaat. De inhoudsassessor geeft terugkoppeling/feedback aan de kandidaat over het verloop van het gesprek, de betekenis daarvan voor het ervaringscertificaat en eventuele nog te ondernemen stappen. Ook informeert de inhoudsassessor de kandidaat over de mogelijkheden voor het aanvullende traject, als hier sprake van is. Competenties Beoordelen Observeren Interviewen Terugkoppelen/feedback geven Mondeling communiceren Vaktechnisch bekwaam Bekwaamheidscriteria Vakinhoudelijke bekwaamheid op hbo-niveau in de betrokken branche óf een gekwalificeerde vakvolwassen beroepsbeoefenaar met ruime ervaring in de betrokken branche Kennis van en inzicht in de gehanteerde standaard, in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC. Bij het EVC Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional heeft de inhoudsassessor actuele kennis van het werkveld en is daar zelf minder dan een jaar geleden werkzaam geweest. Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheidsbevordering op EVC-gebied. 24

25 Er is een WhatsApp groep waarin de assessoren vragen aan elkaar kunnen stellen over de beoordeling. Maandelijks wordt een Wijzigingen die hieruit voortkomen worden opgenomen in het Verbeterregister. In de mailgroep Casuïstiek brengt een assessor een criterium/indicator in de hij/zij lastig vindt. Middels de reacties en discussies die hieruit voortkomen wordt de beoordelaarsbetrouwbaarheid vergroot. Wijzigingen worden opgenomen in het Verbeterregister. Maandelijks staat één competentie centraal DE PROCESASSESSOR De procesassessor is verantwoordelijk voor het beoordelen van de aangeleverde bewijzen in het portfolio. Hij controleert of de bewijzen voldoen aan de in dit handboek geformuleerde eisen. De procesassessor dient dan ook op geen enkele andere manier een relatie te hebben met de kandidaat dan die welke noodzakelijk is voor een goede beoordeling. Tijdens het criteriumgericht interview met de kandidaat maakt de procesassessor aantekeningen en ziet hij erop toe dat de inhoudsassessor alle vragen naar aanleiding van het portfolio aan bod laat komen. De procesassessor is, samen met de inhoudsassessor, verantwoordelijk voor de onderbouwing van de beoordeling en voor het schrijven van het ervaringscertificaat volgens de normen van de kwaliteitscode EVC. De procesassessoren worden hierbij gecoacht door een ervaren inhoudsdeskundige. De procesassessor is minstens vijf dagen van tevoren klaar met zijn portfoliobeoordeling en stuurt deze beoordeling op naar de inhoudsassessor. De uitwerking van het CGI wordt uiterlijk binnen vijf werkdagen naar de procesdeskundige gestuurd. Competenties Beoordelen Observeren Interviewen Schriftelijk communiceren Bekwaamheidscriteria Kennis van en inzicht in de gehanteerde standaard, in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheidsbevordering op EVC-gebied. De procesassessor kan met vragen over een EVC-beoordeling terecht bij een ervaren assessor of de coördinator EVC. Er is een WhatsApp groep waarin de assessoren vragen aan elkaar kunnen stellen over de beoordeling. Wijzigingen worden opgenomen in het Verbeterregister. In de mailgroep Casuïstiek brengt een assessor een criterium/indicator in de hij/zij lastig vindt. Middels de reacties en discussies die hieruit voortkomen wordt de 25

