Invloed van ICT-tools op onderwijsprestaties en efficiëntie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Invloed van ICT-tools op onderwijsprestaties en efficiëntie"

Transcriptie

1 Invloed van ICT-tools op onderwijsprestaties en efficiëntie Kristof De Witte δ1 en Carla Haelermans δ (δ): Maastricht University TIER, Faculty of Economics and Business Po Box 6015, 6200 ML Maastricht (the Netherlands); ( ): Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven) Faculty of Business and Economics Naamsestraat 69, 3000 Leuven (Belgium); kristof.dewitte@kuleuven.be ( ): IPSE Studies, Delft University of Technology, PO Box 5015, 2500 GA Delft (the Netherlands) 1. Onderwijsinnovaties Inleiding Investeringen in ICT infrastructuur was een van de prioriteiten in onderwijsbeleid tijdens de voorbije decennia. In de meeste westerse landen werden er veel middelen vrij gemaakt om te investeren in computers, whiteboards, connectiviteit, en software. Gegeven deze investeringen is de vraag of dit heeft opgebracht. Leerlingprestaties blijven immers al jaren gelijk, ondanks de groeiende investeringen in het onderwijs. Schoolbesturen verantwoorden de onderwijsinnovaties vaak vanuit een efficiëntiestandpunt. Hiermee wordt bedoeld dat met een gegeven budget hogere leerresultaten behaald kunnen worden, of dat er voor de gegeven leerresultaten minder budget /personeel vereist is. Deze rapportage focust op de invloed van ICT op onderwijsprestaties. We gaan in op het oefengedrag van leerlingen, alsmede op de invloed van een ICT-tool op de rekenprestaties van leerlingen. We gebruiken hiervoor gegevens van Gotit?!. Dit is een online begeleidingsmiddel voor leerlingen in het voortgezet onderwijs ten behoeve van de doorlopende leerlijnen voor rekenen en taal. Het theoretisch kader waartoe dit onderzoek behoort, is het differentiëren in het onderwijs en het leveren van maatwerk aan leerlingen, het gebruik van skill drill-oefeningen (oefeningen om vaardigheden erin te stampen), en tenslotte het gebruik van ICT om dit te bereiken. Eerder onderzoek naar differentiëren en maatwerk in het onderwijs laat zien dat het werken in traditionele klassen, waarbij alle leerlingen op hetzelfde niveau werken, de verschillende leerstijlen en interesses van de individuen volledig negeert (Fischer & Rose, 2001; Forsten, Grant, & Hollas, 2002; Tomlinson & Kalbfleisch, 1998). Het meenemen van verschillen in niveau, interesses en leerstijlen tussen leerlingen lijkt tot verhoogde motivatie te leiden (Tomlinson, 2004), en het negeren van deze verschillen lijkt tot verlaagde prestaties te leiden (Tomlinson & Kalbfleisch, 1998). Diverse studies 1 Corresponding author. Tel.: address: Kristof.Dewitte@kuleuven.be; k.dewitte@maastrichtuniversity.nl 1

2 laten ook zien dat differentiatie leidt tot hogere leerling-prestaties (Barta & Allen, 1995; Kulik & Kulik, 1982; Lou et al., 1996; Reezigt, Houtveen, & Van de Grift, 2001). Bosker (2005) laat zien dat leerlingen het meest gebaat zijn bij een volledig gedifferentieerde route, hoewel hij ook de voordelen van het sociale aspect van het klaslokaal erkent. Literatuur over een skill drill methode als Gotit?! sluit erg aan bij literatuur over het gebruik van ICT in het onderwijs (zie deel 1 van de rapportage: De Witte en Rogge, 2013), aangezien skill drill methoden vaak digitaal zijn. Studies naar het effect van digitale oefenmethoden laten zien dat interactieve online methoden vaak een positief effect hebben op rekenprestaties. Christensen en Gerber (1990) concluderen bijvoorbeeld dat oefeningen in spelvorm niet goed werken voor leerlingen met leerproblemen, maar wel voor reguliere leerlingen. Dit in tegenstelling tot de mondelinge- en computeroefeningen. Arroyo et al. (2010) laten zien dat een intelligent tutoring systeem tot hogere leerling-prestaties leidt in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Burns et al. (2012) laten ook zien dat een digitaal rekenprogramma tot een hogere leerwinst leidt voor de deelnemende leerlingen. Daarnaast concluderen zij dat er minder leerlingen risico lopen om een achterstand op te lopen na gebruik van het digitale programma. Onderzoeken naar niet-digitale skill drill oefeningen laten een gemengd beeld zien. Uit de literatuur blijkt in ieder geval dat het niet uitmaakt of er een digitaal of niet-digitaal skill drill programma gebruikt wordt. Wat werkt heeft meer te maken met de leerstijl van de leerling en leerstrategieën die gehanteerd worden (Becker, 1990; MacGregor, Shapiro, & Niemiec, 1998). Uit een ander onderzoek blijkt dat leerlingen het beter doen als ze strategieën aangeleerd krijgen dan met drilloefeningen (Tournaki, 2004). Eerder experimenteel onderzoek naar reken- en taaloefeningen in Muiswerk (een gelijkaardig programma als Gotit?!) liet een positief effect zien (zie deelrapportage 5). Haelermans et al. (2013) observeren een significant en positief effect heeft op het aantal vragen goed beantwoord per seconde bij rekenen en wiskunde. Oefenen met Muiswerk, ongeacht hoeveel, heeft dus een positief effect op de groei van score per seconde voor rekenen. Het vervolg van de deelrapportage verloopt als volgt. In onderdeel 2 worden het programma en de aannames beschreven. Onderdeel 3 beschrijft de gegevens, terwijl sectie 4 enkele verbanden uit de data weergeeft. Meer bepaald biedt het een antwoord op de vraag Wordt in scholen met lage leerprestaties meer met de ICT-tool gewerkt?, Leidt meer oefenen tot betere resultaten?, en Leidt deelname aan het ICT-programma tot hogere toetsscores?. In onderdeel 5 wordt het efficiency model uitgelegd en de resultaten gerapporteerd. 2. Vorm van het programma en aannames 2.1 Algemeen Het rekenbeleid van scholen in het voortgezet onderwijs staat de laatste jaren in toenemende belangstelling. Vanwege de invoering van de verplichte centrale rekentoets bij het eindexamen zoeken scholen naar manieren om het rekenniveau van hun leerlingen te verhogen tot tenminste het vereiste referentieniveau (Commissie Meijerink, 2008). De rekentoets wordt ingevoerd in 2013/2014 2

3 en telt mee in het examen van de leerling vanaf Er zijn zowel bij de overheid als bij de scholen zelf zorgen geuit over het huidige niveau rekenen van voortgezet onderwijs leerlingen. Derhalve hebben veel scholen ingezet op een specifiek rekenbeleid, om het niveau van de leerlingen op peil te brengen. Een van de manieren waarop scholen actief aan de slag gaan met het verhogen van het rekenniveau is met het programma Gotit?!. Dit is een online en adaptief begeleidingsmiddel voor leerlingen in het voortgezet onderwijs ten behoeve van de doorlopende leerlijnen voor rekenen en taal. Er wordt toegewerkt naar de verplichte rekentoets die alle leerlingen in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs moeten gaan afleggen. De verplichte rekentoets is gebaseerd op referentieniveaus van de commissie Meijerink. Deze gelden voor het primair, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Deze referentieniveaus geven aan wat leerlingen moeten kennen op het gebied van rekenen. Het programma start met een instaptoets. Deze helpt het niveau van de leerling te bepalen. De resultaten van deze instaptoets worden in kaart gebracht, de kenniskaart. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen vier onderdelen (domeinen): getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, en verbanden. Uitlegfilmpjes, theorie en opgaven helpen de leerling bij het oefenen van de verschillende onderdelen. Gotit?! is een adaptief programma. Zodra de leerling de stof beheerst gaat hij een fase verder. Gotit?! signaleert zelf dat een leerling toe is aan een toets. De docent behoudt het overzicht via een docentendashboard. Dit laatste bevat zowel gemiddelde scores per groep als individuele voortgang van leerlingen. In Gotit?! kunnen leerlingen zelfstandig werken, maar de docent heeft ook de mogelijkheid om in te grijpen in het proces door leerstof voor een leerling specifiek voor te schrijven via bijvoorbeeld hulpfilmpjes en het inplannen van toetsen. Gotit?! geeft op diverse momenten individuele feedback en feedforward. Gotit?! Rekenen voor de doorlopende leerlijn is beschikbaar sinds schooljaar Een leerlinglicentie Gotit?! Rekenen is 10,- per leerling per jaar. Een leerling krijgt hiermee toegang tot al het materiaal van Gotit?!, van zowel 1F, 2F en 3F. Een docentenlicentie Gotit?! Rekenen kost 19,50 per docent per jaar. Meer algemeen kan Gotit?! geclassificeerd worden als een procesinnovatie die het leerproces van leerlingen faciliteert. Er zijn studies die positieve effecten van ICT op onderwijsprestaties vinden (bijvoorbeeld Machin et al. 2007), maar ook studies die negatieve effecten vinden (bijvoorbeeld Leuven et al., 2007), en studies die helemaal geen effecten vinden (bijvoorbeeld Rouse & Krueger, 2004). Er heerst dus nog onduidelijkheid in de literatuur over de effecten van ICT op onderwijsprestaties. Heel vaak is er in de literatuur echter geen gedetailleerde informatie beschikbaar over wat leerlingen precies doen. Dit onderzoek buit dergelijke informatie wel uit. 2.2 Doorloop van het programma In het programma delen alle leerlingen eenzelfde chronologie: (1) Het niveau van de leerling wordt bepaald via een instaptoets; (2) de leerlingen oefenen op hun niveau; en (3) elk onderwerp wordt beëindigd met een toets. Er zijn in het programma 3 niveaus: 1F, 2F en 3F. De vragen van 2F volgen niet noodzakelijkerwijs op 1F. Het niveau 2F stemt overeen met het eindniveau van vmbo en instapniveau van havo. In principe maakt een leerling 1 instaptoets per schooljaar, en is het meest 3

4 waarschijnlijk dat de lijn oplopend is (1F-2F-3F). Omdat Gotit?! pas 1 schooljaar in gebruik is heeft het merendeel van de leerlingen nog maar 1 instaptoets gemaakt. Binnen een niveau zijn er ook fases die een moeilijkheidsgraad weerspiegelen. De instaptoetsen testen de leerling op fase 3 en fase 4. Op basis van de score wordt bepaald op welke fase de leerling begint met oefenen. De oefeningen zijn ingedeeld in 4 fasen, fase 1 tot en met 4. Bij niveau 1F lopen de fasen tot en met fase 3. Leerlingen krijgen oefeningen in een fase die gebaseerd is op hun score op de instaptoets en iedere leerling krijgt een eigen random oefenreeks binnen een onderwerp. Elke keer als een leerling op een onderwerp 8 van de 10 laatste vragen goed heeft krijgt de leerling een onderwerptoets. Als dit onderwerp het laatste openstaande onderwerp binnen een domein is dan krijgt de leerling een domeintoets. Deze onderwerp- of domeintoetsen komen qua samenstelling overeen met de instaptoets: ze testen op fase 3 en 4. De domeintoetsen zijn facultatief (de docent kan dit uitzetten) en veel docenten maken zelf hun toets. Dit kan schematisch als volgt worden weergegeven zoals in 4

5 Figuur 1. 5

6 Figuur 1: Schematische indeling Gotit?! Instaptoets (moeilijheidsgraad fase 3-4) Niveau (1F, 2F, 3F) Oefenen in een onderwerp in een fase (1-4). Als 8 van de 10 vragen goed Toets op fase 3-4 Volgend onderwerp Domeintoets 2.3 Keuzes in de data De gegevens voor het project zijn verkregen via uitgeverij ThiemeMeulenhoff die het programma ontwikkelde. Zoals beschreven in onderdeel 2.2 doorlopen de leerlingen het programma niet in een vaste vorm. Daarom zijn in de verwerking van het ruwe databestand naar een databestand voor de analyse volgende keuzes gemaakt: - De instaptoets is het gemiddelde van de verschillende onderwerpen. - De toets per onderwerp is de meest recent gemaakte toets, waarvan we de score gebruiken. Andere keuzes in de data (zoals gebruik van de gemiddelde score van alle gemaakte toetsen per onderwerp, of het volgen van een vooraf bepaalde leerroute) zullen waarschijnlijk niet tot andere uitkomsten leiden. - De scores van het tussentijdse oefenen (die tussen de instaptoets en de onderwerptoets op de tijdlijn liggen) zijn de gemiddelden van alle keren dat een leerling geoefend heeft per onderwerp. Andere keuzes in de data (zoals gebruik van de mediaan) zullen waarschijnlijk niet tot andere uitkomsten leiden. Dankzij deze veronderstellingen in de data kan het verband tussen de hoeveelheid/intensiteit van oefenen en het verschil in score tussen de instaptoets en "latere toetsing" onderzocht worden. In hoeverre kan er gesteld worden dat "hoe meer men oefent, hoe groter de vooruitgang" en wat is de optimale tijdsverdeling over de onderwerpen per domein. 6

7 3. Beschrijvende statistieken 3.1 Kenmerken van Gotit-scholen. De gegevens zoals verkregen door ThiemeMeulenhoff zijn gekoppeld op basis van het BRIN-nummer aan gegevens van Dienst Onderwijsuitvoering (DUO). Deze bevatten voor 2011 informatie over de werkingsmiddelen van de school. In Tabel 1 worden de 149 scholen met Gotit vergeleken met 314 scholen die de ICT-tool niet hanteren. Hieruit blijken op enkele kenmerken significante verschillen tussen beide groepen te bestaan. We bespreken de variabelen met merkbare verschillen. In de scholen die werken met Gotit?! is er per leerling meer ondersteunend personeel, zijn er meer leerlingen, is er een lager bedrag uitgekeerd voor de aankoop van materialen en onderhoud van gebouwen, en zijn de kosten voor leraren per leerling lager. Bovendien is in de Gotit?!-scholen het gemiddelde examencijfer merkbaar lager net als het slagingspercentage. Deze merkbare verschillen geven aan de invoering van Gotit niet random gebeurd is, maar een bewuste keuze was van scholen. Tabel 1:Vergelijking Gotit scholen met niet-gotit scholen Gotit niet-gotit Gemiddelde Gemiddelde verschil t-statiek Managers (in FTE) per lln Leraren (in FTE) per lln Ondersteunend personeel (FTE) per lln ** Gemiddelde leeftijd leraren Aantal leerlingen *** Personeelskost per lln Materiaalkosten per lln ** Kosten voor gebouwen per lln *** Vsv-percentage Gemiddelde centraal examencijfer *** APCG leerlingen (%) LWOO leerlingen (%) Slagingspercentage * Kosten voor leraren per lln ** Kosten ondersteunend personeel per lln Kosten voor managers per lln Denominatie (Mann-Whitney rank-sum test) Aantal scholen

8 3.2 Beschrijvende statistieken volgens de instaptoets Leerlingen die starten met het programma doorlopen een instaptoets. Deze bepaalt het niveau van de leerlingen. Er zijn drie instaptoetsen (1F, 2F en 3F). Tabel 2 beschrijft het onderwijsniveau en het leerjaar van de leerlingen voor elk van deze instaptoetsen. Leerlingen in sterkere onderwijsniveaus (bijvoorbeeld HAVO, VWO) en hogere leerjaren volgen typisch meer de 3F, al observeren we hier veel heterogeniteit in de gegevens. Aangezien docenten het onderwijsniveau moeten aanvullen uit een dropdown-menu zijn er veel ontbrekende gegevens bij het onderwijsniveau. Tabel 2: Onderwijsniveau en leerjaar van leerlingen volgens niveau instaptoets Instaptoets 1F Instaptoets 2F Instaptoets 3F Totaal onderwijsniveau Onbekend 1,412 2,167 1,690 5,269 Gymnasium Havo Havo-vwo Lwoo-b Lwoo-g Lwoo-k Vmbo-b Vmbo-bk Vmbo-gt Vmbo-k Vmbo-kgt Vmbo-t Vmbo-t/havo/vwo Vwo Leerjaar 1 1, , , , , , ,200 1, Totaal 3,272 4,216 2,410 9,898 Uit 8

9 Tabel 3 blijkt dat de score afneemt naar mate het niveau van de instaptoets toeneemt. Bovendien stijgt ook de tijd die leerlingen gebruiken om de instaptoets te maken. Dit komt waarschijnlijk omdat de moeilijkheidsgraad van de toets toeneemt. Uit de achterliggende gegevens blijkt dat er minder oefeningen gemaakt worden bij de hogere instapniveaus. 9

10 Tabel 3: Score en tijd volgens instaptoets Aantal Score tijd Instaptoets 1F 3, Instaptoets 2F 4, Instaptoets 3F 2, Eenmaal de leerlingen een instaptoets gemaakt hebben, starten ze de oefeningen. We onderscheiden in de data 11 onderwerpen: optellen, vermenigvuldigen, breuken, komma, verhoudingen, procenten, grootheden, oppervlakte, meetkunde, gegevens en rekenvoorschriften. Zoals beschreven in onderdeel 2 kunnen leerlingen voor elk van deze onderwerpen oefenen per functieniveau. De leerlingen kunnen Gotit?! in een willekeurige volgorde doorlopen, afhankelijk van hun eigen prestaties, voorkeuren en de inzichten van de docent. De ICT-tool stelt dus een onderwerp voor, maar zowel de leerling als de docent kunnen dit wijzigen. De willekeurige volgorde blijkt ook uit Tabel 4. Deze geeft de volgorde weer waarin de verschillende onderwerpen in fase 1 zijn doorlopen. Zo kiest 22.5% van de leerlingen als eerste onderwerp optellen. Vanaf het tweede onderwerp is de verdeling over de onderwerpen vrij gelijk. Er in de data geen bepaald patroon te ontdekken van opeenvolgende onderwerpen. Tabel 4: Volgorde van het doorlopen van het Gotit-programma (bovenste rij is het aantal, onderste rij het percentage) Onderwerp volgorde Optellen Vermenig vuldigen Breuk en Komma Verhoud ingen Procenten Groot heden Oppervl akte Meetku nde Gegevens Rekenvoo rschriften 1 22,53 8,51 7,19 7,49 9,21 6,6 5,89 4,58 12,57 10,49 4, ,91 10,46 7,79 8,88 9,36 8,15 6,35 5,91 11,36 11,28 7, ,62 10,84 9,59 9,71 8,22 7,63 7,24 6,35 10,28 10,59 7, ,79 11,4 10,56 11,21 7,93 7,66 7,91 6,54 7,11 9,35 8,53 5 8,59 9,76 8,93 8,99 9,64 9,67 8,73 7,22 9,27 10,1 9,1 6 9,67 9,26 8,89 9,41 10,53 9,9 7,7 8,07 8,41 9,75 8,41 7 9,17 7,7 8,72 9,02 8,26 8,36 10,85 8,51 11,51 9,12 8,77 8 8,43 8,36 8,85 9,35 9,35 7,59 10,75 11,38 9,7 7,8 8,43 9 7,23 7,8 8,29 8,86 8,48 7,71 12,52 13,78 11,85 7,8 5, ,79 7,57 7,89 8,2 6,47 9,31 11,99 12,3 13,09 8,68 10, ,71 6,35 6,82 8,24 9,65 5,41 12,71 12,94 15,06 8,71 9,41 Totaal 14,07 9,59 8,43 8,91 8,98 7,79 7,45 6,57 10,75 10,19 7,27 10

11 3.3 Scholen en klassen In de data zijn er 202 schoollocaties (6-cijfer BRIN) uit 149 scholen (4-cijfer BRIN). Er zijn op een schoollocatie gemiddeld 612 leerlingen die deelnemen aan Gotit, dit is gemiddeld 28% van de totale schoolpopulatie. Als Gotit wordt ingevoerd op een school (school staat vanaf hier synoniem voor schoollocatie 6- cijfer brin), gebeurt dit in veel scholen in meerdere klassen. Uit Tabel 5 blijkt dat er slechts 13 scholen zijn waarbij het enkel in 1 klas werd ingevoerd, 16 scholen met twee Gotit-klassen, 2 scholen met 3 klassen en 12 scholen met 4 klassen. De gegevens uit Tabel 5 zijn niet uitputtend aangezien er nog 73 scholen in de data zijn met meer dan 20 geregistreerde klassen die Gotit hebben ingevoerd. Omdat dit vaak slechts kleine klasgroepen zijn, werden deze niet meegenomen in de gegevens. Tabel 5: Frequentie van scholen waarbij Gotit in meerdere klassen werd ingevoerd. Aantal klassen in school met Gotit frequentie Aantal klassen in school met Gotit Frequentie 3.4. Domeinen van rekenen Een sub-analyse van Gotit betreft de splitsing naar de 4 domeinen waarin rekenen is opgesplitst: getallen, verhoudingen, meet en meetkunde en verbanden. Tabel 6 laat de gemiddelde score van de diverse onderdelen zien en de totale opgetelde tijd voor deze onderdelen (in seconden) gebruikt voor de voormeting. 2 In de tabel zien we dat, voor f3, leerlingen die de test hebben gemaakt op niveau 1F en 2F het hoogste scoren op het domein getallen, terwijl de 3F leerlingen het hoogste scoren op verhoudingen. Voor f4 betrof het in alle gevallen maar één vraag die leerlingen ofwel goed ofwel fout hadden (score van 100 betekent goed beantwoord, score van 0 betekent fout beantwoord). Wat opvalt is dat bij 1F en 2F het grootste aandeel leerlingen de getallen-vraag goed hadden. Bij 3F is het veel meer verdeeld en had ongeveer een derde tot de helft van de leerlingen de vraag goed per domein. 2 In voorgaande tabellen werd gewerkt met enkel leerlingen waarvoor we over volledige informatie beschikken. Dit zijn 9,898 leerlingen. In deze analyse werken we met alle leerlingen waarvoor we informatie hebben op de afzonderlijke domeinen. Zo zijn er 25,285 leerlingen met gegevens op niveau 2F verhoudingen en 11,334 leerlingen met gegevens op Niveau 1F getallen. 11

12 Tabel 6: Gemiddelde score en totale tijd (in seconden) startmeting, weergegeven per domein, per niveau, gesplitst naar f3 en f4 f3 Gemiddelde Score Totale Tijd Obs Gemiddeld St.Dev Min Max Gemiddeld St.Dev Min Max Niveau 1F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 2F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 3F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden f4 Gemiddelde Score Totale Tijd Obs Gemiddeld St.Dev Min Max Gemiddeld St.Dev Min Max Niveau 1F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 2F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 3F Getallen

13 Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden *leerlingen met waarde -1 bij score van de toets zijn uit deze tabel verwijderen 13

14 Tabel 7 geeft de beschrijvende statistieken van het oefengedrag van leerlingen, uitgesplitst naar het startniveau. Tabel 7 geeft zowel het aantal leerlingen weer dat tenminste 1 oefening gemaakt heeft binnen een onderwerp, als de leerlingen die naast oefeningen van een onderwerp ook al een domeintoets gemaakt hebben, of, in het geval van scholen die de domeintoetsen uitzetten, alle leerlingen die alle afzonderlijke onderwerpen van een domein hebben afgesloten met een toets. Tenslotte geeft Tabel 7 het aandeel leerlingen dat de domeintoets, of alle losse toetsen van de onderdelen van het domein, heeft gemaakt op het totaal aantal leerlingen dat geoefend heeft. In de rest van de rapportage zullen we verwijzen naar domeintoetsen, waar in werkelijkheid we dus ook leerlingen meenemen die de losse toetsen van alle onderdelen van een domein afgerond hebben. Ten eerste valt op dat van de leerlingen die de voormeting op niveau 1F gemaakt hebben, er best een aantal geoefend hebben, maar dat er nog geen enkele leerling een domeintoets gemaakt heeft. Ook zien we dat het aandeel leerlingen dat geoefend heeft én een domeintoets gemaakt heeft bij 3F groter is dan bij 2F, hoewel absolute aantallen lager zijn. Al met al is het maar een laag aantal leerlingen dat per domein een domeintoets gemaakt heeft. In tabel 7 zien we ook dat het gemiddeld aantal keer geoefend veel hoger ligt bij 2F dan bij 3F. Dit zou erop kunnen duiden dat leerlingen bij niveau 2F meer oefeningen nodig hebben om op niveau te komen, óf dat docenten van leerlingen op niveau 2F meer sturen. Ook zou het kunnen dat er eenvoudigweg meer oefeningen beschikbaar zijn in 2F dan in 3F. 14

15 Tabel 7: Oefengedrag van leerlingen, gesplitst naar startniveau Startniveau 1F Startniveau 2F leerlingen die met onderwerp geoefend hebben aantal leerlingen die met onderwerp geoefend hebben die ook domeintoets gemaakt hebben aantal leerlingen die met onderwerp geoefend hebben aantal leerlingen die met onderwerp geoefend hebben die ook domeintoets gemaakt hebben Getallen Verhoudingen Meet en meetkunde Verbanden aantal leerlingen gemiddeld aantal keer geoefend aantal leerlingen gemiddeld aantal keer geoefend aandeel in % aantal leerlingen gemiddeld aantal keer geoefend aantal leerlingen gemiddeld aantal keer geoefend aandeel in % 1. Hele getallen Hele getallen : x Breuken Kommagetallen Verhoudingsproblemen Procenten Grootheden en maten Lengte, oppervlakte en inhoud Meetkunde Gegevensverwerking Rekenvoorschriften

16 Startniveau 3F aantal leerlingen die met onderwerp geoefend hebben aantal leerlingen die met onderwerp geoefend hebben die ook domeintoets gemaakt hebben Getallen aantal leerlingen gemiddeld aantal keer geoefend aantal leerlingen gemiddeld aantal keer geoefend aandeel in % 1. Hele getallen Hele getallen : x Breuken Kommagetallen Verhoudingen 5. Verhoudingsproblemen Procenten Meet en meetkunde 7. Grootheden en maten Lengte, oppervlakte en inhoud ,36 9. Meetkunde Verbanden 10. Gegevensverwerking Rekenvoorschriften

17 Tabel 8 geeft inzicht in het aantal maanden dat een leerling geoefend heeft voordat de domeintoets gemaakt werd. Tabel 8 laat zien dat voor het merendeel van de leerlingen het aantal maanden oefenen tussen de 1 en de 4 maanden ligt. Dit lijkt erop te duiden dat het merendeel van de leerlingen gedurende kortere tijd intensief geoefend heeft, waarna ze een domeintoets mochten maken. Slechts enkele leerlingen hebben gedurende het merendeel van het schooljaar geoefend (8 tot en met 10 maanden oefenen) en hebben daarna pas een domeintoets gemaakt. Verdere analyse (niet zichtbaar in de tabel) laat zien dat voor de leerlingen met startniveau 2F er een significant positief verband is tussen het aantal maanden tussen voormeting en nameting en de score op de nameting. Dit geldt voor de domeinen getallen, meet en meetkunde en verbanden. Dit is niet het geval voor het domein verhoudingen of voor de leerlingen met startniveau 3F. 17

18 Tabel 8: Aantal maanden geoefend tussen voormeting en domeintoets, per domein 2F 3F 2F 3F 2F 3F 2F 3F getal getal verhoudingen verhoudingen meetkunde meetkunde verbanden verbanden Aantal maanden geoefend Aantal personen Aantal personen Aantal personen Aantal personen Aantal personen Aantal personen Aantal personen Aantal personen

19 Tabel 9 laat de gemiddelde score op de domeintoets zien. Omdat er nog geen enkele leerling van startniveau 1F een domeintoets gemaakt heeft, zijn alle waarden hier 0. Tabel 9 laat zien dat zowel voor f3 als voor f4 en zowel voor niveau 1F als voor niveau 2F er het hoogst gescoord wordt op getallen. Ook zien we in Tabel 9 dat het laagste aantal leerlingen de domeintoets voor meet en meetkunde heeft afgerond, terwijl het bij de andere 3 domeinen ongeveer evenveel leerlingen zijn. Tabel 9: Gemiddelde score op de domeintoets f3 Gemiddelde Score Obs Gemiddeld St.Dev Min Max Niveau 1F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 2F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 3F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden f4 Gemiddelde Score Obs Gemiddeld St.Dev Min Max Niveau 1F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 2F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden Niveau 3F Getallen Verhoudingen Meet en Meetkunde Verbanden

20 4. Onderliggende verbanden In de gegevens zijn er enkele onderliggende verbanden zichtbaar. Deze verbanden zijn correlaties, vaak op geaggregeerd niveau, en kunnen bij gebrek aan een controlegroep niet als causale verbanden beschouwd worden. Toch zijn ze inzichtelijk omdat ze ons meer leren over het gebruik van ICT. De verbanden worden voorgesteld op basis van enkele onderzoekshypothesen. Waar voorgaande rapporteringen gebaseerd zijn op alle beschikbare gegevens, beperken we in dit hoofdstuk de data tot alle volledige leerlingen. Zowel observaties met lege cellen als observaties met foutief gelogde gegevens (bijvoorbeeld de tijd voor de instaptoets is meer dan 3 uur) worden verwijderd. Dit levert een steekproef van 9,898 observaties. 4.1 Wordt in scholen met lage leerprestaties meer met de ICT-tool gewerkt? Om deze hypothese te verifiëren benaderen we de gemiddelde schoolprestaties als het gemiddelde school- en/of centraal examen van de school (6-cijfer brin en gegevens van 2011, het laatst beschikbare jaar). We corrigeren voor bijkomende controlevariabelen als klasgrootte van de leerling, de score op de instaptoets van de individuele leerling, de tijd genomen voor de instaptoets, het rendement van de school, percentage vsv, percentage leerlingen uit armoedeprobleem-cummulatiegebied (APCG), en het percentage leerlingen in LWOO. Alle resultaten bevatten fixed effects op klasniveau, al zijn de resultaten zonder fixed effects in teken en significantie gelijk. Bemerk dat fixed effects op schoolniveau niet mogelijk zijn bij de toetsing van deze hypothese omdat de relevante variabelen op schoolniveau gemeten worden. De resultaten zijn weergegeven in 20

21 Tabel 10. Uit 21

22 Tabel 10 oberveren we dat bij hogere gemiddelde eindexamens er minder onderwerpen succesvol beëindigd worden. Ook als het totaal aantal gemaakte oefeningen als uitkomstmaatstaf gehanteerd wordt, eerder dan het aantal afgelegde onderwerpen, observeren we een gelijkaardig patroon (zie model 3 en 4). Hoe hoger het centraal examen, hoe minder oefeningen er gemaakt worden. Dit resultaat is robuust als er bijkomende controlevariabelen opgenomen worden in de regressie. Omgekeerd wil dit ook zeggen dat de scholen met lagere cijfers op het centraal examen, en lagere cijfers op het schoolexamen ook meer afgelegde onderwerpen hebben en meer oefenen. Dit suggereert dat scholen ICT als een middel zien om achterstand in te halen. Dit wordt bovendien ook bevestigd door de controlevariabelen in model 2 en 4. Hoe meer leerlingen uit APC-gebieden, hoe meer onderwerpen en oefeningen er gemaakt worden. Deze variabelen zijn significant op 1%-niveau. Het aantal leerkrachten per leerling heeft een negatieve, maar geen significante invloed op het aantal oefeningen en onderwerpen. 22

23 Tabel 10: Verband tussen leerprestaties en doorloop in het programma en aantal oefeningen Model 1 Model 2 Model 3 Model 4 Onafhankelijke variabele Onderwerp Onderwerp Oefeningen Oefeningen Gemiddelde centraal examen (brin6) *** *** Gemiddelde school examen (brin6) *** Instaptoets - score (lln niveau) *** *** Instaptoets - tijd (lln niveau) *** *** *** *** Gemiddelde instapscore (brin6 niveau) ** 0.14 Aantal leraren per lln (fte - brin6) Materiaal kosten per lln (brin6) vsv-percentage (brin6) APCG-leerlingen (%) (brin6) *** 0.736** LWOO-leerlingen (%) (brin6) Constante *** *** *** ** Fixed Effects Klas Klas Klas Klas Aantal observaties R²-adjusted legende: * p<0.05; ** p<0.01; *** p< Leidt meer oefenen tot betere prestaties? Om na te gaan of meer oefenen met de ICT-tool leidt tot betere prestaties, correleren we het aantal oefeningen dat leerlingen maken met de gemiddelde score op de toetsen. Omdat leerlingen die veel oefenen net de minder sterke leerlingen kunnen zijn (wat zou kunnen leiden tot reversed causality) corrigeren we voor de score die de leerling haalde op de instaptoets. Verder kijken we via een multiplicator of sterke leerlingen die veel oefenen hogere scores behalen (gegeven dat ze veel oefenen en gegeven dat ze een sterke leerling zijn). We corrigeren in model 2 en 3 voor klas fixed effects, en in model 4 voor klas en school fixed effects. Op deze manier wordt er rekening gehouden met alle geobserveerde en niet-geobserveerde factoren op klas- en schoolniveau. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 11. Hieruit blijkt dat leerlingen die veel oefenen merkbaar hogere scores behalen. Gecorrigeerd voor het niveau op de instaptoets en voor het feit dat ze veel oefenen, scoren sterke leerlingen die veel oefenen hoger op de onderwerptoets. In model 3 observeren we ook dat hogere schoolexamens positief en significant correleren met hogere scores op de Gotit?! toets. De resultaten zijn robuust in het meest uitgebreide model 4. 23

24 Tabel 11: Invloed van oefenen op leerprestaties Onafh. Var: gemiddelde score Model 1 Model 2 Model 3 Model 4 Aantal oefeningen (lln niveau) *** *** *** *** Instaptoets - score (lln niveau) *** *** *** Veel oefenen * score instaptoets *** *** *** Gemiddeld centraal examen (brin6) (omitted) Gemiddeld school examen (brin6) * (omitted) vsv-percentage (brin6) ** (omitted) APCG-leerlingen (%) (brin6) *** (omitted) LWOO-leerlingen (%) (brin6) (omitted) Constante ** (omitted) 0 (omitted) *** *** * *** Fixed effect klas klas klas en school Aantal observaties R² legende: * p<.1; ** p<.05; *** p< Leidt deelname aan het ICT-programma tot hogere toetsscores? Het aantal keer dat een leerling oefent is (niet-geobserveerd) gecorreleerd met de mate waarin de school en de leerkracht de ICT-tool wensen in te zetten en met de intelligentie van de leerling. Om dit endogene gedeelte dat ontstaat door niet-geobserveerde heterogeniteit uit te zuiveren, passen we een instrumentele variabelen techniek toe. In lijn met Rouse en Krueger (2004) definiëren we deelname aan Gotit?! als de mate waarin leerlingen onderwerpen hebben afgewerkt. Leerlingen die bijvoorbeeld slechts 2 onderwerpen hebben afgewerkt, hebben veel minder contact gehad met het programma dan leerlingen die alle elf de onderwerpen hebben afgewerkt. Het aantal oefeningen dat leerlingen maken is bijgevolg sterk gecorreleerd met de mate waarin leerlingen in het programma deelnamen. Omgekeerd heeft deelname in het programma niet rechtstreeks een verband op de toetsresultaten, maar enkel via het aantal oefeningen dat gemaakt werd. Dit zorgt ervoor dat de mate van deelname aan Gotit een goed instrument vormt (dit blijkt ook uit de first stage analysis). Schematisch is de IV als volgt: Gemiddelde toetsscore aantal oefeningen Deelname aan het ICT programma De resultaten van de instrumentele variabelen regressie zijn weergegeven in 24

25 Tabel 12. Een eerste en tweede regressie model neemt deelname aan de ICT-tool op als dichotoom instrument. Leerlingen die minder dan twee onderwerpen volledig aflegden worden vergeleken met leerlingen die meer dan 10 onderwerpen volledig aflegden. In model 3 tot 5 wordt het aantal onderwerpen als een continue variabele beschouwd. Model 2 en 4 controleren bovendien voor klas fixed effect. In model 5 worden zowel klas als school fixed effects opgenomen. Dit laat ons toe om voor een brede waaier aan geobserveerde en niet-geobserveerde kenmerken te corrigeren. Wel vallen hierdoor de coëfficiënten van de schoolvariabelen die we eerder in het model hadden weg (omitted). De resultaten zijn robuust over de verschillende modelspecificaties heen. In elk van de modellen leidt, gegeven de deelname aan de ICT tool, het aantal oefeningen tot hogere resultaten. De ICT-tool leidt tot hogere leerresultaten van de leerlingen. Tabel 12: Instrumentele variabelen analyse Onafh. Variab.: post-test scores model1 model2 model3 model4 model5 Aantal oefeningen (lln niveau) *** *** *** *** *** Instaptoets - score (lln niveau) *** *** *** *** *** Instaptoets - tijd (lln niveau) *** *** *** Gemiddelde centraal examen (brin6) * (omitted) Gemiddelde school examen (brin6) 0.247** * (omitted) Aantal leraren per leerling (fte - brin6) (omitted) Materiaal kosten per leerling (brin6) *** *** (omitted) vsv-percentage (brin6) ** (omitted) APCG-leerlingen (%) (brin6) ** (omitted) LWOO-leerlingen (%) (brin6) (omitted) Constante *** ** *** ** *** Instrument Deelname dummy (veel of weinig) Deelname dummy (veel of weinig) Deelname continu Deelname continu Deelname continu klas en Fixed effects Klas Klas school Number of observations R²-adjusted Legend: * p<.1; ** p<.05; *** p< Allocatieve efficiency Het model van allocatieve efficiëntie schat de optimale verdeling, in tijd, geld, aantallen of dergelijke, van inputs om zo efficiënt mogelijk outputs te produceren. Hier wordt gekeken naar de werkelijke 25

26 verdeling over de inputs en wordt vervolgens berekend wat de optimale verdeling zou zijn om zo efficiënt mogelijk te opereren. In het geval van Gotit?! kijken we naar de efficiënte verdeling van tijd over de verschillende onderdelen per domein van rekenen. Bij het domein getallen onderzoeken we bijvoorbeeld of leerlingen misschien teveel tijd of oefenmomenten aan procenten besteden en te weinig aan optellen en aftrekken. Hierbij kijken wij naar gemiddelde score van het domein getallen op de voormeting en vervolgens ook op de domein-eind-toets die de leerling gemaakt heeft. Dit leert ons of docenten, of eventueel de software, zouden moeten sturen in de onderwerpen waar leerlingen meer of minder mee zouden moeten oefenen. We nemen in de analyse per domein alleen de leerlingen mee die al een domeintoets of alle losse onderwerptoetsen gemaakt hebben. Dit betekent dat we 4 aparte analyses maken, voor de 4 domeinen van rekenen. Per domein analyseren we zowel het optimale aandeel van het aantal keer oefenen per onderdeel als van het aantal seconden oefenen per onderdeel. 26

27 Tabel 13 a t/m d laten de werkelijke verdeling van het aantal keer oefenen en het totaal aantal seconden oefenen voor de onderdelen van de 4 domeinen zien, en daarnaast de afwijking ten opzichte van de optimale verdeling. Een minteken betekent hier dat er op dit onderdeel gemiddeld genomen te weinig geoefend is, een plusteken betekent dat er gemiddeld genomen teveel geoefend is. Het eerste dat opvalt in 27

28 Tabel 13 is dat bij domeinen verhoudingen en verbanden (tabel b en d) er eigenlijk al een optimale verdeling is. De gemiddelde efficiëntiecijfers (niet in tabel a t/m d) laten bij deze twee domeinen ook zien dat de leerlingen gemiddeld erg efficiënt zijn in hun oefengedrag om een zo goed mogelijke score op de domeintoets te behalen. Voor het domein getallen zien we in tabel a dat studenten het vaakst oefenen met kommagetallen, maar juist het meeste tijd besteden aan hele getallen delen en vermenigvuldigen. Echter zouden ze minder tijd moeten besteden aan kommagetallen, en meer aan de andere onderdelen van getallen. Daarnaast zouden ze ook vaker moeten oefenen met het onderdeel optellen en aftrekken (1,8 procent vaker, wat een stijging betekent van 20, het huidige gemiddelde over 2F en 3F, naar 21 keer). Wat betreft het domein meet en meetkunde zien we dat de verdeling van aantal keer oefenen en oefentijd ongeveer gelijk is over de drie onderdelen. Echter zouden leerlingen minder moeten oefenen met het onderdeel lengte, oppervlakte en inhoud (1,2% minder, van 23 naar 22 keer), en meer met meetkunde (van 21 naar 22 keer) en grootheden en maten (van 17 naar 18 keer). 28

29 Tabel 13: Allocatieve efficiency (tabellen a t/m d) A Getallen Werkelijke verdeling Aanpassing naar optimale verdeling Aantal keer Tijd in seconden Aantal Tijd in seconden Hele getallen + en Hele getallen : en x Breuken Kommagetallen B Verhoudingen Werkelijke verdeling Aanpassing naar optimale verdeling Aantal keer Tijd in seconden Aantal Tijd in seconden Verhoudingsproblemen Procenten C Meet en Meetkunde Werkelijke verdeling Aanpassing naar optimale verdeling Aantal keer Tijd in seconden Aantal Tijd in seconden Grootheden en maten Lengte, oppervlakte en inhoud Meetkunde D Verbanden Werkelijke verdeling Aanpassing naar optimale verdeling Aantal keer Tijd in seconden Aantal Tijd in seconden Gegevensverwerking Rekenvoorschriften Een tweede analyse, waarin we alleen leerlingen die Gotit!? zeer weinig gebruiken en de leerlingen die het veel gebruiken vergelijken (hierbij nemen we het laagste kwintiel (de laagste 20%) van leerlingen met betrekking tot oefentijd en het hoogste kwintiel (de 20% leerlingen met de hoogste oefentijd)), laat geen verschil in allocatieve efficiëntie zien voor deze twee groepen op de 4 domeinen. 29

30 6. Conditionele efficiency De invloed van Gotit?! op leerprestaties en efficiëntie wordt bepaald via een conditioneel DEA model (Daraio en Simar, 2007; De Witte en Kortelainen, 2013). Deze onderzoeksmethode is gebaseerd op het niet-parametrische Free Disposal Hull (FDH) model. Dit is een aantrekkelijke methode om vier redenen: (1) Er wordt geen voorkennis verondersteld over het exacte verloop van de relatie tussen inputs (voorbeeld budget / tijd) en outputs (voorbeeld leerprestaties). Dit is een bijzonder goede eigenschap aangezien er bijna nooit informatie is over de productiefunctie; (2) Er is geen prijsinformatie nodig over de leerlingprestaties; (3) Er wordt in de efficiëntieanalyse rekening gehouden met uitbijters en schoolkenmerken; (4) De methode laat toe om meerdere inputs en outputs tegelijkertijd op te nemen. Zo hoeft er geen beperkende keuze in inputs en outputs gemaakt te worden. In dit efficiëntiekader worden scholen met elkaar vergeleken door middel van een benchmark. Scholen die met gegeven inputs de hoogste leerlingprestaties behalen, krijgen een efficiëntiescore van 100 procent. Scholen die onder de benchmark scoren, krijgen een lagere score. Het verschil van 100 minus de efficiëntiescore van de school komt overeen met de mogelijke verbetering voor deze school. Dit betekent dat de school met hetzelfde budget hogere leerlingprestaties zou kunnen bereiken, of anders gezegd, dezelfde leerlingprestaties kan bereiken met minder geld. Uiteraard worden alleen vergelijkbare scholen onderling vergeleken. We corrigeren op deze manier voor geobserveerde schoolkenmerken (zie ook Haelermans & De Witte, 2012). We concentreren ons in deze exercitie op leerlingen die instaptoets 1F namen en alle onderwerpen volledig doorlopen hebben. Leerlingen moeten, gegeven hun instapscore en tijd voor de instaptoets (dit zijn de twee inputs), de gemiddelde score op de eindtoets maximaliseren (dit is de output). De eerste input is een maatstaf voor de intelligentie van de leerlingen. Ze is vaak ook gecorreleerd met achtergrondkenmerken van de leerlingen waarvoor we geen informatie hebben (vb. opleiding van de ouders). De tweede input is een benadering voor de verwerkingssnelheid van leerlingen. De output is de gemiddelde score op de verschillende domeinen die de leerling heeft afgelegd. Grafisch is de grens van best practices tweedimensionaal weergegeven in Figuur 2: FDH grens met 1 input en 1 output 30

31 Figuur 2 (een driedimensionale weergave zou beter zijn aangezien er twee inputs zijn, maar dit is moeilijker grafisch te interpreteren). Er blijkt 1 uitbijter te zijn in de gegevens. Het efficiency model zal hier automatisch rekening mee houden. Enkele leerlingen zijn best practice : gegeven de score op de instaptoets en gegeven hun tijd, zijn er geen leerlingen die een hogere gemiddelde eindtoets behalen. De traditionele FDH houdt geen rekening met de omgevingskenmerken van de leerlingen. Het conditionele FDH model doet dit wel aangezien het enkel vergelijkbare observaties vergelijkt. De efficiëntiescores die uit elk van deze modellen komt interpreteren is niet echt zinvol. Wel is het zinvol om de efficiency waarin er rekening wordt gehouden met individuele- en schoolkenmerken (het conditionele efficiency model ) te vergelijken met de efficiency waarin dit niet werd gedaan. Dit geeft immers een aanknopingspunt om te bepalen wat de efficiency van leerlingen verklaart (zie De Witte & Kortelainen (2013) voor een formele toelichting, en De Witte & Geys (2013) en Haelermans en De Witte (2012) voor toepassingen van deze methode). In het conditionele efficiency model houden we rekening met zowel individuele- en schoolkenmerken, als maatstaven voor de ICT inzet van de leerling en de school. Meer bepaald het leerjaar van de leerling, de klasgrootte, het schoolgemiddelde op centraal examens, het aantal leraren in de school (in fte) en het aantal oefeningen dat de leerling maakt. In een tweede modelspecificatie nemen we daarnaast ook de uitgaven voor materiele kosten zonder huisvesting op. Deze kosten zijn immers sterk gecorreleerd aan ICT uitgaven van de school. 31

32 Figuur 2: FDH grens met 1 input en 1 output De resultaten van de niet-parametrische analyse laten zien dat sommige variabelen een merkbare invloed hebben op de efficiency van leerlingen (gemeten als het maximaliseren van de gemiddelde eindtoets gegeven de score en tijd van de instaptoets). Leerlingen uit hogere leerjaren zijn minder efficiënt, net als grotere klassen. Hoe hoger de gemiddelde score op het centraal examen van de school hoe hoger de geobserveerde efficiency. 32

33 Tabel 14: Factoren die de efficiency beïnvloeden op 1F Model 1 Model 2 Richting correlatie p-waarde Richting correlatie p-waarde Leerjaar Ongunstig *** Ongunstig 0.01 *** Gemiddelde cijfer centraal examen Gunstig *** Gunstig *** Klasgrootte Ongunstig 0.05 ** Ongunstig 0.69 Aantal leerkrachten (FTE) Gunstig *** Ongunstig *** Aantal oefeningen Gunstig *** Ongunstig *** Materiële investeringen Gunstig *** * Significant op tienprocent-niveau, ** Significant op vijfprocent-niveau, en *** significant op éénprocent-niveau 33

34 Literatuur Arroyo, I., Park Woolf, B., Royer, J. M., Tai, M., & English, S. (2010). Improving Math Learning through Intelligent Tutoring and Basic Skills Training. In V. Aleven, J. Kay & J. Mostow (Eds.), ITS 2010, Part i, LNCS 6094 (pp ). Berlin Heidelberg: Springer-Verlag. Barta, J. J., & Allen, M. G. (1995). The Dilemma of Tracking and Grouping in Early Childhood and Middle Grades: Are We Speaking the Same Language. Bloomington/Indiana: Phi Delta Kappa Educational Foundation. Becker, H. J. (1990). Effects of Computer Use on Mathematics Achievement. Findings from a Nationwide Field Experiment in Grades Five to Eight. Classes: Rationale, Study Design, and Aggregate Effect Sizes. Baltimore, MD.: Center for Research on Elementary and Middle Schools. Bosker, R. (2005). De grenzen van gedifferentieerd onderwijs. Groningen: Universiteit van Groningen. Burns, M. K., Kanive, R., & DeGrande, M. (2012). Effect of a Computer-Delivered Math Fact Intervention as a Supplemental Intervention for Math in Third and Fourth Grades. Remedial and Special Education, 33, 3. Commissie Meijerink. (2008). Over de drempels met taal en rekenen - Hoofdrapport van de expertgroep doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Enschede. Christensen, C. A., & Gerber, M. M. (1990). Effectiveness of computerized drill and practice games in teaching basic math facts. Exceptionality: A Special Education Journal, 1(3), De Witte, K. and Geys, B. (2013). Citizen Coproduction and Efficient Public Good Provision: Theory and Evidence from Local Public Libraries. European Journal of Operational Research 224, De Witte, K. & Rogge, N. (2013). Does ICT matter for effectiveness and efficiency in secondary education. TIER Working paper series. Mimeo. De Witte, K. and Kortelainen, M. (2013), What Explains Performance of Students in a Heterogeneous Environment? Conditional Efficiency Estimation with Continuous and Discrete Environmental Variables. Applied Economics 45(17) Forsten, C., Grant, J., & Hollas, B. (2002). Differentiated Instruction. Different Strategies for Different Learners. Peterborough: Crystal Spring Books. Fischer, K. W., & Rose, L. T. (2001). Webs of skill: How students learn. Educational Leadership, 59(3), Haelermans, C., J. Ghysels, D. Stals, & F. Weeda. (2013). Het effect van online digitaal oefenen op rekenprestaties van brugklasleerlingen. Economisch Statistische Berichten, 98(4671),

Rekenvaardigheden verbeteren met adaptief ict-programma

Rekenvaardigheden verbeteren met adaptief ict-programma 5 Rekenvaardigheden verbeteren met adaptief ict-programma Carla Haelermans & Joris Ghysels TIER, Universiteit Maastricht Wat maakt een digitaal oefenprogramma effectief? Onderzoek naar een oefenprogramma

Nadere informatie

Hoe is SmartRekenen opgebouwd?

Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Onderstaand figuur toont de opbouw van SmartRekenen: SmartRekenen 1F Instaptoets IT 2A 2F Referentieniveau Deel 1 Deel 3F Deel 2 Hoofdstuk 1 Paragraaf Eindtoets 2 Theorie

Nadere informatie

Rekenbeleid. Dr. Nassau College, Norg

Rekenbeleid. Dr. Nassau College, Norg Rekenbeleid Dr. Nassau College, Norg Maart 2015 Het vak rekenen staat dit jaar voor het eerst in alle klassen 1 t/m 3 op het rapport. In dit rekenbeleid geven wij informatie over rekenen als vak, het waarom

Nadere informatie

Rekenonderwijs op SG Newton

Rekenonderwijs op SG Newton Rekenonderwijs op SG Newton 1.0 Uitgangspunt en doel... 1 2.0 Rekenles en extra les rekenen in lessentabel... 1 3.0 De uitvoering... 1 4.0 Overlegstructuur... 1 5.0 Inhoud... 2 6.0 Leermiddelen... 2 7.0

Nadere informatie

De Luithorst: Schoolzelfevaluatie (midden) Schooljaar

De Luithorst: Schoolzelfevaluatie (midden) Schooljaar Kwaliteit van het onderwijs en de leerresultaten op de Luithorst Inleiding Een van de belangrijkste onderwerpen voor een basisschool is natuurlijk de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Daaraan

Nadere informatie

Testsuite 8 Rekenen 1F-2F-3F

Testsuite 8 Rekenen 1F-2F-3F Testsuite 8 Rekenen 1F-2F-3F Testsuite 8 Rekenen 1F-2F-3F bevat testmateriaal om in circa 45 minuten te bepalen of een rekenniveau door de leerling wordt beheerst. De suite bevat meerdere rekentoetsen,

Nadere informatie

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen!

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen! INSIGHT Rekentoets Spoorboekje Tijd voor rekenen! Colofon Titel: Subtitel: Uitgave door: Adres: Insight Rekentoets Spoorboekje AMN b.v. Arnhem Oude Oeverstraat 120 6811 Arnhem Tel. 026-3557333 info@amn.nl

Nadere informatie

Het belang van externe examens

Het belang van externe examens Het belang van externe examens Leuven Economics of Education Research, KU Leuven Top Institute for Evidence Based Education Research, Maastricht University www.econ.kuleuven.be/leer Onderwijsmiddag VGC,

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen In dit document geeft het College voor Examens gegevens rondom de resultaten

Nadere informatie

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 TAAL EN REKENEN VAN BELANG toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 INHOUD Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Resultaten VMBO in de regio Den Haag... 7 1.1 Totaal overzicht van de afgenomen

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Rekenen bij Moderne Wiskunde

Rekenen bij Moderne Wiskunde Moderne Wiskunde Rekenen: een volledig doorlopende leerlijn rekenen voor alle leerjaren en alle niveaus! Rekenen bij Moderne Wiskunde 1 Verplichte rekentoets Vanaf schooljaar 2013/2014 Voor alle leerlingen

Nadere informatie

Het effect van digitaal oefenen en ouderbetrokkenheid op taal- en rekenprestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs

Het effect van digitaal oefenen en ouderbetrokkenheid op taal- en rekenprestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs NRO-onderzoek Het effect van digitaal oefenen en ouderbetrokkenheid op taal- en rekenprestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs Algemene Samenvatting Carla Haelermans Joris Ghysels TIER Universiteit

Nadere informatie

Inhoudsopgave... 2 Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas Streefscores klas 2...

Inhoudsopgave... 2 Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas Streefscores klas 2... Inhoudsopgave... 2 Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas 1... 4 Streefscores klas 2... 6 Streefscores klas 3... 8 Streefscores klas 4... 10 Verband tussen

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Versie 5 januari 2015 1

Versie 5 januari 2015 1 Versie 5 januari 2015 1 Om vast te stellen welke middelbare scholen de beste resultaten behalen voor de eindexamens heeft RTL Nieuws de resultaten van de schoolcijferlijsten, zoals die zijn opgesteld door

Nadere informatie

Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas Streefscores klas Streefscores klas 3...

Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas Streefscores klas Streefscores klas 3... Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas 1... 4 Streefscores klas 2... 5 Streefscores klas 3... 6 Verband tussen streefscore en referentieniveau... 7 En als

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool J. Janssen Cito, Instituut voor Toetsontwikkeling, Arnhem 1 inleiding In 1987 is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Getal & Ruimte. Leerwerkboek 2 vmbo-bk deel 1. Twaalfde editie, 2018

Getal & Ruimte. Leerwerkboek 2 vmbo-bk deel 1. Twaalfde editie, 2018 Getal & Ruimte Leerwerkboek 2 vmbo-bk deel 1 Twaalfde editie, 2018 Noordhoff Uitgevers Groningen Auteurs C.J. Admiraal J.H. Dijkhuis J.A. Verbeek G. de Jong H.J. Houwing J.D. Kuis F. ten Klooster S.K.A.

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Het Almeerse basisonderwijs

Het Almeerse basisonderwijs dit is een LEA plus project -www.lea.almere.nl- -Dit is een LEA plus project-www.leaplusalmere.nl Het Almeerse basisonderwijs Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014 April 2015 Gemeente Almere, Onderzoek

Nadere informatie

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 1

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 1 Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 1 Twaalfde editie, 2018 Noordhoff Uitgevers Groningen Auteurs C. J. Admiraal J. H. Dijkhuis J. A. Verbeek G. de Jong H. J. Houwing J. D. Kuis F. ten Klooster S.

Nadere informatie

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Rapportage: Analyse en tabellen: 4 Februari 2011 Mariëlle Verhoef Mike van der Leest Inleiding Het Graafschap College

Nadere informatie

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren?

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Op grond van de principes van eerlijkheid en transparantie van toetsing mogen kandidaten verwachten dat het examen waarvoor ze opgaan gelijkwaardig

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministeriee van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

OPBRENGSTENKAART 2015 ALGEMENE TOELICHTING

OPBRENGSTENKAART 2015 ALGEMENE TOELICHTING OPBRENGSTENKAART 2015 ALGEMENE TOELICHTING Utrecht, juni 2015 INHOUD 1.1 1.2 Inleiding 5 School 5 1.3 Vestiging 5 1.4 Onderbouw 5 1.5 1.6 Bovenbouw 6 Landelijke gegevens 7 1.7 Afkortingen schoolsoorten

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Huygens College VMBOB VMBOK Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 21ET 04 BRIN nummer : 21ET 04 VMBOB BRIN nummer : 21ET 04

Nadere informatie

Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas 1... 4 Streefscores klas 2... 6 Streefscores klas 3...

Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas 1... 4 Streefscores klas 2... 6 Streefscores klas 3... Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas 1... 4 Streefscores klas 2... 6 Streefscores klas 3... 8 Streefscores klas 4... 9 Verband tussen streefscore en referentieniveau...

Nadere informatie

Voldoende of onvoldoende

Voldoende of onvoldoende Om vast te stellen welke middelbare scholen de beste resultaten behalen voor de eindexamens heeft RTL Nieuws de resultaten bewerkt volgens de methode van de schoolcijferlijsten, zoals die zijn opgesteld

Nadere informatie

Het Toetsen Tournée. Paul Drijvers Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht

Het Toetsen Tournée. Paul Drijvers Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht Het Toetsen Tournée Paul Drijvers Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht www.fisme.science.uu.nl/ 2017-06-02 CET RVO TIMSS DTT LKT CE hv Opzet We bekijken een zestal nationale toetsen uit Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Voorstel taal- en rekenbeleid [school] Inleiding Landelijk Op 27 april 2010 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel 'Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' aangenomen. Het wetsvoorstel treedt op 1 augustus 2010 in werking. De kern van

Nadere informatie

De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over

De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over ADVIESWIJZER VOOR PLAATSING IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS Inleiding Het Primair en Voortgezet Onderwijs in Noord-Kennemerland hebben samen besloten om de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Got it?! Rekenen

Gebruikershandleiding Got it?! Rekenen Gebruikershandleiding Got it?! Rekenen Inhoudsopgave: Het leerlingenbeheer... 2 De instaptoets... 2 Opbouw van de instaptoets... 3 Uitlegfilmpjes... 6 Theorie... 6 De kenniskaart... 6 De detailkenniskaart...

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Domeinbeschrijving rekenen

Domeinbeschrijving rekenen Domeinbeschrijving rekenen Discussiestuk ten dienste van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal auteur: Jan van de Craats 11 december 2007 Inleiding Dit document bevat een beschrijving van

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2019 Volwassen en Eigentijds 1 Januari 2019 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

12 e editie vmbo 29/11/17

12 e editie vmbo 29/11/17 12 e editie vmbo 29/11/17 Agenda De nieuwe 12e editie Productinformatie en planning Aanleiding nieuwe editie Uitgangspunten 12e editie - Wat is er gebleven? - Nieuwe elementen en wijzigingen - Digitaal

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

vormgeven van rekenen in het VO

vormgeven van rekenen in het VO vormgeven van rekenen in het VO Martin van Reeuwijk,, Susanne Spiele, Madeleine Vliegenthart, Peter van Wijk Allen werkzaam bij APS, versie 21 Februari 2013 vooraf Dit is een voorpublicatie, en zal als

Nadere informatie

Onderbouwing. AMN Eindtoets: adaptief met terugbladerfunctie. Hoe zit dat?

Onderbouwing. AMN Eindtoets: adaptief met terugbladerfunctie. Hoe zit dat? Onderbouwing AMN Eindtoets: adaptief met terugbladerfunctie. Hoe zit dat? In 2017 liet het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de AMN Eindtoets officieel toe als eindtoets in het basisonderwijs.

Nadere informatie

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers Eerste tussenevaluatie landelijke implementatie taaltrajecten Taal voor het Leven door Stichting Lezen & Schrijven op het gebied van sociale inclusie en leesvaardigheid Landelijke uitrolfase Dr. Maurice

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Got it?! Rekenen

Gebruikershandleiding Got it?! Rekenen Gebruikershandleiding Got it?! Rekenen Inhoudsopgave: Inhoudsopgave:... 1 Het leerlingenbeheer: niveau instellingen... 2 Het leerlingenbeheer: automatisch aangereikte toetsen... 3 Het leerlingenbeheer:

Nadere informatie

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers Eerste tussenevaluatie landelijke implementatie taaltrajecten Taal voor het Leven door Stichting Lezen & Schrijven op het gebied van sociale inclusie en leesvaardigheid Landelijke uitrolfase Dr. Maurice

Nadere informatie

Toelichting rapportages Entreetoets 2014

Toelichting rapportages Entreetoets 2014 Toelichting rapportages Entreetoets 2014 Cito verwerkt de antwoordbladen en berekent de scores van de leerlingen. In tweevoud ontvangt u automatisch de papieren leerlingprofielen op school; één voor de

Nadere informatie

Stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen

Stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen Stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen Brief aan Tweede Kamer d.d. 17 december 2014 1 Notitie n.a.v. de aanbevelingen van de commissie Bosker Rapportage Doordacht doorzetten naar een

Nadere informatie

Colofon: Datum: september Notitie Rekenbeleid

Colofon: Datum: september Notitie Rekenbeleid Colofon: Datum: september 2016 Notitie Rekenbeleid 2016-2017 Inhoud Inleiding... 2 Beoogde referentieniveaus voor rekenen... 3 Doelstelling... 3 Rekentoets en de overgangsnormen... 3 Rekentoets en de slaag/zak-regeling...

Nadere informatie

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-t/havo deel 1

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-t/havo deel 1 Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-t/havo deel 1 Twaalfde editie, 2018 Noordhoff Uitgevers Groningen Auteurs C. J. Admiraal J. H. Dijkhuis J. A. Verbeek G. de Jong H. J. Houwing J. D. Kuis F. ten Klooster

Nadere informatie

De diagnostische tussentijdse toets

De diagnostische tussentijdse toets De diagnostische tussentijdse toets Een toets om van te leren De diagnostische tussentijdse toets 1 Staatsexamens Diagnostische tussentijdse Nederlands VO als toets tweede taal Bouwen aan excellent onderwijs

Nadere informatie

Informatie groep / 2018

Informatie groep / 2018 Informatie groep 8 2017 / 2018 Afgelopen dinsdag kwamen meneer Spetter en meneer Beene van het voortgezet onderwijs vertellen over de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs (VO). Deze

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Assen-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Taal- en rekenbeleid op het Valuascollege

Taal- en rekenbeleid op het Valuascollege Taal- en rekenbeleid op het Valuascollege 1 Meer aandacht voor taal en rekenen 2 Invoering referentieniveaus 2.1 Referentiekader 2.2 Voordelen van het werken met referentieniveaus 2.3 Overzicht eindniveaus

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

De rekenlessen van het ICT College (mbo-3) Een praktijkonderzoek van Laura Martens

De rekenlessen van het ICT College (mbo-3) Een praktijkonderzoek van Laura Martens De rekenlessen van het ICT College (mbo-3) Een praktijkonderzoek van Laura Martens Onderwerpen Voorstellen Waar speelt het zich af? Startsituatie 2011-2012 Praktijkprobleem en onderzoeksvraag Theorie:

Nadere informatie

Rekenbeleid Valuascollege VMBO - HAVO - VWO

Rekenbeleid Valuascollege VMBO - HAVO - VWO Rekenbeleid Valuascollege VMBO - HAVO - VWO 2016-2017 Centrale vraag Hoe zorgt het Valuascollege er voor dat leerlingen in het examenjaar het juiste referentieniveau hebben? Waarom rekenbeleid? Het rekenbeleid

Nadere informatie

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2018 Volwassen en Eigentijds 1 December 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/)

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) SLO oktober 2009 filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) Achtergrond Nederland heeft een goed onderwijssysteem. Maar, er is maatschappelijke zorg over de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs.

Nadere informatie

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best!

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! Artikel 7 Door: Eric Robbers en Stefan Robbers Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! 1.Inleiding Er zijn zorgen over het niveau van het onderwijs, zowel binnen het onderwijs als ook daarbuiten. Binnen

Nadere informatie

Verbanden 1. Doelgroep Verbanden 1

Verbanden 1. Doelgroep Verbanden 1 Verbanden 1 Rekenen en Wiskunde Verbanden 1 bestrijkt de basisvaardigheden van Verbanden: de verschillende grafische presentaties, zoals tabel, rooster, staafdiagram, cirkeldiagram en grafiek. Doelgroep

Nadere informatie

MBO Conferentie Het 2F-, 2ER- en 2A-examen: welke student laat ik wanneer opgaan voor welk examen?

MBO Conferentie Het 2F-, 2ER- en 2A-examen: welke student laat ik wanneer opgaan voor welk examen? Freark? MBO Conferentie Het 2F-, 2ER- en 2A-examen: welke student laat ik wanneer opgaan voor welk examen? 15-11-2017 Ronde 2: 13:45 15:15 Freark van der Kooi Ik wil mijn leerlingen nog beter begeleiden

Nadere informatie

Toelichting Ankeronderzoek met Referentiesets. Ankeronderzoek. Beschrijving ankeronderzoek. Saskia Wools & Anton Béguin, Cito 2014

Toelichting Ankeronderzoek met Referentiesets. Ankeronderzoek. Beschrijving ankeronderzoek. Saskia Wools & Anton Béguin, Cito 2014 Toelichting Saskia Wools & Anton Béguin, Cito 2014 Ankeronderzoek Deze handleiding bevat een korte beschrijving van ankeronderzoeken. In het algemeen geldt dat meer informatie te vinden is in het boek

Nadere informatie

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden Mei 2011 Nederlandse samenvatting door TIER op 28 juni 2011 Dit overzicht beoordeelt

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

HANDREIKING Advieswijzer voor plaatsing in het voortgezet onderwijs

HANDREIKING Advieswijzer voor plaatsing in het voortgezet onderwijs HANDREIKING Advieswijzer voor plaatsing in het voortgezet onderwijs Inleiding Deze advieswijzer is opgesteld door de werkgroep POVO en kan door basisscholen gebruikt worden als hulpmiddel om het advies

Nadere informatie

MEERJAREN OPBRENGSTEN VO 2015 TOELICHTING

MEERJAREN OPBRENGSTEN VO 2015 TOELICHTING MEERJAREN OPBRENGSTEN VO 2015 TOELICHTING Utrecht, februari 2015 INHOUD 1 Algemeen 5 2 Het opbrengstenoordeel 7 3 Rendement onderbouw 8 4 Van 3e leerjaar naar diploma (rendement bovenbouw) 11 5 Gemiddeld

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

REKENBELEID VALUASCOLLEGE VMBO - HAVO - VWO JOHN VAN OOIJEN KLAAS BEURSKENS

REKENBELEID VALUASCOLLEGE VMBO - HAVO - VWO JOHN VAN OOIJEN KLAAS BEURSKENS REKENBELEID VALUASCOLLEGE VMBO - HAVO - VWO JOHN VAN OOIJEN KLAAS BEURSKENS 1.Inhoudsopgave 2. Inleiding... 2 3. De school als organisatie... 2 4. Visie op rekenbeleid... 2 4.1 Uitgangspunten rekenbeleid...

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1.

Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1. Verhoudingen 1 Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1. Muiswerk Verhoudingen 1 bestrijkt de basisvaardigheden

Nadere informatie

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012 De Referentieniveaus Taal BAVO Eemlanden 14 maart 2012 2 Wat komt aan de orde? Aanleiding tot de referentieniveaus Wat zijn referentieniveaus? Status en ontwikkelingen rond de referentieniveaus Referentieniveaus

Nadere informatie

REKENEN HAVO C&M. Christelijk Lyceum Delft Lonneke Boels Rekencoördinator bovenbouw, locatie havo-vwo (Molenhuispad) Docent rekenen, technator

REKENEN HAVO C&M. Christelijk Lyceum Delft Lonneke Boels Rekencoördinator bovenbouw, locatie havo-vwo (Molenhuispad) Docent rekenen, technator REKENEN HAVO C&M Christelijk Lyceum Delft Lonneke Boels Rekencoördinator bovenbouw, locatie havo-vwo (Molenhuispad) Docent rekenen, technator Inhoud Meten is weten Beleid - Wie RT? Inhoud lessen Historie

Nadere informatie

Het effect van digitaal oefenen en ouderbetrokkenheid op taal- en rekenprestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs

Het effect van digitaal oefenen en ouderbetrokkenheid op taal- en rekenprestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs NRO-onderzoek Het effect van digitaal oefenen en ouderbetrokkenheid op taal- en rekenprestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs September 2015 Carla Haelermans Joris Ghysels TIER Universiteit

Nadere informatie

De diagnostische tussentijdse toets

De diagnostische tussentijdse toets De diagnostische tussentijdse toets Een toets om van te leren De diagnostische tussentijdse toets 1 Staatsexamens Diagnostische tussentijdse Nederlands VO als toets tweede taal Bouwen aan excellent onderwijs

Nadere informatie

Passende perspectieven praktijkonderwijs

Passende perspectieven praktijkonderwijs Passende perspectieven praktijkonderwijs Toelichting op overzicht leerroutes A-B-C rekenen SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Overzichten van leerroutes rekenen voor het praktijkonderwijs,

Nadere informatie

Rekenbeleid Valuascollege VMBO - HAVO - VWO

Rekenbeleid Valuascollege VMBO - HAVO - VWO Rekenbeleid Valuascollege VMBO - HAVO - VWO Centrale vraag Hoe zorgt het Valuascollege er voor dat leerlingen in het examenjaar het juiste referentieniveau hebben? Waarom Rekenbeleid? Het Rekenbeleid is

Nadere informatie

Rapportage TOA. Taal en Rekenen in de regio Den Haag Schooljaar 2013-2014. Algemene bevindingen

Rapportage TOA. Taal en Rekenen in de regio Den Haag Schooljaar 2013-2014. Algemene bevindingen Rapportage TOA Taal en Rekenen in de regio Den Haag Schooljaar 2013-2014 Algemene bevindingen 1 Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1. Resultaten in de regio Den Haag... 4 1.1 Overzicht toetsafnames... 4 1.2

Nadere informatie

Methodes voor dataverzameling en -analyse

Methodes voor dataverzameling en -analyse Methodes voor dataverzameling en -analyse - Identificatie problemen in sociale wetenschappen - SLO Economie, KU Leuven TIER, Maastricht University Zomerschool vakdidactisch onderzoek 9 september 2010 Identificatie

Nadere informatie

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6 Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

Rotterdam, februari 2013 Betreft: Verandering invoering nieuwe eisen m.b.t. Nederlands en rekenen. Geachte ouders/verzorgers en leerlingen,

Rotterdam, februari 2013 Betreft: Verandering invoering nieuwe eisen m.b.t. Nederlands en rekenen. Geachte ouders/verzorgers en leerlingen, Postbus 57613 3008 BP Rotterdam Aan de ouders/verzorgers en leerlingen van CSG Calvijn Rotterdam, februari 2013 Betreft: Verandering invoering nieuwe eisen m.b.t. Nederlands en rekenen Bezoekadres Centrale

Nadere informatie

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 2

Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 2 Getal & Ruimte Leerboek 2 vmbo-kgt deel 2 Twaalfde editie, 2019 Noordhoff Uitgevers Groningen Auteurs C.J. Admiraal J.H. Dijkhuis J.A. Verbeek G. de Jong H.J. Houwing J.D. Kuis F. ten Klooster S.K.A. de

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader

Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader Cito Primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs Meting taal en rekenen 2010 Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader Meting taal en rekenen

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Berekening en correctie indicatoren leerresultaten

Berekening en correctie indicatoren leerresultaten Berekening en correctie indicatoren leerresultaten Normering resultaten 1. Het onderbouwrendement Het onderbouwrendement wordt berekend door van elke leerling het verschil te nemen tussen de verwachte

Nadere informatie

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie