Kenniscirculatie hbo en mkb: Rol en positie lectoraten Stand van zaken 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kenniscirculatie hbo en mkb: Rol en positie lectoraten Stand van zaken 2004"

Transcriptie

1 Kenniscirculatie hbo en mkb: Rol en positie lectoraten Stand van zaken 2004 Drs B. van Bruggen Drs I.E.M. de Vries Amsterdam, 28 oktober 2004

2 180/28 oktober 2004 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg BM AMSTERDAM Tel.: Fax:

3 Voorwoord De samenwerking tussen het hbo en het mkb heeft zich de afgelopen jaren geïntensiveerd. Dit uit zich onder meer in verschillende projecten en experimenten van beide partijen. Het mkb streeft naar een versterking van de relatie tussen het mkb en het hbo en de kenniscirculatie daartussen. In het HOOP 2004 benadrukt het Ministerie van OCW het belang van lectoraten in het hbo voor vernieuwing van onderwijs, upgrading van docenten en een versterkte kenniscirculatie. MKB-Nederland heeft behoefte aan inzicht in de wijze waarop lectoraten momenteel worden ingevuld in het kader van de samenwerking en kenniscirculatie tussen hogescholen en het mkb. Om dit inzicht te verwerven, heeft DIJK12 Beleidsonderzoek in opdracht van MKB-Nederland een onderzoek uitgevoerd om de huidige stand van zaken in kaart te brengen. De resultaten en inzichten van het onderzoek dienen als startpunt om te bezien op welke wijze de rol en positie van lectoraten in relatie tot het mkb zich in de komende jaren gaan ontwikkelen. Tevens kunnen de inzichten richting geven aan eventuele maatregelen om een en ander beter op elkaar te laten aansluiten. In het kader van het onderzoek is deskresearch gedaan en zijn gesprekken gevoerd met lectoren van mkb-gerichte lectoraten en vertegenwoordigers van het mkb, beleid en politiek. De onderzoekers bedanken de geïnterviewden voor hun inhoudelijke bijdrage. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode mei - september Vanuit MKB- Nederland is het onderzoek begeleid door mw ir G. Visser - Van Erp. De uitvoering was in handen van mw drs I. de Vries en drs B. van Bruggen van DIJK12 Beleidsonderzoek. Amsterdam, 28 oktober 2004

4

5 Inhoudsopgave Pagina Samenvatting en conclusies 7 1 Inleiding Achtergrond van het onderzoek Onderzoek 17 2 Verwachtingen en ervaringen van het mkb Kenniscirculatie mkb en hbo Verwachtingen rol van lectoraten bij kenniscirculatie met mkb Relaties met lectoraten: stand van zaken medio Algemene aandachtspunten invulling lectoraten 24 3 Lectoraten en kenniscirculatie mkb Typering onderzochte lectoraten Domeinen lectoraten Kenniscirculatie lectoraten en mkb Organisatie lectoraat Toekomstige plannen 32 4 Beleidskaders lectoraten Stichting Kennisontwikkeling HBO (SKO) Beleid Politiek 35

6

7 Samenvatting en conclusies 1 Inleiding Voorliggend rapport geeft verslag van een onderzoek naar de rol en positie van lectoraten bij de kenniscirculatie tussen hbo en mkb. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van MKB-Nederland in de periode mei september In het HOOP 2004 benadrukt het Ministerie van OCW het belang van lectoraten voor de vernieuwing van het onderwijs, de upgrading van docenten en een versterkte kenniscirculatie. Gezien het belang dat het mkb hecht aan een goede kenniscirculatie met het hbo wil MKB-Nederland graag inzicht in de wijze waarop de samenwerking tussen hogescholen en mkb en de kenniscirculatie daartussen wordt ingevuld met de lectoraten en hoe dit aansluit op de behoeften en verwachtingen van het mkb. Het onderzoek heeft tot doel inzicht te bieden in de huidige stand van zaken betreffende de rol en positie van lectoraten in de kenniscirculatie tussen hogescholen en het mkb, alsmede de verwachtingen hieromtrent vanuit het mkb, beleid en politiek. Het onderzoek heeft een monitorfunctie. De inzichten dienen als startpunt om te bezien op welke wijze de rol en positie van lectoraten in relatie tot het mkb zich in de komende jaren gaan ontwikkelen. Tevens kunnen de inzichten richting geven aan eventuele maatregelen om een en ander beter op elkaar te laten aansluiten. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van: deskresearch en verkenning; interview met een vertegenwoordiger van SKO; interviews met vertegenwoordigers van het mkb: elf brancheorganisaties en drie vertegenwoordigers van MKB-Nederland in de regio; interviews met negen lectoren van mkb-gerichte lectoraten; interviews met vertegenwoordigers van de Ministeries van OCW en EZ, alsmede onderwijswoordvoerders van de drie grote politieke partijen. Het onderzoek is kwalitatief van aard, waarin een algemeen beschrijvend en indicatief beeld wordt gegeven van de relatie tussen lectoraten en het mkb. DIJK12 Beleidsonderzoek Samenvatting en conclusies 7

8 2 Conclusies Op basis van de bevindingen van het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken. Huidige relaties tussen mkb-organisaties en lectoraten 1. De relaties tussen het sectoraal georganiseerde mkb en lectoraten zijn nog beperkt. Zowel lectoren als brancheorganisaties verwachten een actievere houding van elkaar om wederzijdse contacten te leggen en/of uit te breiden. Twee onderzochte branches en twee vertegenwoordigers van MKB- Nederland in de regio hebben contacten met één of enkele lectoraten. In één geval is het contact de karakteriseren als structureel, de overige contacten zijn meer ad-hoc. Onderzochte lectoraten hebben beperkte contacten met branches. Eén lectoraat informeert enkele branches en benut hen als wervingskanaal voor individuele bedrijven. Twee andere lectoraten bevinden zich momenteel in een verkennende fase met een brancheorganisatie. Lectoren hebben de ervaring dat zowel individuele bedrijven als het georganiseerde mkb moeite hebben hun vraag te articuleren. Zij verwachten van branches dat zij meer initiatieven nemen om dat te realiseren. De geïnterviewde brancheorganisaties hebben nauwelijks zicht op de vormgeving en invulling van lectoraten. Zij ervaren dat lectoren weinig initiatieven nemen om in contact met hun te treden. De branches verwachten dat lectoren dat meer gaan doen. Betrokkenheid mkb bij totstandkoming lectoraten 3. De onderwerpen van de op dit moment functionerende lectoraten zijn zonder raadpleging van het sectoraal georganiseerde mkb geformuleerd. De in het onderzoek betrokken brancheorganisaties zijn niet betrokken geweest of geconsulteerd bij de totstandkoming van op dit moment functionerende lectoraten. 4. Vanuit onderzochte brancheorganisaties bestaan momenteel drie initiatieven om lectoraten op te gaan zetten specifiek gericht op de branche. 5. Indien brancheorganisaties concrete voorstellen hebben voor een onderwerp van een lectoraat, verloopt de samenwerking met de hogescholen met het oog op de realisatie niet altijd goed. Bij twee van de drie initiatieven ondervinden brancheorganisaties knelpunten. In beide gevallen hebben hogescholen aangegeven dat er geen SKO-gelden meer beschikbaar zijn. Bij één van deze initiatieven is door hogescholen daarnaast aangegeven dat het onderwerp in hun ogen te smal gekozen is voor vorming van een lectoraat. 8 Samenvatting en conclusies DIJK12 Beleidsonderzoek

9 6. Vanuit de beleidskaders is tot nu toe nauwelijks sturing gegeven aan de onderwerpkeuze van lectoraten. Van nieuw op te richten lectoraten wordt verwacht dat deze meer gekoppeld zullen zijn aan de strategische visie van hogescholen en gebaseerd zijn op een regionaal draagvlak. Vanuit het landelijk beleid wordt aangegeven dat het oprichten van lectoraten geen doel op zich moet gaan worden. Keuzes voor lectoraten moeten meer worden gekoppeld aan de strategische visie van een hogeschool. Het is niet de bedoeling dat in alle hoeken en gaten lectoraten worden ingesteld. Tot op heden is vanuit SKO nauwelijks sturing gegeven aan de keuzes van onderwerpen van lectoraten. Dit lag ook niet in de taakstelling. De gedachte bestaat om onderwerpen van nieuwe lectoraten in de toekomst te gaan toetsen op regionaal draagvlak. Vormgeving van lectoraten 7. Over het algemeen hebben geïnterviewden van branches en politiek beperkt zicht op de wijze waarop lectoraten in de praktijk zijn vormgegeven Bij de onderzochte lectoraten heeft de helft van de lectoren een achtergrond in het bedrijfsleven, de andere helft komt van een universiteit en/of onderzoeksinstelling. Ongeveer de helft van de onderzochte lectoraten heeft het bedrijfsleven op enige wijze betrokken bij haar kenniskring. Het betreft hoofdzakelijk één of enkele individuele bedrijven. Eén lectoraat heeft het georganiseerde bedrijfsleven in haar kenniskring opgenomen. Enkele lectoren hebben de wens (meer) bedrijven bij de kenniskring te betrekken, maar ondervinden hierbij knelpunten als de beperkte bereidheid van bedrijven om hierin te participeren en het gebrek aan financiële middelen om bedrijven hierbij te betrekken. De achtergronden van lectoren komen niet in alle gevallen overeen met verwachtingen die geïnterviewden van de politiek daarbij hebben. Zij vinden de achtergrond van een lector van belang voor het slagen van het lectoraat. Men verwacht dat voornamelijk lectoren zijn aangesteld afkomstig uit het bedrijfsleven, dan wel lectoren die een functie hebben bekleed waarbij veel contacten met bedrijfsleven/maatschappij zijn opgedaan. 12. De in het onderzoek betrokken partijen leggen verschillende zwaartepunten in hun opvattingen en verwachtingen over de wenselijke invulling van een kenniskring Brancheorganisaties en enkele geïnterviewden vanuit de politiek verwachten dat het mkb structureel is vertegenwoordigd in of bij kenniskringen van lectoraten. Geïnterviewden vanuit beleid en SKO zijn van mening dat kenniskringen primair dienen ter professionalisering van docenten. De nadruk bij de invulling dient dan ook te liggen bij docenten. Te veel externen bij de kenniskring kan dit doel voorbij schieten. DIJK12 Beleidsonderzoek Samenvatting en conclusies 9

10 Rol en positie van lectoraten bij kenniscirculatie met het mkb 13. Alle geïnterviewde partijen geven aan dat lectoraten niet de enige weg zijn voor het realiseren van kenniscirculatie tussen hbo en mkb. Naast lectoraten zijn er reeds bestaande instrumenten en structuren voor de kenniscirculatie tussen hbo en mkb, zoals stages, duale opleidingen, mkb-loket, regioregisseur e.d. Lectoraten vormen hierop een aanvullend instrument. Geïnterviewden merken op dat in het kader van de kenniscirculatie naar het gehele pakket van instrumenten moet worden gekeken en dat bij de versterking de gehele bandbreedte moet worden betrokken. 14. De rol en positie van lectoraten bij kenniscirculatie met het mkb is nog niet uitgekristalliseerd. De meeste lectoraten - ook de onderzochte - zijn relatief recentelijk gestart. De activiteiten van deze lectoren hebben zich tot nu toe gericht op het leggen van een basis voor het lectoraat. Het gaat hierbij om zaken als het verwerven van een interne positie, mobiliseren van docenten, opbouwen kenniskring, contacten leggen, e.d. Gemiddeld genomen bevindt het proces zich aan het einde van deze pioniersfase. Tegelijkertijd is bij de meeste onderzochte brancheorganisaties het denken over lectoraten en hun mogelijke betekenis voor de kenniscirculatie met het mkb eveneens in ontwikkeling. Vanuit overheidsbeleid wordt aangegeven dat lectoraten als beleidsinstrument reeds een bijdrage hebben geleverd. De komst van lectoraten heeft er toe bijgedragen dat de discussie en het denken over hogescholen als kennisinstelling en hun positie bij de kenniscirculatie met het mkb is versneld Kenniscirculatie bevat volgens geïnterviewde lectoren in principe alle mogelijk vormen van interactie tussen hogeschool en bedrijfsleven. Lectoren beogen met de kenniscirculatie twee zaken: upgrading van het kennisniveau van de hogeschool; bedrijven toegang bieden tot kennis van de hogeschool, zodat nieuwe producten, diensten en inzichten kunnen ontstaan. In het algemeen verwachten geïnterviewde brancheorganisaties dat kenniscirculatie tussen hbo en mkb ertoe leidt dat de aansluiting tussen het hbo en de arbeidsmarkt in het mkb-bedrijfsleven wordt geoptimaliseerd. Het gaat daarbij om actuele en op het mkb afgestemde curricula en voldoende instroom van gediplomeerden in het mkb. Zij zijn van mening dat hogescholen hiertoe eerst informatie dienen te halen, door een analyse te maken van de behoefte van de branche en deze behoefte vervolgens te vertalen naar de hogeschool. Activiteiten lectoraten bij kenniscirculatie 17. De onderzochte lectoraten vullen in de praktijk de kenniscirculatie met name in door het uitvoeren van projecten - veelal tegen betaling - waarbij wordt ingespeeld op een kennisvraag van individuele bedrijven in de regio, dan wel waarbij nieuwe concepten/ideeën bij individuele bedrijven worden beproefd. 10 Samenvatting en conclusies DIJK12 Beleidsonderzoek

11 18. Brancheorganisaties hebben verschillende verwachtingen over de activiteiten van lectoraten bij kenniscirculatie. De aard van de verwachtingen houdt verband met de tevredenheid over het functioneren van de reeds bestaande basis voor kenniscirculatie, zoals stages, afstudeertrajecten, duale trajecten, convenanten en afspraken met hogescholen, regio-regisseur, mkb-loket, e.d. 19. Het merendeel van de geïnterviewde brancheorganisaties is van mening dat de basis van kenniscirculatie voor hun branche nog onvoldoende functioneert en verbetert moet worden. Zij zien een mogelijke meerwaarde voor lectoraten indien deze bijdragen tot het verstevigen en versterken van de basisstructuren en het zorgdragen voor een goede afstemming van het curriculum op de arbeidsmarkt in het mkb. Branches die redelijk tevreden zijn over de basis, geven aan dat een lectoraat een bijdrage zou kunnen leveren aan verdieping van het vakgebied. Doelgroep mkb van lectoraten 20. De in het onderzoek betrokken lectoraten richten zich bij hun activiteiten overwegend primair op de koplopers van het mkb in de regio van de hogeschool. Deze focus komt niet geheel overeen met de verwachtingen van het mkb. Vrijwel alle onderzochte lectoraten richten zich op de vraag en behoeften van individuele mkb-bedrijven in de regio van de hogeschool. Het merendeel van de onderzochte lectoraten richt zich op dat deel van de mkb-bedrijven dat innovatief is, dan wel open staat voor innovatie, verandering en vernieuwing. In de praktijk zijn dit zijn veelal grotere mkbbedrijven. De lectoren benutten bestaande platforms en mkb-organisaties om in contact te komen met deze bedrijven. De grote groep kennisvolgers van het mkb wordt door lectoren over het algemeen niet actief benaderd en nauwelijks bereikt. Volgens geïnterviewde lectoren hebben deze bedrijven vaak geen tijd, geld en capaciteit beschikbaar en zijn vooral gefocust op de korte termijn en de dagelijkse gang van zaken. Deze bedrijven hebben beperkte raakvlakken met de onderwerpen van de lectoraten. Het benaderen van deze groep kost volgens geïnterviewde lectoren veel tijd en de slaagkans is nihil. Vertegenwoordigers van het mkb verwachten dat lectoraten ertoe bijdragen dat kenniscirculatie ook tot stand wordt gebracht bij de grote groep mkbbedrijven en niet uitsluitend bij het kennisintensieve deel, welke de weg naar het hbo over het algemeen al weet te vinden. Vanuit beleid wordt - gezien de taakstelling van lectoraten - onderschreven dat primair het innovatieve deel van het mkb wordt benaderd. Voor het bereiken van de grote groep mkb-bedrijven zijn lectoraten niet het eerst aangewezen middel. Knelpunten bij contacten tussen lectoren en mkb 21. Zowel geïnterviewde organisaties in het mkb als lectoren ervaren dat de communicatie niet altijd op elkaar is afgestemd. Geïnterviewden vanuit het mkb die ervaringen hebben met contacten met lectoren signaleren dat de wijze van communiceren van lectoren niet altijd goed is afgestemd op de belevingswereld van het mkb. DIJK12 Beleidsonderzoek Samenvatting en conclusies 11

12 Enkele lectoren ondervinden dat mkb-bedrijven niet altijd het abstractievermogen hebben om naar zaken als vernieuwing en innovatie te kijken. Sommigen zien dit als een drempel, terwijl anderen het als een uitdaging beschouwen bedrijven meer laagdrempelig te benaderen. Overige aandachtspunten voor verder invulling lectoraten 22. Geïnterviewden vanuit beleid en politiek verwachten dat activiteiten van lectoraten hun uitstraling en structurele inbedding gaan krijgen in de gehele hogeschool en niet beperkt blijven tot de lectoren en docenten in de kenniskring. Tevens verwachten zij dat de netwerken van lectoraten op termijn een inktvlekwerking zullen gaan hebben naar grotere groepen mkb-bedrijven. 23. Zowel vanuit beleid en politiek, als het mkb wordt aangegeven dat lectoren en hogescholen ervoor moeten waken dat de lectoraten niet academisch worden ingevuld. De beroepspraktijk dient centraal te staan. 3 Enkele nadere beschouwingen bij de uitkomsten van het onderzoek Op basis van bovenstaande bevindingen en conclusies kan worden geconstateerd dat de ontwikkeling van lectoraten en hun rol bij de kenniscirculatie met het mkb zich in een startsituatie bevindt. Dat geldt zowel voor de lectoraten zelf als voor de activiteiten en gezichtspunten van het sectoraal georganiseerde mkb. Het is op dit moment dan ook te prematuur om een duidelijke lijn of richting te kunnen onderscheiden waarlangs de kenniscirculatie tussen hbo en mkb en de rol en positie van lectoraten daarin zich verder gaan ontwikkelen. Desalniettemin geven de uitkomsten van deze nulmeting enkele aandachtspunten voor de verdere ontwikkeling. Geen eenduidig denkraam over lectoraten Geïnterviewde partijen hebben met elkaar gemeen dat vrijwel niemand een goed en volledig beeld heeft van hetgeen er in de praktijk gebeurt omtrent lectoraten en de kennisuitwisseling met het mkb. Elke partij heeft zijn eigen voorstellingen, projecties en verwachtingen bij lectoraten. Lectoren op hun beurt geven ook ieder een eigen invulling aan een lectoraat. Er is derhalve geen eenduidig denkraam over wat van lectoraten verwacht mag en kan worden. Ten gevolge daarvan dreigt een miscommunicatie over welke resultaten kunnen en mogen worden verwacht van lectoraten. Dreigende discrepantie tussen invulling lectoraten en verwachtingen belangrijk deel branches De lectoraten zijn net de pioniersfase voorbij en het is op dit moment te prematuur om een algemeen oordeel te geven. Echter, er is een aantal indicaties dat de invulling en vormgeving van lectoraten enerzijds en de vraag en behoeften van het georganiseerde mkb-bedrijfsleven anderzijds een spagaat maken. 12 Samenvatting en conclusies DIJK12 Beleidsonderzoek

13 Dit uit zich onder meer in de volgende punten: de geringe betrokkenheid van het georganiseerde mkb bij de totstandkoming van lectoraten; de vormgeving van lectoraten; de activiteiten in het kader van de kenniscirculatie; de doelgroep van lectoraten. Bij gelijkblijvende omstandigheden, dreigt een discrepantie tussen activiteiten van lectoraten in het kader van de kenniscirculatie en de behoefte en verwachtingen van het mkb. Contacten tussen lectoraten en brancheorganisaties komen moeilijk tot stand De contacten tussen lectoraten en brancheorganisaties zijn vooralsnog beperkt en komen moeilijk tot stand. Beide partijen nemen over het algemeen een afwachtende houding aan. Men verwacht echter wel een meer pro-actieve houding van elkaar. Een mogelijke verklaring voor de beperkte contacten is wellicht het gegeven dat veel branches landelijk zijn georganiseerd, terwijl lectoraten voornamelijk regionaal zijn georiënteerd. De insteek van veel brancheorganisaties bij kenniscirculatie is sectoraal, landelijk gericht (goede curricula), terwijl lectoraten de regionale behoefte als uitgangspunt hebben. DIJK12 Beleidsonderzoek Samenvatting en conclusies 13

14 14 Samenvatting en conclusies DIJK12 Beleidsonderzoek

15 1 Inleiding 1.1 Achtergrond van het onderzoek Algemeen In oktober 2001 hebben de toenmalige Minister van OCW en de HBO-raad een convenant 1 gesloten over versteviging van kennisoverdracht en -verspreiding, kenniscirculatie en kennisontwikkeling van hogescholen (vergroting van de kennisinnovatie). Het convenant onderscheidt twee aspecten waarbinnen de vergroting van de kennisinnovatie bij hogescholen tot uitdrukking zal komen: kwaliteitsverbetering van het onderwijsproces; versterking van de externe oriëntatie. Er is voor gekozen deze vergroting van de kennisinnovatie invulling te geven door middel van lectoraten, bestaande uit lectoren en kenniskringen. De lectoren hebben daarbij een centrumfunctie binnen de kenniskringen, waarin naast de lector ook docenten deelnemen. Uitwerking convenant Het ministerie van OCW heeft de HBO-raad gelden ter beschikking gesteld voor de lectoraten. De gelden worden verdeeld door de Stichting Kennisontwikkeling HBO (SKO) die daartoe door de HBO-raad in 2001 is opgericht. Een lectoraat bestaat uit een lector en een kenniskring. In de toekenningscriteria van SKO staat omschreven dat een lector een hooggekwalificeerde professional dient te zijn die ruime, aantoonbare ervaring heeft met onderwijs en (toepassingsgericht) onderzoek op een bepaald (vak)gebied of beroepsdomein en die door zijn prestaties groot gezag geniet als deskundige. Een kenniskring is een groep (hoofd)docenten van een hogeschool die onder inhoudelijke leiding staat van een lector, waarbij een hogeschool ook andere personen dan docenten in de kenniskring kan opnemen. Vanuit beschikbare literatuur kan niet duidelijk worden afgeleid welke doel- en taakstellingen aan een kenniskring zijn verbonden. De SKO heeft aan lectoraten vier doelstellingen verbonden: kennisontwikkeling; professionalisering van docenten; doorwerking in het curriculum; kenniscirculatie. Hogescholen kunnen bij de SKO aanvragen indienen voor lectoraten. De doelstellingen zijn uitgewerkt in een aantal indicatoren waaraan de aanvragen voor een lectoraat moeten voldoen. 1 Convenant Lectoren en Kenniskringen in het hoger beroepsonderwijs. 29 oktober DIJK12 Beleidsonderzoek 15

16 Deze indicatoren zijn: doorwerking in een aanpassing van curricula, professionalisering van docenten of verandering van opleidingsstructuren; inhoudelijke relatie met soortgelijke verbanden van docenten bij instellingen van hoger onderwijs en onderzoek over de landsgrens; inhoudelijke relatie met bedrijven of instellingen in de regio of daarbuiten; aantoonbare vergroting van de inspanningen op het gebied van kennisoverdracht gericht op het (georganiseerde) bedrijfsleven of werkveld; substantiële stijging van de inkomsten uit contractactiviteiten en toegepast onderzoek in de periode Medio 2004 zijn er 185 lectoraten, verdeeld over de verschillende hogescholen en onderwijssectoren. 1 Het merendeel van de lectoraten is na 2002 van start gegaan, einde 2002 waren 86 lectoren aangesteld. Tabel 1 geeft de verdeling weer van lectoraten over de verschillende onderwijssectoren. Tabel 1 Verdeling lectoraten naar onderwijssector Onderwijsveld Aantal Technisch onderwijs 30 Economisch onderwijs 30 Pedagogisch onderwijs 26 Kunstonderwijs 19 Gezondheidszorgonderwijs 18 Sociaal-agogisch onderwijs 15 Agrarisch onderwijs 8 Meerdere onderwijssectoren 39 Totaal 185 Het convenant voorziet in een evaluatie van de lectoraten. In 2003 heeft een tussentijdse evaluatie van de lectoraten plaatsgevonden. 2 Relatie mkb en hbo Bedrijven met één tot 250 werknemers worden gerekend tot het midden- en kleinbedrijf (mkb). Van het totaal aantal particuliere ondernemingen in Nederland behoort 99% tot het mkb. Het mkb telt in totaal bedrijven. De mkb-bedrijven bieden werkgelegenheid aan 2,8 miljoen personen. Dat is 60% van het totaal aan werkgelegenheid in het gehele bedrijfsleven. Naar sectoren is de verdeling: zakelijke dienstverlening 25%; detailhandel/groothandel 24%; industrie 12%; zorg 12%; bouw 10%; 1 Bron: lectorenbank, website SKO, 2 Een steen in de vijver: de introductie van Lectoraten in het hbo. Rapport van de Commissie Tussentijdse Evaluatie Lectoren en Kenniskringen, SKO DIJK12 Beleidsonderzoek

17 transport/auto 9%; horeca 8%. Vanuit het mkb is sprake van een toenemende vraag naar hoger opgeleide medewerkers. Het aantal hbo-afgestudeerden dat gaat werken bij mkb-bedrijven is de laatste jaren sterk toegenomen. Uit recent onderzoek blijkt dat in de komende vijf jaar bij het mkb een verhoogde vraag naar hbo-ers zal gaan ontstaan. 1 Voor een zowel kwantitatief als kwalitatief voldoende aanbod van hbo-opgeleiden voor het mkb is een goede samenwerking tussen het hbo en het mkb van belang. De samenwerking tussen het hbo en het mkb heeft zich de afgelopen jaren geïntensiveerd. Dit uit zich onder meer in verschillende experimenten en projecten van beide partijen. Het mkb streeft naar een versterking van de relatie tussen het mkb en het hbo en de kenniscirculatie daartussen. 1.2 Onderzoek In het HOOP 2004 benadrukt het Ministerie van OCW het belang van lectoraten voor de vernieuwing van het onderwijs, de upgrading van docenten en een versterkte kenniscirculatie. Gezien het belang dat het mkb hecht aan een goede kenniscirculatie met het hbo wil MKB-Nederland graag inzicht in de wijze waarop de samenwerking tussen hogescholen en het mkb en de kenniscirculatie daartussen wordt ingevuld met de lectoraten en hoe dit aansluit op de behoeften en verwachtingen van het mkb. Doel en centrale vragen van het onderzoek Doel van het onderzoek is inzicht bieden in: De rol en positie van lectoraten in de relatie en kenniscirculatie tussen hogescholen en mkb. De verwachtingen van het mkb daaromtrent. De verwachtingen vanuit het beleid en de politiek daaromtrent. Het onderzoek heeft een monitorfunctie. De inzichten dienen als startpunt om te bezien op welke wijze de rol en positie van lectoraten in de relatieversterking met het mkb zich in de komende jaren gaan ontwikkelen. Tevens kunnen de inzichten richting geven aan eventuele maatregelen om een en ander beter op elkaar te laten aansluiten. In het onderzoek staat dus één van de taken en doelstellingen van lectoraten centraal, namelijk de kenniscirculatie en in het bijzonder tussen hogescholen en het mkb. In het onderzoek staan de volgende vragen centraal: 1. Welke verwachtingen en behoeften heeft het mkb ten aanzien van de rol en inhoud van lectoraten bij kenniscirculatie? 2. Hoe functioneren de lectoraten in de kenniscirculatie met het mkb? 1 De vraag naar HBO-ers bij mkb-bedrijven, een onderzoek in vijf mkb-branches, Delft DIJK12 Beleidsonderzoek 17

18 3. Welke verwachtingen hebben het beleid en de politiek omtrent de rol en positie van lectoraten bij de samenwerking tussen hogescholen en mkb en de kenniscirculatie daartussen? Afbakening onderzoek Het onderzoek is kwalitatief van aard, waarin een algemeen beschrijvend en indicatief beeld wordt gegeven van de relatie tussen lectoraten en het mkb. Het onderzoek spitst zich daarbij toe op de rol van lectoraten bij de kenniscirculatie tussen hbo en mkb en geeft daarmee geen alomvattend beeld ten aanzien van de rol en positie van lectoraten. Uitvoering van het onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in de periode mei september 2004 door middel van: deskresearch en verkenning; interview met vertegenwoordiger van SKO; interviews met negen lectoren; interviews met in totaal veertien vertegenwoordigers van het mkb; vijf interviews met vertegenwoordigers van beleid en politiek. Interviews vertegenwoordigers mkb De gesprekken zijn gehouden bij elf brancheorganisaties van het mkb in de sectoren techniek, bouw, detailhandel, zakelijke dienstverlening en zorg & welzijn. De gesprekken zijn vrijwel allemaal gevoerd met vertegenwoordigers op landelijk niveau. Tevens hebben interviews plaatsgevonden met drie vertegenwoordigers van MKB-Nederland in de regio. Interviews lectoren Het onderzoek heeft zich gericht op een selectie van lectoraten. De lectoraten zijn divers qua onderwerp. Niet bij alle lectoraten is kennisuitwisseling met het mkb even evident. Met name binnen het pedagogisch, agrarisch en kunstonderwijs komen lectoraten voor die gezien het onderwerp zich niet specifiek op het mkb zullen richten. 1 Gezien het doel van het onderzoek zijn lectoraten geselecteerd waar kennisuitwisseling met het mkb evident is. Lectoraten die het mkb in het onderwerp van lectoraat hebben, dan wel in de beschrijving van het lectoraat het belang en nut voor het mkb specifiek benoemen. Lectoraten die door vertegenwoordigers van het mkb zijn genoemd als een voor hen potentieel interessant lectoraat, dan wel waar zij contact mee hebben. In totaal is met negen lectoren gesproken. Interviews beleid en politiek Gesproken is met vertegenwoordigers vanuit het onderwijsbeleid en het economisch beleid. Daarnaast hebben interviews plaatsgevonden met onderwijswoordvoerders van de drie grootste politieke partijen. 1 Bijvoorbeeld lectoraten met onderwerpen als, welzijn voor dieren; stedelijke beplanting; doceren in de multiculturele school, identiteitsontwikkeling in de school, onderwijs en identiteit, veranderingsbekwame docent, e.d. 18 DIJK12 Beleidsonderzoek

19 2 Verwachtingen en ervaringen van het mkb In dit hoofdstuk wordt ingegaan op verwachtingen en ervaringen van het mkb ten aanzien van de rol en activiteiten van lectoraten bij de kenniscirculatie tussen hbo en mkb. Hiertoe hebben interviews plaatsgevonden met vertegenwoordigers van brancheorganisaties in het mkb en drie vertegenwoordigers van MKB-Nederland in de regio. Het hoofdstuk is als volgt opgebouwd. In paragraaf 2.1 wordt eerst ingegaan op de verwachting van kenniscirculatie met hogescholen in het algemeen en hoe een en ander op dit moment functioneert. Paragraaf 2.2 gaat nader in op wat geïnterviewden verwachten van lectoraten met betrekking tot de kenniscirculatie. In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op de huidige interactie en contacten met lectoraten. Het hoofdstuk sluit af met enkele algemene aandachtspunten vanuit branches ten aanzien van lectoraten. 2.1 Kenniscirculatie mkb en hbo Alvorens in te gaan op de verwachtingen van het georganiseerde bedrijfsleven over de rol van lectoraten in de kenniscirculatie, wordt eerst een beeld geschetst van hetgeen geïnterviewden verwachten van kenniscirculatie met hogescholen in het algemeen en hoe een en ander op dit moment functioneert. Algemeen In algemene zin verwachten geïnterviewden dat kenniscirculatie tussen hbo en mkb ertoe leidt dat de aansluiting tussen het hbo en de arbeidsmarkt in het mkb-bedrijfsleven wordt geoptimaliseerd. Het gaat daarbij om actuele en op het mkb afgestemde curricula en voldoende instroom van gediplomeerden in het mkb. De samenwerking tussen het hbo en het mkb heeft zich de afgelopen jaren geïntensiveerd. Alle branches kennen momenteel diverse kanalen en instrumenten waarlangs kenniscirculatie met hogescholen plaats kan vinden. Deze basis van de kenniscirculatie (infrastructuur) omvat onder meer de volgende elementen: - stages en afstudeeropdrachten; - duale trajecten (bijv. mkb-route); - mkb-loket, regioregisseur; - beroepenveldcommissies, adviesraden, overlegstructuren, e.d.; - convenanten en afspraken met hogescholen over vorm en inhoud curriculum; - vernieuwingstrajecten (bijv. competenties, versnelde doorstroom mbo); - branche-onderzoek en monitors. Verschillen in behoefte en functioneren van de kenniscirculatie Tussen branches doen zich verschillen voor in de mate waarin de basisinfrastructuur voor kenniscirculatie functioneert en de behoefte aan kenniscirculatie met het hbo. Op hoofdlijnen zijn vier typen branches te onderscheiden. In overzicht 1 wordt dit geïllustreerd. DIJK12 Beleidsonderzoek 19

20 Overzicht 1 Stand van zaken behoefte kenniscirculatie Type branches Branches waarvoor de basis voor de kenniscirculatie nog onvoldoende functioneert (5) Branches waarvoor de basis voor de kenniscirculatie reeds functioneert (2) Branches waarvoor kenniscirculatie tevens van belang is voor post-bachelor trajecten (2) Branches met beperkte behoefte aan kenniscirculatie met hbo (2) Toelichting Vijf van de onderzochte branches zijn van mening dat de basisinfrastructuur voor de kenniscirculatie nog onvoldoende functioneert. Bestaande structuren en kanalen worden onvoldoende benut. Er vindt onvoldoende terugkoppeling plaats naar het curriculum, waardoor kenniscirculatie te eenzijdig is. De betreffende branches ervaren het als lastig om binnen de bestaande structuren invloed uit te oefenen op het curriculum. Deze branches streven naar een versterking van de kenniscirculatie langs de bestaande structuren, teneinde meer en beter gekwalificeerde instroom in de branche te bewerkstelligen. Twee van de onderzochte branches zijn over het algemeen redelijk tevreden over de kenniscirculatie. De contacten met hogescholen zijn goed en de structuren werken redelijk naar tevredenheid. Betreffende branches hebben een aantal gerichte afspraken met (enkele) hogescholen over kwaliteit en invulling van opleidingen/docenten. De kenniscirculatie kan nog wel geoptimaliseerd worden. Bij twee onderzochte branches ligt het niveau van de beroepspraktijk voor hbo-ers op post-bachelorniveau. Hbo-gediplomeerden volgen veelal eerst een kopopleiding alvorens zij als volwaardig beroepsbeoefenaar werkzaam kunnen zijn in de branche. Naast de behoefte aan kennisuitwisseling met bacheloropleidingen, liggen er voor deze branches tevens raakvlakken met master-trajecten. Bij twee in het onderzoek betrokken branches is het aandeel hbo-ers in de bedrijven niet bijzonder groot. Het hbo heeft voor deze branches geen bijzonder hoge prioriteit op dit moment. Hetgeen aan contacten en kennisuitwisseling plaatsvindt, gebeurt hoofdzakelijk via stages. 2.2 Verwachtingen rol van lectoraten bij kenniscirculatie met mkb In deze paragraaf wordt ingegaan op de verwachtingen van onderzochte branches over de rol van lectoraten bij de kenniscirculatie met het mkb. De tevredenheid over de basisinfrastructuur voor de kenniscirculatie en de aard van de behoefte bepalen in hoge mate de verwachtingen omtrent lectoraten. 20 DIJK12 Beleidsonderzoek

21 Branches waarvoor de basis van de kenniscirculatie nog onvoldoende functioneert Deze branches zien een mogelijke meerwaarde voor lectoraten indien zij er toe bijdragen dat de bestaande structuren en instrumenten voor kenniscirculatie verder ontwikkeld en benut worden. Men denkt hierbij bijvoorbeeld aan zaken als betere stages en afstudeeropdrachten, meer mkb-oriëntatie/ondernemerschap in opleidingen, competentiegericht onderwijs, e.d. Zij zien een lectoraat als aanvullend op en naast reeds bestaande structuren en kanalen. Eén branche heeft in dit kader plannen om een lectoraat op te gaan zetten voor het ontwikkelen van een sectorgericht curriculum. Zij ziet een lectoraat als een middel om zaken van de grond te krijgen die via bestaande kanalen moeizaam totstandkomen. Branches waarvoor de basis van de kenniscirculatie reeds functioneert Één branche ziet (vooralsnog) weinig meerwaarde in lectoraten. Hetgeen wat moet gebeuren, gebeurt reeds via bestaande structuren. Één branche ziet een lectoraat als mogelijkheid om verdieping en upgrading van het vakgebied te bewerkstelligen. Het wordt gezien als een kroon op het werk van activiteiten die eigenlijk langs de natuurlijke weg ook zouden moeten verlopen. Branches gericht op hogere segmenten van het hbo Één branche ziet (vooralsnog) geen aanknopingspunten bij en meerwaarde van lectoraten. Één branche ziet een rol voor een lectoraat gekoppeld aan een masteropleiding. Een lectoraat kan nieuwe thema s onderzoeken en nieuwe en innovatieve lesmethodieken introduceren en implementeren. Men is aan het bezien of een dergelijk lectoraat op termijn kan worden opgezet. Branches met beperkte raakvlakken hbo Aangezien deze branches beperkte raakvlakken hebben met het hbo, leggen zij vooralsnog geen hoge prioriteit bij het hoger onderwijs. Zij hebben derhalve ook geen idee wat zij van lectoraten kunnen en/of moeten verwachten. 2.3 Relaties met lectoraten: stand van zaken medio 2004 Inzicht in activiteiten lectoraten In algemene zin hebben geïnterviewden beperkt zicht op de activiteiten van lectoraten. Alle geïnterviewden zijn bekend met de invoering en het bestaan van lectoraten. Geen enkele van de in het onderzoek betrokken branches is betrokken geweest bij de totstandkoming van bestaande lectoraten. Geïnterviewden hebben nauwelijks zicht op het aantal lectoraten en de aard en invulling van lectoraten. Een totaaloverzicht van potentiële, voor de branche interessante, lectoraten ontbreekt. Een geïnterviewde geeft aan te hebben gezocht naar lectoraten die mogelijke aangrijpingspunten voor de branche bieden. De onderwerpen van lectoraten die raakvlakken hebben met de branche zijn echter naar zijn mening zodanig geformuleerd dat deze onvoldoende aansluiten bij de behoefte van het mkb. DIJK12 Beleidsonderzoek 21

22 In het algemeen wordt de gang van zaken rond lectoraten vanuit de hogescholen als vrij ondoorzichtig gezien. Men heeft veelal de indruk dat het vooral intern gericht is. Geïnterviewden geven aan dat zij nauwelijks iets horen en merken van lectoraten. Zij ervaren nauwelijks initiatief van lectoraten om het contact met hen te zoeken. Contacten met lectoraten De daadwerkelijke contacten van de in het onderzoek betrokken branches met lectoraten zijn op dit moment beperkt. Twee branches hebben momenteel contacten met één of meer lectoraten. Daarnaast is één branche bezig met het opzetten van een bachelortraject, waarbij in de coördinatiegroep onder meer drie lectoraten zijn betrokken die een inhoudelijke bijdrage leveren vanuit hun onderwerp. Twee vertegenwoordigers van MKB-Nederland in de regio hebben contacten met twee tot vier lectoraten in hun regio. Driekwart van de onderzochte branches heeft geen contacten met lectoraten. De in het onderzoek betrokken branches hebben geen zicht op mogelijke contacten van individuele lidbedrijven met lectoraten. Concrete ervaringen met contacten lectoraten De contacten die er zijn met lectoraten, verschillen naar aard en intensiteit. De contacten die de twee branches hebben zijn meer ad-hoc van aard, waarbij veelal de lector contact opneemt voor het werven van bedrijven voor projecten/onderzoek. Twee vertegenwoordigers van MKB-Nederland in de regio hebben meer structurele contacten, waarbij gesprekken plaatsvinden over verdere vorm en inhoud van lectoraten in relatie tot het mkb in de regio. De geïnterviewden die contacten hebben, ervaren dat het moeilijk is individuele bedrijven voor samenwerking met hogescholen/lectoraten te motiveren. Dit geldt in het bijzonder voor de kleinere mkb-bedrijven. De grotere mkb-bedrijven en bedrijven die de weg reeds hebben gevonden naar de hogeschool worden met name bereikt. Verder wordt opgemerkt dat lectoren en mkb een eigen taal en cultuur hebben en dat de communicatie en benadering van lectoren niet altijd goed is afgestemd op de belevingswereld van het gemiddelde mkb-bedrijf. Ter illustratie: één geïnterviewde merkte op dat een lector tijdens een bijeenkomst met het mkb er bijvoorbeeld vanuit ging dat elk mkb-bedrijf een budget heeft voor research & development. Initiatieven tot oprichting van een lectoraat Een deel van de geïnterviewden is op dit moment betrokken bij een aantal initiatieven om een op de behoefte afgestemd lectoraat op te gaan richten. Vanuit branches bestaan drie initiatieven om (op termijn) een lectoraat op te zetten gericht op hun branche of zijn hierbij betrokken. Eén initiatief betreft het streven naar een sterkere positionering van het zelfstandig ondernemerschap binnen het hbo. Via bestaande kanalen en structuren bleek dit niet realiseerbaar. Men ziet het lectoraat als een goed middel om zaken van de grond te krijgen die via de natuurlijke weg moeizaam verlopen. Twee jaar gele- 22 DIJK12 Beleidsonderzoek

23 den is een poging ondernomen een lectoraat op te zetten met als doel het ontwikkelen en implementeren van een curriculum gericht op zelfstandig ondernemerschap. Men liep hierbij tegen een aantal knelpunten aan: - afwachtende houding van hogescholen; - onduidelijkheid omtrent de financiering; - door hogescholen werd gesteld dat de focus van het lectoraat te smal was en breder moest zijn. Recentelijk is besloten een nieuwe poging in gang te zetten om het gewenste lectoraat te realiseren. Op dit moment is men bezig met het creëren van draagvlak in de branche (o.a. financiering) en het initiatief bij hogescholen onder de aandacht te brengen. Eén branche is bezig met het opzetten van een masteropleiding. De volgende stap is te bezien of aan deze master een lectoraat kan worden gekoppeld. Doel van het lectoraat is onder meer het verrichten van toegepast onderzoek, nieuwe thema s oppakken, competentiegestuurd werken en nieuwe onderwijsmethodieken implementeren. De planning is dat de masteropleiding begin 2006 start. Ondertussen wordt verder bezien of hieraan een lectoraat wordt gekoppeld. De branche ervaart knelpunten in de financiering van het lectoraat. De SKO-gelden zijn reeds verdeeld en de branche beziet momenteel de mogelijkheden rond cofinanciering voor financiering van het lectoraat. Deze branche is betrokken bij de opzet van en invulling voor een lectoraat dat door een hogeschool wordt opgezet specifiek gericht op de branche. De branche heeft hierbij een ondersteunende rol: men heeft zitting in een adviesraad/klankbordgroep en het lectoraat kan gebruik maken van kennis en contacten van de branche. De planning is dat het lectoraat in 2005 start. De verwachting is dat het lectoraat toegepast onderzoek gaat uitvoeren op de raakvlakken en knooppunten met andere disciplines, teneinde verdieping en upgrading van het vakgebied te bewerkstelligen. Het lectoraat wordt gezien als een kroon op het werk dat eigenlijk ook grotendeels via bestaande structuren en kanalen zou moeten gebeuren. Een regionale afdeling van MKB-Nederland heeft recentelijk mede een convenant afgesloten met een hogeschool in de regio. Doel hiervan is de samenwerking tussen hogescholen en het mkb in de regio verder te intensiveren en concretiseren. Eén van de aandachtspunten in het convenant betreft de versteviging van kennistransfer. Lectoraten worden in dit kader als één van de mogelijke instrumenten gezien om dit te bewerkstelligen. Gedachten hierbij zijn om lectoraten op te zetten rond vraaggestuurde thema s en onderwerpen vanuit het regionale mkb (bijv. bereikbaarheid, regionaal economische ontwikkelingen, faillissementen, bedrijfsoverdracht, lokale lasten, e.d.). Lectoraten kunnen daarbij een rol vervullen door onder meer een structurele kennisbank op te bouwen, waarbinnen ontwikkelingen rond thema s en onderwerpen kunnen worden gemeten. Momenteel wordt verder vorm en inhoud gegeven aan het convenant en is onbekend wanneer zaken concreet worden vormgegeven. DIJK12 Beleidsonderzoek 23

24 2.4 Algemene aandachtspunten invulling lectoraten De geïnterviewden die bepaalde verwachtingen hebben rond lectoraten noemen een aantal algemene aspecten en randvoorwaarden waarmee bij de vorm en invulling van lectoraten rekening zou moeten worden houden. Alle geïnterviewden zien lectoraten niet als de enige weg voor het realiseren van kennisuitwisseling tussen het mkb en het hbo. Bestaande structuren (bijv. stages, duale opleidingen, regioregisseur, e.d.) zijn tevens instrumenten om dit te bewerkstelligen. Lectoraten kunnen hierbij een aanvullend middel/instrument zijn. Geïnterviewden geven aan dat hogescholen in eerste instantie informatie moeten halen. Men dient een analyse te maken van de behoefte van de branche en dit te implementeren in de hogeschool. Het gaat erom meer praktijkkennis van het mkb in het hoger onderwijs te verkrijgen. Gewaakt moet worden voor een (te hoog) academisch gehalte. Verwacht wordt dat het mkb structureel is vertegenwoordigd in of bij kenniskringen van lectoraten. Zij geven echter ook aan nauwelijks zicht te hebben in hoeverre dit daadwerkelijk gebeurt. Geïnterviewden verwachten dat de kenniscirculatie mede tot stand wordt gebracht bij de grote groep volgers in het mkb en niet vooral bij koplopers in het mkb. Deze laatste groep weet immers de weg naar het hoger onderwijs wel te vinden. 24 DIJK12 Beleidsonderzoek

25 3 Lectoraten en kenniscirculatie mkb Lectoraten kennen een viertal doelstellingen, waaronder kenniscirculatie. In onderhavig onderzoek staat deze kenniscirculatie met het mkb centraal. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de rol en positie van lectoraten hierbij. Het hoofdstuk heeft betrekking op de onderzochte negen lectoraten en geeft derhalve een indicatief beeld van de huidige wijze waarop kenniscirculatie vanuit lectoraten wordt ingevuld. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd. Paragraaf 3.1 geeft een korte typering van de onderzochte lectoraten. Vervolgens wordt in paragraaf 3.2 ingegaan op het domein van de lectoraten en de achtergronden hierbij. In paragraaf 3.3 staat de kenniscirculatie centraal, waarbij wordt ingegaan op de wijze waarop onderzochte lectoraten hier invulling aangeven, de doelgroep van kenniscirculatie, alsmede ervaringen en knelpunten. Paragraaf 3.4 gaat in op de organisatie van onderzochte lectoraten, met name wat betreft de kenniskring. Paragraaf 3.5 sluit af met toekomstige plannen en activiteiten van de lectoraten. 3.1 Typering onderzochte lectoraten Alle onderzochte lectoraten hebben het mkb als doelgroep. Bijna alle onderzochte lectoraten zijn vrij recentelijk gestart en bestaan ongeveer één tot twee jaar. Twee lectoraten zijn al wat langer operationeel. De meeste lectoraten die recentelijk zijn gestart, zijn min of meer nog bezig met de opbouw van het lectoraat, waarbij vorm en inhoud nader worden ingevuld (verwerven interne positie hogeschool, leggen van interne contacten, mobiliseren van docenten, opbouwen kenniskring, nadere invulling van activiteiten en programma, opbouwen externe contacten en netwerken, e.d.). Vrijwel alle geïnterviewden hebben een parttime functie. Fulltime functies komen incidenteel voor. Geïnterviewde lectoren kennen een verschillende achtergrond: - vier lectoren zijn afkomstig van het bedrijfsleven of zijn ook deels nog actief in het bedrijfsleven, veelal in de consultancy; - vier lectoren zijn afkomstig uit de universiteit/onderzoeksinstelling of zijn daaraan nog deels verbonden; - één lector komt vanuit de hogeschool zelf. 3.2 Domeinen lectoraten In het algemeen zijn de meeste lectoraten ontwikkeld langs bepaalde thema s die de focus geven aan een lectoraat, dit zijn de domeinen (bijv. duurzaamheid, innovatief ondernemen, strategisch management, veiligheid). Veelal betreft het domeinen die vernieuwend zijn, gericht op nieuwe kennis en innovatie. Ook de onderzochte lectoraten kennen een thematische insteek. Het betreft thema s die in principe op het gehele, of grote delen van het bedrijfsleven van toepassing kunnen zijn. DIJK12 Beleidsonderzoek 25

26 Sommige lectoren hebben het onderwerp in de loop van de tijd wat meer versmald door keuzes te maken of accenten te leggen binnen het domein, bijvoorbeeld door een aantal specifieke speerpunten te kiezen. Ongeveer de helft van de onderzochte lectoraten is interdisciplinair. Het domein van deze lectoraten richt zich op verschillende onderwijsdisciplines. De andere helft is monodisciplinair en richt zich op een bepaalde onderwijsrichting (met name techniek en economie). In de meeste gevallen was het domein van het lectoraat al bekend en is vervolgens een lector geworven. In twee gevallen heeft de lector zelf het onderwerp aangedragen. - Een geïnterviewde had het onderwerp reeds als speerpunt binnen de hogeschool en heeft vervolgens rond het onderwerp een lectoraat opgezet. - Een andere geïnterviewde zocht een betrekking aan een hogeschool en heeft vervolgens zelf een onderwerp aangedragen dat in overleg met de hogeschool door middel van een lectoraat is vormgegeven. De wijze waarop de keuze voor een domein tot stand is gekomen verschilt. Het is niet geheel duidelijk hoe keuzes tot stand zijn gekomen, mede doordat de meeste lectoren na de onderwerpkeuze bij het lectoraat zijn betrokken. Keuzes komen onder meer voort uit: - profilering van hogeschool op een bepaald thema (bijv. duurzaamheid); - verdere verdieping/upgrading van een bepaald vakgebied. 3.3 Kenniscirculatie lectoraten en mkb Kenniscirculatie is één van de doelstellingen van lectoraten, naast curriculumvernieuwing, professionalisering van docenten en kennisontwikkeling/onderzoek. In onderhavig onderzoek staat kenniscirculatie centraal en de wijze waarop dit vorm en inhoud wordt gegeven richting het mkb. In deze paragraaf wordt ingegaan op de aard en inhoud van deze kenniscirculatie bij onderzochte lectoraten. Invulling kenniscirculatie en positie lectoraten Geïnterviewden definiëren kenniscirculatie als alle mogelijke vormen van interactie tussen hogeschool en bedrijfsleven. Hiermee worden twee zaken beoogd: - het upgraden van het kennisniveau van de hogeschool (kwaliteit docenten en opleidingen, up-to-date houden van curricula, kwaliteit studenten, afstudeeropdrachten, stages, e.d.); - het bedrijfsleven toegang bieden tot de kennis van de hogeschool, zodat nieuwe producten, diensten en inzichten bij bedrijven kunnen ontstaan. Kenniscirculatie staat hiermee ten dienste voor beide partijen: hogeschool en bedrijfsleven. Alle geïnterviewden merken op dat lectoraten niet de enige weg zijn om kenniscirculatie (verder) op gang te brengen en contacten met het bedrijfsleven te intensiveren. Een lectoraat is hierbij één van de middelen om dit te bewerkstelligen. Lectoraten kunnen zich niet op alle vormen van interactie richten. Onderzochte lectoraten geven de interactie met het bedrijfsleven dan ook op verschillende manieren vorm, waarbij gerichte keuzes worden gemaakt. Globaal beschouwd, hanteren zij hierbij verschillende insteken. In onderstaand overzicht worden deze inste- 26 DIJK12 Beleidsonderzoek

27 ken op hoofdlijnen uiteengezet. Het gaat hierbij om een globale typering, van een duidelijke scheidslijn tussen de insteken is niet altijd sprake. Overzicht 2 Primaire insteek invulling kenniscirculatie onderzochte lectoraten Primaire insteek kenniscirculatie Het bedienen van bedrijven met een bepaalde kennisvraag. (4 lectoraten) Het beproeven van vernieuwende concepten en ideeën bij bedrijven. (3 lectoraten) De aanwezige kennis van de hogeschool beter bruikbaar en toepasbaar maken voor bedrijven. (1 lectoraat) Creëren van werkplekken waar docenten kennis en praktijkervaring kunnen opdoen. (1 lectoraat) Activiteiten Over het algemeen streven deze lectoraten ernaar kenniscirculatie vraaggestuurd in te vullen. Dit wil men realiseren door vragen, problemen en innovatiebehoefte van individuele bedrijven in de regio te analyseren. Onder leiding en coördinatie van het lectoraat werken studenten/docenten aan concrete en toepasbare oplossingen. Dit kan in de vorm van/combinatie van stages, afstudeeropdrachten, onderzoek, projecten, adviestrajecten, e.d. De inzet van docenten, lector vindt veelal tegen betaling plaats. Deze lectoraten zoeken individuele bedrijven in de regio die open (willen) staan om vernieuwende, nieuwe concepten/modellen te beproeven. Zij gebruiken als het ware de praktijk-omgeving van het bedrijf als toetsingskader. Dit kan in de vorm van/combinatie van stages, afstudeeropdrachten, onderzoek, projecten, adviestrajecten, e.d. De inzet van docenten, lector vindt veelal tegen betaling plaats. Dit lectoraat heeft de insteek dat een grote groep mkbbedrijven vooral is gebaat bij betere bruikbaarheid en toepasbaarheid van de bestaande, aanwezige kennis op de hogeschool. In dit kader wordt getracht de kwaliteit van afstudeerprojecten te upgraden, docenten en studenten meer in contact laten brengen met afstudeerbedrijven en het opsporen van hun latente vraag. Zoeken en creëren van (startende) bedrijven waar docenten parttime kunnen werken. Hiermee wordt beoogd het kennisniveau van docenten te verhogen. Tevens ondersteunt en begeleidt de lector docenten en studenten bij het starten van bedrijven. Doelgroep kenniscirculatie De onderzochte lectoraten hebben vrijwel allen primair het mkb als doelgroep. Men richt zich op individuele bedrijven in de regio. Het mkb is zeer divers qua omvang (bedrijven tot 250 werknemers) en samenstelling. Men richt zich daarbij niet op het gehele mkb. In de praktijk worden keuzes gemaakt. Deze keuzes vinden plaats vanuit het onderwerp en/of kennen een sectorale inperking. Over het algemeen hebben de lectoraten als primaire doelgroep het innovatieve, kennisintensieve deel van het mkb. - Generiek is dat vrijwel alle onderzochte lectoraten zich richten op bedrijven die voorop lopen in bepaalde ontwikkelingen, innovaties en vernieuwingen, DIJK12 Beleidsonderzoek 27

Onderbouwing Arbeidsmarktrelevantie Ad-opleidingen Een kader voor de uitwerking

Onderbouwing Arbeidsmarktrelevantie Ad-opleidingen Een kader voor de uitwerking Onderbouwing Arbeidsmarktrelevantie Ad-opleidingen Een kader voor de uitwerking Koninklijke vereniging MKB-Nederland Beleid, Onderzoek en Communicatie Delft, 9 januari 2006 Contactpersoon: Ir. G.F.W.C.

Nadere informatie

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

TOETSINGSREGELING LECTORATEN TOETSINGSREGELING LECTORATEN Den Haag, oktober 2007 2 Algemene voorwaarden Artikel 1 1. De toetsing van aanvragen voor lectoraten geschiedt voor zover het betreft bekostigde instellingen als bedoeld in

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio

Nadere informatie

De vraag naar HBO-ers bij mkb-bedrijven

De vraag naar HBO-ers bij mkb-bedrijven De vraag naar HBO-ers bij mkb-bedrijven Een onderzoek in vijf mkb-branches Hoofdrapport en brancherapportages Drs E. Boorsma Drs I.E.M. de Vries 139/april 2004 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021

Nadere informatie

Student & Lector. Een steekproef

Student & Lector. Een steekproef Student & Lector Een steekproef Aanleiding Sinds 2001 kent het Nederlandse hoger onderwijs lectoraten. Deze lectoraten worden vormgegeven door zogenaamde lectoren: hoog gekwalificeerde professionals uit

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bladnummer 1 Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bijlage 4 Preambule 1. Het hbo-kunstvakonderwijs streeft naar een goede afstemming van de opleidingen op de beroepspraktijk

Nadere informatie

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Doel Zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van praktijkgericht onderzoek, uitgaande van de strategische speerpunten van de HU en de maatschappelijke relevantie,

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Bladnummer 1 Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld Preambule 1. Het hbo-kunstvakonderwijs streeft naar een goede afstemming van de opleidingen op de beroepspraktijk

Nadere informatie

Benodigde capaciteit, middelen, faciliteiten en infrastructuur

Benodigde capaciteit, middelen, faciliteiten en infrastructuur Elementen van een businessplan De toegevoegde waarde en doelstellingen Doelgroepen en waarde proposities Aanbod van producten en diensten Risicoanalyse en Concurrentie Speelveld / Ecosysteem Business model

Nadere informatie

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg Afsprakenkader Partners in Leren en Werken in Zorg en Welzijn Zeeland ViaZorg 2014 Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad INHOUD Inleiding 1. Hoe kunnen de opleidingen kwalitatief beter en vooral uitdagender?

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN

BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN TEKST EN ANALYSE DR. HENK DE POOT (NOBIS) NOVEMBER 2017 Betrokkenheid en financiering Publiek Private Katapult Netwerken 1 INHOUD 1 Betrokken

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Rijnmond, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO Samenwerkingsovereenkomst ROCKO Partijen: Summa College, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw T. van Hoogstraten, Korein, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. Notten, Kinderopvanggroep,

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Zoetermeer, 24 juni 2015

Zoetermeer, 24 juni 2015 Ministerie van OCW Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 24 juni 2015 Betreft: concept beleidsregel adviescommissie macrodoelmatigheid Kenmerk: gev15-0713mr/bes_alg Geachte

Nadere informatie

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: onderzoeksvraag

Nadere informatie

Stichting Ieder mbo een practoraat

Stichting Ieder mbo een practoraat Jaarverslag 2016 Verslag van de realisatie van de activiteiten Stichting Ieder mbo een practoraat Voor u ligt het jaarverslag 2016 van de Stichting Ieder mbo een practoraat. In dit jaarverslag staat wie

Nadere informatie

Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN

Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN Aanbiedingsformulier Onderwerp Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN behoudens advies van de Commissie voor Economische Zaken, Grondzaken, Toerisme en Parkeren, bijgaand raadsvoorstel

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven

Nadere informatie

Contextschets Techniek

Contextschets Techniek Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE CONVENANT ASSOCIATE DEGREE 3 juli 2018 Partijen: 1. de vereniging MBO Raad, statutair gevestigd en kantoorhoudend te (3447 GM) Woerden aan het adres Houttuinlaan 6, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL

HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL Handleiding bij Meldformulier keuzedeel bestemd voor onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, HBO-instellingen, werkgevers en andere partijen ten behoeve van het

Nadere informatie

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Inhoud 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 Professionele

Nadere informatie

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt

Nadere informatie

Stichting Empowerment centre EVC

Stichting Empowerment centre EVC I N V E N T A R I S A T I E 1. Inleiding Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland 1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC)

Nadere informatie

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 januari 2013 Het kabinet streeft ernaar

Nadere informatie

Lectoraat natuurbeleving en ontwikkeling kind

Lectoraat natuurbeleving en ontwikkeling kind Lectoraat natuurbeleving & ontwikkeling kind 1 Aanleiding Als kinderen van vijf tot twaalf jaar hun speelplek mogen kiezen, gaat de voorkeur voornamelijk uit naar braakliggende terreinen. Daarbij kijken

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord Samenvatting Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten en oplossingen bij de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in de regio Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord 1 Samenvatting van:

Nadere informatie

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober 2015 @THNK

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober 2015 @THNK forum beroepsonderwijs 1 oktober 2015 @THNK Vindt u ook wat van het beroepsonderwijs? Praat mee! De volgende bijeenkomst vindt plaats op: n e x t DEC 3 Terugblik op het eerste Forum op 1 oktober met als

Nadere informatie

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Studiedag De toekomst van het platteland Nijmegen, 21 november 2018 Loek FM Nieuwenhuis Lectoraat beroepspedagogiek Lectoraat Beroepspedagogiek

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 8 Datum: 21 oktober 2011 Contactpersoon:GJAM Krijnen Telefoon: 2404505 E-mail: g.krijnen@vru.nl Portefeuillehouder: De heer Bolsius Onderwerp:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag Samenvatting Aanleiding en adviesvraag In de afgelopen jaren is een begin gemaakt met de overheveling van overheidstaken in het sociale domein van het rijk naar de gemeenten. Met ingang van 2015 zullen

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatierapport Kunstraad Groningen Steller M.M.A. Blom De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 62 50 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6616761 Datum Uw brief van

Nadere informatie

Auditrapportage 2014. Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Auditrapportage 2014. Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg Auditrapportage 2014 Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel Dynamiek onderweg De vier geïdentificeerde typologieën van de Centra co-creator; incubator; transformator; facilitator - zijn hieronder kort

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Inleiding. Waarom deze methode?

Inleiding. Waarom deze methode? Inleiding In dit boek ligt de focus op de praktische benadering van de uitvoering van onderzoek en de vertaalslag naar de (sociaal)juridische beroepspraktijk. Het boek is bruikbaar voor zowel een beginnende

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom ONTWIKKELINGEN CULTUUREDUCATIE IN HET MBO ONDERWIJSVERNIEUWING Onderwijsvernieuwing in het mbo Onderwijs 2032, nieuwe speerpunten voor het kunstvakonderwijs én binnen het mbo een eigen verklaring over

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104

Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104 Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104 Doel Voorbereiden en uitvoeren van ontwikkelde onderwijsonderdelen en participeren in uitvoering van onderwijsevaluaties en ontwikkeling en/of onder begeleiding

Nadere informatie

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting Opdrachtgever: Bouwend Nederland Rotterdam, april 2013 Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: Deskundigheid Noorderpoort Lid Raad van Toezicht Sociale domein 1. ORGANISATIE Noorderpoort Noorderpoort bereidt jongeren en volwassenen voor op hun rol in de

Nadere informatie

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs M201114 MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs MKB-ondernemers over ondernemen in het reguliere onderwijs drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, november 2011 MKB ziet wel brood in

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Auteurs: Drs. G. van der Meulen Referentie: WvdJ/SL 11.0426 Datum: maart 2007 Het lectoraat Morele vorming in het

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 10 oktober 2007 / 211/2007. Fatale termijn: besluitvorming vóór: 10 oktober 2007

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 10 oktober 2007 / 211/2007. Fatale termijn: besluitvorming vóór: 10 oktober 2007 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 10 oktober 2007 / 211/2007 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 10 oktober 2007 Onderwerp Bijdrage Project GO! Gelderland Onderneemt! Programma / Programmanummer

Nadere informatie

Profielschets. schooldirecteur cbs De Schatkaart

Profielschets. schooldirecteur cbs De Schatkaart Profielschets schooldirecteur cbs De Schatkaart Octant zoekt : Een inspirerend en visionair leider, die het nieuwe schoolconcept met enthousiasme en daadkracht gaat uitrollen om cbs De Schatkaart een bloeiende

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Samen geven we richting aan de koers van de NKC Samen geven we richting aan de koers van de NKC ₀ ₀ ₀ In de aanloop naar de klimaattop in Parijs is eind 2014 de Nederlandse Klimaatcoalitie van start gegaan om CO2 reductie bij bedrijven en andere organisaties

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

Arbeidsmarktagenda 21

Arbeidsmarktagenda 21 Arbeidsmarktagenda 21 Topsectoren en de HCA Voor de twee agrarische topsectoren is een Human Capital Agenda opgesteld met als doel, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, zowel

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het

Nadere informatie

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012)

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) -1- Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) 1 Aanleiding voor het project Arbeidsparticipatie is een belangrijk onderwerp voor mensen met een chronische ziekte of functiebeperking

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag macrodoelmatigheidstoets associate degree-opleiding Officemanagement

Samenvatting aanvraag macrodoelmatigheidstoets associate degree-opleiding Officemanagement Samenvatting aanvraag macrodoelmatigheidstoets associate degree-opleiding Officemanagement Saxion. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Inspirerend Management Development in de zorg Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Behoefte aan effectief leiderschap Vergroting van de invloed van de politiek en zorgverzekeraars

Nadere informatie

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Lees het volledige stappenplan voor alle informatie en tips over het monitoren en evalueren van het beleid rondom de inzet van buurtsportcoaches of raadpleeg

Nadere informatie

Netwerk Jong Leefomgeving Jaarplan 2015 Reflectie op 2014 uitdagingen

Netwerk Jong Leefomgeving Jaarplan 2015 Reflectie op 2014 uitdagingen Netwerk Jong Leefomgeving Jaarplan 2015 Het jaarplan is opgebouwd aan de hand van een aantal onderdelen: Een reflectie op de activiteiten in 2014; De visie en doelstellingen binnen het jaarplan voor 2015;

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN INLEIDING Fontys wil in 2020 een open betekenisvolle kennisinstelling zijn, verankerd in de verschillende regio s in Zuid-Nederland. Wij focussen

Nadere informatie

Oplegnotitie Werkbedrijf

Oplegnotitie Werkbedrijf Oplegnotitie Werkbedrijf 1. Onderwerp Marktbewerkingsplan Werkbedrijf Holland Rijnland 2016 2. Regionaal belang De samenwerkende partijen in het Werkbedrijf Holland Rijnland streven naar een inclusieve

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 02 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum EMT/2005/1830

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste 1. Inleiding De koers voor de komende jaren, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan 2011-2014 heeft consequenties voor gewenste managementstijl van de school. In de managementvisie 2011-2014 heeft

Nadere informatie

Jaarplan schooljaar

Jaarplan schooljaar Jaarplan schooljaar 2013-2014 Arnhem, september 2013 Voor u ligt het jaarplan schooljaar 2013-2014. Dit jaarplan bevat de uitgangspunten en doelen die centraal staan bij de invulling van het betreffende

Nadere informatie

Beleidsplan fondsenwerving HagaVrienden 2013-2015

Beleidsplan fondsenwerving HagaVrienden 2013-2015 Beleidsplan fondsenwerving HagaVrienden 2013-2015 Opgesteld door: Helene Marcus-Baart, coördinator HagaVrienden I.s.m: Hans de Sonnaville, secretaris HagaVrienden (Beknopt) beleidsplan HagaVrienden 2013-2015

Nadere informatie

Starten in een dal, profiteren van de top

Starten in een dal, profiteren van de top M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich

Nadere informatie

Ondernemend Oranje Kapitaal Van, voor en door ondernemers. folder liggend A4 druk.indd 1 09-09-13 11:37

Ondernemend Oranje Kapitaal Van, voor en door ondernemers. folder liggend A4 druk.indd 1 09-09-13 11:37 Ondernemend Oranje Kapitaal Van, voor en door ondernemers folder liggend A4 druk.indd 1 09-09-13 11:37 Nieuwe wegen voor groei Nederland is op dit moment gebaat bij optimisme en groei. Een aantal succesvolle

Nadere informatie

Tweede evaluatie Pieken in de Delta

Tweede evaluatie Pieken in de Delta Tweede evaluatie Pieken in de Delta Datum 30 augustus 2012 Status Definitief Pagina 1 van 1 Definitief Tweede evaluatie Pieken in de Delta 30 augustus 2012 Colofon Contactpersoon Maarten van Leeuwen Aantal

Nadere informatie

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam ! De gemeente Appingedam wil jongeren actiever laten participeren in beleidsvorming, zodat ze beter kan inspelen op de behoeften van jongeren. Om dit

Nadere informatie

Kenmerk SU 09/1110 Visie Studentondernemerschap. Visie Studentondernemerschap. Student Union

Kenmerk SU 09/1110 Visie Studentondernemerschap. Visie Studentondernemerschap. Student Union Visie Studentondernemerschap Student Union V2.5 December 2009 1 Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt de visie Studentondernemerschap van de Student Union. Dit beleidsplan is opgesteld door de Student Union

Nadere informatie

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB M200616 De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB dr. J.M.P. de Kok drs. J.M.J. Telussa Zoetermeer, december 2006 Prestatieverhogend HRM-systeem MKB-bedrijven met een zogeheten 'prestatieverhogend

Nadere informatie

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Beroepenveldcommissies voor de bouwsector Samenvatting Rotterdam, April 2013 Karel Kans Ruud van der Aa Inhoudsopgave Aanleiding en doel onderzoek Uitkomsten van het onderzoek Wat weten de commissies te

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Onderzoeken Werkplekleren

Onderzoeken Werkplekleren Onderzoeken Werkplekleren Leeromgeving Sapfabriek Competenties en professionaliseringsbehoeften Opzet presentatie Verbinding tussen de onderzoeken Aanleiding voor de onderzoeken Onderzoek Sapfabriek Respondenten

Nadere informatie

In deze notitie zullen de uitkomsten van de enquête evaluatie BIM Loket 1 uiteen gezet worden.

In deze notitie zullen de uitkomsten van de enquête evaluatie BIM Loket 1 uiteen gezet worden. Fi Advies Fleurike Krijgsman Weltevredenstraat 16 3531 XS UTRECHT M: info@fi-advies.nl M: +31 (0) 6 24 71 29 05 IBAN: NL66KNAB0722076320 K.v.K.: 62608118 Zelfevaluatie BIM Loket t.b.v. bestuur BIM Loket

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE STRATEGISCH BELEID 2013 2014 NAAR EEN EFFICIËNT EN ZICHTBAAR CENTRUM VOOR REVALIDATIE UMCG Centrum voor Revalidatie Strategisch beleidsplan 2013-2014 Vastgesteld op 1 november 2012 Vooraf Met het strategisch

Nadere informatie