Functieprofiel hoofdcontroleur der werken

Transcriptie

1 Functieprofiel hoofdcontroleur der werken 1. NAAM: 2. Datum in dienst: 3. FUNCTIENAAM a. Functionele benaming: Hoofdcontroleur der werken b. Graadbenaming: Leidinggevende én deskundige c. Niveau: B functie d. Datum opmaak: 09 oktober PLAATS IN DE ORGANISATIE a. Sector: Grondgebonden zaken b. Afdeling: Infrastructuur c. Dienst: Dienst onderhoud openbare plaats d. Rapporteert aan: i. Functie: Afdelingsverantwoordelijke infrastructuur ii. Naam: 5. FORMELE VEREISTEN a) Wervingswijze: Om aangeworven te worden op het niveau B moet je: houder zijn van een diploma zoals vastgesteld als bijlage bij het statuut. Slagen in een aanwervingsexamen. Bij bevordering: Behoren tot het vast benoemd personeel of contractueel personeel dat voldoet aan de voorwaarden in artikel van de RPR van niveau C / B. Minimum 3 jaar niveauanciënniteit in niveau C / B bezitten. Over een gunstige evaluatie beschikken. Het vereiste diploma hebben Slagen voor het bevorderingsexamen. b) Kennis: Een grondige vakkennis bezitten van het eigen vakgebied; Basiskennis op verschillende domeinen van manuele arbeid; Kennis van en technisch inzicht in bepaalde specifieke taken binnen de ploeg; Kennis van het juiste gebruik van toestellen, materieel, materialen en producten; Op de hoogte zijn van de te volgen procedures tijdens de wachttijden. c) Ervaring d) Andere: e) Technische vaardigheden:

2 6. DOEL VAN DE FUNCTIE De oude afdeling Infrastructuur is voor een deel een uitvoerende dienst met eigen verantwoordelijkheden. Zij voeren kerntaken uit van het gemeentebestuur zoals: Duurzaam onderhoud en beheer van het openbaar en het privé domein van de gemeenten Ook ondersteuning aan andere diensten zoals onderhoud gemeente gebouwen, magazijn, aankopen De oude afdeling infrastructuur sluit nauw aan bij de afdeling omgeving: mobiliteit, stedenbouw (verkavelingen, integraal waterbeleid, bouwprojecten ) Nieuw organogram: Afdeling infrastuur wordt opgesplitst in 3diensten: 1. Buitendienst Dienst onderhoud openbare plaats Afdeling infrastructuur Sector grondgebonden zaken 2. Binnendienst Dienst facility Afdeling middelen Sector ondersteunde diensten 3. Openbare werken (en gebouwen?) Dienst wegenis en waterwerken Afdeling infrastructuur Sector grondgebonden zaken Dienst financiën neemt ondersteuning overheidsopdrachten, magazijn en aankopen over. NIEUW & nog op te richten: 1. Cel veiligheidsaspecten: alle aspecten van veiligheid 2. Planningscel: algemene coördinatie en kwalitatieve bewaking van de dienstoverschrijdende dossiers zoals grote onderhoudswerken, integraal waterbeleid, bouwprojecten, verkavelingen Administratieve ondersteuning? plaats in het nieuw organogram? 1 deskundige infrastructuur 2 administratieve medewerkers infrastructuur GIS? plaats in het nieuw organogram?

3 De hoofdcontroleur der werken van de dienst onderhoud openbare plaats: Staat in voor het organiseren, coördineren en opvolgen van de werkzaamheden binnen de verschillende technische uitvoeringsdiensten waarover hij/zij de leiding heeft. Hij/zij formuleert adviezen en ontwikkelt initiatieven en levert op die wijze een positieve bijdrage tot de voorbereiding en bijsturing, uitvoering en evaluatie van het beleid. Overzicht medewerkers dienst onderhoud openbare plaats: 1. 1 diensthoofd (hoofdcontroleur der werken) 2. 1 werkleider 3. 9 technisch assistenten groen (waarvan 3 begraafplaats) 4. 5 technisch assistenten wegen (waarvan 1 transport) 5. 5 technisch assistenten reiniging Cel gemeenschapswacht: 6. 1 technisch medewerker ordehandhaving 7. 1 gemeenschapswachter Overzicht van de 18 resultaatgebieden voor het diensthoofd (hoofdcontroleur der werken ) én de werkleider: a) Resultaatsgebied 1: Budgetbespreking, budgetbewaking, uitwerking exploitatiebudget b) Resultaatsgebied 2: Levering diensten en werken: c) Resultaatsgebied 3: Verkeersreglementering d) Resultaatsgebied 4: Toezicht werken op en langs het openbaar domein (andere dan openbare e) Resultaatsgebied 5: Toezicht werken in opdracht van de gemeente (andere dan openbare werken) f) Resultaatsgebied 6: Opstellen schadedossiers door en tegen de gemeente g) Resultaatsgebied 7: Aansturen van technische medewerkers handhaving h) Resultaatsgebied 8: Overleg met OCMW s i) Resultaatsgebied 9: Overleg met politie j) Resultaatsgebied 10: Nutsbedrijven (andere dan in coördinatie met openbare werken) k) Resultaatsgebied 11: Rioleringen l) Resultaatsgebied 12: Organisatie van de winterdienst m) Resultaatsgebied 13: Organisatie van de wachtdienst n) Resultaatsgebied 14: Jaarlijkse rapportering VMM o) Resultaatsgebied 15: Klachtenbehandeling p) Resultaatsgebied 16: Welzijn op het werk q) Resultaatsgebied 17: Opvolging medewerkers groen, wegen en reiniging r) Resultaatsgebied 18: Back-up

4 7. RESULTAATGEBIEDEN (Resultaatsgebieden en taken van de functie) Gelieve de resultaatgebieden en de taken SMART te formuleren s) Resultaatsgebied 1: Budgetbespreking, budgetbewaking, uitwerking exploitatiebudget t) Resultaatsgebied 2: Levering diensten en werken: Aankopen allerhande (materieel, voertuigen, mazout, bouwmaterialen, ), bestek onderhoud rioleringen, bestek wegmarkeringen, bestek onderhoud trage wegen, bestek chemische bestrijding o Subtaak: 1) Opstarten van de bestekken 2) Beoordeling van de aanbiedingen 3) Opvolging van levering en uitvoeringen u) Resultaatsgebied 3: Verkeersreglementering Taak1: AGAV (Algemeen Gemeentelijk Aanvullend Verkeersreglement) o Subtaak: 1) Zorgen voor de uitvoering van de nieuwe reglementen op het terrein: aankoop borden, opdracht uitvoering.. v) Resultaatsgebied 4: Toezicht werken op en langs het openbaar domein (andere dan openbare werken) Nutsbedrijven (netuitbreidingen, lokale werken) Bouwwerken op privéterrein (schade aan openbaar domein) Taak 3: Inname openbaar domein o Subtaak: 1) Opvolging van de aanvragen Taak 4: Aanpassen van boordstenen o Subtaak: 1) Maken van framing 2) Opvolgen uitvoering en facturatie Taak 5: Opvolgen markt

5 w) Resultaatsgebied 5: Toezicht werken in opdracht van de gemeente (andere dan openbare werken) Rioleringen en lokale herstellingen Trage wegen Taak 3: Verkeerssignalisatie Taak 4: Wegmarkeringen Taak 5: Waterslikkers Taak 6: Maaien van bermen Taak 7: Onkruidbestrijding Taak 8: Onderhoud beken en grachten Taak 9: Onderhoud van rioleringen (ruimen en camera) Taak 10: Rioolaansluitingen Taak 11: Sneeuwvrij houden van fietspaden x) Resultaatsgebied 6: Opstellen schadedossiers door en tegen de gemeente Opmaken vaststelling, schattingen Opvolgen dossier, expertises y) Resultaatsgebied 7: Aansturen van technische medewerkers handhaving z) Resultaatsgebied 8: Overleg met OCMW s Diensthoofdenoverleg aa) Resultaatsgebied 9: Overleg met politie Verkeerssignalisatie Eenvoudig op te lossen probleemsituaties

6 bb) Resultaatsgebied 10: Nutsbedrijven (andere dan in coördinatie met openbare werken) Volgen van periodieke coördinatievergaderingen Nazicht aanvragen voor vergunning Taak 3: Toezicht uitvoering Taak 4: Oplevering van de werken cc) Resultaatsgebied 11: Rioleringen Opvolgen rioolaansluitingen Opvolgen rioolinspecties Taak 3: Vergunningen voor inbuizen van baangrachten Taak 4: Opvolging wateroverlast dd) Resultaatsgebied 12: Organisatie van de winterdienst Zorgen voor het nodige materiaal en materieel Organisatie van de ploegen ee) Resultaatsgebied 13: Organisatie van de wachtdienst ff) Resultaatsgebied 14: Jaarlijkse rapportering VMM Verzamelen van gegevens uit de werklijsten van de ploegen en de door de aannemer uitgevoerde opdrachten gg) Resultaatsgebied 15: Klachtenbehandeling Onderzoeken van allerhande klachten van bewoners m.b.t het openbaar domein hh) Resultaatsgebied 16: Welzijn op het werk Opvolging van indiensstellingsverslagen, veiligheidsinstructiekaarten

7 ii) Resultaatsgebied 17: Opvolging medewerkers groen, wegen en reiniging Opvolgingsgesprekken Bijhouden van personeelsbestand Taak 3: Zorgen voor de nodige opleidingen Taak 4: Coachen van de medewerkers Taak 5: Opvolging van de werkopdrachten en planning Taak 6: Opvolging Track en Trace Taak 7: Opvolging tanksysteem (inter, pol, OCMW) jj) Resultaatsgebied 18: Back-up Back-up voor collega binnendienst, ploegbaas 8. COMPETENTIEPROFIEL (zie hiervoor het competentiewoordenboek) a) KERNCOMPETENTIES Klantgerichtheid Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten klanten onderkennen en er gepast en correct op reageren. Te behalen niveau: NIVEAU 4 o Je onderneemt structurele acties om de dienstverlening van de organisatie aan klanten te optimaliseren. o Je onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te bieden bij vragen en problemen die minder voor de hand liggen. Je onderneemt binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren. Integriteit Je handelt vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie, uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen. Te behalen niveau: NIVEAU 4 o Je schept randvoorwaarden zodat de deontologische code in de praktijk kan gebracht worden. o Je handelt integer in een veelheid aan situaties, ook in die waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat. Je brengt sociale en ethische normen in de praktijk.

8 Samenwerken: Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een dienst, afdeling of de organisatie, ook als dat niet meteen van persoonlijk belang is. Te behalen niveau: NIVEAU 4 o Je stimuleert de samenwerking binnen de eigen afdeling en diensten. o Je creëert gedragen samenwerkingsverbanden met en tussen andere afdelingen. Je helpt anderen en pleegt overleg. Resultaatgerichtheid Acties en beslissingen die zich richten op het daadwerkelijk realiseren van beoogde resultaten. Je werkt resultaatgericht en draagt dit uit naar de eigen omgeving. Je formuleert uitdagende, maar haalbare doelstellingen en zich ten volle in om deze te bereiken. b) COMPETENTIES VOOR DE FUNCTIEFAMILIE Functiefamilie: Middenkader leidinggevend & deskundige Competentie 1: Operationeel leidinggeven Aansturen van medewerkers en organiseren en superviseren van hun dagelijkse werkzaamheden met als doel een efficiënte en continue werking van het eigen team te garanderen en zodoende de gegeven operationele doelstellingen te behalen. Je bent expert op het vlak van operationeel leidinggeven / management. Startniveau: NIVEAU 1 Je hebt de elementaire kennis van operationeel leidinggeven / management. Competentie 2: Coachen Medewerkers expliciet helpen en ondersteunen bij hun professionele ontwikkeling en op die wijze mee verantwoordelijkheid opnemen voor het leren in de organisatie. o Je coacht met het oog op het ontwikkelen van de gewenste gedragsvaardigheden: je fungeert als coach / mentor. o Je neemt verantwoordelijkheid op voor leren binnen de organisatie: je fungeert als intervisor. Startniveau: NIVEAU 1 Je coacht op het kunnen volbrengen van taken en het behalen van resultaten: je fungeert als instructeur / trainer.

9 c) FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES (Minimum 2, maximum 4 competenties) Competentie 1: Delegeren Je geeft op duidelijke wijze opdrachten, projecten en/of beslissingsbevoegdheden door aan medewerkers en dit in overeenstemming met hun mogelijkheden en motivatie. Je delegeert ruime verantwoordelijkheidsgebieden. o Je delegeert duidelijk afgelijnde taken. o Je delegeert ruimere taken en duidelijk afgebakende verantwoordelijkheidsdomeinen. Competentie 2: Probleemanalyse Doordringen tot de kern van een probleem middels een grondige (informatie- en vragen) analyse. Het probleem kent een oorzaak-gevolg relatie en in een breder verband geplaatst. Je maakt eenvoudige analyses van complexe dossiers. o Je ziet de essentie van het probleem middels een grondige informatie- en vragenanalyse. o Je legt verbanden en ziet oorzaken en gevolgen. Competentie 3: Veilig werken Je kent het principe van projectmatig werken di. een project op gestandaardiseerde wijze voorbereiden, uitoefenen, opvolgen en het kunnen toepassen. Je integreert en beklemtoont de zorg voor de veiligheid in de werking van jouw dienst. o o Je leeft de algemene veiligheidsvoorschriften verbonden aan uw concrete opdracht na. Je werkt autonoom met specifiek materiaal, producten of machines en geeft aan je directe medewerkers richtlijnen of instructies inzake veiligheid. Competentie 4: Innoveren Vernieuwen om producten, diensten, processen en structuren te creëren die tegemoet komen aan toekomstige uitdagingen. Anticipeert via structurele maatregelen op toekomstige uitdagingen en stimuleert vernieuwing. o Werkt actief mee aan het vernieuwen van de uitvoering van taken. o Werkt actief mee aan het vernieuwen van de werking van de entiteit.

10 9. AANVULLINGEN Kennis van functie-eigen software eigen aan de dienst Voortdurend verbeteren eigen vakgebied Plannen en organiseren / helikopterzicht bewaken Procesmatig werken Coördinerend en coachend ondersteunend werken Mondelinge en schriftelijke vaardigheden Beheersing en opvolging van de eigen technische vaardigheden en kennis Vormingen geven aan (eigen) medewerkers Kennis van leerplekleren en ervaringsgericht leren