Bevorderen van de persoonlijke competentie

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 1. Visie en missie 2. VVE 3. Uk en Puk 4. Pedagogisch handelen Bieden van emotionele veiligheid Bevorderen van de persoonlijke competentie Bevorderen van de sociale competentie Eigen maken van normen en waarden 5. Dagprogramma 6. Ouderbetrokkenheid 7. Volgen en signaleren 8. Groepen, personeel en mentoraat 9. In-en uitschrijven en wennen 10 Samenwerken andere belanghebbenden 11.Privacy en bejegening 12. Veiligheid en hygiëne

2 Inleiding: PSZ Het Visje werd in 1991 opgericht om te kunnen voldoen aan de wens van ouders om een speelomgeving te scheppen die aansluit bij de protestants-christelijke opvoeding thuis. Bij het spelen in groepsverband vormen het protestants-christelijk geloof en de bijbel de basis. De identiteit van de peutergroep vindt zijn oorsprong in het geloof en de Bijbel. Ieder mens is een schepsel van God en moet dus gerespecteerd worden. De zeven gediplomeerde leidsters van de PSZ werken vanuit die principes. Door de manier waarop leidsters met de kinderen omgaan mogen zij dit zo ook ervaren. Zij worden ondersteund door één vrijwilligster. De doelstelling van Stichting Protestantse Christelijke Peutergroep Het Visje is om een zo goed mogelijke dienstverlening te geven binnen de kaders van een peutergroep. De doelgroep van de peuterspeelzalen omvat alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar. De peuterspeelzalen hebben een ondersteunende taak bij de opvoeding. Voor alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar willen we op de peutergroep optimale ontwikkelingskansen creëren door het aanbieden van veelzijdige en passende speelmogelijkheden in een veilige en vertrouwde omgeving. In dit document leggen wij verantwoording af over onze werkwijze en visie. Het heeft als doel om naar buiten toe duidelijk te maken wat onze manier van werken is. Ouders hebben het recht van tevoren te weten hoe wij met hun kind om zullen gaan. Tegelijkertijd leggen wij de werkwijze vast om een eenduidige aanpak van de kinderen door de leidsters te bevorderen. De kwaliteit van de peutergroep willen wij hoog houden en waar het kan verbeteren en verfijnen. We willen kritisch blijven kijken naar ons eigen handelen. In september 2017 hebben we vanwege de wet harmonisatie, de naam van onze Peuterspeelzaal Het Visje, verandert in PEUTERGROEP Het Visje. Versie: oktober 2018 Evaluatiedatum: oktober 2020

3 1. Visie en missie Visie Het ambitieniveau van Peutergroep het Visje is spelen, ontmoeten, ontwikkelen en daarnaast signaleren en ondersteunen. Kinderen krijgen de kans om met leeftijdsgenootjes om te gaan. De peutergroep biedt een veilige speelplek in een vertrouwde sfeer om met andere kinderen en materialen te spelen en zich daardoor te ontwikkelen. De peutergroep heeft een opvoed ondersteunende taak, doordat het een op zich zelf staand pedagogisch milieu vormt, aanvullend op de thuissituatie. Ook beoogt de peutergroep het vergroten van kansen en het beperken van risico s voor alle kinderen. De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Dat geldt ook voor het kind. De Bijbel geeft een beeld van het kind als een bijzondere gave van God. Als peutergroep hechten we veel waarde aan het zijn van een peuterspeelgroep. We vinden het belangrijk dat kinderen spelen en geven hen daarvoor veel ruimte. Door middel van spel ontwikkelt een kind verschillende vaardigheden, beweegt het kind veel en krijgt het grip op de wereld om zich heen. De peuter wordt begeleid en gestimuleerd op zijn eigen niveau. Daarbij wordt gelet op de sociaal-emotionele, cognitieve, motorische en creatieve ontwikkeling. De peuter mag meedoen maar wordt niet verplicht. Wel zullen we zoveel mogelijk stimuleren en uitdagen om mee te doen en naar gelang de leeftijd wordt er ook meer van hem/haar verwacht. Opvoeders hebben invloed op kinderen. Deze invloed is diepgaand en ver reikend. We gaan een relatie aan. In die relatie bieden we allereerst en allermeest onszelf aan. In die relatie voeden we op en laten we voorbeeldgedrag zien. Ons gedrag moet stimulerend en groeibevorderend zijn en moet een klimaat doen ontstaan waarin het goed toeven is. Dat heeft een goed welbevinden van het kind tot gevolg. Het kind vormt zich in relatie tot zijn opvoeders. Daarom willen we ook in dit opzicht binnen eigen sfeer peutergroep zijn. In de omgang met elk kind dient het besef aanwezig te zijn dat we een deel van de verantwoordelijkheid van de opvoeding van de ouders overnemen. Bij jonge kinderen is er een eenheid in denken, handelen en voelen. Ook het geweten wordt gevormd. Er is een ontwakend besef van goed en kwaad en de poging om daarnaar te handelen. Het pedagogisch klimaat van de peutergroep moet zo zijn dat het kind ervaart dat de levensbeschouwing in de praktijk functioneert. Dit zal te merken zijn in een wederzijds gevoel van vertrouwen, het bieden van een juist gedoseerde ondersteuning en het ervaren van een uitdaging om te leren. Elk kind moet zijn eigen plekje in de groep kunnen vinden. Er moet aandacht zijn voor ieder kind. Missie Het voorgaande betekent dat we een kind accepteren zoals het is en we het kind laten merken dat we het respecteren door het met een open houding tegemoet te treden. Elk kind willen we aandacht geven door bijvoorbeeld actief te luisteren naar wat het te vertellen heeft. Door op het kind in te

4 gaan willen we laten merken dat we er zijn voor het kind. Kinderen moeten zich serieus genomen voelen, zodat ze het vertrouwen krijgen in de leidster en zich veilig voelen. Een kind ervaart ook veiligheid als de wereld om hem heen gestructureerd is. De dagindeling zorgt voor structuur en het kind gaat het ritme herkennen. Doordat je een kind veiligheid biedt, zal het zich geborgen voelen. Het kind ervaart zo de veiligheid die het nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. Door hun ontwikkeling te stimuleren worden peuters voorbereid op de basisschool. 2 VVE VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. Het doel van VVE is jonge kinderen optimaal te stimuleren op taal-spraak, sociaal-emotioneel en motorisch gebied, zodat kinderen een gelijke start kunnen maken in groep 3 van de basisschool. Het VVE begint met 2 jaar en 3 maanden en gaat door t/m groep 2 van de basisschool. Tijdens deze periode kunnen peuters ook instromen. Voor- en vroegschoolse educatie wordt ingezet om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren en onderwijsachterstanden te voorkomen. Voor- en vroegschoolse educatie richt zich op 'achterstandsleerlingen'. Deze leerlingen hebben een grotere kans om een onderwijsachterstand op de lopen. VVE is bedoeld om onderwijsachterstanden op jonge leeftijd, in de voor- en vroegschoolse periode, te voorkomen. Als kinderen eenmaal een onderwijsachterstand hebben, is het moeilijk om die in te lopen. Vaak ontstaat een onderwijsachterstand door een samenspel van verschillende risicofactoren. Deze factoren kunnen te maken hebben met de kinderen zelf, met het gezin of met de omgeving waarin zij opgroeien. De peutergroep heeft een duidelijke rol in de sluitende aanpak van 0-6 jarigen en de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind. Naast spelen en ontmoeten wordt binnen de peutergroep Het Visje expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van de peuters en het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden. Door middel van inzet van programma s voor Voor- en Vroegschoolse Educatie bieden we risicokinderen een betere startpositie op de basisschool. Per 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE) ingegaan. Deze wet definieert Voor- en Vroegschoolse educatie als volgt: VVE-programma s zijn educatieve programma s gericht op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden beginnend in kinderdagverblijven of peuterspeelzalen en doorlopend tot en met groep twee van de basisschool. Voorschoolse educatie is in ieder geval bestemd voor doelgroepkinderen tussen tweeënhalf en vier jaar oud en wordt verzorgd op een peutergroep (kindercentrum) of kinderdagverblijf. Vroegschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen in groep 1 en 2 van de basisschool. Doelgroepkinderen zijn kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor de ontwikkelingseisen van de basisschool, waardoor ze grote kans lopen om achter te raken. De dreigende achterstand kan verschillende oorzaken hebben. De ouders spreken misschien zelf geen goed Nederlands, of het ontbreekt hen aan de mogelijkheid of het inzicht in de manier waarop zij de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind het best kunnen stimuleren.

5 Vanuit het Rijk worden in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid gelden beschikbaar gesteld voor voor- en vroegschoolse educatie. Doel hiervan is om kinderen al op jonge leeftijd zodanig te ondersteunen dat zij zonder achterstand op de basisschool kunnen starten. In de gemeente Gouda wordt de volgende doelgroep definitie gehanteerd: kind heeft een gewicht volgens de gewichtenregeling (onderwijs, 0.3 of 1.2) opleidingsniveau primaire opvoeder (meestal de moeder) is niet hoger dan niveau praktijkonderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs kind heeft een taalachterstand, vastgesteld door JGZ, peutergroep of kinderopvang. In samenwerking met de JGZ-logopedist wordt vervolgens vastgesteld of die achterstand veroorzaakt wordt door een stoornis bij het kind (taalontwikkelingsstoornis) of door onvoldoende taalaanbod uit de omgeving (blootstellingsachterstand). Als basis voor onze VVE werkwijze wordt er op Peutergroep Het Visje gewerkt met het VVEprogramma Uk en Puk. Verderop in dit beleidsplan komen we hier uitgebreid op terug. Ter bevordering van de positieve effecten op de brede ontwikkeling van het jonge kind wordt aan alle kinderen die gebruik maken van de peutergroep het programma geboden. Peuters met een taalontwikkelingsachterstand wordt extra ondersteuning geboden om achterstanden voor de start in groep 1 van het basisonderwijs te verminderen of zelfs op te heffen. Peuters met een VVE indicatie komen 4 dagdelen op de peutergroep. Als er VVE activiteiten individueel of in een kleine groep worden gedaan, zorgt de leidster ervoor, dat in ieder geval de kinderen met een VVE indicatie aan de activiteit deelnemen. Alle kinderen met een VVE indicatie hebben een eigen mapje, waarin de gegevens van de peuter, handelingsplan en observaties zijn opgenomen; in het hoofdstuk Volgen en Signaleren leest u hier meer over. Het Visje heeft plaats voor 5 VVE-kinderen. Deze kinderen worden in groep B en D geplaatst, zodat ze vier keer per week (11,5 uur) komen. Daarnaast heeft Het Visje plaats voor pre-vve kinderen. Deze kinderen met een leeftijd tussen de 2 jaar en 3 maanden en 2 jaar en 9 maanden, hebben een VVEindicatie en komen twee keer per week spelen om te wennen aan de structuur, regels en sfeer in de groep. Zij draaien mee in de B of de D groep. Kinderen met deze indicatie kunnen jonger zijn dan de gestelde norm van 2,6 jaar. Zodra zij 2 jaar en negen maanden zijn gaan ze meedraaien in het VVE en komen vier keer in de week. 3. Uk en Puk Wij werken met het VVE programma Uk en Puk. Spelen is ontdekken en spelen is groeien. Daarom staat spelen centraal In Uk en Puk. Alle activiteiten zijn geschikt voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Per activiteit is er een differentiatie gemaakt voor de verschillende leeftijden. Natuurlijk draait het bij Uk en Puk niet om lesjes geven en lesjes leren. Uk en Puk leert de kinderen nieuwe vaardigheden door lekker te spelen. De activiteiten zijn betekenis vol en interactief. De pop Puk laat kinderen spelenderwijs groeien in taal, ontluikende gecijferdheid, sociale- en emotionele ontwikkeling en motoriek. Uk en Puk biedt veel uitdagende activiteiten waarbij kinderen zich

6 spelenderwijs ontwikkelen. Om interactie en contact met de pedagogisch medewerkster te bevorderen, wordt er veel met kleine groepjes gewerkt. Uk en Puk werkt met verschillende thema s die aansluiten bij de belevingswereld van een jong kind. In anderhalf jaar komen ongeveer alle thema s aan bod zodat een peuter tijdens de periode op de peutergroep alle thema s een keer gehad heeft. Het gaat om de volgende thema s: - Welkom Puk - Knuffels - Hatsjoe - Wat heb ik aan vandaag - Regen - Dit ben ik. - Eet smakelijk - Oef, wat warm - Reuzen en kabouters - Ik en mijn familie Naast deze thema s uit de methode komen er nog andere thema s aan bod zoals de seizoenen, Sinterklaasfeest en de christelijke feestdagen. 4. Pedagogisch handelen In dit hoofdstuk beschrijven we de vaardigheden die de medewerksters inzetten en de middelen die medewerksters tot hun beschikking hebben om de basisdoelen voor kinderen te realiseren. We gebruiken de vier basisdoelen van Riksen-Walraven als uitgangspunt. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de persoonlijke competenties Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competenties Kinderen gelegenheid bieden om zich normen en waarden, de cultuur van een samenleving eigen te maken. Deze basisdoelen kan je vertalen in de volgende vragen: Heeft het kind het naar zijn zin? Heeft het kind iets geleerd dat zinvol is voor hem? Heeft het kind met andere kinderen gespeeld? Heeft een kind geleerd op een sociale en respectvolle wijze met anderen om te gaan. Bieden van emotionele veiligheid De peuters komen naar de peutergroep om plezier te hebben en met andere kinderen te spelen. Wij bieden de kinderen een veilige, leerzame omgeving. We gaan ervan uit dat alleen een peuter die zich volkomen op zijn gemak en veilig voelt, open staat voor nieuwe ervaringen. Het gevoel van veiligheid wordt bepaald door de groepsleiding, de

7 ruimte/omgeving en het contact met andere kinderen. De groepsleiding zorgt ervoor dat er voldoende aandacht is voor elk afzonderlijk kind. Door persoonlijke aandacht te geven, willen we het kind laten voelen dat ze van waarde zijn. Kinderen die niet uit zichzelf aandacht vragen, proberen we als pedagogisch medewerker responsief te benaderen. Hen te stimuleren en aan te moedigen in het maken van contact. We zorgen ervoor dat het lokaal overzichtelijk en veilig is ingericht. We bieden activiteiten aan via een vaste structuur (gebruik van dagritmekaarten) Vaste rituelen geven een kind veiligheid. De dagritmekaarten zijn zichtbaar voor de kinderen in het lokaal en voorspellen wat er komen gaat. Ook de regels in de groep kunnen bijdragen tot een gevoel van veiligheid. Door steeds consequent te reageren worden de regels en gedragscodes voor de kinderen duidelijk. In het contact met andere kinderen gelden deze regels ook. Zo leren we hen spelenderwijs om rekening met elkaar te houden, te wachten op je beurt, samen te delen en voorzichtig te zijn met elkaar. We proberen vooral via een positieve houding deze regels uit te dragen. Op die manier weten ze wat we van hen verwachten. We geven complimenten en positieve bevestiging als zij zich aan de regels houden. Bevorderen van persoonlijke competentie Een kind moet zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit kunnen ontwikkelen. Het moet zich kunnen ontwikkelen op verschillende gebieden; motorisch, cognitief, emotioneel en sociaal. We sluiten aan bij hun nieuwsgierigheid naar de wereld om hen heen en deze steeds meer te ontdekken. We laten kinderen spelen met (senso) motorische materiaal zoals de duplo, houten blokken, de autobaan, treinrails, maar ook via de knutselwerkjes doen de peuters ervaringen op met motorische handelingen. (plakken, kleuren, verven, rijgen, kleien etc.) Tijdens het buitenspelen wordt vooral de grote motoriek gestimuleerd. Denk hierbij aan het klimmen, klauteren, rennen, fietsen, spelen met de bal en in de zandbak. Op cognitief gebied bieden we hen ontwikkelingsmateriaal aan zoals puzzels, inlegplanken, spelletjes, maar ook via denk stimulerende activiteiten. Op emotioneel gebied proberen we de kinderen te stimuleren om binnen grenzen eigen keuzes te maken in spel situaties. De materialen die ze hierbij nodig hebben mogen ze zelf pakken. Ook de zelfredzaamheid en zelfstandigheid vormt een belangrijk aandachtspunt in de omgang met de peuters. We stimuleren hen om zoveel mogelijk zelf te doen: jas aan/uit trekken, tas uitpakken, uit beker drinken, toiletgebruik, handen wassen. We geven een compliment als iets zelfstandig gelukt is. Bevorderen van sociale competenties Hiermee wordt bedoeld dat het kind leert om goed te communiceren, samenwerken, andere helpen, conflicten voorkomen en indien nodig op te lossen. Door het aanleren van sociale competenties geef je kinderen een kans zich te ontwikkelen tot personen die goed kunnen functioneren in de samenleving. De taalontwikkeling stimuleren is op peuterleeftijd erg belangrijk. Peuters dienen dan ook veel taal aangeboden te krijgen. Dit doen we vooral via voorlezen, vertellen, praten en uitleggen, aanleren van begrippen om woordenschat te vergroten. Via het ontvangstgesprek mogen kinderen zelf over hun thuissituatie vertellen en leren ze om naar elkaar te luisteren. Maar ook via (rollen) spel wordt de sociale competentie geoefend. Kinderen kunnen via de spelsituatie kennis opdoen over de wereld om hen heen en hun eigen positie hierin. Ze

8 ontdekken in de groep dat hun gedrag effect heeft op een ander kind. Hierdoor leren ze om respect te hebben voor de ander en mee te helpen aan een fijne groepssfeer. Via het doen van gezelschapsspelletjes leren peuters zich aan de regels houden, op hun beurt wachten en tegen hun verlies kunnen. Dit zijn vaardigheden die op latere leeftijd zinvol zijn om te kunnen toepassen. Ook het vieren van feesten en verjaardagen valt onder sociale competenties. Kinderen leren om met elkaar plezier te maken en aandacht te geven aan elkaar. Denkt hierbij aan het vieren van hun eigen verjaardag, de christelijke feestdagen, moederdag/vaderdag, koningsdag en dierendag. Ook bij geboorte in het gezin (broertje/zusje) schenken we na overleg, graag aandacht. Normen en waarden zich eigen maken Aangezien de Bijbel ons uitgangspunt vormt bij ons handelen, vinden we de normen en waarden eerlijkheid, betrouwbaarheid, verantwoordelijkheid, betrokkenheid en respect erg belangrijk. Door het vertellen van de Bijbelverhalen komen deze kernwaarden ook aan de orde en proberen we deze te vertalen naar ons dagelijks handelen en in de omgang met elkaar. Respect tonen voor elkaar, elkaars eigendommen maar ook voor Gods Schepping. Zo werken we ook vaak over de seizoenen en laten we de kinderen beleven, wat er in de natuur gebeurt. 5. Dagprogramma Ochtend: 08:30-09:00 uur: Ontvangst peuters tijdens vrije inloop, vrij spelen 09:00-09:30 uur: dagopening in de kring met gebed/bijbelverhaal/kringgesprek/liedjes 09:15-10:15 uur: begeleid spelen in de hoeken, kleine groepsactiviteiten over het thema, Knutselwerkjes in kleine groep 10:15-10:40 uur: opruimen en in de fruitkring 10:40-10:50 uur: met w.c. ronde, jassen aantrekken 10:50-11:15 uur: buiten spelen of bij slecht weer bewegingsspelletjes binnen 11:15-11:30 uur: eventueel voorlezen /viering verjaardag/ kleine activiteit rond het thema en afsluiting Middag: 13:00-13:30 uur: ontvangst peuters tijdens vrije inloop, vrij spelen 13:30-13:45 uur: beginnen in de grote groep 13:45-14:30 uur: begeleid spelen en kleine groepsactiviteiten 14:30-15:00 uur: buiten spelen of bij regen binnen bewegingsspelletjes 15:00-15:15 uur opruimen en eindigen 6. Ouderbetrokkenheid Wij vinden ouderbetrokkenheid erg belangrijk. Als ouders betrokken zijn heeft dat een positieve invloed op het leerproces van het kind. In een goed contact tussen de leidster

9 en de ouder is er wederzijds vertrouwen in elkaar. Betrokkenheid en een open contact tussen de leidster en de ouder is een goede basis voor dit vertrouwen. Het is dan ook van belang dat de ouders worden betrokken bij het thema, zodat de doorgaande lijn thuis ook wordt gestimuleerd. Wij werken op verschillende manieren aan het vergroten van deze ouderbetrokkenheid. 1. Voorafgaand aan een thema krijgen de ouders een nieuwsbrief mee. Daarin wordt het thema beschreven en wat we daar mee gaan doen op de peutergroep. Verder worden er mogelijkheden gegeven om ook thuis aan de slag te gaan met het thema. 2. Op de gang hangt een whiteboard waarop de leidster aan het eind van het dagdeel schrijft wat zij dat dagdeel heeft gedaan. Terwijl ouders op hun kind wachten kunnen zij dit lezen. 3. Één keer per ander halfjaar wordt een ouderavond gehouden. Ouders kunnen elkaar dan ontmoeten en wordt een relevant onderwerp behandeld. 4. Drie keer per jaar is er een koffie ochtend. Ouders kunnen dan bij het brengen van hun kind een half uurtje langer blijven en zo andere ouders ontmoeten. Dit vindt plaats in de week voor de herfstvakantie, in de week na de kerstvakantie en in de week voor de meivakantie. 5. Tijdens het brengen en halen is er altijd gelegenheid voor een kort gesprekje. 6. Er wordt twee keer een tien-minuten-gesprek gehouden met de ouder. (voor VVE kinderen is dit vaker). Rond de verjaardag ( 3 + 4) van de peuter. 7. Voor VVE-kinderen kan waar nodig gecommuniceerd worden met een heen- en weer schriftje. 8. Via het beveiligde deel van onze website kunnen foto s bekeken worden, over het werken in de afzonderlijke groepen. 9. Twee keer per jaar (voor de kerstvakantie en de zomervakantie) komt er een nieuwsbrief vanuit het bestuur. Deze wordt onder de ouders verspreid. Peutergroep Het Visje hecht veel waarde aan een goede samenwerking met ouders. Het contact tussen de ouder en de leidster betreft altijd zaken die te maken hebben met de eigen peuter. Dit betekent dat er geen informatie wordt gegeven over andere peuters. We werken met een bestuur, bestaande uit vrijwilligers. Veelal zijn dit ouders van onze Peutergroep. In de praktijk is gebleken, dat het heel lastig is om steeds voldoende bestuursleden te hebben. We werven via flyers, nieuwsbrieven, maar er is weinig animo voor een bestuursfunctie. Dit is ook de reden dat wij niet de beschikking hebben over een oudercommissie/mr. 7. Volgen en signaleren. Bij het bieden van optimale ontwikkelingskansen aan alle kinderen is het van belang dat elk kind systematisch in zijn ontwikkeling gevolgd wordt. Hierbij gebruiken wij op vaste tijden een observatiesysteem. Daarnaast maken wij ook van de mogelijkheid gebruik om eigen observaties en ontwikkelingen van het kind bij te houden. Vaak wordt dit spontaan gedaan. Om te zorgen dat een peuter goed gevolgd wordt in de ontwikkeling werken we met de observatie methode KIJK!. Deze methode werkt niet met toetsen maar met het observeren van kinderen tijdens

10 hun spel en activiteiten. Hierbij wordt gekeken naar de verschillende ontwikkelingsgebieden. Hierdoor kan een leidster een goed beeld krijgen van de ontwikkeling van een kind. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Ook laat het kind op de peutergroep ander gedrag zien dan thuis. De leidsters zijn zich hiervan bewust. Zij kunnen ook alleen aangeven wat zij hier van het kind zien. Kinderen worden twee keer gericht geobserveerd. Dit gebeurt rond de derde verjaardag en vlak voor ze naar de basisschool gaan. De observaties worden weergegeven in verschillende ontwikkelingslijnen. Deze worden aan de ouders gegeven en tijdens een tien-minuten-gesprek met de ouders besproken. Ook zal een leidster aangeven waar zij de komende tijd vooral aan wil werken met het kind. Voor VVE-kinderen geldt dat zij minimaal drie keer worden geobserveerd, één keer aan het begin van het traject, één keer halverwege en één keer vlak voor het naar de basisschool gaat. Voor deze kinderen wordt een handelingsplan gemaakt. Als een VVE-kind naar de basisschool gaat verzorgt de leidster naast een koude overdracht (opsturen van de papieren) een warme overdracht (mondeling toelichten) Dit kan afhankelijk van de peuter telefonisch of met een bezoek zijn. De beroepskrachten (leidsters) worden toegerust voor hun taak van signalering en mogelijke doorverwijzing, doordat er tijdens elk leidstersoverleg een mogelijkheid is tot het delen van informatie vanuit de groep, met elkaar binnen het team. Verder is er de mogelijkheid dat de VVEleidster (tevens ortho-pedagoog) in de groep een extra observatie komt doen en een nagesprek met de leidster houdt. Wanneer het gaat om problematiek op het gebied van taal-spraakontwikkeling hebben we contacten met een logopediste van de GGD Holland Midden, die in de groep een observatie kan doen en adviezen mag geven. Tevens beschikken we over contacten met het CJG sociaal team Gouda/ Agathos Ambulante Hulpverlening die laagdrempelig zowel de leidsters als indien nodig ook ouders van adviezen kan voorzien of wil meedenken bij een sociaal-emotionele hulpvraag. Verder worden de leidsters ondersteund door de teamleidster die altijd met hen wil meedenken om de juiste zorg voor de peuter te zoeken. Kortom; Bij de meeste peuters is er geen reden tot bezorgdheid, maar soms kunnen er vragen opkomen over het gehoor, het gezichtsvermogen, de motoriek, taal- en spraakontwikkeling, de opvoeding en het gedrag. Door een goede observatie en gesprek met de ouders kan een leidster eventuele problemen helder krijgen. Tijdige signalering van een eventuele achterstand of ontwikkelingsstoornis maakt het mogelijk om advies en hulp in te schakelen waardoor de nadelige gevolgen zo beperkt mogelijk blijven. Bij een eventuele achterstand of ontwikkelingsstoornis wordt, na overleg met de ouders, gebruik gemaakt van een extern deskundige zoals een logopediste of Centrum Jeugd en Gezin. Ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor hun peuter. Wanneer de ouders niets doen met het advies en geen verdere stappen ondernemen of toestemming geven tot verdere inzet van deskundigen zullen de leidsters dit te allen tijden respecteren. Hierop is echter één uitzondering: Bij een vermoeden van kindermishandeling wordt contact opgenomen met het Veilig Thuis (het vroegere advies en Meldpunt Kindermishandeling AMK) Hoe wij dan handelen staat omschreven in onze Meldcode die ter inzage ligt op de peutergroep. 8. Groepen, personeel en mentorschap.

11 Groepen Wij werken op de peutergroep met vijf vaste groepen. Deze groepen hebben vaste leidsters en dagdelen. Elke groep heeft maximaal 16 peuters. Op de twee groepen voor VVE-kinderen staan twee gediplomeerde leidsters (waarvan de ene leidster VVE-leidster is, verantwoordelijk voor de coördinatie van de VVE-zorg) en een vrijwilligster, op de andere twee groepen staan twee gediplomeerde leidsters met een vrijwilligster. De leidster is eindverantwoordelijk voor het inhoudelijke aanbod, de werkwijze op de groep en het volgen van de ontwikkeling van de peuters. Zij is ook het aanspreekpunt voor de ouders en zij voert de oudergesprekken. Bij eventuele zorgen is zij ook verantwoordelijk voor het contact met de ouders. Voor de kinderen met een VVE-indicatie is de VVE-leidster verantwoordelijk voor het hele traject. Deze leidster werkt op beide VVE groepen. Zij verzorgt de formulieren, oudergesprekken, handelingsplannen en overdracht naar de basisschool. Ook legt zij eventuele contacten met derden. Wisseling van groepen In het verleden kwam het regelmatig voor, dat ouders vrij laat hun peuter aanmelden bij de peutergroep. Vaak was er dan op dat moment geen plekje vrij in de voorkeursgroep en werd de peuter tijdelijk in een andere groep geplaatst. Onze ervaring leert echter, dat dit niet altijd een wenselijke situatie is. Peuters houden van veiligheid, voorspelbaarheid en ze moeten bij overplaatsing naar een andere groep weer opnieuw hechten aan de leidster(s) en kinderen. Dit kost tijd en energie en is niet in het belang van het kind. We hebben daarom als organisatie besloten dat we geen overplaatsingen van peuters naar andere groepen doen, tenzij het gaat om een VVEgerelateerde situatie. Het is daarom belangrijk om tijdig de peuter op te geven voor onze peutergroep. Wanneer uw kind de leeftijd van 1 jaar heeft bereikt, kunt u het inschrijfformulier downloaden van de website, invullen en verzenden. Als het inschrijfgeld voldaan is, is de inschrijving definitief. Bij de inschrijving kunt u de groep van uw voorkeur aangeven. Juist doordat u vroegtijdig uw kind aanmeldt, kunnen we meestal de voorkeursgroep honoreren. Daarom even de voordelen op een rijtje van tijdig opgeven voor de peutergroep: - Uw kind is verzekerd van een plekje - Uw kind kan goed worden voorbereid op de stap naar de peutergroep. - We kunnen vrijwel altijd de voorkeursgroep honoreren. - Hierdoor kan het kind zich vanaf het begin hechten aan de leidster(s) en de kinderen en is er de mogelijkheid om een relatie op te bouwen met de leidster(s) en de overige peuters. Dit geeft veiligheid en vertrouwen bij uw peuter. Hierdoor is de basis gelegd voor verder ontwikkelen en leren! (beleid najaar 2016 vastgesteld) Uitbreiding met een groep Zoals we al eerder hebben aangegeven is het niet wenselijk wanneer peuters gedurende hun periode bij de speelzaal wisselen van groep. Echter, het kan voorkomen dat een peuter nog aanvullende dagdelen de speelzaal wil bezoeken. Het gaat dan om aanvulling van bestaande dagdelen. De peuter blijft in de huidige groep, maar volgt daarnaast nog meerdere dagdelen het aanbod in een andere groep. Te denken valt aan de situatie waarin een kind al 4 jaar is, maar nog niet op de basisschool geplaats kan worden. Om deze periode te overbruggen is het mogelijk om extra dagdelen aan te vragen. Voorwaarde is echter dat er geen wachtlijst is voor de desbetreffende groep en het niet ten koste gaat van plaats voor andere kinderen. Ook moet gerealiseerd worden dat de peuter te maken krijgt met een andere groep, wellicht een andere

12 leidster en in sommige gevallen hetzelfde programma krijgt aangeboden. Hierbij dient het welbevinden van de peuter het uitgangspunt te zijn om een weloverwogen keuze te maken. Wanneer ouders dit geen bezwaar vinden, is het in overleg met inschrijving/planning mogelijk om meerderde dagdelen (en dus meerdere groepen) te bezoeken. Het is van belang om dit aan de penningmeester te melden, zodat hij de incasso kan aanpassen. Personeel Peutergroep het Visje hecht veel waarde aan gemotiveerd en deskundig personeel. Ouders mogen verwachten dat hun kinderen op een deskundige en vriendelijke manier worden begeleid. Conform de huidige wet- en regelgeving (Wet OKE) voldoen alle beroepskrachten aan de vastgestelde opleidingseisen. Alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in een functieomschrijving. Jaarlijks krijgen alle leidsters scholing op zowel pedagogisch gebied als ook op hun vaardigheden met betrekking tot communicatie, werken met ouders, BHV, begeleiden van stagiaires enz. Jaarlijks vindt er een functioneringsgesprek plaats waarbij de Pedagogische medewerkster spreekt met de teamleidster en een bestuurslid. Daarnaast zijn er welbevindingsgesprekken met de teamleidster. Verder kijken de leidsters bij elkaar in de groep. (collegiale consultatie) Zo blijven we van elkaar leren en staan we open voor nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Ongeveer 1x per 5 weken vindt er leidstersoverleg plaats. Dit een teamvergadering waarbij er vaste zaken (thema voorbereiding) worden besproken, maar ook bijvoorbeeld het gebruik van de KIJKregistratie, ouderbetrokkenheid, ontruimingsplan etc. Mentorschap Verantwoording: Vanaf januari 2018 moet elk kind in de kinderopvang een eigen mentor hebben. Deze mentor is de PM-er die werkt op de groep van het kind. De mentor is het aanspreekpunt voor de ouders en de mentor houdt het welbevinden en de ontwikkeling van het kind in de gaten. En zal dit (indien nodig) bespreken. Als Peutergroep het Visje willen we aan deze kwaliteitseisen voldoen. Voordelen van mentoraat: -Voor ouders is er een vast aanspreekpunt in de persoon van de mentor. Dit vergemakkelijkt de communicatie onderling. - Het kind wordt gezien en gevolgd in de ontwikkeling. - Er kan een vertrouwensband ontstaan tussen kind en PM-er en ouders met de PM-er. - Vanuit de vertrouwensband ontstaat er een gevoel van veiligheid en dit is voorwaarde voor groei en ontwikkeling. - De mentor houdt zicht op de ontwikkeling en kan deze daardoor doelbewust stimuleren. - Een mentor kan zo ook tijdig problemen signaleren en daar op handelen. - Een mentor vervult een voorbeeldfunctie. Werkwijze:

13 Wanneer een nieuwe peuter start bij Het Visje, zal er na kennismaking en een wenperiode van een maand, een mentor worden toegewezen. Dit betreft een PM-er die werkzaam op de desbetreffende groep is. Hierbij wordt rekening gehouden met karakter, interesse, en gezinssituatie. Ook de hoeveelheid kinderen die de PM-er al heeft als mentor, zal een factor van afweging zijn. De twee PMers van de groep zullen na onderling overleg besluiten wie de mentor wordt van het desbetreffende kind. Dit wordt in een persoonlijk gesprek met de ouders gecommuniceerd. Ouders weten op deze manier, wie voor hen het aanspreekpunt vormt bij voorkomende zaken. De mentor houdt de ontwikkeling van de peuter bij, (via het invullen van de KIJK-registratie),observeert de peuter en voert de oudergesprekken rond de derde en vierde verjaardag. Ook draagt de mentor zorg voor een overdracht naar de basisschool. De toegewezen mentor zal gedurende de gehele periode bij Peutergroep het Visje gekoppeld zijn aan die peuter. Alleen in specifieke situaties kan er gedurende de periode bij het Visje, gewisseld worden van mentor. Dit wordt vooraf eerst overlegd met de teamleidster. Bij specifieke situaties moet men denken aan bijv. conflictsituatie ouders-mentor, onvoldoende optimaal veilig contact mentor-peuter, familie-kennisrelatie tot de peuter. Mentoraat in de praktijk van het Visje. Groep A, C en E werken met twee PM-ers en reguliere peuters. In deze groepen worden na onderlinge afstemming, de aanwezige peuters verdeeld over de werkzame PM-ers binnen de groep. In de algemene map is een lijst met daarop de verdeling van de peuters onder de PM-ers. In groep B en groep D wordt er gewerkt met 1 PM-er en een VVE-leidster. In deze beide groepen vallen de VVE-peuters onder het mentoraat van de VVE-leidster en de overige peuters onder het mentoraat van de andere PM-er. 9. In- en uitschrijving en wennen. Inschrijven gebeurt via de website. Hieronder vindt u de informatie die daar ook staat vermeld. Uw peuter is van harte welkom wanneer hij of zij tweeënhalf wordt en kan vanaf zijn of haar eerste verjaardag ingeschreven worden middels het inschrijfformulier op de website. Uw kind is officieel ingeschreven wanneer 10,00 inschrijfgeld overgemaakt is naar IBAN NL12INGB t.n.v. Stichting Prot.Chr. PSZ Het Visje o.v.v. de voor- en achternaam van uw peuter. U ontvangt dan een bevestigingsmail. Uw kind wordt automatisch uitgeschreven wanneer hij of zij vier jaar wordt. Wanneer u uw peuter eerder wenst uit te schrijven, kunt u het uitschrijfformulier invullen en versturen. Vanwege drukte worden in de maand december en een maand voor de zomervakantie geen nieuwe peuters geplaatst. Voor enkele groepen is een wachtlijst. We plaatsen de peuters in volgorde van inschrijving. Op het moment dat uw peuter welkom is op Het Visje krijgt hij of zij een uitnodiging van het bestuurslid inschrijvingen Met het versturen van het inschrijfformulier geeft u aan akkoord te gaan met de algemene voorwaarden van Het Visje. Daarnaast geeft u aan kennis genomen te hebben van het gebruik van peutervolgsysteem KIJK! en het overdragen van de vorderingen van uw kind aan het basisonderwijs door Het Visje.

14 Kinderen met een VVE indicatie kunnen soms in de Pre-VVE geplaatst worden. Dit betekent dat zij vanaf twee jaar en drie maanden in één van de VVE groepen wordt geplaatst en met twee jaar en negen maanden op beide groepen mee gaat draaien. Het kan voor een kind erg spannend zijn om voor de eerste keer naar de peutergroep te gaan. Het is mogelijk om als ouder samen met uw kind van te voren te komen kijken. Dit kan aan het begin van een dagdeel, zodat uw kind ook de andere kinderen ziet spelen, of een keer na afloop van een dagdeel zodat het in alle rust de locatie kan bekijken en de leidster meer tijd heeft. Wij vragen u wel om altijd van te voren telefonisch een afspraak te maken hier over. Wij hanteren geen wen-ochtenden. Omdat uw kind maar één of twee dagdelen komt heeft het geen zin om één of twee dagdelen eerder te starten. De eerste keer dat uw kind komt mag u als ouder er wel iets langer bijblijven. Toch raden wij aan om het moment van afscheid niet te lang uit te stellen omdat dit vaak onrustig is voor het kind. Heeft uw kind moeite met het afscheid nemen, dan neemt één van de leidsters na een tijdje altijd telefonisch contact op met de ouder om door te geven hoe het gaat. Dit om u als ouder een gerust gevoel te geven. 10. Samenwerking andere belanghebbenden. Peutergroep Het Visje is een geregistreerde VVE peutergroep in de gemeente Gouda. Middels de subsidierelatie voor zowel de peutergroep als ook het VVE-aanbod is er sprake van een intensieve samenwerking tussen gemeente Gouda en peutergroep Het Visje. Daarnaast is de intensieve samenwerking ook gebaseerd op een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid van beide organisaties. Peutergroep Het Visje moet voldoen aan de wet- en regelgeving Peuterspeelzalen. De gemeente Gouda heeft een toezichthoudende taak ten aanzien van de omvang, de kwaliteit en het functioneren van de kinderopvang en de peutergroep. De gemeente heeft het toezicht op de kwaliteit overgedragen aan de GGD. Jaarlijks wordt de peutergroep geïnspecteerd. Het inspectierapport is openbaar en ligt ter inzage op de peutergroep. Ook kunt u dit rapport bekijken op landelijkregisterkinderopvang.nl en daar te zoeken op peutergroep Het Visje. Indien tekortkomingen worden geconstateerd, heeft de gemeente een handhavende verantwoordelijkheid. Peutergroep Het Visje werkt voornamelijk samen met de volgende basisscholen in Gouda: Johannes Calvijnschool, Julianaschool, Livingstoneschool en Graaf van Nassauschool. Dit betekent dat er met deze scholen contacten zijn. Mocht uw kind naar een andere basisschool gaan dan wordt er uiteraard ook met deze school contact gelegd. Deze samenwerking bestaat veelal uit het overdragen van kinderen die naar school gaan. Peutergroep het Visje vindt het belangrijk voor de doorgaande lijn dat er een overdracht plaats vindt naar de basisschool. Voor de reguliere kinderen betekent dit een schriftelijke overdracht van de registratie van KIJK! en het overdrachtsformulier van de gemeente Gouda. Kinderen met een VVEindicatie worden met een warme overdracht overgedragen. Dit houdt in dat de leidster de leerkracht persoonlijk spreekt, dit kan telefonisch of middels een bezoek. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.

15 Peutergroep het Visje werkt samen met de Jeugd Gezondheidsdienst Midden Holland. Hieronder vallen onder andere het consultatiebureau en de logopedie. Er is een samenwerking met de logopedist. Zij komt op afroepbasis op de peutergroep. Wij kunnen dan kinderen aangeven waar wij zorg over hebben zodat zij hen kan observeren. Ouders worden hier altijd van op de hoogte gesteld. Aan de hand van haar observatie en advies kan een kind worden doorverwezen naar logopedie, consultatiebureau of huisarts/kno arts. Zij kan ook aangeven of een kind eventueel in aanmerking komt voor een VVE-indicatie. Als de verpleegkundige van het consultatiebureau zorgen heeft over een kind kan zij na toestemming van de ouders contact opnemen met de leidsters met vragen over het functioneren van het kind op de peutergroep. 11. Privacybeleid en bejegening. De organisatie houdt, om u zo goed mogelijk ten dienste te kunnen zijn en vanwege wettelijke verplichtingen een registratie bij van uw gegevens. Op deze registratie is de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) van toepassing. Deze wet bevat regels met betrekking tot het doel van de registratie, de aard van de gegevens die worden geregistreerd, het beheer van de gegevens, de personen die toegang hebben tot die gegevens en uw inzagerecht in deze gegevens. De beheerder zal niet meer gegevens opslaan of bewaren, dan die welke noodzakelijk zijn of andere doeleinden dienen dan die welke nodig zijn voor een doelmatige dienstverlening. Bij opgave van peuters wordt de ouders gevraagd of de gegevens van hun kind mogen worden doorgegeven aan de basisschool die het kind gaat bezoeken. Als anderen gegevens van een peuter willen, wordt eerst de ouders om toestemming gevraagd. De leerlingbespreking tijdens een leidstervergadering is alleen voor de leidsters bestemd en de gegevens daarvan blijven uitsluitend binnen het team. Doel van de persoonsregistratie 1) Persoonsgegevens worden uitsluitend opgenomen om een zo efficiënt mogelijke opzet en/of continuering van de zorg mogelijk te maken. 2) De beheerder van de persoonsregistratie zal geen persoonsgegevens in de registratie opnemen voor andere doeleinden dan bedoeld in de bovengenoemde omschrijving. 3) De beheerder zal niet meer gegevens in de registratie opnemen dan voor het doel van de persoonsregistratie nodig is. 4) Alleen gegevens die te maken hebben met de organisatie worden in het dossier opgeslagen. Verwerking van de persoonsregistratie Gegevens van het kind of verslagen van gesprekken met de ouders worden alleen na toestemming van de ouders in het dossier toegevoegd. Eventuele mailwisseling kan als het van belang is ook worden toegevoegd aan het dossier. Alleen gegevens die van belang zijn voor een goede dienstverlening worden opgeslagen in het dossier. Ook gegevens die wettelijk verplicht zijn worden toegevoegd aan het dossier.

16 1) De gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de geregistreerde partij is of voor die handelingen die noodzakelijk zijn voor het sluiten van een overeenkomst. 2) De gegevens noodzakelijk zijn om wettelijke verplichtingen na te komen 3) De gegevens noodzakelijk zijn ter bestrijding van ernstig gevaar van de geregistreerde 4) De gegevens noodzakelijk zijn om de belangen van de geregistreerde zo goed mogelijk te beschermen Verwijdering of anonimiseren van de gegevens De financiële administratie en de hierbij horende gegevens worden zeven jaar na het beëindigen van de zorg vernietigd ofwel geanonimiseerd indien alle financiële verplichtingen zijn nagekomen. De medische gegevens worden 15 jaar na het beëindigen van de zorg vernietigd of geanonimiseerd. Inzage/correctie/aanvulling/verwijdering van de opgenomen gegevens 1) U heeft het recht om de gegevens die over u zijn vastgelegd in te zien 2) Gegevens welke in de financiële administratie zijn vastgelegd en welke van belang zijn voor de geregistreerde kunnen altijd opgevraagd worden. 3) Indien u meent dat gegevens onjuist zijn vastgelegd, ofwel dat er gegevens vastgelegd worden die in strijd zijn met het reglement WBP of dat gegevens niet ter zake doen, dan kan u de beheerder schriftelijk en gemotiveerd verzoeken deze te wijzigen of te vernietigen. De beheerder deelt hier ook schriftelijk de beslissing aan de geregistreerde mee. 4) Indien u van mening bent dat de kinderopvang niet op de juiste manier met uw gegevens omgaat, kunt u dit, via de geldende klachtenregeling binnen de organisatie, kenbaar maken. AVG BEJEGENING Voor de omgang met en het contact met de kinderen zijn er ook een aantal richtlijnen opgesteld volgens welke de organisatie werkt. De officiële richtlijnen zijn op de organisatie beschikbaar. De opvang geschiedt in een afgescheiden ruimte waarin alleen de medewerksters en kinderen aanwezig zijn. Wij werken met het vier-ogen-beleid. Dat wil zeggen dat een kind altijd binnen gehoor en/of gezichtsafstand is van twee leidsters. Dit houdt in dat de deuren van het lokaal en de toiletten altijd open staan. Alle medewerkers van de peutergroep (bestuur, leidsters, vrijwilligsters, stagiaires) zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) Als er derden (bijv. een stagiaire) bij de opvang aanwezig zijn, zal dit aan de ouders worden doorgegeven. De medewerksters dienen zich tegenover de kinderen en ouders respectvol te gedragen en informaliteit, die niet gewenst is, achterwege te laten. Besproken onderwerpen met de ouders blijven vertrouwelijk en zullen niet met derden besproken worden.

17 Indien u van mening bent dat de organisatie niet op de juiste manier met uw gegevens omgaat kunt u dit, via de geldende klachtenregeling binnen de organisatie, kenbaar maken. 12. Veiligheid en hygiëne. De organisatie hecht veel waarde aan de veiligheid van de kinderen en de medewerkers. Om aan de veiligheidseisen, de hygiënevoorschriften en de arbeidsomstandigheden te voldoen heeft de organisatie een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI) uitgevoerd. Hierin staat uitgebreid beschreven hoe we aan deze eisen voldoen. Dit wordt jaarlijks geactualiseerd en eventueel aangepast. Onveilige situaties worden direct verbeterd. Deze RI veiligheid en gezondheid ligt ter inzage op de locatie. Tevens hebben wij een beleidsplan veiligheid en gezondheid opgesteld, dat regelmatig besproken wordt met onze PM-ers.