TITEL III BIIZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN POLITIEOFFICIER

Transcriptie

1 TITEL III BIIZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III POLITIEOFFICIER A. AMBTSBEZIGHEDEN De politieofficier wordt overeenkomstig de wetten en reglementen, onder het toezicht of de controle van zijn hierarchische oversten, belast met het uitoefenen van werkzaamheden van inspecteur van de politie, in de zin van de wet van 25 juli 1891 op de politie der spoorwegen en van bestuurlijke politie, in de zin van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, in het kader van het politiekorps van de spoorwegen, georganiseerd overeenkomstig het ARE. B. TOEWIJZING VAN DE BETREKKING De betrekking van politieofficier wordt toegewezen aan de aspirantpolitieofficieren overeenkomstig de bepalingen voorzien onder littera C hierna. C. PROEF VOOR DE AANWERVING VAN ASPIRANT-POLITIEOFFICIEREN De betrekking van aspirant-politieofficier wordt door middel van een proef toegewezen overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Delen I en II) en rekening houdend met de hierna opgenomen bij zondere voorwaarden. I. Nationaliteit De kandidaten moeten de Belgische nationaliteit bezitten. II. Leeftijd Voor de kandidaten vreemd aan de Maatschappij, is de maximumleeftijd bij aanneming op 35 jaar vastgesteld. Bundel 50! Titel III Deel III Po!itieofficier - Bladz. 2 1

2 III. Vereist diploma of getuigschrift De kandidaten moeten ten minste in het bezit zijn van het gehomologeerd of daarmee gelijkgesteld getuigschrift van hoger secundair onderwijs afgeleverd door een door de Staat of een der Gemeenschappen opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting. De bedienden van de Maatschappij moeten het vereiste diploma niet voorlegg en. IV. Vakken en aard van de proef De proef omvat een schriftelijk en een mondeling gedeelte; ze omvat de volgende vakken: Vakken Betrekkelijke waarde Schriftelijk gedeelte 1. Verhandeling 1 Psychoprofessionele test Mondeling gedeelte 2. Onderhoud 2 V. Uitvoerig programma van de vakken van de proef 1. Verhandeling De verhandeling slaat op een onderwerp van algemene aard. De beoordeling slaat op de inhoud, de vorm en de spelling. 2. Onderhoud Individueel onderhoud met als doel de persoonlijkheid van de kandidaat, zijn motivering, zijn gedrag, zijn beoordelings- en redeneervermogen, zijn interesse voor de functie en voor de onderneming te beoordelen. VI. Duur van de proef De maximumduur van de proef is op 6 uur voor het schriftelijk gedeelte en op 1 uur voor het mondeling gedeelte vastgesteld. Bundel Titel III Deel III Politieofficier - Bladz. 3 2

3 VII.Vereist aantal punten Om voor het mondeling gedeelte te worden opgeroepen, moeten de kandidaten tenminste de 10/20 van de punten voor het schriftelijk gedeelte behalen en voldaan hebben bij de psychoprofessionele test. Zij worden laureaat verklaard indien ze ten minste de 10/20 van de punten voor het mondeling gedeelte en de 12/20 voor het geheel van de proef behalen. VIII. Rangschikking van de laureaten Bij gelijk aantal punten, wordt er bij de rangschikking rekening gehouden met het aantal punten bekomen voor het onderhoud. D. INDIENSTNEMING De indienstneming als aspirant-politieofficier geschiedt overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Deel III) en met inachtneming van de hierna opgenomen bijzondere voorwaarden. I. Rijbewijs Alvorens te worden in dienst genomen, moeten de kandidaten het bij KB van voor categorie B (handbediende versnellingsbak) voorgeschreven rijbewijs voorleggen. II Voorleggen van document Het getuigschrift van goed gedrag, leven en zeden dat de kandidaat moet voorleggen mag geen enkele veroordeling wegens feiten die de eer aantasten vermelden en mag niet meer dan één maand oud zijn. III. Proeftijd of stage Tijdens de proeftijd of stage worden de aspirant-politieofficieren opgeroepen om een specifieke vorming te volgen in verband met hun betrekking en volgen ze de cursus 2000 van het vakonderwijs. Die specifieke vorming wordt georganiseerd onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de diensten van Transport en van de juridische diensten, volgens de modaliteiten die voorzien zijn in het onderwijsplan waarvan elke bediende een exemplaar ontvangt bij de aanvang van de vorming. Bundel Titel III - Deel III -Politieofficier - Bladz. 4 3

4 E. AANNEMING IN HET KADER VAN DE POLITIEOFFICIEREN I. Benoeming De aspirant-politieofficieren die het voorwerp van een gunstig verslag op het einde van de proef of stage uitmaken, worden tot politieofficier benoemd, eventueel buiten kader, voor zover ze: - voldaan hebben bij de specifieke vorming en de cursus 2000 van het vakonderwijs ; - het gerechtelijk mandaat hebben behaald dat hen toelaat de functie uit te oefenen. Die benoeming wordt van kracht de eerste van de maand die volgt op deze waarbij de voormelde voorwaarden vervuld zijn. De aanduidingen voor een werkzetel vinden plaats rekening houdend met de behoeften en, in voorkomend geval, in de volgorde van rangschikking voor de aanwervingproef (zie littera C - cijfer VIII). De politieofficieren die buiten kader benoemd zijn, worden aangeduid voor de werkzetels waar, volgens de voorzieningen, de vacatures zich zullen voordoen. II.Proef of stage De benoeming van de kandidaten heeft plaats op proef of in stage volgens de reglementaire bepalingen. De modaliteiten van de stage of de proeftijd zijn dezelfde als deze voorzien in Titel I - Deel III - Hoofdstuk VII van deze bundel. Bundel 501 Titel II Deel HI Politieofficier. BIJLAGE. 4

5 UITVOERIG PROGRAMMA VAN DE PROEF VOOR DE INDIENST- NEMING ALS POLITIEOFFICIER. le ZITTING. 1. Opmaken van een verslag. Verslag van een feit waarvan de kandidaat getuige was (ongeval, diefstal, aanranding, enz.). 2é ZITTING. 2. Conversatie. Onderhoud over een onderwerp van algemene aard om de algemene gedraging van de kandidaat te beoordelen (houding, vlotte en zuivere uitspraak). 3é ZITTING. 3. Psychoprofessionele test. Schriftelijke test om het karakter te kunnen beoordelen. 5