VERSLAG VERGADERING WOENSDAG 19 DECEMBER 2018

Transcriptie

1 VERSLAG VERGADERING WOENSDAG 19 DECEMBER 2018 Het Timmerhuis Halvemaanpassage 90 1 e verdieping, kamer AANWEZIG Commissie: Michel (voorzitter), Bloks, Diederen, Molenaar, Ruitenbeek, Van Doorn, Van Oort Secretariaat: Pronk (secretaris), Pennock (verslag), Van den Berg (verslag) 6 PLANNEN (OPENBAAR) 14:05 6.1a Coolsingel 42, Centrum (4 e behandeling) (rijksmonument) (60 min) 14:05 Omschrijving: Monumentdeel - Herbestemming voormalig postkantoor Ontwerp: Braaksma & Roos Dossier: OMV b Coolsingel 42, Centrum (4 e behandeling) (45 min) 15:05 Omschrijving: Nieuwbouw toren - Herbestemming voormalig postkantoor Ontwerp ODA New York Dossier: OMV PAUZE (5 min) 6.2 Vinkenstraat , Noord (1 e behandeling) (20 min) 15:55 Omschrijving: Sloop en nieuwbouw 38 woningen Ontwerp: BTR Architecten Dossier: OLO (conceptaanvraag) 6.3 Parklaan 13 K-001, Centrum (1 e behandeling) (10 min) 16:15 Omschrijving: Advies op verzoek tot aanwijzing van koetshuis tot gemeentelijk monument Toelichting: Bureau Monumenten 6.4 Mauritsweg 39, Centrum (1 e behandeling) (10 min) 16:25 Omschrijving: Advies op verzoek tot aanwijzing van woonhuis tot gemeentelijk monument Toelichting: Bureau Monumenten 1

2 6.1 Coolsingel 42, Centrum (4 e behandeling) (rijksmonument) Omschrijving: Ontwerp: Dossier: Herbestemming voormalig postkantoor ODA New York / Braaksma & Roos OMV Het totale planvoorstel voor het herbestemmen van het monument is in het verslag uitgesplitst naar deel A het monument en deel B de toren Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de aanvraag omgevingsvergunning getoetst aan de in de redengevende omschrijving beschreven monumentale waarde. (grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2.1, lid 1 onder f) Daarnaast is de aanvraag getoetst aan de criteria zoals omschreven in de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: art. 9.1 van de Bouwverordening Rotterdam en art. 8 van het reglement van orde) Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Centrummix Welstandsniveau: Bijzonder (Centrumgebied) Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. - Bouwinitiatieven versterken de gelaagdheid en transparantie van ensembles en zijn afgestemd op de specifieke positie die het gebouw inneemt binnen het grotere geheel (wand, tribune, achter, voor, plint e.d.). - Bouwinitiatieven (waaronder hoogbouw) zijn in maat en schaal afgestemd op de omliggende bebouwing en de stad als geheel. Verschijningsvorm - Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. - Bouwinitiatieven sluiten aan bij de omgeving een eigen vormentaal is daarbij goed mogelijk. - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Ingrepen aan de gevels behouden de karakteristieken van de oorspronkelijke gevelindeling (bijvoorbeeld weefgevel met vervlochten horizontaliteit en verticaliteit). - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. - Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven. - De begane grondverdieping past in maat en schaal bij het karakter van de straat. Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Toepassing van hoogwaardige materialen en detaillering in overeenstemming met de hoge centrumambities. - Materiaal en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en van gelijke kwaliteit (vervanging van gevelonderdelen conform het origineel). - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - Het nachtbeeld is onderdeel van de ontwerpopgave en gaat uit van richtlijnen zoals verwoord in het Lichtplan Rotterdam. - In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). - Daken die zichtbaar zijn vanuit de omliggende bebouwing krijgen dezelfde kwaliteit als de gevel en worden ingericht als groene daken (of op andere wijze aantrekkelijk vormgegeven). 2

