Boedelschulden in het insolventierecht
|
|
- Dennis van de Berg
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid Boedelschulden in het insolventierecht ANNICK DE WILDE Proefschrift ingediend met het oog op het behalen van de academische graad van doctor in de rechten Promotor: Prof. Dr. E. DIRIX Instituut voor Insolventierecht Leuven,
2 De stof werd bijgewerkt tot 15 januari 2005
3 Inhoudstafel INLEIDING: OPZET EN DOEL VAN DIT ONDERZOEK...1 DEEL I. HET BEGRIP BOEDEL IN HET INSOLVENTIERECHT...2 INLEIDING..2 HOOFDSTUK I. DE BOEDEL ALS RECHTSPERSOON...2 AFDELING I. CRITERIA VOOR HET GEBRUIK VAN DE RECHTSPERSOONSTECHNIEK...2 AFDELING II. CRITERIA VOOR GEBRUIK VAN RECHTSPERSOONSTECHNIEK TOEGEPAST OP DE BOEDEL...3 AFDELING III. TUSSENCONCLUSIE...13 HOOFDSTUK II. DE BOEDEL ALS DOELVERMOGEN...14 AFDELING I. OBJECTIVERING VAN HET VERMOGENSBEGRIP...14 AFDELING II. DE BOEDEL ALS DOELVERMOGEN...17 HOOFDSTUK III. DE BOEDEL ALS OPLOSSING VOOR EEN COMMON POOL PROBLEEM...21 AFDELING I. FAILLISSEMENT...21 AFDELING II. ONTBINDING EN VEREFFENING VAN DE RECHTSPERSOON...27 AFDELING III. GERECHTELIJK AKKOORD...29 AFDELING IV. COLLECTIEVE SCHULDENREGELING...34 AFDELING V. TUSSENCONCLUSIE...37 DEEL II. HET BEGRIP BOEDELSCHULD...39 INLEIDING..39 HOOFDSTUK I. CHRONOLOGISCH CRITERIUM...39 AFDELING I. CASS. 30 MEI AFDELING II. KRITIEK Chronologisch criterium Algemene regel?...43 i
4 HOOFDSTUK II. NAAR EEN FUNCTIONEEL CRITERIUM...44 AFDELING I. AANZETTEN IN DE LAGERE RECHTSPRAAK...44 AFDELING II. CASS. 20 JUNI AFDELING III. KRITIEK...46 HOOFDSTUK III. FUNCTIONEEL CRITERIUM AFDELING I. CASS. 16 JUNI Albert t/ Mr. Mersch q.q., mr. Cavenaille q.q Institut Edith Cavell Mari de Page V.Z.W. t/ Hutabarat Belgische Staat t/ mr. Germeau q.q., mr. Lespire q.q AFDELING II. KRITIEK Algemene regel Functioneel criterium...53 A. Chronologisch criterium als noodzakelijk criterium...53 B. Nauwe band tussen schuld en beheer...53 C. Bijzondere regel voor onroerende voorheffing...55 AFDELING III. CASS. 7 MAART HOOFDSTUK IV. RECHTSVERGELIJKENDE ANALYSE...56 AFDELING I. NEDERLAND Inleiding Voorwaarden...57 A. Chronologische voorwaarde...57 B. Functionele voorwaarde...57 AFDELING II. FRANKRIJK: ART CODE DE COMMERCE Inleiding Ratio legis Definitie...62 A. Chronologisch criterium...62 B. Organiek criterium Temporeel toepassingsgebied van art Code de Commerce...64 HOOFDSTUK V. TUSSENCONCLUSIE...66 DEEL III. GRONDSLAG EN VERANTWOORDING VAN BOEDELSCHULDEN...69 INLEIDING...69 HOOFDSTUK I. WETTELIJKE GRONDSLAG...69 ii
5 AFDELING I. ART. 99 FAILL.W. ART. 561 (OUDE) FAILL.W...69 AFDELING II. VOORRECHT VAN DE GERECHTSKOSTEN ART ,1 HYP.W Begrip gerechtskosten Ratio legis van het voorrecht van de gerechtskosten Relatieve werking van het voorrecht van de gerechtskosten Tussenconclusie...75 AFDELING III. VOORRECHT VOOR DE KOSTEN TOT BEHOUD VAN DE ZAAK GEMAAKT ART 20,4 HYP.W...75 AFDELING IV. WORDT AAN DE BOEDELSCHULDEISERS EEN "VOORRECHT" TOEGEKEND?...76 HOOFDSTUK II. RECHTSDOGMATISCHE GRONDSLAG...79 AFDELING I. BOEDELSCHULDEN ALS PASSIEF VAN DE BOEDEL ALS AFGESCHEIDEN DOELVERMOGEN...79 AFDELING II. VERRIJKING ZONDER OORZAAK...81 HOOFDSTUK III. ECONOMISCHE GRONDSLAG...82 HOOFDSTUK IV. TUSSENCONCLUSIE...86 DEEL IV. TOEPASSINGSGEVALLEN VAN BOEDELSCHULDEN...88 TITEL I. FAILLISSEMENT...88 HOOFDSTUK I. EIGENLIJKE PROCEDUREKOSTEN...88 AFDELING I. INLEIDING...88 AFDELING II. BESPREKING...88 HOOFDSTUK II. ERELONEN VAN DE CURATOR...92 AFDELING I. INLEIDING...92 AFDELING II. BEGROTING EN KWALIFICATIE ERELONEN...92 AFDELING III. GEVOLGEN VAN DE INTREKKING VAN HET FAILLISSEMENT...96 HOOFDSTUK III. GERECHTSKOSTEN...98 AFDELING I. INLEIDING...98 AFDELING II. ANALYSE VAN DE VERSCHILLENDE HYPOTHESES...98 iii
6 1. Bewindvoerder leidt een procedure in na de toelating tot de collectieve procedure Bewindvoerder treedt op als verweerder in een procedure ingeleid na de toelating tot de collectieve procedure Aangifte en verificatie van schuldvorderingen geeft aanleiding tot procedure Voortzetting door de bewindvoerder van hangende gedingen Tussenconclusie HOOFDSTUK IV. VERBINTENISSEN UIT LOPENDE OVEREENKOMSTEN AFDELING I. ALGEMEEN DEEL Inleiding Art. 46 Faill.W A. Principieel voortbestaan en uitzonderingen B. Optierecht van de curator C. Bedenktermijn Onverwijld Aanmaning D. Rechtsvergelijkende analyse Nederland Frankrijk Toepassing van art. 46 Faill.W. en toetsing aan boedelschuld criteria A. Beëindiging van de lopende overeenkomst Expliciete beëindiging Impliciete beëindiging Statuut schuldvordering ontstaan n.a.v. de beëindiging van de overeenkomst B. Voortzetting van de lopende overeenkomsten Statuut schuldvordering voortvloeiend uit de voortzetting van de overeenkomst 120 a. Chronologische voorwaarde b. Functionele voorwaarde c. Faillissementsschulden en exceptio non adimpleti contractus Beëindiging van een tijdelijk voortgezette overeenkomst C. Verbintenissen ontstaan tijdens de bedenktermijn D. Sluiten van nieuwe overeenkomsten E. Rechtsvergelijkende analyse Nederland Frankrijk Tussenconclusie AFDELING II. ENKELE BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN Huurovereenkomsten A. Inleiding B. Toepassing van art. 46 Faill.W. op de huurovereenkomsten C. Beëindiging van een tijdelijk voortgezette huurovereenkomst D. Rechtsvergelijkende analyse E. Tussenconclusie Arbeidsovereenkomsten A. Inleiding iv