26 beoordelaarsbetrouwbaarheid vergroot. De uitkomst van de apps uit de WhatsApp groep maandelijks vast en informeert assessoren via de mail. Wijzigingen worden opgenomen in het Verbeterregister. Maandelijks staat één competentie centraal. Inwerkprogramma Een nieuwe assessor doorloopt de e-learning EVC assessoren. Als de eindopdracht positief beoordeeld wordt, ontvangt de assessor een certificaat. Daarna kan de assessor zelfstandig aan het werk, waarbij de eerste periode extra begeleiding wordt aangeboden door de coördinator EVC DE PROCESDESKUNDIGE Verantwoordelijkheden/taken De procesdeskundige speelt geen enkele rol bij de inhoudelijke beoordeling. Zijn rol is om te controleren of het certificaat aan een aantal zaken voldoet. Een belangrijk punt daarbij is een goede onderbouwing van de beoordeling door de assessor. Voordat een portfolio digitaal gearchiveerd wordt, voert hij een eindcontrole uit. Competenties Observeren Terugkoppelen/feedback geven Schriftelijk communiceren Bekwaamheidscriteria Hbo werk- en denkniveau Kennis van en inzicht in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie en een halve dag deskundigheidsbevordering op EVCgebied. 4.7 BUREAU HAKA (SECRETARIAAT) Verantwoordelijkheden/taken Het bureau HaKa is in opdracht van de coördinator HaKa-EVC verantwoordelijk voor administratieve en logistieke uitvoering van de EVC-procedures. Het bureau fungeert als EVC-loket voor organisaties, instellingen, bedrijven en individuele kandidaten die gebruik willen maken van EVC. Het secretariaat laat het de kandidaat weten, als er een wisseling van begeleider in het traject is. Het bureau archiveert de relevante documenten van kandidaten die deelnemen aan een EVCprocedure. Bij het EVC Vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional informeert HaKa, Hobéon over de te houden CGI s via de CGI-agenda. 26

27 5. KWALITEITSZORG 5.1 KWALITEITSZORG HaKa hanteert een systeem voor kwaliteitszorg, dat gericht is op kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering. De kwaliteitsborging vindt plaats door het ontwikkelen en vastleggen van processen en procedures volgens de richtlijnen van de Kwaliteitscode EVC. Om continu te werken aan kwaliteitsverbetering werkt HaKa met een kwaliteitszorgcyclus, waarin een structurele planning van evaluaties, verbeteracties en implementatie van verbeteracties is opgenomen. De coördinator kwaliteitszorg is verantwoordelijk voor de planning en de uitvoering van de evaluaties. Op basis van de uitkomsten van deze evaluaties formuleert hij verbeteracties en overlegt deze met de directie. Na vaststelling van de verbeteracties in het teamoverleg zet hij de uitvoering van de verbeteracties in gang en bewaakt tevens de voortgang. De evaluaties en verbeteracties worden minimaal vijf jaar door HaKa bewaard. Bij de evaluaties wordt ook een belangrijke input verwacht van de audits van de beoordelende organisatie (zie 5.3). 5.2 KLACHTENPROCEDURE EN PROCEDURE BEZWAAR EN BEROEP Wat is een klacht? Een klacht is een uiting van ongenoegen van de kandidaat over het doen en laten van medewerkers van HaKa of over de gang van zaken tijdens een EVC-procedure. Een klacht kan over zaken gaan die volgens de kandidaat anders hadden moeten verlopen. Klachten worden altijd afgehandeld conform de klachtenprocedure. Deze is in te zien via de website ( Wat is bezwaar en beroep? Het kan ook voorkomen, dat een kandidaat het niet eens is met de inhoud van het ervaringscertificaat. In een dergelijk geval kan hij bezwaar aantekenen. Indien zijn bezwaar wordt afgewezen kan hij in beroep gaan bij een onafhankelijke beroepscommissie. Informatie over de klachtenprocedure en de procedure bezwaar en beroep is opgenomen in de Algemene Voorwaarden EVC-trajecten. Deze voorwaarden zijn op de site van HaKa Nederland BV opgenomen. 5.3 VERANTWOORDING UITVOERING EVC-PROCEDURES Vanaf januari 2010 is de Onderwijsinspectie niet meer belast met het toezicht op de kwaliteit van EVC-procedures. Deze taak wordt overgenomen door een beperkt aantal beoordelende organisaties. HaKa heeft gekozen voor Hobéon B.V. te Den Haag. 27

