Handboek EVC HaKaEVC. Jeugdzorg. (Onderdeel van HaKa Competent B.V.)

Transcriptie

1 Handboek EVC HaKaEVC Jeugdzorg (Onderdeel van HaKa Competent B.V.) Auteurs: H. de Bruin, R. Smeding Copyright: HaKa Competent B.V. 2014

2 Versiebeheer Versie Datum Aard van de wijzigingen juli April 2014 Revisie handboek, specificering naar jeugdzorg 4.1 September 2015 Tijdsafspraken met begeleiders, assessoren, VRAAKcriteria, bewaartermijn evaluaties, aanmeldingsproces 2

3 INLEIDING EN VERSPREIDING DOEL HANDBOEK In dit handboek zijn alle afspraken en procedures met betrekking tot de EVC-procedure jeugdzorg bij HaKa Competent B.V. vastgelegd. Haka Competent B.V. (verder HaKa) is een zelfstandig vennootschap dat zich uitsluitend bezighoudt met EVC-trajecten en competentiebeheer. De algemene voorwaarden evenals de klachten- en beroepsprocedures van HaKa Nederland B.V. zijn van toepassing op de werkzaamheden van HaKa Competent B.V. De EVC-procedure van HaKa is gebaseerd op de Beleidsregel Afgifte EVC-verklaringen van 18 maart 2010 en het Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures van juli (zie bijlage B). De afspraken en procedures zijn bindend voor alle betrokken medewerkers. HaKa is landelijk geregistreerd als erkend aanbieder van EVC-procedures. STATUS EN GELDIGHEID Dit handboek EVC is een update van het handboek dat werd vastgesteld op 1 maart Dit handboek is in april 2014 herschreven en vastgesteld op 6 mei GEHEIMHOUDING EN ZORGVULDIGHEID De bij de uitvoering van een EVC-procedure betrokken medewerkers nemen met betrekking tot hetgeen in of uit hoofde van hun functie vertrouwelijk te hunner kennis komt, de geheimhouding in acht die in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. Deze verplichting geldt ook na afloop van de EVC- procedure. VERSPREIDING Dit handboek staat ter beschikking van alle medewerkers die betrokken zijn bij de EVC-procedure. De kandidaten van een EVC-procedure worden bij aanvang op de hoogte gesteld dat de te volgen procedure is vastgelegd in dit handboek en dat zij hier op elk gewenst moment inzicht in kunnen krijgen. Het handboek wordt ter beschikking gesteld aan alle medewerkers van HaKa. Rotterdam, revisie april

4 INHOUD Inleiding en verspreiding EVC-beleid Wat is het belang van EVC? Zorg en Welzijn Doelgroep EVC-trajecten binnen HaKa Privacy Digitalisering van de uitvoering van EVC-procedures Competentiebeoordeling De competentiebeoordeling Uitgangspunt Bewijzen en (eind)beoordeling EVC in de praktijk: procedures en instrumenten Een EVC-procedure in schema: Hoe verloopt een EVC-procedure? Het aanmeldings- en intakeproces Het begeleidingsproces Het beoordelingsproces De beoordelingsinstrumenten Portfolio-assessment Het criteriumgericht interview (CGI) HaKa Competent: organisatie en functionarissen Inleiding De organisatiestructuur van HaKa Directie Coördinator Haka Coördinator kwaliteitszorg Begeleider, Intaker, assessor en procesdeskundige Intaker De begeleider De inhoudsassessor De procesassessor De procesdeskundige Bureau HaKa (secretariaat) Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg Klachtenprocedure en procedure bezwaar en beroep Verantwoording uitvoering EVC-procedures Bijlage A: Kwaliteitscode EVC BIJLAGE B : OVERZICH T EN PLANNING O NDERZOEKEN EN EVALUATIE S Bijlage C: Processtappen HaKaEVC Bijlage D: Formulieren bij de EVC-procedure

5 1. EVC-BELEID 1.1 WAT IS HET BELANG VAN EVC? EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Mensen ontwikkelen competenties niet alleen tijdens en door opleidingen en cursussen, maar ook in hun werk, hobby s, vrijwilligerswerk of bij andere maatschappelijke activiteiten. Het doel van de EVC-procedure is het zichtbaar maken, waarderen en erkennen van die competenties. Het erkennen van verworven competenties heeft een waarde in zichzelf en draagt bij aan de employability van werknemers. EVC leidt in veel gevallen tot verdere loopbaan gerelateerde persoonlijke ontwikkeling. EVC is een instrument dat naadloos aansluit bij het beleid met betrekking tot een leven lang leren. Onder competenties verstaan wij: Een cluster van verwante kennis, vaardigheden, houdingen en persoonskenmerken dat een individu in staat stelt om op adequate wijze taken uit te voeren en oplossingen te vinden en te realiseren in een dagelijkse (arbeids)situatie. (naar Klarus, 1998) Het gaat bij competenties niet om losstaande kennis, inzicht, vaardigheden, gedrag, houdingen en persoonlijke eigenschappen maar juist om de samenhang daartussen. In de beroepspraktijk, als je een probleem in een complexe situatie moet oplossen, bereik je geen resultaat met alleen maar kennis. Kennis van zaken vormt de basis, maar alleen in combinatie met aangeleerde vaardigheden, de houding ten opzichte van het werk en de omgeving en de noodzakelijke persoonskenmerken kan dit leiden tot een gewenst resultaat. Dat betekent dat naast het uitvoeren van een taak ook plannen en reflecteren belangrijk zijn. Het wat, waarom, wanneer en hoe van werkzaamheden, inclusief het uitvoeren van die werkzaamheden zelf vraagt om medewerkers die hun kennis, vaardigheden en houding in samenhang kunnen gebruiken. Het gaat dus om de competentie als geheel. Een competente medewerker is binnen zijn arbeidsomgeving in staat te kiezen uit relevante oplossingen en deze uit te voeren, zodat het gewenste resultaat wordt bereikt. Hierbij zijn zowel proces als resultaat van belang. Een medewerker dient op een juiste manier zijn vakmanschap uit te oefenen en tevens de gewenste resultaten te realiseren. Omdat mensen op veel verschillende manieren, ook buiten een opleiding, competenties verwerven, zal niet altijd een formele erkenning voor de ontwikkelde competenties worden afgegeven (bijvoorbeeld in de vorm van een erkend diploma of certificaat). Door het uitvoeren van een EVC-procedure worden de aanwezige competenties geïnventariseerd, beoordeeld en waar mogelijk formeel erkend. Dit traject wordt ook wel aangeduid met de term leerwegonafhankelijk beoordelen. 5

6 Het gaat er niet om op welke manier iemand competenties heeft verworven, maar of iemand kan bewijzen dat hij of zij de competenties beheerst en daar ook gebruik van kan maken in de context van het beroep. Om competenties te kunnen waarderen en formeel te erkennen is een (branche)standaard nodig, waarmee het resultaat van de EVC-procedure kan worden vergeleken. Om objectieve en onafhankelijke waardering en erkenning te garanderen, wordt de EVC-procedure onafhankelijk van het wel of niet volgen van een aanvullend (maatwerk) opleidingstraject uitgevoerd. De kandidaat kan zich met het ervaringscertificaat melden bij de brancheorganisatie om daar kwalificering aan te vragen. Daarnaast kan een kandidaat met het ervaringscertificaat vrijstelling aanvragen bij opleidingsinstellingen. 1.2 ZORG EN WELZIJN HaKa heeft zich gespecialiseerd als EVC-aanbieder binnen de sectoren Zorg en Welzijn. Veel van onze medewerkers hebben dan ook ervaring binnen deze sectoren. HaKa is opgezet omdat instellingen en brancheorganisaties gezamenlijk de behoefte hebben gevoeld naast de kwalificatie van medewerkers via initiële trajecten, ook andere groepen mensen de gelegenheid te bieden hun competenties te laten waarderen en erkennen. HaKa benadert als ondernemer op actieve wijze haar relaties in dit werkveld. Contacten zijn gelegd met diverse instellingen en organisaties, waaronder Jeugdzorg Nederland, het FCB en het Kenniscentrum EVC. Maatwerk Als de aanmelding van kandidaten voortkomt uit contacten met het werkveld om bepaalde groepen werknemers in een EVC-procedure te plaatsen, zal altijd overleg met het bedrijf of de instelling gevoerd worden over hoe het totale traject zo ingericht kan worden, dat het leidt tot tevredenheid van alle betrokken partijen. 6

7 1.3 DOELGROEP HaKa richt zich specifiek op het beoordelen van verworven competenties op basis van vastgestelde branchecriteria. Wij verzorgen niet de erkenning van verworven competenties t.b.v. MBO- en HBOtrajecten. HaKa heeft als filosofie dat alleen met kennis van de branche een goede EVC-procedure mogelijk is. Daarom richt HaKa zich met name op de sectoren (Jeugd)Zorg en Welzijn. Juist in deze sectoren heeft HaKa in ruime mate ervaring opgedaan. Alle assessoren hebben kennis van Zorg en Welzijn. 1.4 EVC-TRAJECTEN BINNEN HAKA Bij HaKa is het mogelijk om EVC-trajecten te volgen op basis van de vastgestelde branchestandaard Vakvolwassenheid Jeugdzorgwerk binnen de Jeugdzorg. Op basis van deze standaard zijn drie aparte EVC- trajecten te onderscheiden voor de stadia: Gevorderde professional Vakbekwame professional Vakvolwassen professional Voor elk stadium is door FCB de standaard vertaald in de daarbij behorende competenties, beoordelingscriteria en contexten. HaKa mag hiervan gebruik maken. Tijdens het EVC-traject wordt de bewijslast voor het al dan niet voldoen aan de standaard getoetst en geconcretiseerd aan de hand van de vastgestelde beoordelingscriteria. Meer informatie over de branchestandaard Vakvolwassenheid en de daarvan afgeleide stadia is te vinden op de site van FCB. ( 1.5 PRIVACY De kandidaten van een EVC-procedure van HaKa vallen voor de verwerking van hun persoonsgegevens onder de privacyregels van HaKa Nederland B.V. Deze regels zijn opgenomen in Algemene voorwaarden EVC-Trajecten (art. 11 en 12) en zijn opgesteld om de bescherming van de persoonsgegevens zoals omschreven in de Wet Bescherming Persoonsgegevens te waarborgen. Deze algemene voorwaarden zijn in te zien op: HaKa zal het portfolio onder zich houden (zie ook art. 13 Algemene voorwaarden EVC-trajecten). Dit in verband met de voorgeschreven bewaartermijn van drie jaar (zie ook Kwaliteitscode EVC). Het portfolio kan alleen bij interne of externe kwaliteitsonderzoeken (audits) door derden worden ingezien. Indien een kandidaat zijn ervaringscertificaat aanbiedt aan een examencommissie hebben ook leden van zo n commissie recht op inzage van het portfolio. Voor portfolio s die gebruikt worden voor trainingsdoeleinden en (bij)scholing van assessoren wordt de kandidaat altijd vooraf toestemming gevraagd en wordt een toestemmingsformulier ingevuld. 1.6 DIGITALISERING VAN DE UITVOERING VAN EVC-PROCEDURES 2 In 2012 is gestart met HaKaEVC: een webbased omgeving voor het volledig digitaal uitvoeren van EVC- procedures. HaKa maakt gebruik van de diensten van de marktleider op het beschikbaar 7

8 stellen van digitale EVC-omgevingen. HaKa kan door deze samenwerking het gehele EVC-traject digitaal optimaal faciliteren. Natuurlijk blijft HaKa zelf het aanspreekpunt en de verantwoordelijke partij voor het gehele traject. 8

9 2 COMPETENTIEBEOORDELING In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de methode van competentiebeoordeling binnen de kaders van de EVC-methodiek. 2.1 DE COMPETENTIEBEOORDELING Binnen de competentiegerichte kwalificatiestructuur dient de beoordeling gericht te zijn op de essentie van arbeid en maatschappelijk functioneren. De kandidaat wordt gevraagd het bewijs te leveren dat hij in een beroepssituatie vakbekwaam (competent) kan handelen. Zoals in paragraaf 1.1 is aangegeven, gaat het bij competenties om de samenhang tussen kennis, inzicht, vaardigheden, gedrag, houdingen en persoonlijke eigenschappen. Deze worden geïntegreerd beoordeeld. Tijdens de EVC-procedure wordt het daadwerkelijk functioneren beoordeeld in het licht van de branchestandaard Jeugdzorgwerker. De beoordeling wordt dan ook een afspiegeling van hetgeen in de beroepspraktijk wordt gevraagd. 2.2 UITGANGSPUNT De branchestandaard vormt het uitgangspunt voor de beoordeling. De kandidaat kan een EVCprocedure doen op drie niveaus: Branchestandaard Gevorderd professional Branchestandaard Bekwame professional Branchestandaard Vakvolwassen professional Elke branchestandaard kent zijn eigen specifieke beoordelingscriteria. De competenties van de branchestandaard (en dus ook de beoordelingscriteria) zijn een afspiegeling van wat er in dat specifieke stadium van de beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. Op deze manier wordt geborgd dat de beoordeling van competenties altijd plaatsvindt in de context en het stadium waarin de beroepsbeoefenaar zich op dat moment bevindt. Van belang om te benoemen is dat de drie niveaus een cumulatief karakter hebben. In onderstaande afbeelding wordt dit zichtbaar. 9

10 De plus in de afbeelding maakt duidelijk dat de kandidaat die wil aantonen dat hij functioneert in het stadium vakbekwaam of vakvolwassen, ook moet aantonen dat hij aan de criteria van de onderliggende standaard(en) voldoet. Dit heeft consequenties heeft voor de beoordeling: de kandidaat die een EVC-procedure doet voor de branchestandaard Gevorderd professional wordt beoordeeld op de criteria van de gevorderd professional; de kandidaat die een EVC-procedure doet voor de branchestandaard Vakbekwame professional wordt beoordeeld op de criteria van de vakbekwame professional én op de criteria van de gevorderd professional; De kandidaat die een EVC-procedure doet voor de branchestandaard Vakvolwassen professional wordt beoordeeld op de criteria van de vakvolwassen èn de vakbekwame èn de gevorderd professional. Om tot een erkenning van een competentie te komen, zullen alle aan een competentie gekoppelde beoordelingscriteria onderzocht moeten worden. De kleinste beoordelingseenheid is dus het beoordelingscriterium. De assessor vormt zich een oordeel over elk beoordelingscriterium en onderbouwt de beoordeling van de competenties die hij erkent in het ervaringscertificaat. In het ervaringscertificaat wordt beschreven welke competenties de kandidaat heeft aangetoond. Per competentie wordt daarnaast aangegeven in welk stadium (gevorderd, bekwaam of vakvolwassen) de competentie is aangetoond. 2.3 BEWIJZEN EN (EIND)BEOORDELING Bij het assessment in de EVC-methodiek wordt altijd gestart met de opbouw van een portfolio. De kandidaten worden door de begeleider gestimuleerd bewijzen aan te dragen waaruit blijkt, dat zij de omschreven competenties kunnen uitvoeren, c.q. daar vakbekwaam in zijn. In hoofdstuk 3 zijn de eisen die aan de bewijzen worden gesteld omschreven. Ook wordt daar een normering en cesuur aangegeven om te komen tot een betrouwbaar oordeel. De assessor beoordeelt het portfolio en hij stelt daarbij vast welke competenties hij nog nader aan de orde wil stellen in het criteriumgericht interview (= CGI) dat hij regulier als tweede beoordelingsinstrument zal toepassen. 10

11 De assessor noteert in de beoordelingsmodule van HaKaEVC per competentie de conclusies die hij getrokken heeft op basis van de bewijzen. Tevens geeft hij aan of de competentie erkend kan worden of niet. De assessor legt zijn beoordeling vast in het ervaringscertificaat. De uiteindelijke beoordeling dient gebaseerd te zijn op bewijzen die voldoen aan de eisen van Variatie, Authenticiteit, Relevantie, Actualiteit en Kwantiteit de z.g.n. VRAAK-criteria). De assessor onderbouwt uiteraard zijn beoordeling altijd met argumenten. HaKa werkt met inhoudsassessoren die kennis hebben van het werkveld waarvoor de EVC-procedure wordt doorlopen. De procesassessoren zijn deskundig in het analyseren van documenten. De assessoren worden begeleid door een inhoudsdeskundige, er vindt regelmatig overleg en intervisie plaats. Het portfolio wordt altijd bekeken door zowel de inhouds- als de procesassessor. Door met steeds wisselende combinaties van assessoren te werken, wordt de intersubjectiviteit van de beoordeling zoveel mogelijk gewaarborgd. In hoofdstuk 3 wordt nader uitgewerkt hoe begeleiders en assessoren dienen te handelen. 11

12 3 EVC IN DE PRAKTIJK: PROCEDURES EN INSTRUMENTEN 3.1 EEN EVC-PROCEDURE IN SCHEMA: Stappenplan EVC-traject Aanmelden via HaKa HaKa zal u uitnodigen voor intakegesprek Tijdpad Na ontvangst gegevens intakegesprek binnen 2 weken (of in overleg). Intakegesprek. Loopbaandoel en branchestandaard bepalen. Go/No go Bij Go: EVC-overeenkomst uitreiken en algemene informatie EVC Na ontvangst getekende EVC-overeenkomst Portfolio Begeleidingsgesprek 1 Start 2 tot 4 weken na ontvangst getekende EVC-overeenkomst Portfolio Begeleidingsgesprek 2 Week 4-6 Portfolio Begeleidingsgesprek 3 Week 8-10 Portfolio-assessment en inzet tweede beoordelingsinstrument Week Eindgesprek en ondertekening ervaringscertificaat Week Afhankelijk van de wensen van de kandidaat/opdrachtgever kunnen individueel andere afspraken worden gemaakt. 12

13 3.2 HOE VERLOOPT EEN EVC-PROCEDURE? Binnen een EVC-procedure kan een aantal deelprocedures worden onderscheiden: 1 Het aanmeldings- en intakeproces 2 Het begeleidingsproces 3 Het beoordelingsproces HET AANMELDINGS- EN INTAKEPROCES Voorlichting en informatie Kandidaten kunnen zich individueel aanmelden, maar ook in samenwerking en in overleg met instellingen en/of organisaties. Informatie over de mogelijkheden van EVC binnen HaKa is te vinden op de website nl en via het secretariaat van HaKa. Tijdpad In principe duurt een traject twintig weken. Elke kandidaat wordt hierop bij de intake gewezen, evenals op de tijdsinvestering die het traject van de kandidaat vergt. Het doorlopen van een EVCprocedure vergt flink veel tijd. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden en van de procedure zelf is een kandidaat al snel tachtig (klok)uur bezig met het traject. Aan het einde van het traject ontvangt de kandidaat een uitnodiging om zich in te schrijven voor een CGI via datumprikker. In de uitnodiging staan de inleverdata van het portfolio vermeld. De kandidaat is zelf verantwoordelijk voor het tijdig inleveren van het portfolio. Als een kandidaat gegronde redenen heeft, kan op zijn (schriftelijk ingediende) verzoek worden afgeweken van de afgesproken inleverdatum. Na inlevering van het portfolio wordt de EVC-procedure in principe binnen vijf werkweken afgerond. Toegankelijkheid Iedereen kan zich voor een EVC-procedure aanmelden. Kandidaten kunnen niet gedwongen worden deel te nemen aan een EVC-procedure. De beslissing een EVC-procedure te doorlopen ligt daarom bij de kandidaat. In de fase van aanmelding en intake krijgt de kandidaat alle informatie die nodig is om een bewuste keuze te kunnen maken voor een EVC-procedure. Het doel dat de kandidaat hoopt te bereiken wordt besproken. Tevens wordt onderzocht voor welke branchestandaard de EVC-procedure moet worden afgenomen. De procedure wordt besproken en uitgelegd. Als alles duidelijk is, worden de afspraken schriftelijk vastgelegd in de EVC-overeenkomst. In de overeenkomst zijn daarnaast de rechten en verplichtingen van zowel HaKa-EVC als de kandidaat vastgelegd. HaKa hanteert wat de toelating betreft geen specifieke criteria. De intaker zal echter tijdens de intake wel nagaan of een EVC-procedure voor een kandidaat een zinvolle en haalbare keuze is. Met name zal ook nagegaan worden of de werkervaring van de kandidaat (of de ervaring vanuit vrijwilligerswerk, hobby e.d.) relevant en voldoende substantieel is om op een EVC-procedure in te stappen. HaKa kan om moverende reden een kandidaat de toelating tot een EVC-traject weigeren. Binnen maximaal twee weken na ontvangst van de getekende EVC-overeenkomst kan de EVCprocedure voor de kandidaat van start gaan. 13

14 Het aanmeldings- en intakeproces in schema Stap Beschrijving activiteit Hulpmiddelen 1 1. Aanmelding via het secretariaat van HaKa. Het secretariaat verstrekt bij telefonisch contact de benodigde informatie en beantwoordt zo nodig vragen. Aan de hand van de checklist wordt gekeken of een EVC-procedure mogelijk is. Het secretariaat controleert/gaat na of het om een traject gaat waarvoor HaKa een erkenning heeft. 3.1 Erkenning EVC 2. Informatieverstr ekking Het secretariaat van HaKa stuurt de kandidaat het intakeformulier, de handleiding EVC en de beoordelingscriteria toe. 3.2 Intakeformulier 3.3 EVC Handleiding 3.4 Beoordelingscriteria EVC 3.5 Beroepsproducten EVC 3. Melding van kandidaat bij begeleider 4. Beoordeling aan de hand van de checklist 5. Intake Het secretariaat stuurt de aanmelding door naar een begeleider/intaker van de betrokken sector. De begeleider/intaker beoordeelt bij het voorlichtings- en intakegesprek of een EVC-procedure een zinvol en haalbaar traject is. De begeleider/intaker vult het intakeformulier EVC in: bij de go/no go beslissing wordt altijd een toelichting gegeven. Alle afspraken, inclusief inleverdatum van het portfolio en de vastgestelde doelstelling worden bij een go op het intakeformulier genoteerd. Deze afspraken worden opgenomen in de EVC-overeenkomst, die wordt ondertekend door de directeur èn de kandidaat. 3.2 Intakeformulier EVC 3.6 Format Intakegesprek 3.7 EVC-overeenkomst 1 Alle hulpmiddelen zijn in te zien of uit te printen vanaf de site van HaKa Nederland of ze zijn aanwezig binnen de digitale tool HaKaEVC. 14

15 6. Afhandeling inschrijving en financiële zaken Na ontvangst van de getekende EVCovereenkomst wordt de kandidaat door het secretariaat ingevoerd in HaKaEVC. De doelstelling wordt opgenomen in het portfolio. Als startdatum wordt de dag ingevuld waarop de EVC-overeenkomst binnenkomt. Kopieën van de EVC-overeenkomsten worden verzonden naar de financiële afdeling. Vervolgens kan de factuur opgemaakt en verzonden worden. Handboek HaKaEVC 15

16 Doelstelling van de deelnemer Een belangrijk onderdeel van het intakegesprek vormt het vaststellen van de doelstelling van de deelnemer. Hiermee wordt aangegeven met welke reden een EVC-traject gestart is (de doelstelling van de deelnemer). De doelstelling die hier geformuleerd wordt, stuurt het gehele EVC- traject en bepaalt mede welke branchestandaard tijdens het traject gekoppeld wordt. Voor het realiseren van de doelstelling kan het nodig zijn een diploma te behalen. In dat geval wordt bij de doelstelling aangegeven waarom het diploma zo belangrijk is voor de (toekomst van de) deelnemer. De doelstelling van de deelnemer wordt ook vastgelegd in de EVC- overeenkomst. Voorbeeld:Doelstelling > met oog op eigen ontwikkeling Mevrouw Van Geenen wil met dit EVC-traject haar werkervaring en competenties toetsen ten opzichte van de branchestandaard Gevorderde professional. Ook wil ze haar werknemersvaardigheden inzichtelijk maken voor (toekomstige) werkgevers en met het ervaringscertificaat haar CV ondersteunen. Voorbeeld: Doelstelling > met oog op halen diploma Voor een nieuwe functie bij zijn nieuwe werkgever heeft hij het diploma HSAO, uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker nodig. De heer De Groot wil daarom met dit EVC- traject zijn werkervaring en competenties laten beoordelen ten opzichte van de vergelijkbare branchestandaard Gevorderd professional jeugdzorgwerker. Als niet alle competenties van deze branchestandaard kunnen worden erkend, wil hij zich inschrijven voor een opleidingstraject dat hij met het gewenste diploma kan afronden. De doelstelling beschrijft: De huidige werksituatie van de deelnemer; Waarom een ervaringscertificaat belangrijk is voor de deelnemer, en wat hij ermee wil bereiken. 16

17 HET BEGELEIDINGSPROCES Het begeleidingsproces in schema: Stap Beschrijving activiteit Hulpmiddelen 2 1. Start opbouw portfolio in HaKaEVC Het secretariaat koppelt de kandidaat aan een begeleider en plant de afspraken voor de begeleiding in. C. Processtappen HaKaEVC. 2. Vervolg HaKaEVC 3. Vervolg HaKaEVC In het eerste begeleidingsgesprek legt de begeleider de werkwijze binnen HaKaEVC uit. Hij controleert of het voor de kandidaat duidelijk is welke bewijsstukken hij moet verzamelen en hoe hij een STAR(R)-verslag en een productformulier moet schrijven. Hij adviseert de kandidaat een planning te maken (inleverdatum portfolio!). De kandidaat bouwt zijn portfolio op. De begeleider begeleidt, bewaakt en onderhoudt het contact met de kandidaat. De begeleiding vindt plaats tijdens begeleidingsafspraken, daarnaast kan de kandidaat vragen stellen en feedback vragen via de digitale omgeving. Als de kandidaat vindt dat zijn portfolio klaar is, legt hij dat voor aan de begeleider. Deze controleert het portfolio en verschaft zonodig feedback aan de kandidaat. Daarnaast controleert de begeleider authenticiteit van de bewijsstukken van het portfolio, aan de hand van de authenticiteitsverklaringen. Hij stuurt het portfolio door naar de assessor en controleert of de kandidaat een juist beeld heeft van het vervolg van het traject. Hij geeft zo nodig aanvullende informatie. 3.8 Format eerste begeleidingsgesprek 3.9 Format STARRformulier 3.10 Format Productformulier 3.11 Checklist begeleider ter controle portfolio 3.12 Format authenticiteitsverklaring werkgever 2 Alle hulpmiddelen zijn in te zien of uit te printen vanaf de site van HaKaEVC of ze zijn aanwezig binnen het digitale tool HaKaEVC. 17

18 HET BEOORDELINGSPROCES Het beoordelingsproces in schema Stap Beschrijving activiteit Hulpmiddelen 3 1. Start beoordeling in HaKaEVC Het systeem meldt de assessor, dat een portfolio doorgestuurd is ter beoordeling. C. Processtappen software HaKaEVC 2. Beoordeling portfolio. 3. Het criteriumgericht interview 4. Het schrijven van het ervaringscertificaat De assessor beoordeelt het portfolio. Hij: controleert of alle bewijzen authentiek zijn bevonden (authenticiteit); geeft per competentie aan welke bewijzen hij bij zijn beoordeling benut heeft (relevantie); bepaalt of het bewijs voldoet aan de criteria actualiteit, kwantiteit en variatie; onderbouwt per competentie de conclusies die hij op basis van de bewijzen getrokken heeft; stelt per competentie vast of er sprake is van overtuigend, beperkt of onvoldoende bewijs; vinkt per competentie de beoordelingscriteria af die hij onderzocht heeft bij zijn beoordeling. Het CGI wordt door twee assessoren afgenomen. Eén van de assessoren is inhoudelijk goed op de hoogte van het beroep van Jeugdzorgwerker. De procesassessor stelt het ervaringscertificaat op. In de rapportage worden de bevindingen duidelijk onderbouwd. De procesassessor wordt hierin gecoacht door een inhoudsdeskundige assessor Schrijfwijzer Branches 3.14 Beoordelingskader EVC instrumenten jeugdzorgwerker 3.15a Format beoordeling gevorderd professional 3.15b Format beoordeling bekwame professional 3.15c Format beoordeling vakvolwassen professional 3.16 Voorbeeld voorbereiding CGI 3.17 Stappenplan CGI 3.18 Eindgesprek checklist 3.13 Schrijfwijzer Branches 3.14 Beoordelingskader EVC instrumenten jeugdzorgwerker 3 Alle hulpmiddelen zijn in te zien of uit te printen vanaf de site van HaKaEVC of ze zijn aanwezig binnen het digitale tool HaKaEVC. 18

19 5. Opnemen beoordelingsdocumenten assessor De procesdeskundige controleert het ervaringscertificaat en maakt het certificaat definitief. De beoordeling van de assessor is opgenomen in de beoordelingsmodule van HaKaEVC Checklist procesdeskundige 6. Afhandelen ervaringscertificaat 7. Eindcontrole en archivering De afhandeling van het ervaringscertificaat gebeurt zoals beschreven in Processtappen HaKa. Via het systeem wordt het ervaringscertificaat verstuurd, tevens wordt het ondertekend per post verstuurd. De eindcontrole door de procesdeskundige en de digitale archivering gebeurt zoals beschreven in Processtappen HaKa. C. Processtappen HaKa EVC 3.20Checklist procesdeskundige C. Processtappen HaKa 3.3 DE BEOORDELINGSINSTRUMENTEN PORTFOLIO-ASSESSMENT Soorten bewijzen De bewijzen in het portfolio kunnen de volgende documenten betreffen: 1. Bewijzen aanwezige leerervaring: a. Officiële documenten diploma s certificaten overgangsbewijzen cijferlijsten enz b. Verklaringen getuigschriften verklaring deelname bijscholing verklaring deelname cursus verklaring praktijkopleider stagebeoordeling enz c. (Beroeps)Producten enz d. Overig Stageverslag Werkstukken abonnementen op vakbladen, tijdschriften die betrekking hebben op de te behalen kwalificatie. enz 19

20 2. Bewijzen werkervaring: a. Officiële documenten enz b. Verklaringen enz c. Producten enz d. Overig Arbeidscontracten taak- en functieomschrijvingen benoeming ondernemingsraad/ medezeggenschapsraad lidmaatschap beroepsgroepen verklaring werkgever verklaring personeelszaken verklaring leidinggevende verklaring collega verklaring klant verklaring derden/ referenties werkverslag (al of niet met foto s) zelfreflectie op werkuitvoering zelf geschreven rapportages werkstukken verslagen van werkoverleg video-opnamen lidmaatschap vakbond, commissies etc. deelname relevante conferenties/beurzen 3. Overige persoonlijke ervaringen: a. Officiële documenten enz b. Verklaringen enz c. Producten enz d. Overig EHBO-diploma deelname vrijwilligerswerk verklaring van mantelzorg zelf gemaakte planning van een activiteit beschrijving persoonlijke kwaliteiten Bewijs registratie BAMw Lidmaatschap beroepsvereniging enz 20

21 VRAAK-criteria De assessor beoordeelt de bewijzen op basis van de VRAAK-criteria: 1. De werkervaring is aangetoond met verschillende beroepsproducten. (Variatie). Er moeten twee beroepsproducten per competentie zijn. In totaal moeten er minimaal acht beroepsproducten zijn (STARR-formulieren zonder productformulieren tellen hier niet bij mee). 2. Het bewijs is relevant voor de competentie en zegt daadwerkelijk iets over de beheersing van de competentie (Relevantie). 3. Het bewijs is daadwerkelijk van de kandidaat (Authenticiteit). 4. Het bewijs is in principe niet ouder dan drie jaar: het zegt iets over het huidige beheersingsniveau van de kandidaat (Actualiteit). 5. Uit de bewijzen blijkt voldoende werkervaring met het de competentie (Kwantiteit). De ervaring leert dat aan dit criteria pas voldaan kan worden, als de kandidaat minimaal acht beroepsproducten inlevert (STARR-formulieren zonder productformulieren tellen hier niet bij mee). Relevantie en authenticiteit worden per bewijsstuk vastgesteld en zijn van doorslaggevend belang voor de beoordeling. De criteria variatie, kwantiteit en actualiteit worden beoordeeld op het niveau van alle opgevoerde bewijzen voor de betreffende competentie en niet voor elk bewijs afzonderlijk. De normering voor vaststelling van de beheersing van een competentie luidt dan: Overtuigend bewijs: Er is sprake van overtuigend bewijs als voldaan wordt aan de volgende criteria: criteria 2 en 3 (relevantie en authenticiteit ) moeten beide als voldoende beoordeeld zijn; van de criteria 1, 4 en 5 (actualiteit, kwantiteit en variatie) moeten minimaal twee criteria als voldoende beoordeeld zijn; er is sprake van inhoudelijk doorslaggevend bewijs. De beoordelingscriteria zijn hierbij richtinggevend. Beperkt bewijs: Er is sprake van beperkt bewijs als voldaan wordt aan de volgende criteria: criteria 2 en 3 moeten beide als voldoende beoordeeld zijn; van de criteria 1, 4 en 5 mogen 2 beoordelingen onvoldoende zijn; er is geen sprake van inhoudelijk doorslaggevend bewijs. De beoordelingscriteria zijn hierbij richtinggevend. Onvoldoende bewijs: Er is sprake van onvoldoende bewijs indien: geen bewijs aanwezig is in het portfolio; de bewijzen in het portfolio niet voldoen aan het gestelde onder criteria 2 of 3. Bewijzen die als onvoldoende beoordeeld zijn op authenticiteit of relevantie worden dus niet in de beoordeling meegenomen; de bewijzen in het portfolio niet voldoen aan de criteria 1, 4 en 5; er geen sprake is van inhoudelijk bewijs voor de beheersing van de competentie. 21

22 Om een competentie te kunnen erkennen moet óf in het portfolio óf in het criteriumgericht interview overtuigend bewijs zijn gevonden De assessor komt tot een eindoordeel op basis van het portfolio Het beoordelingscriterium is de kleinste beoordelingseenheid waarover bij erkenning een positief oordeel moet worden uitgesproken. De bewijzen zijn per competentie gegroepeerd in HaKaEVC. Hetzelfde bewijs kan bij meerdere competenties opgevoerd worden indien het bewijs op meerdere competenties betrekking heeft. Elk bewijs (voor de criteria authenticiteit en relevantie ) of groep van bewijzen (voor de criteria variatie, kwantiteit en actualiteit ) wordt beoordeeld. De assessor beoordeelt of het aantal bewijzen plus de inhoudelijke kwaliteit daarvan samen tot voldoende dekking leiden om de competentie te kunnen erkennen. De conclusies die de assessor getrokken heeft op basis van de opgevoerde bewijzen worden zo concreet en inhoudelijk mogelijk genoteerd in de beoordelingsmodule van HaKaEVC. Tenslotte stelt de assessor vast of de competentie erkend kan worden of dat het opnieuw aan de orde moet worden gesteld bij het criteriumgericht interview HET CRITERIUMGERICHT INTERVIEW (CGI) De assessor zet standaard als tweede beoordelingsinstrument het CGI in. Het CGI wordt door twee assessoren afgenomen. Een CGI is een gesprek tussen een assessor en een EVC-kandidaat waarin in ieder geval die competenties aan de orde komen, die in het portfolio onvoldoende onderbouwd zijn. Met het gesprek wordt een beoordelingscriterium beoordeeld. Hiervoor wordt de STAR-methodiek gehanteerd: aan de hand van een bepaalde (werk)situatie (S) wordt de kandidaat verzocht een toelichting te geven op zijn competenties (T) in deze (werk)situatie, welke activiteiten (A) hij heeft uitgevoerd en wat het resultaat (R) daarvan was. Bij het CGI zijn naast de kandidaat altijd twee personen aanwezig: de inhoudsassessor neemt het interview af en de procesassessor maakt aantekeningen. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt waarin de conclusies van de inhoudsassessor ook vermeld worden. 22

23 4. HAKA COMPETENT: ORGANISATIE EN FUNCTIONARISSEN 4.1 INLEIDING Dit hoofdstuk beschrijft de organisatie rondom de uitvoering van EVC-procedures. Het gaat daarbij om de organisatiestructuur en de verdeling van competenties en verantwoordelijkheden over de verschillende betrokkenen. Hierbij staat, naast de verplichtingen uit wet- en regelgeving, de zorg voor de bewaking en bevordering van de kwaliteit van de gehele procedure voorop. 4.2 DE ORGANISATIESTRUCTUUR VAN HAKA HaKa Competent B.V. (verder HaKa) is organisatorisch nauw verbonden met HaKa Nederland B.V. Dit houdt in dat medewerkers vanuit of namens HaKa Nederland B.V. werkzaamheden kunnen verrichten voor HaKa. HaKa is eindverantwoordelijk voor alle EVC-activiteiten en is ook in alle gevallen verantwoordelijk voor de activiteiten die elders (b.v. bij HaKa Nederland B.V.) worden uitgevoerd. 4.3 DIRECTIE De directie is verantwoordelijk voor elke EVC-procedure die door HaKa wordt uitgevoerd. Vanuit deze verantwoordelijkheid ondertekent de directie het ervaringscertificaat namens HaKa. Eén van de directeuren stuurt het team aan en zit overleggen voor. Hij verzorgt (of laat verzorgen) trainingen t.b.v. deskundigheidsbevordering van assessoren en begeleiders. Hij heeft een spilfunctie in het bijhouden van de landelijke ontwikkelingen en woont de bijeenkomsten van het Landelijke Platform EVC bij. De directie is verantwoordelijk voor het leggen van contacten met organisaties, bedrijven en instellingen die potentiële kandidaten voor een EVC-procedure kunnen leveren. Hij geeft voorlichting over de mogelijkheden van een EVC-procedure aan organisaties, bedrijven en instellingen of aan individuele kandidaten en zorgt dat geïnteresseerden daadwerkelijk met HaKa in contact worden gebracht en gaat na of kandidaten in de procedure worden opgenomen. 4.4 COÖRDINATOR HAKA Verantwoordelijkheden/taken De coördinator legt verantwoording af aan de directie van HaKa Competent B.V.. Hij bewaakt het gehele proces van de planning, de voorbereiding, de afname, de beoordeling, de vaststelling en bekendmaking van het resultaat, de evaluatie en het archiveren en beheren van producten en documenten met betrekking tot EVC. Op de planning, voorbereiding en uitvoering van intervisie-, scholings- en trainingsbijeenkomsten voor begeleiders, assessoren en procesdeskundigen ziet hij toe. De coördinator is verantwoordelijk voor een juiste uitvoering op basis van het kwaliteitszorgsysteem. 23

24 De taken van de coördinator zijn breed en complex. Het opleidingsniveau is minimaal op HBO niveau met ervaring in een relevante sector COÖRDINATOR KWALITEITSZORG Verantwoordelijkheden/taken De coördinator kwaliteitszorg van HaKaNederlandB.V is tevens belast met de opzet van het kwaliteitszorgsysteem van Haka. Hij organiseert de jaarlijkse evaluatie van de EVC-procedures en stelt het handboek HaKaEVC bij op vastgestelde verbeterpunten. Hij is aanspreekpersoon voor de beoordelende organisatie en bereidt interne en externe audits voor. Hij is (mede)verantwoordelijk voor de inhoudelijke voorbereiding van intervisie-, scholings- en trainingsactiviteiten van begeleiders en assessoren. Ook het, in overleg met de directie, wijzigen en vaststellen van formulieren en formats die tijdens de uitvoering van de EVC-procedure worden gebruikt, behoort tot zijn verantwoordelijkheid. Vastgestelde documenten worden opgeslagen op de server van HaKa Nederland B.V. onder een speciale map van HaKa. Competenties Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Analyseren Leren Instructies en procedures opstellen Bekwaamheidscriteria Kennis van en inzicht in de kwaliteitszorgcyclus in het kader van kwaliteitszorg Kennis van en inzicht in de EVC-procedure Kennis van en inzicht in de branchestandaard 4.6 BEGELEIDER, INTAKER, ASSESSOR EN PROCESDESKUNDIGE In het belang van een onpartijdige beoordeling zijn de rollen van begeleider/intaker, assessor en procesdeskundige van elkaar gescheiden. De intaker verzorgt de intake, bespreekt de doelstellingen en kijkt voor welke standaard de kandidaat in aanmerking komt. De intaker en de begeleider kunnen de dezelfde persoon zijn. De begeleider staat dicht bij de kandidaat en begeleidt hem bij de opbouw van zijn portfolio. Pas als al het bewijs verzameld is, beoordeelt een onafhankelijk assessor of de inhoud van het portfolio aan de gestelde eisen voldoet. Het oordeel berust alleen op het aangeleverde portfolio en het criteriumgerichte interview. Tussen de assessor en de kandidaat bestaat geen relatie anders dan die onvermijdelijk en voor de uitvoering van de werkzaamheden van de assessor noodzakelijk is. Binnen één EVC-procedure blijven de drie rollen altijd gescheiden en kan één persoon nooit meerdere rollen tegelijkertijd vervullen. 24

25 4.6.1 INTAKER Verantwoordelijkheden/ taken De intaker is verantwoordelijk voor de uitvoering van de intake volgens het protocol op basis van het door de deelnemer ingevulde intakeformulier. De intaker zorgt dat de deelnemer tijdens de intake een weloverwogen beslissing kan nemen over het al dan niet starten van het EVC-traject. De intaker heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: Competenties Het intakegesprek voeren aan de hand van het onderstaande protocol; Het intakeformulier bespreken; De doelstelling van de deelnemer bespreken; Een branchestandaard kiezen en een quickscan doornemen; De deelnemer informeren over het EVC-traject; De succeskans van het EVC-traject analyseren en motiveren. Overtuigen en beïnvloeden; Analyseren en advies geven; Interviewen. Bekwaamheidscriteria Begeleidings- en coachingsvaardigheden op HBO-niveau Kennis van en inzicht in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Kennis van en inzicht in de branchestandaard. Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheidsbevordering op EVC-gebied, zie ook het personeelsplan DE BEGELEIDER Verantwoordelijkheden/taken De begeleider stimuleert en ondersteunt de kandidaat om diens eigen ervaringen (competenties en kwaliteiten) zo goed mogelijk in beeld te brengen. Hij verschaft inzicht aan de kandidaat naar welke bewijzen gevraagd wordt en stimuleert de kandidaat die te verzamelen. Hij ziet er expliciet op toe, dat de kandidaat de bewijzen op overzichtelijke wijze in zijn portfolio opneemt. Een begeleider beschikt over vakinhoudelijke kennis, heeft bij voorkeur een training begeleider gedaan en is bekend met de procedures en methodieken van HaKa. De begeleiders van HaKa streven ernaar om binnen drie werkdagen te reageren op vragen van de kandidaten die zij begeleiden. Competenties Presenteren Begeleiden 25

26 Interviewen Terugkoppelen/feedback geven Ethisch en integer handelen Bekwaamheidscriteria Begeleidings- en coachingsvaardigheden op HBO-niveau Kennis van en inzicht in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Kennis van en inzicht in de branchestandaard. Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheids- bevordering op EVC gebied DE INHOUDSASSESSOR Verantwoordelijkheden/taken De inhoudsassessor vormt zich een beeld van de kandidaat, op basis van de beoordeling van het portfolio door de procesassessor en een eigen scan van het portfolio. Op basis daarvan voert de inhoudsassessor, samen met de procesassessor, een criteriumgericht interview met de kandidaat om te komen tot een zo compleet mogelijk beeld van de competenties van de kandidaat. De inhoudsassessor geeft terugkoppeling/ feedback aan de kandidaat over het verloop van het gesprek, de betekenis daarvan voor het ervaringscertificaat en eventuele nog te ondernemen stappen. Ook informeert de inhoudsassessor de kandidaat over de mogelijkheden voor het aanvullende traject, als hier sprake van is. Competenties Beoordelen Observeren Interviewen Terugkoppelen/feedback geven Mondeling communiceren Vaktechnisch bekwaam Bekwaamheidscriteria Vakinhoudelijke bekwaamheid op HBO-niveau in de betrokken branche òf een gekwalificeerde vakvolwassen beroepsbeoefenaar met ruime ervaring in de betrokken branche Kennis van en inzicht in de gehanteerde standaard, in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC. Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheidsbevordering op EVC-gebied. 26

27 4.6.4 DE PROCESASSESSOR De procesassessor is verantwoordelijk voor het beoordelen van de aangeleverde bewijzen in het portfolio. Hij controleert of de bewijzen voldoen aan de in dit handboek geformuleerde eisen. De procesassessor dient dan ook op geen enkele andere manier een relatie te hebben met de kandidaat dan die welke noodzakelijk is voor een goede beoordeling. Tijdens het criteriumgericht interview met de kandidaat maakt de procesassessor aantekeningen en ziet hij erop toe dat de inhoudsassessor alle vragen naar aanleiding van het portfolio aan bod laat komen. De procesassessor is, samen met de inhoudsassessor, verantwoordelijk voor de onderbouwing van de beoordeling en voor het schrijven van het ervaringscertificaat volgens de normen van de kwaliteitscode EVC. De procesassessoren worden hierbij gecoacht door een ervaren inhoudsdeskundige. De procesassessor is minstens drie dagen voor het CGI klaar met zijn portfoliobeoordeling en stuurt deze beoordeling op naar de inhoudsassessor. De uitwerking van het CGI wordt uiterlijk binnen vijf weekdagen naar de procesdeskundige gestuurd. Competenties Beoordelen Observeren Interviewen Schriftelijk communiceren Bekwaamheidscriteria Kennis van en inzicht in de gehanteerde standaard, in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Verklaringen/certificaten van assessorentrainingen aangevuld met de workshop EVCmethodiek HaKa-Competent.nl Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie plus minimaal een halve dag deskundigheidsbevordering op EVC-gebied DE PROCESDESKUNDIGE Verantwoordelijkheden/taken De procesdeskundige speelt geen enkele rol bij de inhoudelijke beoordeling. Zijn rol is om te controleren of het certificaat aan een aantal zaken voldoet. Een belangrijk punt daarbij is een goede onderbouwing van de beoordeling door de assessor. Voordat een portfolio digitaal gearchiveerd wordt, voert hij een eindcontrole uit. Competenties Observeren Terugkoppelen/feedback geven 27

28 Schriftelijk communiceren Bekwaamheidscriteria HBO werk- en denkniveau Kennis van en inzicht in de EVC-procedure en de kwaliteitscode EVC Bekwaam blijven Jaarlijks minimaal een halve dag intervisie en een halve dag deskundigheidsbevordering op EVCgebied. 4.7 BUREAU HAKA (SECRETARIAAT) Verantwoordelijkheden/taken Het bureau HaKa is in opdracht van de coördinator HaKa-EVC verantwoordelijk voor administratieve en logistieke uitvoering van de EVC-procedures. Het bureau fungeert als EVC-loket voor organisaties, instellingen, bedrijven en individuele kandidaten die gebruik willen maken van EVC. Het secretariaat laat het de kandidaat weten, als er een wisseling van begeleider in het traject is. Het bureau archiveert de relevante documenten van kandidaten die deelnemen aan een EVCprocedure. 28

29 5. KWALITEITSZORG 5.1 KWALITEITSZORG HaKa hanteert een systeem voor kwaliteitszorg, dat gericht is op kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering. De kwaliteitsborging vindt plaats door het ontwikkelen en vastleggen van processen en procedures volgens de richtlijnen van de Kwaliteitscode EVC. Om continu te werken aan kwaliteitsverbetering werkt HaKa met een kwaliteitszorgcyclus, waarin een structurele planning van evaluaties, verbeteracties en implementatie van verbeteracties is opgenomen. De coördinator kwaliteitszorg is verantwoordelijk voor de planning en de uitvoering van de evaluaties. Op basis van de uitkomsten van deze evaluaties formuleert hij verbeteracties en overlegt deze met de directie. Na vaststelling van de verbeteracties in het teamoverleg zet hij de uitvoering van de verbeteracties in gang en bewaakt tevens de voortgang. De rapportages betreffende evaluaties en verbeteracties worden minimaal drie jaar door HaKa bewaard. Bij de evaluaties wordt ook een belangrijke input verwacht van de audits van de beoordelende organisatie Kiwa (zie 5.3). 5.2 KLACHTENPROCEDURE EN PROCEDURE BEZWAAR EN BEROEP Wat is een klacht? Een klacht is een uiting van ongenoegen van de kandidaat over het doen en laten van medewerkers van HaKa of over de gang van zaken tijdens een EVC-procedure. Een klacht kan over zaken gaan die volgens de kandidaat anders hadden moeten verlopen. Klachten worden altijd afgehandeld conform de klachtenprocedure. Deze is in te zien via de website ( Wat is bezwaar en beroep? Het kan ook voorkomen, dat een kandidaat het niet eens is met de inhoud van het ervaringscertificaat. In een dergelijk geval kan hij bezwaar aantekenen. Indien zijn bezwaar wordt afgewezen kan hij in beroep gaan bij een onafhankelijke beroepscommissie. Informatie over de klachtenprocedure en de procedure bezwaar en beroep is opgenomen in de Algemene Voorwaarden EVC. Deze voorwaarden zijn op de site van HaKa Nederland BV opgenomen. 5.3 VERANTWOORDING UITVOERING EVC-PROCEDURES Vanaf januari 2010 is de Onderwijsinspectie niet meer belast met het toezicht op de kwaliteit van EVCprocedures. Deze taak wordt overgenomen door een beperkt aantal beoordelende organisaties. HaKa heeft gekozen voor Kiwa Nederland B.V. te Goes. Kiwa beoordeelt bij een audit of de uitgevoerde EVC-procedures voldoen aan de normtekst van de Kwaliteitscode EVC. Op deze wijze legt HaKa verantwoording af over de kwaliteit van de uitgevoerde EVC-procedures. De beoordelende organisatie legt haar bevindingen van de audit vast in een beoordelingsrapport. 29

30 Het beoordelingsrapport wordt door HaKa ingediend bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). DUO bepaalt vervolgens of op basis van de deugdelijkheid van het beoordelingsrapport op de positief beoordeelde EVC-procedures een EVC-verklaring afgegeven kan worden. Een EVC-verklaring wordt afgegeven per branchestandaard. Een EVC-aanbieder heeft dan een erkenning voor de betrokken standaarden. Deze erkenning wordt opgenomen in het landelijk register. Met ingang van 1 januari 2014 geeft DUO alleen nog erkenningen af voor de duur van 18 maanden. Dit geldt zowel voor de entreetoetsen als voor de verlenging van de erkenning. 30

31 Bijlage A: Kwaliteitscode EVC BEOORDELINGSKADER EN NORMERING ONDERZOEK KWALITEIT EVC-PROCEDURES IN NEDERLAND CODE 1. DOEL Het doel van EVC is het zichtbaar maken, waarderen en erkennen van individuele competenties. Het erkennen van verworven competenties heeft een waarde in zichtzelf en draagt bij aan employability. EVC leidt in veel gevallen tot verdere loopbaangerelateerde persoonlijke ontwikkeling. 1.1 De EVC-aanbieder richt zijn EVC-procedures in om competenties van kandidaten te beoordelen aan de hand van een landelijke standaard en de erkenning die daarvan het resultaat is te vertalen in een overdraagbaar ervaringscertificaat. 1.2 Scholing en diplomering maken geen deel uit van EVC-procedures. 1.3 De EVC-aanbieder is verantwoordelijk voor iedere EVC-procedure waarvoor hij een ervaringscertificaat afgeeft. CODE 2. RECHTEN EVC beantwoordt aan de behoefte van het individu. Rechten en afspraken zijn duidelijk verwoord. 2.1 Informatie over EVC-procedures is vastgelegd, voor iedereen toegankelijk en bevat ten minste een beschrijving van de onderdelen van de procedure, de methode van onderzoek, een indicatie van de benodigde investering in tijd en middelen, de maximale doorlooptijd van een EVC-procedure, voorwaarden voor deelname en de rechten van de kandidaat. De kandidaat wordt helder voorgelicht over de waarde en mogelijkheden van het ervaringscertificaat. 2.2 De EVC-aanbieder neemt in zijn vastgelegde afspraken met de kandidaat de benodigde investeringen in tijd en middelen, de maximale doorlooptijd van de EVC-procedure, de toe te passen standaard(en) en de doelstelling(en) van de kandidaat op. Deze afspraken tussen kandidaat en EVC-aanbieder zijn voor aanvang van een EVC-procedure vastgelegd en door beide partijen ondertekend. 2.3 De EVC-aanbieder biedt iedere kandidaat de mogelijkheid tot een afsluitend gesprek met de EVC-aanbieder ter evaluatie van het EVC-traject. 2.4 De EVC-aanbieder waarborgt dat iedere kandidaat zich kan beroepen op een specifieke en deugdelijke klachtenprocedure. 2.5 De EVC-aanbieder rapporteert bevindingen uit een EVC-procedure uitsluitend aan de EVCkandidaat. Het mede verstrekken van bevindingen of het ervaringscertificaat aan derden vindt alleen plaats met schriftelijke toestemming van de kandidaat. 2.6 De EVC-aanbieder heeft, wanneer hij zijn bedrijfsactiviteiten beëindigt, de plicht om de kandi8daat de mogelijkheid te bieden het EVC-traject af te ronden. Overdracht naar een andere erkende EVC-aanbieder is mogelijk. 2.7 De EVC-aanbieder heeft, wanneer een EVC-verklaring komt te vervallen, voor de kandidaat die de EVC-procedure gestart is vóór het vervallen van de verklaring, de plicht om te borgen 31