Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden!

Transcriptie

1 Aan eerstejaars studenten Flexibel Onderwijs Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis Studiejaar Datum: Ons kenmerk: Van: adres: Juli FO Team Onderwijs- en Relatiebeheer Plaats: Uw kenmerk: Telefoonnummer: Bijlagen: Leeuwarden Start studiejaar Onderwerp: Informatie start studiejaar Beste student(e), Van harte welkom bij de Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis van de Academie vo & mbo van de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden! Startbijeenkomst Graag nodigen we je uit voor de startbijeenkomst op donderdag 29 augustus om uur (inloop vanaf uur). De bijeenkomst vindt plaats aan Rengerslaan 10, lokaal B Het is belangrijk dat je daar bij aanwezig bent, want je krijgt dan belangrijke informatie over zaken die dit studiejaar voor jou relevant zijn. Ook beginnen we op deze avond direct al met de eerste lessen geschiedenis. Start studiejaar/lesrooster Het nieuwe studiejaar begint in de week van 2-6 september De roosters zijn vanaf maandag 26 augustus 2019 beschikbaar. In de bijlage vind je een overzicht van de klassencodes. Hiermee kun je via start.nhlstenden.com het juiste rooster vinden. Module Oriëntatie op onderwijs en beroep (OOB) Voor elke lerarenopleiding maakt deze module onderdeel uit van de propedeuse. Ondersteunende lessen kun je naar keuze in Leeuwarden of in Groningen volgen. In Groningen, Eemsgolaan 17 lokaal 1.18, is de startbijeenkomst voor deze module op maandag 2 september 2019 van tot uur. In Leeuwarden, lokaal A1.025, is de startbijeenkomst op woensdag 4 september ook van tot uur. Je ontvangt hier informatie over de lessen, stage en toetsing bij deze module. Diezelfde avond van tot uur starten de ondersteunende lessen Onderwijskunde. Module Pedagogiek Studenten die in aanmerking komen voor standaardvalidering van de module OOB, op grond van een getuigschrift van een lerarenopleiding of bachelor pedagogiek, kunnen in september aan de slag met de module pedagogiek. Ook van deze module is er een startbijeenkomst waarin uitleg wordt gegeven over de inhoud van de module, het onderwijsaanbod en de manier van toetsing. Deze bijeenkomsten zijn ook maandag 2 september 2019 van tot uur in Groningen (Eemsgolaan 17) lokaal 0.14 en woensdag 4 september 2019 van tot uur in Leeuwarden (Rengerslaan 10) lokaal B0.089.

2 Opleidingsspecifieke informatie In de bijlage vind je informatie over de flexibele tweedegraads lerarenopleidingen, met o.a. een toelichting op flexibel onderwijs, de mogelijkheden van (standaard)validering en de leeruitkomsten van je opleiding. Meer opleidingsspecifieke informatie krijg je bij de start van het studiejaar. Locaties NHL Stenden Informatie over de bereikbaarheid van onze locaties vind je via deze link op onze website Op de website start.nhlstenden.com vind je een wegwijzer met daarin plattegronden van de school. Aanmelding voor de opleiding Onderneem actie wanneer je inschrijving nog niet definitief is! Inschrijving is mogelijk tot en met 31 augustus Je moet je inschrijving zelf regelen via Op de site van de NHL Stenden Hogeschool kun je via het menu onder Studeren bij NHL Stenden/Inschrijven voor een opleiding informatie vinden over de inschrijfprocedure. Activeren NHL Stenden-account Je hebt van NHL Stenden Hogeschool een adres gekregen. Dat adres is tevens je gebruikersnaam, waarmee je toegang krijgt tot de computers en andere digitale diensten zoals intranet, Blackboard en Progress. Als nieuwe student is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je dit account activeert. Dit kun je doen via deze link. Mocht je problemen ervaren met je account, wacht dan niet te lang en neem contact op met het Serviceplein, telefoonnummer of Blackboard Blackboard is de digitale leeromgeving van NHL Stenden Hogeschool. Tijdens de startbijeenkomst van je opleiding hoor je hoe je met je NHL Stenden account kunt inloggen en de informatie en modules van je opleiding kunt vinden. Mocht je nog vragen of opmerkingen hebben, dan kun je terecht bij Student Info via telefoonnummer of via We wensen je een prettige vakantie en graag tot ziens bij de start van het nieuwe studiejaar. Met vriendelijke groet, Namens Tweedegraads lerarenopleiding Geschiedenis Team Onderwijs- en Relatiebeheer Academie vo & mbo

3 Groepsnamen Tweedegraads lerarenopleidingen Om je rooster na te kijken ga je naar start.nhlstenden.com. Hier klik je op 'Roosters'. Nadat je ingelogd bent kun je het rooster van jouw klas vinden door te zoeken op onderstaande roostercodes. Groepsnamen jaar 1 Roostercode/klassencode Naam opleiding en klas VO_LAE/BE_AE/BE5 en ouder Leraar algemene economie voltijd jaar 5 en ouder VO_LAE/LBE_Werkplaats Werkplaats LAE en LBE VO_LAE_AE1 Leraar algemene economie voltijd jaar 1 VO_LAE_AE2 Leraar algemene economie voltijd jaar 2 VO_LAE_AE3 Leraar algemene economie voltijd jaar 3 VO_LAE_AE4 Leraar algemene economie voltijd jaar 4 VO_LAE_DTAE Leraar algemene economie deeltijd oud VO_LAE_FOAE1_P Leraar algemene economie flexibel onderwijs propedeuse VO_LAE_FOAE2_Ha Leraar algemene economie flexibel onderwijs hoofdfase A VO_LAE_FOAE2_Hb Leraar algemene economie flexibel onderwijs hoofdfase B VO_LAE_FOAE3_A Leraar algemene economie flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LAK_AK1 Leraar aardrijkskunde voltijd jaar 1 VO_LAK_AK2 Leraar aardrijkskunde voltijd jaar 2 VO_LAK_AK3 Leraar aardrijkskunde voltijd jaar 3 VO_LAK_AK4 Leraar aardrijkskunde voltijd jaar 4 VO_LAK_DTAK Leraar aardrijkskunde deeltijd oud VO_LAK_FOAK1_P Leraar aardrijkskunde flexibel onderwijs propedeuse VO_LAK_FOAK2_H Leraar aardrijkskunde flexibel onderwijs hoofdfase VO_LAK_FOAK3_A Leraar aardrijkskunde flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LBE_BE1 Leraar bedrijfseconomie voltijd jaar 1 VO_LBE_BE2 Leraar bedrijfseconomie voltijd jaar 2 VO_LBE_BE3 Leraar bedrijfseconomie voltijd jaar 3 VO_LBE_BE4 Leraar bedrijfseconomie voltijd jaar 4 VO_LBE_DTBE Leraar bedrijfseconomie deeltijd oud VO_LBE_FOBE1_P Leraar bedrijfseconomie flexibel onderwijs propedeuse VO_LBE_FOBE2_Ha Leraar bedrijfseconomie flexibel onderwijs hoofdfase A VO_LBE_FOBE2_Hb Leraar bedrijfseconomie flexibel onderwijs hoofdfase B VO_LBE_FOBE3_A Leraar bedrijfseconomie flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LBI_bi1 Leraar biologie voltijd jaar 1 VO_LBI_bi2 Leraar biologie voltijd jaar 2 VO_LBI_bi3 Leraar biologie voltijd jaar 3 VO_LBI_bi4 Leraar biologie voltijd jaar 4 VO_LBI_FObi1_P Leraar biologie flexibel onderwijs propedeuse VO_LBI_FObi2_H Leraar biologie flexibel onderwijs hoofdfase VO_LBI_FObi3_A Leraar biologie flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LDU_DTDU Leraar Duits deeltijd oud VO_LDU_DU1 Leraar Duits voltijd jaar 1 VO_LDU_DU2 Leraar Duits voltijd jaar 2 VO_LDU_DU3 Leraar Duits voltijd jaar 3 VO_LDU_DU4 Leraar Duits voltijd jaar 4 VO_LDU_FODU_A Leraar Duits flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LDU_FODU_H Leraar Duits flexibel onderwijs hoofdfase VO_LDU_FODU_P Leraar Duits flexibel onderwijs propedeuse VO_LEN_DTEN Leraar Engels deeltijd oud VO_LEN_EN1a Leraar Engels voltijd jaar 1a VO_LEN_EN1b Leraar Engels voltijd jaar 1b VO_LEN_EN1c Leraar Engels voltijd jaar 1c VO_LEN_EN1d Leraar Engels voltijd jaar 1d VO_LEN_EN1e Leraar Engels voltijd jaar 1e VO_LEN_EN2a Leraar Engels voltijd jaar 2a VO_LEN_EN2b Leraar Engels voltijd jaar 2b VO_LEN_EN3a Leraar Engels voltijd jaar 3a VO_LEN_EN3b Leraar Engels voltijd jaar 3b VO_LEN_EN4a Leraar Engels voltijd jaar 4 VO_LEN_EN4b Leraar Engels voltijd jaar 4

