Krimpen aan den IJssel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Krimpen aan den IJssel"

Transcriptie

1

2

3 Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College bijlagenboek identificatie identificatiecode: NL.IMRO.0542.BPKKrimpwaard-va01 projectnummer: projectleider: ing. H. Hommel R.008/04 gecertificeerd door Lloyd s conform ISO 9001: 2000 aangesloten bij: RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus AD Rotterdam telefoon (010) info@rboi.nl

4 c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.

5 Inhoud van de bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Mobiliteitstoets Quick scan ecologie Vleermuisonderzoek Mitigatieplan Akoestisch onderzoek Verkennend bodemonderzoek Notitie bodemkwaliteit Rapportage externe veiligheid Advies Veiligheidsregio Verantwoording groepsrisico Nota inspraak en overleg Notitie ecologisch onderzoek sportveldverlichting Nota zienswijzen

6

7 Bijlage 1 Mobiliteitstoets

8 Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College Mobiliteitstoets

9

10 Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College Mobiliteitstoets projectnummer: datum: projectleider: opdrachtgever: ing. P.J.P. Hommel Krimpen aan den IJssel auteur(s): ing. W.K. Swolfs ing. P.J.P. Hommel

11

12 Inhoud 1. Inleiding Aanleiding Doelstelling Leeswijzer 4 2. Huidige situatie Beschrijving huidige verkeerssituatie Verkeersveiligheidsanalyse Conclusie huidige situatie Nieuwe ontwikkeling Beschrijving nieuwe ontwikkeling Nieuwe ontsluitingsstructuur Verkeersafwikkeling Autoverkeer Langzaam verkeer Verkeersveiligheid Parkeerbalans Beschrijving gebruik bestaande functies 4.2. Berekening parkeerbehoefte Eindconclusie 25 Bijlagen: 1. Capaciteitsberekeningen 2. Gebruik Onderdak RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

13 2 Inhoud RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

14 1. Inleiding Aanleiding In dit rapport wordt de mobiliteitstoets beschreven voor de ontwikkeling van het Krimpenerwaard College en bijbehorende sportvoorzieningen in Krimpen aan den IJssel. Het Krimpenerwaard College is een middelbare school, welke thans gevestigd is aan de Driekamp in Krimpen aan den IJssel. De gemeente Krimpen aan den IJssel stelt een bestemmingsplan op voor de verplaatsing van het Krimpenerwaard College naar de Groenendaal in Krimpen aan den IJssel. Tevens worden de bestaande sportvelden langs de Driekamp verplaatst naar de locatie van het Krimpenerwaard College en zal een sporthal worden gerealiseerd. De nieuwe ontwikkeling is voorzien aan de oostzijde van het bestaande gezondsheidscentrum en kinderdagverblijf aan de Groenendaal. Figuur 1.1 Ligging plangebied Ten behoeve van het bestemmingsplan wordt een mobiliteitstoets opgesteld. Deze mobiliteitstoets bevat een beschrijving van de huidige verkeerssituatie en de effecten van de nieuwe ontwikkeling op de omliggende wegen. Daarbij wordt enerzijds gekeken naar de kwaliteit van de verkeersafwikkeling. Anderzijds wordt aandacht besteed aan verkeersveiligheid, met name met het oog op de vele fietsers die het Krimpenerwaard RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

15 4 Inleiding College zal trekken. Ook is in deze rapportage een parkeerbalans voor de ontwikkeling opgenomen. In het ontwerpbestemmingsplan is een verkeersparagraaf met onderbouwing opgenomen ( Ontsluiting Krimpenerwaard College, Goudappel Coffeng, 6 februari 2012). De gemeente heeft behoefte aan een volledig geactualiseerde rapportage die kan dienen als verkeerskundige onderbouwing bij het bestemmingsplan voor het Krimpenerwaard College. Naar aanleiding van de zienswijzeprocedure is er behoefte aan een nadere onderbouwing van de verkeers- en parkeersituatie, waarbij ook nadrukkelijk in wordt gegaan op de verkeerseffecten voor de omgeving. Daarnaast vragen ook de inbreng van nieuwe feiten ten aanzien van de verkeersveiligheid (geactualiseerde ongevalcijfers) en CROW-kencijfers, die recent zijn geactualiseerd in CROW uitgave 317 ( Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie, Ede 2012), om een actualisatie van de verkeerskundige onderbouwing. Deze mobiliteitstoets zal als bijlage bij het bestemmingsplan worden gevoegd Doelstelling Het doel van deze rapportage is het inzichtelijk maken van de verkeerseffecten van de realisatie van het Krimpenerwaard College ten aanzien van de verkeerafwikkeling en de verkeersveiligheid. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt welke parkeerbehoefte de nieuwe ontwikkeling heeft en hoe zich dit verhoudt tot de bestaande omgeving. In de rapportage wordt aandacht besteed aan de kwetsbare verkeersdeelnemers (voetgangers en fietsers) en gelijktijdigheid van functies (in tijd). Het Krimpenerwaard College wordt in een gemengde omgeving gerealiseerd in de directe nabijheid van het gezondheidscentrum, kinderdagverblijf en bestaande woningen. In deze rapportage worden de effecten voor deze bestaande functies inzichtelijk gemaakt en beoordeeld Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de huidige verkeerssituatie beschreven. In hoofdstuk 3 worden de effecten van de nieuwe ontwikkeling en de gevolgen daarvan voor de omliggende wegenstructuur beschreven. In hoofdstuk 4 is de parkeerbalans gepresenteerd. Ten slotte volgen in hoofdstuk 5 conclusies RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

16 Huidige situatie 5 2. Huidige situatie 2.1. Beschrijving huidige verkeerssituatie Verkeersstructuur Gemotoriseerd verkeer In de huidige situatie is het Krimpenerwaard College gevestigd aan de Driekamp. De Driekamp is binnen de gemeentelijke verkeersstructuur aangewezen als gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom, met als primaire functie het ontsluiten van de aanliggende woonwijken (bron: Verkeersveiligheidsplan, gemeente Krimpen aan den IJssel, Goudappel Coffeng 1999). Op deze weg geldt een maximum snelheid van 50 km/h. De weg beschikt aan beide zijden over fietsstroken. Aan de westzijde sluit de Driekamp aan op de Groenendaal, die eveneens is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom met een maximum snelheid van 50 km/h. Deze weg verzorgt de ontsluiting van de aanliggende wijken en functies richting de Nieuwe Tiendweg. Aan beide zijden van de weg is een vrijliggend fietspad aanwezig. De Nieuwe Tiendweg is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg van een hogere orde en vervult een belangrijke rol binnen de ontsluitingsstructuur van Krimpen aan den IJssel. De weg vormt een oost-west verbinding binnen de kern en sluit richting het westen aan op de N210 voor een verdere ontsluiting richting onder andere Capelle aan den IJssel, Rotterdam en het rijkswegennet. Ook op de Nieuwe Tiendweg geldt een maximum snelheid van 50 km/h. De weg beschikt aan twee zijden over vrijliggende (brom)fietsvoorzieningen. In de huidige situatie wordt het parkeerterrein van het gezondheidscentrum, welke tevens ruimte biedt voor parkeren ten behoeve van het kinderdagverblijf, door middel van twee uitritconstructies op de Groenendaal ontsloten (zie figuur 2.1). Eén uitritconstructie sluit ter hoogte van de achterzijde van het gezondheidscentrum aan (noordelijke uitrit). Hier sluit aan de westzijde tevens de gebiedsontsluitingsweg Middenwetering aan. Vervolgens is er een uitritconstructie ter hoogte van de hoofdingang van het gebouw (middelste uitrit). Ten slotte worden ook het gymlokaal en twee appartementblokken op de Groenendaal ontsloten. Vanaf de Groenendaal leidt een erftoegangsweg naar deze functies. Ook deze aansluiting is vormgegeven door middel van een uitritconstructie (zuidelijke uitrit). Op deze erftoegangsweg geldt een maximum snelheid van 30 km/h en langs de weg zijn haakse parkeervakken aanwezig. In onderstaande figuur is de verkeerskundige situatie weergegeven. Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

17 6 Huidige situatie Figuur 2.1 Verkeerskundige situatie Tabel 2.1 geeft een overzicht van de verkeersintensiteiten op de verschillende gebiedsontsluitingswegen voor het jaar 2021, op basis van de beschreven autonome situatie. Daarnaast is per weg de gewenste maximale intensiteit opgenomen (bron: Verkeersveiligheidsplan, gemeente Krimpen aan den IJssel, Goudappel Coffeng 1999). De intensiteiten op de verschillende wegen mogen in de toekomst tot maximaal deze waarden toenemen. Tabel 2.1 Overzicht intensiteiten gebiedsontsluitingswegen Weg Intensiteit 2021 autonoom (mvt/etmaal) Maximaal gewenste intensiteit (mvt/etmaal) Nieuwe Tiendweg Groenendaal Driekamp Op grond van bovenstaande tabel blijkt dat de intensiteit op alle wegen de maximaal gewenste intensiteit niet overschrijdt. De verkeersintensiteiten op de omliggende wegen zijn daarom acceptabel. Openbaar vervoer Langs de Nieuwe Tiendweg en Middenwetering zijn bushaltes aanwezig die door diverse buslijnen worden aangedaan. Deze haltes liggen op maximaal 250 m loopafstand. De buslijnen verbinden de locatie met de omliggende kernen en het metrostation Capelsebrug met een frequentie van 2x per uur per richting en in de spits vaker RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

18 Huidige situatie 7 Fietsers en voetgangers Voor fietsers zijn langs alle gebiedsontsluitingswegen aparte fietsvoorzieningen aanwezig. De Driekamp en Middenwetering beschikken over fietsstroken en langs de Groenendaal en de Nieuwe Tiendweg zijn respectievelijk vrijliggende fietspaden en vrijliggende (brom)fietspaden aanwezig. Binnen de gemeentelijke fietsstructuur zijn de Driekamp, Groenendaal en Nieuwe Tiendweg allen aangewezen als primaire fietsroute (bron: Fietsstructuurplan Krimpen aan den IJssel, Goudappel Coffeng 2008). Daarnaast loopt aan de oostzijde van het gebied, tussen de Nieuwe Tiendweg en de Driekamp, een recreatieve fietsroute via de Landszoom en Vijfkamp. Leerlingen van het Krimpenerwaard College komen veelal met de fiets naar school. Deze komen zowel uit Krimpen aan den IJssel als uit de omliggende kernen. Op basis van herkomstgegevens van de school is voor deze fietsers onderzocht waar zij vandaan komen en is een verdeling gemaakt voor het wegennet. Dit is weergegeven in figuur 2.1. Hieruit blijkt dat het meeste fietsverkeer afkomstig is uit oostelijke richting (37% vanuit het zuidoosten en 9% vanuit het oosten). Logischerwijs zouden deze fietsers gebruik maken van de recreatieve fietsroute via de Vijfkamp. Andere grote verkeersstromen komen via het westelijk deel van de Nieuwe Tiendweg (11%) en via het noordelijk deel van de Groenendaal (17%). Fietsers vanaf de Nieuwe Tiendweg kunnen via de rotonde naar de Groenendaal rijden en vanaf de Groenendaal de school bereiken. Figuur 2.2 Herkomst fietsverkeer Krimpenerwaard College Langs alle wegen zijn trottoirs aanwezig. Op het kruispunt Groenendaal Driekamp en de rotonde Groenendaal Nieuwe Tiendweg zijn alle oversteeklocaties voorzien van zebramarkering. Op het kruispunt Groenendaal Middenwetering is de voetgangersoversteek voorzien van kanalisatiestrepen. Vanaf de Nieuwe Tiendweg is ter hoogte van de bestaande bushalte, een doorsteek aanwezig over de parallel gelegen waterpartij naar de appartementenblokken en de sporthal. Via een voetpad aan de achterzijde van het kinderdagverblijf en het gezondheidscentrum kunnen voetgangers tevens de toegangspoort aan de achterzijde van het Krimpenerwaard College bereiken. Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

19 8 Huidige situatie Parkeersituatie In de huidige situatie zijn 249 parkeerplaatsen in de directe omgeving van het plangebied aanwezig. Het betreft 206 parkeerplaatsen rondom het gezondheidscentrum, kinderdagverblijf, gymlokaal en appartementen en 43 parkeerplaatsen langs de Driekamp. Deze parkeerplaatsen worden in de huidige situatie gebruikt voor het Krimpenerwaard College en sportvelden. Na nieuwbouw van het Krimpenerwaard College en verplaatsing van de sportvelden naar de huidige locatie van het Krimpenerwaard College, kunnen deze parkeerplaatsen nog steeds gebruikt worden door de functies binnen het plangebied, gezien de korte loopafstanden. De parkeerplaatsen worden na planontwikkeling echter niet aangewend voor andere functies. Bovendien worden looppaden voorzien tussen de Driekamp en het plangebied. Daarom mogen deze parkeerplaatsen in het onderzoek worden meegenomen. De parkeervoorzieningen zijn weergegeven in figuur 2.3. Nabij de appartementengebouwen zijn verder 7 invalideparkeerplaatsen aanwezig, waarvan 3 op kenteken en 4 algemeen. Bij het gezondheidscentrum zijn 4 invalideparkeerplaatsen aanwezig. Figuur 2.3 Ligging parkeervoorzieningen Locatiebezoek Op 26 maart 2013 heeft een locatiebezoek plaatsgevonden gedurende de ochtendspits. Deze verkeersschouw is uitgevoerd tussen en uur op en rond het parkeerterrein van het gezondheidscentrum en kinderdagverblijf aan de Groenendaal en de erftoegangsweg langs de appartementen en het gymlokaal. De weersgesteldheid was droog. Het inventariseren van de verschillende verkeersstromen in tijd en plaats was het doel van het locatieonderzoek. Daarnaast is gekeken naar de parkeerdruk op de locatie. De bevindingen van het locatieonderzoek worden hieronder beschreven. Gemotoriseerd verkeer Bij aanvang van het onderzoek stonden twee voertuigen aan de achterzijde van het gezondheidscentrum geparkeerd (voertuigen van het gezondheidscentrum), drie op het RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

20 Huidige situatie 9 parkeerterrein aan de voorzijde van het gezondheidscentrum en 20 in de parkeervakken gelegen aan de toegangsweg richting de sporthal. Ten aanzien van het parkeren op deze locaties viel tijdens het onderzoek het volgende op: De parkeervakken langs de toegangsweg naar de sporthal worden door bezoekers (niet zijnde bewoners van de appartementenblokken) vrijwel alleen gebruikt op het moment dat het parkeerterrein bij het gezondheidscentrum vol raakt (08:45 09:00). Het aantal parkeerbewegingen op deze locatie is ook dan nog beperkt; Parkeren ten behoeve van het kinderdagverblijf vindt voornamelijk plaats op het parkeerterrein van het gezondheidscentrum. Dit vindt verspreid over de gehele periode plaats. Er is geen sprake van een parkeerpiek als gevolg van het kinderdagverblijf. Bij vollopen van het parkeerterrein wordt ofwel fout geparkeerd op het parkeerterrein (buiten de vakken, ter hoogte van de toegang) ofwel wordt in de vakken langs de toegangsweg naar de appartementenblokken geparkeerd; De parkeervakken aan de achterzijde van het gezondheidscentrum raken het eerst bezet. Verwachting is dat hier voornamelijk werknemers van het gezondheidscentrum parkeren. Deze parkeerplaatsen zijn tussen 08:15 en 08:30 vrijwel allen bezet; Tussen 08:45 en 09:00 is sprake van een hoge parkeerdruk (soms overdruk) op het parkeerterrein. Er is dan sprake van veel zoekverkeer en/of foutparkeren. Dit vindt met name plaats op het parkeerterrein aan de voorzijde van het gezondheidscentrum. Na neemt de parkeerdruk geleidelijk af. Tijdens het locatieonderzoek is waargenomen dat de meeste bezoekers van het gezondheidscentrum via de middelste uitrit (ter hoogte van de hoofdingang) aan- en afrijden. Figuur 2.4 Middelste uitrit ter hoogte van hoofdingang gezondheidscentrum Fietsers Tijdens het locatieonderzoek is met betrekking tot fietsverkeer met name op de verkeersstromen in het gebied gelet. Hierbij zijn de volgende opvallendheden geconstateerd: Er is sprake van een relatief grote fietsstroom tussen de Nieuwe Tiendweg en de toegangspoort aan de achterzijde van het Krimpenerwaard College, waarbij fietsers Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

21 10 Huidige situatie gebruik maken van de voetgangersbrug over de waterpartij parallel aan de Nieuwe Tiendweg en het voetpad aan de noordoostzijde van het gezondheidscentrum en het kinderdagverblijf. Van deze fietsstroom is sprake tussen 08:00 en 08:30. Na 08:30 neemt deze stroom fietsers sterk af; In het gymlokaal worden gymlessen voor basisonderwijs verzorgd. Ten tijde van het onderzoek kwamen de meeste kinderen zelfstandig per fiets naar dit gymlokaal. Deze fietsstroom loopt voornamelijk via de Groenendaal en de toegangsweg naar het gymlokaal. De omvang van deze stroom is beperkt; Een relatief kleine stroom fietsers rijdt naar de toegangspoort aan de achterzijde van het Krimpenerwaard College via de achterzijde van het gezondheidscentrum. Hierbij maken zij in de meeste gevallen gebruik van het trottoir; De uitrit vanaf het parkeerterrein van het gezondheidscentrum naar de Groenendaal ter hoogte van de hoofdingang van dit gebouw valt vanaf de Groenendaal minder goed op. Daarnaast wordt het zicht vanaf het parkeerterrein op het fietspad beperkt door aanwezige bomen. Figuur 2.5 Parkeerterrein noordzijde gezondheidscentrum 2.2. Verkeersveiligheidsanalyse In de huidige situatie is het Krimpenerwaard College gevestigd aan de Driekamp. Tevens beschikt de school over een toegangspoort aan de achterzijde. Deze poort komt uit aan de achterzijde van het gezondheidscentrum, aan de noordzijde van het parkeerterrein. Fietsers en voetgangers kunnen vanaf hier via onder andere een voetpad en een voetgangersbrug de Nieuwe Tiendweg bereiken. Tijdens een locatieonderzoek is waargenomen dat deze route relatief vaak gebruikt wordt. Het parkeerterrein, het voetpad en de aansluiting van de voetgangersbrug op de Nieuwe Tiendweg zijn niet in de kaartondergrond van het ongevallenbestand opgenomen. Dit geldt tevens voor de inprikker vanaf de Groenendaal naar de appartementencomplexen en de sporthal. Binnen deze ongevallenanalyse is het daarom alleen mogelijk de ongevallen mee te nemen die hebben plaatsgevonden op: RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

22 Huidige situatie 11 het wegvak van de Groenendaal tussen het kruispunt met de Driekamp en de rotonde met de Nieuwe Tiendweg; de rotonde Groenendaal Nieuwe Tiendweg; het kruispunt Groenendaal Middenwetering; het kruispunt Groenendaal Driekamp; het wegvak van de Driekamp tussen de kruispunten met de Groenendaal en de Vijfkamp; het wegvak van de Nieuwe Tiendweg tussen de rotonde met de Groenendaal en het kruispunt met de Una-Corda. In tabel 2.2 is een trendoverzicht opgenomen van alle ongevallen die hebben plaatsgevonden op bovengenoemde wegvakken en kruispunten in de afgelopen 10 jaar. In deze periode hebben in totaal 13 ongevallen plaatsgevonden, waarvan 8 slachtofferongevallen. Bij deze slachtofferongevallen liepen 4 personen ernstig letsel op (allen ziekenhuisgewonden). Het overzicht laat zien dat op deze locaties in 2010 en 2011 geen ongevallen meer zijn geregistreerd. Kanttekening hierbij is echter dat de ongevalsregistratie de afgelopen jaren is verslechterd. Tabel ) Jaar Trendoverzicht aantal ongevallen en slachtoffers naar ernst (periode Ongevallen totaal Slachtoffers totaal Doden Slachtofferongevallen Ziekenhuisgewonden Totaal Voor verdere analyse is het aantal ongevallen in de periode bekeken. Dit zijn in totaal 5 ongevallen. Hiervan hebben er drie plaatsgevonden op het kruispunt het kruispunt Groenendaal Driekamp, één op het kruispunt Groenendaal Middenwetering en 1 op het wegvak Driekamp. Ongevallen kruispunt Groenendaal Driekamp Op het kruispunt hebben in de laatste vijf jaar drie ongevallen plaatsgevonden, waarvan twee slachtofferongevallen. Bij deze slachtofferongevallen vielen in totaal twee ernstige slachtoffers (beide ziekenhuisgewonden). De drie ongevallen hebben de volgende kenmerken: 2 van de 3 ongevallen, beide slachtofferongevallen, hebben snelverkeer en langzaam verkeer (eenmaal een fietser en eenmaal een bromfietser) als botspartner. Beide ongevallen hebben als hoofdtoedracht het niet verlenen van voorrang. Zowel de fietser als de bromfietser waren ouder dan 60 jaar. 1 van de 3 ongevallen betreft een ongeval waarbij een personenauto tegen een lichtmast is gereden. Dit ongeval vond plaats tijdens duisternis. Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

23 12 Huidige situatie Ongeval kruispunt Groenendaal Middenwetering Op het kruispunt heeft de laatste vijf jaar één ongeval plaatsgevonden, een slachtofferongeval. Bij dit ongeval viel één ernstig slachtoffer. Het betreft een flankongeval tussen een personenauto en fietser, met als hoofdtoedracht het niet verlenen van voorrang. Het slachtoffer, een 9-jarige fietser, werd in het ziekenhuis opgenomen. Ongeval wegvak Driekamp Op het wegvak werd in de periode één ongeval geregistreerd. Bij dit ongeval vielen geen slachtoffers. Het betreft een flankongeval tussen en personenauto en een bromfietser met als toedracht het niet verlenen van voorrang. Hierbij was de 15-jarige bromfietser afkomstig uit een uitrit Conclusie huidige situatie Rondom het gezondheidscentrum, het kinderdagverblijf, de sporthal en het Krimpenerwaard College worden de verschillende verkeersstromen in veel gevallen los van elkaar afgewikkeld. Deels ligt dit aan de aanwezige infrastructuur: vrijliggende fietsvoorzieningen langs de Groenendaal en Nieuwe Tiendweg; aanwezige trottoirs; een doorsteek voor voetgangers vanaf de Nieuwe Tiendweg richting het gebied, met daar op aansluitend een voetpad aan de achterzijde van het kinderdagverblijf en gezondheidscentrum; parkeren ten behoeve van het gezondheidscentrum en het kinderdagverblijf vindt veelal plaats op het grote parkeerterrein aan de voorzijde van het gezondheidscentrum. Het aantal fietsers is hier zeer beperkt (alleen bezoekers van het gezondheidscentrum of incidenteel een ouder die een kind per fiets naar het kinderdagverblijf brengt). Daardoor is het aantal conflicten met fietsers bij parkeerbewegingen ook zeer gering. Deels ligt dit echter ook aan de tijd waarop verschillende activiteiten plaatsvinden, bijvoorbeeld: De parkeerplaatsen langs de toegangsweg naar de sporthal worden veelal gebruikt ten behoeve van de appartementenblokken. Alleen op het moment dat het parkeerterrein bij het gezondheidscentrum vol raakt (08:45 09:00) wordt hier vaker geparkeerd. Het aantal parkeerbewegingen is ook dan echter beperkt. Op dat moment is de stroom fietsers, met name basisschoolleerlingen richting de sporthal, hier reeds gepasseerd (08:15 08:30). Objectieve verkeersveiligheid Het aantal geregistreerde ongevallen dat in de periode heeft plaatsgevonden op de Driekamp, de Groenendaal (inclusief kruispunt met de Middenwetering) en de Nieuwe Tiendweg is gering. Nadere analyse van de ongevallen over de periode (in totaal vijf ongevallen) toont aan dat de meeste ongevallen hebben plaatsgevonden op het kruispunt Driekamp Groenendaal (drie ongevallen). Op basis van dit lage aantal ongevallen zijn geen verdere uitspraken te doen over de verkeersveiligheid op dit kruispunt. Verder kan geconcludeerd worden dat bij de ongevallen over de laatste vijf jaar geen middelbare scholieren betrokken waren RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

24 Nieuwe ontwikkeling Nieuwe ontwikkeling 3.1. Beschrijving nieuwe ontwikkeling De nieuwbouw van het Krimpenerwaard College moet plaats bieden aan leerlingen. Voor gymnastiekonderwijs is een sporthal beschikbaar. Deze is in te delen in 3 afzonderlijke zalen. Er wordt uitgegaan van medegebruik van de sportvoorziening in de avonduren en weekeinden voor trainings- en competitiedoeleinden van sportverenigingen. De sporthal moet daarom voldoen aan de NOC*NSF normen. De sporthal wordt inpandig gerealiseerd met een omvang van m 2. Tevens wordt inpandig een clubgebouw van 445 m 2 gerealiseerd voor de korfbalvereniging KOAG. Grenzend aan het schoolterrein worden 3 kunstgrasvelden voor korfbal, een aantal jeu de boulesbanen en een speelplek aangelegd. De korfbalvelden hebben tevens de functie van schoolsportveld. Op grond van CROW-kencijfers, welke opgenomen zijn in CROW-publicatie 317, kan de verkeersgeneratie van de nieuwe ontwikkelingen berekend worden. In tabel 3.1 is de verkeersgeneratie van de nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Daarbij wordt uitgegaan van sterk stedelijk gebied [CBS] en restgebied bebouwde kom. Tabel 3.1 Verkeersgeneratie nieuwe ontwikkeling Functie Krimpenerwaard College Sporthal/ sportvelden programma leerlingen Kencijfer mvt/weekdag (CROW- 317) 11,0-17,6 mvt/100 leerlingen m 2 8,6-10,3 mvt/100 m 2 bvo Omrekenfactor (CROW-317) Verkeersgeneratie weekeinddag Weekdagwerkdag: 1,4 Weekdagwerkdag: 0,5* Weekdagzaterdag: 1 Verkeersgeneratie werkdag mvt/etmaal mvt/etmaal Jeu-de-boules** 1 veld Niet bekend Niet bekend < 25 mv/etmaal Totaal mvt/etmaal n.v.t mvt/etmaal < 25 mv/etmaal mvt/etmaal * de nieuwe sporthal/sportvelden worden gebruikt door het Krimpenerwaard College. In de avonduren en weekeinden is medegebruik door sportverenigingen mogelijk. Het betreft trainings- en competitiegebruik. Uitgegaan wordt van complementair gebruik van de sporthal of de sportvelden. ** geen kencijfers bekend: aanname op basis van verwacht gebruik Op grond van bovenstaande tabel doet de maximale verkeersgeneratie zich voor op een werkdag en bedraagt circa 400 mvt/etmaal. Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

25 14 Nieuwe ontwikkeling 3.2. Nieuwe ontsluitingsstructuur Zoals in hoofdstuk 2 is beschreven, wordt de huidige verkeersstructuur gedragen door de Groenendaal als gebiedsontsluitingsweg. Vanaf de Groenendaal voert een erftoegangsweg het gebied in en biedt toegang tot de parkeervoorzieningen voor de appartementen en het gymlokaal (zuidelijke uitrit). Tevens is een toegang naar het parkeerterrein bij het gezondheidscentrum en het kinderdagverblijf. Dit terrein heeft echter ook een eigen directe toegang vanaf de Groenendaal (middelste uitrit). Daarnaast is er tegenover de Middenwetering een inrit welke toegang biedt tot de parkeervoorzieningen aan de noordzijde van het gezondheidscentrum (noordelijke uitrit). In de nieuwe situatie wordt de noordelijke parkeerweg, welke aansluit tegenover de Middenwetering, langs het Krimpenerwaard College verbonden met de zuidelijke toegang ter hoogte van de appartementen. Hierdoor ontstaat een lusstructuur voor de ontsluiting van het Krimpenerwaard College en het omliggende gebied. Een lusstructuur biedt grote voordelen ten opzichte van de bestaande doodlopende parkeerstraten, omdat voertuigen rond kunnen rijden en niet hoeven om te keren. Tevens is er bij een blokkade, bijvoorbeeld door bevoorradend verkeer, altijd een tweede toegang tot de verschillende functies. Dit is met name voor hulpdiensten een belangrijk voordeel. Figuur 3.1 Nieuwe verkeersstructuur De lusstructuur wordt vormgegeven als een erftoegangsweg en krijgt een wettelijke maximumsnelheid van 30 km/h. Conform de richtlijnen van Duurzaam Veilig en de ontwerprichtlijnen in het ASVV [CROW 2012] is gemengd verkeer op erftoegangswegen toegestaan. Het realiseren van vrijliggende fietspaden of fietsstroken op de rijbaan is dan ook niet noodzakelijk. Omdat het Krimpenerwaard College echter veel fietsverkeer zal aantrekken, is ervoor gekozen een vrijliggend fietspad te realiseren. Dit fietspad voert vanaf de Nieuwe Tiendweg (ter hoogte van de Landszoom/Vijfkamp) langs de handbalvelden naar het Krimpenerwaard College. Vervolgens sluit het fietspad langs de korfbalvelden aan op de RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

26 Nieuwe ontwikkeling 15 fietsstructuur langs de Groenendaal. Fietsverkeer kan hierdoor geheel conflictvrij (zonder autoverkeer te ontmoeten) het Krimpenerwaard College bereiken. In de volgende paragraaf worden de effecten van deze lusstructuur beschreven Verkeersafwikkeling Autoverkeer Het autoverkeer van en naar het Krimpenerwaard College wordt afgewikkeld via de noordelijke en zuidelijke uitrit op de Groenendaal (zie figuur 3.1). Het verkeer zal zich gelijkmatig over de verschillende aansluitingen verdelen, waardoor het verkeer op deze aansluitingen met circa 200 mvt/etmaal toeneemt. Benadrukt dat dit verkeer zich niet op één bepaald moment van de dag concentreert, maar verspreid over de dag aankomt en vertrekt. Dat geldt met name voor het verkeer naar het Krimpenerwaard College en naar de nieuwe sportvoorzieningen, omdat het gebruik van deze voorzieningen hoofdzakelijk complementair is. Ervan uitgaande dat 50% van het verkeer van en naar het Krimpenerwaard College gedurende één spitsuur aankomt en vertrekt, betreft dit 130 mvt/uur. Dit verkeer zal zich gelijkmatig over de lusstructuur verdelen, waardoor de verkeersintensiteit in het drukste uur met 65 mvt/uur per uitrit op de Groenendaal toeneemt. Bovendien zal een deel van het verkeer afwikkelen via en parkeren aan de Driekamp, waardoor deze voertuigen geen belasting leggen op de lusstructuur. Vanuit een worstcasebenadering is voor de verkeersafwikkeling aangenomen dat al het verkeer naar het Krimpenerwaard College via de lusstructuur zal rijden. Uit de verkeersschouw blijkt dat in de huidige situatie maximaal 50 mvt gedurende het spitsuur per uitrit in- en uitrijden. De intensiteit op de uitritten neemt daarom toe tot maximaal 115 mvt/uur. Benadrukt wordt dat de meest gebruikte (middelste uitrit ter hoogte van de hoofdingang van het gezondheidscentrum) niet wordt belast door de nieuwe ontwikkeling. Ter hoogte van de noordelijke uitrit betreft het een parkeerstraat, waar parkeren met name door personeel van het gezondheidscentrum plaatsvindt. Het aantal parkeerwisselingen is daardoor in de huidige situatie laag, waardoor het niet bezwaarlijk is om verkeer naar de nieuwe ontwikkeling via deze weg te leiden. Bovendien wordt hier een vrijliggend fietspad gerealiseerd, waardoor auto- en fietsverkeer niet gemengd worden afgewikkeld en er geen conflictpunten tussen auto en fiets optreden. In het zuiden betreft het een erftoegangsweg die thans gebruikt wordt voor de ontsluiting van het gymlokaal en de appartementen. De maximaal wenselijke intensiteit op erftoegangswegen bedraagt volgens het CROW mvt/etmaal [ASVV-2004]. Omdat in deze situatie parkeren direct langs de weg is gesitueerd, wordt hier uitgegaan van een maximaal wenselijke intensiteit van mvt/etmaal en 300 mvt/spitsuur. Aangezien de intensiteit in het spitsuur toeneemt tot maximaal 115 mvt/uur, blijft deze ruimschoots onder de maximaal gewenste intensiteit en is de verkeersafwikkeling acceptabel. Daarnaast zijn voor de verkeersafwikkeling op de Groenendaal met het softwarepakket Capacito diverse kruispuntberekeningen uitgevoerd voor de ochtend- en avondspits. Gebruik is gemaakt van de methode Harders. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: - De verkeersintensiteit op de Groenendaal is ontleend aan tabel 2.1. Voorts is uitgegaan van een spitsuurpercentage van 10% en een richtingverdeling van 50/50; - Voor de intensiteit van de Middenwetering is aangesloten bij de intensiteit van de Groenendaal; Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

27 16 Nieuwe ontwikkeling - De verkeersintensiteit op de in- en uitritten van nieuwe lusstructuur bedraagt in de huidige situatie maximaal 50 mvt in het spitsuur, gebaseerd op de uitgevoerde verkeersschouw; - Verder wordt ervan uitgegaan dat 50% van het verkeer van en naar het Krimpenerwaard College gedurende het spitsuur afwikkelt. Hiervan is 75% in de ochtendspits ingaand verkeer en in de avondspits uitgaand verkeer; - Uitgangspunt is dat het verkeer van en naar de nieuwe ontwikkeling zich gelijk verdeeld over beide in- en uitritten van de nieuwe lusstructuur. In bijlage 1 zijn de stroomdiagrammen en uitkomsten van de capaciteitsberekeningen opgenomen. Uit de berekeningen kan het volgende worden geconcludeerd: Kruispunt Middenwetering/Groenendaal/noordelijke uitrit - Ochtendspits: er treedt geen wachttijd op voor het verkeer. De verkeersafwikkeling is acceptabel; - Avondspits: er treedt geen wachttijd op voor het verkeer. De verkeersafwikkeling is acceptabel. Kruispunt Groenendaal/zuidelijke uitrit - Ochtendspits: er treedt geen wachttijd op voor het verkeer. De verkeersafwikkeling is acceptabel; - Avondspits: er treedt geen wachttijd op voor het verkeer. De verkeersafwikkeling is acceptabel. Bovendien is er op beide kruispunten nog ruim voldoende restcapaciteit beschikbaar, waardoor de verkeersafwikkeling ook na 2021 niet tot problemen zal leiden. Voorts is in hoofdstuk 2 een tabel opgenomen met maximaal gewenste intensiteiten op de omliggende wegen. Deze intensiteiten zijn afkomstig uit de RVMK, waar reeds verkeersprognoses voor de toekomst zijn opgenomen. Hierin is al rekening gehouden met ruimtelijke ontwikkelingen, waardoor de verkeerstoename van onderhavige ontwikkeling niet afzonderlijk toegedeeld hoeft te worden op de omliggende wegen. Zelfs wanneer, vanuit een worstcasebenadering, het verkeer van de nieuwe ontwikkeling wel volledig wordt toegerekend aan alle omliggende wegen, blijft de intensiteit in de toekomstige situatie binnen de maximaal gewenste intensiteiten, zie tabel 3.2. Tabel 3.2 Overzicht intensiteiten gebiedsontsluitingswegen Weg Intensiteit 2021 autonoom (mvt/etmaal) Intensiteit 2021 incl. ontwikkeling (mvt/etmaal) Maximaal gewenste intensiteit (mvt/etmaal) Nieuwe Tiendweg Groenendaal Driekamp Geconcludeerd wordt dat omliggende wegen het verkeer van en naar de nieuwe ontwikkeling ruimschoots kunnen afwikkelen Langzaam verkeer In paragraaf 2.1 is de huidige verkeerstructuur voor fietsers beschreven. Ook is de herkomst van de leerlingen van het Krimpenerwaard College onderzocht. Hierin is aangegeven dat de meeste leerlingen een herkomst hebben ten oosten van de ontwikkeling (46%). Tijdens het RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

28 Nieuwe ontwikkeling 17 locatieonderzoek is geconstateerd dat een groot deel van deze fietsers, komend vanaf de Landszoom en Nieuwe Tiendweg, gebruik maakt van de voetgangersbrug, ter hoogte van de appartementblokken, over de waterpartij parallel aan de Nieuwe Tiendweg. Door de aanleg van een nieuwe fietsverbinding, aansluitend op de vrijliggende (brom)fietsvoorziening langs de Nieuwe Tiendweg vanaf de Landszoom, kan dit fietsverkeer vanaf de Nieuwe Tiendweg direct en conflictvrij het Krimpenerwaard College bereiken. Het gebruik van de voetgangersbrug zal dan ook afnemen. De nieuwe fietsverbinding wordt doorgetrokken parallel aan de lusstructuur in noordwestelijke richting, naar de sportvelden en zo achter het gezondheidscentrum langs naar de Groenendaal. Komend vanaf de noordelijke aansluiting maakt de fietser ook hier geen gebruik van de rijbaan, maar van een vrijliggend fietspad. Ook hoeven fietsers op het kruispunt Groenendaal/Middenwetering niet over te steken, vanwege het tweerichtingsfietspad tussen de Driekamp en de noordelijke uitrit. Daardoor ontstaat vanaf de Nieuwe Tiendweg ter hoogte van de Landszoom tot de Driekamp een geheel conflictvrij fietspad. Fietsers vanuit zuidelijke en zuidwestelijke richting (Nieuwe Tiendweg en Vuurdoornlaan) kunnen via de rotonde naar de Groenendaal rijden en vanaf de Groenendaal de school bereiken. Hier is geen vrijliggende fietsvoorziening voorzien. Tijdens het locatieonderzoek is echter geconstateerd dat deze fietsstroom zeer beperkt is. Bovendien is het aantal parkeerwisselingen op de erftoegangsweg vanaf de zuidelijke uitrit laag, waardoor het acceptabel is dat fietsers hier gebruik maken van de rijbaan. In figuur 3.2 is de fietsstructuur weergegeven. Figuur 3.2 Fietsstructuur Voetgangers maken gebruik van de bestaande trottoirs. Daarnaast wordt langs de nieuwe fietsverbinding tussen de Nieuwe Tiendweg, ter hoogte van de aansluiting van de Landszoom, ook een nieuw trottoir voorzien. Voor voetgangers wijzigt de verkeersstructuur Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

29 18 Nieuwe ontwikkeling verder niet wezenlijk. Ook worden looproutes naar de parkeervoorzieningen langs de Driekamp voorzien Verkeersveiligheid Door realisatie van een vrijliggende fietsverbinding vanaf de Nieuwe Tiendweg, via het Krimpenerwaard College en de sportvelden naar de Groenendaal wordt de verkeersafwikkeling tussen gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer op de nieuwe lusstructuur vrijwel geheel conflictvrij geregeld. Alleen op de zuidelijke tak van de lus maken fietsers en gemotoriseerd verkeer gebruik van dezelfde infrastructuur. Tijdens het locatieonderzoek is echter geconstateerd dat de stroom fietsers hier beperkt is. Langs dit deel zijn, evenals in de huidige situatie, ook haakse parkeervakken aanwezig. Uit het locatieonderzoek blijkt dat hier voornamelijk wordt geparkeerd door bewoners van de appartementblokken en dat het aantal parkeerbewegingen ten tijde van de schoolspits hier beperkt is. De nieuwe fietsverbinding zorgt er tevens voor dat minder langzaam verkeer gebruik zal maken van de voetgangersbrug over de waterpartij langs de Nieuwe Tiendweg ter hoogte van de bestaande bushalte. Deze voetgangersbrug wordt in de huidige situatie veel gebruikt door fietsers. In de toekomstige situatie neemt het aantal conflicten tussen voetgangers en fietsers op deze brug af. Door de verplaatsing van het Krimpenerwaard College zullen minder fietsers gebruik maken van het vrijliggende fietspad tussen de noordelijke en zuidelijke uitrit van de nieuwe lusstructuur langs de Groenendaal. Fietsende scholieren slaan komend vanaf het noordwestelijk deel van de Groenendaal linksaf het nieuwe fietspad op en fietsers vanuit zuidoostelijke richting op de Groenendaal slaan rechtsaf de lusstructuur op. Dit betekent dat minder fietsers de bestaande uitritten van het parkeerterrein van het gezondheidscentrum kruisen. Het feit dat fietsers minder van de route gebruik zullen maken, is positief voor de verkeersveiligheid RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

30 Parkeerbalans Parkeerbalans Om te beoordelen of er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn om de parkeerbehoefte van het Krimpenerwaard College op te vangen, wordt naar de integrale parkeerbehoefte van het gehele gebied gekeken. Bezien wordt of dubbelgebruik van parkeerplaatsen mogelijk is, omdat niet alle functies gelijktijdig een pieksituatie kennen. In dit hoofdstuk is bezien wat de gebruikstijden zijn van de bestaande en nieuwe functies en is op grond van actuele parkeerkencijfers de parkeerbehoefte voor de bestaande en nieuwe situatie berekend Beschrijving gebruik bestaande functies Rondom het plangebied zijn bestaande functies aanwezig. Het gebruik van deze functies is van belang voor het beoordelen van de parkeersituatie van het nieuwe Krimpenerwaard College en de omgeving. Alle functies worden meegenomen die gebruik maken van de 249 bestaande parkeerplaatsen die in het onderzoek worden betrokken (zie figuur 2.3). Voor de aanwezigheidspercentages wordt uitgegaan van het CROW, tenzij anders vermeld (zie tabel 4.1). Tabel 4.1 Gebruiksinformatie functies Adres functie Gebruikstijden door-deweeks Gebruikstijden weekeinde Groenendaal 1 Gezondheidscentrum Aanwezigheid conform kencijfers CROW (publicatie 317). Wel wordt uitgegaan van een beperkt avondgebruik (30%) conform het bestemmingsplan gezondheidscentrum (9 maart 2010) Groenendaal 5-7 Onderdak Maximaal gebruik: 8 ruimten (=100%)* Hardloopgroepen *zie bijlage 2 Gymlokaal Ochtend: 63%* Middag: 100% (woensdag)* Avond: 88%* Overdag basisscholen en Krimpenerwaard College s avonds sportverenigingen Ochtend: 25%* Middag: 13%* Avond: 38%* Gebruik ochtend en begin van de middag Conform opgave werkelijke gebruikstijden Nieuwe ontwikkelingen Voor het Krimpenerwaard College is uitgegaan van de aanwezigheidspercentages conform het CROW. In tegenstelling tot het CROW wordt wel uitgegaan van een beperkt avondgebruik. De nieuwe sporthal/sportvoorzieningen worden door-de-weeks met name Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

31 20 Parkeerbalans door het Krimpenerwaard College gebruikt, waardoor er dan slechts een beperkte eigen parkeervraag is. In de avonduren is er wel een parkeervraag door trainingen. Dan zijn geen toeschouwers aanwezig. In het weekeinde worden wedstrijden gehouden, waardoor uitgegaan wordt van volledige bezetting. De gebruikte aanwezigheidspercentages zijn in tabel 4.2 weergegeven. Tabel 4.2 Aanwezigheidspercentages parkeerbalans (cursief is afwijkend t.o.v. CROW) werkdag zaterdag zondag ochtend middag avond koopavond nacht middag avond middag kdv halen/brengen 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% werknemers 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% jeugdinstelling 63% 100% 88% 88% 0% 25% 13% 38% gymlokaal 10% 10% 100% 100% 0% 100% 0% 0% handbal 25% 25% 50% 50% 0% 100% 25% 100% hardloopgroepen 0% 0% 100% 0% 0% 100% 0% 100% appartementen - bewoners 50% 50% 90% 80% 100% 60% 80% 70% appartementen - bezoekers 10% 20% 80% 70% 0% 60% 100% 30% gezondheidscentrum 100% 100% 30% 30% 0% 10% 10% 10% korfbal 0% 25% 50% 50% 0% 100% 25% 100% jeu de boules 25% 25% 50% 50% 0% 100% 25% 100% school 100% 100% 30% 0% 0% 0% 0% 0% Sporthal - toeschouwers 0% 0% 0% 0% 0% 100% 100% 100% Sporthal 0% 25% 100% 100% 0% 100% 25% 100% 4.2. Berekening parkeerbehoefte Voor het bepalen van de parkeerbalans wordt aangesloten bij de parkeerkencijfers uit publicatie 317 [CROW-2012], tenzij hieronder anders aangegeven. Uitgegaan wordt van gebiedstype rest bebouwde kom in sterk stedelijk gebied. Voor de aanwezigheidspercentages wordt aangesloten tabel 4.2. Hieronder volgt een toelichting op de gehanteerde parkeerkencijfers: Kinderdagverblijf: uitgegaan wordt van publicatie 182 [CROW-2008] voor het bepalen van het aantal parkeerplaatsen voor Kiss&Ride. In deze publicatie is daarvoor een toegesneden methode opgenomen. Daarbij wordt uitgegaan van 80% autogebruik. De parkeerbehoefte voor het personeel wordt gebaseerd op de kencijfers uit publicatie 317 op basis van het aantal m 2 bvo. Jeugdinstellingen: hiervoor zijn geen kengetallen beschikbaar. Het gaat hier om met name kinder- en jeugdactiviteiten, waardoor het autogebruik relatief laag is. Deze functie is het meest vergelijkbaar met de parkeerbehoefte voor een cultureel centrum/wijkgebouw uit publicatie 182. Aangesloten wordt bij de gemiddelde parkeerbehoefte van deze functie. In verband met het relatief lage autogebruik behoeft niet bij het maximale kencijfer te worden aangesloten. Gymlokaal: hiervoor is uitgegaan van de kengetallen voor sporthal (binnen) op basis van publicatie 317. Er wordt uitgegaan van een beperkte parkeervraag overdag, omdat dan alleen basisscholen en het Krimpenerwaard College gebruik maken van het gymlokaal. In de avond is de parkeervraag groter, vanwege de sportverenigingen RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

32 Parkeerbalans 21 Handbalveld: omdat voor een specifiek handbalveld geen kengetallen beschikbaar zijn, is uitgegaan van een gemiddelde voor andere sportfuncties (zoals squash en tennis). Voor het verzamelpunt van de hardloopgroepen is een aanname gedaan van de parkeerbehoefte op grond van het gebruik. Voor appartementen is uitgegaan van het kengetal voor koop, etage, duur op grond van publicatie 317. Voor de aanwezigheid is uitgegaan van woningen bewoners en woningen bezoekers conform het CROW. Voor bezoekers is conform het CROW uitgegaan van 0,3 pp/woning. Dit is afgetrokken van de parkeerbehoefte voor bewoners. Voor het gezondheidscentrum is uitgegaan van de kencijfers op basis van publicatie 317. Hierbij wordt uitgegaan van 1,9-2,4 pp/behandelkamer. Voor de maximale parkeerbehoefte is vanuit een worstcasebenadering aangesloten bij de parkeerbehoefte zoals opgenomen in het bestemmingsplan Gezondheidscentrum (gemeente Krimpen aan den IJssel, 2010), waarin uitgegaan wordt van 2,5 pp/100 m 2 bvo. Voor de korfbalvelden en jeu de boulebaan is uitgegaan van het kengetal voor sportveld. Voor het Krimpenerwaard College is uitgegaan van het kengetal voor een middelbare school. Voor de aanwezigheid is uitgegaan van dagonderwijs uit publicatie 317. Er vindt geen avondonderwijs plaats. Wel zijn er in de avondperiode activiteiten, zoals oudergesprekken. Daarom wordt voor de avondperiode aanvullend uitgegaan van 30% aanwezigheid. Voor de tribune van de sporthal is uitgegaan van de kengetallen voor stadion en voor het extern gebruik van de sporthal is uitgegaan van de kengetallen van een overdekte sporthal. In tabel 4.3 en 4.4 is de parkeerbehoefte per periode weergegeven uitgaande van de minimale en maximale kencijfers. Omdat invalidenparkeerplaatsen niet meegenomen mogen worden in het dubbelgebruik van parkeerplaatsen (dit zijn exclusieve parkeerplaatsen ), zijn deze afzonderlijk inzichtelijk gemaakt met een aanwezigheidspercentage van 100% gedurende de gehele week. Uit tabel 4.3 en 4.4 blijkt dat de parkeerbehoefte van het Krimpenenerwaard College circa 56 parkeerplaatsen bedraagt. Daarnaast kennen de sportfuncties een parkeerbehoefte, die zich met name buiten de schooltijden van het Krimpenerwaard College manifesteert. Ten behoeve van het Krimpenerwaard College worden 49 nieuwe parkeerplaatsen voorzien, waardoor in en rondom het plangebied 298 parkeerplaatsen aanwezig zijn. De parkeerplaatsen zijn weergegeven in figuur 4.1. Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

33 22 Parkeerbalans Figuur 4.1 Beschikbare parkeerplaatsen Uit tabel 4.3 blijkt dat de maximale parkeerbehoefte optreedt op een werkdagvond en 293 parkeerplaatsen bedraagt. Uitgaande van de minimale parkeerkencijfers is de parkeerbehoefte 228 parkeerplaatsen. Overdag, als het Krimpenerwaard College volledig gebruikt wordt, bedraagt de parkeerbehoefte maximaal 292 parkeerplaatsen. Aan de Groenendaal zijn met de 49 nieuwe parkeerplaatsen in totaal 255 parkeerplaatsen aanwezig. De overige parkeerbehoefte wordt op de bestaande 43 parkeerplaatsen aan de Driekamp opgevangen. Dit betreft met name de parkeerbehoefte van de sportvoorzieningen en een klein deel van de parkeerbehoefte van het Krimpenerwaard College. Conclusie parkeerbalans Op basis van onderstaande tabellen blijkt dat de maximale parkeerbehoefte optreedt op de werkdagavond. Op de werkdagmiddag is er sprake van een nagenoeg gelijke parkeerdruk. In alle andere perioden ligt de parkeerdruk lager. De parkeerbehoefte bedraagt dan maximaal 293 parkeerplaatsen. Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven zijn momenteel in het gebied 249 parkeerplaatsen aanwezig, waarvan 11 invalidenparkeerplaatsen. Ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling worden 49 parkeerplaatsen toegevoegd, waarvan 3 invalideparkeerplaatsen. Het maximaal aantal parkeerplaatsen bedraagt in de nieuwe situatie 298 parkeerplaatsen. De maximale parkeerbehoefte kan dus ruimschoots opgevangen worden op de bestaande parkeerterreinen. De sportfuncties en een klein deel van het Krimpenerwaard College zal parkeren langs de Driekamp. De overige parkeerbehoefte wordt op de parkeervoorzieningen langs de Groenendaal opgelost. Er bestaat een overschot van minimaal 5 parkeerplaatsen. De parkeerbalans is sluitend RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

34 Tabel 4.3 Parkeerbehoefte per periode (maximaal kencijfer) functie programma Parkeerkencijfers maximaal normatief werkdag zaterdag Rekening houden met invalidenpp maximaal Ochtend Middag avond Zondag Koopavond nacht middag avond middag kdv halen/ brengen 6 lokaal methode publicatie 182 CROW ,0 11,0 11,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 per 100 m2 werknemers 900 m2 1,3 bvo 11,7 11,7 11,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 jeugdinstelling 900 m2 1,5 per 100 m2 bvo 13,5 8,5 13,5 11,9 11,9 0,0 3,4 1,8 5,1 gymlokaal 1000 m2 2,9 per 100 m2 bvo 29,0 2,9 2,9 29,0 29,0 0,0 29,0 0,0 0,0 handbal 0,2 ha 27,0 per ha 5,4 1,4 1,4 2,7 2,7 0,0 5,4 1,4 5,4 hardloopgroepen ,0 40,0 0,0 0,0 40,0 0,0 0,0 40,0 0,0 40,0 appartementen - bewoners 38 woningen 2,0 per app. 76,0 69,0 34,5 34,5 62,1 55,2 69,0 41,4 55,2 48,3 waarvan invalideparkeerplaats 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 appartementen - bezoekers 38 woningen 0,3 per app. 11,4 1,1 2,3 9,1 8,0 0,0 6,8 11,4 3,4 gezondheidscentrum 5250 m2 2,5 per 100 m2 bvo 131,3 127,3 127,3 127,3 38,2 38,2 0,0 12,7 12,7 12,7 waarvan invalideparkeerplaats 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 korfbal 0,65 ha 27,0 per ha 17,6 0,0 4,4 8,8 8,8 0,0 17,6 4,4 17,6 jeu de boules 0,08 ha 27,0 per ha 2,2 0,5 0,5 1,1 1,1 0,0 2,2 0,5 2,2 per 100 school 1050 leerlingen 5,3 leerlingen 55,7 52,7 52,7 52,7 15,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 waarvan invalideparkeerplaats 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 sporthal 200 zitplaats 0,2 per zitplaats 40,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 40,0 40,0 40,0 sporthal 2080 m2 bvo 2,9 per 100 m2 bvo 60,3 0,0 15,1 60,3 60,3 0,0 60,3 15,1 60,3 totaal RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

35 24 Parkeerbalans Tabel 4.4 Parkeerbehoefte per periode (minimaal kencijfer) functie programma Parkeerkencijfers minimaal normatief werkdag zaterdag Rekening houden met invalidenpp Minimaal ochtend middag avond Zondag Koopavond nacht middag avond middag kdv halen/ brengen 6 lokaal methode publicatie 182 CROW ,0 11,0 11,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 per 100 m2 werknemers 900 m2 1,1 bvo 9,9 9,9 9,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 jeugdinstelling 900 m2 1,5 per 100 m2 bvo 13,5 8,5 13,5 11,9 11,9 0,0 3,4 1,8 5,1 gymlokaal 1000 m2 2,4 per 100 m2 bvo 24,0 2,4 2,4 24,0 24,0 0,0 24,0 0,0 0,0 handbal 0,2 ha 13,0 per ha 2,6 0,7 0,7 1,3 1,3 0,0 2,6 0,7 2,6 hardloopgroepen ,0 40,0 0,0 0,0 40,0 0,0 0,0 40,0 0,0 40,0 appartementen - bewoners 38 woningen 1,2 per app. 45,6 38,6 19,3 19,3 34,7 30,9 38,6 23,2 30,9 27,0 waarvan invalideparkeerplaats 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 appartementen - bezoekers 38 woningen 0,3 per app. 11,4 1,1 2,3 9,1 8,0 0,0 6,8 11,4 3,4 gezondheidscentrum 5250 m2 1,9 per 100 m2 bvo 99,8 95,8 95,8 95,8 28,7 28,7 0,0 9,6 9,6 9,6 waarvan invalideparkeerplaats 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 korfbal 0,65 ha 13,0 per ha 8,5 0,0 2,1 4,2 4,2 0,0 8,5 2,1 8,5 jeu de boules 0,08 ha 13,0 per ha 1,0 0,3 0,3 0,5 0,5 0,0 1,0 0,3 1,0 per 100 school 1050 leerlingen 3,3 leerlingen 34,7 31,7 31,7 31,7 9,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 waarvan invalideparkeerplaats 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 sporthal 200 zitplaats 0,04 per zitplaats 8,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 8,0 8,0 8,0 sporthal 2080 m2 bvo 2,4 per 100 m2 bvo 49,9 0,0 12,5 49,9 49,9 0,0 49,9 12,5 49,9 totaal RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

36 5. Eindconclusie Aan de Groenendaal wordt de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College met bijbehorende sportfaciliteiten voorzien. Deze ontwikkeling brengt extra verkeer en parkeerdruk met zich mee. In deze mobiliteitstoets is onderbouwd dat als gevolg van dit extra verkeer en de toename van de parkeerdruk geen onacceptabele situaties voor de omgeving optreden. De volgende conclusies kunnen worden getrokken: - De verkeerstoename van de nieuwe ontwikkeling kan ruimschoots opgevangen worden op de bestaande erftoegangswegen naar de Groenendaal en op de Groenendaal zelf. Door het realiseren van een lusstructuur wordt het verkeer over twee uitritten verspreid op de Groenendaal afgewikkeld, waardoor er een robuust verkeerssysteem ontstaat. In het drukste spitsuur neemt de intensiteit op de uitritten naar de Groenendaal toe tot maximaal 115 mvt/uur. Deze intensiteit blijft ruimschoots binnen de maximaal gewenste intensiteit op de Groenendaal. Ook op de omliggende wegen blijft de intensiteit binnen de maximaal gewenste intensiteit. - De verkeersveiligheid voor het langzaam verkeer en met name de fietsers is gewaarborgd, omdat in het ontwerp een volledig conflictvrije fietsroute wordt voorzien tussen de Nieuwe Tiendweg en de Driekamp. Ook zal het fietsverkeer op de Groenendaal naar het bestaande Krimpenerwaard College afnemen. Gezien de vele uitritten langs deze weg is dit positief voor de verkeersveiligheid. Daarnaast zal het illegaal gebruik van de voetgangersbrug vanaf de Nieuwe Tiendweg door fietsverkeer afnemen. Uit ongevalscijfers blijkt voorts dat er in de huidige situatie geen sprake is van een verkeersonveilige situatie. - De parkeerbehoefte van de nieuwe ontwikkeling kan met de realisatie van 49 extra parkeerplaatsen ruimschoots binnen het plangebied worden opgevangen. In totaal zijn dan, inclusief de reeds aanwezige 249 parkeerplaatsen, rondom het plangebied 298 parkeerplaatsen aanwezig. De maximale parkeerbehoefte bedraagt 293 parkeerplaatsen (werkdagavond). Er bestaat een overschot van 5 parkeerplaatsen, waardoor er sprake van een ruimschoots sluitende parkeerbalans. Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat het aspect verkeer en parkeren de realisatie van het Krimpenerwaard College en bijbehorende sportfaciliteiten niet in de weg staat. RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

37 26 Eindconclusie Bijlage 1 Verkeersberekeningen Kruispunt Middenwetering/Groenendaal/in- en uitrit noord Ochtendspits RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

38 Eindconclusie 27 Avondspits Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

39 28 Eindconclusie Kruispunt Groenendaal/in- en uitrit zuid Ochtendspits RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

40 Eindconclusie 29 Avondspits Adviesbureau RBOI RBOI-Rotterdam bv r

41 30 Eindconclusie Bijlage 2 Gebruik onderdak RBOI-Rotterdam bv onderdeel van de RBOI-Groep

42 Overzicht gebruikers van ruimten in het Onderdak (niet sportgerelateerde huurders) Aantal aanwezige gebruikers Jeugdnatuurwacht 31 man Vereniging De Brug 5-20 man 100 m² Stichting jeugd en jongerenwerk 84 m² Centrum man 66 m² Keuken 2 man 10.4 m² kantoor 6 man 12 m² Opp. Gehuurde deel 19,8 m² (niet zeker, kleine ruimte achter de sportzaal volgens enquête) YMCA man 143,9 m² Speel-o-theek 3 man 61,3 m² (niet zeker op de plattegrond staat een berging en een ruimte voor de speel-o-theek maar in enquête staat 1 ruimte voor speelgoed uitleen) Gebruiker Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag O M A O M A O M A O M A O M A O M A O M A Speel-otheek YMCA Berging/ ruimte/ keuken Jeugd en jongeren- Werk Kantoor/ Keuken/ Ruimte De Brug Jeugdnatuurwacht Huur (1 of 3) zijn het aantal ruimtes. O staat voor ochtend, 8:00-12:00. M staat voor middag, 12:00-18:00. A staat voor avond, 18:00-00:00.

43 Bijlage 2 Quick scan ecologie

44 Quick scan nieuwbouw Krimpenerwaard College, gemeente Krimpen aan den IJssel Opdrachtgever: Contactpersoon: Opdrachtnemer: Opsteller(s): Versienummer: Gemeente Krimpen aan den IJssel dhr. H.W. Dijk Ecoresult dhr. L. Boon 0.2, definitief Datum: 17 juni 2011 Rapportnummer: Aantal pagina s: 18 Wijze van citeren: Boon, L., Quick scan nieuwbouw Krimpenerwaard Collega, gemeente Krimpen aan den IJssel. Rapportnummer , Ecoresult, Dordrecht

45 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Werkwijze Algemeen Veldbezoek Bronnenonderzoek Beschrijving geplande activiteiten Weersomstandigheden Leeswijzer Korte samenvatting Flora- en faunawet Resultaten Beschrijving habitat onderzoeksgebied Resultaten (strikt) beschermde soorten per soortgroep en potentieel voorkomen Vaatplanten Zoogdieren vleermuizen Zoogdieren grondgebonden Reptielen Amfibieën Dagvlinders Libellen Vissen Kevers Kreeftachtigen Weekdieren Vogels Toetsing aan de Flora- en faunawet Conclusies en aanbevelingen Literatuur Literatuur Internet Pagina 2 van 18

46 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel heeft Ecoresult een ecologische quick scan uitgevoerd met als doel de potentie en aanwezigheid van onder de Flora- en faunawet (strikt) beschermde flora en fauna in beeld te brengen. Het onderzoek is uitgevoerd in het onderzoeksgebied genaamd nieuwbouw Krimpenerwaard Collega, gemeente Krimpen aan den IJssel. De aanleiding voor deze quick scan is de realisatie van een nieuw schoolgebouw en sportvelden van het Krimpenerwaard College. De voorliggende notitie geeft de onderzoeksresultaten van de quick scan weer. Het onderzoeksgebied voor deze quick scan is weergegeven in afbeelding 1. Hierbij moet opgemerkt worden dat de werkelijke situatie van de noordoostkant van het onderzoeksgebied afwijkt ten opzichte van afbeelding 1. In werkelijkheid grenst het onderzoeksgebied hier in zijn totaliteit aan een doorlopende gemiddeld circa 12 meter brede watergang met natuurvriendelijke oever (zie ook afbeelding 4). Afbeelding 1 Onderzoeksgebied nieuwbouw Krimpenerwaard College. Kaartbron: Pagina 3 van 18

47 1.2 Werkwijze Algemeen Door middel van deze quick scan worden de volgende vragen beantwoord: Welke conform de Flora- en faunawet (strikt) beschermde flora en fauna 1 zijn in het onderzoeksgebied aangetroffen of komen hier potentieel voor? Zijn negatieve effecten op (strikt) beschermde flora en fauna te verwachten en zo ja, welke? Worden de verbodsbepalingen (artikelen 8-12) zoals benoemd in de Flora- en faunawet overtreden door de geplande activiteiten en op welke wijze dient in dit verband te worden gehandeld? De vragen worden beantwoord door het bepalen van de functionaliteit (functie) van het onderzoeksgebied voor (strikt) beschermde flora en fauna. Deze functionaliteittoets is gebaseerd op een visuele inspectie tijdens het veldbezoek als ook de directe omgeving (invloedsfeer). Hierbij wordt in het bijzonder gekeken naar de essentiële waarde van het onderzoeksgebied voor (strikt) beschermde flora en fauna en de effecten die de geplande activiteiten kunnen hebben op een functie. Indien tijdens de quick scan onvoldoende inzicht is gekregen in de potentie van het onderzoeksgebied voor (strikt) beschermde flora en fauna wordt dit benoemd in deze quick scan en (soortgericht) vervolgonderzoek geadviseerd Veldbezoek Het onderzoeksgebied is op 31 mei 2011 door L. Boon van Ecoresult onderzocht op het daadwerkelijk voorkomen en de potentie van het onderzoeksgebied voor (strikt) beschermde flora en fauna conform de Flora- en faunawet. Het veldonderzoek is gedaan met behulp van een verrekijker (Swarovski EL 10x42 WB Swarovision) Bronnenonderzoek De geraadpleegde relevante bronnen zijn terug te vinden in hoofdstuk Beschrijving geplande activiteiten Het volledige onderzoeksgebied wordt bouwrijp gemaakt voor geplande nieuwbouw van een schoolgebouw en drie sportvelden. De hoofdactiviteiten voor het bouwrijp maken zijn met name: De huidige gebouwen slopen en vrijgekomen materiaal afvoeren. Bomen en struiken rooien en afvoeren. Het overige terrein vlak afwerken. 1.4 Weersomstandigheden Gedurende het veldbezoek was het ca C, half tot zwaar bewolkt en kwam de wind uit NW 3 Bft. De onderzoeksomstandigheden waren voor het veldbezoek goed. Bron weersomstandigheden: 1 De (strikt) beschermde soorten zijn opgenomen en op te delen in de tabellen 1, 2, 3 en vogels van de Flora- en faunawet. Pagina 4 van 18

48 1.5 Leeswijzer In deze notitie worden achtereenvolgens een korte samenvatting van de Flora- en faunawet, de resultaten en de toetsing van de effecten van de maatregelen aan de Flora- en faunawet in de vorm van conclusies en aanbevelingen gegeven. Pagina 5 van 18

49 2 Korte samenvatting Flora- en faunawet In dit hoofdstuk worden de meest relevante onderdelen van de Flora- en faunawet besproken ten behoeve van de toetsing van de effecten van de maatregelen welke reeds eerder benoemd zijn. Voor meer informatie over toepassing van de Flora- en faunawet in de praktijk zij verwezen naar Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten! 2 De Flora- en faunawet beoogt de bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten. Dit gebeurt met name door middel van: de Algemene zorgplicht en; Verbodsbepalingen. Voor de verbodsbepalingen kent de Flora- en faunawet zowel vrijstellingsmogelijkheden als een ontheffingsplicht. Ontheffingen en vrijstellingen worden alleen verleend indien werkzaamheden geen afbreuk doen aan de duurzame instandhouding van planten- of dierpopulatie(s). Voor soorten die in bijlage IV (tabel 3) van de Habitatrichtlijn worden genoemd en voor de per Algemene Maatregel van Bestuur (Vrijstellingenbesluit) aangewezen zeldzame en bedreigde soorten (tabel 3) gelden daarnaast verzwaarde eisen. Algemene zorgplicht Artikel 2 van de Flora- en faunawet formuleert de algemene zorgplicht aldus: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Verbodsbepalingen De volgende artikelen zijn in dit kader relevant: Artikel Verbodsbepaling 8 het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. 9 het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. 10 het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. 2 Pagina 6 van 18

50 11 het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. 12 het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Welke voorwaarden verbonden zijn aan de vrijstelling of ontheffing, hangt af van de dier- of plantensoorten die voorkomen in het gebied waar de maatregelen getroffen worden. Deze soorten zijn ingedeeld in drie tabellen. In tabel 1 vindt u de lichtst beschermde soorten, in tabel 3 de zwaarst beschermde en in tabel 2 vindt u de overige soorten. Tabel 1 - Algemene soorten: algemene vrijstelling of ontheffing/lichte toets Voor deze soorten geldt de lichtste vorm van bescherming. Als deze soorten op de locatie voorkomen, en uw werk valt onder de werkzaamheden: bestendig beheer en onderhoud, ook in landbouw en bosbouw; bestendig gebruik; ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. dan geldt daarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Als geen sprake is van dit type werkzaamheden, moet u ontheffing aanvragen. Tabel 2 Overige soorten: vrijstelling met gedragscode of ontheffing/lichte toets Deze soorten krijgen een zwaardere bescherming. Er geldt alleen een vrijstelling als sprake is van werkzaamheden zoals beschreven onder tabel 1 en indien u handelt volgens een gedragscode die is goedgekeurd door de Minister van LNV. Valt uw werk niet onder de werkzaamheden zoals benoemd bij tabel 1, dan moet u een ontheffing aanvragen. Tabel 3 Soorten, genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 van de Algemene Maatregel van Bestuur: vrijstelling met gedragscode of ontheffing/uitgebreide toets Deze soorten genieten de zwaarste bescherming. Ook al is sprake van werkzaamheden zoals benoemd onder tabel 1, dan hangt het nog van de precieze aard van de werkzaamheden af of een vrijstelling met gedragscode geldt, of dat een ontheffing nodig is waarvoor de uitgebreide toets geldt. Voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt altijd dat u voor deze soorten ontheffing moet aanvragen en er geldt geen vrijstelling met gedragscode. Vogels Vogelsoorten zijn niet in de tabellen opgenomen. Alle vogels in Nederland zijn gelijk beschermd. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord, zijn verboden. Voor activiteiten die genoemd zijn onder tabel 1 geldt een vrijstelling als u handelt volgens een goedgekeurde gedragscode. Voor alle andere activiteiten moet u een ontheffing aanvragen. Voor vogels geldt overigens dat vooral in het broedseizoen sprake zal zijn van verontrusting, doden of verstoren van nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen. Als uw werkzaamheden buiten het broedseizoen Pagina 7 van 18

51 plaatsvinden zal in het algemeen niet snel een ontheffing nodig zijn. Per brief van 25 augustus 2009 heeft bevoegd gezag laten weten nieuw beleid te hebben met betrekking tot vogels. Hierin staat een aangepaste lijst met jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels 3. In geval van overtredingen van de Flora- en faunawet kan de handhaver het werk stilleggen, activiteiten verbieden of beëindigen en/of proces- verbaal opmaken. Overtredingen van de Flora- en faunawet zijn een economisch delict. Hierop zijn relatief hoge boetes mogelijk, die door de rechter worden opgelegd. In alle gevallen worden geconstateerde overtredingen behandeld door het Openbaar Ministerie (Justitie). 3 Het betreft hier de jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van de vogelsoorten Boomvalk, Buizerd, Gierzwaluw, Grote gele kwikstaart, Havik, Huismus, Kerkuil, Oehoe, Ooievaar, Ransuil, Roek, Slechtvalk, Sperwer, Steenuil, Wespendief en Zwarte Wouw. Pagina 8 van 18

52 3 Resultaten 3.1 Beschrijving habitat onderzoeksgebied De ruimte van het onderzoeksgebied is op te delen in: Rood; Grijs; Groen. Blauw is in het onderzoeksgebied afwezig, te weten open water zoals een (hoofd)watergang of poel. Ter aanscherping: de watergang met natuurvriendelijke oever die langs de gehele noordoostkant ligt valt buiten het onderzoeksgebied doordat aan de oever of in de watergang geen activiteiten uitgevoerd worden. Het rood bestaat uit: Gebouwen welke variëren in lengte, hoogte en materiaal (zowel steen als hout). De gebouwen hebben allemaal een plat dak. De meeste gebouwen zijn hoogbouw. Veel muren van de gebouwen hebben een toegankelijke spouwmuur. Soms is er een toegankelijke ruimte aanwezig achter een boeiboord. De witte portacabines zijn enkelwandig. Het grijs bestaat uit: Trottoirs/entree, (school)pleinen en onverharde wandelpaden. Op diverse (openbare) plekken staan (of hangen aan bebouwing) in verharding lantaarnpalen die straat, pleinen, bomen en gevels kunnen verlichten. Lichtkleur is onbekend. Het groen in het onderzoeksgebied bestaat uit: Zowel solitair, in een rij als in soms hoog opgaand bosplantsoen zijn struiken, heesters, gazon, perkbeplanting, bodembedekkers en bomen aanwezig. Stamdiameter van de bomen gaat tot ca cm. Door de grote hoeveelheid blad aan de bomen zijn scheuren, nissen en/of gaten in bomen niet aangetroffen. Een gazon welke dient als speelveld, berm en siergroen. Zie afbeelding 2 tot en met 7 voor een sfeerimpressie van het onderzoeksgebied. Pagina 9 van 18

53 Afbeelding 2 Sfeerimpressie onderzoeksgebied nieuwbouw Krimpenerwaard College Afbeelding 3 Sfeerimpressie onderzoeksgebied nieuwbouw Krimpenerwaard College Pagina 10 van 18

54 Afbeelding 4 Sfeerimpressie onderzoeksgebied nieuwbouw Krimpenerwaard College Afbeelding 5 Sfeerimpressie onderzoeksgebied nieuwbouw Krimpenerwaard College Pagina 11 van 18

55 Afbeelding 6 Sfeerimpressie onderzoeksgebied nieuwbouw Krimpenerwaard College Afbeelding 7 Sfeerimpressie onderzoeksgebied nieuwbouw Krimpenerwaard College Pagina 12 van 18

56 3.2 Resultaten (strikt) beschermde soorten per soortgroep en potentieel voorkomen Vaatplanten Verspreid door het onderzoeksgebied maar hoofdzakelijk aan de randen is gazongras aanwezig met hierin typische algemene soorten waaronder Pinksterbloem. Het onderzoeksgebied heeft echter geen potentie voor (strikt) beschermde soorten van deze soortgroep. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Zoogdieren vleermuizen Vaste rust- en verblijfplaatsen in gebouwen Tijdens het veldbezoek zijn geen (sporen van) vleermuizen in of aan gebouwen aangetroffen, zoals mest. Het onderzoeksgebied heeft daarentegen wel potentie voor aanwezigheid van verblijfplaatsen. In principe ieder gebouw is een potentiele verblijfplaats met uitzondering van de portacabines. De verblijfplaatsen kunnen zich onder andere bevinden in de spouwmuren of achter boeiboorden. Zie afbeelding 8 voor de toegang naar een potentiele verblijfplaats in een spouwmuur. Afbeelding 8 Potentiele vaste rust- en verblijfplaats in spouwmuur toegankelijk door open stootvoegen Vaste rust- en verblijfplaatsen in bomen Verspreid in het onderzoeksgebied staan bomen met een sterk variërende stamdiameter tot cm. en verschillende soorten (Gewone Wilg, Gewone Populier, Witte Abeel, Gewone Es). Het gaat om solitaire bomen, bomen in een enkele rij of in bosplantsoen/groenstrook. De kans op aanwezigheid van paarverblijven van onder andere Ruige Dwergvleermuis is aanwezig. Pagina 13 van 18

57 Foerageergebied Het onderzoeksgebied zorgt mogelijk voor een geschikt foerageergebied: door zijn luwtewerking boven de watergang die grenst aan het noordoosten; door aanwezigheid van het speelgrasveld met aan twee zijden hoog opgaande bomen en onderbegroeiing; door de groensingel op sommige locaties langs de Driekamp en Groenendaal in het onderzoeksgebied. Vliegroutes Het onderzoeksgebied vormt waarschijnlijk geen essentieel onderdeel van een vliegroute. Aaneengesloten lintvormige elementen waaronder groenstructuren van bomen en/of struiken of een watergang zijn in het onderzoeksgebied beperkt aanwezig. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig doordat het veldbezoek voldoende informatie heeft opgeleverd Zoogdieren grondgebonden Tijdens het veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde grondgebonden zoogdieren aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht. Mogelijk zijn wel tabel 1 soorten waaronder Egel en Mol aanwezig. Andere (strikt) beschermde grondgebonden zoogdieren worden echter niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Reptielen Tijdens het veldbezoek zijn geen reptielen aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Amfibieën Tijdens het veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde amfibieën aangetroffen. Door de aanwezigheid van de natuurvriendelijke oever net buiten het onderzoeksgebied biedt het onderzoeksgebied potentieel overwinteringsgebied voor onder andere de Gewone Pad, Bastaardkikker Meerkikker en Kleine Watersalamander. Aanvullend bronnenonderzoek bevestigd dit Dagvlinders Tijdens het veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde dagvlinders aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Libellen Tijdens het veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde libellen en juffers aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Vissen Tijdens het veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde vissen aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig. Pagina 14 van 18

58 3.2.9 Kevers Tijdens het veldbezoek zijn echter geen (strikt) beschermde kevers aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Kreeftachtigen Tijdens het veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde kreeftachtigen aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Weekdieren Tijdens het veldbezoek zijn geen (strikt) beschermde weekdieren aangetroffen en deze worden tevens niet verwacht vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Aanvullend bronnenonderzoek is niet nodig Vogels Vaste rust- en verblijfplaatsen in gebouwen Tijdens de quick scan zijn geen jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels aangetroffen (categorie 1-4). Het projectgebied heeft tevens geen potentie voor deze soorten. Eveneens worden er geen soorten met vaste rust- en verblijfplaats van categorie 5 verwacht. Vaste rust- en verblijfplaatsen in bomen Tijdens de quick scan zijn geen jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels aangetroffen (categorie 1-4). Het projectgebied heeft tevens geen potentie voor deze soorten. Eveneens worden er geen zwaarwegende negatieve effecten op soorten met vaste rust- en verblijfplaats van categorie 5 verwacht (zoals mogelijke broedgevallen van onder andere Spreeuw en Pimpelmees). Overige broedvogels Er is kans op aanwezigheid van broedgevallen (waaronder Winterkoning en Merel) van overige soorten anders dan hiervoor genoemd in voornamelijk het aanwezige groen. De periode waarin broedgevallen voor kunnen komen is grofweg van 15 maart tot en met 15 juli. Echter, vaak zijn hier uitzondering op. Pagina 15 van 18

59 4 Toetsing aan de Flora- en faunawet In dit hoofdstuk wordt het effect van de geplande activiteiten op het (potentieel) voorkomen van (strikt) beschermde flora en fauna (tabel 1, 2, 3 en vogels) in het onderzoeksgebied getoetst aan de Flora- en faunawet. De toetsing gebeurt op basis van het stoplichtenmodel. Groen Oranje Rood Uitvoering van de geplande activiteiten op de benoemde locatie heeft geen effect op de gunstige staat van instandhouding van (strikt) beschermde flora en fauna. Aanvullend soortgericht vervolgonderzoek en/of ontheffingsaanvraag is niet nodig. Mitigerende maatregelen dienen tijdens de uitvoering wel getroffen te worden. Uitvoering van de geplande activiteiten heeft mogelijk effect op de gunstige staat van instandhouding van (strikt) beschermde flora en fauna. Aanvullend soortgericht vervolgonderzoek is nodig. Op basis van de uitkomsten van dit aanvullend onderzoek dient bepaald te worden of ontheffingsaanvraag van de Flora- en faunawet nodig is of mitigerende maatregelen getroffen kunnen worden. Uitvoering van de geplande activiteiten heeft zeker effect op de gunstige staat van instandhouding van (strikt) beschermde flora en fauna. Uitvoeren van mitigerende maatregelen is nodig en/of er dient een ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. 4.1 Conclusies en aanbevelingen Het volledige projectgebied is oranje. Uitvoering van de geplande activiteiten hebben mogelijk effect op (strikt) beschermde fauna te weten vaste rust- en verblijfplaatsen, foerageergebied en vliegroute van Gewone Dwergvleermuis, Laatvlieger en Ruige Dwergvleermuis. Tevens kan er een effect optreden op aanwezige broedgevallen van vogels alsmede op te verwachten tabel 1 soorten waaronder de Mol, Egel, Bastaardkikker, Meerkikker, Gewone Pad en Kleine Watersalamander. o Door de potentie op vaste rust- en verblijfplaatsen ten aanzien van vleermuizen dient er zowel in het voor- als najaar onderzoek uitgevoerd te worden naar het daadwerkelijk voorkomen van vleermuizen zodat op basis hiervan eventueel een gericht mitigatieplan (zie ook kader) opgesteld kan worden teneinde de effecten te neutraliseren. Dit onderzoek moet uitgevoerd worden conform het vleermuisprotocol Conform de huidige interpretatie van het vleermuisprotocol dient het onderzoek minimaal te bestaan uit twee veldbezoeken in de periode 15 mei 15 juli en twee bezoeken in de periode 15 augustus 1 oktober, allen met een tussenpoos van minimaal 14 dagen. Door de grote van het onderzoeksgebied zal in het voorjaar 1 veldbezoek door 2 personen tegelijkertijd uitgevoerd moeten worden. Deze onderzoeksperiode dient strikt te worden gehanteerd, daar onderzoek in andere periode geen volledig uitsluitsel geeft. Voorkom overtreding van de Flora- en faunawet door voordat u begint met uw project uw mitigerende maatregelen aan Dienst Regelingen voor te leggen. Het gaat dan om het behoud van de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort. Het betreft hier de functies van het leefgebied die ervoor zorgen dat de soort succesvol kan rusten of voortplanten, bijvoorbeeld migratieroutes en foerageergebied. Als u deze veilig stelt door vooraf mitigerende maatregelen te treffen, heeft u mogelijk geen ontheffing meer nodig. Om zeker te zijn dat uw maatregelen voldoende zijn, laat u ze vóóraf beoordelen door Dienst Regelingen. Als deze voldoende Pagina 16 van 18

60 zijn krijgt u een beschikking met daarin de goedkeuring van uw mitigerende maatregelen. De goedkeuring krijgt u in de vorm van een afwijzing van uw ontheffingsaanvraag. Met dit besluit kunt u aantonen dat u zich houdt aan de Flora- en faunawet. Het besluit heeft u bijvoorbeeld nodig als iemand bezwaar maakt tegen uw project of vraagt om handhaving van de Flora- en faunawet. o o Er is een kans op aanwezigheid van broedgevallen (waaronder Winterkoning en Merel) van vogels. De periode waarin broedgevallen voor kunnen komen is grofweg van 15 maart tot en met 15 juli. Echter, vaak zijn hier uitzondering op. Indien werkzaamheden in deze periode uitgevoerd worden dient voorafgaand hieraan door een deskundig ecoloog het onderzoeksgebied onderzocht te worden op bezette nesten/broedgevallen zodat broedgevallen niet worden verstoord en verontrust. Mogelijk zijn er in het onderzoeksgebied beschermde soorten aanwezig die vallen onder het beschermingsregime van tabel 1 waaronder de Mol, Egel, Bastaardkikker, Meerkikker, Gewone Pad en Kleine Watersalamander. Voor activiteiten met effect op deze soorten geldt vrijstelling indien het werk zorgvuldig (conform artikel 2 van de Flora- en faunawet) uitgevoerd wordt (zie ook hoofdstuk 2 Zorgplicht ). Het verdient de aanbeveling om door de mogelijke aanwezigheid van deze tabel 1 soorten te werken conform een ecologisch werkprotocol opgesteld door een deskundig ecoloog. Pagina 17 van 18

61 5 Literatuur 5.1 Literatuur Koster, A., Vademecum wilde planten. Vijfde druk. Schuyt & Co Uitgevers en Importeurs BV, Haarlem van Dijk A.J Handleiding Broedvogel Monitoring Project (Broedvogelinventarisatie in proefvlakken). SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek- Ubbergen. 5.2 Internet KNMI, Daggegevens van het weer in Nederland =document.forms[invoer].month.value&year=document.forms[invoer].year.value RAVON, soorten, vissen Waarneming.nl, overzichten, soorten Natuurloket Pagina 18 van 18

62

63 Bijlage 3 Vleermuisonderzoek

64 Vleermuisonderzoek Krimpenerwaard College, gemeente Krimpen aan den IJssel In het kader van de Flora- en faunawet Opdrachtgever: Contactpersoon: Opdrachtnemer: Opsteller(s): Versienummer: Gemeente Krimpen aan den IJssel dhr. H. Dijk Ecoresult dhr. L. Boon 0.3, concept Datum: 14 november 2011 Rapportnummer: Collegiale toets: dhr. S. Terlouw Aantal pagina s: 16 Wijze van citeren: Boon, L., Vleermuisonderzoek Krimpenerwaard College, gemeente Krimpen aan den IJssel. In het kader van de Flora- en faunawet. Rapport , Ecoresult, Dordrecht.

65 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Doel Werkwijze Algemeen Vleermuizen Volledigheid inventarisatie Beschrijving plangebied Geplande activiteiten Resultaten Per soort Gewone Dwergvleermuis Ruige Dwergvleermuis Laatvlieger Per functie Vaste rust- en verblijfplaats Vliegroute en migratieroute Foerageergebied Toetsing aan de Flora- en faunawet Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Literatuur

66 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Voor u ligt de rapportage van het uitgevoerde vleermuisonderzoek in het plangebied Krimpenerwaard College gelegen in de gemeente Krimpen aan den IJssel. Ecoresult heeft dit vleermuisonderzoek in opdracht van de Gemeente Krimpen aan den IJssel uitgevoerd. Het plangebied is weergegeven in afbeelding 1. Gedurende de onderzoeken is ook een (tijdens het onderzoek bepaald) relevante schil rondom het plangebied onderzocht. Hiervoor is gekozen om ook een effectinschatting te kunnen maken als gevolg van de geplande activiteiten. Afbeelding 1 Plangebied Krimpenerwaard College. 3

67 Dit vleermuisonderzoek is uitgevoerd doordat uit een eerder uitgevoerde ecologische quick scan (Boon, 2011) is gebleken dat het plangebied potentieel geschikt is voor vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen in gebouwen en bomen. De aanleiding van zowel de eerder uitgevoerde ecologische quick scan als voorliggend vleermuisonderzoek is dat het volledige plangebied bouwrijp wordt gemaakt voor geplande nieuwbouw van een schoolgebouw en drie sportvelden. Deze ruimtelijke ontwikkeling kan een negatief effect hebben op vaste rust- en verblijfplaatsen, foerageergebied en vliegroutes van vleermuizen. 1.2 Doel Met behulp van dit vleermuisonderzoek worden de volgende vragen beantwoord: Welke soorten vleermuizen en functies 1 komen voor binnen het plangebied? Wordt bij uitvoer van de geplande activiteiten de Flora- en faunawet overtreden? Hoe dient in het kader van de Flora- en faunawet verder gehandeld te worden? 1.3 Werkwijze Algemeen Het plangebied is gedurende 5 veldbezoeken door dhr. L. Boon geïnventariseerd op het voorkomen en gebruik van vleermuizen. Door de grote van het plangebied waren uitvoering van 5 veldbezoeken noodzakelijk. Zie tabel 1 voor de onderzoeksdata en het moment van de dag. Hierbij is gebruik gemaakt van een aantal methoden welke verderop in deze paragraaf worden besproken. Tabel 1 Onderzoeksdata en moment Veldbezoek Datum Moment jun- 11 Ochtend jul- 11 Avond jul- 11 Ochtend aug- 11 Avond sep- 11 Avond 1 Met functie wordt hier bedoeld vaste rust- en verblijfplaats (zomer,- kraam,- paar,- en winterverblijf), foerageergebied en vliegroute. 4

68 Tijdens alle bezoeken waren de weersomstandigheden ideaal voor het inventariseren (zie tabel 2). Tabel 2 Gemiddelde weersomstandigheden op dag van veldbezoeken. Bron: Veldbezoek Temperatuur Bewolking Neerslag Windrichting Windkracht 1 Gem C Zwaar bewolkt 0 mm ZZW 2 Bft 2 Gem C Half bewolkt 0 mm OZO 2 Bft 3 Gem C Geheel bewolkt 0 mm W 4 Bft 4 Gem C Zwaar bewolkt 0 mm ZW 3 Bft 5 Gem C Half tot zwaar bewolkt 0 mm ZZW 2 Bft Vleermuizen Tijdens de veldbezoeken is op basis van geluid en visueel geïnventariseerd. Met behulp van een heterodyne batdetector met opname- en vertragingsfunctie (type: Petterson D 240x) is de echolocatie, die vleermuizen uitzenden, hoorbaar gemaakt. Wanneer op basis van frequentie, klank en ritme niet met 100% zekerheid de soort bepaald kon worden, is een opname gemaakt op een extern opname apparatuur (type: Roland EDIROL R- 09HR). Door de dieren ook zoveel mogelijk visueel waar te nemen is de determinatie geverifieerd en is het gedrag (en daarmee vaak de functie van het gebied) vastgesteld. Gedurende het voorjaar zijn de bezoeken direct vanaf zonsondergang tot twee uur na zonsondergang en tussen twee uur voor zonsopkomst en opkomst van de zon uitgevoerd. Gedurende het najaar zijn de bezoeken tussen één uur na zonsondergang en één uur voor zonsopkomst uitgevoerd Volledigheid inventarisatie Het vleermuisonderzoek is volgens het vleermuisprotocol 2011, welke in opdracht van de Gegevens Autoriteit Natuur is opgesteld uitgevoerd. Het onderzoek is een steekproef. Het is dan ook mogelijk dat soorten en functies niet waargenomen zijn, terwijl dat ze op een ander tijdstip wel aanwezig zijn. Dit is echter acceptabel, de Flora- en faunawet vraagt een initiatiefnemer om alles te doen wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. Met de gekozen methode en inspanning is dan ook voldoende invulling gegeven aan artikel 2 (Zorgplicht) van de Flora- en faunawet. Wat betreft dit onderzoek heeft de initiatiefnemer dan ook gedaan wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht. 1.4 Beschrijving plangebied Het plangebied genaamd Krimpenerwaard College is gelegen in de gemeente Krimpen aan den IJssel. De grenzen van het plangebied zijn te vinden in afbeelding 1. Bij afbeelding 1 met hierop een weergave van het plangebied dient opgemerkt te worden dat de boomgroep ten zuidwesten van het schoolgebouw grotendeels gekapt is. Eveneens bevindt zich in de huidige situatie een watergang langs de noordoostgrens van het plangebied. 5

69 In het plangebied zijn aanwezig: Schoolgebouwen welke variëren in lengte, hoogte en materiaal (zowel steen als hout). De gebouwen hebben allemaal een plat dak. De meeste gebouwen zijn hoogbouw. Veel muren van de gebouwen hebben een toegankelijke spouwmuur. Soms is er een toegankelijke ruimte aanwezig achter een boeiboord. Zowel solitair, in een rij als in soms hoog opgaand bosplantsoen zijn struiken, heesters en bomen aanwezig. Stamdiameter van de bomen gaat tot ca cm. Een gazon welke dient als speelveld, berm en siergroen. Blauw is in het onderzoeksgebied afwezig, te weten open water zoals een (hoofd)watergang of poel. De watergang met natuurvriendelijke oever die langs de gehele noordoostkant ligt valt buiten het plangebied doordat aan de oever of in de watergang geen activiteiten uitgevoerd worden. 1.5 Geplande activiteiten Het volledige onderzoeksgebied wordt bouwrijp gemaakt voor geplande nieuwbouw van een schoolgebouw en drie sportvelden. De hoofdactiviteiten voor het bouwrijp maken zijn met name: De huidige gebouwen slopen en vrijgekomen materiaal afvoeren. Bomen en struiken rooien en afvoeren. Het overige terrein vlak afwerken. 6

70 2 Resultaten Tijdens de 5 uitgevoerde veldbezoeken zijn 3 vleermuissoorten waargenomen: Gewone Dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus; Ruige Dwergvleermuis Pipistrellus nathusii; Laatvlieger Eptesicus serotinus. In dit hoofdstuk worden de resultaten eerst per soort en vervolgens per functie besproken. 2.1 Per soort Gewone Dwergvleermuis Gedurende de onderzoeken zijn 115 waarnemingen gedaan. 66 keer is de soort tijdens het voorjaarsonderzoek aangetroffen (zowel foeragerend als overvliegend). 49 waarnemingen zijn gedurende het najaarsonderzoek gedaan (zowel foeragerend, overvliegen en sociaal roepend). Naar verwachting gaat het totaal om ca dieren Ruige Dwergvleermuis Gedurende de onderzoeken zijn 11 waarnemingen gedaan. Al de 11 waarnemingen zijn gedurende het najaarsonderzoek aangetroffen (zowel foeragerend en overvliegend). Naar verwachting gaat het totaal om ca. 5-8 dieren Laatvlieger Gedurende de onderzoeken zijn 2 waarnemingen gedaan. 1 keer is de soort tijdens het voorjaarsonderzoek aangetroffen (foeragerend). 1 waarneming is gedurende het najaarsonderzoek gedaan (overvliegen). Naar verwachting gaat het totaal om ca. 1-2 dieren. 2.2 Per functie Vaste rust- en verblijfplaats Gedurende de volledige onderzoeksperiode zijn in het plangebied geen vaste rust- en verblijfplaatsen in de aanwezige gebouwen of bomen aangetroffen. De waarnemingen die in het najaar zijn gedaan geven ook geen aanleiding om een winterverblijfplaats in het plangebied te verwachten (geen zwermgedrag). Een het najaar zijn 7 waarnemingen gedaan van sociaal roepende Gewone Dwergvleermuizen. Van duidelijk baltsroep was geen sprake. 7

71 Iedere waarneming betrof die van kort roepende dieren en ook associatie met gebouwen werd niet waargenomen. Afbeelding 2 Overzicht waarnemingen roepende Gewone Dwergvleermuizen Vliegroute en migratieroute Gedurende het onderzoek zijn 11 overvliegende Gewone Dwergvleermuizen, 1 Ruige Dwergvleermuis en 1 Laatvlieger waargenomen. Doordat de waarnemingen niet te linken zijn aan (duidelijke) lijnvormige structuren en gezien het lage aantal waarnemingen vervult het plangebied geen essentiële 8

72 gebruiksfunctie als vliegroute of migratieroute. Vermoedelijk gaat het hier om verplaatsing van dieren over (zeer) korte afstanden. Afbeelding 3 Overzicht waarnemingen overvliegende Gewone- en Ruige Dwergvleermuizen en Laatvlieger Foerageergebied In het plangebied zijn 108 waarneming van foeragerende Gewone- en Ruige Dwergvleermuis en Laatvlieger gedaan (resp. 97, 10 en 1). Een duidelijk concentratie van ca. 4-7 foeragerende dieren bevond zich ten zuidwesten van het schoolgebouw in de beschutting van de aanwezige groenstrook. Soms waren er uitschieters qua aantallen, van 3 tot 11 exemplaren. Ook bevond zich een groep van ca dieren steevast ieder veldbezoek boven de 9

73 watergang gelegen langs de noordoostgrens van het plangebied. Doordat vaste rust- en verblijfplaatsen niet in het plangebied zijn aangetroffen betreffen het dieren die overdag verblijven in de woonwijken rondom het plangebied. De aanwezige factoren donker (beperkte verlichting door straatverlichting), luwte (door bomenrij) en een ruigere zone met een natuurvriendelijke oever inclusief brede watergang zorgen hier voor een geschikt foerageergebied. Afbeelding 4 Overzicht waarnemingen foeragerende Gewone- en Ruige Dwergvleermuizen en Laatvlieger 10

74 3 Toetsing aan de Flora- en faunawet Gedurende de volledige onderzoeksperiode zijn in het plangebied geen vaste rust- en verblijfplaatsen in de aanwezige gebouwen of bomen aangetroffen. Gedurende het onderzoek zijn totaal 11 overvliegende Gewone Dwergvleermuizen, 1 Ruige Dwergvleermuis en 1 Laatvlieger waargenomen. Doordat de waarnemingen niet te linken zijn aan (duidelijke) lijnvormige structuren en gezien het lage aantal waarnemingen vervult het plangebied geen essentiële gebruiksfunctie als vliegroute of migratieroute. In het plangebied zijn 108 waarneming van foeragerende Gewone- en Ruige Dwergvleermuis en Laatvlieger gedaan (resp. 97, 10 en 1). Een duidelijk concentratie van ca. 4-7 foeragerende dieren bevond zich ten zuidwesten van het schoolgebouw in de beschutting van de aanwezige groenstrook (zie afbeelding 6). Soms waren er uitschieters qua aantallen, van 3 tot 11 exemplaren. Ook bevond zich een groep van ca dieren steevast ieder veldbezoek boven de watergang gelegen langs de noordoostgrens van het plangebied (zie afbeelding 6). De aanwezige factoren (of combinatie hiervan) donker (beperkte verlichting door straatverlichting), luwte (door bomenrij) en een ruigere zone met een natuurvriendelijke oever inclusief brede watergang zorgen hier voor een geschikt foerageergebied. De geplande activiteiten resulteren niet in het verwijderen van vaste rust- en verblijfplaatsen. De geplande activiteiten resulteren eveneens niet in het verwijderen van een vliegroutestructuur. Wel kunnen de geplande activiteiten resulteren in het verwijderen van een structureel in gebruik zijnde foerageerlocaties van ca. 4-7 foeragerende dieren (eenmaal een uitschieter tot 11 exemplaren) ten zuidwesten van het schoolgebouw. Eveneens kunnen de geplande activiteiten een negatief effect hebben op een structureel in gebruik zijnde foerageerplek van ca dieren boven de watergang welke gelegen is langs de noordoostgrens van het plangebied. Om te voorkomen dat de Flora- en faunawet wordt overtreden door het verwijderen van geschikt foerageergebied dienen mitigerende maatregelen genomen te worden om de functionaliteit als foerageergebied te behouden. Door middel van het opstellen van een mitigatieplan door een deskundig ecoloog dient dit concreet invulling te krijgen. Het is mogelijk het mitigatieplan te laten toetsen door bevoegd gezag. Met een zogenaamde positieve afwijzing wordt aangegeven dat er geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk is en dat conform Flora- en faunawet gehandeld wordt. Ecologische randvoorwaarden die in ieder geval en afgestemd op het ontwerp van de nieuwe situatie in het mitigatieplan terug moeten komen zijn: Behouden van het foerageergebied boven de watergang. De huidige succesfactoren hier zijn open water, de natuurvriendelijke oever met ruigte sprook, vrijwel afwezigheid van straatverlichting s nachts en luwte. Deze factoren dienen in de nieuwe situatie minimaal terug te komen en waar mogelijk versterkt en vergroot te worden. 11

75 Indien bovenstaande ecologische randvoorwaarde uitgevoerd is, blijft er voor de foeragerende dieren ten zuidwesten van het schoolgebouw voldoende alternatief foerageergebied aanwezig. De ecologische randvoorwaarden zoals hierboven beschreven kunnen op basis van het ontwerp van de nieuwe situatie, zoals te vinden is op afbeelding 5, worden ingepast. Dit is echter een inschatting op hoofdlijn en zal hierdoor verder in detail moeten worden uitgewerkt. In de nieuwe situatie zal tevens een extra watergang aanwezig zijn, waardoor met inachtneming van de succesfactoren (vrijwel) afwezigheid van straatverlichting s nachts en luwte, extra foerageergebied binnen de grens van het plangebied wordt gerealiseerd. Afbeelding 5 Ontwerp nieuwe situatie terrein Krimpenerwaard College. De te nemen mitigerende maatregelen (met bijbehorende ecologische randvoorwaarden) voor het foerageergebied van vleermuizen zijn in dit ontwerp in te passen. 12

76 Afbeelding 6 Weergave van de twee foerageergebieden in en grenzend aan het plangebied. Blauw omlijnd foerageergebied ten zuidwesten van schoolgebouw. Geel omlijnd het foerageergebied boven de (nieuwe) watergang langs de noordoostgrens van het plangebied. 13

77 4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Ecoresult heeft in opdracht van de Gemeente Krimpen aan den IJssel een vleermuisonderzoek in het plangebied Krimpenerwaard College gelegen in de gemeente Krimpen aan de IJssel uitgevoerd. Tijdens de 5 gebrachte bezoeken zijn 3 vleermuissoorten waargenomen: Gewone Dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus; o Totaal 115 waarnemingen, waarvan 66 keer in het voorjaar. Ruige Dwergvleermuis Pipistrellus nathusii; o Totaal 11 waarnemingen, waarvan 0 in het voorjaar. Laatvlieger Eptesicus serotinus o Totaal 2 waarneming, waarvan 1 in het voorjaar. De geplande activiteiten resulteren niet in het verwijderen van vaste rust- en verblijfplaatsen. De geplande activiteiten resulteren eveneens niet in het verwijderen van een vliegroutestructuur. Wel kunnen de geplande activiteiten resulteren in het verwijderen van een structureel in gebruik zijnde foerageerlocaties van ca. 4-7 foeragerende dieren (eenmaal een uitschieter tot 11 exemplaren) ten zuidwesten van het schoolgebouw. Eveneens kunnen de geplande activiteiten een negatief effect hebben op een structureel in gebruik zijnde foerageerplek van ca dieren boven de watergang welke gelegen is langs de noordoostgrens van het plangebied. 4.2 Aanbevelingen Om te voorkomen dat de Flora- en faunawet wordt overtreden door het verwijderen van geschikt foerageergebied dienen mitigerende maatregelen genomen te worden om de functionaliteit als foerageergebied te behouden. Door middel van het opstellen van een mitigatieplan door een deskundig ecoloog dient dit concreet invulling te krijgen. Het is mogelijk het mitigatieplan te laten toetsen door bevoegd gezag. Met een zogenaamde positieve afwijzing wordt aangegeven dat er geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk is en dat conform Flora- en faunawet gehandeld wordt. Ecologische randvoorwaarden die in ieder geval en afgestemd op het ontwerp van de nieuwe situatie in het mitigatieplan terug moeten komen zijn: 14

78 Behouden van het foerageergebied boven de watergang gelegen langs de noordoostelijke grens van het plangebied (zie ook afbeelding 5). De huidige succesfactoren voor deze foerageerlocatie zijn open water, de natuurvriendelijke oever met ruigte sprook, vrijwel afwezigheid van straatverlichting s nachts en luwte. Deze factoren dienen in de nieuwe situatie minimaal terug te komen en waar mogelijk versterkt en vergroot te worden. Indien bovenstaande ecologische randvoorwaarde uitgevoerd is, blijft er voor de foeragerende dieren ten zuidwesten van het schoolgebouw voldoende alternatief foerageergebied aanwezig. De ecologische randvoorwaarden zoals hierboven beschreven kunnen op basis van het ontwerp van de nieuwe situatie worden ingepast. Dit is echter een inschatting op hoofdlijn en zal hierdoor verder in detail moeten worden uitgewerkt. In de nieuwe situatie zal tevens een extra watergang aanwezig zijn, waardoor met inachtneming van de succesfactoren (vrijwel) afwezigheid van straatverlichting s nachts en luwte, extra foerageergebied binnen de grens van het plangebied wordt gerealiseerd. Los van de onderzoeksresultaten maar als duurzame inrichtingsmaatregel inclusief bouwen voor vleermuizen heeft het de ecologische voorkeur om geschikte ruimtes voor vleermuizen in bijvoorbeeld een spouwmuur van de nieuwbouw te realiseren. Anders gezegd: door inclusief te bouwen voor vleermuizen wordt een (nieuw) gebouw toegankelijk voor vleermuizen. Ecoresult kan u hierover adviseren en dit opnemen in het mitigatieplan en/of projectplan voor de nieuwbouw. 15

79 5 Literatuur Boon, L., Quick scan nieuwbouw Krimpenerwaard Collega, gemeente Krimpen aan den IJssel. Rapportnummer , Ecoresult, Dordrecht Broekhuizen, S. (et al.) Atlas van de Nederlandse zoogdieren. K.N.N.V. Uitgeverij, Utrecht. Heusden, W.R.M., S.J. Vreugdenhil Handreiking Flora- en faunawet. Voor werkzaamheden en activiteiten in het kader van bestendig gebruik, bestendig beheer en onderhoud en ruimtelijke inrichting en ontwikkeling. Dienst Landelijk Gebied, Utrecht. Janssen, R Vleermuizen Veerhaven, gemeente Hellevoetsluis. Zoogdiervereniging. Nijmegen Ministerie van LNV., 2005 (herzien 2009). Buiten aan het Werk. Houd tijdig rekening met beschermde planten en dieren! Brochure. [ ( )]. Sachteleben, J. & O. von Helversen, Songflight behaviour and mating system of the pipistrelle bat (pipistrellus pipistrellus) in an urban habitat. In: Acta Chiropterologica, 8(2): ,

80

81 Bijlage 4 Mitigatieplan

82 Mitigatieplan In het kader van de Flora- en faunawet Krimpenerwaard College, Gemeente Krimpen aan den IJssel voor gewone en ruige dwergvleermuis Opsteller: F.A. van Meurs

83

84 Mitigatieplan In het kader van de Flora- en faunawet Ondertitel Opsteller(s) Krimpenerwaard College, Gemeente Krimpen aan den IJssel voor gewone en ruige dwergvleermuis F.A. van Meurs Datum Versienummer Definitief 0.2 Rapportnummer Aantal pagina's 22 Opdrachtgever Contactpersoon Collegiale toets Wijze van citeren Gemeente Krimpen aan den IJssel Dhr. H. Dijk Dhr. L. Boon Meurs, F.A. Van, Mitigatieplan. In het kader van de Flora- en faunawet. Krimpenerwaard College, Gemeente Krimpen aan den IJssel voor gewone en ruige dwergvleermuis. Rapportnummer , Ecoresult, Dordrecht copyright Ecoresult 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. Ecoresult kan door opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit gebruik van data of gegevens of door toepassing van aanbevelingen en conclusies, die zijn opgenomen in deze rapportage.

85 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Doel Werkwijze Situatiebeschrijving Leeswijzer Schadelijke effecten Per soort Per functie Mitigerende maatregelen Algemeen Maatregelen Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Bronnen Literatuur Internet...19 Bijlage 1 Toelichting Flora- en faunawet

86 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel heeft Ecoresult een mitigatieplan opgesteld. Het mitigatieplan is opgesteld voor het plangebied Krimpenerwaard College, gelegen aan de Driekamp te Krimpen aan den IJssel. De globale ligging van het plangebied is weergegeven in afbeelding 1. Afbeelding 1: Plangebied Krimpenerwaard College (Bron ondergrond: Google Earth) 1.1 Aanleiding Aanleiding van het mitigatie is dat uit onderzoek (Boon, 2011) is gebleken dat er mitigerende maatregelen dienen te worden genomen voor de gewone en ruige dwergvleermuis. Dit om negatieve effecten op foerageergebied door de geplande activiteiten te voorkomen. Het voorliggende mitigatieplan benoemt maatregelen die hierin voorzien. 5

87 1.2 Doel Het doel van dit mitigatieplan is het benoemen van maatregelen die negatieve effecten op beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet (zie bijlage 1) voorkomen. De maatregelen zijn benoemd voor: het waarborgen van de functionaliteit als foerageergebied; het waarborgen van de gunstige staat van instandhouding van de aangetroffen vleermuizen; invulling te geven aan de zorgplicht conform Art. 2 van de Flora- en faunawet. 1.3 Werkwijze Algemeen De beschreven maatregelen zijn gebaseerd op de best beschikbare kennis beschreven in de soortenstandaards (Dienst Regelingen, 2011), aanvullend onderzoek en/of expert judgement Voorliggende rapportage Dit mitigatieplan is opgesteld op basis van het in 2011 door ecologisch adviesbureau Ecoresult uitgevoerde vleermuisonderzoek (Boon, 2011). De methodiek voor het uitgevoerde onderzoek is gebaseerd op het vleermuisprotocol 2011 en de soortenstandaarden voor gewone dwergvleermuis en voor ruige dwergvleermuis (Dienst Regelingen, 2011). 1.4 Situatiebeschrijving Huidige situatie Het plangebied genaamd Krimpenerwaard College is gelegen aan de Driekamp, te Krimpen aan den IJssel (zie Afbeelding 1). De weergave op de luchtfoto is enigszins verouderd. De watergang aan de noordoostzijde is verbreed, zodat de weergegeven noordoostgrens van het plangebied ongeveer de huidige oevers van de waterpartij vormt (vergelijk Afbeelding 2). Tevens is de boomgroep ten zuidwesten van het gebouw deels gerooid. Hier bevindt zich thans een gronddepot. 6

88 In het plangebied zijn aanwezig: Schoolgebouwen welke variëren in lengte, hoogte en materiaal (zowel steen als hout). De gebouwen hebben allemaal een plat dak. De meeste gebouwen zijn hoogbouw. Veel muren van de gebouwen hebben een toegankelijke spouwmuur. Soms is er een toegankelijke ruimte aanwezig achter een boeiboord. Zowel solitair, in een rij als in soms hoog opgaand bosplantsoen zijn struiken, heesters en bomen aanwezig. Stamdiameter van de bomen gaat tot ca. 60 à 70 cm. Gazons welke dienen als speelveld, berm en siergroen Voorgenomen activiteiten Allereerst zal de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College plaatsvinden (met voorafgaand bouwrijp maken van het te bebouwen terrein) en worden de nieuwe sportvelden aangelegd. Zodra deze gereed en in gebruik is, wordt het bestaande schoolcomplex gesloopt. Tijdens de bouwwerkzaamheden zal begonnen worden met de herinrichting van het groen. Verspreid over het plangebied zullen circa 40 bomen worden gerooid (rood weergegeven; het is nog in onderzoek of de bomen weergeg met zwarte kruisen moeten worden gerooid). Vervolgens zal de watergang langs de noordrand van het plangebied worden aangelegd, waarvan de noordoever een natuurlijk verloop zal kennen. 7

89 Afbeelding 2: Conceptoverzicht van nieuwe situatie. Kaartbron: Gemeente Krimpen aan den IJssel Nieuwe situatie Hieronder volgt puntsgewijs een beschrijving van de toekomstige situatie (de punten komen overeen met de nummers in Afbeelding 3): 1. Centraal in het plangebied zal de nieuwe locatie voor het Krimpenerwaard College worden gevestigd. 2. Langs de Driekamp zal een nieuwe watergang worden aangelegd met aan de westzijde een natuurvriendelijke oever. 3. Tussen het Krimpenerwaard College en deze watergang zullen drie sportvelden worden aangelegd, met een verbinding naar het gebouw van het Krimpenerwaard College. 4. Ter plaatse van het zuidelijk deel van het plangebied zal één nieuw sportveld worden aangelegd. 5. Eveneens zal het plangebied doorkruist worden door een wandelpad, die de wijken met de school verbindt. 6. Vervolgens zullen ook twee bestaande inritten vanuit de Groenendaal met elkaar worden 8

90 verbonden. 7. Hier wordt een groenstrook aangelegd. 8. Tenslotte wordt de buitenruimte heringericht waarbij mogelijk een heuvel/amfitheater wordt aangelegd tussen het Krimpenerwaard College en de waterpartij langs de noordoostrand van het plangebied (niet genummerd op de kaart). Afbeelding 3: Puntsgewijze weergave van nieuwe situatie. Voor de beschrijving van de punten wordt verwezen naar paragraaf Leeswijzer In deze notitie worden achtereenvolgens de schadelijke effecten beschreven, de mitigerende maatregelen benoemd en afgesloten met de conclusies en aanbevelingen. 9

91 2 Schadelijke effecten In het plangebied zijn gedurende het vleermuizenonderzoek in 2011 (Boon, 2011) 108 waarnemingen van foeragerende vleermuizen gedaan (zie Afbeelding 4). Een duidelijk concentratie van ca. 4-7 foeragerende dieren bevond zich ten zuidwesten van het huidige schoolgebouw in de beschutting van de aanwezige groenstrook. Soms waren er uitschieters qua aantallen (3 tot 11 exemplaren). Ook bevond zich een groep van ca dieren steevast ieder veldbezoek boven de watergang gelegen langs de noordoostgrens van het plangebied. De aanwezige factoren (of combinatie hiervan) donker (beperkte verlichting door straatverlichting), luwte (door bomenrij) en een ruigere zone met een natuurvriendelijke oever inclusief brede watergang zorgen hier voor een geschikt foerageergebied. De geplande activiteiten resulteren in het aantasten van structureel in gebruik zijnde foerageerlocaties van ca. 4-7 foeragerende dieren (eenmaal een uitschieter tot 11 exemplaren) ten zuidwesten van het schoolgebouw. Eveneens kunnen de geplande activiteiten een negatief effect hebben op een structureel in gebruik zijnde foerageerplek van ca dieren boven de watergang welke gelegen is langs de noordoostgrens van het plangebied. 2.1 Per soort Gewone dwergvleermuis In totaal werden 97 waarnemingen van foeragerende gewone dwergvleermuizen gedaan. Concentraties van deze dieren werden waargenomen boven de watergang aan de noordoostrand van het plangebied, langs de populierenlaan in het zuidelijk deel van het plangebied en in de bosschage aan de noordwestrand van het plangebied. De aanwezige factoren donker (beperkte verlichting door straatverlichting), luwte (door bomenrij) en een ruigere zone met een natuurvriendelijke oever inclusief brede watergang zorgen hier voor een geschikt foerageergebied. De geplande activiteiten kunnen resulteren in het verdwijnen van deze structureel in gebruik zijnde foerageerlocaties. 10

92 Afbeelding 4: Overzicht van waarnemingen van foeragerende vleermuizen Ruige dwergvleermuis In totaal werden 10 waarnemingen van foeragerende ruige dwergvleermuizen gedaan. Alle dieren werden waargenomen boven en langs de watergang aan de noordoostrand van het plangebied, in het zuidelijk deel van het plangebied en in de bosschage aan de noordwestrand van het plangebied. De aanwezige factoren donker (beperkte verlichting door straatverlichting) en een ruigere zone met een natuurvriendelijke oever inclusief brede watergang zorgen hier voor een geschikt foerageergebied. De geplande activiteiten kunnen resulteren in het verwijderen van deze structureel in gebruik zijnde foerageerlocatie. 11

93 2.2 Per functie Vaste rust- en verblijfplaatsen Gedurende de veldbezoeken zijn in het plangebied geen vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen (Boon, 2011). Schadelijke effecten door de geplande activiteiten treden niet op Vliegroute Het plangebied vormt geen (onderdeel van) essentiële vliegroute. De geplande activiteiten worden niet uitgevoerd in een essentiële vliegroute. Schadelijke effecten door de geplande activiteiten treden niet op Foerageergebied De geplande activiteiten worden uitgevoerd in en grenzend aan een, voor de aanwezige populatie gewone dwergvleermuizen en ruige dwergvleermuizen, essentieel foerageergebied (de waterpartij langs de noordoostgrens van het plangebied. Door de geplande activiteiten zullen schadelijke effecten optreden, met name structurele schade: het verdwijnen van foerageergebied door lichthinder. Het plangebied zal in de toekomst meer verlicht gaan worden dan tegenwoordig, dit zal vooral afkomstig zijn van de nieuw aan te leggen sportvelden en andere nieuw aan te brengen buitenverlichting. Het aanbrengen van sterke verlichting heeft niet alleen een negatief effect op de vleermuizen zelf, dwergvleermuizen zijn enigszins lichtmijdend. Het heeft ook een negatief effect op het insectenaanbod binnen het essentiële foerageergebied. Insecten zullen worden aangetrokken door sterke verlichting en naar de lampen vliegen. Enkel van rosse vleermuizen en laatvliegers zijn veel waarnemingen bekend dat ze onder en boven dergelijke lampen foerageren. Andere soorten mijden al te sterke verlichting. Bovendien zal eventueel voordeel afkomstig van groter insectenaanbod bij de lampen teniet gedaan worden door predatie door roofvogels. Indien de inrichting van het plangebied dusdanig verandert dat bomen, struiken en beschutting verloren gaan, zal ook dit zijn weerslag hebben op de functie van het gebied als foerageergebied. De geplande activiteiten kunnen dan ook resulteren in het verdwijnen van deze structureel in gebruik zijnde foerageerlocatie. 12

94 3 Mitigerende maatregelen 3.1 Algemeen Door het uitvoeren van de hierna beschreven maatregelen worden negatieve effecten (zie hoofdstuk 2) op de gewone en ruige dwergvleermuis voorkomen. Deze maatregelen leiden tot behoud van de ecologische functionaliteit van het plangebied. De maatregelen zijn gericht op het behoud van de kwaliteit van het object of gebied maar ook op de kwantiteit. Er zijn maatregelen beschreven die al aanwezig zijn én functioneren voordat de werkzaamheden plaats gaan vinden. De gunstige staat van instandhouding van de soorten komt niet in het geding, omdat het stelsel van de lokale populaties in stand kan blijven indien de maatregelen worden uitgevoerd. 3.2 Maatregelen Maatregelen voorafgaand aan uitvoering activiteiten Het foerageergebied dient te allen tijde gehandhaafd te blijven. Bij het opstellen van het lichtplan moet worden gekozen voor het hoogst noodzakelijke: zo laat mogelijk in het seizoen gebruik maken van verlichting (anders gezegd zo dicht mogelijk bij de winterslaapperiode, periode 1 december 1 april); lichtsterkte beperken tot het uiterste minimum en met een human-bat-response-ratio hoger dan 40; kiezen voor meerdere zwakke lichtpunten in plaats van enkele sterke lichtbronnen (hierdoor kan beter worden gericht); indien paden en wegen moeten worden verlicht, dan verlichten met reflectoren of kleinere lichtbronnen (met uiterst beperkte lichtsterkte) vanuit de grond, of gebruik bewegingssensoren; gebruik armaturen die horizontale uitstraling van licht en uitstraling naar boven voorkomt; gebruik lampen die niet verstorend werken op vleermuizen. 13

95 Het lichtplan dient ter beoordeling te worden voorgelegd aan een vleermuisdeskundige. Realiseren van gebiedseigen hagen, rijen knotwilgen of extra boomgroepen tussen de sportvelden en de waterpartij, waardoor verstrooiing van licht verder beperkt wordt. Het gaat hierbij primair om de waterpartij langs de noordoostrand van het plangebied. Handhaven van de boomgroep tussen de huidige sporthal en het weiland (toekomstige sportvelden en schoolgebouw). Zo ontstaat in combinatie met het toekomstige amfitheater, boomgroepen tussen sportvelden en waterpartij en het beboste eilandje een corridor tussen de verlichte sportvelden en het essentiële foerageergebied Maatregelen tijdens uitvoering activiteiten In de huidige inrichting staat momenteel beplanting. Om het foerageergebied te optimaliseren dienen inheemse kruidachtige plantensoorten en boomsoorten (zoals eik, els en wilg) gebruikt te worden in de beplanting. Dit zal een aanzuigende werking op insecten hebben en dus ook het voedselaanbod in het gebied vergroten. De groenstructuren langs de noordoostrand van het plangebied dienen tijdens de werkzaamheden ontzien te worden van bouwverlichting. Bijv. door het richten en/of laag ophangen van bouwlampen op de werkplekken, Door het ophangen van bewegingssensors, Of (en dit heeft de voorkeur boven de twee eerdere punten) door het aanbrengen van tijdelijke verlichting binnen het gebouw. Door het verlichten van ruimtes in het gebouw blijft er verlichting aanwezig op het bouwterrein, alleen ontstaat er naar buiten toe weinig uitstraling van licht. Voor eisen aan verlichting zie ook de punten onder aangaande verlichting. Indien dergelijke maatregelen niet mogelijk zijn, dienen langs de randen van de terreinen aan het hekwerk donkere of zwarte geen-lichtdoorlatende schermen te worden opgehangen. De hoogte van de schermen is gelijk aan de hoogte van het hekwerk (ca 2 m.). De verlichtingsintensiteit mag te alle tijden niet toenemen tijdens de actieve periode (van 1 april tot en met 15 november) van vleermuizen. Indien nieuwe bomen moeten worden geplant, dienen dit gebiedseigen boomsoorten te zijn, die binnen drie jaar een voldoende kroon hebben. Kap van boomgroepen moet dan ook 14

96 gefaseerd plaatsvinden. Vervanging van hoge populieren dient plaats te vinden door bomen die hoog kunnen worden. Bij het kappen van bomen moet ervoor worden gezorgd dat er geen grote open ruimtes ontstaan tussen de bomen. De aanwezigheid van sterke duisternis en sterke windluwte nabij bomenrijen is namelijk van groot belang voor het behoud van de foerageerfunctie. Kappen van bomen en het aanleggen van nieuwe watergangen dient plaats te vinden in de winterperiode. Dit is namelijk de periode dat vleermuizen niet actief zijn. De voorgenomen aanleg van een amfitheater zal, mits gebiedseigen planten- en boomsoorten worden gebruikt voor de begroeiing van deze heuvel, versterkend werken voor de foerageerfunctie. Ook de aanleg van de deels beschutte watergang met natuurvriendelijke oever langs de Driekamp zal versterkend werken voor de foerageerfunctie, mits er geen verlichting wordt aangebracht Maatregelen na uitvoering activiteiten Indien de maatregelen, zoals omschreven in paragraaf en worden gehanteerd, hoeven na de realisatie van de werkzaamheden enkel de volgende aanvullende maatregelen te worden getroffen: Verlichting van de sportvelden en het schoolcomplex tijdens de actieve periode van vleermuizen (tussen 1 april en 15 november) mag op geen enkele wijze gericht worden op de aanwezige groenstructuren en waterpartijen, zodat de thans aanwezige duisternis, en daarmee de foerageerfunctie gehandhaafd blijft. Indien alternatief foerageergebied wordt gerealiseerd, dient het gebruik hiervan tot minimaal een jaar na realisatie hiervan gemonitord te worden Overige maatregelen Als tijdens de werkzaamheden vleermuizen worden aangetroffen in bomen of gebouwen moeten de werkzaamheden onmiddellijk stopgezet worden en moet direct een vleermuisdeskundige ingeschakeld worden. Voorafgaand aan de start van de werkzaamheden dient een deskundig toezichthoudend ecoloog aangesteld te worden die verantwoordelijk is voor de toezicht op de te nemen mitigerende maatregelen. Dit vindt plaats door ecologische werkbegeleiding (zie onderstaand kader; De benodigde maatregelen worden in een Programma van Eisen of besteksvoorschriften ook 15

97 voorgeschreven aan anderen die werkzaamheden in opdracht van de Gemeente Krimpen aan den IJssel uitvoeren. De toezichthoudend ecoloog houdt hier toezicht op; Handelingen ten aanzien van vogels, hun nesten en eieren wordt door middel van preventie voorkómen, bijvoorbeeld door de werkzaamheden buiten het broedseizoen te laten plaatsvinden. Ecologisch werkbegeleiding Door ecologische werkbegeleiding worden de (mitigerende) maatregelen vertaald naar de daadwerkelijke werkzaamheden en werkplanning. Doel hiervan is het behalen van een maximale effectiviteit, afgestemd op de maatregelen en de negatieve effecten. Ook word aangegeven in welke periode gewerkt moet worden, wanneer begeleiding door een deskundige noodzakelijk is en wie die deskundige is. 16

98 4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Ecoresult heeft in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel voorliggend mitigatieplan opgesteld voor het plangebied Krimpenerwaard College, gemeente Krimpen aan den IJssel. Dit naar aanleiding van het in 2011 door Ecoresult uitgevoerde vleermuisonderzoek waaruit blijkt dat mitigerende maatregelen nodig zijn om negatieve effecten door de geplande activiteiten op gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis te voorkomen. Door de geplande activiteiten kan foerageergebied van deze vleermuizen worden verwijderd (zie hoofdstuk 2). Hierdoor wordt de Floraen faunawet overtreden. Om te voorkomen dat de Flora- en faunawet wordt overtreden dienen mitigerende maatregelen te worden genomen voor de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis. Er zijn maatregelen beschreven voorafgaand, tijdens en na de geplande activiteiten en in het kader van de zorgplicht (zie hoofdstuk 3). 4.2 Aanbevelingen Bij grote voorkeur dient ecologisch werkbegeleiding (zie kader hoofdstuk 3) voorafgaand, tijdens en na de werkzaamheden plaats te vinden. Dit is nodig om de effectiviteit van de maatregelen te waarborgen en dit af te stemmen op de daadwerkelijke werkzaamheden en werkplanning. De werkzaamheden moeten aantoonbaar conform de aanwijzingen van de deskundige op het gebied van vleermuizen worden uitgevoerd. Samengevat betreffen de maatregelen in chronologische volgorde : Aanstellen toezichthoudend ecoloog die betrokken wordt bij het lichtplan (incl. controle) en opstellen ecologisch werkprotocol; Opnemen van ecologische randvoorwaarden in het bestek; Lichtplan en beplantingsplan laten controleren door een vleermuisdeskundige; Te allen tijde handhaven essentiele foerageergebied en bij voorkeur ook het overige foerageergebied binnen het plangebied; Beperken verlichting en voorkomen van verstrooiing van verlichting naar de foerageergebieden en de bomenlanen voor, tijdens en na de bouwfase; 17

99 Aanplant gebiedseigen hagen, extra boomgroepen of rijen knotwilgen tussen de sportvelden en de watergang (het essentiele foerageergebied) en gebruik van gebiedseigen boom- en plantensoorten; Kap van bomen in de winterperiode. De kans is groot dat broedvogels gebruik maken van het gebied. Met broedvogels kan in het algemeen relatief eenvoudig rekening worden gehouden door kap- en sloopwerkzaamheden niet uit te voeren in de broedtijd (globaal half maart tot half augustus). Op deze wijze zijn geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet aan de orde. Wanneer de werkzaamheden buiten het broedseizoen worden ingezet, maar doorlopen tot in het broedseizoen dan kan het verstoren van vogels voorkomen worden door continu door te werken en werkzaamheden niet langer dan enkele dagen stil leggen. Op deze manier wordt voorkomen dat vogels tot broeden komen in het gebied waar gewerkt wordt. Het is mogelijk om een voor de vleermuizen gunstige fasering en tijd en ruimte in te plannen. Door de deskundige dient dit tot in detail te worden benoemd. 18

100 5 Bronnen 5.1 Literatuur Boon, L., Quick scan nieuwbouw Krimpenerwaard Collega, gemeente Krimpen aan den IJssel. Rapportnummer , Ecoresult, Dordrecht Boon, L., Vleermuisonderzoek Krimpenerwaard College, gemeente Krimpen aan den IJssel. In het kader van de Flora- en faunawet. Rapport , Ecoresult, Dordrecht Dienst Regelingen, 2011, Soortenstandaard gewone dwergvleermuis, Pipistrellus pipistrellus, Ministerie van EL&I. Dienst Regelingen, 2011, Soortenstandaard ruige dwergvleermuis, Pipistrellus nathusii, Ministerie van EL&I. 5.2 Internet Google Earth 19

101 Bijlage 1 Toelichting Flora- en faunawet Bron: Soortenbescherming door Flora- en faunawet De Flora- en faunawet is gemaakt om planten- en diersoorten die vrij in het wild leven te beschermen. Ongeveer 500 van de soorten die in Nederland voorkomen vallen onder de bescherming van deze wet. Om deze kwetsbare soorten te beschermen bevat de Flora- en faunawet een aantal verbodsbepalingen. Onder bepaalde voorwaarden mogen de activiteiten wel doorgaan. U heeft dan een ontheffing of vrijstelling nodig. Voor wie De Flora- en faunawet geldt voor iedereen in Nederland. Wat is verboden Gaat u bouwen, slopen, dempen, saneren, aanleggen of andere activiteiten voor ruimtelijke ontwikkeling uitvoeren? Dan moet u zich eerst afvragen of er beschermde inheemse soorten aanwezig zijn. Dan is de kans groot dat u te maken krijgt met onderstaande verboden. Het is verboden: Beschermde inheemse plantensoorten: te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enig andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Beschermde inheemse diersoorten: te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. opzettelijk te verontrusten. Van beschermde inheemse diersoorten: de nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. de eieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. 20

102 Welke soorten zijn beschermd Er is veel informatie over soorten beschikbaar op internet. Hieronder staat een opsomming van informatie die u nodig heeft. U bepaalt zelf of u wel of niet met een beschermde soort te maken heeft. Soortendatabase In deze database staat informatie over soorten die in Nederland in het wild voorkomen en op welke manier ze worden beschermd. Soortenregister Deze database geeft inhoudelijke informatie over Nederlandse planten- en diersoorten. Bij elke soort staat een uitgebreide beschrijving van onder meer verspreiding, biotoop en levenswijze. Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) In deze databank vindt u informatie over waar Nederlandse planten- en diersoorten voorkomen. Deze is beschikbaar voor bedrijven en overheden. U kunt zich hiervoor aanmelden op de website van de Gegevensautoriteit natuur. Zorgplicht flora en fauna In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat u nadelige gevolgen voor flora en fauna zoveel mogelijk moet voorkomen. De zorgplicht geldt voor iedereen en voor alle planten en dieren, beschermd of niet. Bij beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. Wet- en regelgeving Om de in het wild levende planten- en diersoorten te beschermen is de Flora en faunawet gemaakt. In de wet zijn een aantal verboden opgenomen. Van deze verboden kan alleen onder voorwaarden worden afgeweken. Hiervoor is vrijstelling of ontheffing mogelijk. Het verschilt wel per activiteit, verbodsbepaling of soort. Verschil vrijstelling en ontheffing Een vrijstelling is een uitzondering op een verbod. Deze geldt voor iedereen die aan de voorwaarden van de vrijstelling voldoet. Een ontheffing is een besluit waarbij in een individueel concreet geval een uitzondering op een wettelijk verbod wordt gemaakt. Kaderwet De Flora- en faunawet is een 'kaderwet'. In de wet staan alleen algemene principes en 21

103 verantwoordelijkheden. De details zijn geregeld in een groot aantal algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Sommige bepalingen uit de Flora- en faunawet komen voort uit afspraken over biodiversiteit die op internationaal en Europees niveau zijn gemaakt. Zoals: Vogelrichtlijn > Europese richtlijn voor het behoud van de vogelstand. Habitatrichtlijn > Europese richtlijn voor de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. De bepalingen over soortenbescherming die in deze richtlijnen staan, zijn opgenomen in de Flora- en faunawet. Ook bepalingen van het CITES-verdrag staan in de Flora- en faunawet. Voor meer informatie hierover gaat u naar CITES. Waar vindt u de wet- en regelgeving Alle wet- en regelgeving rond de Flora- en faunawet is te vinden op Overheid.nl. Bij 'Wettechnische informatie' vindt u ook alle actuele informatie over afgeleide regelgeving en wijzigingen van de Floraen faunawet. 22

104

105 Bijlage 5 Akoestisch onderzoek

106 Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard college Ten behoeve van vaststelling Bestemmingsplan Krimpenerwaard College te Krimpen aan den IJssel

107 Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard college Ten behoeve van vaststelling Bestemmingsplan Krimpenerwaard College te Krimpen aan den IJssel Kwaliteitstoets Paraaf Autorisatie Paraaf Naam Astrid van Wijk Naam Functie Miriam Weber Bureauhoofd Geluid Auteur (s) :ing. M. Azar de Vlieger Afdeling :Expertisecentrum Bureau :Geluid Documentnummer : Datum :16 april 2013 DCMR Milieudienst Rijnmond Parallelweg 1 Postbus AV Schiedam T F E info@dcmr.nl W

108 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Wet- en Regelgeving inleiding Geluidbronnen - Wet geluidhinder Overige geluidbronnen - Wet ruimtelijke ordening Geluidgevoelige bestemmingen rondom het bouwplan Bestaande milieurechten 6 3 Akoestisch onderzoek Wgh (wegverkeerslawaai) Uitgangspunten Wegverkeer Resultaten Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai 8 4 Akoestisch onderzoek geluidbelasting van solitaire inrichtingen op het bouwplan Methodiek VNG Toets VNG Toets of toetsing geluidvoorschriften Akoestisch onderzoek 13 5 Akoestisch onderzoek geluidbelasting vanwege het bouwplan op aanwezige geluidgevoelige objecten VNG Toets Akoestisch onderzoek Resultaten akoestisch onderzoek bouwplan op geluidgevoelige gebouwen 17 6 Conclusie 18 Bijlage 1: voorkomende akoestisch begrippen 19 Bijlage 2: Verkeersgegevens Bijlage 3: Rekenresultaten gezoneerde wegen + 30km/h weg 21 Bijlage 4a: Rekenresultaten solitaire inrichtingen -Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau 23 Bijlage 4b: Rekenresultaten solitaire inrichtingen - maximale geluidniveaus 25 Blad 3 van 26

109 1 Inleiding De gemeente Krimpen aan den IJssel is voornemens een plan te ontwikkelen voor de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College. Dit college is nu gelegen aan de Driekamp 4 in de gemeente. De voorgenomen locatie is gelegen op de sportvelden ten zuidoosten van de huidige locatie (zie figuur 1). Ten behoeve van dit project heeft de DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) de relevante milieuaspecten in kaart gebracht door middel van een Quickscan Milieu (QSM) (kenmerk DMS d.d. 13 januari 2011). De conclusie van de QSM luidde dat met betrekking tot geluid een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Hierin moeten het wegverkeer en de omliggende solitaire bedrijven worden beschouwd. Dit akoestisch onderzoeksrapport zal deel zal uitmaken van de RO-procedure inzake vaststelling van het bestemmingsplan Krimpenerwaard College te Krimpen aan den IJssel. bouwplan Krimpenerwaard College Figuur 1: weergave onderzoekslocaties in het geluidmodel, bron:cyclomedia GlobeSpotter Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College Blad 4 van 26

110 2 Wet- en Regelgeving 2.1 inleiding In bijlage 1 worden de voorkomende akoestisch begrippen gedefinieerd. In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) art. 3.1 is bepaald dat de gemeenteraad stelt voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vast, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven. Concreet voor het aspect geluid houdt de goede ruimtelijke ordening in verband met voorliggend bouwplan de volgende aspecten in: - Onderzoek naar de geluidbelasting op de gevels van het bouwplan als gevolg van geluidbronnen die gereguleerd zijn in de Wet geluidhinder. - Onderzoek naar de geluidbelasting op de gevels van het bouwplan als gevolg van geluidbronnen die niet zijn gereguleerd in de Wet geluidhinder zoals 30 km/h wegen en losliggende inrichtingen. - Onderzoek de geluidbelasting van op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen als gevolg van het bouwplan. - Onderzoek in het kader van de Algemene wet bestuursrecht naar de geluidrechten van bestaande omliggende inrichtingen. 2.2 Geluidbronnen - Wet geluidhinder Indien een bestemmingsplan wordt vastgesteld of gewijzigd en het plangebied is geheel of gedeeltelijk gelegen binnen een geluidzone, dan dient conform de Wet geluidhinder een akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden naar de geluidbelasting op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen binnen het plangebied t.g.v. industrie-, wegverkeer- en spoorweglawaai. In de Wet geluidhinder zijn hiervoor voorkeurswaarden en de ten hoogst toelaatbare geluidbelastingen vastgelegd. Afhankelijk van de bronsoort is deze geluidbelasting weergegeven in etmaalwaarde (db(a)) of L den (db). De maximale door het bevoegd gezag vast te stellen hogere waarde en de gronden waarop ontheffing van de voorkeursgrenswaarde kan worden verleend en de hierbij te volgen procedure zijn opgenomen in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder Het bouwplan ligt uitsluitend binnen de zones van gezoneerde wegen. Binnen zones langs wegen is de wettelijke voorkeurswaarde op woningen, andere geluidgevoelige gebouwen alsmede aan de grens van woonwagenstandplaatsen 48 db (L den ). Het bevoegd gezag, in deze situatie burgermeesters en wethouders, kunnen in bepaalde gevallen hogere waarden toestaan. Vooruitlopend op het steeds stiller worden van het wegverkeer, op grond van artikel 110g van de Wet geluidhinder en artikel 3.4 van de Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 mag vóór het toetsen aan de grenswaarden een aftrek worden toegepast op de berekende geluidbelasting. Deze aftrek bedraagt: - 2 db voor wegen waar de maximumsnelheid gelijk is aan, of hoger is dan 70 km/uur; - 5 db voor de overige wegen. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 5 van 26

111 Conform artikel 110g van de Wet geluidhinder dienen ook de effecten van de samenloop (cumulatie) van verschillende geluidbronnen onderzocht te worden in het geval dat bij meer dan één geluidbron (industrie-, wegverkeer- en spoorweglawaai) de voorkeurswaarde wordt overschrijden. Bijlage I, hoofdstuk 2 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 geeft de wijze van cumulatie weer. Aangezien het bouwplan zich alleen in de zones van gezoneerde wegen bevindt, is alleen een onderzoek naar de cumulatie van geluid vanwege het wegverkeer noodzakelijk indien de voorkeurswaarde wordt overschreden. 2.3 Overige geluidbronnen - Wet ruimtelijke ordening Het begrip goede ruimtelijke ordening dat door de Wet ruimtelijke ordening wordt gehanteerd houdt in dat er ook rekening gehouden moet worden met geluidbronnen die niet gereguleerd zijn in de Wet geluidhinder. In andere woorden: andere geluidbronnen dan wegen, spoorwegen en industrie op gezoneerde industrieterreinen. Concreet voor het bouwplan zijn deze bonnen 30 km/h wegen en omliggende inrichtingen. 30km wegen: In het kader van de Wet geluidhinder artikel 74 is er geen onderzoeksplicht naar 30 km/hwegen. Echter, in het kader van een goede ruimtelijke ordening conform de Wet ruimtelijk ordening is het noodzakelijk de akoestische gevolgen van een 30 km/h-weg in kaart te brengen en te bepalen of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Solitaire inrichtingen In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) is er geen onderzoeksplicht naar inrichtingen(bedrijven) die niet op een gezoneerd industrieterrein zijn gevestigd. Echter, in het kader van een goede ruimtelijke ordening is het wel noodzakelijk de akoestische gevolgen in kaart te brengen. Als hulpmiddel voor de goede ruimtelijke ordening wordt gebruik gemaakt van de handreiking Bedrijven en milieuzonering van de VNG. Deze handreiking geeft voor verschillende situaties via stappenplannen een basis voor een goede afweging van een aantal milieuaspecten, waaronder geluid. In deze publicatie zijn onder andere de minimale afstanden opgenomen tussen typen bedrijvigheid (activiteiten) en een geluidgevoelig object. De Afdeling Bestuursrechtspraak erkent deze publicatie als basis voor afweging die gemaakt moet worden. Afwijken van de richtafstandenlijst is mogelijk, maar moet dan wel gemotiveerd worden. 2.4 Geluidgevoelige bestemmingen rondom het bouwplan De school is zowel een geluidgevoelig gebouw als een activiteit die (geluid)hinder veroorzaakt. Hierdoor moeten er behalve de gevolgen van geluidbronnen op het bouwplan ook de gevolgen van het bouwplan op de omgeving onderzocht worden. Dit onderzoek vindt plaats conform de methodiek van de VNG beschreven in Bestaande milieurechten De bestaande inrichtingen ronden het bouwplan hebben in het kader van de Wet milieubeheer milieurechten verworven deels voortvloeiend uit milieuvergunningen en deels uit de algemene regels van het Activiteitenbesluit. Doordat een nieuwe geluidgevoelige bestemming gebouwd wordt binnen het gebied waarin deze milieurechten van kracht zijn, dient in het kader van de Algemene wet bestuursrecht onderzocht worden of er een inbreuk op deze rechten wordt gedaan. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College Blad 6 van 26

112 3 Akoestisch onderzoek Wgh (wegverkeerslawaai) 3.1 Uitgangspunten Voor het onderzoek naar de geluidbelasting ter plaatse van het bouwplan is onder andere gebruik gemaakt van de volgende gegevens: - (Digitale) tekeningen van de toekomstige situatie; - Maaiveldverloop (hoogteverschillen) en de ligging van harde/zachte; bodemgebieden; - Ligging en hoogte van bestaande bebouwing; - Type wegdek. Deze gegevens zijn aangeleverd door de gemeente Krimpen aan den IJssel en verkregen uit GBKN-gegevens en ds+v afdeling Verkeer & Vervoerverkeersmodellen van gemeente Rotterdam. De school is actief in de dag- en avondperiode tussen 7:00 en 23:00. Conform artikel 1b van de Wet geluidhinder kan hierdoor de nachtperiode buiten beschouwing worden gelaten. 3.2 Wegverkeer Het bouwplan ligt binnen de zones vier wegen - Nieuwe Tiendweg - Groenendaal - Driekamp - Olympiade In onderstaande figuur 2. zijn deze wegen weergegeven. De breedte van de zones van de wegen bedraagt 200 m gemeten vanaf de as van de weg aan weerszijden van de weg. De verwachte verkeersintensiteiten voor het jaar 2021, de wegdekverhardingen en de maximumsnelheden zijn aangeleverd door de gemeente Krimpen aan den IJssel en zijn opgenomen in bijlage 1. Conform de Wet ruimtelijke ordening dient het onderzoek rekening te houden met de verkeersgegevens van het bepalende jaar in de toekomst. Gebruikelijk is om de verkeersprognoses te baseren op de datum van het vaststellen van het bestemmingsplan +10 jaar. In dit onderzoek is gebruikt gemaakt van de verkeersgegevens Verwacht wordt dat de verkeerssituatie niet noemenswaardig zal wijzigen binnen 2 jaar. Voor de weg Vijfkamp geldt een maximum snelheid van 30 km/h. Deze weg is derhalve niet gezoneerd als bedoeld is in de Wet geluidhinder. Deze weg is echter wel relevant voor het opstellen van een goede ruimtelijke onderbouwing en is daarom ook onderzocht. De resultaten van deze weg worden voor het gemak in dit hoofdstuk weergegeven. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 7 van 26

113 Olympiade Driekamp Vijfkamp Groenendaal Nieuwe Tiendweg Figuur 2. Ligging van wegen rondom het bouwplan. 3.3 Resultaten Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai In dit hoofdstuk wordt de berekende geluidbelasting per weg gepresenteerd. In figuur 3 is de ligging van de toetspunten weergegeven. De toetspunten komen overeen met werkelijke locatie van klaslokalen en hoogte van de verdiepingen. Voor een lijst met de volledige resultaten per toetspunt wordt verwezen naar bijlage 3. Figuur 3: Ligging toetspunten De resultaten in deze paragraaf worden gepresenteerd inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh (aftrek vanwege het toekomstige stiller worden van het verkeer). Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College Blad 8 van 26

114 De hoogst berekende geluidbelasting op het bouwplan ten gevolge van de Nieuwe Tiendweg bedraagt 43 db inclusief 5 db aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder. De voorkeurswaarde wordt niet overschreden. De hoogst berekende geluidbelasting op het bouwplan ten gevolge van de Groenendaal bedraagt 36 db inclusief 5 db aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder. De voorkeurswaarde wordt niet overschreden. De hoogst berekende geluidbelasting op het bouwplan ten gevolge van de Olympiade bedraagt maximaal 17 db inclusief 5 db aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder. De voorkeurswaarde wordt niet overschreden. De hoogst berekende geluidbelasting op het bouwplan ten gevolge van de Driekamp bedraagt 33 db inclusief 5 db aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder. De voorkeurswaarde wordt niet overschreden. De hoogst berekende geluidbelasting op het bouwplan ten gevolge van de Vijfkamp bedraagt 37 db inclusief 5 db aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder. De voorkeurswaarde wordt niet overschreden. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 9 van 26

115 4 Akoestisch onderzoek geluidbelasting van solitaire inrichtingen op het bouwplan Rondom het bouwplan bevinden zich een aantal solitaire inrichtingen. De gegevens van deze inrichtingen zijn afkomstig van het databestand en het fysieke archief van de DCMR waarin gegevens van inrichtingen worden geregistreerd. In figuur 4 is de ligging van de inrichtingen rondom het bouwplan aangegeven met een getal van 1 t/m bouwplan Krimpenerwaard College figuur 4 - ligging en nummering van de inrichtingen rondom het bouwplan 4.1 Methodiek VNG Toets De VNG-publicatie omschrijft voor de beoordeling van geluidhinder het volgende stappenplan voor: 1. Indien de richtafstanden niet worden overschreden kan verdere toetsing in beginsel achterwege blijven. 2. Indien stap 1 niet toereikend is: a. Bij een geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in gebiedstype rustige woonwijk van maximaal: 45 db(a) langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT (etmaalwaarde); 65 db(a) maximale geluidniveaus LA,max (etmaalwaarde); 50 db(a) verkeersaantrekkende werking (etmaalwaarde); b. Bij een geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 10 van

116 gebiedstype gemengd gebied van maximaal: 50 db(a) langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT (etmaalwaarde); 70 db(a) maximale geluidniveaus LA,max (etmaalwaarde); 50 db(a) verkeersaantrekkende werking (etmaalwaarde); c. Vrijstelling is dan mogelijk; 3. Indien stap 2 niet toereikend is: a. Bij een geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in gebiedstype rustige woonwijk van maximaal: 50 db(a) langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT (etmaalwaarde); 70 db(a) maximale geluidniveaus LA,max (etmaalwaarde); 50 db(a) verkeersaantrekkende werking (etmaalwaarde); b. Bij een geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in gebiedstype gemengd gebied van maximaal: 55 db(a) langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT (etmaalwaarde); 70 db(a) maximale geluidniveaus LA,max (etmaalwaarde); 65 db(a) verkeersaantrekkende werking (etmaalwaarde); c. Vrijstelling is dan mogelijk met dien verstande dat het bevoegd gezag moet motiveren waarom het deze geluidbelasting in de concrete situatie acceptabel acht; 4. Bij een hogere geluidbelasting dan aangegeven in stap 3 zal vrijstelling doorgaans niet mogelijk zijn. 4.2 VNG Toets of toetsing geluidvoorschriften Conform de methodiek van de richtlijnen van de VNG en milieuzonering wordt hieronder gecontroleerd of de afstand tussen de inrichtingen en het bouwplan voldoende is en zo niet of akoestisch onderzoek moet uitwijzen of het bouwplan inpasbaar is t.o.v. bestaande inrichting. 1. Driekamp 1-Mixed Hockey Club Krimpen, Driekamp 5 - Korfbalvereniging K.O.A.G Ten westen van het bouwplan, op een afstand van circa 130 meter van het toekomstige collegegebouw liggen de Mixed Hockey Club Krimpen en de Korfbalvereniging K.O.A.G. Beide verenigingen zijn ingedeeld in VNG milieucategorie 3.1..De richtafstand voor deze milieucategorie is 50 meter. Aangezien de afstand tussen het bouwplan en de grens van de terreinen van deze verenigingen groter is dan de richtafstand, is het bouwplan inpasbaar t.o.v. deze activiteiten. 2. Groenendal 1 - gezondheidscentrum Krimpen : Op het aangrenzende terrein ten westen van het bouwplan, op Groenendaal 1, bevindt zich gezondheidscentrum Krimpen. Het gezondheidscentrum huisvest verschillende gezondheidsgerelateerde activiteiten zoals een huisartsenpraktijk en een apotheek. Het centrum is ingedeeld in VNG milieucategorie 1. De richtafstand voor deze milieucategorie is 10 meter. Aangezien de afstand tussen het bouwplan en de grens van het terrein van het gezondheidcentrum groter is dan de richtafstand, is het bouwplan inpasbaar t.o.v. het gezondheidscentrum. 3. Groenendal 3 kinderopvang de goudvis Op het aangrenzende terrein ten zuiden van het bouwplan, op Groenendaal 3, bevindt zich de kinderopvang de goudvis. De kinderopvang is aangewezen als VNG milieucategorie 2. De richtafstand voor deze milieucategorie is 30 meter. De afstand tussen het bouwplan en de grens van het terrein van de kinderopvang bedraagt 22 meter; 8 meter korter dat de richtafstand. Hierdoor is het noodzakelijk de inpasbaarheid van het bouwplan t.o.v. de kinderopvang te bepalen d.m.v. een akoestisch onderzoek (zie paragraaf 4.3). Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 11 van 26

117 4. Groenendal 5 Tienercentrum t Onderdak Op het aangrenzende terrein ten zuidwesten van het bouwplan, op Groenendaal 5, bevindt zich een gebouw dat huisvesting biedt aan een aantal verenigingen: - Tienercentrum t Onderdak. In het centrum kunnen tieners sporten in de sportzaal of poolbiljart, tafelvoetbal, darten enz. - hristeli ke Jongerenverenig. Krimpen aan den IJssel - Hier worden activiteiten gehouden voor kinderen in de middag- en avonduren. - Speelotheek Reuzekeus - Vereniging De rug - activiteiten voor mensen met een verstandelijke beperking. Al deze activiteiten zijn te vergelijken met de activiteiten op een buurtcentrum dat ingedeeld is in milieucategorie 2. De richtafstand voor deze milieucategorie is 30 meter. De afstand tussen de grens van het terrein van het centrum en het bouwplan is 15 meter; 15 meter korter dan de richtafstand. Hierdoor is het noodzakelijk de inpasbaarheid van het bouwplan t.o.v. het tienercentrum te bepalen d.m.v. een akoestisch onderzoek (zie paragraaf 4.3). 5. Groenendal 7 Sportvereniging De Treffers - Op het aangrenzende terrein ten zuidwesten van het bouwplan, op Groenendaal 7, bevindt zich een handbalvereniging De Treffers. De activiteiten vinden in de zomermaanden plaats op het handbalveld naar het clubgebouw en in de wintermaanden op een andere locatie. Er wordt 2 keer per week in de avond uren van 18:00 tot 21:00 en 1 keer per week van 14:30 tot 20:00 gehandbald. De vereniging is ingedeeld in VNG milieucategorie 2. De richtafstand voor deze milieucategorie is 30 meter. De afstand tussen de grens van het terrein van de vereniging en het bouwplan is 15 meter; 15meter korter dan de richtafstand. Hierdoor is het noodzakelijk de inpasbaarheid van het bouwplan t.o.v. de sportvereniging te bepalen d.m.v. een akoestisch onderzoek (zie paragraaf 4.3). 6. Nieuwe Tiendweg 21 - benzinestation en carwash Autofood - Op een terrein ten zuidwesten van het bouwplan, op Nieuwe Tiendweg 21, bevinden zich benzinestation en carwash Autofood. De inrichting is een type C inrichting en heeft een milieuvergunning waarin de volgende geluidvoorschriften zijn opgenomen:.1 Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, mag ter plaatse van de gevels van woningen gelegen aan de Vijfkamp en Goudenregen niet meer bedragen dan: - 45 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 42 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 35 db(a) in de uren gelegen tussen en uur..2 Het maximale geluidsniveau (L Amax ) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, mag ter plaatse van de in voorschrift.1 genoemde locaties niet meer bedragen dan: - 62 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 62 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 60 db(a) in de uren gelegen tussen en uur. Aangezien de afstand tussen het benzine station en de woningen die in de voorschriften zijn aangewezen 62 meter is, en de afstand tot het college 115 meter is in dezelfde richting, kan geconcludeerd worden dat de bestaande milieurechten van deze inrichting niet beperkt kunnen worden. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 12 van

118 4.3 Akoestisch onderzoek uitgangspunten In deze paragraaf wordt de geluidbelasting als gevolg van de kinderopvang, het tienercentrum en handbalvereniging op het bouwplan onderzocht. De maatgevende activiteiten voor deze inrichtingen zijn verkeersbewegingen van personeel en bezoekers en stemgeluiden. Stemgeluiden en activiteiten binnen de gebouwen zijn te verwaarlozen doordat de gevels van de gebouwen voldoende geluidwerend zijn. Voor iedere activiteit wordt rekening gehouden met de effectieve bedrijfsduur d.m.v. een bedrijfsduurcorrectieterm (Cb) in db berekend, waarbij rekening wordt gehouden dat een geluidbron (activiteit) niet continu geluid produceert. De school is actief in de dag- en avond periode tussen 7:00 en 23:00. Conform artikel 1b van de Wet geluidhinder kan hierdoor de nachtperiode buiten beschouwing worden gelaten Verkeerbewegingen op het terrein de inrichtingen Groenendal 3 kinderopvang de goudvis Het kinderdagverblijf deelt samen met het tienercentrum en de handbalvereniging 30 parkeerplaatsen. Er wordt vanuit gegaan dat er 10 verkeersbewegingen in de dagperiode door het personeel plaatsvinden en dat de helft van de 72 kinderen per auto naar het kinderdagverblijf worden gebracht en opgehaald. Groenendal 5 Tienercentrum t Onderdak Er wordt vanuit gegaan dat door het personeel en bezoekers 60 verkeersbewegingen plaatsvinden in de dagperiode. Groenendal 7 Sportvereniging De Treffers Er wordt rekening gehouden met 10 verkeersbewegingen naar de handbalvereniging in de dagperiode. Dit is een worst case omdat de vereniging slechts een keer per week actief is vanaf de middaguren. De bronvermogens voor de verkeersbewegingen en zijn gebaseerd op kentallen. Bronnaam Hoogte Lw totaal personenauto Stemgeluiden Er wordt rekening gehouden met stemgeluiden op het terrein van de kinderopvang en handbalvereniging. De kinderopvang biedt plaats aan 72 kinderen. Het is te verwachten dat ieder kind minstens 1 uur per dag buiten is. Er wordt rekening gehouden met meerdere pratende kinderen en met twee roepende kinderen. Het veld van de handbalvereniging wordt overdag, tijdens de lesuren, slechts een keer per week gebruikt voor een aantal uren. In het akoestisch onderzoek wordt rekening gehouden met een worst case scenario waarin het veld iedere dag wordt gebruikt. Er wordt vanuit gegaan het veld wordt gebruikt door 14 spelers. Voor stemgeluiden is er aansluiting gezocht bij VDI Deze VDI biedt handvatten voor het berekenen van geluid afkomstig van sportvelden in de buitenlucht: Bronnaam Hoogte Lw totaal praten normaal 1 (kind) 65 Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 13 van 26

119 4.3.4 Maximale geluidniveaus Voor het maximale geluidniveau wordt rekeningen gehouden met drie bronnen: stemgeluiden, fluiten van de scheidsrechter / coach en dichtslaan van portieken van auto s op de parkeerplaatsen: Voor maximale stemgeluiden is er aansluiting gezocht bij VDI Bronnaam Hoogte Lw totaal(max) roepen Fluit scheidsrechter De bronvermogens van maximale verkeersbewegingen zijn gebaseerd op kentallen. Bronnaam Hoogte Lw totaal(max) dichtslaan portieren Gehanteerde rekenmethode Door middel van een overdrachtsberekening zijn de optredende geluidniveaus ter plaatse van de beoordelingspunten bepaald. De overdrachtsberekeningen zijn uitgevoerd overeenkomstig methode II-8 uit de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. - De geluidniveaus worden invallend beschouwd. - De maximale geluidniveaus worden bepaald door de immissieniveaus Li onder aftrek van de meteocorrectie Cm Resultaten akoestisch onderzoek solitaire inrichtingen Voor de locatie van de toetspunten wordt verwezen naar figuur 3 (paragraaf 3.3). Voor een lijst met de volledige resultaten per toetspunt wordt verwezen naar bijlagen 4a en 4b. De hoogst berekende geluidbelasting op het bouwplan ten gevolge van de solitaire inrichtingen rondom het bouwplan bedraagt 32 db(a). Conform de methodiek van het VNG stappen plan wordt de waarde van 45 db(a) niet overschreden. Hierdoor is het bouwplan inpasbaar t.o.v. de solitaire inrichtingen. Het hoogst berekende maximale geluidniveau op het bouwplan ten gevolge van de solitaire inrichting rondom het bouwplan bedraagt 59 db(a). Conform de methodiek van het VNG stappen plan wordt de waarde van 65 db(a) niet overschreden. Hierdoor is het bouwplan inpasbaar t.o.v. de solitaire inrichtingen. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 14 van

120 5 Akoestisch onderzoek geluidbelasting vanwege het bouwplan op aanwezige geluidgevoelige objecten Rondom het bouwplan bevinden zich een aantal geluidgevoelige bestemmingen. De gegevens van deze bestemmingen zijn afkomstig van het BAG database 1. In onderstaande figuur 5 wordt de ligging van deze bestemmingen aangegeven met een getal van 1 t/m 3.. bouwplan Krimpenerwaard College figuur 5 - ligging en nummering van geluidgevoelige bestemmingen rond het bouwplan 5.1 VNG Toets 1+2 Geluidgevoelige gebouwen rondom het bouwplan De dichtstbijzijnde woningen bevinden zich op een afstand van 35 m vanaf de grens van het terrein van de school. Aangezien de school is ingedeeld in VNG milieucategorie 2 met een richtafstand van 30 meter is het bouwplan inpasbaar t.o.v. deze woningen. 3 Andere geluidgevoelige gebouwen Conform artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder zijn kinderdagverblijven gedefinieerd als een andere geluidgevoelig gebouw. De afstand tussen de gevel van het kinderdagverblijf en de grens van het bouwplan is kleiner dan 30 meter. De inpasbaarheid van het bouwplan zou bepaald moeten worden met een akoestisch onderzoek. 1 Basis Administratie Gebouwen. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 15 van 26

121 5.2 Akoestisch onderzoek uitgangspunten In het akoestisch onderzoek wordt de geluidbelasting als gevolg van het bouwplan op de kinderdagopvang onderzocht. De maatgevende activiteiten voor het bouwplan zijn verkeersbewegingen van personeel en bezoekers en stemgeluiden op het schoolplein en sportactiviteiten op de nieuwe locatie van de sportvelden ten noorden van de school. Op de locatie van de bestaande school. Stemgeluiden en activiteiten binnen het schoolgebouw zijn te verwaarlozen doordat de gevels van het gebouw voldoende geluidwerend zijn. Voor iedere activiteit wordt rekening gehouden met de effectieve bedrijfsduur d.m.v. een bedrijfsduurcorrectieterm (Cb) in db berekend, waarbij rekening wordt gehouden dat een geluidbron (activiteit) niet continu geluid produceert. De school is actief in de dag- en avondperiode tussen 7:00 en 23:00. Hierdoor kan de nachtperiode buiten beschouwing worden gelaten Verkeersbewegingen van en naar de school Het gebouw trekt in de dagperiode 220 verkeersbewegingen. Een deel van de bewegingen is van eigen personeel en bezoekers dat richting de parkeerplaats rijdt en een deel bestaat uit kinderen die gebracht en opgehaald worden. Er wordt rekening gehouden met 220 verkeerbewegingen op de aansluitingsweg lang het gezondheidscentrum en met 147 verkeersbewegingen op de parkeerplaats. In de avondperiode wordt er rekening gehouden met de 75 verkeersbewegingen als gevolg van bezoekers van KOAG en avondactiviteiten op de school. - De bronvermogens komen overeen met de bronvermogens in hoofdstuk Stemgeluiden Er wordt rekening gehouden met stemgeluiden op het drie locaties: op het schoolplein voor de school en op de nieuwe sportvelden. De nieuwe sportvelden komen in plaats van het bestaande gebouw. Het is te verwachten dat op ieder sportveld 20 kinderen aanwezig zijn waarvan 3 aan het praten zijn. Op het schoolplein wordt er rekening gehouden met 22 pratende kinderen. - De bronvermogens komen overeen met de bronvermogens in hoofdstuk Maximale geluidniveaus Voor het maximale geluidniveau wordt rekeningen gehouden met drie bronnen: stemgeluiden, fluiten van de scheidsrechter / coach en dichtslaan van portieken van auto s op de parkeerplaatsen. - De bronvermogens komen overeen met de bronvermogens in hoofdstuk Gehanteerde rekenmethode - De rekenmethode komt overeen met de rekenmethode van hoofdstuk 4. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 16 van

122 5.3 Resultaten akoestisch onderzoek bouwplan op geluidgevoelige gebouwen De hoogst berekende geluidbelasting ten gevolge van het bouwplan op het kinderdagverblijf in bedraagt 44 db(a). Conform de methodiek van het VNG stappenplan wordt de waarde van 45 db(a) niet overschreden. Hierdoor is het bouwplan inpasbaar t.o.v. de geluidgevoelige objecten rondom het bouwplan. De hoogst berekende maximale geluidniveau van het bouwplan op het kinderdagverblijf bedraagt 64 db(a). Conform de methodiek van het VNG stappenplan wordt de waarde van 65 db(a) niet overschreden. Hierdoor is het bouwplan inpasbaar t.o.v. de geluidgevoelige objecten rondom het bouwplan. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 17 van 26

123 6 Conclusie In opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel heeft voor het bestemmingsplan Krimpenerwaard College te Krimpen aan den IJssel akoestisch onderzoek plaatsgevonden voor het bouwplan Krimpenerwaard College. Het akoestisch onderzoek bestond uit vier deelonderzoeken: Er is onderzoek gedaan naar de geluidbelasting ter plaatse van het plangebied ten gevolge van wegverkeer in het kader van de Wet geluidhinder. Op het gehele bouwplan wordt de voorkeurswaarde van 48 db niet overschreden. Het vaststellen van hogere waarden is om deze reden niet noodzakelijk. Ook onderzoek naar de binnenniveaus en de geluidwerendheid van de gevels is niet noodzakelijk. Er is onderzoek gedaan naar de geluidbelasting van losliggende inrichting rondom het bouwplan in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Conform de methodiek van de VNG is het bouwplan inpasbaar in de omgeving. Er is onderzoek gedaan naar de geluidbelasting van het bouwplan op geluidgevoelige bestemmingen rondom het bouwplan in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Conform de methodiek van de VNG is het bouwplan inpasbaar in de omgeving. Er is onderzoek gedaan naar de bestaande milieurechten van inrichtingen rondom het bouwplan in het kader van de in het kader van de Algemene wet bestuursrecht. De conclusie van het onderzoek is dat bestaande milieurechten niet worden beperkt door het bouwplan. Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 18 van

124 Bijlage 1: voorkomende akoestisch begrippen Voorkeurswaarde De voorkeurswaarde is de geluidbelasting die voor de verschillende geluidsgevoelige bestemmingen op basis van de Wgh in ieder geval toelaatbaar wordt geacht. Verzoek hogere waarde Wanneer de voorkeurswaarde wordt overschreden kan het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) een hogere waarde verlenen. In de Wgh zijn hier voorwaarden aan gesteld. De maximale ontheffingswaarde en de voorwaarden die hier aan zijn verbonden zijn opgenomen in de Wgh. Binnenwaarde De binnenwaarde is de geluidbelasting in de geluidsgevoelige ruimte van bijvoorbeeld een woning ten gevolge van geluidsbronnen van buiten de woning. De toegestane binnenwaarde is aan een maximum gebonden. Indien op de gevel van de woning aan de voorkeurswaarde wordt voldaan, wordt verondersteld dat de maximaal toegestane binnenwaarde niet wordt overschreden. Indien een hogere waarde wordt verleend kunnen extra gevelmaatregelen noodzakelijk zijn. L den -waarde De L den is de afkorting voor Lday-evening-night en heeft als eenheid de db. De berekening van de L den is gebaseerd op de emissies gedurende een jaar. Op emissies die plaatsvinden tijdens de avond (19:00-23:00 uur) en nacht (23:00-07:00 uur) wordt een straftoeslag toegepast van respectievelijk 5 db en 10 db. L etmaal Voor industrielawaai wordt nog de oude dosismaat etmaalwaarde (L etmaal ) gebruikt en heeft als eenheid de db(a). De etmaalwaarde is de hoogste van de volgende drie waarden: - het equivalente geluidsniveau over de dagperiode (07:00 uur 19:00 uur); - het equivalente geluidsniveau over de avondperiode (19:00 uur 23:00 uur) + 5; - het equivalente geluidsniveau over de nachtperiode (23:00 uur 07:00 uur) Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 19 van 26

125 Bijlage 2: Verkeersgegevens 2021 Wegvak Uurintensiteiten per etmaalperiode periode Licht Middel zw. Zwaar Totaal Nieuwe Tiendweg dag Tussen Groenendaal en Olympiade avond Wegdek: asfalt nacht Snelheid: 50 km/uur totaal Groenendaal dag Tussen Nieuwe Tiendweg en Driekamp/Parkzoom avond Wegdek: asfalt nacht Snelheid: 50 km/uur totaal Driekamp dag Tussen Groenendaal en Olympiade avond Wegdek: asfalt nacht Snelheid: 50 km/uur totaal Olympiade dag Tussen Driekamp en Omloop avond Wegdek: asfalt nacht Snelheid: 50 km/uur totaal Vijfkamp (geen Whg weg) dag Tussen Driekamp en Arena avond Wegdek: klinkers in keperverband nacht Snelheid: 30 km/uur totaal Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 20 van

126 Bijlage 3: Rekenresultaten gezoneerde wegen + 30km/h weg De rekenresultaten voor wegverkeer zijn weergegeven in db Lden, inclusief aftrek art. 110g Wgh. Lden Toetspunt Hoogte Driekamp Groenendaal Nieuwe TW Olympiade Vijfkamp 1_A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B _C _A _B Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 21 van 26

127 15_C _A _B _C _A _B _C _A _B _C Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 22 van

128 Bijlage 4a: Rekenresultaten solitaire inrichtingen - Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau Dagperiode Etmaal Naam Hoogte in db(a) in db(a) 1_A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5,6 2 2 Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 23 van 26

129 15_C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 24 van

130 Bijlage 4b: Rekenresultaten solitaire inrichtingen - maximale geluidniveaus Naam Hoogte Dagperiode in db(a) 1_A 1,7 57 1_B 5,6 59 1_C 9,2 59 2_A 1,7 56 2_B 5,6 58 2_C 9,2 58 3_A 1,7 54 3_B 5,6 56 3_C 9,2 57 4_A 1,7 54 4_B 5,6 57 4_C 9,2 57 5_A 1,7 55 5_B 5,6 57 5_C 9,2 57 6_A 1,7 55 6_B 5,6 58 6_C 9,2 58 7_A 1,7 55 7_B 5,6 57 7_C 9,2 58 8_A 1,7 34 8_B 5,6 36 8_C 9,2 38 9_A 1,7 31 9_B 5,6 33 9_C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1,7 30 Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College blad 25 van 26

131 15_B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9, _A 1, _B 5, _C 9,2 57 Akoestisch onderzoek Krimpenerwaard College 26 Blad 26 van

132

133 Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek

134

135

136

137

138

139

140

141

142

143

144

145

146

147

148

149

150

151

152

153

154

155

156

157

158

159

160

161

162

163

164

165

166

167

168

169

170

171

172

173

174

175

176

177

178

179

180

181

182

183

184

185

186

187 Bijlage 7 Notitie bodemkwaliteit

188

189

190

191 Bijlage 8 Rapportage externe veiligheid

192

193

194

195

196

197 Bijlage 9 Advies Veiligheidsregio

198

199

200

201

202

203 Bijlage 10 Verantwoording groepsrisico

204 Notitie Aan gemeente Krimpen aan den IJssel Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 14 november L.C. Luijendijk Onderwerp Verantwoording groepsrisico Krimpenerwaardcollege Inleiding De gemeente Krimpen aan den IJssel is voornemens medewerking te verlenen aan de verplaatsing van het Krimpenerwaard College, nu nog gevestigd aan de Driekamp in de gemeente. Ten behoeve van deze verplaatsing zal nieuwbouw plaatsvinden juist ten zuiden van het bestaande gebouw. De planlocatie ligt ongeveer 130 meter vanaf LPG-tankstation Langeland. Dit tankstation is een risicovolle inrichting volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). In een eerder stadium heeft de DCMR geadviseerd over het aspect externe veiligheid. Hieruit kwam naar voren dat de locatie voldoet aan de normen voor het plaatsgebonden risico, maar dat de realisatie van dit plan een toename van het groepsrisico zal veroorzaken. In deze notitie wordt onderbouwd waarom het groepsrisico aanvaardbaar is. Wettelijk kader Op grond van artikel 13, eerste lid, van het Bevi heeft de gemeente Krimpen aan den IJssel de verplichting om het groepsrisico als gevolg van de realisatie van een plan binnen het invloedsgebied van risicovolle bedrijven te verantwoorden. In de verantwoording moet ten minste worden vermeld: a. de aanwezige en de, op grond van het besluit, te verwachte dichtheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting of inrichtingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken, voor zover het invloedsgebied ligt binnen het gebied waarop dat besluit betrekking heeft, op het tijdstip waarop dat besluit wordt vastgesteld; b. het groepsrisico per inrichting op het tijdstip waarop dat besluit wordt vastgesteld en de bijdrage van de in het besluit toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico, vergeleken met de oriënterende waarde van het groepsrisico; c. indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die worden toegepast door degene die de inrichting drijft, die dat risico mede veroorzaakt en, indien van toepassing, de voorschriften die zijn of worden verbonden aan de voor die inrichting geldende vergunning, bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer; d. indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die in het besluit zijn opgenomen; e. de voorschriften ter beperking van het groepsrisico die het bevoegd gezag voornemens is te verbinden aan de voor een inrichting, die behoort tot een categorie van inrichtingen ten behoeve waarvan het besluit wordt vastgesteld, te verlenen vergunning, bedoeld in artikel 8.1 van de wet; Blad 1 van 6

205 f. de voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico; g. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst; h. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen in de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, waarvan de gevolgen zich uitstrekken buiten die inrichting; i. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet. Overeenkomstig het tweede lid van artikel 13 van het Bevi moet overleg worden gevoerd met het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer voor een inrichting die mede bepalend is voor de hoogte van het groepsrisico in het gebied waarop dat besluit betrekking heeft. Voor het LPGtankstation Langeland is de gemeente zelf het bevoegd gezag, zodat er geen andere bestuursorganen zijn waarmee overleg moet worden gevoerd. Advies VRR Overeenkomstig het derde lid van artikel 13 van het Bevi heeft de gemeente het bestuur van de regionale brandweer (in casu de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond) in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over de verantwoording van het groepsrisico en de mogelijkheden voor hulpverlening en zelfredzaamheid met betrekking tot het plangebied Krimpenerwaard College. Groepsrisico (onderdeel a en b) Het invloedsgebied van het tankstation bedraagt volgens de Regeling externe veiligheid inrichtingen 150 meter. De verdeling van de aanwezige personendichtheden binnen dit invloedsgebied is in onderstaande afbeelding weergegeven.in deze afbeelding is het invloedsgebied met een groene cirkel weergegeven. Omdat het effectgebied van het meest bepalende scenario (BLEVE 1 -) groter is dan 150 meter, zijn ook aanwezigen buiten deze cirkel meegenomen in de groepsrisicoberekening. Voor de nieuwbouw van het Krimpenerwaardcollege is rekening gehouden met de aanwezigheid van extra personen. 1 Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion: kokende vloeistof-gasexpansie explosie Blad 2 van 6

206 Het groepsrisico is door de DCMR Milieudienst Rijnmond berekend en bedraagt in de huidige situatie 0,3 maal de oriëntatiewaarde. Dit groepsrisico wordt gevonden bij 200 slachtoffers. Na de realisatie van het Krimpenerwaardcollege bedraagt het groepsrisico 0,7 maal de oriëntatiewaarde. Dit groepsrisico wordt gevonden bij 600 slachtoffers. In onderstaande grafiek is de fn-curve van het groepsrisico weergegeven zonder en met de nieuwe school. Maatregelen en voorschriften (onderdeel c, d en e) Een belangrijke maatregel om het groepsrisico te beperken is al uitgevoerd: namelijk de beperking van de doorzet van LPG tot m 3 LPG per jaar die in de milieuvergunning is vastgelegd. Door het beperken van de doorzet is er een lagere kans op aanwezigheid van een LPG-tankwagen waardoor het groepsrico ook lager is. De DCMR heeft bij de uitgevoerde berekening rekening gehouden met deze doorzetbeperking. Een andere mogelijkheid is om de verlading van LPG buiten de periode te laten uitvoeren waarin de meeste personen aanwezig zijn.de gemeente heeft het voornemen om met de exploitant van het station te overleggen, om de verlading van LPG te laten plaatsvinden buiten de schooluren. Door de DCMR is een berekening gemaakt van de situatie waarbij verlading uitsluitend plaatsvindt buiten de schooltijden. Deze is in onderstaande fn-curve weergegeven. Het groepsrisico bedraagt bij toepassing van deze maatregel 0,4 maal de oriëntatiewaarde (bij 200 slachtoffers). Blad 3 van 6

207 Het nieuwe schoolgebouw wordt voorzien van diverse nooduitgangen die van het tankstation af zijn gericht. De nooduitgangen sluiten aan op bestaande infrastructuur. Het plangebied is vanuit meerdere zijden goed bereikbaar voor hulpdiensten. Het plan leent zich niet voor nog meer maatregelen om het groepsrisico te verlagen. Voor- en nadelen van alternatieve locaties (onderdeel f) Om onderwijskundige redenen is het nodig dat de huisvesting van het Krimpenerwaard College wordt vernieuwd. De nieuwbouw kan niet plaatsvinden op huidige locatie, omdat hierdoor het onderwijs langdurig wordt verstoord, dan wel omdat er kostbare tijdelijke voorzieningen noodzakelijk zijn. De gemeente heeft daarom diverse locatie-alternatieven onderzocht. De alternatieven zijn op onderstaande afbeelding weergegeven. Blad 4 van 6

208 Omgeving Tuyter (A) Locatie A ligt in het centrumgebied van de gemeente. Realisatie van het nieuwe college op deze locatie past niet binnen de Centrumvisie van de gemeente. Ook wordt de aanwezigheid van een middelbare school in de directe omgeving van een overdekt winkelcentrum onwenselijk geacht. Tenslotte is het niet mogelijk om bij deze locatie een sportveld aan te leggen, waardoor de afstand tussen het college en het sportveld te groot wordt. Ondanks het feit dat deze locatie buiten het invloedsgebied van het LPG-tankstation is gelegen, wordt deze daarom toch als minder geschikt beschouwd. Krimpenerbosweg (B) Nabij de locatie Krimpenerbosweg bevindt zich het transformatorstation van Tennet. De locatie ligt derhalve binnen de geluidcontouren van dit transformatorstation. Daarnaast is er sprake van electromagnetische straling, als gevolg van de hoogspanningslijnen. Het verplaatsen van deze lijnen brengt dermate hoge kosten met zich mee, dat deze als een belemmering moeten worden gezien. Daarnaast ligt de locatie buiten de rode contouren van de provincie, zodat ook in planologisch opzicht belemmeringen bestaan. Ook is het bestuur van het Krimpenerwaard College, uit onderwijskundig oogpunt, geen voorstander van deze locatie. Tenslotte loopt nabij deze locatie een hogedruk aardgasleiding. Het groepsrisico als gevolg van deze leiding zal stijgen als de school op deze locatie wordt gebouwd, waarvoor ook weer een verantwoording noodzakelijk is. Sportvelden ten noorden van Driekamp (C2) Deze locatie bevindt zich in de nabijheid van de huidige locatie. Realisatie van de school op deze locatie brengt met zich mee dat de sportvelden verplaatst moeten worden. Hiermee is een investering van enkele miljoenen gemoeid. Tevens zal dit leiden tot een vertraging van het project van enkele jaren. Dit maakt deze locatie minder geschikt dan de nu gekozen locatie. Mogelijkheden om groepsrisico te beperken in de nabije toekomst (g) Op 22 juni 2005 is het convenant LPG-autogas getekend. Dit convenant bevat de afspraken tussen het (toenmalige) ministerie van VROM en de LPG-branche om de veiligheidsrisico s van LPG-tankstations te verkleinen.. In het convenant is afgesproken dat de bevoorradende autogastankauto's voorzien zullen worden van een hittewerende coating en dat een verbeterde vulslang zal worden toegepast. Deze hittewerende coating vertraagt een eventuele BLEVE van de tankwagen bij brand onder de tankwagen met zeker 70 minuten. Hierdoor heeft de brandweer voldoende tijd om een brand onder de tankwagen te blussen en een BLEVE te voorkomen. VROM heeft de intentie uitgesproken dat deze afspraak om hittewerende coating aan te brengen uiterlijk in 2010 in een wettelijke regeling (waarschijnlijk een aanpassing van het Besluit LPG-tankstions milieubeheer) wordt geborgd. Deze datum is niet gehaald, omdat de juridische borging stuit op problemen met internationale en Europese verdragen. Ondertussen zijn alle Nederlandse autogastankwagens voorzien van deze hittewerende coating en wordt de verbeterde vulslang toegepast. Hoewel de aanwezigheid van hittewerende coating nog niet juridisch is geborgd, is het wel redelijk om voor de verantwoording van het groepsrisico deze maatregel te betrekken. In de uitgevoerde berekening van het groepsrisico is daarom met deze maatregel rekening gehouden. Ook de verbeterde vulslang is in de berekening betrokken. Op korte termijn zijn er geen andere maatregelen die kunnen worden getroffen om het groepsrisico te verlagen. Bestrijding van rampen en zelfredzaamheid (h en i) In het kader van de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen indien zich een ongeval voordoet is advies gevraagd aan de VRR. De VRR heeft op 23 februari 2011 een advies afgegeven. De VRR adviseert om de risico s te beperken en de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor de hulpverlening te vergroten het volgende: : Blad 5 van 6

209 1. Het verplaatsen van het LPG-tankstation of beëindigen van de verkoop van LPGautogas. Hiermee wordt eveneens het vervoer van LPG door de woonkernen van de gemeente Krimpen aan den IJssel voorkomen. 2. Het nieuwe schoolgebouw ligt binnen het effectgebied van een BLEVE (330 meter vanaf het LPG tankstation). Het gebouw dient zodanig te worden geconstrueerd dat aanwezigen tijd en gelegenheid hebben om te vluchten. Hierbij dient minimaal één (nood-)uitgang van de bron afgericht te zijn. Alle (nood-)uitgangen dienen in voldoende mate aan te sluiten op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied. 3. Het plangebied behoort te voldoen aan de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening zoals gesteld conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). Dit behoort ter goedkeuring worden voorgelegd aan de afdeling Brandveilihgeid en OI&P van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Oost. 4. Draag zorg voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezige personen zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit door middel van de campagne Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand. Over het advies van de VRR wordt het volgende opgemerkt: Ad 1. Mede door de maatregelen van het LPG-convenant is er voor dit station geen saneringsnoodzaak. Het plaatsgebonden risico voor kwetsbare objecten is kleiner dan de grenswaarde en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt niet overschreden. Het verplaatsen van het station of het intrekken van de vergunning voor LPG is derhalve niet aan de orde. Het tankstation heeft een beperkte doorzet (1.000 m 3 per jaar), zodat het aantal transporten LPG door de gemeente beperkt is. De kosten van verplaatsing of de schadevergoeding bij het intrekken van de vergunning zijn daarom onevenredig hoog. Ad 2. Dankzij de uitgevoerde maatregelen van het convenant is een BLEVE van de autogastankwagen onwaarschijnlijk geworden. Ondanks dat zal het schoolgebouw over meerdere (nood)uitgangen beschikken die van het tankstation af zijn gericht. Alle (nood)uitgangen sluiten aan op bestaande of in het kader van het inrichtingsplan geplande infrastructuur. Ad 3. Het inrichtingsplan zal worden voorgelegd aan de afdeling Brandveilihgeid en OI&P van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Oost. Het plangebied wordt nu al ontsloten door meerdere openbare wegen (Groenendaal, Driekamp) Ad 4. Met het schoolbestuur worden nadere afspraken gemaakt omtrent voorlichting en instructie op het gebied van de campagne 'Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand'. Het betreft een school voor voortgezet onderwijs, zodat er sprake is van voldoende mate van zelfredzaamheid bij de aanwezigen. Het gebied is van verschillende zijden goed bereikbaar. Mede door de invulling van het advies van de VRR, is er sprake van voldoende mogelijkheden voor bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. Conclusie In deze verantwoording zijn diverse maatregelen opgenomen, in het kader van zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Deze maatregelen hebben geen consequenties voor de hoogte van het groepsrisico, maar zorgen wel voor een feitelijke daling van de kans op ongevallen met grote aantallen slachtoffers. Daarnaast wordt nog onderzocht of door middel van een convenant met de exploitant van het tankstation venstertijden kunnen worden aangewezen voor het verladen van LPG. Deze maatregel zal het groepsrisico nog verder verlagen. Op basis van het voorgaande acht het gemeentebestuur van Krimpen aan den IJssel het groepsrisico aanvaardbaar. Blad 6 van 6

210

211 Bijlage 11 Nota inspraak en overleg

212

213

214 Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College nota inspraak en overleg projectnummer: datum: opdrachtleider: ing. H. Hommel R.008/04 gecertificeerd door Lloyd s conform ISO 9001: 2000 aangesloten bij: RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus AD Rotterdam telefoon (010) info@rboi.nl

215 RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI - Rotterdam/Middelburg bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.

216 Inhoud 1. Inspraak en overleg blz Inleiding Inspraak Overleg ex artikel Bro

217 4 Inhoud 1. Inspraak en overleg Inleiding In het kader van de inspraakprocedure, op grond van de gemeentelijke inspraakverordening, heeft het voorlopig ontwerp ontwikkelingsplan Krimpenerwaard College en omgeving met ingang van donderdag 8 maart 2012 vier weken lang voor iedereen ter inzage gelegen bij het Publiekscentrum in de hal van het raadhuis. Naast de officiële bekendmaking in de IJssel- en Lekstreek zijn de direct omwonenden rechtstreeks in kennis gesteld van de te volgen procedure en is de planinformatie op de gemeentelijke website geplaatst. Verder is een inloopbijeenkomst gehouden op donderdag 15 maart Tevens is met ingang van 23 mei gedurende een periode van 3 weken het wettelijk vooroverleg op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening gevoerd. Van een aantal instanties is een reactie op het voorontwerpbestemmingsplan ontvangen. In paragraaf 1.3 wordt nader op deze reacties ingegaan Inspraak Algemeen Gedurende de inspraakperiode zijn een 20-tal schriftelijke reacties ingediend. De reacties - die grotendeels ook tijdens de inloopbijeenkomst aan de orde zijn geweest - worden hieronder behandeld. Volgnummer De beoogde locatie Krimpenerwaard College (hierna te noemen: de school) is in de geldende overeenkomst tussen de Stichting Gezondheidscentrum Krimpen aan den IJssel (hierna te noemen: de stichting) en de gemeente bestemd als park in combinatie met water en groen. De lokalisering van de school is in strijd met de door de stichting bij de ontwikkeling en de locatiekeuze van het gezondheidscentrum gemaakte afspraken en gevoerde besprekingen. Reactie: Het is onjuist dat de locatie waarop de nieuwbouw van de school is geprojecteerd, contractueel bestemd is als park in combinatie met water en groen. Dit staat niet in de op 23 december 2009 tussen de stichting en de gemeente gesloten overeenkomst. De stelling van de stichting is kennelijk gebaseerd op de als bijlage 2 van de overeenkomst deel uitmakende Stedenbouwkundige kaders, vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 mei 2009, ook wel bekend als Bouwregels voor het Gezondheidscentrum Krimpen aan den IJssel. De kaartbijlage op blz. 4 van de Bouwregels laat een hoofdindeling in vlakken zien, van Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

218 5 Inhoud mogelijke nieuwe functies voor het gebied. Inderdaad staan daar indicatief ook de functies water en groen aangegeven. Echter staat onderaan blz. 4 van het document duidelijk: Wat de nieuwe locatie van het Krimpenerwaard College wordt is hier niet aan de orde. Nu is de constatering van belang dat de nieuwe locatie voor het Gezondheidscentrum te klein is voor het Krimpenerwaardcollege en geen beperking zal zijn voor het vinden van een nieuwe locatie. Waar de school gebouwd kan worden wordt daarmee in de Bouwregels in het midden gelaten. Voorts richten de Bouwregels zich alleen op de bouw van het gezondheidscentrum. Voor overige toekomstige bestemmingen in het gebied geldt hetgeen in de inleiding van de bouwregels wordt gesteld, namelijk: De locatie (lees: van het gezondheidscentrum) maakt deel uit van een gebied dat in de komende jaren geherstructureerd zal worden. Het Krimpenerwaard College heeft nieuwbouwplannen, het is denkbaar dat de hockeyvelden verplaatst worden (Structuurvisie) en wellicht worden de functies, die in het voormalige mavo gebouw zijn ondergebracht verplaatst. Over die ontwikkelingen is op korte termijn geen duidelijkheid te krijgen. Daarom wordt voor de bepaling van de bouwregels voor het gezondheidscentrum uitgegaan van een ruimtelijke visie voor de gehele locatie, die niet gezien moet worden als een eindbeeld, maar als het begin van een iteratief ontwikkelingsproces. Zowel uit de tekst als uit de strekking van de overeenkomst kan niet worden afgeleid dat het Krimpenerwaard College niet op de thans geprojecteerde locatie kan worden gebouwd. Ook de verwijzing door de stichting naar een in de Bouwregels opgenomen visie voor een mogelijke ontwikkeling doet daar niets aan af. De Bouwregels zijn duidelijk voor wat betreft de school: die kan overal binnen en buiten het gebied worden gerealiseerd. Mits dit uiteraard past binnen een goede ruimtelijke ordening. Binnen het door de gemeente gevoerde beleid is de structuurvisie Ruimte voor Ontwikkeling van 23 september 2004 leidend voor de nieuwe bestemmingsplannen voor het gezondheidscentrum en voor de school. De structuurvisie geeft over deze ontwikkeling het volgende aan: Op het terrein van de ruimtelijke ordening verschuift de aandacht van de gemeente geleidelijk van uitbreiding met nieuw stedelijk gebied naar beheer, ontwikkeling en vernieuwing van bestaand stedelijk gebied. De gerealiseerde situatie is een gegeven maar niet onveranderbaar. Zij moet onderhouden worden, waar nodig aangepast aan de veranderende behoefte en vraag van de bevolking en aan veranderende maatschappelijke omstandigheden. (pag. 5 Sv) Voortdurende bezinning op locaties voor voorzieningen: De locatie van (school- en sociaal-culturele) voorzieningen zal, telkens wanneer dat in het kader van stedelijke vernieuwing aan de orde is, opnieuw worden beoordeeld en zo mogelijk worden gewijzigd. Daarbij wordt gestreefd naar een situatie waarbij de ontwikkeling van nieuwe locaties kan worden gefinancierd uit de exploitatie van vrijkomende gronden. (pag. 35 Sv) Versterking groenkwaliteit: De groenkwaliteit van de gemeente wordt behouden en bij herstructurering versterkt. (pag. 35 Sv). Op grond van de structuurvisie was de ontwikkeling van het gebied voor de verplaatsing en nieuwbouw van de school zonder meer voorzienbaar. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

219 6 Inhoud 1.2 De stichting heeft bedenkingen ten aanzien van de wijze van het op de openbare weg ontsluiten van de school. De school zal als grote onderwijsinstelling met een regionale functie een aanzienlijke verkeersstroom teweeg brengen. Volgens het voorontwerp plan zal de ontsluiting voor het verkeer via het parkeerterrein van het gezondheidscentrum verlopen. Dit is niet toegestaan omdat het parkeerterrein contractueel uitsluitend is bestemd voor het gezondheidscentrum. De ontsluiting zal leiden tot onoverzichtelijkheid, een belemmering van de toegang tot het gezondheidscentrum en tot een gevaarlijk verkeersbeeld. Het door Goudappel Coffeng uitgevoerde verkeersonderzoek gaat volgens de stichting uit van ongefundeerde uitgangspunten als gevolg waarvan dit onderzoek niet geschikt is om een besluit op te baseren. Men vindt de uitgangspunten ongefundeerd omdat ten tijde van de vaststelling van de grondruil van de locatie Meerkoetstaat en de Groenendaal, de vestiging van de school niet was voorzien. Reactie: Uitgangspunten verkeersproductie Bij de voorbereiding van de plannen voor de nieuwbouw van de school heeft op verkeerskundig gebied advisering plaatsgevonden van het verkeerskundig ingenieursbureau Goudappel Coffeng. De door dit bureau gehanteerde uitgangspunten voor de verkeersproductie van de nieuwe school zijn gebaseerd op ervaringscijfers van de CROWpublicatie 256 Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer en CROW-publicatie 272 Verkeersgeneratie voorzieningen kengetallen gemotoriseerd verkeer (CROW = het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte). De te verwachten verkeersproductie van het nieuwe Krimpenerwaard College bedraagt 220 autoritten per dag. De verdeling van dit verkeer over de voorziene ontsluitingen langs het Gezondheidscentrum (70 autoritten) en langs het kinderdagverblijf de Goudvis/appartementen Groenendaal (150 autoritten), is geschat op basis van plaatselijke kennis en ervaring van het eerdergenoemde verkeerskundig adviesbureau, dat al gedurende tientallen jaren het gemeentebestuur op het gebied van verkeer adviseert. U-vormige ontsluiting voldoet aan Duurzaam Veilig De voorziene U-vormige ontsluitingsstructuur, zoals die is beschreven in het voorontwerpbestemmingsplan voldoet volgens het advies van Goudappel Coffeng aan de eisen van een Duurzaam Veilige inrichting van verblijfsgebieden. Dit houdt in dat er om de 100 m een snelheidsremmer in de vorm van een bocht of drempel aanwezig is. Verblijfsgebieden sluiten bij voorkeur aan op 50 km/h gebiedsontsluitingswegen (Groenendaal tussen Nieuwe Tiendweg en Middenwetering) door middel van een inritconstructie. Dat is in deze situatie het geval. Ter verduidelijking zie de figuur met daarop de verkeersstructuur rondom het plangebied Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

220 7 Inhoud De ontsluiting van de appartementen Groenendaal, de bestaande sportfaciliteiten, het Onderdak en het kinderdagverblijf de Goudvis vindt plaats via een zijstraat van de Groenendaal, die als woonstraat is ingericht. Op woonstraten in verblijfsgebieden als deze is er geen onderscheid tussen rijgedeelten voor fietsers en automobilisten (geen markering) en wordt de maximumsnelheid van 30 km/uur afgedwongen door de aanwezigheid van drempels. De Driekamp en de Groenendaal zijn ingericht als gebiedsontsluitingswegen met een maximumsnelheid van 50 km/h. De keuze voor een ontsluiting van de school vanaf de Groenendaal, zoals is vastgelegd in het Voorontwerp, betekent een toename van verkeersbewegingen op de zijstraat van de Groenendaal. De toename is echter beperkt (circa 220 autoritten per dag) en verdeeld over de beide ontsluitingswegen op de Groenendaal. Een dergelijke toename achten wij in het kader van een goede ruimtelijke ordening als wegbeheerder in combinatie met de huidige intensiteiten verantwoord. Volgens de landelijke uitgangspunten voor een Duurzaam Veilige inrichting van woongebieden (30 km/h-zones) is voor 30 km/h zones een etmaalintensiteit van à motorvoertuigen acceptabel. Voorwaarde hierbij is wel dat de wegen goed ingericht zijn volgens de principes van Duurzaam Veilig. Aan deze voorwaarde wordt in dit geval voldaan. De huidige en de toekomstige te verwachten intensiteiten voor de locatie vallen ruim onder de maximaal toelaatbare intensiteiten voor een Verblijfsgebied. Op basis hiervan is de verkeersveiligheid van de huidige weggebruikers en het leefcomfort van de bewoners beoordeeld. De bestaande zijstraat van de Groenendaal bij de appartementen voldoet - zoals aangegeven - aan de inrichtingseisen van Duurzaam Veilig. Er ontbreekt alleen het bord 30 km/h-zone bij Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

221 8 Inhoud de inrit van de straat. Dit bord zal alsnog worden geplaatst. Ter hoogte van het eerste appartementengebouw en het kinderdagverblijf De Goudvis is een drempel aanwezig, die verzakt is. Deze drempel wordt opgehoogd, hetgeen de snelheid van het autoverkeer ter plaatse zal doen afnemen. Extra aandacht voor fietsers Het merendeel van de te verwachten extra verkeersbewegingen door de nieuwe school zijn de fietsritten door de leerlingen. Hiervoor wordt een vrijliggend fietspad aangelegd langs de nieuwbouw van de school, tussen de Nieuwe Tiendweg en de Groenendaal. In het ontwerp van de nieuwe situatie is er een nieuw vrijliggend fietspad geprojecteerd tussen het tankstation aan de Nieuwe Tiendweg en de Groenendaal. Hierdoor is het voor leerlingen van het Krimpenerwaard College, maar ook voor de kinderen die nu gebruik maken van de sportfaciliteiten in Het Onderdak, mogelijk om buiten het autoverkeer te blijven. Een verbetering ten opzichte van het ontwerp, dat in de inspraak is gebracht, is dat het nieuwe fietspad aan de zuidzijde van de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College niet op de rijbaan van de nieuwe ontsluitingsweg wordt aangesloten, maar dat dit pad wordt aangesloten op het pleintje nabij het Onderdak. Geen gevaarlijk verkeersbeeld door U-vormige ontsluiting De route voor auto s loopt inderdaad langs de parkeerplaatsen van het gezondheidscentrum. Maar van een gevaarlijk verkeersbeeld is geen sprake. Ten aanzien van de geschiktheid van de voorgenomen ontsluitingsweg met aan weerszijden haakse parkeerplaatsen ten noordwesten van het gezondheidscentrum voor het verwerken van verkeer van en naar het Krimpenerwaard College, kan worden opgemerkt dat deze is uitgevoerd in een voor de gemeente Krimpen aan den IJssel gebruikelijke maatvoering. In het ontwerp is rekening gehouden met bevoorradend verkeer voor het gezondheidscentrum en de school (bochtstralen). In tegenstelling tot de huidige situatie behoeft vrachtverkeer, dat zorgt voor de bevoorrading van het gezondheidscentrum, niet meer achteruit te rijden (met risico s op ongevallen), maar kan via de U-vormige ontsluiting op een veilige wijze het gebied verlaten. In de toekomstige situatie kunnen ook de ouders die hun kinderen met de auto naar de sportzaal Groenendaal brengen via de nieuwe ontsluitingsroute rijden. In de huidige situatie rijdt men de zijweg vanaf de Groenendaal in en uit (achteruitrijden, manoeuvreren op de rijbaan in combinatie met fietsers). De nieuwe route zorgt voor een veiliger situatie. De verschillende functies in het plangebied worden op verschillende momenten gebruikt. De sportverenigingen (handbal, trimloopgroep en korfbal) gebruiken de faciliteiten door de weeks met name in de avonduren en de woensdagmiddag en in het weekend. Los van de woensdagmiddag is de samenloop met de functies Gezondheidscentrum, multifunctionele school en kinderdagverblijf beperkt en treden er naar verwachting geen verkeersproblemen op. Nader onderzoek kruising Middenwetering Indien uit een in samenwerking met Goudappel Coffeng nader uit te voeren onderzoek blijkt dat dit noodzakelijk is, dan zal de ontsluiting op de Groenendaal (ter plaatse van de Middenwetering) voor de in gebruik name van de school worden heringericht. Dit als onderdeel van de feitelijke inrichting van het gebied. Hetgeen de stichting aanvoert levert geen twijfel op ten aanzien van de juistheid van het verkeerskundige deskundigenrapport waarop het voorontwerp bestemmingsplan is gebaseerd Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

222 9 Inhoud 1.3 De stichting heeft bedenkingen ten aanzien de voorgestelde parkeervoorziening. De stichting is tegen een gemengd gebruik van de circa 150 op grond van de realiseringsovereenkomst om en nabij het gezondheidscentrum aangelegde parkeerplaatsen. Volgens de stichting kan zij contractueel aanspraak maken op het exclusieve gebruik van deze parkeerplaatsen. Daarnaast wijst de stichting er op dat de gemeente zich ertoe heeft verplicht om geen handelingen te verrichten die het realiseren, waarborgen of bevorderen van het gezondheidscentrumplan in de weg kunnen staan, tenzij deze uit de wet of uitspraak van een daartoe bevoegde rechterlijke instantie voortvloeien. Nu een daartoe strekkende verplichting niet bestaat, is het voorontwerp in strijd met de in de realiseringsovereenkomst opgenomen uitgangspunten en verplichtingen. Nogmaals wordt gesteld dat het door Goudappel Coffeng uitgevoerde onderzoek niet kan dienen ter motivering van besluitvorming. Reactie: In de reactie op deze zienswijze wordt weersproken dat de stichting recht zou hebben op het exclusieve gebruik van de circa 150 parkeerplaatsen nabij het gezondheidscentrum. Uit de bepalingen van de overeenkomst blijkt dat de parkeerplaatsen door en op kosten van de gemeente zijn aangelegd, dat de parkeerplaatsen deel uitmaken van het openbaar gebied en dat de parkeerplaatsen zijn bestemd als openbaar toegankelijke parkeervoorziening. Zo heeft de gemeente op grond van artikel 3.5 van de realiseringsovereenkomst de kosten voor haar rekening genomen van de civieltechnische werkzaamheden voor de herinrichting van het openbaar gebied, waarvan de grenzen zijn aangegeven op de bij de overeenkomst behorende tekening van TBK nr d.d. 20 november Op deze tekening staat duidelijk aangegeven, dat het parkeerterrein wordt aangelegd op openbaar gebied. Artikel 5 van de realiseringovereenkomst verplicht de gemeente er toe om ten behoeve van de herinrichting van de openbare ruimte uit te voeren de aanleg van openbaar toegankelijke parkeervoorzieningen. Deze bepaling van de overeenkomst is door de gemeente onverkort en volledig nagekomen en kan nu niet zo worden uitgelegd dat er sprake zou zijn van een privé-parkeergelegenheid. Eén en ander moet ook worden beoordeeld tegen de achtergrond dat de stichting ook op de door haar ingeruilde locatie niet de beschikking had over een eigen terrein voor parkeerplaatsen. Niet ingezien wordt waarom de stichting in afwijking van de tekst en van bij de overeenkomst behorende bijlagen, en zonder dat zij daarvoor ook maar enige bijdrage heeft geleverd, na de locatieruil wel over een eigen parkeerterrein zou kunnen beschikken. Daar waar in de overwegingen van de overeenkomst wordt gesproken over het bij het gezondheidscentrum behorende parkeerterrein, is door de gemeente duidelijk niet bedoeld om daarmee te stellen dat de stichting een eigen terrein zou verkrijgen waarop zij bij wijze van spreken een bord verboden toegang voor derden kan plaatsen. Dat dit niet de bedoeling is geweest blijkt uit de door partijen gemaakte afspraken. Weliswaar staat in de overeenkomst dat partijen zich er toe verplichten geen handelingen te zullen verrichten die het realiseren, waarborgen of bevorderen van het plan in de weg kunnen staan. Maar een beroep van de stichting op deze bepaling kan alleen daarom al niet slagen omdat de realisatiefase is verstreken zonder dat de gemeente klachten over de uitvoering heeft ontvangen. Ten overvloede wordt er op gewezen dat ook nu geen handelingen worden verricht die het gezondheidscentrum in de weg staan. En dit zal ook niet gebeuren want indien de realisatie van de school parkeer- en verkeersproblemen oplevert, dan ligt het in de macht van de gemeente om deze problemen op te lossen. En de gemeente Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

223 10 Inhoud zal binnen redelijke grenzen en op basis van deskundige adviezen eventuele problemen oppakken. Voor wat betreft het deskundigenrapport van Goudappel Coffeng wordt op deze plaats verwezen naar de laatste alinea van onze reactie onder punt De stichting voert aan dat de komst van de school negatieve gevolgen zal hebben voor de verkeersveiligheid om en nabij het gezondheidscentrum. Meer verkeer leidt tot meer mogelijke conflicten tussen de verkeersdeelnemers. De stichting maakt zich vooral zorgen over voetgangers en fietsers en vindt het voorontwerp in dat opzicht niet aanvaardbaar. Reactie: Aan het (voor)ontwerp ontwikkelingsplan voor de school ligt het rapport van Goudappel Coffeng d.d. 6 februari 2012, kenmerk KPY036 ten grondslag. In dit rapport wordt omschreven, hoe de school door autoverkeer en langzaam verkeer kan worden ontsloten. Daarbij wordt in paragraaf 3.2 uitdrukkelijk aandacht besteed aan het zodanig scheiden van de toegang tot de school voor fietsers en auto s, dat het aantal mogelijke conflicten wordt verminderd. Zoals eerder opgemerkt bestaat er geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van het deskundigen rapport van Goudappel Coffeng. 1.5 Bij de voor de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan te maken belangenafweging moet rekening worden gehouden met de realiseringsovereenkomst tussen de stichting en de gemeente. De belangen van de stichting mogen op grond daarvan niet ondergeschikt gemaakt worden aan die van de school. In dit verband wijst de stichting er op dat in september/oktober 2011 is besloten om een drietal gymzalen voor een nieuw Krimpenerwaard College uit te voeren als een NOC NSF sporthal met tribunes en horeca-faciliteiten. Dit vormt een substantiële uitbreiding van het bouwvolume. Reactie: Ten aanzien van deze reactie wordt herhaald (zie ook onder 1.3) dat de realiseringsovereenkomst door de gemeente naar behoren is nagekomen. Bij de ontwikkeling van het plan is inderdaad door de gemeente besloten om de sportfaciliteiten uit te breiden van drie gymzalen naar één NOC NSF sporthal met tribune en een clubgebouw. Dit besluit is ingegeven door de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het algemeen belang, dat is gediend bij goed onderwijs en voldoende overdekte sportvoorzieningen. De uitbreiding van het plan zal overdag nauwelijks gevolgen hebben voor verkeersbewegingen en voor de parkeerbehoefte. Op dit punt hoeven daarom geen problemen te worden verwacht. En mochten zich toch problemen voordoen dan geldt het gestelde in onze reactie onder punt De stichting behoudt zich het recht voor om schade als gevolg van een voor haar nadeliger planologische ontwikkeling op de gemeente te verhalen Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

224 11 Inhoud Reactie: De grondslag om eventuele schade op de gemeente te kunnen verhalen is geregeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening. 1.7 De stichting voert gezien de voorgaande punten aan dat het voorontwerp besluit tot het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan niet voldoende is gemotiveerd. Reactie: Hierboven is aangegeven waarom de ingekomen reacties geen aanleiding kunnen vormen om op het plan terug te komen. Bestuursrechtelijk gezien staat voorop dat met het plan wordt voorzien in een goede ruimtelijke ordening. En privaatrechtelijk gezien bestaan er geen beletselen voor de ontwikkeling van de schoollocatie. Voorts wordt het ontwerpbestemmingsplan flexibel van opzet waardoor zo nodig kan worden ingespeeld op thans onvoorziene ontwikkelingen. 1.8 De stichting behoudt het recht voor om zich met een vordering tot de burgerlijke rechter te wenden. Reactie: De gemeente maakt voor een dergelijk geval een voorbehoud van alle rechten en weren. Buiten de inspraaktermijn heeft de stichting bij brief van 26 april 2012 een nadere reactie ingediend. Deze nadere reactie is bij de voorbereiding van het ontwerp bestemmingsplan betrokken en in de vorm van een aparte bijlage aan deze nota toegevoegd. Voorts heeft de stichting zich bij brief van 30 november 2012 tot ons college gericht met een brief over onduidelijkheid over het bestemmingsplan Kortland en met opmerkingen over de ontwikkeling van de schoollocatie. Ten aanzien hiervan merken wij op dat wij bij brief van 26 november 2012 alle indieners van inspraakreacties op de schoollocatie waaronder ook de advocaat van de stichting op de hoogte hebben gebracht van de verder te doorlopen procedure. Indien alles volgens planning verloopt, dan kunnen wij in de laatste collegevergadering van dit jaar het besluit nemen om het ontwerpbestemmingsplan voor een periode van 6 weken ter inzage te leggen. Daarbij wordt gelijktijdig de Nota inspraak en overleg vastgesteld. De bekendmaking van de ter inzage legging zal volgens planning plaatsvinden op 9 januari De nadere brief van 30 november wordt verder niet in deze Nota inspraak en overleg behandeld. Voor de stichting bestaat eventueel de mogelijkheid om tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan zienswijzen in te dienen. Omdat de brief van 30 november 2012 het bestemmingsplan Kortland als onderwerp heeft en omdat in de brief om uitsluitsel wordt gevraagd over de binnen het gebied van het bestemmingsplan Kortland gelegen huidige KOAG locatie, hebben wij de brief van 30 november 2012 aangemerkt als een inspraakreactie met betrekking tot het voorontwerpbestemmingsplan Kortland. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

225 12 Inhoud Volgnummer 2: 2.1 Mooi plan verrijking van de buurt! 2.2 Had eigenlijk aan de Groenendaal moeten staan, naast het nieuwe Gezondheidscentrum. Planvolgorde dus eigenlijk niet juist, beter geweest om eerst nieuw Krimpenerwaard College te bouwen op plaats waar nu het Gezondheidscentrum staat, en daarna nieuw Gezondheidscentrum op oude plaats van Krimpenerwaard College. Reactie: Het zoeken naar geschikte locaties voor het Gezondheidscentrum en het Krimpenerwaard College heeft vraaggericht en volgtijdelijk in afzonderlijke trajecten plaatsgevonden. Vanuit de gewenste verbetering van de ruimtelijke structuur bezien is een bewuste keuze gemaakt om de zone in het verlengde van het Park Middenwetering vrij te houden van bebouwing. 2.3 Suggestie: houdt kop van terrein (hoek Groenendaal-Driekamp) vrij voor mogelijk toekomstige utiliteit. Maak het niet groen/nat. Er is al groen en water genoeg in de wijk. Reactie: De hoek Groenendaal-Driekamp zal na de sloop van het huidige Krimpenerwaard College en de aanleg van de sportvelden als openbaar groen worden ingericht. Zoals hiervoor is opgemerkt is in de stedenbouwkundige kaders voor de ontwikkeling van het nieuwe Krimpenerwaard College en de sportvelden dit als uitgangspunt gesteld. (koppelen van het Park Middenwetering en de groen-/waterzone langs de Vijfkamp) De aanwezigheid van bodemverontreiniging (slib- en of zanddepot) in een zone langs de Groenendaal beperkt vooralsnog de mogelijkheden van herontwikkeling in de toekomst. Volgnummer 3: 3.1 Bij de bouw van het gezondheidscentrum is er rekening gehouden met het belang van de bewoners door de doorgang naar het parkeerterrein niet te realiseren. Wel is er een nieuwe ingang gerealiseerd vanaf de Groenendaal. De nu voorgestelde weg ter ontsluiting van het Krimpenerwaard College komt langs de appartementen en de sporthal (Onderdak) en is levensgevaarlijk voor bewoners, die daar parkeren en basisschool leerlingen, die van en naar de sporthal fietsen. Reactie: Zie de reactie bij Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

226 13 Inhoud 3.2 Maak tijdens de bouw de aanvoerroute via de Driekamp. Reactie: De bouwplaats wordt vanaf de Driekamp ontsloten. De bouwontsluiting wordt tussen het bestaande schoolgebouw en de waterpartij langs de Vijfkamp gerealiseerd. Voor het parkeren van de bouwers wordt bij de bouwplaatsinrichting een oplossing gezocht. Volgnummer 4: 4.1 Graag een groenstrook aanleggen aan de kant van de vijver aan de Vijfkamp ter afscherming van de aan te leggen sportvelden. Reactie: Uitgangspunt is om waar mogelijk het bestaande groen tussen het nieuwe schoolgebouw, de sportvelden en de woningen aan de Vijfkamp te handhaven. Dat geldt ook voor het groen bij de andere omliggende woningen c.q. voorzieningen. Zie hiervoor tekening P418. Tevens worden (indien nodig) nieuwe bomen en beplanting toegevoegd. Hiervan wordt een inrichtingsplan gemaakt, dat in het kader van een inspraakprocedure aan omwonenden/belanghebbenden wordt voorgelegd. 4.2 Bij de plaatsing van de sportveldverlichting rekening houden met de omliggende woningen (voorkomen van lichthinder) Reactie: De hedendaagse sportveldverlichting wordt op een zodanige wijze afgesteld dat omwonenden geen lichthinder ondervinden. Voorafgaand aan de plaatsbepaling van de lichtmasten wordt in opdracht van de gemeente als eigenaar/verhuurder van de sportvelden een zgn. lichthinderonderzoek uitgevoerd. Het licht van de sportvelden kan hinder veroorzaken aan (toekomstige) bewoners. Om aan te geven en te weten wat lichthinder is zijn hiervoor richtlijnen geschreven. In deze richtlijnen wordt onder andere besproken welke (maximale) lichtniveaus en lichtwaardes bij de woningen aanwezig mogen zijn. Om na te gaan of sprake is van lichthinder van de sportvelden worden lichtberekeningen gemaakt voor lichtinstallaties. Deze berekeningen worden gemaakt met een simulatieprogramma dat onder andere ontwikkeld is voor lichtberekeningen. Uit de lichtberekeningen komt naar voren of er lichthinder (volgens de richtlijnen) is bij de bestaande woningen en eventuele toekomstige woningen. Na plaatsing van de sportveldverlichting vindt een praktijkmeting plaats bij de gevels van de omliggende woningen. Door deze meting wordt in de praktijk getoetst of hetgeen modelmatig is berekend, juist is geweest. Bij het ontwerp van sportveldverlichting gaan we uit van de NEN 12193, aanbevelingen van de NOC/NSF, NSVV en de relevante sportbonden. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

227 14 Inhoud Volgnummer 5: 5.1 Verzoek om de bomen aan de oostzijde van het nieuwe schoolgebouw (populieren) te laten staan. Reactie: De grote Canadese populieren aan de zuidoostzijde van het nieuwe schoolgebouw zijn ingemeten. Uit de inmeting blijkt dat één van de populieren niet kan worden gehandhaafd in verband met een te korte afstand van de boom tot aan de gevel. Een tweede populier die het dichtst bij de nieuwe ontsluitingsweg staat, moet waarschijnlijk ook worden gerooid. Op onderstaande figuur van TBK (d.d. 10 december 2012) is in rood aangegeven welke populieren in de directe omgeving van het nieuwe schoolgebouw wel en niet gehandhaafd kunnen worden tengevolge van de voorgenomen plannen. Zo nodig worden de overige populieren gesnoeid om een minimale afstand tussen de kruin en de toekomstige gevel van het schoolgebouw van 3 meter te bewerkstelligen. De populieren staan niet op de gemeentelijke lijst van beeldbepalende bomen, maar vormen in deze omgeving een fraaie natuurlijke afscherming. 5.2 Het huidige parkeerterrein bij de appartementengebouwen ligt te laag. Graag aandacht voor het ophogen ervan. Reactie: De hoogteligging van het huidige parkeerterrein bij de appartementen Groenendaal is in beeld gebracht door Technisch Bureau in de Krimpenerwaard. Daarbij is geconstateerd dat deze nog niet voldoet aan de criteria van het integraal ophogen van het gebied. Incidenteel laaggelegen delen van het parkeerterrein zullen worden opgehoogd. 5.3 Bezien of het mogelijk is het bestaande fietspad aan de zijde van de appartementen langs de Groenendaal in twee richtingen uit te voeren tot aan de rotonde. Reactie: De verkeersontsluiting van het gebied voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Maar omdat dit een goede suggestie is, zal dit op de agenda worden geplaatst van de Coördinatie Commissie Verkeerszaken. Dit is de gemeentelijke deskundigen commissie, die zich bezig houdt met verkeersaspecten in Krimpen aan den IJssel. Zodra mogelijk ontvangt u bericht omtrent de bevindingen van de commissie Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

228 15 Inhoud Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

229 16 Inhoud Volgnummer 6: 6.1 Pleit voor het zoveel mogelijk handhaven van het huidige grintpad aan de zijde van het schoolsportveld respectievelijk het aanleggen van een nieuw wandelpad door de groenstrook aan de zijde van de Vijfkamp. Reactie: Het huidige grintpad tussen het schoolsportveld en de waterpartij kan naar verwachting niet worden gehandhaafd. Het terrein rondom de school en de sportvelden wordt namelijk buiten de openingstijden afgesloten. Dit ter voorkoming van overlast en vandalisme. Het nieuwe fiets-/wandelpad tussen de Nieuwe Tiendweg en de Groenendaal is wel openbaar toegankelijk en dient mede als alternatief. 6.2 Vraagt aandacht voor de opvang van recreatieve mogelijkheden van het schoolsportveld (recreatiesport, hondenliefhebbers), die verloren gaan door de uitvoering van het plan en stelt voor dit alsnog in de beschouwing mee te nemen. Reactie: Op korte afstand van het schoolsportveld liggen de Trimbaan en het Park Middenwetering. Beide kunnen dienen als alternatief voor recreatieve activiteiten in dit deel van de gemeente. Volgnummer 7: 7.1 Vraagt welke hoogte het gebouw heeft in verband met de technische installaties op een deel van het dak. Reactie: Het schoolgebouw heeft een compacte vorm. Deze compactheid heeft ertoe geleid dat een aantal installaties op het dak moet worden geplaatst. De dakrand van het schoolgebouw heeft een hoogte van 11,45 meter. De in het schoolgebouw opgenomen sporthal heeft een dakrand met een hoogte van circa meter. Centraal op het dak van het schoolgebouw staan in een smalle langgerekte zone (lengte 45 m x breedte 3,5 m) een aantal luchtbehandelingskasten. Rondom deze kasten wordt een afscherming geplaatst. De rand van deze schermen reikt tot een hoogte van 15 meter (was in het Voorlopig Ontwerp 15,70 m). Er wordt in het kader van de technische uitwerking beoordeeld of deze afscherming nog verder kan worden verlaagd. Volgnummer 8: 8.1 Constateert dat het een heel mooi gebouw wordt. De keuzes, die gemaakt worden om het gebouw te ontsluiten zijn zeer origineel en uniek Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

230 17 Inhoud Volgnummer 9: 9.1 Vraagt de licht/schijnwerpers bij de sportvelden zo te richten dat de buurt er zo weinig mogelijk last van heeft. Reactie: zie de reactie bij punt Vindt het jammer dat er kunstgras komt. Dit is geen echte vooruitgang voor het milieu. Reactie: De keus voor kunstgras is gebaseerd op het feit, dat de velden zullen worden ingezet voor korfbalvereniging KOAG en schoolsportactiviteiten. Natuurgras is gelet op deze toepassingen ongeschikt. 9.3 Vraagt bij realisering van het amfitheater opnieuw inspraak over de hoogte te geven. Een natuurlijke wal kan hopelijk ijsvogels bewegen om te gaan nestelen. Reactie: Het is in deze fase nog niet duidelijk of het amfitheater daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Dit is onder andere afhankelijk van de nader overleg met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, de kosten, de technische mogelijkheden. De keuze om het amfitheater te realiseren ligt bij het schoolbestuur. Indien het schoolbestuur besluit door te gaan met het idee van het amfitheater dan wordt nadere informatie ten aanzien van de uitvoering verstrekt in het kader van het inrichtingsplan voor de directe omgeving van het schoolgebouw. 9.4 Vraagt het verkeer op de Driekamp goed te regelen i.v.m. bouwverkeer. Reactie: Gedurende de bouw van de school wordt extra aandacht besteed aan de in-/uitrit van bouwverkeer vanaf de Driekamp en de combinatie met de overige verkeersdeelnemers op deze weg. Maatregelen die worden genomen zijn het plaatsen van waarschuwingsborden en het tijdelijk instellen van een lagere snelheid. 9.5 Vindt het verder een mooi gebouw. De technische opbouw als vierde laag wordt als een tegenvaller ervaren. Reactie: Zie de reactie bij punt 7.1. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

231 18 Inhoud Volgnummer 10: 10.1 Vindt het een mooi plan Stelt voor na de realisering van het plan een parkeerverbod op de Driekamp in te stellen. Reactie: Bij de berekening van de parkeercapaciteit is rekening gehouden met handhaving van de parkeermogelijkheden langs deze straat. Langs de Driekamp zal ook na de realisering van de plannen van het Krimpenerwaard College en de sportvelden geparkeerd worden. Volgnummer 11: 11.1 Vindt het een goed plan, zeker de fietsroute van de schooljeugd en het bruggetje achter benzinestation Autofood. Is blij dat er geen bruggetje aan de Vijfkamp komt i.v.m. vandalisme en andere overlast, zeker op de vrijdagavonden en in het weekend Wil geïnformeerd worden indien de plannen wijzigen. Reactie: Alle insprekers worden geïnformeerd omtrent de uitkomsten van de inspraakprocedure. Daarnaast worden in een later stadium het bestemmingsplan, de omgevingsvergunning en het inrichtingsplan openbaar bekendgemaakt met de mogelijkheid voor bewoners om daar kennis van te nemen/op te reageren. Volgnummer 12: 12.1 Maakt ernstig bezwaar tegen het gebruik van de toegang tot het parkeerterrein van de appartementencomplexen Groenendaal voor de ontsluiting van het autoverkeer t.b.v. het Krimpenerwaardcollege. De drie grote complexen (KWC, Gezondheidscentrum en appartementengebouwen) hebben ieder een eigen aanrijroute nodig. Reactie: Zie de reactie bij punt Stelt dat het Krimpenerwaard College een ontsluiting vanaf de Driekamp moet krijgen. Bezwaren van sportverenigingen m.b.t. de toekomstige sporthal zijn van ondergeschikt belang Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

232 19 Inhoud Reactie: Aan een ontsluiting voor autoverkeer vanaf de Driekamp kleven een aantal bezwaren. De doorsnijding van de korfbalvelden met een auto-ontsluiting is ongewenst binnen een aaneengesloten sportcomplex. Bevoorradend vrachtverkeer voor de school moet achteruitrijden in de directe omgeving van of op het schoolterrein. De geplande vrijliggende fiets-/voetgangers ontsluiting tussen de Groenendaal en de Nieuwe Tiendweg wordt in dat geval doorsneden met een auto-ontsluiting. De auto-ontsluiting zou veelvuldig kunnen worden benut door schooljeugd op de fiets vanaf de Driekamp, hetgeen het schoolbestuur in de nieuwe situatie zoveel mogelijk wil voorkomen. Als laatste is een afsluiting van het schoolterrein/sportcomplex buiten de openingstijden met een auto-ontsluiting vanaf de Driekamp moeilijk te realiseren De voorgestelde ontsluiting is van negatieve invloed op het woongenot van de bewoners en de verkoopbaarheid van appartementen is vanwege het uitzicht nu al moeilijker. Reactie: Zie de reactie bij punt Stelt dat de bewoners in het aanloopproces naar het Gezondheidscentrum en het nieuwe Krimpenerwaard College constant op het verkeerde been zijn gezet. Reactie: In de fase van de planvoorbereiding van het Gezondheidscentrum en de verschillende daarbij behorende inspraakmomenten was er nog geen concreet plan voor de bouw van het Krimpenerwaard College. Na het vaststellen van stedenbouwkundige kaders voor het schoolgebouw is een ontwerp voor het gebouw en het parkeren en de ontsluiting gemaakt. Bij afweging van de verschillende ontsluitingsvarianten is mede van belang geweest dat met gebruikmaking van bestaande infrastructuur bij de appartementen en het Gezondheidscentrum op een relatief eenvoudige wijze een flexibele, veilige en heldere ontsluitingsstructuur kan worden gerealiseerd. Volgnummer 13: 13.1 Vindt het een mooi plan. Het zal een hele verbetering zijn Vraagt goed rekening te houden met parkeerplaatsen aan de Driekamp ter hoogte van de bestaande hockeyvelden. Het is nu niet veilig/leuk om langs te fietsen als er trainingen en wedstrijden zijn. Reactie: Zie de reactie bij punt Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

233 20 Inhoud Volgnummer 14: 14.1 Heeft ernstige bezwaren tegen de voorgestelde verkeersweg rond het nieuwe Gezondheidscentrum. Deze weg zal voor veel drukte, geluidhinder en gevaarlijke verkeerssituaties zorgen. Met name door in- en uitstappende jonge kinderen, die gehaald en gebracht worden per auto. Reactie: Zie de reactie bij punt Wijst erop dat de gemaakte afspraak, dat het parkeerterrein gelegen bij de appartementen gescheiden zou blijven en geen toegangsweg zou worden naar het Gezondheidscentrum hiermee teniet wordt gedaan. Reactie: Zie de reactie bij punt Is van mening dat het materiaal waarmee de school zal worden gebouwd weinig kenmerken heeft van duurzaam mooi verouderende materialen passend in de woonomgeving in een rustige kleurstelling. Reactie: Het ontwerp van het nieuwe schoolgebouw is beoordeeld door de welstandscommissie. Deze commissie beoordeelt het ontwerp in samenhang met de omgeving, waarin het wordt geplaatst. Het ontwerp is positief beoordeelt door de welstandscommissie. Volgnummer 15: 15.1 Wil geïnformeerd worden omtrent de status van de gezichtbepalende bomen aan de zuidoost zijde van het toekomstige schoolgebouw. Afgesproken is bij het situeren/inrichten van het Gezondheidscentrum dat deze bomen niet vervallen/vervangen worden. Reactie: Zie de reactie bij punt 5.1. Volgnummer 16: 16.1 Geeft aan dat er tijdens de piekuren een chaotische en gevaarlijke situatie ontstaat op de toegang bij het kinderdagverblijf. Reactie: Zie de reactie bij punt Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

234 21 Inhoud 16.2 Acht het niet verstandig om het verkeer voor de 2 appartementengebouwen, een kinderdagverblijf, handbalvereniging, trimloopgroep, een multifunctionele school, een korfbalvereniging en een gebouw voor jeugdactiviteiten via 1 richting te ontsluiten en maakt daar dan ook ernstig bezwaar tegen. Reactie: Zie de reactie bij punt Adviseert om de ontsluiting voor het Krimpenerwaard College en de korfbalvereniging via de Driekamp te laten verlopen. Reactie: Zie de reactie bij punt Volgnummer 17: 17.1 Ziet het belang in van een veilige fietsroute en kan zich vinden in het draaien van het handbalveld Is blij met het afsluiten van het sportcomplex buiten de gebruikstijden d.m.v. hekwerk en vraagt om bevestiging dat dit geen financiële consequenties zal hebben voor de vereniging Heeft een aantal vragen omtrent planning, plaatsing lichtmasten etc. Reactie: De nieuwe fiets-/wandelroute vanaf het fietspad langs de Nieuwe Tiendweg is in combinatie met een gedraaid handbalveld op tekening gezet. Daarbij zijn zoals in de huidige situatie een heel speelveld en een pupillen-veld in één veld gecombineerd. Uit deze tekening blijkt dat er voldoende ruimte rondom het veld resteert voor het publiek en de sporters. Bij de verdere uitwerking van het plan worden de praktische vragen als materialisering van de toplaag, positie lichtmasten etc. nader gedetailleerd in overleg met De Treffers. De planning van de werkzaamheden op het terrein van De Treffers wordt nog in onderlinge samenhang met de overige werkzaamheden bezien. Hierover vindt nog nader overleg plaats met De Treffers. De afsluiting van het complex met hekwerken heeft geen financiële consequenties voor de vereniging. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

235 22 Inhoud Volgnummer 18: 18.1 Pleit voor handhaving van de bomenrij langs de bestaande sporthal en de bomen op het plein voor het Onderdak. Dit in verband met het uitzicht vanuit de appartementen. Reactie: Zie de reactie bij punt Vraagt gedurende de bouw van de school de aanvoer van materialen te laten plaatsvinden via de Driekamp en het personeel van de aannemer niet te laten parkeren bij de appartementen. Reactie: Zie de reactie bij punt Vraagt 8 á 10 insteek parkeerplaatsen in de grasstrook rond het pleintje voor het dichtst bij de Nieuwe Tiendweg gelegen appartementengebouw aan te leggen. Reactie: Door het verbinden van de parkeerplaatsen van het Krimpenerwaard College met de woonstraat langs de appartementen Groenendaal ontstaan er meer uitwisselingsmogelijkheden om te parkeren. Zoals uit de parkeerbalans blijkt zijn meer dan voldoende parkeerplaatsen in de omgeving beschikbaar op de verschillende momenten in de week. De mogelijkheden voor de bewoners om te parkeren nemen daardoor in het dagelijks gebruik eerder toe. Er is op dit moment geen aanleiding om meer parkeerplaatsen te realiseren dan nu is voorzien in het plan voor het Krimpenerwaard College. Mocht na ingebruikname van de nieuwbouw blijken dat er toch nog noodzaak is tot de aanleg van extra parkeerplaatsen, dan zal in overleg met bewoners besproken worden waar deze plaatsen gerealiseerd kunnen worden. Volgnummer 19: 19.1 Maakt namens de bewoners bezwaar tegen het voorontwerp voor de verkeersontsluiting voor de nieuw te bouwen scholengemeenschap aan de Driekamp en stelt dat verkeerskundig adviesbureau Goudappel Coffeng in zijn advies voorbij gaat aan: o de achteruitgang van leefcomfort van de bewoners van de 2 appartementengebouwen; o dat de parkeermogelijkheden op dit moment al steeds problematischer worden en na de voorgestelde ontsluiting zal dit nog moeilijker worden; o de veiligheid van de bewoners en de kinderen, die sportfaciliteiten bezoeken Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

236 23 Inhoud Reactie: Zie de reactie bij het punt Vraagt waar Goudappel Coffeng de 150 extra verkeersbewegingen langs het kinderdagverblijf op baseert en stelt voor te onderzoeken of er een ontsluiting kan worden gemaakt vanaf de Driekamp. Met een dergelijke ontsluiting zal de prettige en rustige leefomgeving voor de bewoners behouden blijven. Reactie: Zie de reactie bij punt 1.2. Volgnummer 20: 20.1 Complimenteert de gemeente en de school; fijn dat er positief wordt gereageerd op signalen van betrokkenen Wijst op enkele praktische zaken m.b.t. de inrichting van de omgeving en spreekt het vertrouwen uit dat het een prachtige school wordt. Reactie: Ten aanzien van de concrete inrichting van de omgeving van de school wordt een inrichtingsplan opgesteld. Dit inrichtingsplan wordt in de inspraak gebracht. Omwonenden en andere belanghebbenden kunnen daar te zijner tijd op reageren. Algemeen Aan deze Nota en overleg is als bijlage de paragraaf 4.2 Verkeer en parkeren van het ontwerpbestemmingsplan toegevoegd. Deze nota gaat in op de individuele reacties van de insprekers. De verkeersparagraaf van het ontwerpbestemmingsplan ziet op het geheel. Daar waar de tekst van deze nota afwijkt van de verkeersparagraaf van het ontwerpbestemmingsplan, gaat de tekst van de verkeersparagraaf voor. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

237 24 Inhoud Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

238 25 Inhoud 1.3. Overleg ex artikel Bro Algemeen Het voorontwerp bestemmingsplan is met ingang van 23 mei gedurende een periode van 3 weken ter inzage gelegd voor diverse overlegpartners. Door de onderstaande instanties is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op het plan te reageren. Volgnummer 1: Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (brief 13 juni 2012) Waterkwaliteit HHSK wijst op de kansen voor het realiseren van natuurvriendelijke oevers en vraagt hierover contact op te nemen met de afdeling Watersystemen. Reactie: Langs de nieuw te graven watergang evenwijdig aan de Driekamp wordt aan de wegzijde een natuurvriendelijke oever gerealiseerd. Met het Hoogheemraadschap wordt contact opgenomen over uitvoering en eventuele subsidiemogelijkheden. Onderhoud en riolering HHSK vraagt aan te geven op welke wijze het water in het plangebied wordt onderhouden. HHSK verzoekt rondom de bestaande watergang een beschermingszone met een breedte van 5 meter op te nemen op de verbeelding d.m.v. een dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Deze beschermingszone wordt gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden. Reactie: Deze nieuw te graven watergang vormt het enige water in het bestemmingsplangebied. Qua onderhoud wordt het opgenomen in het reguliere onderhoudsschema van de gemeente. Voor alle watergangen gelden de volgende maatregelen: o herfstschouw: kanten maaien, watergangen schonen en overhangende takken boven het water verwijderen; o maaien van de hoofdwatergangen. Alleen het midden van de watergang ivm de doorstroming; o controleren op dode dieren (botulisme); o bevorderen en in stand houden ontwikkeling (zeldzame) waardevolle waterplanten; o strook langs de oeververdediging wordt jaarlijks gemaaid; o duikers nazien op drijfvuil, takken e.d. en indien nodig de duiker doorspuiten; o onderhoud wordt uitgesteld bij luchttemperatuur boven de 25 graden. Anders dan in het geval van de aanwezigheid van een waterkering is het niet gebruikelijk om aan oevers de dubbelbestemming ten behoeve van de waterstaat te geven. Betrokkenheid bij uitwerking plan HHSK wil op de hoogte blijven en betrokken worden bij de uitwerking van het plan. Reactie: Bij de uitwerking van het plan wordt het HHSK betrokken. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

239 26 Inhoud Volgnummer 2: Gasunie (mail 1 juni 2012) Het voorontwerp bestemmingsplan geeft de Gasunie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Volgnummer 3: Provincie Zuid-Holland Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte. Het plan is conform dit beleid. Dit is een gecoördineerde reactie van alle betrokken directies van de provincie. Volgnummer 4: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (brief 13 juni 2012) Op 23 februari 2011 heeft de VRR een vooroverlegreactie gegeven op het bouwplan Krimpenerwaard College. De VRR kan zich vinden in de wijze waarop haar reactie is verwerkt in het voorontwerpbestemmingsplan Krimpenerwaard College te Krimpen aan den IJssel. Volgnummer 5: DCMR Milieudienst Rijnmond ( 1 juni 2012) DCMR heeft in principe geen opmerkingen over het voorontwerp bestemmingsplan. Alleen vindt men het jammer dat er geen paragraaf Duurzaamheid in de toelichting staat. Juist bij een project als dit vindt men het jammer om dit onderwerp geheel buiten beschouwing te laten. Reactie: In de toelichting van het bestemmingsplan wordt een paragraaf Duurzaamheid opgenomen. In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijze, waarop met duurzaamheid wordt omgegaan in het plan Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

240 Bijlage 12 Notitie ecologisch onderzoek sportveldverlichting

241 Notitie ecologische beoordeling Lichthinderonderzoek Krimpenerwaard College, Gemeente Krimpen aan den IJssel Versie 0,1, vrijdag 5 april 2013 Notitiekenmerk: Opsteller: F.A. van Meurs Ecoresult Aanleiding In opdracht van de Gemeente Krimpen aan den IJssel heeft ecologisch adviesbureau Ecoresult in 2012 in het kader van de Flora- en faunawet ten behoeve van de herontwikkeling van het Krimpenerwaard College een mitigatieplan voor de gewone en ruige dwergvleermuis opgesteld. Het doel van dit mitigatieplan is het benoemen van maatregelen die schadelijke effecten voorkomen. De maatregelen zijn benoemd voor: Het waarborgen van de functionaliteit als essentieel foerageergebied. Het waarborgen van de gunstige staat van instandhouding. Invulling te geven aan de zorgplicht conform Art. 2 van de Flora- en faunawet. Bij het opstellen van het lichtplan dient te worden gekozen voor het hoogst noodzakelijke (bron: Van Meurs, 2012): Zo laat mogelijk in het seizoen gebruik maken van verlichting (anders gezegd zo dicht mogelijk bij de winterslaapperiode, periode 1 december 1 april). Lichtsterkte beperken tot het uiterste minimum en met een human-bat-response-ratio hoger dan 40. Kiezen voor meerdere zwakke lichtpunten in plaats van enkele sterke lichtbronnen (hierdoor kan beter worden gericht). Indien paden en wegen moeten worden verlicht, dan verlichten met reflectoren of kleinere lichtbronnen (met uiterst beperkte lichtsterkte) vanuit de grond, of gebruik bewegingssensoren. Gebruik armaturen die horizontale uitstraling van licht en uitstraling naar boven voorkomt. Gebruik lampen die niet verstorend werken op vleermuizen. En verder: Het lichtplan dient ter beoordeling te worden voorgelegd aan een vleermuisdeskundige. Realiseren van gebiedseigen hagen, rijen knotwilgen of extra boomgroepen tussen de sportvelden

242 en de waterpartij, waardoor verstrooiing van licht verder beperkt wordt. Het gaat hierbij primair om de waterpartij langs de noordoostrand van het plangebied. Handhaven van de boomgroep tussen de huidige sporthal en het weiland (toekomstige sportvelden en schoolgebouw). Zo ontstaat in combinatie met het toekomstige amfitheater, boomgroepen tussen sportvelden en waterpartij en het beboste eilandje een corridor tussen de verlichte sportvelden en het essentiële foerageergebied. Op 28 maart jl. heeft Adviseur ecologie A. van Meurs van Ecoresult op verzoek van de Gemeente Krimpen aan den IJssel het rapport en de toelichting van het Lichthinderonderzoek Krimpenerwaard (Projectcode L3001xx.krim, d.d ) bestudeerd. Voorafgaand hieraan is het plan toegelicht door de gemeente en de auteurs van het lichthinderonderzoek. Op basis van de in het lichthinderonderzoek opgenomen voorwaarden en theoretisch bepaalde waarden blijkt dat de verstoring van vleermuizen door de verlichting van de nieuw aan te leggen sportvelden minimaal blijft. Resultaten ecologische beoordeling Beoordeeld is het verlichtingsplan en het lichthinderonderzoek ten behoeve van de aanleg van de korfbalvelden langs de Driekamp. De overige punten zijn niet besproken en derhalve niet beoordeeld. Door het gebruik van speciale armaturen en het richten van het licht op de sportvelden en het voorkomen dan wel tot het minimum beperken van spreiding van licht is berekend dat er een verlichtingssterkte van gemiddeld 0,17 lux optreedt op het essentiële foerageergebied (Velthuizen, blz. 6: Ecozones A en B; en zie blz. 17). Deze waarden blijven ruim onder de grenswaarden van 1 lux voor natuurgebied (bron: Algemene richtlijn betreffende lichthinder deel 1, algemeen en grenswaarden voor sportverlichting; opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Verlichtingskunde). Er zijn geen cijfermatige gegevens voorhanden waaraan deze waarden getoetst kunnen worden. Gelet echter op de huidige situatie lijkt het essentiële foerageergebied niet meer verlicht te worden dan in de huidige situatie al het geval is. Op basis van de voorgelegde informatie zal derhalve lichthinder naar het essentiële, te behouden, foerageergebied worden geminimaliseerd. Conclusie Op basis van de berekeningen is vastgesteld dat lichthinder voor vleermuizen door verlichting van de sportvelden tot een minimum worden beperkt. Hiermee wordt voldaan aan het voorkomen van lichthinder voor vleermuizen. Literatuur

243 Meurs, F.A. Van, Mitigatieplan. In het kader van de Flora- en faunawet. Krimpenerwaard College, Gemeente Krimpen aan den IJssel voor gewone en ruige dwergvleermuis. Rapportnummer , Ecoresult, Dordrecht Velthuizen, A.J., Lichthinder Krimpenerwaard L3001xx.krim. Dordrecht

244 Gemeente Krimpen aan den IJssel Postbus AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL t.a.v. de heer R. Knoop Betreft: Aangepast lichthinderonderonderzoek korfbalvelden Krimpenerwaard te Krimpen aan den IJssel Geachte heer Knoop, Naar aanleiding van uw opdracht, hebben wij het genoegen u bijgaand aangepast rapport aan te bieden. De lichthinderaspecten worden onderzocht voor de omgeving van het complex van ckv KOAG, voor het verlichten van 3 korfbalvelden en een jeu de boulesbaan, met rapport L3001xx.krim. Uitgangspunt hiervoor is een ontwerp met 9 MVP 507 OptiVision armaturen gemonteerd op 6 masten met een lichtpunthoogte van 15 meter, waarbij op de armaturen aan de zijde van de Driekamp 5 achterwaartse afschermkappen gemonteerd zullen worden. Verticale verlichtinssterkte Ev Eco-Zones In november 1999 en in juni 2003 publiceerde de commissie lichthinder van de NSVV een algemene richtlijn met grenswaarden voor lichthinder voor Eco-zones van sportveld- en terreinverlichting. Hierin word gesproken van een maximale Ev van 2 lux voor zone E1, gemeten op een hoogte van 1,80 meter. De gevonden lichtwaarden op de onderzochte Eco- waarde van zones voldoen aan deze criteria in de toekomstige situatie met een maximum 0,37 lux. 307 p/a Palissander 3315 MT Dordrecht Tel: +31 (0) a.veldhuizen39@upcmail.nl website:

245 Verticale verlichtingssterkte Ev omwonenden In november 1999 en in juni 2003 publiceerde de commissie lichthinder van de NSVV een algemene richtlijn met grenswaarden voor lichthinder van omwonenden van sportveld- en terreinverlichting. Hierin wordt gesproken van een maximale Ev van 10 lux voor zone E3, gemeten op een hoogte van 1,80 meter. De gevonden lichtwaarden op de onderzochte gevels van de woningen voldoen aan de criteria in de toekomstige situatie met een maximum waarde van 3,22 lux. Lichtsterkte I Eco-zones Ev is slechts één van beide genoemde hinderparameters in deze richtlijn. De tweede parameter is de lichtintensiteit, waarvoor een maximale grenswaarde van cd voor zone E1 wordt opgegeven. De gevonden maxima van (blz. van rapport L3001xx.krim), op de onderzochte plaatsen voldoen aan de grenswaarde van zone E1. Lichtsterkte I omwonenden Ev is slechts één van beide genoemde hinderparameters in deze richtlijn. De tweede parameter is de lichtintensiteit, waarvoor een maximale grenswaarde van 100 cd voor zone E3 wordt opgegeven. De gevonden maxima van (blz. 6 van rapport L3001xx.krim), op de onderzochte plaatsen voldoen aan de grenswaarde van zone E3. Grenswaarden De onderstaande grenswaarde worden vermeld in de delen 1 en 2 van de publicaties over Algemene richtlijnen voor Sportveldverlichting en Terreinverlichting van de NSVV, waarna in het activiteitenbesluit wordt verwezen onder artikel 2.1 (pag. 180/181/artikel (pag. 288) Grenswaarden voor de lichtemissie van een verlichtingsinstallatie voor sportaccommodaties ter voorkoming van lichthinder voor omwonenden* p/a Palissander MT Dordrecht Tel: +31 (0) a.veldhuizen39@upcmail.nl website:

246 Omgevingszone Te hanteren parameter E1 Toepassingscondities natuurgebied E2 landelijk- gebied E3 stedelijk- gebied E4 stadscentrum/ industriegebied Ev (lux) dag en avond op de gevel 07:00-23:00 2 lux 5 lux 10 lux 25 lux nacht * 23:00-07:00 1 lux 1 lux 2 lux 4 lux I (cd) van elk armatuur dag en avond 07:00-23: cd cd 100 cd cd nacht * 23:00-07:00 0 cd 500 cd cd cd *in het Activiteitenbesluit art pag. 74 staat dat na 23:00 uur de verlichting moet worden uitgeschakeld Threshold Increment TI In een Europese richtlijn CIE 150 worden ook grenswaarden genoemd voor de hinder van weggebruikers. Hoewel er geen wegverlichting werd ingebracht kon worden vastgesteld dat de gevonden TI waarden van verschillende weggebruikers beneden de 0,01 % uitvallen, indien er een adaptieve luminantie van tenminste 1 cd/m² wordt verondersteld. Op basis van de aanbevolen grenswaarde TI < 15% zal volgens deze aanbeveling geen sprake zijn van hinder voor het verkeer. Upward Light Ratio ULR In dezelfde Europese richtlijn CIE 150 en de NSVV aanbeveling deel 2 worden ook grenswaarden genoemd voor de hinder van 0,15 U(pward)L(ight)R(atio) voor zone E3 ten behoeve van "sky glow". Ook aan deze richtlijn wordt voldaan met een gevonden ULR van 0,00. p/a Palissander MT Dordrecht Tel: +31 (0) a.veldhuizen39@upcmail.nl website:

247 Omgevingszone Lichttechnische parameter Omstandigheden E1 E2 E3 E4 Upward Light Ratio (ULR) De door een armatuur naar boven uitgestaalde hoeveelheid licht in de positie waarvoor deze is ontworpen, in verhouding tot de totaal door de armatuur uitgestraalde hoeveelheid licht 0,00 0,05 0,15 0,25 Beperkingen: Alle waarden uit het rapport moeten als theoretische indicatoren voor de situatie worden beschouwd. Schaduwvlakken van bomen, huizen en andere objecten zijn niet in aanmerking genomen, deze kunnen een hindersituatie verminderen, maar ook meer contrasteren. Ook de aanwezige straatverlichting in het gebied kan zowel hinder verminderen door contrastvermindering als vermeerderen door toename van de hoeveelheid licht uit een bepaalde richting. Conclusie: De omwonenden van het sportcomplex, de verkeersdeelnemers en op de Eco-zones zullen geen lichthinder ondervinden in de zin van de opgestelde grenswaarden door de NSVV bij uitvoering van lichtplan L3001xx.krim. Toetsing: Ondanks de theoretische uitkomsten van dit onderzoek lijkt het gewenst ook de praktijkresultaten te toetsen. Lichthindermeting 850,00 De lichtsterktemetingen zullen worden uitgevoerd conform de bijlage 3 en 4 van de algemene richtlijn betreffende lichthinder deel 1 van de NSVV met een speciaal voor het gebruik als luxmeter gekalibreerde luminantiemeter overeenkomstig Europese aanbevelingen. De lichtniveaus zullen worden gemeten met een gekalibreerde luxmeter. p/a Palissander MT Dordrecht Tel: +31 (0) a.veldhuizen39@upcmail.nl website:

248 De gemeten waarden zullen worden getoetst aan de hand van tabel 1 kolom E3, waarin de grenswaarden voor de lichtemissie van verlichtingsinstallaties voor sportaccommodaties in stedelijk gebied worden beschreven. Indien uit de gemeten waarden blijkt dat bepaalde armaturen hinderlijk zijn zullen mogelijke alternatieven worden voorgesteld c.q. onderzocht. Wij vertrouwen u hiermede een passend advies te hebben gemaakt en staan gaarne ter beschikking voor alle nader gewenste informatie. Met vriendelijke groet, Level Lighting & Control Systems Arjan Veldhuizen p/a Palissander MT Dordrecht Tel: +31 (0) a.veldhuizen39@upcmail.nl website:

249 Lichthinderonderzoek Krimpenerwaard Projectcode: L3001xx.krim Datum: Klant: Gemeente Krimpen a/d IJssel Vertegenwoordiger: de heer R. Knoop Ontwerper: A.J. Veldhuizen Omdat in de praktijk de bedrijfsomstandigheden vrijwel altijd zullen verschillen van de voor de berekeningen gekozen uitgangspunten zijn afwijkingen in de opgegeven luminanties of verlichtingssterkten niet uitgesloten. Een rol hierbij spelen onder meer andere ruimtelijke omstandigheden en armatuurposities, toleranties in lampen, armaturen en hulpapparatuur, evenals afwijkende temperatuur en spanning. Level Lighting & Control Systems Lichthinderonderzoeken/lichtmetingen p/a Palissander MT Dordrecht NEDERLAND Telefoon: +31 (0) Mobiele Telefoon: +31 (0) a.veldhuizen39@upcmail.nl CalcuLuX Area

250 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Inhoudsopgave 1. Projectbeschrijving Overzicht in 3D Overzicht van boven 4 2. Samenvatting Algemeen Waarnemers Gegevens obstakel Armatuurtypen Berekeningsresultaten 6 3. Berekeningsresultaten korfbalveld 1: Grafische tabel korfbalveld 1: Gevuld isolijndiagram korfbalveld 2: Grafische tabel korfbalveld 2: Gevuld isolijndiagram korfbalveld 3: Grafische tabel korfbalveld 3: Gevuld isolijndiagram korfbalveld 4: Grafische tabel korfbalveld 4: Gevuld isolijndiagram omgeving: Grafische tabel omgeving: Gevuld isolijndiagram omgeving 1.80: Grafische tabel omgeving 1.80: Gevuld isolijndiagram Eco-zone A: Grafische tabel Eco-zone A: Gevuld isolijndiagram Eco-zone B: Grafische tabel Eco-zone B: Gevuld isolijndiagram Gevel gezondheidscentrum: Grafische tabel Gevel gezondheidscentrum: Gevuld isolijndiagram Kinderdagverblijf: Grafische tabel Kinderdagverblijf: Gevuld isolijndiagram Apartementen Groenendaal: Grafische tabel Apartementen Groenendaal: Gevuld isolijndiagram Woningen Vijfkamp A: Grafische tabel Woningen Vijfkamp A: Gevuld isolijndiagram Woningen Vijfkamp B: Grafische tabel Woningen Vijfkamp B: Gevuld isolijndiagram Groenplaats: Grafische tabel Groenplaats: Gevuld isolijndiagram Armatuurgegevens Armatuurtypen Installatiegegevens Legenda Positie en instelrichting per armatuur 37 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 2/37

251 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Projectbeschrijving 1.1 Overzicht in 3D CA A A Veld A4Veld 3Veld A 2Veld 1A Z Y X A MVP507 NB C MVP507 MB Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 3/37

252 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Overzicht van boven Y(m) CA A A Veld 4Veld 3 Veld 2 Veld 1 A A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Schaal 1:2500 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 4/37

253 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Samenvatting 2.1 Algemeen Algemene behoudfactor: Waarnemers Code Aa Bb Cc Dd Ee Ff Gg Hh Ii Jj Kk Ll Mm Nn Oo Pp Qq Rr Ss Tt Uu Vv Ww Xx Yy Zz [{ \ ]} ^~ _ ` a b cƒ d e Waarnemer Eco-zone A.1 Eco-zone A.2 Eco-zone A.3 Eco-zone A.4 Eco-zone A.5 Eco-zone A.6 Eco-zone A.7 Eco-zone B.1 Eco-zone B.2 Eco-zone B.3 Eco-Zone B.4 Eco-zone B.5 Eco-zone B.6 Gezondheidscentrum A Gezondheidscentrum B Gezondheidscentrum C Kinderdagverblijf A Kinderdagverblijf B Appartementen A.1 Appartementen A.2 Vijfkamp A.1 Vijfkamp A.2 Vijfkamp A.3 Vijfkamp A.4 Vijfkamp A.5 Vijfkamp A.6 Vijfkamp B.1 Vijfkamp B.2 Vijfkamp B.3 Vijfkamp B.4 Bestuurder Driekamp 1 Bestuurder Driekamp 2 Bestuurder Groenendaal 1 Bestuurder Groenendaal 2 Groenplaats A Groenplaats B Groenplaats C X Positie [m] Y Z Gegevens obstakel Obstakel Blok Blok1 Blok2 Transmissiefactor X Positie Y Z Armatuurtypen Code A C Aantal 8 1 Armatuurtype MVP507 NB MVP507 MB Aantal x lamptype 1 * MHN-LA2000W 1 * MHN-LA2000W Vermogen [W] Lichtstroom [lm] 1 * * Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 5/37

254 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Totaal geïnstalleerd vermogen: kw 2.5 Berekeningsresultaten Verlichtingssterkte / luminantie: Berekening Type berekening korfbalveld 1 korfbalveld 2 korfbalveld 3 korfbalveld 4 omgeving omgeving 1.80 Eco-zone A Eco-zone B Gevel gezondheidscentrum Kinderdagverblijf Apartementen Groenendaal Woningen Vijfkamp A Woningen Vijfkamp B Groenplaats (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte (Vlak-) verlichtingssterkte Eenheid lux lux lux lux lux lux lux lux lux lux lux lux lux lux Gem Min Max Min/gem Min/max Berekeningen lichthinder: Code Waarnemercode armatuurtype X Positie Y Z Instelrichting in hoeken Draai Kantel90 Kantel0 Maximale lichtintensiteit (cd) Aa Bb Cc Dd Ee Ff Gg Hh Ii Jj Kk Ll Mm Nn Oo Pp Qq Rr Ss Tt Uu Vv Ww Xx A A A A A A A A A A A A A C C C C A C A A A A A Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 6/37

255 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Code Waarnemercode armatuurtype X Positie Y Z Instelrichting in hoeken Draai Kantel90 Kantel0 Maximale lichtintensiteit (cd) Yy Zz [{ \ ]} ^~ cƒ d e A A A A A A A A A Adaptatieve Waarnemercode luminantie (cd/m2) _ ` a b Richting -X -X +Y +Y TI (%) ULR (lichtrendement naar boven) is 0. Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 7/37

256 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Berekeningsresultaten 3.1 korfbalveld 1: Grafische tabel Rekenraster Berekening : korfbalveld 1 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) Veld A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 8/37

257 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: korfbalveld 1: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : korfbalveld 1 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) Veld 1 A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 9/37

258 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: korfbalveld 2: Grafische tabel Rekenraster Berekening : korfbalveld 2 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) A A A A Veld X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 10/37

259 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: korfbalveld 2: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : korfbalveld 2 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) A A A A Veld X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 11/37

260 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: korfbalveld 3: Grafische tabel Rekenraster Berekening : korfbalveld 3 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) CA Veld 4 Veld A A A A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 12/37

261 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: korfbalveld 3: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : korfbalveld 3 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) CA A Veld 3 A A A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 13/37

262 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: korfbalveld 4: Grafische tabel Rekenraster Berekening : korfbalveld 4 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) Veld CA X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:250 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 14/37

263 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: korfbalveld 4: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : korfbalveld 4 op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) Veld 4 CA X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:250 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 15/37

264 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: omgeving: Grafische tabel Rekenraster Berekening : omgeving op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) CA A Veld 4Veld 3 Veld 2 Veld A A A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:2500 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 16/37

265 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: omgeving: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : omgeving op Z = -0 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) CA A A Veld 4Veld 3 Veld 2 Veld 1 A A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:3000 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 17/37

266 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: omgeving 1.80: Grafische tabel Rekenraster Berekening : omgeving 1.80 op Z = 1.80 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) CA A Veld 4Veld 3 Veld 2 Veld A A A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:2500 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 18/37

267 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: omgeving 1.80: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : omgeving 1.80 op Z = 1.80 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Y(m) CA A A Veld 4Veld 3 Veld 2 Veld 1 A A A X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:3000 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 19/37

268 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Eco-zone A: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Eco-zone A op Y = m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) A Veld Veld 2 AAA AC Veld Veld X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:1250 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 20/37

269 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Eco-zone A: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Eco-zone A op Y = m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) A Veld 1 Veld 2 AAA AC Veld 3 Veld X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:1250 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 21/37

270 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Eco-zone B: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Eco-zone B op X = 100 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) C A Veld A Y(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:1000 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 22/37

271 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Eco-zone B: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Eco-zone B op X = 100 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) C A Veld A Y(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:1000 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 23/37

272 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Gevel gezondheidscentrum: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Gevel gezondheidscentrum op Y = -60 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) AC Veld X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 24/37

273 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Gevel gezondheidscentrum: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Gevel gezondheidscentrum op Y = -60 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) AC Veld X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 25/37

274 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Kinderdagverblijf: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Kinderdagverblijf : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) AC(m) Veld A AB(m) (-60, -100, 3.60) C-----D (-30, -130, 3.60) (-60, -100, -0) A-----B (-30, -130, -0) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:300 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 26/37

275 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Kinderdagverblijf: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Kinderdagverblijf : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) AC(m) Veld 1 A AB(m) (-60, -100, 3.60) C-----D (-30, -130, 3.60) (-60, -100, -0) A-----B (-30, -130, -0) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:300 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 27/37

276 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Apartementen Groenendaal: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Apartementen Groenendaal : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) AC(m) AB(m) (-65.00, , 10.80) C-----D (-50, -190, 10.80) (-65.00, , -0) A-----B (-50, -190, -0) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:150 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 28/37

277 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Apartementen Groenendaal: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Apartementen Groenendaal : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) AC(m) AB(m) (-65.00, , 10.80) C-----D (-50, -190, 10.80) (-65.00, , -0) A-----B (-50, -190, -0) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:150 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 29/37

278 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Woningen Vijfkamp A: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Woningen Vijfkamp A op X = 150 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) C A Veld A Y(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:1000 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 30/37

279 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Woningen Vijfkamp A: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Woningen Vijfkamp A op X = 150 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) C A Veld A Y(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:1000 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 31/37

280 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Woningen Vijfkamp B: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Woningen Vijfkamp B : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) AC(m) AB(m) (148.00, -100, 3.60) C-----D (130, -170, 3.60) (148.00, -100, -0) A-----B (130, -170, -0) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:500 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 32/37

281 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Woningen Vijfkamp B: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Woningen Vijfkamp B : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) 1 AC(m) AB(m) (148.00, -100, 3.60) C-----D (130, -170, 3.60) (148.00, -100, -0) A-----B (130, -170, -0) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:500 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 33/37

282 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Groenplaats: Grafische tabel Rekenraster Berekening : Groenplaats op Y = 100 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) Veld CA X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 34/37

283 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Groenplaats: Gevuld isolijndiagram Rekenraster Berekening : Groenplaats op Y = 100 m : (Vlak-) verlichtingssterkte (lux) Z(m) Veld 4 CA X(m) A MVP507 NB C MVP507 MB Gemiddeld Minimum Maximum Min/gem Min/max Algemene behoudfactor Schaal 1:400 Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 35/37

284 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Armatuurgegevens 4.1 Armatuurtypen OPTIVISION MVP507 NB 1 x MHN-LA2000W / 842 Armatuurrendement Omlaag : 0.81 Omhoog : 0 Totaal : 0.81 Voorschakelapparaat : CON Lichtstroom / lamp : lm Vermogen / armatuur : 210 W Meetcode : LVM N.B. Deze armatuurgegevens zijn niet afkomstig van het armaturenbestand Lichtsterktediagram [cd/1000lm] 120 o 150 o 180 o 150 o 120 o 90 o 90 o 60 o 60 o o 0 o 30 o C = 180 o C = 0 o C = 270 o C = 90 o C = 255 o Imax C = 75 o OPTIVISION MVP507 MB 1 x MHN-LA2000W / 842 Armatuurrendement Omlaag : 0.82 Omhoog : 0 Totaal : 0.82 Voorschakelapparaat : CON Lichtstroom / lamp : lm Vermogen / armatuur : 210 W Meetcode : LVM N.B. Deze armatuurgegevens zijn niet afkomstig van het armaturenbestand Lichtsterktediagram [cd/1000lm] 120 o 150 o 180 o 150 o 120 o 90 o 90 o 60 o 60 o o 0 o 30 o C = 180 o C = 0 o C = 270 o C = 90 o C = 245 o Imax C = 65 o Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 36/37

285 Lichthinderonderzoek Level Lighting & Control Systems L3001xx.krim Krimpenerwaard Datum: Installatiegegevens 5.1 Legenda Armatuurtypen: Code A Aantal 8 Armatuurtype MVP507 NB C 1 MVP507 MB Aantal x lamptype 1 * MHN-LA2000W 1 * MHN-LA2000W Lichtstroom [lm] 1 * * Positie en instelrichting per armatuur Aantal x code X Positie [m] Y Z Richtpunt [m] X Y Z Instelrichting in hoeken Draai Kantel90 Kantel0 ULR ULOR_i 1 * C 1 * A 1 * A 1 * A 1 * A * A 1 * A 1 * A 1 * A Philips Lighting B.V. - CalcuLuX Area L3001xx.krim Pagina: 37/37

286

287 Bijlage 13 Nota zienswijzen

288

289 c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.

290 Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College nota zienswijzen projectnummer: datum: projectleider: opdrachtgever: ing. P.J.P. Hommel gemeente Krimpen aan den IJssel Redactie: H.W. Dijk R.008/04 gecertificeerd door Lloyd s conform ISO 9001: 2000 aangesloten bij: RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus AD Rotterdam telefoon (010) info@rboi.nl

291

292 Inhoud 1. Inleiding blz Zienswijzen 5 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

293 2 Inhoud Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

294 Inleiding 3 1. Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Krimpenerwaard College heeft met ingang van 24 januari 2013 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn betrokkenen en belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om te reageren op de inhoud van het ontwerpbestemmingsplan. In deze nota zijn de ingekomen zienswijzen samengevat en beantwoord. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

295 4 Inleiding Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

296 Zienswijzen 5 2. Zienswijzen 1. SV de Treffers (ontvangen d.d ) Zienswijze De zienswijze heeft betrekking op het handbalveld gelegen tussen de Vijfkamp en het Onderdak. De zienswijze kan als volgt worden samengevat: 1. De vereniging groeit en om de leden voldoende gelegenheid te kunnen geven om de sport te beoefenen, heeft men ten minste 1,5 veld nodig. Deze velden moeten naast elkaar liggen en mogen dus niet in elkaar worden geschoven zoals de gemeente nu voorstelt. 2. In het bestemmingsplan worden rondom het veld bomen in stand gehouden. Deze bomen veroorzaken door vallend blad een gevaar voor uitglijden van de spelers. Voorts hindert de begroeiing een goede lichtinval van de veldverlichting. Verzocht wordt om bij de inrichting van het gebied geen bomen direct rondom het veld te plaatsen. 3. Voor de sociale veiligheid dient de aanleg van bosschages rondom het veld achterwege te worden gelaten. De accommodatie dient zoals met de gemeente is afgesproken goed zichtbaar te zijn vanaf de openbare weg. 4. Verzocht wordt om overleg over de verdere inrichting van het gebied waarbij genoemd worden: de lichtmasten, toegangswegen, hebben rondom het veld, begroeiing etc. Beantwoording 1. In de maand maart van dit jaar heeft Hospitality Consultants in opdracht van de gemeente een benchmark onderzoek over de buitensport afgerond. In het rapport van deze benchmark d.d. 13 maart 2013 is het volgende opgenomen: "Sportvereniging De Treffers heeft tien handbalteams. De maximale belastingseenheid voor één veld is tien teams. De handbalvereniging heeft exact voldoende capaciteit.". Indien de door de vereniging veronderstelde groei door zou zetten, dan kan het miniveld alsnog gerealiseerd worden. Overigens dient er wel een huurvergoeding door De Treffers te worden betaald voor dit mini-veld. 2. De locatie van sportvereniging De Treffers is in de huidige situatie omgeven door groen. Het groen in deze omgeving draagt bij aan de inpasbaarheid van de verschillende functies (wonen, sport, maatschappelijke voorzieningen) ten opzichte van elkaar. Daarnaast heeft Flora en Fauna-onderzoek aangetoond dat de aanwezige beplanting langs de waterpartij Vijfkamp en de bomenrij tussen de toekomstige locatie van het Krimpenerwaard College en de locatie van De Treffers zoveel mogelijk moeten worden gehandhaafd. Door het wijzigen van de oriëntatie van het handbalveld en de aanleg van de nieuwe fiets-/wandelverbinding wordt de locatie van De Treffers heringericht. Bij de inrichting en bij het beheer en onderhoud van het terrein wordt beoordeeld of en in Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

297 6 Zienswijzen hoeverre aanwezige beplanting moet worden aangepast om ter plaatse de sportbeoefening op een verantwoorde wijze te laten plaatsvinden. 3. Zie bovenstaande reactie. 4. Dit overleg wordt toegezegd. In het kader van de voorbereiding van een inrichtingsplan voor de locatie vindt dit overleg tussen De Treffers en gemeente plaats. Conclusie De zienswijzen van SV de Treffers zijn formeel gezien ongegrond en leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

298 Zienswijzen 7 2. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. (ontvangen d.d ) Zienswijze In het ontwerpbestemmingsplan zijn de waterhuishoudkundige belangen goed gewaarborgd. Het hoogheemraadschap heeft daarom geen bezwaar tegen de uitvoering van het plan. Het hoogheemraadschap wil op de hoogte worden gehouden en betrokken worden bij de uitwerking van het plan. Beantwoording De zienswijze wordt voor kennisgeving aangenomen. Het hoogheemraadschap zal op de hoogte gehouden worden en bij de inrichting van het gebied worden betrokken. Conclusie Het bestemmingsplan behoeft geen aanpassing. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

299 8 Zienswijzen 3. Provincie Zuid-Holland (ontvangen d.d ) Zienswijze Ten aanzien van het onderwerp externe veiligheid dient het bestemmingsplan een motivering te bevatten omtrent de toename van het groepsrisico als gevolg van de bouw van de school binnen het invloedsgebied van met name het LPG station aan de Tiendweg. Daarbij dient aannemelijk te worden gemaakt dat op termijn wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde en moet worden aangetoond dat een maximale inspanning is geleverd om te gevolgen van een ongeval tot een minimum te beperken. In het ontwerpbestemmingsplan wordt de risicobeperking onvoldoende verantwoord. Beantwoording De provincie Zuid-Holland heeft de zienswijze nader toegelicht per d.d. 12 maart Daarin is het volgende verwoord: Onlangs heeft de provincie een zienswijze ingediend tegen het bestemmingsplan Krimpenerwaard College. Dit in verband met strijd met het provinciaal belang voor zover die betrekking heeft op het groepsrisico. Ter nadere motivering verwijs ik naar de mail van 7 november 2012 van mijn collega H Tjauw Foe, waarin wij hebben gereageerd op het voorontwerp van het bestemmingsplan. In de betreffende wordt aandacht gevraagd voor 2 nog ontbrekende zaken in de verantwoording van het groepsrisico: 1. Op basis van een leveringscontract met leveranciers moet nog worden vastgesteld of de bevoorrading van het LPG-tankstation uitsluitend geschied met behulp van gecoate tankwagens. Nadere toelichting van de provincie bij punt 1: Uit de risicoberekening hebben we kunnen opmaken dat het groepsrisico toeneemt van 4,8 maal de oriëntatiewaarde in de bestaande situatie naar 10 maal de oriëntatiewaarde na realisering van de school. Op basis hiervan zou geconcludeerd moeten worden dat op termijn niet wordt voldaan de oriëntatiewaarde (ambitie provinciaal ruimtelijk belang). Nu is het zo dat in het kader van de uitvoering van het LPG-convenant allerlei maatregelen worden uitgevoerd die ervoor zorgen dat de risico's afnemen, bijvoorbeeld door het coaten van tankwagens. Op dit moment wordt er ook gewerkt aan het wijzigen van het besluit LPG-tankstations, zodat deze maatregelen ook wettelijk kunnen worden voorgeschreven. Echter tot die tijd kan voor wat betreft het plaatsgebonden risico daarop nog niet worden voorgesorteerd. Voor wat betreft het groepsrisico kan daarop alleen worden voorgesorteerd als uit leveringscontracten met de leveranciers blijkt dat zij voor de bevoorrading van het LPG-tankstation uitsluitend gebruik maken van gecoate tankwagens (uitspraken RvS: /1/H1 en /1/H1). Reactie: Naar aanleiding van dit eerste punt is overleg gevoerd met de DCMR en de exploitant van het benzine-/lpg station aan de Nieuwe Tiendweg. Uit dit overleg is duidelijk geworden dat de exploitant bereid is om de venstertijden voor de levering van lpg zodanig aan te passen dat deze buiten de reguliere openingstijden ( ) van het Krimpenerwaard College liggen. Op korte termijn wordt de procedure opgestart om de venstertijden voor de levering van lpg in de vergunning voor het benzine-/lpg station aan te passen. De DCMR bereidt dit verder voor. Onze adviseur DCMR heeft ten aanzien van de hittewerende coating aangegeven dat deze in de praktijk al wordt toegepast en dat hier in groepsrisicoberekeningen op mag worden geanticipeerd. De exploitant van het benzine-/lpg station heeft bevestigd dat er uitsluitend met gecoate tankwagens wordt geleverd. Hierover is echter niets vermeld in het leveringscontract. De exploitant heeft de bereidheid uitgesproken om dit in een brief aan het gemeentebestuur te bevestigen Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

300 Zienswijzen 9 Door het leveren van lpg met gecoate tankwagens daalt het Groepsrisico volgens de DCMR met 0.7 al tot onder de oriëntatiewaarde. Met de aanpassing van de venstertijden daalt dit nog iets verder, maar ook zonder dit laatste is er sprake van een aanvaardbaar risico. 2. Welke mogelijkheden zijn er om het bouwplan zodanig in te delen, dat daardoor de school meer of geheel buiten het formele invloedsgebied van het LPG-tankstation (150m) komt te liggen, en wat zijn daarvan de voor- en nadelen. Nadere toelichting bij punt 2: Alternatieve locaties voor de school zijn beschouwd en afgewogen. Echter een alternatieve indeling van het plangebied, waardoor de school minder of niet binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation ligt, ontbreekt nog. Reactie: De afweging van mogelijke locaties voor de school in de gemeente heeft uiteindelijk geleid tot een keuze van de hiervoor geschetste wisseling in het gebruik van de eigen ruimte. Hierdoor wordt de groenstructuur van de gemeente aanzienlijk versterkt en de ontwikkelingsinspanning vereenvoudigd. Van de mogelijke footprint voor de school op deze locatie valt een deel binnen de 150 meter zone van het LPG station langs de Nieuwe Tiendweg. Hiermee is maximale ruimte geboden voor een optimaal ontwerp van de school, waarbij er van uit is gegaan dat zo nodig door aanvullende maatregelen een eventuele toename van het groepsrisico beperkt zou kunnen worden. In het conceptbouwplan ligt een klein deel van het schoolgebouw binnen de 150 meter zone (de kortste afstand tot de bron is nu ongeveer 140 meter). Binnen die zone zijn geen in- en uitgangen geprojecteerd. Daardoor liggen de vluchtwegen van de bron af. De verblijfsruimten buiten de school (pauzeruimte en sportvelden) liggen in de nieuwe situatie buiten de 150 meter zone, met de school daar als buffer tussen. Het geheel buiten de 150 meter zone bouwen van de school is binnen de gegeven footprint mogelijk. Het gaat echter ten koste van de compacte interne organisatie van het schoolgebouw dat nu rond een centrale ontmoetingsruimte is georganiseerd. Het gaat ook ten koste van de gevarieerde oriëntatie van de buitengevels met wisselend zicht. Gezien die kwaliteiten is gekozen voor deze, beperkte, overschrijding van de zonegrens. Door de hiervoor aangegeven maatregelen bij de opzet van het gebouw en aanvullende maatregelen bij de bron zal het risico voor de gebruikers van het gebouw niet toe nemen zoals blijkt uit een nadere berekening van de DCMR waarin rekening is gehouden met de genoemde maatregelen. Conclusie Deze zienswijze is formeel gezien gegrond en leidt tot de aanpassing van paragraaf 4.11 Externe veiligheid in de toelichting van het bestemmingsplan. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

301 10 Zienswijzen 4. De heer D. (ontvangen d.d ) Zienswijze 1. Het behoud van de school binnen deze omgeving is van belang voor de levendigheid van de overigens vergrijzende wijk. 2. Het was mooier geweest om 2 robuuste gebouwen (Gezondheidscentrum en Het Krimpenerwaard College) naast elkaar aan het Groenendaal te positioneren. 3. De nieuwe inrichting van het gebied omsloten door de Nieuwe Tiendweg Vijfkamp Driekamp Groenendaal wordt in de toelichting op het bestemmingsplan niet voldoende onderbouwd. 4. De op de plaats van de oude school vrijkomende ruimte dient beschikbaar te worden gehouden voor een latere invulling door een utiliteit of andere nuttige invulling. Beantwoording 1. Dit wordt door de gemeente onderschreven. Zie in dit verband ook de reactie bij zienswijze De groenstructuur en daarmee de ruimtelijke structuur van de wijk Kortland zal aanzienlijk versterkt worden als het park Middenwetering doorloopt tot aan de groenzone tussen de wijken Kortland en Langeland. In de provinciale structuurvisie is dit dan ook als Zuidvleugel groenstructuur aangegeven. Om die reden is een situering van de school langs de Groenendaal ongewenst. Die locatie heeft ook een praktisch en daarmee financieel bezwaar omdat een deel van de bestaande school afgebroken zou moeten worden alvorens de nieuwe school daar gerealiseerd zou kunnen worden. Ter illustratie en verduidelijking van het voorgaande: Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

302 Zienswijzen De groenstructuur van de wijk Kortland wordt aanzienlijk versterkt als het huidige gebouw van het Krimpenerwaard College wordt verplaatst naar de locatie van de sportvelden van die school en die sportvelden naar de huidige locatie van het gebouw. Door die wisseling verandert er weinig in het ruimtegebruik zelf, maar zal het Park Middenwetering doorlopen tot aan de groenzone tussen de wijken Kortland en Langeland. Die zone verbindt de open Krimpenerwaard met de dijk van de Hollandsche IJssel; nu alleen ruimtelijk maar, volgens de gemeentelijke structuurvisie, op termijn ook met een langzaam verkeerverbinding. 4. In de vorenstaande reacties is toegelicht waarom deze ruimte de bestemming groen, sport en water hebben gekregen in het bestemmingsplan Krimpenerwaard College. In de toelichting zal deze keuze verder uitgelicht worden. Conclusie Deze zienswijze is op punten 1, 2 en 3 formeel gezien ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Punt 4 is formeel gezien ongegrond, maar zal ter verduidelijking leiden tot aanvulling van paragraaf 3.3 van de toelichting. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Krimpen aan den IJssel

Krimpen aan den IJssel Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College Mobiliteitstoets Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College Mobiliteitstoets projectnummer: datum: 054200.17837.00 20-06-2013 projectleider: opdrachtgever:

Nadere informatie

memo Verkeersanalyse Wellness/Spa Ameland Datum: 7 mei 2015

memo Verkeersanalyse Wellness/Spa Ameland Datum: 7 mei 2015 BIJLAGE 2 memo Postbus 81. 9062 ZJ Oenkerk Tel: 058-2562525 E-mail: oenkerk@rho.nl Onderwerp: Verkeersanalyse Wellness/Spa Ameland Datum: 7 mei 2015 Referte: ing. Hanno Hommel In dit memo wordt een aantal

Nadere informatie

memo Datum: 26 februari 2015 / aanpassingen 15 oktober 2015 / aanpassingen 9 december 2015

memo Datum: 26 februari 2015 / aanpassingen 15 oktober 2015 / aanpassingen 9 december 2015 BIJLAGE 2 memo Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010-2018555 Fax: 010-4121039 E-mail: info@rho.nl Aan: Onderwerp: Gemeente Smallingerland Mobiliteitstoets nieuwe vestiging Aldi Drachten Datum:

Nadere informatie

R Ŗho. memo. Gemeente Krimpen aan den IJssel. Oplegnotitie mobiliteitstoets Krimpenerwaard College. Datum: 9 december 2014

R Ŗho. memo. Gemeente Krimpen aan den IJssel. Oplegnotitie mobiliteitstoets Krimpenerwaard College. Datum: 9 december 2014 R Ŗho ^ Ŭ ADVISEURS VDOR whw LEEFRUIMIE Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010-2018555 memo Fax: 010-4121039 E-mail: info@rho.nl Aan: T.a.v.: Onderwerp: Gemeente Krimpen aan den IJssel Dhr. Henry

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Bereikbaarheid MEMO. Van : ing. I. (Ilse) C.M. Conijn. Project : Dennenheuvel Bloemendaal. Aan : Mevr. K.

1. Inleiding. 2. Bereikbaarheid MEMO. Van : ing. I. (Ilse) C.M. Conijn. Project : Dennenheuvel Bloemendaal. Aan : Mevr. K. MEMO Van : ing. I. (Ilse) C.M. Conijn Project : Dennenheuvel Bloemendaal Opdrachtgever : Partners RO Aan : Mevr. K. Hoogenboezem Datum : 23 februari 2018 Betreft : Verkeersgeneratie en parkeren Dennenheuvel

Nadere informatie

Verkeer en parkeren Dorpsstraat 28 Heerjansdam

Verkeer en parkeren Dorpsstraat 28 Heerjansdam Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Verkeerseffecten KPNlocatie

Verkeerseffecten KPNlocatie HBB Ontwikkeling Verkeerseffecten KPNlocatie IJmuiden Definitief Utrecht, 1 juli 2016 Inhoudsopgave 1. Gewijzigde bouwplannen vragen om update verkeersonderzoek 4 1.1 Bouwplannen 4 1.2 Update verkeersonderzoek

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Interne wegenstructuur. Kerkdriel Noord. Gemeente Maasdriel. Verkeerseffecten woningen fase 1. 18 september 2015 MDL013/Fdf/0074.

1 Inleiding. 2 Interne wegenstructuur. Kerkdriel Noord. Gemeente Maasdriel. Verkeerseffecten woningen fase 1. 18 september 2015 MDL013/Fdf/0074. Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

gemeente Krimpen aan den IJssel

gemeente Krimpen aan den IJssel Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard College nota van aanpassingen identificatie planstatus projectnummer: 054200.17837.00 datum: 19-06-2013 projectleider: opdrachtgever: ing. P.J.P. Hommel gemeente Krimpen

Nadere informatie

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

Nadere informatie

Verkeersonderzoek natuurbegraafplaats Schaijk

Verkeersonderzoek natuurbegraafplaats Schaijk Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Verkeersonderzoek natuurbegraafplaats Schaijk

Verkeersonderzoek natuurbegraafplaats Schaijk Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Kencijfers. Parkeer- en verkeerssituatie Woonzorgboerderij Blomhoeve. Woonkracht 10. notitie

1 Inleiding. 2 Kencijfers. Parkeer- en verkeerssituatie Woonzorgboerderij Blomhoeve. Woonkracht 10. notitie Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: Mirjam van der Veen. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan:

Projectnummer: D Opgesteld door: Mirjam van der Veen. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 3515 235 www.arcadis.nl Onderwerp: Mobiliteitstoets Eemlandhoeve Arnhem, 22 januari 2014 Van: Mirjam van

Nadere informatie

memo Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016

memo Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016 memo Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010 2018555 Fax: 010 4121039 E mail: info@rho.nl Aan: Onderwerp: Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016 Referte:

Nadere informatie

Verkeersontwikkeling plan Nieuwe Oostdijk in Goedereede

Verkeersontwikkeling plan Nieuwe Oostdijk in Goedereede Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del

Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del Rapportage maart-2014 / DO okt 2014 28 oktober 2014 versie 4 1 Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del opdrachtgever Gemeente Rozendaal

Nadere informatie

1 Inleiding. Verkeerseffecten kartcentrum te Limmen. Figuur 1.1: Locatie kartcentrum (bron: Google Maps) SAB Amsterdam. Concept

1 Inleiding. Verkeerseffecten kartcentrum te Limmen. Figuur 1.1: Locatie kartcentrum (bron: Google Maps) SAB Amsterdam. Concept Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan

Nadere informatie

Parkeeranalyse ontwikkeling gezondheidscentrum Hazenkamp aan de Vossenlaan in Nijmegen

Parkeeranalyse ontwikkeling gezondheidscentrum Hazenkamp aan de Vossenlaan in Nijmegen Parkeeranalyse ontwikkeling gezondheidscentrum Hazenkamp aan de Vossenlaan in Nijmegen Datum: 18-08-2014 Versie: Definitief Inleiding De apotheek Hazenkamp en het Gezondheidscentrum Hazenkamp, beide gevestigd

Nadere informatie

V e r k e e r s g e n e r a t i e s u p e r m a r k t e n i n Z u i d w o l d e. 1. V a r i a n t e n

V e r k e e r s g e n e r a t i e s u p e r m a r k t e n i n Z u i d w o l d e. 1. V a r i a n t e n V e r k e e r s g e n e r a t i e s u p e r m a r k t e n i n Z u i d w o l d e 1. V a r i a n t e n Om inzicht te verkrijgen in de verkeersintensiteiten op het parkeerterrein is de verkeersgeneratie bepaald

Nadere informatie

1 Inleiding. Bestemmingsplan Wimbledon te Overveen. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: Bestemmingsplankaart gemeente Bloemendaal (1982) Hallvard

1 Inleiding. Bestemmingsplan Wimbledon te Overveen. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: Bestemmingsplankaart gemeente Bloemendaal (1982) Hallvard Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Verkeerseffecten bestemmingsplan Middengebied

Verkeerseffecten bestemmingsplan Middengebied Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

1 Inleiding. Parkeerbalans sporthal Volendam. Gemeente Edam-Volendam. 22 juni 2016 EVD068/Nbc/

1 Inleiding. Parkeerbalans sporthal Volendam. Gemeente Edam-Volendam. 22 juni 2016 EVD068/Nbc/ Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Notitie. Figuur 1: woningbouwontwikkeling De Keyser

Notitie. Figuur 1: woningbouwontwikkeling De Keyser Notitie Onderwerp: Verkeersaspecten bestemmingsplan De Keyser fase 2 Projectnummer: 357089 Referentienummer: SWECONL.. -DEFINITIEF- Datum: 23-10-2018 1 Inleiding In het 4 e kwadrant van de kern Middenbeemster

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 8 oktober Betreft Verkeersonderzoek t.b.v. bestemmingsplan Huizerstraatweg

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 8 oktober Betreft Verkeersonderzoek t.b.v. bestemmingsplan Huizerstraatweg Notitie Datum Kenmerk 8 oktober 2010 274940 Betreft Verkeersonderzoek t.b.v. bestemmingsplan Huizerstraatweg 1 Inleiding Aan de Huizerstraatweg te Naarden bestaan plannen voor de ontwikkeling van een kantoorgebouw.

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE ONDERWERP Verkeersonderzoek Expo DATUM 1-2-2016 PROJECTNUMMER C05057.000035 ONZE REFERENTIE 078794434 0.8 VAN Anton van Meulen AAN Delta Development Group KOPIE AAN Nienke Spiegelenberg 1 Inleiding Hoeve

Nadere informatie

Faradaystraat 2a Postbus 40089 8004 DB Zwolle T:038-4606747 F:038-4604912

Faradaystraat 2a Postbus 40089 8004 DB Zwolle T:038-4606747 F:038-4604912 Faradaystraat 2a Postbus 40089 8004 DB Zwolle T:038-4606747 F:038-4604912 Parkeerbalans centrumgebied Epe 2 juli 2013 - nadere onderbouwing - Gemeente Epe 1. Inleiding In het centrum van Epe worden mede

Nadere informatie

Parkeerbalans supermarktontwikkeling Alblasserdam

Parkeerbalans supermarktontwikkeling Alblasserdam Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Adviesnotitie Inleiding Stap 1: bepalen parkeerbeleid

Adviesnotitie Inleiding Stap 1: bepalen parkeerbeleid Adviesnotitie Aan : De heer R. Toffolo, gemeente Nuth Van : De heer M. Brust, Buiten-Ruimte Onderwerp : Parkeerbalans ontwikkelingen tenniscomplex Hulsberg Projectnummer : 2015NUT01 Datum : 8 december

Nadere informatie

mêçàéåíåìããéê= W 2009089 mêçàéåí= léçê~åüíöéîéê= låçéêïéêé=ãéãç= W Verkeerskundig advies rev. 2

mêçàéåíåìããéê= W 2009089 mêçàéåí= léçê~åüíöéîéê= låçéêïéêé=ãéãç= W Verkeerskundig advies rev. 2 1. Inleiding De gemeente Lingewaard is voornemens om de begraafplaats De Hoeve in Huissen uit te breiden. Tevens zijn er plannen om een crematorium te bouwen op deze locatie. Voor beide plannen zijn reeds

Nadere informatie

NOTITIE VERKEER EN PARKEREN MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL

NOTITIE VERKEER EN PARKEREN MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL NOTITIE VERKEER EN PARKEREN MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL Notitie verkeer en parkeren MFC Langestraat 36 te Heerewaarden in de gemeente Maasdriel Opdrachtgever Gemeente Maasdriel

Nadere informatie

Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del

Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del Rapportage juli 2012 23 juli 2012 versie 1 1 Verkeerskundig onderzoek Ruimtelijke ontwikkeling De Del opdrachtgever Gemeente Rozendaal dossier BA4000-140-101

Nadere informatie

VERKEER EN PARKEREN. Aanleiding. Project. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 15 juni 2015

VERKEER EN PARKEREN. Aanleiding. Project. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 15 juni 2015 NOTITIE VERKEER EN PARKEREN Project Plaats Sliedrecht Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 15 juni 2015 Aanleiding Het voornemen is om op een braakliggend

Nadere informatie

Volgens afspraak ontvangt u hierbij het verkeersadvies inzake de bestemmingsplanwijziging rondom Marktstraat 23 te Bodegraven.

Volgens afspraak ontvangt u hierbij het verkeersadvies inzake de bestemmingsplanwijziging rondom Marktstraat 23 te Bodegraven. Memo OCM II BV T.a.v. de heer Felix C.A. van Pelt Noordzijde 99 2411 RD Bodegraven Datum : 04-04-2016 Aan : OCM II BV, de heer Felix C. A. van Pelt Betreft : Verkeersadvies inzake bestemmingsplanwijziging

Nadere informatie

Nieuwbouwwijk `T Parcje Roermond

Nieuwbouwwijk `T Parcje Roermond Nieuwbouwwijk `T Parcje Roermond Verkeerskundige onderbouwing Wing Group B.V. juni 2014 Nieuwbouwwijk `T Parcje Roermond Verkeerskundige onderbouwing dossier : BC7441-101-100 registratienummer : MO-MA20140095-

Nadere informatie

Tauw BV. Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn

Tauw BV. Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn Tauw BV Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn Tauw BV Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn Datum 11 oktober 2016 Kenmerk TMU123/Wrd/0920.01 Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl Documentatiepagina

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Ligging van de route. Verkeersstudie Olst. Gemeente Olst-Wijhe. Analyse route Olsterveer - N juni 2017 OLW032/Fdf/concept

1 Inleiding. 2 Ligging van de route. Verkeersstudie Olst. Gemeente Olst-Wijhe. Analyse route Olsterveer - N juni 2017 OLW032/Fdf/concept Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel 15 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

bal : Verkeerskundige aspecten herontwikkeling Datum : 8 december 2015 Opdrachtgever : BRO Projectnummer : 211x07628 Opgesteld door : Arjan ter Haar

bal : Verkeerskundige aspecten herontwikkeling Datum : 8 december 2015 Opdrachtgever : BRO Projectnummer : 211x07628 Opgesteld door : Arjan ter Haar bal Memo : Verkeerskundige aspecten herontwikkeling Spoorlaan Groesbeek Datum : 8 december 2015 Opdrachtgever : BRO Projectnummer : 211x07628 Opgesteld door : Arjan ter Haar Het voornemen bestaat om de

Nadere informatie

Gemeente Apeldoorn. Parkeeronderzoek Winkelcentrum Anklaar

Gemeente Apeldoorn. Parkeeronderzoek Winkelcentrum Anklaar Gemeente Apeldoorn Parkeeronderzoek Winkelcentrum Anklaar Gemeente Apeldoorn Parkeeronderzoek Winkelcentrum Anklaar Datum 27 juni 2018 APD269/Nbc/1577.02 Kenmerk Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl

Nadere informatie

Verkeerskundige onderbouwing bestemmingsplan Markthof

Verkeerskundige onderbouwing bestemmingsplan Markthof Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel 15 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

KlokBouwOntwikkeling BV. Verkeerseffecten. Ontwikkeling Velddriel-Zuid

KlokBouwOntwikkeling BV. Verkeerseffecten. Ontwikkeling Velddriel-Zuid KlokBouwOntwikkeling BV Verkeerseffecten Ontwikkeling Velddriel-Zuid KlokBouwOntwikkeling BV Verkeerseffecten Ontwikkeling Velddriel-Zuid Datum 24 november 2016 KKB002/Fdf/0006.03 Kenmerk Eerste versie

Nadere informatie

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Kapelle. Woonzorgcomplex Wemeldinge. Parkeeronderzoek 130183.009393.00 27-11-2013. ing. W.K. Swolfs. auteur(s):

Kapelle. Woonzorgcomplex Wemeldinge. Parkeeronderzoek 130183.009393.00 27-11-2013. ing. W.K. Swolfs. auteur(s): Kapelle Woonzorgcomplex Wemeldinge Parkeeronderzoek identificatie planstatus projectnummer: datum: 130183.009393.00 27-11-2013 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PMB Marsaki b.v. auteur(s):

Nadere informatie

Parkeervraag 'project Duinhoek

Parkeervraag 'project Duinhoek Exploitatiemaatschappij De Quack BV Parkeervraag 'project Duinhoek Datum 25 augustus 2008 Kenmerk EDQ002/Khr/0007 Eerste versie 20 augustus 2008 1 Inleiding Exploitatiemaatschappij De Quack BV, eigenaar

Nadere informatie

VERKEERSTOETS BESTEMMINGSPLAN KOLENBRANDERWEG

VERKEERSTOETS BESTEMMINGSPLAN KOLENBRANDERWEG VERKEERSTOETS BESTEMMINGSPLAN KOLENBRANDERWEG GEMEENTE HAAKSBERGEN 11 oktober 2010 075005811:0.5 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Verkeersstructuur 5 2.1 Snelverkeer 5 2.2 Langzaam verkeer 6 2.3 Openbaar

Nadere informatie

1 Aanleiding en vraagstelling

1 Aanleiding en vraagstelling Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Parkeervraag Sint Joris te Oirschot

Parkeervraag Sint Joris te Oirschot Parkeervraag Sint Joris te Oirschot Project: 2007.01 reorganisatie hoofdlocatie Sint Joris te Oirschot Principaal: Sint Joris het dagelijks bestuur Sint Jorisstraat 1 5688 AS Oirschot Ontwerp en directie:

Nadere informatie

Verkeerstoets bouwplan Oranjezicht Monnickendam. 2 Voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling

Verkeerstoets bouwplan Oranjezicht Monnickendam. 2 Voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling Gemeente Waterland Verkeerstoets bouwplan Oranjezicht Monnickendam Datum 5 november 2009 Kenmerk WTL017/Adr/0171 Eerste versie 27 oktober 2009 1 Inleiding Achter de Bernhardlaan ligt tussen de bebouwing

Nadere informatie

Bedrijven- en winkelgebied Spaklerweg. toekomstige parkeerbehoefte en verkeersafwikkeling

Bedrijven- en winkelgebied Spaklerweg. toekomstige parkeerbehoefte en verkeersafwikkeling Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan

Nadere informatie

Verkeerseffecten bestemmingsplan Vreeland-Oost. in opdracht van gemeente Stichtse Vecht

Verkeerseffecten bestemmingsplan Vreeland-Oost. in opdracht van gemeente Stichtse Vecht Verkeerseffecten bestemmingsplan Vreeland-Oost in opdracht van gemeente Stichtse Vecht Verkeerseffecten bestemmingsplan Vreeland-Oost versie: definitief datum: 21 november 2011 projectnummer: 11056 opdrachtgever:

Nadere informatie

2 Verwachte verkeersintensiteiten

2 Verwachte verkeersintensiteiten Stadsdeel Nieuw West (gemeente Amsterdam) Verkeers- en parkeeranalyse Ookmeerpark Datum 18 augustus 2010 TNW018/Bkd/0042 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding In opdracht van Stadsdeel Nieuw West heeft Goudappel

Nadere informatie

Verkeerseffect aanpassing bestemmingsplan 'De Driehoek', vier scenario s

Verkeerseffect aanpassing bestemmingsplan 'De Driehoek', vier scenario s Notitie / Memo Aan: Gemeente Ermelo Van: Peter Nijhout, Marek Vesely & Jelmer Droogsma Datum: 12 oktober 2017 Kopie: Ons kenmerk: BE3581-105 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

: Quick Scan verkeerskundige aspecten permanente bewoning bungalowpark Stille Wille Oirschot

: Quick Scan verkeerskundige aspecten permanente bewoning bungalowpark Stille Wille Oirschot bal Memo : Quick Scan verkeerskundige aspecten permanente bewoning bungalowpark Stille Wille Oirschot Datum : 27 januari 2015 Opdrachtgever : BRO Projectnummer : 211x08052 Opgesteld door : Arjan ter Haar

Nadere informatie

Gemeente Gilze en Rijen. Quick scan. Verkeersanalyse publieke voorzieningen Vliegende Vennen

Gemeente Gilze en Rijen. Quick scan. Verkeersanalyse publieke voorzieningen Vliegende Vennen Gemeente Gilze en Rijen Quick scan Verkeersanalyse publieke voorzieningen Vliegende Vennen Gemeente Gilze en Rijen Quick scan Verkeersanalyse publieke voorzieningen Vliegende Vennen Datum 11 mei 2015 Kenmerk

Nadere informatie

DHR. S. VAN DONKELAAR (VAN RIEZEN & PARTNERS) J.HAVEMAN (BVA VERKEERSADVIEZEN) ONDERWERP ONTSLUITING MEET INN DATUM 29 AUGUSTUS 2016

DHR. S. VAN DONKELAAR (VAN RIEZEN & PARTNERS) J.HAVEMAN (BVA VERKEERSADVIEZEN) ONDERWERP ONTSLUITING MEET INN DATUM 29 AUGUSTUS 2016 Kantoorcomplex Paris Noordzeelaan 38-A 8017 JW Zwolle postbus 40089 8004 DB Zwolle T (038) 460 6747 bva@bvaverkeer.nl www.bvaverkeer.nl AAN VAN DHR. S. VAN DONKELAAR (VAN RIEZEN & PARTNERS) J.HAVEMAN (BVA

Nadere informatie

1 Inleiding. Parkeerbehoefte Badhoevedorp Centrum. Figuur 1.1: Locatie plangebied. Gemeente Haarlemmermeer. 16 april 2018 HMR380/Bkd

1 Inleiding. Parkeerbehoefte Badhoevedorp Centrum. Figuur 1.1: Locatie plangebied. Gemeente Haarlemmermeer. 16 april 2018 HMR380/Bkd Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel 15 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Verkeersonderzoek Ter Aar

Verkeersonderzoek Ter Aar organisatienaam PREFIX naam Verkeersonderzoek Ter Aar aan Lex Niekel van René Formenoij datum 4-11-2013 betreft Verkeerseffect nieuwe wijk op wegennet Ter Aar 1. Aanleiding In de structuurvisie is besloten

Nadere informatie

Bijlage 2 - Notitie verkeer quickscan locatieonderzoek onderwijshuisvesting

Bijlage 2 - Notitie verkeer quickscan locatieonderzoek onderwijshuisvesting Bijlage 2 - Notitie verkeer quickscan locatieonderzoek onderwijshuisvesting Mark van der Leest 15 oktober 2015 De gemeenteraad heeft op 2 juli 2015 het college opgedragen om een vergelijkend onderzoek

Nadere informatie

1 Inleiding. Verkeersstudie Watertoren Zwijndrecht. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: Watertoren aan de Ringdijk 192 in Zwijndrecht

1 Inleiding. Verkeersstudie Watertoren Zwijndrecht. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: Watertoren aan de Ringdijk 192 in Zwijndrecht Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

memo Verkeersgeneratie bestemmingsplan Rembrandtlaan Datum: 2 juni 2014

memo Verkeersgeneratie bestemmingsplan Rembrandtlaan Datum: 2 juni 2014 memo Postbus 0, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010-2055 Fax: 010-21039 E-mail: info@rho.nl Onderwerp: Verkeers bestemmingsplan Rembrandtlaan Datum: 2 juni 2014 Referte: ing. Hanno Hommel De verkeers van de

Nadere informatie

Stedelijke Ontwikkeling. Plannen & Projecten. Gemeente Vlaardingen. De heren Boers en Hoogendijk VLAARDINGEN. Geachte heren Boers en Hoogendijk,

Stedelijke Ontwikkeling. Plannen & Projecten. Gemeente Vlaardingen. De heren Boers en Hoogendijk VLAARDINGEN. Geachte heren Boers en Hoogendijk, Stedelijke Ontwikkeling Plannen & Projecten Gemeente Vlaardingen De heren Boers en Hoogendijk VLAARDINGEN rdingen Bezoekadres: Westnieuwland 6 3131 VX Vlaardingen Telefoon: (010) 248 4000 www.vlaardingen.nhlcontact

Nadere informatie

Opdrachtgever: BPD Ontwikkeling Onderwerp: Verkeersontsluiting bouwplan Vierde Kwadrant, Kockengen Projectnummer: BPD1602 Datum: 30 november 2016

Opdrachtgever: BPD Ontwikkeling Onderwerp: Verkeersontsluiting bouwplan Vierde Kwadrant, Kockengen Projectnummer: BPD1602 Datum: 30 november 2016 Jadelaan 18, 3523 CV Utrecht Notitie Opdrachtgever: BPD Ontwikkeling Onderwerp: Verkeersontsluiting bouwplan Vierde Kwadrant, Kockengen Projectnummer: BPD1602 Datum: 30 november 2016 Aanleiding BPD ontwikkeling

Nadere informatie

: Verkeersgeneratie Intratuin Deventer (concept)

: Verkeersgeneratie Intratuin Deventer (concept) Memo : Verkeersgeneratie Intratuin Deventer (concept) Datum : 12 maart 2013 Opdrachtgever : de heer J. Visser Ter attentie van Projectnummer Opgesteld door :de heer J. Visser : 211x06128 : A. ter Haar

Nadere informatie

Verkeerskundige quickscan Manpadslaangebied. Verkeerskundige quickscan ontsluiting woningbouw Manpadslaangebied. V-eld, ontwerp landschap en stedebouw

Verkeerskundige quickscan Manpadslaangebied. Verkeerskundige quickscan ontsluiting woningbouw Manpadslaangebied. V-eld, ontwerp landschap en stedebouw NOTITIE Onderwerp Verkeerskundige quickscan Manpadslaangebied Project Verkeerskundige quickscan ontsluiting woningbouw Manpadslaangebied Opdrachtgever V-eld, ontwerp landschap en stedebouw Projectcode

Nadere informatie

Huidige inrichting Aan de ventweg Zeeweg liggen 12 woningen. De Ventweg wordt voornamelijk gebruikt door bewoners en bezoekers van deze woningen.

Huidige inrichting Aan de ventweg Zeeweg liggen 12 woningen. De Ventweg wordt voornamelijk gebruikt door bewoners en bezoekers van deze woningen. Inleiding Parallelweg Zeeweg Vraag van de gemeenteraad: Kan de voorgestelde fietsroutestructuur nog verder geoptimaliseerd worden? Wij achten het noodzakelijk om de door belanghebbenden en raadsleden gedane

Nadere informatie

SAB Arnhem. Beoordeling parkeer- en verkeerssituatie 'Schoollocaties Veeneslagen' Concept

SAB Arnhem. Beoordeling parkeer- en verkeerssituatie 'Schoollocaties Veeneslagen' Concept SAB Arnhem Beoordeling parkeer- en verkeerssituatie 'Schoollocaties Veeneslagen' Concept SAB Arnhem Beoordeling parkeer- en verkeerssituatie 'Schoollocaties Veeneslagen' Concept Datum 13 november 2009

Nadere informatie

Verkeerscirculatie & parkeren ontwikkeling Mierlo s Welkom - definitief

Verkeerscirculatie & parkeren ontwikkeling Mierlo s Welkom - definitief Onderwerp Verkeerscirculatie & parkeren ontwikkeling Mierlo s Welkom - definitief Aan Bouwbedrijf Van Gerven onze referentie 17054.1 D14 mem01-4 dhe Verzend datum 26 juni 2017 projectnummer 17054.1 Opgesteld

Nadere informatie

Verkeersonderzoek ontwikkeling Sleutelbosch/Vicarus

Verkeersonderzoek ontwikkeling Sleutelbosch/Vicarus Goed Wonen Gemert Verkeersonderzoek ontwikkeling Sleutelbosch/Vicarus Van Asdonckstraat Definitieve rapportage Goed Wonen Gemert Verkeersonderzoek ontwikkeling Sleutelbosch/Vicarus Van Asdonckstraat Definitieve

Nadere informatie

BIJLAGE: Verkeerskundige berekeningen

BIJLAGE: Verkeerskundige berekeningen BIJLAGE: Verkeerskundige berekeningen A. Uitgangspunten planlocatie ligt in het buitengebied; uitbreiding bestaande Stoeterij met toeristische-recreatieve functies; berekeningen verkeersgeneratie o.b.v.

Nadere informatie

Buro SRO. Parkeeronderzoek Singer Laren

Buro SRO. Parkeeronderzoek Singer Laren Buro SRO Parkeeronderzoek Singer Laren Buro SRO Parkeeronderzoek Singer Laren Datum 8 januari 2015 Kenmerk SRO014/Bkd/0028.01 Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl Documentatiepagina Opdrachtgever(s)

Nadere informatie

VERKEERSONDERZOEK. Op gen Hek, Voerendaal. Datum : 2 december 2014

VERKEERSONDERZOEK. Op gen Hek, Voerendaal. Datum : 2 december 2014 VERKEERSONDERZOEK Op gen Hek, Voerendaal Datum : 2 december 2014 Rapportnummer : 214-VOH-verkeer-v2 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel. 0493-539803 E-mail. mena@m-en-a.nl ING: NL37 INGB 0007622002 K.v.K.

Nadere informatie

De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd in het bepalen van de verkeersgeneratie voor de diverse functies:

De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd in het bepalen van de verkeersgeneratie voor de diverse functies: Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

1 Inleiding. Verkeers- en parkeeranalyse Botsholsedijk 30a. Aanleiding. Vraagstelling. Leeswijzer. Museum De Ronde Venen

1 Inleiding. Verkeers- en parkeeranalyse Botsholsedijk 30a. Aanleiding. Vraagstelling. Leeswijzer. Museum De Ronde Venen Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

WIJDEMEREN herontwikkeling Knorrlocatie

WIJDEMEREN herontwikkeling Knorrlocatie WIJDEMEREN herontwikkeling Knorrlocatie VERKEERSRAPPORTAGE Wijdemeren herontwikkeling Knorrlocatie verkeersrapportage identificatie planstatus projectnummer: datum: 400038.19233.00 13 06 2014 projectleider:

Nadere informatie

Wijdemeren. herontwikkeling Knorrlocatie. verkeersrapportage ing. P.J.P. Hommel. auteur(s):

Wijdemeren. herontwikkeling Knorrlocatie. verkeersrapportage ing. P.J.P. Hommel. auteur(s): Wijdemeren herontwikkeling Knorrlocatie verkeersrapportage identificatie planstatus projectnummer: datum: 400038.19233.00 13 06 2014 projectleider: mevr. I. de Feijter auteur(s): opdrachtgever: Unilever

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Midden-Noord - Oss Ontwerp. Bijlagen 9 - aanvullend verkeersonderzoek maatregelen januari 2011 tuincentrum

Bestemmingsplan. Midden-Noord - Oss Ontwerp. Bijlagen 9 - aanvullend verkeersonderzoek maatregelen januari 2011 tuincentrum Bestemmingsplan Midden-Noord - Oss - 2012 Bijlagen 9 - aanvullend verkeersonderzoek maatregelen januari 2011 tuincentrum Ontwerp Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum

Nadere informatie

Figuur 1 Tellocaties verkeerstellingen

Figuur 1 Tellocaties verkeerstellingen MEMO Aan Gemeente Landerd Van Advin vestiging Oss Onderwerp Verkeersaspecten centrumplan Schaijk Datum 15 april 2016 Projectnummer INF1423700 Versie D Aanleiding De gemeente Landerd heeft het Centrumplan

Nadere informatie

Gemeente Midden-Delfland. Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek

Gemeente Midden-Delfland. Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek Gemeente Midden-Delfland Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek Gemeente Midden-Delfland Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek

Nadere informatie

Onderbouwing parkeerbalans (her)ontwikkeling Schalkstad

Onderbouwing parkeerbalans (her)ontwikkeling Schalkstad Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

MEMO Parkeeronderzoek Project Kerkweg-Oost te Waddinxveen

MEMO Parkeeronderzoek Project Kerkweg-Oost te Waddinxveen MEMO Parkeeronderzoek Project Kerkweg-Oost te Waddinxveen aan: Hans Jung (Lithos Bouw & Ontwikkeling ), Paula Valkier en Maarten Oudshoorn (Gemeente Waddinxveen) van: Falco Bruens (Van Riezen & Partners)

Nadere informatie

Vervoerregio Amsterdam. Variantenstudie Halte Aan de Zoom Uithoorn

Vervoerregio Amsterdam. Variantenstudie Halte Aan de Zoom Uithoorn Variantenstudie Halte Aan de Zoom Uithoorn Vervoerregio Amsterdam Variantenstudie Halte Aan de Zoom Uithoorn I Variantenstudie Halte Aan de Zoom Uithoorn II Variantenstudie Halte Aan de Zoom Uithoorn Vervoerregio

Nadere informatie

Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure Memo Aan: Gemeente Nuenen, Twan van Dijk Van: Pleun Smits Datum: 10 december 2015 Kopie: - Ons kenmerk: N004_INFRA_BB1138-115-100 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Nadere informatie

Inhoud. 1. Inleiding blz Zienswijzen 5. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Inhoud. 1. Inleiding blz Zienswijzen 5. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg Inhoud 1. Inleiding blz. 3 2. Zienswijzen 5 Adviesbureau RBOI 054200.17837.00 c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar

Nadere informatie

18 december 2014, Versie 1.1 Quick scan Rotonde Molenbroekseloop

18 december 2014, Versie 1.1 Quick scan Rotonde Molenbroekseloop 18 december 2014, Versie 1.1 Quick scan Rotonde Molenbroekseloop Michiel van Rooij Verkeersadvies In opdracht van Gemeente Gemert- Bakel 1. Aanleiding Plangebied In de afgelopen jaren heeft de gemeente

Nadere informatie

Project : Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Heerlerbaan 239

Project : Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Heerlerbaan 239 NoLogo MEMO Aan : Dennis Martens Van : Anneke Merkx en Niels Bosch Kopie : -/- Dossier : BB1478-100-100 Project : Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Heerlerbaan 239 Betreft : Memo Ons kenmerk : IS-EH20120188

Nadere informatie

Tonnaer T.a.v. de heer B. Weekers Vonderweg 14 5616 RM EINDHOVEN Boxmeer, 7 oktober 2014 Betreft: Status: Project: briefrapportage parkeeronderzoek definitief versie D1 14083711 MGW.TON.PAR Geachte heer

Nadere informatie

Nu heeft het Klooster nog 42 personeelsleden, waarvan het grootste deel parttime werkt. Er wonen circa 65 nonnen op het Kloosterterrein.

Nu heeft het Klooster nog 42 personeelsleden, waarvan het grootste deel parttime werkt. Er wonen circa 65 nonnen op het Kloosterterrein. Notitie Referentienummer Datum Kenmerk M1 Concept 25 oktober 2010 Definitief 18 december 2013 PN 297506 Betreft verkeerkundige toets Kloosterterrein Bergen In deze notitie wordt de woningbouwontwikkeling

Nadere informatie

Memo. M. van Kordelaar. M. Corsel

Memo. M. van Kordelaar. M. Corsel Memo Aan: M. van Kordelaar CC: Van: M. Corsel Datum: 22 september 2015 Pagina: 1 van 4 Betreft: Prins Hendriklaan 28-30 Inleiding Op de Prins Hendriklaan 28-30 vindt een ontwikkeling plaats. In de bestaande

Nadere informatie

Verkeersanalyse DEK-terrein Medemblik Gemeente Medemblik

Verkeersanalyse DEK-terrein Medemblik Gemeente Medemblik Medemblik DEK-terrein Verkeersanalyse DEK-terrein Medemblik Gemeente Medemblik 17 maart 2017 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Werkwijze 1 1.3 Leeswijzer 2 2 HUIDIGE SITUATIE 3 2.1 Projectgebied

Nadere informatie

Second opinion beoordeling uitweg Heeswijk 120 Montfoort

Second opinion beoordeling uitweg Heeswijk 120 Montfoort Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel 15 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Verkeersaspecten ontwikkeling Geldermalsen

Verkeersaspecten ontwikkeling Geldermalsen Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Ruimtelijke plannen Schimmert

Ruimtelijke plannen Schimmert Ruimtelijke plannen Schimmert Te verwachten verkeerseffecten 1 e bevindingen 10 maart 2008 ing. N. Bouchiba Plankaart Te verwachten verkeerseffecten Onderverdeeld in: 1. Extra verkeer en verkeersbelasting

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE FASE 1, BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEER

BUREAUSTUDIE FASE 1, BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEER BUREAUSTUDIE FASE 1, BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEER GEMEENTE HAAKSBERGEN juni 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Ligging bedrijventerrein 2 2 Ontsluiting in de eerste fase

Nadere informatie

Verkeerscirculatie en parkeerbalans 20100157-00 Staetendam Invest B.V. 28 juni 2010 Breda blad 1

Verkeerscirculatie en parkeerbalans 20100157-00 Staetendam Invest B.V. 28 juni 2010 Breda blad 1 Breda blad 1 INHOUD blz. 1 INLEIDING 2 2 VERKEERSCIRCULATIE OP EIGEN TERREIN 3 2.1 Kemerken interne verkeerscirculatie 3 2.2 Toetsing interne verkeerscirculatie 3 2.3 Conclusie 4 3 PARKEERBALANS 5 3.1

Nadere informatie

1 Achtergrond en vraagstelling

1 Achtergrond en vraagstelling Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: ing. N Braan. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan:

Projectnummer: D Opgesteld door: ing. N Braan. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Stationsplein 18d Postbus 1632 6201 BP Maastricht Tel 043 3523 311 Fax 043 3639 961 www.arcadis.nl Onderwerp: Verkeerstoets AH Scharnerweg Maastricht, 25 juni 2015 Van: ing. N.

Nadere informatie

Verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg

Verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Parkeerbalans ontwikkeling Parkstaete Hattem

Parkeerbalans ontwikkeling Parkstaete Hattem Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie