Questions. Réponses. Antwoorden. Vragen N. 146 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Questions. Réponses. Antwoorden. Vragen N. 146 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO)"

Transcriptie

1 N BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING n SESSION ORDINAIRE (*) 27 MAART MARS 1995 Vragen en Antwoorden Questions et Réponses VRAGf.~ EN ANTWOORDEN - BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERT. QUESTIONS ET RÉPONSES - CHAMBRE DES REPRÉS. DE BELGIQUE (GZ) (SO) (') Vierde zitting van de 48 e zittingsperiode. (') Quatrième session de la 48 ème lêgislature, 1989

2 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) INHOUD Blz. Pages SOMMAIRE Eerste Minister Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken Vice-Eerste Minister en Minister van justitie en Economische Zaken Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting Minister van Financiën Minister van Buitenlandse Handel, en Minister van Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Minister van Pensioenen Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen Premier Ministre Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Premier Ministre et Ministre de l'intérieur et de la Fonction publique Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget Ministre des Finances Ministre du Commerce extérieur, et Ministre des Affaires européennes, adjoint au Ministre des Affaires étrangères Ministre des Pensions Ministre de l'emploi et du Travail, chargée de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Minister voor de Kleine en Middelgrote en Landbouw Ondernemingen Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'agriculture Minister van Sociale Zaken Minister van Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu Minister van Landsverdediging Minister van Wetenschapsbeleid en Infrastructuur Minister van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking Ministre des Affaires sociales Ministre de l'intégration et de l'environnement Ministre de la Défense nationale sociale, de la Santé publique Ministre de la Politique scientifique et de l'infrastructure Ministre des Affaires étrangères et de la Coopération au Développement Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d'avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

3 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(CZ ) ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO ) Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting * Questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de Ia session extraordinaire ':- Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr, Blz. Auteur Auteur Date Question n? Page Date Question n? Page Vice-Eerste Minister Van Dienderen 13419' en Minister van Verkeerswezen Van Dienderen en Overheidsbedrijven Van Nieuwenhuysen Standaert Vice-Premier Ministre Van Nieuwenhuysen et Ministre des Communications De Mol et des Entreprises publiques Maingain Van Nieuwenhuysen Leo Peeters Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Van Nieuwenhuysen Mw. Dillen Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Vanpoucke Beysen Standaert Van Rompuy Van Grembergen Van Dienderen de Clippele Barbé Van Vaerenbergh Annemans Duquesne Ramoudt Van Nieuwenhuysen Ramoudt Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Mme Colette Burgeon Van houtte Caubergs Van den Eynde Mw. Leysen Duquesne Olaerts Van Nieuwenhuysen Pierco De Mol Sénéca Cheron De Mol Van Dienderen Olaerts Saulmont Annemans Taylor Reynders Ansoms Reynders Defeyt Reynders Ghesquière Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Kubla De Mol de Clippele De Mol Olaerts De Mol Olaerts Van Nieuwenhuysen Taylor Olaerts Ylieff Olaerts Poty Olaerts Detienne Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Annemans Severin Caubergs Olaerts Van Vaerenbergh Annemans Van Vaerenbergh ;28 de Clippele Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Van Grembergen Van Nieuwenhuysen de Clippele Van Nieuwenhuysen Van Grembergen Duquesne Draps * Lijst afgesloten op 27 maart 1995 * Listeclôturée le 27 mars 1995

4 15616 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Chambre des Représentants de Belgique Vragen en Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr, Blz, Auteur Auteur Date Question n" Page Date Question n? Page Draps Philippe Charlier Draps, De Mol Van Vaerenbergh De Mol Annemans Denys Annemans de Clippele Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Barbé Van Nieuwenhuysen Leo Peeters Dewael Leo Peeters Ghesquière Perdieu Duquesne Desmet Duquesne Desmet Van Dienderen Schellens Derneulenaere Standaert Mw. Dna Breyne Knoops Maingain Van Nieuwenhuysen Landuyt Caubergs Annemans ülaerts Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Van Grembergen Van Dienderen Barbé Dewinter Barbé Van Nieuwenhuysen Knoops Van Dienderen Olaerts Van Dienderen Thissen De Mol 1534& De Mol Van Dienderen Rarnoudt Van Dienderen 1548() de Clippele Van Dienderen de Clippele Van Dienderen Van den Eynde Van Dienderen Van den Eynde Van Nieuwenhuysen Defeyt Gabriëls De Mol Ramoudt 15485' Van Vaerenbergh Van der Poorten Van Nieuwenhuysen De Man Van Nieuwenhuysen 15486: Van Dienderen Van Nieuwenhuysen 15486; Van Dienderen Ylieff Van Dienderen Van Nieuwenhuysen Van Vaerenbergh Steenwegen Detienne Steenwegen Brouns Steenwegen 1548g Olivier Barbé Olaerts Van Nieuwenhuysen Ghesquière 15621» Van Nieuwenhuysen Ghesquière 15626> Van Parys Ghesquièro Viseur Ghesquière Van Eetvelt Van Nieuwenhuysen Grimberghs Detienne Daems Bertouille Van Dienderen Van Dienderen Annemans Thiel De Man 15629

5 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers ChambredesReprésentantsdeBelgique Vragenen Antwoorden(GZ ) Questionset Réponses(SO ) Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n? Page Date Question n? Page Vice-Eerste Minister Van Nieuwenhuysen en Minister van Binnenlandse Zaken Geysels en Ambtenarenzaken Barbé Vice-Premier Ministre Standaert et Ministre de l'intérieur Leo Peeters et de la Fonction publique Annemans Van Nieuwenhuysen Annemans Buisseret Van Dienderen De Man Detienne Van Dienderen Van den Eynde Barbé Tant De Man Dewinter Landuyt Van Nieuwenhuysen Van Grembergen Van Dienderen De Man De Man Caubergs De Man de Clippele Van Nieuwenhuysen Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Landuyt Viseur De Man Van der Poorten Brisart Buisseret Barbé Barbé Duquesne Leo Peeters Dewinter Leo Peeters Knoops Van Dienderen Philippe Charlier Van Dienderen Van Vaerenbergh Van Dienderen Decroly Leo Peeters ~ Perdieu De Man Barbé De Man Taylor Leo Peeters Dewinter Damseaux de Clippele De Man Annemans De Man Decroly Van den Eynde Van Vaerenbergh Caubergs Cortois Dewinter Van Grembergen Standaert Van Grembergen Beysen Mme Corbisier Van Nieuwenhuysen 9162 Hagon Swennen Annemans Van den Eynde Annemans Olaerts Simonet Michel Vandeurzen Grimberghs Draps De Mol Thiel De Man Thiel Standaert Draps Standaert Ylieff Van Overmeire Standaert Barbé Standaert Van den Eynde Olaerts De Mol Dehousse Duquesne Perdieu Van Nieuwenhuysen Perdieu Dewinter Detienne De Mol Thissen 15632

6 15618 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers ChambredesReprésentantsdeBelgique Vragenen Antwoorden(GZ ) Questionset Réponses(SO ) Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr, Yh. Auteur Auteur Date Question n? Page Date Question no Page Thissen Reynders Coveliers De Man 7817 Vice-Eerste Minister Duquesne 7820 en Minister van Justitie Van den Eynde 7821 en Economische Zaken Dallons 7960 Vice-Premier Ministre Mayeur 7963 et Ministre de la Justice Perdieu 8045 et des Affaires économiques Van den Eynde Vandeurzen 8275 justitie - Justice Van Dienderen Coveliers Taelman Van Vaerenbergh de Clippele Landuyt Caudron Vandeurzen Caudron Vandeurzen Caudron Vandeurzen Caudron Vandeurzen Caudron Vandeurzen Caudron De Man Annemans Swennen de Clippele Eerdekens Buisseret Poncelet Dewinter Simonet Damseaux Vandendriessche Van Nieuwenhuysen Barbé De Groot Draps Annemans Eerdekens Van Nieuwenhuysen Olaerts Devolder Annemans Coveliers Duquesne Dewinter De Clerck Ylieff De Man Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Van Dienderen Ramoudt Dewinter Standaert 11b,) Marsoul Van Grembergen Van Nieuwenhuysen Van Vaerenbergh Perdieu Mw. Dillen Goutry Annemans Van Dienderen Vandendriessche Mme Lizin De Man Buisseret Landuyt Knoops De Mol Caudron Standaert De Man Mme Stengers Dielens Maingain 12789' De Mol Perdieu Van Dienderen Simonet Van Dienderen Simonet 12794, Leo Peeters Barbé 12967' Brouns Leo Peeters Kubla Leo Peeters Standaert 13079) Dewael Standaert De Mol Duquesne 131S4\ Van Nieuwenhuysen Standaert 13229;) De Mol Van Nieuwenhuysen 13230)

7 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers ChambredesReprésentantsdeBelgique Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n? Page Date Question n? Page Eerdekens Verwilghen Vandeurzen Ghesquière Simonet Berben Standaert Mme Colette Burgeon Mw. Dillen Verwilghen Van Dienderen Van Vaerenbergh Van Grembergen Bossuyt Van Dienderen Decroly Van Dienderen Decroly Van Dienderen Schellens Van Dienderen Van den Eynde Van Dienderen Wymeersch Van Vaerenbergh Van den Eynde Flahaut Standaert Damseaux Van Vaerenbergh Vandeurzen Van Vaerenbergh Barbé Olaerts Standaert Thiel De Man de Clip pele Van der Poorten Dewinter Annemans Van Vaerenbergh Perdieu De Man Platteau Coveliers Duquesne DeMan de Clippele EconomischeZaken - Affaires économiques Mw. Leysen Barbé Knoops Barbé Standaert Barbé Ylieff Barbé Van Vaerenbergh Piereo Mme Lizin Annemans Michel Verwilghen De Bremaeker Maurice Bourgois Kubla Mw. Merckx-Van Leo Peeters 7823 Coey Defeyt De Man Duquesne De Man Standaert Duquesne Van Grembergen Goutry Ramoudt De Man De Mol Van der Poorten De Mol Vandeurzen Devolder Vandeurzen Defeyt Breyne Caudron Van der Poorten Candries Vandeurzen Standaert Duquesne Olaerts Vandeurzen Steenwegen Van Vaerenbergh Duquesne Knoops De Man Vice-Eerste Minister en Dewinter Minister van Begroting Standaert Vice-Premier Ministre Olivier Ministre du Budget et Van Vaerenbergh Dewael Van den Eynde 8048

8 15620 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) Datum Vraag nr. Blz. Datum Auteur Vraag nr. Blz. Date Question n? Page Auteur Date Question n? Page Van Nieuwenhuysen Van Rompuy Taylor Cauwenberghs Van Nieuwenhuysen Kempinaire Duquesne Ghesquière Landuyt Damseaux Landuyt Minister van Financiën de Clippele de Clip pele Ministre des Finances Lisabeth Van Parys de Clippele Gabriëls Bertrand Olivier Van Hecke Olivier de Clip pele Brouns de Clip pele de Clippele Duquesne Dupré Berben Dupré Knoops Dupré Vanleenhove Dupré Bertouille Dielens Saulmont Dupré Taylor Dupré de Clippele Dupré de Clippele Goutry de Clippele Van Grembergen de Clippele Poncelet Vandendriessche Dewael Lisabeth Saussus Van Vaerenbergh de Clippele de Clippele de Clippele Jan Peeters de Clippele de Clippele Knoops de Clippele Gehlen de Clippele Dupré Vandendriessche Dupré de Clippele Duquesne de Clippele Spinnewyn de Clippele de Clippele De Clerck de Clippele Jan Peeters Dupré Dewael Dupré Platteau ülaerts Vergote de Clippele de Clippele de Clippele ülaerts de Clippele Beaufays de Clippele Thissen Van den Eynde Van Nieuwenhuysen Steenwegen Verga te Gehlen Gabriëls de Clippele Sarens Ghesquière Dupré Olaerts de Clippele Taylor Standaert Duquesne Gilles Mw. Dillen Canon Beysen Gilles Cortois Olaerts Daems 15640

9 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers ChambredesReprésentantsdeBelgique Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n? Page Date Question n" Page Wymeersch Hollogne Denys Landuyt Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Thissen De Mol Olivier Detienne Minister van Buitenlandse Handel Goutry en Europese Zaken, toegevoegd Detienne aan de Minister van Buitenlandse Zaken Pivin Ministre du Commerce extérieur Ghesquière et des Affaires euro&éennes, Jan Peeters adjoint au Ministre des Af aires étrangères Jan Peeters Landuyt Gabriëls Ansoms Olaerts Minister van Pensioenen Mw. Dillen Ministre des Pensions Minister voor de Kleine Leo Peeters en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw Ministre des Petites Minister van Tewerkstelling en Arbeid, et Moyennes Entreprises belast met het beleid van gelijke kansen et de l'agriculture voor mannen en vrouwen Kleineen Middelgrote Ondernemingen- Petiteset MoyennesEntreprises Ministre de l'emploi et du Travail, chargée de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Clerfayt De Man Detienne De Man Van Vaerenbergh 8179 Landbouw- Agriculture Barbé Lauwers Brisart Lauwers Duquesne Lauwers Landuyt Poty Santkin 8729 Minister van Sociale Zaken Barbé Dewinter Ministre des Affaires sociales Demeulenaere Goutry Vandendriessche Van der Poorten Van Vaerenbergh Detienne Van Vaerenbergh Mw. Dua Hazette Van Nieuwenhuysen Perdieu Annemans Jan Peeters Annemans Taylor Thiel Van Vaerenbergh Detienne Standaert Walry Demeulenaere Duquesne Barbé Detienne Van houtte De Mol ~ Vandendriessche Vergote Vandeurzen Olivier Grimberghs Detienne Duquesne

10 15622 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr, Blz. Auteur Auteur Date Question n? Page Date Question n" Page Minister voor Maatschappelijke Integratie, De Man Volksgezondheid en Leefmilieu Geysels Ministre pour l'intégration sociale, Barbé la Santé publique et l'environnement Gabriëls Gabriëls Van Vaerenbergh De Mol De Mol De Man Caubergs Barbé Barbé Minister van Landsverdediging De Mol De Mol Ministre de la Défense nationale De Mol De Mol De Mol Hiance De Mol Philippe Charlier De Mol Demeulenaere De Mol Spinnewyn De Mol Spinnewyn De Mol Van Nieuwenhuysen Barbé De Mol Barbé Devolder De Mol de Clippele De Mol Saussus De Mol De Man De Mol Duquesne De Mol Duquesne De Mol Ghesquière De Mol Leo Peeters Leo Peeters Minister van Wetenschapsbeleid Barbé en Infrastructuur De Mol Brouns Ministre de la Politique scientifique et de l'infrastructure De Man De Man Standaert Marsoul Brisart Marsoul De Mol Maingain 621& Barbé Leo Peerers 784D 31- i Detienne Leo Peeters Viseur Marsoul Vandendriessche De Mol Barbé Maingain Barbé Van Nieuwenhuysen Barbé Candries Barbé Candries De Man Maingain Caudron Candries Buisseret Barbé Standaert ~ Vautmans Standaert Duquesne Standaert Duquesne Standaert Olaerts Standaert Barbé Standaert Annemans Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Dewinter Van Nieuwenhuysen De Groot Annemans 13528

11 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Auteur Auteur Date Question n? Page Date Question n? Page Annemans Van Overmeire Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Bertouille Landuyt De Mol Van Vaerenbergh De Mol Van Vaerenbergh Van Vaerenbergh Van Dienderen Leo Peeters De Man Leo Peeters De Mol Simonet Willy Burgeon Van Vaerenbergh De Mol Landuyt De Mol Schellens De Mol Van der Poorten De Mol Van Vaerenbergh Reynders Van Vaerenbergh Van Dienderen Ghesquière De Bremaeker Van den Eynde De Bremaeker Van Vaerenbergh Clerfayt Schellens De Mol Candries Van Overmeire Duquesne Barbé Ghesquière Standaert Geysels Ylief Minister van Buitenlandse Zaken Steenwegen en Ontwikkelingssamenwerking Ministre des Affaires étrangères et de la Coopération au Développement Ontwikkelingssamenwerking Coopération au Développement Buitenlandse Zaken Affaires étrangères De Mol Caudron Van Dienderen Steenwegen De Mol Steenwegen Taylor Annemans De Mol Van Grembergen Barbé Van den Eynde De Mol Annemans Barbé Annemans Ghesquière Van Overmeire Leo Peeters De Man Leo Peeters Barbé De Mol Van Overmeire Reynders Annemans De Man 15652

12

13 ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) (Fr.): In het Frans gestelde vraag. - In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.): Question posée en français. - Question posée en néerlandais. Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer), Questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre). Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques DO DO Vraagnr, 1335 van de heer Barbé van 17 februari 1995 Question na 1335 de M. Barbé du 17 février 1995 coôrdinatiecommis- Zeerecht.-Interdepartementale sie. BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Anrwoorden (GZ ) Droit de la mer. - Commission de coordination interdépartementale. Volgens het standaardwerk Inleiding tot het internationaal zeerecht van professor Somers zou er in ons land een interdepartementale coördinariecornrnissie zijn, die zou instaan voor de coördinatie van de verschillendebevoegdheden inzake zeerecht. 1. a) Bestaat die commissie nog? h) Wie is er lid van? 2. Wat is de precieze opdracht van de commissie? 3. Hoe dikwijls kwam de commissie in 1993 en 1994samen? 4. Wat waren de belangrijkste agendapunten? 5. Hoeveel personeel en werkingsmidde1en heeft de commissie? Dans son ouvrage de référence «lnleiding tot het internationaal zeerecht» (Introduction au droit de la mer international), le professeur Somers fait référence à l'existence dans notre pays d'une commission de coordination interdépartementale, qui serait chargée d'assurer la coordination entre les différentes compétences en matière de droit de la mer. 1. a) Cette commission existe-t-elle encore?" b) Qui en fait partie? 2. Quelle en est la mission précise? 3. A combien de reprises la commission s'est-elle réunie en 1993 et 1994? 4. Quels étaient les principaux points de l'ordre du jour? 5. Quelle est l'importance du personnel et des moyens de fonctionnement mis à la disposition de la commission?

14 15626 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) DO DO Vraag nr, 1336 van de heer Ghesquière van 20 februari 1995 Post. - Werken. - Oostende-Veurne-Diksmuide.- Ieper. Welke bouw- en herstelwerkzaamheden plant de Post in 1995 in de arrondissementen Oostende- Veurne- Diksmuide en Ieper? Question n? 1336 de M. Ghesquière du 20 février 1995 Poste. - Travaux. - Ostende-Fumes-Dixmude. - Ypres. Quels travaux de construction et de réparation sont prévus par la Poste pour 1995 dans les arrondissements d'ostende-furnes-dixmude er d'ypres? DO DO Vraag nr van de heer Ghesquière van 20 februari 1995 Zeevaartonderwijs. - Schoolschip. Een jaar geleden werd het hoger zeevaartonderwijs in België hervormd. Het is spijtig te rnoeten vaststellen dar dit onderwijs te weinig gepromoot wordt. Als wij geen Belgen meer vormen voor een koopvaardijcarrière, dan zitten we binnen een paar jaren zonder Belgen die de functie van loods, havenkapitein, walkapitein, natiebaas enz. kunnen uitoefenen. Dan zullen Nederlanders maar ook misschien wel Oosteuropeanen of oosterlingen hier die functies komen uitoefenen. 1. Welke middelen trekt de nationale begroting van het departement Verkeerswezen uit om het hoger zeevaartonderwijs te promoten? 2. Ziin er anderzijds plannen om een nieuw opleidingsschip te bouwen? Een Mercator II zou een uitsrekende ambassadeur zijn in het buitenland, voor het industriewezen, de buitenlandse handel, enz. Ons land beschikt nog steeds over de werven, de ambachtslui, de know-how. Ook de toeleveringsbedrijven zouden hun steentje kunnen bijdragen! Question n? 1337 de M. Ghesquière du 20 février 1995 Enseignement maritime. - Bateau-école. L'enseignement maritime supérieur a été réformé en Belgique il y a un an. Il est regrettable de devoir constater que eet enseignement est insuffisamment promu. Si nous ne formons plus de Belges à la carrière de la marine marchande, il n'y aura plus, d'ici quelques années, de Belges capables d'exercer les fonctions de pilote, capitaine de port, capitaine d'armement, etc. A ee moment-là, des Néerlandais ou même des Européens de l'est ou des Orientaux exerceront ces fonctions. 1. Quels moyens le budget national du département des Communications prévoit-il pour promouvoir l'enseignement maritime supérieur? 2. Existe-t-il par ailleurs des projets de construction d'un nouveau bateau-école? Un Mercator II serait un excellent ambassadeur pour promouvoir l'industrie, Je commerce extérieur, etc., à l'étranger. Notre pays dispose toujours des chantiers navals, des artisans, du savoir-faire. Les entreprises de sous-traitance aussi pourraient apporter leur contribution.. DO DO Vraag nr van de heer Ghesquière van 20 februari 1995 RMT. -Investeringen. Naar verluidt is er een nieuw type supersnelle ferry op de markt, van 125 meter lang en 40 meter breed. Deze H55 haalt makkelijk de snelheid van een jetfoil, ziet er uit als een hypermoderne hoovercraft, maar heeft de capaciteit van een jumbo-ferry. Een kleinere versie van de H55 zou perfect in te zetten zijn op de Noordzee (kostprijs ongeveer 1 miljard, wat een peulschil is vergeleken met het paradepaard van de RMT dat 4 rniljard heeft gekosr). Question n? 1338 de M. Ghesquière du 20 février 1995 R TM. -Investissements. Un nouveau type de ferry super-rapide aurait été mis sur le marché. Il mesure 125 m de long et 40 m de large. Ce ferry H55 atteint facilement la vitesse d'un hydrophère, a l'aspect d'un hydroglisseur hyperrnoderne mais la capacité d'un ferry jumbo. Une version plus réduite du H55 pourrait parfaitement être mise en. service en mer du Nord (son coût est de 1 milliard, une bagatelle par rapport au cheval de parade de la RTM, qui a coûté 4 milliards).

15 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) Welke investeringen zijn gepland op dat stuk? 2. Wat is de afschrijvingsduur van de boten die nu in de vaart zijn? 3. Wordt de aankoop van hoovercrafts of nieuwe jetfoils overwogen? 1. Quels investissements sont prévus à cet égard? 2. Quelle est la durée d'amortissement des navires actuellement en service? 3. Envisage-t-on l'achat d'hydroglisseurs ou de nouveaux hydrophères ê DO Vraag nr, 1339 van de heer Ghesquière 1995 NMBS. - Goederenvervoer. - Ijzeren Rijn. van 20 februari De zogenaamde goederenspoorlijn Ijzeren Rijn is door de Europese Unie opgenomen in de lijst van prioritaire projecten die in een latere fase deel zullen uitmaken van het transeuropees netwerk (TEN). Tussen Gent en de kanaaltunnel zijn twee alternatieve projecten voor een verlengde Ijzeren Rijn mogelijk, namelijk via Gent, Kortrijk, Rijsel naar de kanaaltunnel (lijn 69) of via Gent, Tielt, Lichtervelde, Diksmuide en Adinkerke naar de kanaalrunnel (lijn 73). De alternatieven stemmen allebei overeen met de gewenste ruirntelijke structuur. De as Antwerpen-Diksmuide over de spoorlijn Gent-Lichtervelde-Diksmuide-Adinkerke is alvast in het srructuurplan Vlaanderen opgenomen. Deskundigen zijn van oordeel dat spoorlijn 73 een voordeel lijkt te hebben als westelijke poot van de IJzeren Rijn omdat een transport via Kortrijk en Rijsel een snelle verbinding met de HST moeilijker maakt. Houdt de NMBS rekening met die voorstellen bij het plannen van infrastructuurwerken? DO Question n" 1339 de M. Ghesquière du 20 février 1995 SNCB. - Transport de marchandises. - Rhin de fer. L'axe ferroviaire destiné au trafic de marchandises dit «Rhin de fer» figure dans la liste établie par l'union européenne des projets prioritaires qui seront ultérieurement intégrés au réseau transeuropéen. Il existe deux projets relatifs au prolongement du Rhin de fer entre Gand et le tunnel sous la Manche. Le premier projet suit un tracé Gand-Courtrai-Lille et le tunnel (ligne 69). Le second projet suit un tracé Gand- Tielt-Lichtervelde-Dixmude-Adinkerke et le tunnel (ligne 73). Les deux projets sont conformes aux règles en matière d'aménagement du territoire. L'axe Anvers-Dixmude via la ligne Gand- Lichtervelde-Dixmude-Adinkerke figure déjà au plan de structure pour la Flandre. Les experts estiment que la ligne 73 présente un avantage en tant que prolongement ouest du Rhin de fer, étant donné que la solution du tracé passant par Courtrai et Lille rend plus difficile une liaison rapide avec le TGV. La SNCB tient-elle compte de ces propositions dans le cadre de la planification des travaux d'infrastructure? DO Vraag nr, 1340 van de heer Yan Nieuwenhuysen van 20 februari 1995 Post.- Dienstverlening. Ondanks de gunstige resultaten van steekproeven die tijdens het voorbije jaar door de Post werden uitgevoerd op het gebied van de verzending en de uitreiking van de briefwisseling, wordt in sommige zones de norm van 80 % niet gehaald. Om welke zones gaat het? DO Question n? 1340 de M. Yan Nieuwenhuysen du 20 février 1995 Poste. - Service. En dépit des résultats favorables enregistrés dans le cadre d'un certain nombre d'études représentatives effectuées par la Poste au cours de l'année écoulée en matière d'envoi et de distribution du courrier, certaines zones n'atteignent pas la norme de 80 %. De quelles zones s'agit-il? DO Vraag nr van de heer Detienne van 21 februari 1995 (Fr.): NMBS. - Onkruidverdelgingsmiddelen. Verscheidene wetenschappelijke studies hebben de afgelopen decennia deaandacht gevesrigd op de geva- DO Question n" 1341 de M. Detienne du 21 février 1995 (Fr.) : SNCB. - Herbicides. Au cours des dernières décennies, des études scientifiques ont mis en évidence les dangers liés à

16 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(Sa ) ren van het gebruik van onkruidverdelgers. Om het gebruik van die middelen te beperken werden diverse. regelingen aangenornen, en sindsdien werden er ook heel wat alternatieve produkten en procédés op de markt gebracht. Gelet op de uitgestrekte gronden die de NMBS onderhoudt, gaat deze problematiek ook de spoorwegen in niet geringe mate aan, te meer daar de spoorwegbermen en de terreinen aan de stations en remises een bevoorrechte biotoop vormen waar de natuurlijke fauna en flora uitermate goed kunnen gedijen. 1. Hoe zijn de hoeveelheden onkruidverdelgers die de NMBS gebruikt in de afgelopen tien jaar geëvolueerd? 2. a) In hoeverre werden milieuvriendeliiker produkten en methoden toegepast? b) Wat is de aard van die produkten en methoden, en in welke mate werden ze gebruikt? 3. a) Werd bij het snoeien of maaien rekening gehouden met de periodes van nestbouw van de fauna of van rijping van de flora? b) Zo ja, in hoeverre? l'utilisation d'herbicides. Diverses réglementations ont été adoptées pour en limiter l'usage, d'autant que des procédés et produits alternatifs ont été mis depuis sur le marché. De par l'ampleur des surfaces dont elle assure l'entretien, la SNCB se trouve concernée au premier chef par cette problématique. D'autant que les talus de chemin de fer et les zones avoisinant les gares et entrepôts constituent des espaces où la faune et la flore naturelles trouvent à se développer de façon privilégiée. 1. Quelle a été, au cours des dix dernières années, l'évolution des quantités d'herbicides utilisées par la SNCB? 2. a) Dans quelle mesure a-t-on eu recours à des méthodes et produits plus respectueux de l'environnement? b) Quelle en est la nature et le degré d'utilisation? 3. a) Est-il tenu compte, lors des opérations de fauche ou de taille des périodes de nidification de la faune et de maturation de la flore? b) Si oui, dans quelle mesure? Dû Vraag nr van de heer Bertouille van 21 februari 1995 (Fr.): NMBS. - Geneeskundige uerzorging. Wat is voor de jongste drie jaar: 1. het totaalbedrag van de door de NMBS terugbetaalde medische kosten; 2. het totaalbedrag van de door de NMBS rerugbetaalde farmaceutische kosten; 3. het aantal rechthebbenden van de sociale verzekeringskas van de NMBS? Dû Question no 1342 de M. Bertouille du 21 février 1995 (Fr.) : SNCB. - Soins de santé. Quel est, pour les trois dernières années: 1. le montant global des frais médicaux remboursés, par la SNCB; 2. le montant global des frais pharmaceutiques remboursés par la SNCB; 3. le nombre des ayants droit de la caisse d'assurance sociale de la SNCB? Dû DO Vraag nr van de heer Thiel van 22 februari 1995 (Fr.) : Question n? 1343 de M. Thiel du 22 février 1995 (Ft.\:: NMBS. - Tuberculose. Volgens verscheidene bronnen zouden twee hoofdtreinconducteurs van Oostende in januari jongstleden tuberculose hebben opgelopen en in het ziekenhuis zijn opgenomen. Nog een vijftiental andere bearnbten zouden met de bacterie besmet zijn, gelukkig zonder SNCB. - Tuberculose. Selon plusieurs sources deux chefs-garde d'ostende auraient contracté la tuberculose, en janvier de cettee.année. Ils seraient hospitalisés. Il est également fait était d'une quinzaine d'autres agents ayant contracté le virus, mais ne développant heureusement pas la mala-

17 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) :- Questions et Réponses(SO ) dat de ziekte is uitgebroken. Ze zouden profylactisch verzorgd worden maar niettemin aan het werk blijven. Een aantal NMBS-werknemers van de sector zuidoost, die rechtstreeks contact met hun zieke of syrnptomen van de infectie vertonende collega's kunnen hebben gehad, maakt zich terecht zorgen over het besmettingsgevaar voor henzelf, maar ook voor hun gezin en voor de treinreizigers op de betrokken lijnen. 1. Kan u mij bevestigen: a) dat twee spoorwegbeambten van Oostende aan tuberculose lijden; h) dat een vijftiental andere NMBS-werknemers symptomen van de besmetting zouden vertonen? 2. Zo ja, welke noodmaatregelen hebben de directie en de medische dienst genomen om een dijk op te werpen tegen de mogelijke besmetting van andere sçoorrnannen, hun gezinnen en de cliënteel van het autonoom overheidsbedrijf? 3. Tot welke maatregelen werd besloten om de collega's van de zieken voor te lichten? die. Ils seraient soignés de manière préventive mais continueraient néanmoins à travailler. Un certain nombre d'agents de la SCNB du secteur sud-est - qui auraient pu être mis en contact direct avec leurs collègues souffrants ou présentant des signes d'infection - s'inquiètent à juste titre des risques de contagions pour eux mêmes mais aussi pour leur famille et pour les passagers des lignes concernées.' 1. Pouvez-vous me confirmer que: a) deux agents d'ostende souffrent de la tuberculose; b) une quinzaine d'autres présenteraient des signes d'infections? 2. Dans l'affirmative, quelles mesures d'urgence ont-elles été prises par la direction et le service médical afin d'enrayer la possible contagion de cette maladie à certains autres membres du personnel de la SNCB, à leur famille et à la clientèle de la société publique autonome? 3. Quelles mesures d'informations ont-elles été décidées à l'adresse des collègues des personnes souffrantes? DO DO Vraag nr van de heer De Man van 27 februari 1995 Bewakingsondernemingen. - Luchthaven van Zauen- tem. Ik lees dar de toegangscontrole en de fouillering van bagage en personen op de vernieuwde luchthaven van Zaventem voor een deel ook door particuliere maatschappijen zullen worden uitgevoerd. 1. Zal er meer dan één bewakingsrnaatschappij actief zijn op de luchthaven? 2. Wat is de taakverdeling tussen luchthavenpolitie, bewakingsmaatschappij, rijkswacht, enzovoort? 3. a) Wat zijn de motieven om toegangscontrole en fouillering niet uitsluitend aan wetsdienaars over te laten? b) Gaar het alleen om budgettaire oogmerken? 4. a) Hoeveel werknemers van private bewakingsmaatschappijen zullen in 1995 werkzaam zijn op de luchthaven? h) Welke uitgaven zullen daar naar schatting jaarlijks aan verbonden zijn? Question n? 1344 de M. De Man du 27 février 1995 Entreprises de gardiennage. - Aéroport de Zaventem. Il me revient que le contrôle aux accès ainsi que la fouille des bagages et des personnes à l'aéroport rénové de Zaventem seront confiés en partie à des sociétés privées. 1. y aura-t-il plusieurs entreprises de gardiennage opérant à l'aéroport de Zaventem? 2. Quelle sera la répartition des tâches entre la police de l'aéroport, l'entreprise de gardiennage, la gendarmerie, etc.?. 3. a) Quels motifs ont présidé à la décision de ne pas charger exclusivement la force publique du contrôle aux accès et des fouilles? b) S'agit-il de considérations exclusivement budgétaires? 4. a) Combien de personnes occupées par des entreprises de gardiennage privées travailleront à l'aéroport en 1995? b) A combien les dépenses qui en découleront annuellement se chiffrent-elles? 1991

18 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(Sa ) Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse en Ambtenarenzaken Zaken Vice-Premier Ministre et Ministre de l'intérieur et de la Fonction publique DO DO Vraag nr, 1042 van de heer Dehousse van 17 februari 1995 (Fr.): Gemeenten. - Burgemeester. - Benoeming, - Vertraging. Op 9 oktober 1994 vonden gemeenteraadsverkiezingen plaats met het oog op de samenstelling van nieuwe gemeenteraden tegen 1 januari Meer dan een maand later blijkt dar alle burgemeesters nog altijd niet zijn benoemd. 1. Welke gemeenten per gewest, per provincie en per arrondissement hebben nog geen burgemeester? 2. Wat is voor elk apart geval de specifieke oorzaak van het uitblijven van de benoeming? 3. Wat rechtvaardigr, gelet op het onderwerp van de dienaangaande gepubliceerde circulaire en de nietaanvaarde verklaringen van de PSC-voorzitter, de benoeming van de heer Thijs tot burgerneester van Jette? Question no 1042 de M. Dehousse du 17 février 1995 (Fr.) : Communes. - Bourgmestre. - Nomination. - Retard. Les élections communales ont eu lieu le 9 octobre dernier pour constituer les conseils communaux à partir du 1 er janvier Plus d'un mois après cette date, un certain nombre de bourgmestres n'ont toujours pas été nommés. 1. Quelles sont, par région, par province et par arrondissements les communes encore dépourvues de bourgmestre? 2. Quelles sont, dans chaque cas, les raisons du retard apporté à ces nominations? 3. D'autre part, compte tenu de l'objet de la circulaire publiée à ce sujet, et des déclarations rejetées du président du PSC, qu'est-ce qui justifie la nomination de M. Thijs en tant que bourgmestre de Jette? DO DO Vraag nr van de heer Perdieu van 20 februari 1995 (Fr.): Raad van het Brusselse hoofdstedelijk Gewest. - Verkiezingen. - Voordracht van de kandidaten. - Letterwoord. - Akte van instemming. Ingevolge artikel 31 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Raad van het Brusselse hoofdstedelijk Gewest wordt verkozen, mogen de kandidaten voor de verkiezing voor de raad in hun verklaring van bewilliging vragen dar aan hun lijst hetzelfde letterwoord en hetzelfde volgnummer wordt toegekend als die welke toegekend zijn aan de lijsten voorgedragen voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers. De voorzitter van het gewestbureau geeft uiterlijk op de zevenentwintigste dag voor de stemming, voor 15 uur, kennis van dergelijke aanvragen aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers. Deze voorzitter brengt op zijn beurt per telefax of per bode onverwijld de personen op de hoogte die in zijn kring kandidatenlijsten voor de verkiezing voor de Question n? 1043 de M. Perdieu du 20 février 1995 (Fr.) : Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale. - Elections. - Présentation de candidats. - Sigle. - Acte d'acquiescement. Suivant l'article 31 de la loi du 12 janvier 1989 réglant les modalités de l'élection du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale, les candidats à l'élection du conseil peuvent, dans la déclaration d'acceptation de leur candidature, demander l'attribution à leur liste du même sigle et du même numéro d'ordre que ceux conférés à des listes présentées pour l'élection de la Chambre des représentants. Le président du bureau régional informe, au plus tard le vingt-septième jour avant le scrutin, avant 15 heures, le président du bureau principal de la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde pour l'élection de la Chambre des représentants des demandes ainsi formulées. Ce président en avise sans délai à son tour, par télécopie ou par porteur, les déposants des listes des candidats pour l'élection de la Chambre des représentants

19 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Kamer van volksvertegenwoordigers hebben ingediend. Het verzoek kan alleen ingewilligd worden indien het de toestemming bekomt van ten minste twee van de eerste drie kandidaten die voorkomen op de lijst waarvan het letterwoord en het volgnummer worden gevraagd. De toestemming wordt uitgedrukt in een door de bedoelde kandidaten ondertekende verklaring die aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, op de zesentwintigste dag voor de stemming, tussen 13 en 16 uur, wordt overhandigd,. Uit hoofde van artikellis van het Kieswetboek moeren de voordrachten van kandidaten echter aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring en aan de voorzitter van het college-hoofdbureau ter hand gesteld worden op vrijdag, drieëntwintigste dag, tussen 14 en 16 uur, of op zaterdag, tweeëntwintigste dag voor de stemming, tussen 9 en 12 uur. De verklaring van instemming wordt dus ondertekend door de potentiële en niet door de officiële kandidaten. Zou het derhalve niet opportuun zijn om, naar her voorbeeld van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale.staatsstructuur, de drieënrwinrigste dag te vervangen door de achttiende en de tweeëntwintigste door de zeventiende dag voor de stemming? dans sa circonscription électorale. Pour être accueillie, la demande doit rencontrer l'acquiescement d'au moins deux des trois premiers candidats titulaires figurant sur la liste dont le sigle et le numéro d'ordre sont sollicités. Cet acquiescement est formulé dans une déclaration signée par ces candidats et remise au président du bureau de la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde pour l'élection de la Chambre des représentants, le vingt-sixième jour avant le scrutin, entre 13 et 16 heures. Or, suivant l'article 115 du Code électoral, les présentations de candidats doivent être déposées entre les mains du président du bureau principal de la circonscription électorale le vendredi vingt-troisième jour, de 14 à 16 heures ou le samedi, vingt-deuxième jour avant le scrutin de 9 à 12 heures. Dès lors, l'acte d'acquiescement sera signé par des candidats potentiels et non pas par des candidats officiels. Dès lors, ne serait-il pas opportun de remplacer, à l'instar de la loi du 16 juillet 1993 ordinaire visant à achever la structure fédérale de l'etat, le 23 e jour par le 18 e et le 22 e par le 17 e jour avant le scrutin? DO DO Vraag nr van de heer Perdieu van 21 februari 1995 (Fr.): Raad van het Brusselse hoofdstedelijk. Gewest. - Verkiezingen,- Voordracht van k.andidaten. - Letterwoord.- Hoofdbureau. Overeenkomstig artikel 31 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Raad van het Brusselse hoofdstedelijk Gewest wordt verkozen, mogen de kandidaten voor de verkiezing voor de raad in hun verklaring van bewilliging vragen dat aan hun lijst hetzelfde letterwoord en hetzelfde volgnummer wordt toegekend als die welke toegekend zijn aan de lijsten voorgedragen voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers. De voorzitter van het gewestbureau geeft uiterlijk op de zevenentwintigste dag voor de stemming, voor 15 uur, kennis van dergelijke aanvragen aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers. Deze voorzitter brengt op zijn beurt per telefax of per bode onverwijld de personen op de hoogte die in zijnkring kandidatenlijsten voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend hebben. Artikel 94 van het Kieswetboek bepaalt echter dat het hoofdbureau voor de verkiezing van de leden Question n? 1044 de M. Perdieu du 21 février 1995 (Fr.) : Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale. - Elections. - Présentation de candidats. - Sigle. - Bureau principal. Suivant l'article 31 de la loi du 12 janvier 1989 réglant les modalités de l'élection du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale, les candidats à l'élection du conseil peuvent, dans la déclaration d'acceptation de leur candidature, demander l'attribution à leur liste du même sigle et du même numéro d'ordre que ceux conférés à des listes présentées pour l'élection de la Chambre des représentants. Le président du bureau régional informe, au plus tard le vingt-septième jour avant le scrutin, avant 15 heures, le président du bureau principal de la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde pour l'élection de la Chambre des représentants des demandes ainsi formulées. Ce président en avise sans délai à son tour, par télécopie ou par porteur, les déposants des listes des candidats pour l'élection de la Chambre des représentants dans sa circonscription électorale. Or, suivant l'article 94 du Code électoral, le bureau principal pour l'élection des membres de la Chambre des représen-

20 15632 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Anrwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) van de Kamer van volksvertegenwoordigers ten minste twintig dagen voor die van de verkiezing moet zijn samengesteld. Het is dan ook waarschijnlijk dat aan genoemde informatie die de voorzitter van het gewestbureau aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle- Vilvoorde meedeelt, geen gevolg zal worden gegeven. Zou het dan ook niet wenselijk zijn om, naar analogie van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, de 27e dag door de 20e dag te vervangen? tants doit être constitué au moins 20 jours avant le scrutin. Dès lors, l'information transmise par le prêsident du bureau régional au président du bureau principal de la circonscription électorale de Bruxelles-Hal- Vilvorde risque de rester sans suite. Dès lors, ne serait-il pas opportun de remplacer, à l'instar de la loi du 16 juillet 1993 ordinaire visant à achever la structure fédérale de l'etat, le 27 c jour par le 20 e jour? Dû Dû Vraag nr van de heer Detienne van 21 februari 1995 (Fr.): Politiediensten. - Identiteitscontroles. - Confiscatie van documenten, - Vreemdelingen. Herhaaldelijk werd vastgesteld dat de gerneentepolitie bij identiteitscontroles steeds vaker documenten van asielzoekers confisqueert (bewijs van instelling van beroep, kopieën van beroepschriften bij de Raad van Srate, kopieën van ontvangstbewijzen van aangetekende zendingen, kopieën van bewijzen van betaling van honoraria aan hun advocaat). Niet alleen tasten die praktijken de privé-eigendorn van die mensen aan, ze kunnen ook manifeste gevolgen hebben voor de verdediging van hun legitierne rechten. 1. Zijn uw diensten op de hoogte van genoemde feiten? 2. a) Is er een wetsbepaling op grond waarvan de politie documenten zoals boven vermeld kan confisqueren? b) Zo ja, welke? c) Zo neen, wat doet men om herhaling van die feiten te voorkomen? Question n? 1045 de M. Detienne du 21 février 1995 (Fr.): Services de police. - Contrôles d'identité. - Confiscation de documents. - Etrangers. Il a été constaté à plusieurs reprises que lors des, contrôles d'identité, les polices communales procèdent de plus en plus fréquemment à la confiscation de documents appartenant à des demandeurs d'asile (attestation d'introduction d'un recours, copie des recours au, Conseil d'etat, copie de récipissés de recommandé, copie de reçus de paiement d'honoraires à leur avocat]. Outre que ces pratiques atteignent à la propriété privée: des personnes, elles peuvent avoir des conséquences. évidentes pour la défense de leurs dtoirs {é'b';:tù1\e~. 1. Vos services sont-ils informés des faits êvoqués? 2. a) Existe-t-il des bases légales qui autorisent Ja police à confisquer des documents tels que ceux mentionnés ci-dessus? b) Si oui, quelles sont-elles? c) Dans la négative, quels sont les moyens pris POUtr éviter que ces faits se reproduisent? DO Dû Vraag nr van de heer Thissen van 21 Iebruari 1995 (Fr.): Verkiezingen. - Raden. - Kandidaat-opuolgers. Artikel 117, tweede lid, van het Kieswetboek bepaalt dat er bij parlementsverkiezingen minstens drie kandidaat-opvolgers moeten zijn. Er mogen niet meer kandidaat-opvolgers zijn dan tweernaal het aantal kandidaat-titularissen, en niet meer dan zes. De wet van 16 juli 1993 voorziet in geen enkele bepaling ter zake voor de verkiezingen voor de Gewestraden, Question n? 1046 de M. Thissen du 21 février 1995 (Fr.) : Elections. - Conseils. - Candidats suppléants. L'article 117, alinéa 2, du Code électoral stipulle qu'à l'occasion des élections législatives, le nornbre dde candidats suppléants est au minimum de trois et aiu maximum du double du nombre de candidats effectifs limité à six. La loi du 16 juillet 1993 n'a prévu aucune disposition réglant ce sujet pour ce qui concerne les élections régionales.

21 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) -(l46)~ Questionset Réponses(SO ) Moet men daaruir afleiden dar de bepalingen van artikel 117, tweede lid, bij gebrek aan een precieze wettekst, ook van toepassing zijn op de verkiezingen voor de Gewestraden? 2. Kan men van die regel afwijken? 1. Faut-il en déduire que la règle de l'article 117, alinéa 2, est également applicable aux élections rêgionales à défaut de texte légistique précis? 2. Est-il possible de déroger à cette règle? DO DO Vraag nr van de heer Thissen van 21 februari 1995 (Fr.): Gebruik van de talen in bestuurszaken. - R VA. Artikel 8 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken bepaalt dat bepaalde gemeenten uit het arrondissement Verviers ter bescherming van hun minderheden met een speciale regeling worden begiftigd. Luidens die wet, worden de gemeenten opgesomd in artikel 8, 2 0, «gemeenten uit het Malrnedyse» genoemd. Artikel 33 verplicht «iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring uitsluitend gemeenten zonder speciale regeling uit het Nederlandse of het Franse taalgebied bestrijkt en waarvan de zerel in dar gebied gevestigd is, uitsluitend de taal van dar gebied te gebruiken», Krachtens het vierde lid van artikel 33, 1, stelt de gewestelijke dienst de akten die 'particulieren betreffen alsook de getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunt\lt\gen die aan de particulieren worden afgegeven, in de taal van zijn gebied. Iedere belanghebbende, die er de noodzaak van aantoont, kan echter de vertaling ervan bekomen onder de in artikel 13, 1, bepaalde voorwaarden. Artikel13, 1, bepaalt dar elke belanghebbende die er de noodzaak van aantoont, zich kosteloos een gewaarmerkte vertaling in het Nederlands, in het Frans of in her Duits, naargelang van het geval, kan laten uitreiken. De vertaling heeft waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift en wordt bij de gouverneur van de provincie Luik aangevraagd, indien het een vertaling in het Duits geldt. De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening is een instelling van openbaar nut die is samengesteld uit gewestelijke diensten waarvan de werkkring meer dan één gemeente bestrijkt, Wat het administratief arrondissement Verviers betreft, is de gewestelijke R VA-dienst bevoegd voor de inwoners van de Duitstalige Gemeenschap, van gemeenten uit net eentalige Franse taalgebied en van de gemeenten uit het Malmedyse. Bijgevolg betekent de gewestelijke RVA-dienst zijn beslissingen in het Frans aan de inwoners van de gemeenten uit het Malmedyse. Kan een inwoner van een gemeente uit het Malmedyse, voor wie de noodzaak om over een vertaling in het Duits te beschikken is aangetoond - omdat hij de Franse taalonvoldoende machtig is en bijgevolg de draagwijdte niet kan vatten van een betekening door de gewestelijke RVA-dienst waarvan de zetel in Ver- Question n? 1047 de M. Thissen du 21 février 1995 (Pr.) : Emploi des langues en matière administrative. - ONEmo L'article 8 des lois coordonnées sur l'emploi des langues en matière administrative dispose que certaines communes de l'arrondissement de Verviers sont dotées d'un régime linguistique spécial en vue de la protection de leurs minorités. Les communes reprises à l'article 8, 2 0, sont au sens de la loi, dénommées «communes' malmédiennes». L'article 33 impose à tout service régional dont l'activité s'étend exclusivement à des communes sans régime linguistique spécial et dont le siège est établi dans une circonscription unilingue française ou néerlandaise, l'emploi exclusif de la langue de la circonscription. En vertu du quatrième alinéa de l'article 33, 1 er, le service régional rédige dans la langue de sa région, les actes qui concernent les particuliers ainsi que les certificats, déclarations et autorisations qu'il délivre aux particuliers. Cependant, tout intéressé qui en établit la nécessité, peut s'en faire délivrer la traduction aux conditions prévues à l'article 13, 1 er L'article 13, 1 er, dispose que tout intéressé qui en établit la nécessité peut se faire délivrer gratuitement la traduction certifiée exacte en français, en néerlandais ou en allemand de l'acte administratif, selon le cas. Cette traduction vaut expédition ou copie conforme et est sollicitée auprès du gouverneur de la province de Liège, s'il s'agit d'une traduction en langue allemande. L'Office national de l'emploi est un organisme d'intérêt public composé de services régionaux dont l'activité s'étend à plus d'une commune. En ce qui concerne l'arrondissement administratif de Verviers, le service régional de l'onem s'étend à la fois aux ressortissants de la communauté germanophone, de communes au régime linguistique unilingue français et des communes malmédiennes. Le service régional de l'onem notifie par conséquent ses décisions en langue française aux ressortissants des communes malmédiennes. Un habitant d'une commune malmédienne, dont la nécessité d'une communication en langue allemande est établie, n'ayant pas une maîtrise suffisante de la langue française et ne pouvant ainsi mesurer la portée d'une notification du service régional de l'onem dont le siège est établi à Verviers, peut-il solliciter une

22 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (CZ ) Questions et Réponses(SO ) viers is gevestigd -, bij de gouverneur van de provincie Luik een vertaling van het stuk in het Duits aanvragen? traduction de l'acte en langue allemande auprès du gouverneur de la province de Liège? Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Justitie Justice DO Vraag nr, 848 van de heer De Man van 21 februari 1995 Criminaliteit, - Vervolgingen. - Brussel. - Ziekenhuis. Bij een bloedige «raid» op het Brusselse Brugmannziekenhuis (11 februari 1995) werden volgens de pers een brandweerman en een ziekendrager gewond. Tevens werd heel wat materiële schade aangericht. De politiediensten hebben naderhand enkele bendeleden opgepakt. Bendeleden achtervolgden met messen en hamers een gewonde in het ziekenhuis. l. a) Hoeveel amokmakers werden opgepakt? b) Hadden ze al een strafregister? 2. Wat is hun nationaliteir? 3. Welke wapens werden in beslag genomen? 4. Hoeveel mensen werden in het ziekenhuis gewond? Wat is de ernst van hun verwondingen? 5. Welke schade werd in het ziekenhuis aangericht? 6. Welke betichtingen overweegt het parket? 7. Zijn de arnokrnakers momenteel op vrije voeten? DO Question no 848 de M. De Man du 21 février 1995 Criminalité. - Poursuites. - Bruxelles. - Hôpital. Selon la presse, un pompier et un brancardier auraient été blessés lors du «raid» sanglant lancé le 11 février dernier contre l'hôpital bruxellqi~ Brugmann. Les dégâts matériels sont également très importants. Les services de police sont finalement parvenus à arrêter des membres de la bande, cui, armés de couteaux et de marteaux, avaient poursuivi un blessé jusque dans les bâtiments de l'hôpital. 1. a) Combien de fauteurs de troubles ont été arrêtés? b) Avaient-ils déjà un casier judiciaire? 2. Quelle est leur nationalité? 3. Quelles armes ont été saisies? 4. Combien de personnes ont été blessées à l'hôpital? Quelle est la gravité de leurs blessures? 5. Quels dégâts ont été commis à l'intérieur de l'hôpital? 6. Quelles inculpations le parquet envisage-t-il de lancer? 7. Les fauteurs de troubles ont-ils été remis en liberté? DO Vraag nr, 849 van de heer Coveliers van 22 februari 1995 Vzw. - Leden. - Nationaliteitsuooru/aarde, De vzw-wet van 27 juni 1921, bepaalt dat drie vijfde van de leden de Belgische nationaliteit moet bezitten. DO Question n? 849 de M. Coveliers du 22 février 1995 Asbl. - Membres. - Conditions de nationalité. La loi du 27 juin 1921 sur les asbl précise que les trois cinquièmes des membres doivent être de nationa-

23 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) De berekening dient te geschieden op het toraal van de stichtende leden. 1. Is die bepaling op dit ogenblik niet strijdig met de gelijke behandeling van de onderdanen van de Europese Unie? 2. Zo ja, bereidt u een voorstel tot aanpassing van de wet voor? lité belge. Le calcul s'effectue sur la base du nombre total de membres fondateurs. 1. Cette disposition n'est-elle pas contraire au principe de l'égalité de traitement de tous les ressortissants de l'union européenne? 2. Dans l'affirmative, préparez-vous une propositian de modification de la loi? Minister van Financiën Ministre des Finances DO DO Vraag nr van de heer Gehlen van 17 februari 1995 (Fr.): BTW. - Vrijstellingen. - Maakloonwerk. - Herstellingswerk. Bij administratieve beslissing nr. ET van 19 rnei 1993 stond de BTW-administratie een afwijking toe op de definitie van «maakloonwerk., zodat herstellingen, bewerkingen, verwerkingen of aanpassingen... uitgevoerd aan roerende zaken die toebehoren aan in' andere lidstaten van de Europese Unie gevestigde belastingplichtigen, het voordeel van de regeling van het maakloonwerk konden genieten en, mits een welbepaalde procedure werd toegepast, werden gelijkgesteld met een intracommunautaire levering, zonder toepassing van de Belgische BTW. Het koninklijk besluit van 7 maart 1994, dat op 1 januari 1994 in werking trad, wijzigde artikel41, 1, van het BTW-wetboek. Het nieuwe artikel41, 1,8 0, bepaalt dat van de belasting zijn vrijgesteld wanneer ze worden verstrekt aan een in een andere lidstaat voor de belasting over de toegevoegde waarde geïdentificeerde belastingplichtige die zou kunnen genieten, overeenkomstig artikel76, 2, van de teruggaaf van de belasting die verschuldigd zou zijn indien deze diensten waren belast: a) de expertises met betrekking tot roerende lichamelijke zaken; b) de werkzaamheden die betrekking hebben op roerende lichamelijke zaken. Een adrninistratieve beslissing nr, ET preciseerde onlangs de toepassing van die vrijstelling. Zij bepaalt dat die vrijstelling onder meer wordt beperkt door de toepassing van artikel 45, 2, lid 1, van het BTW-wetboek, met betrekking tot de herstellingen van voertuigen bestemd voor personenvervoer: vrijstelling van de belasting naar rato van 50 % van het gefactureerde bedrag en toepassing van de Belgische BTW op de resterende 50 %, wat overeenstemt met het BTW-gedeelte dar een belastingplichtige in België voor gelijkaardige operaties niet kan aftrekken. Die beperking van de in artikel 46, 1, 8 0, bepaalde vrijstelling heeft tot gevolg dat onze garagehouders - en vooral die in de grensstreken - veel klanten verliezen. Question n? 1426 de M. Gehlen du 17 février 1995 (Pr.) : TVA. - Exemptions. - Travail à façon. - Travail de réparation. Par décision administrative no ET du 19 mai 1993, l'administration de la TVA apportait une tolérance à la définition de «travail à façon», de sorte que des réparations, transformations, adaptations... effectuées à des biens meubles appartenant à des assujettis établis dans d'autres Etats membres de l'union européenne, pouvaient profiter du régime des travaux à façon, c'est-à-dire qu'ils étaient assimilés, moyennant une procédure bien déterminée, à une livraison intracommunautaire, sans application de la TVA belge. Par arrêté royal du 7 mars 1994, avec entrée en vigueur le 1 er janvier 1994, l'article 41, 1 er, du Code de la TVA a été modifié. L'article 41, 1 er, 8 0, nouveau stipule que sont exemptés de la taxe, lorsqu'ils sont fournis à un assujetti qui est identifié à la TVA dans un autre Etat membre et qui pourrait, conformément à l'article 76, 2, bénéficier de la restitution de la taxe qui serait due si ces prestations étaient taxées: a) les expertises de biens meubles corporels; b) les travaux portant sur les biens meubles corporels. Une décision administrative n'' ET vient de préciser l'application de cette exemption. Elle stipule que cette exemption est limitée, entre autre, par l'application de l'article 45, 2, alinéa 1 er, du code de la TVA, en ce qui concerne les réparations de véhicules destinés aux transports de personnes: exemption de la taxe à raison de 50 % du montant facturé et application de la TVA belge sur les 50 % restants, ce qui correspond à la part de TV A non déductible par un assujetti en Belgique pour des opérations similaires. Une telle limitation de l'exemption prévue à l'article 46, ter, 8, signifie une perte considérable de clientèle pour nos garagistes, et surtout pour ceux installés en régions frontalières.

24 15636 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) Blijft de oorspronkelijke beslissing om een herstellingswerk gelijk te stellen met een maakloonwerk, zoals bepaald in de beslissing ET van 19 mei 1993, nog altijd van toepassing? La décision initiale d'assimilation d'un travail de réparation à un travail à façon, tel que prévu dans la décision ET du 19 mai 1993, reste-t-elle toujours d'application? DO Vraag nr, 1427 van de heer de Clippele van 20 februari 1995 (Fr.): Inkomstenbelastingen. - Roerende voorheffing. - Aanslagvoet. - Ter beurze genoteerde aandelen. - KMO's.. Artikel269, tweede lid, 2 0, van het WIB 1992 (gewijzigd bij artikel 20 van de wet van 30 maart 1994) bepaalt dat de aanslagvoet van de roerende voorheffing vastgesteld is op 13 % voor dividenden van in 10 vermelde aandelen die genoteerd zijn op een beurs voor roerende waàrden... Een aantal bedrijfsleiders van KMO's merkte op dat dat artikel 20 vooral de KMO's benadeelt, wat in strijd is met -de politiek die tal van beleidmakers (althans met de mond) belijden. Kan het al dan niet ter beurze genoteerd zijn als rechtvaardiging gelden voor een bepaling waarin kennelijk met twee maten wordt gemeten? En dient men niet, precies om zo groot te worden dat men op de beurs geïntroduceerd kan worden, nieuwe aandeelhouders aan te moedigen om vers kapitaal in te brengen? DO Question n? 1427 de M. de Clippele du 20 février 1995 (Fr.) : Impôts sur les revenus. - Précompte mobilier. Taux. - Actions cotées en bourse. - PME. L'article 269, deuxième alinéa, 2 0, du CIR 1992 (remplacé par l'article 20 de la loi du 30 mars 1994) dispose que le taux du précompte mobilier est fixé à 13 % pour les dividendes d'actions ou parts visées au 1 0 cotées à une bourse de valeurs mobilières... Plusieurs dirigeants de PME font remarquer que l'article 20 porte préjudice principalement aux PME, ce qui est contraire à la politique exprimée par de nombreux responsables. Le fait d'être côté en bourse ou pas peut-il justifier deux poids et deux mesures? Et pour atteindre la taille permettant leur cotation boursière, ne faut-il pas, au contraire, encourager les actionnaires actuels, afin qu'ils apportent, dans le futur, des capitaux nouveaux? DO Vraag nr van de heer Ghesquière van 20 februari 1995 Domeinen, - Oostende. - Kursaal. - Beuoegdheid, In 1994 koos een internationale jury 4 projecten voor een nieuw te bouwen Kursaal te Oostende. Ten gevolge van onder meer ernstige stedebouwkundige bezwaren maakte het stadsbestuur geen keuze en moet er een nieuwe opdracht gegeven worden. Een probleem dat evenwel onvoldoende ter sprake is gekomen, is het verbod om het Kursaal of een gedeelte ervan aan privé-eigenaars te verkopen op straffe van een boete. Ik verwijs hier naar de conventie tussen de stad, vertegenwoordigd door burgemeester Van Iseghem en de Staat, vertegenwoordigd door minister van Financiën Malou, gesloten in augustus Hierin. werden de voorwaarden vasrgelegd, waaronder de Staat het terrein voor de bouw van het Kursaal aan de stad overdroeg (zie bijlagen bij «Documents parlementaires" n? 235, ). Artikel8 van deze conventie geeft de Staat het recht op een schadevergoeding in geval van vervreemding of het geven van een andere bestemming (hotelruimte, winkelgalerijen, enz.). DO Question n? 1428 de M. Ghesquière du 20 février 1995 Domaines. - Ostende. - Kursaal. - Compétence. En 1994, un jury international a sélectionné 4 projets dans le cadre de la construction d'un nouveau «Kursaa]» à Ostende. L'administration communale n'a finalement retenu aucun des 4 projets en raison d'objections d'ordre urbanistique. Une nouvelle procédure devra donc être entamée. Un autre problème n'a cependant pas retenu suffisamment l'attention. Le Kursaal ou une partie de celui-ci ne peut en effet pas, sous peine d'amende, être vendu à des propriétaires privés. Je me réfère ici à la convention passée en août 1872 entre la ville, représentée par le bourgmestre Van Iseghem, et l'etat, représenté par le ministre des Finances Malou. Cette convention fixe les conditions auxquelles l'etat cède à la ville les terrains destinés à la construction du Kursaal (voir les annexes aux Documents parlementaires, no 235, ). L'article 8 de cette convention réserve à l'etat le droit de réclamer des dommages-intérêts en cas d'aliénation ou de changement d'affectation (hôtel, galerie commerciale, etc.).

25 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) Behoort dergelijke betwisting tot de federale of de Vlaamse bevoegdheden? Un tel litige relève-t-il de la compétence des autorités fédérales ou des autorités flamandes? DO Vraag nr van de heer Olaerts van 20 februari 1995 Departement. - Personeel. - Beroepsuerplaatsingen. - Aansprahelijkheid. Er zijn ambtenaren van Financiën die gebruik maken van hun eigen wagen om hun werk uit te voeren. 1. Is dienaangaande de burgerlijke aansprakelijkheid tot het beroepsgebruik uitgebreid, en zo ja, wat is de regeling precies? 2. Is tijdens het beroepsgebruik hun stoffelijke schade gedekt door een omnium, en zo ja, wat is de regeling precies? DO Question n'' 1429 de M. Olaerts du 20 février 199,5 Département. - Personnel. - Déplacements professionnels. - Responsabilité. Certains fonctionnaires du département des Finances utilisent leur voiture personnelle dans le cadre de l'exécution de leurs missions. 1. L'assurance en responsabilité civile est-elle dans ce cas étendue à l'usage professionnel? Dans l'affirmative, quelle est la réglementation dans ce domaine? 2. Les dégâts matériels survenant dans le cadre de l'usage professionnel sont-ils couverts par une assurance «omnium»? Dans l'affirmative, quelle est la réglementation dans ce domaine? DO Vraag nr, 1430 van de heer Taylor van 20 februari 1995 Inkomstenbelastingen. - Onroerende voorheffing. - Vrijstellingen. - Vlaamse Gewest. - Bejaardenvoorzieningen. Ingevolge de prograrnrnadècreten van de Vlaamse Raad van 25 juni 1992 (artikelen 103 en 104) en 22 december 1993 (artikel 90), respectievelijk gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van Il juli 1992 en 29 decernber 1993, zijn de bejaardenvoorzieningen die geen winstoogmerk nastreven - wat het Vlaamse Gewest betreft - met ingang van 1 januari 1991 vrijgesteld van onroerende voorheffing. Niettegenstaande die duidelijke wettelijke bepalingen, verzendt de Administratie van de directe belastingen in ral van gevallen nog steeds aanslagbiljetten en betalingsbevelen aan voornoemde instellingen. Bovendien doen de gewesrelijke directies veelal geen uitspraak aangaande de tegen die aanslagen ingediende bezwaarschriften. Welke maatregelen neemt u om paal en perk te stellen aan die verwarrende toestand? DO Question no 1430 de M. Taylor du 20 février 1995 Impôts sur les revenus. - Précompte immobilier. - Exonérations. - Région flamande. - Structures pour personnes âgées. En vertu des décrets-programme du Vlaamse Raad du 25 juin 1992 (articles 103 et 104) et du 22 décembre 1993 (article 90), publiés respectivement au Moniteur belge du 11 juillet 1992 et du 29 décembre 1993, les structures pour personnes âgées ne poursuivant aucun but de lucre sont - pour ce qui concerne la Région flamande - exonérées de précompte immobilier à partir du 1 er janvier Malgré ces dispositions légales tout à fait claires, l'administration des contributions directes envoie encore régulièrement aux institutions concernées des avertissements-extraits de rôle et des ordres de paiement. En outre, les directions régionales omettent généralemerit de se prononcer sur les réclamations introduites contre ces impositions. Quelles mesures prendrez-vous pour mettre un terme à la confusion qui règne à ce niveau? DO Vraag nr, 1431 van de heer Duquesne van 20 februari 1995 (Fr.): Grensarbeiders. - Frankrijk. - Fiscale discriminatie. Ik heb de rninisters van Financiën en van Sociale Zaken regelmatig geïnterpelleerd over de fiscale discri- DO Question n? 1431 de M. Duquesne du 20 février 1995 (Fr.) : Travailleurs frontaliers. - France. - Discriminations fiscales. J'ai régulièrement interpellé les ministres des Finances et des Affaires sociales au sujet des discriminations 1992

26 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) minatie waarvan de Belgische grensarbeiders die in Frankrijk werken, het slachtoffer zijn. De minister van Financien antwoordde steevast dat een fiscale oplossing in de vorm van een belastingvermindering ongrondwettig zou zijn. Daarover onlangs geïnterpelleerd door de voorzitter van de Kamer, antwoordde de minister van Sociale Zaken daarentegen dar ze de ministerraad een aantaloplossingen zou voorstellen, onder meer een belastingverlaging of belastingkrediet evenals een compensatiefonds dat gedeeltelijk door de Staat en gedeeltelijk door de solidarireitsbijdrage zou worden gefinancierd, Kan u, gelet op die kennelijk uireenlopende antwoorden, de zaken op een rijtje zetten en duidelijk aangeven wat de Belgische grensarbeiders die in Frankrijk werken, mogen verwachten? fiscales dont sont victimes les travailleurs frontaliers belgo-français. Le ministre des Finances m'a toujours répondu qu'une solution fiscale consistant en un abattement fiscal était anticonstitutionnelle. Or, à une récente interpellation du président de la Chambre, la ministre des Affaires sociales a répondu qu'elle proposerait des solutions au conseil des ministres et notamment un abattement fiscal ou crédit à l'impôt, ainsi que la création d'un fonds de compensation financé pour partie par l'etat et pour partie par la cotisation de solidarité. Vu ces apparentes divergences, pouvez-vous faire le point et préciser exactement à quoi peuvent s'attendre les travailleurs frontaliers belgo-français? DO Vraag nr van mevrouw 1995 Raad uoor de mededinging. Dillen van 20 februari De raad voor de mededinging, een administratief rechtscollege, is bevoegd om betwistingen betreffende mededingingspraktijken te beslechten. 1. De raad voor de mededinging houdt zich bezig met dossiers in verband met praktijken die de mededinging beperken. a) Hoeveel dossiers werden er in 1992, 1993 en 1994 ingediend? b) Hoeveel Vlaamse en Waalse dossiers waren er in die jaren? c) Hoeveel dossiers leidden tot: een beslissing; een voorstel; een advies? 2. De raad kan ook concentraties tussen ondernemingen controleren, Wat zijn de antwoorden op de vragen onder punt 1 voor die activiteit? 3. Wat is het jaarlijks budget waarmee de raad dienr te werken? DO Question na 1433 de Mme Dillen du 20 février 1995 Conseil de la concurrence. Le conseil de la concurrence - une juridiction administrative - est habilité à connaître des litiges relatifs aux pratiques en matière de concurrence. 1. Le conseil de la concurrence s'occupe de dossiers relatifs à des pratiques restreignant la concurrence. a) Combien de dossiers ont été introduits en 1992, 1993 et 1994? b) Combien de dossiers avaient respectivement trait à la Flandre et à la Wallonie pour ces années? c) Combien de dossiers ont donné lieu à: une décision; une proposition; un avis? 2. Le conseil a également la compétence de contrôler les concentrations d'entreprises. Pourriez-vous fournir, pour cette activité, les mêmes données que celles demandées au point 1? 3. Quel est le budget annuel prévu pour le fonctionnement du conseil? DO Vraag nr van de heer Beysen van 21 februari 1995 BTW. - Diensten. - Terbeschikkingstelling van stalling voor rijtuigen. In antwoord op een interpellatie van de heer Vermeiren betreffende het instellen van een BTW-heffing DO Question na 1435 de M. Beysen du 21 février 1995 TV A. - Prestation de services. - Mise à disposition d'emplacements pour véhicules. En réponse à une interpellation de M. Vermeiren sur l'instauration d'une TVA sur la location de gara-

27 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Anrwoorden (GZ ) Chambredes Représentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) bij de verhuring van garages (plenaire vergadering Senaat, 9 februari 1995) bevestigde u dat het verhuren van garages niet aan BTW moet onderworpen worden, a) als zij nauw verbonden is met een van BTW vrijgestelde verhuur van een ander onroerend goed dat voor een ander gebruik bestemd is (bijvoorbeeld de verhuur van een garage, samen met een appartement) b) als de eigenaar kan opteren voor de bijzondere regeling voor een kleine onderneming (dit wil zeggen een huuropbrengst van minder dan frank). De overige gevallen zouden, volgens u, weinig talrijk zijn. 1. Hoe verzamelt de BTW-administratie de gegevens omtrent de eigenaars en exploitanten van autostaanplaatsen en -boxen? Gebeurt dit via het kadaster? 2. De nieuwe BTW-regeling wordt effectief toegepast met ingang van 1 oktober Beschikken de controlediensten nu alover alle gegevens om de controle op de toepassing van deze BTW-maatregel daadwerkeliik door te voeren? 3. a) Waarop baseert de BTW-administratie zich om u te laten verklaren dat de «overige gevallen» weinig talrijk zouden zijn? Zijn die gegevens reeds beschikbaar? b) Zo ja, hoeveel eigenaars van garages (procentueel uitgedrukt) vallen onder de BTW-plicht? c) Hoeveel hebben een vrijstelling gekregen als kleine onderneming? ges (séance plénière du Sénat du 9 février 1995), vous avez confirmé que la TVA sur la location de garages n'est pas exigible a) lorsqu'elle est étroitement liée à la location, exonérée de TVA, d'un autre bien immobilier destiné à un autre usage (par exemple, un garage loué en même temps qu'un appartement) et b) lorsque le propriétaire peut prétendre au régime spécial applicable aux petites entreprises (avec dans ce cas un revenu locatif inférieur à francs). Selon vous, les autres cas seraient peu nombreux. 1. Comment l'administration de la TVA recueillet-elle les informations relatives aux propriétaires et exploitants de garages? Se fonde-t-elle sur les données cadastrales? 2. Cette nouvelle mesure en matière de TV A est effectivement d'application depuis le 1er octobre Les services de contrôle disposent-ils déjà de toutes les données leur permettant d'exercer un contrôle réel sur l'application de la mesure? 3. a) Sur quoi l'administration de la TVA se base-t-elle pour vous permettre d'affirmer que les autres cas seraient peu nombreux? Les données sont-elles déjà disponibles? b) Dans l'affirmative, combien de propriétaires de garages (en pourcentage du nombre total) sont assujettis à la TVA? c) Combien de propriétaires ont obtenu une exonération en vertu du régime applicable aux petites entreprises? DO DO Vraag nr van de heer Cortois van 21 februari 1995 BTW. ~ Accijnzen. - Alcoholvrije dranken. - EU. Inzake BTW-tarieven, accijnzen en andere indirecte belastingen op alcoholvrije dranken zijn er tussen de Ell-lidsraten grote verschillen waar te nemen. In vergelijking met de tarieven in de ons direct omringende landen steekt het huidige Belgische BTW-tarief van 20,5 % schril af met die van Luxemburg (3 %), Frankrijk (5,5 %), Nederland (6 %) of Duitsland (15 %). Rekening houdende met de hoge accijnsheffing en in geval van effectieve toepassing van de milieutaksen zal in ons land, bij wijze van voorbeeld, anderhalve liter limonade in een niet-herbruikbare fles, bijna 3 keer meer kosten dan bijvoorbeeld in Frankrijk. Een dergelijk groot prijsverschil ten opzichte van de ons omringende landen verzwakt de concurrentiepositie van de Belgische producenten. Door het wegvallen van de douanecontrole aan de binnengrenzen van de Question n? 1436 de M. Cortois du 21 février 1995 TVA. - Accises. - Boissons non alcoolisées. - UE. Il existe de grandes disparités entre les pays de l'ue en matière de taux de TVA, d'accises et d'autres impôts indirects sur les boissons non alcoolisées. En comparaison avec les taux pratiqués par les pays voisins, l'actuel taux de TVA de 20,5 % contraste fortement avec ceux appliqués au Luxembourg (3 %), en France (5,5 %), aux Pays-Bas (6 %) ou en Allemagne (15 %). Compte tenu des accises élevées et en cas d'application effective des ècotaxes, un litre et demi de limonade en bouteille non réutilisable coûtera presque 3 fois plus cher en Belgique qu'en France, par exemple. Une différence de prix aussi importante par rapport aux pays voisins affaiblit la compétitivité des producteurs belges. La suppression du contrôle douanier à l'intérieur de l'union européenne a non seulement

28 15640 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Anrwoorden (CZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) Europese Unie is er niet alleen, wat deze alcoholvrije dranken betreft, een parallelle markt ontstaan, maar is ook de «border-shopping» toegenomen. 1. a) Werden al stappen gedaan om tot een eenvormig BTW-stelsel binnen de EU te komen? b) Zo ja, welk standpunt heeft de Belgische regering daarover ingenomen? 2. Zal, door de uitgevaardigde EU-richtlijnen, het BTW-tarief voor alcoholvrije dranken worden geharmoniseerd? 3. Is het niet verantwoord, gelet op de talriike maatregelen tegen het alcoholisrne (verkeersveiligheidscarnpagnes, verstrenging van de wet op het rijden onder invloed) dat de accijnsrechten verlaagd, of afgeschaft worden? 4. \Velke maatregelen neemt de regering am: a) de structurele handicaps voor die sector weg te werken; b) de parallelle markt, die concurrentievervalsend werkt en de Staat miljoenen franken aan accijnzen en BTW kost, aan te pakken? 5. In antwoord op een eerder gestelde vraag stelde u dar door het wegvallen van de EU-binnengrenzen specifieke diensten, verantwoordelijk voor alle accijnsprodukten, werden opgericht om de produktie en handel in accijnsgoederen te controleren (vraag nr van mevrouw Nelis-Van Liedekerke van 3 okrober 1994, Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 128 van 14 november 1994, blz ). a) Wordt die controle eveneens uitgevoerd op alcoholvrije dranken? b) Zo ja, welke vaststellingen werden gedaan? donné naissance à un marché parallèle pour ces boissons non alcoolisées mais également favorisé les achats transfrontaliers, 1. a) A-t-on déjà fait des démarches pour aboutir à une TVA uniforme au sein de l'ue? b) Dans l'affirmative, quelle position le gouvernement belge a-t-il adoptée à cet égard? 2. Les directives prises par l'ue harmoniseront-elles les taux de TVA pour les boissons non alcoolisées? 3. Eu égard aux nombreuses mesures visant à lutter contre l'alcoolisme (campagnes de sécurité routière, renforcement de la législation en matière de conduite d'un véhicule sous l'influence d'alcool), la réduction ou la suppression des droits d'accises ne se justifiet-elle pas? 4. Quelles mesures le gouvernement prend-il pour: a) éliminer les obstacles structurels pour ce secteur; b) se pencher sur le problème du marché parallèle qui fausse la concurrence et représente une pette de plusieurs millions en droits d'accises et de TVA? 5. Vous avez répondu à une question antérieure qu'à la suite de la suppression des frontières intérieures de l'ue, on avait créé des services spécifiques responsables de tous les produits assujettis aux accises et chargés du contrôle de la production et du commerce de ces produits (question no 1196 de Mme N elis-van Liedekerke du 3 octobre 1994, Questions et Réponses, Chambre, , na 128 du 14 novembre 1994, p ). a) Ce' contrôle est-il également exercé sur les boissons non alcoolisées? b) Dans l'affirmative, quels faits a-t-on pu constater? DO Vraag nr, 1437 van de heer Daems 1995 van 21 februari Inkomstenbelastingen. - lnuordering. - Belastingschuldigen, - Feitelijke scheiding, Krachtens artikel 128, eerste lid, 2 0, WIE 1992, worden voor de berekening van de belasting, gehuwde personen nier als echtgenoten maar als alleenstaanden aangemerkt vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding heeft plaatsgevonden, voor zover die scheiding in het belastbare tijdperk niet ongedaan is gemaakt. De adrninistratie is echter van mening dat de afzonderliike inkohiering bij feitelijke scheiding geen invloed heeft op de verhaalrechten van de fiscus. Zij stelt dan ook dat artikel 394 WIB 1992 onverminderd DO Question n? 1437 de M. Daerns du 11 février 1995 Impôts sur les revenus. - Recouvrement. - Redevables de l'impôt. - Séparation de fait. L'article 128, premier alinéa, 2, du CIR 1992 précise que pour le calcul de l'impôt, les personnes mariées sont considérées non comme des conjoints mais comme des isolés à partir de l'année qui suit celle au cours de laquelle une séparation de fait est intervenue, pour autant que cette séparation soit effective durant toute la période imposable. L'administration estime toutefois que l'enrôlement distinct en cas de séparation de fait n'a aucune incidence sur les droits en matière de recouvrement du fisc. Elle considère dès

29 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) Chambredes Représentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) van toepassing blijft in geval van feitelijke scheiding, zodat de belasting volledig kan worden vervolgd op alle eigen en gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten. Het hoeft geen betoog dat deze interpretatie tot onaanvaardbare situaties kan leiden wanneer een echtgenoot opzettelijk zijn fiscale verplichtingen verwaarloost of zich schuldig maakt aan misdrijven van farnilieverlating en bedrieglijk onvermogen. Bovendien bestaat over de zienswijze van de administratie geen eensgezindheid in de rechtsleer. Volgens een aantal auteurs dienen de artikelen 393 en 394 immers in onderlinge samenhang te worden gelezen. Het gebruik van een gelijkluidende terminologie in beide artikelen, namelijk «het gedeelte van de belasting dat verband houdt met de onderscheiden inkomsten van de echrgenoten» zou erop wijzen dar artikel 394, slechts van toepassing is voor zover de inkohiering gebeurd is op naam van beide echtgenoten. Volgens Van Haegeborgh (noot onder Antwerpen, 25 maart 1992, R.W., ) vindt deze opvatting ook sreun in de parlementaire voorbereiding. De memorie van toelichting (Cedr. St., Kamer, , nr. 716/1, blz.7) stelt: «Artikel 295, 1, WIB verduidelijkt in welke mate de in artikel 294 WIB bedoelde belastinggedeelten ten laste van de echtgenoren kunnen ingevorderd worden.» Het rapport van de commissie voor de Financiën (Gedr.St., Kamer, , nr, 716/8, blz. 56) stelt: «Artikel295 van het ontwerp voorziet, wat de echtgenoten betreft, in een bijzonder stelsel waarop de ontvanger der belastingen zich slechtszal kunnen beroepen, wanneer de invordering, op basis van het gemeen recht, van het gedeelte van de belasting dat ieder der echtgenoten toekomt overeenkomstig artikel 294, het hem niet mogelijk maakte de totaliteit van de belasting te innen.» Van Haegeborgh beweert dan ook dat indien men aanvaardt dat artikel 394 niet van toepassing is bij feitelijke scheiding en dat de inkomstenbelasting als een onvolkomen gemeenschapsschuld dient te worden gekwalificeerd, het eigen vermogen van de niet in het kohier opgenomen echrgenoot gevrijwaard blijft. Deelt u die zienswijze? lors que l'article 394 du CIR 1992 reste intégralement d'application en cas de séparation de fait, de telle sorte que l'impôt peut être entièrement recouvré sur tous les biens propres et sur les biens communs des deux conjoints. Il est évident que cette interprétation peut conduire à des situations inacceptables lorsqu'un conjoint néglige volontairement ses obligations fiscales ou se rend coupable d'abandon de famille et d'insolvabilité frauduleuse. Il n'y a en outre pas unanimité au niveau de la doctrine en ce qui concerne cette interprétation de l'administration. Certains auteurs estiment en effet que les articles 393 et 394 doivent faire l'objet d'une lecture conjointe. L'utilisation d'une terminologie similaire dans les deux articles (la quotité de l'impôt afférente aux revenus respectifs des conjoints) indiquerait que l'article 394 ne s'applique que dans la mesure où l'enrôlement s'est effectué au nom des deux conjoints. Selon Van Haegeborgh (note sous Anvers, 25 mars 1992, R. W., ), cette conception trouve également un soutien dans les travaux parlementaires préparatoires aux dispositions légales en question. L'exposé des motifs du projet de loi de redressement relatif aux. dispositions fiscales et financières précise notamment ce qui suit : «L'article 295, 1 er (nouveau), CIR, précise dans quelle mesure les quotités de l'impôt visés à l'article 294 pourront être recouvrées à charge des conjoints» (Doc. parl., Chambre, , n? 716/1, p.7). Le rapport de la commission des Finances concernant le projet de loi en question précise ce qui suit: «L'article 295 du projet prévoit, en ce qui concerne les conjoints, un régime particulier auquel le receveur des contributions n'aura recours que dans le cas où le recouvrement, sur la base du droit commun, de la quotité d'impôt qui incombe à chacun de ces conjoints conformément à l'article 294, ne lui aura pas permis de recouvrer la totalité de la cotisation» (Doc. parl., Chambre, , n'' 71618, p. 56). Van Haegeborgh estime dès lors que si on admet que l'article 394 n'est pas d'application en cas de séparation de fait et que l'impôt sur le revenu doit être considéré comme une dette commune imparfaite, les ressources propres du conjoint non repris au rôle sont préservées. Partagez-vous cette interprétation? DO Vraag nr, 1438 van de heer Wymeersch van 21 februari 1995 Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. - Verkeersbelasting. - Aanslag. - T aalgebruik. Onlangs werden in Sint-Niklaas, aanslagbiljerren verstuurd met betrekking tot de verkeersbelasting die ééntalig in het Frans opgesteld waren. DO Question n? 1438 de M. Wymeersch du 21 février 1995 Taxes assimilées aux impôts sur les revenus. - Taxe de circulation. - Taxation. - Emploi des langues. Il ya peu, des avertissements-extraits de rôle relatifs à la taxe de circulation rédigés exclusivement en français ont été envoyés à Saint-Nicolas.

30 BelgischeKarnervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) 1. Bent u hiervan op de hoogte? 2. Wie is hiervoor verantwoordelijk? 3. Stemt dit overeen met de regels van de taalwetgeving? 4. Sommige correspondenten zijn enkel her Nederlands rnachtig. Kunnen zij wachten tot een juist aanslagbiljet toegestuurd? wordt 5. Zal een correct aanslagbiljet alsnog worden opgestuurd? 6. Welke maatregelen heeft u genomen om dit in de toekomst te vermijden? 7. Welke maatregelen heeft u genomen ten aanzien van de verantwoordelijken? 1. Etes-vous au courant de ce fait? 2. Qui en est responsable? 3. Est-ce conforme à la législation linguistique? 4. Certains correspondants connaissant unique-' ment le néerlandais. Peuvent-ils attendre jusqu'à ce qu'un avertissementextrait de rôle conforme leur soit envoyé? 5. Celui-ci leur sera-t-il encore envoyé? 6. Quel1es mesures avez-vous prises pour éviter la répétition de tels faits? 7. Quelles mesures avez-vous prises à l'égard des responsables? DO Vraag nr van de heer Denys van 22 februari 1995 Inkomstenbelastingen. - Beroepskosten. - Degressieve afschrijvingen. - Economische vrijstellingen. - Investeringsaftrek. Een naamloze vennootschap koopt een industriegrond en bouwt volgens de voorschriften van de industriezone een atelier voor houtverwerking en -bewerking. Vervolgens bouwt dezelfde vennootschap op dezelfde industriegrond een kijkwoning. Alle gedane investeringen worden gefactureerd aan de naarnloze vennootschap. Een bezoldigd bestuurder van de vennootschap betrekt de woning samen met zijn echtgenote, eveneens een bestuurder, maar onbezoldigd. De werkende bestuurder houdt de kijkwoning open voor ontvangst van cliënteel en leveranciers. De kijkwoning is ook uitgerust met een bureau, teken- en archiefruimte en wasgelegenheid voor het personeel. De werkende bestuurder betaalt maandelijks een kleine bijdrage voor de bewoning aan de vennootschap. Er is geen huurovereenkomst. 1. Is het keuzestelsel waarin artikel 64 WIB 1992 en de uitvoeringsbesluiten voorzien, toegestaan of is artikel 43, 2, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992 van toepassing op de investeringen voor de kijkwoning? 2. Is de investeringsaftrek waarin artikel 68 WIB 1992 voorziet, toegestaan of is er toepassing van artikel 75, 1,2 en/of 3 WIB 1992 inzake de investeringen voor de kijkwoning? 3. Is de maandelijkse kleine bijdrage voor de gedogen bewoning of de berekening van het voordeel van alle aard volgens het koninklijk besluit van 18 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 26 februari 1994) een DO Question n" 1439 de M. Denys du 22 février 1995 Impôts sur les revenus. - Frais professionnels. - Amortissements dégressifs. - Exonération économique. - Déduction pour investissement. Une société anonyme achète un terrain industriel et y construit, en respectant les prescriptions relatives à la zone industrielle, un atelier pour le traitement du bois. Elle construit ensuite sur le même terrain une maison témoin. Tous les investissements sont facturés à la société anonyme. Un administrateur rémunéré de la société occupe la maison avec son épouse, qui, elle, est administratrice non rémunérée. L'administrateur actif fait en sorte que la maison témoin soit accessible à la clientèle et aux fournisseurs. La maison témoin comporte en outre un bureau, un local destiné au dessin et un local destiné aux archives, ainsi qu'une salle de toilette pour le personnel. L'administrateur actif verse mensuellement une petite contribution à la. société pour l'occupation de la maison. Aucun contrat de location n'a été signé. 1. Le régime d'option prévu à l'article 64 du eir 1992 et dans les arrêtés d'exécution est-il app}icahje, ou faut-il plutôt appliquer l'article 43, 21), de \' arrête royal d'exécution du CIR 1992 en ce qui concerne les investissements pour la maison témoin? 2. La déduction pour investissement prévue à l'article 68 du CIR 1992 est-elle applicable, ou faut-il plutôt appliquer l'article 75, 1, 2 et/ou 3, du eir 1992 en ce qui concerne les investissements pour la maison témoin? 3. La petite contribution mensuelle pour' l'occupation du logement ou le calcul de l'avantage de: toute nature effectué en vertu de l'arrêté royal dur 18 février 1994 (Moniteur belge du 26 février 1994))

31 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) belemmering voor de toepassing van het keuzestelsel van de degressieve afschrijvingen en bijgevolg van de investeringsaftrek over de investeringen van de kijkwoning? constituent-ils un obstacle à l'application du regime d'option d'amortissements dégressifs et, dès lors, de la déduction pour investissement pour les investissements relatifs à la maison témoin? DO DO Vraag nr, 1440 van de heer Van Vaerenbergh van 22 februari 1995 Domeinen. - Groenendaal. - Renbaan, Naar verluidt was de renbaan van Groenendaal, gelegen op het grondgebied van de gemeente Hoeilaart, eigendom van de Belgische Staat en viel zij onder de bevoegdheid van het ministerie van Financiën. 1. Is dit domein nog steeds eigendom van de Belgische Staat? 2. Aan wie werdhet in concessie gegeven? 3. Voor welke periode werd het in concessie gegeven en onder welke voorwaarden? Question n? 1440 de M. Van Vaerenbergh du 22 février 1995 Domaines. - Groenendael. - Hippodrome. n me revient que l'hippodrome de Groenendael, situé sur le territoire de la commune de Hoeilaart, appartenait à l'etat belge et ressortissait à la compétence du ministre des Finances. 1. Ce domaine est-il toujours propriété de l'etat belge? 2. A qui a-t-il été donné en concession? 3. Pour quelle durée et sous quelles conditions cette concession a-t-elle été octroyée? DO DO Vraag nr van de heer Thissen van 22 februari 1995 (Fr.): Registratierechten. - Inbreng van onroerende goederen, De wet van 30 maart 1994 heeft het stelsel van het recht van inbreng, en voornamelijk het recht van inbreng van onroerende goederen, gewijzigd. Artikel 115bis, lid 1, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten bepaalt: «De inbrengen van onroerende goederen, andere dan die welke gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend worden of bestemd zijn en door een natuurlijke persoon ingebracht worden, in burgerlijke vennootschappen of handelsvennootschappen waarvan de zerel van werkelijke leiding in België gevestigd is, of de statutaire zetel in België en de zetel van werkelijke leiding buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Gemeenschap gevestigd is, worden aan het recht van 0,5 % onderworpen.» 1. Een hotel, een ziekenhuis of een rusthuis zijn enkele voorbeelden van onroerende goederen die in een vennootschap kunnen worden ingebracht. Wij veronderstellen dat niemand zijn woonplaats in een hotel, een ziekenhuis of een rusthuis heeft. Die gebouwen herbergen enkel verpleegden, patiënten en, wanneer het een hotel berrefr, vakantiegangers. Welk recht van inbreng is van toepassing op die gebouwen: 0,5 % of 12,5 %? Question n? 1441 de M. Thissen du 22 février 1995 (Fr.) : Droits d'enregistrement. - Apports de biens immeubles. La loi du 30 mars 1994 a modifié le régime du droit d'apport et principalement le droit d'apport sur immeubles. L'article 115bis, premier alinéa, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe stipule que «sont assujettis au droit de 0,5 %, les apports à des sociétés civiles ou commerciales ayant soit leur siège de direction effective en Belgique, soit leur siège statutaire en Belgique et leur siège de direction effective hors du territoire des Etats membres de la Communauté européenne de biens immeubles autres que ceux affectés ou destinés partiellement ou totalement à l'habitation et apportés par une personne physique». 1. Voici quelques exemples de biens immeubles qui pourraient faire l'objet d'un apport à une société: hôtel, hôpital, maison de repos. Nous supposons que personne ne réside dans l'hôtel, ni dans l'hôpital, ni dans la maison de repos. Ces bâtiments sont uniquement destinés à accueillir des pensionnaires, des malades et pour l'hôtel, des vacanciers. Quel est le droit d'apport applicable à ces immeubles: 0,5 % ou 12,5 %?

32 15644 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) 2. Sommige personeelsleden verblijven tijdens het vakantieseizoen in het hotel zonder er hun domicilie te hebben. a) Indien de eigenaars het hotel in een vennootschap willen inbrengen, bedraagt het recht van inbreng dan 0,5 % of 12,5 %? b) Mag men de tijdelijke verblijfplaats van sommige personeelsleden met een woonst voor een conciërge gelijkstellen, wetende dat de inbreng van een nijverheidsgebouw met een woonst voor de conciërge aan een rechtvan 0,5 % is onderworpen (Memorie van toelichting, Parlementaire stukken, Kamer van volksvertegenwoordigers, , nr. 1290/1, blz. 1O)? c) Indien u de mening bent toegedaan dat het recht van inbreng van een dergelijk gebouw 12,5 % moet bedragen, is het rnogelijk het gebouw op te splitsen en enkel het beroepsgedeelte in te brengen? 2. Certains membres du personnel résident dans l'hôtel pendant la saison, sans y avoir toutefois leur domicile. a) Si les propriétaires souhaitent apporter l'hôtel en constitution d'une société, le droit d'apport serat-il de 0,5 % ou de 12,5 %? b) Peut-on assimiler la résidence temporaire de certains membres du personnel à un logement de conciergerie, l'apport d'un immeuble professionnel avec un logement pour le concierge étant soumis au droit d'apport de 0,5 % (exposé des motifs, Documents parlementaires, Chambre des représentants, , n? 1290/1, p. 1O)? c) Si vous considérez que le droit d'apport d'un tel immeuble doit être fixé à 12,5 %, est-il possible de scinder le bâtiment et de n'apporter que Ja partie professionnelle? Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen Ministre de l'emploi et du Travail, chargée de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes DO DO Vraag nr, 417 van de heer Gabriëls van 17 februari 1995 Werkloosheid. - Banenplan, - Vreemdelingen. Artikel 1, 1, 2 0, van het koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk II van titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale bepalingen stelt dat bestaansminimumtrekkers in aanmerking komen voor het zogenaamde banenplan van de federale regenng. 1. Komen vreemdelingen die een overeenstemmend bedrag van het bestaansminimum trekken ook in aanmerking voor het banenplan? 2. Zo neen, waarom? Question no 417 de M. GabriëIs du 17 février 1995 Chômage. - Plan d'embauche. - Etrangers. L'article 1 er, i«, 2 0, de l'arrêté royal portant exécution du chapitre II du titre IV de la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales prévoit que les bénéficiaires du minimex entrent en ligne de compte pour le plan dit «d'embauche» du gouvernement fédéral. 1. Les étrangers qui bénéficient d'un montant correspondant au minimex entrent-ils également en ligne de compte pour le plan d'embauche? 2. Dans la négative, pourquoi? DO DO Vraag nr. 419 van de heer Ansoms van 17 februari - Question no 419 de M. Ansoms du 17 février Arbeidsbescherming. - Onderwijs. - Bedrijfsstages. Omzendbrief SOZ (91) 15 van 10 juli 1991 van het departement Onderwijs van het ministerie van de Protection du travail. - Enseignement. - Stages en entreprise. La circulaire SOZ (91) 15 du 10 juillet 1991 émanant du département de l'enseignement du ministère de la

33 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (CZ ) Questionset Réponses(SO ) Vlaamse Gemeenschap «stages ingericht in bedrijven of instellingen ten behoeve van de leerlingen uit her voltijds secundair onderwijs» was bedoeld om de. scholen een volledig overzicht te geven van de stageproblematiek en hen een stagereglement aan te bieden, een model van stagefiche en een model van stageovereenkomst. Door de wijziging van artikel 28 van het ARAB worden leerlingen-stagiairs op de stageplaats geassimileerd met werknemers, renrninste als de stagesituarie beantwoordt aan wat beschreven staat in het Sociaal rechtelijk woordenboek van de Benelux onder de trefwoorden «stage», «stagiair», «tewerkstellen», «arbeid. en «dienst betrekking». Onderwijskundig blijkt immers een onderscheid gemaakt te worden tussen arbeidsoriënterende stages (snuffelstage of interactie), beroepsvoorbereidende en beroepsopleidende stages (zie I:-IJJM Aarts, Stages in het VBO, Handleiding, Katholiek Pedagogisch Centrum, november 1992, Spruyt, van Mantgem & De Does, Leiden). 1. Werkt het departement Tewerkstelling en Arbeid aan een herwerking vanvoornoemde omzendbrief? 2. Welke stages precies vallen onder de assimilatie gewild door het ARAB? 3. Is er enig gevolg gegeven aan de bijeenkornst die op 13 september 1993 plaatshad op uw kabinet over die problematiek, bijeenkomst waar naast de onderwijskoepels ook een afgevaardigde van het departement Onderwijs aanwezig was en een afgevaardigde van het kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs? 4. Waarom is het artikel betreffende het toepassingsgebied van de arbeidsgeneeskundige bepalingen gewiizigd, zonder enig verder overleg en de belofte van uwatgevaardigde om een oplossing voor te stellen? Communauté flamande et traitant des stages organisés dans des entreprises ou institutions en faveur des étudiants de l'enseignement secondaire de plein exercice visait à donner aux établissements scolaires un aperçu complet de la problématique des stages et à leur fournir un règlement de stage, une fiche de stage type et un contrat de stage type. Consécutivement à la modification de l'article 28 du RGPT, les étudiants stagiaires sont assimilés, sur le lieu de stage, aux travailleurs, à tout le moins lorsque le stage répond à la description que donne le «Sociaal rechtelijk woordenboek van de Benelux» des entrées «stage", «stagiair», «tewerkstellen», «arbeid» et «dienstbetrekking». Sur Ie plan didactique, on semble en effet opérer une distinction entre les stages d'orientation professionnelle (stage de prospection ou interaction), les stages de préparation professionnelle et les stages de formation professionnelle (voir HJJM Aarts, «Stages in het VBO, Handleiding», «Katholiek Pedagogisch Centrum", novembre 1992, Spruyt, van Mantgem & De Does, Leiden). 1. Le département de l'emploi et du Travail planche-t-il sur une nouvelle version de la circulaire précitée? 2. Quels stages tombent précisément sous le coup de l'assimilation voulue par le RGPT? 3. Une suite quelconque a-t-elle été donnée à la rencontre qui a eu lieu le 13 septembre 1993 à votre cabinet concernant cette problématique, réunion à laquelle ont assisté, outre les organisations faîtières du monde de l'enseignement, un représentant du département de l'enseignement et un représentant du cabinet du ministre flamand de l'enseignement? 4. Pourquoi a-t-on modifié l'article concernant le champ d'application des dispositions relatives à la médecine du travail sans aucune autre concertation et nonobstant la promesse de votre représentant de proposer une solution? Dû DO Vraag nr. 420 van de heer Olaerts van 17 februari 1995 Question n? 420 de M. Olaerts du 17 février 1995 Brugpensioen. - Toegelaten werkzaamheden. Prépension, - Activités autorisées. Sinds 1993 zouden de bruggepensioneerden niets meer mogen bijverdienen. Sommige bruggepensioneerden hadden echter voordien al een bijverdienste. 1. Onder welke voorwaarden kunnen zij hun activiteiten voortzetten? 2. In welke gevallen verliezen zij hun vergoeding? Depuis 1993, les prépensionnés ne pourraient plus avoir d'activité. rémunérée. Certains prépensionnés exerçaient cependant déjà une telle activité auparavant. 1. A quelles conditions peuvent-ils poursuivre leurs activités? 2. Dans quels cas perdent-ils le bénéfice de leur indemnité? 1993

34 15646 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) DO DO Vraag nr. 421 van mevrouw Dillen van 20 februari 1995 Werkloosheid. - Bedrijfsplannen. In uitvoering van het crisisplan voerde het koninklijk besluit van 24 december 1993 bedrijfsplannen in tot herverdeling van de beschikbare arbeid. Dit systeem voorziet in RSZ-vermindering bij aanwerving van bijkomende werknemers. 1. Hoeveel aanvragen om aanspraak te maken op die RSZ-vermindering waren er in 1994? 2. In hoeveel gevallen werd de vermindering effectief toegekend? 3. Wat zijn de cijfers voor Vlaanderen enerzijds en Wallonië anderzijds? 4. Thans wordt voorgesreld de RSZ-verminderingen te verhogen. Welke verwachtingen heeft u betreffende de bijkomende arbeidsplaatsen die door die maatregel in 1995 zouden worden gecreëerd? Question n? 421 de Mme Dillen du 20 février 1995 Chômage. - Plans d'entreprise. En exécution du plan global, l'arrêté royal du 24 décembre 1993 a introduit des plans d'entreprise visant à redistribuer le travail disponible. Ce système prévoit une réduction des cotisations de sécurité sociale lors d'embauches complémentaires. 1. Combien de demandes visant à bénéficier de cet abaissement des cotisations de sécurité sociale ont été introduites en 1994? 2. Dans combien de cas la diminution a-t-elle effectivement été consentie? 3. Quels sont respectivement les chiffres pour la. Flandre et la Wallonie? 4. On propose à présent d'accroître ces réductions. Quels résultats escomptez-vous en ce qui concerne les emplois supplémentaires que cette mesure créerait en 1995? Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'agriculture Landbouw Agriculture DO DO Vraag nr. 230 van de heer Duquesne van 17 februari 1995 (Fr.): Gezondheid van de dieren, - Fonds. 1. Het Fonds voor de gezondheid en de produktie van de dieren zou volgens de vooruitzichten in 1995 een positief saldo van 167 miljoen vertonen. Dar bedrag zou bij het saldo van 1994, dat op zijn beurt rond de 400 à 500 miljoen frank zou bedragen, komen. Is het, gelet op die positieve cijfers, niet mogelijk de producent die zijn dieren moet laten slachten, vrij te stellen van de verplichte bijdrage van 630 frank, of op zijn minst die bijdrage gevoelig te verminderen? 2. Uzelf en sommige leden van de raad van het Fonds voor de gezondheid en de produktie van de dieren zouden overwegen een reserve van één miljard voor de rundveesector aan te leggen. Question n? 230 de M. Duquesne du 17 février 1995 (Fr.) : Santé des animaux. - Fonds. 1. Le Fonds de la santé et de la production des animaux générerait en 1995, d'après les prévisions, un solde positif de 167 millions de francs qui vieml!'(\\\ s'ajouter au solde 1994 qui lui pourrait avoisiner 400 à SaD millions de francs. Au vu de ces chiffres positifs, ne serait-il pas possible d'exonérer le producteur qui doit faire abattre ses animaux de la cotisation obligatoire de 630 francs ou du moins de réduire sensiblement cette cotisation? 2. Vous-même et certains membres du conseil du Fonds de la santé et de la production des animaux seraient favorables au projet de constituer une réserve de un milliard pour le secteur bovin.

35 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) a) Is dat bedrag niet overdreven? b) Welke waarborg kan u geven dat duidelijk vaststaat dar het geld de producenten-veehouders toebehoort? c) Zal de interest op die reserve als ontvangsten in de boeken worden opgenomen of uitsluitend aan de overheidsbegroting ten goede komen? a) Ce montant n'est-il pas excessif? b) Quelle garantie pouvez-vous donner qu'il sera clairement établi que cet argent appartient bien aux producteurs éleveurs? c) L'intérêt produit par cette réserve sera-t-il comptabilisé en recettes ou bien ne bénéficiera-t-il qu'au budget de l'etat belge? Minister van Sociale Zaken Ministre des Affaires sociales DO DO Vraag nr. 435 van de heer Duquesne van 20 februari 1995 (Fr.): Grensarbeiders.- Frankrijk. - Fiscale discriminatie. Ik heb de ministers van Financiën en van Sociale Zaken regelmatig geïnterpelleerd over de fiscale dis criminatie waarvan de Belgische grensarbeiders die in Frankrijk werken, het slachtoffer zijn. De minister van Financiën antwoordde steevast dat een fiscale oplossing in de vorm van een belastingvermindering ongrondwettig zou zijn. Daarover onlangs geïnterpelleerd door de voorzitter van de Kamer, antwoordde de minister van Sociale Zaken daarentegen dat ze de ministerraad een aantaloplossingen zou voorstellen, onder meer een belastingverlaging of belastingkrediet evenals een compensatiefonds dat gedeeltelijk door de Staat en gedeeltelijk door de solidariteitsbijdrage zou worden gefinancierd. Kan u, gelet op die kennelijk uiteenlopende antwoorden, de zaken op een rijtje zetten en duidelijk aangeven wat de Belgische grensarbeiders die in Frankrijk werken, mogen verwachten? Question n? 435 de M. Duquesne du 20 février 1995 (Fr.) : Travailleurs frontaliers. - France. - Discriminations fiscales. J'ai régulièrement interpellé les ministres des Finances et des Affaires sociales au sujet des discriminations fiscales dont sont victimes les travailleurs frontaliers belgo-français. Le ministre des Finances m'a toujours répondu qu'une solution fiscale consistant en un abattement fiscal était anticonstitutionnelle. Or, à une récente. interpellation du président de la Chambre, la ministre des Affaires sociales a répondu qu'elle proposerait des solutions au conseil des ministres et notamment un abattement fiscal ou crédit à l'impôt, ainsi que la création d'un fonds de compensation financé pour partie par l'etat et pour partie par la cotisation de solidarité. Vu ces apparentes divergences, pouvez-vous faire le point et préciser exactement à quoi peuvent s'attendre les travailleurs frontaliers belgo-français? Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre pour l'intégration sociale, la Santé publique et l'environnement DO DO Vraag nr. 666 van de heer Geysels van 17 februari 1995 Radioactieve stoffen. - Vervoer. - Controle. Uw antwoord op rnijn vraag nr. 162 van 8 juni 1993 (Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr.47, blz.3868) doet bijkomende vragen rijzen: Question n? 666 de M. Geysels du 17 février 1995 Matières radioactives. - Transport. - Contrôle. Votre réponse à ma question n? 162 du 8 juin 1993 (Questions et Réponses, Chambre, , n? 47, p. 3868) soulève des questions supplémentaires:

36 15648 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) 1. Hoeveel transporten hadden in de periode , jaarlijks, respectievelijk via de weg, het spoor, de zee en de lucht plaats voor de verschillende nucleaire rnaterialen : radioactief afval, splijtbaar materiaal, gebruikte splijtstoffen en ander nucleair materiaal? 2. Op welke manier werd in die periode de fysische en administratieve controle georganiseerd? 3. Over hoeveel personeelsleden beschikt u om die controle uir te voeren? 1. Corn bien de transports;" respectivement par route, par chemin de fer et par avion, ont été effectués annuellement durant la période pour les matériaux nucléaires suivants: déchets radioactifs, matières fissiles, matières fissiles utilisées et autre matériel nucléaire? 2. Comment fut organisé à l'époque le contrôle physique et administratif? 3. De combien d'agents disposez-vous pour effectuer ce contrôle? DO Vraag nr. 667 van de heer Barbé van 17 februari 1995 Zeerecht. - Interdepartementale coôrdinatiecommissie. Volgens het standaardwerk Inleiding tot het internationaal zeerecht van professor Somers zou er in ons land een interdepartementale coördinatiecommissie zijn, die zou instaan voor de coördinatie van de verschillende bevoegdheden inzake zeerecht. 1. a) Bestaat die commissie nog? b) Wie is er lid van? 2. Wat is de precieze opdracht van de commissie? 3. Hoe dikwijls kwam de commissie in 1993 en 1994 samen? 4. Wat waren de belangrijkste agendapunten? 5. Hoeveel personeel en werkingsmiddelen heeft de commissie? Dû Question na 667 de M. Barbé du 17 février 1995 Droit de la mer. - Commission de coordination interdépartementale. Dans son ouvrage de référence «lnleiding tot het internationaal zeerecht» (Introduction au droit de la mer international), le professeur Somers fait référence à l'existence dans notre pays d'une commission de coordination interdépartementale, qui serait chargée d'assurer la coordination entre les différentes compétences en matière de droit de la mer. 1. a) Cette commission existe-t-elle encore? b} Qui en fait partie? 2. Quelle en est la mission précise? 3. A combien de reprises la commission s'est-elle réunie en 1993 et 1994? 4. Quels étaient les principaux points de l'ordre du jour? 5. Quelle est l'importance du personnel et des moyens de fonctionnement mis à la disposition de la commission? Dû Vraag nr, 669 van de heer GabriëIs 1995 van 17 februari Gehandicapten. - Tegemoetkomingen. - Rechthebbenden. 1. Hoeveel gehandicapten krijgen een tegemoetkoming, per provincie? 2. Hoeveel bedraagt de gemiddelde jaarlijkse tegemoetkoming per gehandicapte, per provincie? 3. Als er significante verschillen tussen de provincies zijn, hoe kunnen deze verklaard worden? Dû Question n? 669 de M. Gabriëls du 17 février 1995 Handicapés. - Allocations. - Bénéficiaires. 1. Combien de handicapés bénéficient d'une allocation, par province? 2. A combien s'élève l'allocation annuelle moyenne ~ par handicapé, par province? 3. S'il existe des différences nota bles entre les; provinces, comment les explique-t-on?

37 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) Zijn er naast objectieve factoren (bijvoorbeeld de gerniddelde leeftijd van de bevolking), ook subjectieve factoren (bijvoorbeeld verschillende beoordelingscriteria door de controlerende artsen)? 4. Outre les facteurs objectifs (par exemple la moyenne d'âge de la population), existe-t-il également des facteurs subjectifs (par exemple le fait que les médecins contrôleurs appliquent des critères d'évaluation différents)? DO DO Vraag nr. 671 van de heer Gabriëls van 17 februari 1995 Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Bestaansminimum, Artikel 8, 3, van de besluitwet van 28 december 1944 bepaalt dat de activiteiten in het kader van een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap slechts mogen uitgeoefend worden door onder andere een volledig werkloze die ingeschreven is als werkzoekende en het bestaansminirnum geniet. Anderzijds ontvingen de OCMW's een omzendbrief (16 januari 1995) ondertekend door de minister bevoegd voor Sociale Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu, waarin gesteld wordt dat bestaansminimumtrekkers slechts mogen tewerkgesteld worden wanneer de uitvoeringsmaatregelen in werking zullen zijn getreden. 1. Wat is de rechtsgrond van die omzendbrief, gelet op het arrest van de Raad van State van 4 april 1986, waarin gesteld wordt dat het administratief toezicht over de OCMW's niet op een preventieve manier mag worden uitgeoefend door omzendbrieven en algemene instructies? 2. Waarom wachten bestaansminimumtrekkers nu al bijna 1 jaar op uitvoeringsbesluiten die hen toelaten te werken in een plaarselijk werkgelegenheidsagentschap? Question n? 671 de M. Gabriëls du 17 février 1995 Agences locales pour l'emploi. - Minimum de moyens d'existence. L'article 8, 3, de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 prévoit que les activités effectuées dans le cadre d'une agence locale pour l'emploi ne peuvent être accomplies que par, notamment, un chômeur complet inscrit comme demandeur d'emploi bénéficiant du minimum de moyens d'existence. D'autre part, les CPAS ont reçu une circulaire (16 janvier 1995) signée par le ministre compétent pour l'intégration sociale, la Santé publique et l'environnement, stipulant que les bénéficiaires du minimum de moyens d'existence ne pourront être employés que lorsque les arrêtés d'exécution seront entrés en vigueur. 1. Quel est le fondement juridique de cette circulaire, compte tenu de l'arrêt du Conseil d'etat du 4 avril 1986, où il est stipulé que la tutelle administrative sur les CP AS ne peut être exercée de façon préventive au moyen de circulaires et d'instructions générales? 2. Pourquoi les bénéficiaires du minimum de moyens d'existence attendent-ils depuis presque un an que soient pris les arrêtés d'exécution permettant de travailler dans une agence locale pour l'emploi? DO DO Vraag nr. 672 van de heer De Mol van 22 februari 1995 {N.): Luchtuervuiling. - Benzeen, Volgens recente metingen uitgevoerd door de Bond Berer Leefmilieu (BBL), komt benzeen in omgevingslucht op sommige punten in extreem hoge concentratie voor. Dit blijkt het geval te zijn langs zeer drukke wegen, in tunnels, aan benzinepompen, in parkeergarages en soms zelfs in auto's zelf. Volgens de BBL komt hierdoor de volksgezondheid ernstig in gevaar. Noch federaal noch gewestelijk werd echter enige limiet of veilige grenswaarde vastgelegd. Ons land blijft hierdoor in gebreke. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is er geen veilige grenswaarde vast te stellen, gezien benzeen Question n? 672 de M. De Mol du 22 février 1995 Pollution aérienne. - Benzène. De récentes mesures effectuées par le «Bond Beter Leefmilieu» (BBL) révèlent qu'en certains endroits, le benzène présent dans l'air ambiant atteint des concentrations extrêmement élevées. Tel est notamment le cas le long de routes très fréquentées, dans les tunnels, dans les stations-service, dans les parkings, voire dans les voitures mêmes. Selon le BBL, ce phénomène présente un sérieux danger pour la santé publique. Aucune valeur limite sûre n'a cependant été fixée au niveau fédéral ou régional. Il s'agit là d'une lacune pour notre pays. Selon l'organisation mondiale de la santé, aucune valeur de limite sûre ne peut être établie, vu que le

38 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) kankerverwekkend is. In Nederland geldt tijdelijk de norm van 15 microgram per kubieke meter lucht, maar her is de bedoeling die terug te brengen tot 1 microgram. Het instituut energie en milieu heeft ooit, bij druk stapvoetsverkeer, 290 microgram genoteerd. 1. Bent u op de hoogte van de resultaten van de recente rnetingen van de BBL? 2. Waarom legde ons land nog geen algemene luchtkwaliteitsnorm vast? 3. Welke maatregelen werden al genomen om het benzeengehalce in de omgevingslucht te beperken? 4. Hoe denkt u het benzeenvolume in de omgevingslucht te reduceren? benzène est cancérigène. Les Pays-Bas ont établi une norme temporaire de 15 microgrammes par mètre cube d'air, mais ils ont l'intention de ramener cette valeur à 1 microgramme. Par le passé, l'institut pour l'énergie et l'environnement a relevé occasionnellement une valeur de 290 microgrammes dans le cas d'une circulation dense avançant au pas. 1. Etes-vous au courant des résultats des mesures récentes enregistrées par le BBL? 2. Pour quelle raison notre pays n'a-t-il pas arrêté une norme générale pour ee qui est de la qualité de l'air? 3. Quelles mesures ont déjà été prises pour limiter le taux de benzène dans l'air ambiant? 4. Comment pensez-vous pouvoir réduire le taux de benzène dans l'air ambiant? DO Vraag nr, 673 van de heer De Man 1995 van 27 februari Vreemdelingen. - Vrijwillige remigratie. - Kredieten. De algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1995 trekt een bedrag van 150 miljoen frank uit voor het vrijwillige repatriëringsprogramma. Dat is een substantiële verhoging ten opzichte yan de voorgaande jaren. 1. Welke bedragen werden de voorbije jaren effectief besteed (met name van de 36 miljoen frank in 1993 en van de 100 miljoen frank in 1994)? 2. Hoeveel bedroeg de gemiddelde steun voor de vrijwillige remigranten? 3. Naar welke landen keerden zij terug? 4. a) Bestaat er iets als een jaarrapport van de Internationale organisatie voor migratie? b) Is dat beschikbaar voor 1993 en 1994? DO Question no 673 de M. De Man du 27 février 1995 Etrangers. - Retour volontaire. - Crédits. Le budget général général des dépenses pour l'année budgétaire 1995 prévoit un montant de 150 millions pour le programme de rapatriement volontaire. Il s'agit là d'une augmentation substantielle par rapport aux années précédentes. 1. Quels montants ont été dépensés effectivement sur les 36 millions prévus en 1993 et les 100 millions pour 1994? 2. A combien s'élevait l'aide moyenne accordée à ceux qui sont retournés volontairement dans leur pays? 3. Dans quels pays sont-ils retournés? 4. a) Existe-t-il un rapport annuel de l'offiee national des migrations? b) Est-il disponible pour les années 1993 et 1994? Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense nationale DO DO Vraag nr. 568 van de heer Ghesquière 1995 Zeemacht. - Herstructurering. van 20 februari 1. Welke herstructureringsmaatregelen met betrekking tot de zeemacht worden uitgevoerd in 1995? Question n? 568 de M. Ghesquière du 20 février 1995 Force navale. - Restructuration. 1. Quelles mesures de restructuration relatives à la force navale seront exécutées en 1995?

39 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (Sa ) Welke installaties worden opgedoekt te Oostende? 3. Welke afdelingen worden gehergroepeerd? 4. Wordt de infrastructuur te Oostende aangepast of te gelde gemaakt? 5. Hoeveel manschappen zijn betrokken bij die operatie? 2. Quelles installations seront fermées à Ostende? 3. Quelles sections seront regroupées? 4. L'infrastructure à Ostende sera-t-elle adaptée ou mise en vente? 5. Combién de militaires sont concernés par cette opération? Minister van Wetenschapsbeleid en Infrastructuur Ministre de la Politique scientifique et de l'infrastructure DO Vraag nr, 253 van de heer Ghesquière van 20 februari 1995 Regieder gebouuren, - -Ieper. Oostende- Veurne- Diksmuide. 1. Welke projecten programmeert de Regie der gebouwen in 1995 in de arrondissementen Oostende- Veurne-Diksmuide en Ieper? 2. Wat zijn de einddata van de realisatie en de kostprijs van de verschillende werken? DO Question n? 253 de M. Ghesquière du 20 février 1995 Régie des bâtiments. - Ostende-Furnes-Dixmude.- Ypres. 1. Quels projets sont programmés par la Régie des bâtiments pour 1995 dans les arrondissements d'ostende-furnes-dixmude et d'ypres? 2. Quels sont, pour chacun de ces chantiers, la date de réception des travaux et le coût de ceux-ci? Minister van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking Ministre des Affaires étrangères et de la Coopération au Développement Buitenlandse Zaken Affaires étrangères DO Vraag nr. 533 van de heer Geysels van 17 februari 1995 Zuid-Afrika. - Nucleaire samenwerking. In persberichten «< La Libre Belgique", 27 januari 1995) wordt gemeld dat Zuid-Afrika en België tussen 1982 en 1988 zouden samengewerkt hebben op nucleair vlak. 1. Zijn die persberichten juist? 2. Zo ja, wat waren de vorm en de draagwijdte van die samenwerking? 3. Werden hiervoor de nodige toelating en vergunningen afgeleverd en zo ja, door wie? DO Question n? 533 de M. Geysels du 17 fêvrier 1995 Afrique du Sud. - Coopération nucléaire. Des articles de presse (<< La Libre Belgique», 27 janvier 1995) font état d'une coopération nucléaire entre l'afrique du Sud et la Belgique entre 1982 et Ces informations sont-elles exactes? 2. Dans l'affirmative, quelle forme cette coopération revêtait-elle, et quelle en était la portée? 3. L'autorisation et les permis nécessaires ont-ils été délivrés à cet effet, et dans l'affirmative, par qui?

40 15652 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) 4. Welke instellingen en overheidsinstellingen waren hierbij betrokken? 4. Quelles institutions et quels organismes publics.étaient concernés? DO Vraag nr. 534 van de heer Ylieff van 17 februari 1995 (Fr.) : Buitenlandse handel. - Gewesten. - Handelsattachés. - Kosten. 1. Hoeveel handelsattachés per gewest hebben hun kantoren in de Belgische ambassades of consulaten in het buitenland? 2. Hoe hoog zijn de eventueel door het ministerie van Buitenlandse Zaken gevraagde huurkosten (huur, verwarming, verlichting, onderhoud, enz.)? DO Question n? 534 de M. Ylieff du 17 février 1995 (Fr.): Commerce extérieur. - Régions. - Attachés commerciaux. - Frais. 1. Quel est le nombre des attachés commerciaux, par région, dont les bureaux sont installés dans les ambassades ou consulats belges à l'étranger? 2. Quel est le montant des frais de location (loyer, chauffage, éclairage, entretien, etc.) éventuellement réclamés par le ministère des Affaires étrangères? DO Vraag nr. 535 van de heer Steenwegen van 20 februari 1995 Mexico. - Mensenrechten. Het Mexicaanse leger treedt steeds driester op tegenover de.inheemse Indianen in de zuidelijke provincie Chiapas. Volgens ooggetuigen worden de mensenrechten veelvuldig geschonden. De bevolking wordt onderdrukt. 1. Heeft onze regering dit optreden veroordeeld en protest aangetekend bij de Mexicaanse overheid? 2. Heeft onze regering initiatieven ontwikkeld om de gewapende strijd te ontmoedigen en onderhandelingen aan te moedigen? 3. In welke mate verleent onze regering steun aan instanties die mogelijke schendingen van de mensenrechten onderzoeken? DO Question n? 535 de M. Steenwegen du 20 février 1995 Mexique. - Droits de l'homme. L'armée mexicaine adopte une attitude toujours plus effrontée à l'égard des Indiens autochtones dans la province méridionale de Chiapas. Selon des témoins oculaires, les droits de l'homme y seraient fréquemment bafoués. La population y est opprimée. 1. Notre gouvernement a-t-il condamné cette attitude et protesté auprès des autorités mexicaines? 2. Notre gouvernement a-t-il développé des initiatives visant à décourager la lutte armée et à encourager les négociations? 3. Dans quelle mesure notre gouvernement accorde-t-il un soutien aux instances qui se penchent sur les éventuelles violations des droits de l'homme? Ontwikkelingssamenwerking Coopération au Développement DO DO Vraag nr. 177 van de heer De Man 1995 van 27 februari Vreemdelingen. - Vrijwillige remigratie. - Kredieten. De algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1995 trekt een bedrag van 150 miljoen frank uit voor het vrijwillige repatriëringsprogramma. Dat is een substantiële verhoging ten opzichte van de voorgaande jaren. Question n? 177 de M. De Man du 27 février 1995 Etrangers. - Retour volontaire. - Crédits. Le budget général général des dépenses pour l'année budgétaire 1995 prévoit un montant de 150 millions pour le programme de rapatriement volontaire. II s'agit là d'une augmentation substantielle par rapport aux années précédentes.

41 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers. Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) Welke bedragen werden de voorbije jaren effectief besteed (met name van de 36 miljoen frank in 1993 en van de 100 miljoen frank in 1994)? 2. Hoeveel bedroeg de gemiddelde steun voor de vrijwillige remigranten? 3. Naar welke landen keerden zij terug? 4. a) Bestaat er iets als een jaarrapport van de Internationale organisatie voor migratie? b) Is dat beschikbaar voor 1993 en 1994? 1. Quels montants ont été dépensés effectivement sur les 36 millions prévus en 1993 et les 100 millions pour 1994? 2. A combien s'élevait l'aide moyenne accordée à ceux qui sont retournés volontairement dans leur pàys? 3. Dans quels pays sont-ils retournés? 4. a) Existe-t-il un rapport annuel de l'office national des migrations? b) Est-il disponible pour les années 1993 et 1994? 1994

42

43 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Vragen vande leden van de Kamervan Volksvertegenwoordigers en antwoorden van de Ministers. Questions posées par les membres de la Chambre des Représentants et réponses données par les Ministres. Vice-Eerste "Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken Vice-Premier Ministre et Ministre de l'intérieur et de la Fonction publique DO Dû Vraag nr. 936 van de heer Van Nieuwenhuysen van 8 november 1994 Prouinciegouuerneur, - Antwerpen. - Gala-avond. - Uitnodiging. - Taalgebruik. In de provincie Antwerpen heeft de gouverneur zijn hoge bescherming verleend aan een gala-avond in de feestzalen van de zoo van Antwerpen. Uit de uitnodiging blijkt het om een organisatie te gaan die haar activiteiten met duidelijke voorkeur in het Frans aankondigt. 1. Moet een provinciegouverneur zijn medewerking aan allerhande activiteiten niet beperken tot verenigingen die, voor wat Vlaanderen betreft, de Nederlandse taal en cultuur eerbiedigen? 2. Heeft u in dat verband richtlijnen verstrekt aan de gouverneurs? Antwoord: 1. Uit de informatie die mij bezorgd werd door de heer gouverneur van de provincie Antwerpen blijkt dar de manifestatie waarnaar het geacht lid verwijst een liefdadigheidsgala betreft, dat georganiseerd werd door een private vereniging zonder winstoogmerk. De wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 18 juli 1966, zijn niet van toepassing op dergelijke manifestaties, te meer daar artikel 30 van de Grondwet bepaalt dat het gebruik van de gesproken talen in Belgiëvrij is, en dat het niet geregeld kan worden dan door de wet en alleen voor handelingen van het openbaar gezag en voor gerechtszaken. 2. Gelet op her voorgaande zijn dergelijke richtlijnen niet noodzakelijk. Question no 936 de M. Van Nieuwenhuysen du 8 novembre 1994 Gouverneur de province. - Anvers. - Soirée de gala. - Invitation. - Emploi des langues. Le gouverneur de la province d'anvers a accordé son haut patronage à une soiréede gala qui a eu lieu dans les salles de fêtes du zoo d'anvers. A la lecture de l'invitation, on s'aperçoit que l'association organisatrice de cette soirée témoigne d'une nette préférence en faveur du français pour annoncer ses activités. 1. Un gouverneur de province ne devrait-il pas limiter son appui à des activités en tous genres à ces associations qui, du moins pour ce qui est de la Flandre, respectent la langue et la culture néerlandaises? 2. Avez-vous donné des directives aux gouverneurs à ce sujet? Réponse: 1. Des informations qui m'ont été communiquées par monsieur le gouverneur de la province d'anvers, il apparaît que la manifestation à laquelle l'honorable membre fait allusion est un gala de bienfaisance organisé par une association privée sans but lucratif. Les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées par l'arrêté royal du 18 juillet 1966, ne s'appliquent pas à de telles manifestations, d'autant plus que l'article 30 de la Constitution stipule que l'emploi des langues usitées en Belgique est facultatif et qu'il ne peut être réglé que par la loi, et seulement pour les actes de l'autorité publique et pour les affaires judiciaires. 2. Vu ce qui précède, de telles instructions ne s'imposent pas.

44 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) Questions et Réponses (SO ) DO DO Vraag nr. 951 van de heer Simonet van 25 november 1994 (Fr.): Gemeenteraadsuetkiezingen, - Beroep bij de Raad van State. - Burgemeester. - Benoeming. In het kader van een bij de Raad van State ingesteld niet-opschortend beroep tot ongeldigverklaring zonder meer van de gemeenteraadsverkiezingen is de situatie duidelijk inzake het statuut van de gemeenteraadsleden en de schepenen. De nieuwe gerneenreraadsleden worden geïnstalleerd en nieuwe schepenen worden verkozen. In geval van ongeldigverklaring van de verkiezingen nemen de voormalige gemeenteraadsleden en schepenen autornatisch hun arnbt terug op tot wanneer de nieuw verkozen gemeenteraad wordt geïnstalleerd. Voor de burgemeester, die door de Koning wordt benoemd, is de toestand echter veel minder duidelijk. Enerzijds zou het benoemen van een burgemeester inderdaad betekenen dat men vooruitloopt op de beslissing die de Raad van State trouwens onverwijld zal nemen. Anderzijds, in geval van ongeldigverklaring van de verkiezingen, zouden de voormalige gemeenteraad en het voormalig schepencollege worden voorgezeten door een burgerneester die werd voorgedragen door leden die bij een. ongeldig verklaarde verkiezing zijn verkozen. Denkt u niet dat de voordracht aan de Koning van de benoeming van een nieuwe burgemeester in dat geval voorzichtigheidshalve dient te worden opgeschort, te meer daar de Raad van Stare zeer vlug, namelijk uiterlijk 60 dagen nadat het beroep is ingesteld, een beslissing neemt? Antwoord: Door artikel 76bis van de gerneentekieswet te wijzigen, heeft de wetgever nooit de bedoeling gehad de benoeming van de burgemeester uit te stellen tot de betekening van het arrest van de Raad van State dat de verkiezingen niet vernietigt of de zetelverdeling tussen de lijsten niet wijzigt. De bepaling van artikel 76bis van de gerneentekieswet, dat specifiek handelt over de benoeming van de burgemeester met uitwerking die tot de betekening van het arrest van de Raad van State wordt uitgesteld, heeft enkel betrekking op de hypothèse waarin de verkiezing werd vernietigd of de zetelverdeling werd gewijzigd door een beslissing van de bestendige deputatie waartegen bij de Raad van Srate beroep is ingesteld bij wege van een beroep dat in dit geval een opschortend karakter heeft. Bijgevolg kon de gemeenteraad worden geïnstalleerd en konden de schepenen worden verkozen, zelfs al werd er tegen de beslissing van de bestendige deputatie die de verkiezingen geldig heeft verklaard zonder de zetelverdeling te wijzigen, beroep ingesteld bij de Raad van State, Question n? 951 de M. Simonet du 25 novembre 1994 (Fr.) : Elections communales. - Recours devant le Conseil d'etat. - Bourgmestre. - Nomination. Dans le cadre d'un recours non suspensif en annulation pure et simple des élections communales devant le Conseil d'etat, la situation est claire pour le statut des conseillers communaux et des échevins. Les nouveaux conseillers communaux sont installés et de nouveaux échevins sont élus. En cas d'annulation des élections, les anciens conseillers communaux et les anciens échevins reprennent automatiquement leurs fonctions jusqu'à la date d'installation du conseil issu du nouveau scrutin. Elle l'est par contre beaucoup moins en ce qui concerne le statut du bourgmestre, puisque celui-ci fait l'objet d'une nomination royale. En effet, d'une part, nommer un nouveau bourgmestre serait préjuger de la décision que prendra, dans un délai par ailleurs très bref, le Conseil d'etat. D'autre part, en cas d'annulation des élections, l'ancien conseil et l'ancien collège seraient présidés par un bourgmestre présenté par des élus issus d'un scrutin invalidé. N'estimez-vous pas que, dans ce cas, il serait plus prudent de surseoir à la présentation à la signature du Roi de la nomination d'un nouveau bourgmestre d'autant que la décision du Conseil d'etat intervient très rapidement, en l'occurrence dans les 60 jours du dépôt du recours? Réponse: En modifiant l'article 76bis de la loi électorale communale, le législateur n'a jamais eu j'intention de reporter la nomination du bourgmestre jusqu'à la notification de l'arrêt du Conseil d'etat qui n'annule pas les élections ou ne modifie pas la répartition des sièges entre les listes. La disposition de l'article 76bis de la loi électorale communale, qui traite spécifiquement de la nomination du bourgmestre avec effet différé jusqu'à la notification de l'arrêt du Conseil d'etat, vise uniquement l'hypothèse dans laquelle l'élection a été annulée ou la répartition des sièges modifiée par une décision de la députation permanente de laquelle il a été appelé au Conseil d'etat à la faveur d'un recours qui, dans ce cas, revêt un caractère suspensif. Dès lors, le conseil communal a pu être installé et les échevins ont pu être élus, quand bien même la décision de la députation permanente qui a validé les élections sans modifier la répartition des sièges a fait l'objet d'un recours au Conseil d'etat.

45 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (CZ ) Questions et Réponses(SO ) Zo kon in deze hypothese ook de burgemeester worden benoemd, met die omstandigheid dat het in 1994 genomen benoemingsbesluit uitwerking kon hebben vanaf 1 [anuari Als echter na een niet opschortend beroep bij de Raad van State de verkiezingen toch vernietigd worden, moet worden vastgesteld dat: a) de Raad van State, als hij uitspraak doet over een beroep tegen een beslissing terzake van de bestendige deputatie, volledig de plaats van deze laatste inneemt door het arrest dat hij wijst; b) de geloofsbrieven van de kandidaten die verkozen waren verklaard, ten gevolge van de vernietiging van de verkiezingen als ongeldig verklaard moeren worden beschouwd; c) het arrest van de Raad van State van rechtswege uitvoerbaar is. Bijgevolg eindigt enerzijds het ambt van de burgemeester die na de vernietigde verkiezingen benoemd was, vanaf de betekening van het vernietigingsarrest van de Raad van Srare, en blijft anderzijds het aftredend gemeenteraadslid dat na de vorige gemeenteraadsverkiezingen met het mandaat van burgemeester bekleed was, dat voort uitoefenen tot de daturn van installatie van de gemeenteraad die na de nieuwe verkiezingen zal worden gevormd. De même, dans cette hypothèse, le bourgmestre a pu être nommé, avec cette circonstance que l'arrêté de nomination pris en 1994 a pu avoir effet à compter du 1 er janvier Toutefois, si, à l'issue d'un recours non suspensif au Conseil d'etat, les élections sont néanmoins annulées, il y a lieu de constater que: a) le Conseil d'etat, lorsqu'il statue sur un recours formé contre une décision de la députation permanente en la matière, se substitue entièrement à cette dernière par l'arrêt qu'il rend; b) par l'effet de l'annulation des élections les pouvoirs des candidats qui avaient été proclamées élus doivent être tenus pour invalides; c) l'arrêt du Conseil d'etat est exécutoire de plein droit. En conséquence, les fonctions du bourgmestre qui avait été nommé ensuite des élections annulées cessent à -partir de la notification de l'arrêt d'annulation. du Conseil d'etat, d'une part; et, d'autre part, le conseiller communal sortant, investi du mandat de bourgmestre à la suite des élections communales précédentes, continue l'exercice de ce mandat jusqu'à l'installation du conseil communal qui sera issu des nouvelles élections. DO DO Vraag nr, 987 van de heer De Man van 3 januari 1995 Politiediensten. - Civiele bescherming. - HIVbesmetting. - Bescherming. De samenleving heefr de plicht haar leden zoveel mogelijk te beschermen tegen HIV-besmetting. Dan is het toch wel zeer merkwaardig dat de verantwoordelijken plots het beleid van het kleinste risico niet meer toepassen, Die houding is onverantwoord orndar er in de verste verte nog geen vaccin beschikbaar is. Kan u akkoord gaan met een maatregel die ertoe strekt aan politiemannen, rijkswachters, leden van de burgerbescherming, brandweermannen en ambulanciers een beschermend mondstuk te geven als ze bij een ongeval als eerste ter plaatse komen en rnogelijk een leven kunnen redden door mond-aan-rnond beademing? Antwoord: In antwoord op zijn vraag kan ik het geacht lid meedelen dar ik van mening ben dat zijn voorstel om bij de verschillende veiligheidsdiensten een rubberen mondstuk te gebruiken ter bescherming tegen een HIV-besmetting alle aandacht verdient. Question n? 987 de M. De Man du 3 janvier 1995 Services de police. - Protection èivile. - Contamination par le VIH. - Protection. Il incombe à la société de mettre tout en œuvre pour protéger la population de toute contamination par le virus du sida. Aussi est-il bien étrange que, tout à coup, les responsables ne pratiquent plus «la politique du moindre risque». Cette attitude est totalement irresponsable, d'autant plus qu'un vaccin antisida ne sera pas disponible de si tôt.. Acquiescez-vous à une mesure visant à équiper les agents de police, les gendarmes, les membres de la protection civile, les sapeurs-pompiers et les ambulanciers d'un masque protecteur pour les cas où ils arrivent en premiers au lieu d'un accident et pourraient sauver une vie humaine en pratiquant le bouche-àbouche? Réponse: En réponse à sa question, je peux informer l'honorable membre que je suis d'avis que sa proposition de faire utiliser des embouts en caoutchoue par les différents services de sécurité, afin de se protéger contre une contamination par le virus VIH, mérite toute attention.

46 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (Sa ) Desalniettemin mag men niet vergeten dar de kans op besmetting door het HIV-virus bij mond-aan-mond beademing zeer miniem is vanwege de zeer specifieke besmettingswijze. Momenteel wordt evenwel bij de rijkswacht een studie verricht waaruit moet blijken of de aankoop van specifiek beschermingsmateriaal al dan nier wenselijk dan wel noodzakelijk is, Néanmoins, il ne faut pas oublier que la probabilité de contamination par Ie virus VIH lors de la respiration bouche-à-bouche est très minime, vu le mode très spécifique de contamination. Toutefois, une étude est actuellement en cours à la gendarmerie qui doit démontrer si l'achat de matériel spécifique de protection est souhaitable ou non, voire nécessaire. DO DO Vraag nr. 998 van de heer Van Vaerenbergh van 17 januari 1995 Gemeenten. - Gemeenteraadsleden. - Dienstouderdom. De omzendbrief van 6 oktober 1994 betreffende de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1994 (Validatie van de verkiezingen en installatie van de gerneenteraadsleden - Verkiezing van de schepenen en benoerningsprocedure voor de burgemeesters, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1994) bepaalt: «De herverkozen uittredende gemeenteraadsleden komen vooraan op de ranglijst naar gelang van hun dienstouderdom en, bij gelijke dienstouderdom, op basis van het aantal verkregen stemmen tijdens de recentste verkiezing.» De circulaire vervolgt dat de dienstouderdom ook bepaald wordt «door de anciënniteitsorde vastgesteld na die eerste verkiezing, in voorkomend geval op grond van het aantal tijdens de laatste verkiezing bepaalde stemrnen». Er is rn.a.w. een tegensrrijdigheid. Die regenstrijdigheid vinden we niet terug in vroegere circulaires en volgens rechtspraak en rechtsléer (zie o.a. Praktisch Handboek voor Gemeenterecht van L. Dujardin e.a., blz. 39 e.v.) is het onlogisch dat de dienstouderdom in het geval van gelijke dienstouderdom zou bepaald worden op basis van het aantal verkregen stemmen tijdens de recentste verkiezing. Rechtspraak en rechtsleer hebben een ander standpunt, 1. Is er inderdaad een tegenstrijdigheid in de circulaire? 2. Zo ja, hoe moet ze opgelost worden? Antwoord: Arrikel 17, rweede lid, van de nieuwe gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991, bepaalt dat de ranglijst wordt opgemaakt naar de dienstouderdorn van de raadsleden, te rekenen van de dag van hun eerste ambtsaanvaarding, en, bij gelijke dienstouderdorn, naar het aantal stemmen verkregen bij de laatste verkiezing. Alleen de ononderbroken diensten als gemeenteraadslid-titularis mogen in aanmerking genomen worden om de dienstouderdom te bepalen; elke onder- Question n? 998 de M. Van Vaerenbergh du 17 janvier 1995 Communes. - Conseillers communaux. - Ancienneté de service. La circulaire du 6 octobre 1994 relative aux élections communales du 9 octobre 1994 (Validation des élections et installation des conseillers communaux- Election des échevins et procédure de nomination des bourgmestres, Moniteur belge du 8 octobre 1994) stipule que: «Les conseillers sortants réélus figurent en tête du tableau selon leur ancienneté et, en cas d'ancienneté égale, selon le nombre de votes obtenus de la plus récente élection.» La circulaire précise par ailleurs que: c l'ancienneté de service comprend égaiement l'ordre d'ancienneté fixé après cette première élection, le cas échéant en fonction du nombre de votes obtenus lors de la dernière élection», Il y a, en d'autres termes, contradiction. Cette contradiction ne figurait pas dans les anciennes circulaires. Par ailleurs, la jurisprudence et ia doctrine (vair notamment «Praktisch Handboek voor Gemeenterecht. de L. Dujardin e.a., p. 39 et suiv.) ne partagent pas le même point de vue et s'accordent à reconnaître qu'il est illogique qu'en cas de parité, l'ancienneté de service soit déterminée en fonction du nombre de voix obtenues lors de l'élection la plus récente. 1. La circulaire comporte-t-elle effectivement une contradiction? 2. Dans l'affirmative, comment convient-il de la résoudre? Réponse: L'article 17, alinéa 2, de la nouvelle ioi communale, modifié par la loi du 21 mars 1991, dispose que le tableau est réglé d'après l'ordre d'ancienneté de service des conseillers, à dater du jour de leur première entrée en fonction, et, en cas de parité, d'après le nombre de votes obtenus lors de la plus récente élection. Seuls les services ininterrompus en qualité de conseiller titulaire doivent être pris en considération pour déterminer l'ancienneté de service, route inter-

47 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Anrwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) breking brengt het definitieve verlies mee van de verkregen dienstouderdom. De rechtspraak en de rechtsleer, die het geacht lid aanhaalt, verwijzen naar de algemeen gangbare interpretatie van het vroegere artikel dat, vóór de wijziging van 21 maart 1991, luidde: «en, bij gelijke dienstouderdom, naar het aantal verkregen stemmen»,. De circulaire van 6 oktober 1994 maakt wel degelijk gewag van de bepaling zoals die werd gewijzigd bij de wet van 21 maart ruption entraînant la perte définitive de l'ancienneté acquise. La jurisprudence et la doctrine, citées par l'honorable membre, se réfèrent à l'interprétation communément admise de l'ancien article qui, avant la modification du 21 mars 1991, était rédigé comme suit: «et, en cas de parité, d'après le nombre de votes obtenus». La circulaire du 6 octobre 1994 fait effectivement état de la disposition telle qu'elle a été modifiée par la loi du 21 mars DO DO Vraag nr van de heer Van Nieuwenhuysen van 31 januari 1995 Rijksregister. - Taalgebruik, - Voeren. Naar verluidt zouden mailings van parastatalen aan de bevolking van Voeren nogal eens in het Frans gebeuren. Ik neem aan dat de parastatalen hun adressen halen uit het rijksregister. 1. Is het niet zo dat alle berichten aan de Voerense bevolking in het Nederlands moeten gebeuren en dat Franse vertalingen slechts op aanvraag moeten worden toegezonden? 2. Hoe komt het dar inwoners van Vlaamse faciliteitengemeenten blijkbaar als Franstalig zijn geregistreerd? Antwoord: 1. Artikel 3 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen vermeldt de informatiegegevens die door het Rijksregister mogen worden verstrekt aan de openbare overheden of instellingen van openbaar nut, die in overeensternming met artikel 5 van de hierboven vermelde wet toegang hebben tot de gegevens van het Rijksregister. Uit deze wetsbepalingen volgt dat het Rijksregister voor de gemeente Voeren geen enkele inlichting kan verstrekken omtrent de taal die intern in de gemeente gebruikt wordt voor specifieke toepassingen op aanvraag van sornrruge mwoners. Aangezien de administratieve voertaal van de gemeente Voeren het Nederlands is, worden de informatiegegevens in het kader van de hierboven vermelde wet door het Rijksregister alleen in het Nederlands verstrekt. 2. Zoals reeds gemeld in punt 1 behoort de taal die intern in faciliteitengemeenten voor specifieke toepassingen op aanvraag van de inwoners wordt gebruikt niet tot de informatiegegevens die door het Rijksregister aan derden kan worden bezorgd. Question n? 1007 de M. Van Nieuwenhuysen du 31 janvier 1995 Registre national. - Emploi des langues. - Fourons. Il me revient que certains messages envoyés par des parastataux à la population fouronnaise seraient rédie gés en français. J'imagine que les parastataux utilisent le registre national pour obtenir les adresses dont elles ont besoin. 1. Tous les messages adressés à la population fouronnaise ne doivent-ils pas être rédigés en néerlandais, une traduction française ne devant être envoyée que sur demande? 2. Comment se fait-il que des habitants de communes à facilités flamandes sont enregistrés comme francophones? Réponse: 1. L'article 3 de la loi du 8 août 1983 organisant un registre national des personnes physiques mentionne les informations qui peuvent être fournies par le Régistre national aux autorités publiques ou aux organismes d'intérêt public qui ont, conformément à l'article 5 de la loi précitée, accès aux données du Registre national. De ces dispositions légales il ressort que le Registre national ne peut transmettre pour la commune de Fourons aucune information relative à la langue qui est utilisée à l'intérieur de la commune pour des applications spécifiques à la demande de certains habitants. La langue administrative de la commune de Fourons étant le néerlandais, les informations visées dans la loi précitée ne sont fournies par le Registre national qu'uniquement en néerlandais. 2. Comme mentionné au point 1 la langue qui est utilisée à l'intérieur de la commune pour des applications spécifiques à la demande de certains habitants ne fait pas partie des informations qui peuvent être transmises par le Registre national à des tiers.

48 15660 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) DO DO Vraag nr van de heer Maingain van 2 februari 1995 (Fr.): Gemeenten. - Burgemeester. - Benoeming. - Wijziging. - Sambreville. Het Belgisch Staatsblad van 24 januari 1995 maakt bij vermelding een koninklijk besluit bekend van 3 januari 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 1994 houdende benoeming van de burgemeester van de gemeente Sambreville. Het koninkliik besluit van 3 januari 1995 heeft betrekking op de wijziging van de daturn van ambtsopneming van de burgemeester. De in het oorspronkelijke besluit vastgestelde datum van 1 januari 1995 wordt namelijk vervangen door de datum van de betekening van het arrest van de Raad van State dat de verkiezingen niet vernietigt noch de zetelverdeling wijzigt. 1. Welke feitelijke omstandigheden en welke rechtsgronden rechtvaardigen dergelijke wijziging van het oorspronkelijk besluit? 2. Wat zijn de juridische gevolgen van die wijziging met terugwerking met betrekking tot de door de betrokken burgemeester sinds 1 januari 1995 verrichte handelingen? Antwoord: 1. a) Wat de feitelijke omstandigheden betreft. Bij de geldigverklaring van de gemeenteraadsverkiezingen die te Sambreville hebben plaatsgevonden, heeft de bestendige deputarie van de provincieraad van Namen - die van ambtswege en bij afwezigheid van enig bezwaar uitspraak deed - de zetelverdeling tussen twee lijsten alsook de volgorde van de effectieve en plaatsvervangende verkozenen voor die lijsten gewijzigd. De beslissing van de bestendige deputatie werd echter laattijdig betekend aan de personen wier hoedanigheid van verkozene en eerste of tweede opvolger ongunstig beïnvloed werd door deze beslissing. De laattijdige betekening heeft voor gevolg gehad dat er bij de Raad van State met evenveel vertraging beroep werd ingesteld tegen de beslissing van de bestendige deputatie, Op de datum van het koninklijk benoemingsbesluit was mijn departement niet op de hoogte van het bestaan van dat beroep en kon daar bovendien redelijkerwijze geen vermoeden meer toe zijn, gezien de wettelijke termijnen ter zake. b) Wat de rechtsgronden betreft. Toen mijn departement kennis kreeg van het besraan van het beroep bij de Raad van State, is gebleken dat het een opschortend karakter had, Question n? 1015 de M. Maingain du 2 février 1995 (Fr.) : Communes. - Bourgmestre. - Nomination. - Modification. - Sambreville. Le Moniteur belge du 24 janvier 1995 publie par mention un arrêté royal du 3 janvier 1995 modifiant l'arrêté royal du 12 décembre 1994 portant nomination du bourgmestre de la commune de Sambreville. L'objet de cet arrêté royal du 3 janvier 1995 tient en la modification de la date de prise de fonctions du bourgmestre, la date du 1 er janvier 1995, telle que fixée dans l'arrêté initial, étant remplacée par la date de notification de l'arrêt du Conseil d'etat qui n'annule pas les élections ou ne modifie pas la répartition des sièges. 1. Quelles circonstances de fait et quels motifs de droit justifient une telle modification de l'arrêté initial? 2. Quelles sont les conséquences juridiques de cette modification avec effet rétroactif sur les actes posés par le bourgmestre concerné depuis le 1 er janvier 1995? Réponse: 1. a) Quant aux circonstances de fait. A l'occasion de la validation des élections cornrnunales qui ont eu lieu à Sambreville, la députation permanente du conseil provincial de Namur, - statuant d'office et en l'absence de toute réclamation -, a modifié la répartition des sièges entre deux listes et l'ordre des élus effectifs et suppléants pour ces listes. Toutefois, la décision deîa députation permanente a été notifiée tardivement aux personnes qui avaient vu leur qualité d'élu et de premier ou de second suppléant défavorablement affectée par cette décision. La notification faite tardivement a eu pour conséquence de retarder d'autant l'introduction d'un recours au Conseil d'etat contre la décision de la députation permanente. A la date de l'arrêté royal de nomination, l'existence de ce recours était inconnue de mon département et ne pouvait, en outre, plus être raisonnablement supposée, compte tenu des délais légaux en la matière. b) Quant aux motifs de droit. Lorsque mon département a eu connaissance de l'existence du recours au Conseil d'etat, il est apparu qu'il revêtait un caractère suspensif compte

49 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(CZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) rekening houdend met artikel 76bis van de gemeentekieswet. Deze bepaling moest dus worden toegepast, voor zover zij er in deze hypothese in voorziet dar de benoeming van de burgemeester kan geschieden vóór de Raad van State uitspraak heeft gedaan, maar slechts uitwerking heeft vanaf de betekening van het arrest van de Raad van State dat de verkiezingen niet vernietigt of de zetelverdeling niet wijzigt. Bijgevolg moest het koninklijk wijzigingsbesluit van 3 januari 1995 uitwerking hebben op 1 januari 1995, de datum van inwerkingtreding van het benoemingsbesluit dat het juist op dat punt wijzigde, 2. De wijziging die door het koninklijk besluit van 3 januari 1995 wordt aangebracht, heeft geen juridische gevolgen voor de handelingen die de burgemeester sedert 1 januari 1995 heeft gesteld, aangezien de betrokkene, met toepassing van artikel 4, tweede lid, van de nieuwe gemeentewet, die herverkozen is als gemeenteraadslid en op wie de afloop van het beroep geen invloed heeft, zijn arnbt van burgemeester is blijven uitoefenen tot voortzetting van het mandaat dat hij voordien bekleedde. 3. Ik wijs er ten slotte op dar de Raad van State bij arrest nr van 20 februari 1995, betekend op de 23evan dezelfde rnaand, het besluit van de bestendige deputatie heeft bekrachtigd, die onder voorbehoud van de wijzigingen van ambtswege die het bevat, de gemeenteraadsverkiezingen die te Sambreville hebben plaatsgehad, geldig heeft verklaard.. De benoeming van de burgemeester heeft aldus uitwerking vanaf de betekening van dit arrest, daar het bepalend gedeelte ervan de verkiezingen immers niet heeft vernietigd, noch de zetelverdeling zoals ze door de bestendige deputatie is vastgesteld, heeft gewijzigd. tenu de l'article 76bis de la loi électorale communale. Il y avait dès lors lieu de procurer application à cette disposition dans la mesure où elle prévoit, dans cette hypothèse, que la nomination du bourgmestre peut intervenir avant que le Conseil d'etat ait statué mais n'a effet qu'à compter de la notification de l'arrêt du Conseil d'etat qui n'annule pas les élections ou ne modifie pas la répartition des sièges.. Enfin, par voie de conséquence, l'arrêté royal modificatif du 3 janvier 1995 devait produire ses effets au 1 er janvier 1995, qui était la date d'entrée en vigueur de l'arrêté de nomination qu'il modifiait précisément sur ce point. 2. La modification apportée par l'arrêté royal du 3 janvier 1995 est sans conséquence juridique sur les actes posés par le bourgmestre depuis le 1 er janvier 1995, étant donné que, par application de l'article 4, alinéa 2, de la nouvelle loi communale, l'intéressé, réélu comme conseiller communal et non susceptible d'être affecté par l'issue du recours, a poursuivi l'exercice de ses fonctions de bourgmestre en continuation du mandat qu'il tenait antérieurement. 3. Je signale enfin que par arrêt n? 51.68? du 20 février 1995, notifié le 23 du même mois, le Conseil d'etat a confirmé l'arrêté de la députation permanente qui, sous réserve des modifications d'office qu'il contient, a validé les élections communales ayant eu lieu à Sambreville. La nomination du bourgmestre a ainsi effet à compter de la notification de cet arrêt, dès lors que son dispositif n'a ni annulé les élections ni modifié la répartition des sièges telle qu'établie par la députation permanente. DO DO Vraag nr van de heer Van Vaerenbergh van 2 februari 1995 Taalgebruil: in bestuurszaken, - Sancties. Hoofdstuk 7 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken gaat over de sancties. Artikel 57 voorziet in disciplinaire straffen, artikel58 voorziet in de nietigheid van handelingen en artikel 59 schrijft de vervanging van stukken voor. 1. a) Hoeveel dossiers zijn aangelegd en hoeveel disciplinaire straffen uitgesproken op basis van artikels??. Question no1016 de M. Van Vaerenbergh du 2 février 1995 Emploi des langues en matière administrative. - Sanctions. Le chapitre 7 des lois coordonnées sur l'emploi des langues en matière administrative traite des sanctions. L'article 57 prévoit des peines disciplinaires, l'article 58 prévoit la nullité des actes, et l'article 59 prescrit le remplacement des documents. 1. a) Combien de dossiers a-t-on constitués et combien de peines disciplinaires a-t-on prononcées sur la base de l'article 57? 1995

50 15662 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) b) In hoeveel van die dossiers maakten respectievelijk de Koning en de gouverneur gebruik van hun bevoegdheid om plaatsvervangend op te treden? 2. a) Hoeveel dossiers zijn samengesteld en hoeveel keer is de nietigheid vastgesteld op basis van artikel 58? b) In hoeveel van die dossiers stelden respectievelijk de betrokken overheid en de toezichthoudende overheid of de rechterlijke macht de nietigheid vast? 3. a) Hoeveel dossiers zijn aangelegd en hoeveel handelingen en bescheiden vervangen op basis van artikel 59? b) In hoeveel van die dossiers en op wiens verzoek diende de vrederechter tussen te komen? Antwoord: Het ministerie van Binnenlandse Zaken beschikt niet over statistieken betreffende deze aangelegenheid. b) Dans combien de ces dossiers le Roi et le gouverneur ont-ils fait usage de leur faculté d'exercer le pouvoir disciplinaire à la place des autorités normalement investies de ce pouvoir? 2. a) Combien de dossiers a-t-on constitués et combien de fois a-r-on constaté la nullité sur la base de l'article 58? b) Dans combien de ces dossiers la nullité a-t-elle été constatée, respectivement par l'autorité concernée et l'autorité de tutelle ou le pouvoir judiciaire? 3. a) Combien de dossiers a-t-on constitués et combien d'actes et de documents a-t-on remplacés sur la base de l'article 59? b) Dans combien de ces dossiers et à la demande de qui le juge de paix a-t-il dû intervenir? Réponse: Le ministère de l'intérieur ne dispose pas de données statistiques concernant la matière évoquée. DO DO Vraag nr van de heer Decroly van 7 februari 1995 (Fr.): Rijkswacht. - Brussel. - Cellenvleugel. Het Comité inzake de voorkoming van folteringen dat werd ingesteld in toepassing van het Europees verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, bracht in 1993 een bezoek aan diverse instellingen in ons land waar mensen van hun vrijheid zijn beroofd. In het zeer interessante verslag dat op 14 oktober 1994 aan de regering werd overhandigd, formuleert het Europees comité in 27 opmerkingen en aanbevelingen in verband met de cellenvleugel van de Brusselse rijkswachtbrigade. Ze hebben betrekking op de verlichting, de luchtverversing en de verwarming van de individuele en van de collectieve cellen. Het Europees comité stelt bovendien dar de individuele cellen, gelet op hun geringe afmetingen (4,5 ml), nauwelijks geschikt zijn voor het opsluiten van iemand die er de nacht moet doorbrengen. 1. Welke maatregelen hebt u genomen om meer behoorlijke opsluitingsvoorwaarden bij de rijkswachtbrigade van Brussel te bewerken? 2. Welke maatregelen hebt u genomen om de mensen die ten minste één nacht moeten worden vastgehouden, elders op te sluiten? Antwoord: Het geacht lid kan hierna de antwoorden vinden op de verschillende vragen: Question n" 1019 de M. Decroly du 7 février 1995 (Fr.) : Gendarmerie. - Bruxelles. - Quartier cellulaire. Institué par la convention européenne pour la prévention de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants, le comité pour la prévention de la torture (CPT) a effectué, en 1993, une visite de divers établissements de notre pays où des personnes sont privées de liberté. Dans le rapport très intéressant qu'il a remis au gouvernement le 14 octobre 1994, au 27, le Comité européen adresse quelques remarques et recommandations relatives au quartier cellulaire de la brigade de gendarmerie de Bruxelles. Elles portent sur l'éclairage, la ventilation et le cha uffage des cellules individuelles et des cellules collectives. Le Comité européen estime par ailleurs que, vu notamment les faibles dimensions des cellules individuelles (4,5 m 2 ), elles ne sont «guère appropriées à la détention d'une personne contrainte d'y passer la nuit». 1. Quelles mesures avez-vous prises pour rendre plus décentes les conditions de détention à la brigade de gendarmerie de Bruxelles? 2. Quelles mesures avez-vous prises pour détenir ailleurs les personnes qui doivent être retenues au moins une nuit? Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses différentes questions:

51 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (CZ ) Questionset Réponses(SO ) De cellen van de rijkswachtbrigade Brussel zijn nieuw (september 1993). De inplanting ervan op de beperkte ruimte in het hartje van de hoofdstad liet niet toe ruimere cellen te voorzien. Deze cellen moeten eerder gezien worden als doorgangscellen voor maximum enkele uren, dan als verblijf. De verlichting, het ventilatie- en verwarrningssysteem maken integraal deel uit van de nieuwe infrastructuur. De opmerkingen van het Comité voor de voorkoming van folteringen werden overgemaakt aan de bevoegde instanties van de Regie der gebouwen en de nodige werkzaamheden werden uitgevoerd. Ik acht verdere maatregelen in het cellencomplex van de rijkswachtbrigade Brussel niet noodzakelijk. De personen moeten wettelijk immers binnen de periode van vierentwintig uur voor de rechter worden gebracht waarna ze, ofwel het voorwerp zullen uitrnaken van een aanhoudingsbevel en bijgevolg overgebracht worden naar de gevangenis, ofwel onmiddellijk zullen worden vrijgelaten. Les cellules de la brigade de gendarmerie de Bruxelles sont neuves (septembre 1993). Leur implantation dans l'espace restreint au cœur de la capitale ne permettait pas de prévoir des cellules plus spacieuses. Ces cellules doivent être considérées davantage comme des cellules de passage, pour quelques heures au maximum, plutôt que comme un lieu de séjour. L'éclairage, la ventilation et le système de chauffage font partie intégrante de la nouvelle infrastructure. Les observations du Comité pour la prévention de la torture ont été transmises aux instances compétentes de la Régie des bâtiments et les travaux nécessaires ont été exécutés. J'estime que d'autres mesures ne sont pas nécessaires dans le complexe cellulaire de la brigade de gendarmerie de Bruxelles. Les personnes doivent d'ailleurs être légalement présentées devant le juge endéans une période de vingt-quatre heures. Après quoi, soit elles feront l'objet d'un mandat d'arrêt suite auquel elles seront escortées vers la prison, soit elles seront immédiatement libérées. DO DO Vraag nr van de heer Van Vaerenbergh van 7 februari 1995 Gemeenten. - Belastingen. - Halle- Vilvoorde. De meeste gemeenten rekenen naast de roerende voorheffing en de personenbelasting aan de gezinnen ook een milieu-, huisvuil- of algemene belasting (of een combinatie daarvan) aan. 1. a) Wat is, per gemeente van het arrondissement Halle- Vilvoorde, het percentage van de opcentiemen op de personenbelasting? b) Wat is, per gemeente, het bedrag van die opcentiemen voor een gezamelijk belastbaar inkomen van één miljoen frank? 2. a) Wat is, per gemeente, het percentage van de opcentiemen op de onroerende voorheffing? b) Wat is, per gemeente, het bedrag van die opcentiemen voor een woning met een (geïndexeerd) kadastraal inkomen van frank? 3. Wat zijn de bedragen van de huisvuil-, gezins- en milieubelastingen per gemeente van het arrondissement Halle-Vilvoorde? Question n? 1021 de M. Van Vaerenbergh du 7 février 1995 Communes. - Impôts. - Hal- Vilvorde. La plupart des communes assujettissent les familles, en plus du précompte mobilier et de l'impôt des personnes physiques, à une taxe d'environnement, à un impôt sur les immondices ou à une taxe générale (ou encore à une combinaison des trois). 1. a) Quel est, pour chacune des communes de l'arrondissement de Hal-Vilvorde, le taux des centimes additionnels à l'impôt des personnes physiques? b) A combien s'élève, pour chacune de ces communes, le montant de ces centimes additionnels pour un revenu commun imposable de 1 million de francs? 2. a) Quel est, pour chacune de ces communes, le taux des centimes additionnels au précompte immobilier? b) A combien s'élève, pour chacune de ces communes, le montant de ces centimes additionnels pour un logement dont le revenu cadastral (indexé) est de francs? 3. A combien s'élèvent les taxes sur les immondices, les impôts d'environnement et les taxes de famille levés par chacune des communes de l'arrondissement de Hal- Vilvorde?

52 15664 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) 4. Kan aan de hand van die gegevens een lijst gemaakt worden van de gemeenten volgens de belastingdruk? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mede te delen dar wat de punten 1 en 2 betreft, zijn vraag voor verder gevolg werd toegezonden aan de heer minister van Einanciën (vraag nr van 21 maart 1995). Het derde punt van de vraag behoort nier tot de bevoegdheid van de federale overheid. Die gegevens kunnen worden opgevraagd aan de Vlaamse rninister van Binnenlandse Aangelegenheden, die het toezicht uitoefent over de gemeenten behorende tot het arrondissement Halle-Vilvoorde. Vermits de gegevens betreffende de punten 1 tot en met 3 niet in mijn bezit zijn, is het mij niet mogelijk het 4de punt te beantwoorden. 4. Est-il possible d'établir, sur la base de ces données, un classement des communes suivant la pression fiscale? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que, en ce qui concerne les points 1 et 2, sa question a été transmise pour suite voulue à monsieur le ministre des Finances (question n? 1470 du 21 mars 1995). Le troisième point de la question ne relève pas de la compétence de l'autorité fédérale. Ces données peuvent être demandées auprès du ministre flamand des Affaires intérieures qui exerce le contrôle sur les communes appartenant à l'arrondissement de Hal- Vilvorde. Vu que les données relatives aux points 1 à 3 ne sont pas en ma possession, il ne m'est pas possible de donner une réponse au point 4. DO Vraag nr van de heer Dewinter 1995 van 7 februari Vreemdelingen. - Criminaliteit. - Gerechtelijke politie. - Bijzondere eenheden, Volgens Het Nieuu/sblad van 1 februari 1995 bestaan binnen de gerechtelijke politie verschillende cellen die zich bezighouden met de criminalireit bij specifieke groepen vreemdelingen in dit land. Zo is er een NOEN (Nigeriaanse Oplichting - Escroquerie Nigérienne) en een EZZO (Escroquerie Zaïroise - Zaïrese Oplichting). 1. Voor welke groepen vreemdelingen werden specifieke politie-eenheden samengesteld? 2. Welke criteria worden gehanteerd om dergelijke eenheden samen te stellen? Antwoord: De vraag heeft betrekking op de gerechtelijke politie en behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Justitie, aan wie ze werd overgemaakt voor beschikking. (Vraag nr. 866 van 24 maart 1995.) DO Question n" 1024 de M. Dewinter du 7 février 1995 Etrangers. - Criminalité. - Police judiciaire. - Unités spéciales. Selon un article paru dans le quotidien «Het Nieuu/sblad» du 1 er février 1995, la police judiciaire compte, en son sein, différentes cellules qui s'occupent du problème de la criminalité parmi des groupes spécifiques d'étrangers dans notre pays. Ainsi, il existe une cellule NOEN (Nigeriaanse Oplichting - Escroquerie nigérienne) et une cellule EZZO (Escroquerie zaïroise - Zaïrese Oplichring), - 1. Pour quels groupes d'étrangers a-t-on constitué des unités de police spécifique? 2. Quels critères président à la constitution de telles unités? Réponse: La question a trait à la police judiciaire et relève de la compétence de mon collègue de la Justice à qui je l'ai transmise pour disposition. (Question n? 866 du 24 mars 1995.). DO Vraag nr van de heer Bossuyt 1995 Gemeenten. - Politie. - Federale toelagen. van 8 februari Steden en gemeenten kunnen bij de federale overheid aankloppen voor diverse recente toelagen ten behoeve van hun politiekorps. Naar verluidt, wordt daarvan onvoldoende gebruik gemaakt. Als dar waar is, is dat des te meer te betreuren aangezien de toelagen DO Question n? 1025 de M. Bossuyt du 8 février 1995 Communes. - Poliee. - Subventions fédérales. Les villes et les communes peuvent depuis peu s'adresser aux autorités fédérales pour obtenir diverses subventions en faveur de leurs corps de police. Or, elles mettraient insuffisamment à profit les possibilités qui leur sont offertes dans ce cadre. C'est d'autant plus

53 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) Chambredes Représentantsde Belgique Questionset Réponses (SO ) onder meer gefinancierd worden met gelden uit het boetefonds dat gespijsd wordt door het werk van de lokale politiekorpsen. Volgens de vakpers zou dat gebrek aan geestdrift om toelagen aan te vragen, te wijten zijn aan de soms verregaande voorwaarden en de nogal doorgedreven controle. Ook de veelheid en de ingewikkeldheid van de besluiten waarop de toelagen zijn gebaseerd zouden menige lokale overheid parten spelen. Het gaat am: (1) financiële hulp voor de uitrusting van het politiekorps (koninklijk besluit van 5 juli 1994); (2) financiële hulp voor de ondersteuning van de werking van het politiekorps (koninklijk besluit van 5 juli 1994); (3) financiële hulp voor de aanwerving van bijkomend personeel in het kader van de politiedienst (koninklijk besluit van 10 juni 1994); (4) financiële hulp voor de werving van bijkomend burgerpersoneel belast met de begeleiding van alternatieve strafrechtelijke maatregelen (koninklijk besluit van 12 augustus 1994); (5) tegemoetkomingen in de bezoldiging van leden van de gemeentepolitie die deelnemen aan beroepsopleidingen (koninklijk besluit van 5 september 1991). 1. Spelen de gemeenten inderdaad te weinig in op die mogelijkheden? 2. a) Bent u het eens met de analyse van vakkringen over de oorzaken van dit gebrek aan enthousiasme? b) Hoe denkt u dit te verhelpen? 3. Voor sommige subsidies is het van belang dat de betrokken gemeente voldoet aan de criteria voor het «verstrekken van een volwaardige politiezorg». a) Wat is het percentage van de gerneenten die daaraan beantwoorden? b) Welke gemeenten in de arrondissementen Kortrijk- Roeselare-Tielt vallen uit boot? 4. a) Hoeveel subsidies, per maatregel, zijn toegekend aan die arrondissementen? b) Wat zijn die cijfers voor de steden Kortrijk, Roeselare en Menen? Antwoord: Het geacht lid kan hierna de antwoorden vinden op zijn verschillende vragen: 1. Vooreerst moet worden opgemerkt dat de financiële hulp voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met de begeleiding van alternatieve strafrechtelijke maatregelen, verleend in het kader van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van justitie (vraag nr. 836 van 8 februari 1995 van de heer Bossuyt, blz van dit bulletin). regrettable que les subventions proviennent notamment du fonds des amendes qui est alimenté grâce au travail des corps de police locaux. Selon la presse spécialisée, ce manque d'enthousiasme pour introduire une demande de subsides serait dû aux conditions et contrôles parfois très poussés qui y sont liés. Le nombre et la complexité des arrêtés prévoyant l'octroi de tels subsides constitueraient également un obstacle pour de nombreuses autorités locales. Il s'agit concrètement: (I) d'une aide financière pour l'équipement des corps de police (arrêté royal du 5 juillet 1994) ; (2) d'une aide financière pour le soutien du fonctionnement des corps de police (arrêté royal du 5 juillet 1994) ; (3) d'une aide financière pour le recrutement de personnel supplémentaire dans le cadre des services de police (arrêté royal du 10 juin 1994); (4) d'une aide financière pour le recrutement de personnel civil supplémentaire chargé de l'accompagnement de mesures judiciaires alternatives (arrêté royal du 12 août 1994) ; (5) de subventions à titre d'intervention dans le traitement des agents de police qui prennent part à des formations professionnelles (arrêté royal du 5 septembre 1991). 1. Est-il exact que les communes profitent insuffisamment des possibilités qui leur sont offertes? 2. a) Etes-vous d'accord avec l'analyse faite dans les milieux spécialisés sur les causes de ce manque d'enthousiasme? b) Comment pensez-vous pouvoir y remédier? 3. Pour certains subsides, il importe que la commune concernée réponde au critère selon lequel la commune doit «fournir un service de police à part entière». a) Quel est le pourcentage de communes remplissant cette condition? b) Quelles communes des arrondissements de Courtrai-Roulers- Tielt sont ainsi écartées du bénéfice de ces mesures? 4. a) Quel est le montant des subsides accordés aux arrondissements en question, par type de mesure? b) Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour les villes de Courtrai, Roulers et Menin? Réponse: L'honorable membre peut trouver ciaprès les réponses à ses différentes questions:. 1. En premier lieu il faut remarquer que l'aide financière pour le recrutement de personnel civil supplémentaire chargé de l'accompagnement de mesures judiciaires alternatives, appliquées dans le cadre de l'arrêté royal du 12 août 1994, relève de la compétence de mon collègue de la Justice (question n? 836 du 8 février 1995 de M. Bossuyt, p de ce bulletin).

54 15666 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) Uit de gegevens waarover ik beschik blijkt dat het merendeel van de gemeenten wel degelijk een beroep doet op de door mijn departement verleende financiële toelagen. 2. Ik kan mij niet aansluiten bij de analyse van de vakkringen. Voor het overgrote deel van de subsidiemogelijkheden die u aanhaalt zijn er geen verregaande voorwaarden gesteld, en is er evenmin sprake van een doorgedreven controle. Het is echter evident dat zo er subsidies worden verleend, er zekere voorwaarden moeten opgelegd worden en dar er een zekere vorm van controle op de aanwending van de toelagen moet zijn. Wat de veelheid en de ingewikkeldheid van de besluiten betreft moet gesteld worden dat zo inderdaad verschillende koninklijke besluiten de diverse financiële toelagen waarop een gemeente een beroep kan doen, reglementeren, deze besluiten steeds nader verklaard worden in ministeriële omzendbrieven die de noodzakelijke praktische informatie bevatten. 3. a) In 1994 voldeden 138 gemeenten op 589 aan de criteria voor «het verstrekken van een volwaardige politiezorg», dit is een percentage van 23,43 %. b) Volgende gemeenten in de arrondissementen Kortrijk, Roeselare en Tielt voldeden in 1994 niet aan deze criteria: I. Arrondissement Kortrijk Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Kuurne, Lendelede, Spierle-Helkijn, Waregem, Wevelgem, Zwevegem; II. Arrondissement Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Moorslede, Staden; III. Arrondissement Ardooie, Dentergem, Meulebeke, Oostrozebeke, Roeselare Tielt Il résulte des données dont je dispose, que la plupart des communes font effectivement appel aux allocations financières octroyées par mon département. 2. Je ne peux m'associer à l'analyse des milieux professionnels. Aucune condition extrême n'a été imposée pour la plupart des subsides et il n'est pas non plus question d'un contrôle poussé. Cependant il va de soi que, si des subsides sont octroyées, certaines conditions doivent être imposées et un certain contrôle sur l'affectation des allocations est requis. Quant à la multiplicité et la complexité des arrêtés, il est clair que, si en effet différents arrêtés royaux règlent les différentes allocations financières dont une commune peut bénéficier, ces arrêtés sont toujours explicités dans des circulaires ministérielles qui contiennent les informations pratiques nécessaires. 3. a) En 1994, 138 communes sur 589 ont satisfait aux critères pour «fournir un service de police à part entière», c'est-à-dire un pourcentage de 23,43%. b) Les communes énumérées ci-après dans les arrondissements de Courtrai, Roulers et Tielt n'ont pas satisfait à ces critères en 1994: I. Arrondissement de Courtrai Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Kuurne, Lendelede, Espierres-Helchin, Waregem, Wevelgem, Zwevegem; II. Arrondissement Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Moorslede, Staden; III. Arrondissement Ardooie, Dentergem, Meulebeke, Oostrozebeke, de Roulers de Tielt

55 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) Pittem, Ruiselede, Tielt, Wielsbeke, Wingene. 4. a) In 1994 werden volgende subsidies aan deze arrondissementen toegekend: I. Financiële hulp voor de uitrusting van het politiekorps (koninklijk besluit van 5 juli 1994) A. Arrondissement Kortrijk: Belgische frank, B. Arrondissement Roeselare: Belgische frank, C. Arrondissement Tielt: Belgische frank; II. Financiële hulp voor de ondersteuning van de werking van het politiekorps (koninklijk besluit van 5 juli 1994) A. Arrondissement Kortrijk: Belgische frank, B. Arrondissement Roeselare: Belgische frank, C. Arrondissement Tielt: I; III. Financiële hulp voor de aanwerving van bijkomend personeel in het kader van de politiedienst (koninklijk besluit van 10 juni 1994) A. Arrondissement Kortrijk: Belgische frank, B. Arrondissement Roeselare: Belgische frank, C. Arrondissement Tielt: I; IV. Tegemoetkomingen in de bezoldigingen van leden van de gemeentepolitie die deelnemen aan beroepsopleidingen (koninklijk besluit van 5 september 1991) A. Arrondissement Kortrijk: - eerste schijf: Belgische frank, - tweede schijf: Belgische frank (*), B. Arrondissement Roeselare: - eerste schijf: Belgische frank, - tweede schijf: Belgische frank (*), - Pittem, - Ruiselede, - Tielt, Wielsbeke, Wingene. 4. a) En 1994 les différents subsides suivants ont été accordés à ces arrondissements: I. Aide financière pour l'équipement du corps de police (arrêté royal du 5 juillet 1994) A. Arrondissement de Courtrai: francs belges, B. Arrondissement de Roulers: francs belges, C. Arrondissement de Tielt: francs belges; II. Aide financière pour le soutien du fonctionnement du corps de police (arrêté royal du 5 juillet 1994) A. Arrondissement de Courtrai: francs belges, B. Arrondissement de Roulers: francs belges, C. Arrondissement de Tielt: I; III. Aide financière pour le recrutement de personnel supplémentaire dans le cadre du service de police (arrêté royal du 10 juin 1994) A. Arrondissement de Courtrai: francs belges, B. Arrondissement de Roulers: francs belges, C. Arrondissement de Tielt: I; IV. Interventions dans les traitements des membres de la police communale participant à des formations professionnelles (arrêté royal du 5 septembre 1991) A. Arrondissement de Courtrai: - première tranche: francs belges, - deuxième tranche: francs belges (*), B. Arrondissement de Roulers: première tranche: francs belges, deuxième tranche: francs belges n, (*) de bedragen van de tweede schijf hebben eveneens betrekking op het werkingsjaar 1994 maar zullen om budgettaire redenen, en zulks in tegenstelling tot de bedragen van de eerste schijf, slechts in de loop van het begrotingsjaar 1995 op rekening van de betrokken geineenten worden gestort. (*) les montants de la deuxième tranche se rapportent également à l'exercice 1994 mais pour des raisons budgétaires, et ce contrairement aux montants de la première tranche, ils ne pourront être liquidés aux communes que dans le courant de l'année budgétaire 1995.

56 15668 BelgischeKamervan Volksverregenwoordigers Vragenen Antwoorden(CZ ) Questions et Réponses (SO ) C. Arrondissement Tielt: - eerste schijf: Belgische frank, - tweede schijf: Belgische frank n; b) In 1994 werden aan de steden Kortrijk, Roeselare en Tielt per besluit volgende subsidies toegekend: I. Financiële hulp voor de uitrusting van het politiekorps (koninklijk besluit van 5 juli 1994) A. Kortrijk: Belgische frank, B. Roeselare: Belgische frank, C. Menen: Belgische frank; II. Financiële hulp voor de ondersteuning van de werking van het politiekorps (koninklijk besluit van 5 juli 1994) A. Kortrijk: Belgische frank, B. Roeselare: Belgische frank, C. Menen: Belgische frank; III. Financiëh:: hulp voor de aanwerving van bijkomend personeel in het kader van de politiedienst (koninklijk besluit van 10 juni 1994) A. Kortrijk: /, B. Roeselare: Belgische frank, C. Menen: /; IV. Tegemoetkomingen in de bezoldigingen van leden van de gemeentepolitie die deelnemen aan beroepsopleidingen (koninklijk besluit van 5 september 1991) A. Kortrijk: - eerste schijf: Belgische frank, - tweede schijf: Belgische frank (',,), B. Roeselare: - eerste schiif: Belgische frank, - tweede schijf: Belgische frank]"), c. Menen: - eerste schijf: Belgische frank, - tweede schijf: Belgische frank (*). (*) de bedragen van de tweede schijf hebben eveneens berrekking op het werkingsjaar 1994 maar zullen om budgettaire redenen, en zulks in tegenstelling tot de bedragen van de eerste schijf, slechts in de loop van her begrotingsjaar 1995 op rekening van de betrokken gerneenten worden gestort. C. Arrondissement de Tielt: - première tranche: francs belges, - deuxième tranche: francs belges (",); b) En 1994 les subsides suivants ont été accordés par arrêté aux villes de Courtrai, de Roulers et de Tielt: I. Aide financière pour l'équipement du corps de police (arrêté royal du 5 juillet 1994) A. Courtrai: francs belges, B. Roulers: francs belges, C. Menin: francs belges; II. Aide financière pour le soutien du fonctionnement du corps de police (arrêté royal du 5 juillet 1994) A. Courtrai: francs belges, B. Roulers: francs belges, C. Menin: francs belges; III. Aide financière pour le recrutement de personnel supplémentaire dans le cadre du service de police (arrêté royal du 10 juin 1994) A. Courtrai: l, B. Roulers: francs belges, C. Menin: /; IV. Interventions dans les traitements des membres de la police communale participant à des formations professionnelles (arrêté royal du 5 septembre 1991) A. Courtrai: - première tranche: francs belges, - deuxième tranche: francs belges (",), B. Roulers: - première tranche: francs belges; - deuxième tranche: francs belges (*), C. Menin: - première tranche: francs belges, - deuxième tranche: francs belges (*). (*) les montants de la deuxième tranche se rapportent également à l'exercice 1994 mais pour des raisons budgétaires, et ce contrairement aux montants de la première tranche, ils ne pourront être liquidés aux communes que dans le courant de l'année budgétaire 1995.

57 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) DO DO Vraag nr van de heer Draps van 14 februari 1995 (Fr.) : Intercommunales. - Gemeenteraad. - Vernieuwing. Artikel 16 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales bepaalt: «Elk lid van een gemeenteraad dat in deze hoedanigheid een mandaat in een intercommunale uitoefent, wordt verondersteld van rechtswege ontslag te nemen zodra het ophoudt van deze gemeenteraad deel uit te maken. Alle mandaten in de verschillende organen van de intercommunale worden geacht te vervallen onmiddellijk na de algemene vergadering die volgt op de vernieuwing van de gerneenteraden.» Een Brusselse intercommunale transcribeert die bepalingen als volgt in haar statuten: «Het mandaat van de afgevaardigden wordt bij voorbaat opgeheven, tegelijk met de hoedanigheid van gemeenteraadslid. De afgevaardigden en de bestuurders blijvenhun functie binnen de vereniging echter waarnemen tot de gemeenten die ze vertegenwoordigen, hun opvolgers hebben aangewezen. Die bekleden hun functie pas nadar de gewone algemene vergadering heeft plaatsgevonden.» Traditiegetrouw vergaderde de raad van bestuur van de betrokken intercommunale ook in 1989 gewoon door na de gemeenteraadsverkiezingen, tot de gewone algemene vergadering die volgde op de vernieuwing van de gemeenteraden, plaatsvond, met alle leden, ook degenen wier mandaat van gemeenteraadslid na de verkiezingen van oktober ten einde gelopen was. Had men het anders gedaan en de aftredende bestuurders hun mandaat ontnomen, dan had men het helebestuur van de intercommunale verlamd en waren degemeenten van hun beheersrecht verstoken geweest. 1. Was die andere handelswijze conform de wetsbepalingen geweest? 2. Welke bevoegdheden hebben de bestuurders die verondersteld worden ontslag te nemen, nog tot de eerstvolgende algemene vergadering na de vernieuwing van de gemeenteraden? Antwoord: Het toezicht op de handelingen van. de intercommunales valt onder de bevoegdheid van de gewesten. Ik verzoek het geacht lid bijgevolg zijn vraag te stellen aan de gewestminister die voor deze aangelegenheid bevoegd is.. Question no 1034 de M. Draps du 14 février 1995 (Fr.): Intercommunales. - Conseil communal. - Renouvellement. La loi du 22 décembre 1986 relative aux intercommunales prescrit en son article 16: «Tout membre d'un conseil communal exerçant, à ce titre, un mandat dans une intercommunale est réputé de plein droit démissionnaire s'il cesse de faire partie de ce conseil communal. Tous les mandats dans les différents organes de l'intercommunale sont réputés prendre fin immédiatement après l'assemblée générale qui suit le renouvellement des conseils comrnunaux.» Une intercommunale bruxelloise transpose ces dispositions en ses statuts sous la forme suivante: «Le mandat des délégués... cesse par anticipation en même temps que la qualité de conseiller communal. Toutefois, les délégués et administrateurs continueront à assurer leurs fonctions au sein de la société jusqu'à ce que les communes qu'ils représentent aient désigné leurs successeurs. Ceux-ci ne prendront leurs fonctions qu'après l'assemblée générale ordinaire.. Traditionnellement, et notamment en 1989, le conseil d'administration de cette intercommunale continua à siéger après les élections communales jusqu'à la tenue de l'assemblée générale ordinaire qui a suivi le renouvellement des conseils communaux, avec tous ses membres, y compris ceux qui étaient arrivés à la fin de leur mandat de conseiller communal à la suite des élections d'octobre. Agir autrement, c'est-àdire retirer tout pouvoir aux administrateurs sortants, aurait paralysé toute l'administration de l'intercommunale et aurait privé les communes de leur droit de gestion. 1. Cette autre façon de procéder serait-elle conforme aux dispositions légales? 2. Quelle est l'étendue des pouvoirs des administrateurs réputés démissionnaires jusqu'à l'assemblée générale suivant le renouvellement des conseils communaux? Réponse: La tutelle sur les actes des intercommunales relève de la compétence des régions. J'invite dès lors l'honorable membre à adresser sa question au ministre régional qui a cette matière dans ses attributions. 1996

