30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz"

Transcriptie

1 MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Unit met laag-geluid optie Luchtgekoelde koelmachines 30RBM RBP Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz Vertaling van het originele document

2 Inhoud - INLEIDING Specifieke aspecten voor 30RBP units Veiligheidsinstructies voor montage Apparatuur en componenten onder druk Veiligheidsinstructies voor onderhoud Veiligheidsinstructies bij reparaties CONTROLES VOORAF Controleren van de zending Transport en plaatsen van de unit Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling Aan de slag afmetingen, benodigde vrije ruimte RBM/30RBP (met en zonder hydromodule) RBM/30RBP (met en zonder hydromodule) RBM/30RBP (met en zonder hydromodule) Installatie van meerdere koelmachines TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS VAN 30RBM EN 30RBP UNITS Technische gegevens - 30RBM Technische gegevens - 30RBP Elektrische gegevens 30RBM Elektrische gegevens 30RBP Kortsluitvastheid stroom Elektrische gegevens, hydromodule Toegepaste compressoren en elektrische gegevens ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Elektrische voeding Fase onbalans spanning (%) Hoofdstroomaansluiting/hoofdschakelaar Aanbevolen aderdiameters Doorvoer voedingskabel Op het werk aan te leggen stuurstroombedrading Beschikbare stroom voor de gebruiker Selectiegegevens Bedrijfslimieten unit Minimum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Maximum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Verdamper met variabel debiet (units zonder hydromodule) Minimum actieve systeeminhoud Maximum systeeminhoud Waterdebiet koeler Drukverliescurve koeler en standaard water intrede/uittrede aansluitingen WATERLEIDING AANSLUITINGEN Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen Wateraansluitingen Detectie waterstroming Vorstbeveiliging Bescherming tegen cavitatie (met optie 6) Werking van twee units in Master/Slave bedrijf (optie 58)

3 8 - INSTELLEN NOMINALE WATERDEBIET Units zonder hydromodule Units met hydromodule en pomp met vast toerental Units met hydromodule en pomp met variabel toerental - Regeling constant drukverschil (Delta P regeling) Units met hydromodule en pomp met variabel toerental - Regeling constant temperatuurverschil (Delta T regeling) Units met hydromodule en pomp met variabel toerental - Regeling van een constant toerental Pompdruk / debiet curves Beschikbare externe statische druk BELANGRIJKSTE Componenten VAN HET SYSTEEM EN BEDRIJFSBEREIK Compressoren Smering Condensors Ventilatoren Electronisch expansie ventiel (EXV) Vochtindicator Filterdroger Koeler Koudemiddel Hogedrukbeveiliging Frequentieregelaar (VFD) Arbeidsfactorcorrectie condensatoren (optie 23) Ventilatoropstelling Ventilator trappen Ventilator met variabel toerental (alleen 30RBP units) OPTIES Touch Pilot Regeling (optie 58) Hydromodule zonder variabel toerental (opties 6R, 6S, 6T, 6U) Hydromodule met variabel toerental (opties 6V, 6W) Units met ventilatoren met beschikbare druk voor binneninstallatie (optie 2-Hoog statische ventilator) Gedeeltelijke warmteterugwinning met desuperheaters (optie 49) Andere opties STANDAARD ONDERHOUD Onderhoud niveau Onderhoud niveau Onderhoud niveau 3 (of hoger) Aandraaimomenten voor de belangrijkste elektrische aansluitingen Aandraaimomenten voor de belangrijkste bouten en moeren Condensorbatterij Onderhoud van de koeler Onderhoud frequentieregelaar(s) Kenmerken van R-40A Controle arbeidsfactorcorrectie condensatoren Checklist voor de inbedrijfstelling van 30RBM/30RBP koelmachines Deze handleiding is van toepassing voor de volgende units: - 30RBM: Standaard unit - 30RBP: Units met ventilatoren met variabel toerental Voor de werking van de regeling wordt verwezen naar 30RBM/30RBP bedieningshandleiding. De illustratie op de voor pagina dient slechts ter illustratie en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract. 3

4 - INLEIDING Alvorens de 30RBM/30RBP units in bedrijf worden gesteld, moeten alle personen die betrokken zijn bij montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van de apparatuur volledig op de hoogte zijn van deze instructies en van de technische kenmerken van de installatieplek. De 30RBM/30RBP units zijn ontworpen voor betrouwbaar en veilig bedrijf binnen de ontwerpcondities. Gebruik bij de toepassing van deze apparatuur uw gezond verstand en neem de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen om schade aan apparatuur, materieel of persoonlijk letsel te voorkomen. Ze zijn ontworpen voor een levensduur van 5 jaar door uit te gaan van een 75% bezettingsgraad factor; dat is ongeveer bedrijfsuren. De procedures in deze handleiding zijn gerangschikt in de vereiste volgorde voor de installatie, de inbedrijfstelling, de bediening en het onderhoud. Zorg dat u de in deze instructies opgenomen procedures en veiligheidsrichtlijnen begrijpt en opvolgt, evenals die van deze handboek, zoals: het dragen van beschermende kleding zoals handschoenen, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en gebruik van de passende gereedschappen en het bezit van de vereiste kwalificaties (elektrisch, airconditioning, lokale wetgeving). Zie de conformiteitsverklaringen van deze producten om te controleren of ze voldoen aan de Europese richtlijnen (machineveiligheid, laagspanning, elektromagnetische compatibiliteit, apparatuur onder druk, etc.).. - Specifieke aspecten voor 30RBP units De 30RBP units verschillen van de 30RBM units door de toepassing van frequentieregelaars op alle ventilatoren en optimaliseren hiermee de totale energie-efficiëntie van de unit, afhankelijk van de bedrijfscondities (luchttemperatuur, circuit capaciteit). Ze verbeteren daarmee de seizoensgebonden efficiëntie (ESEER). Alle ventilatoren in hetzelfde koudemiddelcircuit worden geregeld door één frequentieregelaar. Daarom werken deze met hetzelfde toerental. Het toerenal bij vollast of deellast van elk circuit wordt geregeld door een algoritme dat continu de condensatietemperatuur optimaliseert om zo de beste energie-efficiëntie (EER) van de unit te verkrijgen, ongeacht de bedrijfsomstandigheden..2 - Veiligheidsinstructies voor montage Na aflevering van de unit, moet hij op schade worden gecontroleerd. Controleer dat het koudemiddelcircuit onbeschadigd is. Met name dat er geen componenten of leidingen zijn verschoven of beschadigd (bijv. door schokken). Voer in geval van twijfel een lektest uit. Meld eventuele schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. De zending is door Carrier tot de aankomst op het werk verzekerd. Laat skids, pallets of beschermende verpakking op hun plaats tot de unit op zijn definitieve plaats staat. Deze units kunnen worden verplaatst met een vorkheftruck zolang de vorken zich op de juiste plaats en in de juiste richting op de unit bevinden. De units kunnen ook worden gehesen met hijsstroppen, aangebracht op de op de unit aangegeven hijspunten (labels op het chassis en een label met alle relevante instructies zijn op de unit bevestigd). Gebruik hijsstroppen die voldoende sterk zijn voor het gewicht van de unit en volg altijd de hijsinstructies op de officiële maatschetsen. Veiligheid wordt alleen gegarandeerd wanneer deze instructies nauwkeurig worden opgevolgd. Wanneer dit niet gebeurt kan schade aan de apparatuur of lichamelijk letsel van personeel het gevolg zijn. DEK NOOIT BEVEILIGINGEN AF. Dit geldt voor smeltveiligheden en veiligheidsventielen (indien gebruikt) in de koudemiddel- of watercircuit. Controleer of de oorspronkelijke beschermpluggen nog in de uitlaatopeningen van de kleppen zitten. Deze pluggen bestaan gewoonlijk uit kunststof en moeten niet worden gebruikt. Als ze nog aanwezig zijn moeten ze worden verwijderd. Installeer (indien noodzakelijk) afblaasleidingen op de uitlaatopeningen van de beveiligingen om binnendringen van ongewenst materiaal (stof, bouwafval, etc.) en atmosferische stoffen te voorkomen (water kan roest of ijsvorming veroorzaken). Deze afblaasleidingen mogen de werking niet belemmeren en geen drukdaling veroorzaken die groter is dan 0% van de ingestelde druk. Classificatie en regelgeving De beveiligingen van deze machines zijn in overeenstemming met de Richtlijn drukapparatuur en de nationale voorschriften en zijn in de EU als volgt geclassificeerd: Beveiliging* Veiligheidsventiel beperking van schade bij brand** Koudemiddelzijdig Hogedrukschakelaar x Veerveiligheid*** x Breekplaat x Smeltveiligheid x Waterzijdig Veerveiligheid * Geclassificeerd voor bescherming bij normaal bedrijf. ** Geclassificeerd voor bescherming bij abnormaal bedrijf. *** De regel, dat de druk niet meer dan 0% boven de insteldruk van het veilig-heidsventiel mag uitstijgen, geldt niet in het geval van abnormaal bedrijf. De insteldruk mag hoger zijn dan de ontwerpdruk. In dit geval zorgt de ontwerp-temperatuur of hogedrukschakelaar dat de ontwerpdruk bij normaal bedrijf niet wordt overschreden. De geschiktheid van de overstortventielen moeten worden gecontroleerd door het bedrijf dat de installatie van het gehele watersysteem uitvoert. Deze veiligheden mogen, zelfs als er geen gevaar voor brand is, niet worden verwijderd. Er is geen garantie dat de veiligheden weer worden teruggeplaatst indien de installatie wordt veranderd of als de unit wordt verplaatst. Wanneer de unit wordt blootgesteld aan vuur, veiligheidsvoorzieningen voorkomen scheuren als gevolg van overdruk door het vrijgeven van het koudemiddel. Bij blootstelling aan een vlam kan de vloeistof worden ontbonden in toxische residuen: Blijf uit de buurt van het apparaat. Zorg voor waarschuwingen en aanbevelingen voor het personeel dat verantwoordelijk is voor het blussen van de brand. Brandblussers geschikt voor het systeem en het gebruikte type koudemiddel moeten gemakkelijk toegankelijk zijn. Alle in de fabriek geïnstalleerde overstortafsluiters zijn voorzien van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling te voorkomen. 4

5 Voor units geïnstalleerd in een afgesloten ruimte moeten de externe veiligheidsventielen in principe worden aangesloten op afvoerleidingen. Raadpleeg de installatievoorschriften, bijvoorbeeld die van de Europese norm EN 378 en EN 336. Wanneer koudemiddel afblaasveiligheden afblazen in de ruimte en er gevaar onstaat voor personen en goederen, dan dienen de koudemiddel afblaasveiligheden te worden aangesloten op afblaasleidingen die naar buiten leiden. Aangezien het koudemiddel kan worden afgeblazen in de buitenlucht, moet de uitlaatopening ver zijn verwijderd van de luchtinlaat van het gebouw, of moet afvoer plaatsvinden in zulke kleine hoeveelheden waardoor voldoende verdunning plaats vindt zodat er geen gevaar voor personen ontstaat. Zie voor periodieke controle van de veiligheidsventielen hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor onderhoud. Als veerveiligheden zijn gemonteerd op de change-over klep, heeft deze een veerveiligheid op elk van de twee uitgangen. Er is maar één van de twee veerveiligheden in bedrijf, de andere is geïsoleerd. Laat de change-over klep nooit in de tussenstand staan, d.w.z. met beide wegen open (zet de aandrijving tegen de aansluiting, voor of achter, naar gelang de te isoleren uitgang). Als een veerveiligheid wordt verwijderd voor controle of reparatie, zorg er dan voor dat er altijd een actieve veerveiligheid is op elk van de changeover kleppen van de unit. Voorzie de afvoerleiding van een aftapmogelijkheid, dicht bij elke veiligheidsventiel, om ophoping van condensaat of regenwater te voorkomen. Bij het werken met koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Controleer regelmatig het oppervlak van de componenten om eventuele putcorrosie op te sporen. Controleer een niet geïsoleerd deel van het drukvat of bij een aansluiting in de isolatie. Controleer de warmtewisselaar vloeistof regelmatig op verontreiniging (bijv. silicone korreltjes). Deze verontreiniging kan de oorzaak zijn van slijtage en/of putcorrosie. Filter de warmtewisselaar vloeistof. De rapporten van de periodieke controles door de gebruiker of het bedienend personeel moet worden opgenomen in het service en onderhoudsdossier. Reparatie: Reparatie of modificatie van een drukvat is verboden. Alleen de vervanging van het vat door een origineel onderdeel van de fabrikant is toegestaan. In dit geval moet de vervanging worden uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus. De vervanging van het vat moet worden bijgehouden in het onderhoudsdossier. Recycling: De drukapparatuur kan in zijn geheel of gedeeltelijk gerecycled worden. Na gebruik bevat de unit koudemiddeldampen en olieresten. Sommige delen zijn voorzien van een laklaag..4 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud Carrier beveelt de volgende opzet voor een logboek aan (de onderstaande tabel is slechts een voorbeeld en behoort niet tot de verantwoordelijkheid van Carrier). Bezoek Datum Aard () Naam van de technicus Van toepassing zijnde regelgeving Controle.3 - Apparatuur en componenten onder druk Deze producten bevatten apparatuur of componenten onder druk, geproduceerd door Carrier of andere fabrikanten. De eigenschappen van deze apparatuur/componenten zijn vermeld op de kenplaat of in de met de producten meege-leverde vereiste documentatie. Deze gegevens kunnen belangrijk zijn voor herkwalificatie, opnieuw testen en de RLK regelgeving. Deze units voldoen aan de Europese Richtlijn drukapparatuur (PED) 97/23/EC. De units zijn bedoeld om te worden opgeslagen en te werken in een omgeving waar de omgevingstemperatuur niet lager is dan de laagste toegestane temperatuur zoals vermeld op het typeplaatje. Breng geen statische of dynamische druk van betekenis m.b.t. de toegepaste bedrijfsdrukken tijdens bedrijf of voor testen in het koudemiddelcircuit of in het vloeistofcircuit van de warmtewisselaar. OPMERKING:Controle tijdens bedrijf, herkwalificatie, opnieuw testen, vrijstelling van hertesten: Volg de plaatselijke voorschriften voor het toezicht op de onder druk staande apparatuur. De gebruiker of de exploitant wordt meestal gevraagd om een controle en onderhoud register te creëren en onderhouden. Bij afwezigheid van regelgeving of in aanvulling op de regels, volg dan de richtlijnen van EN 378. Houd u aan de lokale aanbevelingen van de bedrijfstak, als deze er zijn. () Onderhoud, reparaties, periodieke controles (EN 378), lekkage, enz. Werkzaamheden aan elektrische/elektronische componenten of koelingscomponenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Werkzaamheden aan koeltechnische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (F-gassen gediplomeerd) personeel. Hij/zij moet opgeleid zijn voor en bekend zijn met de apparatuur en de installatie. Laswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (F-gassen gediplomeerd) personeel. De 30RBM/30RBP units werken met het hogedruk koudemiddel R-40A (de servicedruk van de unit ligt boven 40 bar, de druk bij 35 C luchttemperatuur is 50% hoger dan voor R-22). Bij werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit moet speciale apparatuur worden gebruikt (manometer, terugwin-unit, enz.). Maak het apparaat niet schoon met heet water of stoom. Dit kan de druk van het koudemiddel veroorzaken. Het bedienen (openen of sluiten) van koudemiddel-afsluiters mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel (F-gassen gediplomeerd) en bij volledig afgeschakelde unit. Tijdens onderhoud moet de unit zijn uitgeschakeld. OPMERKING: De unit mag nooit achtergelaten worden met de vloeistofafsluiter in gesloten stand omdat zich vloeibaar koudemiddel kan bevinden tussen deze afsluiter en het expansieorgaan, wat tot drukstijgingen kan leiden. Door uitzetting van opgesloten vloeibaar koudemiddel kan schade en een onveilige situatie ontstaan. Deze afsluiter bevindt zich in de vloeistofleiding voor de filterdroger. 5

6 Tijdens werkzaamheden, onderhoud en service werkzaamheden moeten de uitvoerende technici veiligheidshandschoenen, bril, schoenen en beschermende kleding dragen. Vergrendel elektrische circuits tijdens onderhoudswerkzaamheden. Schakel altijd de hoofdstroom af voordat met werkzaam-heden aan elektrische componenten incl. regelpanelen, schakelaars, relais etc., wordt begonnen. Tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de unit, moet de elektrische voeding naar de machine zijn uitgeschakeld en vergrendeld. Als het werk wordt onderbroken, controleer dan voordat u weer begint dat alle circuits spanningsloos zijn. LET OP: Zelfs wanneer de unit is afgeschakeld blijft de hoofdstroom bekrachtigd, tenzij de beveiligingsschakelaar van de unit of het circuit open is. Zie elektrisch schema voor nadere details. Breng waarschuwingslabels aan (vermeld dit in de veiligheidsinstructies). Schakel bij werkzaamheden bij of aan de ventilatoren, met name wanneer grilles of panelen zijn verwijderd, de stroom naar de ventilatoren af om te voorkomen dat ze automatisch starten. LET OP: De optie arbeidsfactorcorrectie (23) en de frequentieregelaars (VFD) die zijn gemonteerd op de 30RBPunits en de units met de opties 6V, 6W of 28 hebben condensatorbatterijen met een ontlaadtijd van vijf (5) minuten na het afschakelen van de elektrische voeding. Na het afschakelen van de hoofdstroom van de schakelkast, wacht 5 minuten voordat u de schakelkast of frequentieregelaar opend. Controleer voor alle werkzaamheden dat er geen spanning aanwezig is op alle bereikbare geleidende delen van het stroomcircuit. Het wordt aanbevolen om een koudemiddel indicator te installeren om aan te geven of een deel van het koude-middel via de veerveiligheid weglekt. De aanwezigheid van olie bij de afblaasopening is een nuttige aanwijzing voor koudemiddellekkage. Houd deze opening goed schoon, zodat eventuele lekkage duidelijk zichtbaar is. De instelling van een veerveiligheid die gelekt heeft, is over het algemeen lager dan zijn oorspronkelijke instelling. De nieuwe instelling kan invloed hebben op het bedrijfsbereik van de machine. Om onnodig aanspreken van beveiligingen of lekkages te voorkomen, dient de veerveiligheid te worden vervangen. LET OP: In geval van gebruik van remkleppen, vergeet niet de bescherming aan te brengen om lekkages te voorkomen. Controle van de werking: Belangrijke informatie over het gebruikte koudemiddel: Dit product bevat HFK-koudemiddel dat onder het Kyoto-protocol valt. Koudemiddeltype: R-40A Aardopwarmingsvermogen (GWP): 2088 LET OP:. Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit van dit product moeten altijd worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende wetgeving. In de EU is de F-gassenverordening, nr. 57/204 van kracht. 2. Zorg dat koudemiddel gedurende installatie, onderhoud of verwijdering van de apparatuur nooit kan ontsnappen naar de atmosfeer. 3. Het opzettelijk lozen van koudemiddel in de atmosfeer is verboden. 4. Wanneer een koudemiddellek wordt geconstateerd, moet dit lek zo snel mogelijk gerepareerd worden. 5. Alleen gekwalificeerd en gecertificeerd personeel mag installatie- en onderhoudswerkzaamheden en de lektest van het koudemiddelcircuit uitvoeren of de apparatuur verwijderen en het koudemiddel terugwinnen. 6. Het terugwinnen van koudemiddel voor recycling, regeneratie of vernietiging is voor rekening van de klant. 7. Periodieke lektests moeten worden uitgevoerd door de klant of door derden. Hiervoor gelden de in de EUverordening vastgestelde intervallen: Systeem ZONDER lekdetectie Systeem MET lekdetectie Koudemiddelvulling/ circuit (CO 2 -equivalent) Koudemiddel vulling/circuit (kg) R34a (GWP 430) R407C (GWP 774) R40A (GWP 2088) HFO s : R23ze Geen controle Geen controle < 5 ton Vulling < 3,5 kg Vulling < 2,8 kg Vulling < 2,4 kg Niet vereist 2 maanden 24 maanden 5 vulling < 50 ton 3,5 vulling < 34,9 kg 2,8 vulling < 28,2 kg 2,4 vulling < 23,9 kg 6 maanden 2 maanden 50 vulling < 500 ton 34,9 vulling < 349,7 kg 28,2 vulling < 28,9 kg 23,9 vulling < 239,5 kg 3 maanden 6 maanden Vulling > 500 ton* Vulling > 349,7 kg Vulling > 28,9 kg Vulling > 239,5 kg *Met ingang van januari 207 moeten de units zijn uitgerust met een lekdetectiesysteem. 8. Voor apparatuur die is onderworpen aan periodieke lektests moet een logboek worden bijgehouden. Hierin moeten staan: de hoeveelheid en het type van het koudemiddel dat in de installatie aanwezig is (toegevoegd en teruggewonnen), de hoeveelheden gerecycled, geregenereerd en vernietigd koudemiddel, de datum en het resultaat van de lektest, de naam van de operator en van het bedrijf waarvoor hij werkt, enz. 9. Neem bij eventuele vragen contact op met uw lokale dealer of installateur. Informatie over inspecties in de norm EN 378 kunnen worden gebruikt wanneer dergelijke criteria in de nationale wetgeving niet bestaan. Controle van de beveiligingen: Als er geen nationale voorschriften zijn, controleer dan de beveiliging op locatie in overeenstemming met norm EN378: eens per jaar voor hogedrukschakelaars, elke vijf jaar voor externe overdrukventielen. 6

