3. Een criminele organisatie betreft een organisatie van meer dan twee personen.
|
|
- Ludo van der Linden
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting 1. Het misdrijf van mensensmokkel, zoals door de Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers voorzien in het huidige artikel 77bis van de Vreemdelingenwet, is een nieuw misdrijf. 2. De omschrijving van de ten laste gelegde feiten laat beklaagden dan ook toe na te gaan wat hen ten laste wordt gelegd, zonder dat zij daartoe op zoek moeten gaan in het strafdossier. Het is niet vereist dat in de verwijzingsbeschikking of de dagvaarding de bewijslast wordt aangevoerd. 3. Een criminele organisatie betreft een organisatie van meer dan twee personen. 4. De verzwarende omstandigheid van een bijzonder kwetsbare positie ten gevolge van hun onwettige of precaire administratieve toestand of van hun precaire sociale toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, vereist een vrijheidsbeperking als beoordelingselement van de bijzonder precaire toestand: de betrokken slachtoffers moeten met andere woorden feitelijk in hun mogelijkheden anders te kiezen beperkt zijn door een kwetsbare situatie waarin ze zich bevonden tengevolge van hun onwettige of precaire administratieve toestand of van hun precaire sociale toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid. Volledige tekst Het Hof van Beroep, zitting houdende op 4 februari 2010 te Antwerpen, Veertiende kamer ( ) 1. Het hoger beroep van beklaagde E. F. is ontvankelijk, behoudens voor zover het ook gericht is tegen de hem verleende vrijspraken en afwijzingen van de vorderingen van het Openbaar Ministerie. Het op 21 januari 2009 aangetekend hoger beroep van het Openbaar Ministerie tegen beklaagde D. E. en E. F., dat werd beperkt tot de gedeeltelijke vrijspraak en de niet toekenning van de gevorderde verbeurdverklaring, is ontvankelijk. Het op 23 januari 2009 aangetekend hoger beroep van het Openbaar Ministerie tegen beklaagde E. F. is ontvankelijk, doch enkel voor zover het een uitbreiding van het hoger beroep dat reeds aangetekend werd op 21 januari 2009 inhoudt. Ingevolge deze hogere beroepen is het Hof ten opzichte van beklaagde E. F. gevat van de strafvordering ten aanzien van alle tenlasteleggingen. Ten aanzien van beklaagde D. E. zijn enkel de tenlasteleggingen waarvan hij werd vrijgesproken, en met name I, II, V en VI, en de door het Openbaar Ministerie ten aanzien van deze beklaagde gevorderde verbeurdverklaring hangende voor het Hof. 2. De wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers heeft op ingrijpende wijze de ten aanzien van de sub II ten laste gelegde feiten van mensenhandel toepasselijke strafwetgeving gewijzigd.
2 De feiten sub II dienen dienvolgens te worden geactualiseerd als volgt: Wetens en willens een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie te hebben geholpen het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, binnen te komen of aldaar te verblijven, dan wel erdoor te reizen, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, hetzij in de handelingen die de binnenkomst, de doorreis of het verblijf voorbereid hebben of ze vergemakkelijkt hebben, hetzij in de feiten die ze voltooid hebben, waarbij de hulp niet voornamelijk om humanitaire redenen werd verleend (Artikel 77 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen). Het misdrijf van mensensmokkel, zoals door de Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers, voorzien in het huidige artikel 77bis van de Vreemdelingenwet, was niet bestaande op het ogenblik dat de feiten, waarvan het Hof thans is gevat, werden gepleegd. Enkel het nog steeds in artikel 77 voorziene misdrijf van hulp aan illegale immigratie dient te worden aangehouden, zoals thans voorzien door de voornoemde Wet van 10 augustus Te dezen werd door het Openbaar Ministerie een nota neergelegd. Het betreft overigens dezelfde feiten en de thans voorziene kwalificatie is minder zwaar. 3. De verjaring van de strafvordering is niet bereikt. Er is een rechtsgeldige stuiting tussengekomen door de verwijzingsbeschikking van 29 augustus 2008 en geen termijn langer dan de toepasselijke verjaringstermijn is verlopen tussen de onderscheiden aangehouden feiten. Beklaagde E. F. houdt voor dat de strafvordering niet ontvankelijk is omdat hij niet afdoende zou weten welke feiten en misdrijven hem ten laste worden gelegd. De verwijzingsbeschikking en de daarop volgende dagstelling zijn nochtans afdoende duidelijk. De rechten van verdediging van deze beklaagde zijn dan ook niet geschonden. Dit wordt bevestigd door het feit dat onder de verschillende tenlasteleggingen niet steeds dezelfde slachtoffers worden vernoemd. Uit het gevoerde strafonderzoek kan uiteraard worden opgemaakt waarom onder de ene tenlastelegging wel en onder de andere niet een bepaalde persoon als slachtoffer werd opgenomen. Het is niet vereist dat, in de omschrijving van de tenlasteleggingen, het Openbaar Ministerie de redengeving van deze verschillen opneemt. Om dezelfde redenen dient niet te worden uiteengezet in de dagvaarding waarom werd besloten tot het voorzien van de verzwarende omstandigheid van het misbruik van de bijzondere kwetsbare positie waarin de slachtoffers zouden verkeren. Overigens voorziet de wettelijke misdrijfomschrijving gedetailleerd en beperkend welke omstandigheden een bijzondere kwetsbaarheid kunnen veroorzaken. Verder duidt de dagvaarding aan over welk witgewassen bedrag het gaat en is het Openbaar Ministerie van oordeel dat die investering gelden betreft die rechtstreeks uit een misdrijf zijn bekomen. Het is te dezen dan ook niet vereist dat verder wordt aangeduid waaruit de criminele oorsprong bestaat. De omschrijving van de ten laste gelegde feiten laat beklaagden dan ook toe na te gaan wat hen ten laste wordt gelegd, zonder dat zij daartoe op zoek moeten gaan in het strafdossier. Het is niet vereist dat in de verwijzingsbeschikking of de dagvaarding de bewijslast wordt aangevoerd. Het is uiteraard noodzakelijk dat beklaagde zijn verdediging voert in samenlezing met het strafdossier. Dat in het strafdossier, naar beklaagde oordeelt, met betrekking tot de ten laste gelegde feiten, weinig of geen bewijzen kunnen worden teruggevonden, bevestigt alleen maar dat de verwijzingsbeschikking voldoende duidelijk is geweest. De overwegingen van beklaagde in de laatste twee alinea s van het zesde blad van zijn conclusie betreffen dan ook reeds de beoordeling ten gronde.
3 Eveneens irrelevant is de overweging van beklaagde dat de aanvangsdatum van de incriminatieperiode geen uit het dossier volgende keuze is, doch werd gekozen op grond van het in werking treden van de nieuwe wetgeving op de mensenhandel (achtste blad van zijn conclusie in fine). Beklaagde verbindt aan deze overweging geen rechtsgevolg en het enkele feit dat een verschillende aanvangsdatum wordt voorzien voor de tenlastelegging I en IV is een onvoldoende feitelijke grond voor dit middel. Het betreft overigens maar een periode waarin op niet nader te bepalen ogenblikken de feiten werden gepleegd. 4. De schuld van beklaagden D. E. en E. F. aan het hen sub V ten laste gelegd feit is ook thans niet bewezen geworden door het strafonderzoek en het onderzoek ter terechtzitting. Te dezen dient eerder te worden vastgesteld dat beklaagde E. F. zijn vermogen heeft willen onttrekken aan zijn eventuele schuldeisers, waaronder de Nederlandse Belastingsadministratie. Beklaagde zet zelf uiteen in conclusies dat hij een niet onaardig inkomen had verdiend (tweede blad van zijn conclusie) en uit het strafonderzoek is komen vast te staan dat hij juridisch niet verbonden kon worden aan de betrokken uitbating van het ontuchthuis, terwijl het afdoende bewezen is dat hij er feitelijk wel bij betrokken was, zoals hierna verder uiteengezet. Het was immers de bedoeling van beide beklaagden dat het verborgen zou blijven dat beklaagde F. investeerde in de betrokken club. Beide beklaagden worden dan ook van dit feit vrijgesproken. 5. De schuld van beklaagden D. E. en E. F. aan het hen sub VI ten laste gelegde feit is evenmin bewezen geworden door het strafonderzoek en het onderzoek ter terechtzitting. Beide beklaagden worden vervolgd deelgenomen te hebben aan een criminele organisatie om een huis van ontucht uit te baten gebruikmakend van meisjes die een illegaal of precair verblijf hielden. Zij worden er niet van verdacht deel te hebben uitgemaakt van een criminele organisatie die zich ook bezighield met witwas- of drugdelicten (Cfr. samenvattend Proces-verbaal van 10 mei 2007, blz. 8). Het is geenszins bewezen dat ook anderen van deze, onder de tenlastelegging beschreven criminele organisatie, deel zouden hebben uitgemaakt, zodat dient te worden vastgesteld dat het te dezen een organisatie betreft van niet meer dan twee personen. Beide beklaagden worden dan ook van dit feit vrijgesproken. 6. De schuld van beklaagde D. E. aan de hem sub II ten laste gelegde feiten, zoals heromschreven, is niet bewezen geworden door het strafonderzoek en het onderzoek ter terechtzitting. De in de tenlastelegging genoemde personen werden door deze beklaagde aangemeld bij de lokale politie te Lanaken als tewerkgesteld in de betrokken Club, uitgebaat door deze beklaagde. Of deze personen aldus in strijd met de Belgische wetgeving van het land zijn binnengekomen of er hebben verbleven, of er hebben doorgereisd, is niet afdoende onderzocht geworden. Overigens dient te worden vastgesteld dat de genaamden S.L. en I.M. de Nederlandse nationaliteit hebben. De eerste rechter heeft dan ook terecht deze beklaagde van deze feiten vrijgesproken, zij het om andere, niet door het Hof hernomen redenen. 7. Het is niet bewezen dat de in de tenlasteleggingen I en IV wat beklaagde E. F. betreft en in de tenlastelegging I wat beklaagde D. E. betreft, aangehouden slachtoffers in een bijzonder kwetsbare positie verkeerden ten gevolge van hun onwettige of precaire administratieve toestand of van hun precaire sociale toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid.
4 Deze verzwarende omstandigheid vereist een vrijheidsbeperking als beoordelingselement van de bijzonder precaire toestand: de betrokken slachtoffers moeten met andere woorden feitelijk in hun mogelijkheden anders te kiezen beperkt zijn door een kwetsbare situatie waarin ze zich bevonden tengevolge van hun onwettige of precaire administratieve toestand of van hun precaire sociale toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid. Ter zake is nauwelijks enig onderzoek gevoerd. Het is niet bewezen dat sprake is van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid. Er is dan ook geen bijzonder kwetsbare positie bewezen als gevolg hiervan. Rest enkel nog een eventuele onwettige of precaire administratieve toestand en precaire sociale toestand. Dat zij een groot deel van de ontvangsten uit hun prostitutie dienden af te staan was voor hen nauwelijks een probleem. Het beperkte hun vrijheid van handelen niet zodanig dat zij daardoor werden genoodzaakt te kiezen voor de prostitutie. Het gebrek aan sociale bescherming is eerder gerelateerd aan de door hen uitgeoefende prostitutie, waartoe zij niet echt werden gedwongen. Deze precaire administratieve en sociale toestand ingevolge de door hen uitgeoefende prostitutie, heeft hen niet in een bijzonder kwetsbare positie gebracht. 8. De schuld van beklaagden D. E. aan de hem sub I en E. F. aan de hem sub I en IV, A, B en C ten laste gelegde feiten is bewezen geworden, uitgezonderd de voorziene verzwarende omstandigheid dat misbruik zou zijn gemaakt van de bijzonder kwetsbare positie waarin de betrokken slachtoffers zouden hebben verkeerd. De andere onder het misdrijf I voorziene verzwarende omstandigheden, en met name dat zij van die activiteit een gewoonte maakten en dat het een daad van deelneming aan een hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betrof, ongeacht of zij al dan niet de hoedanigheid van leidend persoon hadden, zijn wel bewezen. Beklaagde F. is volstrekt ongeloofwaardig in zijn bewering niets met de uitbating van de betrokken club te maken te hebben gehad. Zijn bewering te hebben willen investeren in een luxe sauna, naar Duits model, en op voorwaarde dat een einde wordt gesteld aan de prostitutieactiviteiten is volstrekt ongeloofwaardig. Dat bepaalde meisjes die aldaar werkten, deze beklaagde niet aanwezen als eigenaar of uitbater is niet relevant. Beklaagde heeft noodzakelijke hulp geboden door geldmiddelen ter beschikking te stellen, waardoor hij de man achter de schermen is geworden en beklaagde D. E. eerder gebruikte als tussenpersoon. Anders dan deze beklaagde wil doen voorhouden, kan uit de door hem geciteerde getuigenverklaring van S. (achtste blad van zijn conclusie) wel degelijk worden besloten dat hij betrokken was bij de uitbating van de/het betrokken club - ontuchthuis. Het staat verder vast dat beide beklaagden samenwerkten in een georganiseerde structuur, waarbij onder meer beklaagde F. eerder de leiding had en zorgde voor de financiële inbreng terwijl beklaagde E. voor de uitvoering en de verwezenlijking op het terrein instond. 9. De ten laste van beklaagde F. bewezen verklaarde feiten zijn de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van eenzelfde misdadig opzet. De hierna aan deze beklaagde opgelegde bestraffing vormt een afdoende en juiste bestraffing, zowel wat de gevangenisstraf als wat de geldboete betreft, voor het geheel van de thans te zijnen laste bewezen verklaarde feiten. Het Hof houdt rekening met de omvang van de ten laste gelegde feiten, het aandeel van beklaagde en zijn strafrechtelijk verleden. De opgelegde geldboete wordt in het bijzonder verantwoord door het gemakkelijk en onrechtmatig groot geldgewin dat deze beklaagde nastreefde. De vervangende gevangenisstraf is aangepast aan de omvang van de opgelegde geldboete.
5 Het Hof houdt bovendien rekening met de staat van wettelijke herhaling, zoals omschreven in de dagvaarding, waarin beklaagde zich thans bevindt. Hij werd reeds bij arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 2 oktober 2002 veroordeeld tot ondermeer een gevangenisstraf van één jaar. Dit arrest heeft kracht van gewijsde bekomen op het ogenblik van huidige feiten en de nieuwe feiten werden bovendien gepleegd voordat vijf jaar zijn verlopen sinds hij zijn straf heeft ondergaan of sinds zijn straf is verjaard. Van dit arrest is een voor eensluidend verklaard afschrift aanwezig in het strafdossier, voorzien van het bewijs van kracht van gewijsde. De door de eerste rechter opgelegde straf is ruim onvoldoende om deze beklaagde, die volstrekt geen lering heeft getrokken uit zijn eerdere veroordeling, tot andere inzichten te bewegen. 10. De ten laste van beklaagde D. E. thans bewezen verklaarde feiten en de reeds definitief door het bestreden vonnis beoordeelde feiten zijn de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van eenzelfde misdadig opzet. De bij het bestreden vonnis opgelegde straf is niet voldoende. De hierna aan deze beklaagde opgelegde bestraffing vormt een meer afdoende en juiste bestraffing, zowel wat de gevangenisstraf als wat de geldboete betreft, voor het geheel van de thans te zijnen laste bewezen verklaarde feiten en reeds beoordeelde feiten. Het Hof houdt rekening met de omvang van de ten laste gelegde feiten, het aandeel van deze beklaagde en zijn strafrechtelijk verleden. De opgelegde geldboete wordt in het bijzonder verantwoord door het gemakkelijk en onrechtmatig groot geldgewin dat ook deze beklaagde nastreefde. De vervangende gevangenisstraf is aangepast aan de omvang van de opgelegde geldboete. 11. Het Openbaar Ministerie vorderde schriftelijk de verbeurdverklaring van de in beslaggenomen gelden, van ,00 euro aan witgewassen gelden en ,00 euro aan vermogensvoordelen. Beklaagden worden vrijgesproken van het witwasmisdrijf, zodat de erop gestoelde verbeurdverklaring niet kan worden toegekend. Het door beklaagden verworven voordeel uit de te hunnen laste bewezen verklaarde misdrijven wordt forfaitair, rekening houdende met het ter zake gevoerde onderzoek, begroot op ,00 euro in hoofde van beklaagde D. E. en op ,00 euro in hoofde van beklaagde E. F., waarin begrepen zijn de te hunnen laste in beslaggenomen gelden, ten bedrage van respectievelijk 2.410,00 euro ten laste van beklaagde D. E. en 283,54 euro ten laste van beklaagde E. F.. Deze bijkomende straf dient aan elk der beide beklaagden te worden opgelegd omdat zij elk enkel en alleen uit winstbejag hebben gehandeld: gemakkelijk geldgewin ten koste van doorgaans jonge meisjes werd door hen nagestreefd en gerealiseerd. Het is overigens niet aangewezen beklaagden in het bezit te laten van de vruchten van hun misdrijven. 12. Beide beklaagden worden bovendien overeenkomstig artikel 433 novies Sw. veroordeeld tot de ontzetting van de in artikel 31 Sw. genoemde rechten, uitgesloten het onder 5 genoemde recht geroepen te worden tot het ambt van gerechtelijk bewindvoerder over de goederen van een vermoedelijk afwezige, voor een periode van zeven jaar. Deze periode van ontzetting is verantwoord door de omvang van de bewezen verklaarde misdrijven en, bijkomend ten aanzien van beklaagde F., door zijn strafrechtelijk verleden. De volledige en definitieve sluiting van het betrokken door beklaagden uitgebate ontuchthuis, zijnde de uitbating te wordt bevolen ten laste van beide beklaagden. Gelet op de ernst van de begane misdrijven en de aldaar begane uitbuiting is het noodzakelijk de sluiting van het betrokken ontuchthuis te bevelen.
6 ( )
HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER
HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER Het Hof van Beroep, zitting houdende te Antwerpen, veertiende kamer, recht doende in correctionele zaken, spreekt het volgende arrest uit: Inzake
Nadere informatieRECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER
RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC4 kamer, rechtdoende in correctionele zaken, heeft volgende
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer
Nummer: 1071 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.FI.I7448-I3 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: M. C. Arbeider voedingsnijverheid Geboren te Freetown
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:
CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT ln zake van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: I. Not. nr. 5 beklaagden 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde
Nadere informatieWet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie
Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende
Nadere informatieHof van Cassatie van België
9 FEBRUARI 2011 P.10.1344.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1344.F H. K., beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieHOF VAN BEROEP VAN GENT. 26 JUNI 2002, 8de K.
HOF VAN BEROEP VAN GENT 26 JUNI 2002, 8de K. Het Hof van beroep te Gent, 8e kamer, rechtdoende in correctionele zaken heeft het volgend arrest geveld : In de zaak van het Openbaar Ministerie TEGEN 1. S.
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer In de zaak van het openbaar ministerie: TEGEN: Openbare terechtzitting, 1. B.M., geboren te ( ) (Turkije) op ( ), wonende te ( ). Op de zitting
Nadere informatieHET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer
Nr. 811 P 2007 HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER 2008 13e kamer Inzake van het O. M. en: L. Kouri wonende te 3600 Genk, ( ) burgerlijke partij vertegenwoordigd door Meester Jean-Paul Lavigne,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de
Nadere informatieVONNIS. TEGEN: De zich noemende W.D. ( ), volgens eigen verklaring geboren te Freetown (Sierra Leone),
VONNIS Datum: 24.01.2005 De rechtbank van eerste aanleg, van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken: In zake van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.
Nadere informatieNEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER
NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER INZAKE VAN: DE PROCUREUR DES KONINGS, in naam van zijn ambt, EN Het FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN MIGRATIESTROMEN,
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1796 Datum van uitspraak 27 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000693 Notitienummer parket
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017
HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer
Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Nummer:56 Notitie nummer: AN55.F1.20861-13 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: 1. D. B. Zonder beroep Geboren te Accra (Ghana) op
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel
- -- f "... ",."" ;"t.,-:-7") u "-.a. \'j"'., p \ 162..JB Vonnisnummer I Griffienummer 2018/1573 Repertoriumnummer / Europees Datum van uitspraak 4 december 2018 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS
A.R. M11-3-1298 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN Beslissing van 13 februari 2014 EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS De derde kamer van de Commissie, samengesteld
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL 20 JUNI 2007, 51 e KAMER Tijdens de openbare terechtzitting van 20 juni 2007 heeft de 51 e kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel rechtsprekend in correctionele
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer De Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 11 de kamer, rechtsprekend in correctionele zaken, wijst het volgende vonnis: Inzake van het
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,
p. 1 Griffienummer 1) ') fi ü 0. _,. J iv to.3 / 2017 Repertorium nummer 2011 / 1-A 1 Datum van uitspraak 9 mei 2017 Notitienummer parket Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieSTRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1
STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer
Nadere informatieHOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER
HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER Notitienummer parket-generaal: 2014/PGA/3843-2016/VJ11/94 Het OPENBAAR MINISTERIE en de BURGERLIJKE PARTIJ: C. K., geboren te ( ) op ( ) woonplaats kiezend
Nadere informatieHof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k.
Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k. Notitienummer: 2015/FGA/7S5 2015/VJ11/224 Het OPENBAAR MINISTERIE en de BURGERLIJKE PARTIJ: Het FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN MIGRATIESTROMEN,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieÎ 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren
Vonnisnummer I Griffienummer Repertoriumnummer I Europees Datum van uitspraak Î 25juni208 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer parket 6RA4877 Rolnummer 6A05564 rechtbank van eerste aanleg Antwerpen,
Nadere informatieHOF VAN BEROEP BRUSSEL, 12 MAART 2014, 13 e KAMER
HOF VAN BEROEP BRUSSEL, 12 MAART 2014, 13 e KAMER ARREST Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest : In zake van het openbaar ministerie en
Nadere informatieHof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.
Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel
Griffienummer
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken
Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste
Nadere informatieME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag
ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag 07-06 -2016 Nidi ofid^rteke^d atfcchhft JdfCJ Griffie nr. Not.nr. ME66.RW.101200-14 CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN Afdeling Mechelen Openbare terechtzittina van 20
Nadere informatieDe correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008
not.nr. 56.99.139-07 rep. Nr. 2293 De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 INZAKE : CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING, Koningsstraat
Nadere informatieHof van Cassatie van België
26 SEPTEMBER 2006 P.05.1663.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.05.1663.N 1. V D F S, beklaagde, met als raadsman Mr. Lieven Diependaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, 2. GARAGE CARROSSERIE
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieHof van Beroep Brussel, 12 maart 2014, 13 e kamer
Hof van Beroep Brussel, 12 maart 2014, 13 e kamer ARREST Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest : In zake van het openbaar ministerie en
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank
Nadere informatie1.1 Ontstaan. Waarom? Flagrante wanpraktijken blijven bestaan Sommige eigenaar blijven onbewoonbare woningen verhuren
1.1 Ontstaan Waarom? Flagrante wanpraktijken blijven bestaan Sommige eigenaar blijven onbewoonbare woningen verhuren Andere aanpak nodig met strafrechterlijk optreden en hoge boetes 1.2 Taken en bevoegdheden
Nadere informatieDe Rechtbank van eerste aanleg
De Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken.: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich heeft aangesloten als
Nadere informatieHof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer
Hof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer Nr. parket: LE37.F1.4107-12 Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :
Nadere informatieDE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015
Notitie nummer: AN43.99.246-14 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015 - ZAAK I- in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: en waarbij zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: P.
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016
LE43.LC.22655-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door substituut procureur des Konings L. D. H.. BURGERLIJKE PARTIJ P. S., wonende te 3000
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie
Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)
Nadere informatieKopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard
Kopie Afgeleverd aan: mr. CAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard Hof van beroep Antwerpen - 2017 /C0/536 - p. 2 2015/PGA/3737-2017 /VJll/582 Het OPENBAAR MINISTERIE
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer De Rechtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE negentiende kamer, rechtdoende in strafzaken, heeft in haar openbare terechtzitting van 13
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572
ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDEN 1) X X geboren te Heusden-Zolder op X wonende te X, X van Belgische nationaliteit Bijgestaan door Mr.
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer
Nummer:57 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.F1.6989-1 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: M.
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieGerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST
Rolnummer: 22-003636-07 PO Parketnummer: 10-150153-02 Datum uitspraak: 16 juni 2010 TEGENSPRAAK Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST gewezen op het hoger beroep tegen het
Nadere informatieMensenhandel en zwaardere vormen van mensensmokkel (MH)
Mensenhandel en zwaardere vormen van mensensmokkel (MH) Jaarlijkse statistieken - Jaar 2018 1 Woord vooraf Het doel van dit rapport is het bijeenbrengen, voorstellen en vormgeven van de gegevens gegenereerd
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938
ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 17-11-2011 Datum publicatie 17-11-2011 Zaaknummer 15-801142-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------
COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 13-1-0140 Beslissing van 27 februari 2014 De eerste kamer van de Commissie, samengesteld
Nadere informatieHOF VAN BEROEP GENT, 21 OKTOBER 2014, 6 e KAMER
HOF VAN BEROEP GENT, 21 OKTOBER 2014, 6 e KAMER In de zaak ambtshalve vervolgd door OPENBAAR MINISTERIE bij wie zich voegde als burgerlijke partij ter zitting van 5 maart 2014: CENTRUM VOOR GELIJKHEID
Nadere informatieP. L. C. C. M., geboren te (...) op ( ), wonende te ( ) Nederland, van Nederlandse nationaliteit.
VONNIS uitgesproken in het gerechtsgebouw Het Kasteel" te Turnhout op: DONDERDAG EENENDERTIG JANUARI TWEEDUIZEND EN ACHT in de openbare zitting van de Dertiende kamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Misdrijf. Toerekenbaarheid. Rechtspersonen. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid Datum 20 december 2005 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
> Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieTitel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11
Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:5688
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1647 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000237 Notitienummer parket rechtbank
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN, 4 OKTOBER 2010, KAMER 4C
CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN, 4 OKTOBER 2010, KAMER 4C OP VERZET De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015
Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (
Nadere informatieVONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE
1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,
Nadere informatieHof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer
Hof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer Notienummer Parket-Generaal 2015/PGG/998 2015/VJ11/658 in de zaak van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partij: FEDERAAL CENTRUM VOOR DE
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer
Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Nummer: 1070 Notitie nummer: AN55.F1.4969-14 De rechtbank heeft het volgende vonnis uitgesproken: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN:
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 23 OKTOBER 2012, 17 DE KAMER
CORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 23 OKTOBER 2012, 17 DE KAMER In de zaak van het openbaar ministerie en van 1.Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, autonome overheidsdienst opgericht
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 20 januari 2009, 17 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 20 januari 2009, 17 de kamer Openbare terechtzitting. In de zaak van het openbaar ministerie en: CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING, met maatschappelijke
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 JUNI 2012 P.12.0107.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0107.N I 1. K. O. D. O., beklaagde, 2. R. S., beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Tanja Van den Bossche, advocaat bij de balie
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK VAN ANTWERPEN. 9 FEBRUARI 2004, Kamer 4C
CORRECTIONELE RECHTBANK VAN ANTWERPEN 9 FEBRUARI 2004, Kamer 4C De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK VAN HASSELT, 21 NOVEMBER 1996
Inzake: Openbaar Ministerie, Mani O Tegen: Alain C, Jos H, Serge B Verdacht van CORRECTIONELE RECHTBANK VAN HASSELT, 21 NOVEMBER 1996 hetzij door het misdrijf te hebben uitgevoerd of aan de uitvoering
Nadere informatieHof van Cassatie van België
25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS
COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M12-5-0321 Beslissing van 9 januari 2014 De vijfde kamer van de Commissie, samengesteld uit:
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017 In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen: A. A., geboren te Beringen op ( ), van Belgische nationaliteit, wonende te (
Nadere informatieHof van Cassatie van België
18 MEI 2010 P.10.0468.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0468.N A. M. verdachte, eiser, met als raadslieden mr. Pierre Monville en mr. Magali Wyngaerden, advocaten bij de balie te Brussel.
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 1C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 NOVEMBER 2015 P.15.0890.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0890.N I W J J H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent, tegen Michiel VERRAES,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3838
ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieVonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016
4 4 AFSCHRSFT P- 1 Griffienummer 000 73 6 /2016 Repertoriumnummer 2016 / $0$ Datum van uitspraak 31/05/2016 Notitienummer parket HA66.L5.1537-11 c \ Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt,
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg Leuven, strafzaken
Afschnfi ear tm -rrnde tergrfftte 0errechtb~ii:?n :r >. r is leaven. Vonnisnummer/ Griffienummer 1934/2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015/4292 2015/4293 Datum van uitspraak 7 oktober 2015 Notienummer
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK MECHELEN
CORRECTIONELE RECHTBANK MECHELEN 13 januari 2012 Voorzitter: A. Van Praet Rechters: S. Vanhoonacker en Y. Hendrickx Advocaten: mrs. K Luyckx (balie Antwerpen) en W. Damen (balie Antwerpen) 1)Voeging resultaten
Nadere informatieHof van Cassatie LIBERCAS
Hof van Cassatie LIBERCAS 8-2017 CASSATIEBEROEP BURGERLIJKE ZAKEN Burgerlijke zaken - Beslissingen vatbaar voor cassatieberoep - Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep - Raad van State
Nadere informatieHET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011
Not; Nr. GE/56. L5.5102/08 HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011 In de zaak van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partijen : C. H. CH., woonst kiezende bij meester F. Carron, advocaat
Nadere informatie