4 VO_LEN_FOEN_H Leraar Engels flexibel onderwijs hoofdfase VO_LEN_FOEN_Pa Leraar Engels flexibel onderwijs propedeuse a VO_LEN_FOEN_Pb Leraar Engels flexibel onderwijs propedeuse b VO_LEN_FOEN_Pc Leraar Engels flexibel onderwijs propedeuse c VO_LEN_FOEN_Pd Leraar Engels flexibel onderwijs propedeuse d VO_LFA_DTFA Leraar Frans deeltijd oud VO_LFA_FA1 Leraar Frans voltijd jaar 1 VO_LFA_FA2 Leraar Frans voltijd jaar 2 VO_LFA_FA3 Leraar Frans voltijd jaar 3 VO_LFA_FA4 Leraar Frans voltijd jaar 4 VO_LFA_FOFA_A Leraar Frans flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LFA_FOFA_H Leraar Frans flexibel onderwijs hoofdfase VO_LFA_FOFA_P Leraar Frans flexibel onderwijs propedeuse VO_LFY_FOFY_H Leraar Fries flexibel onderwijs hoofdfase VO_LFY_FOFY_P Leraar Fries flexibel onderwijs propedeuse VO_LFY_FY1 Leraar Fries voltijd jaar 1 VO_LFY_FY2 Leraar Fries voltijd jaar 2 VO_LGS_DTGW Leraar geschiedenis deeltijd oud VO_LGS_FOGS1_P Leraar geschiedenis flexibel onderwijs propedeuse VO_LGS_FOGS2_H Leraar geschiedenis flexibel onderwijs hoofdfase VO_LGS_FOGS3_A Leraar geschiedenis flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LGS_GS1a1 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1a1 VO_LGS_GS1a2 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1a2 VO_LGS_GS1b1 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1b1 VO_LGS_GS1b2 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1b2 VO_LGS_GS1c1 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1c1 VO_LGS_GS1c2 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1c2 VO_LGS_GS1d1 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1d1 VO_LGS_GS1d2 Leraar geschiedenis voltijd jaar 1d2 VO_LGS_GS2a1 Leraar geschiedenis voltijd jaar 2a1 VO_LGS_GS2a2 Leraar geschiedenis voltijd jaar 2a2 VO_LGS_GS2a3 Leraar geschiedenis voltijd jaar 2a3 VO_LGS_GS3a Leraar geschiedenis voltijd jaar 3a VO_LGS_GS3b Leraar geschiedenis voltijd jaar 3b VO_LGS_GS4a Leraar geschiedenis voltijd jaar 4 VO_LGW_DTGW Leraar gezondheidszorg en welzijn deeltijd oud VO_LGW_FOGW1_P Leraar gezondheidszorg en welzijn flexibel onderwijs propedeuse VO_LGW_FOGW2_H Leraar gezondheidszorg en welzijn flexibel onderwijs hoofdfase VO_LGW_FOGW3_A Leraar gezondheidszorg en welzijn flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LGW_GW1 Leraar gezondheidszorg en welzijn voltijd jaar 1 VO_LGW_GW2 Leraar gezondheidszorg en welzijn voltijd jaar 2 VO_LGW_GW3 Leraar gezondheidszorg en welzijn voltijd jaar 3 VO_LGW_GW4 Leraar gezondheidszorg en welzijn voltijd jaar 4 VO_LMA_DTMA Leraar maatschappijleer deeltijd oud VO_LMA_FOMA1_P Leraar maatschappijleer flexibel onderwijs propedeuse VO_LMA_FOMA2_H Leraar maatschappijleer flexibel onderwijs hoofdfase VO_LMA_FOMA3_A Leraar maatschappijleer flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LMA_MA1 Leraar maatschappijleer voltijd jaar 1 VO_LMA_MA2 Leraar maatschappijleer voltijd jaar 2 VO_LMA_MA3 Leraar maatschappijleer voltijd jaar 3 VO_LMA_MA4 Leraar maatschappijleer voltijd jaar 4 VO_LNA_FOna1_P Leraar natuurkunde flexibel onderwijs propedeuse VO_LNA_FOna2_H Leraar natuurkunde flexibel onderwijs hoofdfase VO_LNA_FOna3_A Leraar natuurkunde flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LNA_na1 Leraar natuurkunde voltijd jaar 1 VO_LNA_na2 Leraar natuurkunde voltijd jaar 2 VO_LNA_na3 Leraar natuurkunde voltijd jaar 3 VO_LNA_na4 Leraar natuurkunde voltijd jaar 4 VO_LNE_FONE_A Leraar Nederlands flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LNE_FONE_H Leraar Nederlands flexibel onderwijs hoofdfase VO_LNE_FONE_P Leraar Nederlands flexibel onderwijs propedeuse VO_LNE_NE1 Leraar Nederlands voltijd jaar 1 VO_LNE_NE2 Leraar Nederlands voltijd jaar 2 VO_LNE_NE3 Leraar Nederlands voltijd jaar 3 VO_LNE_NE4 Leraar Nederlands voltijd jaar 4

5 VO_LOK_DTOK Leraar omgangskunde deeltijd oud VO_LOK_FOOK_Hb Leraar omgangskunde flexibel onderwijs hoofdfase b VO_LOK_FOOK1_Pa Leraar omgangskunde flexibel onderwijs propedeuse a VO_LOK_FOOK1_Pb Leraar omgangskunde flexibel onderwijs propedeuse b VO_LOK_FOOK1_Pc Leraar omgangskunde flexibel onderwijs propedeuse c VO_LOK_FOOK2_Ha Leraar omgangskunde flexibel onderwijs hoofdfase a VO_LOK_FOOK3_A Leraar omgangskunde flexibel onderwijs afstudeerfase VO_LSK_FOsk1_P Leraar scheikunde flexibele onderwijs propedeuse VO_LSK_FOsk2_H Leraar scheikunde flexibele onderwijs hoofdfase VO_LSK_FOsk3_A Leraar scheikunde flexibele onderwijs afstudeerfase VO_LSK_sk1 Leraar scheikunde voltijd jaar 1 VO_LSK_sk2 Leraar scheikunde voltijd jaar 2 VO_LSK_sk3 Leraar scheikunde voltijd jaar 3 VO_LSK_sk4 Leraar scheikunde voltijd jaar 4 VO_LWI_FOwiL1_P (cohort 2019) Leraar wiskunde flexibel onderwijs propedeuse (cohort 2019) - Leeuwarden VO_LWI_FOwiL2_H (cohort 2018) Leraar wiskunde flexibel onderwijs hoofdfase (cohort 2018) - Leeuwarden VO_LWI_FOwiL3_A (cohort 2017) Leraar wiskunde deeltijd onderwijs afstudeerfase (cohort 2017) - Leeuwarden VO_LWI_lw1 Leraar wiskunde voltijd jaar 1 VO_LWI_lw2 Leraar wiskunde voltijd jaar 2 VO_LWI_lw3 Leraar wiskunde voltijd jaar 3 VO_LWI_lw4 Leraar wiskunde voltijd jaar 4 VO_XXX_Exchange students - Fine Arts Exchange students - Fine Arts VO_XXX_Exchange Students - Teacher Training Exchange students - Teachter Training VO_XXX_KOP-opleiding - 1a KOP-opleiding - 1a VO_XXX_KOP-opleiding - 1b KOP-opleiding - 1b

6 Flexibel Onderwijs Deeltijdopleiding Leraar Geschiedenis 2 e graad NHL STENDEN HOGESCHOOL

7 Voorwoord Welkom bij de deeltijdopleiding leraar Geschiedenis. In dit document vind je een algemene toelichting op flexibel onderwijs bij de tweedegraads lerarenopleidingen (TLO) van NHL Stenden. De beschrijving van validering (dat verder gaat dan vrijstelling) en de bijbehorende bijlagen, ook met de leeruitkomsten van je opleiding, geven informatie die van belang is voor je persoonlijke leerarrangement. Dat leerarrangement stel je aan het begin van je studie samen met je studiecoach op als onderdeel van de onderwijsovereenkomst. Meer opleidingsspecifieke informatie over inhoudelijke zaken en over praktische zaken zoals roostering volgen bij aanvang van de studie. Veel succes met je opleiding! (N.B. Hoewel deze informatie met de grootste zorgvuldigheid is samengesteld, kunnen aan dit document kunnen geen rechten ontleend worden.) Inhoud 1. Inleiding flexibel onderwijs Leeruitkomsten TLO... 5 Beheersingsniveau... 5 Bekwaamheidseisen... 6 Kennisbasis... 6 Afstudeerrichtingen Leerwegonafhankelijke toetsing... 8 Toetsvormen... 8 Portfolio Validering bij de TLO... 9 Standaardvalidering van hele modules op basis van getuigschriften... 9 Maatwerkvalidering van leeruitkomsten Inbreng van bewijsmateriaal binnen de reguliere beoordeling Studietraject bij de TLO Leerarrangement Onderwijsovereenkomst Bijlage 1: Leeruitkomsten leraar Geschiedenis Bijlage 2: Schema valideringsvormen Bijlage 3: Standaardvalideringstabel TLO Bijlage 4: Voorbeeld onderwijsovereenkomst

8 1. Inleiding flexibel onderwijs Alle 16 tweedegraads lerarenopleidingen van NHL Stenden Hogeschool nemen deel aan het Experiment Flexibilisering 1 van het ministerie OCW en vallen daarmee onder een speciale wettelijke regeling die het mogelijk maakt om meer maatwerk te leveren voor deeltijdstudenten. Hoewel de term experiment soms andere associaties kan oproepen, worden de opleidingen in deze nieuwe vorm streng gevolgd door NVAO, inspectie en ministerie, zodat de kwaliteit van het diploma gegarandeerd blijft. Wat is dan anders binnen flexibel onderwijs? Het landelijke kader legt vast dat: o o studiepunten alleen aan prestaties en niet aan studielast gekoppeld worden. Waar gewoonlijk een studiepunt (European Credit) tegelijkertijd voor een geleverde prestatie én 28 uur studiebelasting staat, geldt binnen flexibel onderwijs dat ec s alleen aan het aantonen van leeruitkomsten worden verbonden, in grotere gehelen (modules). Daarmee wordt versnelling mogelijk gemaakt. (N.B. Voor studenten die gebruik maken van een lerarenbeurs, is een speciale afspraak gemaakt met DUO: via de Examencommissie kunnen ook behaalde leeruitkomsten van nog niet afgeronde modules meegerekend worden. 2 ) leeruitkomsten en leerwegonafhankelijke toetsing de basis van de opleiding vormen. Waar gewoonlijk onderwijsprogramma s gericht zijn op aanbod en vervolgens toetsen wat er in dat aanbod geleerd is, zijn flexibele opleidingen gericht op leeruitkomsten, waarbij het niet uitmaakt hoe en waar en wanneer de getoonde bekwaamheden geleerd zijn. Dit geeft niet alleen ruimte voor het erkennen van eerder en elders verworven bekwaamheden (validering), maar ook voor het inzetten van eigen leeractiviteiten voor de opleiding, bijvoorbeeld door de eigen werkplek te benutten of bepaalde kennis in zelfstudie te verwerven. De toetsing is dus niet afhankelijk van de gevolgde leerroute. Flexibilisering van de deeltijd heeft tot doel om opleidingen meer te richten op wensen en mogelijkheden van de (werkende) student en mogelijkheden van leren in de praktijk op de werkplek. Meer gepersonaliseerd onderwijs dus: Flexibilisering van het onderwijs kan ervoor zorgen dat het onderwijs toegankelijker en aantrekkelijker wordt en beter is afgestemd op de kenmerken en behoeften van studenten. Dit kan bijvoorbeeld door beter aan te sluiten op het beginniveau qua kennis en kunde van de student, diens werksituatie en de voorkeuren voor de wijze van leren en studeren. 3 1 Zie 2 De procedure voor het aantonen van 15 behaalde studiepunten in een studiejaar in het kader van de lerarenbeurs is als volgt: De student benadert de Examencommissie door gebruik te maken van het algemene verzoek-/klachtformulier op de intranetpagina van de Examencommissie TLO. De examencommissie vraagt een tussentijdse cijferuitdraai van ProgRESS.net aan via Team Studievoortgang Blauw. Hierop worden niet alleen de EC s voor afgeronde modules zichtbaar, maar ook de punten voor behaalde toetseenheden binnen een nog niet afgeronde module. Deze worden door ProgRESS berekent op basis van de weging van de betrokken toetseenheden in het leerplanschema. Dus in een 30 EC module met bijvoorbeeld 5 toetseenheden, elk met een weging van 20%, krijgt elke toetseenheid een berekende studielast van 6 EC s. In het kader van de lerarenbeurs worden valideringen niet meegeteld in het aantal behaalde studiepunten. De examencommissie bereidt een brief aan DUO voor met de tussentijdse cijferuitdraai als bijlage. Deze wordt naar de student g d, die hem dan doorstuurt naar DUO. 3 Zie p.5 van de handreiking op 3

9 De tweedegraads deeltijd lerarenopleidingen van NHL Stenden werken vanaf september 2017 met leeruitkomsten, leerwegonafhankelijke toetsing en validering. Vanuit de lerarenopleidingen gezien is deelname aan de Pilot Flexibilisering ook interessant vanwege het ervaring opdoen met vormen van gepersonaliseerd leren, zoals dat in het hele onderwijswerkveld in toenemende mate speelt. Zo kunnen de lerarenopleidingen en alle leraren-in-opleiding zelf ervaren wat dat vraagt. De ontwikkeling van flexibel onderwijs is een proces van co-creatie, d.w.z. een proces van gezamenlijk construeren en verder ontwikkelen op grond van ervaringen en feedback van studenten, docenten en werkveld. Met een actieve en onderzoekende houding van alle betrokkenen en in voortdurende dialoog met elkaar krijgen de flexibele lerarenopleidingen vorm. De ervaringen met flexibel onderwijs binnen het landelijke Experiment Flexibilisering zijn positief. Uit een tussentijdse evaluatie van ResearchNed 4 : Uit de rapportage volgt dat studenten, docenten, bestuur en management en werkgevers met name tevreden zijn over de volgende aspecten: Het flexibele onderwijsconcept en het werken met leeruitkomsten zorgt voor meer herkenbaarheid, ervaren relevantie en een nauwere aansluiting op de beroepspraktijk. Dat maakt het concept voor werkende volwassenen en hun werkgevers aantrekkelijk. De regie ligt bij de student en in veel gevallen wordt ook in de praktijk geleerd. Vragen vanuit de beroepspraktijk en theoretische inzichten worden aan elkaar gekoppeld, wat leidt tot verdieping van inzichten in interactie met medestudenten en docenten. Studenten ervaren dat zij nu minder «leren voor school» en meer leren voor hun eigen ontwikkeling. Werkgevers zien dit terug: zij geven volgens ResearchNed aan verschillen te zien tussen de flexibele opleidingen en reguliere opleidingen; studenten hebben een actievere leerhouding, er wordt meer maatwerk geboden en de aansluiting op de beroepspraktijk is beter. Door het werkplekleren en door co-creatie is er meer sprake van samenwerking, afstemming en kennisdeling met werkgevers. (Kamerbrief over tussenevaluatie experimenten en flexibilisering hbo van minister Van Engelshoven aan de Tweede Kamer op 19 april 2019, p.6) 4 Zie 4

10 2. Leeruitkomsten TLO Wat is een leeruitkomst? Binnen de TLO wordt de volgende definitie gehanteerd, afkomstig uit de Europese Tuning Guide to Formulating Degree Programme Profiles: Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring die ons in staat stelt om vast te stellen in welke mate of op welk niveau of volgens welke standaard een competentie gerealiseerd is. Het gaat bij een leeruitkomst om de meetbare resultaten van het leren en dus niet om het onderwijs dat gevolgd wordt. Een leeruitkomst aantonen betekent dat je laat zien de gevraagde kennis, kunde, attitude en handelingsrepertoire te beheersen op het vastgestelde niveau, binnen de aangegeven context(en) en met de gewenste inhoud. Het is dan ook nodig om leeruitkomsten goed te bespreken en te interpreteren. Leeruitkomsten binnen de flexibele deeltijd zijn leerwegonafhankelijk: de beoordeling (via validering of toetsing) staat los van het leerproces van de deeltijdstudent en dus in principe los van het programma-aanbod. Een deeltijdstudent kan een leeruitkomst aantonen, terwijl het leren van wat in die leeruitkomst gevraagd wordt al eerder en/of elders plaatsgevonden heeft. De opleiding van 240 ec s is verdeeld in 8 modules van 30 ec s. Het woord module slaat bij de flexibele lerarenopleidingen nadrukkelijk niet op een programma of semester van 30 ec s, maar op een bundeling van samenhangende leeruitkomsten. De leeruitkomsten zijn bij de lerarenopleidingen ingedeeld op grond van beheersingsniveau, bekwaamheidseisen en afstudeerrichting: Beheersingsniveau De TLO onderscheiden 3 niveaus: Propedeuseniveau geeft aan dat de student: - het beschreven propedeuseniveau van vakkennis en vaardigheden heeft en de opleiding aankan - oriënterende praktijkervaring heeft opgedaan in zowel vmbo- en mbo- als havo/vwocontexten, d.m.v. observeren, instructies en (deel)lessen geven en de docentrollen uitproberen en daarop reflecteren - een beeld heeft van het volledige werkveld van een tweedegraads leraar - een gemotiveerde keuze maakt voor de opleiding en het beroep Enkele typerende woorden voor dit niveau zijn: oriënteren, observeren, ontdekken, doen, overzicht krijgen, motivatie tonen, reflecteren, enthousiasmeren, beroepsbeeld onder woorden brengen, basis vakkennis en -vaardigheden verwerven. Hoofdfaseniveau geeft aan dat de student: - de vakkennisbasis voor de tweedegraads vakdocent beheerst op het niveau van kennis en inzicht en deels toepassing, o.a. aangetoond in de verplichte landelijke kennistoets - de generieke kennisbasis beheerst op het niveau van kennis en inzicht, en deels toepassing in een aantal praktijkcontexten, zowel algemeen vormend als beroepsgericht onderwijs, d.w.z. bewust en adequaat pedagogisch-didactisch kan handelen in de beroepspraktijk, onderbouwd door middel van literatuur - (vak)didactisch bekwaam is in het ontwerpen van onderwijs en ervaring heeft met het uitvoeren van lessen voor het volledige tweedegraads gebied - zijn eigen ontwikkeling als docent kan sturen en daar keuzes in maakt, zoals de afstudeerrichting 5

11 Enkele typerende woorden voor dit niveau zijn: beheersen, verdiepen van kennis en inzicht, begeleid en onbegeleid praktijkervaring opdoen, brede praktijkcontext exploreren, experimenteren, reflecteren op eigen pedagogische en didactisch handelen, sturen van eigen ontwikkeling. Afstudeerfaseniveau geeft aan dat de student: - in de dagelijkse praktijk van de afstudeerrichting goed functioneert als leraar in zijn vakgebied: d.w.z. dat hij adequaat handelt in alle docentrollen en zijn keuzes kan onderbouwen vanuit onderzoek, literatuur en praktijk - zichzelf blijft ontwikkelen als professional met een eigen professionele visie op het beroep - goed samenwerkt met collega s en andere bij de school betrokken partijen - systematisch aan verbetering van zijn eigen onderwijs werkt - bijdraagt aan de school als organisatie en het onderwijs als sector Dit eindniveau van de bachelor is gericht op het aantonen van alle bekwaamheden op het landelijk vastgelegde niveau startbekwaamheid voor tweedegraads leraar. Enkele typerende woorden voor dit niveau zijn: systematisch handelen, dagelijks handelen binnen specifieke praktijkcontext, toepassen, onderzoeken, ontwerpen, onderbouwen, ontwikkelen professionele identiteit Bekwaamheidseisen De landelijke bekwaamheidseisen voor leraar vo en docent beroepsonderwijs, zoals vastgelegd in de wet 5, stelt drie bekwaamheden centraal 6 : vakinhoudelijke bekwaamheid, vakdidactische bekwaamheid en pedagogische bekwaamheid zoals die altijd gezamenlijk nodig zijn voor het werk in de dagelijkse praktijk, door het jaar heen en in de werkcontext van de organisatie. Onder deze bekwaamheidsdomeinen ligt de brede professionele basis. Kennisbasis Binnen het tweedegraads gebied is er voor de verschillende vakken een landelijke kennisbasis opgesteld. Die vakkennisbasis wordt ook landelijk getoetst. Daarnaast is er een landelijke kennisbasis vastgelegd voor het generieke (algemeen onderwijskundige) deel van de tweedegraads lerarenopleidingen. Dit deel wordt niet landelijk apart getoetst, maar ligt onder de leeruitkomsten. Het geeft veel zicht op de inhoud en reikwijdte van de studie om de generieke en de vakspecifieke kennisbasis te bekijken. 7 Afstudeerrichtingen De bacheloropleiding tot leraar tweedegraads kent landelijk twee afstudeerrichtingen: algemeen vormend onderwijs en beroepsonderwijs. De TLO van NHL Stenden hebben de afstudeerrichting beroepsonderwijs in samenspraak met het werkveld verder verdeeld in een meer op het vmbo gerichte variant en een meer op het mbo gerichte variant. Voor deeltijders die al werkzaam zijn in het onderwijs ligt het voor de hand dat zij hun eigen werkplek gebruiken als bepalend voor hun afstudeerrichting. Het is mogelijk om een andere afstudeerrichting te kiezen, maar dan moet de werkplek daarop worden aangepast. 5 Zie 6 Zie 7 Zie 6

12 De modules van de TLO in beeld: module Onderwijsprofessional is eindmodule van opleiding ONDERWIJS- PROFESSIONAL <vak> AVO of BO 2 modules afstudeerrichting avo, bo-vmbo of bo-mbo: toepassing in dagelijkse praktijkcontext van de gekozen afstudeerrichting HANDELINGS- BEKWAAM LERAAR <vak> AVO of BO 4 modules gericht op het volledige tweedegraads werkveld: KEUZE (VAK)DIDACTIEK verwerving beroepscompetenties voor brede bevoegdheidsgebied binnen gekozen vak PEDAGOGIEK VERDIEPING VAKGEBIED + eigen keuze (verdiepend/verbredend, bijvoorbeeld minor) POSTPROPEDEUSE PROPEDEUSE ORIENTATIE OP ONDERWIJS EN BEROEP BASIS VAKGEBIED 2 modules propedeuse: oriëntatie op en basis van vak en beroep Een overzicht van de bijbehorende leeruitkomsten is te vinden in bijlage 1. De leeruitkomsten van de modules Oriëntatie op onderwijs en beroep (OOB) en Pedagogiek, Handelingsbekwaam leraar avo/bo en Onderwijsprofessional avo of bo, en deels ook Vakdidactiek zijn hetzelfde geformuleerd voor alle 16 tweedegraads lerarenopleidingen. N.B. Leeruitkomsten kunnen op grond van doorontwikkeling aangescherpt worden. Wie begonnen is aan een module, kan volgens de regels van NHL Stenden bij een wezenlijke verandering in een leeruitkomst of toetsing het volgende studiejaar de module of leeruitkomst nog in de oude vorm afmaken. Daarna is de nieuwe vorm leidend. 7

13 3. Leerwegonafhankelijke toetsing Een belangrijk uitgangspunt om te komen tot flexibel onderwijs is het ontkoppelen van onderwijsprogramma s en toetsing. In het traditionele onderwijssysteem waarmee iedereen vertrouwd is, bestaat een opleiding uit een onderwijsprogramma dat in principe voor iedere student gelijk is en op het aanbod aansluitende toetsing. In de flexibele deeltijd is de toetsing onafhankelijk van het gevolgde onderwijs. Door leeruitkomsten op een leerwegonafhankelijke manier te beschrijven en te beoordelen wordt het mogelijk om een diversiteit aan leerwegen te realiseren en tegelijkertijd te waarborgen dat studenten voldoen aan dezelfde eisen qua inhoud en niveau. Elke leeruitkomst wordt getoetst in maximaal 2 toetsen. Binnen de flexibele deeltijdopleidingen zijn vele vormen van toetsing mogelijk, gerangschikt onder drie hoofdcategorieën: tentamen, opdracht en assessment. Toetsvormen o o o Tentamen: hieronder vallen allerlei vormen van toetsing (schriftelijk, mondeling, luistertoets, casustoets, digitale toets etc.), waarin kennis op het niveau van kennen, begrijpen en soms ook toepassen en analyseren beoordeeld wordt. De inhoud van tentamens wordt door de opleiding (of landelijk) vastgesteld. Opdracht: dit is een verzamelnaam voor allerlei soorten opdrachten zoals beroepsproducten, projecten, verslagen, presentaties etc. Ook een peerreview, individueel gesprek of groepsgesprek/interview kan hieronder vallen. Vaak betreft de toetsvorm opdracht een dossier of map (soms ook portfolio genoemd) waarin een aantal van dergelijke producten is verzameld. Het gaat bij opdrachten vaak om het beoordelen van toepassingen van specifieke kennis en vaardigheden, zo mogelijk in de beroepspraktijk. Assessment: hier gaat het om een meer holistische beoordeling van bekwaamheid door tenminste twee examinatoren. Meestal bestaat een assessment uit aangeleverd bewijsmateriaal in de vorm van een portfolio, aangevuld met een gesprek met de assessoren of een bespreking met medestudenten en assessoren (peerassessment). Onderdeel kan ook een performance zijn waarbij kennis en vaardigheden en attitude in een kritische beroepssituatie gedemonstreerd worden. Portfolio Een student verzamelt vanaf het begin van de opleiding materialen binnen een (ontwikkelings-) portfolio, waaruit voor opdrachten of assessments geschikte bewijsstukken gehaald kunnen worden. De ordening van de modules binnen de lerarenopleidingen weerspiegelt de domeinen van de landelijke bekwaamheidseisen, zodat een ordening van materiaal in vakinhoudelijke bekwaamheid, pedagogische bekwaamheid en vakdidactische bekwaamheid en de daaronder liggende brede professionele basis erg voor de hand ligt. Het bewijsmateriaal in een beoordelingsportfolio of dossier kan allerhande vormen hebben: beroepsproducten, beeldmateriaal van beroepssituaties, evaluaties, feedback van anderen etc. Het is altijd nodig om aan te geven wat een bewijsstuk precies aantoont. Immers, een en hetzelfde bewijsstuk (bijvoorbeeld de beschrijving van een schoolproject) kan gebruikt worden om verschillende bekwaamheden aan te tonen (bijvoorbeeld vakdidactische bekwaamheid, of samenwerken met collega s). Binnen validering kunnen ook relevante getuigschriften en bijbehorende cijferlijsten als bewijsmateriaal dienen. Bij maatwerkvalidering is alleen een korte toelichting nodig bij welk vak/onderdeel de voor de leeruitkomst relevante kennis en inzicht is opgedaan. 8

14 4. Validering bij de TLO Wie in deeltijd gaat studeren, wil graag van tevoren een zo precies mogelijke indicatie van de verwachte studieduur en de tijdsbesteding per week. Helaas kan die vooraf alleen globaal aangegeven worden, omdat allerlei persoonlijke factoren hierop van invloed zijn. Een aankomend student kan wel op grond van de informatie van een bijgewoonde oriëntatiebijeenkomst of -gesprek en de bijlagen bij dit document al een voorlopige inschatting maken van wat hij of zij nog te leren heeft op inhoudelijk gebied of wat betreft de praktijkcontext van een tweedegraads docent. Binnen de flexibele deeltijd is het mogelijk om relevante (werk)ervaring in het onderwijs mee te nemen in het aantonen van leeruitkomsten, evenals alle kennis en kunde die al door vorige opleidingen of op andere manieren verworven is. Het gaat hierbij om valideren van resultaten van leren binnen en buiten de opleiding. Validering maakt het mogelijk dat studenten met onderwijservaring of kennis van het vakgebied veel sneller door de studie kunnen gaan. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen zijn er verschillende momenten en vormen van validering. De drie vormen zijn (1) standaardvalidering, (2) maatwerkvalidering en (3) gebruik van eerder / elders verworven kennis en ervaring binnen de gangbare beoordeling van het aantonen van een leeruitkomst of module (examinering in de loop van de opleiding). Bepalend daarbij is de vraag of het over complete modules, complete leeruitkomsten, of delen van leeruitkomsten gaat. Standaardvalidering van hele modules op basis van getuigschriften Standaardvalidering is een manier van valideren die op formele bewijzen berust en daarom al bij aanvang van de studie direct in kaart gebracht kan worden. De Examencommissie heeft van een aantal getuigschriften al bij voorbaat aangegeven dat ze de leeruitkomsten van een complete module afdoende aantonen. Standaardvalidering geldt dus alleen voor complete modules. De rechtsgeldigheid van getuigschriften wordt mede bepaald door de regels van NHL Stenden Hogeschool. Bij standaardvalidering gaat het om getuigschriften van geaccrediteerde opleidingen met een CROHO nummer 8. Bij twijfel (bijvoorbeeld in geval van buitenlandse diploma s) geldt daarvoor de standaardprocedure via het Studieadviescentrum. De gewenste actualiteit en relevantie van diploma s voor een bepaalde module of leeruitkomst wordt door de opleiding zelf bepaald. De examencommissie stelt jaarlijks de standaardvalideringstabel vast. Daarin wordt ook landelijke regelgeving t.a.v. instroom en doorstroom binnen de lerarenopleidingen meegenomen. Zie bijlage 3 voor de algemene standaardvalideringstabel (geldend voor alle tweedegraads lerarenopleidingen) en voor de specifieke standaardvalideringstabel per opleiding. Na aanvang van de studie kan op eenvoudige wijze standaardvalidering(en) aangevraagd worden. Het bovenstaande betekent nadrukkelijk niet dat reeds aanwezige kennis en ervaring t.a.v. afzonderlijke leeruitkomsten (i.p.v. hele modules) niet gehonoreerd kan worden. Het betekent wel dat de validering van afzonderlijke leeruitkomsten per definitie onder maatwerkvalidering valt. Maatwerkvalidering zal net als standaardvalidering leiden tot studieduurverkorting. Ook het valideren van complete modules op grond van getuigschriften die niet in de standaardvalideringstabel genoemd worden, valt per definitie onder de maatwerkvalidering. Drie modules zijn per definitie uitgesloten van standaardvalidering. Dat zijn de hoofdfasemodule Vakdidactiek en de afstudeermodules Handelingsbekwaam leraar <vak> avo/bo en Onderwijsprofessional leraar <vak> avo/bo. De reden is dat deze modules door de inhoud van hun leeruitkomsten uniek zijn voor het getuigschrift van de betreffende opleiding tot tweedegraads bevoegd leraar in het vakgebied

15 Maatwerkvalidering van leeruitkomsten Maatwerkvalidering betreft het erkennen van reeds aanwezige kennis en kunde m.b.t. leeruitkomsten. Hierbij gaat het om aantonen van een of meer leeruitkomsten met een getuigschrift dat niet in de lijst van standaardvalidering staat (formeel leren), en/of met kennis en kunde opgedaan door deelname aan cursussen, trainingen e.d. (non-formeel leren) en/of met relevante werkervaring of andere activiteiten (informeel leren). Het maakt bij maatwerkvalidering dus niet uit waar en hoe het leren heeft plaatsgevonden, maar het gaat erom dat leeruitkomsten aantoonbaar en minimaal op HBO-niveau zijn gerealiseerd. Studiecoaches kunnen met studenten verkennen welke mogelijkheden van individueel valideren er zijn, of voor specifiek inhoudelijk advies t.a.v. een bepaalde module of leeruitkomst doorverwijzen naar de modulebeheerder(s) of vakdocenten die betrokken zijn bij de betreffende module. Valideringsportfolio Waar bij standaardvalidering volstaan kan worden met een aanvraagformulier en gewaarmerkte kopieën van getuigschriften, is bij individueel valideren een valideringsportfolio nodig: er zal immers altijd een toelichting bij moeten waarom de student meent met het geleverde bewijsmateriaal aan de leeruitkomst te voldoen. Bewijsstukken in een individueel valideringsportfolio kunnen zeer divers van aard zijn: het kunnen beroepsproducten zijn, videocompilaties, verslagen van functioneringsgesprekken, feedback van anderen uit werk- of leeromgeving, getuigschriften (anders dan in de standaardvalideringstabellen genoemde), scholingscertificaten, presentaties, rapportages, etc. In een overzicht van de bewijsstukken geeft de student bij elk bewijsstuk in een alinea de relevante feitelijke gegevens in trefwoorden aan (wie, wat, waar, wanneer en hoe). De kern van het valideringsportfolio is een zelfevaluatie waarin de student aangeeft in hoeverre hij/zij met elk bewijsstuk (welk deel van) de leeruitkomst denkt aan te tonen. VRAAK-criteria Voor het bewijsmateriaal gelden de voorwaardelijke eisen dat de bewijsstukken gevarieerd, relevant, authentiek, actueel en van de gevraagde kwaliteit/kwantiteit zijn. Afgekort de VRAAK-criteria: Variatie van het bewijsmateriaal: Zijn de bewijsstukken afkomstig uit voldoende gevarieerde contexten? Dekken de bewijsstukken samen de volledige scope of reikwijdte van de leeruitkomst? Als er bijvoorbeeld van een bekwaamheid gevraagd wordt om die in het volledige tweedegraads gebied te demonstreren, dan zijn bewijsstukken nodig uit contexten van algemeen vormend onderwijs (onderbouw HAVO en VWO) en beroepsonderwijs (VMBO en MBO). Relevantie van het geleverde bewijsmateriaal: Is het materiaal inhoudelijk relevant voor de betreffende leeruitkomst(en)? Laten de bewijsstukken zien dat er sprake is van een beheersingsniveau zoals in de leeruitkomsten is geformuleerd? Is de context waarop het geleverde materiaal betrekking heeft relevant? Vaak zal een beroepscontext voldoende complex moeten zijn om de gewenste leeruitkomsten te kunnen demonstreren en een inhoudelijke context zal minimaal op HBO niveau moeten zijn. Authenticiteit van het bewijsmateriaal: Centraal staat hier de vraag of en in welke mate het materiaal dat is aangedragen daadwerkelijk door de student is geproduceerd of betrekking heeft op een eigen taak/beroepsuitoefening. Als het materiaal in samenwerking met anderen is geproduceerd, wat was dan de rol van de student hierin? Als de authenticiteit niet vanuit het materiaal vast te stellen is, zal in elk geval een gesprek nodig zijn. Bij getuigschriften en certificaten wordt altijd een gewaarmerkte kopie gevraagd. Bewijs van 10

16 werkervaring dient te zijn ondertekend door een leidinggevende en afgedrukt op papier met daarop het logo van de organisatie waar de werkervaring is opgedaan. Actualiteit van het bewijsmateriaal: Laat het materiaal zien dat de student de kennis en vaardigheden die in de leeruitkomst genoemd worden nog steeds beheerst? Als iemand bijvoorbeeld jaren geleden een diploma heeft behaald, is er dan in de tussentijd sprake geweest van relevante beroepsbeoefening en/of aanvullende scholing? Vraagt een leeruitkomst om zeer actuele kennis en vaardigheden? Dat zal per leeruitkomst kunnen verschillen en is aan de opleiding om te beslissen. Kwaliteit van het bewijsmateriaal: Laat het bewijsmateriaal zien hoe intensief of langdurig de (werk)ervaring is? Het maakt bijvoorbeeld uit of een student twee of twintig jaar lang iets heeft gedaan, met een of met vele doelgroepen hebt gewerkt etc. Wordt aangetoond dat de verworven competenties worden beheerst op hbo-niveau? Aanvraag maatwerkvalidering De aanvraag voor maatwerkvalidering van leeruitkomsten loopt via de modulebeheerders van de module waar de leeruitkomsten onder vallen. De validering zal voor veel modules of leeruitkomsten de vorm krijgen van een valideringsbijeenkomst van examinatoren, aangezien voor de borging van het oordeel het meer-ogenprincipe wordt gehanteerd. Gezamenlijk bekijken zij het ingebrachte bewijsmateriaal aan de hand van de betreffende leeruitkomst(en) en de VRAAK-criteria. Zij beslissen of het nodig is om nog een gesprek over het bewijsmateriaal te voeren, of om een actuele performance te geven als het om vaardigheden gaat. Wanneer de leeruitkomst(en) gevalideerd kan (kunnen) worden stuurt de modulebeheerder de aanvraag en zijn bevindingen naar de examencommissie. Deze controleert steekproefsgewijs of er volgens de afgesproken procedure wordt gewerkt en draagt er zorg voor dat de validering geregistreerd wordt door de studievoortgangsadministratie en dat de aanvraag en het besluit daarover worden gearchiveerd. Wanneer de leeruitkomst(en) niet voldoende is/zijn aangetoond, bijvoorbeeld wat betreft niveau of scope, dan kunnen de examinatoren wel een advies geven om bepaalde delen (producten of andere bewijsstukken) mee te nemen als alternatief bewijsmateriaal voor beoordeling binnen de toetsing van de opleiding. Inbreng van bewijsmateriaal binnen de reguliere beoordeling Reeds aanwezige kennis en ervaring kan ook ingezet worden binnen de reguliere beoordeling van leeruitkomsten, als het inbrengen van eigen bewijsmateriaal i.p.v. het uitvoeren van opdrachten van de opleiding. Deze vorm zonder officiële aanvraag en route via de Examencommissie kan op elke gewenst moment in de opleiding. Voordeel is ook dat studenten in de loop van de opleiding meer zicht krijgt op de leeruitkomsten en wat daar aan inhoud, beheersingsniveau en scope onder verstaan wordt. Een student kan zelf zijn eigen alternatieve bewijsstuk leggen langs de rubric of een ander beoordelingsmodel dat bij die specifieke leeruitkomst gebruikt wordt, of sparren met studiecoach of vakdocenten. Toetsen als de LKT (landelijke kennistoets) en daaraan gekoppelde taaltoetsen voor leraren MVT zijn echter verplicht en kunnen nooit door ander bewijsmateriaal vervangen worden. De ingebrachte eigen bewijsstukken worden samen met de rest van de opdracht(en) of het portfolio beoordeeld. De examinator vult volgens de standaardregistratieprocedure het resultaat in het studentinformatiesysteem Progress in. 11

17 Kort op een rijtje: Standaardvalidering: hele module op grond van in tabellen aangewezen getuigschriften aanvraag met voorblad en gewaarmerkte kopieën naar de Examencommissie Maatwerkvalidering: hele leeruitkomst of alle leeruitkomsten van een module op grond van bewijsstukken aanvraag met voorblad en valideringsportfolio via de modulebeheerder naar de Examencommissie Inbreng eigen bewijsmateriaal bij examinering in de loop van de opleiding: hele leeruitkomst of deel van een leeruitkomst in overleg met studiecoach en vakdocent of modulebeheerder inleveren van eigen bewijsstukken bij de toetsing Bijlage 2 geeft in een uitgebreid schema de verschillen tussen de drie vormen weer. 12

18 5. Studietraject bij de TLO Elke student bij de flexibele deeltijd van de lerarenopleidingen heeft een persoonlijk studietraject. Hoe dat er precies uit komt te zien, is van veel factoren afhankelijk: - valideringsmogelijkheden - mogelijkheden op de eigen werkplek - persoonlijke omstandigheden - studievermogen - individuele wensen Natuurlijk is niet alles mogelijk: de beschikbaarheid van docenten en materialen, digitale systemen van de hogeschool, roostering en andere organisatorische kanten leggen zo hun beperkingen op. Ook is het niet zo dat alle onderdelen een online-alternatief hebben. Hoe flexibel een opleiding kan zijn, hangt mede af van het aantal studenten dat die opleiding volgt en de aard van het vak. Leerarrangement Elke deeltijdstudent stelt jaarlijks (of halfjaarlijks) in samenspraak met de opleiding zijn of haar eigen leerarrangement vast, met altijd de mogelijkheid om dit te wijzigen op grond van verandering in persoonlijke omstandigheden of wensen. Dit gebeurt in samenspraak met de studiecoach. In het leerarrangement wordt afgesproken op welke wijze de student gaat werken aan welke leeruitkomsten of modules. Het betreft afspraken rond leeractiviteiten, begeleiding en toetsing: die afspraken kunnen steeds bijgesteld of aangevuld worden. 13

19 Leeractiviteiten zijn gericht op de leeruitkomsten (of delen daarvan) die nog aangetoond moeten worden: het maakt dus veel uit of er al leeruitkomsten of zelfs hele modules gevalideerd kunnen worden. Leeractiviteiten kunnen betrekking hebben op het volgen van aanbod, het ondernemen van leeractiviteiten op de eigen werkplek of een stageplek, zelfstudie of het volgen van online webinars e.d. Voor studenten die (nog) geen werkplek in het onderwijswerkveld hebben, bestaat er de mogelijkheid om via het Praktijkbureau van de TLO leeractiviteiten op een stageschool te organiseren. Op de site van het Praktijkbureau is ook te vinden hoe het werkplekleren in de flexibele deeltijd er uit kan zien. Wat betreft de toetsing bestaat er de keuze in het leerarrangement tussen: - (aanvragen van) valideren (standaardvalidering of maatwerkvalidering) - meegaan in de reguliere toetsing Onderwijsovereenkomst Het leerarrangement maakt als bijlage deel uit van de onderwijsovereenkomst die ten behoeve van de wettelijke status van het Experiment Flexibilisering jaarlijks opnieuw getekend moet worden. Het ondertekenen van de onderwijsovereenkomst zorgt ervoor dat de student binnen de wettelijke regelingen van het Experiment Flexibilisering valt (zie de inleiding) en niet onder de reguliere Wet op het Hoger Onderwijs. Zie bijlage 4 voor een voorbeeld van de onderwijsovereenkomst van dit afgelopen jaar van de opleiding leraar Aardrijkskunde. Aan het begin van het studiejaar ontvangt elke student de onderwijsovereenkomst van zijn/haar opleiding om met de studiecoach te bespreken aan welke modules hij/zij het komende studiejaar van plan actief te gaan werken. Deze modules worden aangevinkt op de onderwijsovereenkomst. 14

20 Bijlage 1: Leeruitkomsten leraar Geschiedenis De leeruitkomsten voor de Bachelor Leraar Geschiedenis zijn als volgt: MODULE ORIËNTATIE OP ONDERWIJS EN BEROEP BASIS VAKGEBIED LERAAR GESCHIEDENIS LEERUITKOMST PROPEDEUTISCHE FASE Oriëntatie op je pedagogisch handelen Als pedagoog begeleid je leerlingen 9 in hun ontwikkeling zowel op cognitief als emotioneel gebied. In een authentieke, begeleide praktijkcontext observeer je gedrag van leerlingen en leraren en verricht je zelf een aantal onderwijsactiviteiten 10. Je demonstreert aan de hand van beelden en feedback (van zowel leerlingen als begeleiders) dat je leerlingen motiveert door je enthousiasme en betrokkenheid. Je maakt contact met leerlingen en laat zien dat je de leiding durft te nemen. Je reflecteert op je eigen handelen en op datgene wat je geobserveerd hebt met behulp van actuele, relevante en (wetenschappelijke) theorieën en concepten. Je geeft aan wat je ontwikkelpunten op pedagogisch gebied zijn en beschrijft je eerste ideeën over de pedagogische functie van de school, jezelf als leraar en de organisatie van leerlingbegeleiding. Oriëntatie op je didactisch handelen Als didacticus stimuleer je leerlingen om te leren. Je laat in de voorbereidingen van je onderwijsactiviteiten zien dat je het leren van de leerlingen relateert aan de wijze waarop jij je les inricht. Je onderbouwt daarbij je didactische keuzes met behulp van actuele, relevante en theoretische concepten op het gebied van leren en didactiek. Je voert minimaal vijf onderwijsactiviteiten uit in een authentieke, begeleide praktijkcontext en blikt vervolgens terug op deze activiteiten. In je reflectie geef je aan wat je ontwikkelpunten op didactisch gebied zijn. Oriëntatie op je rol van professional in het tweedegraads gebied Als professional demonstreer je dat je een breed overzicht hebt van het actuele werkveld in het tweedegraads gebied. Daartoe schets je in woord en/of beeld hoe het onderwijs in Nederland, en specifiek binnen het tweedegraadsgebied, is ingericht en wat onder de kwalificerende, socialiserende en persoonsvormende functies van het onderwijs verstaan wordt. Om dit helder te krijgen helpt het om over de landsgrenzen heen te kijken. Je onderzoekt minimaal twee actuele thema s en/ of dilemma s die spelen in het onderwijs, bijvoorbeeld aan de hand van een mediadossier. Persoonlijke professionele ontwikkeling Je reflecteert op je geschiktheid als leraar in het tweedegraadsgebied en de opleiding en onderbouwt dit met eigen praktijkervaring, persoonlijke kwaliteiten, motivatie en relevante theoretische kennis. Aan de hand van een verricht onderzoek(je) toon je aan dat je over een onderzoekende houding beschikt. In dit onderzoek of in andere activiteiten maak je zichtbaar dat je in een iteratief proces je eigen producten kunt verbeteren, bijvoorbeeld middels de DBE-cyclus. Je laat ook zien dat je proactief communiceert om je omgeving ook daadwerkelijk als leeromgeving te benutten. Je geeft je eerste vervolgstappen aan voor je eigen professionele ontwikkeling en een voorlopige voorkeur voor een afstudeerrichting (avo/(v)mbo). Inhoudelijke en conceptuele historische kennis Je toont aan dat je oriëntatie-kennis bezit van de tien tijdvakken en de bijbehorende kenmerkende aspecten die het uitgangspunt zijn van het geschiedenisonderwijs in het voortgezet onderwijs. Historische vaardigheden Je beheerst de basis van de historische methodologie en je verricht eenvoudig historisch onderzoek, waarbij je laat zien dat je historisch redeneert. Onderzoekende houding Je laat zien dat je over een onderzoekende houding beschikt bij het bestuderen van het verleden. 9 Onder leerlingen wordt ook verstaan studenten, cursisten, deelnemers e.d. 10 Onderwijsactiviteiten: (delen van) lessen, bijlessen, trainingen, begeleiding etc. 15

21 MODULE VERDIEPING VAKGEBIED LERAAR GESCHIEDENIS PEDAGOGIEK KEUZE LEERUITKOMST HOOFDFASE Inhoudelijke en conceptuele historische kennis Je toont aan dat je inhoudelijke en conceptuele kennis hebt van de historische tijdvakken, de specifieke historische invalshoeken (theoretische, politieke, culturele en sociaal-economische geschiedenis) en staatsinrichting. Historische onderzoeksvaardigheden Je kunt literatuur- en eenvoudig bronnenonderzoek uitvoeren, met gebruik van de bijbehorende historische methodologie en historisch redeneren. Onderzoekende houding Je laat zien dat je over een onderzoekende houding beschikt bij het bestuderen van het verleden. Je kunt de maatschappelijke betekenis en functie van dat verleden op waarde schatten, ook in relatie tot de actualiteit. Maken van beroepsproducten Je kunt beroepsproducten maken waarin je historische inhouden op creatieve wijze en op meerdere manieren vorm en betekenis weet te geven. Je maakt deze op meerdere manieren, dus én tekstueel én auditief én visueel, of in combinatie, toegankelijk voor derden. Landelijke kennisbasis geschiedenis en staatsinrichting Je beheerst de kennisbasis geschiedenis en staatsinrichting voor de domeinen en op de cognitieve niveaus zoals die voor de LKT (landelijke kennistoets) vastgesteld zijn. Pedagogisch klimaat in klas en groep Je creëert binnen gangbare authentieke praktijkcontexten in zowel avo als (v)mbo door waarneembaar gedrag een ordelijk en veilig leer- en leefklimaat, waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot sociale, competente en zelfstandige mensen. Je motiveert leerlingen om te leren en stimuleert leerlingen om verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Je houdt aantoonbaar rekening met de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen en met verschillen tussen leerlingen, waaronder verschillen in afkomst en cultuur. Je stemt je pedagogisch-didactisch handelen af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Je verantwoordt je pedagogisch handelen op basis van kennis van ontwikkeling van adolescenten, inzichten in groepsdynamica, (interculturele) communicatie en principes van klassenmanagement. Leerlingbegeleiding Je brengt in kaart hoe de leerlingbegeleiding op een school wordt vormgegeven en welke functies hierbij zijn betrokken. Je beschrijft welke rol jij als docent kan en wil spelen in de begeleiding van leerlingen in brede zin van het woord, zowel in avo als (v)mbo. Je signaleert leer -, gedrags- en ontwikkelingsproblemen en stoornissen en houdt hier rekening mee in je onderwijs en begeleiding. Je onderbouwt je pedagogisch-didactisch handelen door middel van vakliteratuur. Je benoemt welke taken mentoren en studieloopbaanbegeleiders hebben, zowel in avo als (v)mbo en welke gespreksvaardigheden zij nodig hebben. Je benoemt je eigen ontwikkelpunten op het gebied van mentoraat en studieloopbaanbegeleiding. School en maatschappij Je onderzoekt de pedagogische functie van de school waarbij je ingaat op welke manier jouw school invulling geeft aan burgerschap. Ook onderzoek je welke sociaalmaatschappelijke rol jij als docent hebt in relatie tot kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming en welke ethische verantwoordelijkheden dit met zich meebrengt. Je draagt bij aan burgerschapsvorming waarbij je rekening houdt met diversiteit in de samenleving en de maatschappelijke, regionale en internationale ontwikkelingen en de morele ontwikkeling van leerlingen. (afhankelijk van keuze student. In algemene termen kan gezegd worden dat de leeruitkomst in ieder geval is dat de student zichzelf qua kennis en/of vaardigheden op (minimaal) HBO niveau verbreedt en/of verdiept ten opzichte van de specifieke lerarenopleiding die hij volgt.) 16

22 VAKDIDACTIEK Vakdidactiek Je beschikt over een breed repertoire aan relevante en actuele vakdidactische kennis en kunde en je weet dit om te zetten in onderwijsactiviteiten voor het gehele tweedegraadsgebied: gericht op zowel avo- als mbo- en vmbo-leerlingen, zowel docentgestuurde als leerlinggestuurde onderwijsactiviteiten. Je voert vakdidactisch verantwoorde onderwijsactiviteiten uit binnen een authentieke (deels begeleide) praktijkcontext, waarbij je het leren van de leerlingen, met hun verschillende talenten en achtergronden, faciliteert en stimuleert. Je zet daarvoor op verantwoorde wijze (digitale) leermiddelen en activerende werkvormen in en creëert een veilig en effectief werk- en leerklimaat. Je handelt daarbij vanuit een eigen visie op schoolvak en vakdidactiek. Je evalueert je vakdidactisch handelen op grond van eigen reflectie en van ontvangen feedback van onder andere leerlingen en begeleiders. Je kunt beroepsproducten maken waarin je historische inhouden op vakdidactisch verantwoorde en creatieve wijze vorm en betekenis weet te geven. Je zet verschillende soorten evaluatiemiddelen in om het geleerde te toetsen en je gebruikt de toetsresultaten om het leren van de leerlingen te bevorderen. Portfolio Digitale geletterdheid Je toont via je portfolio Digitale geletterdheid aan dat je dat je ICT bewust inzet in je onderwijs: - door het ontwerpen van een online leerarrangement voor je vak - door het ontwerpen van een beroepsproduct met betrekking tot mediawijsheid, en - door het aantonen van je informatievaardigheid en het onderbouwen van je visie op de rol van ICT in jouw onderwijs als online professional. 17

23 MODULE HANDELINGS BEKWAAM LERAAR GESCHIEDENIS AVO of BO ONDERWIJS PROFESSIONAL LERAAR GESCHIEDENIS AVO of BO LEERUITKOMST AFSTUDEERFASE Handelingsbekwaam leraar in jouw vakgebied binnen de door jou gekozen afstudeerrichting Je past jouw kennis, vaardigheden en inzichten toe in de praktijk van jouw afstudeerrichting als een handelingsbekwaam vakdocent binnen de kaders van de bekwaamheidseisen. Dat betekent dat je doelmatig en intercultureel sensitief handelt t.a.v. leerlingen, collega s en alle andere betrokkenen, in het voorbereiden, uitvoeren, evalueren en ontwikkelen van onderwijs op jouw school en dat je je handelen onderbouwt vanuit actuele inzichten uit theorie en praktijk. Afstudeeronderzoek: didactisch ontwerp als leraar in jouw vakgebied binnen de door jou gekozen afstudeerrichting Je demonstreert in je vakgebied en je gekozen afstudeerrichting onderzoekend vermogen bij het ontwerpen van een begeleide leer(werk)omgeving afgestemd op het niveau en de kenmerken van je leerlingen voor het realiseren van leerprocessen door een volledige ontwerpcyclus te doorlopen door: - op basis van een eigen probleemanalyse in de huidige leer(werk)omgeving onderbouwd met relevante bronnen, perspectieven en gegevens een onderzoeksvraag te formuleren - een ontwerp te ontwikkelen waarbij diverse bronnen worden geraadpleegd en perspectieven worden gezocht over leren en begeleiden welke afgewogen worden voor het ontwerp - deze bronnen en perspectieven ook te gebruiken om het uiteindelijke ontwerp te verantwoorden - het ontwerp uit te voeren en systematisch te evalueren op de realisatie van de beoogde leerprocessen - het uitgevoerde proces en resultaat te beschrijven - en op het proces en resultaat te reflecteren. Professioneel profiel als leraar in jouw vakgebied binnen de door jou gekozen afstudeerrichting Je expliciteert en ontwikkelt je eigen professionele identiteit in professionele dialoog met anderen. Daarbij kom je tot beschrijving of verbeelding van jouw eigen visie op onderwijs en jouw vakgebied binnen de gekozen afstudeerrichting vo of (v)mbo, met aandacht voor je sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid om niet alleen bij te dragen aan de kwalificatie, maar ook aan de socialisatie en persoonsvorming van je leerlingen/studenten. Je onderbouwt je visie met actuele vakdidactische, pedagogische en vakoverstijgende inzichten en dilemma s uit literatuur, onderzoek en je eigen praktijk en betrekt daarbij ook het bredere perspectief van de internationale context, de kenmerken van de beroepsgroep en de school als organisatie. In je conclusie schets je het gewenste ontwikkelperspectief voor de volgende fase(n) van je loopbaan. N.B. Leeruitkomsten kunnen op grond van doorontwikkeling aangescherpt worden. Wie begonnen is aan een module, kan volgens de regels van NHL Stenden bij een wezenlijke verandering (bijvoorbeeld in de toetsing of de leeruitkomst) het volgende studiejaar de module of leeruitkomst nog in de oude vorm afmaken. Daarna is de nieuwe vorm leidend. 18

24 Bijlage 2: Schema valideringsvormen In dit schema is de driedeling in validering bij de TLO in een tabel weergegeven. Hierin is naast elkaar te vinden wat de verschillen zijn en bij wie welke verantwoordelijkheden liggen. Doel Validering van Type bewijsstukken Standaardvalidering van een complete module Op grond van relevante getuigschriften nagaan welke modules al niet meer aangetoond hoeven te worden. Maatwerkvalidering van een leeruitkomst Met bewijzen van eerder verworven individuele kennis en ervaring een volledige leeruitkomst aantonen. Inbreng van eigen bewijsmateriaal binnen de toetsing van een leeruitkomst in de loop van de opleiding Individuele kennis en ervaring inzetten als bewijsstukken voor leeruitkomsten, als alternatief voor de door de opleiding gevraagde producten / bewijsstukken. Hele modules. Leeruitkomsten. Delen van leeruitkomsten. Gewaarmerkte getuigschriften zoals genoemd in de algemene en opleidingsspecifieke standaardvalideringstabellen die door de examencommissie vastgesteld zijn. Valideringsportfolio met bewijsstukken volgens VRAAK-criteria, voorzien van een zelfevaluatie (die benoemt wat, waarmee, hoe goed, aangetoond wordt). Indien nodig aangevuld met performance-assessment en/of gesprek. Opleiding kan eisen stellen aan type of variatie van bewijsstukken (bijvoorbeeld videocompilatie). Wanneer Bij de start van de opleiding. Afhankelijk van keuze van de modulebeheerders al dan niet vastgestelde inleverdata en valideringsmomenten. Beoordelings -criteria Belasting voor de student Beoordeling door Toekenning en invoering Overeenkomst getuigschriften met lijst standaardvalidering zoals die door de examencommissie vastgesteld is voor het betreffende studiejaar. Gering, aanvraagformulier invullen en gewaarmerkte getuigschrift(en) toevoegen en verzenden naar de examencommissie. Examencommissie. Examencommissie kent toe, studievoortgangsadministratie registreert op basis van deze toekenning. Alle leeruitkomsten van de betreffende module worden in Progress vermeld als gevalideerd. Aan de hand van de leeruitkomsten intersubjectieve beoordeling van inhoud, niveau, reikwijdte, context en scope van bewijsmateriaal dat aan VRAAK-criteria voldoet. Intensief wanneer er gekozen wordt voor het samenstellen van een individueel valideringsportfolio binnen enkele weken na aanvang van de studie met als doel direct duidelijkheid over de resterende omvang te krijgen. Examinatoren in overleg met modulebeheerders van de betreffende module.gebruik van meer-ogenprincipe. Examencommissie accordeert het besluit van de examinatoren, studievoortgangsadministratie registreert op basis van deze toekenning. Als een gevalideerde leeruitkomst samenvalt met een leerwegonafhankelijke toets, wordt dat onderdeel in Progress vermeld als gevalideerd. Als het om een complete module gaat, worden alle leeruitkomsten als gevalideerd vermeld. Bewijsstukken als alternatief voor door de opleiding gevraagde of gesuggereerde bewijsstukken in een portfolio of opdrachtenmap, met VRAAK en zelfevaluatie. Opleiding kan eisen stellen aan type of variatie van bewijsstukken. Afhankelijk van de toetsmomenten van de betreffende leeruitkomst. Aan de hand van beoordelings-modellen zoals rubrics die bij de betreffende leeruitkomst gehanteerd worden, met meenemen van VRAAK-criteria. Kan meer of minder intensief zijn, maar in elk geval meer gespreid in de tijd. Overweeg ook of de door de opleiding voorgestelde toetsing efficiënter is qua tijdsinvestering. Examinatoren in overleg met modulebeheerders van de betreffende module. Examinatoren beoordelen bewijsstukken in combinatie met gemaakte opdrachten volgens het geldende beoordelingsmodel. Bij twijfel overleggen zij met de modulebeheerders. De examinator voert de beoordeling in Progress in. 19

25 Geen goedkeuring Rol van student Rol van studiecoach Rol van modulebeheerders Rol van examinator Rol van examencommissie Bij getuigschriften die niet door NHL Stenden erkend worden (zie algemene toelatingseisen), of afwijzing door de examencommissie. Overlegt getuigschriften aan de examencommissie volgens de procedure standaardvalidering. Verwerkt met de studiecoach de toegekende standaardvalidering in zijn/haar leerarrangement. Studiecoach helpt de student desgewenst met het in beeld brengen van wat standaard gevalideerd kan worden en hoe de procedure is. Kunnen door de examencommissie om advies gevraagd worden bij het opstellen van de jaarlijkse lijsten voor standaardvalidering. Kunnen door de examencommissie om advies gevraagd worden bij het opstellen van de jaarlijkse lijsten voor standaardvalidering. Voorafgaand aan het studiejaar de standaardvalideringstabellen vaststellen. Aanvragen voor standaardvalidering beoordelen, indien akkoord toekennen en de uitkomst administratief verwerken (registratie in SIS en archivering). Bij niet voldoen aan de VRAAKvalideringscriteria, of bij niet voldoende aantonen van de leeruitkomst(en), bijvoorbeeld wat betreft niveau of scope. In dat geval kunnen de examinatoren wel aangeven of delen van het portfolio (producten of andere bewijsstukken) bruikbaar zijn voor beoordeling bij de leerwegonafhankelijke toetsing. Beslist samen met studiecoach of hij/zij valideringsportfolio wil samenstellen. Indien ja, levert dit per leeruitkomst (digitaal) in bij modulebeheerders. Controleert bewijsstukken zelf aan de hand van de VRAAK-criteria en geeft onderbouwing hoe hiermee de leeruitkomst(en) aangetoond wordt/en. Studiecoach helpt student bij keuze voor valideringsportfolio of gebruik van eerdere kennis en ervaring binnen de gangbare beoordeling door de opleiding. Studiecoach geeft aan wat een valideringsportfolio is en naar welke modulebeheerders het moet gaan ter validering. Organiseren validering door minimaal 2 examinatoren ( vier-ogenprincipe ),. Organiseren valideringsbijeenkomsten (kalibreersessies) met alle examinatorenvan de module. Erkennen bewijs als wel of niet afdoende voor de betreffende leeruitkomst(en) en sturen bevindingen van de maatwerkvalidering naar de examencommissie. Beoordelende rol Alle voorstellen voor maatwerkvalidering van de modulebeheerders ontvangen. Steekproefsgewijs de gevolgde valideringsprocedure controleren en evalueren. Indien akkoord toekennen en de uitkomst administratief verwerken (registratie in SIS en archivering). Bij niet voldoen aan de VRAAK-criteria of niet voldoen aan de cesuur van de toetsing. Legt aan modulebeheerder of docent voor of beoordeling van eigen bewijsstukken een goed alternatief zijn voor wat de opleiding vraagt. Controleert zelf aan de hand van de VRAAK-criteria en de beoordelingscriteria. Studiecoach helpt student bij ordenen van producten en andere bewijsstukken van eerder informeel en nonformeel leren. Zorgen voor totstandkoming van een beoordelingsmodel, bijvoorbeeld in de vorm van een rubric. Organiseren kalibreersessies volgens een vaste procedure. Beoordelaar van leeruitkomst. Voert resultaat in Progress in. Steekproefsgewijs de beoordelingsprocedure controleren en evalueren in het kader van de reguliere cyclus van borging van de kwaliteit van de toetsing. 20

26 Bijlage 3: Standaardvalideringstabel TLO De standaardvalideringstabel TLO voor het studiejaar is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. Een standaardvalidering is gebaseerd op een getuigschrift en is vergelijkbaar met een vrijstelling zoals in de WHW bedoeld. Het verlenen van vrijstellingen valt onder de taken en bevoegdheden van de Examencommissie Standaardvalidering vindt alleen plaats voor gehele modules en op basis van officiële getuigschriften uitgegeven door erkende 12 instellingen voor hoger onderwijs, zowel binnenlandse als buitenlandse. 3. De ouderdom van getuigschriften op basis waarvan vrijstelling wordt verleend doet over het algemeen niet ter zake. Dit is in lijn met artikel 7.10, lid 4 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. N.B. 1: Op dit uitgangspunt geldt een uitzondering voor hen die willen valideren op basis van een PDG-getuigschrift. Alleen getuigschriften voortkomend uit trajecten gebaseerd op het Landelijk Raamwerk Pedagogisch Didactisch Getuigschrift (PDG) dat in september 2014 is ingegaan, komen voor standaardvalidering in aanmerking. Een ouder PDG of PDD kan, gecombineerd met werkervaring, wel voor maatwerkvalidering ingezet worden. N.B. 2: Een tweede uitzondering wordt gevormd voor de standaardvalidering die door een specifieke opleiding is aangewezen voor Basis vakgebied en Verdieping vakgebied: hier kan in sommige gevallen de ouderdom van het getuigschrift wel een rol spelen. N.B. 3: Voor de module Pedagogiek geldt dat juist op pedagogisch gebied recent veel ontwikkelingen zijn geweest of nog gaande zijn. Daarom geldt dat studenten die deze module in hun geheel via standaardvalidering laten aftekenen, nog wel met hun studiecoach dienen te bepalen hoe zij in hun leerovereenkomst het verwerven actuele kennis en ervaring t.a.v. het pedagogisch domein in het vo of mbo kunnen opnemen zodat vaardigheid op pedagogisch gebied aangetoond kan worden in de module handelingsbewaam leraar <vak> binnen avo of bo. 4. De modules Vakdidactiek, Handelingsbekwaam leraar <vak> avo of bo en Onderwijsprofessional <vak> avo of bo komen nooit voor standaardvalidering in aanmerking, omdat daarmee in feite gezegd zou worden dat de betreffende student al voor of tijdens zijn studie voldoet aan de bekwaamheidseisen van de bevoegdheid waarvoor gestudeerd wordt. 5. Validering van de module Keuze is in veel gevallen mogelijk, maar daarbij wordt wel het voorbehoud gemaakt dat het getuigschrift op basis waarvan validering plaatsvindt minimaal op hbo-propedeuseniveau is en geen overlap heeft met de overige modules van de opleiding, maar gezien kan worden als verbreding en/of verdieping daarop. 6. De opleidingen geven aan welke getuigschriften in aanmerking komen voor standaardvalidering van hun modules Basis vakgebied leraar XX en Verdieping vakgebied leraar XX, inclusief eventuele eisen aan de ouderdom van het getuigschrift. 7. De leerwegonafhankelijke toets landelijke kennisbasistoets (LKT), geplaatst onder de module Verdieping vakgebied óf de module Vakdidactiek, kan nooit gevalideerd worden. Hetzelfde geldt voor de onder de LKT vallende landelijke taaltoetsen voor de lerarenopleidingen Duits, Engels en Frans. 11 Artikel 7.12b Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 12 Erkenning door CROHO registratie of op lijst van erkende buitenlandse instellingen (bureau inschrijving en/of NUFFIC). 21

27 Onderwijspro fessional leraar <vak> avo/bo Handelingsbe kwaam leraar <vak> avo/bo vakdidactiek keuze pedagogiek verdieping vakgebied leraar xx basis vakgebied leraar xx oriëntatie op onderwijs en beroep Standaardvalideringstabel algemeen TLO Standaardvalidering vindt uitsluitend plaats op basis van getuigschriften en dan voor de situaties die gemarkeerd zijn met een V en van toepassing zijn op de betreffende aanvrager. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in XX.. (vak) Module: Getuigschrift: Propedeuse Tweedegraads Lerarenopleiding V (V) Bachelor Tweedegraads Lerarenopleiding (niet STOAS) V V V Bachelor STOAS V (V) Master Eerstegraads Lerarenopleiding V V V Propedeuse Lerarenopleiding Basisonderwijs V V Bachelor / Master Lerarenopleiding Basisonderwijs V V V Educatieve minor behaald aan een Nederlandse universiteit V Bachelor / Master Onderwijskunde V V V Bachelor / Master Pedagogische wetenschappen /Pedagogiek V V V Master Special Educational Needs (SEN) V V V Getuigschrift PDG* (aangevangen na sept. 2014) V V Bachelor / Master aangewezen vakinhoudelijk relevante opleidingen V V Bachelor / Master aangewezen vakinhoudelijk overeenkomende V V* V opleidingen Propedeuse / Bachelor / Master van een niet hierboven genoemde HBO/WO-opleiding V Geaccordeerd door de examencommissie TLO op 01/07/2019 drs. M.P. Almekinders, voorzitter N.B. 1: N.B. 2: N.B. 3: N.B. 4: N.B. 5: Getuigschriften die niet genoemd worden, kunnen niet standaard gevalideerd worden, maar wel meegenomen worden in de route voor maatwerkvalidering, net als non-formeel en informeel leren. Keuze (V) - Indien een student met een propedeuse (en in het geval van STOAS een bachelor) van een specifieke lerarenopleiding zich inschrijft voor dezelfde lerarenopleiding wordt de module keuze niet gevalideerd omdat deze dan geen verbreding of verdieping inhoudt. PDG* = oudere getuigschriften PDG kunnen wel ingezet worden voor maatwerkvalidering. V* = Bij de meeste opleidingen maakt de landelijk verplichte toets van de vakkennisbasis van de betreffende opleiding en de landelijk afgesproken taaltoetsen voor de opleidingen Duits, Engels en Frans deel uit van de module vakverdieping. Deze Landelijke kennistoetsen (LKT) en de eventueel bijbehorende taaltoetsen worden niet gevalideerd. Bij het samenstellen van de leerovereenkomst kijken studiecoach en student wel nog naar de leeruitkomsten van de standaard gevalideerde modules, om ervoor te zorgen eventueel benodigde actualisering van kennis en praktijkervaring en het toepassen van kennis in de onderwijspraktijk ondervangen wordt in leeractiviteiten voor andere modules. 22