Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!"

Transcriptie

1 Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde Studiejaar Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: adres: Juli FO Team Ondersteuning & Relatiemanagement Plaats: Uw kenmerk: Telefoonnummer: Bijlagen: Leeuwarden Start studiejaar Onderwerp: Informatie start studiejaar Beste student (e), Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! De startbijeenkomst Graag nodigen wij je uit voor de startbijeenkomst op dinsdag 28 augustus in Groningen, gebouw Eemsgolaan 17 of op donderdag 30 augustus in Leeuwarden, gebouw NHL, lokaal G3025. Aanvangstijd beide lesplaatsen: uur. Het is heel belangrijk dat je daar bij aanwezig bent, want je krijgt dan belangrijke informatie over zaken die dit studiejaar voor jou relevant zijn. StudyStart Nog net voor je vakantie willen we je graag uitnodigingen voor een hogeschoolbreed welkom StudyStart Werken & Studeren. Maandag 3 september 2018 ben je vanaf uur van harte welkom. Laat je o.a. inspireren door Jaap Bressers en doe mee aan grensverleggend netwerken onder het genot van een hapje en een drankje. Voor een energievolle start! Aanmelden Klik op onderstaande link voor aanmelding voor de StudyStart Werken & Studeren op maandag 3 september: INFORMATIE & AANMELDEN Start collegejaar/lesrooster Het nieuwe studiejaar begint in de week van 3-7 september Vóór de start van het studiejaar word je nog geïnformeerd waar je de roostergegevens kunt vinden. Het lesrooster is beschikbaar vanaf maandag 27 augustus. Let op: het rooster kan per week verschillen.

2 Opleidingsspecifieke informatie In de bijlage vind je het voorlopige moduleoverzicht van je opleiding. Dit overzicht krijg je in de definitieve vorm en aangevuld met diverse bijlagen bij de start van je studie. Achter het moduleoverzicht vind je een korte toelichting op het aanvragen van standaardvalidering. Ook daarover en over meer vormen van validering krijg je eind augustus uitgebreide informatie. Inschrijving voor de opleiding Onderneem actie wanneer je inschrijving nog niet definitief is! Inschrijving is mogelijk tot en met 31 augustus Je moet je inschrijving zelf regelen via Op de site van de NHL Stenden Hogeschool kun je via Menu onder Studeren bij NHL Stenden/ Inschrijven voor een opleiding informatie vinden over de inschrijfprocedure. Locaties NHL Stenden Informatie over de bereikbaarheid van onze locaties vind je via deze link op onze website Activeren NHL Stenden-account Je krijgt van NHL Stenden Hogeschool een gebruikersnaam (het wachtwoord maak je zelf), waarmee je toegang kunt krijgen tot de verschillende ICT-diensten van de NHL Stenden Hogeschool. Als nieuwe student is het belangrijk dat je zorgt dat je dit account activeert. Informatie hierover vind je op Blackboard Blackboard is de digitale leeromgeving van NHL Stenden Hogeschool. Tijdens de startbijeenkomst van je opleiding hoor je hoe je met je NHL Stenden account kunt inloggen en de informatie en modules van je opleiding kunt vinden. Mocht je nog vragen of opmerkingen hebben, dan kun je terecht bij het Studentloket via telefoonnummer (058) of via Tijdens de zomervakantie zijn zij geopend van uur. We wensen je een prettige vakantie en graag tot ziens bij de start van het nieuwe studiejaar. Met vriendelijke groet, Namens Tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde Team Ondersteuning & Relatiemanagement Bijlage: - moduleoverzicht Pagina 2 van 2

3 Flexibele Deeltijdopleiding Leraar Wiskunde 2 e graad Moduleoverzicht juli 2018 (wijzigingen voorbehouden, meer bijlagen bij start studiejaar)

4 Inleiding In dit document vind je een overzicht van de modules van de opleiding tot leraar wiskunde in de flexibele deeltijdvariant. Bij de start van het studiejaar krijg je dit document met nog meer bijlagen (met vormen van validering, werkplekleren, praktische zaken e.d.) Deze inleiding geeft in vogelvlucht een beeld van flexibel onderwijs. Maar de enige manier om te ontdekken wat het precies inhoudt, is het zelf te ervaren en er over mee te denken. We hopen dat we als opleiding, studenten en werkveld al doende van en met elkaar kunnen leren en op die manier de opleiding steeds flexibeler kunnen maken. Flexibilisering deeltijd NHL Stenden Hogeschool neemt deel aan de Pilot Flexibilisering 1 van het ministerie OCW. De pilot is onderdeel van een breder experiment met flexibilisering van onderwijs waarin OCW, NVAO en Onderwijsinspectie de verschillende ontwikkelingen volgen en bewaken. De tweedegraads lerarenopleidingen van NHL Hogeschool zijn vanaf september 2017 gestart met het flexibiliseren van de opleidingen, in de zin van werken met leeruitkomsten, leerwegonafhankelijke toetsing en validering. Vanuit de lerarenopleidingen gezien is deelname aan de Pilot Flexibilisering ook interessant vanwege het opdoen van ervaring met vormen van gepersonaliseerd leren, zoals dat in het hele onderwijswerkveld ook in toenemende mate speelt. Opleidingsprogramma s gaan in de regel bij de beschrijving van de inhoud uit van vragen als: welke kennis dragen we over, hoe toetsen we of de student die kennis voldoende beheerst en hoe plannen en organiseren we het onderwijs? Het zijn beschrijvingen van onderwijs die hoofdzakelijk verwijzen naar wat in lessen wordt overgedragen, wat in lijn daarmee wordt getoetst en hoe de organisatie van dat onderwijs vastgelegd is. Dit is wat men noemt een meer aanbodgerichte of docentgerichte benadering. Flexibilisering van de deeltijd heeft tot doel om opleidingen meer te richten op wensen en mogelijkheden van de (werkende) student en mogelijkheden van leren in de praktijk op de werkplek. Meer vraag- en studentgericht onderwijs dus: Flexibilisering van het onderwijs kan ervoor zorgen dat het onderwijs toegankelijker en aantrekkelijker wordt en beter is afgestemd op de kenmerken en behoeften van studenten. Dit kan bijvoorbeeld door beter aan te sluiten op het beginniveau qua kennis en kunde van de student, diens werksituatie en de voorkeuren voor de wijze van leren en studeren. (Handreiking pilots flexibilisering hoger onderwijs, p.5. Min. OCW, 2016.) Idealiter zou iedereen zijn of haar eigen onderwijs, passend bij zijn of haar eigen wensen en omstandigheden moeten kunnen volgen. Momenten waarop mensen onderwijs willen of kunnen volgen zullen variëren, maar ook de vorm waarin onderwijs hen het best past. Onderwijs in de avonduren of in het weekend, onderwijs in de vorm van zelfstudie, web-colleges of on the job, het aantal mogelijkheden is groot en de organisatie ervan vormt een uitdaging. Natuurlijk worden de mogelijkheden beperkt door beschikbaarheid van docenten en materialen, door geld en de ondersteunende systemen van opleiding, instituut en hogeschool. 1 Zie 2

5 Leeruitkomsten Kenmerkend voor flexibel onderwijs is dat er gewerkt wordt met leeruitkomsten en leerwegonafhankelijke toetsing. Wat wordt onder leeruitkomsten verstaan: Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring die ons in staat stelt om vast te stellen in welke mate of op welk niveau of volgens welke standaard een competentie gerealiseerd is. (definitie afkomstig uit de Europese Tuning Guide to Formulating Degree Programme Profiles) Het gaat bij een leeruitkomst om de meetbare resultaten van het leren en dus niet om het onderwijs dat gevolgd wordt, de leeractiviteiten die de student uitvoert binnen dat onderwijsprogramma, de specifieke literatuur die gebruikt wordt en de uren studielast. De student toont aan te beheersen (qua handelingsrepertoire, kennis, attitude) wat er in de leeruitkomst omschreven wordt, op het gevraagde niveau, ten aanzien van het betreffende domein en de context. Alleen aan eenheden van leeruitkomsten (hele modules) worden studiepunten gekoppeld. Toetsing Een belangrijk uitgangspunt om te komen tot het gewenste flexibele onderwijs is het ontkoppelen van onderwijsprogramma s en toetsing. In het huidige systeem bestaat een opleiding uit een onderwijsprogramma en een toetsing die het sluitstuk vormt. De focus ligt hierbij op het ontwerpen, exploiteren en onderhouden van het onderwijsprogramma. Om goed en geborgd flexibel onderwijs te kunnen bieden is het van belang om de focus te verleggen naar de toetsing, die onafhankelijk wordt van het gevolgde onderwijs. Het programma staat niet langer vast en kan op verschillende manieren ingevuld worden. Het kan alsnog gestandaardiseerd ingevuld worden, maar ook als maatwerk, individueel, in groepen, in cocreatie met scholen e.d. Idealiter zal er sprake zijn van blended learning waarbij steeds naar optimale combinaties van vormen gezocht. Door leeruitkomsten op een leerwegonafhankelijke manier te beschrijven wordt het mogelijk om een diversiteit aan flexibele leerwegen te realiseren en tegelijkertijd te waarborgen dat studenten voldoen aan dezelfde eisen qua inhoud en niveau. Toetsvormen Binnen de flexibele deeltijdopleidingen zijn vele vormen van toetsing mogelijk. Die zijn gerangschikt onder drie hoofdcategorieën: tentamen, opdracht en assessment. Tentamen: hieronder vallen allerlei vormen van toetsing (schriftelijk, mondeling, luistertoets, casustoets, digitale toets etc.), waarin kennis op het niveau van kennen, begrijpen en soms ook toepassen en analyseren beoordeeld wordt. De inhoud van tentamens wordt door de opleiding (of landelijk) vastgesteld. Opdracht: dit is een verzamelnaam voor allerlei soorten opdrachten zoals beroepsproducten, projecten, verslagen, presentaties etc. Ook een peerreview, individueel gesprek of groepsgesprek/interview kan hieronder vallen. Vaak betreft de toetsvorm opdracht een dossier of map (soms ook portfolio genoemd) waarin een aantal van dergelijke producten zijn verzameld. Het gaat bij opdrachten vaak om het beoordelen van toepassingen van specifieke kennis en vaardigheden, zo mogelijk in de beroepspraktijk. Assessment: hier gaat het om een meer holistische beoordeling van bekwaamheid door tenminste twee examinatoren. Meestal bestaat een assessment uit aangeleverd bewijsmateriaal in de vorm van een portfolio, aangevuld met een gesprek met de assessoren of een bespreking met medestudenten en assessoren (peerassessment). Onderdeel kan ook een performance zijn waarbij kennis en vaardigheden en attitude in een kritische beroepssituatie gedemonstreerd worden. 3

6 Je doet er als student goed aan om vanaf het begin van je opleiding materialen te verzamelen binnen een (ontwikkelings)portfolio, waaruit je dan bij opdrachten of assessments geschikte bewijsstukken kunt halen. De ordening van de modules binnen de lerarenopleidingen weerspiegelt de domeinen van de (nieuwe) bekwaamheidseisen, zodat een ordening van materiaal in vakinhoudelijke bekwaamheid, pedagogische bekwaamheid en vakdidactische bekwaamheid en de daaronder liggende brede professionele basis erg voor de hand ligt. (Zie daarvoor de bijlage met de bekwaamheidsniveaus). Validering Validering van resultaten van leren buiten de opleiding, d.w.z. het erkennen van de kennis en kunde op minimaal hbo-propedeuseniveau die een student heeft opgedaan door (werk)ervaring (informeel leren) en door deelname aan cursussen en trainingen (non-formeel leren), is een toepassing van leerwegonafhankelijk beoordelen. Het maakt bij validering immers niet uit waar en wanneer het leren heeft plaatsgevonden, het gaat erom dat relevante leeruitkomsten aantoonbaar zijn gerealiseerd. De leeruitkomsten zijn zo geformuleerd dat zij ruimte bieden aan de studenten om op verschillende manieren en met verschillende vormen van bewijs aan te tonen dat zij de gevraagde leeruitkomsten hebben gerealiseerd. In de bijlage vind je een overzicht van de standaardvalidering van Dit is de vorm van valideren die gebaseerd is op tabellen met getuigschriften op minimaal hbo-propedeuseniveau op grond waarvan hele modules gevalideerd kunnen worden. Die lijst is door de examencommissie vastgesteld. De aanvraag voor standaardvalidering is eenvoudig en kan bij honorering door de Examencommissie bij de start van de studie vastgelegd worden. Getuigschriften die wel relevant zijn voor de opleiding, maar niet in de vastgestelde rijtjes voorkomen, kunnen bij individuele validering na de start van de studie ingebracht worden. Bij individuele validering wordt niet alleen gekeken naar getuigschriften en certificaten, maar ook naar werkervaring, en relevante kennis en ervaring opgedaan in informele leersituaties. Dit betreft per definitie een persoonlijke mix van kennis, vaardigheden en attitudes en vraagt daarom meer tijd, en ook meer inspanning. Bij deze vorm van valideren hoort een valideringsportfolio met bewijsmateriaal en reflectie. Je ontvangt aan het begin van het studiejaar hierover meer informatie en je studiecoach ondersteunt je bij een eventuele aanvraag voor individuele validering. Je kunt er ook voor kiezen om je relevante kennis en ervaring in te zetten binnen de toetsing van leeruitkomsten, dus zonder het van tevoren aan te vragen. Voordeel is dat je dan meer idee hebt van wat er precies gevraagd wordt aan inhoud, niveau e.d., en rustiger kunt beginnen. Je hebt dan echter bij de start mogelijk minder zicht op de duur van jouw studietraject. Opbouw van de opleiding in modules De opleiding is verdeeld in 8 modules. Het woord module slaat bij de flexibele lerarenopleidingen niet op een programma-aanbod of semester, maar op een bundeling van samenhangende leeruitkomsten die bekwaamheid in een bepaald domein op een bepaald niveau aanduiden. De lerarenopleidingen hebben de leeruitkomsten ingedeeld op grond van het beheersingsniveau (zie de eerste bijlage), op grond van de domeinen van de nieuwe bekwaamheidseisen voor tweedegraads leraren per augustus 2017 (vakinhoudelijk domein, (vak)didactisch domein, pedagogisch domein en brede professionele basis), de landelijke kennisbases per opleiding en generiek zoals die vanaf gelden en de afstudeerrichting (algemeen vormend onderwijs en beroepsonderwijs, onderverdeeld in vmbo en mbo). 4

