TOELATINGSVOORWAARDEN EN ATTESTEN

Transcriptie

1 TOELATINGSVOORWAARDEN EN ATTESTEN Met een A - ATTEST mag je naar alle basisopties of beroepenvelden van een tweede jaar. Met een B - ATTEST mag je, afhankelijk van de beperkingen die op je rapport staan: naar het tweede leerjaar van de eerste graad Op het rapport wordt vermeld welke basisopties je NIET mag volgen. naar het beroepsvoorbereidend leerjaar Je mag natuurlijk ook het jaar overzitten. Als je het jaar hebt gedubbeld mag je het meest gunstige attest gebruiken. Het kan immers gebeuren dat je na je bisjaar een C- attest behaalt. Met een C - ATTEST in het eerste leerjaar kan je toch naar het beroepsvoorbereidend leerjaar. Je mag natuurlijk ook het jaar overzitten. Deze attesten moet je opvolgen en blijven gelden bij een schoolverandering. SPECIFIEKE TOELATINGSVOORWAARDEN Als je 14 jaar wordt (ten laatste op 31/12) mag je op basis van je leeftijd naar het beroepsvoorbereidend leerjaar op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad hiervoor toestemming geeft. Je blijft dan voltijds leerplichtig tot 16 jaar i.p.v. 15 jaar. Voor de basisoptie ballet kan de school (dus geen verplichting) een geschiktheidsproef organiseren. Die geschiktheidsproef is eenmalig: als je slaagt geldt dit voor de hele duur van je opleiding. De proef peilt naar je artistieke aanleg. Voor de basisopties en de beroepenvelden waarin je rechtstreeks met voedingswaren in aanraking komt dien je over een medische geschiktheidsverklaring te beschikken. Deze wordt opgesteld door een arts aangesteld door de school (bijv; de huisarts) en geldt voor de ganse duur van je secundaire studies. Topsport kan je volgen als je over een topsportstatuut beschikt. De klassenraad kan ook een ADVIES geven om je te helpen bij je verdere studiekeuze. Je bent niet verplicht om dit advies op te volgen. GETUIGSCHRIFTEN Wie slaagt in de eerste graad van het secundair onderwijs behaalt de volgende GETUIGSCHRIFTEN: Het GETUIGSCHRIFT BASISONDERWIJS na het eerste leerjaar en het beroepsvoorbereidend leerjaar, indien je dit nog niet had behaald; Het GETUIGSCHRIFT VAN DE EERSTE GRAAD na het tweede leerjaar.

2 Hoe kiezen Een verantwoorde studiekeuze maken is een complex proces. Je moet trachten een beeld te vormen van je: CAPACITEITEN, TALENTEN Elke studierichting stelt bepaalde eisen, die je moet vergelijken met je eigen mogelijkheden. Als deze eisen te hoog zijn, ga je uiteindelijk falen. Teveel teleurstellingen kunnen je gedrag op een minder gunstige wijze beïnvloeden (bijv. geen inspanningen meer leveren, agressie ). Als je anderzijds een richting kiest met te lage eisen, kan het gebeuren dat je jezelf verveelt en je keuze later betreurt. BELANGSTELLING, INTERESSE Welk leervak doe ik met plezier? Wat doe ik graag in mijn vrije tijd? Waarom boeien deze activiteiten mij? Het kan zijn dat je mensen graag leiding geeft of helpt of liever alleen werkt. Het is mogelijk dat je voorkeur uitgaat naar mooie dingen ontwerpen, bezig zijn met cijfers en/of talen. Of misschien verkies je om met je handen te werken, in de natuur bezig te zijn Je kiest best een studierichting die zoveel mogelijk aansluit bij je interesses. STUDIEHOUDING Ben ik gemotiveerd? Stel ik hoge eisen aan mezelf en wil ik hard werken om ze te realiseren? Kan ik mij blijven inzetten voor een doel dat ik in de toekomst wil bereiken (bijv. een beroep, geld, succes, kennis )? Of wil ik onmiddellijk resultaat? Kan ik mij concentreren op mijn lessen? Laat ik mij niet te vlug afleiden? Heb ik een goede studiemethode? Kan ik mijn studiewerk plannen en mij daar aan houden? Heb ik voldoende zelfvertrouwen om iets te vragen in de klas, bij een toets, om een minder goed rapport te verwerken? Je SCHOOLRESULTATEN zijn meestal een goede weerspiegeling van deze factoren. Als je ernstige moeilijkheden hebt met de leerstof van een vak of verschillende vakken wordt slagen in het volgend leerjaar twijfelachtig. Dit geldt in de eerste plaats voor studierichtingen waar dit vak of deze vakken nog meer lesuren krijgen en verder worden uitgediept. Voor sommige studierichtingen zal je ook rekening moeten houden met factoren zoals je GEZONDHEID en de financiële mogelijkheden van je ouders. Verder moet je ook je weg vinden in het AANBOD VAN STUDIERICHTINGEN EN LESSENROOSTERS. Tenslotte moet je proberen alles op elkaar af te stemmen en een beslissing nemen. Bij dit keuzeproces sta je niet alleen. Je kan een beroep doen op leerkrachten, ouders, vrienden Jij en je ouders kunnen ook steeds terecht bij het CLB voor studie-informatie. (De lessenroosters kan je meestal ook terugvinden in de brochures van de scholen, die deze opleidingen oprichten.) In de loop van de volgende jaren zal je meer informatie krijgen over je verdere studiemogelijkheden. Deze brochure kan later ook nuttig zijn. Bewaar ze!

3 Wat kiezen ASO of ALGEMEEN SECUNDAIR ONDERWIJS Je volgt hoofdzakelijk theorie (leren uit boeken): talen, wiskunde, wetenschappen, economie, Je wordt voorbereid op een studie in het hoger onderwijs. ASO vind je in de 1-ste; 2-de en 3-de graad TSO of TECHNISCH SECUNDAIR ONDERWIJS Je krijgt naast algemene vakken ook technische vakken: chemie, elektromechanica, handel, kleding, bakkerij, landbouw, Deze vakken oefen je eveneens in de praktijk. Achteraf kan je gaan werken of verder studeren. TSO vind je in de 2-de en 3-de graad KSO of KUNSTSECUNDAIR ONDERWIJS Je krijgt algemene vakken en leert muziek, dans, toneel, creëren met film en geluid of ontwerpen met potlood, papier, verf, klei, Na deze opleiding kan je best verder studeren. KSO vind je in de 2-de en 3-de graad BSO of BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS Je leert een beroep: bouw, elektrische installaties, bakkerij, haartooi, De praktijk krijgt meer aandacht dan het leren uit boeken. Eventueel volg je een zevende leerjaar of je gaat werken. BSO vind je in de 1-ste; 2-de en 3-de graad

4 Alle studiemogelijkheden EERSTE JAAR De LESSENTABEL omvat 32 lestijden: een BASISVORMING van 28lestijden +een KEUZEGEDEELTE = 4 lestijden. BASISVORMING 28u KEUZEGEDEELTE 4u Eerste GRAAD A - Stroom TWEEDE JAAR De LESSENTABEL omvat 32 of 34 lestijden: een BASISVORMING van 26 lestijden +een BASISOPTIE = 6 of 8 lestijden. BASISVORMING van 26 lestijden Godsdienst/Zedenleer 2 Aardrijkskunde 1 Biologie 1 Engels 2 Frans 3 Fysica 1 Geschiedenis 2 Lichamelijke Opvoeding 2 Nederlands 5 Plastische Opvoeding 1 Wiskunde 4 Technologische Opvoeding 2 Meer theoretisch gerichte basisopties MODERNE WETENSCHAPPEN ( 6u) Economie 2 Wetenschappelijk werk 2 (= biologie + fysica) Keuze uit(2u): Aardrijkskunde +1 en OF Dactylografie 1 OF Sport 2 OF Nederlands (taalsteun) +2 LATIJN ( 6u) Latijn 4 Wetenschappelijk werk (= biologie + fysica) 2 GRIEKS-LATIJN ( 6u) Grieks 2 Latijn 4 INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN ( 8u) Wetenschappelijk werk (= biologie + fysica) 2 Elektriciteit 1 Mechanica 2 praktijk Elektriciteit 1 praktijk Mechanica 2 HANDEL ( 6u) Aardrijkskunde +1 Dactylografie 1 Handel 4 Meer kunst gerichte basisopties BALLET (S) ( 6u) Klassieke dans 6 ARTISTIEKE VORMING (S) ( 6u) Kunstinitiatie 4 Keuze uit( 2u): Beeldende vorming 2 OF Algemene Verbale vorming 2

5 OF Instrument 2 OF Hedendaagse dans 2 Meer praktisch gerichte basisopties BOUW- EN HOUTTECHNIEKEN ( 8u) Bouw 2 Hout 2 praktijk Bouw 2 praktijk Hout 2 MECHANICA-ELEKTRICITEIT ( 8u) Mechanica 2 Elektriciteit 1 praktijk Mechanica 3 praktijk Elektriciteit 2 SOCIALE EN TECHNISCHE VORMING( 8u) Muzikale opvoeding 1 Plastische opvoeding +1 Gezinstechnieken 2 praktijk Gezinstechnieken 4 AGRO- EN BIOTECHNIEKEN (S) ( 8u) Agrarische technieken 2 praktijk Agrarische technieken 6 GRAFISCHE COMMUNICATIE EN MEDIA(S) ( 8u) Grafische technieken 2 praktijk Grafische technieken 6 HOTEL - VOEDING (S) ( 8u) Bakkerij/Hotel/Slagerij 3 praktijk Bakkerij/Hotel/Slagerij 5 MARITIEME TECHNIEKEN (S) ( 6u) Nautische technieken/ Scheepvaart/ Zeemanschap 1 Scheepswerktuigkunde/ Mechanica/ Elektromechanica 1 praktijk Nautische technieken/ Zeemanschap 2 praktijk Scheepswerktuigkunde/ Mechanica/ Elektromechanica 2 Meer sport gerichte basisopties TOPSPORT (S) ( 6u) 6 TECHNIEK WETENSCHAPPEN (belangrijkste vak Natuurwetenschappen), alsook RUDOLF STEINERPEDAGOGIE (S), alsook YESHIVA (in Joodse scholen) (S), alsook CREATIE EN VORMGEVING (S) (belangrijkste vak Kleding), alsook TEXTIEL (S) worden niet ingericht in het GO! (S) Specifieke basisopties kan je slechts in een beperkt aantal scholen volgen. Wat meer uitleg over sommige vakken van de basisopties: Agrarische technieken (agro- en biotechnieken) Je maakt kennis met de land- en tuinbouwsector: bloementeelt, groenteteelt, akkerbouw, veeteelt, bloemsierkunst, bosbouw, tuinaanleg, meststoffen, pesticiden, potgronden je leert over de levenscyclus van een plant en de verschillende technieken om planten te telen. Je kweekt zelf planten op een eigen perceel op school. Je verneemt meer over de economische betekenis van deze sector en over de invloed op het milieu. Algemene verbale vorming (artistieke vorming) Je leert in dit vak je adequaat te uiten en in te leven in anderen. Ook de techniek van het spreken (ademhaling, stemvorming, articulatie ) en de lichaamstaal komen aan bod. Beeldende vorming (artistieke vorming) Via het vak plastische opvoeding heb je reeds inzicht gekregen in waarnemen, vormgeven

6 en verwoorden van beeldende creaties. In dit vak leer je meer over vorm, kleur en compositie in theorie en in de praktijk met verschillende materialen zoals potlood, verf, breekmes en schaar, Artistieke vakken peilen ook naar je aanleg en belangstelling om je op een creatieve manier te uiten. Als je talent hebt kan dit leiden tot de keuze van een studierichting in het kunstsecundair onderwijs. Dactylografie (handel en moderne wetenschappen) Je leert vlot blind en ritmisch typen op de computer. Dit is van belang voor het latere tekstverwerken. Economie en Handel (handel en moderne wetenschappen) In dit vak leer je over economische activiteit, gezinsbudget en overheidsbudget, arbeid en inkomen, productie en distributie (sectoren in het bedrijfsleven, binnenlandse en buitenlandse handel, vervoermiddelen, verzekeringen ), geld en consumptie, Elektriciteit (industriële wetenschappen en mechanica elektriciteit) je verneemt meer over hoe elektriciteit ontstaat, het verschil tussen gelijkspanning (batterij) en wisselspanning (centrale), de uitwerkingen (warmte, licht, vonk, ), de elektrische grootheden (stroom, spanning, weerstand ), over veiligheid Je leert een stroom- en schakelschema tekenen, de draden aanduiden in een leidingschema, het grondplan van een woning lezen In de praktijk monteer je schakelaars, contactdozen, snoeren Fysica (moderne wetenschappen en industriële wetenschappen) Zoals in de lessen biologie leer je werken volgens de wetenschappelijke werkmethode. Stoffen zetten uit bij verwarmen en krimpen bij bevriezen. Je beweegt eventjes naar voor als de trein stopt en eventjes naar achter als de trein vertrekt De fysica tracht deze natuurverschijnselen te beschrijven, te verklaren en om te zetten in wetten die in een wiskundige taal geformuleerd overal en altijd van toepassing zijn. Als studieobject heeft de fysica zowel de kleinste bouwstenen van de materie (bijv. kristallen, atomen) als structuren in het heelal (bijv. planeten). Gezinstechnieken (sociale en technische vorming): Je verneemt meer over hygiëne, veiligheid, voedingsleer en technieken in de keuken (recepten, voedingsmiddelen wegen, reinigen, snijden, koken, verpakken en bewaren ). Je leert tafeldekken, opdienen en afruimen, goede omgangsvormen, tafelmanieren In de tweede en derde graad krijg je ook wetenschappelijke vakken (fysica, scheikunde, biologie). Grafische Technieken Je verneemt meer over drukwerk, typografie (letters, bladschikking, tekstopmaak met de computer ), kleurenleer, de verschillende soorten papier en drukmethoden. Je leert drukvormvoorbereiding (manueel zetten en met tekstverwerking, illustraties en foto s maken ), druktechnieken (zeefdruk, hoogdruk, offset ), papier- en kartonverwerking. Je leert via bezoeken de grafische industrie kennen. Mechanica (industriële wetenschappen en mechanica elektriciteit) Je verneemt meer over de eigenschappen (geleidbaarheid, hardheid ) en toepassingen van metalen (staal, gietijzer, koper, aluminium, ) en kunststoffen. Je leert perspectief, meetkundige constructies tekenen op papier en met de PC Je leert gereedschappen en machines veilig gebruiken, verbindingstechnieken (soldeer, bout en moer, puntlas ), overbrengingen (tandwiel, riem), demonteren en monteren, sturingen (MFA-panelen), pneumatica Natuurwetenschappen (techniek-wetenschappen) Je leert werken met elektrisch materiaal, maatcilinder, microscoop, thermometer, bunsenbrander Je verneemt meer over de niet-levende stof (bijv. brandbare stof) en levende wezens (planten en dieren), over meettechnieken, scheidingstechnieken (bijv. kristallisatie, centrifugatie), microscopie, elektrische verschijnselen (bijv. stroomsterkte,

7 spanning), warmte en verbranden, veiligheid, het milieu... EERSTE GRAAD 1B = aanpassingsjaar EERSTE JAAR De LESSENTABEL omvat 32 lestijden: een BASISVORMING van 28lestijden +een KEUZEGEDEELTE = 4 lestijden. (De school bepaalt zelf welke keuzegedeeltes gecombineerd worden) BASISVORMING 28u EERSTE GRAAD B Stroom TWEEDE JAAR= beroepsvoorbereidend leerjaar De LESSENTABEL omvat 34 lestijden: een BASISVORMING van 16 lestijden + een BEROEPENVELD OF EEN COMBINATIE VAN TWEE BEROEPENVELDEN = 18 lestijden (De school bepaalt zelf welke beroepenvelden gecombineerd worden) BASISVORMING 16u Nederlands 3 Wiskunde 2 Frans 2 Aardrijkskunde 1 Geschiedenis 1 Natuurwetenschappen 1 (OF Project algemene vakken: 2 of meer van bovengenoemde vakken worden dan samengevoegd ) Lichamelijke opvoeding 3 Plastische opvoeding 1 Godsdienst/Zedenleer 2 KEUZEGEDEELTE 4u + EEN COMBINATIE VAN TWEE BEROEPENVELDEN van 9 lestijden = 18 lestijden BOUW Bouw 2 praktijk Bouw 7 DECORATIE Plastische en decoratieve technieken 2 praktijk Plastische en decoratieve technieken 7 ELEKTRICITEIT Elektriciteit 2 praktijk Elektriciteit 7 HAARZORG Haartooi 2 praktijk Haartooi 7 HOUT Hout 2 praktijk Hout 7 KANTOOR EN VERKOOP Economie 2 Nederlands 1 Dactylografie 3 Handel 3 METAAL Mechanica 2 praktijk Mechanica 7 VERZORGING-VOEDING Voeding 1 praktijk Voeding 4 Verzorging 1 praktijk Verzorgingstechnieken 3 RIJN- EN BINNENVAART(S) Rijn- en Binnenvaart 2 praktijk Rijn- en Binnenvaart 7 MODE (S) Mode 2 praktijk Mode 7

8 OF wel + één BEROEPENVELD = 18 lestijden NIJVERHEID Nijverheidstechnieken 3 (2u mechanica en 1u elektriciteit) praktijk Nijverheidstechnieken 6 (3u mechanica en 3 u elektriciteit) Hout 2 praktijk Hout 3 Keuzegedeelte( 4u): Bouw 1 praktijk Bouw 3 OF Grafische technieken 1 praktijk Grafische technieken 3 OF Plastische en decoratieve technieken 1 praktijk Plastische en decoratieve technieken 3 HOTEL-BAKKERIJ-SLAGERIJ (S) Bakkerij/Hotel/Slagerij 4 praktijk Bakkerij/Hotel/Slagerij 14 LAND- EN TUINBOUW (S) Agrarische technieken 4 praktijk Agrarische technieken 14 MARITIEME VORMING (S) Praktische oefeningen nautische technieken 6 Praktische oefeningen scheepswerktuigkunde 4 Nautische technieken 5 Zeemanschap 3 Het beroepenveld TEXTIEL (S) wordt niet ingericht in het GO! (S) Specifieke beroepenvelden kan je slechts in een beperkt aantal scholen volgen. Voor de beroepenvelden waarin leerlingen met voeding in aanraking komen moeten de leerlingen over een verklaring van lichamelijke geschiktheid beschikken. De beroepenvelden laten je kennismaken met diverse beroepen: Bouw: metser, stukadoor, vloerder, voeger, betonwerker, grondwerker, bekister Decoratie: schilder, behanger, plaatser van wand- en vloerbekleding, etalagist, meubelstofeerder, standenbouwer, ontwerper of uitvoerder van ontwerpen in de reclamewereld, drukker Elektriciteit: installatiemonteur, bedrader-monteur, onderhoudstechnicus, hersteller Haartooi: kapper in een kapsalon, aan huis, in de verzorgingssector, bij film, tv, toneel Hout: timmerman, binnen- of buitenschrijnwerk, meubelmaker, dakwerker Kantoor: kantoorbediende met uitvoerende werkzaamheden zoals klasseren, beantwoorden en doorverbinden van telefoons, documenten controleren, kopiëren, eenvoudige zakelijke brieven schrijven, boekhouden, onthaal en PC-gebruik. Land- en tuinbouw: bloementeler, groenteteler, veeteler, akkerbouwer Metaal: plaatbewerker, draaier, frezer, lasser, mecanicien, installateur centrale verwarming en sanitair Mode: confectiearbeidster, verkoopster, retoucheuse, patroon tekenen, stikster, strijkster, zelfstandig naaister Verzorging: kinderzorg, thuiszorg, bejaardenzorg, gehandicaptenzorg Voeding: kok, kelner, bakker, slager