7 De onderneming of organisatie die een test uitvoert van een drukschakelaar moet gedetailleerde procedures vaststellen en implementeren voor het uitvoeren van: Veiligheidsmaatregelen Kalibratie van de meetapparatuur Validatie van de werking van de beveiligingsapparaten Testprotocollen Het opnieuw inbedrijfstellen van de apparatuur. Raadpleeg Carrier service voor dit soort tests. Carrier noemt hier alleen het principe van een test zonder het verwijderen van de drukschakelaar: Controleer en noteer de setpoints van drukschakelaars en drukontlastapparaten (kleppen en mogelijk breekplaten) Sta klaar om de hoofdschakelaar van de voeding af te schakelen als de drukschakelaar niet werkt (voorkom overdruk of overtollig gas in het geval van kleppen aan de hoge druk zijde met warmteterugwinning) Sluit een manometer die beveiligd is tegen pulsaties (gevuld met olie met een maximumwijzer, indien mechanisch), bij voorkeur gekalibreerd (de waarden op het bedieningspaneel kunnen onnauwkeurig zijn vanwege de vertraging tussen het moment van opmeten en het moment van de weergave) Voer een hogedruktest uit die in de software is opgenomen (raadpleeg de IOM (Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud) van de regelaar voor de details). LET OP: Indien de test leidt tot vervanging van de drukschakelaar moet het koudemiddel worden afgepompt. Deze drukschakelaars zijn niet op automatische ventielen (Schraeder type) gemonteerd. Ten minste eenmaal per jaar, visueel de beveiligingen (kleppen, drukschakelaars) inspecteren. Als de unit is opgesteld in een vochtige omgeving, dan moeten ze vaker worden gecontroleerd. Voer regelmatig een lektest uit en repareer eventuele lekken onmiddellijk. Controleer regelmatig dat de trillingsniveaus nog acceptabel zijn en niet veel hoger dan die bij de inbedrijfstelling golden. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NF E Indien het koudemiddelcircuit open blijft na interventie (zoals een componentvervanging, enz.): Dicht de openingen af als de duur korter is dan een dag. Als het langer dan een dag duurt, vul het circuit met zuurstofvrije stikstof (inertie principe). Het doel is om het binnendringen van vocht en de resulterende corrosie voorkomen..5 - Veiligheidsinstructies bij reparatie Alle componenten van de installatie moeten goed worden onderhouden om schade en lichamelijk letsel te voorkomen. Storingen en lekkages moeten onmiddellijk worden verholpen. De verantwoordelijke technicus draagt de verantwoor-delijkheid voor onmiddellijk herstel van de storing. Na reparatie van de machine moet de werking van de beveiligingen opnieuw worden gecontroleerd en een rapport worden aangemaakt van de bedrijfsparameters. Volg de voorschriften en aanbevelingen in de veiligheidsrichtlijnen voor unit en HVAC installaties, zoals: EN 378, ISO 549, enz. Bij lekkage of verontreiniging van het koudemiddel (bijv. door kortsluiting in een compressormotor of BPHE bevriezing) moet de gehele koudemiddelvulling worden afgetapt met behulp van een afpompunit (zie ook de RLK richtlijnen). Verontreinigd koudemiddel dient te worden afgevoerd via de geëigende kanalen. De compressoren kunnen niet de gehele koudemiddelinhoud verplaatsen en kunnen beschadigen indien ze voor afpompen worden gebruikt. De koudemiddelinhoud mag niet via de hoge druk zijde worden overgedragen. Repareer het lek en vul de totale R-40A koudemiddelvulling bij zoals aangegeven op de machine kenplaat. Volg hierbij de RLK procedures. Vul niet te veel koudemiddel bij. Vloeibaar koudemiddel R-40A mag alleen via de vloeistofleiding worden bijgevuld. Zorg er altijd voor dat u het juiste koudemiddel gebruikt voor het opnieuw vullen van het apparaat. Het aanvullen van een koudemiddel anders dan het oorspronkelijke type (R-40A) koudemiddel zal een verstoorde werking hebben en kan zelfs leiden tot vernietiging van de compressoren. De compressoren die werken met dit type koudemiddel worden gesmeerd met een synthetische polyolesterolie. Voor alle werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit, moet de volledige koudemiddelvulling worden hersteld. EXPLOSIEGEVAAR Gebruik tijdens een lektest voor het zuiveren van leidingen of voor het onder druk zetten van een machine nooit lucht of gas met zuurstof. Luchtmengsels of gassen met zuurstof die onder druk staan kunnen een explosie veroorzaken. Zuurstof reageert heftig met olie en vet. Voor lektesten mag alleen stikstof worden gebruikt, mogelijk met een geschikt traceergas. Niet naleven van de bovengenoemde instructies kan ernstige of zelfs dodelijke gevolgen hebben en de installatie beschadigen. Overschrijd nooit de opgegeven maximum bedrijfsdrukken. Controleer de maximum toelaatbare hoge en lage testdrukken die in deze handleiding of op de kenplaat van de unit staan. Een koudemiddelleiding of vat mag nooit worden gelast of doorgebrand voordat alle koudemiddel (vloeistof en damp) en de olie uit de machine zijn verwijderd. Dampsporen moeten worden verwijderd met droge stikstof en de ruimte moet goed worden geventileerd. Wanneer koudemiddel in contact komt met open vuur ontstaan er giftige gassen. Op de opstellingsplaats moet de nodige beveiligingsapparatuur beschikbaar zijn en brandblusapparatuur voor het systeem en het gebruikte type koudemiddel moet voorhanden zijn. Koudemiddel mag niet worden overgeheveld. Vermijd dat koudemiddel in contact komt met de huid en ogen. Draag een veiligheidsbril en werkhandschoenen. Krijgt u toch koudemiddel op de huid, was dit dan direct af met water en zeep. Als er koudemiddel in de ogen komt dan moeten de ogen onmiddellijk gespoeld worden met water. Raadpleeg direct een arts. 7

8 De onbedoelde uitstoot van het koudemiddel, als gevolg van kleine lekkages of significante lozingen bij een breuk van een pijp of een onverwachte vrijlating uit een veiligheidsventiel, kan bevriezingsverschijnselen en brandwonden aan het personeel veroorzaken. Negeer dergelijke verwondingen niet. Installateurs, eigenaren en vooral servicetechnici voor deze units moeten: Een arts raadplegen voor de behandeling van dergelijke verwondingen. Toegang hebben tot een EHBO-kit, in het bijzonder voor de behandeling van verwondingen aan de ogen. Wij raden aan om norm EN bijlage 3 toe te passen. Gebruik nooit vuur of stoom om een koudemiddelcilinder te verwarmen. Er kan dan gevaarlijke overdruk ontstaan. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NF E Zie ook de officiële maatschetsen van de units. Afpompen en terugwinnen van koudemiddel moet worden uitgevoerd met gebruik van een terugwin-unit. 3/8 SAE aansluitingen op de vloeistof-, zuig- en afvoerleidingen zijn beschikbaar voor alle units voor aansluiting op de terug- winunit. Het is niet noodzakelijk modificaties aan de unit uit te voeren om aftapen bijvulaansluitingen voor koudemiddel en olie toe te voegen. Bij modificaties varvalt de productverantwoordelijkheid van de fabrikant. Zie ook de officiële maatschetsen van de units. Wegwerp cilinders mogen nooit worden hergebruikt of opnieuw gevuld. Wanneer de cilinders leeg zijn, evacueer de resterende gasdruk, draai de kop los, en schroef de klepsteel los en gooi hem weg. Niet verbranden! Verwijder nooit bevestigingsmateriaal, componenten, etc. terwijl de machine onder druk of in werking is. Zorg dat de overdruk op 0 kpa ligt en de unit is uitgeschakeld en spanningloos is gemaakt alvorens het koudemiddelcircuit te openen. Wanneer het koudemiddelcircuit wordt geopend voor reparatie, zie de aanbevelingen in het hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor onderhoud. Probeer niet om ontlastkleppen te repareren wanneer corrosie of vervuiling (roest, vuil, schilfers etc.) in het klephuis of het mechanisme is aangetroffen. Vervang de klep. Monteer ontlastkleppen niet in serie of achterstevoren. LET OP: Over de unit, of delen ervan, mag niet worden gelopen. Ook mogen er gaan zware voorwerpen op worden geplaatst. Stap niet op de koudemiddelleidingen. Componenten en leidingwerk moeten regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gerepareerd of vervangen. Klim niet op een machine. Gebroken leidingen gaan zwiepen en kunnen dan persoonlijk letsel veroorzaken. Gebruik hulpmiddelen (kraan,takel, lift enz.) bij het transporteren, hijsen en plaatsen van zware componenten. Gebruik deze hulpmiddelen ook als er gevaar bestaat dat u uitglijdt of uw evenwicht verliest, zelfs wanneer componenten licht zijn. Gebruik voor het repareren of vervangen van componenten alleen originele reserveonderdelen. Zie hiervoor de onderdelenlijst. Deze is op aanvraag beschikbaar. Laat voorbehandelde of gemengde koelvloeistof (bijvoorbeeld met antivries) uit het systeem niet weglopen zonder eerst de plaatselijke technische dienst of bevoegde instantie te informeren. Tap geen watercircuits af die industriële antivries bevatten zonder toestemming van de daartoe bevoegde autoriteiten. Sluit de waterintrede en uittredeafsluiters en ontlucht het watercircuit alvorens werkzaamheden aan de componenten in het circuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, stromingsschakelaar etc.). Controleer regelmatig alle afsluiters, bevestigingsmateriaal en leidingen op corrosie, roest, lekkage en schade. Draag gehoorbeschermers bij het uitvoeren van werkzaamheden in de buurt van een draaiende machine. 2 - CONTROLES VOORAF 2. - Controleren van de zending Controleer of de unit niet is beschadigd tijdens het transport en of er geen onderdelen ontbreken. Als de unit is beschadigd of als de zending onvolledig is, moet een claim worden ingediend bij het transportbedrijf. Controleer of de gegevens op de kenplaat van de unit (aan de zijkant) overeenkomen met de vrachtbrief en de bestelling. De kenplaat is op twee plaatsen op de unit aangebracht: Aan de buitenkant, op een van de zijkanten, Aan de binnenkant van de deur van de schakelkast. Op de kenplaat van de unit moet de volgende informatie zijn vermeld: Typenummer - grootte CE-markering Serienummer Productiejaar en druk- en lek- dichtheidstestdatum Vloeistof welke wordt getransporteerd Gebruikt koudemiddel Koudemiddelvulling per circuit PS: Min./max. toegestane temperatuur (hoge- en lage- druk zijde) TS: Min./max. toegestane temperatuur (hoge- en lagedruk zijde) Uitschakeldruk van drukschakelaar Lektestdruk van de unit Spanning, frequentie, aantal fasen Maximum opgenomen stroom Max. opgenomen vermogen Nettogewicht van de unit Controleer of alle accessoires compleet en onbeschadigd zijn meegeleverd. Gedurende de gehele levensduur van de unit moet hij periodiek worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat hij niet is beschadigd door schokken (hanteren van accessoires, gereedschappen etc.). Zo nodig moeten de beschadigde onderdelen worden gerepareerd of vervangen. Zie ook het hoofdstuk Onderhoud. 8

9 2.2 - Transport en plaatsen van de unit Verplaatsen Zie het hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor montage Plaatsen van de unit De machine moet worden geïnstalleerd op een plaats die niet toegankelijk is voor het publiek en/of die beveiligd is tegen toegang door onbevoegden. In het geval de machine is opgesteld op een verhoging moet deze gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud. Zie onder Afmetingen en benodigde vrije ruimte om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte is voor alle aansluitingen en voor onderhoudswerkzaamheden. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen. Voor standaard units is bestendigheid tegen aardbevingen niet geverifieerd. Typische toepassingen van deze units zijn koelsystemen waarbij bestendigheid tegen aardbevingen niet vereist is. Bestendigheid tegen aardbevingen is niet geverifieerd. LET OP: Breng de hijsstroppen alleen aan op de punten die op de unit zijn aangegeven. Controleer voordat de unit wordt geplaatst: Dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. Dat het oppervlak waterpas, vlak en niet beschadigd is. De unit moet op de X en Y assen waterpas worden geplaatst. In het geval de constructie gevoelig is voor overdracht van trillingen en/of geluid wordt geadviseerd trillingdempers (rubberen- of veertrillingdempers) te plaatsen tussen de unit en de opstellingsconstructie. De selectie hiervan is afhankelijk van de systeemeigenschappen en het gewenste comfortniveau en moet worden uitgevoerd door technisch specialisten. Dat er voldoende vrije ruimte is voor een onbelemmerde luchtuittrede en voor onderhoud. Er voldoende ondersteuningspunten zijn en dat deze zich op de juiste plaatsen bevinden. De locatie niet onder water kan komen te staan. Dat wanneer zware sneeuwval kan voorkomen en lange perioden van temperaturen onder nul normaal zijn, de unit zo hoog is geplaatst dat sneeuw er zich niet tegen kan ophopen. Bij hoge windsnelheden kan het plaatsen van windbaffles uitkomst brengen. Deze mogen de luchtintrede uiteraard niet belemmeren. LET OP: Controleer, voordat de unit naar de plaats van opstelling worden gehesen, dat alle panelen goed zijn bevestigd. De unit moet voorzichtig worden gehesen en rustig worden neergezet. Door kantelen of stoten kan de unit beschadigen en minder goed werken. De 30RBM/30RBP units kunnen worden verplaatst met hijsstroppen (gebruik dan evenaars) of een vorkheftruck. De batterijen moeten tijdens transport goed zijn beschermd. De unit mag niet méér dan 5 overhellen. WAARSCHUWING: Oefen nooit druk uit op de panelen van de omkasting. Alleen de onderkant van het frame van de unit is ontworpen om dergelijke spanningen te weerstand. Zet geen kracht op onderdelen die onder druk staan, met name via de leidingen die zijn aangesloten op de verdamper. Als een unit beschikt over een hydromodule (opties 6R, S, T, U, V, W), moeten de hydromodule en pompleidingen zodanig worden geïnstalleerd dat ze niet aan spanningen worden blootgesteld. De leidingen van de hydromodule moeten zo worden gemonteerd dat de pomp niet het gewicht van de leidingen draagt Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling Vóór de opstart van het koelsysteem moet de gehele installatie, inclusief het koelsysteem worden vergeleken met de installatietekeningen, maatschetsen, systeem leidingwerk en instrumentatie tekeningen en de elektrische schema s. Toevoer van koelvloeistof met een hogere temperatuur dan maximaal aanbevolen kan leiden tot een toename van de koudemiddeldruk en kan koudemiddelverlies veroorzaken door het open gaan van de veerveiligheid. Tijdens het uitvoeren van de installatietest moeten de nationale voorschriften worden gevolgd. Raadpleeg de norm EN 378 als volgt indien de nationale voorschriften geen details bevatten: Externe visuele installatiecontroles: Zorg ervoor dat de machine is gevuld met koudemiddel. Controleer op het typeplaatje dat de vloeistof welke wordt getranspoteerd R40A is en niet stikstof. Vergelijk de totale installatie met de koelsysteem- en elektrische schema s. Controleer of alle componenten voldoen aan de ontwerpspecificaties. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen en documenten die verstrekt zijn door de fabrikant (maatschetsen, leidingen- en instrumentenschema (PID), verklaringen, enz.) om te voldoen aan de voorschriften, aanwezig zijn. Verifieer dat alle beveiligingen en milieubeschermende appendages en maatregelen, verstrekt door de fabrikant, voldoen aan de lokale voorschriften. Verifieer dat alle documenten voor drukvaten, certificaten, naamplaten, dossiers, handleidingen, verstrekt door de fabrikant om te voldoen aan de voorschriften, aanwezig zijn. Verifieer dat de toegangsroute tot de unit en de vluchtwegen vrij zijn. Verifieer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van het opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen. Controleer de montage van de aansluitingen. Controleer de steunen en bevestigingsmiddelen (materialen, ligging en aansluiting). Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen. Controleer de bescherming tegen mechanische beschadigingen. Controleer de bescherming tegen warmte. Controleer de bescherming van bewegende delen. Controleer de toegankelijkheid voor onderhoud of reparaties en voor het controleren van de leidingen. Controleer de status van de ventielen. Controleer de kwaliteit van de warmte-isolatie. Controleer de staat van de isolatie van de 400 V-kabel. 9

10 2.4 - Aan de slag Probeer nooit om de koelmachine te starten zonder de gebruiksaanwijzing volledig te lezen en te begrijpen en zonder de volgende voorzorgsmaatregelen te hebben genomen: Controleer de gekoeld water circulatiepompen, de luchtbehandelingsapparatuur en elk ander apparaat aangesloten op de verdamper. Raadpleeg de instructies van de fabrikant. Controleer het met de unit meegeleverde elektrische schema. Controleer of er geen koudemiddel lekt. Controleer of de bevestigingsbeugels van alle leidingen goed vast zitten. Controleer de elektrische voeding bij het hoofdaansluitpunt en de fasevolgorde. Controleer of de carterverwarmingen van de compressoren 6 uur voor het opstarten van de unit zijn ingeschakeld. WAARSCHUWING: De inbedrijfstelling en ingebruikname van de koelmachine moet worden begeleid door een bevoegde koeltechnicus. Inbedrijfstelling en bedrijfstesten moeten worden uitgevoerd met een thermische belasting en er moet voldoende water door de verdamper stromen. Alle wijzigingen van setpoints en het testen van de regeling moeten worden uitgevoerd voordat de unit wordt opgestart. Raadpleeg de onderhoudsgids. Ga verder met het inbedrijfstellen van de unit. Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen operationeel zijn, met name dat de hoge druk schakelaars functioneren en dat eventuele alarmenen zijn gerest (hersteld). Opmerking: Indien de Carrier instructies (voeding en wateraansluiting en installatie) niet worden nageleefd vervalt de garantie. 0

11 3 - afmetingen, benodigde vrije ruimte RBM/30RBP (met en zonder hydromodule) Zonder hydromodule alleen 30RBP Elektrische voeding Verklaring: Alle afmetingen zijn in mm. 2 Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom 2 Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de koeler Waterintrede Wateruittrede Luchtuittrede, vrijhouden Schakelkast OPMERKING: Aan de tekeningen kunnen geen rechten worden ontleend. Met hydromodule Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. 2 Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen. Optie 6V/6W

12 3.2-30RBM/30RBP (met en zonder hydromodule) Zonder hydromodule alleen 30RBP Modellen Elektrische voeding Verklaring: 2 Alle afmetingen zijn in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom 2 Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de koeler Waterintrede Wateruittrede Luchtuittrede, vrijhouden Schakelkast OPMERKING: Aan de tekeningen kunnen geen rechten worden ontleend. Met hydromodule Optie 6V/6W Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen

13 3.3-30RBM/30RBP (met en zonder hydromodule) Zonder hydromodule alleen 30RBP Model 520 Elektrische voeding Verklaring: 2 Alle afmetingen zijn in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom 2 Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de koeler Waterintrede Wateruittrede Luchtuittrede, vrijhouden Schakelkast Met hydromodule Optie 6V/6W 2 OPMERKING: Aan de tekeningen kunnen geen rechten worden ontleend. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen. 3

14 3.4 - Installatie van meerdere koelmachines Het wordt aanbevolen om meerdere koelmachines te installeren in een enkele rij, opgesteld als aangegeven in onderstaand voorbeeld, om de kortsluiting van warme lucht van de ene unit naar de andere te voorkomen. Indien nodig kunnen de units als volgt worden geïnstalleerd: 500 mm mini 500 mm mini A B Wand Units Alle afmetingen zijn in mm OPMERKINGEN: Als de wanden hoger dan 2 meter zijn neem dan contact op met Carrier. De benodigde ruimte voor het verwijderen van de batterijen moet worden toegevoegd indien noodzakelijk. Voeg de ruimte die nodig is aan de zijkanten van elke unit niet samen indien meerdere koelmachine naast elkaar worden geplaatst. 4

15 4 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS VAN 30RBM EN 30RBP UNITS 4. - Technische gegevens - 30RBM RBM Geluidsniveaus Standaard unit Geluidsvermogen*** db(a) Geluidsdruk niveau op 0 m**** db(a) Standaardunit + optie 5* Geluidsvermogen*** db(a) Geluidsdruk niveau op 0 m**** db(a) Standaardunit + optie 5LS* Geluidsvermogen*** db(a) Geluidsdruk niveau op 0 m**** db(a) Afmeting - Standaardunit Lengte mm Breedte mm Hoogte mm Bedrijfsgewicht** Standaard unit kg Standaardunit + optie 5* kg Standaardunit + optie 5 + optie 6S* kg Compressoren Hermetische scroll-compressor, 48,3 r/s Circuit A Circuit B Aantal capaciteitstrappen Koudemiddel** R40A Circuit A kg teqco Circuit B kg teqco Capaciteitsregeling Pro-Dialog+ Minimum capaciteit % Condensor Geheel aluminium micro-channel heat exchanger (MCHE) Ventilatoren - Standaardunit Axiaal Flying Bird 4 ventilatoren met meedraaiende geleidering Aantal Max. luchthoeveelheid l/s Snelheid tr/s Verdamper Platenwarmtewisselaar met twee circuits Waterinhoud l Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydromodule kpa Hydromodule (optie) Pomp, Victaulic gaasfilter, veiligheidsventiel, water aftapafsluiter, ontluchtingsventiel, drukopnemers, expansievat (optie) Pomp Centrifugaalpomp, enkel toeren, 48,3 r/s, lage of hoge druk (optioneel), enkele of dubbele (optioneel) Waterinhoud expansievat l Max. bedrijfsdruk waterzijdig met kpa hydromodule Wateraansluitingen (met en zonder Victaulic hydromodule) Diameter inch Leidingdiameter uitwendig mm Lakkleur chassis Kleurcode: RAL 7035 * Opties: 5 = laag geluidsniveau, 5LS = zeer laag geluidsniveau, 6S = Hydromodule met dubbele hoge druk pomp. ** Gewichten gelden alleen als indicatie. Raadpleeg de kenplaat van de unit. *** In db ref=0-2 W, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 487 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Gemeten volgens ISO 964- en gecertificeerd door Eurovent. **** In db ref 20 μpa, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 487 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Ter informatie, berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). 5

16 4.2 - Technische gegevens - 30RBP RBP Geluidsniveaus Standaard unit Geluidsvermogen*** db(a) Geluidsdruk niveau op 0 m**** db(a) Standaardunit + optie 5* Geluidsvermogen*** db(a) Geluidsdruk niveau op 0 m**** db(a) Standaardunit + optie 5LS* Geluidsvermogen*** db(a) Geluidsdruk niveau op 0 m**** db(a) Afmeting - Standaardunit Lengte mm Breedte mm Hoogte mm Bedrijfsgewicht** Standaard unit kg Standaardunit + optie 5* kg Standaardunit + optie 5 + optie 6S* kg Compressoren Hermetische scroll-compressor, 48,3 r/s Circuit A Circuit B Aantal capaciteitstrappen Koudemiddel** R40A Circuit A kg teqco Circuit B kg teqco Capaciteitsregeling Pro-Dialog+ Minimum capaciteit % Condensor Geheel aluminium micro-channel heat exchanger (MCHE) Ventilatoren - Standaardunit Axiaal Flying Bird 4 ventilatoren met meedraaiende geleidering Aantal Max. luchthoeveelheid l/s Snelheid tr/s Verdamper Platenwarmtewisselaar met twee circuits Waterinhoud l Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydromodule kpa Hydromodule (optie) Pomp, Victaulic gaasfilter, veiligheidsventiel, water aftapafsluiter, ontluchtingsventiel, drukopnemers, expansievat (optie) Pomp Centrifugaalpomp, enkel toeren, 48,3 r/s, lage of hoge druk (optioneel), enkele of dubbele (optioneel) Waterinhoud expansievat l Max. bedrijfsdruk waterzijdig met kpa hydromodule Wateraansluitingen (met en zonder Victaulic hydromodule) Diameter inch Leidingdiameter uitwendig mm Lakkleur chassis Kleurcode: RAL 7035 * Opties: 5 = laag geluidsniveau, 5LS = zeer laag geluidsniveau, 6S = Hydromodule met dubbele hoge druk pomp. ** Gewichten gelden alleen als indicatie. Raadpleeg de kenplaat van de unit. *** In db ref=0-2 W, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 487 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Gemeten volgens ISO 964- en gecertificeerd door Eurovent. **** In db ref 20 μpa, (A) weging. Opgegeven geluidsemissiewaarden zijn in overeenstemming met ISO 487 (met een bijbehorende tolerantie van +/-3dB(A)). Ter informatie, berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). 6

17 4.3 - Elektrische gegevens 30RBM RBM Hoofdstroom Elektrische voeding V-F-Hz Netspanningslimieten V Stuurstroom 24 V via interne transformator Nominaal opgenomen stroom unit* Circuit A + B A Maximum opgenomen vermogen unit** Circuit A + B kw Cosinus Phi unit, bij maximale capaciteit** 0,88 0,87 0,87 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 Maximum opgenomen stroom unit (Un-0%)*** Circuit A + B A Maximum opgenomen stroom unit (Un)**** Circuit A en B - Standaard UNIT A Circuit A en B - Unit met optie 23 A Max. aanloopstroom, standaard unit (Un) Circuit A + B A Max. aanloopstroom, unit met softstarter (Un) Circuit A + B A * Standaard Eurovent condities (verdamper water intrede-/uittredetemperatuur = 2 C / 7 C, buitenluchttemperatuur = 35 C). ** Opgenomen vermogen, compressoren en ventilatoren, bij bedrijfslimieten van de unit (verzadigde zuiggastemperatuur 5 C, verzadigde condensatietemperatuur 68,3 C) en nominale spanning van 400 V (gegevens op machine kenplaat). *** Maximale bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 360 V. **** Maximale bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 400 V (gegevens op machine kenplaat). Maximum directe aanloopstroom bij maximale bedrijfslimieten (maximum bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) + ventilatorstroom + aanloopstroom van de grootste compressor). Elektrische gegevens ventilatormotoren: bij Eurovent condities en een omgevingstemperatuur van de motoren van 50 C bij 400 V: opgenomen stroom 3,8 A, aanloopstroom 20 A, opgenomen vermogen,75 kw Elektrische gegevens 30RBP RBP Hoofdstroom Elektrische voeding V-F-Hz Netspanningslimieten V Stuurstroom 24 V via interne transformator Nominaal opgenomen stroom unit* Circuit A + B A Maximum opgenomen vermogen unit** Circuit A + B kw Cosinus Phi unit, bij maximale capaciteit** 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 Maximum opgenomen stroom unit (Un-0%)*** Circuit A + B A Maximum opgenomen stroom unit (Un)**** Circuit A en B - Standaard UNIT A Circuit A en B - Unit met optie 23 A Max. aanloopstroom, standaard unit (Un) Circuit A + B A Max. aanloopstroom, unit met softstarter (Un) Circuit A + B A * Standaard Eurovent condities (verdamper water intrede-/uittredetemperatuur = 2 C / 7 C, buitenluchttemperatuur = 35 C) ** Opgenomen vermogen, compressoren en ventilatoren, bij bedrijfslimieten van de unit (verzadigde zuiggastemperatuur 5 C, verzadigde condensatietemperatuur 68,3 C) en nominale spanning van 400 V (gegevens op machine kenplaat). *** Maximale bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 360 V. **** Maximale bedrijfsstroom unit bij maximaal opgenomen vermogen en 400 V (gegevens op machine kenplaat). Maximum directe aanloopstroom bij maximale bedrijfslimieten (maximum bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) + ventilatorstroom + aanloopstroom van de grootste compressor). Elektrische gegevens ventilatormotor vóór de frequentieregelaar bij Eurovent-gelijkwaardige condities en temperatuur van de omgevingslucht van de motor 50 C bij 400 V: stroom 3,8 A; aanloopstroom 20 A; opgenomen vermogen:,75 kw Kortsluitvastheid stroom Kortsluitvastheid stroom (TN stelsel * ) 30RBM/30RBP Korte tijd (s) opgelegde stroom Icw / Piekstroom Ipk Circuit A + B ka / ka 8/30 8/30 8/30 8/30 8/30 8/30 8/30 5/65 5/65 5/65 5/65 20/80 Met zekeringen stroomopwaarts - maximale voorzekering (gl/gg) Circuit A + B A Met zekeringen stroomopwaarts - nominale kortsluitstroom Icc/Icf Circuit A + B ka * Wijze van Aarde in het systeem IT-systeem: De hierboven gegeven waarden voor de kortsluitvastheid voor het TN-systeem zijn niet geldig voor IT, aanpassingen zijn noodzakelijk. 7

18 4.6 - Elektrische gegevens, hydromodule De pompen die af-fabriek in de units zijn gemonteerd hebben motoren met efficiëntieklasse IE3. De aanvullende vereiste elektrische gegevens zijn * als volgt: Voor de motoren van de enkele lagedruk pompen van de 30RBM/30RBP units (optie 6T) No.** Beschrijving*** Units 30RBM/30RBP Nominale efficiëntie bij vollast en nominale spanning % Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en % spanning Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en % spanning 2 Efficiëntieniveau - IE3 3 Fabricagejaar - Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het moment van inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, - Hetzelfde als hierboven handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant 5 Modelnummer van het product - Hetzelfde als hierboven 6 Aantal polen van de motor Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale spanning kw (400 V) 7-2 Maximum opgenomen vermogen (400 V) kw Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz Nominale spanning V 3 X Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A Nominaal toerental tr/s - tr/ min Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur - Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 2 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen I - Hoogte boven zeeniveau m < 000**** II - Omgevingstemperatuur C < 40 IV - Maximale luchttemperatuur C Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. V - Mogelijk explosieve omgevingen - Niet-ATEX omgeving * Die nodig zijn bij verordening 640/2009 met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2005/32/EG op de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektrische motoren ** Itemnummer volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. *** Description given by regulation 640/2009, annex I2b. **** Boven 000 m moet rekening worden gehouden met een achteruitgang van 3% voor elke 500 m. Voor het verkrijgen van het maximum opgenomen vermogen voor een unit met hydromodule moet het maximum opgenomen vermogen van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij het opgenomen vermogen van de pomp. Voor het verkrijgen van de maximum opgenomen bedrijfsstroom voor een unit met hydromodule moet de maximum opgenomen stroom van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij de opgenomen stroom van de pomp. Voor de motoren van de dubbele lagedruk pompen van de 30RBM/30RBP units (optie 6U) No.** Beschrijving*** Units 30RBM/30RBP Nominale efficiëntie bij vollast en nominale spanning % Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en spanning % Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en spanning % Efficiëntieniveau - IE3 3 Fabricagejaar - Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het moment van inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, - Hetzelfde als hierboven handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant 5 Modelnummer van het product - Hetzelfde als hierboven 6 Aantal polen van de motor Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale kw spanning (400 V) 7-2 Maximum opgenomen vermogen (400 V) kw Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz Nominale spanning V 3 X Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A Nominaal toerental tr/s - tr/ min Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur - Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 2 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen I - Hoogte boven zeeniveau m < 000**** II - Omgevingstemperatuur C < 40 IV - Maximale luchttemperatuur C Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. V - Mogelijk explosieve omgevingen - Niet-ATEX omgeving * Die nodig zijn bij verordening 640/2009 met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2005/32/EG op de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektrische motoren ** Itemnummer volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. *** Description given by regulation 640/2009, annex I2b. **** Boven 000 m moet rekening worden gehouden met een achteruitgang van 3% voor elke 500 m. Voor het verkrijgen van het maximum opgenomen vermogen voor een unit met hydromodule moet het maximum opgenomen vermogen van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij het opgenomen vermogen van de pomp. Voor het verkrijgen van de maximum opgenomen bedrijfsstroom voor een unit met hydromodule moet de maximum opgenomen stroom van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij de opgenomen stroom van de pomp. 8

19 Voor de motoren van de enkele en dubbele hoge druk pompen van de 30RBM/30RBP units (opties 6R, 6S, 6V, 6W) No.** Beschrijving*** Units 30RBM/30RBP Nominale efficiëntie bij vollast en nominale % spanning Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale % belasting en spanning Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale % belasting en spanning 2 Efficiëntieniveau - IE3 3 Fabricagejaar - Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het moment van inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, - Hetzelfde als hierboven handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant 5 Modelnummer van het product - Hetzelfde als hierboven 6 Aantal polen van de motor Nominaal asvermogen bij volle belasting en kw nominale spanning (400 V) 7-2 Maximum opgenomen vermogen (400 V) kw Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz Nominale spanning V 3 X Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A Nominaal toerental tr/s - tr/min Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur - Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 2 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen I - Hoogte boven zeeniveau m < 000**** II - Omgevingstemperatuur C < 40 IV - Maximale luchttemperatuur C Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. V - Mogelijk explosieve omgevingen - Niet-ATEX omgeving * Die nodig zijn bij verordening 640/2009 met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2005/32/EG op de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektrische motoren ** Itemnummer volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. *** Description given by regulation 640/2009, annex I2b. **** Boven 000 m moet rekening worden gehouden met een achteruitgang van 3% voor elke 500 m. Voor het verkrijgen van het maximum opgenomen vermogen voor een unit met hydromodule moet het maximum opgenomen vermogen van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij het opgenomen vermogen van de pomp. Voor het verkrijgen van de maximum opgenomen bedrijfsstroom voor een unit met hydromodule moet de maximum opgenomen stroom van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij de opgenomen stroom van de pomp Gebruik en elektrische gegevens van de compressor Cp I Nom I Max Un I Max Un-0 % LRA Un Cosinus Phi Max Circuit PSG009600A A B PSG A A B Cp Compressor I Nom Nominaal opgenomen stroom bij Eurovent condities (zie definitie van condities onder nominaal opgenomen stroom), A I Max Max. bedrijfsstroom A LRA Aanloopstroom, A Cos phi Max, 400 V 9

20 5 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Zie de met de unit geleverde officiële Carrier maatschetsen Elektrische voeding De elektrische voeding moet overeenkomen met het voltage zoals aangegeven op de kenplaat van de unit. De voedingsspanning moet liggen binnen de limieten aangegeven in de tabel met elektrische gegevens. Zie voor aansluitingen de elek-trische schema s en de officiële maatschetsen. WAARSCHUWING: Bedrijf van de machine met een voedingsspanning buiten de gespecificeerde limieten, of met een veel te hoge fase-onbalans, kan schade veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt. Als de fase-onbalans groter is dan 2% voor spanning of groter dan 0% voor stroom, dan mag de unit niet worden aangeschakeld. Zorg dat de fout wordt hersteld voordat de unit wordt gestart. Nadat de unit is geïnstalleerd, mag de hoofdstroom alleen worden afgekoppeld voor kort onderhoud (voor een dag maximaal). Bij langdurig onderhoud, of wanneer de unit uit bedrijf wordt genomen (bijvoorbeeld in de winter, wanneer de unit niet hoeft te koelen) moet de hoofdstroom van de unit permanent worden gehandhaafd. Elektrische gegevens voor 30RBM/30RBP units: 30RBM/30RBP units hebben één hoofdstroomaansluiting aan de primaire kant van de hoofdschakelaar. De schakelkast bevat: Hoofdschakelaar, Schakel- en motorbeveiligingsapparatuur voor alle compressoren, ventilatoren en pompen, Regelapparatuur. Aansluitingen op het werk: Alle elektrische aansluitingen op het systeem en de elektrische montage moeten voldoen aan de van toepassing zijnde voorschriften. In Nederland is dit bijv. NEN 00. Carrier 30RBM/30RBP-units zijn ontworpen en gebouwd in overeenstemming met deze normen. De aanbevelingen van de Europese norm EN (Veiligheid van machines - Elektrische machinecomponenten- Deel : Algemene eisen, komt overeen met IEC ) zijn specifiek verwerkt in het ontwerp van de elektrische uitrusting van de machine. Opmerkingen Over het algemeen worden de aanbevelingen van IEC aanvaard om te voldoen aan de vereisten van de installatierichtlijnen. Overeenstemming met EN is de beste manier om er zeker van te zijn dat wordt voldaan aan de Machinerichtlijn, Artikel.5.. Aanhangsel B van norm EN specificeert de elektrische gegevens die worden gebruikt voor de werking van de machines. De bedrijfsomgeving voor de 30RBM/30RBP units wordt hieronder gespecificeerd:. Fysieke omgeving* De indeling van de omgeving is gespecificeerd in de norm EN 60364: Buiten opstelling*, Omgevingstemperatuur bereik: Minimum temperatuur -20 C tot +48 C**, Hoogte: AC Lager dan of gelijk aan 2000 m (voor hydromodule, zie paragraaf 4.7 in IOM (Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud)), Aanwezigheid van hardmetaal: klasse AE3 (geen stof van betekenis aanwezig)*, Aanwezigheid van corrosieve en verontreinigende stoffen, klasse AF (verwaarloosbaar), Competentie van het personeel: BA4 (persoonsgebonden). 2. Compatibiliteit met laagfrequente verstoringen conform klasse 2 niveaus volgens IEC standaard: Voedingsfrequentievariatie: +-2 Hz Faseonbalans: 2% Totale harmonische vervorming van de spanning (THDV): 8% 3. De nul (N) kabel kan niet direct op de unit worden aangesloten (gebruik zo nodig een transformator). 4. De unit is niet voorzien van beveiliging tegen te hoge stroom van de voedingskabels. 5. De in de fabriek geïnstalleerde hoofdschakelaar is van een type dat geschikt is voor spanningsonderbreking volgens EN (komt overeen met IEC ) Fase-onbalans spanning (%) 00 x max. afwijking van gemiddelde spanning Gemiddelde spanning Voorbeeld: Bij een aansluiting van 400 V - 3 f - 50 Hz waren de gemeten individuele spanningen: AB = 406 V, BC = 399 V, AC = 394 V Gemiddelde spanning = ( )/3 = 99/3 = 399,7 zeg 400 V Bereken de max. afwijking van de gemiddelde 400 V: (AB) = = 6 (BC) = = (AC) = = 6 Motor De maximale afwijking van het gemiddelde is 6 V. Het grootste percentage afwijking is: 00 x 6/400 =,5 % Dit is minder dan de toegestane 2% en dus acceptabel Hoofdstroomaansluiting/hoofdschakelaar De units hebben één hoofdstroomaansluiting aan de primaire kant van de hoofdschakelaar. 6 De units zijn ontworpen voor een verbinding op TN-netwerken (IEC 60364). In IT-netwerken het gebruik van ruis filters geïntegreerd in de frequentieregelaar (s) maken gebruik van de machine niet geschikt. Daarnaast zijn de korte-circuit met de huidige kenmerken zijn gewijzigd. Zorg voor een lokale aardaansluiting, neem contact lokale organisaties om de elektrische installatie te voltooien. "30RBM/30RBP machines zijn ontworpen om in een residentiële, commerciële en industriële omgeving toe te passen: Machines die niet zijn uitgevoerd met (een) frequentieregelaar(s) zijn in overeenstemming met de volgende normen.** : Algemene normen - Emissienorm voor residentiële, commerciële en lichte industriële omgevingen : Algemene normen - Immuniteit voor industriële omgevingen. Machines die zijn uitgerust met (een) frequentieregelaar(s) (RBP en Opties: 28, 6V, 6W) zijn in overeenstemming met de norm EN6800-3, elektrisch regelbare aandrijvingen - deel 3: EMC-eisen en specifieke beproevingsmethoden voor de volgende classificaties:- - Gebruik in de eerste en tweede omgeving***. - Categorie C2 in de eerste omgeving van toepassing op stationaire apparaten ontworpen om te worden geïnstalleerd en in gebruik genomen door een professional. Waarschuwing: In een residentiële omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken waardoor aanvullende dempingsmaatregelen vereist kunnen zijn. Lekstromen: Als een bewaking van lekstromen noodzakelijk is om de veiligheid van het systeem te garanderen, moet ook gedacht worden aan de aanvullende lekstromen die veroorzaakt worden door het gebruik van frequentieregelaar(s) in de unit. Het advies is om in dat geval een aardlekbeveiliging van minimaal 50 ma toe te passen. Condensatoren die zijn ingebouwd als onderdeel van optie 23 kunnen elektrische storingen veroorzaken in de installatie waarop de unit is aangesloten. Houd rekening met deze condensatoren bij de elektrische berekeningen voorafgaand aan het opstarten. Opmerking: Wanneer bepaalde aspecten van een installatie niet overeenkomen met bovenstaande voorwaarden, of als er andere voorwaarden in overweging moeten worden genomen, moet u altijd contact opnemen met uw lokale Carrier-vertegenwoordiger. * Het vereiste beschermingsniveau voor deze klasse is IP43BW (conform het referentiedocument IEC 60529). Alle 30RBM/30RBP units zijn IP44CW en voldoen aan deze beschermingseisen. ** De maximaal toegestane omgevingstemperatuur voor machines voorzien van optie 23 is +40 C *** - Voorbeeld van installaties van de eerste omgeving: commerciële en residentiële gebouwen. - Voorbeeld van installaties de tweede omgeving: industriële zones, technische gebouwen gevoed via een eigen transformator. 20

21 5.4 - Aanbevolen draadoppervlakken Het dimensioneren van de elektrische bekabeling is de verantwoordelijkheid van de installateur en is afhankelijk van de specifieke kenmerken van een project en de plaatselijke voorschriften. Het onderstaande is slechts bedoeld als richtlijn. Carrier is niet aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit zou kunnen voortvloeien. Nadat de bekabeling is gedimensioneerd moet de installateur, met behulp van de meegeleverde officiële maatschets, zorgen voor een gemakkelijke aansluiting en modificaties aangeven die op het werk moeten worden uitgevoerd. De aansluitingen die standaard zijn voorzien voor de op het werk aan te leggen voedingskabels naar de hoofd-/werkschakelaar zijn ontworpen voor het aantal en type kabels die in onderstaande tabel zijn vermeld. De berekeningen van de gunstigste en ongunstigste situaties zijn gebaseerd op de maximaal mogelijke stroom van de unit voorzien van een hydromodule (zie de tabellen van de elektrische gegevens van de unit en de hydromodule). Het ontwerp omvat gestandaardiseerde installaties in overeenstemming met IEC 60364: kabels met PVC (70 C) of XLPE isolatie (90 C) met koperen kern; ligging in overeenstemming met tabel 52C van de norm. De maximale omgevingstemperatuur is 45 C. De vermelde maximale kabellengte is berekend om het spanningsverlies tot maximaal 5% te beperken. WAARSCHUWING: Voordat de hoofdstroomkabels (L- L2-L3) op de klemmenstrook worden aangesloten, moet de juiste volgorde van de 3 fasen worden gecontroleerd voordat de aansluiting op de klemmenstrook of de hoofd-/ werkschakelaar wordt gemaakt Doorvoer voedingskabel De voedingskabels kunnen via de onderzijde van de 30RBM/30RBP schakelkast worden aangesloten. Een verwijderbare aluminiumplaat aan de onderkant van de schakelkast is beschikbaar voor de invoer van de kabels. Controleer vooraf of de bocht die de kabel moet maken niet te groot is voor de beschikbare aansluitruimte in de schakelkast. Zie de officiële maatschets van de unit. Invoerkast hoofdstroombekabeling Bij toepassing van deze kast (accessoire) kunnen de kabels worden gestript voordat ze in de schakelkast komen. De invoerkast moet worden toegepast wanneer de bocht van de kabel te groot is voor de beschikbare aansluitruimte in de schakelkast. De kast verzorgt de mechanische beveiliging van de gestripte kabel voordat die in de schakelkast komt. Het wordt aanbevolen om dit accessoire in de volgende situaties toe te passen: Unit op de vloer en voedingskabels gebruikt met beschermende metalen mantel. Unit op de vloer en voedingskabels gebruikt met een doorsnede van > 250 mm 2. Tabel van de minimale en maximale aderdoorsnede (per fase) voor aansluiting op 30RBM/30RBP units 30RBM/ 30RBP Max aan te sluiten aderdoorsnede* Standaard kabelschoen Smalle kabelschoen Aanbevolen maximum breedte kabelschoen mm Berekening van de gunstigste situatie: - Opgehangen bovengrondse leiding (gestandaardiseerde ligging nr. 7) - Kabel met XLPE-isolatie Doorsnede** Max lengte voor een spanningsverlies < 5% Berekening van de ongunstigste situatie: - Kabels in doorvoerbuizen of meeraderige kabels in ongeventileerde kabelgoot (gestandaardiseerde ligging nr. 4) - PVC geïsoleerde kabel, indien mogelijk Type kabel*** Doorsnede** Max lengte voor een spanningsverlies < 5% Type kabel*** mm² (per fase) mm² (per fase) mm² (per fase) m - mm² (per fase) m x70 2x95 2 x XLPE koper 2 x PVC koper 80 2x70 2x95 2 x XLPE koper 2 x PVC koper 200 2x70 2x95 2 x XLPE koper 2 x PVC koper 220 2x70 2x95 2 x XLPE koper 2 x PVC koper 260 2x70 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper 300 2x70 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper 330 2x70 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper 360 2x95 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper 400 2x95 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper 430 2x95 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper 470 2x240 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper 520 2x240 2x x XLPE koper 2 x XLPE koper Opmerkingen : * De werkelijk beschikbare aansluitmogelijkheden voor elke machine zijn afhankelijk van de grootte van de aansluitklemmen, van de grootte van de doorlaatopening van de schakelkast en van de beschikbare ruimte in de schakelkast. ** Selectie simulatieresultaat volgens de genoemde uitgangspunten. *** Als de maximaal berekende doorsnede voor een XLPE kabel is, betekent dit dat een selectie op basis van een PVC-kabel de werkelijk beschikbare verbindingscapaciteit kan overschrijden. Speciale aandacht moet worden besteed aan de selectie. De bescherming tegen direct contact van de elektrische verbinding is geschikt voor de toevoeging van verbreders. 2

22 5.6 - Op het werk aan te leggen stuurstroombedrading BELANGRIJK: De aansluiting op het werk van verbindingscircuits brengt veiligheidsrisico's met zich mee: bij veranderingen van de schakelkast moet de apparatuur altijd conform de lokale voorschriften blijven. Voorzieningen moeten getroffen worden om toevallig elektrisch contact te voorkomen tussen de circuits die verschillende bronnen van stroom voorzien: De routingselectie en/of eigenschappen van de geleidingsisolatie moeten dubbele elektrische isolatie verzekeren. In geval van losraken van stuurstroombedrading moet deze zodanig bevestigd zijn (ty-wraps aan bijv. kabelboom) dat de draad niet in aanraking kan komen met andere spanningsvoerende delen Beschikbare stroom voor de gebruiker Beschikbare stuurstroom: Als alle mogelijke opties zijn aangesloten, verzorgt de stroomtransformator de voeding van A met 24 V, 50 Hz. Bij toepassing van optie 284 heeft deze transformator TC een 230 V - 50 Hz aansluiting. Hiermee kunt u alleen de batterijopladers voor laptops van stroom voorzien, maximaal 0,8 A bij 230 V. WAARSCHUWING: Sluit alleen apparatuur van klasse I en II op dit stopcontact aan. Zie de 30RBM/30RBP bedieningshandleiding en de met de unit meegeleverde officiële elektrische schema s voor aansluiting van de volgende componenten: Externe beveiliging (beveiligingsketen) Extern AAN/UIT contact Op afstand geplaatste schakelaar verwarmen/koelen Externe schakelaar begrenzing opgenomen vermogen Dubbel setpoint op afstand Alarm, alert en bedrijfsmelding Koelerpompregeling Reset setpoint via buitenluchttemperatuur reset opnemer (0-0 V) Verschillende vergrendelcontacten op de print van de Energie Management Module (EMM) (accessoire of optie) 22

23 6 - SELECTIEGEGEVENS Bedrijfsbereik 30RBP units 6. - Bedrijfslimieten unit 30Rbm units Verdamper Minimum Maximum Koelerwater intredetemperatuur (bij opstart) C 8* 40 Koelerwater uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 5** 20*** Condensor Minimum Maximum Omgevingstemperatuur Standaard units C 0****/0 48 Units met opties 28B-28C (winterbedrijf) C Units met opties 28 (winterbedrijf) C Units met optie 6 (hoge omgevingstemperatuur) C 0/0 52 Beschikbare statische druk Standaard units (buitenopstelling) Pa 0 0 Luchtintredetemp. ( C) 30RbP units Verdamper Minimum Maximum Koelerwater intredetemperatuur (bij opstart) C 8* 40 Koelerwater uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 5** 20*** Condensor Minimum Maximum Omgevingstemperatuur Standaard units C Beschikbare statische druk Standaard units (buitenopstelling) Pa 0 0 Opmerkingen * Neem bij toepassingen bij temperaturen lager dan 8 C contact op met Carrier. ** Bij wateruittredetemperaturen beneden 5 C moet een antivries-oplossing worden toegepast *** Neem bij toepassingen bij temperaturen hoger dan 20 C contact op met Carrier. **** Bij temperaturen van 0 C tot -0 C is optie 28B-28C (winterbedrijf) noodzakelijk. Bij temperaturen van 0 C tot -20 C is optie 28 (Winterbedrijf) noodzakelijk. Voor beide opties moet de unit zijn uitgevoerd met de koelervorstbeveiliging optie (units zonder hydromodule) of de koeler en hydromodule vorstbeveiligings optie (units met hydromodule), of het watercircuit moet door middel van een antivriesoplossing tegen vorst worden beschermd. De maximaal toegestane omgevingstemperatuur voor machines voorzien van optie 23 is +40 C. Maximale omgevingstemperatuur: voor het opslaan en vervoeren van 30RBM/30RBP-units gelden de volgende minimum en maximum omgevingstemperaturen: -20 C en +52 C. Houd rekening met deze temperatuurgrenzen bij het vervoer per container. Luchtintredetemp. C Bedrijfsbereik 30RBM Koeler wateruittredetemp. ( C) Opmerkingen. Verdamper ΔT = 5 K 2. De verdamper is beschermd tegen vorst tot -20 C (unit uitgevoerd met optie 4 (standaard unit) of optie 42A (unit met hydromodule) of het circuit beschermd door een anti vries oplossing voor een buitentemperatuur <0 C) 3. Deze bereiken worden alleen gegeven ter indicatie. Raadpleeg Carrier voor meer informatie Verklaring Standaard 30RBM of 30RBP unit in vollast bedrijf. Bedrijfsberijk 30RBM unit met opties 28, 28B of 28C Winterbedrijf. Met Opties 28B of 28C (met leidende ventilator met 2 toerentallen voor elk circuit) is bedrijf tot -0 C buitenluchttemperatuur mogelijk. Uitbreiding van het bedrijfsberijk 30RBM unit met optie 28. Optie 28 (met leidende toerengeregelde ventilator voor elk circuit) is bedrijf tot -20 C buitenluchttemperatuur mogelijk. In aanvulling op opties 28, 28B en 28C voor 30RBM units of bedrijf bij een luchttemperatuur onder 0 C voor 30RBP units, moeten de machines zijn uitgevoerd met de koeler-vorstbeveiliging optie (units zonder hydromodule) of de koeler en hydromodule vorstbeveiligings optie (units met hydromodule), of het watercircuit moet door middel van een antivriesoplossing tegen vorst worden beschermd. LET OP: Units met frequentieregelaars (30RBP units, optie 28 en opties 6V en 6W). Wanneer bij buitenluchttemperaturen lager dan -0 C de unit langer dan 4 uur is afgeschakeld, dan moet twee uur worden gewacht nadat de voeding weer is ingeschakeld, zodat de frequentieregelaar kan opwarmen Minimum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Het minimum gekoeldwaterdebiet van de unit is vermeld in de tabel op de volgende pagina. Als het debiet van de installatie lager is dan het minimum van de unit moet een deel worden gerecirculeerd, zoals aangegeven in het schema. Voor minimum gekoeldwater debiet Koeler wateruittredetemp. C Verklaring Verdamper 2 Recirculatie 23

24 6.3 - Maximum gekoeldwater debiet (units zonder hydromodule) Het maximum gekoeldwaterdebiet van de unit is vermeld in de tabel op de volgende pagina. Als het debiet van de installatie groter is dan het maximum van de unit moet een deel worden gebypassed, zoals aangegeven in het schema. Voor maximum gekoeldwater debiet LET OP: Zorg ervoor dat het actieve systeemvolume (tussen de unit en eventuele externe kleppen) groter is dan het minimum aanbevolen volume. 6.6 Maximum watervolume van het systeem Units met een hydromodule kunnen een expansievat hebben. De tabel hieronder geeft de maximum systeeminhoud, voor zuiver water of ethyleenglycol met verschillende systeemconcentraties en statische drukken. Als het maximum volume onvoldoende is vergeleken met de minimum systeeminhoud moet een extra expansievat worden toegevoegd aan het systeem. Verklaring: Koeler 2 Bypass Verdamper met variabel debiet (units zonder hydromodule) Variabel waterdebiet kan worden toegepast in standaard machines. Het debiet moet hoger zijn dan de minimum waarde die aangegeven is in de tabel met toegelaten debieten en mag niet met meer dan 0% per minuut variëren. Als het debiet sneller verandert, moet het systeem een minimum van 6,5 liter water per kw bevatten in plaats van 2,5 l/kw Minimum actieve systeeminhoud Wat de grootte van de koelmachine ook is, de minimum actieve systeeminhoud (liters) wordt berekend d.m.v. de volgende formule: Volume = CAP (kw) x N = liter Toepassing N Airconditioning 2.5 Industriële proceskoeling 6.5 waarin CAP = de koelcapaciteit (kw) bij de nominale bedrijfscondities voor de installatie. Dit volume is nodig voor een stabiele werking. Het kan nodig zijn om een buffervat toe te passen om de benodigde systeeminhoud te verkrijgen. Dit buffervat moet voorzien zijn van keerschotten om een goede menging van de vloeistof (water of brijn) te bereiken. Zie onderstaande voorbeelden en onze aparte brochure Buffervaten. Aansluiting op een buffervat Fout Fout Goed Goed Maximum systeemvolume, l 30RBM/30RBP ,5 2 2,5 2 2,5 Zuiver water Ethyleen-glycol 30% Ethyleen-glycol 40% % ethyleenglycol % ethyleenglycol Waterdebiet koeler Gegevens van toepassing voor zuiver water. Units 30RBM / 30RBP zonder hydromodule 30RBM/30RBP Minimum debiet (l/s)* Maximum debiet (l/s)** * Minimum debiet bij het maximaal toegestane temperatuurverschil van het water (0 K) bij de minimale wateruittredetemperatuur (5 C) ** Maximum debiet bij een drukverlies van 00 kpa in de platenwarmtewisselaar. 30RBM / 30RBP units met lagedruk hydromodule 30RBM/30RBP Minimum debiet (l/s)* Maximum debiet (l/s) Enkele pomp Dubbele Enkele pomp Dubbele pomp pomp * Het minimum waterdebiet is in de fabriek ingesteld overeenkomstig het pomptype Units 30RBM / 30RBP met hogedruk hydromodule 30RBM/30RBP Minimum debiet (l/s)* Maximum debiet (l/s) Enkele pomp Dubbele pomp Enkele pomp Dubbele pomp * Het minimum waterdebiet is in de fabriek ingesteld overeenkomstig het pomptype 24

25 6.8 - Drukverliescurve koeler en standaard water intrede/uittrede aansluitingen Gegevens van toepassing voor zuiver water 20 C 30RBM/30RBP units Drukverlies, kpa 30RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP Waterdebiet, l/s 30RBM/30RBP units Drukverlies, kpa Waterdebiet, l/s 6 30RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP

26 7 - WATERLEIDING AANSLUITINGEN Zie de met de warmtewisselaar meegeleverde maatschetsen voor afmetingen en plaats van alle waterintrede- en uittrede aansluitingen. De waterleidingen mogen geen radiale of axiale torsie op de warmtewisselaars uitoefenen of trillingen overbrengen op het leidingwerk of het gebouw. De kwaliteit van het toevoerwater moet worden geanalyseerd. Zo nodig kan het water worden voorbehandeld of kunnen filters, regelapparatuur, isolatie en aftapventielen worden ingebouwd. Controleer vóór de inbedrijfstelling dat de warmtewisselaar geschikt is voor de materialen en de coating van het water-circuit. Controleer, bij toevoeging van additieven of andere vloeistoffen anders dan die door Carrier worden aanbevolen, dat de vloeistoffen niet als gassen worden beschouwd, en dat ze behoren tot klasse 2, zoals gedefinieerd in richtlijn 97/23/EC. Carrier aanbevelingen voor warmtewisselaar vloeistoffen: Geen NH 4+ ionen in het water, deze zijn namelijk zeer schadelijk voor koper. Dit is een van de bepalende factoren voor de levensduur van koperen leidingen. Zelfs door enkele tienden ppm wordt het koper in de loop der tijd ernstig gecorrodeerd. Gebruik indien nodig opofferingsanodes. Cl - ionen zijn schadelijk voor koper met het risico van perforaties als gevolg van corrosie. Houd dit zo mogelijk lager dan 25 mg/l. SO 4 2- Sulfaationen kunnen perforatie door corrosie veroorzaken als hun concentratie hoger is dan 30 mg/l. Geen fluorionen (<0, ppm). Er mogen geen Fe 2+ en Fe 3+ ionen met aanzienlijke gehaltes opgeloste zuurstof aanwezig zijn. Opgelost ijzer < 5 ppm met opgeloste zuurstof < 5 ppm. Opgeloste silicone: silicone is een zuurelement van water en kan ook tot corrosie leiden. Gehalte < mg/l. Waterhardheid: >0,5 mmol/l. Waarden tussen,0 en 2,5 mmol/l worden aanbevolen. Dit vergemakkelijkt kalkafzetting die de corrosie van koper kan beperken. Te hoge waarden kunnen in de loop der tijd tot verstopping van de leidingen leiden. Een totale alkaliteit (TAC) beneden 00 mg/l is gewenst. Opgeloste zuurstof: Plotselinge wijzigingen in het zuurstofgehalte in het water moeten worden vermeden. Het is net zo schadelijk om zuurstof aan het water te onttrekken door het te mengen met inert gas als teveel zuurstof toe te voeren door het te mengen met pure zuurstof. Het verstoren van de zuurstoftoevoer condities leidt tot destabilisatie van koper hydroxiden en vergroting van deeltjes. Elektrische geleidbaarheid µs/cm ph: Ideale situatie ph neutraal bij C (7 < ph < 9). LET OP: Het vullen, bijvullen of aftappen van het watercircuit moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met de juiste gereedschappen en apparatuur. Het vullen van het watercircuit met koelvloeistof (bijvoorbeeld antivries) moet gebeuren met behulp van door de installateur in het watercircuit aan te brengen voorzieningen. Voeg deze vloeistof nooit rechtstreeks bij in de warmtewisselaars Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen Controleer alvorens het systeem in gebruik te nemen dat de watercircuits zijn aangesloten op de juiste warmtewisse-laars. Bij het ontwerp van het watercircuit moet er rekening mee worden gehouden dat er zo min mogelijk bochten en horizontale leidingen op verschillende niveaus voorkomen. Hieronder zijn de belangrijkste punten die moeten worden gecontroleerd voor de aansluiting. Bekijk de waterintrede- en uittredeaansluitingen op de unit. Monteer handbediende of automatische ontluchtingsafsluiters op alle hoge punten in het circuit. Bescherm het koelcircuit tegen overdruk met drukbegrenzers, een expansievat en een overdrukventiel. Units met een hydromodule worden geleverd met een veerveiligheid in het gekoeldwatercircuit. Units met optie 293 hebben een expansievat. Monteer thermometers de waterintrede- en uittredeleidingen. Monteer aftapkranen op alle lage punten om het gehele circuit te kunnen aftappen. Monteer stopkranen bij de waterintrede- en uittredeleidingen. Gebruik flexibele verbindingen om overbrenging van trillingen op het leidingwerk te voorkomen. Isoleer, na het testen op lekkage, de leidingen om condensatie te voorkomen. Dek de isolatie af met dampdicht materiaal. Indien de uitwendige waterleidingen buiten de unit door een omgeving lopen waar temperaturen beneden 0 C kunnen voorkomen, dan moeten ze tegen vorst worden beschermd (glycoloplossingen of verwarmingslinten). Het gebruik van verschillende metalen in hydraulische leidingen kan elektrolytische paren en tengevolge daarvan corrosie doen ontstaan. Controleer dan of het nodig is om opofferingsanodes te installeren. OPMERKING: Units zonder hydromodule moeten worden voorzien van een gaasfilter. Dit moet worden gemonteerd in de waterintrede leiding, stroomopwaarts van de manometer en dicht bij de warmtewisselaar van de unit. De maasgrootte van het filter moet,2 mm zijn. Wanneer het filter ontbreekt kan tijdens de eerste opstart de platen-warmtewisselaar of de meerpijps koeler snel vervuild raken, omdat deze de filterfunctie overneemt. Hierdoor kan de goede werking van de unit nadelig worden beïnvloed (verlaagd waterdebiet door verhoogd drukverlies). Units met hydromodule zijn voorzien van dit type filter. Breng geen statische of dynamische druk van betekenis in het circuit van de warmtewisselaar (met betrekking tot de ontwerp systeemdrukken). De producten die kunnen worden toegevoegd voor ther-mische isolatie van de drukvaten tijdens het maken van de wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in verhouding tot de materialen en coatings waarin ze worden toegepast. Alle originele door Carrier geleverde materialen voldoen aan deze eis. 26

27 7.2 - Wateraansluitingen De hydromodules (Opties) zijn alleen geschikt voor toepassing in een gesloten watersysteem. Het gebruik van hydromodules in een open watersystemen is niet toegestaan. De druk aan de zuigkant van de pomp moet boven 60 kpa (0,6 bar) zijn om cavitatie verschijnselen te voorkomen. Principeschema van een watercircuit met hydromodule 2 option P 4 T option 23 5 P T Principeschema van een watercircuit zonder hydromodule T 9 2 option 6 22 T Verklaring: Componenten van de unit en de hydromodule Gaasfilter (maasopening,2 mm = 20 mesh) 2 Expansievat (optie) 3 Veiligheidsventiel 4 Waterpomp (enkele of dubbele pomp) 5 Ontluchter 6 Water aftapkraan 7 Drukopnemer Opmerking: Geeft informatie over de druk aan de zuigkant van de pomp 8 Temperatuurvoeler Opmerking: Geeft informatie over de wateruittredetemperatuur van de warmtewisselaar 9 Temperatuurvoeler Opmerking: Geeft informatie over de waterintredetemperatuur van de warmtewisselaar 0 Drukopnemer Opmerking: Geeft informatie over de druk aan de perskant van de pomp Platenwarmtewisselaar 2 Koelerverwarming voor vorstbeveiliging (optie) 3 Stromingsbeveiliging voor de verdamper (meegeleverd) Installatieonderdelen 4 Ontluchting 5 Flexibele verbinding 6 Afsluiter 7 Gaasfilter (verplicht indien de unit wordt geleverd zonder hydromodule) 8 Manometer 9 Inregelafsluiter Opmerking: Niet nodig voor hydromodule met pomp met variabel toerental 20 Vulafsluiter 2 Bypassklep voor bescherming tegen vorst (als afsluiters 6 in de winter gesloten zijn) 22 Flexibele verbinding 23 Dompelbuis temperatuuropnemer 24 Buffervat (indien nodig) Waterzijdige componenten geleverd met koelmachine Opmerkingen: - De unit moet worden beschermd tegen vorst. - De hydromodule en de verdamper zijn beschermd tegen vorst met in de fabriek aangebrachte elektrische verwarmingselementen (item 2 + ) (unit met hydromodule en optie 42A). - De verdamper en de wateruittredeleiding zijn beschermd tegen vorst met in de fabriek aangebrachte elektrische verwarmingselementen (item 2 + ) (unit met Optie 4 en zonder hydromodule). - De drukopnemers zijn gemonteerd op aansluitingen zonder Schraeder ventielen. Het systeem moet drukloos worden gemaakt en worden afgetapt voordat werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. 27

28 Wateraansluitingen units met hydromodule - Modellen Voorbeeld: Enkele pomp Voorbeeld: Dubbele pomp Verbinding voor expansie vat (optie 293) Verbinding voor expansie vat (optie 293) Zie verklaring op vorige pagina. Wateraansluitingen units zonder hydromodule - Modellen Zie verklaring op vorige pagina. 28

29 7.3 - Detectie waterstroming Standaard unit Alle units zijn voorzien van een in de fabriek ingestelde stromingsschakelaar. Deze kan op lokatie niet worden aangepast. Bij units zonder hydromodule kan de externe gekoeldwaterpomp vanuit de regeling worden aangestuurd. Op klemmen 34 en 35 moet de beveiliging van de extrerne pomp worden aangesloten (hulpcontact van de magneetschakelaar van de pomp) Unit met hydromodule (opties 6) De detectie van de waterstroming wordt verzorgd door de drukopnemers in de hydromodule Vorstbeveiliging LET OP: Vorstschade valt niet onder de garantie. De platenwarmtewisselaar, de leidingen en de pomp(en) van de hydromodule kunnen worden beschadigd door vorst. De componenten van de unit (warmtewisselaar, leidingen, hydromodule) zullen worden beschermd door het opvolgen van onderstaande aanbevelingen. Bescherming van de rest van het systeem is de verantwoordelijkheid van de installateur Standaard unit Als de koelmachine of de waterleidingen zich bevinden in een gebied waar de omgevingstemperatuur kan dalen tot onder 0 C, is het raadzaam om een van de drie volgende oplossingen toe te passen om de unit en de waterleidingen te beschermen tot een temperatuur 0 K onder de laagste omgevingstemperatuur welke lokaal voor kan komen;. Voeg een antivriesoplossing toe (max. 45%); 2. Tap de koelmachine af wanneer de omgevingstemperatuur lager dan 0 C wordt 3. Oplossing met verwarmingselementen: Bestel optie 4 (in de fabriek geïnstalleerde elektrische verwarmingselementen op de verdamper en de wateruittredeleiding van de verdamper) om de warmtewisselaar tot -20 C te beschermen. Als optie 266 (verdamper aansluitpijpen) ook besteld wordt, is het nodig om een elektrische verwarmingselement te installeren op elke pijp om deze te beschermen tot -20 C buitentemperatuur. De antivriesoplossing en verwarmingselementen kunnen worden gecombineerd Unit met hydromodule De aanbevelingen uit het vorige hoofdstuk (punten en 2) zijn ook van toepassing op de machines met hydromodule en beschermt deze tegen vorst. Voor de oplossing met elektrische verwarmingselementen, bestel Optie 42A (in de fabriek geïnstalleerd elektrische verwarmingselementen op de verdamper en op verschillende componenten van de hydromodule, inclusief expansievat) om de gehele unit te tot -20 C te beschermen. De antivriesoplossing en verwarmingselementen kunnen worden gecombineerd. Voor de vorstbeveiliging van units met hydromodules moet het water circuleren in het watercircuit. De pomp in de unit zal periodiek automatische starten. Lijst met opties voor de periode dat de unit niet wordt gebruikt (stand-by bedrijf). Omgevingstemperatuur unit 30RBM/30RBP zonder optie 6 met optie 6 > 0 C tot 48 C C tot 0 C Optie 4 Optie 42A* of of Geschikte antivriesoplossing (bijvoorbeeld glycol) Antivriesoplossing die geschikt is (bijvoorbeeld glycol)* * De pomp moet water kunnen circuleren. Indien afsluiters zijn toegepast moet een bypass worden geïnstalleerd (zie tekening Winterstand ). Indien de unit van het systeem wordt afgekoppeld door afsluiters, is het verplicht om een bypass te installeren zoals hieronder aangegeven: Unit Winterstand Open Gesloten Gesloten Watersysteem 29

30 BELANGRIJK: Afhankelijk van de weersomstandigheden in uw regio geldt het volgende: Voeg alleen een door Carrier goedgekeurde antivriesoplossing toe voor het beschermen van de unit tot een temperatuur van 0 K onder de laagste omgevingstemperatuur welke lokaal voor kan komen. Als de machine voor langere tijd uit bedrijf wordt genomen, tap hem dan af en vul de warmtewisselaar met een antivriesoplossing (gebruik de aftapkraan op de waterintredeleiding). Om corrosie als gevolg van contact met de buitenlucht te voorkomen, moet u, als het system voor een periode van langer dan maand wordt afgetapt, het circuit van het warmteoverdrachtmedium vullen met droog inert gas. (Maximum druk 0,5 bar). In geval van langdurige stilstand, moeten de watercircuits worden beschermd door er een passiveringsoplossing in te laten circuleren. (Raadpleeg een specialist). Aan het begin van het volgende koelseizoen moet de koeler weer met water worden gevuld en moet een corrosieremmer worden toegevoegd. Externe componenten, zoals bijv. circulatiepompen, moeten in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften worden gekozen. Ook moet er rekening worden gehouden met de toegestane en nominale waterhoeveelheden door de warmtewisselaars. Deze moeten liggen tussen de waarden in de tabel (selectiegegevens). Als bescherming tegen vorst is afhankelijk is van de elektrische verwarmingselementen van de unit mag de hoofdstroom nooit worden afgeschakeld. De hoofdschakelaar, carterverwarming voeding en de voeding van het regelcircuit moeten bekrachtigd blijven. Indien de elektrische verwarming niet wordt gebruikt, of bij een langdurige stroomuitval, moet het gehele gekoeld water systeem worden leeggemaakt om de unit te beschermen. De temperatuuropnemers van de warmtewisselaar zijn onderdeel van de vorstbescherming: Als leidingverwarmingslinten worden gebruikt, mogen deze uitwendige verwarmingselementen de metingen van deze opnemers niet nadelig beïnvloeden Bescherming tegen cavitatie (met optie 6) Ter waarborging van de levensduur van de pomp in de geïntegreerde hydromodule, voorziet het regelalgoritme van de 30RBM/30RBP units in een bescherming tegen cavitatie (waterzijdige onderdruk). Bij een druk van minder dan 60 kpa zal de unit niet starten, of zal deze stoppen. Bij een druk van minder dan 00 kpa (maar boven 60 kpa) wordt een waarschuwing op het bedieningspaneel gegegeven. Om een voldoende druk te verkrijgen, wordt aanbevolen: Om het watercircuit van een druk te voorzien tussen 00 kpa ( bar) en maximaal 400 kpa (4 bar) aan de zuigkant van de pomp Om het watercircuit te reinigen tijdens het vullen met water of na aanpassing van het systeem Het gaasfilter regelmatig te reinigen Werking van twee units in Master/Slave bedrijf (optie 58) Op het werk moeten de twee units worden verbonden via een communicatiebus (0,75 mm², getwiste, afgeschermde kabel). Zie de elektrische schema s en de bedieningsinstructies voor de aansluitadressen of neem contact op met de Carrierserviceafdeling voor de installatie. Alle parameters die nodig zijn voor de Master/Slave functie moeten worden ingesteld via het Service Configuratie menu. Alle externe aansturingen van de Master/Slave combinatie (aan/uit, capaciteitsbeperking, etc.) worden aangeloten op de als Master geconfigureerde unit en moeten dus ook alleen in de Master unit worden geconfigureerd Units geleverd met hydromodule Master/Slave bedrijf is alleen mogelijk wanneer de units parallel worden geïnstalleerd: Regeling van zowel de Master als de Slave op waterintredetemperatuur is mogelijk zonder extra temperatuuropnemers (zie voorbeeld ). Regeling van zowel de Master als de Slave op wateruittredetemperatuur is mogelijk door het toevoegen van twee extra temperatuuropnemers in de gemeenschappelijke waterleiding aan de uittrede kant (zie voorbeeld 2). Iedere unit regelt zijn eigen waterpomp Units geleverd zonder hydromodule Wanneer units parallel geïnstalleerd zijn en als er een gezamenlijke pomp geïnstalleerd is door de installateur, dienen afsluiters op elke unit te worden geïnstalleerd. Deze moeten worden geregeld (geopend en gesloten) door de waterpomp uitgangen van de betreffende unit. Raadpleeg de bedieningshandleiding van de 30RBM/30RBP voor de elektrische aansluitingen. De aansturing van een pomp met variabel toerental moet, in dit geval, op de 0-0 V uitgang van de Master-unit worden aangesloten (alleen regeling van Delta T mogelijk). Een installatie in serie is alleen mogelijk met een pomp met vast toerental (voorbeeld 3): De werking van de pomp wordt geregeld door de Master-unit. De regeling van de Master/Slave combinatie is op wateruitredetemperatuur zonder extra temperatuuropnemer. De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd volgens het schema van voorbeeld 3. WAARSCHUWING: Beide units moeten over de optie 58 beschikken om de Master/Slave functie mogelijk te maken. 30

31 Voorbeeld : werking parallel - regeling op water intrede voor units met hydromodules 8 - INSTELLEN NOMINALE WATERDEBIET Raadpleeg de principeschema s in het hoofdstuk Waterleidingen aansluiten voor alle verwijzingen genoemd in dit hoofdstuk. 2 Voorbeeld 2: werking parallel - regeling op wateruittrede voor units met hydromodules 2 T T Voorbeeld 3: werking in serie - regeling op wateruittrede voor een combinatie van units De waterpompen van de 30RBM/30RBP units zijn zo gedimensioneerd dat de hydromodule met alle mogelijke configuraties kan werken op basis van de specifieke systeemcondities. D.w.z. voor verscheidene temperatuurverschillen tussen waterintrede-uittrede (T) bij vollast. Deze verschillen kunnen variëren tussen 3 en 0 K. Dit benodigde verschil tussen waterintrede- en uittredetemperatuur bepaalt de nominale waterstroming voor het systeem. Gebruik de offerte specificatie van de unit voor informatie over de bedrijfscondities van het systeem. Verzamel in het bijzonder de gegevens die nodig zijn voor de regeling van de waterhoeveelheid van het systeem: Units zonder hydromodule. De nominale drukval van de unit. Dit wordt gemeten met manometers (levering derden) die in de intrede en uittrede van de unit moeten worden gemonteerd. Units met pompen met vast toerental. Nominaal debiet. De druk van de vloeistof wordt gemeten door opnemers aan de intrede kant van de pomp en de uittrede van de unit. De regeling berekent vervolgens het debiet behorende bij dit drukverschil en kan vervolgens worden uitgelezen op het bedieningspaneel. (zie bedieningshandleiding). Units met pompen met variabel toerental Regeling op basis van een constant drukverschil tussen de intrede en uittrede van de hydromodule. Units met pompen met variabel toerental Regeling op basis van een constant temperatuurverschil gemeten tussen de intrede en uittrede van de platenwarmtewisselaar. 2 Als deze informatie niet beschikbaar is bij het inbedrijfstellen van de unit, neem dan contact op met Carrier Benelux BV. Deze gegevens kunnen ook worden verkregen uit de technische documentatie met gebruik van de capaciteitstabellen voor een T van 5 K bij de verdamper of met het Carrier selectieprogramma voor alle T condities anders dan 5 K temperatuurverschil, in de range van 3 tot 0 K. Verklaring Master-unit 2 Slave-unit Schakelkasten van Master en Slave-units Waterintrede Wateruittrede Waterpompen voor elke unit (normaliter ingebouwd in units met hydromodule) T Extra opnemer voor de regeling van de wateruittrede moet worden aangesloten op kanaal van slave prints van elke Master en Slave-units Communicatiebus CCN Aansluiting voor twee extra opnemers Terugslagklep 3

32 8. - Units zonder hydromodule Algemene informatie Het nominale waterdebiet van het systeem wordt geregeld met een inregelafsluiter (levering derden) welke in de wateruittredeleiding van het systeem moet worden gemonteerd (item 9 in het principeschema). Met behulp van deze afsluiter kan de weerstand in het systeem worden aangepast en zo het ontwerpdebiet worden bereikt. Omdat het totale drukverlies in het systeem niet exact bekend is bij de inbedrijfstelling niet exact bekend is, moet de waterstroming worden bijgesteld met de inregelafsluiter om de juiste doorstroming voor deze toepassing te verkrijgen Procedure voor het reinigen van het watercircuit Open alle afsluiters volledig (nr. 9). Start de pomp van het systeem op. Bereken het drukverlies van de platenwarmtewisselaar door het verschil te nemen tussen de uitlezingen van de manometer op de waterintrede en uittrede van de unit (item 8). Laat de pomp twee uur lang draaien om het watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van vervuilende substanties). Herhaal de aflezing. Vergelijk deze waarde met de oorspronkelijke waarde. Als het drukverlies kleiner is geworden, dan betekent dit dat het gaasfilter moet worden verwijderd en gereinigd. Sluit in dit geval de afsluiters bij de waterintrede en -uittrede (item 6), tap de watersectie van de unit (item 6) af en verwijder het gaasfilter (item 7). Ontlucht het circuit (nr. 5). Herhaal deze procedure indien nodig, om er zeker van te zijn dat het filter niet vervuild is Procedure voor het inregelen van het waterdebiet Lees, nadat het circuit is gereinigd, de uitlezingen van de manometer af (drukken waterintrede en wateruittrede) voor informatie over het drukverlies over de unit (platenwarmtewisselaar + inwendig leidingwerk) Vergelijk deze waarde met de theoretische waarde van het selectieprogramma. Als het gemeten drukverlies groter is dan de selectiewaarde betekent dit dat het debiet door de unit (en dus het systeemdebiet) te hoog is. Draai in dit geval de inregelafsluiter een slag dicht en lees de drukverschillen opnieuw af. Herhaal deze stappen totdat het drukverlies overeenkomt met het ontwerpdebiet. OPMERKING: Als het systeem een veel te groot drukverlies heeft in verhouding tot de door de systeempomp geleverde externe statische druk, dan kan het nominale waterdebiet niet worden bereikt (het resulterende debiet is lager) en het temperatuurverschil tussen de verdamper waterintrede en wateruittrede wordt groter. Om het drukverlies van het watersysteem te verlagen is het noodzakelijk om: De individuele drukverliezen zoveel mogelijk te verminderen (bochten, hoogteverschillen, kleppen etc.) Gebruik de correcte leidingdiameter Waar mogelijk uitbeidingen van het watersysteem te vermijden units met hydromodule en pomp met vast toerental Algemene informatie Zie hoofdstuk 8.. Units zonder hydromodule Procedure voor het reinigen van het watercircuit Open alle afsluiters volledig (nr. 9). Start de pomp van het systeem op. Bereken het drukverlies van de hydromodule door het verschil te nemen tussen de uitlezingen van de manometer op de waterintrede en uittrede van de unit (nr. 8). Laat de pomp twee uur lang draaien om het watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van vervuilende substanties). Herhaal de aflezing. Vergelijk deze waarde met de oorspronkelijke waarde. Als de stroming is verlaagd dan betekent dit dat het gaasfilter moet worden verwijderd en gereinigd omdat het watercircuit vuildeeltjes bevat. Sluit in dit geval de afsluiters bij de waterintrede en -uittrede (nr. 6), tap de watersectie van de unit (nr. 6) af en verwijder de filters (nr. 7 en ). Ontlucht het circuit (nr. 5 en 4). Herhaal deze procedure indien nodig, om er zeker van te zijn dat het filter niet vervuild is Procedure voor het inregelen van het waterdebiet Lees, nadat het circuit is gereinigd, het waterdebiet uit op het bedieningspaneel en vergelijk deze waarde met de theoretische selectiewaarde. Als de debietwaarde groter is dan de gespecificeerde waarde, dan is het totale drukverlies in het systeem te klein in vergelijking met de statische druk van de pomp.. Draai in dit geval de inregelafsluiter slag dicht en meet het waterdebiet opnieuw. Herhaal deze stappen totdat het drukverlies overeenkomt met het ontwerpdebiet. OPMERKING: Als het systeem een veel te groot drukverlies heeft in verhouding tot de door de systeempomp geleverde externe statische druk, dan kan het nominale waterdebiet niet worden bereikt (het resulterende debiet is lager) en het temperatuurverschil tussen de verdamper waterintrede en wateruittrede wordt groter. 32

33 Om het drukverlies van het watersysteem te verlagen is het noodzakelijk om: De individuele drukverliezen zoveel mogelijk te verminderen (bochten, hoogteverschillen, kleppen etc.) Gebruik de correcte leidingdiameter Waar mogelijk uitbeidingen van het watersysteem te vermijden. Voorbeeld: Unit met specifiek nominaal debiet van 0,6 l/s Lees nogmaals het debiet af en vergelijk de waarde met de oorspronkelijke waarde. Als de stroming is verlaagd dan betekent dit dat het gaasfilter moet worden verwijderd en gereinigd omdat het watercircuit vuildeeltjes bevat. Sluit in dit geval de afsluiters bij de waterintrede en -uittrede (nr. 6), tap de watersectie van de unit (nr. 6) af en verwijder de filters (nr. 7 en ). Ontlucht het circuit (nr. 5 en 4). Herhaal deze procedure indien nodig, om er zeker van te zijn dat het filter niet vervuild is Procedure voor het inregelen van het Delta P setpoint Drukverlies, kpa Waterdebiet, l/s Verklaring Pompcurve van de unit 2 Drukverlies in de hydromodule (te meten op de drukverschilmanometer op de waterintrede en -uittrede) 3 Drukverlies in het systeem met regelklep geheel open 4 Drukverlies in het systeem met regelklep ingesteld op het gespecificeerde nominale debiet units met hydromodule en pomp met variabel toerental - Regeling constant drukverschil (Delta P regeling) Het waterdebiet in het systeem wordt niet geregeld op een vaste waarde. Het debiet wordt aangepast door het variëren van het toerental van de pomp zodat een constant drukverschil wordt gehandhaafd, ingesteld door de gebruiker. Deze variatie in de waterhoeveelheid wordt gerealiseerd met inachtneming van de minimum en maximum toegestane unit waterhoeveelheden en het minimum en maximum toerental van de pomp. Neem contact op met Carrier Service voor de uitvoering van de procedures die hieronder staan Procedure voor het reinigen van het watercircuit Alvorens verder te gaan, is het raadzaam om eventuele verontreiniging uit het watercircuit te verwijderen. Start de pomp van het systeem via de geforceerde startopdracht. Stel de frequentie in op de maximum waarde om het grootste debiet te krijgen. Als het alarm Maximum flow exceeded (Max. debiet overschreden) verschijnt, verminder dan de frequentie tot een aanvaardbare waarde. Lees het debiet af op het bedieningspaneel. Laat de pomp twee uur lang draaien om het watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van vervuilende substanties). Nadat het watercircuit is gereinigd moet het zodanig worden geconfigureerd dat de praktijksituatie onstaat waarvoor de unit is geselecteerd. Over het algemeen betekend dit dat alle kleppen/afsluiters open moeten worden gezet en alle apparatuur (ventilatorconvectoren, luchtbehandelingskasten, etc.) moet worden ingeschakeld. Start de pomp via de Touch Pilot regeling (Quick test menu). Lees het waterdebiet uit op het bedieningspaneel en vergelijk deze met de theoretische selectiewaarde: Als het gemeten waterdebiet groter is dan de gespecificeerde waarde, dan moet het toerental (%) worden verlaagd om het waterdebiet te verkleinen. Als de debietwaarde kleiner is dan de gespecificeerde waarde, vergroot dan het drukverschil setpoint op het bedieningspaneel om het debiet te vergroten. Herhaal deze procedure tot het waterdebiet is bereikt waarop de unit is geselecteerd. Noteer het benodigde drukverschil. Stop de geforceerde aansturing van de pomp en ga verder met de configuratie van de unit voor de gewenste regelmethode. Wijzig de regelparameters: Stel de waterdebietregeling in op pressure differential (drukverschil) Stel de waarde van het benodigde drukverschil in Standaard is de unit ingesteld op het minimum toerental (frequentie: 30 Hz). OPMERKINGEN: Indien tijdens het inregelen het maximale of minimale toerental wordt bereikt voordat het gespecificeerde debiet wordt bereikt, houdt dan het drukverschil aan bij het maximale of minimale toerental en gebruik deze waarde als setpoint. Wanneer het te regelen drukverschil van te voren al bekend is, dan kan deze direct worden ingevoerd als de juiste parameter. Het reinigen van het watercircuit mag niet worden overgeslagen. 33

34 8.4 - units met hydromodule en pomp met variabel toerental - Regeling constant temperatuurverschil (Delta T regeling) Het waterdebiet in het systeem wordt niet geregeld op een vaste waarde. Het debiet wordt aangepast door het variëren van het pomptoerental, om een door de gebruiker gedefinieerd, temperatuurverschil van de warmtewisselaar te handhaven. Deze variatie in de waterhoeveelheid wordt gerealiseerd met inachtneming van de minimum en maximum toegestane unit waterhoeveelheden en het minimum en maximum toerental van de pomp. Neem contact op met Carrier Service voor de uitvoering van onderstaande procedures Procedure voor het reinigen van het watercircuit Raadpleeg de procedure voor het reinigen van het watercircuit uit hoofdstuk Procedure voor het regelen van het Delta T setpoint Stop de geforceerde aansturing van de pomp en ga verder met de configuratie van de unit voor de gewenste regelmethode. Wijzig de regelparameters: Stel de waterdebietregeling in op temperature differential (temperatuurverschil) Stel de waarde van het vereiste temperatuurverschil in units met hydromodule en pomp met variabel toerental - Regeling van een constant toerental Het toerental wordt ingesteld op een nominale waarde. Deze waarde blijft constant en is niet afhankelijk van variaties in systeembelasting. Neem contact op met Carrier Service voor de uitvoering van onderstaande procedures Procedure voor het reinigen van het watercircuit Raadpleeg de procedure voor het reinigen van het watercircuit uit hoofdstuk Procedure voor het inregelen van het debiet Stop de geforceerde aansturing van de pomp en ga verder met de configuratie van de unit voor de gewenste regelmethode. Wijzig de regelparameters: Stel de waterdebietregeling in op constant toerental Stel de waarde van het benodigde pomptoerental in (pump_min). Stel de frequentie van de VFD van de pomp met de hand bij tot het vereiste debiet is bereikt. Standaard is de unit ingesteld op het minimum toerental (frequentie: 30 Hz). Standaard is de unit ingesteld op het minimum toerental (frequentie: 30 Hz). 34

35 8.6 - Pompdruk / debiet curves Units met hydromodule (pomp met vast toerental of pomp met variabel toerental bij 50 Hz). Gegevens zijn van toepassing op: Vers water 20 C. Zie het hoofdstuk "Waterdebiet koeler" voor de waarden van het maximale waterdebiet. Bij gebruik van ethyleenglycol is het maximum debiet kleiner RBM/30RBP hogedruk pompen Enkele pomp Beschikbare statische druk, kpa RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP 260 tot RBM-30RBP 330 tot RBM-30RBP 430 tot 520 Waterdebiet, l/s Dubbele pomp Beschikbare statische druk, kpa RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP 260 tot RBM-30RBP 330 tot RBM-30RBP 430 tot RBM-30RBP 520 Waterdebiet, l/s 35

36 RBM/30RBP lagedruk pompen Enkele pomp Beschikbare statische druk, kpa Waterdebiet, l/s 30RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP RBM-30RBP 300 tot RBM-30RBP RBM-30RBP 400 tot 470 Dubbele pomp Beschikbare statische druk, kpa Waterdebiet, l/s 30RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP 200 tot RBM-30RBP RBM-30RBP 300 tot RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP 430 tot

37 8.7 - Beschikbare externe statische druk Units met hydromodule (pomp met vast toerental of pomp met variabel toerental bij 50 Hz). Gegevens zijn van toepassing op: Vers water 20 C. Zie het hoofdstuk "Waterdebiet koeler" voor de waarden van het maximale waterdebiet. Bij gebruik van ethyleenglycol is het maximum debiet kleiner RBM/30RBP hogedruk pompen Enkele pomp Modellen Modellen Beschikbare statische druk, kpa Waterdebiet, l/s 30RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP 520 Dubbele pomp Beschikbare statische druk, kpa Modellen Modellen Waterdebiet, l/s 30RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP

38 RBM/30RBP lagedruk pompen Enkele pomp Modellen Modellen Beschikbare statische druk, kpa Waterdebiet, l/s RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP 470 Dubbele pomp Modellen Modellen Beschikbare statische druk, kpa Waterdebiet, l/s 0 30RBM-30RBP 60 tot RBM-30RBP 200 tot RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP RBM-30RBP

39 9 - BELANGRIJKSTE Componenten VAN HET SYSTEEM EN BEDRIJFSBEREIK 9. - Compressoren 30RBM/30RBP units hebben hermetische scroll compressoren. Elke compressor is standaard voorzien van carterverwarming, inclusief een beveiliging die ervoor zorgt dat de compressor niet start wanneer de carterverwarming niet in bedrijf is. Er is geen storingsdetectie voor het verwarmingselement. Elke compressoreenheid is voorzien van: Trillingdempers tussen het unit chassis en het chassis van het compressor sub-frame Zuiggasleiding van de 3 en 4 compressor modules voorzien van restrictors (niet zichtbaar) welke een gelijk olieniveau garandeerd in alle compressoren Een hogedrukbeveiliging op de persleiding van elk circuit Druk- en temperatuuropnemers op de gemeenschappelijke aanzuigleiding en een drukopnemer op de gemeenschappelijke persgasleiding Smering De in de unit toegepaste compressoren hebben een olievulling van 6,9 l welke zorgt voor een goede smering onder alle bedrijfsomstandigheden. De controle van het oliepeil kan worden gedaan: Bij het inbedrijfstellen: Het olieniveau moet groter dan of gelijk aan de helft van het kijkglas zijn. Binnen een paar minuten na het uitschakelen van een compressoreenheid moet de olie zichtbaar zijn in het kijkglas. Indien dit niet het geval is, kan er een lek of een olie ophoping in het circuit zijn. In het geval van een olielek moet deze worden opgezocht en gerepareerd en daarna moet de olie worden bijgevuld. Zie de Service Guide voor het verwijderen van olie en de bijvulprocedures. LET OP: Te veel of te weinig olie in het circuit kan schade aan de unit veroorzaken. OPMERKING: Gebruik alleen olie die is goedgekeurd voor compressoren. Gebruik nooit olie die aan de lucht blootgesteld is geweest. LET OP: R-22 oliesoorten zijn niet geschikt voor R-40A en omgekeerd Condensors De 30RBM/30RBP condensorbatterijen zijn geheel van aluminium vervaardigde micro-channel heat exchangers Ventilatoren De ventilatormotoren, voorzien van een axiale Flying Birdventilator met een meedraaiende geleidering zijn gemaakt van recyclebaar composiet materiaal. Elke motor is bevestigd met dwarssteunen. Het zijn driefasenmotoren met lagers met levenslange smering en isolatieklasse F. Voor meer informatie, raadpleegt u de onderstaande tabel. Volgens de verordening nr 327/20 tot uitvoering van Richtlijn 2009/25/EG met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 25 W en 500 kw. Product 30RBM/30RBP Optie Standaard of optie Optie 2 Optie 5LS Optie 28B* Optie 28C** 30RBP (VFD) Totale efficiëntie % Meetcategorie A A A A A A Efficiency categorie statisch statisch statisch statisch statisch statisch Doel efficiëntieniveau N(205) 40 N(205) 40 N(205) 40 N(205) 40 N(205) 40 N(205) 40 ERP205 Efficiëntie bij optimale energie efficiëntiepunt Frequentieregelaar NEE JA NEE NEE NEE JA Fabricagejaar Zie machine kenplaat Zie machine kenplaat Zie machine kenplaat Zie machine kenplaat Zie machine kenplaat Zie machine kenplaat Ventilator fabrikant Simonin Simonin Simonin Simonin Simonin Simonin Motorfabrikant Leroy Somer Leroy Somer Leroy Somer AOS/ Regal Beloit AOS/ Regal Beloit Leroy Somer Ventilator referentie 00PSG A 00PSG A 00PSG A 00PSG A 00PSG A 00PSG A Motor referentie 00PPG A 00PPG A 00PPG A 00PPG A 00PPG PPG A Nominaal vermogen van de motor kw Debiet m 3 /s Druk bij optimale energie-efficiëntie Pa Nominaal toerental rpm Specifieke verhouding Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur Informatie omtrent minimaliseren van milieubelasting Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie * Alleen voor ventilatoren met 2 toerentallen [ per circuit / de andere zijn standaard] ** Alleen voor ventilatoren met 2 toerentallen [ per circuit / de andere zijn optie 5LS] Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie 39

40 Volgens de verordening nr 640/2009 en wijziging 4/204 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren. Product 30RBM/30RBP Optie Standaard van Optie 28 Optie 2 Optie 5LS Optie 28B* Optie 28C** 30RBP (VFD) Motortype Asynchroon Asynchroon Asynchroon Twee toeren, Twee toeren, Asynchroon asynchroon asynchroon Aantal polen Frequentie nominale voeding Hz Nominale spanning V Aantal fasen Motor inbegrepen in het NEE NEE NEE NEE NEE NEE toepassingsdomein van de verordening 640/2009 en wijziging 4/204 Reden voor vrijstelling Artikel.2.c). (ii) Artikel.2.c). (ii) Artikel 2. Artikel 2. Artikel 2. Artikel.2.c). (ii) Omgevingsluchttemperatuur waarvoor de motor specifiek ontworpen is C * Alleen voor ventilatoren met 2 toerentallen [ per circuit / de andere zijn standaard] ** Alleen voor ventilatoren met 2 toerentallen [ per circuit / de andere zijn optie 5LS] Electronisch expansie ventiel (EXV) Het EXV is voorzien van een stappenmotor (2785 tot 3690 stappen, afhankelijk van type) en een kijkglas voor controle van de beweging van het mechanisme en de aanwezigheid van de vloeistofafsluiting Vochtindicator Bevindt zich in het EXV, geeft inzicht in de koudemiddelvulling van de unit en geeft de aanwezigheid van vocht in het circuit aan. Als er belletjes in het kijkglas zichtbaar zijn, dan duidt dit op onvoldoende koudemiddel of de aanwezigheid van niet-condenseerbare stoffen in het systeem. Bij aanwezigheid van vocht verandert de kleur van de indicator in het kijkglas Filterdroger De filterdroger houdt het circuit schoon en vrij van vocht. Het kijkglas geeft aan wanneer de cassette in de filterdroger moet worden vervangen. Een temperatuurverschil tussen de intrede en uittrede van de filterdroger geeft aan dat de droger vervuild is Koeler De verdamper is een gesoldeerde platenwarmtewisselaar (BPHE) met twee koudemiddelcircuits. Het is getest en goedgekeurd voor een maximale werkdruk van 4520 kpa koudemiddelzijdig en 3200 kpa waterzijdig. De waterverbindingen van de warmtewisselaar zijn Victaulicverbindingen. De verdamper is thermisch geïsoleerd met 9 mm nitril schuim rubber (elastomeer). Als optie kan het worden beschermd tegen vorst (optie 4: vorstbescherming van de verdamper). De producten die kunnen worden toegevoegd voor thermische isolatie van de drukvaten tijdens het maken van de wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in verhouding tot de materialen en coatings waarin ze worden toegepast. Dit geldt ook voor de oorspronkelijk door Carrier geleverde producten Koudemiddel 30RBM/30RBP units werken met koudemiddel R-40A Hogedrukbeveiliging 30RBM/30RBP units zijn voorzien van een hogedrukbeveiliging met automatische reset. Deze drukschakelaars bevinden zich aan de perszijde van elke circuit Frequentieregelaar (VFD) De 30RBP units zijn uitgerust met frequentieregelaars om het toerental van de ventilator te regelen. Voor de 30RBP unit, fmin = 5 Hz en fmax = 50 Hz. Alle ventilatoren op hetzelfde koudemiddelcircuit worden aangestuurd door één frequentieregelaar. Het toerental van de ventilatoren wordt veranderd door het genereren van een gecontroleerde golfvorm waarin frequentie en spanning worden gevarieerd (Pulse Width Modulation). Het starten en stoppen van de ventilatoren en het sturen van de gewenste frequentie wordt uitgevoerd door middel van RS485 communicatie via LEN Protocol uit de Carrier Regeling Arbeidsfactorcorrectie condensatoren (option 23) De arbeidsfactorcorrectie is actief voor elke bedrijfsstatus van de machine. Een arbeidsfactorprestatie van ten minste 0,95 is gegarandeerd wanneer de unit werkt bij een conditie waarbij het opgenomen vermogen hoger is dan de standaard Eurovent-conditie. Een condensatorbatterij wordt geregeld door een regelaar die de door de unit opgenomen stroom controleert en de arbeidsfactor aanpast met een instelling op 0,95. De condensatoren zijn van een droog type: geen risico op lekkage of brand. De condensatoren zijn geselecteerd voor elke unit volgens onderstaande tabel: Unittype RBM/P Condensatorcapaciteit 30 (kvar) Capaciteit Condensator (kvar) Ir(A) Capaciteit Condensator 2 (kvar) Ir(A) Capaciteit Condensator 3 (kvar) Ir(A) Let op: Bij gebruik van de unit zonder condensatoren neemt het stroomverbruik toe 40

41 9.2 - Ventilatoropstelling 30RBM/30RBP 60 30RBM/30RBP RBM/30RBP Elec 22 Elec 2 22 Elec CKT A CKT B CKT A CKT B CKT A CKT B 30RBM/30RBP RBM/30RBP Elec 2 3 Elec CKT A CKT B CKT A CKT B 30RBM/30RBP Elec CKT A CKT B Ventilator trappen Standaard unit 30RBM/30RBP Circuit Trap Trap 2 Trap 3 Trap 4 Frequentieregelaar op 30RBP Frequentieregelaar op optie A EV EV EV EV B EV2 EV2+EV22 EV2+EV22 EV2 EV A EV EV2 EV+ EV2 EV EV B EV2 EV2+ EV22 EV2+ EV22 EV2 EV A EV EV2 EV + EV2 EV EV B EV3 EV3+EV2 EV3+EV2+EV32 EV3+EV2+EV32 EV3 EV A EV EV2 EV + EV2 + EV22 EV + EV2 + EV22 EV EV B EV3 EV3+ EV32 EV3+ EV32 + EV2 EV3+ EV32 + EV2 EV3 EV A EV2 EV2 EV2+EV+EV22 EV2+EV+EV22 EV2 EV2 B EV3 EV3+EV4 EV3+EV4+EV32 EV3+EV4+EV32+EV42 EV3+EV4+EV32+EV42 EV3 EV3 520 A EV EV2 EV + EV2 + EV2 EV + EV2 + EV2 + EV22 EV + EV2 + EV2 + EV22 EV EV B EV3 EV3 + EV4 EV3 + EV4 + EV32 EV3 + EV4 + EV32 + EV42 EV3 + EV4 + EV32 + EV42 EV3 EV3 Twee toerentallen ventilator op opties 28B en 28C Ventilator met variabel toerental (alleen 30RBP units) De 30RBP units verschillen van de 30RBM units door de toepassing van frequentieregelaars op de ventilatoren en optimaliseren hiermee de totale energie-efficiëntie van de unit, afhankelijk van de bedrijfscondities (luchttemperatuur, circuit capaciteit). Ze verbeteren daarmee de seizoensgebonden efficiëntie (ESEER). Alle ventilatoren in hetzelfde koudemiddelcircuit worden geregeld door één frequentieregelaar. Daarom werken deze met hetzelfde toerental. Het toerenal bij vollast of deellast van elk circuit wordt geregeld door een algoritme dat continu de condensatietemperatuur optimaliseert om zo de beste energie-efficiëntie (EER) van de unit te verkrijgen, ongeacht de bedrijfsomstandigheden. Elektrische beveiliging ventilatormotoren De motoren van hetzelfde circuit zijn elektrisch beveiligd door de frequentieregelaar in geval van kortsluiting, geblokkeerde rotor of algemene overbelasting. Elke frequentieregelaar volgt een variabele stroomkarakteristiek, gebaseerd op de frequentie van 5 tot 50 Hz en het aantal aangestuurde ventilatoren. Bij een ventilatorprobleem (bijv. ventilator niet aangesloten) detecteert de frequentieregelaar dit probleem en wordt een waarschuwing naar het bedieningspaneel verzonden. Raadpleeg de 30RBM/30RBP bedieningshandleiding voor de lijst met alarmen. 4

42 0 - OPTIES 0. - Touch Pilot Regeling (optie 58) hydromodule met variabel toerental (opties 6V, 6W) De samenstelling van de hydromodule is vergelijkbaar met het vorige hoofdstuk ( 0.2). In dit geval wordt de pomp geregeld door een frequentieregelaar die aanpassing van het debiet mogelijk maakt, afhankelijk van de gekozen debietregeling (constant drukverschil, constant temperatuurverschil, vast toerental) en bedrijfsomstandigheden van het systeem. LET OP: Het gebruik van hydromodules in een open watersystemen is niet toegestaan. De optie pomp met variabel toerental kan niet worden toegepast in combinatie met de Master/Slave functie (optie 58). Het bedieningspaneel van optie 58 Touch Pilot Regeling heeft de volgende kenmerken: Het heeft een 5-inch kleurenscherm. Duidelijke en beknopte informatie wordt gepresenteerd in de lokale taal (8 beschikbaar) De schermmenu s kunnen worden aangepast voor verschillende gebruikers (eindgebruiker, onderhoudspersoneel, Carrier technicus). Het gebruik en de configuratie van de unit zijn veilig. Wachtwoordbeveiliging voorkomt niet-geautoriseerde toegang tot geavanceerde instellingen. Er is geen wachtwoord nodig om toegang te krijgen tot de normale operationele gegevens en instellingen hydromodule zonder variabel toerental (opties 6R, 6S, 6T, 6U) De belangrijkste waterzijdige componenten van de in de fabriek ingebouwde hydromodule zijn: gaasfilter, veiligheidsventiel en waterpomp. Deze pomp, met vast toerental en opvoerhoogte, zorgt voor het nominale waterdebiet van het systeem. Er zijn verschillende typen waterpompen leverbaar voor alle mogelijke toepassingen: enkele of dubbele lagedrukpomp, enkele of dubbele hogedrukpomp. Het nominale debiet van het systeem moet worden aangepast met behulp van een handmatige inregelafsluiter, levering installateur. Het veiligheidsventiel, dat op de waterintrede van de pomp is gemonteerd, begrenst de waterdruk tot 400 kpa (4 bar). Een (voor onderhoud) eenvoudig te verwijderen gaasfilter is aan de kant van de waterintrede van de pomp geplaatst en beschermt de pomp en de platenwarmtewisselaar tegen vaste deeltjes die groter zijn dan,2 mm. Aanvullende opties kunnen worden besteld, indien nodig: Optie 42A: Bescherming van de hydromodule tot een buitentemperatuur van -20 C. Optie 293: Expansievat voor het watersysteem. LET OP: Het gebruik van hydromodules in een open watersystemen is niet toegestaan Units met ventilatoren met beschikbare druk voor binneninstallatie (optie 2-Hoog statische ventilator) Deze optie geldt voor 30RBP units die zijn gemonteerd in het gebouw in een fabrieksruimte. Voor dit type installatie, wordt de hete lucht uit de condensors naar buiten afgevoerd door de ventilatoren, via een kanaalsysteem dat voor drukverlies in het luchtsysteem zorgt. Daarom zijn in deze optie krachtiger ventilatormotoren gemonteerd dan in standaard units. Voor elke installatie verschilt het kanaaldrukverlies, afhankelijk van de lengte, de diameter en de bochten van het kanaal. 30RBP units met optie 2 zijn ontworpen om te werken met afvoerkanalen met een maximum drukverlies van 200 Pa (units met ventilatoren met variabele toerentallen met een maximum toerental van 9 r/s, in plaats van 5,8 r/s voor standaard units). Het gebruik van een variabel toerental tot 9 omw/sec kan het drukverlies in het kanaal worden overwonnen met handhaving van een geoptimaliseerd luchtdebiet per circuit. Alle ventilatoren in hetzelfde circuit, die tegelijk werken, hebben hetzelfde toerental. Het opgenomen vermogen van ventilatoren met een toerental van 9 omw/sec is hoger dan van standaard ventilatoren met een toerental van 5,8 omw/sec (de vermenigvuldigingsfactor is gelijk aan de derde macht van de toerentalverhouding, d.w.z. x,72). Het vollast of deellast toerental wordt geregeld door een gepatenteerd algoritme dat permanent de condensatie/ verdampingstemperaturen optimaliseert om de beste energie-efficiëntie (EER / COP) van de unit te garanderen, ongeacht de bedrijfsomstandigheden en drukverliezen van de leidingen in het systeem. Voor een specifieke installatie kan indien nodig het maximum ventilatortoerental van de 30RBP unit worden vastgezet tussen 3,3 en 9 r/s. Hiervoor gebruikt men het Service Configuratie-menu. Raadpleeg voor deze modificatie de handleiding van de regeling van de 30RBM/RBP. De prestaties (capaciteit, efficiëntie) zijn afhankelijk van het toerental van de ventilatoren en van het kanaaldrukverlies: tussen 0 en 00 Pa is er weinig invloed op de prestaties van de unit tussen 00 en 200 Pa kunnen de prestaties van de unit aanzienlijk variëren, afhankelijk van de bedrijfscondities (buitenluchttemperatuur en watercondities) Het geluidsniveau in de leidingen en rondom de unit houdt ook verband met het drukverlies. 42

43 Raadpleeg de elektronische catalogus van Carrier om het effect van het leidingsysteem op de prestaties van de 30RBP unit te beoordelen Nominale en maximale luchtdebieten per circuit (A en B) voor 30RBP-types Installatie Alle ventilatoren in hetzelfde koudemiddelcircuit worden geregeld door één frequentieregelaar en draaien dus met hetzelfde toerental. Elk koudemiddelcircuit (A en B) moet een eigen kanaalsysteem hebben om recycling van de lucht tussen de luchtwarmtewisselaars van de verschillende koudemiddelcircuits te voorkomen. Elke ventilator van de 30RBP unit met optie 2 heeft een in de fabriek gemonteerde koppeling voor het aansluiten van de kanalen. Raadpleeg de maatschetsen van de unit voor de exacte afmetingen van de verbindingsinterface. Raadpleeg paragraaf 9.2 Ventilatoropstelling om elke ventilator aan te sluiten op zijn eigen circuit. 30RBP Circuit A Circuit B Nominaal/maximum luchtdebiet (l/s) Nominaal/maximum luchtdebiet (l/s) / / / / / / / / / / / / In de fabriek gemonteerde koppeling voor het aansluiten van de kanalen op elke ventilator V-vormige luchtwarmtewisselaars Bovenaanzicht Zijaanzicht Details van het kanaalverbindingsframe Grootte van het kanaalverbindingsframe 860x860x00mm 43

44 Installatieprincipe van de kanalen Oplossing elke ventilator heeft zijn eigen kanaal Oplossing 2 2 ventilatoren kunnen hetzelfde kanaal gebruiken ① Ventilatormotor toegangsluiken (zorg voor een luik van 700 x 700 mm) voor elk enkel of dubbel kanaal Gedeeltelijke warmteterugwinning met desuperheaters (optie 49) Met deze optie kan gratis heet water worden geproduceerd met behulp van warmteterugwinning door middel van desuperheating van de compressorpersgassen. De optie is beschikbaar voor de gehele 30RBM/30RBP reeks. Een platenwarmtewisselaar is in serie gemonteerd met de luchtcondensorbatterijen op de compressorpersgasleiding van elk circuit. De configuratie voor de regeling van de desuperheateroptie is fabrieksgemonteerd (zie paragraaf "Regeling configuratie") Technische gegevens, 30RBM/30RBP units met gedeeltelijke warmteterugwinning met desuperheaters (optie 49) 30RBM/30RBP Desuperheater in circuits A/B Watervolume circuits A/B Max. waterzijdige bedrijfsdruk Koudemiddel Circuit A Circuit B Waterleiding aansluitingen Aansluiting Buitendiameter 30RBM Bedrijfsgewicht* Standaard unit + desuperheateroptie Unit met optie 5 + desuperheateroptie Unit met optie 5 en optie 6S + desuperheateroptie 30RBP Bedrijfsgewicht* Standaard unit + desuperheateroptie Unit met optie 5 + desuperheateroptie Unit met optie 5 en optie 6S + desuperheateroptie l kpa Platenwarmtewisselaar 2/3,75 2/3,75 2/3, , kg teqco2 9, ,75/3,75 3,75/3,75 3,75/5,5 3,75/5,5 5,5/5,5 5,5/5,5 5,5/7, ,5/7, ,5/7, ,4 27,9 2,9 26,9 4,3 30,0 3,6 28,4 5,0 3,3 7,3 36, 22,8 47,6 2,4 44,7 26,3 54,9 23,7 49,6 27,3 57,0 3,5 kg teqco2 28, Victaulic in 2" mm ,3 30,0 3,3 27,7 4,5 30,2 3,6 28,4 22,8 47,6 2, 44, 20,9 43,7 22,4 46,8 27,4 57, 27,3 57, 27,5 57,4 2" " " " " " " " " " " 60.3 kg kg kg kg kg kg *Gewichten zijn alleen ter indicatie. Raadpleeg de kenplaat van de unit

45 RBM/RBP (voorzien van desuperheateroptie 49) 2297 HT 2 Victaulic HT Unit met hydromodule Elektrische voeding van de regeling Verklaring: 2 Alle afmetingen zijn in mm Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom 2 Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de koeler 2253 HT Waterintrede Wateruittrede Schakelkast 500 OPMERKING: Aan de tekeningen kunnen geen rechten worden ontleend. 500 Unit zonder hydromodule Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen HT

46 RBM/30RBP (voorzien van desuperheateroptie 49) 2297 HT 2 Victaulic HT Unit met hydromodule Verklaring: 2 Alle afmetingen zijn in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom 2253 HT 2 Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de koeler Waterintrede Wateruittrede Schakelkast OPMERKING: Aan de tekeningen kunnen geen rechten worden ontleend Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Unit zonder hydromodule Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen HT

47 RBM/30RBP (voorzien van desuperheateroptie 49) 2297 HT 2 Victaulic HT Unit met hydromodule Verklaring: 2 Alle afmetingen zijn in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom 2253 HT 2 Aanbevolen vrije ruimte voor het verwijderen van de koeler Waterintrede Wateruittrede Schakelkast OPMERKING: Aan de tekeningen kunnen geen rechten worden ontleend. Unit zonder hydromodule Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar HT 2200 Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële maatschetsen

48 Installatie en bediening van de warmteterugwinning met desuperheateroptie De 30RBM/30RBP units met de desuperheateroptie (No. 49) worden geleverd met een warmtewisselaar per koudemiddelcircuit. Bij de installatie van de unit moet de platenwarmtewisselaar van de warmteterugwinning geïsoleerd en indien nodig tegen bevriezen beschermd worden. Raadpleeg de standaard installatieschema voor de belangrijkste componenten en functies van de 30RBM/30RBP units met de desuperheateroptie. Standaard installatieschema van units met desuperheateroptie % 4 4 & $ # y ^ t w w 2 9 t e t r 28 q ) W q q u o R p Q E 30RBM/30RBP unit met desuperheateroptie zonder hydromodule Scheiding tussen 30RBM/30RBP unit en het systeem Standaard installatie Verklaring 30RBM/30RBP unit onderdelen Verdamper 2 Compressor 3 Desuperheater (platenwarmtewisselaar) 4 Luchtcondensor (batterijen) 5 Expansieventiel (EXV) 6 Schadebeperkingsaccessoire in geval van brand (veiligheidsklep) 7 Elektrisch verwarmingselement voor het beschermen van de desuperheater tegen bevriezen (niet meegeleverd) 8 Desuperheater isolatie (niet meegeleverd) 9 Schakelkast van de unit 0 N.v.t. Desuperheater waterintrede 2 Desuperheater wateruittrede 3 Waterintrede warmtewisselaar 4 Wateruittrede warmtewisselaar 5 Unit met desuperheateroptie zonder hydromodule 6 Warmtelast van het systeem 7 Scheiding tussen de 30RBM/30RBP unit en de standaard installatie 48 Installatie-onderdelen (installatievoorbeeld) 20 Pomp (watercircuit van de desuperheaterlus) 2 Afsluiter 22 Desuperheater waterdebiet balans- en regelklep 23 Schadebeperkingsaccessoire in geval van brand (veiligheidsklep) 24 Expansievat 25 Vul- of aftapventiel 26 Ontluchter 27 Warmtewisselaarbatterij of platenwarmtewisselaar 28 Manometer 29 Stromingsschakelaar 30 Pomp (sanitair warmwatercircuit) 3 Driewegklep + regelaar 32 Filter voor het beschermen van de pomp en desuperheaters 33 Leidingwatertoevoer 34 Sanitair warmwateruittrede

49 Installatie De watertoevoer van elke desuperheater is parallel opgesteld. Dee wateraansluitingen op de desuperheater waterintrede en -uittrede mogen geen mechanische spanningen veroorzaken op de warmtewisselaars. Monteer indien nodig flexibele aansluitbuizen. Monteer waterdebietregel- en balanskleppen bij de warmtewisselaaruittrede. De waterdebietregeling en balancering kan worden uitgevoerd door het aflezen van het drukverlies in de warmtewisselaars. Dit moet op alle gelijk zijn aan het totale waterdebiet uit het selectieprogramma van de Carrier Elektronische Catalogus. Raadpleeg de onderstaande drukverliescurves voor het inregelen van de balanskleppen alvorens de installatie op te starten. De fijnafstelling van het waterdebietregeling van elke desuperheater is mogelijk wanneer de unit met vollast werkt door te proberen om absoluut identieke wateruittredetemperaturen voor elk circuit te krijgen. 00 Desuperheater (platenwarmtewisselaar drukverliescurves) De werking van de pomp (zie het standaard schema - nr. 20 van hoofdstuk 0.5.5) van het desuperheater watercircuit kan zijn gekoppeld aan: - Het opstarten van de eerste compressor van de unit: klemmenblok 37/38 2- De behoefte aan heet water: Uitgang DO-0 klemmenblok nr. 49/492 van de EMM-print (optie 56) Er kan ook een speciale stromingsschakelaar (nr. 29) worden gemonteerd om een alarm te geven als er een probleem is met de pomp (regelsysteem van de klant). Het volume van de waterlus van het desuperheatercircuit moet zo klein mogelijk zijn zodat de temperatuur snel kan oplopen als de unit wordt opgestart. De minimum intredewatertemperatuur bij de desuperheater is 25 C. Hiervoor kan een driewegklep (item 3) nodig zijn, met een regelaar en een opnemer voor het regelen van de vereiste minimum intredewatertemperatuur. De desuperheater waterlus moet een overstortventiel en een expansievat bevatten. Bij de selectie hiervan, moet men rekening houden met het volume van de waterlus en de maximum temperatuur (20 C) wanneer de pomp wordt gestopt (item 20). Warmtewisselaar drukverlies, kpa Bedrijfsbereik Desuperheater Minimum Maximum Koelerwater intredetemperatuur (bij opstart) C 25* 75 Koelerwater uittredetemperatuur C (tijdens bedrijf) Luchtcondensor Minimum Maximum Buitentemperatuur C 0** 46 * De intredewatertemperatuur bij het opstarten mag niet lager zijn dan 25 C. Voor installaties met een lagere temperatuur is een driewegklep nodig. ** De minimum buitentemperatuur is 0 C; -20 C met de optie winterbedrijf Warmtewisselaar waterdebiet, l/s Circuit met compressor 2 Circuit met 2 compressoren 3 Circuit met 3 compressoren 4 Circuit met 4 compressoren Configuratie van de regeling met de desuperheateroptie Bij deze configuratie kan de gebruiker indien gewenst een setpunt invoeren dat geldt voor de minimum condensatietemperatuur (standaard = 30 C) om het warmteterugwinvermogen van de desuperheaters te vergroten. Het percentage van het warmteterugwinvermogen ten opzichte van de totale door de condensor afgestane vermogen neemt evenredig toe met de verzadigde condensatietemperatuur. Raadpleeg voor het regelen van het setpunt van de minimum verzadigde condensatietemperatuur de handleiding van de Pro- Dialog regeling. Andere parameters die direct invloed hebben op de effectieve terugwincapaciteit bij de desuperheater zijn met voornamelijk: De belastingswaarden van de unit, die bepalen of de unit werkt op vollast (00%) of deellast (afhankelijk van het aantal compressoren per unitcircuit). De waterintredetemperatuur in de desuperheater en de luchtintredetemperatuur van de condensor. 49

50 0.6 - Andere opties Opties Nr. Beschrijving Voordelen Voor type Unit bestemd voor luchtkanalen 2 Bij units met variabele toerental ventilatoren met hoge statische Ventilatoruitblaaskanaal, geoptimaliseerde regeling van de 30RBP opvoerdruk (maximum 200 Pa), heeft elke ventilator een aansluitflens voor de aansluiting op het kanaalsysteem. condensatietemperatuur (of verdampingstemperatuur op versie), gebaseerd op de bedrijfsomstandigheden en de systeemkenmerken Laag geluidsniveau 5 Esthetische en geluidsabsorberende compressoromkasting Verlaging geluidsniveau met tot 2 db(a) 30RBM/30RBP Zeer laag geluidsniveau 5LS Esthetische en geluidsabsorberend compressoromkasting en Verlaging geluidsniveau met 6 tot 7 db(a) 30RBM/30RBP ventilatoren met een laag toerental Hoge omgevingstemperatuur 6 Unit voorzien van koelventilator in de schakelkast Deellast mogelijk tot 52 C omgevingstemperatuur 30RBM IP54 schakelkast 20A Verbeterde lekdichtheid van de unit Binnenkant van de schakelkast beschermd tegen stof, water 30RBM en zand. De optie word geadviseerd voor installaties in verontreinigde milieus Roosters en afdekpanelen 23 Metalen roosters op de 4 zijden van de unit en afdekpanelen voor de uiteinde van elke condensorbatterij 50 Beschermt de unit tegen vernieling van de interne componenten en voorkomt beschadigen van de batterijen en leidingen. Fraaier uiterlijk. 30RBM/30RBP Afdekpanelen 23A Afdekpanelen voor de uiteinde van elke lucht-warmtewisselaar Voorkomt beschadigen van de batterijen en leidingen. 30RBM/30RBP Fraaier uiterlijk. Softstarter 25 Softstarter op elke compressor Gereduceerde aanloopstroom 30RBM/30RBP Winterbedrijf tot minimaal 28 Regeling van het toerental van de leidende ventilator in elk circuit Stabiele werking van de unit voor buitentemperaturen van 30RBM C met behulp van een frequentieregelaar 0 C tot -20 C Winterbedrijf tot minimaal 28B Ventilator met twee toerentalen voor elk circuit Stabiele werking van de unit voor buitentemperaturen van 30RBM C 0 C tot -0 C Winterbedrijf tot minimaal 28C Twee lage toerental ventilatoren op elk circuit Vermindert het geluidsniveau en zorgt voor een stabiele 30RBM C laag toerental werking van de unit tot een buitentemperatuur van -0 C Waterwarmtewisselaar vorstbeveiliging 4 Elektrisch verwarmingselement op de waterwarmtewisselaar en waterleidingen Vorstbeveiliging op waterwarmtewisselaar voor buitenluchttemperaturen tussen 0 C en -20 C 30RBM/30RBP Vorstbeveiliging op waterwarmtewisselaar en hydromodule 42A Elektrische verwarmingselementen op de koeler, hydromodule en optionele expansievat Vorstbeveiliging op waterwarmtewisselaar en hydromodule voor buitenluchttemperaturen tussen 0 C en -20 C Gedeeltelijk warmteterugwinning 49 Unit voorzien van een desuperheater op elk koudemiddelcircuit Vrije hoge temperatuur heet water productie tegelijk met gekoeld of heet water productie (of heet water voor warmtepomp) Master/slave bedrijf 58 Unit voorzien van extra, op het werk aan te leggen, wateruittrede temperatuuropnemer, voor master/slave bedrijf van twee parallel aangesloten koelmachines Compressor zuiggas-en persgasafsluiters 92A Afsluiters op de gezamenlijke compressor zuiggas- en persgasleidingen Geoptimaliseerde werking van twee master/slavegeschakelde units met gebalanceerde draaiuren Eenvoudig onderhoud. Mogelijkheid voor het opslaan van de koudemiddelvulling in de koeler of condensor tijdens onderhoud 30RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP Compressor persgasafsluiters 93A Afsluiters op de gezamenlijke compressor persgasleidingen Eenvoudig onderhoud. Mogelijkheid voor het opslaan van 30RBM/30RBP de koudemiddelvulling in de condensor tijdens onderhoud Hogedruk hydromodule met pomp 6R Enkele hogedruk waterpomp, waterfilter, elektronische stromingsbeveiliging, drukopnemers. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer bijzonderheden (expansievat niet inbegrepen. Optie met ingebouwde hydraulische veiligheidscomponenten beschikbaar). Gemakkelijke en snelle installatie (plug & play) 30RBM/30RBP Hogedruk hydromodule met 2 pompen Lagedruk hydromodule met pomp Lagedruk hydromodule met 2 pompen Hydromodule met hogedruk pomp met variabel toerental Hydromodule met 2 hogedruk pompen met variabel toerental 6S 6T 6U 6V 6W Dubbele hogedruk waterpomp, waterfilter, elektronische stromingsbeveiliging, drukopnemers. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer bijzonderheden (expansievat niet inbegrepen. Optie met ingebouwde hydraulische veiligheidscomponenten beschikbaar) Enkele lagedruk waterpomp, waterfilter, elektronische stromingsbeveiliging, drukopnemers. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer bijzonderheden (expansievat niet inbegrepen. Optie met ingebouwde hydraulische veiligheidscomponenten beschikbaar) Dubbele lagedruk waterpomp, waterfilter, elektronische stromingsbeveiliging, drukopnemers. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer bijzonderheden (expansievat niet inbegrepen. Optie met ingebouwde hydraulische veiligheidscomponenten beschikbaar) Enkele hogedruk waterpomp met variabel toerental (VSD), waterfilter, elektronische stromingsbeveiliging, drukopnemers. Meerdere mogelijkheden voor de waterdebietregeling. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer bijzonderheden (expansievat niet inbegrepen. Optie met ingebouwde hydraulische veiligheidscomponenten beschikbaar) Dubbele hogedruk waterpomp met variabel toerental (VSD), waterfilter, elektronische stromingsschakelaar, drukopnemers. Meerdere mogelijkheden voor de waterdebietregeling. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer bijzonderheden (expansievat niet inbegrepen. Optie met ingebouwde hydraulische veiligheidscomponenten beschikbaar) Gemakkelijke en snelle installatie (plug & play) 30RBM/30RBP Gemakkelijke en snelle installatie (plug & play) 30RBM/30RBP Gemakkelijke en snelle installatie (plug & play) 30RBM/30RBP Gemakkelijke en snelle installatie (plug & play), significante besparingen (meer dan twee derde) op pompenergie, nauwkeurige regeling van het waterdebiet, verbeterde betrouwbaarheid van het systeem Gemakkelijke en snelle installatie (plug & play), significante besparingen (meer dan twee derde) op pompenergie, nauwkeurige regeling van het waterdebiet, verbeterde betrouwbaarheid van het systeem Jbus-gateway 48B Tweerichting communicatieprintplaat, voldoet aan JBus-protocol Eenvoudige aansluiting met communicatiebus op een gebouwbeheersysteem Lon-gateway 48D Tweerichting communicatieprintplaat, voldoet aan Lon Eenvoudige aansluiting met communicatiebus op een Talk-protocol gebouwbeheersysteem Bacnet via IP 49 Twee-directionele communicatie met hoge snelheid met behulp Eenvoudige en snelle verbinding met ethernet lijn naar een van BACnet via Ethernet-netwerk (IP) gebouwbeheersysteem. Biedt toegang tot meerdere parameters van de units. Energie Management Module 56 Regelprintplaat met extra ingangen / uitgangen. Zie energie management module in de bedieningsinstructies. Touch Pilot-regeling, 5" bedieningspaneel 58 Touch Pilot regeling geleverd met een 5-inch kleuren touch screen bedieningspaneel (standaard in de Benelux) Uitgebreide aansturing op afstand (setpunt resetten, ijsopslag einde, capaciteitsbegrenzing, ketel aan/ uit-commando, enz.) Regeling met geavanceerde communicatietechnologie over Ethernet (IP), gebruiksvriendelijke en intuïtief bedieningspaneel met 5 kleuren touch screen 30RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP RBM/30RBP Voldoet aan Russische regelgeving 99 EAC-certificering Conform Russische regelgeving 30RBM/30RBP Arbeidsfactorcorrectie 23 Condensatoren voor automatisch regeling van de arbeidsfactor (cos phi) op 0,95. Reductie van het schijnbare elektrische vermogen, naleving 30RBM/30RBP van de minimum arbeidsfactorwaarden van de energiebedrijven Enviro-Shield anticorrosiebescherming 262 Coating waarbij het aluminiumoppervlak voor een deel wordt omgezet Verbeterde corrosiebestendigheid, geadviseerd voor licht in een coating welke één geheel vormt met de batterij. Volledige corrosieve omgeving onderdompeling in een bad om voor 00% dekking te zorgen. Geen capaciteitsverlies, zoutsproeitest gedurende 4000 uur volgens ASTM B7. 30RBM/30RBP Super Enviro-Shield anticorrosiebescherming 263 Extreem duurzaam en flexibel epoxy polymeer coating aangebracht op MCHE warmtewisselaar door electrocoating, afgewerkt met UV beschermende toplaag. Minimale capaciteitsverlies, neutrale zoutsproeitest gedurende 6000 uur volgens ASTM B7, superieure slagvastheid volgens ASTM D2794. De Super Enviro-Shield optie werd ontwikkeld om de MCHE 30RBM/30RBP batterijen ook toe te kunnen passen in zware corrosieve omgevingscondities 266 Victaulic leidingaansluitingen met gelaste verbindingen Eenvoudige installatie 30RBM/30RBP Gelaste waterwarmtewisselaar aansluitingsset 230 V elektrisch stopcontact VAC-voeding met stopcontact en transformator (80 VA, Maakt aansluiting mogelijk van een laptop of een elektrisch 30RBM/30RBP ,8 ampère) apparaat tijdens inbedrijfstelling of onderhoud van de unit Expansievat bar expansievat ingebouwd in de hydromodule (vereist Eenvoudige en snelle installatie (plug & play) en 30RBM/30RBP optie 6) bescherming van gesloten watersystemen tegen te hoge druk Geschroefde desuperheater 303 Desuperheater aansluitingen met geschroefde wartels Gemakkelijke installatie. Maakt aansluiting van unit mogelijk 30RBM/30RBP wateraansluitingsset op schroefwartel Gelaste desuperheater 304 Gelaste desuperheater intrede-/uittrede aansluitbuizen Eenvoudige installatie 30RBM/30RBP wateraansluitingsset

51 - STANDAARD ONDERHOUD Om een optimale efficiëntie en betrouwbaarheid van de units te kunnen garanderen, raden wij aan om een onderhoudscontract met uw lokale Carrier service organisatie aan te gaan. Dit contract omvat regelmatige inspecties door Carrier-servicespecialisten zodat een eventuele storing snel wordt gedetecteerd en gecorrigeerd, zodat er geen ernstige schade kan ontstaan. Een Carrier service onderhoudscontract is de beste manier om een optimale levensduur van uw apparatuur te garanderen en, door de expertise van Carrier technici, is de ideale manier om uw systeem uit een oogpunt van energieverbruik te beheren. Alle onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door personeel dat vertrouwd is met Carrierapparatuur, met inachtneming van alle Carrier-kwaliteits- en veiligheidseisen. Zie de norm EN Vullen, bijvullen of aftappen van het watercircuit mag alleen worden uitgevoed door gekwalificeerd personeel met behulp van gereedschap en stoffen die geschikt zijn voor het product. Onjuist handelen kan leiden tot ongecontroleerde vloeistofof drukverliezen. WAARSCHUWING: Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen moet de hoofdstroom worden afgeschakeld. Het openen van een koudemiddelcircuit houdt in dat het moet worden vacuümgetrokken, opnieuw gevuld en op lekkage gecontroleerd moet worden. vacumeren, controleren dat het koelmiddel geen onreinheden bevat, de filterdroger vervangen en een lektest uitvoeren. Eenvoudig preventief onderhoud zal u helpen om de beste prestaties van uw HVAC-unit te verkrijgen: Betere koelingsprestaties Minder energieverbruik Voorkomen van onverwachte storingen Voorkomen van tijdrovende en kostbare werkzaamheden Bescherming van het milieu Er zijn vijf onderhoudsniveaus voor HVAC-units, zoals gedefinieerd door de AFNOR X60-00 standaard. OPMERKING: Wanneer de beschreven werkzaamheden foutief of niet worden uitgevoerd, dan vervalt de garantie en is de fabrikant, Carrier Frankrijk, niet meer aansprakelijk.. - Onderhoud niveau Eenvoudige procedure kan door de eindgebruiker worden uitgevoerd: Visuele inspectie op oliesporen (mogelijke koudemiddellekkage) Controles op lekken in het watercircuit (maandelijks) Reinigen van de condensorbaterijen (zie hoofdstuk Condensorbatterij ) Controle op ontbrekende beveiligingen en slecht gesloten deuren/panelen. Controle van het unit alarmrapport wanneer de unit niet werkt (zie de handleiding van de regeling van de 30RBM/30RBP) Controle van de vulling in het kijkglas van de vloeistofleiding Controle van het temperatuurverschil tussen de warmtewisselaar intrede en uittrede Algehele visuele inspectie op tekenen van slijtage Controleer de anti-corrosiecoatings.2 - Onderhoud niveau 2 Voor dit niveau is specifieke elektrotechnische en werktuigkundige kennis nodig. De frequentie van dit onderhoudsniveau is maandelijks of jaarlijks, afhankelijk van het controle type. De frequentie van dit onderhoudsniveau is maandelijks of jaarlijks, afhankelijk van het controle type. In deze gevallen worden de volgende werkzaamheden aanbevolen: Voer alle werkzaamheden uit van niveau en dan: Elektrische controles (jaarlijkse controles): Controleer minimaal x per jaar de aansluiting/ bevestiging van de elektrische aansluitingen (zie tabel met aandraaimomenten). Controleer alle aansluitingen van de regeling en draai deze vast indien nodig. Controleer de stickers op het systeem en de instrumenten, breng ontbrekende stickers opnieuw aan indien nodig. Verwijder stof en reinig het binnenwerk van de schakelkasten. Blaas geen stof of vuil in de onderdelen, gebruik waar mogelijk een kwast en stofzuiger. Reinig de isolatoren en busrailsteunen (stof gecombineerd met vocht vermindert de isolatiespleten en vergroot de lekstromen tussen de fasen en van de fasen naar de aarde). Controleer de aanwezigheid, staat en werking van elektrische regelaars. Vervang de zekeringen elke 3 jaar of na uur (veroudering). Controleer of er geen water is binnengedrongen in de schakelkast. Controleer regelmatig de filtermedia van de schakelkast en van de frequentieregelaar als de unit daarmee is uitgerust, om een correcte luchtstroming te garanderen. Controleer de correcte werking van de condensator (arbeidsfactorcorrectie optie 23) Mechanische controles: Controleer de goede bevestiging van de ventilatoren, compressoren, frequentieregelaars en schakelkast. Controle van het watercircuit: Let er op dat tijdens werkzaamheden aan het watercircuit de condensors niet worden beschadigd. Controleer de wateraansluitingen. Controleer het expansievat op corrosie en gasdrukverlies. Vervang het expansievat zo nodig. Tap het watercircuit af (zie hoofdstuk Instellen nominale waterdebiet ). Reinig het waterfilter (zie hoofdstuk Instellen nominale waterdebiet ). Vervang de mechanische afdichting van de pomp na draaiuren en de lagers na draaiuren. Controleer de werking van de stromingsbeveiliging. Controleer de staat van de thermische isolatie van de leidingen. Controleer de antivriesconcentratie (ethyleenglycol of propyleenglycol). Controleer het waterdebiet aan de hand van het drukverschil over de warmtewisselaar. Controleerde kwaliteit van de koelvloeistof (water of water/glycol mengsel). Controleer de stalen leidingen op corrosie. 5

52 Controle van de koudemiddelcircuits: Voor MCHE batterijen, reinig het condensoroppervlak door de batterij gelijkmatig te bespuiten en werk van onder naar boven, met de waterstraal loodrecht op de batterij. Gebruik geen hogere waterdruk dan 6200 kpa (62 bar) of een hoek van 5 ten opzichte van de batterij. Het mondstuk moet ten minste 300 mm verwijderd zijn van het oppervlak van de batterij. Controleer de bedrijfsparameters van de unit en vergelijk deze met de vorige waarden. Controleer de werking van de hogedrukbeveiligingen. Indien nodig vervangen. Controleer de vervuiling van de filterdroger. Vervang dit indien nodig. Houd een onderhoudsregistratie bij van elke HVAC-unit. Zorg ervoor dat alle voorgeschreven veiligheidsmaatregelen zijn genomen voor al deze werkzaamheden: draag beschermende kleding, volg alle plaatselijke en nationale veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen strikt op, gebruik uw gezond verstand..3 - Onderhoud niveau 3 (of hoger) Voor dit niveau is specifieke kennis/gereedschappen nodig. Deze werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door vakkundig personeel. Alleen de fabrikant, zijn vertegenwoordiger of bevoegde agent mag dit werk uitvoeren. Deze onderhoudswerkzaamheden zijn: Het vervangen van een belangrijke component (compressor, koeler) Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit (hanteren van koudemiddel) Wijzigen van de fabrieksinstellingen (wijzigen van de toepassing) Afvoeren of demonteren Werkzaamheden die onder de garantie vallen. Om de hoeveelheid afval te beperken, moeten koudemiddel en olie worden overgepompt conform de plaatselijke voorschriften met behulp van methoden waarmee koudemiddellekkage en drukverliezen worden beperkt en met materialen die voor deze producten geschikt zijn. Wanneer er een lek wordt geconstateerd, moet dit direct worden gerepareerd. De tijdens onderhoud overgepompte compressorolie bevat koudemiddel en moet als zodanig worden behandeld. Koudemiddel onder druk mag niet naar de atmosfeer worden afgeblazen. Sluit voor een periode van maximaal een dag alle openingen van het koudemiddelcircuit af met doppen. Als het circuit langer dan een dag moet worden geopend, vul dan het circuit met stikstof..4 - Aandraaimomenten voor de belangrijkste elektrische aansluitingen Component Aanduiding in de unit Waarde (N.m) Gesoldeerde schroef PE, externe aansluiting (aarding) - 40 Schroef aansluitklem, zekeringhouder FU, FU2, FU3, FU4 0 Schroef aansluitklem, zekeringhouder FU00 0,8-,2 Schroef aansluitklem, compressor KM>KM2 3-4,5 magneetschakelaar Messing M6-schroef, compressor aarding EC- 5 M6-schroef, compressor aansluiting EC- 5 Schroef aansluitklem, stroomonderbrekers QM- 2 Schroef aansluitklem, magneetschakelaar pomp KM90 - KM90A 2,5 M8 schroef externe verbinding (model ) QS00 5 tot 22 M0 schroef externe verbinding (model ) QS00 30 tot 44 M2 schroef externe verbinding (model ) QS00 50 tot 75 Schroefaansluiting, beveiligingsschakelaars QF00 3,2-3,7 (type ) Schroefaansluiting, beveiligingsschakelaars QF (type ) Schroefaansluiting, zekeringhouder 32A (opt23) Fu- 2,5 Schroefaansluiting, zekeringhouder 00A (opt23) Fu- 3, Aandraaimomenten voor de belangrijkste bouten en moeren Schroef type Voor type Waarde (N.m) Metalen schroef Condensor module, behuizing, ondersteuningen 4.2 D = 4,8 Zelftappende Condensor module, unit chassis, schakelkast 30 schroef M0 bevestiging, platenwarmtewisselaar en pompmodule. Zelftappende Pijpsteunen, behuizing, steun frequentieregelaar 7 schroef M6 Olie-egalisatieschroef Olie-egalisatieleiding 45 Schroef H M6 Pijpbeugel 0 Moer H M0 Compressorchassis, compressorvoet Condensorbatterij De microkanaalbatterijen moeten regelmatig worden gecontroleerd op vervuiling. De mate van vervuiling is afhankelijk van de plaats van opstelling en zal hoger zijn als de machine is opgesteld in steden, een boomrijke omgeving, industriële installaties e.d. Aanbevelingen voor onderhoud en reinigen van MCHE (microchannel) condensorbatterijen: Regelmatig reinigen van het batterij-oppervlak is essentieel voor een correcte werking van de unit. Het verwijderen van verontreiniging en schadelijke resten verlengt de levensduur van de batterijen en van de unit. Onderstaande onderhouds- en reinigingswerkzaamheden maken deel uit van het reguliere onderhoud en zullen de levensduur van de batterijen verlengen. Specifieke aanbeveling voor sneeuw: Controleer bij langdurige opslag of er geen sneeuwophoping op de batterij is. Producten gekwalificeerd voor het reinigen van onbehandeld MCHE batterijen zijn leverbaar via de Carrier onderdelenafdeling. Na reiniging van de batterij moet deze altijd worden doorgespoeld (zie Carrier norm RW025). Het gebruik van elk ander reinigingsproduct is strikt verboden. Verwijder alle vreemde voorwerpen of fragmenten/vuil die zich hebben gehecht aan het oppervlak van de batterij en tussen het chassis en de steunen. Gebruik een lage druk luchtstraal om stof van en uit de batterij te verwijderen. 52

53 Gebruik de juiste PBM inclusief veiligheidsbril / masker, waterdichte kleding en handschoenen. Het wordt aanbevolen om kleding die het hele lichaam bedekt te dragen. Waarschuwing: Gebruik nooit water onder druk zonder grote sproeier. Sterk geconcentreerde en/of roterende waterstralen zijn absoluut verboden. Gebruik nooit een vloeistof met een temperatuur boven 45 C om de luchtwarmtewisselaars te reinigen. Door correct en regelmatig te reinigen (ongeveer iedere drie maanden) kan 2/3 van de corrosieproblemen worden voorkomen. Bescherm de schakelkast tijdens het reinigen..7 - Onderhoud van de koeler Controleer of: De isolatie onbeschadigd is en nog op zijn plaats zit. De koelerverwarmingen goed werken en dat ze goed bevestigd en geplaatst zijn. De waterzijdige aansluitingen schoon zijn en geen tekenen van lekkage vertonen. De wettelijk voorgeschreven inspecties zijn uitgevoerd..8 - Onderhoud frequentieregelaar(s) LET OP: Zorg ervoor dat voor alle werkzaamheden aan de frequentieregelaar het circuit geïsoleerd en spanningsloos is. Merk op dat het 5 minuten kan duren voordat de condensatoren volledig zijn ontladen na het afschakelen van de voeding. Alleen gekwalificeerde medewerkers zijn bevoegd om te werken aan de frequentieregelaar. Indien er een alarm of een hardnekkig probleem optreedt met betrekking tot de frequentieregelaar, neem contact op met Carrier service. De isolatie van de frequentieregelaars die op de 30RBM/30RBPunits zijn gemonteerd hoeft niet getest te worden, zelfs niet na vervanging: zij worden voor aflevering altijd gecontroleerd. Bovendien kunnen de filterelementen die in de frequentieregelaar geïnstalleerd zijn de meting beïnvloeden en kunnen zelfs worden beschadigen. Indien er behoefte is aan het testen van de isolatie van componenten in de unit (ventilatormotoren, pompmotoren, kabels, etc.), moet de frequentieregelaar worden losgekoppeld van de stroomkring..9 - Kenmerken van R-40A Zie onderstaande tabel. Verzadigde temperaturen gebaseerd op de effectieve druk (in kpa) Verzadigd Temp. C Effectieve druk, kpa Verzadigd Temp. C Effectieve druk, kpa Verzadigd Temp. C Effectieve druk, kpa De 30RBM/30RBP units werken met het hogedruk koudemiddel R-40A (de servicedruk van de unit ligt boven 40 bar, de druk bij 35 C luchttemperatuur is 50% hoger dan voor R-22). Bij werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit moet speciale apparatuur worden gebruikt (manometer, terugwin-unit, enz.)..0 - Controle arbeidsfactorcorrectie condensatoren De controle bestaat uit het meten van de ingangsstroom van elke condensatorbatterij. Bij het controleren moet een RMSmeter worden gebruikt voor de aflezing: Controleer per fasestroom die wordt geleverd door elke condensator en vergelijk deze met de nominale waarden (in geval van capaciteitsverlies of onbalans, moeten condensatoren worden vervangen.) Zorg ervoor dat de stroom door de condensator niet groter is dan,3 x Ir. Een grotere waarde kan een aanwijzing zijn voor een sterke aanwezigheid van harmonischen, wat nadelig is voor de levensduur van de condensator. Als er geen stroom is ondanks dat de condensator is bekrachtigd is dat een aanwijzing voor een defect. Verwijder de condensatoren en controleer de onderkant Defect Goed 53

30XA Luchtgekoelde koelmachines

30XA Luchtgekoelde koelmachines 30XA Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 270-1670 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave 1 - INLEIDING...4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4 1.2 - Apparatuur

Nadere informatie

30XA A Luchtgekoelde koelmachines

30XA A Luchtgekoelde koelmachines 30XA A Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 267-1682 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave 1 - INLEIDING...4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4 1.2 -

Nadere informatie

30RB B 30RB Luchtgekoelde koelmachines. Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RB B 30RB Luchtgekoelde koelmachines. Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RB 162-262 B 30RB 302-802 Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 163-760 kw 50 Hz Unit met laag-geluid optie afgebeeld Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoud 1 - INLEIDING...4 1.1

Nadere informatie

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module 30RQ 182-262 B 30RQ 302-522 Nominale koelcapaciteit 163-465 kw Nominale verwarmingscapaciteit 173-548 kw 50

Nadere informatie

Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud. Thieme GrafiMedia Groep

Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud. Thieme GrafiMedia Groep Nominale koelcapaciteit 163-760 kw 50 Hz U n i t m e t l a a g g e l u i d o p t i e a f g e b e e l d Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud INHOUD 1 - INLEIDING... 4 1.1 - Controleren van de zending...

Nadere informatie

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz. Unit met low noise optie

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz. Unit met low noise optie MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Unit met low noise optie Luchtgekoelde koelmachines 30RBM 60-520 30RBP 60-520 Nominale koelcapaciteit 64-528 kw 50 Hz Vertaling van het oorspronkelijke

Nadere informatie

MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD PRO-DIALOG. Hoge temperatuur warmtepompen 61AF. Nominale verwarmingscapaciteit 21-102 kw 50 Hz

MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD PRO-DIALOG. Hoge temperatuur warmtepompen 61AF. Nominale verwarmingscapaciteit 21-102 kw 50 Hz PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Hoge temperatuur warmtepompen 6AF Nominale verwarmingscapaciteit 2-02 kw 50 Hz Vertaling van het originele document 6, 09.205 INHOUD - INTRODUCTION...

Nadere informatie

30RQ 182-262 B 30RQ 302-522 Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule

30RQ 182-262 B 30RQ 302-522 Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule 30RQ 182-262 B 30RQ 302-522 Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule Nominale koelcapaciteit 163-465 kw Nominale verwarmingscapaciteit 173-548 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Nadere informatie

30RBS/RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS

30RBS/RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling Luchtgekoelde koelmachines 30RBS/RBSY 039-160

Nadere informatie

30XAV Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

30XAV Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental 30XAV 500-1150 Nominale koelcapaciteit: 500-1150 kw 50 Hz Origineel document 2 INHOUD

Nadere informatie

30RQM RQP Omkeerbare lucht-water warmtepomp MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD

30RQM RQP Omkeerbare lucht-water warmtepomp MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Unit met optie laag geluidsniveau Omkeerbare lucht-water warmtepomp 30RQM 160-520 30RQP 160-520 Nominale verwarmingscapaciteit 170-540 kw Nominale koelcapaciteit

Nadere informatie

30RBS/30RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines. Touch Pilot Junior. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS

30RBS/30RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines. Touch Pilot Junior. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS Touch Pilot Junior Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Touch Pilot Junior regeling Luchtgekoelde koelmachines 30RBS/30RBSY

Nadere informatie

30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP. Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP. Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron 30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP Nominale koelcapaciteit: 273-1756 kw Nominale verwarmingscapaciteit:

Nadere informatie

30RQS/30RQSY A. Omkeerbare lucht/water warmtepompen PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS

30RQS/30RQSY A. Omkeerbare lucht/water warmtepompen PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro- Dialog+ regeling Omkeerbare lucht/water warmtepompen 30RQS/30RQSY

Nadere informatie

61WG/30WG/30WGA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater

61WG/30WG/30WGA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater 6WG/30WG/30WGA 020-090 Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater warmtepompen Nominale koelcapaciteit 25-95 kw Nominale verwarmingscapaciteit 29-7 kw Unit met hydromodule optie Standaardunit

Nadere informatie

30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A. Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A. Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen 30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A Nominale koelcapaciteit : 273-1756

Nadere informatie

HYDROCIAT LW ST/HE

HYDROCIAT LW ST/HE 90181 12-2016 HYDROCIAT LW ST/HE H a n d l e i d i n g Inhoudsopgave 1 - INLEIDING...4 1.1 Veiligheidsinstructies tijdens de montage... 4 1.2 Apparatuur en componenten onder druk... 5 1.3 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

30RB/RBY 039-160 A. Luchtgekoelde koelmachines. Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling

30RB/RBY 039-160 A. Luchtgekoelde koelmachines. Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling 30RB/RBY A Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 40-160 kw 50 Hz 30RBY 30RB Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ 017-160 serie Pro-Dialog+ regeling Montage, Inbedrijfstelling

Nadere informatie

61WG/30WG Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen. met of zonder hydromodule

61WG/30WG Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen. met of zonder hydromodule 6WG/30WG 00-090 Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen met of zonder hydromodule Nominale koelcapaciteit -95 kw Nominale verwarmingscapaciteit 30-6 kw Unit met hydromodule optie Standaardunit

Nadere informatie

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling PERFORMO-A R/H PERFORMO-A R/H (type 30-196) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling De Aircool koudwateraggregaten onderscheiden zich door: Innovatief, dynamisch en marktgericht.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

30KAV KAVP Vloeistofkoelmachines, twin-schroefcompressor met variabel toerental HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK EN ONDERHOUD

30KAV KAVP Vloeistofkoelmachines, twin-schroefcompressor met variabel toerental HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK EN ONDERHOUD HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK EN ONDERHOUD Vloeistofkoelmachines, twin-schroefcompressor met variabel toerental 30KAV 500-1100 30KAVP 500-1100 Nominaal koelingsvermogen: 493-1079 kw - 50 Hz Vertaling

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

MULTIPOWER-A R/H. Multipower-A R/H (type ) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

MULTIPOWER-A R/H. Multipower-A R/H (type ) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling MULTIPOWER-A R/H Multipower-A R/H (type 90-610) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling De Aircool koudwateraggregaten onderscheiden zich door: innovatief, dynamisch

Nadere informatie

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental INSTALLATION, OPERATION AND MAINTENANCE INSTRUCTIONS Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental 30XW-V/30XWHV Nominale koelcapaciteit: 587-1741 kw Nominale verwarmingscapaciteit:

Nadere informatie

61WG/30WG/30WGA A. Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule

61WG/30WG/30WGA A. Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule TOUCH PILOT JUNIOR INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule 6WG/30WG/30WGA 20-90-A

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid

Nadere informatie

MTE kw. Condensingunits voor buitenopstelling. Condensingunits MTE PLUS. Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering

MTE kw. Condensingunits voor buitenopstelling. Condensingunits MTE PLUS. Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering Condensingunits MTE Condensingunits voor buitenopstelling MTE - 0 kw Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering De compacte luchtgekoelde condensingunits (MTE) zijn ontwikkeld voor

Nadere informatie

AQUACIAT CALÉO. Hoge temperatuur warmtepompen

AQUACIAT CALÉO. Hoge temperatuur warmtepompen 90198 08-2017 AQUACIAT CALÉO Hoge temperatuur warmtepompen H a n d l e i d i n g Inhoud 1 - INLEIDING...4 1.1 - Controle van de ontvangen apparatuur... 4 1.2 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Noorderlaan 111, bus 10

Nadere informatie

30RA "A" Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module AQUASNAP

30RA A Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module AQUASNAP 30RA 040-240 "A" Luchtgekoelde waterkoelaggregaten met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 38-250 kw 50 Hz AQUASNAP Carrier neemt deel aan het Eurovent Certificatie Programma. Producten

Nadere informatie

DYNACIAT LG

DYNACIAT LG 90188 03-2017 DYNACIAT LG H a n d l e i d i n g INHOUDSOPGAVE 1 - INLEIDING...4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4 1.2 - Apparatuur en onderdelen onder druk... 5 1.3 - Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

61AF. Hoge temperatuur warmtepompen PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

61AF. Hoge temperatuur warmtepompen PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 6AF Hoge temperatuur warmtepompen Nominale verwarmingscapaciteit -05 kw 50 Hz PRO-DIALOG + Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave - INTRODUCTION...4. - Controleren van de zending... 4. -

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV/DAF2500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

MCW 5-39 kw. Monoblok-systeem voor binnenopstelling. Water/water warmtepompen en koelmachines MCW PLUS. Compacte units met één circuit

MCW 5-39 kw. Monoblok-systeem voor binnenopstelling. Water/water warmtepompen en koelmachines MCW PLUS. Compacte units met één circuit Water/water warmtepompen en koelmachines MCW Monoblok-systeem voor binnenopstelling MCW 5-39 kw Compacte units met één circuit Roterende compressor PLUS Scroll compressor R-40C Koudemiddel R-40C Enkel

Nadere informatie

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw Cassette ventilatorconvectoren 42GW Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw De Carrier 42GW cassette ventilatorconvector is uitstekend geschikt voor het conditioneren van

Nadere informatie

30WG Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule

30WG Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule TouchPilot Junior HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, ONDERHOUD EN MONTAGE Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule 30WG 110-190 Vertaling van

Nadere informatie

30RH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen

30RH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen 30RH 040-40 B Omkeerbare lucht/water warmtepompen Nominale koelcapaciteit 38-0 kw Nominale verwarmingscapaciteit 38-9 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RA/RH-30RY/RYH B serie Pro-Dialog

Nadere informatie

AQUACIAT LD/ILD. Handleiding

AQUACIAT LD/ILD. Handleiding 90147 11-2017 AQUACIAT LD/ILD Handleiding Inhoud 1 - INLEIDING...4 1.1 Veiligheidsinstructies voor de beveiligingsinrichtingen... 4 1.2 Veiligheidsinstructies voor het koudemiddel... 5 1.3 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

SUI Bedieningspaneel

SUI Bedieningspaneel SUI Bedieningspaneel Montage-instructies NEDERLANDS INHOUD 1 - Voorzorgsmaatregelen... 4 1.1 - Algemeen... 4 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken... 4 1.3 - Algemene aanbevelingen voor de montage...

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental 30XW-V/30XWHV Nominale koelcapaciteit : 587-1741 kw Nominale

Nadere informatie

30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren

30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren 30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren Nominale koelcapaciteit 30HXC: 286-300 kw Nominale koelcapaciteit 30GX: 282-203 kw 50 Hz GLOBAL CHILLER Montage,

Nadere informatie

AQUASNAP Bedieningspaneel

AQUASNAP Bedieningspaneel LLOYD'S REGISTER QULITY SSURNCE QUSNP edieningspaneel I S O 9 00 1 MONTGE-INSTRUCTIES edieningspaneel Montage-instructies Dit regelsysteem werkt alleen met 30R / 30RH units: Zie voor montage en onderhoudsinstructies

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

30RA 040-240 B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module

30RA 040-240 B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module 30RA 040-240 B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 39-245 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RA/RH - 30RY/RYH B serie Pro-Dialog

Nadere informatie

30RW/RWA. Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30RW/RWA. Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING PRO-DIALOG MONTAGE, INEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module 30RW/RWA Nominale koelcapaciteit 110-310 kw / 50 Hz Vertaling van het originele

Nadere informatie

38RBS Luchtgekoelde condensing units. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS serie Pro-Dialog+ regeling

38RBS Luchtgekoelde condensing units. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS serie Pro-Dialog+ regeling 38RBS 039-60 Luchtgekoelde condensing units Nominale koelcapaciteit 40-60 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS 039-60 serie Pro-Dialog+ regeling Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Nadere informatie

30RYH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

30RYH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module 30RYH 07-080 B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 8-76 kw Nominale verwarmingscapaciteit 8-78 kw 50 Hz Zie voor bediening

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

30RY B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

30RY B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module 30RY 017-080 B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module Nominale koelcapaciteit 19-79 kw 50 Hz Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RA/RH - 30RY/RYH B serie

Nadere informatie

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module 30RW/RW 020-300 Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module Nominale koelcapaciteit 20-30 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud INHOUDSOPGVE - INLEIDING...4. - Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht. Woord vooraf Handleiding Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling

Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling Lucht/water warmtepompen en koelmachines SCX Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling NEW SCX 80-30 kw PRODUCT JUNI 201 Grote configureerbaarheid en hoge efficiëntie bij deellast Scroll compressor

Nadere informatie

MPE 4-76 kw. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE PLUS

MPE 4-76 kw. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE PLUS Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling MPE - kw Efficiëntie onder elke omstandigheid R-0A R-0A Roterende compressor Scroll compressor Koudemiddel

Nadere informatie

montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ luchtgekoelde condensingunits

montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ luchtgekoelde condensingunits montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ 007-014 luchtgekoelde condensingunits De illustratie op de voorpagina dient slechts ter illustratie en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract.

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

38RA Serie. Bediening en onderhoud

38RA Serie. Bediening en onderhoud 38RA Serie PRO-DIALOG Regeling Bediening en onderhoud INHOUD 1 - VEILIGHEID...3 1.1 - Algemeen...3 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken...3 2 - ALGEMENE BESCHRIJVING...3 2.1 - Algemeen...3 2.2 - Gebruikte

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting Carrier neemt deel aan het Eurovent Certificatie Programma. Producten voldoen aan de omschrijving in de Eurovent lijst van gecertificeerde producten.

Nadere informatie

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage. Instructie handleiding MINIBEL Luchtgordijnen Waarschuwingsadvies symbolen Attention, Gevaar, Waarschuwing! Gevaarlijke stroom of hoge voltages! Kans op verwondingen! Gevaar! Sta niet onder de hangende

Nadere informatie

KOUDWATERAGGREGATEN serie

KOUDWATERAGGREGATEN serie Koudwateraggregaten KOUDWATERAGGREGATEN serie De Aircool koudwateraggregaten lijn bestaat uit een complete serie van 6 kw tot 1665 kw, zowel lucht- als watergekoelde uitvoeringen. Ook is er een warmtepompuitvoering

Nadere informatie

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 Waterkracht B.V. Postbus 65 7050 AB Varsseveld Tel. : +31 (0)315 25 81 81 Fax : +31 (0)315 25 81 91 E-Mail : info@waterkracht.nl Internet : www.waterkracht.nl 2 INHOUD:

Nadere informatie

LEP kw. Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling. Multifunctionele warmtepompen LEP PLUS

LEP kw. Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling. Multifunctionele warmtepompen LEP PLUS Multifunctionele warmtepompen LEP Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling LEP 50-470 kw Maximale efficiëntie met volledige warmteterugwinning en dissipatie in water Multifunctionele warmtepomp

Nadere informatie

ECOLEAN LUCHT/WATER VLOEISTOFKOELER EN WARMTEPOMP. 20-200 kw. lennoxemea.com

ECOLEAN LUCHT/WATER VLOEISTOFKOELER EN WARMTEPOMP. 20-200 kw. lennoxemea.com ECOLEAN LUCHT/WATER VLOEISTOFKOELER EN WARMTEPOMP 20-200 kw lennoxemea.com ECOLEAN, warmteterugwinning PRESTATIE De ECOLEAN levert energie-efficiëntie bij vol- en deellast dankzij het gebruik van R410A

Nadere informatie

30RBV/RQV Luchtgekoelde koelmachines met inverter Omkeerbare lucht-water warmtepompen met inverter MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30RBV/RQV Luchtgekoelde koelmachines met inverter Omkeerbare lucht-water warmtepompen met inverter MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING E N O N D E R H O U D Luchtgekoelde koelmachines met inverter Omkeerbare lucht-water warmtepompen met inverter 30RBV/RQV 17-21 Nominaal vermogen 17-21 kw Vertaling van het originele

Nadere informatie

30XAS Luchtgekoelde koelmachines

30XAS Luchtgekoelde koelmachines 30XAS Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 235-484 kw 50 Hz PRO-DIALOG + Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud Inhoudsopgave 1 - INLEIDING... 4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage...4

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel NL Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel 1 Beste klanten, Bedankt voor uw keuze! We hebben alles gedaan om te zorgen dat dit product voldoet aan uw eisen

Nadere informatie

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R hydrofoorgroepen 2 Hartelijk dank! Hartelijk dank dat u voor een EUROM HG hydrofoorgroep gekozen hebt. U hebt daarmee een goede keus gemaakt! Wij hopen dat hij tot uw

Nadere informatie

30RQ Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG +

30RQ Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG + Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG + www.eurovent-certification.com www.certiflash.com Unit met laag-geluid optie afgebeeld 30RQ 182-522 Nominale koelcapaciteit 174-465 kw

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

ECOLEAN LUCHT/WATER VLOEISTOFKOELER EN WARMTEPOMP. 20-200 kw. lennoxemea.com

ECOLEAN LUCHT/WATER VLOEISTOFKOELER EN WARMTEPOMP. 20-200 kw. lennoxemea.com ECOLEAN LUCHT/WATER VLOEISTOFKOELER EN WARMTEPOMP 20-200 kw lennoxemea.com ECOLEAN, warmteterugwinning PRESTATIE De ECOLEAN levert energie-efficiëntie bij vol- en deellast dankzij het gebruik van R410A

Nadere informatie

LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT

LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT A Q U A S N A P J U N I O R LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT ALLE NODIGE WATER- ZIJDIGE COMPONENTEN ZIJN AL INGEBOUWD De Aquasnap Junior completeert

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7 MONTAGEHANDLEIDING Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter Lees grondig deze handleiding vooraleer tot de montage

Nadere informatie

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES Safety Valves - ½ x ½ Safety by PenTec APPENDAGES APPENDAGES DUCO VeiligheidsVentielen en DUCOBoilerventielen Toepassing DUCO Veiligheidsventielen en DUCO Boilerventielen worden toegepast voor de beveiliging

Nadere informatie

Installatie Bediening Onderhoud

Installatie Bediening Onderhoud Installatie Bediening Onderhoud CGAX/CXAX 015-060 Luchtgekoelde koelmachines en warmtepompen met scrollcompressor 42-160 kw Oorspronkelijke instructies Inhoud Algemene specificaties...4 Beschrijving modelnummer...6

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines. Nominale koelcapaciteit 8-14 kw. Kenmerken. Rustige werking

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines. Nominale koelcapaciteit 8-14 kw. Kenmerken. Rustige werking Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines www.eurovent-certification.com www.certiflash.com Quality Management Systems 0RB 008-05 Nominale koelcapaciteit 8- De nieuwe generatie Aquasnap vloeistofkoelmachines

Nadere informatie

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines. product selectie data. Gemakkelijke en snelle installatie. Compact, betrouwbaar en efficiënt

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines. product selectie data. Gemakkelijke en snelle installatie. Compact, betrouwbaar en efficiënt product selectie data Gemakkelijke en snelle installatie Compact, betrouwbaar en efficiënt Leverbaar met klasse A circulatiepomp met variabel toerental Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines 0RB 008-015 in

Nadere informatie

4-pijps units met scrollcompressoren. Model CMAA Koelcapaciteit: 45 tot 485 kw Verwarmingscapaciteit: 50 tot 670 kw

4-pijps units met scrollcompressoren. Model CMAA Koelcapaciteit: 45 tot 485 kw Verwarmingscapaciteit: 50 tot 670 kw 4-pijps units met scrollcompressoren Model CMAA Koelcapaciteit: 45 tot 485 kw Verwarmingscapaciteit: 50 tot 670 kw 4-pijps CMAA-systemen Gelijktijdig verwarmen en koelen met één product Standaarduitvoeringen

Nadere informatie

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK INSTALLATIE INSTRUCTIES 12-2015 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften Centraal stofzuigsysteem DUO 1 2 2 3 3 4 4 5 6 7 5 8 Gebruik altijd een Allaway microfiber stofzak voor de DUO. 9 6 Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Allaway centrale

Nadere informatie

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7 Montageinstructies Veiligheid afwasautomaat 4 Vereisten installatie 5 Instructies installatie 7 Veiligheid afwasautomaat De veiligheid van uzelf en van andere personen is erg belangrijk. We hebben een

Nadere informatie

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we Type I Type II (Inclusief CO ) WERKINGSPRINCIPE CHILLER 0 www.bravilor.com Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module. Nominale verwarmingscapaciteit kw.

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module. Nominale verwarmingscapaciteit kw. Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module www.eurovent-certification.com www.certiflash.com 6AF 0-05 Nominale verwarmingscapaciteit -05 kw De nieuwe generatie Aquasnap

Nadere informatie

38RA. Luchtgekoelde condensing-units. Nominale koelcapaciteit kw

38RA. Luchtgekoelde condensing-units. Nominale koelcapaciteit kw Luchtgekoelde condensing-units 38RA Nominale koelcapaciteit 40-5 kw De nieuwe generatie 38RA condensing-units zijn voorzien van de nieuwste technologische vindingen. Alle units hebben scroll compressoren,

Nadere informatie

30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water. met variabel toerental

30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water. met variabel toerental 30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water warmtepompen met variabel toerental Nominale koelcapaciteit 587-858 kw Nominale verwarmingscapaciteit 648-968 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling

Nadere informatie

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8.  2 INHOUD 1. Algemene veiligheid 3 2. Kenmerken 3 3. Beperkingen 3 4. Algemene informatie 3 5. Installatie 4 6. Werking 5 7. Elektrische specificaties 6 8. Rendement 6 9. Probleemoplossing 6 10. Onderdelenlijst

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC MONTAGEHANDLEIDING -wegskleppenkit voor warmtepompconvector -wegskleppenkit voor warmtepompconvector Lees deze handleiding aandachtig vóór de installatie. Gooi ze niet weg. Bewaar ze voor latere naslag.

Nadere informatie

48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers

48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers 48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers Montage, inbedrijfstelling en onderhoud 2 Inhoud 1 - INLEIDING... 4 1.1 - Controleren van de zending... 4 1.2 - Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

30RB /30RQ

30RB /30RQ Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines Omkeerbare lucht-water warmtepompen PRO-DIALOG + 30RB /30RQ Nominale koelcapaciteit 30RB: 40-160 kw Nominale koelcapaciteit 30RQ: 40-150 kw Nominale verwarmingscapaciteit

Nadere informatie

Veilig werken met brandbare koelmiddelen

Veilig werken met brandbare koelmiddelen Veilig werken met brandbare koelmiddelen @ Walter Reulens, UCLL 06/12/2018 Dit deel beschrijft hoe veilig om te gaan met: Koolwaterstoffen (R600a, R290, R1270); R32; R1234ze, R1234yf; De veilige werkomgeving

Nadere informatie

Koelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING!

Koelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING! Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING! Vóór het aanbrengen van wijzigingen aan het koelsysteem moet het koelsysteem leeggemaakt

Nadere informatie

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit kw. Eenvoudige, snelle montage

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit kw. Eenvoudige, snelle montage Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule www.eurovent-certification.com www.certiflash.com Unit met laag-geluid optie afgebeeld 30RB 162-802 Nominale koelcapaciteit 162-774 De

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie