stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf BO/769/CORR

Transcriptie

1 stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf behandeld door J.W. Krab doorkiesnummer bij beantwoording ons kenmerk vermelden Ministerie van SZW, Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoon/vaardenwetgeving Afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden T.a.v. mw. mr P.L.J. van Delft Postbus LV Den Haag uw kenmerk uwbriefvan ons kenmerk BO/769/CORR datum 13 juni 2013 Geachte mevrouw Van Delft, Bijgaand treft u aan het financieel jaarverslag over het boekjaar 2012 van Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf in drievoud, voorzien van een verklaring van de registeraccountant met certificerende bevoegdheid. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Vriendelijke groet, J.W. Krab fondssecretaris Administratie: Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Postbus 40023,7300 AX Apeldoorn Alg. telefoonnumnner Bezoekadres Rijnzathe lo 3454 PV De Meern stichting Vrijwiiiig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf Rekeningnummer IBAN; NL05 STAL BiC: 5TALNL2G KvK Amsterdam

2 stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf (SUB) Jaarverslag 2012 colofon administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer NV. Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern Postbus 3183, 3502 GD Utrecht telefoon (030)

3 Inhoud 1 Kerncijfers 3 2 Algemene gegevens 4 3 Verslag Inleiding Inhoud van de regeling CAO, statuten en reglement VUT -breuk Vrijstelling van premiebetaling Premie Begroting VUT-uitkeringen Financieel beleid Risicomanagement Beleggingsbeleid Belangrijke bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum Toekomstparagraaf Slotopmerkingen 11 4 Jaarrekening Balans per 31 december 2012 na resultaatverdeling staat van baten en lasten over het boekjaar Kasstroomoverzicht Algemene toelichting Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten 23 5 Overige gegevens Bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 27

4 1 Kerncijfers Aantallen Lopende uitkeringen (ultimo jaar) Toegekende uitkeringen VUT-gerechtigde leeftijd ,5 62 Premiepercentage 1,93 1,93 1,58 2,78 2,78 Financiële gegevens {x 1.000) Premiebaten Beleggingsopbrengsten VUT-uitkeringen en sociale lasten Resultaat boekjaar Eigen vermogen VUT-verplichtingen* * Vanaf 2009 is de voorziening VUT-verplichtingen in de balans opgenomen. Tot 2009 waren de VUT-verplichtingen onderdeel van het Eigen Vermogen.

5 2 Algemene gegevens STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF De stichting is een rechtspersoon met als vestigingsadres Rijnzathe 10 in De Meern. Samenstelling bestuur ultimo 2012 Leden werkgevers' De heer R. Sterk (Voorzitter) De heer M.L. Wolff (Plaatsvervangend Voorzitter) * Benoemd door de NFC Leden werknemers' De heer J.P. van den Berg (Plaatsvervangend Secretaris) De heer P. ten Kate (Secretaris), Benoemd door FNV KIEM In het verslagjaar is het bestuur tweemaal in vergadering bijeen gekomen. Vertegenwoordigende organisaties in het bestuur: Van werkgeverszijde: Nederlandse Federatie voor de Cinematografie (NFC) Postbus AB Amsterdam. Van werknemerszijdé: FNV KIEM Postbus AJ Amsterdam. Accountant De heer CA. Harteveld RA Mazars Paardekooper Hoffman Accountants N.V. Postbus KC Rotterdam.

6 Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer NV. statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te De Meern. Bezoekadres: Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern. Postadres: Postbus 3183, 3502 GD Utrecht.

7 3 Verslag 3.1 Inleiding Het is ons een genoegen hierbij verslag uit te brengen over het boekjaar 2012 van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf (SUB). In dit verslag wordt de inhoud van de VUT-regeling uiteengezet. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de premieinning en wordt een overzicht gegeven van het aantal (toegekende) VUT-uitkeringen. In het verslagjaar is het bestuur tweemaal in vergadering bijeen gekomen. Tijdens de eerste vergadering is het jaarverslag 2011 goedgekeurd en vastgesteld. 3.2 Inhoud van de regeling uittredingsregeling VUT-CAO De VUT-CAO is niet voor een bepaalde tijdsduur overeengekomen; deze wordt telkens stilzwijgend met één jaar verlengd, tenzij de VUT-CAO wordt opgezegd. Aangezien in het verslagjaar geen der partijen deze CAO heeft opgezegd, berustte in 2012 de uittredingsregeling op deze overeenkomst. De CAO werd in 1979 door partijen afgesloten en is op 1 januari 1980 in werking getreden. Partijen hebben besloten vanaf 2010 de regeling te versoberen en het bijdragepercentage aan te passen. Voor 2010 bedroeg dat percentage 1,58%. Gebleken is dat dit percentage onvoldoende was om de toekomstige lasten te financieren. Voor 2011 en 2012 is dan ook besloten het percentage te verhogen naar 1,93%. Het maximale loon waarover per werknemer premie moet worden afgedragen, is vanaf 2011 opgetrokken van naar Mede gelet op de minder florissante financiële positie van het fonds in 2010, is besloten de regeling te versoberen. De uitkering bedraagt voor nieuwe toekenningen na 1 januari 2011 nog 80% bruto van maximaal Ophoging door uitstel tot 100% bruto van blijft mogelijk bij een tijdige aanvraag. Deze aanpassingen zijn opgenomen in de CAO. De vanaf 2011 genomen maatregelen hebben geresulteerd in een zodanige verbetering van de financiële positie van het fonds, dat voor 2013 kon worden besloten tot een verlaging van het bijdragepercentage tot 1,58%. Hoofdpunten van de regeling De huidige VUT-regeling geldt alleen voor werknemers die: zijn geboren vóór 1950, én vanaf 31 december 2000 onafgebroken deelnemen aan de pensioenregeling, én op het moment van uittreden ten minste 10 jaar onafgebroken werkzaam zijn in de bedrijfstak. Deze werknemers kunnen (op z'n vroegst) gebruik maken van de VUT-regeling op basis van navolgend schema. De uitkering gaat lopen vanaf de maand waarin de werknemer de vereiste leeftijd heeft bereikt.

8 'Geboren.in,.. :,., ' "'..' "7 ' :. '. Leeftijd waarop kan.worden uitgetreden jaar ,5 jaar jaar Daarnaast bestaat de mogelijkheid om op een later tijdstip uit te treden. De uitkering wordt echter nooit hoger dan 100% van de voor de werknemer geldende uitkeringsgrondslag. Deze grondslag wordt vastgesteld op het moment dat de werknemer voor het eerst gebruik kan maken van de regeling (vroegst mogelijke uittredingsleeftijd). Bovendien moet de uitkering in ieder geval ingaan als de werknemer 64 jaar en 9 maanden oud is. Als de uitkering bij uitstel boven 100% van de uitkeringsgrondslag uitkomt, wordt het meerdere gereserveerd om te worden overgedragen naar de voor de werknemer geldende pensioenregeling. De overdracht vindt plaats als de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Daarbij gelden de regels voor waardeoverdracht zoals de van toepassing zijnde pensioenregeling hanteert. Indien de werknemer geen tijdige aanvraag indient vervalt het recht op uitkering. Bij arbeidsongeschiktheid kan geen gebruik worden gemaakt van de regeling en bij vroegtijdig overlijden vervalt de reservering aan het VUT-fonds. Financiële positie van het fonds Uit de staat van baten en lasten blijkt een negatief saldo. Tevens bevat de algemene reserve ultimo boekjaar een negatief saldo. Door de stichting is een lange termijn prognose opgesteld van de vermogens- en liquiditeitspositie van de stichting, waarbij eveneens rekening is gehouden met in de toekomst te ontvangen premies en beleggingsrendementen. Op basis van deze prognose is gebleken dat er bij de stichting ultimo 2014 naar alle waarschijnlijkheid een positief saldo resteert. Doel van de Stichting Het doel van de Stichting is om aan werknemers, die van de in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervroegde uittreding voor het bioscoopbedrijf geboden mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces te treden gebruik maken, de daarvoor bij reglement vast te stellen uitkeringen te doen. 3.3 CAO, statuten en reglement Gedurende het boekjaar 2012 zijn geen wijzigingen in de CAO, de statuten en het reglement bekrachtigd door het bestuur. 3.4 VUT -breuk Vanaf 1 april 2012 is de ingangsdatum van de AOW verschoven van de V van de maand naar de 65 verjaardag. Met deze verschuiving ondervindt de VUT-gerechtigde van onze Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf (verder: VUT-fonds), een inkomenstekort. VUT-fondsen hebben van de Belastingdienst de ruimte gekregen om dit AOW-tekort vanuit de VUT te compenseren.

9 Het bestuur van uw VUT-fonds heeft alle mogelijkheden onderzocht om vanuit het fonds dit inkomenstekort te compenseren. Door onvoldoende financiële ruimte binnen het VUT-fonds, heeft het bestuur helaas moeten besluiten geen compensatie te verlenen voor het AOW-tekort vanaf 1 april Dit betekent dat het VUT-fonds op dit moment voldoende geld heeft om de VUT-uitkeringen uit te betalen, maar niet om extra grote uitgaven te doen als het compenseren van het AOW-tekort. Daarnaast is het bestuur is van mening dat het niet meer aan sociale partners is, noch aan de besturen van VUT-fondsen, om de problemen die de overheid creëert, op te lossen. De AOW-leeftijd gaat vanaf 1 januari 2013 stapsgewijs omhoog. In oktober 2012 maakten PvdA en WD hun Regeerakkoord^'Bruggen slaan', bekend. In dit regeerakkoord is besloten tot een versnelde verhoging van de AOWleeftijd conform het Herfstakkoord. Daarmee gaat de AOW-leeftijd vanaf 2016 versneld omhoog. Nieuw ten opzichte van het Herfstakkoord is dat het fiscale kader voor aanvullende pensioenen verder wordt beperkt dan in de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. Hiermee staat de AOW-leeftijd vast voor mensen die geboren zijn voor Na 2021 volgt jaarlijks een leeftijdsverhoging, op basis van de dan geldende levensverwachting. Met de verhoging van de AOW-leeftijd kunnen VUT-gerechtigden van ons VUT-fonds een extra inkomenstekort ondervinden. VUT-fondsen hebben van de Belastingdienst geen ruimte meer gekregen om deze AOW-tekorten vanuit het VUT-fonds te compenseren. Dit is namelijk in strijd met de fiscale regelgeving. Het Ministerie van Financiën houdt vast aan deze regelgeving omdat de regering het langer doorwerken wil stimuleren. Wel kunnen betrokkenen het AOW-gat compenseren door over deze periode te kiezen voor een hoger pensioen gevolgd door een levenslang lager pensioen. Degenen die nog met VUT gaan, kunnen het inkomensgat wel zelf opvangen door langer te blijven werken. Voor deelnemers die per 1 januari 2013 al een VUT-uitkering ontvangen, geldt vanaf 2013 onder strikte voorwaarden een overbruggingsregeling AOWleeftijdsverhoging. 3.5 Vrijstelling van premiebetaling Op 14 december 2011 (Staatscourant 16 december 2011) heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten tot algemeen verbindend verklaring (AW) van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf Dit besluit trad in werking op 1 januari 2012 en vervalt met ingang van 1 januari Geen AVV, dan alleen premieheffing bij georganiseerde werkgevers. Het Ministerie van SZW heeft vastgesteld dat er fondsen zijn die bij hun bijdrageheffing geen onderscheid maken tussen georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. In een AW- loze periode mag het fonds geen bijdrage in rekening brengen bij ongeorganiseerde werkgevers. Daarom werd voorgeschreven dat de incassoadministratie van het fonds gescheiden moet zijn in georganiseerde en ongeorganiseerde werkgevers. Binnen deze sector zijn alle werkgevers georganiseerd. 3.6 Premie VUT-premie Vanaf 2008 wordt de premie geheven over de totale loonsom van de werknemers van 21 jaar en ouder. Onder loonsom wordt verstaan al hetgeen aan de werknemer wordt betaald. Hierbij geldt wel met ingang van 2011 een maximum van per werknemer.

10 Gelet op de aflsouw van de regeling, waarvan de laatste deelnemer eind 2014 met pensioen gaat, en het * financieringstekort in 2010 hebben sociale partners besloten de premie met ingang van 1 januari 2011 te verhogen van 1,58% naar 1,93%. Dit besluit heeft geresulteerd in een verbetering van de financiële prognose van het verwachte saldo van baten en lasten inzake afwikkeling van de VUT-regeling. Vanaf 2013 kon door cao-partijen worden besloten het bijdragepercentage te verlagen naar 1,58%. Deze premie komt geheel ten laste van de werkgever. De formalisering van dit besluit door aanpassing van de VUT-CAO dient nog plaats te vinden. Indexatie Op grond van artikel 8 van de VUT-CAO worden de VUT-uitkeringen periodiek aangepast in overeenstemming met de prijscompensatieregeling, zoals overeengekomen in de CAO voor het bioscoopbedrijf Deze automatische aanpassing van de lonen aan de prijsstijging (artikel 18 lid 1 van de CAO voor het bioscoopbedrijf) is buitenwerking gesteld. Het financiële evenwicht van het VUT-fonds is immers kwetsbaar. Daarom hebben partijen besloten in 2012 de VUTuitkeringen niet aan te passen. De vanaf 2011 genomen maatregelen hebben geresulteerd in een zodanige verbetering van de financiële positie van hetfonds eind 2012, dat vanaf 1 januari 2013 kon worden besloten tot een toeslagverlening van 2%. 3.7 Begroting Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient het fonds de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor dit fonds het geval. 3.8 VUT-uitkeringen Algemeen In het verslagjaar is het aantal uittreders gedaald van 26 eind 2011 naar 21 eind Het aantal betaalde maanduitkeringen daalde van 420 in 2011 naar 270 in Gedurende het verslagjaar zijn 20 uittreders gepensioneerd. De totale uitkeringslasten bedroegen in en in De over 2012 vastgestelde bijdragen bedroegen Dit was niet toereikend om de uitkeringen op omslagbasis te voldoen. Aantal uittreders Het aantal lopende uitkeringen bedroeg per 31 december Aantal toegekende aanvragen 15 Aantal beëindigde uitkeringen 20 Aantal lopende uitkeringen per 31 december

11 Aantal uittreders. ' ' l l l l l Financieel beleid De VUT-regeling eindigt op 31 december Uit de staat van baten en lasten blijkt een negatief saldo. Tevens bevat de algemene reserve ultimo boekjaar een negatief saldo. Door de stichting is een lange termijn prognose opgesteld van de vermogens- en liquiditeitspositie van de stichting, waarbij eveneens rekening is gehouden met in de toekomst te ontvangen premies en beleggingsrendementen. Op basis van deze prognose is gebleken dat er bij de stichting ultimo 2014 naar alle waarschijnlijkheid een positief saldo resteert. De verwachting van het bestuur is dat alle uikeringen tot het einde van de regeling betaald kunnen worden. Op basis van de meest recent opgestelde prognose wordt een beperkt overschot verwacht aan het eind van de looptijd van de regeling. Het bestuur heeft nog geen besluit genomen inzake het bestemmen van het overschot Risicomanagement Vanuit de maatschappelijke ontwikkeling is het van steeds groter belang om het risico die het fonds loopt te managen. Het belangrijkste risico dat het bestuur onderkent, is het concentratierisico. Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen, in bijvoorbeeld de waardering(marklrisico) ofde financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico), grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. De belangrijkste vorm van concentratierisico in de bezittingen van het fonds is de concentratie van de liquide middelen bij één bank. Het fonds onderkent dit risico, maar acht de kans dat dit risico een mogelijke negatieve impact heeft op het fonds beperkt. De VUT-regeling eindigt ultimo Het risico kan zich voordoen dat het fonds niet alle uitkeringen kan voldoen. Het bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaren regelmatig prognoses opgesteld en indien nodig het beleid aangepast. Het bestuur verwacht dat ultimo 2014 een overschot resteert en acht het risico dat niet alle uitkeringen kunnen worden voldaan laag. In 2012 heeft het bestuur zich voorbereid op de (financiële) afwikkeling na afloop van de VUT-regeling, om risico's zoveel mogelijk te beperken. 10

12 3.11 Beleggingsbeleid Het beleggingsplan 2010» 2014 is door het bestuur vastgesteld in Rekeninghoudend met de omvang van het fonds, de wens om zo min mogelijk risico te lopen en de beperkte horizon tot eind 2014, voorzag het plan in een afbouw naar liquide categorieën. In 2012 belegde het fonds haar overtollige gelden in een beperkt aantal participaties van het F&C Geldmarktfonds in liquidatie. In december 2012 zijn de laatste participaties verkocht en houdt het fonds enkel nog liquide middelen aan. Voor de beleggingen heeft het fonds afspraken gemaakt over de hoogte van de minimale opbrengst na liquidatie van het Geldmarktfonds Belangrijke bestuurlijke voornemens en besluiten na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen belangrijke stellige bestuurlijke voornemens en besluiten voorgedaan Toekomstparagraaf Ultimo 2014 zullen de laatste uitkeringen vanuit de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Bioscoopbedrijf plaatsvinden. Hierna zijn er geen deelnemers meer die recht hebben op een VUT-uitkering vanuit het fonds. De CAO voor het fonds loopt op 31 december 2014 af Het bestuur zal vanaf 2013 over gaan tot besluitvorming ovër de ontbinding van het fonds en de bestemming van het naar verwachting batig saldo. De verwachting van het bestuur is dat alle uikeringen tot het einde van de regeling betaald kunnen worden. Op basis van de meest recent opgestelde prognose wordt een beperkt overschot verwacht aan het eind van de looptijd van de regeling Slotopmerkingen Nadere gegevens met betrekking tot de financiële gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar zijn vermeld in de op de volgende pagina's opgenomen jaarrekening. Wij danken iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van de Stichting. Amsterdam, 7 mei 2013 STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF De heer P. ten Kate, voorzitter De heer R. Sterk, secretaris 11

13 4 Jaarrekening 4.1 Balans per 31 december 2012 na resultaatverdeling Activa roelichting *) Beleggingen Liquiditeiten Vorderingen Premiedebiteuren Overige vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal *) De nummering verwijst naar de toelichting 12

14 Passiva Toelichting Eigen vermogen Algemene reserve.- 25 Beleggingsreserve Voorzieningen VUT-verplichtingen Schulden Uitkeringen, belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenpremie Overige schulden Totaal

15 4.2 Staat van baten en lasten over het boekjaar 2012 Toelichting Premiebaten Beleggingsopbrengsten Onttrekking aan de voorziening VUT-verplichtingen Bedrijfsopbrengsten Dotatie aan de voorziening VUT-verplichtingen Uitkeringslasten Sociale lasten en pensioenpremie Overige bedrijfskosten Bedrijfskosten Financiële baten en lasten Totaal Bestemming van het saldo van baten en lasten Algemene reserve Beleggingsreserve T_

16 4.3 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo van baten en lasten Aanpassingen voor: Herwaardering beleggingen Muatie voorzieningen Mutatie te vorderen bijdragen Mutatie schulden Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkoop beleggingen Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Samenstelling geldmiddelen Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen boekjaar Liquide middelen per 31 december

17 4.4 Algemene toelichting Doel Het doel van de stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna 'het fonds'), is om aan werknemers, die van de in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervroegde uittreding voor het bioscoopbedrijf geboden mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces te treden gebruik maken, de daarvoor bij reglement vast te stellen uitkeringen te doen. Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, dient het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt het fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het fonds het geval. Alle bedragen zijn vermeld in euro's x Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, voorzover niet anders vermeld, ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Rubriceringswijzigingen In de toelichting op de balans en de winst en verliesrekening vindt in 2012 in beperkte mate een andere uitsplitsing of samenvoeging plaats. Deze rubriceringswijzigingen bevorderen het inzicht in de jaarrekening. De belangrijkste rubriceringswijzigingen zijn dat met ingang van boekjaar 2012 de renteopbrengsten van de overige activa (liquide middelen) als financiële baten en lasten in plaats van beleggingsopbrengsten worden gepresenteerd. Hieronder is opgenomen op welke wijze de renteopbrengsten van de overige activa met ingang van 2012 worden verwerkt inclusief de financiële omvang van Dit heeft geen invloed op het vermogen en resultaat, de vergelijkende cijfers zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast. Omschrijving post Verwerkingswijze 2012 Verwerkingswijze 2011 Omvang 2011 Rente liquide middelen Financiële baten en lasten Beleggingsopbrengsten 9 16

18 Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Beleggingen Liquiditeiten Liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor liquiditeiten is het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde in het algemeen gering. De geldmarktfondsen worden gewaardeerd op basis van intrinsieke waarde. Vorderingen en schulden Deze posten bestaan uit handels- en overige vorderingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze posten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de winst-en-verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Algemene reserve Deze reserve is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een specifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen. Beleggingsreserve De beleggingsreserve is het verschil tussen de marktwaarde van de beleggingen enerzijds en de aankoopwaarde anderzijds. Negatieve ongerealiseerde verschillen worden aan de beleggingsreserve onttrokken voor zover deze toereikend is. Voorziening VUT-verplichtingen In de huidige regeling is een Spaarvut bepaling opgenomen. Hierbij spaart een werknemer bij uitstel van uittredingsdatum het deel van de uitkering vanaf het moment dat de werknemer uit mag treden. Bij ingang van de uitkering verkrijgt de werknemer (uitkeringsgerechtigde) een hogere uitkering. De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. Schulden op korte termijn Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. In het algemeen geldt dat bij het opmaken van de jaarrekening nog niet alle gegevens definitief zijn vastgesteld. Met name geldt dit voor de verwerking van de premie van de deelnemers. De effecten hiervan worden dan in het volgend jaar verantwoord. Resultaatbestemming Het saldo van baten en lasten wordt gedoteerd aan of geput uit het eigen vermogen. 17

19 4.5 Toelichting op de balans Beleggingen Liquiditeiten Stand per 1 januari Veri<open Koersresultaat 7 2 Stand per 31 december Voor de beleggingen heeft het fonds afspraken gemaakt over de hoogte van de minimale opbrengst na liquidatie van het Geldmarktfonds Vorderingen Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde Premiedebiteuren De post premiedebiteuren is als volgt opgebouwd: Openstaande facturen Voorziening dubieuze debiteuren _ Totaal 6 9 Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingen. Voor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico's wordt gezamenlijk een schatting gemaakt van verliezen en risico's op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stellen wordt gerekend tot de statische methode. In 2012 is een bedrag van 37 gedoteerd aan de voorziening. (2011: 28 gedoteerd). 18

20 Overige vorderingen en overlopende activa Nadere vaststelling lopend boekjaar in volgend boekjaar Totaal Liquide middelen De samenstelling van de liquide middelen is als volgt: Rekening Courant Staalbankiers 90 2 Spaarrekening Zakelijk Staalbankiers Totaal Onder de liquide middelen worden opgenomen die tegoeden op bankrekeningen die direct opeisbaar zijn Eigen vermogen Algemene reserves Het vertoop is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari Dotatie/geput uit Stand per 31 december Op 31 december 2012 is sprake van een niet uit de balans blijkende verplichting, zijnde de in de toekomst te verrichten uitkering inzake (spaar)vut, aan werknemers die voldoen aan de voorwaarden voor de regeling, maar die op balansdatum nog geen aanvraag tot deelname hebben gedaan. 19

21 De omvang van deze verplichting is op basis van de voor de stichting beschikbare gegevens en uitgaande van de situatie dat alle werknemers die voldoen aan de voorwaarden kiezen voor deelname aan de regeling (derhalve een 'worst case scenario'), berekend op een bedrag van 449 per eind 2012 (ultimo 2011: 1.584). Het beschikbaar vermogen zou, indien deze verplichting meegewogen wordt in de bepaling van de vermogenspositie ultimo /- 574 (2011: -/ ) bedragen. Door de stichting is een lange termijn prognose opgesteld van de vermogens en liquiditeitspositie van de stichting, waarbij eveneens rekening is gehouden met in de toekomst te ontvangen premies en beleggingsrendementen. Op basis van deze prognose is gebleken dat er bij de liquidatie van de stichting ultimo 2014 naar alle waarschijnlijkheid een positief saldo resteert. Over de aanwending van het saldo dient nog besluitvorming plaats te vinden. Tussentijds zullen er naar verwachting geen liquiditeitstekorten aanwezig zijn. Beleggingsreserve Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari 7 17 Dotatie/geput uit i per 31 december Voorzieningen De voorziening VUT-verplichtingen heeft betrekking op lopende VUT-uitkeringen. Stand per 1 januari Vrijval Dotatie ^^ Stand per 31 december In de eindstand van de voorziening per 31 december 2012 is rekening gehouden met de per 1 januari 2013 geldende indexatie van 2% Schulden Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 20

22 Ultkenngen, belastingen en premies sociale verzekeringen De post is als volgt gespecificeerd: Loonheffing Sociale lasten 3 4 Totaal Overige schulden De post Is als volgt gespecificeerd: Advies- en controlekosten 6 7 Administratiekosten Terug te betalen premies aan werkgevers 5 3 Diversen 3 1 Totaal

23 4.5.7 Niet in de balans opgenomen verplichtingen Verplichting inzake niet ingegane uitkeringen Het fonds kent een voorwaardelijke verplichting met betrekking tot uitkeringen die in de komende jaren zullen ingaan. Aan deze uitkering zijn diverse voorwaarden verbonden, die worden getoetst voordat de uitkering zal worden toegekend. Op het moment van vaststelling van de jaarrekening kon het bedrag inzake de verplichting met betrekking tot potentieel verschuldigde, maar nog niet ingegane uitkeringen niet voldoende betrouwbaar worden vastgesteld. Derhalve is deze post niet als voorziening opgenomen in de jaarrekening. 22

24 4.6 Toelichting op de staat van baten en lasten Baten Premiebaten De premiebaten zijn als volgt opgebouwd: Premie boekjaar Nadere vaststelling over voorgaande jaren Mutaties inzake voorziening premievorderingen Afschrijving premievorderingen Totaal De premiebaten voorgaande jaren zijn verantwoord conform de door de werkgevers verstrekte definitieve loonopgaven. Het premiepercentage voor 2012 is evenals in ,93% Beleggingsopbrengsten Naast de gerealiseerde rentebaten worden hieronder tevens de gerealiseerde en ongerealiseerde waardemutaties verantwoord. Koersresultaat liquiditeiten 7 2 Af: Beleggingskosten _ -1-3 Totaal

25 4.6.2 Lasten Uitkeringslasten Hieronder zijn de aan het verslagjaar toegerekende uitkeringen opgenomen. Deze post is als volgt opgebouwd: (Bruto) uitkeringen Spaarvut _ 2 1 Totaal Sociale lasten en pensioenpremies Deze post is als volgt opgebouwd: Sociale lasten Pensioenpremies Totaal Overige bedrijfskosten Deze post is als volgt gespecificeerd: Administratiekosten Kosten accountant; controle van de jaarrekening 5 7 Bestuurskosten 3 1 Advieskosten - 9 Overige 6 1 Totaal Bestuurdersbezoldiging Onderde bestuurskosten is een bedrag van 3 aan vacatiegelden verantwoord (2011: 1) 24

26 Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheeractiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer dan wel vermogensbeheerder Financiële baten en lasten Rente liquide middelen 6 Rente premiedebiteuren Diverse rentebaten en rentelasten -1 Totaal Gebeurtenlssen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de stichting. Amsterdam, 7 mei 2013 Stichting Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf Namens het bestuur. P. ten Kate R. Sterk Voorzitter Secretaris 25

27 5 Overige gegevens 5.1 Bestemming van het saldo van baten en lasten Het resultaat boekjaar is gedoteerd aan de het financieringstekort. 5.2 Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting. 26