7 B. Faillissement is uit zichzelf geen overmacht C. Optierecht van de curator Beëindiging van de lopende arbeidsovereenkomst a. Expliciete beëindiging b. Impliciete beëindiging Voortzetting van de lopende arbeidsovereenkomst Beëindiging van een tijdelijk voortgezette arbeidsovereenkomst a. Opzegginsgvergoeding is integraal een schuld in de boedel b. Opzeggingsvergoeding is integraal een boedelschuld c. Omslag van de opzeggingsvergoeding in functie van de periode vóór en ná faillietverklaring Verbintenissen ontstaan uit arbeidsovereenkomsten tijdens de bedenktermijn Sluiten van nieuwe arbeidsovereenkomsten D. Rechtsvergelijkende analyse Nederland a. Art. 40 N.Fw b. Rechtspraak van de Hoge Raad i.v.m. het loon-begrip in art. 40 N.Fw c. Kritiek Frankrijk a. Voortzetting van de lopende arbeidsovereenkomsten b. Assurance pour la garantie des salaires (A.G.S.) E. Tussenconclusie Verzekeringsovereenkomsten A. Inleiding B. Toepassingsgebied van art. 32 LV C. Voortbestaan van de verzekeringsovereenkomst en de beëindigingsmodaliteiten D. Statuut van de premies die vervallen na faillietverklaring E. Rechtsvergelijkende analyse F. Tussenconclusie Kredietovereenkomsten Leasingovereenkomsten A. Definitie van leasing en aanverwante overeenkomsten B. Invloed van het faillissement op de leasingovereenkomst C. Rechtsvergelijkende analyse Nederland Frankrijk D. Tussenconclusie HOOFDSTUK V. FISCALE SCHULDVORDERINGEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. ONROERENDE VOORHEFFING Inleiding Cass. 20 juni Cass. 16 juni Recente lagere rechtspraak AFDELING III. B.T.W v
8 1. Inleiding Herziening van B.T.W.-aftrek: wettelijk kader Cass. 20 januari AFDELING IV. VERKEERSBELASTING Inleiding De lagere rechtspraak Cass. 26 oktober AFDELING V. BEDRIJFSVOORHEFFING Inleiding Voorgeschiedenis van art. 270, 6 WIB Invoeging van art. 270, 6 WIB Interpretatieproblemen bij art. 270, 6 WIB Toepassing van art. 270, 6 WIB A. Uitbetaling door de curator na faillietverklaring van dividenden B. Tijdelijke voortzetting door de curator van de handelsactiviteit AFDELING VI. BELASTING OP LEEGSTAND VERLATING VAN ONROERENDE GOEDEREN AFDELING VII. TUSSENCONCLUSIE HOOFDSTUK VI. QUASI-CONTRACTUELE VERBINTENISSEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. TOEPASSING VAN DE KLASSIEKE BOEDELSCHULD VOORWAARDEN Aard van de verbintenissen ontstaan uit quasi-contract Quasi-contractuele verbintenis ontstaan vóór faillietverklaring Quasi-contractuele verbintenis ontstaan ná faillietverklaring Gevolgen van de ontbinding of niet-tegenwerpelijkheid van de overeenkomst of de hervorming van een uitvoerbaar vonnis AFDELING III. RECHTSVERGELIJKENDE ANALYSE ONDERAFDELING I. NEDERLAND Quasi-contractuele verbintenis ontstaan vóór faillietverklaring Quasi-contractuele verbintenis ontstaan ná faillietverklaring A. Ontvanger/Hamm q.q B. Kritiek Behoort het onverschuldigd betaalde bedrag tot de faillissementsboedel? Is de verplichting tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag een boedelschuld? Wat is de rangorde van deze boedelschuld indien de boedel negatief is? Gevolgen van de ontbinding of niet-tegenwerpelijkheid van de overeenkomst of de hervorming van een uitvoerbaar vonnis A. Komdeur q.q./nationale Nederlanden B. Kritiek C. Cath q.q./heidam s Aannemingsbedrijf vi
9 ONDERAFDELING II. FRANKRIJK Inleiding Quasi-contractuele verbintenis ontstaan vóór faillietverklaring Quasi-contractuele verbintenis ontstaan ná faillietverklaring Gevolgen van de ontbinding of niet-tegenwerpelijkheid van de overeenkomst of de hervorming van een uitvoerbaar vonnis 234 AFDELING IV. TUSSENCONCLUSIE HOOFDSTUK VII. VERBINTENISSEN UIT ONRECHTMATIGE DAAD AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. TOEREKENING VAN DE ONRECHTMATIGE DAAD AAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL AFDELING III. VOORBEELDEN UIT DE RECHTSPRAAK AFDELING IV. DE NALEVING VAN DE MILIEUVERPLICHTINGEN DOOR DE CURATOR Inleiding Wettelijk kader A. Inleiding B. Overdracht van (risico)gronden C. Saneringsplicht en aansprakelijkheid Saneringsplichtige Prefinanciering en de verplichting tot het stellen van financiële zekerheden Aansprakelijkheidsregeling a. Objectieve aansprakelijkheid b. Historische bodemverontreiniging c. Onschuldige bezitter d. Afstand van eigendom D. Tussenconclusie Bewindvoering door de curator en milieuverplichtingen A. Inleiding B. Bestaande verbintenissen op het ogenblik van faillietverklaring C. Verbintenissen die ontstaan naar aanleiding van de faillietverklaring Is de curator qualitate qua gehouden om deze werken uit te voeren? Bevindt de curator zich in de materiële mogelijkheid om de verbintenissen ontstaan n.a.v. het faillissement na te komen? D. Verplichtingen die ontstaan na faillissement als gevolg van beheershandelingen van de curator AFDELING V. RECHTSVERGELIJKENDE ANALYSE Nederland Frankrijk AFDELING VI. TUSSENCONCLUSIE TITEL II. ONTBINDING VAN DE RECHTSPERSOON vii
10 HOOFDSTUK I. EIGENLIJKE PROCEDUREKOSTEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. BESPREKING EN KWALIFICATIE HOOFDSTUK II. ERELONEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. BEGROTING EN KWALIFICATIE HOOFDSTUK III. VERBINTENISSEN UIT LOPENDE OVEREENKOMSTEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. WETTELJK KADER AFDELING III. INVLOED VAN DE ONTBINDING EN VEREFFENING VAN DE LOPENDE OVEREENKOMSTEN Principe van de continuïteit Voortzetting van de lopende overeenkomsten A B Chronologische voorwaarde Functionele voorwaarde De bewindvoerder tijdens de ontbinding van de rechtspersoon Beheer tijdens de ontbinding van de rechtspersoon Beëindiging van de lopende overeenkomsten Sluiten van nieuwe overeenkomsten Tussenconclusie TITEL III. GERECHTELIJK AKKOORD HOOFDSTUK I. EIGENLIJKE PROCEDUREKOSTEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. BESPREKING EN KWALIFICATIE HOOFDSTUK II. ERELONEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. BEGROTING EN KWALIFICATIE ERELONEN HOOFDSTUK III. VERBINTENISSEN UIT LOPENDE OVEREENKOMSTEN AFDELING I. ALGEMEEN DEEL Inleiding viii
