30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud"

Transcriptie

1 Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module 30RQ B 30RQ Nominale koelcapaciteit kw Nominale verwarmingscapaciteit kw 50 Hz Vertaling van het originele document 13446, 12,2014

2 Inhoud 1 - INLEIDING Veiligheidsinstructies voor montage Apparatuur en componenten onder druk Veiligheidsinstructies voor onderhoud Veiligheidsinstructies bij reparatie CONTROLES VOORAF Controleren van de zending Transport en plaatsen van de unit AFMETINGEN, BENODIGDE VRIJE RUIMTE RQ B standaardunits RQ B unit met optie RQ Installatie van meerdere warmtepompen Afstand tot de muur Technische gegevens RQ B standaardunits RQ B units met optie 280 en 30RQ units Elektrische gegevens RQ B standaardunits en units met optie 280 en 30RQ units Kortsluitvastheid stroom Elektrische gegevens, hydro module Compressoren Elektrische reserves - hoofdstroom SELECTIEGEGEVENS Bedrijfslimieten unit Minimum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Maximum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Variabel debiet water-warmtewisselaar Minimum systeeminhoud Maximum systeeminhoud Waterdebiet water-warmtewisselaar Drukverliescurve water-warmtewisselaar en standaard water intrede/uittrede aansluitingen ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Elektrische voeding Fase onbalans spanning (%) Hoofdstroomaansluiting/hoofdschakelaar Aanbevolen aderdiameters Op het werk aan te leggen stuurstroombedrading Handhaven elektrische voeding WATERLEIDING AANSLUITINGEN Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen Wateraansluitingen Waterhoeveelheid Vorstbeveiliging Werking van twee units in master/slave bedrijf Extra elektrische verwarmingselementen

3 9 - INREGELEN WATERHOEVEELHEID Procedure inregelen waterhoeveelheid Pomp curves (Q-H kromme) Beschikbare externe statische druk van het systeem BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN Compressoren Smering Lucht-warmtewisselaars (condensors in koel-bedrijf, verdampers in verwarmingsbedrijf) Ventilatoren Elektronisch expansieventiel (EXV) Vochtindicator Koudemiddel opslagtank met geïntegreerde filterdroger Water-warmtewisselaar Koudemiddel Hogedrukbeveiliging Ventilator trappen Ventilator-opstelling OPTIES Gedeeltelijke warmteterugwinning met desuperheaters (optie 49) Opslag van de unit boven 48 C (optie 241) Units met ventilatoren met externe statische druk voor binnenopstelling (optie 12) Overige opties en accessoires STANDAARD ONDERHOUD Onderhoud niveau Onderhoud niveau Onderhoud niveau 3 (of hoger) Aandraaimomenten voor de belangrijkste elektrische aansluitingen Aandraaimomenten voor de belangrijkste bouten en moeren Lucht-warmtewisselaar Onderhoud van de water-warmtewisselaar Kenmerken van R-410A Checklist voor de inbedrijfstelling van 30RQ warmtepompen...53 De illustratie op de voor pagina dient slechts ter illustratie en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract. 3

4 1 - INLEIDING Alvorens de 30RQ units in bedrijf worden gesteld, moeten alle personen die betrokken zijn bij montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van de apparatuur volledig op de hoogte zijn van deze instructies en van de technische kenmerken van de installatieplek. De 30RQ warmtepompen zijn ontworpen voor betrouwbaar en veilig bedrijf binnen de ontwerpcondities. Gebruik bij de toepassing van deze apparatuur uw gezond verstand en neem de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen om schade aan apparatuur, materieel of persoonlijk letsel te voorkomen. Zorg dat u de in deze instructies opgenomen procedures en veiligheidsrichtlijnen begrijpt en opvolgt. Ze zijn ontworpen voor een levensduur van 15 jaar door uit te gaan van een 75% bezettingsgraad factor; dat is ongeveer bedrijfsuren. De procedures in deze instructies zijn geplaatst in de juiste volgorde voor een goede inbedrijfstelling en werking. Werkzaamheden aan elektrische/elektronische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Werkzaamheden aan koeltechnische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Tijdens montage, onderhoud en service werkzaam heden moeten de uitvoerende technici veiligheidshandschoenen, bril, schoenen en beschermende kleding dragen. Zie de conformiteitsverklaringen van deze producten om te controleren of ze voldoen aan de Europese richtlijnen (machineveiligheid, laagspanning, elektromagnetische compatibiliteit, apparatuur onder druk, etc.) Veiligheidsinstructies voor montage Na aflevering van de unit, moet hij op schade worden gecontroleerd. Controleer dat het koudemiddelcircuit onbeschadigd is. Met name dat er geen componenten of leidingen zijn verschoven of beschadigd (bijv. door schokken). Voer in geval van twijfel een lektest uit. Meld eventuele schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. De zending is door Carrier tot de aankomst op het werk verzekerd. Laat skids, pallets of beschermende verpakking op hun plaats tot de unit op zijn definitieve plaats staat. Deze units kunnen worden verplaatst met een vorkheftruck zolang de vorken zich op de juiste plaats en in de juiste richting op de unit bevinden. De units kunnen ook worden gehesen met hijsstroppen, aangebracht op de op de unit aangegeven hijspunten (labels op het chassis en een label met alle relevante instructies zijn op de unit bevestigd). Gebruik hijsstroppen die voldoende sterk zijn voor het gewicht van de unit en volg altijd de hijsinstructies op de officiële maatschetsen. Veiligheid wordt alleen gegarandeerd wanneer deze instructies nauwkeurig worden opgevolgd. Wanneer dit niet gebeurt 4 kan schade aan de apparatuur of lichamelijk letsel van personeel het gevolg zijn. Dek nooit beveiligingen af. Dit geldt voor smeltveiligheden en veiligheidsventielen (indien gebruikt) in de koudemiddel- of watercircuit. Controleer of de oorspronkelijke beschermpluggen nog in de uitlaatopeningen van de kleppen zitten. Deze pluggen bestaan gewoonlijk uit kunststof en moeten niet worden gebruikt. Als ze nog aanwezig zijn moeten ze worden verwijderd. Installeer (indien noodzakelijk) afblaasleidingen op de uitlaatopeningen van de beveiligingen om binnendringen van ongewenst materiaal (stof, bouwafval, etc.) en atmosferische stoffen te voorkomen (water kan roest of ijsvorming veroorzaken). Deze afblaasleidingen mogen de werking niet belemmeren en geen drukdaling veroorzaken die groter is dan 10% van de ingestelde druk. Classificatie en regelgeving De beveiligingen van deze machines zijn in overeenstemming met de Richtlijn drukapparatuur en de nationale voorschriften en zijn in de EU als volgt geclassificeerd: Beveiliging* Veiligheidsventiel beperking van schade bij brand** Koudemiddelzijde Hogedrukschakelaar x Veerveiligheid*** x Breekplaat x Smeltveiligheid x Waterzijdig Overstortventiel**** x x * Geclassificeerd voor bescherming bij normaal bedrijf. ** Geclassificeerd voor bescherming bij abnormaal bedrijf. *** De regel, dat de druk niet meer dan 10% boven de insteldruk van het veiligheidsventiel mag uitstijgen, geldt niet in het geval van abnormaal bedrijf. De insteldruk mag hoger zijn dan de ontwerpdruk. In dit geval zorgt de ontwerptemperatuur of hogedrukschakelaar dat de ontwerpdruk bij normaal bedrijf niet wordt overschreden. **** De geschiktheid van de overstortventielen moeten worden gecontroleerd door het bedrijf dat de installatie van het gehele watersysteem uitvoert. Deze veiligheden mogen, zelfs als er geen gevaar voor brand is, niet worden verwijderd. Er is geen garantie dat de veiligheden weer worden teruggeplaatst indien de installatie wordt veranderd of als de unit wordt verplaatst. Wanneer de unit wordt blootgesteld aan vuur, veiligheidsvoorzieningen voorkomen scheuren als gevolg van overdruk door het vrijgeven van het koudemiddel. Bij blootstelling aan een vlam kan de vloeistof worden ontbonden in toxische residuen: - Blijf uit de buurt van het apparaat. - Zorg voor waarschuwingen en aanbevelingen voor het personeel dat verantwoordelijk is voor het blussen van de brand. - Brandblussers geschikt voor het systeem en het gebruikte type koudemiddel moeten gemakkelijk toegankelijk zijn. Alle in de fabriek geïnstalleerde overstortafsluiters zijn voorzien van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling te voorkomen. Voor units geïnstalleerd in een afgesloten ruimte moeten de externe veiligheidsventielen in principe worden aangesloten op afvoerleidingen. Raadpleeg de installatievoorschriften, bijvoorbeeld die van de Europese norm EN 378 en EN

5 Wanneer koudemiddel afblaasveiligheden afblazen in de ruimte en er gevaar onstaat voor personen en goederen, dan dienen de koudemiddel afblaasveiligheden te worden aangesloten op afblaasleidingen die naar buiten leiden. Aangezien het koudemiddel kan worden afgeblazen in de buitenlucht, moet de uitlaatopening ver zijn verwijderd van de luchtinlaat van het gebouw, of moet afvoer plaatsvinden in zulke kleine hoeveelheden waardoor voldoende verdunning plaats vindt zodat er geen gevaar voor personen ontstaat. Zie voor periodieke controle van de veiligheidsventielen hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor onderhoud. Voorzie de afvoerleiding van een aftapmogelijkheid, dicht bij elke veiligheidsventiel, om ophoping van condensaat of regenwater te voorkomen. Bij het werken met koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd Apparatuur en componenten onder druk Deze producten bevatten apparatuur of componenten onder druk, geproduceerd door Carrier of andere fabrikanten. De eigenschappen van deze apparatuur/ componenten zijn vermeld op de kenplaat of in de met de producten meege-leverde vereiste documentatie. Deze gegevens kunnen belan-grijk zijn voor herkwalificatie, opnieuw testen en de RLK regelgeving. Deze units voldoen aan de Europese Richtlijn drukapparatuur (PED) 97/23/EC. De units zijn bedoeld om te worden opgeslagen en te werken in een omgeving waar de omgevingstemperatuur niet lager is dan de laagste toegestane temperatuur zoals vermeld op het typeplaatje Veiligheidsinstructies voor onderhoud Carrier beveelt de volgende opzet voor een logboek aan (de onderstaande tabel is slechts een voorbeeld en behoort niet tot de verantwoordelijkheid van Carrier). Bezoek Datum Aard (1) Naam van de technicus Van toepasssing zijnde regelgeving (1) Onderhoud, reparatie, periodieke keuringen (EN 378), lekkage, etc. Controle Werkzaamheden aan elektrische/elektronische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Werkzaamheden aan koeltechnische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Laswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Deze Aquasnap units werken met het hogedruk koudemiddel R-410A (de servicedruk van de unit ligt boven 40 bar, de druk bij 35 C luchttemperatuur is 50% hoger dan voor R-22). Bij werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit moet speciale apparatuur worden gebruikt (manometer, terugwinunit, enz.). Deze handelingen (openen of sluiten van een koudemiddelafsluiter) mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel volgens de RLK en bij volledig afgeschakelde unit. OPMERKING: De unit mag nooit achtergelaten worden met de vloeistofafsluiter in gesloten stand omdat zich vloeibaar koudemiddel kan bevinden tussen deze afsluiter en het expansie-orgaan wat tot drukstijgingen kan leiden. Door uitzetting van opgesloten vloeibaar koudemiddel kan schade en een onveilige situatie ontstaan. Tijdens werkzaamheden, onderhoud en service werkzaamheden moeten de uitvoerende technici veiligheidshandschoenen, bril, schoenen en beschermende kleding dragen. Schakel altijd de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan elektrische componenten incl. regelpanelen, schakelaars, relais etc., wordt begonnen. Vergrendel elektrische circuits tijdens onderhoudswerkzaamheden. Als het werk wordt onderbroken, controleer dan voordat u weer begint dat alle circuits spanningsloos zijn. LET OP: Zelfs wanneer de unit is afgeschakeld blijft de hoofdstroom bekrachtigd, tenzij de beveiligingsschakelaar van de unit of het circuit open is. Zie elektrisch schema voor nadere details. Breng waarschuwingslabels aan (vermeld dit in de veiligheidsinstructies). Het wordt aanbevolen om een koudemiddelindicator te installeren om aan te geven of een deel van het koudemiddel via de veerveiligheid weglekt. De aanwezigheid van olie bij de afblaasopening is een nuttige aanwijzing voor koudemiddellekkage. Houd deze opening goed schoon, zodat eventuele lekkage duidelijk zichtbaar is. De instelling van een veerveiligheid die gelekt heeft, is over het algemeen lager dan zijn oorspronkelijke instelling. De nieuwe instelling kan invloed hebben op het bedrijfsbereik van de machine. Om onnodig aanspreken van beveiligingen of lekkages te voorkomen, dient de veerveiligheid te worden vervangen. In geval van gebruik van remkleppen, vergeet niet de bescherming aan te brengen om lekkages te voorkomen. Controle van de werking: Belangrijke informatie over het toegepaste koudemiddel: Dit product bevat HFK koudemiddel dat onder het Kyoto protocol valt. Type koudemiddel: R-410A Global Warming Potential (GWP):

6 Periodieke inspectie op koudemiddellekkage kan verplicht zijn, afhankelijk van de Europese of locale wetgeving. Neem contact op met Carrier voor meer informatie. Tijdens de levensduur van het systeem moeten inspecties en tests worden uitgevoerd volgens de nationale voorschriften. Controle van de beveiligingen: Indien geen nationale voorschriften bestaan, moeten de beveiligingen ter plaatse worden gecontroleerd conform de norm EN378: eens per jaar voor hogedrukschakelaars, om de vijf jaar voor veerveiligheden en overstortventielen. De onderneming of organisatie die een test uitvoert van een drukschakelaar moet gedetailleerde procedures vaststellen en implementeren voor het uitvoeren van: - Veiligheidsmaatregelen - Kalibratie van de meetapparatuur - Validatie van de werking van de beveiligingsapparaten - Testprotocollen - Het opnieuw inbedrijfstellen van de apparatuur. Raadpleeg Carrier service voor dit soort tests. Carrier noemt hier alleen het principe van een test zonder het verwijderen van de drukschakelaar: - Controleer en noteer de setpoints van drukschakelaars en drukontlastapparaten (kleppen en mogelijk breekplaten) - Sta klaar om de hoofdschakelaar van de voeding af te schakelen als de drukschakelaar niet werkt (voorkom overdruk of overtollig gas in het geval van kleppen aan de hoge druk zijde met warmteterugwinning) - Sluit een manometer aan die beschermd is tegen pulsaties (gevuld met olie met een maximum indicator indien dit een mechanische is), bij voorkeur gekalibreerd (de waarden die worden weergegeven op de gebruikersinterface kunnen onnauwkeurig zijn vanwege vertraging tussen de drukopnemer en uitlezing in de display) - Voer een HP Test uit zoals bepaald door de software (zie bedieningsinstructie voor details). Als de unit is opgesteld in een vochtige omgeving, dan moeten ze vaker worden gecontroleerd. Voer regelmatig een lektest uit en repareer eventuele lekken onmiddellijk. Controleer regelmatig dat de trillingsniveaus nog acceptabel zijn en niet veel hoger dan die bij de inbedrijfstelling golden. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NF E Wanneer het koudemiddelcircuit na een ingreep (bijv. vervanging van een component) langer dan een dag geopend blijft, moeten de openingen worden afgedicht en het circuit met stikstof worden gevuld (inertie principe). Het doel hiervan is om het binnendringen van vocht te voorkomen, evenals de daaruit voortvloeiende corrosie aan de binnenzijde en op onbeschermde stalen oppervlakken Veiligheidsinstructies bij reparatie Alle componenten van de installatie moeten goed worden onderhouden om schade en lichamelijk letsel te voorkomen. Storingen en lekkages moeten onmiddellijk worden verholpen. De verantwoordelijke technicus draagt de verantwoordelijkheid voor onmiddellijk herstel van de storing. Na reparatie van de machine moet de werking van de beveiligingen opnieuw worden gecontroleerd en een rapport worden aangemaakt van de bedrijfsparameters bij 100%. Volg de voorschriften en aanbevelingen in de veiligheidsrichtlijnen voor unit en HVAC installaties, zoals EN378, ISO 5149, etc. ONTPLOFFINGSRISICO Gebruik tijdens een lektest voor het zuiveren van leidingen of voor het onder druk zetten van een machine nooit lucht of gas met zuurstof. Luchtmengsels of gassen met zuurstof die onder druk staan kunnen een explosie veroorzaken. Zuurstof reageert heftig met olie en vet. Voor lektesten mag alleen stikstof worden gebruikt, mogelijk met een geschikt traceergas. Niet naleven van de bovengenoemde instructies kan ernstige of zelfs dodelijke gevolgen hebben en de installatie beschadigen. Overschrijd nooit de gespecificeerde testdrukken. Controleer de toegestane testdrukken in de instructies en de ontwerpdrukken op de kenplaat van de unit. Een koudemiddelleiding of vat mag nooit worden gelast of doorgebrand voordat alle koudemiddel (vloeistof en damp) en de olie uit de machine zijn verwijderd. Dampsporen moeten worden verwijderd met droge stikstof en de ruimte moet goed worden geventileerd. Wanneer koude-middel in contact komt met open vuur ontstaan er giftige gassen. Op de opstellingsplaats moet de nodige beveiligingsapparatuur beschikbaar zijn en brandblusapparatuur voor het systeem en het gebruikte type koudemiddel moet voorhanden zijn. Koudemiddel mag niet worden overgeheveld. Vermijd dat koudemiddel in contact komt met de huid en ogen. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Krijgt u toch koudemiddel op de huid, was dit dan direct af met water en zeep. Als er koudemiddel in de ogen komt dan moeten de ogen onmiddellijk gespoeld worden met water. Raadpleeg direct een arts. 6

