Montessori peutergroep de Plotter

Transcriptie

1 Montessori peutergroep de Plotter

2 Inhoudsopgave Pedagogisch beleid Montessori peutergroep de Plotter... 2 Visie:... 2 Groepsgrootte:... 2 Leiding:... 2 Stagiaires:... 3 Dagdelen:... 3 Binnenruimte:... 3 Buitenruimte:... 3 Afstemming/ samenwerking met de basisschool:... 3 Activiteiten:... 3 Werkwijze:... 4 Regels en afspraken:... 6 Thema planning:... 6 Dagindeling:... 7 Sociale kaart:... 7 november

3 Pedagogisch beleid Montessori peutergroep de Plotter Datum: Locatie: Montessori peutergroep de Plotter, Dollard 19, Drachten. Visie: De Montessori Peutergroep de Plotter streeft ernaar de kinderen zich thuis te laten voelen en om een vriendelijk en veilig klimaat voor hun te scheppen. Pas als het kind zich veilig voelt kan het zich optimaal ontwikkelen. Een belangrijke uitspraak van Maria Montessori is : leer mij het zelf te doen. Dit brengt met zich mee, dat het kind in zijn of haar ontwikkelingsproces een grote mate van vrijheid wordt gegeven. Belangrijke uitgangspunten: vrijheid van werkkeuze; vrijheid van bewegen: kinderen mogen zelf werkjes en speelgoed pakken en opruimen, aan tafel of op een kleedje werken; vrijheid van afspraken: we praten zachtjes, we storen anderen niet en hebben zorg voor het materiaal en omgeving; vrijheid om te mogen samenwerken. De sociale ontwikkeling stimuleren wij door het leren omgaan en samenwerken met de andere kinderen. De jongere kinderen kunnen van de oudere kinderen leren, hetgeen motiverend kan zijn. De materialen zijn op een vaste plaats aanwezig en toegankelijk voor de kinderen. Het materiaal is zelfcorrigerend. We zien graag dat de kinderen zelfvertrouwen opbouwen, zelfkennis verwerven, verantwoordelijkheid durven nemen, positief gedrag aanleren,op een plezierige wijze met elkaar om te gaan, respect hebben voor elkaar en de omgeving en naast individueel werken ook kunnen samenwerken. Groepsgrootte: In de Montessori peutergroep kunnen maximaal 16 peuters worden geplaatst. Leiding: De groep heeft twee vaste bevoegde pedagogisch medewerkers( Sissi Kramer en Sigrid Hummel). De pedagogisch medewerkers hebben tevens de Montessori opleiding gevolgd. Beide pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een BHV. 2

4 Stagiaires: Op de groep draaien 2 stagiaires mee. Op ieder dagdeel 1 stagiaire. Zij doen de opleiding pedagogisch medewerker. Ook kunnen er stagiaires van andere opleidingen stage lopen wanneer er plaats is. Dagdelen: De Montessori peutergroep komt twee dagdelen per week bij elkaar op dinsdagochtend en vrijdagochtend van 8.30 uur tot uur. Zij zitten in een lokaal van de Montessori basisschool de Plotter, Dollard 19 te Drachten. Binnenruimte: De peutergroep is gehuisvest binnen de basisschool en gebruikt 1 lokaal die samen met een onderbouwgroep van de basisschool wordt gedeeld. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van het speellokaal/ gym lokaal. Dit in overleg met de leerkrachten van de onderbouw. Indien nodig kan er gebruik worden gemaakt van een gesprekskamer binnen de school voor evt. een oudergesprek. Buitenruimte: De buitenruimte is omheind met hekwerk. Hierin zitten 2 poorten die toegang geven tot het plein van de midden/bovenbouw en het fietspad door de woonwijk. Als de peuters buiten spelen zijn deze op slot. Verder is er een klimhuis met glijbaan aanwezig en een zandbak. Afstemming/ samenwerking met de basisschool: 4 keer per schooljaar is er overleg met de onderbouw leerkrachten. Activiteiten: In het voorjaar wordt er een juffendag georganiseerd. Voor de zomervakantie is er een schoolreisje naar de speeltuin. Voor de nieuwsbrief van de basisschool worden stukjes aangeleverd over de peutergroep. Deze nieuwsbrief wordt ook naar de ouders van de peuters g d wanneer zij dit willen. Eén keer in de twee jaar wordt er ouderavond georganiseerd. Aan het eind van het jaar voor de kerstvakantie is er een koffieochtend voor de ouders. Wanneer nodig kunnen ouders worden gevraagd om te helpen bij activiteiten. 3

5 Er is geen vast moment voor een schoonmaakavond. In samenwerking met de basisschool wordt er door het jaar heen door ouders hoeken en/of materialen schoongemaakt. Wanneer een peuter jarig is mag de ouder de ochtend meekijken. De verjaardag van de peuter wordt gevierd in de kring. Wanneer deze 3 jaar wordt mag hij/zij een cadeautje grabbelen. Bij 4 jaar krijgt hij/zij een plantje en foto s. Werkwijze: Op de Montessori Peutergroep wordt op de volgende manier vorm gegeven aan de pedagogische uitgangspunten uit het algemene pedagogisch beleidsplan van Oink! Het bieden van emotionele veiligheid en welbevinden. Onze houding ten opzichte van de kinderen is altijd gericht op respect tonen en de kinderen serieus nemen. Wij staan open voor hen en luisteren naar wat zij te vertellen hebben. Als wij met de kinderen praten doen we dit op ooghoogte, wij gaan door de knieën. Een kind dat voor de eerste keer bij ons binnenkomt, doet verschillende indrukken op. De nieuwe omgeving is helemaal vreemd. Peter komt voor de tweede keer op de peutergroep. Zijn moeder verteld hoe het met Peter gegaan was de vorige keer. Na een tijdje gaat zij weg. Mama geeft Peter een kus en de pedagogisch medewerker neemt het over. Peter moet huilen. De pedagogisch medewerker zegt: ik zie dat je het niet leuk vind dat mama nu al weg gaat. Maar ze komt je weer ophalen. Zullen we samen iets gaan zoeken om mee te spelen? De pedagogisch medewerker gaat samen met Peter iets zoeken om mee te gaan spelen en Peter is zijn verdriet al weer snel vergeten. Het ontwikkelen van persoonlijke competenties. In onze Montessori peutergroep bieden wij de kinderen aan om allerlei ervaringen op te doen en om zelf problemen op te lossen. Doordat kinderen ervaren dat zij dingen zelf kunnen en mogen krijgen zij een positief gevoel van eigenwaarde. Susan heeft een vieze neus. De pedagogisch medewerker zegt dat zij haar neus zelf mag schoonmaken bij het spiegeltje en de zakdoekjes. Susan is trots wanneer zij dit gedaan heeft. De pedagogisch medewerker vraagt of het gelukt is. Martin vraagt aan de pedagogisch medewerker: mag ik met de roze toren? De pedagogisch medewerker zegt: ja hoor, je mag zelf kiezen uit de kast waar je mee wilt werken. 4

6 Het ontwikkelen van sociale competenties. Kinderen zoeken elkaar bewust op. Om samen te spelen of om samen te ontdekken. Kinderen hebben elkaar nodig, samen maken ze plezier, ze leren ruzie te maken en om dit vervolgens weer bij te leggen en om rekening te houden met een ander. Waarden en normen worden ontwikkeld. Anna is bezig om een puzzel te maken. Zij vindt dit best moeilijk. Sofie die al bijna 4 jaar is staat erbij te kijken. De pedagogisch medewerker zegt tegen haar, kan jij haar helpen bij deze puzzel? Anna vind hem een beetje moeilijk en jij kent deze al goed. Samen maken de meisjes de puzzel af en hebben veel plezier. In de kring mag Jeroen iets laten zien dat hij heeft meegenomen. Alle kinderen kijken nieuwsgierig en proberen ook wat te vertellen. De pedagogisch medewerker zegt: Jeroen is nu aan de beurt om iets te vertellen over zijn stuiterbal. Straks mogen jullie ook om de beurt iets vertellen. Overdracht van normen en waarden. De regels die wij stellen, stellen wij niet om de kinderen te beperken, maar om aan te geven hoe je in een groep rekening houd met elkaar, zodat iedereen een veilige plek heeft in de groep. Eenduidige omgangsregels en rituelen kunnen voor een kind een extra steun zijn om een veilige plek te vinden. Als de kinderen binnenkomen, en in de laatste kring wordt er een hand gegeven aan de pedagogisch medewerkers. De kinderen rennen rondjes door de speelruimte. De pedagogisch medewerker zegt: ik heb er last van dat jullie zo rennen. Je kan vallen of een ander kind pijn doen. De afspraak is dat we rustig lopen. Daan zit op een kleedje met een telwerkje. Loes loopt over het kleedje en stoot tegen Daan aan. De pedagogisch medewerker zegt: Loes, de afspraak is dat je om het kleedje heen loopt zodat je Daan niet stoort bij zijn werk. De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat de omgeving zo is ingericht dat de kinderen door zelfwerkzaamheid zichzelf kunnen ontwikkelen. In de groep zijn speciaal ontwikkelde Montessori materialen, waar het kind zelfstandig mee kan werken. De pedagogisch medewerker sluit aan bij de interesse en de ontwikkelingsbehoefte van de kinderen. Zij begeleid de kinderen vanuit gerichte observatie. De pedagogisch medewerker gedraagt zich relatief terughoudend en helpt waar het nodig is. Zij laat zien hoe met het materiaal gewerkt moet worden en bied verschillende lesjes, werkjes en oefeningen aan. De zelfstandigheid en zelfredzaamheid wordt zoveel mogelijk bevorderd. 5

7 Regels en afspraken: De regels en afspraken in de groep worden tijdens het spelen en werken individueel als het nodig is aan de peuter uitgelegd. Tijdens een groepsles (meestal in de kring) wordt hier ook aandacht aan besteed. Bv.hoe houd je rekening met elkaar( zachtjes praten, om een kleedje lopen zodat je een ander niet stoort, vragen of jij straks met dat werkje mag). Hoe draag je een stoel, hoe geef je een hand, en wanneer als je klaar bent met een werkje of speelgoed ga je eerst opruimen en dan iets anders kiezen. Leren op je beurt te wachten en elkaar niet storen. Zo worden de regels en afspraken duidelijk voor het kind. Tijdens de speelochtend is de buitendeur op slot, deze gaat aan het eind van de ochtend weer open zodat de ouders binnen kunnen komen. Voor het buiten spelen wordt er gebruik gemaakt van buitenmateriaal dat speciaal voor de peuters aanwezig is. De beide poorten van het schoolplein gaat op slot als de peuters buiten spelen. Achterwachtregeling. De Montessori Peutergroep de Plotter is gevestigd in de Montessori basisschool de Plotter. Met het team van deze school is een regeling getroffen omtrent de achterwachtregeling. Op de basisschool zijn altijd volwassenen aanwezig die kunnen bijspringen bij calamiteiten. De pedagogisch medewerker heeft de afspraak gemaakt dat een teamlid binnen de gestelde tijd van 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. 4 Ogen principe Binnenruimte; Wij werken met 2 pedagogisch medewerkers. Per dagdeel is er ook 1 stagiaire. Het lokaal is zo ingericht dat er contact onderling mogelijk is. Als een peuter naar de wc. moet gaat één van de pedagogisch medewerkers mee en is de deur van het toilet en de deur van het lokaal open zodat er contact is tussen de pedagogisch medewerkers. Buitenruimte; Als er buiten wordt gespeeld is er altijd 1 pedagogisch medewerker aanwezig. De peuters mogen niet in de berging komen. Materiaal wordt evt. van tevoren buiten klaargezet. Speellokaal; De ruimte is zodanig dat de pedagogisch medewerkers onderling contact hebben. Als de peuters in het speellokaal spelen is er altijd 1 pedagogisch medewerker aanwezig en een stagiaire. Thema planning: De vaste thema s zoals lente, herfst, sinterklaas en kerst zijn onderdelen die door het jaar heen aan de orde komen. Andere thema s worden aan het begin van het schooljaar gepland. Zo wordt ook aandacht besteed aan Moederdag en Vaderdag. 6

8 Er kan meegedaan worden met een thema van de basisschool maar dan wel op peuterniveau. Als het zich voordoet kan er worden afgeweken van de planning. Dagindeling: Dagindeling: De peuters en hun ouders of verzorgers komen tussen 8.30 uur en 8.45 uur binnen. De kinderen dragen in de groep pantoffels. De peuter geeft de juffen een hand en zoekt dan samen met de ouder of verzorger waar hij of zij mee wil gaan spelen of werken. Om ongeveer 8.45 is er een eerste kringmoment. Hierin wordt de dag en datum benoemt en de namen van de peuters. Er is aandacht voor het thema of er worden liedjes gezongen of een groepslesje gegeven. Daarna mag de peuter zelf kiezen waarmee hij of zij gaat spelen of werken en hoelang en zet na afloop het materiaal weer terug in de kast. Op de knutseltafel ligt evt. een thema gericht werkje. Ook mag er vrij worden geknutseld. Om ongeveer 9.50 uur wordt er gezamenlijk opgeruimd. Hierna wordt de kring gemaakt. bij goed weer wordt er buiten op het gezamenlijke plein gespeeld. Bij slechter weer kunnen we in het speellokaal bewegen. Dit wordt met de onderbouwleerkracht afgestemd. We kunnen tussen uur en uur buiten spelen en tussen uur en uur in het speellokaal. In de fruitkring worden de handen gewassen met handenwas gel. Na het zingen van een toverliedje wordt er water gedronken. Per dagdeel zijn er twee peuters die op die dag hulp mogen zijn. Na het drinken delen de hulpjes de tassen rond en wordt het meegenomen fruit gegeten. Er wordt op gelet dat de peuters zoveel mogelijk zelf doen wat ze zelf kunnen. We sluiten de ochtend af in de kring. Er is aandacht voor evt. een verjaardag en de vertelmand. De peuters geven de leidsters een hand en na het zingen van het afscheidsliedje wordt de deur open gedaan door de hulpjes en komen de ouders naar binnen. Als de peuter iets heeft geknutseld of getekend ligt dit op tafel om meegenomen te worden. Dit geld ook voor evt. briefjes. Sociale kaart: Wijkverpleegkundige: Zij komt minimaal één keer per schooljaar langs voor een overleg. Zo nodig kan er contact worden gezocht. Huisarts: Bij noodgevallen kan er contact worden opgenomen met de huisarts in de buurt. in de buurt. Contactpersoon CJG: Rinske Grol. 7