Divosa project Screening en matching statushouders

Transcriptie

1 Divosa project Screening en matching statushouders Actieplan 2018 arbeidsmarktregio Gelderland-Midden Verantwoording plan van aanpak

2 Project Screening en matching statushouders 2017 Terugblik Bij de start van project 'Screening en matching statushouders', begin 2017 was het merendeel van de gemeenten in de regio Gelderland-Midden nog niet gestart met het ontwikkelen en in uitvoering brengen van speciaal beleid voor vluchtelingen/statushouders. Statushouders werden op dat moment door de meeste gemeenten in de regionog niet beschouwd als een doelgroep waar specifiek beleid voor nodig is. Voor het maken van maatwerk en het voeren van actieve regie op de integratie en participatie trajecten van nieuwkomers was nog geen of weinig aandacht. Initiatieven en activiteiten om nieuwkomers in de gemeente te verwelkomen en hen te ondersteunen bij hun 'inburgering in de wijk' waren vooral afkomstig van vrijwilligers(werk)organisaties en buurtinitiatieven. Omdat de aantallen door de gemeente Arnhem te vestigen statushouders groter is dan in de andere gemeenten in de arbeidsmarktregio Gelderland-Midden had zij begin 2017 al wel actief beleid ontwikkeld voor statushouders onder de naam "Statushouders, onze nieuwe Arnhemmers" en in uitvoering gebracht. Sinds oktober 2016 werkt Arnhem al met een Kernteam Statushouders. Ondanks de invoering van de Wet Inburgering 2013 waarin statushouders zelf verantwoordelijk zijn gemaakt voor hun eigen inburgeringstraject zijn de gemeenten Lingewaard en Doesburg altijd actief gebleven in de begeleiding en het houden van toezicht op de integratie en participatie van hun nieuwkomers. Daar plukken zij nu de vruchten van. De gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Zevenaar en Westervoort (samenwerkend in de Regionale Sociale Dienst (RSD) de Liemers) plus de gemeemten Rheden/Rozendaal en Overbetuwe waren begin 2017 nog niet actief met het ontwikkelen van beleid, specifiek gericht op de integratie en participatie van hun statushouders/nieuwe inwoners Bij de invoering van de Wet Inburgering 2013 is de verantwoordelijkheid voor het inburgeringsproces bij de inburgeraar zelf neergelegd. Uit onderzoek naar de eerste resultaten van de Wet Inburgering 2013 door, onder andere de Algemene Rekenkamer ( ) is gebleken dat veel statushouders zonder ondersteuning niet binnen de periode van drie jaar slagen voor het verplichte inburgeringsexamen. Veel statushouders burgeren hierdoor niet (goed) in, raken in (onder andere financiële) problemen, zijn niet klaar en in staat om te [articiperen in de samenleving, te gaan werken of studeren - met alle maatschappelijke en persoonlijke schade van dien. Het Divosa project 'Screening en matching statushouders' is eind 2016 van start gegaan met als doel gemeenten te stimuleren hun nieuwe inwoners zo snel en zo goed mogelijk te laten inburgeren en participeren in de samenleving. Hiervoor is het gewenst de inburgeraars op een zo vroeg mogelijk 2

3 moment goed te leren kennen, samen met hen een persoonlijk plan van aanpak ten behoeve van de inburgering te maken en toe te zien op de uitvoering van dit plan, kortom: de regie te pakken. Om hier werk van te maken is het, om te beginnen noodzakelijk de statushouders te beschouwen als een bijzondere doelgroep, waar bijzonder beleid voor nodig is. Gemeenten zijn er verantwoordelijk voor dat hun inwoners zoveel en zo zelfstandig mogelijk participeren in de maatschappij. Dit geld ook voor statushouders. De is de verwachting dat gemeenten vanaf 2020 de regierol op de inburgering en participatie van de in hun gemeente gevestigde statushouders terug zullen krijgen. Gemeenten wordt daarom nu alvast gestimuleerd de regierol op te pakken in het kader van 'vroege integratie en participatie vanaf dag één'. Het Divosa project 'Screening en matching statushouders' is onderverdeeld in vier fasen: Fase 1: Kansrijke koppeling Fase 2: Integratie en participatie vanaf dag één Fase 3: Warme overdracht en doorlopende lijn Fase 4: Integrale trajecten In het volgende worden de activiteiten en resultaten in de vier fasen punt voor punt besproken. Kansrijke koppeling - Hoe merken de gemeenten in mijn regio dat er sprake is van 'kansrijke koppeling'? De beleidsadviseurs en uitvoerend medewerkers van de gemeenten in de regio zijn uitgebreid geïnformeerd over de inzet van het instrument Vroege arbeidsmarktscreening dat het COA sinds 1 juli 2016 uitvoert. Zij zijn ervan op de hoogte dat regievoerders van het COA bij het koppelen van kansrijke statushouders aan regio's in het land (tot op zekere hoogte) rekening houden met hun arbeids- en studie kansen. Uit gesprekken met. Met name casemanagers krijg ik echter regelmatig terug dat zij in de praktijk (nog) niet veel merken van het arbeidsmarktbewust koppelen door de COA regievoerders. - Kan dit proces worden verbeterd? En hoe? Regievoerders hebben bij het bepalen van aan welke regio een statushouder wordt gekoppeld (niet dezelfde indeling als de arbeidsmarktregio s in Nederland) te maken met veel factoren die een rol spelen. Metname de tijdelijke opvang van statushouders in het noorden en oosten van het land en de hoge taakstelling van de grote gemeenten in het westen van het land (+ provincie Zeeland) is ongelijk verdeeld. Statushouders die tijdelijkin de arbeidsmarktregio Gelderland-Midden verblijven moeten gehuisvest worden in de Randstad (en de provincie Zeeland). Dit belemmerd het bereiken van de doelstelling en het vertraagt het proces van 'landen' in de regio en starten met het integratie- en inburgeringsproces. Het koppelen van statushouders kan dus beter, zeker nu de nieuwe instroom van vluchtelingen terug loopt. Ook zou het COA in de toekomst geen aparte afspraken (deals) meer moeten maken met individuele gemeenten over te huisvesten aantallen statushouders zoals dat in de tijd van grote instroom van vluchtelingen wel is gebeurd. Dit bemoeilijkt het kansrijke plaatsen van statushouders. 3

4 - Welke aanbevelingen of signalen wil je doorgeven aan het landelijk projectteam? De instroom van vluchtelingen in ons land is gedaald. Er komen voornamelijk nog mensen binnen in het kader van gezinshereniging. De gemeente Arnhem zit voor wat betreft haar huisvestingstaakstelling van statushouders ruim boven de taakstelling. Het wordt langzamerhand rustiger in de AZC's. Vóór er (onverhoopt) weer een nieuwe grote vluchtelingenstroom naar ons land op gang komt zou het goed zijn de regievoerders van het COA actuele kennis van de Nederlandse arbeidsen onderwijsmarkt bij te brengen om de kans te vergroten dat kansrijke statushouders in de toekomst daadwerkelijk dáár terecht komen waar hun arbeidsperspectief het grootst is. - Wat ga je concreet doen om bij te dragen aan de doelstellingen voor 2018? Ik ga samen met - en via de casemanager Participatie van het COA in 2018 hameren op het belang van goede kennis van de arbeids- en onderwijsmarkt bij COA medewerkers. De momenteel snel groeiende vraag naar nieuw personeel door werkgevers als gevolg van het aantrekken van de economie biedt veel kansen voor statushouders - mits zij daar van begin af aan goed in begeleid worden. Integratie en participatie vanaf dag één - Kennen de gemeenten in mijn regio de inhoud van de vóórinburgeringsprogramma's die het COA geeft op het AZC? Ja, de klantmanagers en beleidsadviseurs van de gemeenten zijn uitgebreid geïnformeerd over de inhoud van het programma Vóórwerk van het COA. Klantmanagers is nadrukkelijk op het hart gedrukt hiernaar te vragen tijdens hun eerste kennismakingsgesprekken met statushouders. - Op welk moment voelen de gemeenten in mijn regio zich verantwoordelijk voor de inburgering en hoe komt dit tot uiting? Is dat: A. vanaf het moment van koppeling? B. Vanaf het moment van huisvesting en bij de start van de uitkering? C. Vanaf de afronding van het inburgeringsproces? Het moment waarop de gemeenten in mijn regio zich (begin 2017) verantwoordelijk voelden voor de inburgering en participatie van 'hun' statushouders verschilt: Arnhem Doesburg Duiven Westervoort Rheden/Rozendaal Zevenaar Rijnwaarden Lingewaard Overbetuwe B B B C B C B A A De klantmanagers van de gemeenten Lingewaard en Overbetuwe zijn in de loop van 2017 gestart met het vroegtijdig contact leggen met COA casemanagers te behoeve van een 4

5 warme overdracht van (informatie over) de aan hen gekoppelde statushouders. Dit doen zij terwijl de statushouders nog in de tijdelijke opvang verblijven.. De meeste gemeenten starten met het voeren van kennismakingsgesprekken met hun statushouders vanaf het moment waarop deze in de gemeente komt wonen. De gemeenten Westervoort en Zevenaar zijn tot nu toe het minst actief bij het regisseren op het inburgeren en participeren van hun statushouders. - Is dat moment vervroegd in de afgelopen twee jaar? Ja. in de tweede helft van 2017 is een aantal gemeenten in de regio in actie gekomen om 'hun' statushouders op een vroeger moment te leren kennen en de regie te pakken om hen doelmatig naar inburgering en participatie te begeleiden. De klantmanagers van de gemeenten Rheden/Rozendaal en Overbetuwe zijn actief aan de slag gegaan om hun nieuwkomener (en ook 'oudkomers' in beeld te krijgen. De gemeenten Arnhem, Doesburg, Rijnwaarden en Lingewaard waren vanaf begin 2017 al actief om hun nieuwkomers in beeld te brengen en actief te begeleiden en zijn daar mee door gegaan. De gemeenten Zevenaar, Duiven en Westervoort lopen lopen wat achter. Voor de begeleiding bij de integratie en participatie van hun statushouders vertrouwen deze gemeenten (grotendeels) op de dienstverlening door (vrijwilligers van) Vluchtelingenwerk Oost Nederland. In het geval van de gemeenten Westervoort en Duiven worden statushouders voor hun integratie verwezen naar een - generiek (re)integratiebedrijf waar zij een overeenkomst mee hebben. Voor het vroegtijdig en actief leren kennen van hun statushouders, het maken van een persoonlijk integratieplan en het oppakken van de regierol door de gemeenten zelf - of gedelegeerd naar de Regionale Sociale Dienst de Liemers is nog te weinig aandacht. - wat ga jij concreet doen om bij te dragen aan de doelstellingen voor 2018? Een aantal gemeenten in mijn regio loopt, zoals gezegd nog wat achter bij het statushouders gaan beschouwen als een aparte doelgroep - en dus ook in de uitvoering bij het actief leren kennen en gaan regisseren op de integratie en participatie van hun statushouders. Op 21 maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Het is mogelijk dat nieuwe bestuurders andere denkbeelden hebben. Nadat de nieuwe colleges zijn gevormd ga ik, samen met de casemanager Participatie van he COA weer in gesprek met de beleidsadviseurs. Over de uitwerking van de paragraaf over Statushouders in het regeerakkoord en de gevolgen daarvan voor de gemeenten wil ik mijn contactpersonen, zodra daar meer bekend over is informeren. Gemeenten geven aan behoefte te hebben aan informatie over de komende ontwikkelingen. Ze maken zich zorgen over de borging en de financiering van werkwijzen die zij in 2017 hebben ontwikkeld - en waar zij in de komende jaren mee door willen gaan. Dit is belangrijk omdat het risico op het mislukken van inburgeringsen participatietrajecten van de huidige statushouders reeel is. Ik wil op deze onderwerpen graag een informerende rol spelen in Warme overdracht en doorlopende lijn 5

6 - Is er overdracht van gegevens over de activiteiten in de COA-periode aan de gemeente en hoe is die georganiseerd? Van vluchtelingen die in 2017 een verblijfsstatus hebben gekregen is in TVS, na een eerste 'vroege (arbeidsmarkt)screening' een persoonsprofiel aangemaakt. In dit profiel is globaal, (onder andere) informatie opgenomen over arbeidsverleden, gevolgde opleidingen, kwalificaties en aspiraties in Nederland van de statushouder. Bij het uitvragen van informatie moet rekening gehouden worden met de kans dat door de statushouders sociaal wenselijke antwoorden gegeven kunnen zijn die niet overeen komen met de (Nederlandse) werkelijkheid. Dit komt o.a. omdat zij ambtenaren/autoriteiten niet vertrouwen, geen (goed) beeld hebben van de Nederlandse cultuur, maatschappij en de Nederlandse arbeidsmarkt. COA casemanagers op opvanglokaties doen erg hun best om het vertrouwen van de statushouders te winnen. Zij vullen het persoonsprofiel aan met informatie die in individuele begeleidingsgesprekken is opgehaald of gegevens die zijn geverifieerd. Ook krijgen COA casemanagers zicht op hoe de individuele statushouder zich op de opvanglokatie gedraagt, hoe hij/zij in zijn vel zit, of hij/zij (actief) deel neemt aan het progamma Vóórwerk, of hij/zij zich voorbereid op zijn/haar toekomst in Nederland etc. Dit is voor het vervolgtraject in de gemeente zeer waardevolle informatie voor de klantmanager/regisseur. Alle klantmanagers en beleidsadviseurs van de gemeenten zijn geïnformeerd over de individuele klantprofielen in TVS en de waardevolle informatie die COA casemanagers in de dagelijkse praktijk krijgen tijdens het verblijf van statushouders in het AZC. Klantmanagers van de gemeenten met toegang tot TVS hebben een gebruikershandleiding gekregen waarmee zij hun statushouders in TVS kunnen opzoeken. - Hebben de ontvangende klantmanagers beschikking over de gegevens in TVS? Bij alle gemeenten en bij de RSDienst de Liemers hebben één of meerdere klantmanagers toegang tot TVS. Alle klantmanagers van de gemeenten hebben de beschikking over een namenlijst plus contactgegevenens van alle COA casemanagers. Ze weten dus bij wie zij terecht kunnen voor informatie over hun statushouders en voor het afspreken van een (warme) overdracht. Een aantal COA casemanagers en gemeentelijke klantmanagers hebben tijdens een interactieve bijeenkomst op AZC Elderhoeve kennis met elkaar gemaakt. (Dit is zeker voor periodieke herhaling vatbaar). De COA casemanagers hebben tijdens een gezamenlijke bijeenkomst met de klantmanagers van gemeenten in de arbeidsmarkteregio en RSD de Liemers kennis met elkaar gemaakt. COA casemanagers hebben omstandig uitgelegd dat zij de informatie die zij hebben over 'hun' statushouders heel graag aan de opvolgende klantmanager willen overdragen ten behoeve van de doorgaande lijn bij de integratie en participatie. COA casemanagers hebben aangegeven de overdracht van hun statushouders aan de klantmanager van de gemeente graag - samen met de statushouder in een warme overdracht op lokatie te willen doen - en als dat niet mogelijk telefonisch of via andere kanalen. - Zijn de gegevens in het klantprofiel van TVS voldoende ingevuld en wordt de informatie als waardevol gezien? Klantmanagers van gemeenten zien de klantprofielen als waardevol - maar hebben meermaals aangegeven dat zij klantprofielen in TVS missen - of te mager vinden. Ze geven 6

7 aan dat er alleen profielen te vinden zijn van nieuwe statushouders (en dat zijn er steeds minder) terwijl ze ook behoefte hebben aan achtergrondinformatie over statushouders die al eerder zijn gekoppeld. Wat dat betreft is er een achterstand in te halen. Wat ga jij concreet doen om bij te dragen aan de doelstellingen voor 2018? In 2018 zet ik mijn samenwerking met de casemanager Participatie van het COA actief voort. Samen gaan we de gemeenten bezoeken om, onder andere over de klantprofielen te blijven communiceren. Ik blijf ijveren om de profielen in TVS verder te (blijven) verbeteren maar er ook voor te zorgen dat klantmanagers gebruik blijven maken van TVS. De kans bestaat namelijk dat klantmanagers, zeker nu er minder nieuwe statushouders bij komen TVS niet meer raadplegen en dat de opgedane kennis over de individuele statushouder langzaam weer verdwijnt. Integrale trajecen De belangstelling van werkgevers(organisaties) om statushouders op te leiden voor functies in hun bedrijven en organisaties is groot. Hier zijn twee hoofdredenen voor: 1.) De economie trekt aan. Er is veel werk te doen en voor de uitvoering hiervan hebben werkgevers behoefte aan nieuwe en gekwalificeerd medewerkers. Daar beginnen nu tekorten te ontstaan die bovendien in de komende jaren snel oplopen. Vooral in beroepen in de bouw en techniek beginnen ernstige tekorten aan medewerkers te ontstaan. Werkgevers hopen in de groep statushouders een nieuwe bron van op te leiden nieuwe medewerkers te vinden. 2.) Steeds meer werkgevers geloven in het principe van de inclusieve samenleving, waarin zij ook een verantwoordelijkheid hebben. Naast hun kernactiviteiten vinden ondernemers het maatschappelijk verantwoord ondernemen belangrijk en willen zij ook statushouders kansen bieden zich te ontwikkelen in hun organisaties. Werkgevers kijken met zeer veel belangstelling naar statushouders die in het land van herkomst relevante opleidingen hebben gevolgd en waardevolle kennis en vaardigheden hebben opgedaan. Maar statushouders zijn niet direct (volledig) inzetbaar: Eerst moeten zij inburgeren, de Nederlandse taal (op minimaal A2-niveau maar het liefst op B1) leren kennen en kennis opdoen van de Nederlandse (arbeids)cultuur. Bovendien zijn zij wettelijk verplicht deel te nemen aan een inburgeringstraject Een daadwerkelijk kansrijke en succesvolle integratie en participatie van statushouders op de Nederlandse arbeidsmarkt vraagt ook van 'ons' (directies, leidinggevenden, collega s, klanten, leveranciers etc.) begrip, geduld, doorzettingsvermogen bij tegenslag en enige culturele sensitiviteit. Als hier geen of onvoldoende rekening mee wordt gehouden is de kans op het mislukken van integratietrajecten naar werk groot. Veel statushouders willen graag zo snel mogelijk betaald aan het werk om in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Hier ligt het gevaar van te snel, ondoordacht en slecht voorbereid starten op de arbeidsmarkt op de loer. Om de integratie en participatie van onze nieuwe inwoners te laten slagen is regie door gemeenten / WSP / Leerwerkloket noodzakelijk. 7

8 Samen met het Regionaal Werkgevers Servicepunt Midden-Gelderland, het Regionaal loket Leren en Werken, het nieuwe regionale Werkbedrijf Scalabor en werkgevers(organisaties) wil ik in 2018 een aantal leerwerktrajecten speciaal voor statushouders ontwikkelen en realiseren. Dit wil ik doen in een aantal sectoren met kansberoepen. Maatwerktrajecten: - Op verzoek van busmaatschappij Connexxion/Breng heb ik in samenwerking met opleidings- en detacheringsbedrijf Consolid, het Werkgevers Servicepunt en het Leerwerkloket een maatwerk opleidingstraject ontwikkeld voor statushouders die tot buschauffeur openbaar vervoer opgeleid willen worden. De belangstelling is erg groot. Inmiddels is er een selectie gemaakt van negen Syrische statushouders die met het opleidingsprogramma tot buschauffeur openbaar vervoer zijn gestart. Naar verwachting zullen zij vanaf september 2018 worden ingezet op buslijnen in het rayon Arnhem-Bemmel- Nijmegen. Met statushouders die niet door de selectie zijn gekomen maakt het WerkgeversServicepunt afspraken om hen naar andere werkgevers in de sector Transport en Logistiek te bemiddelen. - In het horeca-leerwerkproject Gastvrij Talent van de gemeente Arnhem en regio zijn vier statushouders gestart met een stage als kok of gastheer/gastvrouw bij een erkend leerbedrijf. Dit traject bestaat uit een combinatie van een stage, gevolgd door betaald werk en een kwalificerende opleiding op MBO-2 niveau. Voor een aantal statushouders bleek het taalniveau nog te hoog gegrepen. Zij zijn in project Gastvrij Talent gebleven en hebben een betaalde leerwerkovereenkomst gekregn i.c.m. een Entree-opleiding (MBO-1). Eén Syrische deelnemer is een natuurtalent gebleken. Hij ontwikkeld zich in hoog tempo en gaat naar verwachting in het volgende schooljaar dóór naar MBO 3 opleiding.. - Laag opgeleide Eritreers jongeren die veel sturing, ondersteuning (en soms een opvoedende hand) nodig hebben om kans te maken op de Nederlande arbeidsmarkt kunnen sinds kort terecht in het leerwerkprogramma 'Werken in het Groen' van van Bijsterveld en Daamen. In dit bedrijf worden deelnemers algemene werknemersvaardigheden en specifieke 'groen' vakvaardigheden bijgebracht voor banen in het 'groen en grijs' (VCA, Veilig werken langs de weg, omgaan met kettingzaag en bosmaaier). De bedoeling is dat deelnemers na geschikt te zijn gemaakt voor banen in deze sectoren door het bedrijf bemiddeld worden naar betaalde banen. - Bij netwerkbedrijf Alliander is een selectie van tien statushouders gestart met een voorschakeltraject tot elektromonteur in het kader van het programma Step2Work. Naast het voorschakelprogramma krijgen de deelnemers extra Nederlandse taallessen om hun taalniveau te verhogen naaar B1 zodat zij in september/oktober met een betaald dienstverband kunnen starten met hun opleiding tot zelfstandig werkend elektromonteur. 8

9 - Naar het voorbeeld van het leerwerktraject in de bouw met Revabo Oosterbeek (variant van Bouwmensen) willen we statushouders met een achtergrond in de bouw - op maat gaan scholen en toeleiden naar banen in de installatietechniek, de schildersbranche, en infra. Plannen hiertoe moeten in de komende maanden verder uitgewerkt worden. - Samen met het bouwbedrijf van Wijnen hebben we op 23 mei 2018 een praktijkmiddag georganiseerd voor statushouders die kennis wilden maken met de beroepen in de bouw. Een achtergrond in de bouw geen vereiste. Ervaren vakmensen hebben op het terrein van een nieuwbouwproject in Velp verteld over het beroep van timmerman, stukadoor, metselaar en tegelzetter. De belangstelling was groot: Er waren ruim 30 statushouders. Na afloop zijn er met geïnteresseerde staushouders afspraken gemaakt voor individuele gesprekken met het leerwerkloket en ReVaBo over de inzet van maatwerk opleidingstrajecten. - Met twee woningcorporaties, een schildersbedrijf, een schoonmaakbedrijf, een onderhoudsbedrijf plus het team Leefomgeving van de wijk Malburgen, gemeente Arnhem is met het bedrijf Vakbroeders een pilot ontwikkeld om bewoners van een zestal galerijflats waar veel statushouders wonen actief te betrekken bij het groot onderhoud van de gebouwen. Door middel van het onder begeleiding door leermeesters uitvoeren van schilderwerkzaamheden plus training en opleiding door het ROC Rijn IJssel kunnen deelnemers voorbereid worden voor bemiddeling naar betaalde (leer)banen bij de deelnemende bedrijven. - De provincie Gelderland ontwikkeld op dit moment een 'TOP-training'. Dit wordt een op maat gemaakt traineeshipprogramma voor hoger opgeleide statushouders uit de provincie Gelderland. - Ook de afdeling P&O van de gemeente Arnhem werkt momenteel samen met andere overheidsorganisaties (o.a. de politie Midden-Gelderland) aan een traineeship programma voor statushouders. In ontwikkeling: - Project C / CE. Samen met een opleidings- en detacheringsbedrijf in de sector Transport en Logistiek ontwikkelen we op dit moment een opleidingsprogramma - met baangarantie voor statushouders die opgeleid willen worden tot vrachtwagenchauffeur voor nationaal transport. Gezondheid Vluchtelingen die in de periode van 2015/2016 hun verblijfsstatus hebben gekregen en sindsdien in veilige omstandigheden verkeren komen langzamerhand tot rust. Consulenten met eeen caseload bestaande iut statushouders signaleren in toenemende mate dat veel statushouders psychische klachten hebben als gevolg van traumatische ervaringen, spanningen en onzekerheden waarvoor zij behandeling nodig hebben. Ze zijn bijvoorbeeld vaak zenuwachtig en somber. Onbehandelde psychische klachten kunnen het inburgeringstraject, deelname aan (duale) trajecten richting participatie, opleiding en/of werk ernstig belemmeren.. 9

10 Vanuit werkconsulenten komen er steeds meer vragen over hoe zij als professional om kunnen gaan met statushouders met psychische klachten en daaruit voortvloeiend gedrag. I-psy is de grootste aanbieder van interculturele psychiatrie in Nederland. Werkconsulenten van de gemeente Arnhem hebben inmiddels diverse keren statushouders voor behandeling naar dit bureau verwezen. Op 11 juli 2018 organiseer ik een sessie met drie interculturele psychologen en psychiaters van I-psy voor collega's uit het werkveld in Arnhem en regio waarin zij ervaringen met elkaar zullen uitwisselen en elkaar advies kunnen geven. In 2018 wil ik in samenwerking met de coördinator Gezondheid van VGGM de gemeenten gaan bezoeken om met klantmanagers en bemiddelaars van het WerkgeversServicepunt over dit oderwerp te gaan praten. Ik ga hierover afspraken maken met VGGM. Wilco Polman Regiocoördinator Midden-Gelderland 10