7 In beeld: module Onderwijsprofessional is eindmodule van opleiding ONDERWIJS- PROFESSIONAL AVO of BO 2 modules afstudeerrichting avo, bo-vmbo of bo-mbo: professionalisering in praktijkcontext van de afstudeerrichting HANDELINGS- BEKWAAM LERAAR AVO of BO 4 modules gericht op het volledige tweedegraads werkveld: KEUZE (VAK)DIDACTIEK verwerving beroepscompetenties voor brede bevoegdheidsgebied binnen gekozen vak PEDAGOGIEK VERDIEPING VAKGEBIED + eigen keuze verdieping/verbreding POSTPROPEDEUSE PROPEDEUSE ORIENTATIE OP ONDERWIJS EN BEROEP BASIS VAKGEBIED 2 modules propedeuse: oriëntatie op en basis van vak en beroep Begeleiding In de flexibele deeltijd krijg je begeleiding van een studiecoach. De studiecoach ondersteunt je bij je je studievoortgang: inventariseert jouw beginsituatie en persoonlijke wensen en bespreekt aan de hand van het aanbod, jouw mogelijkheden op de werkplek en andere factoren, wat jouw voorlopige leerarrangement voor het studiejaar wordt. Dat wordt vastgelegd in een onderwijsovereenkomst met een leerarrangement, dat regelmatig een update krijgt. Met specifiek inhoudelijke vragen kun je terecht bij de betreffende docent of modulebeheerders (degenen die aanspreekpunt zijn voor een bepaalde module). Proces De ontwikkeling van flexibel onderwijs is een iteratief proces, d.w.z. dat steeds op grond van ervaringen en feedback van studenten, docenten en andere betrokkenen de opzet verder aangescherpt wordt. Voor de verdere ontwikkeling van flexibel onderwijs hebben we jouw input als deeltijdstudent nodig, om te ontdekken wat werkt en wat niet, of wat verder doorontwikkeld moet worden. Het is een nieuwe vorm en dat betekent uitproberen, met vallen en opstaan, en verbeteren door steeds met elkaar in gesprek te zijn. De teksten op de volgende bladzijden vormen de basis voor het studentenstatuut en de inrichting van de ondersteunende systemen zoals Progress (het studentinformatiesysteem) voor We wensen je een fijne zomer toe en hopen dat je straks met plezier start met je opleiding tot leraar wiskunde 2 e graad! 5

8 BASIS VAKGEBIED LERAAR WISKUNDE (PROPEDEUSE) Korte beschrijving Om je leerlingen adequaat te kunnen bedienen heb je als docent wiskunde een brede basiskennis 2 nodig van de concepten en theorieën uit alle domeinen van de wiskunde. In deze module leer je de achtergronden van de basisconcepten uit de hoofddomeinen van de (school)wiskunde en je leert deze concepten te duiden en toe te passen. Bij Algebra gaat het om Algebraïsche vaardigheden, Getaltheorie, Complexe getallen, Verzamelingen, Logica en bewijstechnieken. Bij Analyse gaat het om Functiebegrip, Differentiaalrekening, Integraalrekening. Bij Meetkunde gaat het om Goniometrie, Aanschouwelijke meetkunde. Bij Statistiek gaat het om Beschrijvende statistiek, Combinatoriek en kansrekening. Binnen al deze domeinen ontwikkel je simultaan algemene wiskundige vaardigheden zoals logisch correct noteren van symbolen en wiskundige formele taal, redeneren en bewijzen, onderzoeken, probleemoplosvaardigheden, modelleren etc. Leeruitkomsten Algebraïsche vaardigheden en Functiebegrip Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Algebraïsche vaardigheden en Functiebegrip toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Beschrijvende statistiek en Combinatoriek en kansrekening Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Beschrijvende statistiek en Combinatoriek en kansrekening toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Goniometrie en Meetkunde aanschouwelijk Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Goniometrie en Meetkunde aanschouwelijk toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Differentiaalrekening en Integraalrekening Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Differentiaalrekening en Integraalrekening toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Verzamelingen en Logica en bewijstechnieken Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Verzamelingen en Logica en bewijstechnieken toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Getaltheorie en Complexe getallen Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Getaltheorie en Complexe getallen 2 Elk tweedegraads vak kent een landelijke kennisbasis en een landelijke toets daarvan. De landelijke kennisbasis beschrijft de totale vakkennis die een docent in het betreffende schoolvak minimaal moet bezitten om verantwoord vakonderwijs in het vmbo, mbo en in de onderbouw van de havo en vwo te kunnen verzorgen. Zie 6

9 toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Indicatoren - Je gebruikt de in de betreffende (sub)domeinen genoemde concepten in het communiceren over wiskunde en je past de in deze (sub)domeinen genoemde specifieke wiskundige vaardigheden toe op wiskundige vraagstukken, zoals (enkele voorbeelden)... o bij Algebraïsche vaardigheden & Functiebegrip oplossen van allerlei typen vergelijkingen en ongelijkheden, herleiden van formules, rekenen met logaritmes, standaardfuncties herkennen en tekenen, transformaties op grafieken uitvoeren, inverse functie bepalen en gebruiken (waaronder arcin, arcos en arctan), periodieke (goniometrische) functies karakteriseren, de functies; o bij Beschrijvende statistiek en Combinatoriek en kansrekening bij steekproefgegevens centrummaten en spreidingsmaten berekenen, data op diverse manieren representeren en analyseren, een correlatiecoëfficiënt berekenen, lineair regressielijn bepalen, telproblemen (combinaties, permutaties etc.) oplossen, rekenen met coëfficiënt en de driehoek van pascal, kansen berekenen (gebruikmakend van de kansregels); o bij Goniometrie en Meetkunde aanschouwelijk goniometrische verhoudingen (en sinus- en cosinusregel) gebruiken om hoeken en lengtes van lijnstukken te berekenen, van ruimtelijke objecten projecties, uitslagenen en doorsneden tekenen en interpreteren, perspectieftekeningen maken, berekeningen uitvoeren in regelmatige veelvlakken; o bij Differentiaalrekening en Integraalrekening limieten berekenen, afgeleide van een allerlei typen functies bepalen met de verschillende rekenregels, vergelijkingen van raaklijnen opstellen, extreme waarden berekenen, bepalen in welke punten een functie continu of differentieerbaar is, oppervlakte onder een grafiek benaderen met Riemannsommen, hoofdstelling van de integraalrekening gebruiken, functies primitiveren gebruikmakend van integratieregels, inhouden van omwentelingslichamen berekenen; o bij Verzamelingen en Logica en bewijstechnieken bewerkingen (bv. doorsnede, complement, machtsverzameling) op verzamelingen uitvoeren, beweringen weerleggen (met een tegenvoorbeeld) dan wel bewijzen (met een correcte logische redenering), bewijsprincipes hanteren zoals contrapositie, volledige inductie, bewijs uit het ongerijmde; o bij Getaltheorie en Complexe getallen delers en priemfactorisatie van een getal bepalen, omzetten tussen verschillende representaties van een rationaal getal, bewijzen dat getallen irrationaal zijn, grootste gemene deler bepalen, modulorekenen, complexe gteallen omzetten tussen verschillen representatievormen (normaalvorm, Eulervorm), rekenen met complexe getallen, eenvoudige complexe functies in verband brengen met meetkundige transformaties Onderliggende kennisbasis op propedeuseniveau Kennisbasis leraar Wiskunde (2017, ingang vanaf ) Bekwaamheidseisen leraren (ingang vanaf 2017): vakinhoudelijke bekwaamheid 7

10 Toetsing Tentamen Algebraïsche vaardigheden & Functiebegrip Tentamen Beschrijvende statistiek & Combinatoriek en kansrekening Tentamen Goniometrie & Meetkunde aanschouwelijk Tentamen Differentiaalrekening & Integraalrekening Tentamen Verzamelingen & Logica en bewijstechnieken Tentamen Getaltheorie & Complexe getallen 8

11 ORIËNTATIE OP ONDERWIJS EN BEROEP LERAAR WISKUNDE (PROPEDEUSE) Korte beschrijving Deze module heeft als doel je een goed, actueel beeld te geven van het brede onderwijsveld van het tweedegraads gebied en je eigen capaciteiten als student en (toekomstig) docent. Het is een oriëntatie op zaken als doelen en functies van onderwijs, schoolorganisatie, basisvaardigheden in leren en doceren. Na deze module heb je je eigen mogelijkheden, kracht en ontwikkelpunten in beeld opdat je weet of het docentschap iets voor je is. Zelf onderwijsactiviteiten verzorgen in het werkveld is daarbij noodzakelijk. Werkplaats leraarschap en de cursus onderwijskunde kunnen je daarbij ondersteunen. De module wordt afgesloten met een assessment op basis van een portfolio. Na afronding van de cursus Onderwijskunde kun je hetzelfde studiejaar ook al deelnemen aan het tentamen Generieke kennisbasis van de module Vakdidactiek. Leeruitkomsten Oriëntatie op je pedagogisch handelen Als pedagoog begeleid je leerlingen 3 in hun ontwikkeling zowel op cognitief als emotioneel gebied. In een authentieke, begeleide praktijkcontext observeer je gedrag van leerlingen en leraren en verricht je zelf een aantal onderwijsactiviteiten 4. Je demonstreert aan de hand van beelden en feedback (van zowel leerlingen als begeleiders) dat je leerlingen motiveert door je enthousiasme en betrokkenheid. Je maakt contact met leerlingen en laat zien dat je de leiding durft te nemen. Je reflecteert op je eigen handelen en op datgene wat je geobserveerd hebt met behulp van actuele, relevante en (wetenschappelijke) theorieën. Je geeft aan wat je ontwikkelpunten op pedagogisch gebied zijn en beschrijft je eerste ideeën over de pedagogische functie van de school, jezelf als leraar en de organisatie van leerlingbegeleiding. Oriëntatie op je didactisch handelen Als didacticus stimuleer je leerlingen om te leren. Je laat in de voorbereidingen van je onderwijsactiviteiten zien dat je het leren van de leerlingen relateert aan de wijze waarop jij je les inricht. Je onderbouwt daarbij je didactische keuzes met behulp van actuele, relevante en theoretische concepten op het gebied van leren en didactiek. Je voert minimaal vijf onderwijsactiviteiten uit in een authentieke, begeleide praktijkcontext en blikt vervolgens terug op deze activiteiten. In je reflectie geef je aan wat je ontwikkelpunten op didactisch gebied zijn. Oriëntatie op je rol van professional in het tweedegraads gebied Als professional demonstreer je dat je een breed overzicht hebt van het actuele werkveld in het tweedegraads gebied. Daartoe schets je in woord en/of beeld hoe het onderwijs in Nederland, en specifiek binnen het tweedegraadsgebied, is ingericht. Je onderzoekt minimaal twee actuele thema s en dilemma s die spelen in het onderwijs, bijvoorbeeld aan de hand van een mediadossier. Persoonlijke professionele ontwikkeling Je reflecteert op je geschiktheid als leraar in het tweedegraadsgebied en de opleiding en onderbouwt dit met eigen praktijkervaring, persoonlijke kwaliteiten, motivatie en relevante theoretische kennis. Aan de hand van een verricht onderzoek(je) toon je aan dat je over een onderzoekende houding beschikt. Je geeft je eerste vervolgstappen aan voor je eigen professionele ontwikkeling en een voorlopige voorkeur voor een afstudeerrichting. De manier 3 Onder leerlingen wordt ook verstaan studenten, cursisten, deelnemers e.d. 4 Onderwijsactiviteiten: (delen van) lessen, bijlessen, trainingen, begeleiding etc. 9

