INSPRAAKNOTA ONTWERP STRATEGISCH BELEIDSKADER CULTUUR

Transcriptie

1 INSPRAAKNOTA ONTWERP STRATEGISCH BELEIDSKADER CULTUUR Groningen, september 2015

2 Inleiding Procedure Deze Inspraaknota geeft een overzicht van de ontvangen inspraakreacties op de Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur en ons commentaar op de inspraakreacties. De Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur is op 29 april 2015 door Provinciale Staten vastgesteld. Aangezien de inhoud hiervan opgesteld is voordat ons Collegeprogramma 'Vol Vertrouwen' bekend was, hebben wij in een aanvullende brief alvast weergegeven welke strategische lijnen we de komende jaren willen volgen. De Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur en bovenbedoelde aanvullende brief hebben wij verspreid onder alle culturele instellingen die in de huidige Cultuurnota Het Verhaal van Groningen zijn opgenomen, aan alle gemeenten in de provincie Groningen en aan de stakeholders. De Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur is tevens beschikbaar gesteld via de website Met een advertentie in het Dagblad van het Noorden is een ieder uitgenodigd om te reageren. Hierin is opgenomen dat de inspraakperiode de mogelijkheid biedt aan een ieder om een zienswijze in te dienen op het Ontwerp beleidskader. Daarbij is opgemerkt dat deze inspraakperiode uitdrukkelijk niet bedoeld is om te reageren op de gevolgen van het beleidskader op het niveau van instellingen, oftewel de subsidieaanvragen ten behoeve van het Uitvoeringsprogramma Cultuur Culturele instellingen en andere partijen hebben in de periode tussen 3 juni en 8 juli 2015 hun reactie op het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur schriftelijk en/of mondeling aan ons college kenbaar kunnen maken. In totaal hebben wij 18 inspraakreacties ontvangen waarvan 1 buiten de inspraaktermijn. Het betreft de inspraakreactie van het college van B&W van de gemeente Veendam. Deze inspraakreactie is daarom niet in deze notitie meegenomen. Opzet van de Inspraaknota De reacties hebben wij samengevat en voorzien van ons commentaar. Indien een reactie aanleiding geeft tot het wijzigen van de tekst van de Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur hebben wij daarvan melding gemaakt.

3 Overzicht inspraakreacties: 01. Openluchtmuseum Het Hoogeland 02. Openluchtmuseum Het Hoogeland, Museum Stad Appingedam, Veenkoloniaal Museum, Klooster Ter Apel 03. Erfgoedvereniging Heemschut 04. Jeugdtheaterschool Wonderboom 05. College van B&W van de gemeente Appingedam 06. College van B&W van de gemeente Hoogezand-Sappemeer 07. Gemeente Groningen (ambtelijke reactie Vakgroep erfgoed van de directie Stadsontwikkling) 08. College van B&W van de gemeente Stadskanaal 09. Libau 10. VRIJDAG 11. Jeugdcultuurfonds 12. Erfgoedpartners 13. SLAG 14. Colleges van B&W van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde 15. College van B&W van de gemeente Oldambt 16. Stichting Het Groninger Landschap 17. Stichting Landgoed Fraeylemaborg Te laat ontvangen inspraakreacties: 18. College van B&W van de gemeente Veendam

4 Nr. : 1. Naam : Openluchtmuseum Het Hoogeland Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Het museum onderschrijft van harte de nauwe relaties tussen cultuurbeleid en bredere maatschappelijke opgaven. Enerzijds vindt men dat binnen de cultuursector de laatste jaren steeds meer het besef is toegenomen dat cultuur weliswaar intrinsieke waarden vertegenwoordigt, maar dat de maatschappelijke relevantie daarvan altijd aantoonbaar moet zijn. Anderzijds ziet het museum steeds nadrukkelijker de relatie tussen het cultureel erfgoed en hedendaagse tendensen. Die lijn tussen historisch erfgoed en actuele maatschappelijke ontwikkelingen wordt volgens het museum een rode draad in het herinrichtingsproject op haar museumterrein dat een prominent onderdeel wordt van haar meerjarig beleidsplan. Over het veronderstelde onderscheid in het Ontwerp Strategisch Beleidskader tussen een goeddeels vrijwillige culturele infrastructuur op het platteland en een concentratie van professionele instellingen in de stad Groningen is het museum van mening dat de door de provincie ondersteunde regionale musea professioneel geleid worden (vele zijn opgenomen in het landelijke Museumregister) en voor wat betreft kennis en opleiding in veel gevallen zeker niet onderdoen voor de steuninstellingen in de stad Groningen. Het museum betrekt hierbij de professionele wijze waarop door culturele instellingen vrijwilligers worden ingezet (o.a. qua begeleiding en opleiding). Verderop in hun zienswijze gaan ze in op de behoefte van vrijwilligers aan meer structuur in plaats van flexibiliteit. Daarnaast is het museum er van overtuigd dat de provincie als geheel bijzonder gebaat is bij een aantal locaties waar ter plekke en aansluitend bij de regionale identiteit een cultureel netwerk kan ontstaan. Daarop aansluitend vindt het museum dat de steuninstellingen in de stad Groningen in financiële zin relatief bevoordeeld worden ten opzichte van de uitvoerende instellingen. Het museum acht een versterking van de uitvoerende instellingen in de provincie, gecombineerd met een lichte overhead aan steuninstellingen in de stad, een aanzienlijke verbetering van de totale provinciale culturele infrastructuur. Het museum pleit voor duidelijkheid omtrent de gemeentelijke herindelingen. Het museum is van mening dat culturele instellingen in sociaal en maatschappelijk kwetsbare gebieden (bijv. het Noord-Groninger platteland) een basis kunnen zijn voor sociaal-maatschappelijke ontwikkeling (werkervaringsplaatsen, stageplaatsen voor studenten, een plek voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt). Op deze wijze nemen culturele instellingen met hun kennis en expertise hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Op dit terrein ontberen de steuninstellingen deze deskundigheid, aldus het museum. Tot slot juicht het museum het stimuleren van internationale samenwerking, met name in het grensgebied met Duitsland, van harte toe.

5 Wij zijn verheugd dat het museum Het Hoogeland de nauwe relaties tussen het cultuurbeleid en bredere maatschappelijke opgaven onderschrijft. En dat ze hierin reeds actief opereert. In de zienswijze wordt verwezen naar het veronderstelde onderscheid in het Ontwerp Strategisch Beleidskader tussen een goeddeels vrijwillige culturele infrastructuur op het platteland en een concentratie van professionele instellingen in de stad Groningen. Dit onderscheid is door ons niet bedoeld alsof er op het platteland geen professionele instellingen voorhanden zouden zijn. Integendeel. Al vele jaren ondersteunen wij als Provincie Groningen diverse professionele instellingen op het platteland, waaronder Openluchtmuseum Het Hoogeland. Het museum geeft in haar reactie daarentegen ook zelf aan behoefte te hebben aan meer structuur bij hun vrijwilligers in relatie tot de door ons gesignaleerde trend van een meer flexibele inzet van vrijwilligers. Het kan zijn dat hierin een onderscheid zit tussen de Stad en de regio. In de Stad is er veel te kiezen en zal er een grilliger beeld zijn dan in de regio, waar het vrijwilligerswerk veel meer ingebed is in de samenleving en juist meer continuïteit heeft. We zullen de tekst van het Strategisch Beleidskader hierop nuanceren. In de zienswijze worden de uitvoerende instellingen vergeleken met en/of afgezet tegen enkele steuninstellingen. De steuninstellingen zouden door ons financieel worden bevoordeeld ten opzichte van de uitvoerende instellingen. Hierbij willen we de volgende opmerkingen plaatsen: Als Provincie zien wij een taak voor onszelf weggelegd om juist verbindingen te leggen, kennisdeling en het organiserend vermogen te bevorderen en meer samenhang aan te brengen. Het bieden van tweedelijns ondersteuning past binnen deze provinciale taakopvatting. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eerstelijns ondersteuning. Steuninstellingen adviseren niet alleen de door ons gesubsidieerde uitvoerende organisaties, maar juist en vooral het gehele veld. Het kan zijn dat de ene instellingen minder/andere behoeften aan ondersteuning heeft dan de andere Buiten discussie staat dat ieder door ons gesubsidieerd museum zijn eigen personeel/vrijwilligers begeleidt in de zaken die het museum betreffen. Wij vinden het ook heel positief dat museum Het Hoogeland aangeeft hier zo goed aan te werken. In het kader van het stimuleren van een meer gemeenschappelijke aanpak, hogere kwaliteit, meer kennisdeling en efficiëntie delen van kennis met elkaar achten wij het waardevol om te bezien wat in gezamenlijkheid kan/moet en wat aanvullend individueel kan/moet. Daarbinnen hebben zowel de steuninstellingen als de professionele uitvoerende instellingen een taak te verrichten. Museum Het Hoogeland geeft in haar zienswijze weer hoe invulling wordt gegeven aan bredere maatschappelijke opgaven. En dat het museum op eigen kracht de kennis en expertise hierover verkrijgt. Ook geeft men aan dat bij de steuninstellingen deskundigheid op dit vlak ontbreekt. In de aanvullende brief op het Strategisch Beleidskader gaan wij in op de ontwikkelingen die wij waarnemen op het gebied van nieuwe (tijdelijke) samenwerkingsvormen en grensoverschrijdend werken. Hierop willen wij anticiperen door nieuwe verbindingen tussen instellingen, disciplines, sectoren en privaat en publiek te bevorderen. In de financieringsopbouw van de instellingen worden de steuninstellingen bijna geheel door de Provincie gefinancierd en de uitvoerende instellingen slechts gedeeltelijk. De gemeentelijke herindeling heeft onze volle aandacht. In september a.s. zullen wij Provinciale Staten in een brief informeren over de stand van zaken rond de gemeentelijke herindeling. Die brief zullen wij in afschrift aan alle gemeenten sturen.

6 Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Hoofdstuk 2: Cultuur in de provincie: een schets: 'In de stad Groningen vindt een concentratie plaats van culturele voorzieningen'. Hoofdstuk 2: Uitdagingen: Trend 'Nieuwe verbindingen'' en 'Andere inzet van vrijwilligers' samenvoegen: '( ) Dat geldt ook in de culturele sector. Mensen zetten zich nog steeds in als vrijwilliger voor de samenleving, maar de vorm waarin verandert. Er is steeds minder sprake van een duurzame relatie tussen vrijwilligers en initiatieven. Dat heeft met name in de stad Groningen effect op de culturele sector.'

7 Nr. : 2. Naam instelling : Openluchtmuseum Het Hoogeland, Museum Stad Appingedam, Veenkoloniaal Museum, Klooster Ter Apel Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur De vier genoemde musea zien zichzelf als professionele musea, ook op basis van opname in het Museumregister. Ze geven aan dat het draagvlak voor hun musea groot is qua bezoekers en vrijwilligers. De musea vragen in hun zienswijze om een betere verdeling van middelen tussen de steuninstellingen en de uitvoerende instellingen (balans is uitgeslagen naar steuninstellingen volgens deze 4 musea). Vanwege hun professionaliteit doen ze op sommige terreinen geen beroep (meer) op de steuninstelling(en). Daarbij constateren ze een overlap van taken tussen de steuninstellingen. De 4 musea willen een evaluatie van de wijze waarop de steuninstellingen een bijdrage hebben geleverd aan de uitvoerende instellingen, om tot een betere afstemming te komen in de toekomst; voor wat betreft vraag en aanbod, maar ook daar waar het gaat om de verdeling van taken en middelen. De musea willen de komende jaren de onderlinge museale samenwerking versterken om zodoende het professionele niveau te behouden. Ze voorzien een steeds grotere uitdaging waar ze als musea voor komen te staan en dat vraagt om een groeiende inzet van mensen en middelen. Ze willen dat de provinciale subsidie meegroeit met de ontwikkelingen en dat de subsidie weer wordt geïndexeerd. In de zienswijze vragen de musea om een betere verdeling van middelen tussen de steuninstellingen en de uitvoerende instellingen. Ook doen zij voor sommige vraagstukken geen beroep meer op de steuninstellingen. Als Provincie zien wij een taak voor onszelf weggelegd om juist verbindingen te leggen, kennisdeling en het organiserend vermogen te bevorderen en meer samenhang aan te brengen. Het bieden van tweedelijns ondersteuning past binnen deze provinciale taakopvatting. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eerstelijns ondersteuning. Steuninstellingen adviseren niet alleen de door ons gesubsidieerde uitvoerende organisaties, maar juist en vooral het gehele veld. Het kan zijn dat de ene instelling minder/andere behoeften aan ondersteuning heeft dan de andere instelling. De vier musea doen een oproep voor het evalueren van de werkwijze van de steuninstellingen in relatie tot de afnemers. Wij zijn voorstander van een dergelijke evaluatie. We nemen deze suggestie mee in het uitvoeringsprogramma Cultuur zodat we daar in die periode invulling aan kunnen geven in overleg met de betrokken instellingen. Op de korte termijn zijn wij voornemens de Kunstraad te vragen bij de beoordeling van de meerjarenbeleidsplannen extra aandacht te besteden aan mogelijke overlap van werkzaamheden tussen steuninstellingen en aan de manier waarop zij invulling geven aan de vragen uit het veld. In de financieringsopbouw van de instellingen worden de steuninstellingen bijna geheel door de Provincie gefinancierd en de uitvoerende instellingen slechts gedeeltelijk. Voor wat betreft indexering van subsidies bepalen wij jaarlijks de hoogte van accressen op basis van actuele CPB-ramingen.

8 Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

9 Nr. : 3. Naam instelling : Erfgoedvereniging Bond Heemschut Groningen Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur De inspraakreactie van de vereniging Bond Heemschut Groningen heeft deels betrekking op het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Daarnaast doet de vereniging suggesties voor beleidsinzet en instrumenten voor het Uitvoeringsprogramma Cultuur Heemschut is van mening dat de provincie actiever en offensiever moet inzetten op erfgoed. Heemschut is van mening dat de provincie zijn gedecentraliseerde functie als toezichthouder op het gemeentelijk monumentenbeleid t.a.v. rijksmonumenten serieus invulling moet geven en hiervoor afdoende middelen moet uittrekken. Heemschut constateert dat de gemeentelijke herindeling betekent dat gemeenten hun monumentenbeleid onderling zullen moeten afstemmen en dat hier risico s aan kleven die de kwaliteit van het monumentenbeleid kunnen aantasten. De provincie zou volgens de Bond Heemschut eigen beleid moeten formuleren naast de wettelijke taken en om zo al het groen en gebouwde erfgoed te beschermen en te ontwikkelen. Heemschut geeft aan dat de aardbevingen een grote bedreiging vormen voor rijks- en gemeentelijke monumenten en karakteristieke gebouwen en dat daar tot op heden te weinig op wordt gereageerd. Hierbij verwijst Heemschut naar hun brief d.d. 5 juni aan de Nationaal Coördinator Groningen. De provincie spant zich niet genoeg in, aldus Heemschut, om de gemeenten aan te zetten tot het aanwijzen van gemeentelijke monumenten. Heemschut pleit voor het aanwijzen van provinciale monumenten door de provincie. In de periode van MIP en MSP, in de jaren '90 waren het de provincies die een voortrekkersrol vervulden op het terrein van monumentenbeleid. Daar is de laatste jaren geen sprake meer van. De Erfgoedvereniging Heemschut reageerde reeds op twee eerdere cultuurbeleidsnota's. Heemschut constateert echter dat er nog steeds vele onderwerpen aan bod komen die op één hoop worden gegooid, vaak in één adem worden genoemd en daardoor ongestructureerd worden behandeld. Hiermee wordt geen recht gedaan aan het belang van het zorgvuldig omgaan met de alom geroemde cultuurhistorische en landschappelijke waarden in Groningen aldus. Bond Heemschut pleit voor het niet alleen gesplitst behandelen van deze onderwerpen, maar ook voor het verduidelijken en compleet maken van deze items om ze daarmee elk apart de beleidsaandacht te kunnen geven die ze verdienen. Men pleit voor een aparte erfgoednota (samen met landschap). Daarbij wordt verwezen naar de zienswijze op de ontwerp-cultuurnota Ook verwijst Heemschut naar hun zienswijze (d.d. 17 april 2015) op de Omgevingsvisie Groningen. In die zienswijze maakt Heemschut de opmerkingen die betrekking hebben op de positie van het Groninger groene en gebouwde erfgoed in relatie tot landschap en ruimtelijke ontwikkelingen. Heemschut vraagt specifiek aandacht voor de opmerkingen in de zienswijze op de omgevingsvisie over de (samenvattende) paragrafen Kwaliteitsgids landschap, cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit (pag. 4) en Erfgoed in de Provinciale Cultuurnota en de Omgevingsvisie (pag. 5). Heemschut wil dat behoud, herstel, bescherming en ontwikkeling van landschap en erfgoed in samenhang met elkaar moeten worden behandeld. Ook onderschrijft ze de inzet van Statenlid Mortiers betreffende "Wierden en waarden-de toekomst van de Groninger Waddenregio" en vraagt om meer interne ambtelijke samenwerking en herschikking van

10 taakvelden. Heemschut vraagt om ook betere samenwerking tussen provincie, gemeenten en erfgoedsector. Bond heemschut wil het thema leefbaarheid verbinden met erfgoed. Wij willen vanuit de provinciale taakstelling in het Uitvoeringsprogramma Cultuur invulling geven aan het monumentenbeleid. Gemeenten hebben op het gebied van monumenten en archeologie hun eigen verantwoordelijkheid, ook als het gaat om de aanwijzing van gemeentelijke monumenten. Met het interbestuurlijk toezicht houden wij toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van monumenten en archeologie. Wij zullen inzet blijven plegen op het behoud en zorg voor het erfgoed in het aardbevingsgebied. Wij hechten er aan om de verschillende deelgebieden van cultuur in één nota te vatten. In het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur geven wij aan verbindingen te willen leggen tussen gebouwd erfgoed, archeologie, landschap en ruimtelijke kwaliteit. Wij delen de mening van Heemschut dat behoud, herstel, bescherming en ontwikkeling van landschap en erfgoed in samenhang met elkaar moeten worden behandeld. Om deze reden willen wij ook in de Omgevingsvisie erfgoed, landschap en ruimtelijke kwaliteit een plek geven. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Hoofdstuk 3: Cultuur in relatie tot uitdagingen: 'De verbinding met landschap en de ruimtelijke kwaliteit is van oudsher sterk. Groningen heeft relatief veel platteland en door de grote diversiteit een heel beleefbaar cultuurlandschap. De aanwezigheid van cultuur zorgt voor een positieve perceptie van mensen van hun leefomgeving. De ingrediënten hiervoor zijn in onze provincie ruimschoots aanwezig: een uniek Waddengebied, (bijzondere) zand-, veen- en kleilandschappen, gebouwde en archeologische monumenten en authentieke dorpen. Behoud, herstel, bescherming en ontwikkeling van landschap en gebouwde en archeologische monumenten horen bij elkaar. Om deze reden willen wij erfgoed, landschap en ruimtelijke kwaliteit elkaar verbinden. Over dit erfgoed zijn ook bijzondere verhalen te vertellen.'

11 Nr. : 4. Naam instelling : Jeugdtheaterschool Wonderboom Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur JTS Wonderboom geeft in de inspraakreactie een korte weergave van het belang van jeugdtheater. Vervolgens doen ze in hun inspraakreactie enkele suggesties om het beleidskader aan te scherpen. Het betreft de volgende 4 punten: 1. Juist in Noord-Groningen draagt versterking van de culturele identiteit en onderling begrip bij aan verbetering van het woon- en vestigingsklimaat en dichting van de kloof tussen hoogen laagopgeleiden. 2. Financiële en praktische ondersteuning in de uitvoering is voor kleine partijen in de culturele infrastructuur veel effectiever dan indirecte ondersteuning en presentatie door de provincie via zogenaamde 'steuninstellingen'. 3. Om de uitvoering van culturele activiteiten in de provincie mogelijk te maken is het wenselijk om vervoer van kinderen vanuit de provincie te faciliteren. 4. De wijze waarop het Jeugdcultuurfonds momenteel functioneert, maakt het voor kinderen met ouders met een laag inkomen buiten de stad Groningen onmogelijk om culturele activiteiten vergoed te krijgen. De provincie kan hierin wellicht sturend optreden. Wij onderschrijven dat versterking van de culturele identiteit bijdraagt aan de verbetering van het woon- en vestigingsklimaat. Als Provincie zien wij de taak voor onszelf weggelegd om juist verbindingen te leggen, kennis te delen, praktische ondersteuning te bieden, het organiserend vermogen te bevorderen en meer samenhang aan te brengen. Het bieden van tweedelijns ondersteuning past binnen deze provinciale taakopvatting. Het structureel subsidiëren van kleinere uitvoerende instellingen op het terrein van amateurkunst/cultuurparticipatie vinden wij een taak van de gemeenten. Wel kunnen deze instellingen bij ons subsidie aanvragen voor projecten. Op de korte termijn zijn wij voornemens de Kunstraad te vragen bij de beoordeling van de beleidsplannen extra aandacht te besteden aan mogelijke overlap van werkzaamheden tussen steuninstellingen en aan de manier waarop zij invulling geven aan de vragen uit het veld. Dat geldt ook voor het onderdeel amateurkunst. Wij zijn het eens met JTS Wonderboom dat het vervoer van kinderen naar culturele activiteiten van belang is. Wij zijn in verkennend gesprek met enkele partijen om daar in de huidige cultuurnotaperiode reeds invulling aan te geven. Het Jeugdcultuurfonds is op dit moment alleen actief in de gemeente Groningen. De Provincie Groningen is momenteel niet betrokken bij het Jeugdcultuurfonds. Ons is wel bekend dat het fonds met enkele andere gemeenten in gesprek is om ook daar inzet te kunnen plegen. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

12 Nr. : 5. Naam instelling : College van B&W van de gemeente Appingedam Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Het college van B&W geeft aan dat zij zich kan vinden in de gekozen procesmatige aanpak. De wethouder zal samen met drie andere gemeentelijke bestuurders zitting nemen in de gemeentelijke denktank. De gemeente hoopt op deze wijze samen met de provincie tot een mooi uitvoeringsprogramma cultuur te komen. Wij hebben kennisgenomen van de reactie van het college van B&W van de gemeente Appingedam. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

13 Nr. : 6. Naam instelling : College van B&W van de gemeente Hoogezand-Sappemeer Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Het college van B&W is positief over de uitgangspunten van het beleidskader. Ook is het college positief over de gezamenlijk inzet in noordelijk verband maar ook met de gemeenten. Het college is van mening dat het noordelijk landsdeel als één gebied naar buiten moet treden. Met de zes inhoudelijke speerpunten is ook een gebundeld krachtenveld te ontwikkelen. Het college is van mening dat dit leidt tot een zelfstandig noordelijk cultuurbeleid, gericht op noordelijke belangen waarmee de beleidsafhankelijkheid van het Rijk kan afnemen. De gemeente neemt deel aan de VGG denkgroep om de speerpunten ook in het gemeentelijk cultuurbeleid actief te maken. Daarbij zal per gemeente maatwerk ontstaan. Het college geeft aan dat ondanks de noodzakelijke bezuinigingen de culturele verworvenheden en bestaande infrastructuur is behouden. Provinciale subsidie hebben bijgedragen aan het welslagen van een aantal culturele activiteiten in de gemeente. De gemeente heeft veel geïnvesteerd in cultuuronderwijs op scholen. Er is ingezet op de doorgaande leerlijn met cultuurcoördinatoren op elke school. Vanuit het onderwijsveld bemerkt hert college steeds meer financiële belemmeringen om eigen middelen in te zetten. Dat met Cultuureducatie met Kwaliteit gematched moet worden met een financiële bijdrage per leerling vanuit de aanvragende school ziet de gemeente niet als stimulans voor continuering van cultuuronderwijs op de scholen in de gemeente. Het college wil de volgende punten onder de aandacht brengen: 1. Beperk de doelgroep voor cultuuronderwijs niet tot de basisschoolleerling. In de verbindende kracht die cultuur kan leggen is het zaak om een doorgaande leerlijn cultuur vast te houden. Een cultuurprofielschool in het voortgezet onderwijs kan cultuuronderwijs, gekoppeld aan techniek, leiden tot creatieve leerlingen die beter hun weg kunnen vinden naar vervolgopleiding en werk. 2. Sta toe dat bij matching van cultuurgelden ook de inzet van niet-financiële middelen wordt gewaardeerd. Inzet van uren en specifieke dienstverlening vanuit de subsidieaanvrager zou meegewogen moet worden in de afweging om een provinciale subsidie. Wij delen de oproep van het college van B&W om gezamenlijk de noordelijke cultuurdoelen uit te dragen. Wij willen inzetten op "een leven lang cultuur". Om die reden onderschrijven wij het belang van doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs. Hierbij is het van belang dat wordt aangesloten bij het voorgezet onderwijs en buitenschoolse educatieve inzet bijvoorbeeld via amateurkunst. Uitgangspunt voor onze inzet op cultuuronderwijs is de vraaggerichte werkwijze in het primair onderwijs. De verantwoordelijkheid voor het voortgezet onderwijs ligt bij het rijk. Wij zetten conform de afspraken in het bestuurlijke kader cultuur en onderwijs (2013) in op de tweedelijns ondersteuning van het cultuuronderwijs voor basisscholen. Met incidentele middelen stimuleren wij het aanbod van cultuureducatie projecten in het primair onderwijs. Met betrekking tot subsidieaanvragen voor provinciale subsidie wordt ook de inzet van nietfinanciële middelen meegewogen. Natuurlijk ontslaat dit de aanvrager niet om zich in te

14 spannen om zoveel mogelijk financiële middelen van gemeenten, particuliere fondsen en het bedrijfsleven te vinden. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

15 Nr. : 7. Naam instelling : Gemeente Groningen (ambtelijke reactie Vakgroep erfgoed van de directie Stadsontwikkeling) Onderwerp : Gebouwd Erfgoed De ambtelijke vakgroep van de directie Stadsontwikkeling van de gemeente Groningen hebben een drietal ideeën die men wil aandragen. Deze ideeën horen volgens de vakgroep op provinciaal dan wel noordelijk niveau thuis. 1. Erfgoedbeurs Noord-Nederland: Voorgesteld wordt tweejaarlijks een Noordelijke erfgoedbeurs te organiseren voor de drie noordelijke provincies. Voor het jaar 2016 wordt thema aardbevingen en duurzaamheid aangedragen. 2. Kwaliteitsborging d.m.v. certificering van bedrijven: Om eigenaren van monumenten bij het vakkundig herstellen van schade aan hun gebouw te ondersteunen is het belangrijk om een gekwalificeerd bedrijf het werk te laten uitvoeren. De laatste jaren gaat de kwaliteit van het restauratiewerk achteruit. Om deze reden wordt voorgesteld bedrijven te laten certificeren. Verwezen wordt naar de provincie Gelderland waar reeds ervaring is opgedaan. 3. Bouwhistorisch depot: Bij verbouwingen en sloop van (onderdelen van) panden komt regelmatig bouwhistorisch materiaal vrij. Dit wordt op verschillende plaatsen bewaard of gaat verloren. Met de aardbevingen en de op handen zijnde versterkingsoperatie zal in versneld tempo materiaal beschikbaar komen. Daar pleit de vakgroep voor de inrichting van een bouwhistorisch depot vergelijkbaar met het archeologisch depot te Nuis. De inspraakreactie van de ambtelijke vakgroep van de directie Stadsontwikkeling van de gemeente Groningen heeft geen betrekking op het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur De reactie betreft een drietal ideeën. Met betrekking tot de kwaliteitsborging van bedrijven kunnen wij melden dat wij gezamenlijk met de provincies Drenthe, Fryslân en Overijssel een initiatief ondersteunen om de restauratiebedrijven te certificeren. De Gelderse Voet is hierbij het uitgangspunt. De ideeën voor een erfgoedbeurs en een bouwhistorisch depot nemen wij in overweging voor het Uitvoeringsprogramma Cultuur Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Hoofdstuk 3: Cultuur in relatie tot uitdagingen: 'De verbinding met landschap en de ruimtelijke kwaliteit is van oudsher sterk. Groningen heeft relatief veel platteland en door de grote diversiteit een heel beleefbaar cultuurlandschap. Wij willen dit deel van de Collectie Groningen in standhouden'

16 Nr. : 8. Naam instelling : College van B&W van de gemeente Stadskanaal Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Het college van B&W is van mening dat het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur en de aanvullende brief vanwege het ontbreken van criteria en prestatieafspraken onvoldoende inzicht geeft om het beleid tussen gemeenten en provincie af te stemmen. Het college wil voorkomen dat gemeentelijk en provinciaal beleid strijdig met elkaar zijn. Om deze reden roept de gemeente op overleg te voeren over de prestatieafspraken en criteria om zo gezamenlijk op te trekken. Het college is van mening dat het ontwerp op verschillende wijze geïnterpreteerd zou kunnen worden. Ook wordt uit het ontwerp nog niet duidelijk welke besluiten het college van GS zal nemen. Ook vraagt het college van B&W zich af of er nog een inspraakronde volgt voor de prestatieafspraken en criteria. Daarnaast maakt het college een aantal specifieke opmerkingen: 1.Rol cultuur tot andere thema's De gemeente deelt de mening dat cultuur van belang is voor de gemeenschap, leefbaarheid en voor de verbinding met landschap en ruimtelijke kwaliteit. Het college is benieuwd hoe de provincie deze rol invulling geeft. Graag ziet de gemeente Oost-Groningen als aandachtsgebied in het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur vanwege de hoge werkloosheid. 2. Bestuurlijke afspraken Provincies en het Rijk Tussen Rijk en Provincies zijn afspraken gemaakt m.b.t. de restauratie van rijksmonumenten. In 2014 zijn deze afspraken geëvalueerd. Het college van B&W wil dat in het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur invulling wordt gegeven op welke wijze deze afspraken worden uitgevoerd en op welke wijze publieke en private partijen daarin worden betrokken met name met betrekking tot de besteding van de middelen en de wijze waarop deze worden gegenereerd. 3. Bibliotheken Volgens het college van B&W is het bibliotheeknetwerk een efficiënte organisatievorm waarin een groot aantal zaken gezamenlijk georganiseerd worden. De basis voor het Gronings bibliotheeknetwerk is de ondersteuning van dit netwerk door de provincie en de verantwoordelijkheid van de gemeente voor spreiding, omvang en kwaliteit op lokaal niveau. Het college van B&W zou graag in het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur terug willen zien welke aanvullende taken de provincie gaat oppakken. De gemeente is van mening dat het in stand houden van minimaal het huidige provinciale netwerk van belang is voor de continuïteit ven kwaliteit van het bibliotheekwerk. Om te komen tot een Uitvoeringsprogramma Cultuur hebben Provinciale Staten een procedure vastgesteld. Hierover is het college van B&W per brief d.d. 2 juni 2015 geïnformeerd. Bij de totstandkoming van het Ontwerp Strategisch Beleidskader hebben we het culturele veld, diverse stakeholders en gemeenten in diverse sessies betrokken.

17 Wij hebben de VGG opgeroepen een 'denktank' te benoemen met het doel om de procedures van de Provincie en de gemeenten om te komen tot cultuurbeleid van de verschillende gemeenten en een uitvoeringsprogramma cultuur van de Provincie zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen. Hier hebben de leden van de VGG positief op gereageerd. Ten aanzien van rol cultuur tot andere thema's geven wij in het Uitvoeringsprogramma Cultuur invulling op welke wijze wij verbindingen willen leggen met andere thema's. Wij hebben de gehele provincie als aandachtsgebied. Met betrekking tot de bestuurlijke afspraken tussen provincies en rijk inzake de middelen voor restauratie van rijksmonumenten gaan wij in ons uitvoeringsprogramma hiervoor instrumenten opnemen. Met betrekking tot bibliotheken onderschrijven wij de genoemde bundeling van krachten. Weliswaar met een herijking op de afzonderlijke rollen van de drie overheidslagen zoals dit ook uitgangspunt is geweest bij het actualiseren van de nieuwe Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorziening die met ingang van 2015 van kracht is geworden en afgezet tegen relevante andere ontwikkelingen. Wij hanteren in principe het uitgangspunt om de bibliotheekvoorziening in de komende beleidsperiode op het huidige niveau te continueren. Gezien het gezamenlijke netwerk vraagt dit ook van de kant van gemeenten eenzelfde gezamenlijke inzet. Een gezamenlijk afgesproken en vastgesteld gemeentelijk basispakket ontbreekt nog. Wij beschouwen onze rol als facilitair aan het beleid van de gemeenten en zijn in die zin geen regisseur van het netwerk. Wij merken hierbij verder op dat het bibliotheekstelsel en het toegang krijgen tot informatie volop aan veranderingen onderhevig is. In die zin dient ook de bibliotheekvoorziening zelf zich te herbezinnen op de taken die zij nu en voor de (nabije) toekomst wil vervullen in de samenleving. Om die reden beschouwen wij deze periode als een transitie periode en zullen wij evaluatie(s) inbouwen om te toetsen of (de hoogte van) onze inzet nog aansluit bij deze ontwikkelingen. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

18 Nr. : 9. Naam instelling : Libau Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Het strategisch beleidskader biedt volgens Libau voldoende handvatten om de integrale doelen voor cultuur en daarmee samenhangend leefbaarheid op termijn te verwezenlijken. Per strategische denklijn heeft Libau een reactie geformuleerd: 1. Het Verhaal van Groningen leent zich uitstekend om de biografie van Groningen te presenteren, aldus Libau. Wel vindt de stichting dat monumenten en archeologie, ruimtelijke kwaliteit en landschap, de daarbij behorende structuren en elementen meer aandacht behoort te krijgen omdat deze zo sterk bijdragen aan de leefbaarheid en de identiteit van de provincie. Libau stelt voor om ook het kaartmateriaal digitaal toegankelijk te maken en een cultuurhistorische waardenkaart op te stellen en deze toegankelijk te maken op de website 2. Libau onderschrijft het belang van een sterke basis en de ruimte voor vernieuwing. Libau vraagt de provincie hierover in gesprek te gaan met de maatschappelijke organisaties die de culturele infrastructuur vormen. 3. In het kader van nieuwe verbindingen leggen geeft Libau aan dat samenwerken tussen verschillende instellingen, sectoren en disciplines iets is waar de huidige maatschappij om vraagt. Hetzelfde geldt ook voor mediagebruik dat volgens de stichting extra inzet vraagt. 4. Een leven lang cultuur gaat volgens Libau verder dan alleen de kunsten en mediawijsheid. Het gaat ook om erfgoed, collecties, tuinen, archeologie maar ook om erfgoededucatie. Ook vraagt Libau de provincie in te zetten op herbestemming om zo ervoor zorg te dragen dat voorzieningen overeind kunnen blijven. Gevraagd wordt hiervoor de financieringsmogelijkheden uit te breiden. 5. Cultureel erfgoed is van groot belang voor de leefbaarheid: samenleven met cultuur. Daarom onderschrijft Libau de provinciale ambitie om cultuur, leefbaarheid en gebiedsontwikkeling te koppelen. 6. Met betrekking tot de lijn cultuur als economische propositie zegt Libau dat recent onderzoek (onderzoek Atlas voor gemeenten 2015) heeft aangetoond dat cultureel erfgoed een grote economische toegevoegde waarde heeft. Libau stelt om deze reden voor het erfgoed goed in kaart te brengen, te waarderen, te selecteren en status te geven. Libau merkt op dat de provincie gemeenten en waterschappen ondersteunt in de uitvoering van wettelijke taken op het gebied van archeologie. Echter waterschappen hebben geen wettelijke taken op het gebied van archeologie. Daarnaast is interbestuurlijk toezicht niet gericht op verbetering van de taakuitvoering. Libau onderschrijft de strategische denklijnen zoals verwoord in de aanvullende brief op het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Wij zullen in het Uitvoeringsprogramma Cultuur ingaan op het beleid en de beleidsinstrumenten die wij willen inzetten op het gebied van monumenten en archeologie. In het uitvoeringsprogramma zullen wij ook de verbindingen tussen cultuur en de andere sectoren nader uitwerken. Wij zijn het met Libau eens dat "een leven lang cultuur" ook betrekking heeft op erfgoed. In het Uitvoeringsprogramma Cultuur zullen wij nader ingaan op het onderwerp herbestemming en de instrumenten die wij daarvoor willen inzetten.

19 Het is juist dat de Waterschappen geen wettelijke taken vervullen op het gebied van de archeologie. Wij streven met het Interbestuurlijk Toezicht indirect het verbeteren van de taakuitvoering na. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

20 Nr. : 10. Naam instelling : VRIJDAG Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader VRIJDAG geeft in de inspraakreactie aan dat ze het positief vinden dat de Gemeente en Provincie Groningen in hun ambities hebben uitgesproken dat ze samen op willen trekken (inhoudelijk en procedureel). In aanvulling hierop ziet men graag dat bij de genoemde denklijnen/strategieën in het Strategisch beleidskader heldere einddoelen worden geformuleerd waardoor instellingen beter in staat worden gesteld adequate beleidsplannen aan te leveren. Men vindt het langer dan voor de duur van een cultuurnotaperiode subsidiëren van instellingen een goede zaak. VRIJDAG wijst in het kader van het scheppen en consolideren van nieuwe verbindingen in Noord Nederland op reeds bestaande samenwerkingsprojecten. Men doet de suggestie om dergelijke aanvragen voortaan in overleg met andere provincies te behandelen. Ten aanzien van de definitie Culturele Infrastructuur missen ze de amateur en professionele kunstenaars als doelgroep. VRIJDAG is benieuwd naar het verdere verloop van de gemeentelijke herindeling. Ze zijn verheugd dat de Provincie cultuur een volwaardige plek wil geven bij dit vraagstuk. Ten aanzien van het fysiek en digitaal presenteren vindt VRIJDAG het goed dat de verbindingen de komende jaren worden verstevigd en dat de relatie wordt aangegaan met andere beleidsterreinen. Men ziet graag dat in het Strategisch beleidskader duidelijk staat omschreven welke digitalisering behouden moet blijven etc. Ook geeft men aan dat het goed is om ook bestuurlijk de verbinding met andere beleidsterreinen in gang te zetten dan wel te duiden. In het kader van de niet-wettelijke taken van de Provincie heeft VRIJDAG twee opmerkingen: 1. In het kader van Talentontwikkeling vragen ze ons om dit begrip nader te definiëren (in breedte en diepte). 2. Voor een optimale inzet van amateurkunstondersteuning stellen ze voor dat Provincie en Gemeente Groningen samen optrekken en integraal de behoeften van het amateurveld onderzoeken. Tot slot is VRIJDAG voorstander van een vergaande integratie tussen cultuureducatie en amateurkunst. In de inspraakreactie wordt gevraagd om heldere einddoelen op te nemen in het Strategisch beleidskader ten behoeve van de beleidsplannen van instellingen. Wij nemen deze suggestie van VRIJDAG over. Ten aanzien van de samenwerking in Noord Nederland kunnen we vermelden dat we gaan werken met een noordelijk samenwerkingsprogramma waarin ook instrumenten opgenomen zullen worden voor gezamenlijke projecten. Dit houdt ook in dat er over dergelijke projecten onderling afstemming plaats moet en zal vinden. In de definitie Culturele Infrastructuur spreken we ook over individuen. Daar scharen we ook de individuele professionele en amateurkunstenaars onder.

21 De gemeentelijke herindeling heeft onze volle aandacht. Wij zullen in september Provinciale Staten in een brief informeren over de stand van zaken rond dit onderwerp. Die brief zullen wij in afschrift aan alle gemeenten sturen. Wij zijn van mening dat het omschrijven van welke digitalisering wel/niet behouden moet blijven niet thuishoort in een strategische visie. Deze inhoudelijke afweging (wat wel/niet digitaal op te slaan en te behouden) laten we bij de instellingen die hierover gaan. Ten aanzien van het nader specificeren van het begrip Talentontwikkeling melden we dat we dit in het Uitvoeringsprogramma Cultuur zullen oppakken. Wij onderschrijven de oproep van VRIJDAG om als Gemeente Groningen en Provincie Groningen gezamenlijk op te trekken ten aanzien van de amateurkunstondersteuning. Voorstel wijziging tekst concept-strategisch Beleidskader Cultuur : In het Strategisch Beleidskader Cultuur scherpen we de doelen aan.

22 Nr. : 11. Naam instelling : Jeugdcultuurfonds Onderwerp : Cultuureducatie Het Jeugdcultuurfonds Groningen ondersteunt de inzet op cultuureducatie. Een leven lang cultuur begint op school maar houdt niet op bij school aldus het Jeugdcultuurfonds. Om deze reden wil het Jeugdcultuurfonds dat het college van GS meer ambitie toont als het gaat om het bevorderen van een cultuuraanbod voor kinderen en jongeren na schooltijd in de nabije omgeving van het kind en dat ook kinderen die in armoede leven hieraan kunnen deelnemen. Wij willen inzetten op "een leven lang cultuur". Om die reden onderschrijven wij het belang van doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs. Hierbij is het van belang dat wordt aangesloten bij het voorgezet onderwijs en buitenschoolse educatieve inzet bijvoorbeeld via amateurkunst. Uitgangspunt voor onze inzet op cultuuronderwijs is de vraaggerichte werkwijze in het primair onderwijs. Wij zetten conform de afspraken in het bestuurlijke kader cultuur en onderwijs (2013) in op de tweedelijns ondersteuning van het cultuuronderwijs voor basisscholen. Met incidentele middelen stimuleren wij het aanbod van cultuureducatieve projecten in het primair onderwijs. Wij onderschrijven het belang van een naschools cultuuraanbod. Echter dit zien wij als een gemeentelijke taak. Vanuit onze taakopvatting op het gebied van de amateurkunst ondersteunen wij cultuurparticipatie voor alle leeftijdsgroepen. Eén van de taken van de provinciale steunfunctie Amateurkunst is het leggen van verbindingen tussen het amateurveld en het reguliere onderwijs. Immers de inzet van amateurkunstverenigingen op scholen verrijkt het cultuureducatieaanbod en betrekt kinderen van jongs af aan actief bij amateurkunst. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

23 Nr. : 12 Naam instelling : Erfgoedpartners Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Erfgoedpartners geeft aan blij te zijn met de koers die het College van GS heeft uitgezet. Ze onderschrijven de strategische lijnen van harte. Als belangrijk gegeven en aandachtspunt geven ze aan dat in de provincie Groningen er per hoofd van de bevolking gemiddeld veel erfgoed aanwezig is, waar we zorg voor moeten en willen dragen. Een belangrijk vraagstuk is hoe voor de toekomst de rijkdom aan erfgoed in stand gehouden en beheerd kan worden vanuit een dunbevolkt gebied. De opgave voor de toekomst ligt in het vasthouden van de inzet van medewerkers en vrijwilligers binnen de cultuursector en die te faciliteren. Een belangrijke voorwaarde daarbij is het aanbieden van steun en kennis, aldus Erfgoedpartners. Ook de regierol van de Provincie Groningen is daarbij van belang. Erfgoedpartners wijst in haar inspraakreactie op de eigen plaats van de provincie Groningen in Europa. Daarom is niet alleen nationaal cultuurbeleid van belang, maar is het erfgoedbeleid ook gebaat bij een krachtige inbedding binnen het Europa van de regio's. Het lijkt Erfgoedpartners goed om het provinciale cultuurbeleid ook in de context van een internationaal cultuurbeleid vorm te geven. De inspraakreactie van Erfgoedpartners onderschrijft ons voorgestelde beleid. Wij nemen kennis van deze inspraakreactie. Erfgoedpartners doet tevens de suggestie om het provinciaal cultuurbeleid ook in de context van een internationaal cultuurbeleid vorm te geven. Deze suggestie zullen wij meenemen in de uitwerking van 'Nieuwe verbindingen'. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Hoofdstuk 4: Ambities en strategie cultuur: Strategische lijn 'Nieuwe verbindingen': ( ). Met het leggen van nieuwe verbindingen willen wij ons niet beperken tot onze landsgrenzen. Ons provinciaal cultuurbeleid is niet alleen van nationaal belang, maar is het (erfgoed)beleid ook gebaat bij een krachtige inbedding binnen Europa.

24 Nr. : 13. Naam instelling : SLAG Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur SLAG wil benadrukken dat de letteren in de provincie een belangrijke bijdrage leveren op het gebied van de niet-wettelijke taken van de provincie Groningen. SLAG geeft aan dat haar organisatie de provinciegrenzen overstijgt en dat er drie literaire festivals in de provincie zijn die door veel inwoners worden bezocht. SLAG juicht het belang van grensoverschrijdende, internationale samenwerking in de culturele sector van harte toe. SLAG vraagt zich af en hoopt of het ondersteunen van internationale samenwerkingsprojecten onderdeel vormt van de uitgangspunten ten aanzien van het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur en de strategische lijn "nieuwe verbindingen leggen". Daarnaast vraagt SLAG zich af of de Provincie met de strategische lijn nr. 6 (Cultuur als economische propositie) niet een stap terug doet in het beleid ten opzichte van het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur SLAG hoopt dat de provincie door middel van de beleidslijnen de kans grijpt om de culturele sector te stimuleren maatschappelijk te renderen door meer samenwerking aan te gaan met andere maatschappelijke instellingen. Wij onderschrijven dat de letteren in de provincie een belangrijke bijdrage levert op het gebied van niet-wettelijke taken van de provincie Groningen. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

25 Nr. : 14. Naam instelling : Colleges van B&W van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur In grote lijnen kunnen beide gemeenten instemmen met het Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur De gemeenten gaan ervan uit dat inhoudelijk met hen gesproken wordt over de museale en culturele instellingen in hun gemeenten. Op basis van het voorliggende kader denken de gemeenten dat er voldoende basis is om tot vruchtbare afstemming te komen tussen gemeentelijk en provinciaal beleid. De gemeenten hopen dat de samenwerking in de volgende beleidsperiode nauwer en constructiever mag worden. Om te komen tot een Uitvoeringsprogramma Cultuur hebben Provinciale Staten een procedure vastgesteld. Hierover zijn de colleges van B&W per brief d.d. 2 juni 2015 geïnformeerd. Wij hebben de VGG opgeroepen een 'denktank' te benoemen met het doel om de procedures van de Provincie en de gemeenten om te komen tot cultuurbeleid van de verschillende gemeenten en een uitvoeringsprogramma cultuur van de Provincie zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen. Hier hebben de leden van de VGG positief op gereageerd. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen.

26 Nr. : 15. Naam instelling : College van B&W van de gemeente Oldambt Onderwerp : Cultuureducatie Het college van B&W onderschrijft de reactie van de Kunstraad Groningen van februari 2015 en dan met name de opmerking over cultuureducatie. De gemeente constateert dat er veel onduidelijkheid bestaat en dat er teveel schijven zijn. Daarnaast verwijst de gemeente naar het artikel van Joris Zwetsloot d.d. 23 juni 2015 in de Volkskrant met betrekking tot de krimpende gemeentelijke cultuurbudgetten. Daarnaast vindt de gemeente samenwerking op basis van gelijkwaardigheid van belang. Wij willen inzetten op "een leven lang cultuur". Om die reden onderschrijven wij het belang van doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs. Hierbij is het van belang dat wordt aangesloten bij het voorgezet onderwijs en buitenschoolse educatieve inzet bijvoorbeeld via amateurkunst. Uitgangspunt voor onze inzet op cultuuronderwijs is de vraaggerichte werkwijze in het primair onderwijs. Wij zetten conform de afspraken in het bestuurlijke kader cultuur en onderwijs (2013) in op de tweedelijns ondersteuning van het cultuuronderwijs voor basisscholen. Wij zetten in op goede afstemming met de gemeenten waarbij een duidelijke verdeling tussen gemeentelijke en provinciale rolopvatting voor ons het uitgangspunt is. Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen

27 Nr. : 16. Naam instelling : Stichting Het Groninger Landschap Onderwerp : Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur Volgens Het Groninger Landschap is het erfgoed onlosmakelijk verbonden met het landschap. De stichting onderschrijft de beschreven trends en ontwikkelingen en vraagt aandacht voor het erfgoed buiten het aardbevingsgebied. De stichting vindt dat cultureel erfgoed een cruciale factor is voor het woon- en leefklimaat. Dit vraagt volgens de stichting om een ontwikkelingsgerichte en overkoepelende visie met bijbehorend investeringsprogramma en om een zekere mate van organisatie van het erfgoedveld. De provincie zou het voortouw kunnen nemen in de verbetering van de strategische samenwerking zoals dit nu al in de natuursector gebeurt, "Provinciaal Netwerk Cultuur", aldus Het Groninger Landschap. Tot slot vraagt de stichting aandacht voor eigen activiteiten op het terrein van cultureel erfgoed. Wij onderschrijven de relatie tussen erfgoed, landschap en ruimtelijke kwaliteit en het belang van erfgoed voor het woon- en leefklimaat. De suggesties voor een provinciaal netwerk cultuur en een ontwikkelingsgerichte en overkoepelende visie met bijbehorend investeringsprogramma nemen wij in overweging voor het Uitvoeringsprogramma Cultuur Voorstel wijziging tekst Ontwerp Strategisch Beleidskader Cultuur : Geen