NATIONALE REKENINGEN. Deel 3 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NATIONALE REKENINGEN. Deel 3 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen"

Transcriptie

1 NATIONALE REKENINGEN Deel 3 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel

2 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 1995). Zij worden in vier delen gepubliceerd. Een eerste publicatie verschijnt in april van het jaar dat volgt op het beschouwde jaar en bevat de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen. De gegevens in die publicatie zijn gebaseerd op de kwartaalrekeningen. De tweede publicatie (een internetversie), met betrekking tot de rekeningen van de overheid, verschijnt in juli van het jaar dat volgt op het beschouwde jaar. De derde publicatie, die de gedetailleerde jaarrekeningen van het geheel van de institutionele sectoren en de aggregaten per bedrijfstak beschrijft, verschijnt in oktober van het jaar dat volgt op het referentiejaar en steunt op de jaarcijfers en de methodologie die van toepassing is op de jaarlijkse nationale rekeningen. Die publicatie bevat tevens de sectorale gegevens voor de overheidssector zoals in juli gepubliceerd via het internet en nadere statistische inlichtingen over de functionele bestedingen van de overheidssector volgens de COFOG-classificatie voor de periode Tot slot volgt in de loop van de maand januari van het volgende jaar nog een publicatie met reeksen over de kapitaalgoederenvoorraad. Vanaf 2003 zal deze publicatie ook de gedetailleerde aanbod- en gebruikstabellen bevatten. De aggregaten uit deze publicatie werden opgesteld op basis van de op 11 januari 2002 beschikbare gegevens. Bestelinformatie Voor bestelling van en informatie over abonnementen en kortingen: Nationale Bank van België, dienst Documentatie-Publicaties, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel. Telefoon: 02 / Fax: 02 / documentation@nbb.be Voor meer informatie Wie meer informatie wenst over de inhoud, de methodologie, de berekeningswijze en de bronnen, kan terecht bij de dienst Financiële en economische statistieken van de Nationale Bank van België. Telefoon: 02 / Fax: 02 / nationalaccounts@nbb.be Verantwoordelijke uitgever J.-J. Vanhaelen, hoofd van het departement Algemene statistiek, Nationale Bank van België. Instituut voor de Nationale Rekeningen / Nationale Bank van België, Brussel. Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. ISSN

3 Woord vooraf Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de kapitaalgoederenvoorraad en de investeringen in vaste activa voor de periode Het is voor het eerst dat het INR gedetailleerde reeksen over zowel de bruto als netto kapitaalgoederenvoorraad, de investeringen in vaste activa en het verbruik van vaste activa publiceert. De ramingen van die variabelen zijn in overeenstemming met de ESR 1995-methodologie en zijn daarom consistent met de nationale rekeningen. Met deze publicatie leeft het INR de Europese regelgeving, vastgelegd in de Verordening (EG)2223/96, na. Vanaf volgend jaar zal deze publicatie worden aangevuld met de gedetailleerde aanbod- en gebruikstabellen. Het Wetenschappelijk Comité heeft de gebruikte methodes besproken en de cijfers over goedgekeurd. De voorzitter van de Raad van Bestuur van het Instituut voor de Nationale Rekeningen Lambert Verjus Brussel, januari 2002 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 3

4 INHOUDSTAFEL Woord vooraf... 3 Inhoudstafel... 4 COMMENTAAR 1 Synthese Evolutie van de totalen Bruto kapitaalgoederenvoorraad Investeringen in vaste activa Methodologie Definitie van kapitaalgoederenvoorraad Vaste activa Bruto versus netto Lopende versus constante prijzen Hoe de kapitaalgoederenvoorraad ramen De perpetual inventory method (PIM) Historische reeksen van investeringen in vaste activa Gemiddelde levensduren Overlevingsfunctie Afschrijvingsfunctie BIJLAGEN Bijlage 1: technische nota over de raming van de KGV m.b.v. de perpetual inventory method Bijlage 2: classificaties TABELLEN 1 Bruto -investeringen in vaste activa Bruto -investeringen per bedrijfstak (A31), ramingen tegen lopende prijzen Bruto -investeringen per bedrijfstak (A31), ramingen tegen prijzen van Bruto -investeringen per product (Pi6), ramingen tegen lopende prijzen Bruto -investeringen per product (Pi6), ramingen tegen prijzen van Verbruik van vaste activa Verbruik van vaste activa per bedrijfstak (A31), ramingen tegen lopende prijzen Verbruik van vaste activa per bedrijfstak (A31), ramingen tegen prijzen van Verbruik van vaste activa per product (Pi6), ramingen tegen lopende prijzen Verbruik van vaste activa per product (Pi6), ramingen tegen prijzen van Kapitaalgoederenvoorraad Bruto kapitaalgoederenvoorraad, ramingen tegen lopende prijzen Bruto kapitaalgoederenvoorraad, ramingen tegen prijzen van Netto kapitaalgoederenvoorraad, ramingen tegen lopende prijzen Netto kapitaalgoederenvoorraad, ramingen tegen prijzen van

5 COMMENTAAR

6

7 1. SYNTHESE Hieronder volgt een beknopt overzicht van het historische verloop van de kapitaalgoederenvoorraad (KGV), in bruto- en nettotermen, het verbruik van vaste activa en de investeringen in vaste activa. In het eerste punt worden de evoluties over de periode , van de totalen per variabele kort besproken. In de daarop volgende punten worden de bruto KGV en de investeringen in vaste activa nader toegelicht Evolutie van de totalen Uit tabel 1.1 blijkt dat de waarde van de vier variabelen, tegen constante prijzen, sterk is toegenomen over de periode Terwijl de KGV, zowel bruto als netto, tijdens de beschouwde periode verdubbelde, groeiden de investeringen in vaste activa van 26,6 miljard euro in 1970 tot 48,1 miljard euro in Als gevolg hiervan steeg ook het verbruik van vaste activa over dezelfde periode van 13,4 miljard euro tot 32,9 miljard euro. Tabel 1.1: Evolutie van de kapitaalgoederenvoorraad, het verbruik van vaste activa en de investeringen in vaste activa Tegen prijzen van 1995, in miljarden euro's Bruto kapitaalgoederenvoorraad 452,9 547,2 650,6 717,1 811,4 921, ,4 Netto kapitaalgoederenvoorraad 291,4 356,2 421,6 447,1 500,4 561,0 630,2 Verbruik van vaste activa 13,4 16,5 20,1 22,0 24,5 28,7 32,9 Investeringen in vaste activa 26,6 29,7 32,9 27,0 41,0 40,2 48,1 Tegen prijzen van 1995, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande quinquennium Bruto kapitaalgoederenvoorraad 20,8 18,9 10,2 13,2 13,6 13,2 Netto kapitaalgoederenvoorraad 22,3 18,3 6,1 11,9 12,1 12,3 Verbruik van vaste activa 23,6 21,5 9,6 11,4 17,1 14,3 Investeringen in vaste activa 11,5 10,9-18,1 52,2-2,0 19,6 Tegen lopende prijzen, in miljarden euro's Bruto kapitaalgoederenvoorraad 133,3 255,9 403,5 564,6 726,2 921, ,3 Netto kapitaalgoederenvoorraad 86,2 168,7 268,2 360,4 460,3 561,0 684,7 Verbruik van vaste activa 4,3 8,1 12,6 17,5 21,8 28,7 35,9 Investeringen in vaste activa 8,2 14,3 20,5 21,5 36,7 40,2 52,5 Tegen lopende prijzen, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande quinquennium Bruto kapitaalgoederenvoorraad 92,0 57,7 39,9 28,6 26,9 23,5 Netto kapitaalgoederenvoorraad 95,7 58,9 34,4 27,7 21,9 22,0 Verbruik van vaste activa 89,6 55,1 38,8 24,7 31,6 24,9 Investeringen in vaste activa 73,9 43,8 4,7 70,7 9,6 30,6 Tijdens de eerste helft van de jaren tachtig werd het verloop van de KGV, in bruto- en nettotermen, en van het verbruik van vaste activa gekenmerkt door een groeivertraging. In die periode krompen de investeringen in vaste activa zelfs met 18,1 pct. in volume, wat duidelijk tot uiting komt in grafiek 1.1. Over de periode lieten de investeringen in vaste activa, tegen constante prijzen, een sterke daling optekenen van 32,9 miljard euro in 1980 tot 25,3 miljard euro in 1983, om vervolgens terug te stijgen tot 41,0 miljard euro in Tijdens het begin van de jaren negentig vertoonden de investeringen in vaste activa opnieuw een negatieve groei en daalden ze van 41,0 miljard euro in 1990 tot 38,9 miljard euro in Die sterke schommelingen in de tijd deden zich niet voor bij de overige variabelen omdat die voor een groot deel worden bepaald door de investeringen in vaste activa uit het verleden, waardoor de effecten van schokken (zoals een recessie of een devaluatie) meer worden afgevlakt over de tijd. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 7

8 Grafiek 1.1: De kapitaalgoederenvoorraad in België over de periode , tegen prijzen van 1995, in miljarden euro's ,0 38, , , Bruto kapitaalgoederenvoorraad (linkerschaal) Netto kapitaalgoederenvoorraad (linkerschaal) Investeringen in vaste activa (rechterschaal) Verbruik van vaste activa (rechterschaal) 8 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

9 1.2 Bruto kapitaalgoederenvoorraad Grafiek 1.2 illustreert de uitsplitsing van de bruto KGV naar zes bedrijfstakken en zes producten. Daaruit blijkt dat de bedrijfstak "Financiële instellingen, exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening" (A5) over de volledige periode het grootste aandeel in de bruto KGV heeft. Dat moet enigszins worden genuanceerd omdat de KGV van woongebouwen tot die bedrijfstak behoort. Uit het tweede deel van de grafiek blijkt dat de bruto KGV van woningen (Pi4) aanzienlijk is, waardoor het aandeel van de bruto KGV van de bedrijfstak "Financiële instellingen, exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening" (A5) exclusief woningen sterk terugvalt. Indien woningen buiten beschouwing worden gelaten, vertegenwoordigt de bedrijfstak "Overige dienstverlening" (A6) steeds het grootste aandeel van de bruto KGV, hoewel het verschil met de tak "Industrie en energie" (A2) de laatste jaren steeds kleiner wordt, namelijk van een verschil van 53,4 miljard euro in 1980 naar 29,6 miljard euro in Het tweede luik van de grafiek illustreert dat het aandeel van de bouwwerken (Pi4 en Pi5) in de bruto KGV veruit het grootst is, hoewel het over de tijd afneemt. In 1970 hadden de bouwwerken een aandeel van 77,9 pct. van de bruto KGV terwijl dat aandeel in 2000 is gedaald tot 71,3 pct., ten gunste van vooral de "Producten van metaal en machines" (Pi2), die hun aandeel zagen stijgen van 15,8 pct. in 1970 tot 22,1 pct. in Gezien de lage waarden van de KGV van de "Producten van de landbouw, bosbouw, visserij en aquicultuur" (Pi1), zijn ze op de grafiek niet zichtbaar. De waarden van die producten zijn evenwel terug te vinden in de statistische tabellen verderop in de publicatie. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 9

10 Grafiek 1.2: Bruto kapitaalgoederenvoorraad per bedrijfstak (A6) en per productgroep (Pi6) 2, tegen prijzen van 1995, in miljarden euro's 500 Bruto kapitaalgoederenvoorraad per A A1 - Landbouw, jacht en bosbouw; visserij en aquicultuur A2 - Industrie en energie A3 - Bouwnijverheid A4 - Handel, reparatie van auto s, motorrijw. en consum.art., horeca; vervoer en commun. A5 - Financ.inst., exploit. van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening A6 - Overige dienstverlening 450 Bruto kapitaalgoederenvoorraad per Pi Pi1 - aquicultuur Pi2 - Producten van metaal en machines Pi3 - Transportmiddelen Pi4 - Woningen Pi5 - Andere bouwkundige en civieltechnische werken Pi6 - Overige producten 10 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

11 1.3 Investeringen in vaste activa Sinds het midden van de jaren tachtig leveren de investeringen in vaste activa in producten van metaal en machines (Pi2) de grootste bijdrage tot de totale investeringen in vaste activa. Voorheen waren dat de investeringen in andere bouwkundige en civieltechnische werken (Pi5), die sinds 1989 een quasi gelijke bijdrage hebben geleverd tot de totale investeringen in vaste activa als de investeringen in woongebouwen (Pi4). Eerder werd reeds vermeld dat de investeringen in vaste activa in de eerste helft van de jaren tachtig en, in mindere mate, ook in het begin van de jaren negentig fors daalden. Grafiek 1.3 geeft aan dat de eerste daling vooral te wijten was aan de negatieve groei van de producten "Woningen" (Pi4) en "Andere bouwkundige en civieltechnische werken" (Pi5), die daalden van 9,1 miljard euro en 11,6 miljard euro in 1980 tot respectievelijk 5,8 miljard euro en 8,1 miljard euro in De tweede daling, tijdens het begin van de jaren negentig, kan daarentegen vooral op het conto van de "Producten van metaal en machines" (Pi2) worden geschreven, die na de sterke groei aan het einde van de jaren tachtig (van 8,9 miljard euro in 1987 tot 14,2 miljard euro in 1990) terugliepen tot 12,5 miljard euro in 1994, waarna een nieuwe periode van groei aanbrak. Grafiek 1.3: Investeringen in vaste activa per productgroep (Pi6), tegen prijzen van 1995, in miljarden euro's Pi1 - aquicultuur Pi2 - Producten van metaal en machines Pi3 - Transportmiddelen Pi4 - Woningen Pi5 - Andere bouwkundige en civieltechnische werken Pi6 - Overige producten Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 11

12 2. METHODOLOGIE De kapitaalgoederenvoorraad (KGV) maakt integrerend deel uit van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 1995 (ESR 1995). In de eerste plaats is de KGV één van de elementen van de begin- en eindbalansen uit het systeem, zoals blijkt uit schema 2.1 waar een model van balans wordt weergegeven. Hierin is de variabele 'AN.11 Vaste activa' gelijk aan de KGV. Het verschil tussen de begin- en eindbalans van de vaste activa bestaat uit de investeringen in vaste activa, de overige volumemutaties en de nominale waarderingsverschillen. Aangezien in België geen balansen worden opgesteld, wordt hierover niet uitgeweid. Schema 2.1: Model van balans in ESR 1995 Activa Passiva AN.11 Vaste activa AF Schulden AN.12 Voorraden AN.13 Kostbaarheden AN.2 Niet-geproduceerde activa AF Vorderingen B.90 Vermogenssaldo Behalve in de balansen, wordt de KGV ook gebruikt bij de raming van het verbruik van vaste activa. Het ESR 1995 schrijft immers voor dat het verbruik van vaste activa 3 moet worden geraamd op basis van de KGV. Daarom wordt bij het opmaken van de nationale rekeningen de KGV geraamd. In hetgeen volgt, wordt besproken op welke manier dat in België wordt gedaan. 2.1 Definitie van kapitaalgoederenvoorraad De KGV is gedefinieerd als de som van de waarden, op een bepaald tijdstip en in een bepaald territorium, van alle vaste activa. Alhoewel die definitie op het eerste gezicht duidelijk lijkt, behoeft ze toch nog een aantal nadere toelichtingen. Vooreerst is er de afbakening van vaste activa. Vervolgens wordt niet gespecificeerd tegen welke waarde de vaste activa moeten worden gesommeerd: de huidige marktwaarde 4 van de activa of de (nieuw)waarde die ze zouden hebben indien ze op dit tijdstip zouden worden aangekocht. Bovendien wordt ook niet bepaald tegen welke prijzen (lopende of constante prijzen 5 ) de waarde van de vaste activa moet worden geëvalueerd Vaste activa Het ESR 1995 definieert vaste activa als: de als output van productieprocessen voortgebrachte materiële of immateriële activa die zelf langer dan één jaar, herhaaldelijk of voortdurend, in productieprocessen worden gebruikt. Om af te bakenen welke vaste activa worden opgenomen in de raming van de KGV, worden de definities van investeringen in vaste activa van het ESR 1995 gebruikt. Het ESR 1995 onderscheidt onderstaande soorten investeringen in vaste activa: saldo aan- en verkopen van materiële vaste activa: woningen 6 ; overige bouwwerken; vervoermiddelen, machines en werktuigen; in cultuur gebrachte activa (bomen en vee); saldo aan- en verkopen van immateriële vaste activa: exploratie van minerale reserves; computerprogrammatuur; originelen op het gebied van woord, beeld en geluid; overige immateriële vaste activa; belangrijke verbeteringen aan materiële nietgeproduceerde activa ( c.q. grond, maar de verwerving zelf is niet inbegrepen); kosten in verband met eigendomsoverdracht van niet-geproduceerde activa (maar de verwerving zelf is niet inbegrepen) Bruto versus netto De bruto KGV is de waarde van alle vaste activa gewaardeerd tegen 'als nieuw prijzen'. De 'als nieuw prijzen' zijn de prijzen die zouden moeten worden betaald indien men op het huidige tijdstip identieke vaste activa zou willen aankopen. De netto KGV daarentegen is de bruto KGV min de gecumuleerde waarde, op dat ogenblik, van het verbruik van vaste activa 7. In punt 0 wordt verder ingegaan op de wijze waarop het verbruik van vaste activa wordt geraamd Lopende versus constante prijzen Zowel de bruto als de netto KGV kunnen worden uitgedrukt tegen lopende of constante prijzen 8. De KGV tegen lopende prijzen waardeert de vaste activa tegen prijzen van de beschouwde periode. Om de KGV van het jaar 2000 te ramen, moeten dus eerst alle vaste activa worden gewaardeerd tegen prijzen van 2000, waarna ze kunnen worden gesommeerd om de KGV te bekomen. De KGV tegen constante prijzen waardeert de vaste activa tegen prijzen van een bepaald jaar (in deze publicatie is dat het jaar 1995). 12 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

13 2.2 Hoe de kapitaalgoederenvoorraad ramen De KGV kan op twee manieren worden geraamd: (i) door directe observatie (aan de hand van enquêtes) van de vaste activa of (ii) door gebruik te maken van de 'perpetual inventory method' (PIM). Aangezien directe observatie van vaste activa zeer tijdrovend en duur is, wordt meestal de PIM gebruikt voor de raming van de KGV. Dat is ook in België het geval De perpetual inventory method (PIM) 9 De PIM is een methode om een raming te maken van de bruto KGV aan de hand van historische reeksen van investeringen in vaste activa, gemiddelde levensduren van vaste activa en overlevingsfuncties. Indien er ook afschrijvingsfuncties worden aangewend, kan de netto KGV worden geraamd. Concreet wordt met de PIM een raming gemaakt van de waarde van de investeringen in vaste activa die in het verleden zijn gemaakt en die in de huidige periode 'overleven' (d.i. nog steeds worden gebruikt in een productieproces). Middels een eenvoudig voorbeeld wordt geïllustreerd hoe zowel de bruto als de netto KGV kan worden geraamd met behulp van de PIM. Stel dat er in het begin van periode 1 een machine wordt aangekocht voor 600. Veronderstel verder dat de gemiddelde levensduur van de machine 3 jaar bedraagt, dat de machine lineair wordt afgeschreven over de levensduur en dat er tijdens die 3 jaar geen andere investeringen in vaste activa worden gedaan. Voor de eenvoud gaan we er eveneens van uit dat er zich geen prijswijzigingen voordoen en dat de machine onmiddellijk na het verstrijken van het derde jaar buiten gebruik wordt gesteld 10. De bruto KGV aan het einde van een periode kan met de PIM worden geraamd als de waarde van de investeringen in vaste activa die in die periode overleven. Voor periode 1 is de bruto KGV dus 600. In periode 2 zijn er geen investeringen gedaan, dus de bruto KGV is gelijk aan de waarde van de investeringen uit de vroegere periodes die in de huidige periode overleven. Aangezien in periode 2 de machine overleeft, is de bruto KGV dus gelijk aan 600. Voor de derde periode wordt dezelfde redenering gevolgd waardoor de bruto KGV nog steeds 600 bedraagt. In het begin van de vierde periode wordt de machine echter buiten gebruik gesteld waardoor de bruto KGV gelijk wordt aan 0, want de vaste activa zijn niet meer operationeel. Om de netto KGV te ramen moet er bovendien rekening worden gehouden met het verbruik van vaste activa. Aangezien er wordt van uitgegaan dat de machines lineair worden afgeschreven over de levensduur, is het verbruik van vaste activa in een periode gelijk aan 1/3 (want de gemiddelde levensduur is 3 jaar) van de waarde van de machine. De netto KGV is gelijk aan bruto KGV min het gecumuleerde verbruik van vaste activa van die investeringen in vaste activa. In periode 1 is de netto KGV dus gelijk aan = 400. In periode 2 is de netto KGV gelijk aan 200 omdat van de waarde van de overlevende investeringen (= 600) het gecumuleerde verbruik van vaste activa (= 400) wordt afgetrokken. Volgens dezelfde redenering wordt de netto KGV gelijk aan 0 in de periodes 3 en 4. Tabel 2.1: Voorbeeld van raming KGV met behulp van de PIM Investering in vaste activa (1) Bruto KGV (2) Verbruik van vaste activa (3) Gecumuleerd verbruik van vaste activa (4) Netto KGV (5) = (2) - (4) Periode Periode Periode Periode Historische reeksen van investeringen in vaste activa Om de KGV te ramen met behulp van de PIM wordt gebruik gemaakt van historische reeksen van investeringen in vaste activa. Voor het model dat het INR toepast, is nood aan reeksen die tweemaal 11 zo lang zijn als de gemiddelde levensduur van de vaste activa. Bovendien moeten die reeksen in overeenstemming zijn met de ESR 1995-methodologie. Hiertoe werden retropolaties gemaakt van de investeringen in vaste activa die hoofdzakelijk gebaseerd zijn op twee bronnen: de reeksen van de investeringen in vaste activa van de nationale rekeningen volgens het ESER79 (voor de periode ); de investeringsreeksen die zijn opgesteld en aangewend bij de vroegere ramingen van de KGV door het Federaal Planbureau (voor de periode ). Op die manier werd een reeks van investeringen in vaste activa geraamd, tegen prijzen van 1995, voor de periode op het niveau van 31 bedrijfstakken en 6 producten Gemiddelde levensduren Naast de historische investeringsreeksen maakt de PIM eveneens gebruik van de gemiddelde levensduur van de vaste activa. Aan de hand van die gemiddelde Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 13

14 levensduur wordt in de PIM bepaald hoe lang vaste activa kunnen overleven en hoelang zij dus bijdragen tot de KGV. Om die reden is het belangrijk dat de levensduur zo nauwkeurig mogelijk en op een zo gedetailleerd mogelijk niveau wordt geschat. In België worden de gemiddelde levensduren geschat per bedrijfstak (A31) en per product (Pi6). Ze zijn het resultaat van een combinatie van de vroegere, door het Federaal Planbureau gebruikte, levensduren en een Europese 'best practice' 12. Die 'best practice' is uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Nederland aan de hand van internationale gegevens over gemiddelde levensduren per product en per bedrijfstak. Tabel 2.2 vermeldt de levensduren zoals die door het INR in de nationale rekeningen worden toegepast. Tabel 2.2: Gemiddelde levensduren (in jaren) per bedrijfstak (A31) en per product (Pi6) in de Belgische nationale rekeningen A31 Pi1 Pi2 Pi3 Pi4 Pi5 Pi6 Landbouw, jacht en bosbouw Visserij Winning van energiehoudende delfstoffen Winning van niet-energiehoudende delfstoffen Vervaardiging van voedings- en genotmiddelen Vervaardiging van textiel en textielproducten Vervaardiging van leer en producten van leer Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren; uitgeverijen en drukkerijen Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Vervaardiging van chemische producten en van synthetische of kunstmatige vezels Vervaardiging van producten van rubber of kunststof Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Vervaardiging van metalen in primaire vorm en vervaardiging van producten van metaal Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten Vervaardiging van transportmiddelen Overige industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Overige gemeenschapsvoorzieningen en sociaal- culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Extra-territoriale organisaties met: Pi1 = aquicultuur Pi2 = Producten van metaal en machines Pi3 = Transportmiddelen Pi4 = Woningen Pi5 = Andere bouwkundige en civieltechnische werken Pi6 = Overige producten 14 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

15 2.2.4 Overlevingsfunctie Hoewel de gemiddelde levensduur van vaste activa een belangrijke parameter is van de PIM, bevat hij slechts weinig informatie indien de spreiding rond het gemiddelde niet gekend is. In het voorbeeld in punt is de gemiddelde levensduur van de machine 3 jaar en wordt zij na exact 3 jaar ook buiten gebruik gesteld. In werkelijkheid is het echter onwaarschijnlijk dat de machine na precies 3 jaar zou verdwijnen uit het productieproces. Afhankelijk van de intensiteit waarmee de machine wordt gebruikt, zal zij immers sneller of langzamer verslijten. Het is evenzeer mogelijk dat sommige machines in sub-optimale omstandigheden (vochtiger, kouder, ) worden opgesteld of dat zij minder goed worden onderhouden dan andere. Al die factoren beïnvloeden de levensduur van de machines waardoor zij langer, korter of precies 3 jaar kunnen worden gebruikt in een productieproces. Om die spreiding rond de gemiddelde waarde te karakteriseren, wordt een waarschijnlijkheidsdichtheid gebruikt die meestal belvormig is. Die dichtheid geeft aan welk gedeelte van vroegere investeringen in vaste activa in een bepaalde periode buiten gebruik wordt gesteld. In België wordt een log-normale waarschijnlijkheidsdichtheid 13 gebruikt. De keuze om een log-normale dichtheid te gebruiken is mede bepaald door de voorkeur die Eurostat heeft laten blijken voor die benadering. Onderstaande grafiek bevat een weergave van een log-normale dichtheid voor vaste activa met een gemiddelde levensduur van 15 jaar. Grafiek 2.1: Log-normale waarschijnlijkheidsdichtheid Gemiddelde levensduur = 15 jaar 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 8,1% Zoals blijkt uit de grafiek, is de log-normale dichtheid niet symmetrisch maar links scheef. Ze wordt als volgt geïnterpreteerd: in het vijftiende levensjaar van een groep soortgelijke vaste activa (met een gemiddelde levensduur van 15 jaar), zal iets meer dan 8 pct.van die vaste activa buiten gebruik worden gesteld. Hoewel de dichtheid aangeeft welk gedeelte van de vaste activa in een bepaalde periode buiten gebruik wordt gesteld, is het voor de PIM noodzakelijk om te weten welk gedeelte van een reeks investeringen in vaste activa, die een aantal perioden daarvoor zijn gedaan, in de huidige periode overleeft. Om dat te meten wordt van de totale hoeveelheid investeringen in vaste activa in de eerste periode, die gelijk is aan 100pct., voor elke volgende periode het gedeelte in mindering gebracht dat in die periode buiten gebruik wordt gesteld. We moeten met andere woorden een overlevingsfunctie berekenen. De overlevingsfunctie wordt afgeleid van de dichtheid (in België dus log-normaal) en heeft een vorm zoals weergegeven in grafiek 2.2. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 15

16 Grafiek 2.2: Log-normale overlevingsfunctie Gemiddelde levensduur = 15 jaar 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 40,7% Aan de hand van bovenstaande overlevingsfunctie kan worden bepaald welk gedeelte van de investeringen, die in periode 1 zijn gemaakt, in elke volgende periode overleeft. Na 15 jaar is dus 40,7 pct. van de vaste activa nog in gebruik 14. Nu de reeksen van de investeringen in vaste activa, de gemiddelde levensduren en de overlevingsfunctie bekend zijn, kan een raming worden gemaakt van de bruto KGV met de PIM. Om de netto KGV te ramen is er echter nog een bijkomend element nodig, namelijk de afschrijvingsfunctie voor de vaste activa Afschrijvingsfunctie De overlevingsfunctie bepaalt welk gedeelte van vroegere investeringen in vaste activa in de huidige periode overleeft. De staat waarin die investeringen zich bevinden is echter niet gekend. Het is zeer waarschijnlijk dat zij na een aantal jaren te zijn gebruikt, niet meer dezelfde diensten kunnen verlenen als bij hun aankoop en dus minder waard zijn. Een vrachtwagen die 7 jaar in dienst is, bijvoorbeeld, zal misschien meer onderhoud nodig hebben dan een nieuwe vrachtwagen om dezelfde vrachten te vervoeren en zal misschien ook meer brandstof verbruiken dan de nieuwe. Om het verlies over de tijd te karakteriseren van de diensten die de vaste activa kunnen leveren (en dus van hun waarde), wordt er in de PIM gebruik gemaakt van afschrijvingsfuncties. In overeenstemming met paragraaf 6.04 van het ESR 1995 wordt in België een lineaire afschrijvingsfunctie gebruikt. Hierbij wordt de waarde van de vaste activa gelijkmatig over de levensduur van het goed afgeschreven. In grafiek 2.3 is een lineaire afschrijvingsfunctie weergegeven. Grafiek 2.3: Lineaire afschrijvingsfunctie Gemiddelde levensduur = 15 jaar 100% 80% 60% 40% 20% 0% Uit de grafiek kan voor elke periode worden afgelezen welke waarde de vaste activa hebben, als percentage van hun nieuwwaarde. Zoals eerder vermeld kan, door de afschrijvingsfunctie bijkomend te introduceren in de PIM, de netto KGV worden geraamd. 16 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

17 BIJLAGEN

18

19 BIJLAGE 1: TECHNISCHE NOTA OVER DE RAMING VAN DE KGV M.B.V. DE 'PERPETUAL INVENTORY METHOD' 1. KGV GEDEFINIEERD De bruto KGV (BKGV) in jaar t wordt eenvoudig weergegeven in de volgende uitdrukking: BKGV t = BKGV t-1 + I t - R t (1) met: I t = de investeringen in vaste activa in jaar t R t = de buitengebruikstellingen van vaste activa in jaar t De netto KGV (NKGV) in jaar t wordt weergegeven door: NKGV t = NKGV t-1 + I t - D t (2) met: I t = de investeringen in jaar t D t = het verbruik van vaste activa in jaar t (deze component houdt eveneens rekening met de buitengebruikstellingen) Het verschil tussen de BKGV en de NKGV ligt in de 'waardering' van de ouderdom van de kapitaalgoederen. De BKGV beschouwt de kapitaalgoederen alsof zij nieuw waren en nog altijd evenveel kapitaaldiensten zouden kunnen leveren (c.q. even productief zouden zijn) als bij hun aankoop. De NKGV houdt rekening met de ouderdom van de kapitaalgoederen en neemt enkel de nog 'te leveren' kapitaaldiensten van de kapitaalgoederen in rekening. Om met dat verschil rekening te houden wordt er gecorrigeerd voor het gecumuleerd verbruik van vaste activa over alle vorige periodes. In uitdrukking (2) is het tijdsconcept van de variabelen I en D dus verschillend. De variabele I behelst enkel de investeringen in vaste activa in de beschouwde periode terwijl D het gecumuleerd verbruik van vaste activa (van alle vorige perioden) voorstelt. In de vergelijkingen (1) en (2) zijn de variabelen R t (voor de BKGV) en D t (voor de NKGV) niet gekend. Aan de hand van die twee vergelijkingen kan de KGV dan ook niet worden geraamd. Daarom wordt in België gebruik gemaakt van de PIM. 2. PERPETUAL INVENTORY METHOD De PIM is een methode die de KGV raamt als de som van de vroegere investeringen in vaste activa die in de huidige periode overleven, d.w.z. die in de huidige periode nog steeds in gebruik zijn. Om de KGV via de PIM te ramen zijn de volgende basisgegevens onontbeerlijk: historische reeksen van investeringen in vaste activa (en de nodige prijsindices om ze uit te drukken in verschillende prijsconcepten); informatie over de gemiddelde levensduur van vaste activa en hoe de buitengebruikstellingen van die vaste activa zich situeren rond dat gemiddelde (d.i. de overlevingsfunctie); het patroon van het verbruik van vaste activa van de investeringen in vaste activa. 2.1 Bruto kapitaalgoederenvoorraad In punt 2.1 van de methodologische bespreking werd de KGV gedefinieerd als: "de som van de waarden, op een bepaald tijdstip en binnen een bepaald territorium, van alle vaste activa". Een andere manier dan vergelijking (1) om de KGV uit te drukken is dan: L BKGV t = It jg j (3) j= 0 met: I t-j = investeringen in vaste activa in jaar t-j g j = proportie van vaste activa aangekocht in t-j en nog steeds in gebruik in t (d.i. na j jaar) L = 2n = de maximale leeftijd van vaste activa 15 n = de gemiddelde levensduur van de vaste activa Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 19

20 Uitdrukking (3) raamt de KGV als de som van de vroeger gedane, in de huidige periode overlevende investeringen in vaste activa. In die uitdrukking is echter ook een onbekende, namelijk g j. Die variabele geeft het patroon weer waarmee vaste activa buiten gebruik worden gesteld. Om g j te berekenen wordt gebruik gemaakt van een log-normale overlevingsfunctie die wordt berekend uit een log-normale waarschijnlijkheidsdichtheid. De log-normale waarschijnlijkheidsdichtheid 16 wordt gegeven door: ( ln(x) µ ) 1 f(x) = e 2 xσ 2π 2σ 2 (4) met: x = jaar 1, 2,, n σ = standaardafwijking van de lognormale verdeling die wordt berekend als volgt: σ = ln 1+ s m 2 met: m = gemiddelde van de overeenstemmende normale 17 verdeling van ln(x) s = standaardafwijking van de overeenstemmende normale verdeling van ln(x) µ = gemiddelde van de lognormale verdeling dat wordt berekend als volgt: µ = ln(m) - 1/2 σ² Merk op dat m wordt beschouwd als de gemiddelde levensduur van een kapitaalgoed en s meestal een waarde aanneemt tussen m/2 en m/4 teneinde minder of meer gepiekte functies te bekomen. De factor waardoor m wordt gedeeld (tussen 2 en 4) wordt ook dispersiecoëfficiënt genoemd. In de Belgische context wordt gewerkt met een dispersiecoëfficiënt van 3. De overlevingsfunctie 18 van (4) wordt gegeven door: F (x) = x f(x)dx (5) 0 Met behulp van (5) kunnen de waarden van g j worden berekend en kan een raming worden gemaakt van de BKGV. 2.2 Netto kapitaalgoederenvoorraad De raming van de NKGV volgt een gelijkaardige redenering als die bij de raming van de BKGV maar er moet een bijkomende variabele worden geïntroduceerd, namelijk het verbruik van vaste activa. Aldus wordt onderstaande uitdrukking bekomen: L NKGV t = It jg jd j (6) j= 0 met: d j = het in t nog niet afgeschreven gedeelte van de waarde van de vaste activa aangekocht in t-j De waarde van d vloeit voort uit de gekozen afschrijvingsfuncties. In België wordt gebruik gemaakt van een lineaire afschrijvingsfunctie 19 die de volgende vorm heeft: d j = 1 - a j met j = 1,, n a = 1 / n. Aangezien alle elementen van de uitdrukkingen (3) en (6) gekend zijn, kunnen zowel BKGV als NKGV worden geraamd. 20 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

21 2.3 Buitengebruikstellingen en verbruik van vaste activa In de voorgaande 2 punten werden de uitdrukkingen besproken waarmee de BKGV en de NKGV kunnen worden geraamd. Om echter onmiddellijk R en D uit uitdrukkingen (1) en (2) te berekenen, moet eerst een vorm worden afgeleid. Combinatie van (1) en (3) geeft: L R t = (g j g j+ 1) It (j+ 1) (7) j= 0 Immers: L L R t = I t I t j g j I t 1 j g j j 0 j 0 = = R t = I t I t g 0 [ ] + [ ] I t 1 g 1 I t L g L I t 1 g 0 I t 2 g 1 I t (L + 1) g L en aangezien g0 = 1en gl+ 1 = 0 volgt hieruit onmiddellijk uitdrukking (3). Op dezelfde manier kunnen uitdrukkingen (2) en (6) worden gecombineerd tot: L D t = (c j c j+ 1) It (j+ 1) (8) j= 0 met: c j = g jd j Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 21

22 BIJLAGE 2: CLASSIFICATIES 1. BEDRIJFSTAKINDELING A31 Code Omschrijving Referenties NACE rev. 1 AA Landbouw, jacht en bosbouw A BB Visserij B CA Winning van energiehoudende delftstoffen CA CB Winning van niet-energiehoudende delfstoffen CB DA Vervaardiging van voedings- en genotmiddelen DA DB Vervaardiging van textiel en textielproducten DB DC Vervaardiging van leer en producten van leer DC DD Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout DD DE Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren; uitgeverijen en drukkerijen DE DF Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen DF DG Vervaardiging van chemische producten en van synthetische of kunstmatige vezels DG DH Vervaardiging van producten van rubber of kunststof DH DI Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten DI DJ Vervaardiging van metalen in primaire vorm en vervaardiging van producten van metaal DJ DK Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g. DK DL Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten DL DM Vervaardiging van transportmiddelen DM DN Overige industrie DN EE Productie en distributie van elektriciteit, gas en water E FF Bouwnijverheid F GG Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen G HH Hotels en restaurants H II Vervoer, opslag en communicatie I JJ Financiële instellingen J KK Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening K LL Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen L MM Onderwijs M NN Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening N OO Overige gemeenschapsvoorzieningen en sociaal- culturele en persoonlijke diensten O PP Particuliere huishoudens met werknemers P 22 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

23 2. BEDRIJFSTAKINDELING A6 Code Omschrijving Referenties NACE Rev. 1 1 Landbouw, jacht en bosbouw; visserij en aquicultuur A + B 2 Industrie en energie C + D + E 3 Bouwnijverheid F 4 Handel, reparatie van auto s, motorrijwielen en consumentenartikelen, hotels G + H + I en restaurants; vervoer en communicatie 5 Financiële instellingen, exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur J + K en zakelijke dienstverlening 6 Overige dienstverlening L t/m P 3. PRODUCTINDELING PI6 Code Omschrijving Referentie CPA 1 aquicultuur Uitrustingsstukken: 2 Producten van metaal en machines 28 t/m Transportmiddelen Bouwkundige en civieltechnische werken: 45 4 waarvan woningen 5 waarvan andere bouwkundige en civieltechnische werken 6 Overige producten Overige afdelingen Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 23

24 1 Er is geen gedetailleerde bespreking opgenomen van de netto KGV en het verbruik van vaste activa omdat het verloop van die twee variabelen sterk gelijklopend is met dat van de bruto KGV. 2 De classificaties A6 en Pi6 zijn geaggregeerde vormen van respectievelijk de NACE- en de CPA-nomenclatuur. Bijlage 2 bevat de omschrijving van de codes De term 'afschrijvingen' is een synoniem van de officiële terminologie 'verbruik van vaste activa'. Dat is de prijs die men zou krijgen indien men de -gebruikte- activa zou verkopen op de markt. Soms wordt ook gesproken over 'huidige en constante vervangingswaarden' om het verschil tussen respectievelijk lopende en constante prijzen aan te duiden. In deze tekst worden die termen niet gebruikt. 6 Op het eerste gezicht lijkt het dat woningen van gezinnen niet in productieprocessen worden gebruikt, zoals vereist is om tot de vaste activa te worden gerekend (cfr. punt 2.1). Woningen worden echter gebruikt om eigen woningdiensten te produceren, wat wel degelijk een productieproces is. 7 Het verbruik van vaste activa geeft aan in hoeverre de vaste activa tijdens een periode worden verbruikt ten gevolge van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering, met inbegrip van dotaties aan voorzieningen voor verlies van vaste activa als gevolg van niet-voorzienbare verzekerbare schade. 8 Naast deze twee soorten prijzen kan de KGV ook worden uitgedrukt in historische kostprijzen (of aanschaffingsprijzen). Dit is een concept dat vooral in bedrijfsboekhoudingen wordt gebruikt en is niet geschikt om vergeleken te worden met economische statistieken die uitgedrukt worden in lopende of constante prijzen. Daarom wordt niet verder uitgeweid over die waarderingsmethode Bijlage 1 bevat een meer mathematische uitwerking van de PIM. In punt 2.2.3, punt en punt volgt een meer gedetailleerde bespreking van de gemiddelde levensduren en van de gebruikte overlevings- en afschrijvingsfuncties. 11 Dit heeft ondermeer te maken met de kenmerken van de waarschijnlijkheidsdichtheid die wordt gebruikt om de overlevingsfunctie op te stellen. Bijlage 1 gaat hier verder op in. 12 Cfr. de CBS-publicatie 'Perpetual Inventory Method, Service Lives, Discard Patterns and Depreciation Methods', Statistics Netherlands, 1998, Voorburg. 13 Een variabele x is log-normaal verdeeld indien ln(x) normaal verdeeld is. Hierdoor bestaat er een directe relatie tussen de normale en de log-normale verdeling. Bovendien is een aantal eigenschappen van de normale verdeling eveneens van toepassing op de log-normale. Zo ligt voor een log-normale verdeling, net als voor de normale, 95pct. van de waarschijnlijkheden in een interval van twee standaardafwijkingen rond het gemiddelde. 14 De reden waarom na 15 jaar slechts 40,7 pct. van de vaste activa nog in gebruik is terwijl de gemiddelde levensduur 15 jaar bedraagt, ligt in de asymmetrische vorm (links-scheef) van de overeenstemmende waarschijnlijkheidsdichtheid. 15 Door te sommeren tot L i.p.v. + voorkomen we dat kapitaalgoederen 'oneindig lang' in de KGV blijven zitten. Immers, de gebruikte overlevingsfunctie benadert 0 wel in de limiet maar bereikt het nooit Zie punt van de methodologische bespreking voor de weergave van deze dichtheid. Aangezien een variabele x, log-normaal verdeeld is indien ln(x) normaal is verdeeld. Zie punt van de methodologische bespreking voor een weergave van deze overlevingsfunctie. Zie punt van de methodologische bespreking voor een weergave van deze afschrijvingsfunctie. 24 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen

25 TABELLEN

26

27 1 BRUTO -INVESTERINGEN IN VASTE ACTIVA

28

29 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 1 BRUTO-INVESTERINGEN IN VASTE ACTIVA 1.1 BRUTO-INVESTERINGEN PER BEDRIJFSTAK (A31), RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN Landbouw, jacht en bosbouw Visserij Winning van niet-energiehoudende delfstoffen Vervaardiging van voedings- en genotsmiddelen Vervaardiging van textiel en textielproducten Vervaardiging van leer en producten van leer Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren; uitgeverijen en drukkerijen Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Vervaardiging van chemische producten en van synthetische of kunstmatige vezels Vervaardiging van producten van rubber of kunststof Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Vervaardiging van metalen in primaire vorm en vervaardiging van producten van metaal Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen n.e.g Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten Vervaardiging van transportmiddelen Overige industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto s, motorrijwielen en consumentenartikelen Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Overige gemeenschapsvoorzieningen en sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Totaal Bron: INR 1

30 2 Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 1.1 BRUTO-INVESTERINGEN PER BEDRIJFSTAK (A31), RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN (VERVOLG) Landbouw, jacht en bosbouw Visserij Winning van niet-energiehoudende delfstoffen Vervaardiging van voedings- en genotsmiddelen Vervaardiging van textiel en textielproducten Vervaardiging van leer en producten van leer Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren; uitgeverijen en drukkerijen Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen Vervaardiging van chemische producten en van synthetische of kunstmatige vezels Vervaardiging van producten van rubber of kunststof Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Vervaardiging van metalen in primaire vorm en vervaardiging van producten van metaal Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen n.e.g Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten Vervaardiging van transportmiddelen Overige industrie Productie en distributie van elektriciteit, gas en water Bouwnijverheid Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto s, motorrijwielen en consumentenartikelen Hotels en restaurants Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Overige gemeenschapsvoorzieningen en sociaal-culturele en persoonlijke diensten Particuliere huishoudens met werknemers Totaal Bron: INR

2. METHODOLOGIE. Schema 2.1: Model van balans in ESR 1995

2. METHODOLOGIE. Schema 2.1: Model van balans in ESR 1995 Integrale versie 2. METHODOLOGIE De kapitaalgoederenvoorraad (KGV) maakt integrerend deel uit van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 1995 (ESR 1995). In de eerste plaats is de KGV

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 1970-2001 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van

Nadere informatie

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/ BIJLAGE I AFVALPRODUCTIE SECTIE 1. Dekking SECTIE 2.

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/ BIJLAGE I AFVALPRODUCTIE SECTIE 1. Dekking SECTIE 2. L 332/6 9.12.2002 BIJLAGE I AFVALPRODUCTIE SECTIE 1 Dekking De statistieken worden opgesteld voor alle activiteiten die vallen onder secties A tot en met Q van de NACE Rev. 1. Onder deze secties vallen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2003 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2005 Inhoud de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer

Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 87 van 29/03/99 Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer Bijlage I Productie en terugwinning van

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse aanbod en gebruikstabellen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER CERTIFICATIE MANAGEMENTSYSTEMEN. RvA-F006-2-NL

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER CERTIFICATIE MANAGEMENTSYSTEMEN. RvA-F006-2-NL AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER CERTIFICATIE MANAGEMENTSYSTEMEN RvA-F006-2-NL Naam aanvragende organisatie : Registratienummer (indien aanwezig) : Gevestigd te : Datum aanvraag : Naam aanvrager : Algemeen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2007-2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: 25-06-2014 tot 01-04-2018 Vervangt bijlage d.d.: 10-01-2013

Deze bijlage is geldig van: 25-06-2014 tot 01-04-2018 Vervangt bijlage d.d.: 10-01-2013 ISO 9001 Kwaliteitssysteemcertificatie, voor de werkterreinen (verwijzing naar EA/IAF codes en NACE rev. 2 waar relet): 1 landbouw en visserij 2 winning delfstoffen 3 voedings- en genotmiddelen 4 textiel

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) BIJLAGE 1 BIJ HET KB TARIFERING - INDELING WERKGEVERS IN 5 TARIEFGROEPEN VOLGENS HOOFDACTIVITEIT tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) 1 Uitgeverijen 58 1 Ontwerpen en programmeren

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2016-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-II Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND

TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND De investeringen (inter)nationaal vergeleken De kapitaalgoederenvoorraad in een land of regio wordt geleidelijk opgebouwd door de jaarlijkse investeringen. De investeringen

Nadere informatie

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 september 2007 Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming Vormingsinspanningen van Belgische ondernemingen in 2005 62,5%

Nadere informatie

Economie. De conjunctuur

Economie. De conjunctuur Economie De conjunctuur De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie biedt onpartijdige statistische informatie. De informatie wordt conform de wet verspreid, meer bepaald voor wat betreft

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-IV Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

ANALYSE HIS-BESTANDEN NOA-GEBIED. In opdracht van de SER Noord-Nederland. 2 april P. Boomsma Kamer van Koophandel

ANALYSE HIS-BESTANDEN NOA-GEBIED. In opdracht van de SER Noord-Nederland. 2 april P. Boomsma Kamer van Koophandel In opdracht van de SER Noord-Nederland 2 april 2009 P. Boomsma Kamer van Koophandel 1 1. INLEIDING Noord-Nederland heeft besloten de blik de komende jaren in het bijzonder te richten op Noordoost Europa.

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 40 6 oktober 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Indexcijfers cao-lonen en contractuele loonkosten (35) 3 Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 1995, 1997 en Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 1995, 1997 en Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 1995, 1997 en 1999 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud

Nadere informatie

21.05.2008 Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN. Conjunctuurindicatoren

21.05.2008 Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN. Conjunctuurindicatoren 21.05.2008 Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN Conjunctuurindicatoren Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) September tot oktober 2007... 6 Indexen van

Nadere informatie

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 02 mei 2013 Statistisch Bulletin 13 18 no. Jaargang 69 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

Economie. De conjunctuur

Economie. De conjunctuur Economie De conjunctuur De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie biedt onpartijdige statistische informatie. De informatie wordt conform de wet verspreid, meer bepaald voor wat betreft

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 3 mei 2012 Statistisch Bulletin 12 18 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2014-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2002 - III Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 6 september 2012 Statistisch Bulletin 12 36 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalaggregaten 2004-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalaggregaten 2004-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalaggregaten 2004-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het nieuw Europees

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-032 15 mei 2012 9.30 uur Economie 1,1 procent gekrompen In eerste kwartaal 1,1 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Investeringen 4,2 procent lager Consumptie

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: : EN ISO/IEC 17021:2011 De Waal 21C 5684 PH Best Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor ISO 9001:2008 ISO 9001:2015 Certificatieschema 1 Kwaliteitssysteemcertificatie,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak, de finale consumptieve bestedingen per

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.9.2017 COM(2017) 545 final ANNEXES 1 to 8 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de statistiek van het goederenvervoer

Nadere informatie

! " #$% &%%% ' ( ! #*+, ! -.%%/-$.0&-.1. ' 2%.33$ (22

!  #$% &%%% ' ( ! #*+, ! -.%%/-$.0&-.1. ' 2%.33$ (22 !! " #$% &%%% ' ( )((! #*+,! -.%%/-$.0&-.1. ' 2%.33$3140 56--5(22 "#$%&!'() *+ " ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++*,+

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-037 31 maart 2005 9.30 uur Economie groeit 1,4 procent in 2004 De Nederlandse economie is in 2004 met 1,4 procent gegroeid. Dat is een licht herstel

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 36 4 september 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Indexcijfers cao-lonen en contractuele loonkosten 3 Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten (procentuele

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: : EN ISO/IEC 17021-1:2015 De Waal 21C 5684 PH Best Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor ISO 9001:2008 ISO 9001:2015 Certificatieschema 1 Kwaliteitssysteemcertificatie,

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening.

Vlaamse Arbeidsrekening. Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie NACE Rev. 1 naar NACE Rev. 2 Jobs 2007 Boie Neefs Steunpunt Werk en Sociale Economie in samenwerking met het Departement WSE Juni 2011 Methodologisch Rapport Steunpunt

Nadere informatie

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2015 - privésector 1. Aangiften : In 2015 werden 157.242 aangiften genoteerd. Het betreft een verdere daling (-6,5% t.o.v.

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2018 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

2.1 Toegevoegde waarde niet--financiële vennootschappen (S.11)

2.1 Toegevoegde waarde niet--financiële vennootschappen (S.11) Integrale versie 2. Methodologie: aangepaste raming van de toegevoegde waarde en de investeringen tegen lopende prijzen van de niet--financiële ondernemingen voor het laatste jaar 2.1 Toegevoegde waarde

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Economie. De conjunctuur

Economie. De conjunctuur Economie De conjunctuur De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie biedt onpartijdige statistische informatie. De informatie wordt conform de wet verspreid, meer bepaald voor wat betreft

Nadere informatie

Milieubelastingen naar economische activiteit

Milieubelastingen naar economische activiteit Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Instituut voor de nationale rekeningen Milieubelastingen naar economische activiteit 2008-2012 September 2014 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel E-mail:

Nadere informatie

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid 18-1-17 Resultaten van de najaarsenquête 17 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid De investeringen in vaste activa zouden gestegen zijn met 8,5 % in 17 in vergelijking met 16. De ondernemers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-067 25 september 2008 9.30 uur Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Opwaartse bijstelling met 0,2 procentpunt Fors meer

Nadere informatie

VERANDERING VAN HET RELATIEVE GEWICHT VAN GESELECTEERDE BEDRIJFSTAKKEN IN DE NIET-FINANCIËLE VENNOOTSCHAPPEN. Toegevoegde waarde 0,2 0,1 0,1 0,1

VERANDERING VAN HET RELATIEVE GEWICHT VAN GESELECTEERDE BEDRIJFSTAKKEN IN DE NIET-FINANCIËLE VENNOOTSCHAPPEN. Toegevoegde waarde 0,2 0,1 0,1 0,1 Integrale versie 2. METHODOLOGIE 2.1 Aanpassing van de bedrijfstakclassificatie van enkele economische eenheden De ervaring met het opstellen van de input-outputtabel over het jaar 1995 heeft aan het licht

Nadere informatie

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) April Faillissementen Mei

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) April Faillissementen Mei 19.06.2008 Nr 3210 I. ECONOMIE EN FINANCIEN Conjunctuurindicatoren Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) April 2008... 6 Faillissementen Mei 2008...

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-087 23 december 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent Laagste economische groei sinds begin 2005 Vooral export

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2003-2012 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23.

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23. Bijlage - Tabellen Tabel 1 : Vergelijking van de verdeling in absolute en relatieve frequentie van de verkeersongevallen naar de plaats van het ongeval met het geheel van de ongevallen 2008 % van de Ongevallen

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 49 8 december 2016 Inhoud 1. Financiële en zakelijke diensten 3 Kappers en schoonheidsverzorging (SBI 9602); waarde-, prijs- en volumeontwikkeling van de omzet (2010=100)

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Historische reeksen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Historische reeksen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Historische reeksen 1970-1994 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De historische

Nadere informatie

7 Andere primaire en secundaire sectoren

7 Andere primaire en secundaire sectoren 7 Andere primaire en secundaire sectoren A Algemeen overzicht van de sector 1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Deze studie brengt die sectoren in kaart

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie Nace Rev. 1 naar Nace Rev. 2

Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie Nace Rev. 1 naar Nace Rev. 2 Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie Nace Rev. 1 naar Nace Rev. 2 Nulmeting 2006-2007 Dave Boussé Wim Herremans Steunpunt Werk en Sociale Economie In samenwerking met het Departement Werk en Sociale Economie

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in Vlaanderen en Wallonië dan in Brussel

: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in Vlaanderen en Wallonië dan in Brussel Instituut voor de Nationale Rekeningen 2018-04-20 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie -: Gemiddelde jaarlijkse groei arbeidsvolume hoger in en dan in In de periode - nam het arbeidsvolume gemiddeld

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2017 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) Mei Faillissementen Juni

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) Mei Faillissementen Juni 16.07.2008 Nr 3212 I. ECONOMIE EN FINANCIEN Conjunctuurindicatoren Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) Mei 2008... 6 Faillissementen Juni 2008... 8

Nadere informatie

Statistisch Product. Afzetprijsindexen in de industrie

Statistisch Product. Afzetprijsindexen in de industrie Metadata Statistisch Product Afzetprijsindexen in de industrie De afzetprijzenindexen zijn conjunctuurindicatoren die de maandelijkse evolutie van de prijzen in de economische sectoren weerspiegelen. Ze

Nadere informatie

REGIONALE REKENINGEN

REGIONALE REKENINGEN REGIONALE REKENINGEN Aggregaten per bedrijfstak 1995-1999 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Basisverlegging Producentenprijzen Index, 2015=100

Basisverlegging Producentenprijzen Index, 2015=100 Basisverlegging Producentenprijzen Index, 2015=100 28 februari 2018 samenvatting trefwoorden Beschrijving basisverlegging Producentenprijzen Index naar 2015=100 inclusief koppeladvies. Producentenprijzen

Nadere informatie