11 2. Principe van art. 28 W.G.A A. Principiële voortzetting van de lopende overeenkomst B. Verbod van uitdrukkelijk ontbindend beding en niet-uitwerking van schadebedingen Voortzetting van de lopende overeenkomsten A. Chronologische voorwaarde B. Functionele voorwaarde De bewindvoerder tijdens gerechtelijk akkoord Beheer tijdens gerechtelijk akkoord Beëindiging van lopende overeenkomsten Sluiten van nieuwe overeenkomsten Rechtsvergelijkende analyse A. Nederland B. Frankrijk Tussenconclusie AFDELING II. ENKELE BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN Huurovereenkomsten A. Inleiding B. Toepassing van art. 28 W.G.A. op de huurovereenkomst C. Rechtsvergelijkende analyse Arbeidsovereenkomsten A. Inleiding B. Toepassing van art. 28 W.G.A. op de arbeidsovereenkomst C. Rechtsvergelijkende analyse Verzekeringsovereenkomsten A. Toepassing van art. 28 W.G.A. op de verzekeringsovereenkomst B. Rechtsvergelijkende analyse Kredietovereenkomsten A. Toepassing van art. 28 W.G.A. op de kredietovereenkomst B. Voortzetting van de kredietovereenkomst C. Rekening-courant tijdens gerechtelijk akkoord D. Rechtsvergelijkende analyse Nederland Frankrijk Leasingovereenkomsten A. Toepassing van art. 28 W.G.A. op de leasingovereenkomst B. Rechtsvergelijkende analyse TITEL IV. COLLECTIEVE SCHULDENREGELING HOOFDSTUK I. EIGENLIJKE PROCEDUREKOSTEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. BESPREKING EN KWALIFICATIE HOOFDSTUK II. ERELONEN ix
12 AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. BESPREKING EN KWALIFICATIE HOOFDSTUK III. VERBINTENISSEN UIT LOPENDE OVEREENKOMSTEN AFDELING I. ALGEMEEN DEEL Inleiding Invloed van de toelating tot de collectieve schuldenregeling op de lopende overeenkomsten Voortzetting van de lopende overeenkomsten A. Chronologische voorwaarde B. Functionele voorwaarde De bewindvoerder tijdens de collectieve schuldenregeling Beheer tijdens de collectieve schuldenregeling Beëindiging van lopende overeenkomsten Sluiten van nieuwe overeenkomsten Rechtsvergelijkende analyse A. Nederland B. Frankrijk AFDELING II. ENKELE BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN Huurovereenkomsten Arbeidsovereenkomsten Kredietovereenkomsten Andere overeenkomsten Rechtsvergelijkende analyse A. Nederland B. Frankrijk Tussenconclusie DEEL V. RECHTSPOSITIE VAN BOEDELSCHULDEISERS HOOFDSTUK I. CONCRETE WERKING VAN DE PREFERENTE POSITIE VAN BOEDELSCHULDEISERS AFDELING I. BETALING BIJ OPEISBAARHEID AFDELING II. HET EXECUTIERECHT VAN DE BOEDELSCHULDEISER AFDELING III. GEEN AANGIFTE EN VERIFICATIE VAN SCHULDVORDERING AFDELING IV. GEEN SCHORSING VAN DE LOOP DER INTRESTEN AFDELING V. GEEN VERBOD VAN SCHULDVERGELIJKING x
13 AFDELING VI. INVLOED VAN DE VERSCHOONBAARHEID/KWIJTSCHELDING OP BOEDELSCHULDEN AFDELING VII. RANGORDE ONDER BOEDELSCHULDEISERS BIJ EEN NEGATIEVE BOEDEL Wettelijke rangorde Rechtsvergelijkende analyse A. Nederland B. Frankrijk HOOFDSTUK II. POSITIE VAN DE BOEDELSCHULDEISERS T.A.V. SEPARATISTEN AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. PRINCIPE AFDELING III. UITZONDERING AFDELING IV. POSITIE VAN DE SEPARATISTEN TIJDENS FAILLISSEMENT AFDELING V. ALGEMENE VERSUS BIJZONDERE FAILLISSEMENTSKOSTEN Bijzondere faillissementskosten Algemene faillissementskosten AFDELING VI. RECHTSVERGELIJKENDE ANALYSE Nederland Frankrijk AFDELING VII. TUSSENCONCLUSIE HOOFDSTUK III. OPEENVOLGENDE SITUATIES VAN SAMENLOOP AFDELING I. INLEIDING AFDELING II. SITUATIE VOOR ART. 44 W.G.A Continuïteit of discontinuïteit? Continuïteit ook van toepassing op boedelschulden? Overname van het ereloon en kosten van de vereffenaar? Tussenconclusie AFDELING III. SITUATIE NA INVOERING VAN ART. 44 W.G.A Inleiding Ratio legis van art. 44, tweede lid W.G.A Materieel toepassingsgebied van art. 44, tweede lid W.G.A Temporeel toepassingsgebied van art. 44, tweede lid W.G.A AFDELING IV. POSITIE T.A.V. SEPARATISTEN Inleiding xi
14 2. Het fictief boedelpassief van art. 44, tweede lid W.G.A. en de positie van de separatisten AFDELING V. ART. 44, TWEEDE LID W.G.A. EN ANDERE OPEENVOLGENDE SITUATIES VAN SAMENLOOP AFDELING VI. RECHTSVERGELIJKENDE ANALYSE Nederland Frankrijk AFDELING VII. TUSSENCONCLUSIE DEEL VI. ALGEMENE CONCLUSIE EN SAMENVATTING BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE xii
15 Lijst van afkortingen van tijdschriften A.J.T. Algemeen Juridisch Tijdschrift Amén. Aménagement, environnement, urbanisme et droit foncier Ann. dr. Annales de droit de Louvain Ann. Fac. Dr. Annales de la Faculté de droit de Liège Ann. not. Annales du notariat et de l enregistrement Arr. Cass. Arresten van het Hof van Cassatie B.J. La Belgique Judiciaire B.R.H. Belgische rechtspraak in handelszaken Bull. Ass. Bulletin des Assurances Bull. civ. Bulletin des arrêts de la cour de cassation. Chambres civiles Contrats, conc. consom Contrats- Concurrence - Consommation D. Dalloz D.H. Dalloz hebdomadaire Dr. Soc. Droit social ERPL European Review of Private Law Gaz. Pal. Gazette du Palais J.L.M.B. Revue de jurisprudence de Liège, Mons et Bruxelles J.C.P. Jurisclasseur périodique J.T. Journal des tribunaux Jur. comm. fl. Jurisprudence commerciale des Flandres N.J. Nederlandse Jurisprudentie Or. Oriëntatie: sociaal recht - personeelsbeleid Pand. b. Pandectes belges Pand. pér. Pandectes périodiques Pas. Pasicrisie Pet. Aff. Petites Affiches R.C.J.B. Revue critique de la jurisprudence belge R. Cass. Recente arresten van het hof van cassatie R.G.D.C. Revue générale de droit commercial R.M. Themis Rechtsmagazijn Themis R.R.D. Revue régionale de droit R.P.D.B. Répertoire pratique de droit belge R.W. Rechtskundig Weekblad Rec. gén. enr. not. Recueil général de l enregistrement et du notariat Rev. crit. lég. jur. Revue critique de législation et de jurisprudence Rev. gén. dr. ass. Revue générale du droit des assurances Rev. gén. faill. Revue générale du droit de la faillite et des liquidations judiciaires Rev. jur. com. Revue de jurisprudence commerciale Rev. not. b. Revue du notariat belge Rev. prat. soc. Revue pratique des sociétés Rev. trim. dr. civ. Revue trimesterielle de droit civil Rev. trim. dr. com. Revue trimesterielle de droit commercial xiii
16 RvdW Rechtspraak van de Week Soc. Kron. Sociaalrechtelijke kronieken T.B.H. Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht T.M.R. Tijdschrift voor Milieurecht T. Not. Tijdschrift voor Notarissen T.P.R. Tijdschrift voor Privaatrecht T.R.V. Tijdschrift voor rechtspersoon en vennootschap T.v.I. Tijdschrift voor Insolventierecht V&F Vennootschapsrecht en fiscaliteit W.P.N.R. Weekblad voor Privaatrecht, Notaris-ambt en Registratie Z.U.G. Zeitschrift für Unternehmens- und Gesellschafsrecht xiv
17 DEEL I. HET BEGRIP BOEDEL IN HET INSOLVENTIERECHT INLEIDING 4. Boedelschulden zijn schulden van de boedel. Het ligt dan ook voor de hand een onderzoek naar boedelschulden te starten bij de vraag naar de kwalificatie van de boedel in het insolventierecht. Dit zal toelaten 1. Te verklaren waarom boedelschulden een preferente positie hebben (cf. infra Deel III, nrs. 131 e.v.); 2. Te verklaren waarom de insolvente debiteur voor de boedelschulden gehouden is (cf. infra Deel IV, nr. 159) en 3. Mee inzicht te geven in de omstandigheden waarin een schuld als boedelschuld kan worden beschouwd (cf. infra Deel IV). De boedel is een begrip dat ook buiten het insolventierecht bekend is. Ook de onverdeelde nalatenschap of de goederen van een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid worden als een boedel aangemerkt. Telkens zal de techniek van de boedel worden aangewend als een techniek om samenlopende aanspraken van verschillende rechthebbenden of schuldeisers op eenzelfde goed of het vermogen te regelen en hun onderlinge verhoudingen te bepalen. Hier blijft het onderzoek evenwel beperkt tot de boedel in het insolventierecht. HOOFDSTUK I. DE BOEDEL ALS RECHTSPERSOON? AFDELING I. CRITERIA VOOR GEBRUIK VAN RECHTSPERSOONSTECHNIEK 5. Een eerste vraag die kan worden gesteld is of de (faillissements)boedel kan worden aangemerkt als een rechtspersoon. Deze vraag inspireerde de Franse rechtspraak en rechtsleer tot uitgebreide lectuur. Naar vigerend Belgisch recht heeft een entiteit rechtspersoonlijkheid wanneer de wetgever er rechtspersoonlijkheid aan toekent. Zo heeft de maatschap geen en de V.O.F. wél rechtspersoonlijkheid (cf. art. 2 W.Venn.). Uitgangspunt van de wetgever is derhalve de fictietheorie. Overeenkomstig deze fictietheorie ontbeert de boedel naar Belgisch recht rechtspersoonlijkheid. Zou deze vaststelling anders zijn indien de realiteitstheorie wordt toegepast? Het antwoord op deze vraag vereist dat eerst kort de criteria voor de toekenning van rechtspersoonlijkheid volgens de realiteitstheorie worden onderzocht. 6. In België komt VAN GERVEN tot de vaststelling dat een beperking van de verhaalsaansprakelijkheid, d.i. de vorming van een afzonderlijk verhaalsobject binnen het vermogen van de schuldenaar, niet voldoende is om rechtspersoonlijkheid aan te nemen. Het gemeenschapsvermogen van echtgenoten die onder een stelsel van gemeenschap van goederen zijn gehuwd en de beneficiaire nalatenschap illustreren dat het bestaan van een afgescheiden vermogen evenmin aanleiding geeft tot de toekenning van rechtspersoonlijkheid. Een bijkomende voorwaarde is het bestaan van een afgescheiden en duurzaam belang. De aanwezigheid van een voldoende duurzaam en afgescheiden belang is niet altijd kristalhelder. Kapitaalvennootschappen vormen perfecte voorbeelden van rechtspersonen met een duidelijk afgescheiden belang dat zich zal concretiseren in de wettelijke en statutaire specialiteit en het vennootschapsbelang. Het duurzaam karakter van het beoogde belang leidt er toe dat een stichting wél rechtspersoonlijkheid heeft en een geldinzameling rechtspersoonlijkheid ontbeert. De realiteitstheorie vereist derhalve 2
18 dat naast een afgescheiden vermogen, ook een beschermingswaardig duurzaam afgescheiden belang kan worden aangewezen Eenzelfde gedachtengang is terug te vinden in Nederland. Rechtspersoonlijkheid wordt slechts aangenomen, wanneer met betrekking tot de executie van schulden een afgescheiden vermogen valt aan te wijzen én wanneer dit vermogen door het recht wordt beschouwd als dienende van belangen, die afgescheiden zijn van die van bepaalde, de vennootschap vormende, personen. 2 Het bestaan van een doelvermogen, d.i. een vermogen afgezonderd voor een bepaald doel, dat als afzonderlijk verhaalsobject geldt voor de voldoening van bepaalde schulden, is het krachtigste motief om een rechtspersoon aan te nemen. 3 Daarnaast is een afzonderlijk belang vereist, dat enige stabiliteit vertoont, en dat niet slechts de belangen van één of meerdere personen, de vennoten, wenst te dienen In een arrest van 28 januari 1954 formuleert het Franse Hof van Cassatie de criteria voor de toekenning van rechtspersoonlijkheid. 5 Aanleiding van dit arrest is de (juridische) kwalificatie van het comité d'établissement. Dit comité d établissement vervangt de ondernemingsraad, wanneer een onderneming meerdere vestigingen heeft. Het comité d établissement heeft volledig dezelfde economische, technische en sociale bevoegdheden en samenstelling als de ondernemingsraad. De rechtspersoonlijkheid van de ondernemingsraad werd uitdrukkelijk door de wetgever erkend. In het hogervermeld arrest kwam de vraag aan de orde of het comité d établissement ook kon worden aangemerkt als een rechtspersoon. De Cour de cassation overweegt: Attendu que la personnalité civile n est pas une création de la loi; qu elle appartient en principe à tout groupement pourvu d une possibilité d expression collective pour la défense d intérêts licites, dignes, par suite, d être juridiquement reconnus et protégés: que si le législateur a le pouvoir, dans un but de haute police, de priver de la personnalité civile telle catégorie déterminée de groupements, il en reconnaît au contraire implicitement, mais nécessairement, l existence en faveur d organismes crées par la loi elle-même, avec mission de gérer certains intérêts collectifs présentant ainsi le caractère de droits susceptibles d être déduits en justice. Uit dit arrest blijkt duidelijk dat het Franse Hof van Cassatie de toekenning van rechtspersoonlijkheid niet erkent als een exclusief prerogatief van de wetgever maar dat rechtspersoonlijkheid kan worden afgeleid uit twee kenmerken. In de eerste plaats dient een groepering te bestaan die intern zo georganiseerd is dat een collectieve uiting mogelijk is. Daarnaast is het bestaan van wettelijke en geoorloofde belangen noodzakelijk die in rechte kunnen worden verdedigd en beschermd. 6 Het Franse Hof van Cassatie past derhalve de realiteitstheorie toe om een entiteit als rechtspersoon te erkennen. AFDELING II. CRITERIA VOOR GEBRUIK VAN RECHTSPERSOONSTECHNIEK TOEGEPAST OP DE BOEDEL 9. Rechtvaardigt de toepassing van de realiteitstheorie een erkenning van de (faillissements)boedel als rechtspersoon? In België wordt door een meerderheid in de rechtsleer 1 W. VAN GERVEN, Beginselen van Privaatrecht, Algemeen deel, I, 1987, p , nrs E.M. MEIJERS, Algemene leer van het Burgerlijk recht, Deel I, De algemene begrippen van het Burgerlijk recht, Universitaire Pers, Leiden, 1958, E.M. MEIJERS, o.c., E.M. MEIJERS, o.c., Cass.fr. 28 januari 1954, D. 1954, 217, noot LEVASSEUR. 6 LEVASSEUR, noot onder Cass.fr. 28 januari 1954, D. 1954, (217)
19 verdedigd dat de faillissementsboedel rechtspersoonlijkheid ontbeert. 7 Enkel in een oud arrest van het Hof van Cassatie werd de faillissementsboedel omschreven als être juridique. 8 De boedel is derhalve wel een entiteit met enige zelfstandigheid. Dit zal o.m. blijken uit het bestaan van eigen schulden van deze boedel. Het gebrek aan rechtspersoonlijkheid van de faillissementsboedel wordt door sommige rechtsleer weliswaar aangegrepen om de term schulden van de boedel te verwerpen omdat dit begrip juist zou impliceren dat de faillissementsboedel rechtspersoonlijkheid bezit. 9 Dit bezwaar overtuigt echter niet. Het volstaat de vergelijking te maken met de maatschap. Het Wetboek Vennootschappen spreekt over vorderingen tegen de vennootschap (art. 29 W.Venn.), zaken van de vennootschap (art. 36 W.Venn.), goederen van de vennootschap (art. 37 W.Venn.); vennootschappelijke schulden (art. 51 W.Venn.), alhoewel de maatschap geen rechtspersoon is FREDERICQ laat zich inspireren door Franse rechtspraak en rechtsleer en verdedigt de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de faillissementsboedel, niettegenstaande het gebrek aan wettelijke kwalificatie van de boedel als rechtspersoon. Bepalingen uit de faillissementswet of oplossingen uit de rechtspraak zijn, volgens FREDERICQ, moeilijk te verklaren zonder ze theoretisch dichter bij de fictie van de rechtspersoonlijkheid van de boedel te brengen. Wanneer de curator met derden als vertegenwoordiger van de boedel handelt, verbindt hij de boedel. Indien hij verbintenissen aangaat voor het beheer van het faillissement of de voortzetting van de handel, dan zijn de derden schuldeisers van de boedel. Ze hebben voorrang op de schuldeisers van de gefailleerde, die schuldeisers in de boedel zijn en die slechts een dividend krijgen uitbetaald, nadat de schuldeisers van de boedel zijn betaald. Hoe nu aan te nemen dat de boedel schuldeisers kan hebben, zonder dat deze een eigen en onafhankelijk vermogen bezit? Bovendien hanteert FREDERICQ de fictie van de rechtspersoonlijkheid ook als verklaring voor de bevoegdheid van de curator om schadevergoeding te eisen van een derde, die een ongeoorloofde handeling heeft verricht ten nadele van de boedel. De boedel is een soort pecuniaire vereniging beheerst door de faillissementswet. Het is een soort van gedwongen, toevallige gemeenschap, met het dubbel doel het verlies van allen te verminderen, en allen, pro modo crediti cuiusque, aan het algemeen als zeker vermoed verlies te doen deelnemen. Deze vereniging heeft een dubbel kenmerk. Enerzijds is de inrichting verplicht, want deze komt noodzakelijk tot stand onder bepaalde schuldeisers door het feit van het faillissement alleen. Anderzijds is de beheerder van het faillissement door de rechtbank aangewezen en niet door de schuldeisers zelf. 11 Deze verklaring van FREDERICQ bevat reeds enkele elementen van de economische analyse (cf. infra nrs. 36 e.v.). 7 A. CLOQUET, Les concordats et la faillite, in Droit commercial, IV, in Les Novelles, Brussel, Larcier, p. 412, nr. 1397; R.P.D.B. v Faillite et banqueroute, nr. 2386; V. SIMONART, La personnalité morale en droit privé comparé, Brussel, Bruylant, 1995, p. 110, nr. 130; W. VAN GERVEN, o.c., p. 261, nr. 93; A.-C. VAN GYSEL, Les masses de liquidation en droit privé, Brussel, Bruylant, 1994, 43 51, 407; I. VEROUGSTRAETE, Manuel de la faillite et du concordat, Antwerpen, Kluwer, 2003, p. 322, nr Zie ook: L. CORNELIS, De aansprakelijkheid van de beheerder na faillissement, (noot onder Bergen 11 mei 1979), T.B.H. 1980, (342) 353, 357; A. DISCART, Het mandaat van de curator van een faillissement, R.W , (897) kol. 899; PH. GERARD, Observations sur la nature juridique des dettes et des créanciers de la masse en cas de faillite, (noot onder Cass. 28 april 1983 en Cass. 6 mei 1983), R.C.J.B. 1986, (712) , nrs. 7-10; B. VAN BRUYSTEGEM, De bevoegdheid van de curator om schadeloosstelling te vorderen voor rekening van de boedel en/of voor rekening van de gezamenlijke schuldeisers (naar aanleiding van Cass. 12 februari 1981), J.C.B. 1981, (301) , nr. 7; A. ZENNER, Des frais et dépenses de l administration de la faillite aux dettes de masse, in Les créanciers et le droit de la faillite, Brussel, Bruylant, 1983, (685) 687, nr Cass. 22 januari 1880, Pas. 1880, I, 59: considérant que la convention verbale d atermoiement du 1er septembre 1875, telle qu elle est relatée dans l arrêt dénoncé, n a point eu pour but de créer l être juridique nommé faillite avec toutes ses conséquences légales. 9 PH. GERARD, o.c., R.C.J.B. 1986, (712) 720, nr. 8; A. ZENNER, Dettes dites de masse et contrats en cours au moment de la faillite, J.T. 1982, (85) 85, nr. 2; A. ZENNER, l.c., in Les créanciers et le droit de la faillite, Brussel, Bruylant, 1983, (685) 687, nr. 1; A.-C. VAN GYSEL, o.c., J. VANANROYE, Vorderingsrechten van curator en individuele schuldeisers voor schade aan het vermogen van de gefailleerde, (noot onder Cass. 5 december 1997), T.R.V. 1998, (270) FREDERICQ, Handboek van het Belgisch handelsrecht, IV, Brussel, Bruylant, p , nr
20 VAN RYN en HEENEN bekritiseren de stelling van FREDERICQ als zijnde nutteloos en zelfs gevaarlijk. Nutteloos omdat de rechtspersoonlijkheid van de boedel geen enkele nieuwe verklaring geeft voor de kenmerken van de boedel. Gevaarlijk omdat men, uitgaande van de rechtspersoonlijkheid van de boedel, dreigt terecht te komen in een systeem dat afwijkt van het faillissementsrecht. Zo worden de boedelschulden ten onrechte gekwalificeerd als schulden die de boedel en niet de gefailleerde verbinden. Een ander onderscheid met de rechtspersoon is volgens deze auteurs het duurzaam/tijdelijk karakter van de rechtspersoon respectievelijk faillissementsboedel. De boedel bestaat slechts tijdelijk in functie van de vereffening. Er bestaat dan ook geen collectief belang, onderscheiden van de belangen van de schuldeisers. 12 VAN GERVEN ziet in de faillissementsboedel wel het bestaan van een afgescheiden belang, m.n. het compromis tussen de vaak tegenstrijdige belangengemeenschap tussen de gefailleerde en de schuldeisers. Dit verklaart tevens het optreden van de curator als naamloos of neutraal bewindvoerder. 13 Dit belang is evenwel niet voldoende aan te merken als een duidelijk afgescheiden belang om de faillissementsboedel te beschouwen als een rechtspersoon. 14 Ook CLOQUET vindt geen heil in de kwalificatie van de boedel als een rechtspersoon. De curator, als beheerder van het gemeenschappelijk onderpand, wordt niet benoemd door de belanghebbenden zoals in een vennootschap maar door de rechtbank van koophandel. De gefailleerde blijft verder eigenaar van zijn vermogen Volgens de meerderheidsopvatting in de Nederlandse rechtsliteratuur kan aan de faillissementsboedel geen rechtspersoonlijkheid worden toegekend. Hiervoor wordt in de eerste plaats verwezen naar het niet-duurzaam karakter van de faillissementsliquidatie. Een bijkomend argument is dat het vermogen van de gefailleerde de belangen van de gefailleerde en die van de schuldeisers op gelijke wijze blijven dienen als dit vóór het faillissement het geval was. De betaling van de schulden dient ook het belang van de schuldenaar. Tot voldoening van de schuldeisers is de gefailleerde, evenals buiten faillissement, eigenaar van zijn vermogen, al hebben schuldeisers daarop recht van verhaal en al rust daarop het faillissementsbeslag. De curator is een bewindvoerder, die én met de belangen van de eigenaar-schuldenaar, én met die van de schuldeisers, rekening dient te houden. 16 Er is derhalve een onvoldoende afgescheiden belang aanwezig. BOEKRAAD verwijst verder naar het positief recht dat pleit tegen de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de faillissementsboedel, aangezien dit nooit in de rechtspraak als dusdanig is aanvaard. Verder biedt de faillissementswet ook geen reële aanknopingspunten voor de erkenning als rechtspersoon. 17 Ook POLAK verwijst naar de wil van de wetgever waaruit niet kan worden afgeleid dat de boedel kan worden beschouwd als een rechtssubject, met eigen rechten en verplichtingen, afgescheiden van die van de gefailleerde. De schuldenaar blijft immers eigenaar van het vermogen. 18 Toch gingen er ook in Nederland stemmen op voor de kwalificatie van de faillissementsboedel als rechtspersoon. 19 In zijn preadvies voor de Nederlandse juristenvereniging stelt LOEFF dat de kwalificatie van de boedel als rechtspersoon een gemakkelijker inzicht biedt in allerlei 12 J. VAN RYN en J. HEENEN, Principes de droit commercial, Tome IV, Brussel, Bruylant, 1965, p. 232, nr W. VAN GERVEN, Bewindsbevoegdheid, in het bijzonder p. 179 e.v., nrs. 129 e.v. 14 W. VAN GERVEN, Algemeen Deel, p , nr A. CLOQUET, o.c., p. 412, nrs E.M. MEIJERS, o.c., 193. In dezelfde zin: G.A.J. BOEKRAAD, o.c., 43; N.J. POLAK, Faillissement en surséance van betaling, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1969, 283; P.H. SMITS, Wat moet worden verstaan onder faillissementskosten en hoe behooren deze te worden gedragen? - Preadvies in Handelingen der Nederlandse Juristen-Vereeniging, 1935, G.A.J. BOEKRAAD, o.c., N.J. POLAK, o.c., 283; N.J. POLAK en C.E. POLAK, Faillissementsrecht, Deventer, Kluwer, 2002, Ook in Nederland wordt aanvaard dat de toekenning van rechtspersoonlijkheid niet beperkt is tot de door de wet als dusdanig aangeduide figuren: G.A.J. BOEKRAAD, o.c., 39. 5
DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV
DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV J. LAMBRECHTS Juridisch adviseur-bedrijfsjurist 2007 a Wolters Kluwer business Voorwoord 1 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijving 3 Hoofdstuk 2. Wanneer moet een BVBA/NV vereffend
Nadere informatieHof van Cassatie van België
6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte
Nadere informatieFaillissement, surseance van betaling en schuldsanering
Monografieen Privaatrecht Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Mr. A.M.J. van Buchem-Spapens Mr. Th.A. Pouw Achtste druk Kluwer - Deventer - 2008 Inhoud Lijst van afkortingen XI I. INLEIDING
Nadere informatieInhoud. Algemeen. De faillietverklaring
Inhoud I 1 2 3 4 5 5a II 6 7 8 9 10 12 13 14 15 16 Algemeen Drie procedures Het faillissement De surseance van betaling De schuldsanering natuurlijke personen Commissie Insolventierecht Herijking van het
Nadere informatieHOOFDSTUK II. DE VOORAFGAANDE VERSLAGPLICHT
INHOUD VOORWOORD....................................................... v HOOFDSTUK I. DE VERBETERING VAN DE WETTELIJKE REGELING INZAKE VEREFFENING VAN VENNOOTSCHAPPEN: VAN EEN SUMMIERE REGELING NAAR BELANGRIJKE
Nadere informatieFaillissement, surseance van betaling en schuldsanering
Monografieén Privaatrecht Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Mr. A.M.J. van Buchem-Spapens Mr. Th.A. Pouw Zevende druk Deventer - 2004 Inhoud Lijst van afkortingen XI I. INLEIDING
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -
Nadere informatieTITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN
INHOUD SAMENVATTING.................................................... v INHOUD........................................................... vii INLEIDING.........................................................
Nadere informatieFusies en splitsingen van nonprofit organisaties
Fusies en splitsingen van nonprofit organisaties Prof. Dr. Docent UA en HUB Vennoot Curia I. NPO s en fusies: begrippen? Nonprofit organisaties ( NPO s )? = alle rechtsvormen waarvoor een verbod op winstuitkering
Nadere informatieHof van Cassatie van België
18 SEPTEMBER 2008 C.07.0098.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0098.F 1. D. J., 2. D. S., 3. D. L., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJEN ALKEN-MAES, naamloze
Nadere informatieWorkshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement
Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden
Nadere informatieII. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11
INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten
Nadere informatieINHOUD p. Goede wijn behoeft geen krans 7 JAN RONSE INSTITUUT. Het rijke leven van Jan Ronse 17 KOEN GEENS. Deel I.
INHOUD p. Goede wijn behoeft geen krans 7 JAN RONSE INSTITUUT Het rijke leven van Jan Ronse 17 KOEN GEENS Deel I. Over Jan Ronse 23 Nieuwe togati in de Faculteit van de Rechtsgeleerdheid in het Academiejaar
Nadere informatieHof van Cassatie van België
22 FEBRUARI 2018 C.17.0503.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0503.N AIR SERVICE LIEGE nv, met zetel te 3500 Hasselt, Voogdijstraat 29, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 MEI 2019 C.18.0564.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.18.0564.N KBC BANK nv, met zetel te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, Havenlaan 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat
Nadere informatieHof van Cassatie van België
21 MAART 2014 C.13.0477.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0477.F J. B., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. B., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van
Nadere informatieInhoudstafel. iii. Ten geleide... HOOFDSTUK 1. TOEPASSELIJKE WETGEVING OP VASTGOEDCONTRACTEN
Inhoudstafel Ten geleide...................................................... i HOOFDSTUK 1. TOEPASSELIJKE WETGEVING OP VASTGOEDCONTRACTEN GESLOTEN DOOR EEN RECHTSPERSOON.................. 1 Dirk MEULEMANS,
Nadere informatieBELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT
BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN OP
Nadere informatieDeponering, publicatie en verzet
Deponering, publicatie en verzet Een onderzoek naar de procedures rond vereffening, omzetting, kapitaalvermindering, fusie, splitsing en beeindiging van de overblijvende aansprakelijkheid uit een 403-verklaring
Nadere informatieTurbo-liquidatie en de bestuurder
Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten
Nadere informatieRolnummer 5263. Arrest nr. 151/2012 van 13 december 2012 A R R E S T
Rolnummer 5263 Arrest nr. 151/2012 van 13 december 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 334 van de programmawet van 27 december 2004, zoals gewijzigd bij artikel 194 van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 MAART 2015 F.14.0141.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0141.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt
Nadere informatieVoorrechten en hypotheken van de RSZ
149 H o o f d s t u k V I Voorrechten en hypotheken van de RSZ 256. De vraag rijst wat er gebeurt indien de RSZ geconfronteerd wordt met een werkgever-schuldenaar in financiële moeilijkheden en riskeert
Nadere informatieHoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement
Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement Deze structuur wordt gevolgd : Lesdag 15.1 Inleiding 15.2 Voorwaarden voor (verplichte) aangifte 15.3 Directe gevolgen en het verloop van het faillissement
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 JUNI 2010 F.09.0085.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.09.0085.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt
Nadere informatieHoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:
Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk
Nadere informatieAFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL
AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN,
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Bedrijfsvoorheffing. Niet-doorstorting. Aansprakelijke bestuurders of zaakvoerders. Onrechtmatige daad. Datum 5 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 SEPTEMBER 2013 C.12.0445.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0445.N 1. D., 2. D., eisers, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,
Nadere informatieInzake Kwaliteit. Redactie: E. Dirix R.D. Vriesendorp. of derdenrekening naar Belgisch en Nederlands recht LEUVEN T^1''
Inzake Kwaliteit De kwaliteits- of derdenrekening naar Belgisch en Nederlands recht Redactie: E. Dirix R.D. Vriesendorp M3 Katholieke Universiteit Brabant Schoordijk Instituut W// LEUVEN T^1'' ' Instituut
Nadere informatieRelevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen
Nadere informatieAuteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer
Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,
Nadere informatieHOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00
VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00
Nadere informatieIndex 2011. I. Table des auteurs Overzicht van de auteurs
Index 2011 I. Table des auteurs Overzicht van de auteurs ARVIS, H. et POELMANS, O., «La cession de BAEKELAND, C., «Het gezamenlijk aanbod van art. 71 WMPC en het Europese recht : conformiteit of diversiteit?»,
Nadere informatieNIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD
pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd
Nadere informatieHof van Cassatie van België
19 DECEMBER 2008 C.07.0281.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0281.N LAUREYS Anne-Marie, advocaat, met kantoor te 9160 Lokeren, Roomstraat 40, als curator van het faillissement van de gewone
Nadere informatieINHOUDSTAFEL. Inhoudstafel
Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 10 I. INLEIDING... 11 II. HET OBJECTIEVE RECHT...15 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 15 1. Het objectieve
Nadere informatieCorporate Alert: de 403-verklaring
Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart
Nadere informatieHet nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement
Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be
Nadere informatieKNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006
KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 ASPEELE, E. DE LOOSE, H. MOEYKENS, F. PlETERS, S. TlJSEBAERT,
Nadere informatieHandboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...
Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL
Nadere informatieInhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13
Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 II. HET OBJECTIEVE RECHT... 17 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 17 1. Het objectieve
Nadere informatieInhoud. INLEIDING... v. 1. WETTELIJKE CONTEXT Europa België... 1
INLEIDING................................................................ v 1. WETTELIJKE CONTEXT.................................................. 1 1.1. Europa.................................................................
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de introductie van een regeling betreffende de rechten van de werknemer bij overgang van een onderneming in faillissement
Nadere informatie1. Wettelijke context Europa België Vennootschap... 3
Inhoud 1. Wettelijke context... 1 1.1. Europa... 1 1.2. België... 1 2. Vennootschap... 3 2.1. Begrip... 3 2.1.1. Algemeen... 3 2.1.2. Afwijkende bepalingen... 4 2.2. Categorieën van vennootschappen...
Nadere informatieAansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders
Aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders Peter VERSCHELDEN Accountant Moore Stephens Verschelden, Accountants en Belastingconsulenten Bedrijfsrevisor Moore Stephens Verschelden, Bedrijfsrevisoren
Nadere informatieActio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen
Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement - Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord Begrip Vereisten van het faillissement Datum 6 maart 2003 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van
Nadere informatieZesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V.
Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V. inzake : de
Nadere informatieHANDBOEK BURGERLIJK RECHT
RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok
Nadere informatieBENOEMDE OVEREENKOMSTEN
BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op
Nadere informatieDE HERVORMING VAN DE GERECHTELIJKE VEREFFENING EN VERDELING
DE HERVORMING VAN DE GERECHTELIJKE VEREFFENING EN VERDELING Hélène CASMAN Charlotte DECLERCK (eds.) intersentia Antwerpen - Cambridge INHOUD Voorwoord v Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling
Nadere informatieHOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN
HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen
Nadere informatieINHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51
INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....
Nadere informatieVERENIGINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN
BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT IV VERENIGINGEN EN VENNOOTSCHAPPEN DEEL II DE VENNOOTSCHAP A. ALGEMEEN DEEL Koen Geens Gewoon hoogleraar Jan Ronse Instituut, K.U. Leuven Marieke Wyckaert Deeltijds
Nadere informatieFAILLISSEMENT : De aangifte van de schuldvordering.
FAILLISSEMENT : De aangifte van de schuldvordering. NIEUWE WETGEVING In het Belgisch Staatsblad van 28.10.1997 werd de nieuwe faillissementswet van 8.8.1997 gepubliceerd. Door deze faillissementswet werd
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 SEPTEMBER 2013 C.12.0479.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0479.F CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT-LUC vzw, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D. C., 2. F. C.,
Nadere informatieINHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...
INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh.............................. 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel
Nadere informatieGROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap
Nadere informatieVoorwoord... Opzet en leidraad... Lijst van de gebruikte afkortingen...
i INHOUDSTAFEL Voorwoord.............................................. Opzet en leidraad.......................................... Lijst van de gebruikte afkortingen............................. vii ix
Nadere informatieWerknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever
Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever Prof. dr. mr. Willem Bouwens Prof. dr. mr. Willemijn Roozendaal Dr. mr. Vivian
Nadere informatieVZW: nieuwe ontwikkelingen
VZW: nieuwe ontwikkelingen Sylvia Thienpont Johanna Waelkens SBB Accountants & Adviseurs Overzicht I. Kader II. Nieuw insolventierecht III. Nieuw ondernemingsrecht IV. Nieuw Wetboek Vennootschappen en
Nadere informatieINHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...
INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... ix xi xix INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...7 DEEL I. DE ERFOVERGANG VAN AANDELEN AB INTESTATO...9
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 MEI 2013 C.12.0350.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0350.N 1. LEEMCO nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Ankerrui 26-30, 2. GROEP L bvba, met zetel te 2000 Antwerpen, Ankerrui 26-30, eiseressen,
Nadere informatieINHOUD. Voorwoord... v
INHOUD Voorwoord............................................................ v Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening- verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011 Charlotte Declerck
Nadere informatieInhoudstafel De algemene vergadering 3.
Inhoudstafel Hoofdstuk 1 De algemene vergadering 13 1. Inleiding 13 2. Vergelijkend overzicht nv en bvba 14 2.1. Bijeenroeping van de algemene vergadering 14 2.2. Uitoefening van het stemrecht 15 2.3.
Nadere informatieOnrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.
Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 MEI 2012 C.11.0340.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0340.N H D M, als curator van het faillissement van Ryckaert-Neyt bvba, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij
Nadere informatieI DE SYNDICUS, BEGRIPSOMSCHRIJVING VOORWAARDEN 13 II AANSTELLING EN BENOEMING SYNDICUS 27
PROLOOG 11 I DE SYNDICUS, BEGRIPSOMSCHRIJVING VOORWAARDEN 13 A. Definitie 15 B. Aard van de opdracht 16 C. Omvang van de taak 17 D. Wie kan als syndicus worden aangesteld? 20 II AANSTELLING EN BENOEMING
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Veel gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1
INHOUDSOPGAVE Veel gebruikte afkortingen / XI HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1 1.1 Arbeidsrecht en insolventierecht: een spanningsveld / 1 1.2 Begripsbepaling / 4 1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen
Nadere informatieEen standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld
www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la
Nadere informatieACTUELE ONTWIKKELINGEN INZAKE FAILLISSEMENTSRECHT
ACTUELE ONTWIKKELINGEN INZAKE FAILLISSEMENTSRECHT ACTUELE ONTWIKKELINGEN INZAKE FAILLISSEMENTSRECHT Benoît Allemeersch Dirk Lambrecht (eds.) Antwerpen Oxford Actuele ontwikkelingen inzake faillissementsrecht
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar Advies van 11 januari 2012 I. Bewarend beslag A. Algemene
Nadere informatieOutlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast?
Outlets in moeilijkheden gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast? Debat : Bart De Moor vs Eddy Van Camp Moderator : Frank Taildeman De "WCO" : Fout vakjargon WCO : Wet op de Continuïteit
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,
Nadere informatieBENELUX ~ A 2003/2/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : TEXACO BELGIUM SA. contre COUCKY SPRL
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2003/2/7 ARRET du 24 mai 2004 En cause : TEXACO BELGIUM SA contre COUCKY SPRL Langue de la procédure : le français ARREST van 24 mei 2004 Inzake : TEXACO BELGIUM
Nadere informatieAllen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure) Allen, die deze zullen zien of horen
Nadere informatieO. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof
27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof
Nadere informatieRolnummer 5606. Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T
Rolnummer 5606 Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1022, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek (vóór de wijziging ervan bij de wet van
Nadere informatieNieuwsflash
Nieuwsflash 24.11.2011 De positie van de overnemer in cao nr. 102. Op 5 oktober 2011 werd in de schoot van de Nationale Arbeidsraad ( NAR ) de cao nr. 102 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers
Nadere informatieRolnummer 4471. Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T
Rolnummer 4471 Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1022, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van
Nadere informatieALGEMENE INHOUDSTAFEL
VOORWERK 5 ALGEMENE INHOUDSTAFEL (Deze inhoudstafel geeft weer welke artikelen reeds becommentarieerd zijn.) Wetboek van vennootschappen (Wet van 7 mei 1999, B.S. 6 augustus 1999 (tweede uitg.)) Boek I.
Nadere informatieHANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW
HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW Fiscale Handboeken HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW 2013 Prof. Dr. Luk Vandenberghe (Universiteit Antwerpen) Antwerpen Cambridge Handboek fiscale procedure btw Luk Vandenberghe
Nadere informatieKRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1
INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh en Dr. Charlotte Declerck.. 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel
Nadere informatieEXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Ondernemingsrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Ondernemingsrecht niveau 5 Niveau
EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Ondernemingsrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Ondernemingsrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 2-0 Geldig vanaf
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken
nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers
Nadere informatieInvordering tegen particulieren
Invordering tegen particulieren Invordering tegen particulieren Aspecten van beslag en executie Invorderingsproblematiek en collectieve schuldenregeling: actualia 2010 Invordering tegen particulieren en
Nadere informatie77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel Fax
Continuïteit van de ondernemingen : 77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 Info@vdelegal.be Overzicht van de wet dd 31 januari 2009 ( in werking getreden op 1 april 2009) Structuur
Nadere informatieHet nieuwe insolventierecht De bestuurdersaansprakelijkheid
Het nieuwe insolventierecht De bestuurdersaansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieHUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN?
HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HOGE RAAD 19 APRIL 2013 LJN: BY6108 PROGRAMMA: Verplichtingen van de huurder (artikel 7:218 en 7:224 BW) Faillissement en beëindiging van de huurovereenkomst
Nadere informatieINHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...
INHOUD VOORWOORD... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... 3 I. Algemeen... 3 II. Verplichting
Nadere informatieArbeidsrecht in insolventie in het Nederlandse recht / 45
Inhoudsopgave Veelgebruikte afkortingen / 11 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 2. 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.5 3. 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 Inleiding en
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar Inleiding Advies van 11 januari 2012 1. Luidens de artikelen
Nadere informatie