BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1. Rapportering: Kinderarmoedebestrijding in 2016

Transcriptie

1 Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr BIJLAGE Bijlage nr. 1 Rapportering: Kinderarmoedebestrijding in 2016 Doelstelling 1: Uitbouw van een toegankelijk Nederlandstalig aanbod preventieve gezinsondersteuning in Brussel, met bijzondere aandacht voor kwetsbare gezinnen Actie 1.1: Uitbouw van Huis van het Kind Brussel en ondersteuning van lokale netwerken en betrokken organisaties in functie van een toegankelijk en integraal aanbod ter ondersteuning van (aanstaande) gezinnen met kinderen en jongeren. De vzw Opvoeden in Brussel werd omgezet naar de vzw Huis van het Kind Ket in Brussel (HVHK Brussel). Deze vzw is nu een Brusselbreed en sectoroverschrijdend samenwerkingsverband van Nederlandstalige organisaties uit de brede gezinssector in Brussel. Samen ontwikkelen ze een aanbod, acties en maatregelen met als doel dat (aanstaande) opvoedingsverantwoordelijken, kinderen en jongeren tot 24 jaar laagdrempelig aansluiting vinden bij het Nederlandstalig aanbod preventieve gezinsondersteuning in Brussel 1. HVHK Brussel geeft prioritaire aandacht aan (toekomstige) gezinnen met kinderen tot 6 jaar, De resultaten behaald in 2016 kunnen als volgt worden omschreven: 1. Algemeen - De werking van het samenwerkingsverband HVHK Brussel en het Nederlandstalig gezinsondersteunend aanbod werden bekend gemaakt bij Nederlandstalige organisaties in Brussel die werken met en voor gezinnen. Zo organiseerde HVHK Brussel op 19 mei 2016 een Brusselbreed lanceringsmoment. Meer dan 100 professionelen waren hierop aanwezig. - Het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad werd opgedeeld in acht zones, genaamd Lokale Gezinsondersteunende Netwerken (LGN). De opdeling in LGN verliep in overleg tussen de VGC en HVHK Brussel in een hiervoor opgerichte werkgroep (3 samenkomsten). De VGC maakte een omstandige omgevingsanalyse op met daarin onder meer de verplaatsingsbewegingen die gezinnen maken, het brede gezinsaanbod in Brussel en demografische en sociaaleconomische monitoringsgegevens. Deze kwantitatieve gegevens werden door HVHK Brussel kwalitatief aangevuld met praktijkervaring over (potentiële) gebruikers en reeds bestaande samenwerkingen op lokaal niveau. De 8 LGN zijn: (1) Brussel-Stad, (2) Molenbeek en Koekelberg, (3) Jette, Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem, (4) Anderlecht, (5) Schaarbeek, Evere en Sint-Joostten-Node, (6) Sint-Gillis, Ukkel en Vorst, (7) Elsene en Etterbeek en (8) Oudergem, Watermaal- Bosvoorde, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe. 1 Zoals omschreven in het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning. 1

2 HVHK Brussel liet zich voor de verdere organisatorische ontwikkeling door externe experten begeleiden. Tijdens dit proces werd beslist om in elk LGN een onthaal en gezinsondersteunend traject te voorzien. Deze acht LGN delen Brussel volledig gebiedsdekkend op. Er wordt naar gestreefd dat er in elk LGN actoren uit diverse sectoren betrokken zullen zijn zodat er een mix aan functies gerealiseerd wordt. Daarvoor zullen de LGN investeren in een voldoende en toegankelijk vindplaatsgericht basisaanbod voor gezinnen, met aansluitend en geïntegreerd een specifiek aanbod (proportioneel) voor gezinnen in een maatschappelijk kwetsbare positie. Dit met prioritaire aandacht voor (aanstaande) gezinnen met kinderen tot 6 jaar. 2. Organisatie - De Opvoedingswinkel Brussel werd ondergebracht in het samenwerkingsverband HVHK Brussel. De prioritaire partners van HVHK Brussel voor de realisatie van het aanbod van de Opvoedingswinkel Brussel zijn: Solidariteit voor het Gezin (0 tot 12 jaar) en CAW Brussel (12 jaar tot 24 jaar). - De omzetting van vzw Opvoeden in Brussel in de vzw Huis van het Kind Ket in Brussel was een intensief proces dat begeleid werd door externe experten uit de domeinen organisatieontwikkeling en gezinsbeleid. - Er waren in de eerste jaarhelft 6 bijeenkomsten van het samenwerkingsverband HVHK Brussel. Tijdens deze bijeenkomsten werd het meerjarenplan van HVHK Brussel en het Jaaractieplan 2016 uitgewerkt. In het najaar werd vervolgens het organisatiemodel van de vzw HVHK Brussel ontwikkeld. - De omzetting van de vzw Opvoeden in Brussel naar de vzw Huis van het Kind Ket in Brussel, gebeurde in 3 opeenvolgende Algemene Vergaderingen (AV): 18 oktober 2016: ontslag bestuursleden en leden van vzw Opvoeden in Brussel en aanduiding nieuwe leden. Deze nieuwe leden van de AV waren ook reeds lid van het samenwerkingsverband HVHK Brussel, meer bepaald: (1) CEMG vzw (Huis der Gezinnen), (2) Elmer vzw, (3) Solidariteit voor het Gezin, (4) Kind en Preventie vzw, (5) Kinderdagverblijven Vrije Universiteit Brussel vzw, (6) Expertisecentrum Kraamzorg, Volle Maan, (7) Mathieu Voets, (8) K&G Regioteam Brussel Noord, (8) Foyer vzw, (10) De Weeg Zuid-Brussel vzw, (11) CAW Brussel vzw, (12) Samenwerken aan Kinderopvang vzw, (13) Gemeente Anderlecht en (14) De Weeg vzw. 7 november 2016: aanstellen nieuwe bestuursleden van de Raad van Bestuur (RVB). 2

3 12 december 2016: goedkeuring van de inhoudelijke aanpassingen aan de statuten. - Coördinator HVHK Brussel werd aangeworven (1 VTE); - Een personeelsplan werd opgemaakt; - Een organigram van HVHK Brussel werd opgemaakt; - Een financieel plan werd opgemaakt. Doelstelling 2: Verhogen van de toegankelijkheid van de opvang voor baby s en peuters Actie 2.1: Uitbouw van het lokaal loket kinderopvang en begeleiding van organisatoren in functie van een evenwichtig en gecoördineerd opnamebeleid De VGC continueerde de subsidie aan de vzw Samenwerken aan Kinderopvang Brussel voor de organisatie van het Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel. 2 Het Lokaal Loket biedt laagdrempelige ondersteuning aan ouders in hun zoektocht naar kinderopvang. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar kwetsbare gezinnen en de bijdrage die kwaliteitsvolle kinderopvang levert inzake gelijke kansen, sociale steun en sociale cohesie. Een belangrijk instrument is de website een online Centraal Registratiesysteem waarmee (toekomstige) ouders hun opvangvraag kunnen registreren: Om deze kwetsbare gezinnen nog beter te bereiken, voorziet het Lokaal Loket in vorming en begeleiding van intermediairs die bij partnerorganisaties een aanspreekpunt zijn voor (toekomstige) ouders. Deze intermediairs kunnen (toekomstige) ouders eveneens begeleiden om hun opvangvraag te registreren op Tot slot ondersteunt het Lokaal Loket opvanginitiatieven in het werken aan een evenwichtig opnamebeleid en toegankelijke en kwaliteitsvolle kinderopvang. De resultaten behaald in 2016 kunnen als volgt worden omschreven: 1. Operationalisering Lokaal Loket Kinderopvang 1.1. Centraal Registratiesysteem voor opvangvragen van het Lokaal Loket Kinderopvang 116 opvanglocaties voor inkomensgerelateerde kinderopvang (98 kinderdagverblijven en 18 onthaalouders) in Brussel waren in 2016 aangesloten bij het Centraal Registratiesysteem. Hierdoor werden 95% alle door K&G vergunde inkomensgerelateerde kinderopvangplaatsen in Brussel toegewezen via dit systeem. Om de toegang tot de Nederlandstalige kinderopvang voor kwetsbare gezinnen te verhogen werd het registratieformulier van de website (de vragenlijst voor de ouders) laagdrempeliger en gebruiksvriendelijker gemaakt. In 2016 waren 43% van de aanvragen in het systeem van ouders die behoren tot een kansengroep Helpdesk voor ouders De permanentie van de helpdesk werd uitgebreid en ze was elke werkdag bereikbaar. In tegenstelling tot 2015 was er geen sluitingsperiode van de helpdesk in de zomermaanden. De helpdesk behandelde 138 telefoonoproepen per maand. Hiervan waren er gemiddeld 74 van ouders (54%), 53 van kinderdagverblijven (38%), 10 van intermediaire partners (7%) en 1 van andere organisaties (1%). 2 Zoals omschreven in het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters. 3

4 2. Educatieve werking Inhoudelijk en organisatorisch voor de organisatoren kinderopvang: - Er werden vier regionale samenwerkingsverbanden tussen kinderdagverblijven georganiseerd, over registratie en evenwichtig opnamebeleid (4 vergaderingen per jaar per regio); - Vorming Introductie in de sociale functie van de kinderopvang voor leidinggevenden. Deze vorming benadrukt het belang van kinderopvang voor de verdere ontwikkeling van kinderen uit kansarme gezinnen. De vorming is opgedeeld in vier dagdelen met tussentijdse opdrachten. Deze opdrachten focussen op de mogelijke drempels die ouders ervaren om de kinderopvang te bereiken of, wanneer ze er een plaats gevonden hebben, te blijven. - Inhoudelijke ondersteuning op de werkvloer Reflectietraject sociale functie voor leidinggevenden en kindbegeleiders, op maat van de voorziening. 9 voorzieningen informeerden zich hierover en met 5 voorzieningen werd een begeleidingstraject opgestart met reflectie en praktijkervaringen. Technische ondersteuning van de leidinggevenden die met het Centraal Registratiesysteem werken: - Individuele begeleidingssessies voor de technische basisvereisten voor het werken met het Centraal Registratiesysteem: introductie, maandelijkse toewijzing (13 introductievormingen voor nieuwe leidinggevenden; 40 individuele toewijzingssessies of gemiddeld 3,3 per maand; 11 individuele begeleidingen); - Tool individueel verminderd tarief/ocmw tarief. Een instrument uitgewerkt en in gebruik genomen waarmee kinderdagverblijven op een eenvoudige en uniforme wijze het individueel verminderd tarief kunnen berekenen. Dit had onder andere een verhoogde toekenning van het individueel verminderd tarief tot gevolg. Deze tool lag aan de basis van een testproject van K&G dat in andere Vlaamse gemeenten werd opgestart. Samenwerking met intermediairs: Het Lokaal Loket heeft sterk ingezet op het uitbreiden van het aantal intermediaire partners. Onder meer door de deelname aan het samenwerkingsverband HVHK Brussel kon een groot aantal nieuwe potentiële partners en intermediairs geïnformeerd worden over de werking van de aanmeldingsprocedure voor opvangvragen en de ondersteuning die het Lokaal Loket biedt. In 2016 werden 17% van de opvangvragen geregistreerde door een intermediair: - Met CAW Brussel en de regioverpleegkundigen van Kind en Gezin is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Hun medewerkers hebben eerstelijnscontacten met (kansarme) gezinnen en kunnen via een aparte login aanvragen voor ouders registreren en opvolgen; - In samenwerking met het HVHK Brussel werd contact gelegd met het Perinataal netwerk Brussel waardoor bijvoorbeeld vroedvrouwen aan huis ouders kunnen informeren over tijdig inschrijven voor een plaats in de kinderopvang; - Samenwerking is opgestart met de Werkwinkels van Tracé Brussel zodat alle consulenten de opvangvragen van de werkzoekenden die zij begeleiden, kunnen registreren. - In het Centraal Registratiesysteem zijn technische ingrepen gedaan om de samenwerking met intermediairs vlotter te kunnen opvolgen zonder de privacy en de bescherming van de persoonsgegevens van de aanvragers in het gedrang te brengen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld, via een aparte login, aanvragen registreren en opvolgen voor de ouders die zij begeleiden; - Er werd een Introductiecursus opgestart rond de aanmeldingsprocedure voor opvangvragen. Deze vorming had verhoogde aandacht voor het belang van kinderopvang voor kinderen uit kansengroepen (18 individuele cursussen). 4

5 Doelstelling 3: Verhogen van de kleuterparticipatie in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel Actie 3.1: Project Vroege Vogels Kleuterparticipatie omvat twee luiken: - Ervoor zorgen dat zoveel mogelijk kleuters zo snel mogelijk (vanaf 2,5 jaar) naar school gaan en dus tijdig ingeschreven zijn. - Als de kinderen eenmaal ingeschreven zijn, is het uiteraard belangrijk dat ze zo vaak mogelijk naar school gaan (elke dag) en op tijd. Binnen het Nederlandstalig onderwijs in Brussel wordt dan ook gelijktijdig ingezet op beide aspecten, o.a. via de campagnes Inschrijven in Brussel en Vroege Vogels. Deze campagnes passen binnen een globale aanpak van kinderarmoede en het verhogen van de kleuterparticipatie binnen het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Zo werkt het Onderwijscentrum Brussel rechtsreeks met de scholen om hen te ondersteunen in het verhogen van de ontwikkelingskansen voor de meest kwetsbare kinderen. Het OCB heeft eveneens een armoededeskundige aangesteld. Het wegwerken van drempels voor ouders gebeurt eveneens door onder meer Brusselleer, het Huis van het Nederlands en de HOPON-oudercafé s van Solidariteit van het Gezin. Daarnaast zijn er ook een heel aantal welzijnsorganisaties die een werking uitbouwen op dat vlak in en met scholen. De resultaten behaald in 2016 kunnen als volgt worden omschreven 1. Inschrijven in Brussel De VGC voert campagne om álle ouders te informeren over de inschrijvingsprocedure in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Dit gebeurt in samenwerking met het LOP Brussel. Het is cruciaal dat ouders optimaal geïnformeerd worden op een heldere en laagdrempelige manier. Ouders moeten weten hoe ze hun kind kunnen inschrijven in een Brusselse Nederlandstalige school, wat de verschillende stappen zijn, wanneer ze wat moeten doen, wie de voorrangsgroepen zijn, hoe zij scholen kunnen leren kennen en kennismaken met andere ouders, waar zij terecht kunnen voor hulp, Zeker de ouders van kinderen geboren in 2015 moeten op tijd op de hoogte gebracht worden, aangezien zij al moeten aanmelden, ook al gaan ze pas naar school in het volgende schooljaar. De website is opgebouwd in samenwerking met het LOP Brussel en de niet-schoolgebonden partner Foyer. De hele website is vertaald in het Frans en het Engels om de toegankelijkheid van de boodschap te bevorderen. Om de meest kwetsbare doelgroep te bereiken, zet VGC extra in op de samenwerking met partners die helpen bij het verspreiden van deze informatie (bv. scholen, CLB s, consultatiebureaus, gemeentebesturen, gemeenschapscentra, huisartsen, welzijnsorganisaties, ) en die ouders concreet helpen bij het aanmelden. Een overzicht van deze laatste partners is te vinden op de algemene brochure en de website. 2. Vroege Vogels Vanaf september 2015 (schooljaar ) gingen alle Nederlandstalige scholen, Nederlandstalige kinderdagverblijven en consultatiebureaus van Kind en Gezin in Brussel aan de slag met het materiaal van Vroege Vogels dat in het voorjaar van 2015 ontwikkeld werd. In 2016 werd een uitgebreide evaluatie gedaan in de voorschoolse sector en de Nederlandstalige scholen in Brussel Evaluatie scholen Gegevens werden verzameld via de onderwijsondersteuners van het OCB (zij komen dagdagelijks in de scholen) en via diepte-interviews bij de scholen zelf (schoolbezoeken en telefonische enquêtes). Voor een algemeen beeld over de inzet, de implementatie en appreciatie van het materiaal, werden de 5

6 onderwijsondersteuners bevraagd (schriftelijk + focusgroep). Er werd opgelijst welke scholen het materiaal wel/niet gebruikten en hoe. Zo werd er informatie verzameld van in totaal 84 scholen. Vervolgens werden 10 scholen, die met het materiaal werkten, geselecteerd voor een diepte-interview (werkbezoeken + telefonisch contact). Scholen met verschillende profielen werden geselecteerd: 3 scholen met hoge SES, 2 met gemiddelde SES en 5 met lage SES. Van de 84 scholen waarover het OCB informatie verzamelde, gebruikte 33% het materiaal. 39% gebruikte het materiaal niet of nog niet. Van 27% van de scholen was de informatie niet beschikbaar. Bevindingen: Over het algemeen vonden de scholen het mooi en visueel aantrekkelijk materiaal. De timing van de levering van het materiaal was niet voor alle scholen ideaal (september). De planning van het schooljaar qua projecten ligt dan al vaak vast. Qua doelstellingen werd het campagnemateriaal voornamelijk ingezet m.b.t. op tijd komen (bijv. via een projectweek). Niet alle scholen merkten op dat er een handleiding bij de campagne mee geleverd werd. De bevraagde scholen die de handleiding wel lazen, vonden deze duidelijk en voldoende om met de materialen aan de slag te gaan. Verder vonden deze scholen dat de handleiding voldoende ruimte biedt voor eigen invulling door de school. Er werd vastgesteld dat bepaalde scholen nog op een belonende/bestraffende manier omgaan met laatkomers. Het materiaal en de handleiding hebben hen onvoldoende aangezet om na te denken over een andere, meer positieve en ondersteunende aanpak. Effect campagneweek: over het algemeen zien de scholen een verbetering van het op tijd komen tijdens de projectweek en vaak ook de week nadien. Bij de harde kern van laatkomers daarentegen is er niet veel effect op langere termijn. Voor deze leerlingen is een individuele aanpak/persoonlijke opvolging nodig. Idem voor kinderen die onvoldoende vaak naar school komen. Conclusie: Voor de doelstelling op tijd komen voldoet het materiaal. Er ligt wel nog een grote uitdaging bij de implementatie van het materiaal door de scholen. Een aantal elementen/materialen werden anders gebruikt dan bedoeld. Aandachtspunten hierbij zijn: niet individueel belonen/straffen en nadruk op de prioritaire doelgroep (= de ouders en niet de kinderen). Voor de doelstelling kleuterparticipatie bleek er meer nodig. Scholen moeten op dit vlak breder begeleid worden, met Vroege Vogels als één element van een bredere werking rond dit thema. Het OCB zal haar werking rond dit thema verder uitwerken en zal hiervoor ook samenwerken met andere organisaties zoals Brusselleer of Hopon. Op basis van deze evaluatie gebeurde de volgende wijzigingen voor het schooljaar : - Geen algemene verspreiding meer, maar bestellingen op maat (via aanvraagformulier); - Minimale aanpassingen aan het materiaal (aanpassen typ- en lay-outfouten, bekijken of alle getuigenissen in de werkboekjes nog relevant zijn); - Aanpassingen aan de handleidingen (de handleidingen werden aangevuld met goede praktijkvoorbeelden uit andere scholen); - Meer aandacht vanuit het OCB m.b.t. de implementatie van het materiaal (bijv. niet individueel belonen/straffen, ouders als prioritaire doelgroep); - Materiaal van Vroege Vogels inzetten binnen een breder geheel aan maatregelen rond kleuterparticipatie (het OCB verdiept haar eigen werking rond dit thema en werkt hiervoor ook samen met andere partners) Evaluatie voorschoolse sector De VGC heeft de voorschoolse sector via de adviesraad Gezin, TAO-Armoede, 14 Nederlandstalige kinderdagverblijven en de organiserende besturen van de consultatiebureaus van Kind en Gezin in Brussel bevraagd omtrent de campagne Vroege Vogels. De kinderopvang en Preventieve 6

7 Gezinsondersteuning hebben, door de bekendmaking van Inschrijven in Brussel en de bijhorende materialen, reeds een opdracht inzake kleuterparticipatie. De campagne bracht voor deze sector weinig meerwaarde. Er wordt gevraagd meer in te gaan op de reeds bestaande materialen van Inschrijven in Brussel en te focussen op de toeleiding en ondersteuning bij inschrijving van gezinnen in het kleuteronderwijs. Er wordt gewezen op het belang van goed geïnformeerde toeleiders die in gesprek gaan met ouders in armoede en hen ondersteuning/hulp bieden bij het inschrijven in een kleuterschool. Op basis van deze evaluatie werd er beslist om het campagnemateriaal Vroege Vogels in het schooljaar niet meer te verspreiden bij Nederlandstalige kinderdagverblijven en consultatiebureaus van Kind en Gezin in Brussel. Doelstelling 4: Versterking beleidsvoerend vermogen door middel van kennisopbouw en netwerking Actie 4.1: Afstemming en uitwisseling monitoringgevens In het Kinderarmoedebestrijdingsplan werden de zeven indicatoren uit het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 betreffende de armoedebestrijding gebruikt voor de rapportage over kinderarmoede in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. De resultaten behaald in 2016 kunnen als volgt worden omschreven: - De volgende indicatoren van de kinderarmoedebarometer uit het Vlaams besluit Armoedebestrijding werden geactualiseerd door het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad en het Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming: (1) het aantal personen met voorkeursregeling in de ziekteverzekering van 0 tot en met 4 jaar ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 0 tot en met 4 jaar en (2) de onderwijs kansarmoedeindicator voor het kleuteronderwijs; - De volgende indicatoren van de kinderarmoedebarometer uit het Vlaams besluit Armoedebestrijding werden geactualiseerd door Kind en Gezin, POD Maatschappelijke Integratie en de Algemene Directie Statistiek. Volgende data werd gecentraliseerd en verder gedocumenteerd door de VGC Meet- en Weetcel: (1) de Kansarmoedeindex van Kind en Gezin, (2) het aantal begunstigden van het leefloon (categorie gezinslast) samengeteld met het aantal begunstigden equivalent-leefloon (categorie gezinslast) ten opzichte van het aantal huishoudens met kinderen van 0 tot en met 17 jaar en (3) het aantal huishoudens met kinderen van 0 tot en met 2 jaar waarbij de referentiepersoon in het huishouden en indien aanwezig diens partner niet werken ten opzichte van het totaal aantal huishoudens met kinderen van 0 tot en met 2 jaar; - De VGC Meet- en Weetcel gecentraliseerde en documenteerde gegevens die betrekking hebben op kinderarmoede: (1) het aantal (individueel) begunstigden van het (equivalent) leefloon in de leeftijdsgroep 0-17, (2) aandeel NEET-jongeren en (3) aantal thuisloze minderjarigen. Actie 4.2: Deelname aan de lerende netwerken De VGC participeerde aan het lerend netwerk Kinderarmoedebestrijding Vlaams-Brabant (27/05/2016, 20/09/2016 en 29/11/2016) en aan het lerend netwerk Kinderarmoedebestrijding Centrumsteden (05/02/2016, 16/06/2016 en 30/09/2016). 7

8 Actie 4.3: Begeleiding van participatie (Vlaams netwerk tegen armoede) en/of inzet van ervaringsdeskundigen (Team voor Advies en Ondersteuning) TAO-Armoede coachte en adviseerde het Lokaal Loket Kinderopvang inzake laagdrempelig communiceren naar kansarme gezinnen. Daarnaast gaf TAO-armoede een vorming aan medewerkers van de VGC om zo de aandacht voor gezinnen in armoede te verhogen. De resultaten behaald in 2016 kunnen als volgt worden omschreven: - Overleg en afstemming tussen TAO-armoede en VGC (2 overlegmomenten). - Ondersteuning van het Lokaal Loket Kinderopvang in het verder realiseren van een gecoördineerd opnamebeleid dat laagdrempelig en toegankelijk is. Dit gebeurde door een opgeleide ervaringsdeskundige en een vormingsmedewerker van TAO-Armoede. Enerzijds werden de regiogroepen begeleid en anderzijds werd ondersteuning geboden voor het opstarten van een tevredenheidsonderzoek; - Vorming over de binnenkant van armoede aan medewerkers van de VGC. Er werd dieper ingegaan op methodieken en handvaten om de drempels en uitsluitingenmechanismen, waar mensen in armoede over struikelen, bloot te leggen. Vervolgens werden deze methodieken toegepast op concrete werksituaties van de medewerkers van de VGC. Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de rapportering van kinderarmoedebestrijding in 2016 nr van De collegeleden, Bianca DEBAETS Pascal SMET Guy VANHENGEL 8