28 De beoordelende organisatie beoordeelt bij een audit of de uitgevoerde EVC-procedures voldoen aan de normtekst van de EVC Kwaliteitscode 2.0. Op deze wijze legt HaKa verantwoording af over de kwaliteit van de uitgevoerde EVC-procedures. De beoordelende organisatie legt haar bevindingen van de audit vast in een beoordelingsrapport. Het beoordelingsrapport wordt door HaKa ingediend bij het kenniscentrum EVC. 28

29 BIJAGE A: EVC KWALITEITSCODE 2.0 BEOORDELINGSKADER EN NORMERING ONDERZOEK KWALITEIT EVC-PROCEDURES IN NEDERLAND Codeonderdeel 1: Doel De EVC-procedure beantwoordt aan de doelstelling van het individu. Het doel van een EVCprocedure is het zichtbaar maken, waarderen en vaststellen/erkennen van eerder verworven individuele competenties. De EVC-aanbieder richt zijn EVC-procedures in om competenties van kandidaten te identificeren en te beoordelen aan de hand van een erkende landelijke standaard (of een deel daarvan) en de validering die daarvan het resultaat is te vertalen in een overdraagbaar Ervaringscertificaat De EVC-aanbieder geeft in het Ervaringscertificaat duidelijk de doelstelling van de kandidaat weer Scholing of diplomering maakt geen onderdeel uit van de EVC-procedure. 1.3 De EVC-aanbieder is verantwoordelijk voor iedere EVC-procedure waarvoor hij een Ervaringscertificaat voor afgeeft. Codeonderdeel 2: Rechten en voorlichting Rechten en afspraken zijn duidelijk verwoord; voorlichting wordt adequaat verzorgd. 2.1 Informatie over EVC-procedures is vastgelegd, voor iedereen toegankelijk en bevat ten minste een beschrijving van alle onderdelen van de procedure, de methode van onderzoek, een indicatie van de benodigde investering in tijd en middelen, de maximale doorlooptijd van een EVC-procedure, voorwaarden voor deelname en de rechten van de kandidaat. De kandidaat wordt voorafgaand aan de EVC-procedure helder voorgelicht over de waarde en mogelijkheden van het Ervaringscertificaat in de arbeidsmarktroute, over verzilveringsmogelijkheden op basis van ketenafspraken tussen EVCaanbieder en onderwijsinstelling en over de onderwijsroute. 2.2 De EVC-aanbieder neemt in zijn vastgelegde afspraken met de kandidaat de benodigde investeringen in tijd en middelen, de maximale doorlooptijd van de EVC-procedure, de toe te passen standaard(en) op. Deze afspraken tussen kandidaat en EVC-aanbieder zijn voor aanvang van een EVCprocedure vastgelegd en door beide partijen ondertekend. 2.3 In de betreffende overeenkomst met de kandidaat wordt tevens vastgelegd dat er tussen de in te zetten assessor en de kandidaat geen relatie is anders dan die onvermijdelijk en voor de werkzaamheden van assessor(en) noodzakelijk is. 2.4 De EVC-aanbieder biedt iedere kandidaat de mogelijkheid tot een afsluitend gesprek met de EVCaanbieder ter evaluatie van het EVC-traject. 2.5 De EVC-aanbieder waarborgt dat iedere kandidaat zich kan beroepen op een deugdelijke klachten- of bezwaarprocedure en draagt zorg voor een onafhankelijke beroepsgang. 2.6 De EVC-aanbieder rapporteert bevindingen uit een EVC-procedure uitsluitend aan de EVCkandidaat. Het Ervaringscertificaat is een persoonlijk document. Het mede verstrekken van bevindingen dan wel het Ervaringscertificaat aan derden vindt uitsluitend plaats met schriftelijke toestemming van de kandidaat. 29

30 2.7 De EVC-aanbieder borgt via een adequaat privacy impact assessment en de daaruit voortvloeiende maatregelen en in te zetten systemen, de van toepassing zijnde privacy van kandidaten en al hun persoonlijke informatie waarover de EVC-aanbieder op grond van de EVCprocedure beschikt. 2.8 Continuïteit: a. De EVC-aanbieder beschikt over geformaliseerde afspraken voor de overdracht van dossiers en persoonlijke informatie van kandidaten om, ingeval van een (dreigende) bedrijfsbeëindiging, dan wel het wegvallen van een erkenning, kandidaten de mogelijkheid te bieden hun traject bij een andere erkende EVC-aanbieder voort te kunnen zetten en hen daarbij te begeleiden. b. De EVC-aanbieder heeft, wanneer de EVC-erkenning komt te vervallen, de plicht om te borgen dat de werkzaamheden en de beoordeling tot dat moment van voldoende kwaliteit is. De stand van zaken dient in overdraagbare vorm vastgelegd te worden in een tussenrapportage, al dan niet in de vorm/opzet van een Ervaringscertificaat, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het om een tussenrapportage gaat. Codeonderdeel 3: Onderzoek EVC-procedures zijn gebaseerd op erkende landelijke standaarden (of delen daarvan). De EVCaanbieder maakt gebruik van betrouwbare en voor de standaard relevante instrumenten. Vertrouwen is het sleutelbegrip en heeft te maken met kwaliteit en het civiel effect. Uitgangspunt is dan ook goed gehanteerde standaarden, duidelijke informatie over de manier waarop beoordelingen plaatsvinden, een juiste inzet van voor de kwalificatie passende instrumenten, het in een Ervaringscertificaat opnemen van een deugdelijke onderbouwing op basis van welke argumenten er conclusies zijn getrokken die ten grondslag liggen aan valideringen, die waar mogelijk overdraagbaar zijn en het in het kader van een mogelijke verzilvering desgevraagd kunnen verantwoorden ten overstaan van een examencommissie over een bij een ervaringscertificaat behorende uitgevoerde beoordeling waarbij de kwaliteit van de beoordeling dan moet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals die voor het verlenen van vrijstellingen door een examencommissie worden gehanteerd. 3.1 De in de EVC-procedure te hanteren landelijke standaard is een actuele CREBO- of CROHOstandaard (of delen daarvan) of een door het Nationaal Kenniscentrum EVC als EVC-standaard goedgekeurde branchestandaard en/of erkende competentiestandaard. 3.2 De instrumenten en beoordelingscriteria in een EVC-procedure zijn afgestemd op en dekkend voor de toe te passen landelijke standaard. 3.3 De beoordeling bevat aantoonbare waarborgen voor een optimale transparantie, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid. 3.4 De inhoudelijke afwegingen die deel uitmaken van een beoordeling (zoals de beoordeling van bewijzen en de keuze voor beoordelingsinstrumenten) worden tijdens de EVC-procedure overzichtelijk vastgelegd en opgenomen in het Ervaringscertificaat. 3.5 Het Ervaringscertificaat, evenals een afschrift of digitale opslag van het door de kandidaat ingebrachte relevante bewijsmateriaal, blijven daarna gedurende ten minste vijf jaar beschikbaar bij/voor de EVC-aanbieder. 3.6 Een EVC-procedure resulteert in een overdraagbaar Ervaringscertificaat waarin ten minste zijn opgenomen: de doelstelling van de kandidaat, de toegepaste landelijke standaard (of delen ervan), de doorlopen stappen van de EVC-procedure en de daarin gehanteerde instrumenten, de erkende competenties, een duidelijke onderbouwing van deze valideringen/erkenningen en een conclusie die 30

31 past bij de doelstelling van de kandidaat. Een onderbouwing van de valideringen/erkenningen van verworven competenties in een Ervarings-certificaat bevat de volgende drie elementen die leesbaar en begrijpelijk zijn geschreven: a. op basis van welke bewijzen (daarbij rekening houdende met de VRAAK-criteria) de kandidaat per onderdeel van de landelijke standaard aantoont of, en zo ja in hoeverre de kandidaat competent is? b. een specifieke opgave en uitwerking voor welke onderdelen van de gehanteerde landelijke standaard erkenningen worden toegekend. Deze onderdelen worden apart benoemd (voor mbostandaarden bijvoorbeeld per kerntaak of werkproces); c. de relatie tussen a en b: waarom leidt het bewijs dat de kandidaat aandraagt bij de assessor(en) per onderdeel van de landelijke standaard tot de overtuiging dat er reden is voor validering dan wel waar mogelijk voor erkenning? d. Ten behoeve van een mogelijke verzilvering dient de beoordeling kwalitatief te voldoen aan de examenstandaard die door een examencommissie worden gehanteerd in het kader van te nemen besluiten voor het verlenen van vrijstellingen. Code 4: Assessoren en begeleiders Assessoren en begeleiders zijn vakbekwaam en competent, onafhankelijk en onpartijdig. Een voortdurende deskundigheidsbevordering vakinhoudelijk en ten aanzien van het adequaat kunnen uitvoeren van assessments en de inzet van relevante instrumenten is voor hen van cruciaal belang. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn cruciale factoren binnen de beoordeling en zijn ingebed in de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken functionarissen. Het is van groot belang om vermenging van rollen binnen een uit te voeren procedure te voorkomen. 4.1 In een overzicht/handboek is vastgelegd wat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn van de assessoren en begeleiders die de EVC-procedure uitvoeren, alsmede van de andere bij een EVC-procedure betrokken functionarissen bij een EVC-aanbieder. 4.2 In de EVC-procedures zijn de rollen van begeleiders en assessoren strikt gescheiden, zowel op papier als in de praktijk. 4.3 Kandidaten worden door een begeleider begeleid bij het inzichtelijk maken van hun competenties. 4.4 De EVC-aanbieder waarborgt (daarbij onder andere gebruik makende van persoonlijke dossiers van begeleiders en assessoren) dat alle in EVC-procedures in te zetten begeleiders en/of assessoren op een deugdelijke wijze zijn geworven en geschoold passend bij de EVC-procedure en de daarbij van toepassing zijnde kwalificatie en dat zij aantoonbaar vakinhoudelijk competent zijn (nodig in het kader van het te borgen vertrouwen voor de samenleving), als ook voor wat betreft de te hanteren instrumenten. In ieder geval beschikken de assessoren en/of begeleiders over: a. de juiste vakinhoudelijke kennis en voldoende relevante praktijkervaring die hoort bij de betreffende kwalificatie die gehanteerd wordt in de EVC-procedure om een juiste beoordeling van het kennen en kunnen van de kandidaat te kunnen uitvoeren b. de juiste vakinhoudelijke kennis behorende bij en inzicht in de gehanteerde standaard voor de betreffende EVC-procedure; c. voldoende kennis en inzicht in de laatste ontwikkelingen op het vakgebied, sector en het beroep (daarbij gebruik makende van relevante bronnen); d. voldoende kennis van en inzicht in de criteria die gelden voor deugdelijk bewijs; 31

32 e. voldoende vaardigheid in het gebruik van de toegepaste beoordelingsvormen en de bijbehorende en toe te passen instrumenten; en de vaardigheid om bevindingen effectief te kunnen omzetten zowel mondeling binnen de procedure, als schriftelijk in een goed leesbaar en overdraagbaar Ervaringscertificaat. 4.5 De EVC-aanbieder monitort de kwaliteit van de in te zetten begeleiders en assessoren. 4.6 De EVC-aanbieder onderbouwt op welke wijze de in het erkenningsverzoek op genomen kwalificaties worden uitgevoerd (dan wel voornemens is deze uit te voeren) met competente begeleiders en assessoren. Codeonderdeel 5: Kwaliteitszorg De kwaliteit van EVC-procedures is geborgd en wordt continu verbeterd. De kwaliteit en het bij de procedure gehanteerde instrumentarium zijn geborgd. Er vinden regelmatig (zelf)evaluaties plaats. De resultaten daarvan worden verwerkt in verbeteracties. 5.1 De EVC-aanbieder evalueert op deugdelijke en systematische wijze: a. de eigen EVC-procedures onder alle betrokkenen, waaronder in ieder geval de kandidaten, opdrachtgevers, begeleiders en assessoren b. de kwaliteit van de assessoren en begeleiders, en c. de kwaliteit van de Ervaringscertificaten. Standaardonderdelen van de evaluaties zijn de kwaliteit van de informatie, gemaakte afspraken, gehanteerde beoordelingsinstrumenten, de mate van competentie van begeleiders en assessoren, het verloop van de EVC-procedure, de afwikkeling van eventuele klachten en bezwaren en het beheer en de administratie. Indien van toepassing wordt ook de verzilvering van Ervaringscertificaten in de evaluatie betrokken. 5.2 De EVC-aanbieder zet de uitkomsten van de evaluaties om in verbeteracties en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Dit geheel legt de EVC-aanbieder vast. De bewaartermijn van de evaluaties is ten minste vijf jaar. 5.3 De EVC-aanbieder legt op systematische wijze het aantal afgegeven ervaringscertificaten vast en rapporteert hierover jaarlijks aan de Beoordelende Organisatie. Daarbij wordt opgenomen welke assessor(en) betrokken is bij het afgeven van het Ervaringscertificaat.. 32

33 BIJLAGE B: OVERZICHT EN PLANNING ONDERZOEKEN EN EVALUATIES Onderzoek Uitvoering / Verantwoordelijk 1. Tevredenheidsonderzoek EVCkandidaten 2. Tevredenheidsonderzoek opdrachtgevers 3. Begeleiders en assessorenonderzoek 4. Verzilverende instantie Kwaliteitsmedewerker EVC Kwaliteitsmedewerker EVC Kwaliteitsmedewerker EVC Kwaliteitsmedewerker EVC 5. Audit Projectleider + Kwaliteitsmedewerker EVC Omschrijving Wanneer Toelichting HaKaEVC verstuurt automatisch een evaluatieformulier naar elke kandidaat aan het eind van de beoordelingsfase (afronding traject). Aan opdrachtgevers van tien of meer kandidaten wordt gevraagd het tevredenheidsonderzoek in te vullen. Hiermee wordt een beeld gegeven van de tevredenheid van de opdrachtgevers over de gang van zaken rondom de EVC procedure. Er kan ook gekozen worden voor een telefonische afspraak of een afspraak. Aan alle begeleiders en assessoren wordt een evaluatieformulier toegezonden. Er kan ook gekozen worden om dit tijdens de intervisie mee te nemen. Aan de verzilverende instantie wordt een evaluatieformulier toegezonden. Er kan ook gekozen worden om dit in een overleg te doen. Audits worden uitgevoerd door een beoordelende instantie. Aan het eind van zo n audit vindt altijd een evaluatief eindgesprek plaats. Zie omschrijving Formulier 5.1 Ingevulde formulieren worden maandelijks gelezen om te bepalen of er snel actie ondernomen moet worden. Eenmalig per opdrachtgever, aan het einde van het traject Formulier 5.4 Tweemaal per jaar Formulier 5.2 Formulier 5.3A en 5.3B Tweemaal per jaar Formulier 5.5 Eens per 18 maanden De uitkomsten worden intern besproken en er worden verbeterpunten geformuleerd.

34 BIJLAGE C: PROCESSTAPPEN HAKAEVC Stapnaam / handeling Wie verantwoordelijk / uitvoerder: rol Kandidaat invoeren. Coördinator/secretariaat: in de rol van trajectbeheerder Kandidaat koppelen aan standaard. idem Toewijzen begeleider. Systeem meldt kandidaat en begeleider dat begeleidingsfase start. Secretariaat voert de afspraken die tijdens de intake zijn gemaakt in in het systeem. Kandidaat vult portfolio. Begeleider begeleidt, bewaakt en communiceert. De begeleider beantwoordt de vragen van een kandidaat binnen drie dagen. Kandidaat vindt dat zijn portfolio klaar is en zendt deze in. Systeem meldt begeleider dat een portfolio ingezonden is. Begeleider zet óf het portfolio door naar procesassessor óf terug naar de kandidaat. Systeem meldt procesassessor dat een portfolio ingezonden is ter beoordeling. Procesassessor beoordeelt, onderbouwt en rapporteert conform de instructies Schrijfwijzer Ervaringscertificaten. Secretariaat plant een criteriumgericht interview met de kandidaat in. Procesassessor levert gesprekspunten aan voor het criteriumgericht interview. De procesassessor stuurt deze punten minimaal vijf dagen voor het CGI naar de inhoudsassessor. Na het criteriumgericht interview geeft de inhoudsassessor een terugkoppeling aan de kandidaat. Procesassessor verwerkt de bevindingen uit het criteriumgericht interview en maakt de rapportage definitief. Binnen vijf werkdagen na het CGI stuurt de procesassessor de uitwerking hiervan naar de procesdeskundige. (Maar de rapportage blijft feitelijk als concept opgeslagen in HaKaEVC). Systeem meldt procesdeskundige dat een rapportage is ingezonden ter goedkeuring. Procesdeskundige bepaalt of de onderbouwingen/rapportage op het afgesproken kwaliteitsniveau is. Zo niet dan wordt de rapportage door de procesdeskundige teruggezet naar de procesassessor. Systeem meldt dit aan beoordelaar. Procesdeskundige geeft via de gewone mail feedback. Zo ja dan vervolmaakt de procesdeskundige de rapportage. idem Secretariaat Kandidaat Begeleider Kandidaat Begeleider Procesassessor Secretariaat Procesassessor Inhoudsassessor Procesassessor Procesdeskundige

35 Systeem meldt beoordelaar dat een portfolio teruggezet is ter beoordeling (feedback verwerken uit mail). Procesassessor verwerkt feedback c.q. controleert de aanpassingen van de procesdeskundige en maakt de rapportage opnieuw weer definitief. Systeem meldt procesdeskundige dat een rapportage is ingezonden ter goedkeuring. Procesdeskundige beoordeelt of het vereiste kwaliteitsniveau van de rapportage nu wel is bereikt. Zo ja, dan maakt hij opnieuw een rapportage aan en maakt deze definitief. De kandidaat krijgt automatisch de rapportage toegestuurd. Het secretariaat krijgt een seintje via de mail. Secretariaat verstuurt het certificaat per post aan de kandidaat. Systeem meldt en verstuurt evaluatieverzoeken aan kandidaat en beoordelaar. Tweewekelijks ingezonden evaluaties langslopen op urgente zaken. Procesassessor Procesdeskundige Secretariaat Coördinator kwaliteitszorg

36 BIJLAGE D: FORMULIEREN BIJ DE EVC-PROCEDURE Onderstaande formulieren zijn in gebruik bij de procedures beschreven in dit Handboek. Per standaard is het mogelijk dat formulieren zijn aangepast aan de gestelde eisen/procedure. Overzicht formulieren/formats HaKaEVC 3.1 Erkenning EVC 3.2 Format intakeformulier 3.3 Beoordelingscriteria EVC 3.4 Instructie intakegesprek 3.5 Format EVC-overeenkomst 3.6 Instructie vullen portfolio/haka-methodiek 3.7 Instructie eerste begeleidingsgesprek 3.8 Format STARR-formulier 3.9 Format productformulier 3.10 Checklist begeleider ter controle portfolio 3.11 Format authenticiteitsverklaring werkgever 3.12 Schrijfwijzer Ervaringscertificaten A Beoordelingskader EVC-instrumenten 3.13B Beoordelingskader EVC-instrumenten vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional 3.14A Stappenplan CGI 3.14B Instructie CGI JGP inhoudsassessoren 3.15 Checklist eindgesprekken 3.16 Checklist procesdeskundige 3.17 Handleiding assessoren en begeleiders EVC vakbekwame hbo jeugd- en gezinsprofessional 5.1 Evaluatieformulieren kandidaat 5.2 Evaluatieformulier begeleider 5.3A Evaluatieformulieren inhoudsassessoren 5.3B Evaluatieformulieren procesassessoren 5.4 Evaluatieformulier opdrachtgever 5.5 Evaluatieformulier verzilverende instantie