12 waarop je dit doet kan de vorm hebben van een presentatie voor medestudenten en docent, of een gesprek naar aanleiding van een reflectieverslag. Indicatoren Oriëntatie op je pedagogisch handelen - Je gebruikt relevante terminologie en begrippenkaders m.b.t. adolescentiepsychologie, groepsdynamica, klassenmanagement en (interculturele) communicatie om praktijksituaties (eigen en geobserveerde) te analyseren. - Je maakt contact met leerlingen, durft de leiding te nemen en geeft leerlingen op constructieve wijze feedback. - Je hebt een eerste mening gevormd over de pedagogische functie van de leraar en de school, inclusief de wijze waarop leerlingbegeleiding georganiseerd is, op basis van onderzoek in de literatuur en praktijk. - Je geeft aan wat je ontwikkelingsdoelen zijn op pedagogisch gebied op grond van ontvangen feedback, eigen inzichten en de theorie. Oriëntatie op je didactisch handelen - Je geeft aan hoe je leerlingen wilt stimuleren om te leren waarbij je de relatie legt met concepten van leren en diverse theorieën over leren, motiveren en hersenwerking. - Je ontwerpt onderwijsactiviteiten op planmatige wijze, gebruik makend van leerdoelen, de beginsituatie van de verschillende leerlingen, leermiddelen, activerende werkvormen en evaluatie van de doelen. - Je geeft leerlingen een (korte) instructie aansluitend bij de betreffende leerlingen. - Je verantwoordt de inhoud en de didactische aanpak van je onderwijsactiviteiten met behulp van inzichten uit relevante en actuele theorie. - Je geeft aan wat je ontwikkelingsdoelen zijn op didactisch gebied op grond van ontvangen feedback, eigen inzichten en de theorie. Oriëntatie op je rol van professional in het tweedegraads gebied - Je karakteriseert de huidige inrichting van en de veranderingen in het Nederlands onderwijs vanuit historisch, sociologisch, maatschappelijk en internationaal perspectief. - Je benoemt overeenkomsten en verschillen tussen beroepsvormend en algemeen vormend onderwijs en onderbouwt waar op dit moment jouw voorkeur als leraar naar uitgaat. - Je licht aan de hand van een actueel onderwijsthema of dilemma de relatie tussen overheidsbeleid, de keuzes van scholen en wat er in de klas gebeurt toe. Persoonlijke professionele ontwikkeling - Je hebt een helder beeld van je eigen ontwikkeling als leraar, dat correspondeert met feedback van leerlingen, begeleiders, docenten en medestudenten. - Je beschrijft aan de hand van de bekwaamheidseisen in welke mate je geschikt bent voor het beroep van leraar in het tweedegraadsgebied en de opleiding en onderbouwt dit met eigen praktijkervaring, persoonlijke kwaliteiten, motivatie en relevante theoretische kennis. - Je laat zien dat je kunt samenwerken, over communicatieve en feedbackvaardigheden beschikt, wendbaar bent en initiatieven neemt. - Je beheerst de Nederlandse taal op het niveau dat voor een hbo-opleiding tot leraar vereist is. - Je toont een onderzoekende houding: je maakt onderscheid tussen waarnemen in observeren, je kunt een relevant wetenschappelijk artikel vinden en begrijpen, je zet gericht onderzoeksinstrumenten in om informatie (data) te verkrijgen, je maakt bronvermeldingen volgens APA-richtlijnen of vakspecifieke criteria. 10

13 - Je zet op adequate wijze reflectiemiddelen in om je eigen professionele ontwikkeling te sturen. - Je geeft vervolgstappen aan voor je eigen professionele ontwikkeling in de vorm van een ontwikkelplan. Onderliggende bekwaamheidseisen en kennisbases op propedeuseniveau: Kennisbasis Generiek (2017, ingang vanaf ) Bekwaamheidseisen Leraren (ingang vanaf 2017): pedagogische bekwaamheid, vakdidactische bekwaamheid, brede professionele basis Toetsing Assessment (portfolio en gesprek) Oriëntatie op onderwijs en beroep 11

14 VERDIEPING VAKGEBIED LERAAR WISKUNDE (HOOFDFASE) Korte beschrijving In deze module breng je je wiskundige vakkennis en -vaardigheden uit de domeinen van de (school)wiskunde op het peil dat vereist is voor een leraar wiskunde in het tweedegraads gebied. Bij Analyse gaat het om Rijen en reeksen, Differentiaalvergelijkingen. Bij Meetkunde gaat het om Synthetische meetkunde, Analytische meetkunde, Kegelsneden. Bij Statistiek gaat het om Kansverdelingen en Verklarende statistiek. Bij Overige wiskundige onderwerpen gaat het om Grafentheorie, Lineair programmeren, Matrixrekening. Binnen al deze domeinen ontwikkel je simultaan algemene wiskundige vaardigheden zoals logisch correct noteren van symbolen en wiskundige formele taal, redeneren en bewijzen, onderzoeken, probleemoplosvaardigheden, modelleren etc. Leeruitkomsten Rijen en reeksen en Differentiaalvergelijkingen Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Rijen en reeksen en Differentiaalvergelijkingen toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Meetkunde synthetisch, Meetkunde analytisch en Kegelsneden Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Meetkunde synthetisch, Meetkunde analytisch en Kegelsneden toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Kansverdelingen en verklarende statistiek Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Kansverdelingen en Verklarende statistiek toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Grafentheorie, Lineair programmeren en Matrixrekenen Je licht de concepten van de kennisbasis-subdomeinen Grafentheorie, Lineair programmeren en Matrixrekenen toe en je gebruikt je kennis van en inzicht in die concepten om vraagstukken binnen en buiten de wiskunde op te lossen. Landelijke kennisbasis leraar wiskunde Je toont je beheersing van de volledige landelijke kennisbasis wiskunde op het niveau van kennis, inzicht en toepassing. Indicatoren - Je gebruikt de in de betreffende (sub)domeinen genoemde concepten in het communiceren over wiskunde en je past de in deze (sub)domeinen genoemde specifieke wiskundige vaardigheden toe op wiskundige vraagstukken, zoals (enkele voorbeelden)... o bij Rijen en reeksen en Differentiaalvergelijkingen 12

15 bepalen of een rij convergent, divergent, monotoon, begrensd is, kenmerken (en somformules) van een rekenkundige en meetkundige rij noemen; limieten van een rij bepalen met de insluitstelling, webgrafieken gebruiken, bij een context een differentie- of differentiaalvergelijking opstellen, differentiaalvergelijkingen oplossen, richtingsvelden tekenen en interpreteren; o bij Meetkunde synthetisch, Meetkunde analytisch en Kegelsneden eigenschappen bewijzen van bijzondere lijnen in driehoeken en deze gebruiken, gelijkvormigheidsgevallen en congruentiegevallen gebruiken om berekeningen in vlakke figuren uit te voeren en eigenschappen te bewijzen, cirkelstellingen (omtrekshoeken, Thales, koordenvierhoeken) bewijzen en gebruiken, iso-afstandslijnen bepalen, lijnen en vlakken beschrijven met vectorvoorstellinge en vergelijkingen en hiermee afstanden en hoeken berekenen, kegelsneden beschrijven als meetkundige plaatsen en als conflictfiguren; o bij Kansverdelingen en verklarende statistiek bij een kansverdeling de verwachtingswaarde berekenen, regels bij binomiale en normale verdeling gebruiken, relatie tussen verschillende typen kansverdelingen benoemen, centrale limietstelling gebruiken, bij een normale verdeling een betrouwbaarheidsinterval berekenen voor het populatiegemiddelde, bij een context een geschikte toets kiezen en toetsen uitvoeren met behulp van een normale verdeling of een binomiale verdeling; o bij Grafentheorie, Lineair programmeren en Matrixrekenen een daartoe geschikt probleem modelleren naar een grafenprobleem, grafen-vaktaal (bv. valentie, volledig, isomorf, cicruit, boom, Eulerpad) en stellingen/algoritmes/heuristieken gebruiken een grafenprobleem op te lossen of een eigenschap te bewijzen, een daartoe geschikt probleem modelleren naar een lineair programmeringsprobleem en dit grafisch oplossen, matrixrekening gebruiken om stelsels vergelijkingen op te lossen, matrixoperaties uitvoeren, matrixrekening in verband brengen met meetkundige afbeeldingen. Onderliggende kennisbasis op postpropedeuseniveau Kennisbasis leraar Wiskunde (2017, ingang vanaf ) Bekwaamheidseisen leraren (ingang vanaf 2017): vakinhoudelijke bekwaamheid Toetsing Tentamen Rijen en reeksen & Differentiaalvergelijkingen Tentamen Meetkunde synthetisch, Meetkunde analytisch & Kegelsneden Tentamen Kansverdelingen en verklarende statistiek Tentamen Grafentheorie, Lineair programmeren & Matrixrekenen Landelijke kennistoets leraar wiskunde 13

16 PEDAGOGIEK LERAAR WISKUNDE (HOOFDFASE) Korte beschrijving Pedagogische bekwaamheid wordt binnen de bekwaamheidseisen als apart domein onderscheiden, al verbind je in de praktijk de rol van leraar als pedagoog altijd met je andere rollen. Het gaat er om dat jij als leraar met een professionele, ontwikkelingsgerichte werkwijze en in samenwerking met je collega s een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor je leerlingen 5 realiseert. Je volgt de ontwikkeling van jouw leerlingen in hun leren en gedrag en stemt jouw eigen handelen daar op af. Je draagt bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen. Daarbij stem je jouw pedagogisch handelen af met je collega s en met anderen die voor de ontwikkeling van de leerling verantwoordelijk zijn. Dat impliceert ook dat jij bijdraagt aan burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene, waarbij het ook gaat om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit. Ook in pedagogische zin blijft jouw onderwijs van deze tijd. Leeruitkomsten Pedagogisch klimaat in klas en school Je creëert binnen authentieke praktijkcontexten door waarneembaar gedrag een ordelijk en veilig leer- en leefklimaat, waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot sociale, competente en zelfstandige mensen die verantwoording kunnen en willen afleggen over hun handelen. Je houdt rekening met diversiteit onder leerlingen en stemt je pedagogisch-didactisch handelen af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Je verantwoordt je pedagogisch handelen op basis van kennis van ontwikkeling van adolescenten, inzichten in groepsdynamica, (interculturele) communicatie en principes van klassenmanagement. Leerlingbegeleiding Je brengt in kaart hoe de leerlingbegeleiding op een school wordt vormgegeven en welke functies hierbij zijn betrokken. Je beschrijft welke rol jij als docent kan en wil spelen in de begeleiding van leerlingen in brede zin van het woord. Je hebt zicht op de ontwikkeling van leerlingen en gaat hierover in gesprek met leerlingen en hun ouders/verzorgers. Je signaleert leer -, gedrags- en ontwikkelingsproblemen en stoornissen en onderzoekt welke ondersteuning de leerling nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en wat dit betekent voor het pedagogisch-didactisch handelen van docenten. Ook begeleid je leerlingen bij loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB). School en maatschappij Je beschrijft op welke manier de school invulling geeft aan de opdracht om leerlingen toe te rusten voor een pluriforme en democratische maatschappij. Je hebt zicht op de leefwereld van jongeren en hun sociaal-culturele achtergrond. Je onderzoekt en benoemt welke invloed actuele maatschappelijke thema s hebben op het onderwijs en het handelen van docenten. Indicatoren Pedagogisch klimaat in klas en school - Je creëert een sfeer van respect en belangstelling voor elkaar. Je staat open voor inbreng van leerlingen en je reageert hier passend op. 5 Onder leerlingen wordt ook verstaan studenten, cursisten, deelnemers e.d. 14

17 - Je laat zien hoe je groepsprocessen begeleidt en stuurt. Je maakt duidelijk wat je van leerlingen verwacht en je reageert adequaat op ongewenst gedrag - Je stimuleert het zelfvertrouwen van leerlingen en schept ruimte om te leren, inclusief het maken van fouten. - Als coach motiveer je leerlingen om zelf antwoorden te vinden op hun vragen. Je stimuleert hen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces en om na te denken over hun leergedrag - Je houdt rekening met verschillen tussen leerlingen, bijv. in niveau, tempo, sociaal-culturele achtergrond, leerstijl - Je stelt je professioneel op: kan feedback ontvangen en geven. Je analyseert feedback van leerlingen en collega s met als doel je pedagogisch-didactisch handelen te verbeteren. - Je legt in eigen woorden uit wat de kernconcepten uit de GKB, onderdeel B2 en B3 betekenen en kunt voorbeelden noemen. Leerlingbegeleiding - Je beschrijft de visie van de school op passend onderwijs. Je brengt in kaart hoe de leerlingbegeleiding op een school is vormgegeven en welke functies hierbij een rol spelen. - Je beschrijft welke rol jij kan en wil spelen in de begeleiding van leerlingen. Je vergelijkt en analyseert jouw opvattingen over je pedagogische rol en die van de pedagogische visies van anderen uit de literatuur en de praktijk - Je onderzoekt veelvoorkomende ontwikkelings-, leer- en gedragsproblemen en stoornissen. Je beschrijft welke specifieke onderwijsbehoeften leerlingen met deze problemen hebben. Je kunt uitleggen en laten zien wat dat van jou vraagt op het gebied van pedagogisch en didactisch handelen. - Je past in gesprekken verbale en non-verbale communicatie toe, je luistert actief en onderscheidt inhouds- en betrekkingsniveau. - Je laat zien hoe je leerlingen begeleidt bij hun oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van een beroepsidentiteit. - Je reflecteert op je pedagogisch handelen en kan je omgang met leerlingen verantwoorden. - Je legt in eigen woorden uit wat kernconcepten uit de GKB, onderdeel B4 leerlingbegeleiding en B5 ontwikkelingstheorieën betekenen en kunt voorbeelden noemen. School en maatschappij - Je onderzoekt welke wettelijke opdracht scholen hebben op het gebied van burgerschap. Je brengt in kaart op welke manier een school invulling geeft aan die opdracht. - Je beschrijft welke invloed je als docent hebt op de morele ontwikkeling van studenten - Je beschrijft hoe jij rekening houdt met diversiteit onder leerlingen. - Je analyseert overeenkomsten en verschillen tussen jouw normen en waarden en die van anderen (leerlingen, ouders, collega s). Je reflecteert op je eigen aannames, (voor)oordelen en de invloed hiervan op de verwachtingen t.a.v. het gedrag en leerresultaten van leerlingen. - Je onderzoekt welke invloed diversiteit heeft op onderwijskansen van leerlingen; daarbij gaat het om verschillen in cultuur, etniciteit en sociaal-economische klasse. - Je onderzoekt welke invloed actuele maatschappelijke thema s hebben op de manier waarop jongeren opgroeien en zich ontwikkelen, het onderwijs en het handelen van docenten. (bijv. individualisering en technologische ontwikkelingen) - Je legt de kernconcepten uit de GKB, onderdeel B1 school en maatschappij uit en noemt voorbeelden. Onderliggende bekwaamheidseisen en kennisbases op niveau hoofdfase: Kennisbasis Generiek (2017, ingang vanaf ): B1, B2, B3, B4, B5 en A3, A4 en A5 Bekwaamheidseisen leraren (ingang vanaf 2017): pedagogische bekwaamheid 15

18 Toetsing Opdracht Pedagogisch klimaat in klas en school Opdracht Leerlingbegeleiding Opdracht School en maatschappij 16

19 VAKDIDACTIEK LERAAR WISKUNDE (HOOFDFASE) Korte beschrijving Bij vakdidactiek wiskunde gaat het om leren van kennis, vaardigheden en houding om leerlingen betekenisvol wiskunde aan te kunnen bieden om de leerling/student verder te helpen bij het leren van wiskunde en de persoonlijke ontwikkeling van een leerling te bevorderen alsmede om de maatschappelijk en culturele waarde van wiskunde zichtbaar te maken (Brede vorming). Dit vraagt om flexibel didactisch handelen en een breed beeld van wiskunde en doelen van het wiskundeonderwijs (Flexibel). Het gaat om het ontwerpen en uitvoeren van activerende en gevarieerde lessen, waarbij alle leerlingen worden betrokken en geprikkeld worden tot nadenken (meedoen). De module richt zich op het werken vanuit een open houding richting nieuwe inzichten, methodes, ideeën en durf tot experimenteren (Creativiteit). Het gaat om het onderbouwen van je keuzes, dat je aandacht besteedt aan de verschillende aspecten van de wiskunde en geïnformeerd ontwerpt met een doel voor ogen (Onderbouwd). In de module is aandacht voor verschillende aspecten van de wiskunde en doelen van het wiskundeonderwijs (zoals geschiedenis van de wiskunde), didactische strategieën en variatie in werkvormen, ICT-didactiek en het stimuleren van wiskundige denken, waarbij gevraagd wordt om je eigen vaardigheden op deze gebieden te waarborgen en je ontwikkeling zichtbaar te maken. Daarnaast is een koppeling met de praktijk in de school, de generieke kennisbasis en relevante en actuele didactische theorieën en onderzoek. Leeruitkomsten Vakdidactische bekwaamheid wiskunde Voorbereiden en ontwikkelen van onderwijs Je ontwerpt in diverse begeleide authentieke en semi-authentieke contexten verspreid over avo, vmbo en mbo docent- en leerlinggestuurde activerende lessen en taken voor je eigen vak, op basis van een eigen visie op vakdidactiek, met behulp van de leergang en zelfgemaakt materiaal, waarbij je leerlingen met verschillende talenten en achtergronden optimaal laat leren. Hierbij pas je actuele en relevante vakdidactische benaderingen en theorieën of aspecten daarvan over het leren van rekenen/wiskunde toe met betrekking tot rekenen, algebra, meetkunde en statistiek. Bij het ontwikkelen (en uitvoeren) van lesactiviteiten, alleen en met anderen, gebruik je onderbouwd de geschiedenis van de wiskunde, de relatie met andere (school)vakken, de toepassingen en de schoonheid van de wiskunde en stimuleer je de probleemoplos- en redeneervaardigheden om het leren van wiskunde en de persoonlijke ontwikkeling van een leerling te bevorderen alsmede om de maatschappelijk en culturele waarde van wiskunde zichtbaar te maken. Uitvoeren van onderwijs Je voert zowel je onderwijsactiviteiten, als je vakdidactische begeleiding van het leerproces bij leerlingen en je beoordeling van het leerresultaat, uit tot tevredenheid van je leerlingen en begeleiders. Je begeleidt diverse leerprocessen van wiskunde, in begeleide authentieke en semi-authentieke contexten, zoals voordoen-nadoen, uitleggen, gericht vragen stellen, hints geven, coachen, groepswerk, begeleiden bij probleemaanpak) en zet digitale leermaterialen en middelen op doordachte wijze in. Je faseert een les en houdt rekening met het belang van interactie in de les. Je varieert in didactische strategieën afhankelijk 17

20 van het doel wat je wil je bereiken in de les en de voortgang van (individuele) leerlingen in de les. Je motiveert leerlingen tot het leren van wiskunde, stimuleert zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen en geeft het belang van de te leren wiskunde aan. Toetsen, beoordelen, evaluatie en reflectie Je beoordeelt het geleerde bij de leerlingen op een verantwoorde manier, met behulp van verschillende methoden, evalueert de toetsing en speelt op de resultaten daarvan effectief en doelmatig in. Je evalueert je vakdidactisch handelen en didactische ontwikkeling op grond van eigen reflectie en verwerking van gekregen feedback. Ook reflecteer je op je eigen bijdrage tijdens samenwerking rond ontwerp en uitvoering van wiskundelessen met collega s en op hierbij verkregen advies of feedback. Verantwoording Je verantwoordt je vakdidactische keuzes in onderwijsontwerp, onderwijsmateriaal en toetsing/beoordeling op grond van kennis over het leerplan en doorlopende leerlijnen, actuele en relevante theorieën en onderzoek. Digitale didactiek Je toont via je ICT-portfolio aan dat je dat je ICT als leermiddel toepast en onderbouwde keuzes maakt om ICT op een bepaald moment wel of niet in het leerproces in te zetten. Zo maak je inzichtelijk wat volgens jou de meerwaarde kan zijn van ICT-gebruik in het onderwijsleerproces binnen het vak wiskunde. Generieke kennisbasis tweedegraads lerarenopleidingen Je demonstreert via een voldoende resultaat op een gestandaardiseerde toets dat je de belangrijkste onderwijskundige kernconcepten van de generieke kennisbasis voor tweedegraads leraren kent en begrijpt. Indicatoren: In deze module dienen onderstaande indicatoren minimaal op niveau basisbekwaam (zie bijlage) getoond worden. (Vak)didactische bekwaamheid leraar wiskunde Vakdidactische kennis - 0 a. Je beschikt over probleemoplosvaardigheden en kennis over wiskundig denken met betrekking tot wiskunde in het tweedegraads gebied, waarbij je verschillende heuristieken en de fasen van Polya herkent en gebruikt. b. Je beheerst het gebruik van vakspecifieke ICT-middelen. c. Je bent in staat om beelden en ideeën over wiskunde en wiskundedidactiek over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Voorbereiden en ontwikkelen van onderwijs - 1 a. Je past en vult bestaand lesmateriaal aan met opdrachten die probleemoplosvaardigheden stimuleren en het wiskundige denken bevorderen. b. Je beschikt over een repertoire aan didactische strategieën die je onderbouwd inzet bij je lesontwerp passend bij het doel van de les en rekening houdend met verschillen tussen leerlingen, zoals gebruik van concreet materiaal, functionele contexten, denkmodellen, nonvoorbeelden en voorbeelden, op inzicht gebaseerde oefening en opbouw naar abstractie. c. In je lesontwerp houdt je rekening met het voorkomen van misconcepties en ruis en leg je verbindingen met andere vakken en de daarbij behorende verschillen in didactiek. d. Je ontwerpt activiteiten waarbij op verschillende soorten van wiskundige kennis een beroep 18

21 wordt gedaan: weten dat, weten hoe, weten waarom, weten over weten en houding; e. Je verrijkt en verbetert je eigen lesontwerp door didactische discussies met medestudenten, collega s op school en/of in de bredere community van wiskundedocenten alsmede actuele bronnen en onderzoeken. f. Je ontwerpt, alleen of met anderen, lesactiviteiten voor zowel reken- als wiskundeonderwijs waarin je kennis over leerlijnen en didactische inzichten, bijvoorbeeld rond misconcepten, verwerkt en verantwoord. g. Het belang van de wiskunde voor de leerling persoonlijk, bijvoorbeeld in het licht van 21e eeuwse vaardigheden, burgerschap en toepassingen in andere vakken verwerk je in een lesontwerp. Uitvoeren van onderwijs - 2 a. Je begeleidt leerlingen bij het werken aan problemen ofwel het stimuleren van een probleemoplossende houding, waaronder zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen. b. Je maakt aan leerlingen de verwachtingen en leerdoelen duidelijk, faseert het leerproces in oriënteren, ontwikkelen en verwerken, sluit aan bij voorkennis van leerlingen en motiveert leerlingen tot het leren van wiskunde. c. Je gebruikt passende didactische strategieën bij diverse leerprocessen, kunt deze flexibel hanteren naar gelang de behoefte van de leerlingen en het verloop van de les en legt de leerstof op verschillende en aansprekende manieren uit. d. Je contextualiseert onderdelen van de generieke kennisbasis ten aanzien van didactiek en leren naar wiskundeonderwijs in algemeen vormend onderwijs of beroepsonderwijs, zoals leerdoelen, didactische analyse, instructiemodellen en begeleiding van leerprocessen. e. Je houdt rekening met verschillen tussen leerlingen op het gebied van rekenen/wiskunde leren en besteedt aandacht aan individuele leerlingen, zoals voor elke leerling een stap terugzetten in het eigen oplossingsproces of redenering. f. Je zet digitale leermiddelen en materialen in ter ondersteuning van het leren waarbij je onderscheidt maakt tussen inzetten als gereedschap, als oefenomgeving en voor begripsvorming. g. Je gebruikt vragen van leerlingen in de les om verbindingen te leggen met de kwantitatieve en cijfermatige kant van onze maatschappij, met andere kennisgebieden, vakken en disciplines. Toetsing, beoordeling, evaluatie en reflectie - 3 a. Je kiest en ontwerpt bij verschillende vaardigheden een passende toetsvorm (zowel formatief als summatief met beoordelingsnorm) zoals vragen stellen, feedback geven, schriftelijke toets, praktische opdracht, computertoets, practicum. b. Je analyseert leerlingwerk en spoort misconcepties op op basis van didactische bronnen en vertaalt de bevindingen naar je eigen didactisch handelen. c. Je analyseert systematisch verkregen lesobservaties van leerlinghandelen bij een mede ontworpen les en verwerkt de bevindingen in een aangepast ontwerp, bijvoorbeeld tijdens een lesson study cyclus. d. Je evalueert een toetsvorm en je eigen didactisch handelen op grond van de resultaten en feedback van leerlingen of collega s en past die waar nodig aan. e. Je beschrijft je eigen ontwikkeling rond de opbouw van een didactisch repertoire, het inzetten van wiskundige denkactiviteiten, het belang van het leren van wiskunde voor leerlingen in het tweedegraads gebied en je rol daarbij als docent. Verantwoording en visie - 4 a. Je beargumenteert je didactische keuzes in een compleet leertraject (van motiveren, probleemstellen, aanpak, oplossen, expliciteren, tot en met evalueren en reflecteren). b. Je ontwikkelt een eerste visie op wiskunde en wiskundedidactiek op grond van je eigen ontwikkeling, actuele ontwikkelingen in het onderwijs en theorieën over het leren van 19

22 wiskunde. Geschiedenis - 5 a. Je geeft een globaal overzicht van de ontwikkeling van de wiskunde relevant voor het tweedegraads gebied - ten aanzien van algebra en meetkunde waarbij je voorbeelden van de ontwikkeling kunt noemen op het gebied van getalnotaties en getalsystemen, het oplossen van vergelijkingen en het gebruik van variabelen, notaties van wiskundige formules en terminologie, berekening van lengte, oppervlakte en inhoud, bewijzen in de euclidische meetkunde, analytische meetkunde; - en ten aanzien van wiskunde als menselijke activiteit waarbij je voorbeelden geeft van de ontwikkeling van wiskunde gerelateerd aan culturele en maatschappelijke contexten. b. Je gebruikt de geschiedenis van de wiskunde om je didactiek te verrijken Landelijke generieke kennisbasis tweedegraads lerarenopleidingen - Je hanteert de belangrijkste kernconcepten (van alle drie de domeinen: didactisch, pedagogisch en professioneel handelen) zoals omschreven in de landelijke generieke kennisbasis op het niveau van kennen en begrijpen. ICT & didactiekportfolio - Je levert een brede staalkaart aan zelfgemaakt e-didactisch materiaal op in de vorm van een navigeerbaar online portfolio. - Je toont met behulp van je ICT & Didactiekportfolio aan dat je, t.a.v. attitude, digitale vaardigheden, digitale media & informatiegeletterdheid en didactisch handelen, bekwaam bent. Onderliggende bekwaamheidseisen en kennisbases op postpropedeuseniveau Kennisbasis Generiek (2017, ingang vanaf ) Kennisbasis leraar wiskunde (2017, ingang vanaf ): thema s vakdidactiek Bekwaamheidseisen leraren (ingang vanaf 2017): vakdidactische bekwaamheid Toetsing Assessment (portfolio + gesprek) vakdidactiek leraar Wiskunde Tentamen generieke kennisbasis tweedegraads lerarenopleidingen Opdracht ICT & didactiek leraar Wiskunde 20

