HOF VAN BEROEP GENT, 21 OKTOBER 2014, 6 e KAMER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOF VAN BEROEP GENT, 21 OKTOBER 2014, 6 e KAMER"

Transcriptie

1 HOF VAN BEROEP GENT, 21 OKTOBER 2014, 6 e KAMER In de zaak ambtshalve vervolgd door OPENBAAR MINISTERIE bij wie zich voegde als burgerlijke partij ter zitting van 5 maart 2014: CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING. instelling van openbaar nut, opgericht bij de Wet van 15 februari 1936, waarvan de zetel gevestigd is te 1000 BRUSSEL, Koningsstraat 138; thans HET FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN DE MIGRATIESTROMEN. DE BESCHERMING VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE VREEMDELINGEN EN DE STRIJD TEGEN DE MENSENHANDEL tegen 1. de zich noemende A.A.. geboren te Irak op ( ), vreemdeling van Irakese nationaliteit, zonder gekende woon- of verblijfplaats in België of in het Rijk, alias I.S., geboren te Irak op ( ), thans aangehouden en opgesloten in de gevangenis te Ieper; - beklaagde - 7. t./m (thans niet inzake) De eerste de tweede, de derde, de vierde, de vijfde, de zesde, de zevende en de achtste: beklaagd van: Als daders, ofwel om een misdaad of een wanbedrijf hieronder omschreven te hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks te hebben meegewerkt, om, door enige daad, tot de uitvoering ervan zodanige hulp te hebben verleend dat, zonder hun bijstand, de misdaad of het wanbedrijf niet had kunnen worden gepleegd, om, door giften, beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of van macht, misdadige kuiperijen of arglistigheden, rechtstreeks het misdrijf te hebben uitgelokt, om, hetzij door woorden in openbare bijeenkomsten of plaatsen gesproken, hetzij door enigerlei geschrift, drukwerk, prent of zinnebeeld aangeplakt, 1

2 rondgedeeld of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld, het plegen van de feiten rechtstreeks te hebben uitgelokt, DE EERSTE, DE VIERDE, DE VIJFDE, DE ZESDE, DE ZEVENDE EN DE ACHTSTE: A. Bij inbreuk op artikel 66 van het Strafwetboek en de artikelen 1,77 bis, 77quater 1, 2 en 6 en 77 quinquies 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zich schuldig te hebben gemaakt aan mensensmokkel door, met het oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel, op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, ertoe bijgedragen te hebben, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, binnenkomt, erdoor reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd ten opzichte van een minderjarige, dat misbruik werd gemaakt van de bijzonder kwetsbare positie waarin de persoon verkeerde ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, ziekte dan wel lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken, dat van de betrokken activiteit een gewoonte werd gemaakt en dat het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een criminele organisatie betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet, te Jabbeke, Oudenburg en bij samenhang elders In het Rijk, op niet nader te bepalen tijdstippen tijdens de hiernavermelde periodes, met name 1. voor wat betreft de zich noemende A.A. in de periode van 11 juni 2010 tot en met 11 juni voor wat betreft de zich noemende N.A. in de periode van 06 april 2013 tot en met 30 april ten nadele van een ongekend totaal aantal onbekend gebleven slachtoffers, die het Koninkrijk binnenkwamen op een niet nader te bepalen tijdstip in voornoemde periode en/of er minstens in die periode hebben verbleven, doch met dien verstande dat minstens volgende concrete feiten in tijd en ruimte konden worden gesitueerd op basis van het gevoerde strafonderzoek: A.1. De eerste, de vijfde, de zevende en achtste, op 24 juni 2013, ten nadele van F.J. ( 1996) I.K. ( 1996) ( ) A.2. De eerste, de vierde en de zesde, op 30 april 2013, ten nadele van K.N. (17 jaar) (PV 4279/13) 2

3 DE EERSTE: B. Bij inbreuk op artikel 66 van het Strafwetboek en de artikelen 1,77 bis, 77quater 2, 4 en 6 en 77 quinquies 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zich schuldig te hebben gemaakt aan mensensmokkel door, met het oog op het direct of Indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel, op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, ertoe bijgedragen te hebben, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij Is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, binnenkomt, erdoor reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met de omstandigheid dat het misbruik werd gemaakt van de bijzonder kwetsbare positie waarin de persoon verkeerde ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, ziekte dan wel lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken, dat het leven van het slachtoffer opzettelijk of door grove nalatigheid in gevaar werd gebracht, dat van de betrokken activiteit een gewoonte werd gemaakt en dat het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een criminele organisatie betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet, te Jabbeke, Oudenburg en bij samenhang elders in het Rijk, op niet nader te bepalen tijdstippen tijdens de hiernavermelde periodes, met name in de periode van 11 juni 2010 tot en met 11 juni 2013 ten nadele van een ongekend totaal aantal onbekend gebleven slachtoffers, die het Koninkrijk binnenkwamen op een niet nader te bepalen tijdstip in voornoemde periode en/of er minstens In die periode hebben verbleven, doch met dien verstande dat minstens volgende concrete feiten in tijd en ruimte konden worden gesitueerd op basis van het gevoerde strafonderzoek : B.1. op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 20 maart 2013 tot 31 maart 2013, ten nadele van onbekend gebleven personen die met een koelwagen werden vervoerd (wat blijkt uit gesprek en ) B.2. op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 29 maart 2013 tot 15 april 2013, ten nadele van onbekend gebleven personen die met een koelwagen werden vervoerd (wat blijkt uit gesprek ) B.3. op 23 april 2013, ten nadele van onbekend gebleven personen die verklaarden bang te zijn om te sterven (wat blijkt uit gesprek en de onmiddellijk hiernavolgende gesprekken chronologisch in de tijd) DE EERSTE, DE TWEEDE, DE DERDE, DE VIERDE, DE VIJFDE, DE ZESDE, DE ZEVENDE EN DE ACHTSTE: C. 3

4 Bij inbreuk op artikel 66 van het Strafwetboek en de artikelen 1,77 bis, 77quater 2 en 6 en 77 quinquies 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zich schuldig te hebben gemaakt aan mensensmokkel door, met het oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel, op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, ertoe bijgedragen te hebben, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij Is bij een Internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, binnenkomt, erdoor reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met de omstandigheid dat misbruik werd gemaakt van de bijzonder kwetsbare positie waarin de persoon verkeerde ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, ziekte dan wel lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken, dat van de betrokken activiteit een gewoonte werd gemaakt en dat het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een criminele organisatie betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet, te Jabbeke, Oudenburg en bij samenhang elders in het Rijk, op niet nader te bepalen tijdstippen tijdens de hiernavermelde periodes, met name 1. voor wat betreft de zich noemende A.A. in de periode van 11 Juni 2010 tot en met 11 juni ten nadele van een ongekend totaal aantal onbekend gebleven slachtoffers, die het Koninkrijk binnenkwamen op een niet nader te bepalen tijdstip in voornoemde periode en/of er minstens in die periode hebben verbleven, doch met dien verstande dat minstens volgende concrete feiten in tijd en ruimte konden worden gesitueerd op basis van het gevoerde strafonderzoek : Cl. De eerste en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 01 juli 2012 tot en met 31 augustus 2013, een onbekend gebleven persoon die zichzelf voorstelde als A.A.(fonetisch) (wat blijkt uit gesprek ) C.2. De eerste, tweede en negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 08 juni 2013 tot 23 juni 2013, zes onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek ) C.3. De eerste, tweede en negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 08 juni 2013 tot 23 juni 2013, twee onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek ) 4

5 C.4. De eerste en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 11 juni 2010 tot en met 11 juni 2013, een onbekend gebleven persoon die zichzelf voorstelde als H.M. (fonetisch) (wat blijkt uit gesprek ) C.5. De eerste, tweede en negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 07 juni 2013 tot 22 juni 2013, twee onbekend gebleven personen en een onbekend gebleven Iraanse familie (wat blijkt uit gesprek ) C.6. De eerste en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 15 maart 2013 tot 30 maart 2013, een onbekend aantal gebleven personen (wat blijkt uit gesprek en ) C7. De eerste en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 18 maart 2013 tot 02 april 2013, een onbekend gebleven persoon (wat blijkt uit gesprek ) C.8. De eerste en de negende, op 26 maart 2013, een onbekend gebleven persoon (wat blijkt uit gesprek e.v.) C.9. De eerste en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 27 maart 2013 tot 11 april 2013, een onbekend gebleven jongen (wat blijkt uit gesprek ) C.10. De eerste en de negende, op 28 maart 2013, vier onbekend gebleven personen, (wat blijkt uit gesprek ) C11. De eerste en de negende, op 04 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek , en ) C.12. De eerste en de negende, op 05 april 2013, een ongekend aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) C.13. De eerste en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 05 april 2013 tot 20 april 2013, een Koerdische jongen en drie onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek } C.14. De eerste en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 05 april 2013 tot 20 april 2013, drie onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek ) C.15. De eerste, vierde, zesde en negende, op 09 april 2013, vijf onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek ) C.16. De eerste, vierde, zesde en negende, op 09 april 2013, een onbekend aantal Indiërs en onbekend aantal families (wat blijkt uit gesprek ) C.17. De eerste, vierde, zesde en negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 09 april 2013 tot 24 april 2013, een onbekend gebleven jongen (wat blijkt uit gesprek ) C.18. De eerste, vierde, zesde en negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 09 april 2013 tot 24 april 2013, twee onbekend gebleven personen vermeld als "duiven" (wat blijkt uit gesprek ) C.19. De eerste, vierde, zesde en negende, op 10 april 2013, vijf onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek ) C.20. De eerste, vierde, zesde en negende, op 11 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) C.21. De eerste, vierde, zesde en negende, op 11 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (verhoor 11 oktober 2013) 5

6 C.22. De eerste, vierde, zesde en negende, op 13 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (verhoor 11 oktober 2013) C.23. De eerste, vierde, zesde en negende, op 14 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) C.24. De eerste, vierde, zesde en negende, op 15 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (verhoor N.A. 11 oktober 2013) C.25. De eerste, vierde, zesde en negende, op 17 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (gesprek ) C.26. De eerste, vierde, zesde en negende, op 22 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen, waaronder Turken, andere families en een paar Iraniërs en Afghanen (wat blijkt uit gesprek en verhoor N.A. 11 oktober 2013) C.27. De eerste, vierde, zesde en negende, op 24 april 2013, een onbekend gebleven familie (wat blijkt uit gesprek ) C.28. De eerste, vierde, zesde en negende, op 25 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) en verhoor N.A. 11 oktober 2013) C29. De eerste, vierde, zesde en negende, op 26 april 2013, een onbekend gebleven persoon die zichzelf voorstelde als M. (fonetisch) (wat blijkt uit gesprek ) C30. De eerste, vierde, zesde en negende, op 26 april 2013, een zeven à acht onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek ) C.31. De eerste, vierde, zesde en negende, op 27 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen, een zekere R. en ongekend aantal Turken (wat blijkt uit gesprek ) C.32. De eerste, vierde, zesde en negende, op 30 april 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) C.33. De eerste, vierde, zesde en negende, op 30 april 2013,minstens veertien personen, namelijk R.A., geboren op ( ) 1988, E.K., geboren op ( ) 1981, M.A., geboren op ( ) 1986, C.M., geboren op ( ) 1981, A.H., geboren op ( ) 1989, R.M., geboren op ( ) 1973, K.N., geboren op ( ) 1982, A.T., geboren op ( ) 1988, van Iranese nationaliteit, A.S., geboren op ( ) 1977, van Pakistanese nationaliteit, W.N., geboren op ( ) 1966, van Afghaanse nationaliteit, P.A., geboren op ( ) 1986, van Afghaanse nationaliteit, A.Y., geboren op ( ) 1966, A.G., geboren op ( ) 1982, van Iranese nationaliteit ( ) C.34. De eerste en de negende, op 02 mei 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek e.v.) C35. De eerste en de negende, op 08 mei 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) C.36. De eerste en de negende, op 13 mei 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) C.37. De eerste, tweede en negende, op 07 juni 2013, een onbekend gebleven aantal personen die werden benoemd als "zes duiven" (wat blijkt uit gesprek ) C.38. De eerste, tweede en negende, op 07 juni 2013, een onbekend gebleven aantal personen die werden benoemd als "Turken" (wat blijkt uit gesprek ) C.39. De eerste, tweede en negende, op 09 juni 2013, een onbekend gebleven persoon die werd benoemd als "M." (wat blijkt uit gesprek ) 6

7 C.40. De eerste, tweede, derde en negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 05 juni 2013 tot 30 juni 2013, een onbekend gebleven persoon vermeld als Syrische Koerd (wat blijkt uit gesprek en ) C.41. De tweede, derde en negende, op 14 juni 2013, een onbekend gebleven aantal personen (wat blijkt uit gesprek ) C.42. De tweede, derde en negende, op 17 juni 2013, een onbekend gebleven persoon vermeld als "duif (wat blijkt uit gesprek e.v.) C.43. De tweede en de negende, op een niet nader bepaald ogenblik in de periode van 19 juni 2013 tot 04 juli 2013, acht à negen onbekend gebleven personen (wat blijkt uit gesprek ) C.44. De vijfde, zevende, achtste en negende, op 24 juni 2013, een onbekend gebleven persoon vermeld als N.H., geboren op 01 januari 1989 ( ) DE EERSTE: D. Bij inbreuk op de artikelen 66, 324bis en 324 ter 4 van het Strafwetboek, leidend persoon te zijn geweest van een criminele organisatie waarmee wordt bedoeld iedere gestructureerde vereniging van meer dan twee personen die duurt in de tijd, met als oogmerk het in onderling overleg plegen van misdaden en wanbedrijven die strafbaar zijn met een gevangenisstraf van drie jaar of een zwaardere straf, om direct of indirect vermogensvoordelen te verkrijgen, te Jabbeke, Oudenburg en bij samenhang elders in het Rijk, op niet nader te bepalen tijdstippen tijdens de periode van 11 juni 2010 tot en met 11 juni 2013 DE TWEEDE EN DE DERDE: E. DE VIERDE, DE VIJFDE, DE ZESDE, DE ZEVENDE EN DE ACHTSTE: F. DE VIERDE, DE VUFDE, DE ZESDE, DE ZEVENDE EN DE ACHTSTE: G. 7

8 * * * BIJZONDERE VERBEURDVERKLARING DE EERSTE, DE TWEEDE, DE DERDE, DE VIERDE, DE VIJFDE EN DE ZEVENDE Tevens gedagvaard teneinde zich overeenkomstig de artikelen 42, 2 en 43 van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door de wet van 17 juli 1990 en gewijzigd door de Wet van 19 december 2002 (B.S. 14 februari 2003) te horen veroordelen tot de bijzondere verbeurdverklaring: In hoofde van A.A. (de eerste) : van een bedrag van euro, zijnde het equivalent bedrag van het vermogensvoordeel dat rechtstreeks uit het misdrijf is verkregen doch niet kon worden teruggevonden in het vermogen van de beklaagde. Gelet op de storting van het inbeslaggenomen geld ten bedrage van 500 US Dollar op de rekening van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring. * * * Gelet op de beschikking van de raadkamer d.d. 11 februari 2014, waarbij de beklaagden voor de in de dagvaarding weerhouden tenlasteleggingen werden verwezen naar de correctionele rechtbank, wat eerste tot en met vierde en zesde beklaagde betreft onder de banden. * * * Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, 17 e kamer, sectie correctionele zaken d.d. 2 april 2014, op tegenspraak gewezen in hoofde van de eerste beklaagde, de zich noemende A.A., werd onder meer als volgt beslist: Verbetert de dagvaarding als volgt: - In de tenlastelegging Cl tot en met C44 dient de verwijzing naar 'de negende beklaagde' te worden weggelaten. I. STRAFRECHTELIJK 8

9 in hoofde van de eerste beklaagde - de zich noemende A.A. - Zegt voor recht dat de in de dagvaarding weerhouden alias terecht werd toegewezen aan deze beklaagde. Verklaart de feiten sub A1, A2, B1 t/m B3, C1 t/m C40 en D bewezen en veroordeelt de beklaagde uit dien hoofde, voor al deze feiten samen, bij toepassing van artikel 65 lid 1 van het strafwetboek, tot: een gevangenisstraf van ACHT (8) JAAR EFFECTIEF en een geldboete van VIERDUIZEND EURO (4.000,00) EUR. Zegt dat bij toepassing van artikel 1 van de wet van 5 maart 1952, zoals laatst gewijzigd door art. 2 en 3 van de wet van , voormelde geldboete met vijftig decimes verhoogd wordt en aldus gebracht wordt op VIERENTWINTIG DUIZEND EURO (24.000,00) EUR. Beveelt dat, bij gebrek aan betaling binnen de door de wet bepaalde tijd, voormelde geldboete zal mogen vervangen worden door een gevangenisstraf van DRIE (3) MAANDEN. Verklaart de veroordeelde tevens overeenkomstig art Sw. ontzet uit alle rechten voorzien in art. 31 eerste lid Sw. voor een termijn van VIJF (5) JAAR. Spreekt overeenkomstig art. 42,3 Sw., art. 43bis derde alinea Sw. en art 43 quater Sw. de bijzondere verbeurdverklaring uit lastens het vermogen van beklaagde op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, op de goederen en waarden die In de plaats ervan zijn gesteld en op de inkomsten uit belegde voordelen, nl. van het bedrag ten belope van DERTIGDUIZEND EURO (30.000,00) EUR. Spreekt eveneens overeenkomstig art. 42,3' Sw., art 43bis derde alinea Sw. en art 43 quater Sw. de bijzondere verbeurdverklaring uit lastens het vermogen van beklaagde op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en op de inkomsten uit belegde voordelen, nl. de in beslag genomen en op de COIV rekening gestorte gelden ten belope van VIJFHONDERD US DOLLAR (500,00) USD. Zegt voor recht dat de verbeurdverklaarde vermogensvoordelen ten bedrage van ,00 EUR en 500,00 USD, vermeerderd met de vergoedende intresten vanaf 1 januari 2013 en de kosten, worden toegewezen aan de burgerlijke partij. *** Verwijst alle veroordeelden tevens tot het betalen van elk een vaste vergoeding voor beheerskosten in strafzaken van ÉÉNENVIJFTIG EURO EN TWINTIG CENT (51,20) EUR in uitvoering van art. 91 tweede lid van het Koninklijk Besluit van 28 december 1950, houdende het algemeen reglement óp de gerechtskosten in strafzaken, zoals laatst gewijzigd door de artikelen 1 en 2 van het Koninklijk Besluit van 11 december 2001 betreffende de invoering van de euro in de regelgeving inzake justitie (geïndexeerd zoals voorzien in artikel 148 van het K.B. van 28 december 1950 en de ministeriële omzendbrief nummer 131quater (ns) van 31 januari 2013). Verplicht alle veroordeelden om boven de correctionele hoofdstraf elk een bedrag van VIJFENTWINTIG EUR + 50 decimes = HONDERDVIJFTIG EURO (150,00) EUR te betalen bij wijze van bijdrage tot de financiering van het Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders opgericht binnen de begroting van de 9

10 federale overheidsdienst Justitie, (artikel 29 al. 1 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, zoals gewijzigd). Verwijst alle veroordeelde tevens solidair tot de kosten van het geding, in totaal begroot op VIERENTWINTIG DUIZEND ZEVENHONDERD NEGENENVUFTIG EURO EN VIJFENDERTIG CENT (24.759,35) EUR. OVERTUIGINGSSTUKKEN: Stelt de overtuigingsstukken OS/13/8066 (2), OS/13/8068, OS/13/3159, OS/13/6886, OS/13/3877, OS/13/3627, OS/13/3856 (5), OS/13/2790, OS/13/3855, OS/13/3854, OS/13/4236, OS/13/4237, OS/13/1377, OS/13/2330 en OS/13/4621 ter beschikking van het Openbaar Ministerie om ermee te handelen als naar recht. Verklaart verbeurd overeenkomstig artikel 42-1 Sw. de overtuigingsstukken OS/13/8066 (1), OS/14/653, OS/13/2832, OS/13/3920, OS/13/3857, OS/13/3856 (1-4), OS/13/3881, OS/13/4168, OS/13/8037 en OS/13/8036, dewelke het voorwerp uitmaakten van, gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van voormelde feiten. Verklaart verbeurd overeenkomstig artikel 42-2 Sw. het overtuigingsstuk OS/13/7935, hetwelke het voorwerp uitmaakt van, gediend heeft of bestemd was tot het plegen van voormelde feiten. II. BURGERRECHTELIJK Verklaart de vordering van de burgerlijke partij ontvankelijk en in de mate zoals hierna bepaald gegrond. Veroordeelt dienvolgens alle veroordeelden solidair om te betalen aan de burgerlijke partij de som van TWEEDUIZEND VIJFHONDERD EURO (2.500,00) EUR vermeerderd met de vergoedende intresten vanaf 1 januari 2013 tot heden en vanaf heden de gerechtelijke intresten en de kosten, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding begroot op VIERHONDERD EN TWAALF EURO EN VIJFTIG CENT (412,50) EUR. Zegt voor recht dat de in beslag genomen gelden zullen worden vrijgegeven ten gunste van de burgerlijke partij ten belope van de toegekende schadevergoeding, Intresten en kosten inbegrepen. Wijst het meer- en/of anders gevorderde af als zijnde ongegrond. Houdt in toepassing van art. 4 V. T. Wetboek van Strafvordering, zoals gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994,28 maart 2000 en 13 april 2005 ambtshalve de burgerlijke belangen aan. * * * Tegen voormeld vonnis werd hoger beroep ingesteld op: 9 april 2014 door de eerste beklaagde de zich noemende A.A., tegen alle schikkingen van het vonnis met nr. 878/2014 te zijnen laste; 10

11 17 april 2014 door het openbaar ministerie tegen alle schikkingen wat voornoemde beklaagde betreft; * * * Gehoord in openbare terechtzitting in het Nederlands, ter uitzondering van de beklaagde die zich heeft uitgedrukt in het Engels en ter terechtzitting werd bijgestaan door een door het hof aangestelde en beëdigde tolk, de heer X., meer dan 21 jaar oud, die de gezegden heeft omgezet ten behoeve van deze beklaagde van het Engels naar het Nederlands en omgekeerd: de burgerlijke partij HET FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN DE MIGRATIESTROMEN, DE BESCHERMING VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE VREEMDELINGEN EN DE STRUD TEGEN DE MENSENHANDEL in haar els vertegenwoordigd door meester X, in plaats van meester X, beiden advocaat te Loppem; het openbaar ministerie in zijn vordering uitgebracht door de heer X, substituut-procureur des Konings bij het parket West-Vlaanderen; de beklaagde de zich noemende A..A in zijn middelen van verdediging bijgestaan door meester X, advocaat te Kortrijk; * * * 1. Procesrechtelijk Tegen het op 02 april 2014 door de 17 e kamer van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank, (ten aanzien van de huidige appellant) op tegenspraak gewezen vonnis, werd tijdig en in rechtsgeldige vorm hoger beroep Ingesteld: op 09 april 2014 door de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A, tegen alle schikkingen te zijnen laste en op 17 april 2014 door het openbaar ministerie tegen alle schikkingen betreffende de voornoemde appellant. Deze rechtsmiddelen zijn ontvankelijk. Er werd door de burgerlijke partij 'Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding' van de naamwijziging naar 'Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel, voorheen Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding', bij ter zitting van 30 september 2014 voor dit hof neergelegde besluiten, incidenteel beroep ingesteld. Voor zover gericht tegen andere beklaagden dan de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., is het incidenteel hoger beroep onontvankelijk. Voor zover gericht tegen de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., is het incidenteel hoger beroep ontvankelijk Het hof verleent akte aan de burgerlijke partij 'Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding' van de naamwijziging naar 'Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel' instelling van openbaar nut opgericht bij Wet van 15 februari 1993, omgevormd door de Wet van 17 augustus De zaak werd voor de eerste rechter aanhangig gemaakt ingevolge de verwijzingsbeschikking van 11 februari 2014 van de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge. De raadkamer heeft in toepassing van art. 2 Wet 4 oktober 1867 in hoofde van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., verzachtende omstandigheden in acht genomen bij de verwijzing van deze zaak naar de correctionele rechtbank wat betreft de tenlasteleggingen A.1, A.2, B.1, B.2, B.3, C1 tot en met C.40 en D, 11

12 zodat de eerste rechter en thans het hof bevoegd zijn om kennis te nemen van de strafvervolging tegen de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A De strafvordering is op heden niet verjaard. De behandeling van deze zaak situeert zich binnen de termijn gesteld door art. 21 V.T.Sv Art. 77quater 2 van de Wet van 15 december 1980 werd gewijzigd door de Wet van 26 november 2011, in werking getreden op 02 februari In de nieuwe bepalingen wordt de zinsnede '...bijzonder kwetsbare positie...' vervangen door de zinsnede '...kwetsbare toestand...' en wordt het woord leeftijd toegevoegd als zijnde één van de omstandigheden die kunnen leiden tot de verwezenlijking van een dergelijke '...kwetsbare toestand...'. Voor wat de algemene incriminatieperiodes (11 juni 2010 tot en met 11 juni 2013) betreft, voorzien in de tenlasteleggingen A, B en C met betrekking tot de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., heeft dit echter geen belang vermits het onderscheid tussen '...bijzonder kwetsbare positie...' of '...kwetsbare toestand...' geen verschil oplevert voor wat het basismisdrijf betreft en bovendien hoogstens van betekenis kan zijn in het concrete geval (namelijk de verzwarende omstandigheid voorzien door art. 77quater-2 ) dat de '...bijzonder kwetsbare positie...' of '...kwetsbare toestand...' dan enkel en uitsluitend aan de leeftijd van de gesmokkelde persoon zou gelegen zijn (en dan al niet ten gevolge van een precaire administratieve toestand of een precaire sociale toestand...), wat hier op geen enkel moment het geval is, en vermits - voor wat de strafmaat betreft - in de tenlasteleggingen A, B en C telkens ook de (zwaarste) verzwarende omstandigheid van art. 77quinquies-2 is voorzien 'ingeval het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een criminele organisatie betreft over diezelfde strafbare periode van 11 juni 2010 tot en met 11 juni De huidige feiten waren dus - waar dit het geval is - strafbaar onder de vroegere omschrijving van art. 77quater-24 van de Wet van 15 december 1980 en zijn dit nog steeds onder de nieuwe omschrijving van art. 77quater-2" van de Wet van 15 december Ingevolge de wijziging van de Wet van 15 december 1980 door de Wet van 26 november 2011, in werking getreden op 02 februari 2012, worden in de tenlasteleggingen A, B en C de woorden '...bijzonder kwetsbare positie...' verbeterd in '...kwetsbare toestand...'. De woorden 'zijn leeftijd zijn in de tenlasteleggingen A, B en C reeds toegevoegd geworden tussen de woorden 'precaire sociale toestand1 en 'zwangerschap' zodat de beklaagde hiervan reeds kennis heeft. Er is - qua strafbare gedraging - geen verschil in betekenis tussen de begrippen '...bijzonder kwetsbare positie...' en '...kwetsbare toestand... zodat dit verder zonder Invloed blijft voor de beoordeling van de huidige feiten nu dit niets wijzigt aan de strafbare gedragingen zoals die reeds omschreven waren in de tenlasteleggingen A, B en C, noch aan de hierop door de wet gestelde straffen. Vermits huidige feiten nog dateren van vóór 02 augustus 2013, datum waarop de Wet van 24 juni 2013 (die voorziet dat de geldboete voorzien in de art. 77bis tot en met 77qulnqules van de Wet van 15 december 1980 zo veel keer toegepast wordt als er slachtoffers zijn) in werking is getreden, moet overeenkomstig art. 2, 2 lid Sw. op de huidige feiten nog steeds -wat de op te leggen geldboete betreft - de strafmaat worden toegepast volgens de bepalingen die van toepassing waren ten tijde van het plegen van de feiten Het hof verbetert het bestreden vonnis eveneens: - op p. 35, laatste alinea, waar de huidige beklaagde wordt ontzet uit de rechten voorzien in art. 31 eerste lid Sw. 'overeenkomstig art Sw.', waar dit moet zijn 'overeenkomstig art. 77 sexies, V lid van de Wet van 15 december 1980'; het betreft de verbetering van een louter materiële vergissing vermits op p. 23 van het bestreden vonnis correct werd verwezen naar art. 77 sexies van de Wet van 15 december Art. 80 van de Wet van 15 december 1980 voorziet dat de bepalingen van Boek I van het Strafwetboek van toepassing zijn op de in deze wet bepaalde misdrijven. Bijgevolg kan - op de schriftelijke vordering van het openbaar ministerie - bij toepassing van art. 42, 3, 43bis en 12

13 43quater van het Strafwetboek ook de bijzondere verbeurdverklaring worden uitgesproken van de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen. 2. De feiten De eerste rechter heeft in het bestreden vonnis de feitelijke gegevens die aan de basis liggen van de strafvordering met betrekking tot de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., correct en accuraat uiteengezet, zodat het hof deze uiteenzetting overneemt De tenlasteleggingen A.1, A.2, B.1, B.2, B.3, Cl tot en met C.40 en D zijn bewezen gebleven In hoofde van de Initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., gelet op de beoordelingsgegevens van het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting. Het hof verwijst hiervoor naar het correcte feitenrelaas en naar de motieven vervat in het bestreden vonnis met betrekking tot de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. Deze motieven worden niet weerlegd door het verweer dat thans In graad van beroep wordt gevoerd. De beklaagde brengt geen argumenten aan die van aard kunnen zijn om het hof tot een andere overtuiging te brengen dan deze waartoe ook de eerste rechter was gekomen en heeft ter zitting overigens verklaard de tenlasteleggingen niet te betwisten (zie zittingsblad van 30 september 2014). Het hof treedt de motieven van de eerste rechter met betrekking tot de schuld van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. integraal bij, neemt deze over en maakt ze tot de zijne. Het hof voegt daar nog aan toe dat de omstandigheid dat de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. destijds ook zelf naar Groot-Brittannië zou zijn gesmokkeld en dus 'alles ook zelf heeft meegemaakt, niet wegneemt dat de door hem gepleegde feiten, voorwerp van de tenlasteleggingen A.1, A.2, B.1, B.2, B.3, Cl tot en met C40 en D, bijzonder ernstige misdaden uitmaken waarop zeer zware straffen gesteld zijn. Indien de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. zich inderdaad zeer goed bewust is van het feit dat de vluchtelingen die hij 'hielp' ten einde raad en uit levensbehoud aan 'een hel' proberen te ontsnappen, dan heeft hij geen enkele reden om dit tegen betaling van grof geld te doen waardoor hij die mensen bijkomend nog ontrieft van het weinige geld dat zij nog hebben. 3. De straftoemeting. De straftoemeting moet niet alleen de vergeldingsbehoefte dienen, maar ook de preventie. De op te leggen straf moet dan ook van aard zijn om de beklaagde ervan te weerhouden zich in de toekomst nog aan dergelijke feiten schuldig te maken, hem aan te sporen om zijn gedrag te beteren en hem aan te zetten tot meer verantwoordelijkheidsbesef en tot het naleven van de wet. Bij de bepaling van de strafmaat wordt tevens rekening gehouden met de aard en de objectieve ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze werden gepleegd, de persoonlijkheid van de beklaagde en diens strafrechtelijk verleden, alsook zijn gezinstoestand en arbeidssituatie, voor zover bekend. Naar het oordeel van het hof zijn de in hoofde van beklaagde bewezen feiten, voorwerp van de tenlasteleggingen A.1, A.2, B.1, B.2, B.3, Cl tot en met C40 en D, zoals verbeterd, de uitwerking van eenzelfde strafbaar opzet, zodat overeenkomstig artikel 65 Strafwetboek voor deze feiten samen slechts één straf dient te worden opgelegd, nl. de zwaarste. De eerste rechter heeft op grond van de motieven weergegeven in het bestreden gedeelte van het eerste vonnis met betrekking tot de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. - welke ook door dit hof volledig worden bijgetreden en overgenomen (met uitzondering voor 13

14 wat betreft de veroordeling in Frankrijk tot 4 jaar gevangenisstraf uit hoofde van gelijkaardige feiten, waarvan immers niet is aangetoond dat deze reeds definitief zou zijn) - aan de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. een passende, wetmatige en evenwichtige bestraffing opgelegd. Rekening houdend met de aard, de grootschaligheid en het afschuwelijk karakter van de gepleegde feiten, waarbij hij over een vrij lange periode leidend persoon is geweest van een criminele organisatie, de omstandigheden waaronder de feiten gepleegd werden, de minachting voor de menselijke waardigheid en voor het welzijn, de veiligheid en gezondheid van de slachtoffers van de mensensmokkel in het bijzonder (die zelfs in koelwagens werden gestopt), maar anderzijds ook het strafrechtelijk verleden van de beklaagde waaruit de afwezigheid blijkt van veroordelingen in België, de omstandigheid dat de beklaagde uiteindelijk heeft meegewerkt om de waarheid aan het licht te brengen al dient dit genuanceerd door het feit dat het bewijsmateriaal tegen hem reeds overweldigend was, de sociale en financiële situatie van de beklaagde zoals die blijkt uit het voorliggende strafdossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting en het tijdsverloop sedert het plegen van de feiten en de omstandigheid dat de beklaagde de zorg heeft voor een gezin, is het hof van oordeel dat de door de eerste rechter opgelegde bestraffing ook op heden nog steeds passend is en absoluut noodzakelijk blijft om de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. tot blijvend normbesef te brengen en recidive in zijn hoofde te voorkomen. Deze straf dient dan ook onverminderd gehandhaafd te blijven. Dit geldt ook voor de door de eerste rechter opgelegde geldboete van euro, die ook door dit hof wettelijk (de huidige feiten nog daterend van vóór de wetswijziging die invoert dat de geldboete voorzien in de art. 77bis tot en met 77quinquies van de Wet van 15 december 1980 zo veel keer toegepast wordt als er slachtoffers zijn) en passend wordt bevonden. Wanneer meerdere opeenvolgende gelijkaardige misdrijven één enkele strafbare gedraging opleveren en derhalve aanleiding geven tot toepassing van één enkele straf, maar in de tijd tussen het plegen van die twee misdrijven de wet die de straf bepaalt gewijzigd wordt, moet de bij de nieuwe wet gestelde straf worden toegepast, ook al was de ten tijde van het eerste misdrijf geldende strafwet minder zwaar dan die gesteld ten tijde van het tweede misdrijf (zie nuttig Cass , Pas., 1943, I, 32; Cass , A.C., , 1143; LDUPONT en R.VERSTRAETEN, Handboek Belgisch Strafrecht, Leuven, Acco, 1989, nr. 327; P.POPEUER, Toepassing van de wet in de tijd, APR, 1999, nr. 99). Derhalve moet de op te leggen geldboete vermenigvuldigd worden met de nieuwe opdeciemen, zoals door de eerste rechter correct is toegepast. De eerste rechter heeft ook terecht - als vermogensvoordelen die rechtstreeks uit de bewezen verklaarde misdrijven zijn verkregen - op de schriftelijke vordering van het openbaar ministerie (zie besluiten door het openbaar ministerie voor de eerste rechter genomen en neergelegd ter zitting van 05 maart Karton 4/stuk 48/p, 40) de bijzondere verbeurdverklaring uitgesproken van een bedrag ten belope van euro en van 500 USD (in beslag genomen en gestort op rekening van het COIV) In het vermogen van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. (bij toepassing van art. 80 van de Wet van 15 december 1980 en art. 42, 3, 43bis, 43quater en 100 van het Strafwetboek). 4. De overtuigingsstukken. De eerste rechter heeft ten aanzien van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., correct geoordeeld met betrekking tot de overtuigingsstukken. 5. De kosten, de bijzondere vergoeding en de solidariteitsbijdrage. 14

15 Waar niet alle beklaagden veroordeeld zijn wegens dezelfde misdrijven is een hoofdelijke veroordeling tot de gerechtskosten overeenkomstig art. 50 Sw. uitgesloten. Vermits de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. schuldig is bevonden aan de tenlasteleggingen A.1, A.2, B.1, B.2, B.3, Cl tot en met C40 en D (als leidend persoon van een criminele organisatie), past het om hem te veroordelen tot het betalen van drie vierden (3/4) van de gerechtskosten, aan de zijde van het openbaar ministerie in totaal begroot op ,35 euro, hetzij ,51 euro. De eerste rechter heeft ten aanzien van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., correct geoordeeld met betrekking tot de bijdrage tot financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders en de vergoeding voor de kostprijs van het verloop van de strafprocedure. 6. Op burgerlijk gebied. Overeenkomstig art. 44 en 45 Sw. en 1382 e.v. B.W. Is de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., gehouden tot integrale vergoeding van de schade voortvloeiend uit de misdrijven waaraan hij schuldig is verklaard en uit hoofde waarvan hij veroordeeld wordt. De in hoofde van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A., bewezen verklaarde tenlasteleggingen A.1, A.2, B.1, B.2, B.3 en Cl tot en met C.40 staan in noodzakelijk oorzakelijk verband met de schade die door de burgerlijke partij werd geleden. De beklaagde is er dan ook toe gehouden deze schade integraal te vergoeden. De burgerlijke partij 'Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel' stelt impliciet Incidenteel hoger beroep In nu zij niet slechts de bevestiging vordert van het berstreden vonnis, doch verzoekt: - om de beklaagde te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van 2.500,00 euro, meer de vergoedende intresten à 6 % (in plaats van de wettelijke Intrestvoet) vanaf de gemiddelde datum van 01 januari 2013, en de gerechtelijke Intresten vanaf het vonnis, op al deze bedragen, en dit op de hoofdsom EN de vergoedende intresten samen; - te zeggen voor recht dat de in beslag genomen geldsommen zullen worden vrijgegeven ten gunste van de burgerlijke partij om deze schadevergoeding te betalen; - beklaagden solidair, minstens in solidum, te veroordelen tot het betalen aan de burgerlijke partij van een rechtsplegingsvergoeding van 715,00 euro en dit zowel in eerste aanleg (in plaats van 412,50 euro) als in hoger beroep. Voor zover gericht tegen andere beklaagden dan de Initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. is het incidenteel hoger beroep onontvankelijk. Voor zover gericht tegen de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. is het incidenteel hoger beroep ontvankelijk en in de hiernavolgende mate gegrond. Gelet op de huidige rentevoeten op de financiële markten en de momenteel negatieve Inflatie is er geen aanleiding om af te wijken van de wettelijke rentevoet. De burgerlijke partij geeft ook niet aan waarom een hogere rentevoet zou moeten worden toegekend. De vordering tot betaling van een schadevergoeding van 2.500,00 euro, meer de vergoedende Intresten (aan de wettelijke rentevoet) vanaf de gemiddelde datum van 01 januari 2013, en de 15

16 gerechtelijke Intresten vanaf het vonnis, op al deze bedragen, en dit op de hoofdsom en de vergoedende intresten samen, is voor het overige gegrond en kan worden toegekend. De beslissing dat de in beslag genomen geldsommen zullen worden vrijgegeven ten gunste van de burgerlijke partij om deze schadevergoeding te betalen, intresten en kosten inbegrepen, kan ten aanzien van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. worden bevestigd. Het bedrag van de door de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. aan de burgerlijke partij verschuldigde rechtsplegingsvergoeding bedraagt 715,00 euro en dit zowel voor de procedure in eerste aanleg als voor de appelprocedure. De eerste rechter heeft bij toepassing van art. 4 V.T.Sv. terecht de overige burgerlijke belangen ambtshalve aangehouden. OP DEZE GRONDEN, het hof, rechtdoende op tegenspraak, Gelet op de artikelen: - 24 van de Wet van 15 juni 1935; en 211 van het wetboek van strafvordering; - de in de tenlasteleggingen en door de eerste rechter aangehaalde wetsartikelen, aangevuld met artikel 3,79 en 80 van het strafwetboek. al deze wetsbepalingen door de voorzitter ter zitting van heden aangeduid; Verklaart het hoger beroep van de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. en van het openbaar ministerie tegen deze laatste, ontvankelijk en erover beslissend: Op strafrechtelijk gebied: Verbetert nog, ingevolge de wijziging van de Wet van 15 december 1980 door de Wet van 26 november 2011, in werking getreden op 02 februari 2012, in de tenlasteleggingen A, B en C de woorden '...bijzonder kwetsbare positie,..' in '...kwetsbare toestand...' en stelt vast dat dit verder zonder invloed is voor de beoordeling van de huidige feiten, noch wat betreft de omschrijving van de strafbare gedraging, noch wat de toepasselijke strafmaat betreft; Verbetert in het bestreden vonnis op p. 35, laatste alinea: 'overeenkomstig art Sw. ontzet uit alle rechten voorzien in art. 31 eerste lid Sw. ' in 'overeenkomstig art. 77 sexies. 1 lid van de Wet van 15 december 1980 ontzet uit alle rechten voorzien in art. 31 eerste lid Sw.'; het betreft de verbetering van een louter materiële vergissing vermits op p. 23 van het bestreden vonnis reeds correct was verwezen naar art. 77 sexies van de Wet van 15 december 1980; Doet het bestreden gedeelte van het eerste vonnis teniet waar het de initieel eerste beklaagde, de zich noemende A.A. solidair met de overige veroordeelden, verwijst tot de gerechtskosten begroot op ,35 euro; 16

17 En opnieuw wijzende, veroordeelt de zich noemende A.A. thans tot DRIE/VIERDEN (3/4) van de gerechtskosten, aan de zijde van het openbaar ministerie in totaal begroot op ,35 euro, hetzij tot ,51 euro; Bevestigt voor het overige het bestreden gedeelte van het eerste vonnis met dien verstande dat: - de opgelegde straf thans geldt uit hoofde van de bewezen verklaarde tenlasteleggingen A.1, A.2, B.1, B.2, B.3, Cl tot en met C.40, telkens zoals hierboven verbeterd, en D samen; - de ontzetting, na verbetering zoals hierboven, thans overeenkomstig art. 77 sexies, 1 lid van de Wet van 15 december 1980 wordt opgelegd; Veroordeelt de zich noemende A.A., tot de appelkosten, deze aan de zijde van het openbaar ministerie begroot zijnde op 221,40 euro. Op burgerlijk gebied: Verleent akte aan de burgerlijke partij 'Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding' van de naamwijziging naar 'Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel, instelling van openbaar nut opgericht bij Wet van 15 februari 1993, omgevormd door de Wet van 17 augustus 2013; Verklaart het incidenteel hoger beroep van de burgerlijke partij Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel ontvankelijk voor zover gericht tegen de zich noemende A.A., en onontvankelijk voor zover gericht tegen andere beklaagden dan de zich noemende A.A.; Bevestigt: - ten aanzien van de zich noemende A.A. de beslissing dat de in beslag genomen geldsommen zullen worden vrijgegeven ten gunste van de burgerlijke partij om deze schadevergoeding te betalen, intresten en kosten inbegrepen; - de beslissing tot ambtshalve aanhouding van de overige burgerlijke belangen in toepassing van art.4 V.T.Sv.; Hervormt, binnen de perken van de hoger beroepen op burgerlijk gebied, de bestreden beslissing voor het overige, en opnieuw rechtdoende: - veroordeelt de zich noemende A.A. thans tot het betalen aan de burgerlijke partij Het federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel van een schadevergoeding van 2.500,00 euro, meer de vergoedende intresten aan de wettelijke rentevoet vanaf de gemiddelde datum van 01 januari 2013 tot datum van het vonnis, en de gerechtelijke intresten vanaf het vonnis, op al deze bedragen, en dit op de hoofdsom en de vergoedende intresten samen, meer de kosten waaronder de rechtsplegingsvergoeding voor de procedure in eerste aanleg thans begroot op 715,00 euro; Verwijst de zich noemende A.A. in de kosten van het hoger beroep op burgerlijk gebied, hierin begrepen betaling aan de burgerlijke partij Het federaal centrum voor de analyse van de 17

18 migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel van de rechtsplegingsvergoeding voor de appelprocedure, begroot op 715,00 euro. ( ) Aldus gewezen door X, kamervoorzitter; X, raadsheer, X, raadsheer, en bijgestaan door X, griffier. en na ondertekening door dezen uitgesproken in openbare terechtzitting van eenentwintig oktober tweeduizend veertien waarbij de voorschriften van artikel 195 van het Wetboek van Strafvordering werden nageleefd door X, kamervoorzitter, in aanwezigheid van X, advocaat-generaal, en bijgestaan door X, griffier. Kopie Afgeleverd aan: mr. X A.A. (Federaal Centrum - Migratiestromen) Griffierechten Aantal bladzijden: 23 18

19 Totaal griffierecht: 8.00 Referentie boekhouding: 19

20

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Nummer: 1071 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.FI.I7448-I3 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: M. C. Arbeider voedingsnijverheid Geboren te Freetown

Nadere informatie

Hof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer

Hof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer Hof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer Notienummer Parket-Generaal 2015/PGG/998 2015/VJ11/658 in de zaak van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partij: FEDERAAL CENTRUM VOOR DE

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 1C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer. Arrestnummer / /2017 Repertoriumnummer 2017/ Datum van uitspraak 18 januari 2017 Rolnummer 2016/CO/369 Notitienummer parket-generaal 2016/PGA/1606 2016/VJ11/393 Arrest veertiende kamer correctionele zaken

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011 Not; Nr. GE/56. L5.5102/08 HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011 In de zaak van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partijen : C. H. CH., woonst kiezende bij meester F. Carron, advocaat

Nadere informatie

NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER

NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER INZAKE VAN: DE PROCUREUR DES KONINGS, in naam van zijn ambt, EN Het FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN MIGRATIESTROMEN,

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017 In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen: A. A., geboren te Beringen op ( ), van Belgische nationaliteit, wonende te (

Nadere informatie

Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank

Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank Vonnisnummer/ Griffienummer Repertoriumnummer/ Europees 201s! )LILio Datum van uitspraak 20juni 2018 Notienummer parket BGGG.LS.5746-14 Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank ani eg fdelin i nele

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010 Notitie nummer: AN43.L7.9832-08 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 2C, rechtdoende in correctionele

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer De Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 11 de kamer, rechtsprekend in correctionele zaken, wijst het volgende vonnis: Inzake van het

Nadere informatie

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal. Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER Het Hof van Beroep, zitting houdende te Antwerpen, veertiende kamer, recht doende in correctionele zaken, spreekt het volgende arrest uit: Inzake

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, p. 1 Griffienummer 1) ') fi ü 0. _,. J iv to.3 / 2017 Repertorium nummer 2011 / 1-A 1 Datum van uitspraak 9 mei 2017 Notitienummer parket Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Nummer:56 Notitie nummer: AN55.F1.20861-13 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: 1. D. B. Zonder beroep Geboren te Accra (Ghana) op

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank Vonnisnummer/ Griffienummer / 2019 Repertoriumnummer/ Europees 2019 / Datum van uitspraak 13 MEI 2019 -VERSTEK- Systeemnummer parket Rolnummer griffie 19I000096 Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen,

Nadere informatie

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 not.nr. 56.99.139-07 rep. Nr. 2293 De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 INZAKE : CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING, Koningsstraat

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 LE43.LC.22655-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door substituut procureur des Konings L. D. H.. BURGERLIJKE PARTIJ P. S., wonende te 3000

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.

Nadere informatie

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE 1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr / rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Afschrift van een minuut berustende h» van de rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen afdeling Mechelen Vonnisnummer / Griffienummer 18/311 Repertoriumnummer

Nadere informatie

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016 4 4 AFSCHRSFT P- 1 Griffienummer 000 73 6 /2016 Repertoriumnummer 2016 / $0$ Datum van uitspraak 31/05/2016 Notitienummer parket HA66.L5.1537-11 c \ Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt,

Nadere informatie

RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER

RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC4 kamer, rechtdoende in correctionele zaken, heeft volgende

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018 18L000969 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door, substituut-procureur des Konings. BURGERLIJKE PARTIJEN wonende te die persoonlijk verschijnt.

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken Vonnisnummer/ Griffienummer 1988/2018 Repertoriumnummer / Europees 2018/2551 Datum van uitspraak 7 november 2018 Naam van de beklaagde V. S. Systeemnummer parket 17CP16424 Rolnummer 18L001556 Notitienummer

Nadere informatie

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1553 Datum van uitspraak 12 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000545 Notitienummer parket

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel - -- f "... ",."" ;"t.,-:-7") u "-.a. \'j"'., p \ 162..JB Vonnisnummer I Griffienummer 2018/1573 Repertoriumnummer / Europees Datum van uitspraak 4 december 2018 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer

Nadere informatie

Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k.

Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k. Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k. Notitienummer: 2015/FGA/7S5 2015/VJ11/224 Het OPENBAAR MINISTERIE en de BURGERLIJKE PARTIJ: Het FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN MIGRATIESTROMEN,

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL 20 JUNI 2007, 51 e KAMER Tijdens de openbare terechtzitting van 20 juni 2007 heeft de 51 e kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel rechtsprekend in correctionele

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015 Notitie nummer: AN43.99.246-14 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015 - ZAAK I- in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: en waarbij zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: P.

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer Nr. 811 P 2007 HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER 2008 13e kamer Inzake van het O. M. en: L. Kouri wonende te 3600 Genk, ( ) burgerlijke partij vertegenwoordigd door Meester Jean-Paul Lavigne,

Nadere informatie

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW. p. 1 Griffienummer 0 0 0 1 8 9 / 2018 Repertorium nummer 2018/,; ') '} l /_J Datum van uitspraak 30 januari 2018 Notitienummer parket HA66.RW.100500-15 Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016 Inzake van het Openbaar Ministerie en de burgerlijke partij: Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding via discriminatie en racisme

Nadere informatie

Vonnis. Rechtbank van eerste aanteg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. zestiende kamer (B16) /

Vonnis. Rechtbank van eerste aanteg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. zestiende kamer (B16) / Vonnisnummer/ Griffienummer / 72017 Repertoriumnummer/ Europees 2017 / yt Datum van uitspraak 21juni2017 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket BG66.97.728/12/KOGP ' Rechtbank van eerste aanteg

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen: CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT ln zake van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: I. Not. nr. 5 beklaagden 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde

Nadere informatie

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken 1 blad Vonnlsnummer /griffienummer 201s1J.. Notitienummer parket GE66.RW.500800-13 Datum van uitspraak 2 januari 2018 Naam beklaagden 1. 2. Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 FEBRUARI 2011 P.10.1344.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1344.F H. K., beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

VONNIS. TEGEN: De zich noemende W.D. ( ), volgens eigen verklaring geboren te Freetown (Sierra Leone),

VONNIS. TEGEN: De zich noemende W.D. ( ), volgens eigen verklaring geboren te Freetown (Sierra Leone), VONNIS Datum: 24.01.2005 De rechtbank van eerste aanleg, van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken: In zake van

Nadere informatie

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard Kopie Afgeleverd aan: mr. CAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard Hof van beroep Antwerpen - 2017 /C0/536 - p. 2 2015/PGA/3737-2017 /VJll/582 Het OPENBAAR MINISTERIE

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank Vonnisnummer/ Griffienummer / 2019 Repertoriumnummer/ Europees 2019 / Datum van uitspraak 13 MEI 2019 -VERSTEK- Systeemnummer parket Rolnummer griffie 19I000109 Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen,

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDEN 1) X X geboren te Heusden-Zolder op X wonende te X, X van Belgische nationaliteit Bijgestaan door Mr.

Nadere informatie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009 Griffie nr. 585 Not. Nr. ME43.L3.302-08 CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009 De rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 10 de kamer rechtsprekend in correctionele zaken,

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank Vonnisnummer/ Griffienummer / 2019 Repertoriumnummer/ Europees 2019 / Datum van uitspraak 13 MEI 2019 Systeemnummer parket Rolnummer griffie 19I000111 Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling

Nadere informatie

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017 / Arrestnummer C I _)J{;? 12011 Repertoriumnummer 2011 I jsi1 Datum van uitspraak 29 september 2017 Notitienummer griffie 2017/NT/576 Notitienummer parket-generaal 2017 IPGGI1418 2017IVJ11I576. Hypothecaire

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg esteavlaanderen, afdeling VEUR E, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg esteavlaanderen, afdeling VEUR E, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer 526 /2018 Repertorium nummer/ Europees 2018 / 500 Datum van uitspraak 16/11/2018 Natienummer parket Rechtbank van eerste aanleg esteavlaanderen, afdeling VEUR E, strafzaken

Nadere informatie

(lste aanleg: nr.: /92) zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :

(lste aanleg: nr.: /92) zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest : Nr. Nr. T t van het arrest Corr. Folio Nr. 2000 CV 168 van het parket (lste aanleg: nr.: 66.58.4048/92) Nr. 2000 VJll 68 I L..,. ARRE ST \uouf'l \.. vçj)a -v-l '2.J:I'AoW\..-'J de Het Ho f van Beroep te

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen 24. Jun 1 2019 14: 03 REA A PEN Nr. 8718 P. 1/5 Vonnis nummer / Griffienummer 2019 1 1"8 Repertorïumnummer /Europees Datum van uitspraak 24junî20l9 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dosslernurnrner

Nadere informatie

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis nt.:stuurlijke INLICHTING 1 blad Vonnisnummer 2o1s1 J.16o Rolnummer 146038600 Systeemnummer 14RG38600 Repertoriumnummer Notitienummer parket GE63.l2. 714/14 Datum van uitspraak 4 september 2018 Naam beklaagden.

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015 Notitienr. GE56.LA.41594/2014/003/GJ4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015 In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen ; 1. Y. Can, geboren te Gent

Nadere informatie

3. Een criminele organisatie betreft een organisatie van meer dan twee personen.

3. Een criminele organisatie betreft een organisatie van meer dan twee personen. Samenvatting 1. Het misdrijf van mensensmokkel, zoals door de Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Nummer:57 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.F1.6989-1 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: M.

Nadere informatie

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER Notitienummer parket-generaal: 2014/PGA/3843-2016/VJ11/94 Het OPENBAAR MINISTERIE en de BURGERLIJKE PARTIJ: C. K., geboren te ( ) op ( ) woonplaats kiezend

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015 Not. Nr. : GE 56.L3.8076/13 SW3 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: Danny L., invalide, geboren te Eeklo op ( ), wonende te 9900 Eeklo, ( )

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 SEPTEMBER 2006 P.05.1663.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.05.1663.N 1. V D F S, beklaagde, met als raadsman Mr. Lieven Diependaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, 2. GARAGE CARROSSERIE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1647 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000237 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag

ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag 07-06 -2016 Nidi ofid^rteke^d atfcchhft JdfCJ Griffie nr. Not.nr. ME66.RW.101200-14 CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN Afdeling Mechelen Openbare terechtzittina van 20

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen To: CVH From: 03 2578674 Date: 24/06/ 19 Time: 14: 01 Page: 01 24. Jun 1 2019 14: 01 REA A PEN Nr. 8713 P. 1/6 Vonnis nummer/ Griffienummer 2019 I 'li,;jk,q_. Repertorlumnummer /Europees Datum van uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

KOP. Rechtbank ta n eerste aanleg Vil/c;st.-Vf a1 1ti if'<e?r &tfi te b BrQJ tw o

KOP. Rechtbank ta n eerste aanleg Vil/c;st.-Vf a1 1ti if'<e?r &tfi te b BrQJ tw o " KOP E Vonnisnummer/ Griffienummer /.!o-18 /2017 Repertoriumnummer/ Europees 2017 / 11!.1 Datum van uitspraak 4 oktober 2017, Rolnummer niet In strafzaken Notitienummer parket BG66.LS.6897 /13/KODF Rechtbank

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016 N. Nr.: AN45.LB.68860-I5 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: V. D. Toneelspeler Geboren te Oostende, op (..) Ingeschreven en adreskiezende

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 20 januari 2009, 17 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 20 januari 2009, 17 de kamer CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 20 januari 2009, 17 de kamer Openbare terechtzitting. In de zaak van het openbaar ministerie en: CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING, met maatschappelijke

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg est... Vlaanderen, afdeling rugge,

Rechtbank van eerste aanleg est... Vlaanderen, afdeling rugge, i \".\ Vonnisnummer/ Griffienummer 1.A t:j / 2018 Repertoriumnummer/ Europees 2018 /./( 0 '::( Datum van uitspraak 16 mei 2018 Notitienummer parket BG66.L2.6299-13 Rechtbank van eerste aanleg est... Vlaanderen,

Nadere informatie

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer. / Griffienummer I.) 0 0 2 3 6 / 2016 Repertoriumnummer 2016/ M Datum van uitspraak 01.03.2016 Notitienummer parket HA66.97.512-11 Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Nadere informatie

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren Vonnisnummer I Griffienummer Repertoriumnummer I Europees Datum van uitspraak Î 25juni208 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer parket 6RA4877 Rolnummer 6A05564 rechtbank van eerste aanleg Antwerpen,

Nadere informatie

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer.

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer. Griffienummer 00231 /2017 Repertoriumnummer 2017 / 268 Datum van uitspraak 14 februari Z017 Notitienummer parket HA56.L7.7684-15 J.M( ) Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Nadere informatie

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786 Vonnisnummer/ Dossiernummer Uitgifte p. 1 Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2019/9355 19A008786 Repertoriumnummer Datum van uitspraak 18 juni 2019 Algemeen Rolnummer Notitienummer parket 18D809412

Nadere informatie

KOPl 0PSCH0R TING. Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. Vonnis. zestiende kamer (B16)

KOPl 0PSCH0R TING. Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. Vonnis. zestiende kamer (B16) KOPl Vonnfsnummer/ Griffienummer / ZU 9 / 2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015/ 2fjiL Datum van uitspraak 28 oktober 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket BG66.L4.7548-11-KODF Rechtbank

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014 Not. Nr. : GE 56.LA.41677/13-SW4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: Musa C., zelfstandige, geboren te Gent op ( ), wonende te 9000 Gent,

Nadere informatie

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan Vonnis nr. "JA po] VONNIS AFSCHRIFT van de minuten berustende ter griffie van c:lf rechlbanl\ van ee- tc 1a'l' g Antwerp Jfcc n,\:1t\'/er;:ie:i nummer: V\ datum: 22/01/2018 De rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Hof van Beroep Brussel, 12 maart 2014, 13 e kamer

Hof van Beroep Brussel, 12 maart 2014, 13 e kamer Hof van Beroep Brussel, 12 maart 2014, 13 e kamer ARREST Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest : In zake van het openbaar ministerie en

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer De Rechtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE negentiende kamer, rechtdoende in strafzaken, heeft in haar openbare terechtzitting van 13

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen To: CVH From: 03 2578674 Date: 24/06/ 19 Time: 13: 43 Page: 01 24. Juni 2019 13:43 REA A PEN Nr. 8712 P. 1/6 Vonnis nummer/ Griffienummer 2019 ', t,o Repertoriumnummer / Europees Datum van uitspraak 24

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer In de zaak van het openbaar ministerie: TEGEN: Openbare terechtzitting, 1. B.M., geboren te ( ) (Turkije) op ( ), wonende te ( ). Op de zitting

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten :

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten : 1 e VONNIS nummer : datum: 9/02/2007 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 5C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken:

Nadere informatie

DE CORRECTIONELE RECHTBANK VAN 3 JUNI 2013

DE CORRECTIONELE RECHTBANK VAN 3 JUNI 2013 DE CORRECTIONELE RECHTBANK VAN 3 JUNI 2013 In zake van het Openbaar Ministerie tegen : 1. V. Ismail, zonder beroep, geboren te Aalst op ( ), zonder gekende woon- of verblijfplaats in België noch in het

Nadere informatie

Hof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer

Hof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer Hof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer Nr. parket: LE37.F1.4107-12 Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken 1 Griffienummer 1 3.t /2018 Datum van uitspraak 17 SEPTEMBER 2018 Notitienummer parket Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken Vonnis,, Aangeboden op D13M kamer....

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel Griffienummer 6( / 2018 Inzake OM / 1. 2. Datum van uitspraak 16.01.2018. Notitienummer parket 66.RW.200090-09. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel Vonnis 11 Kamer

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

lll llllll l llllll lll l llllll Il Il Il lllll ll llllll lll

lll llllll l llllll lll l llllll Il Il Il lllll ll llllll lll ---- Arrestnummer C/ /2018 Repertorlumnummer 2018/ 33.JJ Datum van uitspraak 26 september 2018 Rolnummer 2016/C0/1039 Notlenummer parket-generaal 1 1 Hof van beroep Antwerpen Arrest kamer C4 (voorheen

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1796 Datum van uitspraak 27 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000693 Notitienummer parket

Nadere informatie

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621 Vonnisnummer/ Dossiernummer Uitgifte p. 1 Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2019/7961 19A007621 Repertoriumnummer Datum van uitspraak 23 mei 2019 Algemeen Rolnummer Notitienummer parket o Niet

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 23 OKTOBER 2012, 17 DE KAMER

CORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 23 OKTOBER 2012, 17 DE KAMER CORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 23 OKTOBER 2012, 17 DE KAMER In de zaak van het openbaar ministerie en van 1.Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, autonome overheidsdienst opgericht

Nadere informatie