3 - Zonwerend glas of folie op glas verhinderen de visuele relatie tussen binnen en buiten niet. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. MONUMENT Omschrijving van het plan De restauratiearchitect presenteert het plan dat in vervolg op de conceptaanvraag voor de herbestemming van het voormalige postkantoor is uitgewerkt. Enkele onderdelen zijn gewijzigd of nieuw ten opzichte van de conceptaanvraag. Zij komen vooral voort uit het doorontwikkelen van de herbestemming. De basis is echter ongewijzigd en gaat nog altijd uit van een revitalisatie van het reeds jarenlang leegstaande gebouw. De begane grond wordt hierbij publiek toegankelijk door de toevoeging van diverse retailfuncties. Het overige deel van het postkantoor wordt getransformeerd tot hotel. De ingang van het hotel komt aan de Stadhuisstraat. De herprogrammering voorziet ook in restaurants in de plint. Deze zijn gesitueerd op de hoek Coolsingel- Stadhuisstraat en de hoek Coolsingel-Meent. Voor het nieuwe programma worden naast de bestaande entrees ook nieuwe toegangen tot het gebouw voorgesteld. Alle nieuwe toegangen hebben een eigen architectuurtaal, zijn familie van elkaar en in samenhang met het monument ontworpen. Naast de nieuwe toegangen worden meerdere ingrepen aan het gebouw voorgesteld, waarvan de sloop van de tussenvleugel aan het Rodezand voor het inpassen van een toren het grootste offer is. De nieuwe toren wordt op de verdiepingen van het monument aangesloten op het bestaande gebouw met terugliggende verbindingselementen over meerdere lagen en enkele luchtbruggen naar de middenvleugel. Daarnaast wordt een corridor rondom de beide binnenhoven op de vierde bouwlaag ingevoegd als ontsluiting van de hotelkamers en wordt de naoorlogse opbouw van de middenbeuk vervangen door een nieuwe opbouw met extra hotelkamers. Ook het invoegen van vensters rondom het gebouw in het fries en het aanpassen van de gangstructuur voor het realiseren van hotelkamers maakt deel uit van de aanvraag. Meerdere klimatologische, technische en akoestische ingrepen worden gedaan, waaronder de toepassing van achterzetramen bij de vensters, het vervangen van de betonnen - en met glazenbouwstenen gevulde - buitenkap door een nieuwe glazen kap en het gedeeltelijk vervangen van glaspanelen door absorberend doek in de daaronder gelegen paraboolkap boven de centrale hal. De nissen waar zich vroeger de loketten bevonden worden ingevuld met programma. De omloop rond de centrale hal op begane grondniveau wordt deels met nieuwe puien afscheiden. De herbestemming is gericht op het opnieuw beleefbaar maken van de bijzondere kwaliteiten van het voormalige postkantoor en de bezoekersstromen om en in het gebouw weer te activeren en te kunnen intensiveren. Reactie van de commissie op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie spreekt haar waardering uit voor de indrukwekkende productie die is geleverd in de periode na haar positieve reactie op de conceptaanvraag van 12 september Ook de enorme kennis over het gebouw en de aandacht die uitgaat naar de herbestemming van het postkantoor maken indruk. Het resultaat is een breed doorontwikkeld planvoorstel voor de herbestemming van het postkantoor. De uitgangspunten uit de conceptaanvraag zijn in de definitieve aanvraag uitgewerkt. De commissie signaleert dat met het door ontwikkelen van de herbestemming de druk op het monument is toegenomen, en dat in deze uitwerking enkele uitgangspunten zijn gewijzigd en nieuwe onderdelen zijn toegevoegd. Tevens wordt het principe van een demarcatielijn geïntroduceerd, waarbij onder meer wordt voorgesteld om het hotelinterieur en de retailinvullingen in een later stadium voor advisering en vergunningverlening voor te leggen. Deze brede doorontwikkeling levert naast waardering ook een aantal punten van discussie op, die hierna worden uiteengezet. Het planvoorstel heeft de volgende hoofd-discussiepunten naar voren gebracht: De rol van de restauratiearchitect: - In de definitieve aanvraag wordt bij het herbestemmen van het monument een demarcatielijn aangebracht. Dat betekent dat een aantal onderdelen - waaronder het interieurontwerp voor het hotel, de invulling en het ontwerp voor retail en horeca - later in een separate aanvraag zullen worden ingediend. Aangezien deze onderdelen van wezenlijke invloed kunnen zijn op de karakteristiek van het monument, verlangt de commissie 3

4 dat voor de restauratiearchitect een duidelijk omschreven rol wordt vastgelegd waarmee de monumentale waarden worden gewaarborgd. Deze rol is van toepassing op alle onderdelen die separaat worden ingediend, maar in het bijzonder betreft dit het superviseren van het ontwerptraject voor het interieur. - Binnen de huidige aanvraag dienen wel alle benodigde toevoegingen en aansluitingen die betrekking hebben op toekomstige functies (zoals afvoerkanalen en interne verbindingen) te worden opgenomen. Er mogen hieromtrent geen verrassingen meer ontstaan. - De vanuit de kernwaarden van het monument opgestelde condities voor het interieurontwerp dienen door de restauratiearchitect in de huidige aanvraag omgevingsvergunning te worden vastgelegd. De condities zijn kaderstellend voor het interieurontwerp. - De commissie acht het van belang dat de restauratiearchitect naast een superviserende rol ook een actieve rol krijgt bij het toezicht op de uitvoeringswerkzaamheden. Hieronder valt ook het toezicht op de boekhouding van het donormateriaal: het verwijderen, opslaan en hergebruik van de materialen. Aansluiting van de toren op het monument: - In de presentatie van 7 juli jl. is schetsmatig een beeld getoond van de aansluiting van de toren op het monument, waarbij de aansluiting ten opzichte van voorgaande versies in diepte is vergroot door er een atrium aan toe te voegen. De commissie doet de oproep dit voorstel te heroverwegen vanuit het oogpunt de bouwsporen afleesbaar te laten worden ten opzichte van de aansluiting. Betonnen buitenkap: - Het verwijderen van de buitenkap boven de inpandige koepel van de centrale hal is vanuit de monumentwaarden niet aanvaardbaar. De commissie mist de argumentatie voor de voorgestelde sloop. Corridor vierde bouwlaag: - De commissie constateert dat de corridor rond de binnenhoven is verhoogd. Voor de monumentwaarden is dit een stap terug, de authentieke gevels worden minder zichtbaar/ervaarbaar. De commissie mist de argumentatie voor deze maatregel. Programmering monument: - De commissie merkt in vergelijking met de eerder getoonde schema s in de conceptaanvraag van 7 juli jl. op dat de programmering van de ruimtes die aansluiten op de centrale hal is gewijzigd. Zo is het hotel in programmering aan de Stadhuisstraat uitgebreid, zijn eerder publiek bedoelde ruimtes waaronder delen van de omloop op de begane grond nu anders geprogrammeerd en is aan de Coolsingelzijde de retail gewijzigd in horeca. Zij vraagt de architect nader te onderbouwen wat hiervan de gevolgen zijn voor de bezoekersstromen en de levendigheid van de openbaarheid van het gebouw. Wijziging dakopbouw middenvleugel: - De commissie stelt vast dat afwijkend van het eerder positief ontvangen schetsplan de dakopbouw van de middenvleugel wordt gewijzigd en met een extra verdieping wordt uitgebreid. Hiermee wordt, tezamen met de eerder genoemde punten betreffende corridor vierde bouwlaag en betonnen buitenkap, te zwaar ingegrepen op de voor de geschiedenis van het postkantoor belangrijke wederopbouw tijdslaag. Het planvoorstel heeft de volgende sub-discussiepunten naar voren gebracht: Luifel: - De commissie merkt op dat de luifel (Stadhuisstraat) van het hotel in afmeting is toegenomen ten opzichte van de conceptaanvraag. Zij reageert niet positief op deze wijziging, omdat de luifel nu onnodig dominant is ten opzichte van het monument. Installaties: - De commissie pleit voor een goede en alzijdige detaillering van de ombouw, inclusief de vijfde gevel. - De reeds aanwezige GSM antenne zou conform vergunning OMV door KPN vóór 26 september 2017 in zijn geheel worden verwijderd waardoor het dak na die datum volledig vrij van antennes zou zijn. Deze GSM installatie (moet verwijderd worden en) kan dus niet in de huidige vergunningsaanvraag worden opgenomen. Reclameplan: - De commissie verwacht een door de restauratiearchitect ondersteund reclameplan ter beoordeling voor de gehele herbestemming van het monument. Puien omloop begane grond centrale hal: - De commissie twijfelt wat de precieze invloed is van het toevoegen van puien op de beleving van het monumentale concept van de centrale hal. Aangetoond moet worden dat de ruimtelijkheid van de centrale hal 4

5 met de omloop niet aangetast wordt door het dichtzetten van de omloop met puien. Wellicht dat andere mogelijkheden kunnen worden overwogen die een minder gesloten beeld opleveren, Nadat voor bovenstaande punten een aangepast planvoorstel waarop de commissie positief adviseert en de hiervoor genoemde vereisten zijn ingediend kunnen de volgende onderdelen als voorwaarden bij de aanvraag omgevingsvergunning worden opgenomen: Donormateriaal: - Voor wat betreft het monument wil de commissie vastgelegd zien dat geen monumentaal waardevol materiaal (hoog en positief gewaardeerd) uit het interieur zal worden verwijderd alvorens er een vergund interieurontwerp is. Een voorbeeld hierbij zijn de deuren en de wanden in de directievertrekken. Het document voor het donormateriaal en de slooptekeningen zullen hierop moeten worden aangepast en zijn aldus in de huidige vorm niet aanvaardbaar. Wonden : - Gedurende het planproces is gebleken dat er mogelijk meer authentiek materiaal ter plaatse van de Meentvleugel en Stadhuisstraatvleugel, voor de invoeging van de Rodezandvleugel, aanwezig is dan aanvankelijk werd gedacht. De commissie vindt dat er pas een voorstel voor de omgang met deze wonden voorgelegd kan worden, nadat duidelijk is wat er nog aan oorspronkelijk materiaal aanwezig is van de nu niet zichtbare zijgevels van het expeditiehof. Dit voorstel zal te allen tijde in relatie met het authentieke gevelmateriaal bekeken moeten worden. Voor de commissie is het principe detail met isolatie op de gevels met wonden niet akkoord, omdat dit de sporen afdekt. Eventueel aanheelpleisterwerk moet in relatie het authentieke gevelmateriaal dat wordt aangetroffen ontworpen worden. Koepel centrale hal: - De commissie doet nog geen uitspraak over het vervangen van het gekleurde glas in de koepel door geluidsabsorberend lichtdoorlatend doek. Zij verlangt eerst een nadere onderbouwing vanuit de monumentwaarden en een te beoordelen proefopstelling, waarbij geen authentiek materiaal beschadigd raakt. Atoomkelder: - De commissie signaleert dat in het huidige planvoorstel nog geen functie is toegekend aan de atoomkelder, maar deze al wel wordt klaargemaakt voor nieuw gebruik. Dit is niet in lijn met de restauratievisie en voor de commissie niet aanvaardbaar. De commissie doet de oproep de atoomkelder vanwege de cultuurhistorische betekenis geheel intact te laten en een functie te zoeken waarbij het interieur intact gelaten kan worden. Zij ontvangt hiervoor een nader te beoordelen voorstel. Kleuronderzoek interieur: - Een kleuronderzoek voor het interieur is noodzakelijk maar ontbreekt nog. De conclusies van dit onderzoek moeten uitgangspunt zijn voor het interieurontwerp. Restauratieve uitwerking onderdelen en reiniging van de gevel: - Nader uitgewerkte werkomschrijvingen en voorstellen voor de restauratieve aanpak van onder meer de bouwkeramiek, de mozaïekvloer, de te vernieuwen middenvloer in de centrale hal, de tegelwanden, het staalwerk van deuren en ramen etc, alsmede een voorstel voor het reinigen van de gevels conform de RCErichtlijnen ziet de commissie ter beoordeling nog tegemoet. TOREN Omschrijving van het plan De architect presenteert de verdere uitwerking van de toren en de aansluitingen op het monument. De architect geeft aan dat ter plaatse van de Rodezand de donormaterialen die vrijkomen bij de sloop van de Rodezandvleugel zoveel mogelijk worden hergebruikt. Dit betreft onder meer het graniet, het metselwerk en de kalkstenen. De architect toont daarnaast de bemonstering voor het natuursteen dat het bestaande natuursteen van het postkantoor in kleur en textuur moet completeren. De hoofdopzet van de plint blijft in hoofdlijnen onveranderd ten opzichte van het laatst gepresenteerde voorstel. De entreepuien worden voorgesteld in een bronskleurig aluminium. Ter plaatse van de begane grond sluit het volume aan op het postkantoor, bij de verdiepingen daarboven sluit de toren terugliggend aan op het monument. Gekozen is om de vormgeving van de torengevel door te zetten in dit tussenlid. De verbindingsbruggen naar de middenvleugel zijn uitgevoerd in glas, waarbij het glas voor de vloer en het dak langs is gedetailleerd. De overige delen tussen de toren en het monument worden dichtgezet door middel van een smalle lichtstraat. 5

6 Voor de hoogbouw wordt glasvezelversterkt beton voorgesteld als bekleding van de uitwendige structuur, de gebogen delen en de onderzijden van de balkons en loggia s. In het materiaal wordt een freespatroon aangebracht, dat enerzijds refereert naar de belijning van de stenen in het postkantoor en daarnaast de naden tussen de verschillende geprefabriceerde geveldelen minder zichtbaar maakt. De doorvalbeveiligingen en verticale delen van de erkers zijn volledig in glas, waarbij het glas voor de achterliggende structuur wordt doorgetrokken. De puien in de binnenste schil worden net als in de plint voorgesteld in bronskleurig aluminium. De architect gaat bij verschillende details dieper in op de wijze waarop de verschillende materialen samenkomen. Reactie van de commissie op de aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie geeft aan dat de volledige set tekeningen die is ingediend niet geheel overeenkomt met de beelden in de presentatie. Een detailboek overeenkomstig de getoonde beelden is niet tijdig ontvangen, waardoor de commissie tijdens de vergadering alleen reageert op de beelden uit de toelichtende presentatie. De commissie spreekt haar waardering uit voor het hoge ambitieniveau van het getoonde voorstel en de rijke en zorgvuldige detaillering. Aangegeven wordt dat de commissie een aantal aandachtpunten mee wil geven voor de definitieve set tekeningen van de toren. Ter verduidelijking van de gevel ziet de commissie graag een 1:20 uitwerking van een karakteristiek fragment van de gevel met horizontale en verticale details, waarbij de verschillende gevelprincipes zoals het balkon, de erkers en de aluminium puien driedimensionaal inzichtelijk worden gemaakt en waarin duidelijk wordt waar en hoe de geprefabriceerde onderdelen op elkaar aansluiten. Op dit moment is het onduidelijk waar de naden en dilataties tussen de elementen verwacht kunnen worden of dat delen uit één stuk zullen worden gemaakt. Ten aanzien van de plint wil de commissie aangeven dat het van belang is transparant glas toe te passen zodat de relatie tussen binnen en buiten zo groot mogelijk wordt. Op dit moment is onduidelijk welk (zonwerend) glas waar wordt toegepast. De detaillering van de kroon wordt in de beelden niet getoond en blijft onderwerp van nadere welstandstoetsing. Daarnaast vraagt de commissie om nader inzicht in aspecten zoals het tegengaan van vervuiling, een duurzame veroudering van de materialen, bewassing en onderhoud van de gevel en de daarvoor benodigde installaties. De commissie ondersteunt de ambitie om zoveel mogelijk materiaal dat vrijkomt uit de te slopen Rodezandvleugel te hergebruiken in het basement van de toren mits esthetisch en vanuit het monument aanvaardbaar. Voor de verdere bemonstering en toegepast gevelmateriaal is een mock-up onderdeel van de beoordeling van de gevel. De commissie vraagt hierbij om een procesplanning waar de mock-up onderdeel van is, zodat een tijdige beoordeling door de commissie mogelijk wordt. Conclusie De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde aandachtspunten en vereisten. Zij stelt voor in een comité van afgevaardigden een tussentijdse bespreking te houden met het oog op een spoedige agendering in de commissie, waarbij antwoord wordt gegeven op de hiervoor genoemde punten. De commissie brengt vooralsnog geen advies uit en ziet met belangstelling een volgende planbespreking tegemoet. Opgemerkt wordt dat alle nieuwe aspecten die uit nadere deeluitwerkingen naar voren komen, ter beoordeling voorgelegd zullen moeten worden. 6

7 6.2 Vinkenstraat , Noord (1 e behandeling) (20 min) 15:55 Omschrijving: Ontwerp: Dossier: Sloop en nieuwbouw 38 woningen BTR Architecten OLO (conceptaanvraag) Toetsingskader De commissie voor Welstand en Monumenten heeft de conceptaanvraag getoetst aan redelijke eisen van welstand op basis van de Welstandsnota Rotterdam. (grondslag: Bouwverordening Rotterdam artikel 9.1 en artikel 10 van het reglement van orde) Omschrijving van het plan De architect presenteert het voorstel voor de sloop-nieuwbouw van een rij woningen in de Vinkenstraat in Rotterdam Noord. De bestaande woningen zijn in een lichte boog gesitueerd, in de rooilijn van de voor de wijk kenmerkende gebogen straat. De architect stelt voor om de kromming gedeeltelijk op te pakken, met een rij van acht woningen als recht stuk en drie panden waar de rooilijn aan twee zijdes knikt. De nieuwe indeling bestaat uit tweelaagse woningen op de beganegrond, met daarboven twee lagen met appartementen die vanaf de achterzijde met een galerij worden ontsloten. De benedenwoningen krijgen een tuin aan de achterzijde. De appartementen worden op de onderste laag voorzien van een patio. De appartementen op de bovenste laag krijgen een terras doordat per appartement de kap voor de helft terugliggend wordt vormgegeven. Het blok krijgt een gevelopzet met een basement, een middendeel en een kap, waarbij het blok is verdeeld in een aantal kleinere ensembles. Het basement bestaat uit een lage stenen plint, en voordeuren die per ensemble verschillen. Het kleur metselwerk verschilt licht per ensemble, ook zijn er op verschillende plekken vlakken in een afwijkende kleur metselwerk voorgesteld. De entree voor de appartementen is vormgegeven als grote glazen pui over twee beukmaten, met een invulling met postvakken en donkerrode deuren. De kozijnen voor de gehele voorgevel hebben een groene kleur. De architect geeft aan dat de gevelopzet nog schetsmatig is opgezet en dat hij in een vroeg stadium het voorstel met de commissie wil bespreken. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Niet-planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing - Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. - De blokverkaveling is pandsgewijs of in kleine ensembles. - Bouwinitiatieven (waaronder hoogbouw) zijn in maat en schaal afgestemd op de omliggende bebouwing en de stad als geheel. Verschijningsvorm - Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. - Vrijstaande zelfstandige bebouwing heeft een herkenbare hoofdvorm. - Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid - Bijgebouwen zijn herkenbaar als op zichzelf staande volumes en zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw. - Aan- en uitbouwen, dakkapellen, dakopbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. - Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. - Het gevelontwerp kent een driedeling (basement, middendeel, gevelbeëindiging) en wordt gekenmerkt door een verwevenheid van verticaal (ramen) en horizontaal (lijstwerk, linten, kroonlijsten etc.). - Straathoeken worden architectonisch verbijzonderd (afgeschuinde hoek, afwijkende vormgeving, e.d.). - Ingrepen aan de gevel, waaronder nieuwe balkons en luifels of winkelpuien, passen binnen de structuur, maat en schaal van het hoofdgebouw. 7

8 - In- en uitspringende delen van de gevel (balkons, erkers en loggia s) blijven ondergeschikt aan de hoofdmassa. - Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven. - Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Materiaal, kleur en detaillering - Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. - Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. - Detaillering ondersteunt de verwevenheid van verticaal en horizontaal in het gevelbeeld. - Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. - Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. - In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). - Erfafscheidingen zijn van hoogwaardig materiaal en worden zorgvuldig gedetailleerd. - Zonwerend glas of folie op glas verhinderen de visuele relatie tussen binnen en buiten niet. - Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie geeft aan dat het bestaande bouwblok een grote mate van verfijning in zich heeft, en dat een keuze voor sloop-nieuwbouw hier een passend antwoord op moet geven. Wat betreft de kromming in de gevelwand geeft de commissie aan dat de criteria vragen om het behoud van de stedenbouwkundige structuur. Zij vraagt de architect te onderzoeken hoe het beeld van de bestaande gekromde gevelwand beter behouden kan blijven. De omliggende wijk kent een gevelopzet met een verwevenheid van verticale ramen en horizontaal lijstwerk. Dit vraagt om een invulling die zich passend en op hedendaagse wijze in het bestaande straatbeeld voegt. De buitenruimtes van de appartementen zingen zich in grootte en vormgeving te veel los van het geheel, en sluiten niet aan bij het pandsgewijze karakter van de wijk en de opzet met verschillende ensembles. Dit wordt versterkt doordat de patio s en de terrassen op elke plek direct boven elkaar worden gesitueerd. Ten slotte merkt de commissie op dat de vormgeving van de appartementenentree niet passend is bij het karakter van de wijk en de Vinkenstraat. Conclusie De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op een definitieve aanvraag overeenkomstig het nu voorliggende plan zal vooralsnog geen positief advies aan het bestuur afgegeven kunnen worden. 8

9 6.3 Parklaan 13 K-001, Centrum (1 e behandeling) (10 min) 16:15 Omschrijving: Toelichting: Advies op verzoek tot aanwijzing van koetshuis tot gemeentelijk monument Bureau Monumenten Toelichting Op 18 juni 2018 heeft het historisch Genootschap Roterodamum een verzoek ingediend om het koetshuis aan de Parklaan 13 K001 aan te wijzen als gemeentelijk monument. Aanleiding voor het verzoek is de door hen ervaren bedreiging van het koetshuis door mogelijke ontwikkeling van nieuwbouwinitiatieven op deze locatie. Het koetshuis heeft in het verleden de status rijksmonument toegekend gekregen maar in de bezwaarprocedure werd deze status herroepen vanwege een procedurefout. Het koetshuis bevindt zich in het Rijksbeschermd stadsgezicht Scheepvaartkwartier. Reactie van de commissie op de aanwijzing van het koetshuis tot gemeentelijk monument De commissie geeft aan het verzoek tot aanwijzen van het Koetshuis tot gemeentelijk monument te ondersteunen. Zij is van mening dat er voldoende reden is om het koetshuis ook in zijn huidige staat te behouden en te conserveren. Ook kan de huidige staat juist aanleiding zijn voor een passende herontwikkeling, waarbij het koetshuis wordt gerestaureerd en verloren bouwdelen kunnen worden gereconstrueerd. Belangrijk bij een herontwikkeling is dat de kernwaarden van het Koetshuis worden opgepakt en op een passende manier worden uitgewerkt. Het behoud van het koetshuis is volgens de commissie van belang, omdat het een tastbare herinnering is aan de sociaal-economische ontwikkeling van Rotterdam, waarbij welgestelde burgers uit de stad naar de Muizenpolder trokken en daar landgoederen stichten. Het koetshuis is aldus een belangrijk onderdeel van de nog aanwezige landgoederen in de Muizenpolder, die als structuur herkenbaar dient te blijven. Daarnaast is het koetshuis met koetsierswoning op de verdieping ook een belangrijke representant van het type dat in Rotterdam (en ook elders) vaker werd toegepast. Veel gelijke exemplaren zijn in de loop der tijd gesloopt of onherkenbaar verbouwd. 9

10 6.4 Mauritsweg 39, Centrum (1 e behandeling) (10 min) 16:25 Omschrijving: Toelichting: Advies op verzoek tot aanwijzing van woonhuis tot gemeentelijk monument Bureau Monumenten Toelichting Op 18 juni 2018 heeft het historisch Genootschap Roterodamum een verzoek ingediend om het woonhuis aan de Mauritsweg 39 aan te wijzen als gemeentelijk monument. Als rede voor het aanwijzingsverzoek wordt geven dat het gaat om een klassiek woonhuis uit de late 19e eeuw, dat buiten gaaf is en ook binnen de oorspronkelijke indeling heeft behouden. De bewoners hebben het pand met veel respect gerestaureerd. De indeling en aankleding is in hoge mate authentiek. Het sfeerbeeld klopt op een manier die in een woonhuis van deze omvang zelden wordt aangetroffen. Ter overweging wordt meegegeven om de naastgelegen panden Mauritsweg 37,38,40 mee te nemen in de aanwijzing. Het woonhuis ligt in het beschermde stadsgezicht singels uit het waterproject. Reactie van de commissie op de aanwijzing van het koetshuis tot gemeentelijk monument De commissie geeft aan het verzoek tot aanwijzen van het woonhuis tot gemeentelijk monument te ondersteunen. Het herenhuis is van hoge waarde door de kwaliteit van het ontwerp van het in-en exterieur. Het herenhuis heeft een hoge zeldzaamheidswaarde vanwege de gaafheid van het zorgvuldig gerestaureerd interieur dat representatief is voor de wooncultuur van de gegoede burgerij in de late 19e eeuw en vroeg 20e eeuw. Het voorstel de naastgelegen panden, die deel uitmaken van het ensemble mee te nemen in de aanwijzing is voor de commissie voorlopig te voorbarig. Er is onvoldoende inzicht in de gaafheid van het interieur van de naastgelegen panden. Zij pleit voor onderzoek naar het interieur van de naastgelegen panden. Op basis van bevindingen uit het onderzoek zou een verzoek tot aanwijzing van deze panden als gemeentelijk aan haar voorgelegd kunnen worden. Vooruitlopend op het onderzoek kan zij zich voorstellen dat de inpandige structuur en trappenhuizen van de naastgelegen panden beschermingswaardig zijn. Als het gaat om het conserveren van het exterieur van het ensemble acht de commissie dit voldoende gewaarborgd in de status van Rijksbeschermd stadsgezicht. De commissie uit echter wel haar zorgen over de mogelijkheid tot het in stand houden van het Rijksbeschermde stadsgezicht in relatie tot de bepalingen in het bestemmingsplan. De commissie doet de oproep de bepalingen in het bestemmingsplan af te stemmen op de contour van de straatgevelwand, zodat de gevelwand niet wordt aangetast door extra bouwlagen vanwege mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. 10