7 Het onbedoeld vrijkomen van koudemiddel door lekkage of het afblazen van een veerveiligheid kan bevriezingsverschijnselen of brandwonden veroorzaken. Besteed de noodzakelijke aandacht aan deze verwondingen door: - Het raadplegen van een arts voor de behandeling. - Het beschikbaar houden van een EHBO-kit speciaal voor behandeling van verwonding aan ogen. Wij bevelen aan om EN378-3 bijlage aan te houden. Gebruik nooit vuur of stoom om een koudemiddelcilinder te verwarmen. Er kan dan gevaarlijke overdruk ontstaan. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteits-condities voor de producten en optimale veiligheids-condities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NF E Zie ook de officiële maatschetsen van de units. Wegwerp cilinders mogen nooit worden hergebruikt of opnieuw gevuld. Dit is gevaarlijk en illegaal. Wanneer de cilinders leeg zijn, evacueer de resterende gasdruk, draai de kop los, en schroef de klepsteel los en gooi hem weg. Niet verbranden! Verwijder nooit bevestigingsmateriaal, componenten, etc. terwijl de machine onder druk of in werking is. Zorg dat de overdruk op 0 kpa ligt en de unit is uitgeschakeld en spanningloos is gemaakt alvorens het koudemiddelcircuit te openen. Probeer niet om ontlastkleppen te repareren wanneer corrosie of vervuiling (roest, vuil, schilfers etc.) in het klephuis of het mechanisme is aangetroffen. Vervang de klep. Monteer ontlastkleppen niet in serie of achterstevoren. 2 - CONTROLES VOORAF Controleren van de zending Controleer of de unit tijdens het vervoer niet is beschadigd en of er geen onderdelen ontbreken. Als de unit is beschadigd of als de zending onvolledig is, moet een claim worden ingediend bij het transportbedrijf. Controleer of de gegevens op de kenplaat van de unit (aan de zijkant) overeenkomen met de vrachtbrief en de bestelling. De kenplaat is op twee plaatsen op de unit aangebracht. - aan de buitenkant, op een van de zijkanten, - aan de binnenkant van de deur van de schakelkast. Op de kenplaat van de unit moet de volgende informatie zijn vermeld: - Typenummer - CE markering - Serienummer - Jaar van productie en datum druk- en lekdi chtheidscontrole - Vloeistof welke wordt getransporteerd - Toegepast koudemiddel - Koudemiddelvulling per circuit - PS: Min./max. toegestane druk (hoge en lagedruk zijde) - TS: Min./max. toegestane temperatuur (hoge en lagedruk zijde) - Uitschakeldruk drukschakelaar - Unit lektest druk - Voltage, frequentie, aantal fasen - Maximum opgenomen stroom - Maximum opgenomen vermogen - Netto gewicht van de unit Controleer of alle accessoires compleet en onbeschadigd zijn meegeleverd. Gedurende de gehele levensduur van de unit moet hij periodiek worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat hij niet is beschadigd door schokken (hanteren van accessoires, gereedschappen etc.). Zo nodig moeten de beschadigde onderdelen worden gerepareerd of vervangen. Zie ook het hoofdstuk Onderhoud. ATTENTIE: Over de unit, of delen ervan, mag niet worden gelopen. Componenten en leidingwerk moeten regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gerepareerd of vervangen. GA NIET op koudemiddelleidingen STAAN. Gebroken leidingen gaan zwiepen en kunnen dan persoonlijk letsel veroorzaken. Klim niet op een machine. Gebruik een platform of stellage. Gebruik hulpmiddelen (kraan, lift etc.) bij transporteren, hijsen en plaatsen van zware componenten. Gebruik deze hulpmiddelen ook als er gevaar bestaat dat u uitglijdt of uw evenwicht verliest, zelfs wanneer componenten licht zijn. Gebruik bij vervanging alleen onderdelen die oorspronkelijk in de machine zijn toegepast. Zie hiervoor de onderdelenlijst. Deze is op aanvraag beschikbaar. Tap geen watercircuits af die industriële antivries bevatten zonder toestemming van de daartoe bevoegde autoriteiten. Sluit de waterintrede en uittredeafsluiters en ontlucht het watercircuit alvorens werkzaamheden aan de componenten in het circuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, stromingsschakelaar etc.). Controleer regelmatig alle afsluiters, bevestigingsmateriaal en leidingen op corrosie, roest, lekkage en schade. Draag gehoorbeschermers bij het uitvoeren van werkzaamheden in de buurt van een draaiende machine Transport en plaatsen van de unit Transport Zie hoofdstuk 1.1 Veiligheidsinstructies voor montage. Soms worden verticale steunen aangebracht voor transport en verplaatsen van de unit. Deze steunen moeten, indien gewenst, worden verwijderd voor toegang tot, of aansluiting van de unit 7

8 BELANGRIJK: Volg de juiste volgorde bij de demontage. Draai de schroeven 1 en 2 los. Draai schroef 3 los, trek steun 4 omhoog en verwijder hem. Draai schroef 5 los en daarna schroef 6. Trek steun 7 omhoog en verwijder hem. Draai schroef 8 los en verwijder plaat Bewaar de steunen na het in bedrijfstellen van de unit en plaats ze terug als de unit wordt verplaatst Plaatsen De machine moet worden geïnstalleerd op een plaats die niet toegankelijk mag zijn voor het publiek of die beveiligd is tegen toegang door onbevoegden. In het geval de machine is opgesteld op een verhoging moet deze gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud. Zie onder Afmetingen en benodigde vrije ruimte om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte is voor alle aansluitingen en voor onderhoudswerkzaamheden. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen. Voor standaardunits is bestendigheid tegen aardbevingen niet geverifieerd. WAARSCHUWING: Breng de hijsstroppen alleen aan op de punten die op de unit zijn aangegeven. Controleer voordat de unit wordt geplaatst: dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. dat het oppervlak waterpas, vlak en niet beschadigd is. De unit moet op de X en Y assen waterpas worden geplaatst (maximaal 5 mm afwijking per meter). dat er voldoende vrije ruimte is voor een onbelemmerde luchtuittrede en voor onderhoud. dat er op de juiste plaatsen voldoende steunpunten aanwezig zijn. dat de plaats van opstelling niet onder water kan komen te staan. dat wanneer zware sneeuwval kan voorkomen en lange perioden van temperaturen onder nul normaal zijn, de unit zo hoog is geplaatst dat sneeuw er zich niet tegen kan ophopen. Bij hoge windsnelheden kan het plaatsen van windbaffles uitkomst brengen. Deze mogen de luchtintrede uiteraard niet belemmeren. WAARSCHUWING: Controleer, voordat de unit naar de plaats van opstelling worden gehesen, dat alle panelen goed zijn bevestigd. De unit moet voorzichtig wordt gehesen en rustig worden neergezet. De 30RQ units kunnen worden verplaatst met hijsstroppen (gebruik dan evenaars) of een vorkheftruck. De batterijen moeten tijdens transport goed zijn beschermd. De unit mag niet méér dan 15 overhellen. De unit is voorzien van serviceafsluiters stroomopwaarts en stroomafwaarts van het EXV (voor onderhoud van het EXV). De stand van de afsluiters mag niet worden gewijzigd terwijl de unit in bedrijf is. De unit mag niet worden opgeslagen met deze afsluiters in gesloten stand. WAARSCHUWING: Oefen nooit druk uit op de panelen van de omkasting. Alleen het basisframe van de unit is daartegen bestand. Als een unit beschikt over een hydromodule (opties 116B, C, F, G, M, N P, Q), moeten de hydromodule en pompleidingen zodanig worden geïnstalleerd dat ze niet aan spanningen worden blootgesteld. De leidingen van de hydromodule moeten zodanig worden aangebracht dat het gewicht van de leidingen niet wordt gedragen door de pomp. Als de unit op zijn definitieve plaats staat, verwijder dan de skids en ander transportmateriaal. Zorg dat de unit waterpas staat en zet hem met bouten vast op de vloer. De werking van de unit kan nadelig worden beïnvloed als hij niet waterpas staat en niet goed is bevestigd Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling Vóór de opstart van het koelsysteem moet de gehele installatie, inclusief het koelsysteem worden vergeleken met de installatietekeningen, maatschetsen, systeem leidingwerk en instrumentatie tekeningen en de elektrische schema s. Tijdens het uitvoeren van de installatietest moeten de nationale voorschriften worden gevolgd. Raadpleeg de norm EN als volgt indien de nationale voorschriften geen details bevatten: 8

9 Externe visuele installatiecontroles: Zorg ervoor dat de machine is gevuld met koudemiddel. Controleer op het typeplaatje dat de vloeistof welke wordt getranspoteerd R410A is en niet stikstof. Vergelijk de totale installatie met de koelsysteem- en elektrische schema s. Controleer dat alle componenten voldoen aan de ontwerpspecificaties. Controleer dat alle documenten en apparatuurbeveiligingen, verstrekt door de fabrikant (maatschetsen, P&ID, verklaringen, etc.) om te voldoen aan de voorschriften, aanwezig zijn. Verifieer dat alle beveiligingen en milieubeschermende appendages en maatregelen, verstrekt door de fabrikant, voldoen aan de lokale voorschriften. Verifieer dat alle documenten voor drukvaten, certificaten, naamplaten, dossiers, handleidingen, verstrekt door de fabrikant om te voldoen aan de voorschriften, aanwezig zijn. Verifieer dat de toegangsroute tot de unit en de vluchtwegen vrij zijn. Verifieer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van het opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen. Verifieer dat alle aansluitingen zijn gemaakt. Controleer steunen en bevestigingsmateriaal (materialen, route en bevestiging). Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen. Controleer de beveiliging tegen mechanische schade. Controleer de beveiliging tegen hitte. Controleer de beveiliging van bewegende delen. Controleer of er voldoende vrije ruimte is voor onderhoud of reparatie. Controleer de status van de afsluiters. Controleer de status van de thermische-isolatie. Bevestigingsbeugel (afvoeren) Chassisbevestigingsbouten (bewaren) BELANGRIJK: De compressoren zweven op rubberen blokken tussen het chassis van de unit en dat van het sub-frame (ze zijn niet zichtbaar).om tijdens transport de leidingen te beschermen is in de fabriek het sub-frame d.m.v. bevestigingsbouten gefixeerd aan het chassis van de unit. De bevestigingsbouten zijn met rode ringen gemarkeerd en moeten bij inbedrijfstelling worden verwijderd (zie waarschuwingslabel op de unit). 9

10 3 - AFMETINGEN, BENODIGDE VRIJE RUIMTE Zie hoofdstuk 11 voor desuperheater warmteterugwin optie RQ B standaardunits Elektrische voeding Met hydromodule A Verklaring Alle afmetingen in mm Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van warmtewisselaarpijpen Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de warmtewisselaar Zonder hydromodule Voor aansluiting gebruikersinterface Waterintrede Wateruittrede Luchtuittrede, vrijhouden Opties 116 B, C, F, G M, N, P, Q A Met inregelventiel Zonder inregelventiel OPMERKING: Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de meest recente officiële maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen. 10

11 3.2-30RQ B unit met optie 280 Met hydromodule Elektrische voeding A Verklaring Alle afmetingen in mm Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van warmtewisselaarpijpen Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de warmtewisselaar Waterintrede Zonder hydromodule Voor aansluiting gebruikersinterface Wateruittrede Luchtuittrede, vrijhouden Opties 116 B, C, F, G M, N, P, Q A Met inregelventiel Zonder inregelventiel OPMERKING: Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de meest recente officiële maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen. 11

12 3.3-30RQ RQ X Y Elektrische voeding Met hydromodule A Voor aansluiting gebruikersinterface Zonder hydromodule Verklaring Opties 116 B, C, F, G M, N, P, Q A Met inregelventiel Zonder inregelventiel 1 Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom Waterintrede OPMERKING: Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de meest recente officiële maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. 2 3 Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van warmtewisselaarpijpen Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de warmtewisselaar Wateruittrede Luchtuittrede, vrijhouden Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen. 12

13 3.4 - Installatie van meerdere warmtepompen Indien meerdere warmtepompen bij elkaar op een dak opge-steld gaan worden, bevelen wij aan deze volgens onder-staand voorbeeld te projecteren. Hiermee wordt voorkomen dat warme condensorlucht een naastliggende machine beïnvloed. 1,5 m min 1,5 m min Afstand tot de muur Voor juiste werking dient: indien h<h (2,3m) dan S = 3m indien h > H of S < 3 m dan graag contact opnemen met Carrier om mogelijke alternatieven te bespreken. In sommige gevallen kan voor een accessoire gekozen worden. Als deze aanbevolen opstelling niet mogelijk is verzoeken wij u contact op te nemen met Carrier om mogelijke alternatieven te bespreken. In sommige gevallen kan voor een accessoire gekozen worden. H S h Trillingsdempers 4 - Technische gegevens RQ B standaardunits 30RQ Bedrijfsgewicht* Standaardunit met optie 15 en hogedruk module met kg dubbele pomp Standaardunit met optie 15 kg Standaardunit zonder opties** kg Geluidsniveaus Unit met optie 15LS (laag geluid) Geluidsvermogen W*** db(a) Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) Standaard unit, zonder optie 15 en zonder hydromodule Geluidsvermogen W*** db(a) Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) Compressoren Hermetische scroll, 48,3 r/s Circuit A Circuit B Aantal capaciteitstrappen Koudemiddel R-410A Circuit A 25,8 25,8 26,3 26,3 Circuit B 27,7 27,7 26,3 26,3 Regeling Pro-Dialog Plus Minimum capaciteit % Lucht-warmtewisselaar Geribde koperen pijpen met aluminium lamellen Ventilatoren Axial Flying Bird 4 met meedraaiende geleidering Aantal Total luchthoeveelheid l/s Snelheid r/s 15,7 15,7 15,7 15,7 Water-warmtewisselaar Platen-warmtewisselaar met 2 circuits Waterinhoud l 10,76 12,64 16,69 21,20 Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydromodule kpa Hydromodule (optie) Pomp, gaasfilter, overstort, expansievat, manometer, ontluchtings-afsluiters, stromingsschakelaar en inregel-afsluiters Waterpomp Centrifugaal, monocell, 48,3 r/s, lage of hoge druk (naar wens), enkele of dubbele pomp Aantal Inhoud expansievat l Max. bedrijfsdruk waterzijdig met hydromodule kpa Wateraansluitingen zonder hydromodule Victaulic Diameter in 2 1/2 2 1/2 2 1/2 2 1/2 Leiding diameter uitwendig mm 76,1 76,1 76,1 76,1 Wateraansluitingen met hydromodule Victaulic Diameter in Leiding diameter uitwendig mm 88,9 88,9 88,9 88,9 Lakkleur chassis Kleurcode: RAL 7035 * De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn. Zie voor de koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. ** Standaard unit: basis unit zonder optie 15 en hydromodule optie. *** In db ref=10-12 W, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 4871 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Gemeten volgens ISO en gecertificeerd door Eurovent. **** In db ref 20 μpa, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 4871 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Ter informatie, berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). 13

14 4.2-30RQ B units met optie 280 en 30RQ units 30RQ Bedrijfsgewicht* Standaardunit met optie 15 met hogedruk module met kg dubbele pomp Standaardunit met optie 15 kg Standaardunit zonder opties** kg Geluidsniveaus Unit met optie 15LS (laag geluid) Geluidsvermogen W*** db(a) Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) Standaard unit, zonder optie 15 en zonder hydromodule Geluidsvermogen W*** db(a) Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) Compressoren Hermetische scroll, 48,3 r/s Circuit A Circuit B Aantal capaciteitstrappen Koudemiddel R-410A Circuit A kg Circuit B kg Regeling Pro-Dialog Plus Minimum capaciteit % Lucht-warmtewisselaar Geribde koperen pijpen met aluminium lamellen Ventilatoren Axial Flying Bird 4 met meedraaiende geleidering Aantal Total luchthoeveelheid l/s Snelheid r/s 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 Water-warmtewisselaar Directe-expansie, shell-and-tube met 2 circuits Waterinhoud l Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydromodule kpa Hydromodule (optie) Pomp, gaasfilter, overstort, expansievat, manometer, ontluchtings-afsluiters, stromingsschakelaar en inregel-afsluiters Waterpomp Centrifugaal, monocell, 48,3 r/s, lage of hoge druk (naar wens), enkele of dubbele pomp Aantal Inhoud expansievat l Max. bedrijfsdruk waterzijdig met hydromodule kpa Wateraansluitingen zonder hydromodule Victaulic Diameter in Leiding diameter uitwendig mm 88,9 88,9 88,9 88,9 114,3 114,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 Wateraansluitingen met hydromodule Victaulic Diameter in Leiding diameter uitwendig mm 88,9 88,9 88,9 88,9 114,3 114,3 114,3 114,3 139,7 139,7 139,7 Lakkleur chassis Kleurcode: RAL 7035 * De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn. Zie voor de koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. ** Standaard unit: basis unit zonder optie 15 en hydromodule optie. *** In db ref=10-12 W, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 4871 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Gemeten volgens ISO en gecertificeerd door Eurovent. **** In db ref 20 μpa, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 4871 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Ter informatie, berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). 14

15 5 - Elektrische gegevens RQ B standaardunits en units met optie 280 en 30RQ units 30RQ Hoofdstroom Elektrische voeding V-f-Hz Netspanningslimieten V Stuurstroom 24 V, via interne transformator Nominaal opgenomen stroom unit* Circuits A + B (gezamenlijke voeding) A Maximum opgenomen vermogen unit** Circuits A + B (gezamenlijke voeding) kw Cosinus phi unit, bij maximale capaciteit** 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 Maximum opgenomen stroom unit (Un-10%)*** Circuits A + B (gezamenlijke voeding) A Maximum opgenomen stroom unit (Un)**** Circuits A + B (gezamenlijke voeding) A Maximum aanloopstroom, standaardunit (Un) Circuits A + B A Max. aanloopstroom, unit met soft starter (Un) Circuits A + B A * Standaard Eurovent condities: gekoeldwater intrede-/uittredetemperatuur 12 C/7 C, buitenluchttemperatuur 35 C. ** Opgenomen vermogen, compressoren en ventilatoren, bij de bedrijfslimieten van de unit (verzadigde zuiggastemperatuur 10 C, verzadigde condensatietemperatuur 65 C) en nominaal voltage van 400 V (gegevens op machine kenplaat). *** Max. bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 360 V. **** Max. bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 400 V (gegevens op machine kenplaat). Maximum directe aanloopstroom bij maximale bedrijfslimieten (maximum bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) + ventilatorstroom + aanloopstroom van de grootste compressor) Kortsluitvastheid stroom Kortsluitvastheid stroom (TN stelsel)* 30RQ Unit zonder hoofdschakelaar (behalve de 30RQ 182 t/m 262 welke standaard worden geleverd met werkschakelaar) Met zekeringen stroomopwaarts - maximale voorzekering (gl/gg) Circuits A en B A / / /500 Met zekeringen stroomopwaarts - maximale kortsluitstroom (gl/gg) Circuits A en B ka /70 60/70 60/70 Unit met hoofdschakelaar zonder zekering (standaard voor Nederland) (standaard voor de 30RQ 182 t/m 262 en optioneel voor de 30RQ 302 t/m 522) Nominale kortdurende kortsluitstroom (1s) effectief Ieff** / piek Ipk*** Circuits A en B ka/ka 9/26 9/26 9/26 9/26 13/26 13/26 13/26 13/26 15/30 15/30 15/30 Met zekeringen stroomopwaarts - maximale voorzekering (gl/gg) Circuits A en B A / / / Met zekeringen stroomopwaarts - nominale korstsluitstroom Icc/Icf Circuits A en B ka Unit met optionele hoofdschakelaar met zekeringen (niet beschikbaar voor de 30RQ 182 t/m 262 en optioneel voor de 30RQ 302 t/m 522) Kortsluitvastheid Icc/Icf verhoogd met zekeringen - maximale voorzekering (gl/gg) Circuits A en B ka Kortsluitvastheid Icc/Icf verhoogd met zekeringen - maximale kortsluitstroom (gl/gg) Circuits A en B ka * Wijze van Aarde in het systeem ** Ieff: effectieve stroomwaarde *** Ipk: piekstroomwaarde Icc/Icf: nominale kortsluitstroom IT stelsel: De hierboven gegeven waarden voor de Kortsluitvastheid stroom voor het TN stelsel gelden ook voor het IT stelsel voor de units 30RQ Voor units 30RQ 262 zijn modificaties noodzakelijk. 15

16 5.3 - Elektrische gegevens, hydro module Hebben de pompen die in de fabriek zijn geïnstalleerd in deze units motoren met efficiëntie klasse IE2. De extra elektrische gegevens die nodig* zijn als volgt: Enkele en dubbele lagedruk pompmotor 30RQ B standaard units (opties 116F, 116G, 116P, 116Q) No.** Beschrijving*** 30RQ Nominale efficiëntie bij volledige nominale belasting en spanning % 83,4 83,4 83,4 84,8 1 Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en spanning % ,3 1 Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en spanning % 82,9 82,9 82,9 84,2 2 Efficiëntieniveau IE2 3 Fabricagejaar Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het moment 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant van inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 5 Modelnummer van het product 6 Aantal polen van de motor Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale spanning (400 V) kw 2,2 2,2 2, Maximum opgenomen vermogen (400 V)**** kw 2,6 2,6 2,6 3,5 8 Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz Nominale spanning V 3 x Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A 4,4 4,4 4,4 5,8 10 Nominaal toerental r/s - rpm Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 12 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen i) Niveau boven de zeespiegel m < 1000 ii) Omgevingstemperatuur C < 40 iv) Maximale luchttemperatuur Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. v) Mogelijk explosieve omgevingen Niet-ATEX omgeving Enkele en dubbele lagedruk pompmotor 30RQ B units met optie 280 en 30RQ units (opties 116F, 116G, 116P, 116Q) No.** Beschrijving*** 30RQ Nominale efficiëntie bij volledige nominale belasting en spanning % 83,4 83,4 83,4 83,4 84,8 84,8 86,1 86,1 86,1 88,6 88,6 1 Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en spanning % ,3 85,3 86,3 86,3 86,3 88,5 88,5 1 Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en spanning % 82,9 82,9 82,9 82,9 84,2 84,2 84,7 84,7 84,7 86,7 86,7 2 Efficiëntieniveau IE2 3 Fabricagejaar Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het moment van 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 5 Modelnummer van het product 6 Aantal polen van de motor Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale spanning (400 V) kw 2,2 2,2 2,2 2, ,5 5,5 7-2 Maximum opgenomen vermogen (400 V)**** kw 2,6 2,6 2,6 2,6 3,5 3,5 4,6 4,6 4,6 6,2 6,2 8 Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz Nominale spanning V 3 x Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A 4,4 4,4 4,4 4,4 5,8 5,8 7,7 7,7 7,7 10,2 10,2 10 Nominaal toerental r/s - rpm Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 12 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen i) Niveau boven de zeespiegel m < 1000 ii) Omgevingstemperatuur C < 40 iv) Maximale luchttemperatuur Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. v) Mogelijk explosieve omgevingen Niet-ATEX omgeving * Die nodig zijn bij verordening 640/2009 met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2005/32/EG op de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektrische motoren. ** Itemnummer volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. *** Beschrijving volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. **** Voor het verkrijgen van het maximum opgenomen vermogen voor een unit met hydromodule moet het maximum opgenomen vermogen van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij het opgenomen vermogen van de pomp. Voor het verkrijgen van de maximum opgenomen bedrijfsstroom voor een unit met hydromodule moet de maximum opgenomen stroom van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij de opgenomen stroom van de pomp. Boven 1000 m moet rekening worden gehouden met een achteruitgang van 3% voor elke 500 m. 16

17 Enkele en dubbele hogedruk pompmotor 30RQ B units met optie 280 en 30RQ units (opties 116B, 116C, 116M, 116N) No.** Beschrijving*** 30RQ Nominale efficiëntie bij volledige nominale belasting en % 86,1 86,1 86,1 86,1 88,6 88,6 90,1 90,1 90,1 91,3 91,3 spanning 1 Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en % 86,3 86,3 86,3 86,3 88,5 88,5 89,7 89,7 89,7 91,4 91,4 spanning 1 Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en % 84,7 84,7 84,7 84,7 86,7 86,7 87,9 87,9 87,9 90,3 90,3 spanning 2 Efficiëntieniveau IE2 IE2 IE2 IE2 IE2 IE2 IE3 IE3 IE3 IE3 IE3 3 Fabricagejaar Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het moment van 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 5 Modelnummer van het product 6 Aantal polen van de motor Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale spanning kw ,5 5,5 7,5 7,5 7, (400 V) 7-2 Maximum opgenomen vermogen (400 V)**** kw 4,6 4,6 4,6 4,6 6,2 6,2 8,3 8,3 8, Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz Nominale spanning V 3 x Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A 7,7 7,7 7,7 7,7 10,2 10,2 13,2 13,2 13,2 18,7 20,5 10 Nominaal toerental r/s - rpm Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 12 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen i) Niveau boven de zeespiegel m < 1000 ii) Omgevingstemperatuur C < 40 iv) Maximale luchttemperatuur Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. v) Mogelijk explosieve omgevingen Niet-ATEX omgeving * Die nodig zijn bij verordening 640/2009 met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2005/32/EG op de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektrische motoren. ** Itemnummer volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. *** Beschrijving volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. **** Voor het verkrijgen van het maximum opgenomen vermogen voor een unit met hydromodule moet het maximum opgenomen vermogen van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij het opgenomen vermogen van de pomp. Voor het verkrijgen van de maximum opgenomen bedrijfsstroom voor een unit met hydromodule moet de maximum opgenomen stroom van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij de opgenomen stroom van de pomp. Boven 1000 m moet rekening worden gehouden met een achteruitgang van 3% voor elke 500 m Compressoren Compressor I Nom I Max I Max LRA Cosinus Circuit (Un) (Un-10%) Phi max. 00PPG ,86 A A B PPG ,86 A A B I Nom Nominaal opgenomen stroom bij Eurovent condities (zie definitie van condities onder nominaal opgenomen stroom), A I Max Maximum bedrijfsstroom bij 360 V, A LRA Aanloopstroom A Opmerkingen bij de elektrische gegevens: De schakelkast bevat de volgende standaard componenten: - Starter- en motorbeveiligingen voor de compressor en ventilator(en) - Regelapparatuur. Aansluitingen op het werk: alle elektrische aansluitingen op het systeem en de elektrische montage moeten voldoen aan de van toepassing zijnde voorschriften. In Nederland is dit bijv. NEN De Carrier units 30RQ zijn dusdanig ontworpen en gebouwd dat ze voldoen aan de nationale voorschriften. Bij het ontwerp van de elektrische apparatuur is in het bijzonder rekening gehouden met de aanbevelingen in de Europese norm EN (machineveiligheid - elektrische machinecomponenten - deel 1: algemene voorschriften) (komt overeen met IEC ). Elektrische Reserves: Circuit A heeft beveiligingsschakelaars en aftakkingen die voorzien in het opgenomen vermogen van de koeler- en condensorpomp. Opmerkingen: Overeenstemming met EN is de beste manier om er zeker van te zijn dat wordt voldaan aan de Machinerichtlijn, Artikel De aanbevelingen van IEC worden geaccepteerd als overeenstemmend met de eisen van de installatierichtlijnen (NEN 1010). Aanvulling B van EN beschrijft de omgevingsclassificatie toegepast voor het ontwerp van deze machines. 1. De bedrijfsomgeving voor de units 30RQ wordt hieronder gespecificeerd: a. Omgeving* - Omgeving zoals geclassificeerd in IEC (komt overeen met IEC 60721): - buitenopstelling* - buitentemperaturen tussen -20 C tot +48 C, klasse 4K3* - hoogte: 2000 m (zie opmerking bij tabel Elektrische gegevens, hydromodule) - aanwezigheid van stofdeeltjes, klasse 4S2 (geen stof van betekenis aanwezig) - aanwezigheid van corrosieve en vervuilende substanties, klasse 4C2 (minimaal) - trilling en schokken, klasse 4M2 b. Vakbekwaamheid van het personeel, klasse BA4* (geschoold personeel - IEC 60364) 2. Frequentie-afwijking elektrische voeding: ± 2 Hz. 3. De nul (N) kabel kan niet direct op de unit worden aangesloten (gebruik zo nodig een transformator). 4. De unit is niet voorzien van beveiliging tegen te hoge stroom van de voedingskabels. 5. De ingebouwde lastscheider is van het type de beveiligingsschakelaar voldoet aan EN , geschikt voor isolatie volgens EN (komt overeen met IEC ). 6. De units zijn ontworpen voor aansluiting op TN netwerken (IEC 60364). Voor IT netwerken zorg voor een lokale aardaansluiting, neem contact op met een elektrotechnisch installateur of uw Energiebedrijf. Units geleverd met toerenregelaar (optie 12 en 28) zijn niet compatibel met het IT-netwerk. 7. Lekstromen: indien een aardlekbeveiliging noodzakelijk is om de veiligheid van de installatie te verzekeren, moet bij de selectie van de aardlekbeveiliging rekening worden gehouden met de aanwezige lekstroom die het gevolg is van het gebruik van frequentieregelaars in de unit. Het advies is om in dat geval een aardlekbeveiliging van minimaal 150 ma toe te passen. Opmerking: Neem altijd contact op met Carrier wanneer specifieke aspecten van een installatie niet voldoen aan de hierboven beschreven condities, of als er rekening moet worden gehouden met andere condities. * Het beschermingsniveau dat nodig is om aan deze klasse te voldoen is IP43BW (volgens norm IEC 60529). Alle units 30RQ zijn beschermd tot IP44CW en voldoen aan deze beschermingseisen. 17

18 5.5 - Elektrische reserves - hoofdstroom Bedrijfslimieten unit 30RQ Er zijn alleen hoofdstroom reserves bij units zonder hydromodule. De reserve is de waarde die overeenkomt met de capaciteit van de hogedruk pomp (zie de informatie in de tabel voor de hydromodule). Elektrische reserves - stuurstroom: De TC transformator, met alle mogelijke opties aangesloten, heeft een maximale reserve van 1A bij 24 V, 50 Hz. Voor dezelfde TC transformator kan met het 230 V, 50 Hz circuit met lintkabelaansluiting alleen de batterij-opladers voor laptop computers worden gevoed, 0,8 A bij maximaal 230 V. Koelbedrijf Luchtintredetemp. C BELANGRIJK: Op deze lintkabels mag alleen dubbel geïsoleerde klasse II apparatuur worden aangesloten. 6 - SELECTIEGEGEVENS Verwarmingsbedrijf Koeler wateruittredetemp. C Bedrijfslimieten unit Koelbedrijf Water-warmtewisselaar (koeler) Minimum Maximum Water intredetemperatuur (bij opstart) C 6.8* 30 Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 5 15 Water intredetemperatuur (tijdens stilstand) C - 60 Lucht-warmtewisselaar (condensor)** Buitentemperatuur C 0 46 Beschikbare externe statische druk Standaardunit (buitenopstelling) Pa 0 0 Unit met optie 12 (binnenopstelling) Pa 0*** 200 Verwarmingsbedrijf Water-warmtewisselaar (condensor) Minimum Maximum Water intredetemperatuur (bij opstart) C 8 45 Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C Water intredetemperatuur (tijdens stilstand) C 3 60 Lucht-warmtewisselaar (koeler) Buitentemperatuur** C Beschikbare externe statische druk Standaardunit (buitenopstelling) Pa 0 0 Unit met optie 12 (binnenopstelling) Pa 0*** 200 Opmerkingen: De maximale bedrijfstemperatuur mag niet worden overschreden. * Neem bij toepassingen bij temperaturen lager dan 6.8 C contact op met Carrier. ** Bij temperaturen tot -20 C is optie 28 (Winterbedrijf) noodzakelijk (standaard voor Nederland). Maximum buitenluchttemperatuur: voor transport en opslag van 30RQ units zijn de minimum en maximum toegestane temperaturen -20 C en +48 C. Deze temperaturen gelden ook bij vervoer per container. *** Unit met ventilatoren met externe statische druk tot 200 Pa. Opmerking: Koeler en condensor t = 5 K Verklaring Luchtintredetemp. C Standaardunit Condensor wateruittredetemp. C Bedrijfsbereik, unit met optie 28 Winterbedrijf. Met optie 28 (met leidende ventilator met variabel toerental voor elk circuit) is bedrijf tot -20 C buitenluchttemperatuur mogelijk. Bovendien moet de unit zijn uitgevoerd met de water-warmtewisselaar vorstbeveiligings optie (units zonder hydromodule) of de water-warmtewisselaar en hydromodule vorstbeveiligings optie (units met hydromodule), of het watercircuit moet door middel van een antivries-oplossing tegen vorst worden beschermd. ATTENTIE: Optie 28 Winterbedrijf Wanneer bij buitenluchttemperaturen lager dan 0 C de unit langer dan 4 uur is afgeschakeld, dan moet twee uur worden gewacht nadat de unit weer is aangeschakeld, zodat de frequentie-omvormer kan opwarmen. 18

19 6.2 - Minimum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Het minimum gekoeldwaterdebiet is vermeld in de tabel op de volgende pagina. Als het systeemdebiet lager is dan moet de vloeistofhoeveelheid worden gerecirculeerd zoals getoond in het schema. Voor minimum gekoeldwater debiet Minimum systeeminhoud Wat de grootte van de machine ook is, de minimum waterinhoud (liters) wordt berekend d.m.v. de volgende formule: Volume = CAP (kw) x N = liter Toepassing N Airconditioning 2,5 Industriële proceskoeling 6,5 waarin CAP = de koelcapaciteit (kw) bij de nominale bedrijfscondities voor de installatie. Deze waterinhoud is nodig voor een stabiele werking. 2 Het kan nodig zijn om een buffervat toe te passen om de benodigde systeeminhoud te verkrijgen. Dit buffervat moet voorzien zijn van keerschotten om een goede menging van de vloeistof (water of brijn) te bereiken. Zie onderstaande voorbeelden en onze aparte brochure Buffervaten. Aansluiting op een buffervat Verklaring 1 Water-warmtewisselaar 2 Recirculatie Maximum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Het maximum gekoeldwaterdebiet wordt vermeld in de tabel op de volgende pagina. Als het systeemdebiet hoger is dan de maximum waarde, kan het teveel worden overgestort. Voor maximum gekoeldwater debiet 1 Fout Fout Goed Goed Maximum systeeminhoud Verklaring 1 Water-warmtewisselaar 2 Bypass 2 Units met hydromodule hebben een ingebouwd expansievat waardoor de systeeminhoud wordt beperkt. In onderstaande tabel is de maximale systeeminhoud vermeld voor water of ethyleen-glycol in verschillende concentraties, alsmede de statische drukken. Als, in vergelijking met de minimum inhoud van het watercircuit, de maximum inhoud onvoldoende is, dan moet het systeem worden uitgebreid met een extra expansievat. Maximum systeeminhoud, l Variabel debiet water-warmtewisselaar Variabel waterdebiet kan worden toegepast in standaard machines. Het debiet moet hoger zijn dan het minimum debiet vermeld in de tabel toegestane debieten en mag niet meer dan 10% per minuut variëren. 30RQ Statische druk bar Water Ethyleen-glycol 10% Ethyleen-glycol 20% Ethyleen-glycol 30% Ethyleen-glycol 40% Als het debiet verandert, dan moet het systeem minimaal 6,5 liter water per kw bevatten in plaats van 2,5 l/kw. 19

20 6.7 - Waterdebiet water-warmtewisselaar 30RQ B standaardunits 30RQ Waterdebiet minimum, l/s Waterdebiet maximum, l/s* 182 2, ,8 14, , ,5 18 * Het maximum waterdebiet komt overeen met een drukverlies van 100 kpa (warmtewisselaar zonder hydromodule). 30RQ B units met optie 280 en 30RQ units 30RQ Waterdebiet minimum, l/s Waterdebiet maximum, l/s* 182 2,8 26, ,8 26, ,0 26, ,5 26, ,9 26, ,4 29, ,9 31, ,2 31, ,8 31, ,1 31, ,9 31,1 * Het maximum waterdebiet komt overeen met een drukverlies van 100 kpa (warmtewisselaar zonder hydromodule) Drukverliescurve water-warmtewisselaar en standaard water intrede/uittrede aansluitingen 30RQ B standaardunits 30RQ B units met optie 280 en 30RQ units Drukverlies, kpa Drukverlies, kpa 1 30RQ RQ RQ RQ 262 Waterdebiet, l/s 1 30RQ RQ RQ Waterdebiet, l/s OPMERKING: Indien de Carrier instructies (voeding en wateraansluiting en installatie) niet worden nageleefd vervalt de garantie. 20

21 7 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Zie de met de unit meegeleverde officiële Carrier maatschetsen Elektrische voeding De elektrische voeding moet overeenkomen met het voltage zoals aangegeven op de kenplaat van de unit. De voedingsspanning moet liggen binnen de limieten aangegeven in de tabel elektrische gegevens. Zie voor aansluitingen de elektrische schema s en de officiële maatschetsen. WAARSCHUWING: Bedrijf van de machine met een voedingsspanning buiten de gespecificeerde limieten, of met een veel te hoge fase-onbalans, kan schade veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt. Als de faseonbalans groter is dan 2% voor spanning of groter dan 10% voor stroom, dan mag de unit niet worden aangeschakeld. Zorg dat de fout wordt hersteld voordat de unit wordt gestart Fase onbalans spanning (%) 100 x max. afwijking van gemiddeld voltage gemiddeld voltage Voorbeeld: Bij een aansluiting van 400 V - 3 f - 50 Hz waren de gemeten individuele spanningen: AB = 406 V, BC = 400 V, AC = 394 V Gemiddeld voltage = ( )/3 = 1200/3 = 400 V Bereken de max. afwijking van de gemiddelde 400 V: (AB) = = 6 (BC) = = 0 (AC) = = 6 Motor De maximale afwijking van het gemiddelde is 6 V. Het hoogste afwijkingspercentage is: 100 x 6/400 = 1,5% Hoofdstroomaansluiting/hoofdschakelaar 30RQ Aansluitpunten Hoofdschakelaar zonder zekering (opt. 70) Hoofdschakelaar met zekering (opt. 70D) Standaardunit X (standaard) Optie X (standaard) X Optie 70D Niet beschikbaar X Aanbevolen aderdiameters Het dimensioneren van de elektrische bekabeling is de verantwoordelijkheid van de installateur en is afhankelijk van de specifieke kenmerken van een project en de plaatselijke voorschriften. Het onderstaande is slechts bedoeld als richtlijn. Carrier is niet aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit zou kunnen voortvloeien. Nadat de bekabeling is gedimensioneerd moet de installateur, met behulp van de meegeleverde officiële maatschets, zorgen voor een gemakkelijke aansluiting en modificaties aangeven die op het werk moeten worden uitgevoerd. De aansluitingen die standaard zijn voorzien voor de op het werk aan te leggen voedingskabels naar de hoofd-/werkschakelaar zijn ontworpen voor het aantal en type kabels die in onderstaande tabel zijn vermeld. De berekeningen zijn gebaseerd op de maximale stroom van de machine (zie tabellen Elektrische gegevens). Bij het toepassen van de expansiebox worden de volgende gestandaardiseerde installatiemethoden gevolgd, in overeenstemming met IEC 60364, tabel 52C (NEN1010): Nr. 17: afzonderlijke spandraden, en nr. 61: kabelkoker in de grond met een correctiepercentage van 20%. De berekening is gebaseerd op PVC of XLPE geïsoleerde kabels met koperen of aluminium kern. De maximum temperatuur is 48 C. De gegeven kabellengte beperkt het spanningsverlies tot < 5%. Dit is minder dan de toegestane 2% en dus acceptabel. Selectietabel minimum en maximum aderdiameters (per fase) voor aansluiting van 30RQ units Max. aan te sluiten aderdiameters (per fase) Min. aderdiameters (per fase) Max. aderdiameters (per fase) 30RQ Aderdiameter (mm 2 ) Aderdiameter (mm 2 ) Max. lengte (m) Kabel type Aderdiameter (mm 2 ) Max. lengte (m) Kabel type x 240 of 2 x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x 240 of 2 x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x 240 of 2 x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x 240 of 2 x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x x XLPE Cu 2 x XLPE Al x x XLPE Cu 3 x XLPE Al x x XLPE Cu 3 x XLPE A 21

22 BELANGRIJK: Voordat de hoofdstroomkabels (L1- L2-L3) op de klemmenstrook worden aangesloten, moet de juiste volgorde van de 3 fasen worden gecontroleerd voordat de aansluiting op de klemmenstrook of de hoofd-/ werkschakelaar wordt gemaakt. De opgegeven stroomwaarden gelden voor een unit die is voorzien van een hydromodule en werkt bij maximale stroom Doorvoer voedingskabel De voedingskabels kunnen via de onder- of zijkant van de unit in de schakelkast worden gevoerd. 1. Unit boven de vloer (bijvoorbeeld bij montage op sub-frame): Het wordt aanbevolen om de kabels via de onderkant in de schakelkast te voeren. Dit kan via een verwijderbare aluminium plaat onder de schakelkast. 2. Unit op de vloer (bijvoorbeeld op betonnen fundatie): Het wordt aanbevolen om de kabels via de zijkant in de schakelkast te voeren. Dit kan via een aluminium paneel aan de voorkant van de schakelkast. Controleer vooraf of de bocht die de kabel moet maken niet te groot is voor de beschikbare aansluitruimte in de schakelkast. Zie de officiële maatschets van de unit Invoerkast hoofdstroombekabeling Bij toepassing van deze kast (accessoire) kunnen de kabels worden gestript voordat ze in de schakelkast komen. De invoerkast moet worden toegepast wanneer de bocht van de kabel te groot is voor de beschikbare aansluitruimte in de schakelkast. De kast verzorgt de mechanische beveiliging van de gestripte kabel voordat die in de schakelkast komt. Hij moet in de volgende gevallen worden toegepast: Unit op de vloer en voedingskabels gebruikt met beschermende metalen mantel. Unit op de vloer en voedingskabels gebruikt met een doorsnede van > 250 mm Op het werk aan te leggen stuurstroombedrading BELANGRIJK: Het aanbrengen van externe bedrading van de bedieningspaneelcircuits kan veiligheidsrisico s met zich meebrengen: in het geval van wijzigingen in de regelkast moet gezorgd worden dat de apparatuur blijft voldoen aan de lokale voorschriften. Er moeten veiligheidsmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat circuits die van verschillende bronnen afkomstig zijn met elkaar in contact komen: Voor de gekozen kabeltracé s en/of de isolatie van de geleiders moet gebruik gemaakt worden van dubbele elektrische isolatie. In geval van losraken van stuurstroombedrading moet deze zodanig bevestigd zijn (ty-wraps aan bijv. kabelboom) dat de draad niet in aanraking kan komen met andere spanningsvoerende delen. Zie de montage-instructies Pro-Dialog Plus en de met de unit meegeleverde officiële elektrische schema s voor aansluiting van de volgende regelcomponenten: Externe beveiliging (beveiligingsketen) Beveiliging water-warmtewisselaar pomp (verplicht) Aan/uit schakelaar op afstand Op afstand geplaatste schakelaar verwarmen/koelen Externe schakelaar begrenzing opgenomen vermogen 1 Dubbel setpoint op afstand Alarmmelding per circuit Water-warmtewisselaar pompregeling Reset setpoint op afstand of buitenluchttemperatuur reset opnemer (0-10 V) Verschillende vergrendelcontacten op de print van de Energie Management Module (EMM) (accessoire of optie) Handhaven elektrische voeding Nadat de unit in bedrijf is gesteld, mag de elektrische voeding alleen worden afgeschakeld voor klein, snel onderhoud. Bij langdurig onderhoud, of wanneer de unit uit bedrijf wordt genomen en opgeslagen (bijv. in de winter of wanneer de unit geen koeling hoeft te leveren) moet de elektrische voeding aanblijven zodat de carterverwarming van de compressoren in bedrijf blijven. 8 - WATERLEIDING AANSLUITINGEN Zie de met de warmtewisselaar meegeleverde maatschetsen voor afmetingen en plaats van alle waterintrede- en uittrede aansluitingen. Doorvoer voedingskabel De waterleidingen mogen geen radiale of axiale torsie op de warmtewisselaars uitoefenen of trillingen overbrengen op het leidingwerk of het gebouw. De kwaliteit van het toevoerwater moet worden geanalyseerd. Zo nodig kan het water worden voorbehandeld of kunnen filters, regelapparatuur, isolatie en aftapventielen worden ingebouwd. Controleer vóór de inbedrijfstelling dat de warmtewisselaar geschikt is voor de materialen en de coating van het watercircuit. Controleer, bij toevoeging van additieven of andere 22

23 vloeistoffen anders dan die door Carrier worden aanbevolen, dat de vloeistoffen niet als gassen worden beschouwd, en dat ze behoren tot klasse 2, zoals gedefinieerd in richtlijn 97/23/EC. Carrier aanbevelingen voor warmtewisselaar vloeistoffen Geen NH 4+ ionen in het water, deze zijn namelijk zeer schadelijk voor koper. Dit is een van de bepalende factoren voor de levensduur van koperen leidingen. Zelfs door enkele tienden ppm wordt het koper in de loop der tijd ernstig gecorrodeerd. Cl - ionen zijn schadelijk voor koper met het risico van perforaties als gevolg van corrosie. Houd dit zo mogelijk lager dan 125 mg/l. SO 4 2- ionen kunnen perforerende corrosie veroorzaken bij een gehalte van meer dan 300 ppm. Geen fluoride ionen (<0.1 ppm). Er mogen geen Fe 2+ en Fe 3+ ionen met aanzienlijke gehaltes opgeloste zuurstof aanwezig zijn. Opgelost ijzer < 5 ppm met opgeloste zuurstof < 5 ppm. Opgeloste silicone: silicone is een zuurelement van water en kan ook tot corrosie leiden. Gehalte < 15 ppm. Water hardheid: >0,5 mmol/l. Waarden tussen 1,0 en 2,5 mmol/l worden aanbevolen. Dit vergemakkelijkt kalkafzetting die de corrosie van koper kan beperken. Te hoge waarden kunnen in de loop der tijd tot verstopping van de leidingen leiden. Een totale alkaliteit (TAC) beneden 100 mg/l gewenst. Opgeloste zuurstof: plotselinge wijzigingen in het water zuurstofgehalte moeten worden vermeden. Het is net zo schadelijk om zuurstof aan het water te onttrekken door het te mengen met inert gas als teveel zuurstof toe te voeren door het te mengen met pure zuurstof. Het verstoren van de zuurstoftoevoer condities leidt tot destabilisatie van koper hydroxiden en vergroting van deeltjes. Elektrische geleidbaarheid µS/cm. ph: ideale ph neutraal bij C (7,5 < ph < 9) ATTENTIE: Vullen, bijvullen of aftappen van het watercircuit mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met behulp van gereedschap en stoffen die geschikt zijn voor het product. Bijvullen en aftappen van warmtewisselaar vloeistof moet gebeuren met behulp van door de installateur in het watercircuit aan te brengen voorzieningen. Vul nooit warmtewisselaar vloeistof bij rechtstreeks in de warmtewisselaars Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen Controleer alvorens het systeem in gebruik te nemen dat de watercircuits zijn aangesloten op de juiste warmtewisselaars. Bij het ontwerp van het watercircuit moet er rekening mee worden gehouden dat er zo min mogelijk bochten en horizontale leidingen op verschillende niveaus voorkomen. Hieronder zijn de belangrijkste punten genoemd: Houd rekening met de waterintrede- en wateruittrede aansluitingen van de unit. Monteer handbediende of automatische ontluchtingsafsluiters op alle hoge punten in het circuit. Pas een onderdrukbeveiliging toe (aan de zuigkant van de pomp) indien de unit is voorzien van een hydromodule. Pas een expansievat en overstortklep toe (bij units met hydromodule optie zijn de overstortklep en het expansievat ingebouwd). Breng thermometers aan in zowel de intrede als uittrede wateraansluitingen. Monteer aftapafsluiters op alle lage punten, zodat het hele systeem kan worden afgetapt. Monteer afsluiters in de intrede en uittrede waterleidingen nabij de koeler. Gebruik flexibele verbindingen om overbrenging van trillingen op het leidingwerk te voorkomen. Controleer de gekoeldwaterleidingen op waterlekkage en isoleer dan alle leidingen om energieverlies en condensaatvorming te voorkomen. Dek de isolatielaag af met dampdicht materiaal. Indien de uitwendige waterleidingen van de unit lopen door een omgeving waar temperaturen beneden 0 C kunnen voorkomen, dan moeten ze tegen vorst worden beschermd (antivries-oplossingen of verwarmingselementen). Het gebruik van verschillende metalen in hydraulische leidingen kan elektrolytische paren en tengevolge daarvan corrosie doen ontstaan. Controleer dan of het nodig is om (opofferings) anodes te installeren. OPMERKING: Units zonder hydromodule moeten worden voorzien van een gaasfilter. Dit moet worden gemonteerd in de waterintrede leiding stroomopwaarts van de drukopnemer en dicht bij de warmtewisselaar van de unit. Het moet goed toegankelijk zijn voor reinigen en verwijderen. De maasgrootte van het filter moet 1,2 mm zijn. Wanneer het filter ontbreekt kan tijdens de eerste opstart de platen-warmtewisselaar of de meerpijps water-warmtewisselaar snel vervuild raken, omdat deze de filterfunctie overneemt. Hierdoor kan de goede werking van de unit nadelig worden beïnvloed (verlaagd waterdebiet door verhoogd drukverlies). Units met hydromodule zijn voorzien van dit type filter. Breng geen statische of dynamische druk van betekenis in het circuit van de warmtewisselaar (met betrekking tot de ontwerp systeemdrukken). Producten die eventueel worden aangebracht tijdens de uitvoering van de wateraansluitingen als thermische isolatie van de containers moeten chemisch neutraal zijn ten opzichte van de materialen en coatings waarop ze worden aangebracht. Alle originele door Carrier geleverde materialen voldoen aan deze eis. 23

24 8.2 - Wateraansluitingen De optionele hydromodule is niet geschikt voor open systemen en moet ook werken met druk aan de zuigkant van de pomp die hoger is dan de minimale statische druk Unit met hydromodule optie 116B, 116C, 116F, 116G Unit met hydromodule optie 116M, 116N, 116P, 116Q Verklaring Componenten van de hydromodule 1 Victaulic gaasfilter 2 Expansievat 3 Veiligheid 4 Pomp 5 Drukmeetpunt - zie installatiehandleiding 6 Manometer om het drukverlies van de componenten te meten (indien opties 116B, 116C, 116F, 116G worden gebruikt) - zie installatiehandleiding 7 Manometer met wateraftap (indien opties 116B, 116C, 116F, 116G worden gebruikt) 8 Wateraftap 9 Inregelafsluiter 10 Water-warmtewisselaar 11 Water-warmtewisselaar vorstbeveiliging (elektrische verwarming) 12 Vorstbeveiliging hydromodule (elektrische verwarming - optie) 13 Ontluchting (water-warmtewisselaar) 14 Wateraftap (water-warmtewisselaar) 15 Leiding compensator (flexibele aansluitingen) 16 Stromingsschakelaar 17 Watertemperatuur opnemer Componenten van de installatie 18 Ontluchting 19 Flexibele verbinding 20 Afsluiter 21 Vulafsluiter 22 Trillingdempers 23 Pompsteun 24 Water-warmtewisselaar intrede 25 Water-warmtewisselaaruittrede 26 Waterintrede-aansluiting hydromodule 27 Wateruittrede-aansluiting hydromodule --- Hydromodule (unit met hydromodule) Grens van geleverde componenten, omgeving warmtepomp B Alleen voor typen Opmerkingen Het systeem is voorzien van vorstbeveiliging (elektrische verwarming). De hydromodule heeft vorstbeveiliging in de vorm van elektrische verwarmingselementen (item 12). De water-warmtewisselaar is voorzien van vorstbeveiliging via een in de fabriek gemonteerde elektrische verwarming. 24

25 Principeschema van een watercircuit, unit met hydromodule opties 116B, 116C, 116F, 116G B B Principeschema van een watercircuit, unit met hydromodule opties 116M, 116N, 116P, 116Q B B Zie verklaring op vorige pagina, hoofdstuk

26 Unit zonder hydromodule optie Principeschema van een gekoeldwatercircuit - zonder hydromodule De temperatuuropnemers van de warmtewisselaar zijn een onderdeel van de vorstbeveiliging: indien verwarmingselementen op de leiding (tracing) wordt toegepast zorg er dan voor dat ze de meting van deze opnemers niet beïnvloeden Indien er kans is dat de elektrische voeding naar de machine wordt afgeschakeld moet er of een antivriesoplossing worden gebruikt of moet de machine in de winter worden afgetapt Winterstand Dicht Verklaring 1 Inregelventiel 2 Ontluchting 3 Stromingsschakelaar, water-warmte-wisselaar (meegeleverd) 4 Flexibele verbinding 5 Warmtewisselaar 6 Temperatuuropnemer (meegeleverd) 7 Afvoer 8 Buffervat (indien nodig) 9 Filter (maasgrootte 1,2 mm) 10 Expansievat 11 Vulafsluiter 12 Geïsoleerde klep 13 By-pass ventiel Waterhoeveelheid 8 Klemmen 34 en 35 moeten op het werk worden aangesloten op een beveiliging voor de gekoeldwaterpomp (hulpcontact van de magneetschakelaar van de pomp) Vorstbeveiliging Antivries-oplossingen en verwarmingselementen kunnen worden gecombineerd. De water-warmtewisselaar en de hydromodule zijn beveiligd tegen bevriezen door middel van elektrische verwarming tot een buitenluchttemperatuur van -20 C. Indien Optie 41 is besteld (standaard in Nederland) voor de standaard 30RQ B units (alleen in dit geval) en als de Accessoire water aansluitpijpen zijn besteld moet er een verwarmingselement worden geïnstalleerd op deze pijpen om ze vorstvrij te houden tot -20 C omgevingstemperatuur Unit Open Dicht Waterleidingnet LET OP: Omdat gebruik wordt gemaakt van elektrische verwarmingselementen ter voorkoming van bevriezing mag de elektrische voeding van de unit niet worden afgeschakeld. BELANGRIJK: De hoofdschakelaar, de hulp beveiligingsschakelaar voor de verwarmingen en de stuurstroomcircuit schakelaar moeten altijd gesloten blijven (zie voor de locatie van deze componenten het elektrisch schema) Werking van twee units in master/slave bedrijf Voor dit type bedrijf moet de optie Twinning worden besteld. De geleverde units zijn dan voorzien van een extra opnemer, aangesloten op de elektronische print, en geplaatst in de schakelkast. Deze opnemer moet worden toegepast wanneer master/ slave regeling op basis van de wateruittrede wordt gebruikt (niet nodig voor waterintrede regeling). Op het werk moeten de twee units worden verbonden via een communicatiebus (0.75 mm 2, afgeschermde kabel). Zie het boekje 30RB/RQ Pro-Dialog Plus regeling voor de aansluitadressen. Alle units zijn standaard voorzien van een in de fabriek ingestelde stromingsschakelaar. Bij units zonder hydromodule moet het contact van de gekoeldwaterpomp worden aangesloten. Lijst met Opties voor de periode dat de unit niet wordt gebruikt (stand-by bedrijf) Omgevingstemperatuur 30RQ standaardunits 30RQ units met optie 280 en 30RQ standaardunits Zonder optie 116 Met optie 116 Zonder optie 116 Met optie 116 > 0 C tot 46 C C tot 0 C Optie 41 of Geschikte antivriesoplossing (bijvoorbeeld glycol) Optie 42A of Geschikte antivriesoplossing (bijvoorbeeld glycol) 26 Optie 41 of Geschikte antivriesoplossing (bijvoorbeeld glycol) of Tap de watercircuits af Optie 42A of Geschikte antivriesoplossing (bijvoorbeeld glycol) of Tap de watercircuits af of Optie 41 en schakeling van de pomp in de hydromodule* -20 C tot 0 C Optie 42A of Geschikte antivriesoplossing (bijvoorbeeld glycol) of Tap de watercircuits af * Laat de pomp water circuleren. Indien afsluiters zijn toegepast moet een bypass worden geïnstalleerd (zie tekening Winterstand ).

27 Master/slave bedrijf is alleen mogelijk wanneer de units parallel zijn aangesloten, dus niet wanneer ze in serie zijn aangesloten. Alle parameters die nodig zijn voor de master/ slave functie moeten worden ingesteld via het Service Configuratie menu. Alle regelingen op afstand van de master/ slave combinatie (aan/uit, setpoint, etc.) worden geregeld door de als master geconfigureerde unit en moeten dus ook alleen in de master unit worden geconfigureerd. Iedere unit regelt zijn eigen waterpomp. Bij toepassing van een gezamenlijke pomp (variabel debiet) moeten op iedere unit afsluiters worden gemonteerd. Deze worden bij het openen en sluiten geactiveerd door de regeling van elke machine (in dit geval worden de afsluiters geregeld door de uitgangen van de betreffende waterpomp). Zie het boekje Installatie, Bediening Pro-Dialog Plus Regeling 30RB/RQ voor meer informatie. 30RQ (met configuratie wateruittrede regeling) Extra elektrische verwarmingselementen Om de capaciteitsverlaging van de warmtepomp bij lage buitentemperaturen te compenseren, zie onderstaande figuur, kunnen in de wateruittredeleiding extra verwarmingselementen worden geplaatst. Hun capaciteit kan het capaciteitsverlies van de warmtepomp compenseren. Deze verwarmingselementen kunnen worden geregeld door een elektronische print (accessoire). Er zijn vier uitgangen beschikbaar om de magneetschakelaars (niet met de print meegeleverd) van de verwarming te regelen. Deze uitgangen kunnen worden geconfigureerd voor twee, drie of vier trappen. De laatste trap wordt alleen geactiveerd na afschakelen van de warmtepomp na een bedrijfsfout (beveiliging). In onderstaande figuur voorbeeld van extra elektrische verwarmingselementen is de capaciteit van de vier verwarmingselementen gelijk aan de capaciteit van de warmtepomp bij 7 C buitenluchttemperatuur. Hiervoor zijn alleen een 400 V-3 f-50 Hz voeding nodig en een aansluiting op de unit via een communicatiebus. 1 2 Zie het boekje Installatie, Bediening Pro-Dialog Plus Regeling 30RB/RQ voor het configureren van de verwarmingstrappen. Voorbeeld van een montageschema Verklaring 1 Master-unit 2 Slave-unit Schakelkasten van de master- en slave-unit Waterintrede Wateruittrede Waterpompen voor elke unit Extra opnemers voor wateruittrede regeling, aan te sluiten op kanaal 1 van de slave-printen van elke master- en slave-unit CCN communicatiebus Aansluiting van twee extra opnemers Verklaring V- 3 f - 50 Hz voeding voor elektrische verwarmingselementen 2 Regelprint voor vier extra verwarmingselementen (accessoire) 3 Interne communicatiebus 4 Magneetschakelaars verwarmingstrappen 5 Elektrische voeding extra verwarmingselementen 6 Extra elektrische verwarmingselementen 27

28 120 Voorbeeld extra verwarmingselementen A Pompcapaciteit, % C B Buitenluchttemperatuur, C Verklaring 1 Trap 1 2 Trap 2 3 Trap 3 4 Trap 4 A Variatie capaciteit warmtepomp op basis van de luchttemperatuur B Thermische belasting van het gebouw C De capaciteit geleverd door de warmtepomp en de thermische belasting van het gebouw zijn in evenwicht Bedrijfbereik waarbij de capaciteit van de warmtepump lager is dan de gebouwbelasting Bedrijfbereik waarbij de capaciteit van de warmtepump hoger is dan de gebouwbelasting 28

29 9 - INREGELEN WATERHOEVEELHEID OPMERKING: Zorg ervoor dat de pomp VÓÓR het starten goed is ontlucht. Als de pomp droog draait ontstaat blijvende schade. De watercirculatiepompen van de 30RQ units zijn zo gedimensioneerd dat de hydromodule met alle mogelijke configuraties kan werken op basis van de specifieke systeemcondities. D.w.z. voor verscheidene temperatuurverschillen tussen waterintrede en -uittrede ( T) bij vollast. Deze verschillen kunnen variëren tussen 3 en 10 K. Dit benodigde verschil tussen waterintrede- en uittredetemperatuur bepaalt de nominale waterstroming voor het systeem. Het is absoluut noodzakelijk dat de nominale waterstroming voor het systeem bekend is zodat deze kan worden geregeld door middel van een handmatige inregelklep die ofwel in de wateruittredeleiding van de module is aangebracht (nr. 9 in het principeschema) of wordt geïnstalleerd zoals getoond in hetzelfde schema (hoofdstuk 8.2). Met het drukverlies gegenereerd door de inregeklep in het watersysteem wordt de leidingweerstand curve aangepast aan de pompopbrengst curve om het gewenste bedrijfspunt te bereiken. De uitlezing van het drukverlies in de warmtewisselaar wordt gebruikt voor regeling en bijstelling van de nominale waterstroming in het systeem. Gebruik de offerte specificatie van de unit voor informatie over de bedrijfscondities van het systeem en de nominale waterhoeveelheid en het drukverlies van de warmtewisselaar en inwendig leidingwerk bij de gespecificeerde condities af te leiden. Als deze informatie niet beschikbaar is bij het inbedrijfstellen van de unit, neem dan contact op met Carrier. Deze gegevens kunnen ook worden verkregen uit de technische documentatie met gebruik van de capaciteitstabellen voor een T van 5 K bij de water-warmtewisselaar of met het Electronic Catalogue selectieprogramma voor alle T condities anders dan 5 K tussen 3 en 10 K Procedure inregelen waterhoeveelheid Als het totale drukverlies van het systeem bij de inbedrijfstelling niet bekend is, dan moet de waterstroming worden bijgesteld met de inregelklep om de juiste doorstroming voor deze toepassing te verkrijgen. Ga als volgt te werk: Draai de klep volledig open. Start de pomp via de Pro-Dialog Plus regeling (zie ook het boekje Pro-Dialog Plus regeling 30RB/RQ) en laat hem twee uur lang draaien om het watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van vervuilende substanties). Als het drukverlies is gestegen dan betekent dit dat het gaasfilter moet worden verwijderd en gereinigd omdat het watercircuit is vervuild. Sluit in dit geval de afsluiters bij de waterintrede en -uittrede, tap de watersectie van de unit af en reinig het gaasfilter of vervang het indien nodig. Ontlucht het circuit met behulp van de afsluiters van het watercircuit en het systeem (zie afbeelding voorbeeld van een watercircuit ). Lees, nadat het circuit is gereinigd, de uitlezingen van de manometer af (drukken waterintrede en wateruittrede) uitgedrukt in Bar en reken deze waarden om naar kpa (vermenigvuldig met 100) om het water-warmtewisselaar drukverlies te bepalen. Vergelijk deze waarde met de theoretische selectiewaarde. Het is van groot belang dat de filters vóór elke opstart worden gereinigd, en ook na modificaties in het watercircuit. ATTENTIE: Nadat de druk is gemeten moet de manometer ontluchtingsafsluiter open blijven (kans op bevriezing in de winter). Als het gemeten drukverlies hoger is dan de selectiewaarde betekent dit dat de stroming in de water-warmtewisselaar (en dus in het systeem) te hoog is. De pomp levert een te hoge stroming op basis van het globale drukverlies van de toepassing. Draai in dit geval de regelklep 1 slag dicht voor de opties 116B, C, F, G en meet de drukverschillen opnieuw. Draai daarna steeds de regeklep iets verder dicht tot het specifieke drukverlies is bereikt dat overeenkomt met de nominale stroming bij het vereiste bedrijfspunt van de unit. Als het systeem een veel te hoog drukverlies heeft in verhouding tot de door de pomp geleverde externe statische druk, dan wordt de waterstroming lager en het verschil tussen de waterintrede- en uittredetemperaturen van de hydromodule hoger. Om het drukverlies van het watersysteem te verlagen is het noodzakelijk om: de individuele drukverliezen zoveel mogelijk te verminderen (bochten, hoogteverschillen, accessoires etc.) een correct gedimensioneerde leidingdiameter toe te passen waar mogelijk uitbeidingen van het watersysteem te vermijden. Bereken het drukverlies van het filter door het verschil te nemen tussen de uitlezingen van de manometer op de filterintrede en -uittrede met behulp van afsluiters indien opties 116B, C, F, G worden gebruikt. Indien deze opties niet worden gebruikt installeer dan een manometer achter de filterintrede en -uittrede (zie de Principeschema van een gekoeldwatercircuit). Controleer deze waardes opnieuw na twee uur bedrijf en vergelijk ze met de eerdere uitlezingen. 29

30 9.2 - Pomp curves (Q-H kromme) Gegevens zijn van toepassing op: - Water zonder toevoegingen, 20 C, - Bij het gebruik van glycol wordt de maximale waterstroom verminderd, - Wanneer de glycol wordt gebruikt, is het beperkt tot 40%. Enkele lagedruk pompen Beschikbare externe druk, kpa 1 30RQ ( optie 280) 2 30RQ RQ RQ Waterstroming, l/s Dubbele lagedruk pompen Beschikbare externe druk, kpa Waterstroming, l/s RQ ( optie 280) 2 30RQ RQ RQ

31 Enkele hogedruk pompen Beschikbare externe druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ standaardunits en optie RQ RQ RQ RQ Dubbele hogedruk pompen Beschikbare externe druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ standaardunits en optie RQ RQ RQ RQ

32 9.3 - Beschikbare externe statische druk van het systeem Gegevens zijn van toepassing op: - Water zonder toevoegingen, 20 C, - Bij het gebruik van glycol wordt de maximale waterstroom verminderd, - Wanneer de glycol wordt gebruikt, is het beperkt tot 40% RQ B standaardunits Enkele lagedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa 1 30RQ 182B 2 30RQ 202B 3 30RQ 232B 4 30RQ 262B Waterstroming, l/s Dubbele lagedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ 182B 2 30RQ 202B 3 30RQ 232B 4 30RQ 262B 32

33 Enkele hogedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ 182B 2 30RQ 202B 3 30RQ 232B 4 30RQ 262B Dubbele hogedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ 182B 2 30RQ 202B 3 30RQ 232B 4 30RQ 262B 33

34 RQ B units met optie 280 en 30RQ units Enkele lagedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ RQ RQ RQ RQ RQ Dubbele lagedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ RQ RQ RQ RQ RQ

35 Enkele hogedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ RQ RQ RQ RQ RQ RQ Dubbele hogedruk pompen Beschikbare externe statische druk, kpa Waterstroming, l/s 1 30RQ RQ RQ RQ RQ RQ RQ

36 10 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN Compressoren 30RQ units hebben hermetische scroll compressoren. Elke compressor is standaard voorzien van carterverwarming, inclusief een beveiliging die ervoor zorgt dat de compressor niet start wanneer de carterverwarming niet in bedrijf is. De gehele serie is standaard voorzien van een persgasafsluiter per circuit. De 30RQ is tevens voorzien van een zuigafsluiter per circuit. Elke compressor sub-frame is voorzien van: Trillingdempers tussen het unit chassis en het chassis van het compressor sub-frame. Zuiggasleiding voorzien van gecalibreerde doorlaat (niet zichtbaar) garandeert een gelijk olieniveau in alle compressoren. Een hogedrukbeveiliging in iedere circuit, geplaatst tussen de compressor en de terugslagklep Smering Voor een goede werking zijn de compressoren voorzien van een olievulling van 6,9 l. Controle van het olieniveau moet plaatsvinden met de machine afgeschakeld, wanneer de zuig- en persdrukken zijn geëgaliseerd. Twee uur na uitschakeling moet het niveau vol zijn (hoger dan of gelijk aan 3/4 van het kijkglas). Is dit niet het geval, dan is er een olielek in het circuit. Zoek en repareer het lek, vul olie bij, zodat het hoog in het kijkglas te zien is (zie ook de aanwijzingen op de compressor). Het olieniveau wordt verhoogd door het in de olie opgeloste koudemiddel. LET OP: Te veel of te weinig olie in het circuit kan schade aan de unit veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik alléén door Carrier goedgekeurde olie. Gebruik nooit olie die aan de lucht blootgesteld is geweest. LET OP: R-22 oliesoorten zijn niet geschikt voor R-410A en vice versa Lucht-warmtewisselaars (condensors in koelbedrijf, verdampers in verwarmingsbedrijf) De 30RQ lucht-warmtewisselaars zijn luchtgekoelde condensers in koelbedrijf met geïntegreerde onderkoelers en zijn vervaardigd van geribde koperen pijpen en opgeperste Gold Fin aluminium lamellen Ventilatoren De condensorventilator, de Carrier Flying Bird IV, is vervaardigd van recyclebaar kunststof composiet met air foil schoepen en heeft een zeer laag krachtverbruik. Elke motor is bevestigd met kruiselingse steunen. De ventilatormotoren zijn van het type 3-fasen met permanent gesmeerde lagers en isolatie-klasse F. De ventilatoren zijn voorzien van grilles, afgewerkt met polyethyleen. According to the Regulation No. 327/2011 implementing Directive 2009/125/EC with regard to ecodesign requirements for fans driven by motors with an electric input power between 125 W and 500 kw. Product 30RQ Optie Standaard of optie 28 Optie 12 Totale efficiëntie % 39,3 40,9 Meetcategorie A A Efficiency categorie Statisch Statisch Nagestreefd efficiëntie N(2015) 40 N(2015) 40 niveau ERP2015 Efficiëntie bij optimale 43,9 44,2 energie efficiëntiepunt Frequentieregelaar Nee ja Bouwjaar Zie machine kenplaat Zie machine kenplaat Ventilator fabrikant Simonin Simonin Motorfabrikant Leroy Somer Leroy Somer Ventilator referentie 00PSG A 00PSG A Motor referentie 00PPG A 00PPG A Nominaal vermogen van kw 1,85 2,97 de motor Debiet m 3 /s 4,28 5,31 Druk Pa Nominaal toerental rpm Specifieke verhouding 1,002 1,002 Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Informatie omtrent minimaliseren van milieubelasting Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Volgens de verordening nr 640/2009 en wijziging 4/2014 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren. Product 30RQ Optie Standaard van Optie 28 Optie 12 Motortype Asynchroon Asynchroon Aantal polen 6 6 Frequentie nominale Hz voeding Nominale spanning V Aantal fasen 3 3 Motor inbegrepen in het Nee Nee toepassingsdomein van de verordening 640/2009 en wijziging 4/2014 Reden voor vrijstelling Artikel 1.2.c).(ii) Artikel 1.2.c).(ii) Omgevingsluchttemperatuur C waarvoor de motor specifiek ontworpen is 36

37 Elektronisch expansieventiel (EXV) Het EXV is voorzien van een stappenmotor (2785 tot 3690 stappen, afhankelijk van type) die via de EXV print wordt geregeld. Ook heeft het EXV een kijkglas voor controle van de beweging van het mechanisme en de aanwezigheid van de vloeistofpakking Vochtindicator Bevindt zich in het EXV, geeft inzicht in de koudemiddelvulling van de unit en geeft de aanwezigheid van vocht in het circuit aan. Als er belletjes in het kijkglas zichtbaar zijn, dan duidt dit op onvoldoende koudemiddel of de aanwezigheid van niet-condenseerbare stoffen in het systeem. Bij aanwezigheid van vocht verandert de kleur van de indicator in het kijkglas Koudemiddel opslagtank met geïntegreerde filterdroger Dit component heeft drie systeemfuncties. Het teveel aan koudemiddel bij warmtepompen in verwarmingsbedrijf kan hierin worden opgeslagen. De optimale maximum systeemvulling voor 30RQ units wordt bepaald in koelbedrijf (zie tabel Technische gegevens). De koudemiddel opslagtank voorkomt overstromen van de shell-and-tube warmtewisselaar in verwarmingsbedrijf. Een metalen filter en een verwijderbaar droogfilterelement houden het koudemiddelcircuit droog en schoon door stofdeeltjes op te vangen. De in het EXV geïntegreerde vochtindicator geeft aan wanneer het filterelement moet worden vervangen Water-warmtewisselaar RQ B standaardunits De water-warmtewisselaar is een platen-warmtewisselaar met twee koudemiddelcircuits. De water-warmtewisselaar is ontworpen voor Victaulic water-aansluitingen. De mantel van de water-warmtewisselaar heeft een thermische isolatie van 19 mm dik polyurethaan. Door toepassing van Optie 41 kan de warmtewisselaar worden beschermd tegen vorst. De producten die kunnen worden toegevoegd voor thermische isolatie van de drukvaten tijdens het maken van de wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in verhouding tot de materialen en coatings waarin ze worden toegepast. Dit geldt ook voor de oorspronkelijk door Carrier geleverde producten. OPMERKINGEN: Bewaking Tijdens bedrijf: Volg de richtlijnen voor bewaking van apparatuur onder druk. Normaal gesproken is het vereist dat gebruiker of bedieningspersoneel een bewakings- en onderhoudsdossier aanmaakt en bijhoudt. Volg de controleprogramma s van EN 378-2, aanhangsel D. Volg de nationale voorschriften, voor zover aanwezig. Controleer de warmtewisselaar vloeistof regelmatig op verontreiniging (bijv. silicone korreltjes). Deze verontreiniging kan de oorzaak zijn van slijtage of corrosie door perforatie. De rapportage van of periodieke controles door gebruiker of bedieningspersoneel moet worden opgenomen in het bewakings- en onderhoudsdossier RQ B units met optie 280 en 30RQ units De water-warmtewisselaar is van het type shell-and-tube met verwijderbare deksels en heeft twee koudemiddel-circuits. De water-warmtewisselaar is afgeperst op een druk van 2910 kpa koudemiddelzijdig en geschikt voor 1000 kpa waterzijdige werkdruk. De naadloos getrokken koperen pijpen, in- en uitwendig geribd ter verbetering van de warmteoverdracht, zijn gerold in stalen pijpplaten. De water-warmtewisselaar is ontworpen voor Victaulic wateraansluitingen. De mantel van de water-warmtewisselaar heeft een thermische isolatie van 19 mm dik polyurethaan. De isolatie afgewerkt met aluminium beplating is als optie verkrijgbaar. Als optie is de water-warmtewisselaar verkrijgbaar met vorstbeveiliging (optie 41: water-warmtewisselaar vorstbeveiliging). De producten die kunnen worden toegevoegd voor thermische isolatie van de drukvaten tijdens het maken van de wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in verhouding tot de materialen en coatings waarin ze worden toegepast. Dit geldt ook voor de oorspronkelijk door Carrier geleverde producten. OPMERKINGEN: Bewaking Tijdens bedrijf, herkwalificatie, hertesten en dispensatie voor hertesten: Volg de richtlijnen voor bewaking van apparatuur onder druk. Normaal gesproken is het vereist dat gebruiker of bedieningspersoneel een bewakings- en onderhoudsdossier aanmaakt en bijhoudt. Volg de controleprogramma s van EN 378-2, aanhangsels A, B, C en D. Volg de nationale voorschriften, voor zover aanwezig. Inspecteer regelmatig de conditie van de coating (verflaag) op blaasjes die ontstaan door corrosie. Controleer hiertoe een niet geïsoleerd deel van het drukvat of de roest die zich op verbindingen heeft gevormd. Controleer de warmtewisselaar vloeistof regelmatig op verontreiniging (bijv. silicone korreltjes). Deze verontreiniging kan de oorzaak zijn van slijtage of corrosie door perforatie. Filter de warmtewisselaar vloeistof en voer een interne inspectie uit zoals beschreven in EN 378-2, aanhangsel C. Houd bij hertesten rekening met de mogelijke maximum drukverschillen, zoals aangegeven in (2) hierboven. De rapportage van of periodieke controles door gebruiker of bedieningspersoneel moet worden opgenomen in het bewakings- en onderhoudsdossier. 37

38 Reparatie Reparatie of modificatie, inclusief het vervangen van bewegende delen: moet gebeuren volgens de nationale voorschriften en worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel volgens gekwalificeerde procedures, inclusief het vervangen van de warmtewisselaar pijpen moet gebeuren overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Reparatie of modificatie waarvoor permanente verbindingen nodig zijn (solderen, lassen, expanderen etc.) moet worden uitgevoerd volgens gekwalificeerde procedures door gekwalificeerd personeel een omschrijving van de modificatie of reparatie moet worden opgenomen in het logboek en onderhoudsdossier. Recycling De unit is geheel of gedeeltelijk geschikt voor hergebruik. Na gebruik bevat de unit koudemiddeldampen en olieresten. Hij heeft een laklaag. Gaszijdig: 0 mm Warmtewisselaar vloeistof zijde: 1 mm voor pijpenplaten van een lichte staal legering, 0 mm voor roestvrijstalen platen of platen met koper-nikkel of roestvrijstaal beveiliging Koudemiddel 30RQ units werken met koudemiddel R-410A Hogedrukbeveiliging 30RQ units zijn voorzien van een hogedrukbeveiliging met automatische reset. Deze drukschakelaars bevinden zich aan de perszijde van elke circuit Ventilator-opstelling 30RQ RQ RQ Levensduur Deze unit is ontworpen voor: langdurige opslag (15 jaar) met een vulling stikstof met een temperatuurverschil van 20 K per dag cycli (starts) met een maximum verschil van 6 K tussen twee naast elkaar gelegen punten in het drukvat, op basis van 6 starts per uur gedurende 15 jaar bij een verbruik van 57%. EV12 EV11 EV12 EV11 EV22 EV12 EV32 EV12 EV22 EV32 EV21 EV11 EV21 EV31 EV11 EV21 EV31 30RQ RQ EV22 EV42 EV12 EV22 EV32 EV42 EV21 EV31 EV41 EV11 EV21 EV31 EV41 Dikke corrosielaag Ventilator trappen 30RQ standaardunit Trap 1 Trap 2 Trap 3 Trap 4 Optie 28 Variabel op Circuit A EV11 EV11 + EV12 EV11 Circuit B EV21 EV21 + EV22 EV Circuit A EV11 EV11 + EV21 EV11 + EV21 + EV12 EV11 Circuit B EV31 EV31 + EV32 EV Circuit A EV11 EV11 + EV21 EV11 + EV21 + EV12 EV11 + EV21 + EV12 + EV22 EV11 Circuit B EV31 EV31 + EV32 EV Circuit A EV11 EV11 + EV21 EV11 + EV21 + EV12 EV11 + EV21 + EV12 + EV22 EV11 Circuit B EV41 EV41 + EV31 EV41 + EV31 + EV42 EV Circuit A EV11 EV11 + EV21 EV11 + EV21 + EV12 EV11 + EV21 + EV12 + EV22 EV11 Circuit B EV31 EV31 + EV41 EV31 + EV41 + EV32 EV31 + EV41 + EV32 + EV42 EV31 38

39 11 - OPTIES Opties 49, 12 en 241 zijn alleen beschikbaar voor de 30RQ B units met Optie Gedeeltelijke warmteterugwinning met desuperheaters (optie 49) Met deze optie kan gratis warm water worden geproduceerd via warmteterugwinning door middel van desuperheating van het compressor heetgas. Deze optie is beschikbaar voor de gehele 30RQ serie. Een platen warmtewisselaar wordt in serie geïnstalleerd met de condensorbatterijen in de compressor heetgasleiding van elk circuit. De regelconfiguratie voor de desuperheater optie wordt in de fabriek ingesteld (zie hoofdstuk Configuratie van de regeling). De installateur moet de warmtewisselaar tegen vorst beschermen Technische gegevens, 30RQ units met desuperheater optie 30RQ optie Energie/efficiency verhouding* kw/kw 2,89 2,64 2,87 2,55 2,65 2,47 2,64 2,50 2,60 2,60 2,42 Verwarmingscapaciteit, condensor + kw desuperheater in koelbedrijf** Bedrijfsgewicht*** Standaardunit + desuperheater optie kg Unit met option 15 + desuperheater optie kg Unit met option 15 + desuperheater + hydromodule opties met hogedruk dubbele pomp kg Desuperheater in circuits A/B Platenwarmtewisselaars Waterinhoud, circuit A l 2,0 2,0 3,75 3,75 5,5 5,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 Waterinhoud, circuit B l 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,5 3,5 5,5 7,5 7,5 Max. bedrijfsdruk waterzijdig kpa Water aansluitingen Cilindrisch, gasdraad uitwendig Aansluiting inch Diameter uitwending mm 60,3 60,3 60,3 60,3 60,3 60,3 60,3 60,3 60,3 60,3 60,3 * Nominale condities: Gekoeldwater intrede-/uittredetemperatuur: 12/7 C, desuperheater waterintrede-/uittredetemperatuur: 50 C/60 C, buitenluchttemperatuur: 35 C ** Nominale condities: Gekoeldwater intrede-/uittredetemperatuur: 40 C/45 C, desuperheater waterintrede-/uittredetemperatuur: 50 C/60 C, buitenluchttemperatuur: 7 C, 87% r.v. *** De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn. 39

40 Afmetingen voor units met de desuperheater optie 30RQ Met hydromodule Elektrische voeding ø 2 Cilindrisch gasdraad, zijde desuperheater Verklaring Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van waterwarmtewisselaar pijpen Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de water-warmtewisselaar Waterintrede, water-warmtewisselaar en desuperheater Wateruittrede, water-warmtewisselaar en desuperheater Zonder hydromodule Voor aansluiting gebruikersinterface Luchtuittrede, vrijhouden ø 2 Cilindrisch gasdraad, zijde desuperheater OPMERKING: Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de meest recente officiële maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens. Alle afmetingen in mm. 40

41 30RQ Elektrische voeding Met hydromodule ø 2 Cilindrisch gasdraad, zijde desuperheater Voor aansluiting gebruikersinterface Zonder hydromodule ø 2 Cilindrisch gasdraad, zijde desuperheater Verklaring Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van water-warmtewisselaar pijpen Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de waterwarmtewisselaar Waterintrede, water-warmtewisselaar en desuperheater Wateruittrede, water-warmtewisselaar en desuperheater Luchtuittrede, vrijhouden Extra compressor(en), afhankelijk van unit type 30RQ X Y Z OPMERKING: Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de meest recente officiële maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens. Alle afmetingen in mm. 41

42 Montage en werking van de warmteterugwinning met desuperheater optie De 30RQ units met desuperheater optie (nr. 49) worden geleverd met 1 warmtewisselaar per koudemiddelcircuit. Tijdens de montage van de unit moeten dewarmteterugwin platenwarmtewisselaarsworden geïsoleerd en zo nodig worden beschermd tegen vorst. Zie het Principeschema voor de belangrijkste componenten en functies van de 30RQ units met desuperheater optie. Principeschema units met desuperheater optie Verwarmingsbedrijf Koelbedrijf & % $ 9 & % $ 9 t w y ^ w t w y ^ w t e t r q ) W q q u o R t e t r q ) W q q u o R p Q E p Q E 30RQ unit met desuperheater optie zonder hydromodule Afscheiding tussen 30RQ unit en het systeem Principeschema Verklaring 30RQ componenten van de unit 1 Warmtewisselaar (badverdamper) 2 Compressor 3 Desuperheater (platenwarmtewisselaar) 4 Lucht-warmtewisselaar 5 Expansieventiel (EXV) 6 Veiligheidsventiel (beperking van de schade bij brand) 7 Elektrisch verwarmingselement om de desuperheater tegen vorst te beschermen (niet meegeleverd) 8 Desuperheater isolatie (niet meegeleverd) 9 Schakelkast unit 10 Verwarmings-/koelcyclus vierweg-omkeerklep 11 Desuperheater waterintrede 12 Desuperheater wateruittrede 13 Waterintrede water-warmtewisselaar 14 Wateruittrede water-warmtewisselaar 15 Unit met desuperheater optie zonder hydromodule 16 Systeem warmtelast 17 Afscheiding tussen de 30RQ unit en de voorbeeldinstallatie Componenten van de installatie (installatievoorbeeld) 20 Pomp (watercircuit van het desuperheater circuit) 21 Afsluiter 22 Desuperheater waterstromings balanceer- en regelklep 23 Overstortventiel (beperking van de schade bij te hoge waterdruk) 24 Expansievat 25 Vul- of aftapafsluiter 26 Ontluchting 27 Warmtewisselaar batterij of platenwarmtewisselaar 28 Manometer 29 Stromingsschakelaar 30 Pomp (warm tapwater circuit) 31 Drie-weg klep + regelaar 32 Filter ter bescherming van de pomp en de desuperheaters 33 Waterleidingnet 34 Uittrede warm tapwater 42

43 Montage De watertoevoer van elke desuperheater is in parallel opgesteld. De wateraansluitingen op de desuperheater waterintrede en uittrede mogen in geen geval mechanische belasting van de warmtewisselaars tot gevolg hebben. Gebruik zo nodig flexibele verbindingen. Monteer waterstromings balanceer- en regelkleppen op de warmtewisselaar uittrede. Waterstromingsregeling en balanceren kan gebeuren door het aflezen van het drukverlies in de warmtewisselaars. Dit drukverlies moet in alle gevallen gelijk zijn aan de totale waterstroming zoals berekend met het Electronic catalogue selectieprogramma. Zie onderstaande drukverliescurves voor regeling van de balanceerkleppen alvorens de installatie te starten. De waterstromingsregeling van elke desuperheater kan worden verfijnd wannneer de unit in vollast werkt door te proberen om voor elk circuit exact dezelfde uittredetemperaturen te verkrijgen. Desuperheater (platen warmtewisselaar drukverlies curves) De aansturing van de pomp (zie principeschema - item 20 van hoofdstuk ) van het desuperheater watercircuit kan worden gekoppeld aan de start van de eerste unit compressor. Hiervoor moet een extra elektronische print worden gemonteerd in de schakelkast: optie 156, Energy Management Module. Via uitgang 25 van de extra print van deze optie kan de pomp worden geregeld - de pomp start wanneer de unit start. Er kan een stromingsschakelaar (item 29) worden gemonteerd die een alarm genereert waneer er een probleem is met de pomp. De inhoud van het watercircuit van het desuperheater circuit moet zo laag mogelijk zijn, zodat de temperatuur snel kan stijgen wanneer de unit wordt gestart. De minimum waterintredetemperatuur bij de desuperheater is 25 C. Hiervoor kan een driewegafsluiter nodig zijn (item 31), met een regelaar en opnemer voor regeling van de minimaal benodigde waterintredetemperatuur. In het watercircuit van de desuperheater moet een overstortventiel (voor beperking van de schade bij een te hoge waterdruk) en een expansievat worden opgenomen. Houd bij de selectie hiervan rekening met de inhoud van het watercircuit en de maximum tem-perature (120 C) wanneer de pomp wordt afgeschakeld (item 20) Bedrijfslimieten Warmtewisselaar drukverlies, kpa 1 Circuit met één compressor 2 Circuit met twee compressoren 3 Circuit met drie compressoren 4 Circuit met vier compressoren Warmtewisselaar waterstroming, l/s Koelbedrijf Minimum Maximum Water-warmtewisselaar (koeler) Water intredetemperatuur (bij opstart)* C 6,8* 30 Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 5 15 Water intredetemperatuur (tijdens stilstand) C - 60 Desuperheater Water intredetemperatuur (bij opstart)** C Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C Water intredetemperatuur (tijdens stilstand) C 3 60 Lucht-warmtewisselaar (condensor) Buitentemperatuur*** C 0 46 Beschikbare externe statische druk Pa 0 0 Verwarmingsbedrijf Minimum Maximum Water-warmtewisselaar (condensor) Water intredetemperatuur (bij opstart) C 8 45 Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C Water intredetemperatuur (tijdens stilstand) C 3 60 Desuperheater Water intredetemperatuur (bij opstart)** C Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C Water intredetemperatuur (tijdens stilstand) C 3 60 Lucht-warmtewisselaar (koeler) Buitentemperatuur C Beschikbare externe statische druk Pa 0 0 Opmerkingen: De maximale bedrijfstemperatuur mag niet worden overschreden. * Neem bij toepassingen bij temperaturen lager dan 6.8 C contact op met Carrier. ** De waterintredetemperatuur bij opstart mag niet lager zijn dan 25 C. In installaties met een lagere temperatuur moet een drie-weg klep worden gemonteerd. *** Bij temperaturen tot -20 C is optie 28 (Winterbedrijf) noodzakelijk (standaard voor Nederland). Maximum buitenluchttemperatuur: voor transport en opslag van 30RQ units zijn de minimum en maximum toegestane temperaturen -20 C en +48 C. Deze temperaturen gelden ook bij vervoer per container. 43

44 Regelconfiguratie met de desuperheater optie Met deze configuratie kan de gebruiker een setpoint invoeren dat evenredig is aan de minimum condensatietemperatuur (default = 30 C) om, indien gewenst, de bij de desuperheaters teruggewonnen verwarmingscapaciteit te verhogen. Het percentage van de teruggewonnen verwarmingscapaciteit in vergelijking met de totale door de lucht-warmtewisselaar afgegeven capaciteit stijgt in evenredigheid met de verzadigde condensatietemperatuur. Zie voor regeling van het setpoint van de minimum verzadigde condensatietemperatuur het boekje Installatie, Bediening Pro-Dialog Plus Regeling 30RQ. Andere parameters die rechtstreeks invloed hebben op de effectief bij de desuperheater teruggewonnen capaciteit zijn voornamelijk: De belasting van de unit, die bepaalt of de unit in vollast (100%) of deellast werkt (afhankelijk van het aantal compressoren per unit circuit). De waterintredetemperatuur in de desuperheater en, afhankelijk van of de unit werkt in verwarmings- of koelbedrijf: - in verwarmingsbedrijf de waterintredetemperatuur van de water-warmtewisselaar - in koelbedrijf de lucht-warmtewisselaar luchtintredetemperatuur. Coëfficient van de bij de desuperheater teruggewonnenverwarmingscapaciteit op basis van de waterintredetemperatuur bij de desuperheater en de condenserluchtintredetemperatuur Opslag van de unit boven 48 C (optie 241) Tijdens transport in een gesloten container moet het koudemiddel worden overgepompt naar de lucht-warmtewisselaar. Hierdoor wordt voorkomen dat de druk in de waterwarmtewisselaar tijdens het transport de ijkdruk van de afsluiter bereikt (in dat geval zou de koudemiddelvulling naar de atmosfeer worden geleegd en zou de unit bij aankomst leeg zijn). Daarom moet de koudemiddelvulling worden overgepompt naar, en opgeslagen in, de lucht-warmtewisselaar, en de vloeistof- en zuiggasafsluiters worden gesloten. Tijdens de installatie moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden genomen: Er moet voldoende waterdoorstroming in de waterwarmtewisselaar zijn. Schakel de hoofdstroom aan. Open de afsluiters van de vloeistofleiding. Open het EXV om de koudemiddelvulling weer naar de verdamper te pompen; de drukegalisatie moet met een snelle testprocedure worden gecontroleerd. Open de afsluiter van de zuigleiding Units met ventilatoren met externe statische druk voor binnenopstelling (optie 12) Deze optie heeft betrekking op 30RQ units die in het gebouw in een technische ruimte worden geplaatst. Bij dit type installatie wordt de koude of warme lucht uit de luchtwarmtewisselaar door de ventilatoren via een kanaal-systeem naar buiten afgevoerd De aansluiting van een kanaalsysteem aan de perszijde van de lucht-warmtewisselaar leidt tot een drukverlies dat wordt veroorzaakt door de weerstand van de luchtstroom. Coëfficient van de teruggewonnen verwarmingscapaciteit A B C Daarom worden bij deze optie krachtiger ventilatormotoren toegepast dan in de standaardunits. Voor alle units die in een technische ruimte zijn geplaatst zullen de drukverliezen verschillen, afhankelijk van de kanaallengte, kanaaldiameter en aftakkingen. 30RQ units voorzien van ventilatoren met externe statische druk zijn ontworpen voor toepassing met uitblaasluchtkanalen met maximale drukverliezen van 200 Pa. Ter compensatie van deze kanaal-drukverliezen zijn 30RQ units met optie 12 voorzien van variabel-toerental ventilatoren met een maximale snelheid van 19 r/s in plaats van de ventilatoren met vast toerental en 15,8 r/s voor de standaardunits Desuperheater (waterintredetemperatuur), C A Luchtintredetemperatuur = 45 C B Luchtintredetemperatuur = 35 C C Luchtintredetemperatuur = 20 C Door toepassing van een variabel toerental tot 19 r/s kunnen drukverliezen in het kanaal worden ondervangen terwijl een optimale luchthoeveelheid in elk circuit wordt gehandhaafd. Alle ventilatoren in hetzelfde circuit, die gelijktijdig werken, hebben hetzelfde toerental. Nominale condities overeenkomstig coëfficient = 1 Intrede-/uittredetemperatuur water-warmtewisselaar = 12/7 C Desuperheater intrede-/uittredetemperatuur = 50/60 C Luchtintredetemperatuur lucht-warmtewisselaar = 35 C (curve B) 44

45 Het maximum opgenomen vermogen van ventilatoren met een toerental van 19 r/s is hoger dan dat van standaard ventilatoren met een toerental van 15.8 r/s (de vermenigvuldingingsfactor is gelijk aan de 3de macht van van de toerental-verhouding, d.w.z. x 1.72). Wanneer dit voor een specifieke installatie nodig is, kan het maximum ventilator toerental van 30RQ units worden ingesteld tussen 13 en 19 r/s, met behulp van het Service Configuratie menu. Zie de handleiding van de 30RB/RQ Pro-Dialog regeling voor deze modificatie. In koelbedrijf wordt het vollast- of deellast toerental geregeld door een gepatenteerd algoritme dat continu de condensatietemperatuur optimaliseert om de beste energie efficiency (EER) te verkrijgen, ongeacht de bedrijfscondities en drukverliezen in het kanaalwerk van het systeem. In verwarmingsbedrijf is het vollast- of deellast toerental van elk circuit vast en op het geconfigureerde maximum (instelbaar tussen 13,3 r/s tot 19 r/s) op basis van de mogelijkheden en karakteristieken van de plaats van opstelling. Het maximum geconfigureerde toerental is van toepassing voor zowel verwarmings- als koelbedrijf. In koelbedrijf zijn de koelcapaciteit en energie efficiency verhouding (EER) van de unit afhankelijk van de drukverliezen in het kanaal: tussen 0 en 100 Pa wordt de koelcapaciteit van de unit slechts licht beïnvloed, tussen 100 en 200 Pa daalt de koelcapaciteit van de unit aanzienlijk, afhankelijk van de bedrijfscondities (buitenluchttemperatuur en watercondities). Zie onderstaande curves voor een indruk van het geschatte drukverlies in het kanaal voor de installatie en de invloed van verschillende vollast bedrijfscondities op de koelcapaciteit en EER van de 30RQ unit. De verwarmingscapaciteit en de energie efficiency in verwarmingsbedrijf variëren, afhankelijk van de drukverliezen in het kanaal: in vergelijking net een standaardunit is er geen verlaging van de verwarmingscapaciteit van de unit en van de COP, in verwarmingsbedrijf is de ventilatorsnelheid vast en maximum 19 r/s, en worden de prestaties en de COP gehandhaafd of zelfs verbeterd. Variaties in koelcapaciteit voor andere bedrijfscondities dan de Eurovent condities EER variaties in koelcapaciteit voor andere bedrijfscondities dan de Eurovent condities Variatie coëfficiënt koelcapaciteit Variatie coëfficiënt EER Kanaal-drukverlies, Pa Kanaal-drukverlies, Pa Bedrijfscondities Curve Nr. Buitenluchttemperatuur, C Waterintredetemperatuur, C Wateruittredetemperatuur, C Last, % Eurovent

46 Installatie BELANGRIJK: wanneer de 30RQ units in verwarmingsbedrijf werken, wordt door ontvochtiging van de buitenlucht en ontdooien van de lucht-warmtewisselaars een grotehoeveelheid condensaat geproduceerd die op de plaats van opstelling moet worden afgevoerd. 30RQ units moeten worden geïnstalleerd op een waterdichte ondergrond en er moet voldoende mogelijkheid zijn voor afvoer en evacuatie van het condensaat uit de warmtewisselaars. Bij lage omgevingstemperaturen, wanneer er zich rijp op de warmtewisselaars vormt, dan moet het ontdooiwater worden opgevangen zodat de plaats van opstelling van de units niet onder water komt te staan. Alle ventilatoren in hetzelfde koudemiddelcircuit worden geregeld door één toerenregelaar en werken daarom allemaal op hetzelfde toerental. Elk koudemiddelcircuit (A en B) moet een afzonderlijk kanaalsysteem hebben om luchtcirculatie te voorkomen tussen de lucht-warmtewisselaar van de verschillende koudemiddelcircuits. Bij 30RQ units met optie 12 is elke ventilator voorzien van een in de fabriek gemonteerde aansluitflens voor aansluiting op het kanaalsysteem van het betreffende circuit (A en B). Zie de maatschetsen van de unit voor de exacte afmetingen van de aansluitflens. Aantal ventilatoren (EV--) per koudemiddelcircuit (A en B) voor verschillende unit typen en V-vormige lucht-warmtewisselaar 30RQ Nominale en maximale luchthoeveelheden per circuit (A en B) voor 30RQ typen 30RQ Circuit A Circuit B Nominale/maximale luchthoeveelheid, l/s Nominale/maximale luchthoeveelheid, l/s / / / / / / / / / /22220 Koudelmiddelcircuit Circuit A Circuit B 46

47 In de fabriek gemonteerde kanaalaansluitframe op de steunplaat van elke ventilator Zie voor de exacte afmetingen van het aansluitframe de officiële maatschetsen van de unit. V-vormige lucht-warmtewisselaars Bovenaanzicht Zijaanzicht Detail van het kanaalaansluitframe Afmetingen van het kanaalaansluitframe 860 x 860 x 100 mm Voorbeelden van kanaalinstallaties Voorbeeld 1 Voor units 30RQ met twee V-vormige lucht-warmtewisselaars. Oplossing 1 Oplossing 2 1 Toegangpaneel ventilatormotor (zorg voor panelen van 700 x 700 mm) voor elk enkel en dubbel kanaal Oplossing 1 Eén afzonderlijk kanaal per ventilator Circuit A EV11-EV12 Circuit B EV21-EV22 Elke uitblaasventilator naar buiten heeft zijn eigen kanaal. Oplossing 2 Circuit A Eén afzonderlijk kanaal voor het EV11 + EV12 ventilator paar Circuit B Eén afzonderlijk kanaal voor het EV21 + EV22 ventilator paar Elke paar uitblaasventilatoren naar buiten heeft zijn eigen kanaal. 47

48 Voorbeelden van kanaalinstallaties (vervolg) Voorbeeld 2 Voor 30RQ 302 en 342 units met drie V-vormige lucht-warmtewisselaars, waarin de middelste V-vormige warmtewisselaar 2 en ventilator EV21 alleen bij circuit A hoort (zie hoofdstuk Aantal ventilatoren per koudemiddel circuit voor verschillende unit typen ). Oplossing 1 Oplossing 2 1 Toegangpaneel ventilatormotor (zorg voor panelen van 700 x 700 mm) voor elk enkel en dubbel kanaal Oplossing 1 Eén afzonderlijk kanaal per ventilator Circuit A EV11-EV12-EV21 Circuit B EV31-EV32 Elke uitblaasventilator naar buiten heeft zijn eigen kanaal. Circuit A Uitblaas twinning mogelijk: EV11 + EV12 + EV21 Circuit B Uitblaas twinning mogelijk: EV31 + EV32 Oplossing 2 Circuit A Eén afzonderlijk kanaal voor het EV11 + EV12 ventilator paar Eén afzonderlijk kanaal voor de EV21 ventilator Uitblaas twinning mogelijk: (EV11 + EV12) + EV21 Circuit B Eén afzonderlijk kanaal voor het EV31 + EV32 ventilator paar ATTENTIE: Ventilator EV21 mag nooit worden getwind met ventilatoren EV31 en EV32, omdat dit lucht-kortsluiting tussen de circuits A en B kan veroorzaken. 48

49 Voorbeelden van kanaalinstallaties (vervolg) Voorbeeld 3 Voor units 30RQ 372 en 402 met drie V-vormige lucht-warmtewisselaars. Oplossing 1 Oplossing 2 1 Toegangpaneel ventilatormotor (zorg voor panelen van 700 x 700 mm) voor elk enkel en dubbel kanaal Oplossing 1 Eén afzonderlijk kanaal per ventilator Circuit A EV11-EV12-EV21-EV22 Circuit B EV31-EV32 Elke uitblaasventilator naar buiten heeft zijn eigen kanaal. Circuit A Uitblaas twinning mogelijk: EV11 + EV12 + EV21 + EV22 Circuit B Uitblaas twinning mogelijk: EV31 + EV32 Oplossing 2 Circuit A Eén afzonderlijk kanaal voor het EV11 + EV12 ventilator paar Eén afzonderlijk kanaal voor het EV21 + EV22 ventilator paar Circuit B Eén afzonderlijk kanaal voor het EV31 + EV32 ventilator paar De drie hierboven vermelde configuratie voorbeelden gelden ook voor de overige 30RQ units. BELANGRIJK: Bij de aansluiting van het kanaal op de unit mag er geen mechanische druk ontstaan op de ventilator steunplaat. De ventilatorhuizen en beschermgrilles moeten altijd op hun plaats in het kanaal blijven. Gebruik flexibele manchetten voor de kanaalaansluiting. Breng bij de uitlaat van elk kanaal een toegangspaneel aan met een minimale afmeting van 700 x 700 mm voor eventueel vervangen van de motor en het demonteren van het ventilatorwiel. Elektrische beveiliging van de ventilatormotor In geval van een vastgelopen motor of bij overbelasting, zijn de motoren van elk circuit elektrisch beveiligd door de aansturing van het circuit. Elke aansturing volgt een variabele stroomkarakteristiek, op basis van een frequentie van 10 tot 60 Hz en het aantal geregelde ventilatoren. Wanneer een ventilator niet goed werkt, dan neemt de aansturing het probleem automatisch waar en stuurt een waarschuwing naar de Pro-Dialog display. Zie de handleiding van de 30RB/RQ Pro-Dialog regeling voor de lijst met specifieke alarmen voor deze optie. 49

30RQ 182-262 B 30RQ 302-522 Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule

30RQ 182-262 B 30RQ 302-522 Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule 30RQ 182-262 B 30RQ 302-522 Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule Nominale koelcapaciteit 163-465 kw Nominale verwarmingscapaciteit 173-548 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Nadere informatie

30RB B 30RB Luchtgekoelde koelmachines. Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RB B 30RB Luchtgekoelde koelmachines. Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RB 162-262 B 30RB 302-802 Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 163-760 kw 50 Hz Unit met laag-geluid optie afgebeeld Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoud 1 - INLEIDING...4 1.1

Nadere informatie

Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud. Thieme GrafiMedia Groep

Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud. Thieme GrafiMedia Groep Nominale koelcapaciteit 163-760 kw 50 Hz U n i t m e t l a a g g e l u i d o p t i e a f g e b e e l d Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud INHOUD 1 - INLEIDING... 4 1.1 - Controleren van de zending...

Nadere informatie

30XA Luchtgekoelde koelmachines

30XA Luchtgekoelde koelmachines 30XA Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 270-1670 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave 1 - INLEIDING...4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4 1.2 - Apparatuur

Nadere informatie

30XA A Luchtgekoelde koelmachines

30XA A Luchtgekoelde koelmachines 30XA A Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 267-1682 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave 1 - INLEIDING...4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4 1.2 -

Nadere informatie

MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD PRO-DIALOG. Hoge temperatuur warmtepompen 61AF. Nominale verwarmingscapaciteit 21-102 kw 50 Hz

MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD PRO-DIALOG. Hoge temperatuur warmtepompen 61AF. Nominale verwarmingscapaciteit 21-102 kw 50 Hz PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Hoge temperatuur warmtepompen 6AF Nominale verwarmingscapaciteit 2-02 kw 50 Hz Vertaling van het originele document 6, 09.205 INHOUD - INTRODUCTION...

Nadere informatie

61WG/30WG Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen. met of zonder hydromodule

61WG/30WG Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen. met of zonder hydromodule 6WG/30WG 00-090 Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen met of zonder hydromodule Nominale koelcapaciteit -95 kw Nominale verwarmingscapaciteit 30-6 kw Unit met hydromodule optie Standaardunit

Nadere informatie

61WG/30WG/30WGA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater

61WG/30WG/30WGA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater 6WG/30WG/30WGA 020-090 Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater warmtepompen Nominale koelcapaciteit 25-95 kw Nominale verwarmingscapaciteit 29-7 kw Unit met hydromodule optie Standaardunit

Nadere informatie

30RQS/30RQSY A. Omkeerbare lucht/water warmtepompen PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS

30RQS/30RQSY A. Omkeerbare lucht/water warmtepompen PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro- Dialog+ regeling Omkeerbare lucht/water warmtepompen 30RQS/30RQSY

Nadere informatie

30RBS/RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS

30RBS/RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling Luchtgekoelde koelmachines 30RBS/RBSY 039-160

Nadere informatie

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Unit met laag-geluid optie Luchtgekoelde koelmachines 30RBM 60-520 30RBP 60-520 Nominale koelcapaciteit 64-528 kw 50 Hz Vertaling van het originele document Inhoud

Nadere informatie

30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP. Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP. Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron 30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP Nominale koelcapaciteit: 273-1756 kw Nominale verwarmingscapaciteit:

Nadere informatie

30RBS/30RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines. Touch Pilot Junior. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS

30RBS/30RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines. Touch Pilot Junior. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS Touch Pilot Junior Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Touch Pilot Junior regeling Luchtgekoelde koelmachines 30RBS/30RBSY

Nadere informatie

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling PERFORMO-A R/H PERFORMO-A R/H (type 30-196) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling De Aircool koudwateraggregaten onderscheiden zich door: Innovatief, dynamisch en marktgericht.

Nadere informatie

61AF. Hoge temperatuur warmtepompen PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

61AF. Hoge temperatuur warmtepompen PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 6AF Hoge temperatuur warmtepompen Nominale verwarmingscapaciteit -05 kw 50 Hz PRO-DIALOG + Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave - INTRODUCTION...4. - Controleren van de zending... 4. -

Nadere informatie

MULTIPOWER-A R/H. Multipower-A R/H (type ) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

MULTIPOWER-A R/H. Multipower-A R/H (type ) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling MULTIPOWER-A R/H Multipower-A R/H (type 90-610) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling De Aircool koudwateraggregaten onderscheiden zich door: innovatief, dynamisch

Nadere informatie

30RW/RWA. Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30RW/RWA. Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING PRO-DIALOG MONTAGE, INEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module 30RW/RWA Nominale koelcapaciteit 110-310 kw / 50 Hz Vertaling van het originele

Nadere informatie

30RB/RBY 039-160 A. Luchtgekoelde koelmachines. Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling

30RB/RBY 039-160 A. Luchtgekoelde koelmachines. Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling 30RB/RBY A Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 40-160 kw 50 Hz 30RBY 30RB Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling Montage, Inbedrijfstelling

Nadere informatie

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module 30RW/RW 020-300 Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module Nominale koelcapaciteit 20-30 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud INHOUDSOPGVE - INLEIDING...4. - Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

30RQ Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG +

30RQ Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG + Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG + www.eurovent-certification.com www.certiflash.com Unit met laag-geluid optie afgebeeld 30RQ 182-522 Nominale koelcapaciteit 174-465 kw

Nadere informatie

30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A. Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A. Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen 30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A Nominale koelcapaciteit : 273-1756

Nadere informatie

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental INSTALLATION, OPERATION AND MAINTENANCE INSTRUCTIONS Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental 30XW-V/30XWHV Nominale koelcapaciteit: 587-1741 kw Nominale verwarmingscapaciteit:

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

30XAV Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

30XAV Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental 30XAV 500-1150 Nominale koelcapaciteit: 500-1150 kw 50 Hz Origineel document 2 INHOUD

Nadere informatie

30RH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen

30RH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen 30RH 040-40 B Omkeerbare lucht/water warmtepompen Nominale koelcapaciteit 38-0 kw Nominale verwarmingscapaciteit 38-9 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RA/RH-30RY/RYH B serie Pro-Dialog

Nadere informatie

MTE kw. Condensingunits voor buitenopstelling. Condensingunits MTE PLUS. Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering

MTE kw. Condensingunits voor buitenopstelling. Condensingunits MTE PLUS. Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering Condensingunits MTE Condensingunits voor buitenopstelling MTE - 0 kw Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering De compacte luchtgekoelde condensingunits (MTE) zijn ontwikkeld voor

Nadere informatie

30RA "A" Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module AQUASNAP

30RA A Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module AQUASNAP 30RA 040-240 "A" Luchtgekoelde waterkoelaggregaten met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 38-250 kw 50 Hz AQUASNAP Carrier neemt deel aan het Eurovent Certificatie Programma. Producten

Nadere informatie

KOUDWATERAGGREGATEN serie

KOUDWATERAGGREGATEN serie Koudwateraggregaten KOUDWATERAGGREGATEN serie De Aircool koudwateraggregaten lijn bestaat uit een complete serie van 6 kw tot 1665 kw, zowel lucht- als watergekoelde uitvoeringen. Ook is er een warmtepompuitvoering

Nadere informatie

30RYH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

30RYH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module 30RYH 07-080 B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 8-76 kw Nominale verwarmingscapaciteit 8-78 kw 50 Hz Zie voor bediening

Nadere informatie

HYDROCIAT LW ST/HE

HYDROCIAT LW ST/HE 90181 12-2016 HYDROCIAT LW ST/HE H a n d l e i d i n g Inhoudsopgave 1 - INLEIDING...4 1.1 Veiligheidsinstructies tijdens de montage... 4 1.2 Apparatuur en componenten onder druk... 5 1.3 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz. Unit met low noise optie

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz. Unit met low noise optie MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Unit met low noise optie Luchtgekoelde koelmachines 30RBM 60-520 30RBP 60-520 Nominale koelcapaciteit 64-528 kw 50 Hz Vertaling van het oorspronkelijke

Nadere informatie

38RBS Luchtgekoelde condensing units. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS serie Pro-Dialog+ regeling

38RBS Luchtgekoelde condensing units. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS serie Pro-Dialog+ regeling 38RBS 039-60 Luchtgekoelde condensing units Nominale koelcapaciteit 40-60 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS 039-60 serie Pro-Dialog+ regeling Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Nadere informatie

30WG Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule

30WG Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule TouchPilot Junior HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, ONDERHOUD EN MONTAGE Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule 30WG 110-190 Vertaling van

Nadere informatie

30RY B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

30RY B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module 30RY 017-080 B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 19-79 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RA/RH - 30RY/RYH B serie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw Cassette ventilatorconvectoren 42GW Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw De Carrier 42GW cassette ventilatorconvector is uitstekend geschikt voor het conditioneren van

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid

Nadere informatie

Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling

Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling Lucht/water warmtepompen en koelmachines SCX Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling NEW SCX 80-30 kw PRODUCT JUNI 201 Grote configureerbaarheid en hoge efficiëntie bij deellast Scroll compressor

Nadere informatie

AQUACIAT CALÉO. Hoge temperatuur warmtepompen

AQUACIAT CALÉO. Hoge temperatuur warmtepompen 90198 08-2017 AQUACIAT CALÉO Hoge temperatuur warmtepompen H a n d l e i d i n g Inhoud 1 - INLEIDING...4 1.1 - Controle van de ontvangen apparatuur... 4 1.2 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4

Nadere informatie

SUI Bedieningspaneel

SUI Bedieningspaneel SUI Bedieningspaneel Montage-instructies NEDERLANDS INHOUD 1 - Voorzorgsmaatregelen... 4 1.1 - Algemeen... 4 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken... 4 1.3 - Algemene aanbevelingen voor de montage...

Nadere informatie

MCW 5-39 kw. Monoblok-systeem voor binnenopstelling. Water/water warmtepompen en koelmachines MCW PLUS. Compacte units met één circuit

MCW 5-39 kw. Monoblok-systeem voor binnenopstelling. Water/water warmtepompen en koelmachines MCW PLUS. Compacte units met één circuit Water/water warmtepompen en koelmachines MCW Monoblok-systeem voor binnenopstelling MCW 5-39 kw Compacte units met één circuit Roterende compressor PLUS Scroll compressor R-40C Koudemiddel R-40C Enkel

Nadere informatie

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage. Instructie handleiding MINIBEL Luchtgordijnen Waarschuwingsadvies symbolen Attention, Gevaar, Waarschuwing! Gevaarlijke stroom of hoge voltages! Kans op verwondingen! Gevaar! Sta niet onder de hangende

Nadere informatie

LEP kw. Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling. Multifunctionele warmtepompen LEP PLUS

LEP kw. Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling. Multifunctionele warmtepompen LEP PLUS Multifunctionele warmtepompen LEP Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling LEP 50-470 kw Maximale efficiëntie met volledige warmteterugwinning en dissipatie in water Multifunctionele warmtepomp

Nadere informatie

AQUASNAP Bedieningspaneel

AQUASNAP Bedieningspaneel LLOYD'S REGISTER QULITY SSURNCE QUSNP edieningspaneel I S O 9 00 1 MONTGE-INSTRUCTIES edieningspaneel Montage-instructies Dit regelsysteem werkt alleen met 30R / 30RH units: Zie voor montage en onderhoudsinstructies

Nadere informatie

30RQM RQP Omkeerbare lucht-water warmtepomp MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD

30RQM RQP Omkeerbare lucht-water warmtepomp MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Unit met optie laag geluidsniveau Omkeerbare lucht-water warmtepomp 30RQM 160-520 30RQP 160-520 Nominale verwarmingscapaciteit 170-540 kw Nominale koelcapaciteit

Nadere informatie

30RYH B. Warmtepompen lucht/water voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module AQUASNAP

30RYH B. Warmtepompen lucht/water voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module AQUASNAP Warmtepompen lucht/water voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module AQUASNAP 30RYH B Nominale koelcapaciteit 18-76 kw Nominale verwarmingscapaciteit 18-78 kw De 30RYH Aquasnap omkeerbare lucht/water

Nadere informatie

30RA 040-240 B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module

30RA 040-240 B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module 30RA 040-240 B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 39-245 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RA/RH - 30RY/RYH B serie Pro-Dialog

Nadere informatie

38RA. Luchtgekoelde condensing-units. Nominale koelcapaciteit kw

38RA. Luchtgekoelde condensing-units. Nominale koelcapaciteit kw Luchtgekoelde condensing-units 38RA Nominale koelcapaciteit 40-5 kw De nieuwe generatie 38RA condensing-units zijn voorzien van de nieuwste technologische vindingen. Alle units hebben scroll compressoren,

Nadere informatie

MPE 4-76 kw. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE PLUS

MPE 4-76 kw. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE PLUS Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling MPE - kw Efficiëntie onder elke omstandigheid R-0A R-0A Roterende compressor Scroll compressor Koudemiddel

Nadere informatie

30RH B. Warmtepompen lucht/water met geïntegreerde hydro module AQUASNAP

30RH B. Warmtepompen lucht/water met geïntegreerde hydro module AQUASNAP Warmtepompen lucht/water met geïntegreerde hydro module AQUASNAP 30RH 040-40 B Nominale koelcapaciteit 38-0 kw Nominale verwarmingscapaciteit 38-9 kw De 30RH Aquasnap omkeerbare lucht/water warmtepompen

Nadere informatie

HIWARM COMPACT kw

HIWARM COMPACT kw Lucht-water monoblok-systeem met BLDC inverter compressor HIWRM COMPCT - 29 kw Volledige warmteterugwinning en energie-efficiëntie onder elke omstandigheid Multifunctionele warmtepomp met volledige warmteterugwinning

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Noorderlaan 111, bus 10

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R hydrofoorgroepen 2 Hartelijk dank! Hartelijk dank dat u voor een EUROM HG hydrofoorgroep gekozen hebt. U hebt daarmee een goede keus gemaakt! Wij hopen dat hij tot uw

Nadere informatie

30RB /30RQ

30RB /30RQ Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines Omkeerbare lucht-water warmtepompen PRO-DIALOG + 30RB /30RQ Nominale koelcapaciteit 30RB: 40-160 kw Nominale koelcapaciteit 30RQ: 40-150 kw Nominale verwarmingscapaciteit

Nadere informatie

DYNACIAT LG

DYNACIAT LG 90188 03-2017 DYNACIAT LG H a n d l e i d i n g INHOUDSOPGAVE 1 - INLEIDING...4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4 1.2 - Apparatuur en onderdelen onder druk... 5 1.3 - Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

LER kw. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering LER PLUS

LER kw. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering LER PLUS Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering LER 0-0 kw Compacte en geruisloze machine met externe dissipatie in de lucht Scroll compressor PLUS R-0A Koudemiddel R-0A Enkel koud Splituitvoering Elektronisch

Nadere informatie

30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren

30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren 30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren Nominale koelcapaciteit 30HXC: 286-300 kw Nominale koelcapaciteit 30GX: 282-203 kw 50 Hz GLOBAL CHILLER Montage,

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT

LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT A Q U A S N A P J U N I O R LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT ALLE NODIGE WATER- ZIJDIGE COMPONENTEN ZIJN AL INGEBOUWD De Aquasnap Junior completeert

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module. Nominale verwarmingscapaciteit kw.

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module. Nominale verwarmingscapaciteit kw. Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module www.eurovent-certification.com www.certiflash.com 6AF 0-05 Nominale verwarmingscapaciteit -05 kw De nieuwe generatie Aquasnap

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

61WG/30WG/30WGA A. Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule

61WG/30WG/30WGA A. Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule TOUCH PILOT JUNIOR INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule 6WG/30WG/30WGA 20-90-A

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV/DAF2500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting Carrier neemt deel aan het Eurovent Certificatie Programma. Producten voldoen aan de omschrijving in de Eurovent lijst van gecertificeerde producten.

Nadere informatie

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht. Woord vooraf Handleiding Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC MONTAGEHANDLEIDING -wegskleppenkit voor warmtepompconvector -wegskleppenkit voor warmtepompconvector Lees deze handleiding aandachtig vóór de installatie. Gooi ze niet weg. Bewaar ze voor latere naslag.

Nadere informatie

48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers

48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers 48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers Montage, inbedrijfstelling en onderhoud 2 Inhoud 1 - INLEIDING... 4 1.1 - Controleren van de zending... 4 1.2 - Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ luchtgekoelde condensingunits

montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ luchtgekoelde condensingunits montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ 007-014 luchtgekoelde condensingunits De illustratie op de voorpagina dient slechts ter illustratie en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract.

Nadere informatie

30XAS Luchtgekoelde koelmachines

30XAS Luchtgekoelde koelmachines 30XAS Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 235-484 kw 50 Hz PRO-DIALOG + Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave 1 - INLEIDING... 4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage...4

Nadere informatie

30RW/30RWA. Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit kw. Stekker er in.

30RW/30RWA. Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit kw. Stekker er in. Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule www.eurovent-certification.com www.certiflash.com 30RW/30RWA Nominale koelcapaciteit 20-35 De 30RW Aquasnap vloeistofkoelmachines

Nadere informatie

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental 30XW-V/30XWHV Nominale koelcapaciteit : 587-1741 kw Nominale

Nadere informatie

30RQ 182-522. Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit 175-470 kw Nominale verwarmingscapaciteit 184-554 kw

30RQ 182-522. Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit 175-470 kw Nominale verwarmingscapaciteit 184-554 kw Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule www.eurovent-certification.com www.certiflash.com Unit met laag-geluid optie afgebeeld 30RQ 182-522 Nominale koelcapaciteit 175-470 Nominale verwarmingscapaciteit

Nadere informatie

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES Safety Valves - ½ x ½ Safety by PenTec APPENDAGES APPENDAGES DUCO VeiligheidsVentielen en DUCOBoilerventielen Toepassing DUCO Veiligheidsventielen en DUCO Boilerventielen worden toegepast voor de beveiliging

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX ZFPX5220

Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX ZFPX5220 Aangeboden door: Zwembad BVBA Industrieweg 9 3190 Boortmeerbeek België www.harmopool.eu Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX5210 - ZFPX5220 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

30KAV KAVP Vloeistofkoelmachines, twin-schroefcompressor met variabel toerental HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK EN ONDERHOUD

30KAV KAVP Vloeistofkoelmachines, twin-schroefcompressor met variabel toerental HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK EN ONDERHOUD HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK EN ONDERHOUD Vloeistofkoelmachines, twin-schroefcompressor met variabel toerental 30KAV 500-1100 30KAVP 500-1100 Nominaal koelingsvermogen: 493-1079 kw - 50 Hz Vertaling

Nadere informatie

PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS

PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS Groot assortiment koudwater units Compact en aantrekkelijk design EC-motor voor energiebesparing Auto-adaptieve regeling Installatiegemak Close Control Unit 50CO Vertaling van

Nadere informatie

30HX GLOBAL CHILLER VLOEISTOFKOELMACHINE IN HARMONIE MET HET MILIEU

30HX GLOBAL CHILLER VLOEISTOFKOELMACHINE IN HARMONIE MET HET MILIEU GLOBAL CHILLER TM VLOEISTOFKOELMACHINE 30HX IN HARMONIE MET HET MILIEU 30HX: SOLIDE TECHNOLOGIE - LANG SPRAAKMAKENDE EFFICIENCY De 30HX combineert een hoge mate van bedrijfszekerheid met ongeëvenaarde

Nadere informatie

30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water. met variabel toerental

30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water. met variabel toerental 30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water warmtepompen met variabel toerental Nominale koelcapaciteit 587-858 kw Nominale verwarmingscapaciteit 648-968 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7 MONTAGEHANDLEIDING Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter Lees grondig deze handleiding vooraleer tot de montage

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPI DC. Koelmachines en warmtepompen met BLDC invertercompressor

Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPI DC. Koelmachines en warmtepompen met BLDC invertercompressor Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPI DC Koelmachines en warmtepompen met BLDC invertercompressor voor buitenopstelling MPI DC - 9 kw Groot werkingsveld en energieefficiëntie onder elke omstandigheid

Nadere informatie

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7 Montageinstructies Veiligheid afwasautomaat 4 Vereisten installatie 5 Instructies installatie 7 Veiligheid afwasautomaat De veiligheid van uzelf en van andere personen is erg belangrijk. We hebben een

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften Centraal stofzuigsysteem DUO 1 2 2 3 3 4 4 5 6 7 5 8 Gebruik altijd een Allaway microfiber stofzak voor de DUO. 9 6 Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Allaway centrale

Nadere informatie

Technische specificatie Tower Airvising Postbus 122 1940AC Beverwijk 3/27/2014

Technische specificatie Tower Airvising Postbus 122 1940AC Beverwijk 3/27/2014 SmartAir 9-KR SW50 R Unit type 9-KR Ondersteunings frame Verstelbaar Luchthoeveelheid (m3/h) 00 00 Isolatie dikte (mm) 50 Gewicht (kg) 2173 Externe druk (Pa) 350 350 Inspectie zijde Rechts Configuratie

Nadere informatie

LCX kw GRADE. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines LCX PLUS

LCX kw GRADE. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines LCX PLUS Lucht/water warmtepompen en koelmachines LCX Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling UP LCX 0-0 kw GRADE LCX: uitgebreid assortiment en grote configureerbaarheid croll compressor PLU R-0A Koudemiddel

Nadere informatie

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen Pool & Spa Hydro-Pro_warmtepompen_Mertens.indd 1 De Hydro-Pro warmtepompen 3/2/2012 2:49:46 PM Hydro-Pro_warmtepompen_Mertens.indd 2 3/2/2012 2:49:50 PM Efficiënt en economisch De warmte van de buitenlucht

Nadere informatie

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

CZT Hoog rendement lucht / water warmtepomp voor binnenopstelling

CZT Hoog rendement lucht / water warmtepomp voor binnenopstelling CZT Hoog rendement lucht / water warmtepomp voor binnenopstelling DE IDEALE ALLES-IN-ÉÉN OPLOSSING De CZT hoog rendement warmtepompen zijn speciaal gemaakt voor toepassingen met vloer / wand verwarming.

Nadere informatie

61AF 022-105. Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit 22-105 kw

61AF 022-105. Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit 22-105 kw Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module PRO-DIALOG + 6AF 0-05 Nominale verwarmingscapaciteit -05 kw De nieuwe generatie Aquasnap hoge temperatuur warmtepompen

Nadere informatie