23 KEUZE LERAAR WISKUNDE (HOOFDFASE) Korte beschrijving Deze module biedt je kansen om je te profileren, te verdiepen of te verbreden, zodat je als leraar meerwaarde krijgt voor jezelf, je leerlingen, de school of mogelijk daarbuiten. Je kunt je bijvoorbeeld richten op: de aansluiting basisonderwijs voortgezet onderwijs, internationalisering en culturele diversiteit, burgerschap in het mbo, ICT en onderwijs, een pre-master (alleen voor Duits, Engels, economie, Fries, natuurkunde, Nederlands en wiskunde) vakoverstijgend onderwijs binnen leergebieden, of een andere voor jou relevante invulling. Een andere mogelijkheid is een keuze te maken uit het minoraanbod binnen en buiten de Hogeschool. Via je studiecoach kan je meer informatie krijgen en je kan je bijvoorbeeld ook oriënteren via In overleg met je studiecoach formuleer je een voorstel voor invulling van de module keuze op basis van jouw wensen en ervaringen. Een bindende voorwaarde daarbij is dat jouw invulling van de module keuze inhoudelijk geen overlap mag vertonen met één van de andere zeven modules uit je opleiding. Aan de omvang en het niveau van jouw invulling wordt de eis gesteld dat deze bij benadering het equivalent van 30 EC beslaat en (minimaal) op hbo-niveau is. Jouw invulling van de module Keuze is ter beoordeling aan de examencommissie TLO en dient daar ook aangevraagd en indien akkoord goedgekeurd te worden. Van die goedkeuring ontvang je bericht. Wanneer je klaar bent met de invulling die je gekozen hebt overleg je daarvan een bewijs aan de examencommissie waarna een resultaat geregistreerd wordt in Progress. Voor een aanzienlijk aantal studenten Flexibel Onderwijs zal het zo zijn dat zij eerder afgeronde opleidingen kunnen inzetten als invulling van de module Keuze. De standaardvalideringsmatrix geeft daarover meer informatie. De aanvraag om de module Keuze op deze wijze standaard gevalideerd te krijgen gaat via de examencommissie. Leeruitkomsten Afhankelijk van jouw invulling van de module Keuze zullen de leeruitkomsten verschillen. In algemene termen kan gezegd worden dat de leeruitkomst in ieder geval is dat je jezelf qua kennis en/of vaardigheden op (minimaal) hbo-niveau verbreedt en/of verdiept ten opzichte van de specifieke lerarenopleiding die je volgt. Indicatoren Afhankelijk van jouw invulling van de module Keuze zullen de indicatoren verschillen. Toetsing Afhankelijk van jouw invulling van de module Keuze zal de toetsing verschillen. Indien voor een bepaalde invulling gekozen wordt zal aan de examencommissie bewijs overlegd moeten worden dat de overeengekomen leeruitkomsten zijn behaald. Na goedkeuring wordt dit resultaat verwerkt. Indien standaardvalidering van toepassing is zal validering als resultaat worden vermeld. 21

24 AFSTUDEERRICHTING HANDELINGSBEKWAAM LERAAR WISKUNDE AVO OF BO (AFSTUDEERFASE) Korte beschrijving In de afstudeerfase functioneer je als zelfstandig leraar wiskunde op een school in het tweedegraads werkveld. Je hebt je eigen groepen en bent verantwoordelijk voor onderwijs en begeleiding passend binnen de kaders van jouw school en afstudeerrichting. Je toont aan dat je in staat bent om eigen onderwijs te ontwerpen, uit te voeren en te evalueren. Je handelt als leraar en collega op eindniveau van de opleiding, zoals beschreven in de per 1 augustus 2017 geldende bekwaamheidseisen 6. Leeruitkomsten Handelingsbekwaam leraar wiskunde avo of bo Je past jouw kennis, vaardigheden en inzichten toe in de praktijk als een handelingsbekwaam leraar binnen de kaders van de bekwaamheidseisen. Dat betekent dat je doelmatig handelt t.a.v. leerlingen, collega s en alle andere betrokkenen, in het voorbereiden, uitvoeren, evalueren en ontwikkelen van onderwijs op jouw (WPL-)school. Indicatoren Handelingsbekwaam leraar wiskunde - Je creëert een ordelijk en veilig werk- en leerklimaat in verschillende onderwijsleersituaties en onderzoekt bij moeilijkheden mogelijke oplossingen. - Je differentieert tussen leerlingen, dat wil zeggen dat je effectief en gefundeerd inspeelt op verschillen tussen leerlingen/studenten, zowel pedagogisch als didactisch. Je maakt inzichtelijk wat dat van jou als leraar vraagt, ook in de communicatie met andere betrokkenen. - Je verzorgt effectieve en activerende leeractiviteiten die je vakinhoudelijk en (vak)didactisch verantwoordt. Deze zijn ingebed in een lange termijnplanning en dragen bij aan lange termijndoelen die gericht zijn op ontwikkeling. - Je toont aan hoe jouw opvattingen over onderwijs en vakgebied zichtbaar worden in de eigen onderwijspraktijk. Je toont een onderzoekende houding en laat zien dat je kritisch nadenkt over je ervaringen in het onderwijs. Je analyseert en evalueert jouw onderwijs waarbij je gegevens verzamelt en verwerkt om jezelf en het onderwijs dat je aanbiedt te verbeteren. - Je toont aan betrouwbaar en proactief te zijn als collega binnen de vakgroep/het team op de school. Onderliggende bekwaamheidseisen en kennisbases op niveau afstudeerfase: Kennisbasis Generiek (2017, ingang vanaf ) Kennisbasis leraar wiskunde (2017, ingang vanaf ) Bekwaamheidseisen leraren (ingang vanaf 2017) Toetsing: Assessment (portfolio + gesprek) Handelingsbekwaam leraar aardrijkskunde avo/bo

25 23

26 AFSTUDEERRICHTING ONDERWIJSPROFESSIONAL LERAAR WISKUNDE AVO OF BO (AFSTUDEERFASE) Korte beschrijving Met het afronden van deze module toon je aan dat je als onderwijsprofessional kunt functioneren in het tweedegraads werkveld voor jouw opleiding leraar wiskunde. Als professional draag je bij aan een onderwijscultuur die gericht is op het systematisch vergroten van de kwaliteit van het onderwijs voor je leerlingen/studenten. Dit betekent dat je onderzoeksmatig te werk kunt gaan om voorkomende problemen op te lossen, toekomstgericht onderwijs te ontwerpen en bij te dragen aan innovaties binnen een school. Je maakt je kritisch reflectieve houding ten aanzien van je eigen ontwikkeling zichtbaar waarbij je je handelen kunt uitleggen en verantwoorden in lijn met je visie op onderwijs en beroep in de context van je opleiding en afstudeerrichting. Leeruitkomsten Afstudeeronderzoek: didactisch ontwerp Je doorloopt een ontwerpcyclus op basis van een eigen probleemanalyse, wat resulteert in het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een (vak)didactisch ontwerp. 7 Professioneel profiel Je ontwikkelt door gebruik van verschillende methoden nieuwe inzichten op actuele (vak)didactische, pedagogische en vakoverstijgende aspecten ten behoeve van je eigen ontwikkeling en schoolontwikkeling. Je geeft zelf je professionele ontwikkeling vorm en verbindt je professioneel handelen aan je visie op onderwijs en beroep. Daarbij ben je je bewust van je sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid om niet alleen bij te dragen aan de kwalificatie, maar ook aan de socialisatie en persoonsvorming van je leerlingen/studenten. Indicatoren Didactisch ontwerp - Je analyseert problemen of ambities uit je eigen praktijkcontext in een vooronderzoek, waarbij je gebruik maakt van inzichten uit publicaties die op onderzoek gebaseerd zijn. - Je ontwikkelt met gebruik van de analyse uit je vooronderzoek een didactisch ontwerp. - Je evalueert het effect van het uitgevoerde ontwerp en stelt het ontwerp zo nodig bij. Professioneel profiel - Je verdiept en/of verbreedt je kennis, vaardigheden en inzichten in het licht van vak(didactische) ontwikkelingen en de ontwikkeling van de generieke kennis in de context van je opleiding en de afstudeerrichting. - Je toont aan dat je je als leraar en collega sociaal-maatschappelijk en ethisch verantwoordelijk opstelt en jouw leerlingen/studenten voorbereidt op de maatschappij door maatschappelijke, regionale en/of internationale ontwikkelingen aan de orde te stellen. - Je toont aan hoe jij invulling geeft aan de rol die jij speelt in de socialisatie en persoonsvorming van de leerling. - Je hebt een onderwijs- en vakvisie onderbouwd met actuele literatuur en je verbindt die aan voorbeelden uit de onderwijspraktijk 7 In overleg met de examinator zijn andere manieren mogelijk om de ontwerpcyclus te doorlopen. 24

27 - Je laat zien dat je je professionele identiteit ontwikkelt door middel van een reflectieve cyclus, daarbij gebruik makend van je eigen talenten, waarden, overtuigingen en kennis, en die van anderen. Onderliggende bekwaamheidseisen en kennisbases op niveau afstudeerfase Kennisbasis Generiek (2017, ingang vanaf ) Kennisbasis leraar wiskunde (2017, ingang vanaf ) Bekwaamheidseisen leraren (ingang vanaf 2017) Toetsing: Opdracht Afstudeeronderzoek: Didactisch ontwerp Assessment (portfolio en performance) Onderwijsprofessional leraar wiskunde avo/bo 25

28 Bijlage 1: Bekwaamheidsniveaus Niveaus bekwaamheidseisen TLO NHL Stenden Inleiding Sinds augustus 2017 gelden de nieuwe bekwaamheidseisen voor leraren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs 8. Omdat de landelijk vastgelegde bekwaamheidseisen alleen het eindniveau van de lerarenopleiding beschrijven ( startbekwaamheid ), is het nodig om als duiding van het beoogde niveau van leeruitkomsten binnen de NHL Stenden lerarenopleidingen een verdere indeling te maken. Dat wordt gedaan in onderstaande beschrijving van kennis, kunde en attitude in de bekwaamheidsniveaus voor de propedeuse, hoofdfase en afstudeerfase. De genoemde omschrijvingen geven de minimale eisen (niet alles wat kan, maar het minimum dat moet) aan die de student in zijn bekwaamheidsontwikkeling per fase van de studie dient te tonen, zodat de student bij het ontvangen van het diploma startbekwaam is. Onderstaand document geldt voor het studiejaar en beoogt een dynamisch document te zijn, dat in de verdere ontwikkeling van Design Based Education (DBE) en Flexibel Onderwijs (FO) op grond van ervaringen van collega s uit het werkveld en de opleidingen aangescherpt kan worden. Bekwaamheidsniveau 1 is het minimale niveau bij afsluiting van de propedeutische fase waarmee de student aantoont hoofdfasebekwaam te zijn. Bekwaamheidsniveau 2 is het minimale niveau bij afsluiting van de hoofdfase/ postpropedeusedeel voorafgaand aan de afstudeermodules, waarmee de student aantoont afstudeerfasebekwaam te zijn. Bekwaamheidsniveau 3 is het eindniveau van de afstudeerfase en daarmee van de hele bacheloropleiding, waarmee de student zich kwalificeert als startbekwaam docent. De nieuwe bekwaamheidseisen zijn gefundeerd in een brede professionele basis, die echter door de wetgever alleen in algemene termen omschreven wordt. Voor deze brede professionele basis stellen de tweedegraads lerarenopleidingen van NHL Stenden een eigen invulling voor, gebaseerd op gewenste nadere specificering en eigen kleuring. Het gaat dan om elementen uit het onderwijsconcept zoals ontwerpend leren (DBE), onderzoekende houding en persoonlijke professionele ontwikkeling. Deze kwalificatie-eisen worden samengenomen onder de noemer brede professionele basis. Ze hebben vooral betrekking op professionele houdingsaspecten en worden in onderlinge afstemming met het werkveld (opleidingsscholen) de komende jaren verder ingekleurd. De bekwaamheidsniveaus liggen ten grondslag aan de leeruitkomsten en beoordeling van het behalen daarvan. De leeruitkomsten concretiseren hoe de student aantoont dat hij tenminste het niveau zoals gewenst bij die fase of modules heeft bereikt. Bronnen voor dit document zijn, naast diverse TLO-interne documenten: Zie 26

29 EEN BEKWAME LERAAR 9 Uit het wetsartikel bekwaamheidseisen voor leraren: Een bekwame leraar is een leraar die heeft aangetoond dat hij met zijn vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische kennis en kunde zijn werk als leraar en als deelnemer aan de professionele onderwijsgemeenschap die hij samen met zijn collega s vormt, kan verrichten op een professioneel doelmatige en verantwoorde wijze. De bekwaamheid van de leraar wordt in belangrijke mate bepaald door zijn vakinhoudelijke en pedagogischdidactische kennis en kunde. De basis daarvan wordt in de bekwaamheidseisen vastgelegd. Bij de interpretatie van de bekwaamheidseisen zijn de volgende uitgangspunten van belang: De leraar is een professional: Hij heeft een complex professioneel beroep dat hoge eisen stelt aan het niveau van zijn beroepskennis en -kunde. De leraar werkt in een professionele ruimte waarin hij verantwoordelijkheid neemt en voortdurend afwegingen en keuzes maakt. Hij werkt met een onderzoekende, resultaat- en ontwikkelingsgerichte houding zowel in de dagelijkse uitvoering als bij het bijstellen en verbeteren van het onderwijs. Het vermogen om zich blijvend te kunnen ontwikkelen in zijn werk, samen met en van zijn collega s te kunnen leren en bij de tijd te blijven is daarbij essentieel. Met collega s worden hier professionals bedoeld, ook van andere beroepen en zowel binnen als buiten de school. Het meewerken aan innovatie en onderzoek wordt onder deze uitspraak begrepen. Als professional in het onderwijs kan hij op basis van een brede algemene ontwikkeling, actuele ontwikkelingen in de samenleving vertalen naar zijn onderwijspraktijk. Het gewenste niveau van beroepskennis en -kunde: maakt het noodzakelijk dat de leraar een opleiding voltooid heeft op ten minste bachelor- of masterniveau of een opleiding die daaraan gelijkwaardig is. Deze opleidingen moeten voldoen aan algemene criteria van niveau en kwaliteit, die dus ook voor deze bekwaamheidseisen gelden. Eisen betreffende de taal- en rekenvaardigheid van de leraar maken hier deel van uit. Deze criteria vormen het referentiekader voor het vaststellen van het niveau van bekwaamheid. Voor deze criteria wordt verwezen naar de eerder in paragraaf genoemde Dublindescriptoren en naar het Europees Kwalificatie Kader (niveau 6 en 7). Werken in het onderwijs is teamwerk: samenwerken met collega s, ouders en anderen, het aanspreken en aanspreekbaar zijn en het professionele handelen uitleggen en verantwoorden. Dit vereist communicatieve vaardigheden en goed kunnen samenwerken. Anderen zijn in deze context degene die professioneel bij de leerling of bij het onderwijs betrokken zijn. Dat kunnen onder andere beroepsbeoefenaren zijn in de sfeer van jeugdwerk, maatschappelijk werk, justitie of gezondheidszorg. Het gaat bijvoorbeeld ook om contacten met buitenschoolse opvang of samenwerking op het gebied van sport, kunst en cultuur. In het beroepsonderwijs bijvoorbeeld ook om de samenwerking met stagebedrijven en begeleiders op de werkplek. Om zijn beroep goed te kunnen uitoefenen moet de leraar kunnen organiseren, plannen en prioriteiten stellen. Bekwaamheid is meer dan kennis en kunde: In de interactie tussen de leraar en de leerling spelen de persoonlijkheid en de beroepshouding van de leraar een belangrijke rol. Het is daarom essentieel dat de leraar beschikt over zelfkennis en in staat is tot kritische reflectie op zichzelf in het professionele handelen. Deze uitgangspunten zijn bij de lerarenopleidingen van NHL Stenden vooral geëxpliciteerd in de onderliggende brede professionele basis. Omdat ze onder de andere bekwaamheidsdomeinen liggen, vervullen ze een essentiële rol in de opleiding tot leraar. Inhoudelijk zijn ze verbonden met de andere drie domeinen, maar de focus ligt meer op attitude dan op kennis en kunde. 9 N.B. Waar in dit document gesproken wordt van leraar, wordt ook docent in het beroepsonderwijs bedoeld. Waar gesproken wordt van leerling, worden ook mbo-studenten, cursisten en andere benamingen van lerenden bedoeld. Waar hij staat of zijn, moet ook zij en haar gelezen worden. 27

30 1 BREDE PROFESSIONELE BASIS VOOR BEKWAAMHEID EN KWALIFICATIE LERAAR VO en DOCENT EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS (Bij het eindniveau 3 staat in groen wat een eigen toevoeging van de TLO NHL Stenden is.) Op basis van gevorderde kennis en kunde heeft binnen zijn vakgebied, de vakdidactiek daarvan en pedagogische theorieën en methodieken die relevant zijn voor zijn onderwijs, en ondersteund door gespecialiseerde handboeken en onderwijsmethodes kan de leraar: zijn eigen onderwijs vormgeven, afstemmen op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen, uitvoeren, evalueren en bijstellen. samenwerken met collega s in - en waar relevant ook buiten - de eigen instelling en zijn professionele handelen waar nodig afstemmen met hen. bijdragen leveren aan onderwijskundige ontwikkelingen door het raadplegen van bronnen, het inbrengen van informatie en kritische bijdragen aan oordeelsvorming en het oplossen van praktijkproblemen. meewerken aan praktijkgericht onderzoek ten behoeve van onderwijsontwikkelingen en gebruik maken van nieuwe kennis en inzichten uit onderzoek die praktijkgericht zijn uitgewerkt en beproefd. zijn professionele handelen uitleggen en verantwoorden. zelfstandig vormgeven aan zijn professionele ontwikkeling. 1 BREDE PROFESSIONELE BASIS Bekwaamheidsniveau 1 Bekwaamheidsniveau 2 Bekwaamheidsniveau 3 Onderwijsontwerpcyclus De student kan in vereenvoudigde vorm de onderwijsontwerpcyclus doorlopen. De student kan gebruik maken van kennis en inzichten uit onderzoek. De student draagt bij aan de oplossing van (praktijk)vragen door het raadplegen van bronnen en het inbrengen van informatie. Professionele ontwikkeling De student maakt de rolverwisseling van student naar lerende professional. De student kan leeractiviteiten ondernemen om zicht te krijgen op eigen geschiktheid voor het leraarschap. De student verkent zijn persoonlijke talenten in relatie tot het beroep. De student is zich bewust van de rol van overtuigingen en waarden die onder gedrag liggen. Onderwijsontwerpcyclus De student kan in diverse praktijkcontexten eigen onderwijs ontwerpen, afstemmen op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen, uitvoeren en evalueren op effect. De student maakt gebruik van nieuwe kennis en inzichten uit onderzoek en praktijk. De student draagt bij aan de oplossing van praktijkvragen door het raadplegen van bronnen en het inbrengen van informatie en bijdragen aan oordeelsvorming. Professionele ontwikkeling De student kan op zijn professionele handelen reflecteren en ontwikkelt een professionele attitude aan de hand van betekenisvolle leerervaringen. De student kan leerdoelen stellen die richting geven aan zijn professionele ontwikkeling. De student is zich bewust van zijn persoonlijke professionele talenten. De student kan de overtuigingen en waarden die onder zijn eigen gedrag liggen benoemen en reflecteren op het effect daarvan op anderen. Onderwijsontwerpcyclus De leraar kan zijn eigen onderwijs vormgeven, afstemmen op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen, uitvoeren, evalueren op effect en het onderwijsontwerp waar nodig bijstellen. De leraar doet praktijkgericht onderzoek ten behoeve van onderwijsontwikkelingen en maakt gebruik van nieuwe kennis en inzichten uit onderzoek die praktijkgericht zijn uitgewerkt en beproefd. De leraar kan bijdragen leveren aan onderwijskundige ontwikkelingen door het raadplegen van bronnen, het inbrengen van informatie en kritische bijdragen aan oordeelsvorming en het oplossen van praktijkproblemen. Professionele ontwikkeling De leraar kan zijn professionele handelen uitleggen en verantwoorden. De leraar kan zelfstandig vormgeven aan zijn professionele ontwikkeling. De leraar zet zijn persoonlijke professionele talenten in voor zijn leerlingen, collega s en de school, binnen de richting die hij gekozen heeft. De leraar kan de overtuigingen en waarden die onder zijn eigen gedrag liggen benoemen en koppelen aan zijn visie, als reflectieve professional die voortdurend nadenkt over het eigen handelen en over effecten daarvan op leerlingen/ collega s. Professionele samenwerking 28

31 Professionele samenwerking De student kan samenwerken met medestudenten in en buiten de opleiding en met docenten en collega s in het werkveld. De student kan constructief samenwerken. De student kan basale gespreksvaardigheden toepassen. De student kan situaties vanuit verschillende perspectieven bekijken. Professionele samenwerking De student kan samenwerken met medestudenten in en buiten de opleiding en met docenten en collega s in het werkveld, en zijn professionele handelen waar nodig afstemmen met hen. De student is bekend met methoden voor collegiale consultatie, intervisie en andere vormen van samenwerken ten behoeve van de eigen ontwikkeling. De student kan gesprekken voeren met en over zijn leerling. De student herkent situaties waarin belangen / standpunten / emoties conflicteren. De leraar kan samenwerken met collega s in - en waar relevant ook buiten - de eigen instelling en zijn professionele handelen waar nodig afstemmen met hen. De leraar kan methoden voor collegiale consultatie, intervisie, supervisie en andere vormen van samenwerken inzetten ten behoeve van de eigen ontwikkeling of die van de school. De leraar kan gesprekken voeren met derden in belang van de ontwikkeling van zijn leerling. De leraar gaat professioneel om met situaties waarin belangen / standpunten / emoties conflicteren. Beroepsbeeld en beroepsgroep De student is zich bewust van de diversiteit binnen het onderwijs m.b.t. regionale, nationale en internationale verschillen in maatschappelijke, etnische, sociaal-economische en levensbeschouwelijke achtergronden. De student is zich bewust van de rolmodelfunctie van een docent en van de verschillende functies van onderwijs in de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van leerlingen. De student heeft een globaal beeld van leraarschap in het tweedegraads gebied en zijn eigen eerste beeld van ideaal onderwijs. De student is zich bewust in contact met het werkveld dat hij deel uitmaakt van een beroepsgroep. Beroepsbeeld en beroepsgroep De student houdt in zijn onderwijs rekening met de diversiteit van zijn leerlingen in relatie tot maatschappelijke, regionale tot internationale, ontwikkelingen. De student kan zijn sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden als docent benoemen in relatie tot de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van zijn leerlingen. De student kan enkele eigen praktijkervaringen en theorie koppelen aan een globale onderwijs- en vakvisie. De student is bekend met enkele vormen waarin de beroepsgroep zich organiseert. Beroepsbeeld en beroepsgroep De leraar kan zijn onderwijs afstemmen op maatschappelijke, regionale tot internationale, ontwikkelingen en zijn leerlingen voorbereiden op de maatschappij, met verdiepende kennis van de contextspecifieke aspecten van (voorbereidend) beroepsonderwijs of algemeen vormend onderwijs (afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting). De leraar gedraagt zich naar zijn sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden als docent, in zijn bijdrage aan de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van zijn leerlingen. De leraar baseert zijn handelen als docent op een onderwijs- en vakvisie en onderbouwt die visie met theorie en eigen praktijkervaring. De leraar is bekend met de vormen waarin de beroepsgroep zich internationaal, landelijk en regionaal organiseert en actuele ontwikkelingen daarin. 29

32 2 VAKINHOUDELIJKE BEKWAAMHEID LERAAR VO en DOCENT EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS (Bij het eindniveau 3 staat blauw gecursiveerd wat specifiek voor de afstudeerrichting Beroepsonderwijs is.) Vakinhoudelijk bekwaam betekent dat de leraar of docent in ieder geval: a. de inhoud van zijn onderwijs beheerst; b. boven de leerstof staat; c. de leerstof zo kan samenstellen, kiezen of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren; d. vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden kan leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap; e. kan bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen; f. zijn vakkennis en -kunde actueel houdt. 2 VAKINHOUDELIJKE BEKWAAMHEID Bekwaamheidsniveau 1 Bekwaamheidsniveau 2 Bekwaamheidsniveau 3 kennis kennis kennis (opleidingsspecifiek, zie ook de vakkennisbasis) (opleidingsspecifiek, zie ook de vakkennisbasis) De leraar beheerst de leerstof qua kennis en vaardigheden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent de theoretische en praktische achtergronden van zijn vak. De leraar kent de relatie van de leerstof voor zijn vak met de kerndoelen, eindtermen en eindexamenprogramma s. + voor beroepsonderwijs: heeft actuele kennis van beroepen in de branche of branches waarvoor hij opleidt en kan verband leggen tussen de leerstof en de kwalificatiedossiers van die branche of branches. De leraar overziet de opbouw van het curriculum van zijn vak, de plaats van zijn vak in het curriculum van de opleiding en de doorlopende leerlijnen. De leraar of docent weet hoe zijn onderwijs voortbouwt op het voorgaande onderwijs en voorbereidt op vervolgonderwijs of de beroepspraktijk. De leraar kent de samenhang tussen de verschillende verwante vakken, leergebieden en lesprogramma s. De leraar heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de leerstof voor dat deel van het curriculum waarin hij werkt, namelijk één of meer van de verschillende leerwegen van het vmbo, het praktijkonderwijs of de onderbouw van havo of vwo. + voor beroepsonderwijs: heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de leerstof van de verschillende typen en niveaus van de educatie en het beroepsonderwijs. De leraar of docent weet dat zijn leerlingen de leerstof op verschillende manieren kunnen opvatten, interpreteren en leren. 30

33 kunde kunde kunde (opleidingsspecifiek, zie ook de vakkennisbasis) (opleidingsspecifiek, zie ook de vakkennisbasis) De leraar kan de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier samenstellen, uitleggen en demonstreren hoe ermee gewerkt moet worden; + voor beroepsonderwijs: kan de leerstof ook richten op de beroepspraktijk en de verbinding van de theorie aan de (beroeps)praktijk; De leraar kan vanuit zijn inhoudelijke expertise in samenwerking met zijn collega s en de omgeving van de school bijdragen aan de breedte, de samenhang en de actualiteit van het curriculum van zijn school; + voor beroepsonderwijs: is in staat tot het onderhouden en benutten van contacten met het beroepenveld waarvoor hij opleidt; De leraar kan zijn onderwijs afstemmen op verschillen tussen leerlingen; De leraar kan zijn leerlingen duidelijk maken wat de relevantie is van de leerstof voor beroepspraktijk en vervolgonderwijs; De leraar kan daarbij vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap en zo bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. 31

34 3 VAKDIDACTISCHE BEKWAAMHEID LERAAR VO en DOCENT EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS (Bij het eindniveau 3 staat blauw gecursiveerd wat specifiek voor een afstudeerrichting is. De tweedegraads lerarenopleidingen van NHL Stenden Hogeschool hebben de beschrijving van vakdidactische bekwaamheid gerangschikt onder de kopjes onderwijsvoorbereiding, onderwijsuitvoering en organiseren van het leren en onderwijsevaluatie en -ontwikkeling (conform de indeling van de Onderwijscoöperatie). N.B. Hoewel de eisen in de nieuwe wetstekst generiek zijn beschreven, moeten ze steeds gelezen worden als vakspecifiek gekleurd.) Vakdidactisch bekwaam betekent dat de leraar of docent: a. de vakinhoud leerbaar maakt voor zijn leerlingen, in afstemming met zijn collega s en passend bij het onderwijskundige beleid van zijn school; b. de vakinhoud weet te vertalen in leerplannen of leertrajecten; c. de vertaling van de vakinhoud doet met een professionele, ontwikkelingsgerichte werkwijze, waarin in ieder geval de volgende handelingselementen herkenbaar zijn: 1) hij brengt een duidelijke relatie aan tussen de leerdoelen, het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen, de vakinhoud en de inzet van de verschillende methodieken en middelen; 2) bij de uitvoering van zijn onderwijs volgt hij de ontwikkeling van zijn leerlingen; 3) hij toetst en analyseert regelmatig en adequaat of en hoe de leerdoelen gerealiseerd worden; 4) hij stelt op basis van zijn analyse zo nodig zijn onderwijs didactisch bij; 5) hij laat zijn onderwijs met de tijd mee gaan. 3 VAKDIDACTISCHE BEKWAAMHEID Bekwaamheidsniveau 1 Bekwaamheidsniveau 2 Bekwaamheidsniveau 3 kennis Onderwijsvoorbereiding De student heeft kennis van verschillende leer- en onderwijstheorieën die voor de onderwijspraktijk relevant zijn. De student heeft kennis van een aantal digitale leermaterialen en -middelen. De student kent verschillende didactische leer- en werkvormen zowel voor voortgezet onderwijs als voor het beroepsgerichte onderwijs. De student heeft kennis van het Nederlandse onderwijsstelsel. kennis Onderwijsvoorbereiding De student heeft kennis van verschillende leer- en onderwijstheorieën die voor zijn onderwijspraktijk relevant zijn en kan die herkennen in het leren van zijn leerlingen. De student kent verschillende methodes en criteria waarmee hij de bruikbaarheid van de methodes voor zijn leerlingen kan vaststellen. Hij kent verschillende manieren om binnen een methode te differentiëren en recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Hij kan de methode aanvullen en verrijken. De leraar weet hoe een leerplan in elkaar zit en kent de criteria waaraan een goed leerplan moet voldoen (onder meer in het kader van beroepsgericht onderwijs). De student heeft kennis van digitale leermaterialen en -middelen. Hij kent de technische en pedagogisch-didactische mogelijkheden en beperkingen daarvan. De student kent verschillende didactische leer- en werkvormen (onder meer ten behoeve van het beroepsgerichte onderwijs) en de psychologische achtergrond daarvan. Hij kent criteria kennis Onderwijsvoorbereiding De leraar heeft kennis van verschillende leer- en onderwijstheorieën die voor zijn onderwijspraktijk relevant zijn en kan die herkennen in het leren van zijn leerlingen. Hierbij heeft hij zich verdiept in de contextspecifieke aspecten van (voorbereidend) beroepsonderwijs of algemeen vormend onderwijs. De leraar kent verschillende methodes en criteria waarmee hij de bruikbaarheid van de methodes voor zijn leerlingen kan vaststellen. Hij kent verschillende manieren om binnen een methode te differentiëren en recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Hij kan de methode aanvullen en verrijken. De leraar weet hoe een leerplan in elkaar zit en kent de criteria waaraan een goed leerplan moet voldoen (onder meer in het kader van beroepsgericht onderwijs). De leraar heeft kennis van digitale leermaterialen en -middelen. Hij kent de technische en pedagogisch-didactische mogelijkheden en beperkingen daarvan. 32

35 waarmee de bruikbaarheid daarvan voor zijn leerlingen kan worden vastgesteld. De student kent verschillende doelen van evalueren en toetsen. Hij kent verschillende, bij deze doelen passende vormen van observeren, toetsen en examineren. De student heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de vakdidactiek. De leraar kent verschillende didactische leer- en werkvormen (onder meer ten behoeve van het beroepsgerichte onderwijs) en de psychologische achtergrond daarvan. Hij kent criteria waarmee de bruikbaarheid daarvan voor zijn leerlingen kan worden vastgesteld. De leraar kent verschillende doelen van evalueren en toetsen. Hij kent verschillende, bij deze doelen passende vormen van observeren, toetsen en examineren. De leraar heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de vakdidactiek ten behoeve van het type onderwijs en het deel van het curriculum waarin hij werkzaam is. Hierbij heeft hij zich verdiept in de contextspecifieke aspecten van (voorbereidend) beroepsonderwijs of algemeen vormend onderwijs. kunde Onderwijsvoorbereiding De student pakt het ontwerpen van (deel)lessen planmatig aan met behulp van een didactisch analysemodel. De student maakt gebruik van digitale leermaterialen en middelen. De student kan de inhoud en de didactische aanpak van zijn onderwijs toelichten. Onderwijsuitvoering en organiseren van het leren De student voert onderwijsactiviteiten uit in (semi)authentieke situaties met aandacht voor de praktische kant. De student maakt aan leerlingen de verwachtingen en leerdoelen van de onderwijsactiviteit(en) duidelijk en motiveert leerlingen deze te halen. kunde Onderwijsvoorbereiding De student kan doelen stellen, leerstof selecteren en ordenen. De student kan samenhangende lessen uitwerken met passende werkvormen, materialen en media, afgestemd op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen. De student kan passende en betrouwbare toetsen kiezen, maken of samenstellen. Onderwijsuitvoering en organiseren van het leren De student kan een vakdidactisch adequaat klassenmanagement realiseren en vakdidactisch leiding en begeleiding geven aan groepen leerlingen. De student kan aan leerlingen de verwachtingen en leerdoelen duidelijk maken en leerlingen motiveren om deze te halen. Hij kan samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren. De student kan leerstof aan zijn leerlingen begrijpelijk en aansprekend uitleggen, voordoen hoe ermee gewerkt moet worden. De student kan de leerlingen met gerichte activiteiten, met doelmatig gebruik maken van beschikbare digitale leermaterialen en middelen, de leerstof laten verwerken, daarbij variatie aanbrengen en bij instructie en verwerking differentiëren naar niveau en kenmerken van zijn leerlingen. De student kan de leerling begeleiden bij die verwerking, stimulerende vragen stellen en opbouwende gerichte feedback geven op taak en aanpak. kunde Onderwijsvoorbereiding De leraar kan doelen stellen, leerstof selecteren en ordenen. De leraar kan samenhangende lessen uitwerken met passende werkvormen, materialen en media, afgestemd op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen. Hierbij heeft hij zich verdiept in de contextspecifieke aspecten van (voorbereidend) beroepsonderwijs of algemeen vormend onderwijs. De leraar kan passende en betrouwbare toetsen kiezen, maken of samenstellen. Onderwijsuitvoering en organiseren van het leren De leraar kan een vakdidactisch adequaat klassenmanagement realiseren en leiding en begeleiding geven aan groepen leerlingen, ook buiten de context van klas of les. De leraar kan aan leerlingen de verwachtingen en leerdoelen duidelijk maken en leerlingen motiveren om deze te halen. De leraar kan leerstof aan zijn leerlingen begrijpelijk en aansprekend uitleggen, voordoen hoe ermee gewerkt moet worden en daarbij inspelen op de taalbeheersing en taalontwikkeling van zijn leerlingen. De leraar kan doelmatig gebruik maken van beschikbare digitale leermaterialen en middelen. De leraar kan de leerlingen met gerichte activiteiten de leerstof laten verwerken, daarbij variatie aanbrengen en bij instructie en verwerking differentiëren naar niveau en kenmerken van zijn leerlingen. De leraar kan de leerling begeleiden bij die verwerking, stimulerende vragen stellen en opbouwende gerichte feedback geven op taak en aanpak. 33

36 Hij kan de leerlingen een gerichte inzet van loopbaan oriëntatie en begeleiding bieden. De leraar kan samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren. Onderwijsevaluatie en -ontwikkeling De student kan toetsen ontwikkelen, toetsresultaten beoordelen, analyseren en interpreteren en de kwaliteit van toetsen beoordelen. Hij kan de voortgang volgen, de resultaten toetsen, analyseren en beoordelen. De student kan leerproblemen signaleren. De student kan advies vragen aan collega s of andere deskundigen; hij weet wanneer en hoe hij advies kan geven. De student kan kritisch reflecteren op zijn eigen pedagogisch-didactisch handelen, de inhoud en de didactische aanpak van zijn onderwijs uitleggen en verantwoorden en zijn didactische aanpak en handelen evalueren, analyseren, bijstellen en ontwikkelen. Onderwijsevaluatie en -ontwikkeling De leraar kan toetsen ontwikkelen, toetsresultaten beoordelen, analyseren en interpreteren en de kwaliteit van toetsen en examens beoordelen. De leraar kan de voortgang volgen, de resultaten toetsen, analyseren en beoordelen. Hij kan bruikbare en betrouwbare voortgangsinformatie verzamelen en analyseren en op grond daarvan zijn onderwijs waar nodig bijstellen. Hij kan feedback vragen van leerlingen en deze feedback tezamen met zijn eigen analyse van de voortgang gebruiken voor een gericht vervolg van het onderwijsleerproces. De leraar kan leerproblemen signaleren en indien nodig met hulp van collega s oplossingen zoeken of doorverwijzen. De leraar kan advies vragen aan collega s of andere deskundigen. Hij weet wanneer en hoe hij advies kan geven. Hij kan hierbij gebruik maken van methodieken voor professionele consultatie en leren, zoals supervisie en intervisie. De leraar kan zijn didactische aanpak en handelen evalueren, analyseren, bijstellen en ontwikkelen. De leraar kan de inhoud en de didactische aanpak van zijn onderwijs uitleggen en verantwoorden. Hij is in staat is tot kritische reflectie op zijn eigen pedagogisch-didactisch handelen. De leraar kan bijdragen aan pedagogischdidactische evaluaties in zijn school en deze in afstemming met zijn collega s gebruiken bij de onderwijsontwikkeling in zijn school. 34

37 4 PEDAGOGISCHE BEKWAAMHEID LERAAR VO en DOCENT EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS (Bij het eindniveau 3 staat blauw gecursiveerd wat specifiek voor de afstudeerrichting is. De tweedegraads lerarenopleidingen van NHL Stenden Hogeschool hebben de beschrijving van pedagogische bekwaamheid gerangschikt onder een aantal eigen kopjes gerangschikt.) Pedagogische bekwaamheid betekent dat de leraar of docent: a. met een professionele, ontwikkelingsgerichte werkwijze en in samenwerking met zijn collega s een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kan realiseren; b. de ontwikkeling van zijn leerlingen volgt in hun leren en gedrag en daarop zijn handelen afstemt; c. bijdraagt aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van zijn leerlingen; d. zijn pedagogisch handelen kan afstemmen met zijn collega s en met anderen die voor de ontwikkeling van de leerling verantwoordelijk zijn; e. bijdraagt aan de burgerschapsvorming en de ontwikkeling van de leerling tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene; waarbij het ook gaat om de begeleiding van de leerling bij zijn oriëntatie op beroepen en het ontwikkelen van beroepsidentiteit; f. zijn aanpak in het onderwijs in pedagogische zin blijft aanpassen aan de tijd. 4 PEDAGOGISCHE BEKWAAMHEID Bekwaamheidsniveau 1 Bekwaamheidsniveau 2 Bekwaamheidsniveau 3 kennis Contact met en aansluiting bij leerlingen** De student heeft zicht op de ontwikkeling van adolescenten, hun leefwereld en diverse opvoedingsstijlen. De student herkent diversiteit tussen leerlingen en manieren waarop het onderwijs daarmee omgaat. Ordelijk en veilig werk- en leefklimaat De student heeft kennis van groepsdynamische processen. De student heeft kennis van elementen van effectief klassenmanagement en een krachtige leeromgeving. Leerlingbegeleiding De student heeft kennis van de organisatie van leerlingbegeleiding in een school. kennis Contact met en aansluiting bij leerlingen De student heeft kennis van ontwikkelingstheorieën en de gedragswetenschappelijke theorie die voor zijn onderwijspraktijk relevant zijn (bijvoorbeeld uit sociale psychologie en communicatietheorie) en kan die betrekken op zijn pedagogisch handelen. De student weet hoe hij zicht kan krijgen op de leefwereld van zijn leerlingen en hun sociaal-culturele achtergrond. Hij weet hoe hij daarmee rekening kan houden in zijn onderwijs. Ordelijk en veilig werk- en leefklimaat De student heeft kennis van agogische en pedagogische theorieën en methodieken, die voor zijn onderwijspraktijk relevant zijn en kan die betrekken op zijn pedagogisch handelen. De student weet welke interventies kunnen worden ingezet om een ordelijk en veilig werk- en leerklimaat te creëren. Leerlingbegeleiding De student heeft kennis van de lijn en de verschillende rollen in de begeleiding van leerling. kennis Contact met en aansluiting bij leerlingen De leraar heeft kennis van ontwikkelingstheorieën en de gedragswetenschappelijke theorie die voor zijn onderwijspraktijk relevant zijn en kan die betrekken op zijn pedagogisch handelen. Hierbij heeft hij zich verdiept in de contextspecifieke aspecten van (voorbereidend) beroepsonderwijs of algemeen vormend onderwijs. Voor beroepsonderwijs betekent dit dat hij zich heeft verdiept in de theoretische en praktische aspecten van het leren functioneren in een beroep en de ontwikkeling van beroepsidentiteit. De leraar weet hoe hij zicht kan krijgen op de leefwereld van zijn leerlingen en hun sociaal-culturele achtergrond. Hij weet hoe hij daarmee rekening kan houden in zijn onderwijs. Ordelijk en veilig werk- en leefklimaat De leraar heeft kennis van agogische en pedagogische theorieën en methodieken, die voor zijn onderwijspraktijk relevant zijn en kan die betrekken op zijn pedagogisch handelen. Leerlingbegeleiding De leraar heeft kennis van veelvoorkomende ontwikkelings- en gedragsproblemen en -stoornissen. 35

38 ** Met leerlingen worden ook studenten en cursisten bedoeld. De student heeft kennis van opvattingen met betrekking tot de pedagogische taak van het onderwijs en de rol van de docent daarin. De student heeft kennis van veelvoorkomende ontwikkelings- en gedragsproblemen en -stoornissen. De leraar heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de pedagogiek van het type onderwijs en het deel van het curriculum waarin hij werkzaam is. kunde Contact met en aansluiting bij leerlingen De student toont betrokkenheid bij leerlingen en maakt (non) verbaal contact met leerlingen. De student toont in interactie met leerlingen het vermogen om actief te luisteren en opbouwende feedback te geven. De student ontwerpt lesmateriaal waarin hij/zij aansluit bij de belevingswereld van de leerling. Ordelijk en veilig werk- en leefklimaat De student durft de leiding te nemen in opleidings- en praktijksituaties. Eigen pedagogisch-didactisch handelen expliciteren, evalueren en ontwikkelen De student kan kritisch reflecteren op zijn eigen pedagogisch-didactisch handelen. kunde Contact met en aansluiting bij leerlingen De student kan het zelfvertrouwen van leerlingen stimuleren, hen motiveren en stimuleren om zelf antwoorden te vinden op hun vragen De student heeft oog voor de sociaalemotionele en morele ontwikkeling van zijn leerlingen en doet daar recht aan. Ordelijk en veilig werk- en leefklimaat De student kan groepsprocessen sturen en begeleiden. De student geeft leiding aan de groep door afspraken te maken en voorwaarden te creëren ten behoeve van het leren. De student kan vertrouwen wekken bij zijn leerlingen en een veilig pedagogisch klimaat scheppen. Hij kan ruimte scheppen voor leren, inclusief het maken van vergissingen en fouten. Hij kan verwachtingen duidelijk maken en eisen stellen aan leerlingen. Leerlingbegeleiding De student kan benoemen welke rol hij/zij kan en wil spelen in de begeleiding van leerlingen in de brede zin van het woord. De student kan benoemen wat zijn/haar visie is op de pedagogische taak van de school en welke rol hij/zij daarin voor zichzelf ziet weggelegd. De student kan ontwikkelings-, gedragsproblemen en -stoornissen signaleren. Eigen pedagogisch-didactisch handelen expliciteren, evalueren en ontwikkelen De student kan zijn onderwijs en zijn pedagogische omgang met zijn leerlingen uitleggen en verantwoorden. Hij is in staat tot kritische reflectie op zichzelf in de pedagogische relatie. kunde Contact met en aansluiting bij leerlingen De leraar kan het zelfvertrouwen van leerlingen stimuleren, hen aanmoedigen en motiveren De leraar heeft oog voor de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van zijn leerlingen en doet daar recht aan. Hierbij heeft hij zich verdiept in de contextspecifieke aspecten van (voorbereidend) beroepsonderwijs of algemeen vormend onderwijs (onder meer in het kader van loopbaanoriëntatie en begeleiding). Ordelijk en veilig werk- en leefklimaat De leraar kan groepsprocessen sturen en begeleiden. De leraar kan leiding geven aan de groep ten behoeve van het leren. De leraar kan vertrouwen wekken bij zijn leerlingen en een veilig pedagogisch klimaat scheppen. Hij kan ruimte scheppen voor leren, inclusief het maken van vergissingen en fouten. Hij kan verwachtingen duidelijk maken en eisen stellen aan leerlingen. Leerlingbegeleiding De leraar kan ontwikkelings-, gedragsproblemen en -stoornissen signaleren en indien nodig met hulp van collega s oplossingen zoeken of doorverwijzen. De leraar kan zijn pedagogisch handelen afstemmen met anderen die vanuit hun professionele verantwoordelijkheid bij de leerling betrokken zijn, zoals begeleiders van het leren op de werkplek en ouders. Eigen pedagogisch-didactisch handelen expliciteren, evalueren en ontwikkelen. De leraar kan zijn onderwijs en zijn pedagogische omgang met zijn leerlingen uitleggen en verantwoorden. Hij is in staat tot kritische reflectie op zichzelf in de pedagogische relatie. De leraar kan zijn eigen grenzen bewaken. 36

39 Bijlage 2: Aanvraag standaardvalidering Inleiding De deeltijd lerarenopleidingen van NHL Stenden nemen vanaf september 2017 deel aan het Experiment Flexibilisering Deeltijd 10, zoals dat vanuit het ministerie OCW ingezet is om een betere aansluiting te vinden tussen opleidingen en werkende volwassenen. Binnen de Tweedegraads Leraren Opleidingen (de TLO) van NHL Stenden is het vorm geven aan meer gepersonaliseerd leren extra interessant, omdat dit onderwijsconcept ook in vele scholen voor vo en mbo begint op te komen. De invulling is dus een gezamenlijk leerproces, waarbij kwaliteit van de opleiding en waarde van het diploma geborgd blijven. Wie in deeltijd gaat studeren, wil graag van tevoren een indicatie van de verwachte studieduur. Die kan vooraf alleen globaal aangegeven worden, omdat allerlei persoonlijke factoren van invloed zijn. Je kunt desgewenst zelf al een inschatting maken van wat je nog te leren hebt op inhoudelijk gebied of wat betreft de praktijkcontext van een tweedegraads docent door als aankomend student heel precies te kijken naar de leeruitkomsten van de opleiding en de onderliggende bekwaamheidseisen en kennisbases (denk hierbij aan de wettelijk vastgestelde bekwaamheidseisen voor leraren 2 e graad 11, de landelijke kennisbasis van het specifieke vak en de generieke kennisbasis 12. Je kunt een eigen voorlopige inschatting maken hoeveel er op de bekwaamheidsgebieden van de modules nog aan nieuws te leren valt voor jou. Dat wordt niet alleen bepaald door je persoonlijke kwaliteiten en omstandigheden, maar ook door de relevantie van je werkervaring voor het tweedegraads gebied. Hulpmiddel om je eigen inschatting zichtbaar te maken: 10 Zie 11 Zie 12 Zie 37

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning &

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding maatschappijleer van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding maatschappijleer van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding maatschappijleer Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning

Nadere informatie

Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: adres:

Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon:  adres: Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Algemene Economie en Bedrijfseconomie Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Aardrijkskunde van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Aardrijkskunde van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Aardrijkskunde Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning

Nadere informatie

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van: Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Omgangskunde van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Omgangskunde van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Omgangskunde Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning &

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Engels van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Engels van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Engels Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning & tlo@nhl.nl

Nadere informatie

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL 160624 Stand van zaken afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL Inleiding: Vanaf november 2015 is een projectgroep van NHL- en werkveldcollega s bezig geweest met de kaders voor de afstudeerrichtingen

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Nederlands van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Nederlands van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Nederlands Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning & tlo@nhl.nl

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: adres:

Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon:  adres: Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding biologie, natuurkunde en scheikunde Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Fries van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Fries van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Fries Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning & tlo@nhl.nl

Nadere informatie

Domein A: Vaardigheden

Domein A: Vaardigheden Examenprogramma Wiskunde A havo Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Algebra en tellen

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Duits van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Duits van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Duits Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning & tlo@nhl.nl

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016 Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Frans van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Frans van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Frans Studiejaar 2018-2019 Datum: Ons kenmerk: Contactpersoon: E-mailadres: Juli 2018 2018-2019 FO Team Ondersteuning & tlo@nhl.nl

Nadere informatie

Experimenteren met flexibiliseren

Experimenteren met flexibiliseren Experimenteren met flexibiliseren HORDELOPEN 8 november 2018 Marlies van Winkelhof Meike Moonen Het vaste onderwijsprogramma loslaten en leerroutes bieden die écht op maat van de student zijn? FLEXIBILISEREN

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde D vwo

Examenprogramma wiskunde D vwo Examenprogramma wiskunde D vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kansrekening en statistiek

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016 Werken met leeruitkomsten 7 november 2016 Wat zijn leeruitkomsten? Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring op basis waarvan vastgesteld kan worden in welke mate, tot op welk niveau

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7228 14 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 februari 2014, nr. VO/599178,

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis Studiejaar 2019-2020 Datum: Ons kenmerk: Van: E-mailadres: Juli 2019 2019-2020 FO Team Onderwijs- en studentinfo@nhlstenden.com

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 / De kern en inhoud als uitgangspunt... 4 1.1 de kern... 4 1.2 de inhoud... 5 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT Annet Meinen & Rosan Bosma a.meinen@fontys.nl / r.bosma@fontys.nl FLOT-Focus, 2016-2021: De karaktervolle leraar. De afgelopen

Nadere informatie

Het voorstel bekwaamheidseisen

Het voorstel bekwaamheidseisen Het voorstel bekwaamheidseisen. Geredigeerd naar drie sets (primair onderwijs, voortgezet onderwijs/beroeps- en volwasseneneducatie, voortgezet hoger onderwijs) Versie: 2012 Status: Aangeboden aan de Minister

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LC Type 1 Salarisschaal 11 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet

Nadere informatie

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version)

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version) Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version) Roelien Wierda & Ron Barendsen NHL Hogeschool Inhoud Inleiding... 1 Firm

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria

Nadere informatie

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD eindbeoordeling WPL-2 Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding tweedegraads lerarenopleidingen datum: 2 april 2015 naam student: Peter Lakeman studentnr.

Nadere informatie

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd: 1/8 informatie Wet BIO In de Wet BIO staat de kwaliteit van het onderwijspersoneel centraal, want daarmee staat of valt de kwaliteit van het onderwijs. Het doel van de Wet BIO is: een minimumniveau van

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

HERIJKING HET NIEUWE VOORSTEL BEKWAAMHEIDSEISEN

HERIJKING HET NIEUWE VOORSTEL BEKWAAMHEIDSEISEN HERIJKING HET NIEUWE VOORSTEL BEKWAAMHEIDSEISEN Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 / HET VOORSTEL HERIJKING BEKWAAMHEIDSEISEN VAN LERAREN... 3 1.1 Inleiding..... 3 1.2 De bekwaamheidseisen vakinhoudelijke bekwaamheid...

Nadere informatie

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30735 6 november 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 oktober 2013, nr. VO/541608,

Nadere informatie

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5 Beoordelingsformulier 3.1.2 Verslag Vakprofilering Geschiedenis 2015-2016 Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5 Studentnaam: Klas: Beoordelaar Studentnummer: Datum: KERN- EN DEELTAKEN DIE HOREN BIJ DEZE TOETS: 2.1,

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde D havo

Examenprogramma wiskunde D havo Examenprogramma wiskunde D havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kansrekening en statistiek

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De Associate degree Human Resource Management (deeltijd) wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Mensen zijn het belangrijkste

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beschrijving van het beoordelingsinstrument Niveaus Er worden in dit beoordelingsinstrument vier niveaus onderscheiden

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten Toelichting De Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten betreft de vier deelgebieden waarop docenten binnen Avans Hogeschool zich, conform het Avans professionaliseringsplan,

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

11 e editie. Inhoudsopgaven VWO 5

11 e editie. Inhoudsopgaven VWO 5 11 e editie Inhoudsopgaven VWO 5 Inhoudsopgave 5 vwo A 1 Formules herleiden 1-1 Lineaire formules 1-2 Gebroken formules 1-3 Wortelformules 1-4 Machtsformules 1-5 Gemengde opdrachten 2 Statistiek (op computer)

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Wiskunde D bestaat uit de volgende (sub)domeinen: LANDSEXAMEN VWO 2017-2018 Examenprogramma WISKUNDE D (V.W.O. ) (nieuw programma) 1 Het eindexamen Wiskunde D kent slechts het commissie-examen. Er is voor wiskunde D dus geen centraal schriftelijk examen.

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten. Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 Jaar: 3 Dt Stageschool: Sint Lucas Stagebegeleider: H. van Gogh B. Vermogen

Nadere informatie

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd Bij Studie en Werk 1B-Deeltij word je beoordeeld op je leerproces én functioneren als (aankomend_ docent op je leerwerkplek. De beoordeling wordt onderbouwd

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

Profielkeuze M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Profielkeuze M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo Profielkeuze 2018-2019 M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo 4 havo 4 vwo 5 havo 5 vwo 6 vwo algemeen deel profieldeel vrij deel Nederland Engels Maatschappijleer (alleen 4 havo en 4 vwo) CKV (culturele

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd 2016-2017 Inleiding: Bij Studie en Werk 1B word je beoordeeld op je leerproces én je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. De beoordeling

Nadere informatie

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten najaar 2005 Inleiding In het assessment UvA-docent wordt vastgesteld welke competenties van het docentschap door u al verworven zijn en welke onderdelen nog

Nadere informatie

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg naam student: Stan Verhees.. A1 CREËREND VERMOGEN 1 De student kan zelfstandig een beeldend proces op gang brengen, dit proces kwalitatief

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven x

Nadere informatie

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster. Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 Jaar: 4 Dt Stageschool: Heerbeeck College Stagebegeleider: S. van Driel

Nadere informatie

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool In dit beroepsproduct ontwerp je onderwijs op het gebied van Wetenschap en technologie voor de basisschool. Uitgangspunt bij je onderwijsontwerp

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Met deze voorbeelden van taken voor de wiskundelessen willen wij verschillende ideeën illustreren. Ten eerste geven zij een idee wat bedoeld wordt met hele-taakeerst

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

WPL Fase A WPL Fase B WPL Fase C WPL Fase D

WPL Fase A WPL Fase B WPL Fase C WPL Fase D 1 van 8 Werkplekleren Deeltijd 2018-2019 Tweejarig traject: Jaar 1: WPL fase A (semester 1) en WPL fase B (semester 2) Jaar 2: WPL fase C (semester 1) en WPL fase D (semester 2) Driejarig traject: Jaar

Nadere informatie

Beoordelingsformulieren. Aanpassingen

Beoordelingsformulieren. Aanpassingen Beoordelingsformulieren Aanpassingen 2018-2019 Opzet praktijkbeoordeling Oud Nieuw SBL-competenties Kerntaken en deeltaken (opleidingsprofiel) 10 geselecteerde algemene Centrale Criteria 23 Indicatoren

Nadere informatie

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017 Lerarenopleiding Toke Egberts 10 nov. 2017 1 Even voorstellen Toke Egberts 2 Inhoud Leraar worden? Opleidingsvarianten Curriculum Vakken Praktijk Toelatingseisen en informatie Individuele vragen 3 Waarom

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

10e editie Inhoudsopgave leerjaar 6

10e editie Inhoudsopgave leerjaar 6 10e editie Inhoudsopgave leerjaar 6 Inhoudsopgave Deel 6 vwo A Hoofdstuk 1: Samengestelde functies Voorkennis: Differentiëren 1-1 Machtsfuncties 1-2 Machtsfuncties differentiëren 1-3 Wortelfuncties en

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie