Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren

Transcriptie

1 Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren Onderzoek bestuur en samenwerkingsverband Vierjaarlijks onderzoek Inspectie van het Onderwijs Samenwerkingsverbanden

2 Samenvatting De Inspectie van het Onderwijs bezoekt een bestuur van een samenwerkingsverband in Nederland minstens één keer in de vier jaar. Dit jaar was het bestuur van Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren (werknaam: Kind op 1) aan de beurt. Onder deze vereniging valt het samenwerkingsverband passend onderwijs voor het primair onderwijs in de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen. Het bestuur is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van passend onderwijs aan ruim leerlingen. We hebben onderzocht of het bestuur zorgt voor een samenwerkingsverband van voldoende kwaliteit en of het bestuur genoeg geld heeft om ook in de toekomst goede samenwerking rond passend onderwijs te blijven verzorgen. Dit is noodzakelijk om iedere leerling die een extra ondersteuningsbehoefte heeft, een passend onderwijsaanbod te kunnen bieden. Ook hebben we onderzocht of het bestuur weet hoe het gaat met de kwaliteit van passend onderwijs op de aangesloten scholen. Verder hebben we gekeken hoe het bestuur er zélf voor zorgt dat voldoende passend onderwijs op de scholen beschikbaar blijft. VIERJAARLIJKS ONDERZOEK SAMENWERKINGSVERBAND Onderzoeksnummer: Het onderzoek is uitgevoerd bij Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren Bestuursnummer: Uitvoeringsperiode onderzoek: 16 en 21 maart 2017 Datum definitief rapport: 18 juli 2017 Wat gaat goed? Het bestuur heeft een overzichtelijk organisatie ingericht, waarbinnen de taken en bevoegdheden duidelijk zijn. Ook de procedures voor de toedeling van ondersteuningsmiddelen zijn helder. Het Loket behandelt de aanvragen binnen de gestelde wettelijke termijnen. Scholen zijn zeer tevreden over de werkwijze van het Loket. De leraren, intern begeleiders en directeuren zijn enthousiast over de vele mogelijkheden voor op-maat-arrangementen. Zij zeggen daardoor meer kinderen binnen de basisschool goede ondersteuning te kunnen geven. Het samenwerkingsverband onderhoudt goede contacten met het voortgezet onderwijs, Porthos (WMO en Centrum Jeugd en Gezin) en het Regionaal Bureau Leerplicht om zo samen te werken aan één kind, één gezin, één plan en aan een doorgaande ontwikkeling als kinderen overstappen van primair naar voortgezet onderwijs. Wat moet beter? Het samenwerkingsverband spant zich erg in om te voorkomen dat kinderen thuiszitten of geen passende ondersteuning krijgen. Een enkele keer lukt dit niet door wachtlijsten in het speciaal onderwijs of doordat er te weinig ambulante begeleiders beschikbaar zijn. In geval van wachtlijsten bij het speciaal onderwijs moet het samenwerkingsverband in overleg met het speciaal onderwijs zoeken naar passende oplossingen. Voor speciaal onderwijs horen tussentijdse aanmeldingen 2/16

3 er gewoon bij. Het is belangrijk dat scholen voor speciaal onderwijs vooraf afspraken maken met het samenwerkingsverband hoe hiermee om te gaan. Het bestuur kan te weinig laten zien wat de resultaten zijn van passend onderwijs. Het heeft nog geen systeem ontwikkeld hier systematisch gegevens over te verzamelen. Ook het nauwkeurig bijhouden van de uitgaven van het samenwerkingsverband moet beter. Nu werd het bestuur verrast door budgetoverschrijdingen bij de toekenning van arrangementen. Als het bestuur de uitgaven en kwaliteit beter in beeld heeft, kan het zich ook beter verantwoorden over zijn beleid en aanpak. Tot slot is het intern toezicht nog niet onafhankelijk: de algemene ledenvergadering bestaat uit dezelfde schoolbesturen als het bestuur. Dit gaat per 1 januari 2018 veranderen. Dan komt er een onafhankelijke raad van toezicht. Ook de doorzettingsmacht is vanaf dat moment formeel geregeld. Wat kan beter? Scholen zijn blij met de arrangementen waardoor zij extra handen in de klas krijgen. Het veelvuldig werken met arrangementen kan echter ook nadelen hebben. Een nadeel kan zijn dat leraren afhankelijk worden van deze hulp en te weinig gestimuleerd worden om deze ondersteuning op termijn zelf te leren geven. Daarnaast verhogen de arrangementen de werkdruk bij de leraren door de extra overleggen, aansturing van onderwijsassistenten en de extra in te vullen formulieren. In het samenwerkingsverband lijkt bij verwezenlijken van passend onderwijs de nadruk te liggen op individuele arrangementen voor kinderen en minder over het versterken van de kwaliteit van het onderwijs in de klas: het versterken van de basisondersteuning. De verbetering van de basisondersteuning zou het samenwerkingsverband verder kunnen stimuleren door scholen zich te laten verantwoorden over het geld dat ze hiervoor krijgen. Dat gebeurt nu niet. Voor ouders is niet altijd duidelijk bij wie ze terecht kunnen om passend onderwijs voor hun kind te regelen. Op websites en in schoolgidsen van basisscholen is deze informatie soms niet of moeilijk te vinden. 3/16

4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 6 2. Bestuur Conclusie Resultaten Kwaliteitszorg en ambitie Financieel beheer Vervolgtoezicht Reactie van het bestuur 15 4/16

5 1. Inleiding Wat voor onderzoek heeft de inspectie gedaan? De inspectie heeft een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij het bestuur van Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren. De centrale onderzoeksvraag voor een vierjaarlijks onderzoek is: Zorgt het bestuur voor voldoende kwaliteit van het samenwerkingsverband en voor deugdelijk financieel beheer? Onderliggende vragen zijn: 1. Stuurt het bestuur voldoende op de (zorg voor de) kwaliteit van de uitvoering van zijn taken in de regio? Kerntaak daarbinnen is of het bestuur voor alle leerlingen in het samenwerkingsverband die extra ondersteuning nodig hebben, een passende onderwijsplaats beschikbaar heeft. 2. Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties? 3. Is het financieel beheer deugdelijk? Het onderzoek naar deze deelvragen is daarmee gericht op de standaarden binnen de kwaliteitsgebieden Resultaten, Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. Hierbij merken we op dat het gebruikte waarderingskader nog niet vigerend is ten tijde van het kwaliteitsonderzoek. De beoordelingen in dit rapport moeten dan ook worden gezien vooruitlopend op het in werking treden van het waarderingskader per augustus Werkwijze De informatie die bij de inspectie aanwezig is over het bestuur en het bijbehorende samenwerkingsverband, hebben we geanalyseerd en aangevuld met onderzoeken op zowel het niveau van het bestuur als van het samenwerkingsverband. Het gaat bijvoorbeeld om het bestuursverslag, het ondersteuningsplan, de statuten, financiële gegevens, resultaatsgegevens en signalen. We hebben daarnaast op locatie enkele aanvragen voor toelaatbaarheid tot speciale voorzieningen bekeken en rondetafelgesprekken gevoerd met betrokkenen. Verder zijn gesprekken gevoerd met het uitvoerend en toezichthoudend bestuur en met de coördinator van het samenwerkingsverband. Legenda van beoordelingen zoals ze in de rapportages worden weergegeven: G V O goed voldoende onvoldoende Onderzoeksactiviteiten Op de eerste dag van het onderzoek, 16 maart 2017, voerden wij een aantal rondetafelgesprekken met vertegenwoordigers van verschillende geledingen binnen het samenwerkingsverband. We spraken met enkele ouders, een aantal leraren, intern begeleiders, functionarissen werkzaam binnen de jeugdhulpverlening en gemeente, en enkele 5/16

6 schoolleiders van scholen voor (speciaal) basisonderwijs. Hoewel de ondersteuningsplanraad niet apart was uitgenodigd, namen wel enkele leden daarvan deel aan de gesprekken, vanuit hun rol als ouder en vanuit de aangesloten scholen. Kort geformuleerd stonden tijdens de rondetafelgesprekken steeds de volgende drie vragen centraal: - Wat vindt u van passend onderwijs en wat merkt u daarvan in de dagelijkse praktijk? - Hoe werkt passend onderwijs binnen het samenwerkingsverband en welke concrete ervaringen hebt u ermee? - Helpt passend onderwijs de kinderen die hiermee te maken krijgen? Hierna stelde de inspectie samen met het bestuur en de directeur het definitieve onderzoeksplan vast voor de tweede dag van het onderzoek op 21 maart Het bestuur heeft daarbij geen specifieke onderwerpen benoemd. Het eerste gesprek met het bestuur op de tweede dag ging vooral over het dekkend ondersteuningsaanbod, het kwaliteitszorgsysteem, de financiën, de visie voor het nieuw samengestelde samenwerkingsverband. Hierna gaven we aan het bestuur een terugkoppeling over onze bevindingen uit de voorgaande gesprekken. Leeswijzer Na bovenstaande uitleg over de inrichting van het inspectieonderzoek, geven we in het volgende hoofdstuk de oordelen en conclusies van het onderzoek en lichten die nader toe. In hoofdstuk 2 geven we in paragraaf 2.1 ook de hoofdconclusie weer. In hoofdstuk 3 hebben we de reactie van het bestuur op het onderzoek en de rapportage opgenomen. 6/16

7 2. Bestuur Resultaten, kwaliteitszorg en financiële continuïteit In dit hoofdstuk geven we onze onderzoeksuitkomsten weer op bestuursniveau, dat wil zeggen: onze oordelen op de standaarden in de gebieden Resultaten, Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. 2.1 Conclusie Wij concluderen dat Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren (werknaam: Kind op 1) op de gehanteerde standaarden een zodanige kwaliteit weet te realiseren dat op veel van die standaarden het oordeel voldoende van toepassing is. Het belangrijkste doel van het samenwerkingsverband is het realiseren van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de aangesloten scholen. Dit geheel moet ervoor zorgen dat alle leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Het samenwerkingsverband maakt veel verschillende arrangementen mogelijk waardoor, volgens de scholen, leerlingen meer dan voorheen in het basisonderwijs kunnen blijven. De overschrijding van het budget voor arrangementen en de lichte stijging van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs in 2016 leidt tot druk op de financiën en een scherpere beoordeling van arrangementsaanvragen. Voor het samenwerkingsverband blijft echter passende ondersteuning van leerlingen voorop staan. Veruit de meeste kinderen ontvangen onderwijs op een passende plek. Dit gold tot voor kort niet voor enkele kinderen die op de wachtlijst staan voor speciaal onderwijs voor kinderen met psychosociale problemen of voor ambulante begeleiding en voor kinderen die korte tijd thuis zaten. Het samenwerkingsverband spant zich zeer in om wachtlijsten en thuiszitters te voorkomen. Dit vraagt om flexibiliteit bij alle betrokkenen, ook het speciaal onderwijs. In het samenwerkingsverband lijkt de toekenning van arrangementen centraal te staan. Ouders, leraren, intern begeleiders en directeuren zijn tevreden met de maatwerkarrangementen. Voor hen vormt dit ook de kern van passend onderwijs. De nadruk op arrangementen heeft het risico dat scholen zich vooral richten op het aanvragen en uitvoeren van arrangementen terwijl de andere pijler van samenwerkingsverband de versterking van de basisondersteuning enigszins onderbelicht blijft. Dit wordt nog versterkt doordat scholen zich niet hoeven te verantwoorden over de inzet van de middelen voor de basisondersteuning. De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor passend onderwijs 7/16

8 op Walcheren kan nog groeien door meer aandacht te besteden aan de onderlinge afhankelijkheid en leren van elkaar. Het samenwerkingsverband heeft beperkt zicht op de gerealiseerde kwaliteit. Zelfevaluaties zijn nog niet gehouden. Individuele evaluaties van de arrangementen en toelaatbaarheidsverklaringen zijn beschikbaar, maar hebben tot nu toe niet geleid tot analyses van de effectiviteit en doelmatigheid op het niveau van het samenwerkingsverband. Een planmatige cyclus van kwaliteitsverbetering is daardoor niet mogelijk. De financiële positie van Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren is in orde; we zien geen verhoogde risico s voor de financiële continuïteit. De openeindfinanciering van het samenwerkingsverband vereist wel een goede financiële monitor zodat verrassingen ten aanzien van de uitgaven voorkomen worden. In de volgende paragrafen vatten we onze oordelen samen in tabellen en geven we een toelichting. 2.2 Resultaten We zijn nagegaan of het bestuur voor alle leerlingen in het samenwerkingsverband die extra ondersteuning nodig hebben, een passende onderwijsplaats beschikbaar heeft. Aan de hand van de standaard Resultaten hebben we dat onderzocht. In de volgende tabel staat ons oordeel. Onderwijsresultaten O V G OR1 Resultaten In vrijwel alle situaties draagt het samenwerkingsverband zorg voor een passende onderwijsplaats voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften door de toekenning van arrangementen-op-maat, de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen (tlv) voor speciaal (basis)onderwijs of de mogelijkheid te scheppen voor een tijdelijke observatieplaatsing. Na de afgifte van de tlv volgt meestal direct plaatsing in het speciaal (basis)- onderwijs. Behalve in enkele gevallen bij scholen voor leerlingen met psychosociale problematiek, waar wachtlijsten af en toe directe plaatsing verhinderen. Dit leidt soms tot thuiszitten van leerlingen of een niet-optimale onderwijsplek. Het samenwerkingsverband spant zich in om wachtlijsten en thuiszitten te voorkomen maar stuit soms op onvoldoende plaatsingsmogelijkheden in het speciaal onderwijs. Voor speciaal onderwijs zijn tussentijdse aanmeldingen een gegeven. 8/16

9 Anticiperen in de organisatie op tussentijdse plaatsingen is daarom noodzakelijk. Een ander punt van aandacht vormt de ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs. Het aantal ambulant begeleiders schiet tekort om toegekende arrangementen snel uit te voeren. Ook hier ontstaan wachtlijsten. Daarnaast is het belangrijk blijvend te investeren in de deskundigheid van de ambulant begeleiders. Verder verloopt de samenwerking met cluster 2 bij de overstap van speciaal onderwijs naar (speciaal) basisonderwijs niet altijd volgens de gemaakte afspraken waardoor voor basisscholen en ouders onduidelijkheid ontstaat over de te volgen procedures. Door krimp en minder verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs (sbo) wordt het sbo kleiner. De leerlingenpopulatie verzwaart terwijl het aantal leraren daalt en mogelijk expertise weglekt. Dit vraagt om alertheid ten aanzien van de ondersteuningsmogelijkheden van het sbo: blijft deze op peil? De aanvragen van een arrangement of tlv verlopen conform de afgesproken procedures en termijnen. De directeuren, intern begeleiders en ouders waarderen de laagdrempeligheid, deskundigheid en snelle werkwijze van het Loket. De leraren en intern begeleiders zijn met name tevreden over de arrangementen waardoor zij met meer handen in de klas vaker kinderen binnen het basisonderwijs kunnen houden. Zij geven wel aan dat de vele overleggen, de aansturing van de klassenassistenten, het opstellen van ontwikkelingsperspectieven en de evaluaties, voor een verhoging van de werkdruk zorgen. De leraren lopen tegen de grenzen aan van wat zij realiseerbaar vinden in hun groep. De veelvuldige keuze voor de inzet van onderwijsassistenten in arrangementen heeft als risico dat hulpvragen van leraren blijven bestaan: zij blijven afhankelijk van de inzet van de onderwijsassistent. Het Loket evalueert na afloop van het arrangement ook met leraren wat zij geleerd hebben van het arrangement. De relatie tussen het toegekende arrangement en versterking van de basisondersteuning kan het samenwerkingsverband scherper maken. In het ondersteuningsplan staat dat de aanvraag van groepsarrangementen niet mogelijk is. Verschillende betrokkenen noemen dit een gemis. Het samenwerkingsverband zoekt naar een mogelijkheid om op deze behoefte in te spelen en tevens grip te houden op de toekenning van dit type arrangementen. Scholen proberen soms de grenzen voor aanvragen van arrangementen op te rekken. Het gesprek hierover met scholen en besturen dat het casuïstiekniveau overstijgt, is hier wellicht aan te bevelen. De website van het samenwerkingsverband is informatief. Toch is voor ouders niet altijd duidelijk bij wie ze moeten zijn voor het vinden van een passende plek voor hun kind. Op de websites of in de schoolgidsen 9/16

10 van scholen is deze informatie ook niet altijd te vinden. Tevens lijken scholen de regels voor de zorgplicht bij een overstap van de ene basisschool naar de andere basisschool verschillend te interpreteren. Als ouders hun kind met extra ondersteuningsbehoefte schriftelijk aanmelden bij een andere basisschool, dan heeft deze andere school de zorgplicht passend onderwijs voor dit kind. Het samenwerkingsverband heeft de leerlingen die thuiszitten in beeld. Het heeft goede contacten met het Regionaal Bureau Leerplicht van de betrokken gemeenten. Leerplicht zal het samenwerkingsverband eveneens gaan betrekken bij aanvragen voor ontheffing van de leerplicht (artikel 5a). Verder werkt het samenwerkingsverband samen met Porthos (WMO en Centrum Jeugd en Gezin) rondom de praktische koppeling van onderwijs- en (betaalde) zorgarrangementen. Een medewerker van Porthos participeert daartoe maandelijks in het Loket. Basisscholen geven aan dat de toekenning van het zorgdeel van een combinatie-arrangement vaak niet parallel loopt met de toekenning van het onderwijsdeel. Porthos is ook betrokken bij het zoeken naar oplossingen voor leerlingen met zeer complexe problematieken. Het kan de zorg overnemen als onderwijs niet meer mogelijk is. In de scholen loopt de afstemming van onderwijs en zorg via de maatschappelijk werkende. De taakafbakening van maatschappelijk werk en Porthos is voor scholen niet helder. Ook lijkt de lijn van maatschappelijk werk naar Porthos te verschillen per school. De doorgaande lijn in de jeugdhulp kent ook een knip bij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs zijn met elkaar in gesprek bij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs werkt op een andere manier dan het samenwerkingsverband primair onderwijs. De systemen sluiten nog niet naadloos op elkaar aan. 2.3 Kwaliteitszorg en ambitie Kwaliteitszorg en ambitie O V G KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog Het beeld dat het bestuur heeft over de kwaliteit van het samenwerkingsverband, komt voldoende overeen met het beeld van de inspectie en de afspraken in het ondersteuningsplan werken voldoende door tot op schoolniveau. 10/16

11 Het samenwerkingsverband Kind op 1 is van plan per 1 januari 2018 samen te gaan met Samenwerkingsverband Oosterschelderegio (PO2902). De verwachting is dat de schaalvergroting niet alleen zal leiden tot meer efficiëntie maar ook tot versteviging van het dekkend ondersteuningsaanbod en een kwaliteitsslag voor de kwaliteitszorg. De statuten voor het nieuw op te richten samenwerkingsverband zijn in concept klaar. Het samenwerkingsverband Kind op 1 heeft een aangepast ondersteuningsplan opgesteld voor het komende schooljaar waarin het halverwege de overgang maakt naar de nieuwe Stichting. De samenwerking tussen de twee samenwerkingsverbanden start al vanaf augustus 2017 in de praktijk. De planning ligt klaar voor op overeenstemming gericht overleg met de gemeenten en overleg met aanpalende samenwerkingsverbanden en de ondersteuningsplanraad. De ondersteuningsplanraad is voorstander van het samengaan van de twee samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband heeft vanuit zijn maatschappelijke opdracht in zijn ondersteuningsplan kwantitatieve en kwalitatieve resultaten geformuleerd. In het bestuursverslag rapporteert het bestuur zeer globaal over de realisering van de beoogde resultaten. Het samenwerkingsverband heeft geen uitgewerkt kwaliteitszorgsysteem waarmee het systematisch de gerealiseerde doelen evalueert en kan sturen op kwaliteit. Daarmee voldoet het samenwerkingsverband niet aan de verplichting uit artikel 18a, achtste lid onder e, van de WPO. Er zijn wel plannen om binnenkort tevredenheidsmetingen uit te voeren bij ouders en scholen. Het samenwerkingsverband onderkent het ontbreken van een goed kwaliteitszorgsysteem. In het nieuw te vormen samenwerkingsverband zal meer tijd beschikbaar komen voor de directeur en controller zodat zij een dergelijk systeem kunnen opzetten en de tijd krijgen om dit ook goed tot uitvoering te brengen. De scholen verantwoorden zich niet over de middelen die zij ontvangen voor de versterking van de basisondersteuning. Hierdoor kunnen schoolbesturen en/of het samenwerkingsverband niet sturen op de inzet van deze middelen en ontbreekt een instrument om gericht de basisondersteuning te versterken. Scholen evalueren wel na afloop de toegekende arrangementen. Deze evaluatiegegevens zijn nog niet verder geanalyseerd, maar zouden input kunnen geven voor de aanscherping van bestaand beleid of het starten van nieuw beleid. In de meerjarenbegroting is voor dit laatste een post gereserveerd. De invulling hiervan volgt na het samengaan van de twee samenwerkingsverbanden. Scholen zijn enthousiast over de arrangementen-aanpak van het samenwerkingsverband. Scholen lijken door deze aanpak soms vooral gericht op het verkrijgen en uitvoeren van arrangementen en minder op het leereffect dat ervan uit kan gaan voor de school. Voor het Loket en het bestuur van het samenwerkingsverband hebben de arrangementen uitdrukkelijk twee doelen: nu ondersteuning bieden voor leerlin- 11/16

12 gen en leraren, maar zeker ook verhogen van de basisondersteuning zodat de arrangementen op termijn overbodig zijn. Op dit tweede doel zou het samenwerkingsverband nog meer accent kunnen leggen en meer kunnen sturen. In het samenwerkingsverband ontbreekt nu een systematisch zicht op het niveau van de basisondersteuning en het realiteitsgehalte van de schoolondersteuningsprofielen. De koppeling van informatie over basisondersteuning, de schoolondersteuningsprofielen, aangevraagde arrangementen en evaluaties hiervan, kan bruikbare gegevens opleveren om met elkaar in discussie te gaan over eventuele verschillen tussen scholen en schoolbesturen en zo van elkaar te leren. Het Loket voert nu incidenteel dergelijke gesprekken. Het samengaan van de twee samenwerkingsverbanden biedt kansen om een cultuur van samen leren, elkaar aanspreken en solidariteit extra in de schijnwerpers te zetten. Het samenwerkingsverband heeft momenteel geen onafhankelijk intern toezicht georganiseerd. Met de start van het nieuwe samenwerkingsverband verandert dit: er zal een onafhankelijke raad van toezicht aantreden. De eerste contouren hiervan zijn zichtbaar en geven vertrouwen in de verdere uitvoering. Vanuit dit vertrouwen heeft de inspectie standaard KA2 Kwaliteitscultuur voldoende beoordeeld. Het samenwerkingsverband heeft structureel overleg met ketenpartners in de regio, zoals het voortgezet onderwijs, Porthos, de gemeenten en het Regionaal Bureau Leerplicht. Met de komende veranderingen is het belangrijk de opgebouwde contacten te behouden en in te bedden in de grotere regio. Een bijzondere vermelding verdient de Kinderraad: deze vertegenwoordigt de kinderen van het samenwerkingsverband. Twee keer per jaar komt de Kinderraad bijeen en bespreekt dan enkele vooraf vastgestelde thema s in aanwezigheid van een bestuurder en de coördinator. De coördinator deelt de uitkomsten van de bijeenkomst in het intern begeleidersnetwerk. De inzichten van de kinderen zetten hen, volgens de coördinator, aan tot nadenken over onderwijs en ondersteuning. 12/16

13 2.4 Financieel beheer Wij baseren ons oordeel over het kwaliteitsgebied Financieel beheer op de beoordeling van de onderliggende standaarden voor financiële continuïteit en rechtmatigheid. Tenzij sprake is van evident excessief ondoelmatige bestedingen, scharen wij financiële doelmatigheid onder het stimulerende toezicht. Wij geven dan ook geen oordeel over de financiële doelmatigheid. Financieel beheer FB1 Continuiteit FB2 Doelmatigheid FB3 Rechtmatigheid O V V Ons oordeel over financieel beheer gaat enerzijds uit van het oordeel en de bevindingen van de instellingsaccountants uit het eerstelijnstoezicht op de financiën van het onderwijs. Anderzijds speelt aanvullende informatie een rol, zoals signalen en (lopende) onderzoeken op het gebied van financiële continuïteit of rechtmatigheid. Beide aspecten leiden gezamenlijk tot een gewogen oordeel over de bijbehorende standaarden (wij geven in beginsel geen oordeel over financiële doelmatigheid). Dat oordeel luidt in het geval van Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren voldoende ; in dit onderzoek hebben zich aan ons geen gegevens voorgedaan die een positieve waardering van het financieel beheer in de weg staan. 2.5 Vervolgtoezicht De inspectie oordeelt dat dit samenwerkingsverband voldoende bestuurd wordt. Wel krijgt het bestuur een herstelopdracht voor een wettelijke tekortkoming. In het voorjaar van 2018 bespreekt de inspectie met de directeur en/of het bestuur het samengaan van de samenwerkingsverbanden Walcheren en Oosterschelderegio. Bij dit gesprek informeert het bestuur van het samenwerkingsverband de inspectie tevens over het uitgewerkte kwaliteitszorgsysteem. Een jaarlijkse risicoanalyse en/of urgente signalen kunnen de inspectie aanleiding geven het vervolgtoezicht alsnog aan te scherpen. Dat geldt ook voor het toezicht op de financiën. Omdat het bestuur voldoet aan de standaarden van het aspect Financieel beheer is er op dit moment echter geen reden voor aangepast financieel toezicht. 13/16

14 Het samenwerkingsverband overweegt de inrichting van een orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc). De inspectie wijst het samenwerkingsverband erop dat een opdc wettelijk een voorziening is van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband moet zich verantwoorden over de kwaliteit van het opdc aan de inspectie en het opdc moet voldoen aan desbetreffende voorschriften in de WPO. De herstelopdracht die het bestuur hierbij krijgt, staat in de volgende tabel weergegeven: Beoordeling (0) Herstelopdracht Datum gereed KA1 Kwaliteitszorg Het bestuur dient zorg te dragen voor de kwaliteit van de dienstverlening aan de aangeslotenen. Onder zorgdragen voor valt in elk geval het naleven van de wettelijke bepalingen en het uitvoeren van het stelsel van kwaliteitszorg (artikel 18a, achtste lid onder e, WPO). Het bestuur informeert de inspectie uiterlijk 1 februari 2018 over de stand van zaken met betrekking tot de invoering van een kwaliteitszorgsysteem waarmee het systematisch de gerealiseerde doelen evalueert en stuurt op kwaliteit. In het voorjaar van 2018 volgt er een afspraak waarin we het resultaat van de herstelopdracht met het bestuur bespreken. 14/16

15 3. Reactie van het bestuur In zijn reactie d.d. 14 juni 2017 schrijft het bestuur: Het bestuur vindt dat het rapport recht doet aan de ontwikkeling van samenwerkingsverband Kind op 1. Het bestuur herkent de sterke punten en de aanwijzing rond wachtlijsten. Daar wordt stevig overleg over gevoerd en het bestuur denkt komend schooljaar zonder wachtlijsten te kunnen starten. Het bestuur meent voldoende beeld te hebben van de kwaliteit, maar de systematische cyclus van analyse en doelen ontbreekt inderdaad nog. Een mooie opdracht om samen met O3 op te pakken. Over het scheiden van bestuur en toezicht zijn Kind op 1 en de inspectie het eens. Het wordt tijd voor onafhankelijk toezicht. Deze weken zijn de sollicitatiegesprekken met eventuele leden voor een raad van toezicht. Of het versterken van de basisondersteuning feitelijk gestimuleerd wordt door het vragen van een verantwoording van de middelen, is de vraag (het bestuur refereert hier aan een zin uit de samenvatting in het rapport). Ook is het de vraag of het Rijk de samenwerkingsverbanden voldoende middelen geeft om zowel plaatsen in speciaal (basis)- onderwijs als arrangementen te bieden voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften in het regulier en dan vanuit diezelfde middelen ook nog te investeren in het versterken van de basisondersteuning. Aangezien de middelen passend onderwijs een optelsom zijn van de oude WSNS-middelen en de oude rugzakmiddelen en so-middelen, dan is het helder dat de nadruk zal liggen op besteding aan kwetsbare leerlingen. De aanname van Kind op 1 is dat een leraar vooral vaardiger wordt in het omgaan met leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften door deze leerlingen te hebben en begeleiden. En minder direct door scholing o.i.d. Coaching on the job als accent versus handen in de klas waar leraar (en leerling zelf overigens ook) soms afhankelijk van worden, weegt het bestuur wel mee. Er is inmiddels aandacht gevraagd voor de schoolgidsen en websites. Ten slotte staat er een zinssnede in het rapport over het op peil houden van de kwaliteit van het speciaal basisonderwijs. Er is bij het bestuur geen twijfel over de kwaliteit van t Springtij. Het samenwerkingsverband is uitermate blij met deze school en wat zij doen. Het bestuur ziet wel de druk in de school en ondersteunt het idee voor een meer gecentraliseerde IKC+ voorziening. 15/16

16 Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730, 3500 GS Utrecht t-algemeen t-loket (voor vragen van ouders)