CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 20 januari 2009, 17 de kamer
|
|
- Elke van der Laan
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 20 januari 2009, 17 de kamer Openbare terechtzitting. In de zaak van het openbaar ministerie en: CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING, met maatschappelijke zetel te Brussel, Koningsstraat 138. Burgerlijke partij, met als raadsman mr. Q.P., advocaat te ( ). TEGEN: 1. F.A., vreemdeling van Iraakse nationaliteit, geboren te ( ) (Irak) op ( ), laatst wonende te ( ), ( ), thans verblijvende in de Hulpgevangenis van ( ). Op de zitting aanwezig en bijgestaan door mr. F.G. loco mr. D.G., advocaat te ( ). 2. M.H., vreemdeling van Iraakse nationaliteit, geboren te ( ) (Irak) op ( ), laatst wonende te ( ), thans verblijvende in de gevangenis van ( ). Op de zitting aanwezig en bijgestaan door mr. B.A., advocaat te ( ). 3. A.D.G., vreemdeling van Iraakse nationaliteit, geboren te ( ) (Irak) op ( ), laatst wonende te ( ), thans verblijvende in de gevangenis van ( ). Op de zitting aanwezig en bijgestaan door mr. M.J., advocaat te ( ). 4. K.A.M., vreemdeling van Iraakse nationaliteit, geboren te ( ) (Irak ) op ( ), laatst wonende te ( ), thans verblijvende in de Hulpgevangenis van ( ). Op de zitting aanwezig en bijgestaan door mr. F.G., advocaat te ( ). 5. T.A.H.K.H., vreemdeling van Iraakse nationaliteit, geboren te ( ) (Irak) op ( ), voorheen wonende te ( ), thans wonende te ( ), thans verblijvende in de Hulpgevangenis van ( ). Op de zitting aanwezig en bijgestaan door mr. T.E., advocaat te ( ). Naar deze rechtbank verwezen op bevel van de Raadkamer. Beklaagd te: ( ) en bij samenhang elders in het Rijk, A. Bij inbreuk op artikel 77bis van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, zich schuldig te hebben gemaakt aan mensensmokkel, te weten ertoe bijgedragen te hebben, op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen die België bindt, binnenkomt, erdoor 1
2 reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met het oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel, met de in artikel 77quater vermelde verzwarende omstandigheid dat van de betrokken activiteit een gewoonte werd gemaakt, en met de in artikel 77quater vermelde verzwarende omstandigheid dat het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet, meer bepaald, 1. de eerste (F.) en de tweede (M.), als dader of mededader in de zin van artikel 66 van het strafwetboek, in de loop van de maand maart 2008, het transport naar Zweden van een niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdaan 2. de tweede (M.), in de loop van de maand maart 2008, het transport naar Zweden van een niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdaan, gekend als 'S.' 3. de eerste (F.), de tweede (M.), de derde (A.D.) en de vierde (K.), als dader of mededader in de zin van artikel 66 van het strafwetboek, in de loop van de maand april 2008, het transport naar Zweden van een niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdaan, gekend als 'K.' 4. de eerste (F.) en de derde (A.D.), als dader of mededader in de zin van artikel 66 van het strafwetboek, van 6 tot 8 mei 2008, het transport naar het Verenigd Koninkrijk van twee niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdanen, waaronder een gekend als 'H.' B. de vierde (K.) en de vijfde (T.A.), als dader of mededader in de zin van artikel 66 van het strafwetboek, in de loop van de maand juni 2008, bij inbreuk op artikel 77bis van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, zich schuldig te hebben gemaakt aan mensensmokkel, te weten ertoe bijgedragen te hebben, op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding, van de buitengrenzen die België bindt, binnenkomt, erdoor reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met het oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel, met de in artikel 77quater vermelde verzwarende omstandigheid dat van de betrokken activiteit een gewoonte werd gemaakt, meer bepaald, een transport voor twee Iraakse onderdanen K.H.M. en J.A. C. Gepoogd te hebben om, bij inbreuk op artikel 77bis van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, zich schuldig te maken aan mensensmokkel, te weten ertoe bij te dragen. op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen die België bindt, binnenkomt, erdoor 2
3 reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met het oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel, met de in artikel 77quater vermelde verzwarende omstandigheid dat van de betrokken activiteit een gewoonte werd gemaakt, en met de in artikel 77quater vermelde verzwarende omstandigheid dat het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet, meer bepaald, 1. de eerste (F.) en de tweede (M.), als dader of mededader in de zin van artikel 66 van het strafwetboek, tussen 29 april en 6 mei 2008, door gepoogd te hebben een smokkellijn op te zetten voor tientallen personen vanuit Italië over België naar Duitsland en Zweden 2. de eerste (F.) en de derde (A.D.), als dader of mededader in de zin van artikel 66 van het strafwetboek, van 14 tot 16 juni 2008, door gepoogd te hebben een transport te regelen voor twee niet nader bepaalde Iraakse onderdanen 3. de tweede (M.), op 11 juni 2008, door gepoogd te hebben voor twee niet nader bepaalde personen een transport te regelen van Italië naar Zweden D. eerste (F.), te ( ) en bij samenhang te ( ), tussen 27 maart 2008 en 14 juni 2008, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, in authentieke en openbare geschriften valsheid te hebben gepleegd door namaking of vervalsing van geschriften of handtekeningen, en met hetzelfde bedrieglijk opzet of met hetzelfde oogmerk om te schaden, van de vermelde valse akte of van het vermelde valse stuk gebruik te hebben gemaakt, namelijk door, met de bedrieglijke bedoeling zich een officieel Irakees stuk te verschaffen waaruit moet blijken dat hij aan de voorwaarden voldoet om in de Belgische asielprocedure te kunnen stappen, een volledig vals stuk te hebben besteld of laten bestellen en te hebben opgesteld of laten opstellen, dat attesteert dat het op 28 maart 2008 werd opgemaakt door het hoofd van de politie te ( ), dat F.M.A. inwoner was van ( ), dat de vader van F.A. voor de Iraakse geheime dienst werkte, dat de vader en broer van F.A. door terroristen ontvoerd werden, en dat F.A., een tijd na de moord op zijn oom, zou bedreigd zijn door terroristen, terwijl in werkelijkheid dit stuk op bestelling van F.A. tegen een vergoeding van 700 euro werd nagemaakt ter ondersteuning van zijn asielprocedure tot het bekomen van een vluchtelingenstatuut, en door een ingescande versie van dit valse stuk te hebben aangewend tijdens een interview bij het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen, het van valsheid betichte stuk neergelegd zijnde ter griffie van de correctionele rechtbank te ( ) onder nummer ( ) (stuk 9 kaft VIII - overtuigingsstukken) ( ) 3
4 Aannemende dat er aanleiding bestaat om slechts correctionele straffen uit te spreken wat betreft de tenlasteleggingen A1 t/m A4, B, C1 t/m C3 en D wegens verzachtende omstandigheden spruitende uit de afwezigheid van vroegere veroordelingen tot criminele straffen (artikelen 1 en 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden) 1. DE PROCEDURE 1.1. De rechtbank nam kennis van: - de stukken van het onderzoek - de verwijzingsbeschikking van de raadkamer van Leuven van 16 december de dagvaardingen die betekend werden om te verschijnen voor deze rechtbank - de schriftelijke vordering tot verbeurdverklaring van het openbaar ministerie - de stukken neergelegd voor de eerste beklaagde (F.A.) en de vierde beklaagde (K.A.) - de besluiten van de tweede beklaagde (M.H.) - de besluiten van de burgerlijke partij 1.2. Op de zitting hoorde de rechtbank: - de burgerlijke partij in de eisen - het Openbaar Ministerie in zijn vordering - de beklaagden in hun verdediging, bijgestaan door hun raadsman De rechtbank beslist op tegenspraak De strafvordering is regelmatig ingesteld en is ontvankelijk. 2. DE TENLASTELEGGINGEN: ALGEMEEN 2.1. De beklaagden worden vervolgd voor mensensmokkel, met verzwarende omstandigheden, en poging tot mensensmokkel (tenlasteleggingen A, B en C). Met uitzondering van de eerste beklaagde (F.A.), betwisten de beklaagden hun aandeel bij de feiten niet. 4
5 Wel werpen zij op dat zij enkel om humanitaire redenen en/of als vriendendienst hebben gehandeld en er geen winstoogmerk verbonden was aan hun handelen. De eerste beklaagde (F.A.) moet zich eveneens verantwoorden voor valsheid van geschriften en het gebruik van een vals stuk (tenlastelegging D). De eerste beklaagde (F.A.) betwist deze tenlastelegging Artikel 77 en artikel 77bis van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980 zijn de twee toepasselijke wetsbepalingen op het verlenen van bijstand of hulp aan een vreemdeling hij het onwettig binnenkomen en/of onwettig verblijf in ons land. Bij mensensmokkel gaat het om het illegaal overschrijden van de landsgrenzen met de hulp van derden. Mensensmokkel vereist het direct of indirect nastreven van een vermogensvoordeel. Smokkel betekent dat de persoon die de grens wil oversteken op de hoogte is van de manier waarop hij of zij zal reizen en uit vrije wil hiermee instemt Dit in tegenstelling tot mensenhandel waar mensen worden overgebracht met het oog op latere uitbuiting en waarbij mensenhandelaars hun "klanten" beperken in hun vrije keuze door geweld, misleiding, bedreiging of intimidatie. De grens tussen mensenhandel en mensensmokkel is vrij dun en mensensmokkel kan evolueren naar mensenhandel wanneer de vrije wil in het gedrang komt. De burgerlijke partij en het openbaar ministerie hebben er op gewezen dat er in het kader van mensensmokkel nieuwe tendensen zijn, waarvan dit dossier een voorbeeld is. Daar waar vroeger illegalen vooral in grotere groepen als verstekelingen in vrachtwagens reisden, gebeurt dit nu veelal in kleinere groepen waarbij in etappes gereisd wordt en gebruik gemaakt wordt van bestaande transportmogelijkheden. (bv. de busdienst Eurolines). Doordat in etappes gereisd wordt, is de organisatie aangewezen op personen die voor het tijdelijk verblijf van de migranten kunnen instaan. Deze worden meestal ondergebracht in zogenaamde "safehouses" waar illegalen van dezelfde nationaliteit wonen. Ook de bestemmingen zijn gewijzigd. Daar waar vroeger via de havens in België of Frankrijk de illegalen het Verenigd Koninkrijk wilden bereiken, zijn door de toegenomen controles de Scandinavische landen het eindpunt. 5
6 3. BESPREKING VAN DE TENLASTELEGGINGEN TENLASTELEGGING A: mensensmokkel voorzien in artikel 77bis + de verzwarende omstandigheden van artikel 77quater dat van deze activiteit een gewoonte werd gemaakt en het een daad van deelneming betreft aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging Dat er wel degelijk sprake is van mensensmokkel blijkt afdoende uit het strafdossier. In het bijzonder kan verwezen worden naar het resultaat van de afluistermaatregelen, de observaties en de huiszoekingen. Uit de afluistermaatregelen is gebleken dat druk onderhandeld werd over de prijs van de transporten en de winstmarges die konden gerealiseerd worden. De betalingen waren een belangrijke voorwaarde opdat de transporten zouden kunnen doorgaan (zie o.a. tap 3-74). Het bedrag was afhankelijk van het feit of een transport al dan niet met garantie werd verkocht. Ook de kost van de verschillende tussenpersonen vormden een element bij de prijsbepaling (zie o.a. tap 3 stuk 108) Dat niet is aangetoond kunnen worden welk concreet bedrag iedere beklaagde afzonderlijk heeft ontvangen, is te verklaren door het feit dat gelden cash overhandigd werden en in bewaring gegeven en er gewerkt werd met anonieme betalingen (zie stuk 9). Dit betekent niet dat de beklaagden geen direct of indirect vermogensvoordeel hebben genoten en niet gehandeld hebben uit winstbejag, hetgeen overduidelijk blijkt uit de inhoud van de verschillende telefoongesprekken. Dat er in dit dossier wel degelijk gehandeld werd in het kader van een vereniging of organisatie die zich bezighield met mensensmokkel en er van deze activiteit een gewoonte werd gemaakt, is eveneens bewezen. De beklaagden hebben gehandeld als onderdeel van een Irakees - Koerdisch netwerk van mensensmokkelaars, waarbij illegalen naar het Verenigd Koninkrijk en naar de Scandinavische landen overgebracht worden, met België als tussenstop. Verschillende personen waren verantwoordelijk voor de opvang van de illegalen, het transport, de betaling en verzameling, van gelden,... Er werd gebruik gemaakt van verschillende (anonieme) oproepnummers en codetaal ("eenden", "ganzen", "ezels", "kalkoenen", "bonen", "konijnen", "schapen") om de transporten en de contacten te maskeren. 6
7 De afluistermaatregelen hebben aan het licht gebracht dat de eerste beklaagde (F.A.) en de tweede beklaagde (M.H.) hierbij een vooraanstaande rol speelden. De eerste beklaagde (F.A.) was hoofdzakelijk actief in het organiseren van de transporten, hij had verschillende contacten in het buitenland en stond mee in voor de financiële onderhandelingen en het garanderen van de betalingen (uit Irak). Hij had nauwe handen met de tweede beklaagde (M.H.) en schakelde verschillende personen in die moesten zorgen voor de tijdelijke opvang van de illegalen, de transporten, etc. (zie o.a. tap 6-stuk 30). De tweede beklaagde (M.H.) had goede contacten met andere smokkelaars (o.a. "T" uit ( )) en had ook eigen contacten in Zweden en Noorwegen. Hij plande de transporten samen met de eerste beklaagde (F.A.) en stond ook in voor de betalingen. Net als de eerste beklaagde (F.A.) was ook de tweede beklaagde (M.H.) goed geïnformeerd over de asielprocedure in België en gaf deze informatie door aan contactpersonen in het buitenland. Hij gaf ook informatie over het camoufleren van vingerafdrukken (zie o.a. stuk 50, 75). De derde beklaagde (A.D.G.) onderhield regelmatige contacten met de eerste beklaagde (F.A.) en werd door deze laatste ingeschakeld bij de transporten (zie o.a. tap 9). Hij fungeerde als geldkoerier en verschafte onderdak. Ook de vierde beklaagde (K.A.) had meerdere contacten met buitenlandse nummers (Irak, Duitsland, Groot-Brittannië, Zweden, Kazachstan en Rusland) (stuk 69) en was eveneens als tussenpersoon actief in het smokkelmilieu (zie o.a. tap 10, tap 3-stuk 139). A.1. de eerste beklaagde (F.A.) en de tweede beklaagde (M.H.) Deze tenlastelegging betreft het transport naar Zweden van een niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdaan in de loop van de maand maart De tweede beklaagde (M.H.) heeft bekend dat hij als tussenpersoon voor de eerste beklaagde (F.A.) gehandeld heeft (stuk 137) en instond voor de betaling van "T." uit ( ) met geld afkomstig van de eerste beklaagde (F.A.). Niettegenstaande de ontkenning door de eerste beklaagde (F.A.), acht de rechtbank de tenlastelegging en de verzwarende omstandigheden ook voor hem bewezen door de resultaten van de afluistermaatregelen en de verklaring van de tweede beklaagde (M.H.). A.2. De tweede beklaagde (M.H.) Deze tenlastelegging betreft het transport naar Zweden van een niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdaan, gekend als "S." in de loop van de maand maart
8 De tweede beklaagde (M.H.) heeft zijn aandeel bij dit transport bekend, dat eveneens gebeurd is via "T." uit ( ), op vraag van een contact vanuit Noorwegen. De tenlastelegging is bewezen voor de tweede beklaagde (M.H.), met inbegrip van de verzwarende omstandigheden. A.3. de eerste beklaagde (F.A.), de tweede beklaagde (M.H.), de derde beklaagde (A.D.G.) en de vierde beklaagde (K.A.) Deze tenlastelegging betreft het transport naar Zweden van een niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdaan, gekend als "K." in de loop van de maand april 2008 De eerste beklaagde (F.A.) heeft de feitelijkheden toegegeven, maar ontkent dat er sprake is geweest van mensensmokkel. De tweede beklaagde (M.H.) heeft toegegeven dat hij de betalingen van het transport regelde (stuk 137). De derde beklaagde (A.D.G.) is het geld bij de eerste beklaagde (F.A.) gaan ophalen om dit te overhandigen aan de tweede beklaagde (M.H.) (stuk 162.). De vierde beklaagde (K.A.) heeft bekend dat hij onderdak verleende en contact nam met de eerste beklaagde (F.A.) om het transport te regelen (stuk 156). Onderzoek heeft aangetoond dat de betaling gebeurde via een familielid van de eerste beklaagde (F.A.) (stuk 146). De beweging van de beklaagden dat zij om humanitaire redenen gehandeld hebben en zij hierbij geen financieel voordeel voor ogen hadden, is ongeloofwaardig en wordt tegengesproken door het resultaat van de afluistermaatregelen (zie o.a. tap 6- stuk 20, stuk 28, 57 en tap 3). Uit de telefoongesprekken blijkt dat er wel degelijk betalingen dienden te gebeuren en het resultaat van de winst afhankelijk werd gesteld van het slagen in de opdracht. Ook de vierde beklaagde (K.A.) nam deel aan deze gesprekken (zie o.a. stuk 57: gesprek met de eerste beklaagde). De derde beklaagde (A.D.G.) was eveneens een vast contactpersoon van de eerste beklaagde (F.A.) (zie o.a. stuk 68). Gelet op de risico's die aan de operatie verbonden waren, is het weinig waarschijnlijk dat de beklaagden vrijblijvend hun medewerking verleend hebben aan dit transport. Uit de inhoud van de afluistermaatregelen blijkt daarentegen zeer duidelijk dat zij allen een direct, minstens een indirect voordeel nastreefden. De tenlastelegging met de verzwarende omstandigheden is bewezen voor de beklaagden. 8
9 A.4. de eerste beklaagde (F.A.) en de derde beklaagde (A.D.G.) Deze tenlastelegging betreft het transport naar het Verenigd Koninkrijk van twee niet nader geïdentificeerde Iraakse onderdanen, waaronder één gekend als "H.", van 6 mei tot 8 mei Ook bij dit transport werd gebruik gemaakt van codetaal en werden afspraken gemaakt over de prijs, waarbij niet alleen de eerste beklaagde (F.A.) maar ook de derde beklaagde (A.D.G.) iets wilde verdienen (zie o.a. stuk 62). De tenlastelegging, met inbegrip van de verzwarende omstandigheden, is bewezen. TENLASTELEGGING B: mensensmokkel voorzien in artikel 77bis + de verzwarende omstandigheden van artikel 77quater dat van deze activiteit een gewoonte werd gemaakt De vierde beklaagde (K.A.) en de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) Deze tenlastelegging heeft betrekking op een transport van twee Iraakse onderdanen K.H.M. en J.A. in de loop van de maand juni De beklaagde kunnen bezwaarlijk voorhouden dat zij ter goeder trouw en geheel vrijblijvend twee landgenoten hebben geholpen. In het bijzonder kan verwezen worden naar de telefoongesprekken en de inhoud van de observatieverslagen (zie o.a. stuk 64 en 129) waaruit de verdachte omstandigheden blijken waarin de beklaagden gehandeld hebben. Op 4 juni 2008 verlieten de beklaagden hetzelfde pand (de woning van de vierde beklaagde (K.A.)) op het ( ) te ( ), waaruit ook de genaamden K. en J. kwamen. Zij begaven zich niet vrijelijk in de aanwezigheid van de twee te transporteren personen, maar hielden zich steeds op afstand. Zij namen vervolgens plaats op dezelfde bus van ( ) naar ( ). Deze personen hebben dan aan het ( ) te ( ) de bus ( ) genomen richting ( ). Zij werden onderschept op de bus in ( ), waar ze zich uitgaven voor "minderjarigen" (stuk 78). Opmerkelijk is dat de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) reeds op 2 juni 2008 de tickets had gekocht (zie stuk 70: verhoor buschauffeur). 9
10 Ook kan verwezen worden naar het telefoongesprek dat de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) gevoerd heeft met een zekere "K." waarin hij vermeldt dat hij geprobeerd heeft twee "ganzen" naar de overkant te willen sturen en dit samen met de vierde beklaagde (K.A.) en dat er 4 passagiers of noten waren en dat er 2 waren aangekomen en 2 terug gekomen. De bewering van de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) aan de politie dat hij dit in dronken toestand zou gezegd hebben is totaal ongeloofwaardig. Ook heeft de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) steeds volgehouden dat hij geen van de beklaagden kende, maar heeft na confrontatie met de verschillende onderzoekselementen dan toch toegegeven in de kapperszaak van de eerste beklaagde (F.A.) te zijn geweest en van hem geld te hebben gekregen (400 euro, de bustickets kosten 300 euro). Er kan aldus aangenomen worden dat de beklaagden minstens een direct of indirect voordeel hebben nagestreefd. De vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) is niet toevallig in contact gekomen met de vierde beklaagde (K.A.). Hij wist hoe de situatie in ( ) was en had er eerder verbleven. De vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) heeft op vraag van de vierde beklaagde (K.A.) actief deelgenomen aan het misdrijf van mensensmokkel waarvan een gewoonte werd gemaakt. De vierde beklaagde (K.A.) heeft de illegalen tijdelijk onderdak verleend en gezorgd dat het geld via ( ) uit Irak beschikbaar was. De tenlastelegging en de verzwarende omstandigheid is bewezen voor de beklaagden. TENLASTELEGGING C: poging tot mensensmokkel voorzien in artikel 77bis + de verzwarende omstandigheden van artikel 77quater dat van deze activiteit een gewoonte werd gemaakt en het een daad van deelneming betreft aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging C.1. de eerste beklaagde (F.A.) en de tweede beklaagde (M.H.) De eerste beklaagde (F.A.) en de tweede beklaagde (M.H.) wordt ten laste gelegd dat zij tussen 29 april en 6 mei 2008 geprobeerd hebben een smokkellijn op te zetten voor een tiental personen vanuit Italië over België naar Duitsland en Zweden. De bewering van de beklaagden dat het louter om een "idee" ging en er nog geen uitvoeringshandelingen gesteld waren, wordt tegengesproken door het strafdossier (zie o.a. stuk 62-63, 147, 148, 160). Uit het strafdossier blijkt dat reeds contactpersonen waren aangezocht, afspraken gemaakt waren omtrent de te betalen bedragen en de te realiseren winstmarges, dat de 10
11 eerste beklaagde (F.A.) voor chauffeurs zou zorgen, (zie o.a. tap 8- stuk 13, tap 6- stuk 41, 40, 38, tap 6-stuk 132, 130, 124). De smokkellijn is uiteindelijk niet gebruikt omdat het Italiaanse contact gearresteerd werd. C.2. de eerste beklaagde (F.A..) en de derde beklaagde (A.D.G.) De eerste beklaagde (F.A.) en de derde beklaagde (A.D.G.) hebben van 14 tot 16 juni 2008 geprobeerd een transport te regelen voor twee niet nader bepaalde Iraakse onderdanen. De eerste beklaagde (F.A.) zou het transport regelen van de Koerden, die ondergebracht waren bij de derde beklaagde (A.D.G.) (stuk 152). Dat de beklaagden hen enkel willen helpen hebben uit humanitaire overwegingen wordt tegengesproken door de tapgegevens. De tenlastelegging is bewezen, C.3. de tweede beklaagde (M.H.) Uit de tapgegevens is eveneens gebleken dat de tweede beklaagde (M.H.) op 11 juni 2008 geprobeerd heeft een transport vanuit Italië te regelen voor zijn contacten in Zweden. Deze personen werden in Italië opgesloten en zijn uiteindelijk langs een andere weg vertrokken De tenlastelegging is bewezen. TENLASTELEGGING D: valsheid in geschriften en gebruik van een vals stuk De eerste beklaagde (F.A.) Het stuk waarvan sprake is betreft een schrijven opgesteld door de politie van ( ) (Irak) waarin vermeld staat dat de eerste beklaagde (F.A.) op 5 mei 2006 bedreigd werd door een groep terroristen. Het document werd opgemaakt in Irak op 28 maart 2008 en is minstens aangetast door een intellectuele valsheid. Uit de afluistermaatregelen is gebleken dat de eerste beklaagde (F.A.) dit document op bestelling en tegen betaling heeft verkregen en hij dit stuk wilde gebruiken om zijn asielaanvraag te staven. Een eerste document dat de beklaagde besteld had voldeed niet (zie o.a. stuk 133, tap 12- stuk 9 en 10). 11
12 De eerste beklaagde (F.A.) had meermaals contact met de derde beklaagde (A.D.G.) om zoveel mogelijk informatie te bekomen over de stad ( ) (zie o.a. tap 7, stuk 24, 19). 4. DE STRAFMAAT 4.1. De rechtbank legt één straf op voor het geheel van de feiten waaraan de beklaagden schuldig worden bevonden, namelijk de straf die op het zwaarste misdrijf is gesteld (in toepassing van artikel 65 van het strafwetboek). De mensensmokkel gepleegd met in artikel 77quater vermelde verzwarende omstandigheden worden strafbaar gesteld met opsluiting van 10 jaar tot 15 jaar en met een geldboete van (minimum) tot euro, te verhogen met de wettelijke opdeciemen, en met de verplichte ontzetting van de in artikel 31 van het strafwetboek genoemde rechten (artikel 77bis, 77 quater en 77 sexies van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980). Na correctionalisatie bedraagt de minimum gevangenisstraf 6 maanden en de maximum gevangenisstraf 10 jaar De gepleegde feiten zijn ernstig. Het probleem van mensenhandel en mensensmokkel heeft een belangrijke economische dimensie die te maken heeft met de Noord-Zuid en Oost-West tegenstellingen. Het smokkelen van mensen is wereldwijd tevens de aangewezen handel van een groeiend aantal misdadige netwerken geworden, die door steeds verfijnder te werk te gaan steeds grotere aantallen mensen met steeds hogere winsten kunnen vervoeren. Om de beklaagden het ontoelaatbare van hun handelen te doen inzien en de maatschappij veilig te stellen, worden zij veroordeeld tot de hierna bepaalde gevangenisstraf en een geldboete. Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de feiten en het aandeel van de beklaagden bij de feiten. De rechtbank gaat niet in op de vraag van de derde beklaagde (A.D.G.) hem probatiemaatregelen of een werkstraf op te leggen, gelet op het taalprobleem dat zich stelt en het precair statuut van de derde beklaagde in België. De beklaagden worden ook verplicht ontzet uit de in artikel 31 van het strafwetboek genoemde rechten gedurende een periode van 5 jaar (artikel 77sexies van de Vreemdelingenwet). 12
13 4.3. De beklaagden zijn elk een bijdrage verschuldigd aan het bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. De rechtbank is verplicht om bij iedere veroordeling tot een criminele of correctionele hoofdstraf deze solidariteitsbijdrage op te leggen. Naast de veroordeling tot de kosten van het onderzoek, wordt een verplichte vaste vergoeding opgelegd voor de kostprijs van het verloop van de strafprocedure. Het bedrag hiervan wordt bij koninklijk besluit bepaald in het tarief in strafzaken. 5. DE VORDERING TOT VERBEURDVERKLARING 5.1. Het openbaar ministerie heeft schriftelijk de verbeurdverklaring gevraagd van de volgende vermogensvoordelen die de eerste beklaagde (F.A.) en de tweede beklaagde (M.H.) gerealiseerd hebben door de smokkelactiviteiten: euro cash geld, aangetroffen in een ( ) bankkluis gehuurd door de eerste beklaagde (F.A.) en gestort op de rekening van het COIV (kaft VIII overtuigingstukken stuk 1, zie ook tap 3 stuk 122) euro cash geld, aangetroffen tijdens de huiszoeking in de woonplaats van de eerste beklaagde (F.A.) en gestort op de rekening van het COIV (kaft VIII overtuigingstukken stuk 3) euro cash aangetroffen op de tweede beklaagde (M.H.) bij zijn arrestatie, gestort op de rekening van het COIV (kaft VIII overtuigingstukken stuk 11 ) Deze bedragen worden als vermogensvoordelen door de rechtbank verbeurd verklaard op grond van artikel 42,3 en artikel 43bis van het strafwetboek In toepassing van artikel 77 sexies, 2e alinea van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980 en artikel 42,1 van het strafwetboek, worden volgende voorwerpen verplicht verbeurd verklaard: - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 15-16): 1 gsm Motorola en 1 gsm Sony, met twee sim-kaarten, eigendom van de eerste beklaagde (F.A.), gebruikt voor het plegen van de feiten - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 17-18): 1 gsm Samsung en simkaart, eigendom van de derde beklaagde (A.D.G.), gebruikt voor het plegen van de feiten - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 19-20): 1 gsm Sony en simkaart, eigendom van de tweede beklaagde (M.H.), gebruikt voor het plegen van de feiten 13
14 - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 21-22), eigendom van de vierde beklaagde (K.A.) gebruikt voor het plegen van de feiten De rechtbank beveelt tevens de verbeurdverklaring van het valse document dat in beslag genomen werd onder ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 10), als voorwerp van misdrijf onder tenlastelegging D. 6. DE BURGERLIJKE VORDERING 6.1. Het CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING heeft zich tijdig burgerlijke partij gesteld tegen de beklaagden. Het CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING is bevoegd op te treden gelet op haar opdracht en bevoegdheid inzake de strijd tegen internationale mensenhandel en mensensmokkel (artikel 11 3 en 5 van de wet van 13 april 1995, thans de wet van 10 augustus 2005). Haar vordering is ontvankelijk. Zij vordert een principiële morele schadevergoeding van 1 euro van de beklaagden, bedrag dat kan toegekend worden. De beklaagden worden hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van deze schadevergoeding De burgerlijke partij vordert eveneens een rechtsplegingsvergoeding (bedoeld in artikel 1022 van het gerechtelijk wetboek). De rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij. De rechtsplegingsvergoeding is voortaan ook van toepassing in strafprocedures (ingevoegd bij de wet van 21 april 2007, verschenen in het Belgisch Staatsblad op 31 mei 2007 en in werking getreden op 1 januari 2008). Rekening houdend met de waarde van de gestelde/toegekende vordering, wordt het basisbedrag vastgesteld op 150 euro (zie artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 9 november 2007). De beklaagden worden eveneens hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van deze kost. 14
15 7. TOEGEPASTE WETTELIJKE BEPALINGEN ( ) UITSPRAAK De rechtbank beslist na TEGENSPRAAK. 1. OVER DE STRAFVORDERING 1.1. Verklaart de tenlasteleggingen bewezen. Veroordeelt de eerste beklaagde (F.A.) tot: - een gevangenisstraf van 3 jaar - een geldboete van euro, met 45 opdeciemen gebracht op euro of een vervangende gevangenisstraf van 3 maanden - 6/20 van de kosten, in totaal begroot op ,83 euro - betaling van een bijdrage van vijfentwintig euro, dit bedrag van vijfentwintig euro met 45 opdeciemen gebracht op honderd zevenendertig euro en vijftig cent - een vergoeding van 30,69 euro Veroordeelt de eerste beklaagde (F.A.) tot een ontzetting uit de in artikel 31 van het strafwetboek genoemde rechten gedurende een periode van 5 jaar. Veroordeelt de tweede beklaagde (M.H.) tot: - een gevangenisstraf van 3 jaar - een geldboete van euro, met 45 opdeciemen gebracht op euro, of een vervangende gevangenisstraf van 3 maanden - 6/20 van de kosten, in totaal begroot op ,83 euro - betaling van een bijdrage van vijfentwintig euro, dit bedrag van vijfentwintig euro met 45 opdeciemen gebracht op honderd zevenendertig euro en vijftig cent - een vergoeding van 30,69 euro Veroordeelt de tweede beklaagde (M.H.) tot een ontzetting uit de in artikel 31 van het strafwetboek genoemde rechten gedurende een periode van 5 jaar. Veroordeelt de derde beklaagde (A.D.G.) tot: - een gevangenisstraf van 18 maanden - een geldboete van euro, met 45 opdeciemen gebracht op euro, of een vervangende gevangenisstraf van 3 maanden 15
16 -3/20 van de kosten, in totaal begroot op ,83euro - betaling van een bijdrage van vijfentwintig euro, dit bedrag van vijfentwintig euro met 45 opdeciemen gebracht op honderd zevenendertig euro en vijftig cent - een vergoeding van 30,69 euro Veroordeelt de derde beklaagde (A.D.G.) tot een ontzetting uit de in artikel 31 van het strafwetboek genoemde rechten gedurende een periode van 5 jaar. Veroordeelt de vierde beklaagde (K.A.) tot: - een gevangenisstraf van 2 jaar - een geldboete van euro met 45 opdeciemen gebracht op euro, of een vervangende gevangenisstraf van 3 maanden -3/20 van de kosten, in totaal begroot op ,83 euro - betaling van een bijdrage van vijfentwintig euro, dit bedrag van vijfentwintig euro met 45 opdeciemen gebracht op honderd zevenendertig euro en vijftig cent - een vergoeding van 30,69 euro Veroordeelt de vierde beklaagde (K.A.) tot een ontzetting uit de in artikel 31 van het strafwetboek genoemde rechten gedurende een periode van 5 jaar. Veroordeelt de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) tot: - een gevangenisstraf van 1 jaar - een geldboete van euro met 45 opdeciemen gebracht op euro, of een vervangende gevangenisstraf van 3 maanden -2/20 van de kosten, in totaal begroot op ,83euro - betaling van een bijdrage van vijfentwintig euro, dit bedrag van vijfentwintig euro met 45 opdeciemen gebracht op honderd zevenendertig euro en vijftig cent - een vergoeding van 30,69 euro Veroordeelt de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) tot een ontzetting uit de in artikel 31 van het strafwetboek genoemde rechten gedurende een periode van 5 jaar Beveelt de verbeurdverklaring van volgende vermogensvoordelen, op grond van artikel 42,3 en 43bis van het strafwetboek: - lastens de eerste beklaagde (F.A.) een bedrag van euro aan cash geld, gestort op de rekening van het COIV (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 1) - lastens de eerste beklaagde (F.A.) een bedrag van 420 euro aan cash geld, gestort op de rekening van het COIV (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 3) - lastens de tweede beklaagde (M.H.) een bedrag van 100 euro aan cash geld, gestort op de rekening van het COIV (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 11) 16
17 Beveelt de verplichte verbeurdverklaring van volgende voorwerpen in toepassing van artikel 77 sexies, 2e alinea van de Vreemdelingen wet van 15 december 1980 en artikel 42,1 van het strafwetboek: - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 15-16): 1 gsm Motorola en 1 gsm Sony, met twee simkaarten, eigendom van de eerste beklaagde (F.A.) - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 17-18): 1 gsm Samsung en simkaart, eigendom van de derde beklaagde (A.D.G.) - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 19-20): 1 gsm Sony en simkaart, eigendom van de tweede beklaagde (M.H.), gebruikt voor het plegen van de feiten - ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 21-22): eigendom van de vierde beklaagde (K.A.) Beveelt de verbeurdverklaring van het valse document dat in beslag genomen werd onder ( ) (kaft VIII overtuigingstukken - stuk 10) op grond van artikel 42,1 en 43 van het strafwetboek. 2. OVER DE BURGERLIJKE VORDERING 2.1. Verklaart de vordering van de burgerlijke partij (het CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING) tegen de beklaagden ontvankelijk en gegrond. Veroordeelt de eerste beklaagde (F.A.), de tweede beklaagde (M.H), de derde beklaagde (A.D.G.), de vierde beklaagde (K.A.) en de vijfde beklaagde (T.A.H.K.H.) hoofdelijk tot het betalen aan de burgerlijke partij van: - een schadevergoeding van l euro, te vermeerderen met de gerechtelijke intrest vanaf de datum van dit vonnis - een rechtsplegingsvergoeding van 150 euro 2.2 De rechtbank houdt ambtshalve de overige burgerlijke belangen aan (overeenkomstig artikel 4 V.T.Sv.). DIT VONNIS WERD GEWEZEN DOOR ( ) EN WERD UITGESPROKEN in de openbare terechtzitting van de zeventiende kamer op de hierboven aangeduide datum waar tegenwoordig waren: ( ) 17
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL 20 JUNI 2007, 51 e KAMER Tijdens de openbare terechtzitting van 20 juni 2007 heeft de 51 e kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel rechtsprekend in correctionele
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer De Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 11 de kamer, rechtsprekend in correctionele zaken, wijst het volgende vonnis: Inzake van het
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer
Nummer: 1071 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.FI.I7448-I3 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: M. C. Arbeider voedingsnijverheid Geboren te Freetown
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015
Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 1C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:
CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT ln zake van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: I. Not. nr. 5 beklaagden 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016
LE43.LC.22655-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door substituut procureur des Konings L. D. H.. BURGERLIJKE PARTIJ P. S., wonende te 3000
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,
p. 1 Griffienummer 1) ') fi ü 0. _,. J iv to.3 / 2017 Repertorium nummer 2011 / 1-A 1 Datum van uitspraak 9 mei 2017 Notitienummer parket Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,
Nadere informatieNEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER
NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER INZAKE VAN: DE PROCUREUR DES KONINGS, in naam van zijn ambt, EN Het FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN MIGRATIESTROMEN,
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer
Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Nummer:56 Notitie nummer: AN55.F1.20861-13 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: 1. D. B. Zonder beroep Geboren te Accra (Ghana) op
Nadere informatieRechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1553 Datum van uitspraak 12 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000545 Notitienummer parket
Nadere informatieDe correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008
not.nr. 56.99.139-07 rep. Nr. 2293 De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 INZAKE : CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING, Koningsstraat
Nadere informatieHET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER
HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER Het Hof van Beroep, zitting houdende te Antwerpen, veertiende kamer, recht doende in correctionele zaken, spreekt het volgende arrest uit: Inzake
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel
- -- f "... ",."" ;"t.,-:-7") u "-.a. \'j"'., p \ 162..JB Vonnisnummer I Griffienummer 2018/1573 Repertoriumnummer / Europees Datum van uitspraak 4 december 2018 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken
Vonnisnummer/ Griffienummer 1988/2018 Repertoriumnummer / Europees 2018/2551 Datum van uitspraak 7 november 2018 Naam van de beklaagde V. S. Systeemnummer parket 17CP16424 Rolnummer 18L001556 Notitienummer
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 4 DECEMBER 2012, 17 DE KAMER
CORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 4 DECEMBER 2012, 17 DE KAMER In de zaak van het openbaar ministerie en van 1.Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, autonome openbare dienst opgericht
Nadere informatieHof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.
Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010
Notitie nummer: AN43.L7.9832-08 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 2C, rechtdoende in correctionele
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie
Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)
Nadere informatieRECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER
RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC4 kamer, rechtdoende in correctionele zaken, heeft volgende
Nadere informatieHof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer
Hof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer Notienummer Parket-Generaal 2015/PGG/998 2015/VJ11/658 in de zaak van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partij: FEDERAAL CENTRUM VOOR DE
Nadere informatieHET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer
Nr. 811 P 2007 HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER 2008 13e kamer Inzake van het O. M. en: L. Kouri wonende te 3600 Genk, ( ) burgerlijke partij vertegenwoordigd door Meester Jean-Paul Lavigne,
Nadere informatieVONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE
1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018
18L000969 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door, substituut-procureur des Konings. BURGERLIJKE PARTIJEN wonende te die persoonlijk verschijnt.
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 23 OKTOBER 2012, 17 DE KAMER
CORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN, 23 OKTOBER 2012, 17 DE KAMER In de zaak van het openbaar ministerie en van 1.Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, autonome overheidsdienst opgericht
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017 In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen: A. A., geboren te Beringen op ( ), van Belgische nationaliteit, wonende te (
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieVonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016
4 4 AFSCHRSFT P- 1 Griffienummer 000 73 6 /2016 Repertoriumnummer 2016 / $0$ Datum van uitspraak 31/05/2016 Notitienummer parket HA66.L5.1537-11 c \ Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt,
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,
Nadere informatieDE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015
Notitie nummer: AN43.99.246-14 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015 - ZAAK I- in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: en waarbij zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: P.
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDEN 1) X X geboren te Heusden-Zolder op X wonende te X, X van Belgische nationaliteit Bijgestaan door Mr.
Nadere informatieHET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011
Not; Nr. GE/56. L5.5102/08 HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011 In de zaak van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partijen : C. H. CH., woonst kiezende bij meester F. Carron, advocaat
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer In de zaak van het openbaar ministerie: TEGEN: Openbare terechtzitting, 1. B.M., geboren te ( ) (Turkije) op ( ), wonende te ( ). Op de zitting
Nadere informatieVONNIS. TEGEN: De zich noemende W.D. ( ), volgens eigen verklaring geboren te Freetown (Sierra Leone),
VONNIS Datum: 24.01.2005 De rechtbank van eerste aanleg, van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken: In zake van
Nadere informatieWet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie
Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017
HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer
Nummer:57 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.F1.6989-1 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: M.
Nadere informatie3. Een criminele organisatie betreft een organisatie van meer dan twee personen.
Samenvatting 1. Het misdrijf van mensensmokkel, zoals door de Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken
Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste
Nadere informatieÎ 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren
Vonnisnummer I Griffienummer Repertoriumnummer I Europees Datum van uitspraak Î 25juni208 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer parket 6RA4877 Rolnummer 6A05564 rechtbank van eerste aanleg Antwerpen,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
9 FEBRUARI 2011 P.10.1344.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1344.F H. K., beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938
ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 17-11-2011 Datum publicatie 17-11-2011 Zaaknummer 15-801142-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 NOVEMBER 2015 P.15.0890.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0890.N I W J J H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent, tegen Michiel VERRAES,
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank
Vonnisnummer/ Griffienummer / 2019 Repertoriumnummer/ Europees 2019 / Datum van uitspraak 13 MEI 2019 -VERSTEK- Systeemnummer parket Rolnummer griffie 19I000096 Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen,
Nadere informatieME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag
ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag 07-06 -2016 Nidi ofid^rteke^d atfcchhft JdfCJ Griffie nr. Not.nr. ME66.RW.101200-14 CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN Afdeling Mechelen Openbare terechtzittina van 20
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
24. Jun 1 2019 14: 03 REA A PEN Nr. 8718 P. 1/5 Vonnis nummer / Griffienummer 2019 1 1"8 Repertorïumnummer /Europees Datum van uitspraak 24junî20l9 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dosslernurnrner
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009
Griffie nr. 585 Not. Nr. ME43.L3.302-08 CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009 De rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 10 de kamer rechtsprekend in correctionele zaken,
Nadere informatieOost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis
nt.:stuurlijke INLICHTING 1 blad Vonnisnummer 2o1s1 J.16o Rolnummer 146038600 Systeemnummer 14RG38600 Repertoriumnummer Notitienummer parket GE63.l2. 714/14 Datum van uitspraak 4 september 2018 Naam beklaagden.
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /
rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Afschrift van een minuut berustende h» van de rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen afdeling Mechelen Vonnisnummer / Griffienummer 18/311 Repertoriumnummer
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Leuven, 12 mei 2015, 17 de kamer
Correctionele rechtbank van Leuven, 12 mei 2015, 17 de kamer Notienummer parket: LE 55.F1.6811-09 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door substituut-procureur des Konings B. P.. BURGERLIJKE PARTIJ(EN)
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN 22 NOVEMBER 2011
CORRECTIONELE RECHTBANK LEUVEN 22 NOVEMBER 2011 Griffienr.: 2806 Parketnr. : LE55.F1.7165-09 In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen: CGKR., autonome openbare dienst opgericht
Nadere informatieCorrectionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer
Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Nummer: 1070 Notitie nummer: AN55.F1.4969-14 De rechtbank heeft het volgende vonnis uitgesproken: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN:
Nadere informatieDE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016
DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016 Inzake van het Openbaar Ministerie en de burgerlijke partij: Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding via discriminatie en racisme
Nadere informatieArrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.
Arrestnummer / /2017 Repertoriumnummer 2017/ Datum van uitspraak 18 januari 2017 Rolnummer 2016/CO/369 Notitienummer parket-generaal 2016/PGA/1606 2016/VJ11/393 Arrest veertiende kamer correctionele zaken
Nadere informatieHof van Cassatie van België
4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te
Nadere informatieRechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken
1 blad Vonnlsnummer /griffienummer 201s1J.. Notitienummer parket GE66.RW.500800-13 Datum van uitspraak 2 januari 2018 Naam beklaagden 1. 2. Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken
Nadere informatie_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017
/ Arrestnummer C I _)J{;? 12011 Repertoriumnummer 2011 I jsi1 Datum van uitspraak 29 september 2017 Notitienummer griffie 2017/NT/576 Notitienummer parket-generaal 2017 IPGGI1418 2017IVJ11I576. Hypothecaire
Nadere informatieHOF VAN BEROEP GENT, 21 OKTOBER 2014, 6 e KAMER
HOF VAN BEROEP GENT, 21 OKTOBER 2014, 6 e KAMER In de zaak ambtshalve vervolgd door OPENBAAR MINISTERIE bij wie zich voegde als burgerlijke partij ter zitting van 5 maart 2014: CENTRUM VOOR GELIJKHEID
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
To: CVH From: 03 2578674 Date: 24/06/ 19 Time: 14: 01 Page: 01 24. Jun 1 2019 14: 01 REA A PEN Nr. 8713 P. 1/6 Vonnis nummer/ Griffienummer 2019 I 'li,;jk,q_. Repertorlumnummer /Europees Datum van uitspraak
Nadere informatieHof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer
Hof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer Nr. parket: LE37.F1.4107-12 Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer De Rechtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE negentiende kamer, rechtdoende in strafzaken, heeft in haar openbare terechtzitting van 13
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AX3957
ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieCORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 12 februari 2008, 17 de kamer
CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 12 februari 2008, 17 de kamer In de zaak van het openbaar ministerie: TEGEN: 1. Z.F., vreemdeling van Chinese nationaliteit, geboren te ( ) (China) op ( ), wonende te
Nadere informatieHof van Beroep Brussel, 12 maart 2014, 13 e kamer
Hof van Beroep Brussel, 12 maart 2014, 13 e kamer ARREST Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest : In zake van het openbaar ministerie en
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieHOF VAN BEROEP BRUSSEL, 12 MAART 2014, 13 e KAMER
HOF VAN BEROEP BRUSSEL, 12 MAART 2014, 13 e KAMER ARREST Het hof van beroep te Brussel, dertiende kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest : In zake van het openbaar ministerie en
Nadere informatieVonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.
/ Griffienummer I.) 0 0 2 3 6 / 2016 Repertoriumnummer 2016/ M Datum van uitspraak 01.03.2016 Notitienummer parket HA66.97.512-11 Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel
Vonnisnummer / Griffienummer 2018/1229 Repertoriumnummer I Europees Datum van uitspraak 2 oktober 2018 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer pari
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel
Griffienummer
Nadere informatiePolitierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786
Vonnisnummer/ Dossiernummer Uitgifte p. 1 Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2019/9355 19A008786 Repertoriumnummer Datum van uitspraak 18 juni 2019 Algemeen Rolnummer Notitienummer parket 18D809412
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1
Vonnisnummer / Griffienummer 2018/2020 Repertoriumnummer / Europees 0 9 MEI 2018 Datum van uitspraak 24 april 2018 Naam van de eerste beklaagde VM(...) F. Systeemnummer parket 16RA46922 Rolnummer 16A046924
Nadere informatieAFSCHRIFT. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken. Vonnis. L.ooy /2017. D13M kamer 20JUNI2011
V.. Griffienummer L.ooy /2017 Datum van uitspraak AFSCHRIFT 20JUNI2011 IN BUITENGEWONE TERECHlZITllNG Notitienummer parket DE66.l!J.404/14/GESW2 Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieRechtbank van eerste aanleg Leuven, strafzaken
Afschnfi ear tm -rrnde tergrfftte 0errechtb~ii:?n :r >. r is leaven. Vonnisnummer/ Griffienummer 1934/2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015/4292 2015/4293 Datum van uitspraak 7 oktober 2015 Notienummer
Nadere informatieDE CORRECTIONELE RECHTBANK VAN 3 JUNI 2013
DE CORRECTIONELE RECHTBANK VAN 3 JUNI 2013 In zake van het Openbaar Ministerie tegen : 1. V. Ismail, zonder beroep, geboren te Aalst op ( ), zonder gekende woon- of verblijfplaats in België noch in het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
26 SEPTEMBER 2006 P.05.1663.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.05.1663.N 1. V D F S, beklaagde, met als raadsman Mr. Lieven Diependaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, 2. GARAGE CARROSSERIE
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1796 Datum van uitspraak 27 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000693 Notitienummer parket
Nadere informatieHof van Cassatie van België
25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het
Nadere informatierechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen
p' 1 Vonnlsnun1n1er / Griffienurrimer 2019 / ::J.k. Repertorlumnummer /Europees Datum van uitspraak 3 juni l019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 16A055207 Not ler>ommer parket
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015
Not. Nr. : GE 56.L3.8076/13 SW3 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: Danny L., invalide, geboren te Eeklo op ( ), wonende te 9900 Eeklo, ( )
Nadere informatieVonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer.
Griffienummer 00231 /2017 Repertoriumnummer 2017 / 268 Datum van uitspraak 14 februari Z017 Notitienummer parket HA56.L7.7684-15 J.M( ) Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieGerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST
Rolnummer: 22-003636-07 PO Parketnummer: 10-150153-02 Datum uitspraak: 16 juni 2010 TEGENSPRAAK Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST gewezen op het hoger beroep tegen het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS
COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 10-1-0766 B.R. 7516 Beslissing van 26 juli 2012 De eerste kamer van de Commissie,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015
Notitienr. GE56.LA.41594/2014/003/GJ4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015 In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen ; 1. Y. Can, geboren te Gent
Nadere informatiethans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],
ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23
Nadere informatie