ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III TECHNISCH TEKENAAR

Transcriptie

1 A. SPECIALITEITEN ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III TECHNISCH TEKENAAR De betrekking van technisch tekenaar omvat de volgende specialiteiten : - burgerlijke bouwkunde - elektriciteit - mechanica B. WERKZAAMHEDEN Ontwerpen, studie, voorbereiding en grafische voorstelling, met behulp van tekenprogramma s op een computer, van uitrustingen en/of installaties specifiek aan de specialiteit. C. TOEWIJZING VAN DE BETREKKING De betrekking van technisch tekenaar wordt toegewezen op grond van een proef overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Delen I en II) en rekening houdend met de hierna opgenomen bijzondere voorwaarden. I. Vereist diploma of getuigschrift De kandidaten moeten tenminste in het bezit zijn : - van een gehomologeerd (of gelijkwaardig) getuigschrift van hoger middelbaar technisch of beroepsonderwijs behaald in de studierichting elektriciteit, elektronica, mechanica, elektromechanica, bouwkunde, of grafische technieken afgeleverd door een door de Staat of één der Gemeenschappen opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting. - of van een bewijsstuk of een attest van slagen, afgeleverd door het hoger middelbaar technisch onderwijs voor sociale promotie behaald in de voornoemde studieafdelingen, afgeleverd na een cyclus van tenminste 750 lestijden en dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met het hoger vermelde gehomologeerd getuigschrift. De kandidaten, bedienden van de Maatschappij, moeten dat document niet voorleggen. II. Vakken en aard van de proef De proef, schriftelijk en mondeling, omvat de volgende vakken : Vakken Betrekkelijke waarde Schriftelijk gedeelte 2 1 Mondeling gedeelte 2 De kennis van wiskunde wordt getoetst onder de vorm van numerieke toepassingen in het vak technologie. Het uitvoerig programma van deze vakken komt voor in de bijlage.

2 De kandidaten vermelden op hun aanvraag om deelneming de gekozen specialiteit zo de proef wordt ingericht voor meer dan één specialiteit. Indien zij voor meer dan één specialiteit willen meedingen moeten zij per specialiteit een aanvraag om deelneming indienen. III. Duur van de proef De maximumduur van de proef is op 6 uur voor het schriftelijk gedeelte en op 1 uur voor het mondeling gedeelte vastgesteld. IV. Vereist aantal punten Om voor het mondeling gedeelte van de proef te worden opgeroepen moeten de kandidaten tenminste de 10/20 van de punten op elk vak van het schriftelijk gedeelte behalen. Ze worden laureaat verklaard indien ze tenminste de 10/20 van de punten voor het mondeling gedeelte en de 12/20 van de punten voor het geheel van de proef behalen. V. Rangschikking van de laureaten De verschillende rangschikkingen worden opgemaakt per specialiteit. Bij gelijk aantal punten wordt de rangschikking bepaald door het aantal voor het schriftelijk gedeelte behaalde punten en in de tweede plaats voor het mondeling gedeelte. D. INDIENSTNEMING De indienstneming geschiedt overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Deel III) en rekening houdend met de hierna opgenomen bijzondere voorwaarden. I. Aanstelling De laureaten worden aangesteld in een openstaande betrekking die afhangt van de specialiteit waarvoor zij aanneembaar werden verklaard. De laureaat die voor verscheidene specialiteiten aanneembaar is verklaard wordt aangesteld in één ervan naar zijn keuze; die keuze is onherroepelijk, hij verliest vanaf dat ogenblik alle recht om te worden aangesteld in een andere specialiteit waarvoor hij aanneembaar werd verklaard op basis van dezelfde aanwervingsproef. II. Proef of stage Gedurende hun proef of stage volgen de technisch tekenaars de cursus 2000 van het vakonderwijs die voor hun graad is voorzien. Bovendien werken ze zich in volgens een individueel programma om de nodige beroepskennis te verwerven voor het uitvoeren van de werkzaamheden die hen zullen opgedragen worden. III. Regularisatie Om geregulariseerd te worden, moeten de technisch tekenaars slagen, enerzijds, voor een proef handelend over de cursus 2000 en, anderzijds, voor een mondelinge en praktische proef met betrekking tot hun individueel opleidingsprogramma.

3 UITVOERIG PROGRAMMA VAN DE PROEF VOOR DE INDIENSTNEMING ALS TECHNISCH TEKENAAR SPECIALITEIT : MECHANICA Maken van een ontwerp van een mechanisch onderdeel en van een verslag met toelichting van de schikkingen die werden aangenomen om het ontwerp te maken. Dit verslag moet de elementen bevatten om de fabricatie van het onderdeel mogelijk te maken (afmetingen, toleranties, lassymbolen, ) en mag voorzien zijn van verklarende schetsen. a) Weerstand van de materialen. Spanning en vervorming (grondwetten). Elasticiteitsgrens. Elasticiteitscoëfficient. Breukbelasting. Veiligheidscoëfficient. Trek. Druk. Knik. Afschuiving. Elasticiteitsmodulus. Enkele en samengestelde buiging. Diagrammen van dwarskrachten, buigende momenten en schuifspanningen. Wringing. Oefeningen en vraagstukken. b) Mechanica. Beweging : eenparige en eenparig veranderlijke rechtlijnige beweging, eenparige en eenparig veranderlijke cirkelbeweging.weerstand tegen beweging : glijwrijving en rollende wrijving. Krachten : bepaling en meting. Samenstelling en ontbinding van krachten. Evenwichtsvoorwaarden van krachten. Uitwerking van krachten. Massa, zwaartekracht, val van lichamen. Zoeken van het zwaartepunt, het traagheidsmoment en de traagheidsstraal van willekeurige doorsneden. Arbeid en vermogen. Beginsel van het behoud van energie. Eenvoudige werktuigen : hefbomen, katrollen, takels, schroeven, wiggen, enz. Begrippen over het vermogen en het rendement van motoren en mechanische overbrengingen. c) Verbindingswijzen. Bouten en moeren (schroefdraadstelsels, afmetingen, berekening, borging). Splitpennen, wiggen, spieën (dwars- en langsspieën), berekening. Lassen, soorten van lasnaden, berekening van lasnaden op trek en druk. d) Machineonderdelen. Assen. Stangen. Tappen. Lagers en montage ervan. Spillen. Koppelingen. Vastzetting van assen op naven. Krukken. Stangen en zuigers. Krukassen. Cilinders. Leidingen voor vloeistoffen onder druk (dichtingen en allerlei onderdelen). Passingstelsel ISO. Oppervlakte toestand en ruwheid. Vorm- en plaatstoleranties. e) Kennis van de materialen. Metalen en legeringen : definities en eigenschappen. f) Elektriciteit. Algemeenheden in gelijkstroom en wisselstroom. Elektrische grootheden. Geleiders en niet-geleiders. Praktische test betreffende de kennis van een CAD programma (zal gepreciseerd worden in het reglementprogramma) gevolgd door een individueel onderhoud met als doel de persoonlijkheid van de kandidaat, zijn redeneer- en denkvermogen alsook zijn interesse voor de functie en de onderneming te beoordelen.

4 SPECIALITEIT : ELEKTRICITEIT Maken van een ontwerp van een eenvoudige elektrische installatie en een verslag met toelichting van de schikkingen die werden aangenomen om het ontwerp te maken. Dit verslag mag verklarende schetsen omvatten. a) Algemeenheden. Elektrische grootheden. Geleiders en niet-geleiders. b) Gelijkstroom. Cellen en accumulatoren: algemene eigenschappen, inwendige weerstand, elektromotorische kracht, capaciteit, rendement, schakeling. Oplossen van vraagstukken over gelijkstroomkringen. Berekening van stroomsterkte, spanning, weerstand, vermogen, energie. Berekening van de door een elektrische stroom in de geleider ontwikkelde warmte. Oplossen van vraagstukken over de magnetische werking van gelijkstroom. Sterkte en richting van een door magneten en stromen opgewekt magnetisch veld. Magnetische inductie. Magnetische flux. c) Wisselstroom. Oplossen van vraagstukken over eenfasige wisselstroomkringen met weerstanden, zelfinductiespoelen en condensatoren. Berekening van stroomsterkte, spanning, impedantie, vermogen, energie, arbeidsfactor. Ogenblikkelijke, grootste en effectieve waarde. Vectorvoorstelling. Oplossen van vraagstukken over draaistroomkringen. Evenwichtige draaistroomkringen. Steren driehoekschakeling. Vergelijking van die twee schakelingen. Verband tussen lijn- en fasespanning. Draaistroom. Opgenomen vermogen. Gelijkrichters. Typen en eigenschappen. Gelijkrichterschakelingen. Gemiddelde stroomsterkte van gelijkgerichte stroom. d) Toepassingen. Gelijkstroomdynamo s en -motoren. Algemene beschrijving (inductor, anker, collector, borstels). Kenmerken en gebruik van de verschillende bekrachtigingswijzen (serie, shunt, compound). Aanzetting van dynamo s. Spanningsregeling. Aanzetting van motoren. Snelheidsregeling. Werking van een generator als motor en omgekeerd. Remming van een gelijkstroommotor. Eenfasige transformatoren. Studie van een belaste en onbelaste transformator. Invloed van ijzer- en koperverlies. Rendement. Draaistroomtransformatoren. Beschrijving. Schakeling van de wikkelingen. Gebruik Een- en driefasige wisselstroomgeneratoren en synchrone motoren. Typen. Beschrijving. Eigenschappen bij leegloop, kortsluiting, belasting. Frequentie van door een wisselstroomgenerator opgewekte e.m.k. Asynchrone motoren. Grondtheorie (draaiveld, slip). Eigenschappen en gebreken van verschillende motortypen. Gebruik. Aanzetting. Gebruiksvoorwaarden. Gelijkrichters en omvormers : Beschrijving en gebruik. Beschermingsmaatregelen tegen elektrische schokken, thermische invloeden en overstroom. e) Halfgeleiders. Structuren met drie lagen: opbouw, algemene gegevens over de transistor; PNP- en NPN-transistor. Diodes en thyristoren: types, opbouw, werking, karakteristieken en toepassingen. Praktische test betreffende de kennis van een CAD programma (zal gepreciseerd worden in het reglementprogramma) gevolgd door een individueel onderhoud met als doel de persoonlijkheid van de kandidaat, zijn redeneer- en denkvermogen alsook zijn interesse voor de functie en de onderneming te beoordelen.

5 SPECIALITEIT : BURGERLIJKE BOUWKUNDE Maken van een ontwerp van een eenvoudig gebouw of een eenvoudig kunstwerk met toelichting van de schikkingen die werden aangenomen om het ontwerp te maken. Dit verslag mag verklarende schetsen omvatten. a) Kennis van de materialen. Beton en cement. Benaming, eigenschappen, toepassing Betonsamenstellingen Bakstenen en betonblokken. Modulesysteem Soorten, toepassing Staal: Bouwprofielen - Benaming, eigenschappen, toepassing - Beschermingsmethoden - Verbindingsmethoden Wapeningstaal: - Benaming, eigenschappen, toepassing Aanvoerleidingen van water en gas Aard van de materialen Rioleringen: Toezichtsmogelijkheden Vloer- en muurbekledingen: Toepassing Dakbedekkingen platte daken (waterdichtheid): Schrijnwerk (metaal en hout) Daken: b) Weerstand van de materialen. Spanning en vervorming (grondwetten). Elasticiteitsgrens. Elasticiteitscoëfficient. Breukbelasting. Veiligheidscoëfficient. Trek. Druk. Knik. Afschuiving. Elasticiteitsmodulus. Enkele en samengestelde buiging. Diagrammen van dwarskrachten, buigende momenten en schuifspanningen. Wringing. Oefeningen en vraagstukken. c) Begrippen van topografie. Planimetrie. Instrumenten en methoden. Nivellering. Instrumenten en methoden. d) Architectuur en burgerlijke bouwkunde. Ruwbouw. Metselarij en plaatsingsvoorschriften.gewapend beton en plaatsingsvoorschriften. Funderingen: op funderingsplaten, op putten, op fabriekspalen van gewapend beton, op in de grond gevormde palen en hun plaatsingsvoorschriften. Draagelementen: volle en spouwmuren, vloeren en hun plaatsingsvoorschriften. Platten daken, dakbedekking, daggoten : samenstelling en plaatsingsvoorschriften. Afwatering en riolering, aanvoerleidingen van water en gas en plaatsingsvoorschriften. Thermische en akoestische isolatie en plaatsingsvoorschriften. Zuiveren van afvalwater en plaatsingsvoorschriften.

6 Afwerking en uitrusting van gebouwen. Vloer- en muurbekledingen, metalen en houten schrijnwerk, sanitair en hun plaatsingsvoorschriften. Dakwerk, timmerwerk, bedekking : beschermingsmaatregelen en plaatsingsvoorschriften. Constructiedelen van kunstwerken. Front-, vleugel- en keermuren, landhoofden en pijlers, metalen en betonnen dekken: algemeenheden en verwezenlijking. Praktische test betreffende de kennis van een CAD programma (zal gepreciseerd worden in het reglementprogramma) gevolgd door een individueel onderhoud met als doel de persoonlijkheid van de kandidaat, zijn redeneer- en denkvermogen alsook zijn interesse voor de functie en de onderneming te beoordelen.