Daarmee verklein je het voedsel en wordt er speeksel doorheen gemengd, zodat het een papje wordt.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Daarmee verklein je het voedsel en wordt er speeksel doorheen gemengd, zodat het een papje wordt."

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 3676 woorden 16 december ,9 175 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 1 Overeenkomst tussen organen en organenstelsel: Ze werken aan een bepaalde taak. Hoe maken cellen energie vrij: Door verbranding van energierijke voedingsstoffen, met name glucose. Glucose + zuurstof energie + koolstofdioxide + water Samenwerkende organenstelsels zodat cellen energie kunnen blijven maken: Bloedvatenstelsel: aanvoeren van zuurstof en glucose naar je cellen en afvoeren van koolstofdioxide en water. Ademhalingsstelsel: zuurstof uit de lucht opnemen en afgeven aan bloed en koolstofdioxide uit het bloed opnemen en afgeven aan de lucht. Verteringsstelsel: energierijke stoffen toto glucose afbreken en glucose aan het bloed afgeven. Uitscheidingsstelsel: water opnemen uit het bloed en afvoeren als urine. Zetmeel-enzym in speeksel Moutsuiker-enzym in dunne darmsap Glucose (druivensuiker) Eiwit-enzym in maagsap Enzym in alvleessap Enzym in dunne darmsap Aminozuren Verteren is: Het zo klein maken van voedingsstoffen dat het bloed ze kan opnemen. Hoe heten de stoffen in een verteringssap die het werk doen: Enzymen. Waarom is het gebit belangrijk voor de vertering: Daarmee verklein je het voedsel en wordt er speeksel doorheen gemengd, zodat het een papje wordt. De delen van het verteringsstelsel in de juist volgorden met de verteringssappen die erin vrijkomen: 1. mondholte (speeksel) 2. slokdarm 3. maag (maagsap) 4. twaalfvingerige darm (alvleessap) 5. dunne darm (darmsap) 6. dikke darm 7. endeldarm Pagina 1 van 12

2 Wat is het voordeel van het groot oppervalk van de dunne darm: Dan kunnen er veel voedingsstoffen tegelijkertijd worden opgenomen. Wat gebeurt er met de onverteerde stoffen uit voedsel: Die worden opgeslagen in de endeldarm en als die vol is uitgepoept. Op welke 2 manieren haal je adem: Borstademhaling: spieren trekken je ribben en borstbeen omhoog en naar voren. De borstholte met de longen wordt grote, lucht wordt naar binnen gezogen: je ademt in Buikademhaling: spieren aan de rand van het middenrif trekken het middenrif strak en plat. De borstholte met de longen wordt groter, lucht wordt naar binnen gezogen: je ademt in De weg van ingeademde lucht: 1. neusholte 2. luchtpijp 3. bronchie 4. luchtpijptakje 5. longtrechtertje 6. longblaasje Hoe wordt de ingeademde lucht in de neusholte gezuiverd: Grove deeltjes worden door haren in de neusgaten tegengehouden. Kleinere stofdeeltjes blijven plakken in het slijm van het neusslijmvlies. Hoe wordt de ingeademde lucht in de luchtpijp gezuiverd: Kleine stofdeeltjes blijven plakken in het slijm. De trilhaarcellen verplaatsen dit vuile slijm naar de keelholte. Daar wordt het ingeslikt. Wat is gas wisseling en waar in de longen vind het plaats: Zuurstof uit de ingeademde lucht komt in het bloed. Koolstofdioxide in het bloed gaat naar buiten. Dat gebeurt in de longblaasjes. Wat is het voordeel van het grote oppervlak van de longen: In korte tijd kan veel gaswisseling plaatsvinden Bloed transporteert voedingsstoffen: Door bloedplasma Bloed transporteert zuurstof: Door rode bloedcellen Wat zijn de verschillen tussen: Slagaders: dikke, gespierde wand, kloppen, kleppen bij het hart Haarvaten: zeer dunnen wand met kleine openingen Aders: dunne slappe wand, met kleppen over de hele lengte Waar worden stoffen afgegeven en opgenomen in het bloed: In de haarvaten van alle organen Route kleine bloedsomloop: hart-longslagader-longen-longader-hart Route grote bloedsomloop: hart-aorta-slagader-orgaan-ader-holle ader-hart Hoe verloopt 1 hartslag: 1. De boezems trekken samen (het bloed stroomt naar de kamers) Boezemsystole 2. De kamers trekken samen (het bloed stroomt in de longslagaders en aorta) kamersystole 3. De hartspier is ontspannen tijdens de hartpauze. Diastole (hartklep open, slagader klep dicht) Weefselvloeistof komt vandaan en waar vind je het in je lichaam: Het komt uit de haarvaten, het zit in de ruimte tussen de cellen. Het belang van weefselvloeistof voor de cellen: Cellen die niet in de buurt van een haarvat liggen kunnen toch stoffen opnemen uit en afstaan aan het weefselvloeistof. Hoe komt het weefselvloeistof terug in het bloed: Dat gaat direct naar het bloed in de haarvaten of gaat via lymfevaten naar het bloed. 2 taken lymfeknopen: 1. Vervoeren van lymfe;lymfeknopen vormen knooppunt tussen verschillende lymfevaten. Pagina 2 van 12

3 2. Opruimen van ziekte verwekkers en ongewenste stoffen. Waar komt lymfe in het bloed: In de ondersleutelbeenaders. Gaswisseling tussen lucht en bloed: In de longblaasjes gaat zuurstof vanuit ingeademde lucht naar het bloed. Hierbij dringt zuurstof door dunne darm van het longblaasje en het haarvat heen. De koolstofdioxide gaat juist vanuit het bloed, door wanden van het haarvat en longblaasjes, naar de longblaasjes. Bij uitademen gaat de koolstofdioxide met de uitgeademde lucht mee naar buiten. Bloedvaten bij kleine bloedsomloop: Rechter hartkamer - longslagader - haarvaten van de longen - longader - linker boezem (rechter harthelft - longen - linker harthelft) Bloedvaten bij grote bloedsomloop: Linker hartkamer - aorta - slangaders naar organen - haarvaten in de organen - aders van de organen - bovenste en onderste holle ader - rechter boezem (linker harthelft - rest lichaam - rechter harthelft) Rechter hartkamer = zuurstof arm Linker hartkamer = zuurstof rijk Recht boezem = zuurstof arm Linker boezem = zuurstof rijk Uitscheidingsstelsel Verteringsstelsel Bloedvatenstelsel Ademhalingsstelsel Spierstelsel Lymfe Lymfevatenstelsel Bloedvaten stelsel: Hart - Bloedvaten Pagina 3 van 12

4 Ademhalings stelsel: Luchtpijp - Long Verterings stelsel: Mondholte - Slokdarm - Lever - Maag - Dunnen darm - Dikke darm - Anus Van groot naar klein: Darmplooi - Darmvlok - Haarvat - Darmcel - Microvlok Inademen: Ribben zijn omhoog en naar voren gekanteld Middenrif is naar beneden getrokken Uitademen: Ribben zijn weer teruggezakt Middenrif is weer teruggeveerd Slagaders lopen vanaf het hart (links) (zuurstof rijk) (bloed stroomt snel) Aders lopen naar het hart (rechts) (zuurstof arm) (bloed stroomt heel langzaam) Haarvaten vervoeren bloed in organen (bloed stroomt langzaam) (afgifte van stoffen aan cellen, opnamen afvalstoffen van cellen) Boezems krijgen bloed van aders, en pompen dit in de kamers, hartkamers pompen bloed in slagaders Poortader - darmader Eerst trekken de boezems samen en dan de kamers Slagader kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terug naar de kamers stroomt. Hartkleppen (boezem-kamer kleppen) zorgen er voor dat het bloed niet terug in de boezems. Bovenste / onderste holle ader - rechter boezem Longslagader - linker boezem Rechter kamer - longslagader - longen Linker kamer - aorta - hele lichaam (behalve longen) In aders en lymfevaten komen kleppen voor. Hoofdstuk 2 Huid bestaat uit 3 delen: de opperhuid, de lederhuid en het onderhuids bindweefsel Opperhuid bestaat uit : hoorlaag en kiemlaag Functie huid: beschermen, constant houden lichaamstemperatuur Pagina 4 van 12

5 Huidlaag 1.opperhuid 2.lederhuid 3.onderhuidsbind weefsel Kenmerken/functies HL: slijt steeds af, bevat veel dode opperhuidcellen. KL: vult de hoorlaag van binnenuit aan, bevat veel delende cellen en pigmentvormende cellen Zitten in: haarzakjes met haren, talgklieren, zweetklieren, bloedvaten en zintuigen. Talg uit talgklieren houdt huid en haren soepel. Zweetklieren en bloedvaten zijn belangrijk bij het regelen van de lichaamstemperatuur Hierin zit vet in cellen opgeslagen Een wondje dicht zo snel mogelijk: de bloedstolling. Daar zorgen de bloedplaatjes en allerlei stollingseiwitten in het bloedplasma voor. Op de ruwe rand van een wondjes knappen de bloedplaatjes open. Er komt een stof vrij die een aantal reacties op gang brengt: 1 het beschadigde bloedvaatje vernauwt. Het bloedverlies neem daardoor af. 2 in de opening van de want van het bloedvaatje blijven bloedplaatjes kleven. Het bloedvaatje gaat voorlopig dicht. 3 de stollingseiwit fibrinogeen wordt omgezet in een netwerk van kleverige fibrinedraden. In dat netwerk blijven rode bloedcellen hangen. Nu kan er geen bloed meer uit het wondjes. Op de huid droog het netwerk met bloedcellen op: je hebt een korstje. Onder het korstje herstelt je huid en het korstje valt eraf. KoudWarm: -samengetrokken haarspiertjes-ontspannen haarspiertjes -lage zweetproductie-hoge zweetproductie -bleke huid-rode huid -warmte vasthouden-warmte afgeven -bloedvaatjes nauwer-bloedvaatjes wijder Vet in je onderhuids bindweefsel houdt ook warmte in je lichaam vast. Eelt: Op sommige plaatsen slijt je huid hel snel, bijv. de onderkant van je voeten. De cellen van de kiemlaag verhoornen sneller. Zo wordt de hoornlaag daar dikker. Likdoorn (eksteroog): Het eelt vorm dan een soort punt die op de kiemlaag en lederhuid drukt Blaar: Je belast een plek op je huid waar geen eelt zit. De hoornlaag en de kiemlaag laten daardoor van elkaar los. Tussen de twee lagen hop zich vocht op. Wrat: Een wrat ontstaat door een ziekteverwekker: het wratten virus. Het virus maakt stoffen, waardoor de cellen zich daar in de kiemlaag gaan delen. Daardoor ontstaat onschuldig gezwel. Moedervlek: Bij een moedervlek groeien veel cellen met pigment uit tot een onschuldig gezwel. Sproeten: Bij sproeten gaat een groepje gewone huidcellen opeens extra pigment maken. De verdedigers van je lichaam zij witte bloedcellen. Ze ontstaan in je beenmerg. Ze rijpen in de lymfeknopen en andere organen van je afweersysteem. Je hebt verschillende typen: Bacteriën eten: 1type witte bloedcel komt in actie als je een wondje hebt, waar vuil met bacteriën naar binnenkomt. Deze witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen. Witte bloedcellen nemen bacteriën op en verteren ze. Daarna gaan de witte bloedcellen dood. Etter en pus komen uit een ontstoken wondje het zijn verteerde bacteriën, dode witte bloedcellen en resten Pagina 5 van 12

6 van kapotte huid. Antistoffen maken: Andere witte bloedcellen maken afweerstoffen of antistoffen. Zo'n antistof werkt maar tegen 1 soort ziekteverwekker. Witte bloedcellen herkennen ziekteverwekkers aan stoffen (eiwitten) die aan de buitenkant van hun cel zitten. Deze stoffen op de cel heten antigenen. Elke witte bloedcel is gespecialiseerd in het herkennen van 1 type antigeen. Geheugencellen herkennen ziekteverwekker ze worden opgeslagen in je lymfeknopen. Je kunt op 2 manieren worden ingeënt: -de dokter spuit verzwakte antistoffen in je lichaam zodat je afweersysteem alvast afweerstoffen maakt. -de dokter geeft je een injectie met extra antistoffen. Kunstmatig gemaakt of uit dieren. Een ontvanger kan niet zomaar bloed krijgen van elke donor, dat komt doordat je afweersysteem vreemde bloedcellen probeert op te ruimen met antistoffen. Op de rode bloedcellen zitten antigenen. De belangrijkste zijn het A- B-antigeen. Rode bloedcellen bezitten of allebei de antigen, 1 van beide of geen. Daardoor zijn er ijver bloedgroepen. Je afweersysteem heeft antistoffen gemaakt tegen de antigenen die niet op je rode bloedcellen zitten. Antigeen B heb je antistof A. Antistof A komt in actie als je van een donor antigeen A krijgt. De antistof gaat vastzitten aan de bloedcellen met antigeen-a. Daardoor ontstaat bloedklontering. Je bent gezond als je lichaam op de juiste manier op veranderingen reageert. Bij het constant houden van de samenstelling van je bloed speelt de lever een belangrijke rol. De lever is sterk doorbloed. Via de leverslagader en via de poortader wordt bloed aangevoerd. De lever zorgt voor: opslag, afbraak, opbouw en omzetten van stoffen. Opslag Als er na de maaltijd veel glucose in het bloed zit, neemt de lever het teveel aan glucose op. De lever werkt overschotten weg en vult tekorten aan. Afbraak In de lever worden giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen afgebroken en omgezet. Een overschot aan aminozuren (bouwstenen en eiwitten) wordt ook afgebroken. Daarbij ontstaat ureum. Dat wordt later door de nieren uitgescheiden. Ook dode rode bloedcellen worden in de lever afgebroken. Omzetten en opbouw Van aminozuren worden weer nieuwe eiwitten gemaakt. Glucose kan worden omgezet in vet en andersom. De nieren voltooien het werk van de lever. De nieren verwijderen afvalstoffen uit je bloed. Die afvalstoffen bestaat uit: -afbraakproducten uit de lever, zoals ureum, medicijnen of alcohol -een overschot aan stoffen in het bloed, zoals zouten en vitamines -overbodige stoffen in je bloed, zoals kleurstoffen in cola of bietjes De nieren filteren de afvalstoffen uit het bloed. De afvalstoffen vormen samen met het water de urine. De nieren helpen mee op de samenstellen van je bloed constant te houden, door afval uit te scheiden. Longen, lever en huid spelen daarbij ook een rol. Uitscheiding betekent het verwijderen van giftige, overtollige en overbodige stoffen uit je bloed. Pagina 6 van 12

7 Dat het constant houden van de samenstelling van je bloed een ingewikkeld proces is, zie je aan de regeling van de hoeveelheid glucose. Dat wordt geregeld door hormonen. Hierboven zie je hoe dat gaat. Vlak na een maaltijd stijgt de hoeveelheid glucose in je bloed. Je alvleesklier geeft dan meer van het hormoon insuline af. Insuline regelt de opname van glucose vanuit je bloed in je cellen. Insuline regelt ook de opslag van glucose. Glucose wordt dan omgezet in glycogeen en dat wordt opgeslagen in je lever en spieren. Glycogeen is dierlijk zetmeel. Je alvleesklier maakt ook het hormoon glucagon. Deze regelt de glycogeen weer wordt omgezet in glucose als er een glucosedaling in je bloed is, bijvoorbeeld als je stevig sport. Zo krijgen je cellen steeds voldoende brandstof. Bij mensen met suikerziekte maakt de alvleesklier niet genoeg insuline. Suikerpatiënten plassen het overschot aan glucose uit. Regelstoffen als glucagon en insuline heten hormonen Glucagon-als er te weinig glucose is-zorgt dat glucose uit lever/spieren komt Insuline-als er teveel glucose is-cellen nemen glucose op dmv insuline Alvleesklier: meet glucose in het bloed vergelijkt dit met normale glucosegehalte. Teveel/te weinig glucose gaat de alvleesklier de hormonen insuline en glucagon afgeven. Insuline zorgt voor daling van glucose/glucagon zorgt voor stijging glucose. Dialyse apparaat: de bloedsomloop wordt erop aangesloten. Het bloed stroomt door honderden dunne buisjes. De wanden van de buisjes bestaan uit een dun vlies dat sommige stoffen doorlaat en andere niet. De dialyse vloeistof neemt de afvalstoffen op. CARA=Chronische Aspecifieke respiratoire Aandoeningen. Dat is een verzamelnaam voor drie ziekte aan de luchtwegen. 1.Astma: luchtwegen vernauwd veroorzaakt door het samentrekken van spiertjes in de wanden van de luchtpijp en de bronchiën. Daardoor moeilijke ademhaling. Ontstaan door: overgevoeligheid. 2.Chronische bronchitis:luchtwegen ontstoken veroorzaakt door ontsteking van de luchtpijp en bronchiën. Daardoor maakt het slijmvlies extra veel slijm. Omdat slijm kwijt te raken moet een bronchitis patiënt veel hoesten. Ook kan hij last krijgen van benauwdheid. Ontstaan door: ziekteverwekkers of door overgevoeligheid 3.Longemfyseem:longblaasjes verliezen elasticiteit. Longblaasje in de longen hebben rek vermogen verloren en het aantal longblaasjes is minder geworden. Daardoor kan lucht minder makkelijk de longen in- en uitstromen. Gevolg dat er minder zuurstof in het bloed komt: de opnamecapaciteit van de longen neemt dus af. Snel moe. Oorzaak: roken. Chronische ziekten: ziektes waar je je hele leven lang las van hebt. Dialyse apparaat: machine die de functie van de nier overneemt. Donornier: niet van een overledene, bestemd voor nierpatiënt. Kanker: cellen die doorgaan met delen Gezwel of tumor: groep cellen die niet meer ophouden met delen. Dit kan een orgaan ernstig verstoren en het orgaan uiteindelijk kapotmaken. Pagina 7 van 12

8 Gezondheid heeft ook te maken met hoe je je geestelijk voelt. Vette voeding, te veel alcohol en roken zijn de meest bekend ongezonde gewoontes. Die hebben vooral gevolgen voor je bloedvaten en je longen. -Bloedvaten Door te veel vet eten worden je bloedvaten nauwer. Aan de binnenkant van een bloedvat ontstaat een ophoping van vetachtige stoffen, met name cholesterol. Bloed stroomt minder goed door nauwe bloedvaten. Je hart pompt dan harder om het bloed toch door de bloedvaten te laten stromen. Dat merk je als hoge bloeddruk en je hart slijt sneller. Ophoping van cholesterol in slagaders van je hart geeft ernstige problemen. Door roken krijg je ook een hogere bloeddruk. De nicotine uit sigaretten laat de spiertjes in de wanden van de bloedvaten samentrekken.alcohol jaagt de bloeddruk ook omhoog. -Longen Vooral roken is ongezond voor je longen. Teer beschadigt de trilhaarcellen van je luchtwegen en de longblaasjes. Roken verhoogt bovendien de kans op het krijgen van longkanker. Ook andere organen hebben te lijden door ongezonde gewoontes. Vet eten: nauwer worden bloedvaten, hoge bloeddruk, hartinfarct. Roken: hoge bloeddruk, beschadiging van trilhaartjes van de luchtwegen, longemfyseem kans op longkanker. Drinken: overbelasting van de lever hoge bloeddruk beïnvloedt werking hersenen. Drugs gebruiken: 1 Stimulerende middelen: zenuwstelsel werkt sneller, wordt activer 2 Verdovende middelen: zenuwstelsel werkt langzamer, nergens druk om. 3 Bewustzijn veranderde middelen: zenuwstelsel werkt anders Softdrugs: korte termijn geheugen neemt af, nauwelijks geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid. Weinig effect op gezondheid. (marihuana en hasj) Harddrugs: geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid. Slecht voor je gezondheid (heroïne) Hoofdstuk 3 1. Stilstaande lucht geleidt warmte slecht dus het isoleert goed. 3 manieren om extra warmte af te staan: - meer warmte uitstralen ( Huid straalt warmte uit, vanuit het bloed, hoe wijder de bloedvaatjes,m hoe meer bloed erin stroomt en des te meer warmte de huid uitstraalt) - warmte afstaan door meer contact met lucht, grond of water ( In de wind te gaan staan, hijgen, het water in gaan, op een koude ondergrond gaan liggen) - warmte afstaan door verdamping ( Zweten, zweet verdampen haalt het de warmte van de huid) Tijdens de winterslaap is de lichaamstemperatuur lager, hartslagfrequentie daalt en de ademhalingsfrequentie daalt. Rui= als vogels in het voorjaar een dunner verenkleed krijgen. Pagina 8 van 12

9 2. Warmbloedig= constante lichaamstemperatuur Koudbloedig= lichaamtemperatuur aangepast aan de omgeving Hoe kleiner een dier des te groter zijn lichaamsoppervlak in verhouding tot zijn volume, en andersom. Dus koelt het sneller af. Planten in de woestijn overleven doorzuinig watergebruik. Ze hebben weinig of geen bladeren, weinig huidmondjes, behaard of dunne uitsteeksels. Daartussen staat de lucht stil. Hoe minder luchtstroming, des te minder verdamping uit de huidmondjes. Sommige plantensoorten zijn overdag de huidmondjes dicht: ze verdampen geen water en kunnen geen koolstofdioxide opnemen. 's Nachts staan de huidmondjes wel open. 3. Plantaardig voedsel is moeilijk te verteren. Dat komt door de celwanden van cellulose om de plantencellen. Die stof is moeilijk verteerbaar. Het verteren daarvan lukt wel goed als het voedsel lang genoeg in het verteringsstelsel blijft. Dierlijke voedsel is gemakkelijker te verteren. Dierlijke cellen hebben geen celwand. Vleeseters hebben in verhouding minder in hun buikholte dan planteneters dus hebben planteneters een dikkere buik. Planteneters-plooikiezen (zeefsnavel). Vleeseters-knipkiezen en hoektanden (haakvormige snavel). Alleseters-knobbelkiezen en snijtanden (spitse snavel). Vogels hebben geen tanden en kiezen. Zij gebruiken hun snavel voor het klein maken van het voedsel. In een gebied met veel muizen, zie je meestal ook veel torenvalken. De torenvalken kunnen in zo'n gebied veel jongen grootbrengen. Daardoor neemt het aantal torenvalken toe. Al die torenvalken eten muizen, waardoor het aantal muizen afneemt. Op een gegeven moment zijn er te weinig muizen in het gebied voor die torenvalken. De torenvalken trekken weg of sterven door voedselgebrek. Daardoor kan het aantal muizen in het gebied weer toenemen. Voedsel specialisten eten slechts één prooisoort. 4. Vissen halen zuurstof uit het water met kieuwen. Een vis heeft aan beide kanten meestal vier kieuwen in de kieuwholte, afgedekt met een kieuwdeksel. Elke kieuw bestaat uit een kieuwboog waaraan kieuwplaatjes vastzitten. Door de kieuwboog lopen bloedvaten van waaruit bloedvaten aftakken naar de kieuwplaatjes. In de kieuwplaatjes gaat het bloed rond haarvaten in de lamellen. Een vis ademt door het water in de kieuwholte te verversen. Dat gaat zo: 1. Vis opent bek. Bodem mond gaat omlaag. Vis neemt een hap water. Kieuwdeksels zijn gesloten. 2. Vis sluit bek. Bodem mond gaat omhoog. Kieuwdeksels gaan open. Water wordt langs de kieuwplaatjes naar buiten geperst. Zuurstof gaat vanuit het water naar het bloed in de lamellen en koolstofdioxide vanuit het bloed naar het water. Ademen van een wesp: Achterlijf gaat op en neer. In het achterlijf zitten sterk vertakte buizen gevuld met Pagina 9 van 12

10 lucht: tracheeën. Aan de zijkant van het achterlijf zitten kleine gaatjes: de stigmata. Door de stigmata komt er lucht in de tracheeën. De tracheeën zijn fijn vertakt. Zo kan er zuurstof uit de lucht bij alle cellen komen en gaat koolstofdioxide via de tracheeën en stigmata naar buiten. Door met spieren het achterlijf langer en korte te maken, ververst een insect luch in de tracheeën. Tracheekieuwen zijn dunne huiduitstulpingen over de stigma waardoor de gaswisseling met water mogelijk is. Diffusie= de verplaatsing van een stof van een plaats met hoge concentratie (water/lucht) naar een plaats met lage concentratie (bloed) van die stof. 5. Dieren voorkomen dat ze worden opgegeten door: camouflage (kleur/vorm), mimicry of samenwerken. Bij mimicry lijkt een onschuldig dier opeen ander, gevaarlijk dier, waardoor roofdieren afschrikken. Een zweefvlieg bijvoorbeeld lijkt heel veel op een wesp maar kan niet steken. Een soort sterft uit als er meer dieren sterven dan er geboren worden. 1. Waardoor houdt een vacht van haren, een verenkleed of een vetlaag een dier warm? De stilstaande luchtlaag en de vetlaag isoleren. 2. Wat is de oorzaak dat dieren in winterslaap of in winterrust gaan? Dan is er weinig voedsel, terwijl er door de kou juist extra verbranding nodig is. 3. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen winterslaap en winterrust? Overeenkomsten: lichaamstemperatuur, hartslagfrequentie en ademhalingsfrequentie dalen. Verschillen: winterrust heeft onderbrekingen, winterslaap niet. 4. Noem drie kenmerken waarop dieren extra warmte kunnen afstaan. - Meer warmte uitstralen - Warmte afstaan door meer contact met lucht, grond of water. - Warmte afstaan door verdam ping. 5. Noem 2 manieren waarop dieren warmte kunnen vermijden. - Wegkruipen voor de zon - Verplaatsen naar schaduwplekken. 6. Wat is de functie van verharen en ruien? Een dikke vacht of dik verenkleed vervangen door een dunnere vacht of dunner verenkleed die beide minder goed isoleren 1. Wat is het verband tussen het volume van een dier en zijn lichaamsoppervlak Hoe kleiner een dier des te groter zijn lichaamsoppervlak in verhou ding tot zijn volume 2. Vergelijk gelijksoortige dieren in een koud en een warm klimaat en noem vier aanpassingen in lichaamsbouw. Aanpassing: afmeting vacht oorschelpen poten poolvos : groter dikker kleiner korter woestijnvos: kleiner dunner groter langer 3. Waarop zijn woestijnplanten aangepast? Noem 4 voorbeelden van aanpassingen in de bouw van Pagina 10 van 12

11 deze planten. Ze zijn aangepast op zuinig watergebruik. 1. kleine of geen bladeren 2. weinig huidmondjes 3. behaard 4. dunne uitsteeksels 1. Waardoor is plataardig voedsel moeilijker verteerbaar dan dierlijk voedsel? De cellulose in de celwanden is moeilijk te verteren. 2. Noem van planteneters, vleeseters en alleseters de kenmerken van hun verteringsstelsel. planteneters: lang verteringsstelsel - plooikiezen vleeseters: kort verteringsstelsel - scherpe hoektanden en knipkiezen alleseters: middellang verteringsstelsel -snijtanden en knobbelkiezen 3. Noem 3 voorbeelden van snavelvormen. Beschrijf voor welk voedsel elke snaveltype geschikt is. zeefsnavel: drijvende water planten en ander voedsel uit water zeven haaksnavel: prooi verscheuren 3 spitse snavel: plantaardig en dierlijk voedsel eten (bessen, wormen, insecten) 4. Beschrijf het verband tussen aantal prooidieren en het aantal roofdieren in een bepaald gebied in de loop van de tijd. Veel prooidieren: de roofdieren brengen veel jongen groot. Aantal roofdieren neemt daardoor toe: er worden meer prooidieren gevangen. Aantal prooidieren neemt daardoor af: er ontstaat voedselgebrek voor roofdieren. Aantal roofdieren neemt daardoor af: minder prooidieren gevangen; hun aantal neemt weer toe. 5. Wat betekent de term voedselspecialist? Dat het roofdier maar één prooisoort eet. 1. Beschrijf hoe vissen water langs hun kieuwen laten stromen. Vis neemt hap water, kieuwdeksel gesloten ---> vis sluit bek, kieuwdeksels open -> water stroomt langs kieuwen naar buiten. 2. In welke onderdeel van de kieuwen is sprake van tegenstroomprincipe? Wat is het voordeel van het tegenstroomprincipe? Bij de lamellen op de kieuwplaatjes. Daardoor verloopt de gaswisseling beter. 3. Met welke organen halen insecten adem? Tracheeën 4. Hoe verversen landinsecten lucht in hun ademhalingsorganen? Door met spieren het achterlijf langer en korter te maken. 5. Noem 2 manieren waarop insecten die onder water leven ademhalen. 1 Tracheekieuwen 2 Adembuis 1. Noem 3 gevaren voor dieren in de vrije natuur. Pagina 11 van 12

12 1.Opgegeten worden 2. Ziek worden 3. Ingrijpen mens in de natuur 2. Op welke 4 manieren kunnen dier voorkomen dat ze worden opgegeten? 1. Camouflage door kleur 2. Camouflage door vorm 3. Mimicry 4. Samenwerken 3. Waaraan sterven huis- en dierentuindieren veel vaker dan dieren in het wild? Waardoor komt dat? Aan ouderdom. Ze krijgen goede verzorging en voldoende voedsel. Pagina 12 van 12

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het Samenvatting door R. 1946 woorden 10 maart 2016 7 37 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Bio samenvatting H9 9.1 WAT WORDT ER BINNENIN JE LICHAAM GEREGELD? Je lichaam probeert vanbinnen om constant

Nadere informatie

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting door K. 1464 woorden 10 december 2012 5,6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 8.1 Het werkt! Hoe werkt je lichaam? Organen: delen van het lichaam

Nadere informatie

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave Werkstuk door E. 1687 woorden 25 juni 2006 6.9 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Inhoudsopgave Het Bloed De Bloedsomloop De bloedvaten Uitscheiding De Hartslag Weefselvloeistof

Nadere informatie

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 8.1 Het werkt! Organen zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak (hart, longen, darmen, enzovoort). De meeste organen liggen in je romp. Je kan de romp verdelen

Nadere informatie

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden 1 gaswisseling bij dieren Ademhaling: opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Een ander woord voor ademhaling is gaswisseling. Zuurstof is nodig voor de verbranding. Koolstofdioxide komt bij

Nadere informatie

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.

Nadere informatie

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel.

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel. Samenvatting door een scholier 1873 woorden 16 november 2006 6,2 205 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Nectar Hoofdstuk I par. 1 t/m 4 Par 1. ORGANEN EN ORGAANSTELSELS Orgaan = deel van lichaam

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9: Gezondheid Samenvatting door W. 2014 woorden 16 mei 2013 6,4 26 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Goed geregeld Wat wordt er binnenin je lichaam geregeld?

Nadere informatie

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1 Boekverslag door K. 1704 woorden 10 mei 2005 6.5 317 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 Opdracht 1 1) Bloedplasma bestaat uit 90% water, opgeloste stoffen als zouten, zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide,

Nadere informatie

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed? Naam: BLOEDSOMLOOP Bloed Een volwassen persoon heeft 5 á 6 liter bloed. Dat bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen (rode en witte) en bloedplaatjes. Als bloed een paar dagen heeft gestaan, zakken de

Nadere informatie

Korsakow-Syndroom = Minder denkvermogen, geheugenverlies, veranderingen in het gedrag als gevolg van alcohol

Korsakow-Syndroom = Minder denkvermogen, geheugenverlies, veranderingen in het gedrag als gevolg van alcohol Samenvatting door K. 2114 woorden 21 november 2016 3.9 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 5 Paragraaf 1 Korsakow-Syndroom = Minder denkvermogen, geheugenverlies, veranderingen in

Nadere informatie

7. Het gebit De bouw van het gebit Tanden en kiezen noem je gebitselementen. kroon. wortel

7. Het gebit De bouw van het gebit Tanden en kiezen noem je gebitselementen. kroon. wortel Samenvatting biologie voeding en vertering 5tm9 5 eerlijk zullen we alles delen Ondervoeding Vooral in ontwikkelingslanden Oorzaken - Doordat er geen voedsel is - Doordat ze niet genoeg voedsel kunnen

Nadere informatie

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari 2003 5,2 202 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1; samenstelling van bloed Opdr.1 1. Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en plaatjes 2.

Nadere informatie

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling Gaswisseling Ademhaling Het lichaam heeft energie nodig, die door de aerobe dissimilatie wordt geleverd. Voor verbranding hebben de cellen zuurstof nodig. Na de verbranding geven de cellen koolstofdioxide

Nadere informatie

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets Gaswisseling Samenvatting voor de toets Inhoudsopgave Gaswisseling bij verschillende diergroepen Ademhalingsstelsel Route van ingeademde lucht Longblaasjes en haarvaten Huig en strotklepje Ribademhaling

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Deel 2: 10.1 en 10.2

Antwoorden Biologie Deel 2: 10.1 en 10.2 Antwoorden Biologie Deel 2: 10.1 en 10.2 Antwoorden door een scholier 1826 woorden 13 maart 2011 7,2 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10 Dieren en planten 10.1 Eten 10.1 Paragraaf 2 a planteneters

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling

Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling Samenvatting door een scholier 1875 woorden 28 januari 2004 5 52 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur- en scheikunde actief Pw Biologie: Thema 2: Verbranding

Nadere informatie

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof Biologie Samenvatting Hoofdstuk 1 1. Wat is verbranding? Brandstof: Stof die verbrandt Energie: Komt vrij tijdens verbranding --> Beweging, Warmte, Licht Verbrandingsproducten: De stoffen die ontstaan

Nadere informatie

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie)

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie) Samenvatting door S. 894 woorden 27 januari 2014 9,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Zie bijlage (rechts) voor de afbeeldingen. Biologie Samenvatting Hoofdstuk 1 1. Wat is verbranding?

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels Werkstuk Biologie Lichaamstelsels Werkstuk door een scholier 2239 woorden 10 oktober 2005 3,8 23 keer beoordeeld Vak Biologie Ademhaling Als je inademt, dan neem je zuurstof uit de lucht op. Als je uitademt,geef

Nadere informatie

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2 Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni 2016 7,9 21 keer beoordeeld Vak Biologie Basistof 2 Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. Het hart pompt het bloed

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk

Samenvatting Biologie Hoofdstuk Samenvatting Biologie Hoofdstuk 10.1-10.5 Samenvatting door Dave 2329 woorden 1 februari 2018 7,5 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10.1 Om in leven te blijven zijn er verschillende lichaamsprocessen

Nadere informatie

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari 2014 4,3 5 keer beoordeeld Vak Biologie Bloed bestaat uit bloedplasma, in het bloedplasma drijven bloedcellen en bloedplaatjes. Waar bestaat bloedplasma

Nadere informatie

Samenvatting Biologie hoofdstuk 10

Samenvatting Biologie hoofdstuk 10 Samenvatting Biologie hoofdstuk 10 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 8 april 2018 3,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10.1 goed geregeld Wat gebeurt er in je lichaam? Omstandigheden

Nadere informatie

Paragraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

Paragraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte Paragraaf 6.1 en 6.2 1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving Homeostase In stand houden van het interne milieu opperhuid Bovenste laag van de huid chitine Koolhydraat

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting door Babette 935 woorden 2 november 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Doelstelling 1 Brandstof : de stof die verbrandt Verbrandingsproducten:

Nadere informatie

Uitscheiding en afweer

Uitscheiding en afweer Uitscheiding en afweer De lever: slokdarm galblaas maag 12-ving. darm dunne darm ligging van de lever Functies van de lever: bloedsuikerspiegel (glucosegehalte in bloed) op peil houden overtollige eiwitten

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari 2005 6 79 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 practicum 1 de vlam die gaat uit als ik het potje over de kaars heen zet

Nadere informatie

Praktische opdracht. klas 2 atheneum

Praktische opdracht. klas 2 atheneum 1 Praktische opdracht klas 2 atheneum Expert opdrachten gaswisseling, bloed en bloedsomloop http://www.bioplek.org/2klas/2klasexpertgasbloed/2klasgasbloedinhoud.html Vragen over de posters 2 Het is mogelijk

Nadere informatie

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november 2009 5,2 25 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Hoofdstuk 2 Verbranding en ademhaling bs.1 Verbranding Wat is verbranding?

Nadere informatie

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Bloedplaatjes bevatten hemoglobine. 2. Het gehalte koolstofdioxide

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen? Computeropdracht Bloedsomloop Basisstof 2, 3 en 5 Ga naar biologiepagina.nl > Havo 5 > Bloedsomloop > PC- les > computerles 1 Bekijk de animaties zorgvuldig en maak de opdrachten in de opgegeven volgorde,

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Transport

Examen Voorbereiding Transport Examen Voorbereiding Transport Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 5 Transport Begrippenlijst: Begrip Enkelvoudige bloedsomloop Dubbele bloedsomloop Kransslagaders Aorta Hartkleppen Halvemaanvormige

Nadere informatie

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. Zeven organen van een normale bloedsomloop zijn: Hoofd longen hart lever darm nieren benen 1. Van de zeven

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Transport

Samenvatting Biologie Transport Samenvatting Biologie Transport Samenvatting door een scholier 1385 woorden 5 april 2006 8,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk Transport Basisstof 1: De bloedsomloop Bloedsomloop:

Nadere informatie

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen Samenvatting door Jurre 1255 woorden 16 juni 2015 6,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Hart en bloedsomloop Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder -->

Nadere informatie

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces). Samenvatting door J. 2603 woorden 19 maart 2013 7,1 17 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jou- Havo5- Thema 5: Transport 5,1 De bloedsomloop Bij eencellige dieren transport

Nadere informatie

slagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand

slagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand Paragraaf 4.1 en 4.2 Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving ader Bloedvat waarin bloed richting het hart stroomt slagader Bloedvat waarin het bloed van het hart afstroomt

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P? Examentrainer Vragen Vertering 1p 1 In de afbeelding worden organen van het verteringsstelsel weergegeven. Enkele van deze organen produceren verteringssappen met enzymen. Een orgaan is aangegeven met

Nadere informatie

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/60187

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/60187 Auteur Bea Fricova Laatst gewijzigd 26 juni 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/60187 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Hersenen sturen via het zenuwstelsel een boodschap naar een of meerdere organen

Hersenen sturen via het zenuwstelsel een boodschap naar een of meerdere organen Samenvatting door Marije 2639 woorden 2 april 2014 6,5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10.1 Regelingen in je lichaam Processen in je lichaam (zoals de vorming van nieuwe cellen of de omzetting

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 4:

Samenvatting Biologie Thema 4: Samenvatting door L. 717 woorden 19 juni 2013 4,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Thema 4: Zintuig Ligging Prikkel Waarneming Gezichts~ In de ogen Licht Zien

Nadere informatie

Gunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2

Gunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2 Samenvatting door Jacomijn 1410 woorden 20 maart 2018 6,2 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie H13 Gaswisseling en uitscheiding 13.1 Ademen Ingeademde lucht bestaat uit:

Nadere informatie

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting door L. 718 woorden 5 maart 2016 7,9 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Voedingsstoffen à stoffen die je lijf nodig heeft Voedingsmiddelen

Nadere informatie

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli 2001 5,9 68 keer beoordeeld Vak Biologie Dit biologiewerkstuk gaat over longziekten en speciaal over taaislijmziekte. Dit is naar aanleiding van de video

Nadere informatie

CONTACTUREN PER WEEK3 X 50 MINUTEN PER WEEK OMSCHRIJVING LESSTOF

CONTACTUREN PER WEEK3 X 50 MINUTEN PER WEEK OMSCHRIJVING LESSTOF PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITINGKLAS 4 VAK: : Biologie KLAS: : 4NIVEAU:BASIS STUDIEJAAR :2017-2018 METHODE :Biologie voor jou CONTACTUREN PER WEEK3 X 50 MINUTEN PER WEEK P Periode en datum C Code van

Nadere informatie

Ademhalingsstelsel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ademhalingsstelsel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73603 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

2,7. Samenvatting door Niels 1791 woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

2,7. Samenvatting door Niels 1791 woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door Niels 1791 woorden 6 december 2017 2,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BIO Hoofdstuk 2 voeding en vertering samenvatting/opdrachten paragraaf 1 bouwstof! Voedingsmiddelen

Nadere informatie

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 4VMBO- B Deel 1 en 2 KLAS: 4 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 4VMBO- B Deel 1 en 2 KLAS: 4 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 2015-2016 NIVEAU BASIS VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 4VMBO- B Deel 1 en 2 KLAS: 4 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 uten per week P periode

Nadere informatie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? De lever is gelegen in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven links C. Onder rechts D. Onder links Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? A. De aorta B. De holle

Nadere informatie

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen. 4BASISSTOF De 2 havo vwo bloedvaten thema 3 De bloedsomloop opdracht 18 Vul het schema in. Kies bij 1 uit: van de organen weg naar het hart toe van het hart weg naar de organen toe. Kies bij 2 uit: hoog

Nadere informatie

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Roken

Werkstuk Biologie Roken Werkstuk Biologie Roken Werkstuk door een scholier 2032 woorden 26 mei 2006 7,7 23 keer beoordeeld Vak Biologie HOOFDSTUK 1 WERKING VAN HET HART, DE LONGEN EN DE BLOEDSOMLOOP 3 DE WERKING VAN HET HART:

Nadere informatie

7,4. Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie 10.1 goed geregeld. Wat gebeurt er in je lichaam?

7,4. Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie 10.1 goed geregeld. Wat gebeurt er in je lichaam? Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari 2018 7,4 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie 10.1 goed geregeld Wat gebeurt er in je lichaam? Om te blijven leven zijn er verschillende

Nadere informatie

Gaswisseling Uitscheiding

Gaswisseling Uitscheiding Examen Voorbereiding Gaswisseling Uitscheiding Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 6 Gaswisseling en Uitscheiding Begrippenlijst: Begrip Trilhaarepitheel Bronchiën Bronchiolen Longblaasjes Hemoglobine

Nadere informatie

DE HUID. 1 Bouw en functie

DE HUID. 1 Bouw en functie DE HUID 1 Bouw en functie De huid is het grootste orgaan van je lichaam.het is ook een soort "visitekaartje". Vandaar dat je je huid goed moet verzorgen. Je huid beschermt je tegen beschadiging, infecties,

Nadere informatie

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent

Nadere informatie

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden

1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden Paragraaf 5.1 1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden 2. a) Huid, longen, nieren en lever b) Water c) Huid: zouten, Longen: CO 2, Nieren: Ureum,

Nadere informatie

Spreekbeurtpakket - organen

Spreekbeurtpakket - organen Spreekbeurtpakket - organen Inleiding spreekbeurt voor de leerling: de organen De voorbereiding van de spreekbeurt over organen: 10 tips 1. Start met het verzamelen van materiaal. Heel veel over de organen

Nadere informatie

Samenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.

Samenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed. SAMENVATTING Samenvatting doelstelling 1 Je moet de bestanddelen van bloed kunnen noemen met hun kenmerken en functies. Bloed bestaat uit bloedplasma (± 55%) en uit bloedcellen en bloedplaatjes (± 45%).

Nadere informatie

Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1

Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1 Samenvatting door een scholier 2022 woorden 18 maart 2007 6.5 100 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Ademhaling Hier boven zie je het ademhalingsstelsel van de mens. Bij

Nadere informatie

Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering

Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering https://www.scholieren.com/verslag/106187 Boekverslag door Anoniem 860 woorden 16 april 2017 Samenvatting Hoofdstuk 2 Voeding en vertering Pagina {PAGENO} van {nb} Vak Biologie 6.5 7 keer beoordeeld 2.1

Nadere informatie

Spijsverteringsstelsel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/88213

Spijsverteringsstelsel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/88213 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 december 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/88213 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten

Mitochondriële ziekten Mitochondriële ziekten Spijsvertering NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de

Nadere informatie

5,5. Verslag door A woorden 2 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Basisstof 1 : Wat is verbranding?

5,5. Verslag door A woorden 2 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Basisstof 1 : Wat is verbranding? Verslag door A. 2709 woorden 2 maart 2014 5,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 : Wat is verbranding? Een auto kan rijden doordat er in de motor benzine wordt verbrand,

Nadere informatie

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan.

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan. Herhalingsles Het lichaam Ademhaling Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan. Als we ademen, stroomt er lucht binnen in ons lichaam. Welke weg legt deze lucht af? Vul het schema aan.

Nadere informatie

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig!

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig! N KIJKJ IN J HART Kijk, zo klopt het! Het hart van een volwassene pompt zó hard dat het in één dag een tankwagen van wel 7.000 liter kan vullen. n het hart van een kind? Dat krijgt in één dag een tankwagen

Nadere informatie

Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Dat kan een cel zijn maar het kunnen ook heel veel cellen zijn.

Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Dat kan een cel zijn maar het kunnen ook heel veel cellen zijn. Planten... 1 1.2 Fotosynthese... 1 1.3 Uitwisseling... 2 2 Dieren... 7 Gaswisseling Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Dat kan een cel zijn maar het kunnen ook heel veel cellen zijn. Al die

Nadere informatie

Dieren ademen hv12. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62522

Dieren ademen hv12. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62522 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 14 juni 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62522 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen).

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen). Samenvatting door een scholier 1591 woorden 28 november 2017 8,5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1: hart en bloedsomloop Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig

Nadere informatie

5,8. Bs 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Samenvatting door een scholier 1678 woorden 31 oktober keer beoordeeld.

5,8. Bs 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Samenvatting door een scholier 1678 woorden 31 oktober keer beoordeeld. Samenvatting door een scholier 1678 woorden 31 oktober 2012 5,8 19 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Bs 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen Alle producten die je eet of drinkt en

Nadere informatie

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen? Samenvatting door Y. 1076 woorden 27 januari 2015 8,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen? Onze huid

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting door een scholier 751 woorden 30 mei 2017 8,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3 organen en cellen iets uitleg voorbeelden

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Hart- en vaatziekten voor Marokkaanse Nederlanders Zorg goed voor uw hart Zorg goed voor uw hart Deze folder gaat over gezondheid en hart- en vaatziekten. Eerst vertellen we wat hart- en vaatziekten zijn.

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam Werkstuk door een scholier 1888 woorden 29 januari 2006 7,1 80 keer beoordeeld Vak Biologie Mijn werkstuk gaat over het menselijk lichaam. Na veel zoeken en nadenken

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Hart- en vaatziekten voor Nederlanders Zorg goed voor uw hart Zorg goed voor uw hart Deze folder gaat over gezondheid en hart- en vaatziekten. Eerst vertellen we wat hart- en vaatziekten zijn. Daarna vertellen

Nadere informatie

Examen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2005 tijdvak 12 woensdag dinsdag 21 9 mei juni 13.30 11.30-15.00 13.00 uur BIOLOGIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

Examen VMBO-KB 2005 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een bijlage.

Examen VMBO-KB 2005 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een bijlage. Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur BIOLOGIE CSE KB Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een bijlage. Dit examen bestaat uit 49 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 55

Nadere informatie

Examen VMBO-BB 2006 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 30 mei 9.00 10.30 uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Examen VMBO-BB 2006 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 30 mei 9.00 10.30 uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer Examen VMBO-BB 2006 tijdvak 1 dinsdag 30 mei 9.00 10.30 uur BIOLOGIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 33 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak. Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten Samenvatting door J. 1049 woorden 5 januari 2017 5,1 13 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 7.1 Eten Eet iedereen hetzelfde? Eetgewoontes hangen van verschillende

Nadere informatie

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed?

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed? Alles over de bloedziekten PNH & AA Wat is bloed? Binnenin je lichaam zit een rode vloeistof. Dat is je bloed. Bloed is erg belangrijk voor je lichaam, het zorgt voor vervoer van stoffen, voor de warmte

Nadere informatie

hart longen Werkboekje van...

hart longen Werkboekje van... & hart longen Werkboekje van... Woordveld woordveld Hart & Longen adem in, adem uit adem in, adem uit Om goed te kunnen werken heeft het lichaam zuurstof nodig. De ademhaling zorgt dat je lichaam zuurstof

Nadere informatie

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES 1 LEZEN Iemand van jullie groepje leest titeltje A rode bloedlichaampjes op de leesfiche voor. 2 OPDRACHT MAKEN Maak opdracht 1 in de werkbundel 3 LEZEN Iemand anders van

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Mitochondriële ziekten Spijsvertering

Mitochondriële ziekten Spijsvertering Mitochondriële ziekten Spijsvertering Deze folder maakt deel uit van een serie over mitochondriële aandoeningen. In deze folder leest u meer over de spijsvertering en de spijsverteringsorganen. Inleiding

Nadere informatie

SAMENVATTING BIOLOGIE SE WEEK 2

SAMENVATTING BIOLOGIE SE WEEK 2 Samenvatting door een scholier 2729 woorden 10 maart 2017 7,9 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou SAMENVATTING BIOLOGIE SE WEEK 2 Thema 5-voeding en vertering 5.1 Voedselproductie

Nadere informatie

Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari keer beoordeeld

Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari 2007 6 159 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave: BLZ 1 Inhoudsopgave BLZ 2 Inleiding BLZ 3 Hoofdstuk 1: Waar zit wat bij het hart? BLZ 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

2 soort eter planteneter vleeseter alleseter tanden afbijten van het voedsel. snijtanden voor het afbijten van het voedsel

2 soort eter planteneter vleeseter alleseter tanden afbijten van het voedsel. snijtanden voor het afbijten van het voedsel Nectar 4 e editie, leerjaar 2/3, havo/vwo Uitwerkingen Hoofdstuk 11 Dieren en planten DO-IT 11.1 Wat eet dit dier? 1 a eigen antwoord b eigen antwoord 2 soort eter planteneter vleeseter alleseter tanden

Nadere informatie

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1 1. Wat is de kleinste levende eenheid van een organisme? A) Een cel. B) Een orgaan. C) Een weefsel. 2. Bij welke levensverrichting van de cel speelt chromatine een belangrijke rol? A) Bij de prikkelbaarheid.

Nadere informatie

Samenvatting Voeding en Vertering Biologie voor Jou VMBO 4. M.b.v. melkzuurbacteriën kun je melk omzetten in yoghurt Kaas en zuurkool

Samenvatting Voeding en Vertering Biologie voor Jou VMBO 4. M.b.v. melkzuurbacteriën kun je melk omzetten in yoghurt Kaas en zuurkool Samenvatting Voeding en Vertering Biologie voor Jou VMBO 4 5.1 Voedselproductie m.b.v. bacterie: M.b.v. melkzuurbacteriën kun je melk omzetten in yoghurt Kaas en zuurkool Voedselproductie m.b.v. schimmel:

Nadere informatie

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 2. Wat zijn vegetatieve verrichtingen van de cel? A) Beweging en prikkelbaarheid. B) Prikkelbaarheid

Nadere informatie