58 15670 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) Questions et Réponses (SO ) DO DO Vraag nr, 1037 van dé heer Draps van 14 februari 1995 (Fr.) : Geautomatiseerde stemming. - Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - Raad. - Verkiezing. Bij het elektronisch stemmen ter gelegenheid van de jongste gemeenteraadsverkiezingen is een aanral tekortkomingen van het systeem aan het licht gekomen. Het voor januari beloofde verslag van de werkgroep die in dat verband in uw departement werd opgericht, is bij mijn weten nog niet verschenen. In mijn vraag nr. 876 van 18 augustus 1994 wierp ik het probleem op van de voorstelling op het scherm van de lijsten in een gemeente waar 33 raadszetels te verdelen zijn (Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 125, blz ). Bij de volgende gewestelijke verkiezingen in Brussel zijn er 75 zetels te begeven, de plaatsvervangers niet meegerekend. Aangezien de namen van de kandidaten leesbaar moeren blijven, is het materieelonmogelijk een volledige lijst op één computerscherm weer te geven. Het is nochtans ondenkbaar dat verschillende elektronische bladzijden moeten worden bekeken om alle effectieve en plaatsvervangende kandidaten op één lijst te kunnen lezen, wat inhoudt dat de kandidaten niet op gelijke voet worden behandeld. Om voor de hand liggende praktische redenen is het evenmin denkbaar voor die gewestelijke verkiezingen het traditionele stemsysteem toe te passen, terwijl voor de verkiezingen voor de federale Kamers op dezelfde dag elektronisch wordt gestemd. 1. Welke maatregelen neemt u met het oog op de volgende Brusselse gewestelijke verkiezingen? 2. Is het verslag van de werkgroep over het elektronisch stemmen al opgesteld? 3. Aan wie wordt het meegedeeld? Antwoord: 1. Na de verkiezingen van 1994 heeft de Ministerraad gevraagd hem een evaluatieverslag over het geautomatiseerd stemmen voor te leggen. Twee werkgroepen werden samengesteld om een maximum aan informatie in te zamelen en om een zo volledig mogelijke beoordeling te kunnen voorleggen. Her eindverslag werd op 2 en 3 februari 1995 door die werkgroepen goedgekeurd. Dit verslag werd samen met een nota met besluiten en voorstellen op 24 februari 1995 aan de Ministerraad voorgelegd. In deze nota werden eveneens voorstellen gernaakt om aan het parallax-effect te verhelpen bij de selectie van kandidaten op een scherm op welke een lijst afgebeeld wordt met een groot aantal kandidaten (bv, verkiezing voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad). Question no 1037 de M. Draps du 14 février 1995 (Fr.) : Vote automatisé. - Région de Bruxelles-capitale. - Conseil. - Election. Le vote électronique à l'occasion des dernières élections communales a mis en évidence certaines imperfections de ce système pour lesquelles un groupe de travail a été constitué au sein de votre département, dont le rapport prévu pour janvier n'est toujours pas publié à ma connaissance. J'avais dans ma question n? 876 du 18 août 1994, posé le problème de la représentation à l'écran des listes dans une commune comptant 33 sièges de conseillers (Questions et Réponses, Chambre, , n" 125, p ). Aux prochaines élections régionales bruxelloises, il y aura 75 sièges à pourvoir, sans compter les suppléants. Pour la bonne lisibilité des noms des candidats, il y aura une impossibilité matérielle de faire figurer l'ensemble d'une même liste sur un seul écran informatique. Il est toutefois impensable qu'il faille procéder à des manipulations en changeant de pages électroniques pour prendre connaissance de tous les candidats effectifs et suppléants d'une même liste, ce qui ne mettrait pas les candidats sur le même pied. Il est, par ailleurs, difficilement envisageable pour des raisons pratiques évidentes de prévoir le système traditionnel de vote pour ces élections régionales alors que le vote électronique serait appliqué le même jour aux élections pour le renouvellement des Chambres fédérales. 1. Quelles mesures prenez-vous pour les prochaines élections régionales bruxelloises? 2. Le rapport du groupe de travail sur le vote électronique est-il déjà rédigé? 3. A qui va-t-il être communiqué? Réponse: 1. Après les élections de 1994, le Conseil des ministres a demandé de lui présenter une évaluation du vote automatisé. Deux groupes de travail ont été constitués de manière à recueillir un maximum d'informations en vue de présenter une évaluation aussi complète que possible. Le rapport final a été approuvé par ces groupes de travailles 2 et 3 février Ce rapport ainsi qu'une note avec des conclusions et des propositions ont été présentés au Conseil des ministres le 24 février Cette note contient également des propositions pour remédier à l'effet de parallaxe lors de la sélection de candidats sur un écran contenant une liste avec un grand nombre de candidats (p.ex. pour l'élection du Conseil de Bruxelles-Capitale).

59 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) De uitvoerbaarheid van deze technische wijzigingen wordt thans door de leveranciers van de stemapparatuur onderzocht. 2. Ja. 3. Zie punt 1. Les fournisseurs de systèmes de vote automatisés examinent actuellement la faisabilité de ces modifications techniques. 2. Oui. 3. Voir point 1. DO DO Vraag nr, 1048 van de heer Duquesne van 22 februari 1995 (Fr.): Gemeenten. - Nieuwe gemeentelijke comptabiliteit. - Inventaris van het patrimonium. - Waarderingsregels. Heeft men er, wat de toepassing van de nieuwe gemeentelijke comptabiliteit betreft, voor gezorgd dat voor alle gemeenten dezelfde evaluatieregels gelden? Dar is immers een belangrijk gegeven om de roestand van de gemeenten op een objectieve manier te kunnen beoordelen, inzonderheid met het oog op de tegemoetkoming door het Gemeentefonds. Antwoord: In het kader van de inventaris van het patrimonium die voor de toepassing van de nieuwe gemeentelijke comptabiliteit moet worden opgemaakt, moeten in alle gemeenten identieke waarderingsregels worden toegepast. Ze worden vastgesteld in het ministerieel besluit van 30 oktober 1990, dat gewijzigd werd door het rninisterieel besluit van 1 februari Deze besluiten, tot uitvoering van de artikelen 19 en 21 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, werden in het Belgisch Staatsblad van 22 december 1990 en 19 februari 1994 bekendgemaakt. Question n? 1048 de M. Duquesne du 22 février 1995 (Fr.): Communes. - Nouvelle comptabilité communale.- Inventaire du patrimoine. - Règles de valorisation. Pour l'application de la nouvelle comptabilité communale, a-t-on veillé à ce que les règles d'évaluation soient identiques dans toutes les communes? C'est en effet important demain pour apprécier la situation des communes de manière objective, notamment pour l'intervention du fonds des communes. Réponse: Dans le cadre de l'inventaire du patrimoine qui doit être réalisé pour l'application de la nouvelle comptabilité communale, des règles de valorisation identiques doivent être appliquées dans toutes les communes. Elles sont fixées par l'arrêté ministériel du 30 octobre 1990 qui a été modifié par l'arrêté ministériel du 1 er février Ces arrêtés, publiés au Moniteur belge des 22 décembre 1990 et 19 février 1994, portent exécution des articles 19 et 21 de l'arrêté royal du 2 août 1990 portant le règlement général de la comptabilité communale. DO DO Vraag nr, 1050 van de heer De Man van 24 februari 1995 Politiediensten. - Brussel. - Rellen. Op zaterdag 11 februari jongstleden omstreeks 19 UUf werd op het Bockstaelplein in Brussel een gevecht in regel geleverd door twee vijandige bendes. Naderhand ging een van de bendes 'op zoek naar een gewonde tegenstander in het Brugmannziekenhuis. Tijdens hun strafexpeditie werden nog enkele mensen gewond en werd heel wat schade aangericht. Volgens sommige persberichten duurden de gevechten in het ziekenhuis meer dan een half uur. De politiediensten zouden naderhand slechts vijf bendeleden hebben opgepakt in een naburig park. Question no 1050 de M. De Man du 24 février 1995 Services de police. - Bruxelles. - Echauffourées. Le samedi 11 février dernier, vers 19 h, la place Bockstael à Bruxelles a été le théâtre d'un combat en règle opposant deux bandes rivales. L'une de celles-ci s'est ensuite rendue à l'hôpital Brugmann à la recherche d'un adversaire blessé. Au cours de leur expédition punitive, d'autres personnes encore ont été blessées, et.beaucoup de dégâts ont été occasionnés. Selon certains communiqués de presse, les combats à l'intérieur de l'hôpital auraient duré plus d'une demi-heure. Par la suite, les services de police n'auraient arrêté que cinq personnes dans un parc voisin.

60 15672 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) 1. a) Op welk ogenblik waren de politiediensten op de hoogte van de zware vechtpartij op het Bockstaelplein? b) Zijn ze op die plaats tussengekomen? c) Zo ja, op welke manier? 2. Is het inderdaad zo dat de ({raid» in het Brugmannziekenhuis meer dan een half uur geduurd heeft? 3. Waarom kwamen de politiediensten niet eerder ter plaatse? 4. Hoe is het mogelijk dat men er op een dergelijk lange termijn niet eens in slaagt om een doeltreffende interventie te doen waarbij alle arnokrnakers in het ziekenhuis zelf worden opgepakt? 5. Is het inderdaad zo dat de politie van Brussel eerst gewacht heeft op versterking van de politie van Jette en van de rijkswacht alvorens in te grijpen? Antwoord: Na verificatie bij de Brusselse betreffende de vermelde feiten kan het volgende worden gesteld. 1. a) De politie van Brussel werd op Il februari 1995 om 19 h 18 verwittigd van een vechtpartij te Brussel op de openbare weg, Kerkeveldstraat en niet het Bockstaelplein. b) Twee patrouilles werden naar de plaats van de feiten gestuurd. c) Ter plaatse aangekomen hebben de patrouilles twee ziekenwagens gevraagd. Een persoon werd voor verzorging naar het Brugrnann-ziekenhuis overgebracht. De politie van Brussel heeft ter plaatse de nodige vaststellingen gedaan. 2 en 3. Dezelfde dag om 19 h 48 werd de politie van Brussel verwittigd van een vechtpartij in het Brugmann-ziekenhuis. Er werden onmiddellijk drie patrouilles naartoe gestuurd. Deze kwamen respectievelijk aan om 19 h 52, 19 h 54 en 19 h 56. Dit betekent dat de eerste patrouille arnper vier minuten na de oproep ter plaatse was en de laatste amper acht minuten na de oproep. Sneller lijkt moeilijk mogelijk. 4 en 5. Na hun aankomst werd er nog versterking gevraag en de patrouilles van Ganshoren, Jette, Sint- Jans-Molenbeek alsook de Rijkswacht zijn dan ter plaatse gekomen. De politie heeft dus niet eerst op versterking gewacht om tussen te komen. Nadien werden er vijf personen opgepakt en ter beschikking gesteld van het parket. 1. a) A quel moment les services de police ont-ils été avertis des graves échauffourées qui se déroulaient à la place Bockstael? b) y sont-ils intervenus? c) Dans l'affirmative, de quelle manière? 2. Est-il exact que le ({raid» opéré à l'hôpital Brugmann a duré plus d'une demi-heure? 3. Pour quelles raisons les services de police ne se sont-ils pas rendus plus rapidement sur place? 4. Comment est-il possible que dans un tel laps de temps on ne parvienne pas à intervenir efficacement et à arrêter les fauteurs de troubles à l'hôpital même? 5. Est-il exact que la police de Bruxelles a attendu le renfort de la police de Jette et de la gendarmerie pour intervenir?. Réponse: Après vérification des faits mentionnés auprés de la police de Bruxelles, voici l'exposé des faits. 1. a) Le Il février 1995 à 19 h 18, la police de Bruxelles a été avertie de rixes sur la voie publique, rue du Champ de l'eglise et non à la place BockstaeI. b) Deux patrouilles ont été envoyées sur le lieu des faits. c) Arrivées sur place, les patrouilles ont appelé deux ambulances. Une personne a été conduite, pour soins, à l'hôpital Brugmann. Sur place, la police de Bruxelles a fait les constatations nécessaires. 2 et 3. La même jour, à 19 h 48, la police de Bruxelles a été avertie de rixes dans l'hôpital Brugmann. Immédiatement, trois patrouilles ont été envoyées sur place. Elles sont arrivées respectivement à 19 h 52, 19 h 54 et 19 h 56. Ceci signifie que la première patrouille est arrivée à peine quatre minutes après l'appel et la dernière à peine huit minutes après l'appel. Il me paraît difficile d'aller plus vite. 4 et 5. Un renforcement de patrouilles a été demandé après leur arrivée et les patrouilles de Ganshoren, Jette, Molenbeek-Saint-Jean ainsi que la gendarmerie sont alors arrivées sur les lieux. La police, quant à elle, n'a pas attendu le renforcement pour intervenir. Par la suite, cinq personnes ont été arrêtées et mises à la disposition du parquet.

61 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(Sa ) Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Justitie Justice DO DO Vraag nr. 695 van de heer Eerdekens van 8 augustus 1994 (Fr.): Parlementaire onderzoekscommissie naar de bende van Nijvel en het groot banditisme. - Resultaten en veranderingen. Vier jaar geleden legde de parlementaire onderzoekscornmissie naar de bende van Nijvel en het groot banditisme haar besluiten neer. 1. Tot welke resultaten en veranderingen hebben de door de parlementaire onderzoekscornrnissie ingezette middelen en energie op het niveau van het bestuur strafzaken geleid? 2. Welke strafrechtelij ke beleidsopties werden goedgekeurd en in de praktijk gebracht op her stuk van onderzoek en vervolging? 3. Met welke concrete maatregelen en oplossingen werd gereageerd op de disfuncties en de rnislukkingen die het parlementair onderzoek aan het licht bracht? 4. Wat zijn de precieze prerogatieven van de nationale magistraat en de nationale commissaris? 5. Hoe werd ingegaan op de verklaringen van getuigen volgens wie het onderzoek binnen het gerechtelijk systeem werd «gesaboteerd ", en met name op de verklaringen van de heren Poelman, Marnette, Cruysmans, Degraeve en Hennart? 6. Welke tuchtstraffen werden al dan niet uitgesproken tegen de magistraten en/of speurders die tijdens de debatten in de commissie Bourgeois in opspraak kwamen, en meer bepaald tegen de procureur des Konings van Nijvel? Antwoord: In antwoord op zijn vraag kan ik aan her geacht lid de volgende inlichtingen meedelen: 1, 2 en 3. Sinds de neerlegging van de conclusies van de Onderzoekscommissie over het groot banditisme heb ik een reeks wetgevende hervormingen op het getouw gezet met het oog op de verbetering van de werking van de strafgerechten. De overwegingen die hebben geleid tot de oprichting van een dienst strafrechtelijk beleid vinden hun oorsprong in de werkzaamheden van deze onderzoekscommissie. Deze dienst, opgericht bij het koninklijk Question n? 695 de M. Eerdekens du 8 août 1994 (Fr.): Commission d'enquête parlementaire sur les tueries du Brabant wallon et le grand banditisme. - Résultats et changements. Il y a quatre ans, la Commission d'enquête parlementaire sur les tueries du Brabant wallon et le grand banditisme déposait ses conclusions. 1. Quels résultats et changements ont entraînés les moyens et l'énergie mis en œuvre par la commission d'enquête parlementaire au niveau de l'administration de la justice pénale? 2. Quelles sont les orientations de politique criminelle décidées et mises en œuvre en matière de recherches et de poursuites? 3. Quels sont les mesures et remèdes concrets opposés aux dysfonctionnements et aux échecs mis en lumière par les conclusions de l'enquête parlementaire? 4. Quelles sont les prérogatives exactes du magistrat national et du commissaire national? 5. Quelles sont les suites réservées aux déclarations des témoins qui ont dénoncé le «sabotage» de l'enquête à l'intérieur du système judiciaire et notamment aux déclarations de MM. Poelman, Marnette, Cruysmans, Degraeve et Hennart? 6. Quelle est la nature des sanctions disciplinaires prononcées à l'égard des magistrats et/ou enquêteurs nommément mis en cause lors des débats devant la commission Bourgeois et notamment à l'égard du procureur du Roi de Nivelles?. Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les renseignements suivants: 1, 2 et 3. Depuis le dépôt des conclusions de la Commission d'enquête sur le grand banditisme, j'ai mis en œuvre une série de réformes législatives visant à améliorer l'administration de la justice pénale. La réflexion qui a conduit à la création d'un service de la politique criminelle trouve son origine dans les travaux de cette Commission d'enquête. Ce service, créé par l'arrêté royal du 14 janvier 1994, est un

62 15674 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Anrwoorden (CZ ) Questions et Réponses (Sa ) besluit van 14 januari 1994 is een adviserend en raadgevend orgaan dat optreedt op eigen initiatief of op rnijn vraag. organe d'avis et de conseils agissant d'initiative ou à ma demande. Zijn taak bestaat erin: Il est chargé de: alle nuttige informatie te verzamelen of te laten verzamelen voor de opbouw van de criminaliteitsbestrijding; de evolutie van de criminaliteit vast te stellen en op te volgen, de oorzaken ervan te onderzoeken en te analyseren; de oriëntaties van het strafrechtelijk beleid voor te stellen en de voor de uitvoering en voor de organisatie ervan vereiste middelen te formuleren; advies te verstrekken over de coördinatie van het preventief, het repressief en het penitentiair beleid; de criteria voor te stellen die de uitoefening van de strafvordering structureren; tot de algernene voorlichting van de magistraten en de politiediensten bij te dragen. Ik noem eveneens de Commissie strafprocesrecht opgericht bij rninisterieel besluit van 23 oktober 1991, het Nationaal instituut voor de criminalistiek en de criminologie, waarvan de taken bepaald worden in het koninklijk besluit van 29 november 1994 (Belgisch Staatsblad van 23 december 1994) en de Algemene politiesteundienst opgericht bij het koninklijk besluit van 11 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 30 juli 1994) die bijdraagt tot een betere samenwerking tussen en coördinatie van de algemene politiediensten, met name de rijkswacht, de gerechtelijke politie bij de parketten en de gemeentepolitie. Daarnaast staat deze dienst mij, evenals mijn collega van Binnenlandse Zaken, bij in het kader van de taak die ons toevertrouwd is door artikel 9 van de wet van 5 augustus 1992 op het politiearnbt, te weten de coördinatie van het algemeen beleid inzake politie en het beheer van de voornoemde politiediensten. Deze maatregelen dragen allen bij tot de verbetering van de werking van de strafgerechten. Daarnaast zijn er belangrijke inspanningen gerealiseerd, enerzijds om de strafprocedure te optimaliseren en te versnellen, anderzijds om het gerechtelijk werk te rationaliseren, en tenslotte om bepaalde misbruiken in de aanwending van proceduretechnieken uit te sluiten. Met betrekking hiertoe zijn wetten aangenomen, meer bepaald de wet van 11 juli 1994 betreffende de politierechtbanken en houdende een aantal bepalingen betreffende de versnelling en de modernizering van de strafrechtspleging (Belgisch Staatsblad van 21 juli 1994), de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en openen van privé- communicatie en- telecommunicatie (Belgisch Staatsblad van 24 januari réunir ou faire réunir toute information utile à l'élaboration de la politique criminelle; dresser et suivre l'évolution de la criminalité, rechercher et analyser les causes de la délinquance; proposer les orientations pour la politique criminelle ainsi que les moyens nécessaires pour son exécution et son organisation; donner avis sur la coordination des politiques préventive, répressive et pénitentiaire; proposer les critères qui structurent l'exercice de l'action publique; contribuer à l'information générale des magistrats et des services de police. Je citerai également la Commission pour le droit de la procédure pénale créée par arrêté ministériel du 23 octobre 1991, l'institut national de criminalistique et de criminologie dont les missions sont définies dans l'arrêté royal du 29 novembre 1994 (Moniteur belge du 23 décembre 1994) et le Service général d'appui policier créé par arrêté royal du 11 juillet 1994 (Moniteur belge du 30 juillet 1994) qui contribue à une meilleure collaboration et coordination des services de police générale, c'est-à-dire la gendarmerie, la police judiciaire près les parquets et la police communale. En outre, ce service m'assiste ainsi que mon collègue de l'intérieur dans la mission qui nous est confiée par l'article 9 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, à savoir, la coordination de la politique générale en matière de police et la gestion des services de police précités. Chacune de ces mesures contribue à l'amélioration du fonctionnement de la justice pénale. Des efforts importants ont en outre été réalisés, d'une part pour optimaliser et accélérer la procédure pénale et d'autre part pour rationaliser le travail judiciaire et enfin pour exclure certains abus dans l'utilisation de techniques de procédure. A cet égard, des lois ont été adoptées, notamment la loi du 11 juillet 1994 relative aux tribunaux de police et portant certaines dispositions relatives à l'accélération et à la modernisation de la justice pénale (Moniteur belge du 21 juillet 1994), la loi du 30 juin 1994 relative à la protection de la vie privée contre les écoutes, la prise de connaissance et l'enregistrement de communications et de télécommunications privées (Moniteur belge du 24 janvier 1995) et la loi du 24 décembre 1993

63 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses(SO ) ) en de wet van 24 december 1993 die de verjaringstermijnen voor de strafvordering verlengt (Belgisch Staatsblad van 31 december 1993). 4. De Nationale magistraat heeft als taak: - de coördinatie van de opsporingen en onderzoeken betreffende alle misdaden en wanbedrijven die door hun omvang of weerslag nationale of internationale dimensies aannemen of kunnen aannemen; - de centralisering van de opsporingen en onderzoeken die wordt bekomen dankzij het voorleggen van gepaste voorstellen en aanbevelingen aan de procureurs des Konings, en dankzij tussenkornsten bij conflictsituaties inzake de materies die tot de bevoegheid van meerdere overheden behoren; - adviezen geven aan de procureurs des Konings en hen bijstaan. Het Commissariaat-generaal voor de Gerechtelijke politie heeft onlangs een beperking van zijn opdracht ondergaan, gezien het koninklijk besluit van 11 juli 1994 over de algemene politiesteundienst vooral beoogt een zeker aantal diensten behorend tot het Commissariaat-generaal van de Gerechtelijke politie, de Rijkswacht en de Algemene rijkspolitie over te brengen naar en te groeperen in een gemeenschappelijke coördinatiestructuur ten bate van de drie algemene politiediensten. De commissaris-generaal die een nationale dienst leidt, bliift evenwel belast, ten aanzien van de brigades van de Gerechtelijke politie, met: - de algemene organisatie van het werk binnen de brigades door middel van richtlijnen aan de officieren belast met hun leiding, de coördinatie van de relaties tussen de brigades en de relaties tussen de brigades en het commissariaat-generaal; de organisatie van de plaatselijke documentatie en de overmaking van de informatie noodzakelijk voor het bijhouden van de nationale en internationale documentatie van gerechtelijke politie; - het toezicht op 'de dienst telecommunicatie en de bijzondere brigade belast met de zware criminaliteit; de verwerking op nationaal niveau van de informatie en de organisatie van de verspreiding van de informatie verwerkt door de andere politiediensten. 5 en 6. Wat betreft deze twee punten, zullen de gewenste inlichtingen aan het geacht lid worden medegedeeld zodra de gerechtelijke overheden mij de gevraagde inlichtingen overgemaakt zullen hebben. qui allonge les délais de la prescription de l'action publique (Moniteur belge du 31 décembre 1993). 4. Le Magistrat national a comme mission: la coordination des recherches et des investigations concernant tous les crimes et délits qui, par leur ampleur ou leur répercussion, prennent ou peuvent prendre des dimensions nationales ou internationales; la centralisation des recherches et des investigations obtenues grâce à la présentation aux procureurs du Roi de propositions et de recommandations appropriées, et grâce à des interventions en cas de situations conflictuelles concernant des matières qui relèvent de la compétence de plusieurs autorités; de donner des avis aux procureurs du Roi et de les assister. Le Commissariat général de la police judiciaire a vu dernièrement son mandat se limiter, étant donné que l'arrêté royal du 11 juillet 1994 sur le service général d'appui policier vise principalement à transférer et à regrouper un certain nombre de services relevant du Commissariat général de la Police judiciaire, de la Gendarmerie et de la Police générale du royaume dans une structure commune de coordination au profit des trois services de police généraux. Le commissaire général qui dirige un service national, reste cependant chargé, à l'égard des brigades de police judiciaire de: l'organisation générale du travail dans les brigades, par des instructions adressées aux officiers chargés de leur commandement, la coordination des relations entre les brigades et des relations entre les brigades et le commissariat général; l'organisation de la documentation locale et la transmission des informations nécessaires à la tenue de la documentation nationale et internationale de police judiciaire; la surveillance du service des télécommunications, de la brigade spéciale chargée de la grande criminalité; le traitement de l'information au niveau national et l'organisation de la diffusion des informations traitées par les autres services de police. 5 et 6. En ce qui concerne ces deux points, les renseignements souhaités par l'honorable membre lui seront communiqués dès que les autorités judiciaires m'auront fait parvenir les renseignements demandés.

64 15676 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (CZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) DO DO Vraag nr. 790 van de heer Landuyt van 19 december 1994 Departement. - Raadpleging van advocaten. 1. a) Welke bedragen heeft uw departement in 1991, 1992, 1993 en 1994 betaald voor de raadpleging van advocaten? b} Wat was het bedrag per advocaat en per zaak waarvoor ze geraadpleegd werden? 2. a) Heeft uw departement voor die jaren abonnementen gesloten met sommige advocaren? b) Zo ja, op welke rechtsbasis zijn die abonnementen gesteund? c) Met welke advocaten zijn abonnementen gesloten? d) Voor welke duur zijn ze gesloten? e) Wat is de overeengekomen vergoedingswijze (per prestatie, per periode,... )? f) Wat is het bedrag van de overeengekomen vergoedingen, per advocaat? 3. a) Slaan de abonnementen en raadplegingen voor dezelfde jaren steeds op betwiste zaken of ook op andere aangelegenheden? b) Wat zijn die andere aangelegenheden desgevallend? Antwoord: Hierbij kan ik aan het geacht lid de volgende gegevens mededelen: 1. a) betaalde bedragen: 1991: frank; 1992: frank; 1993: frank; 1994: frank. b) Het bedrag per zaak varieert overeenkomstig de aard van de zaak en de prestaties die de raadsman van het departement dient te leveren. Algemeen kan men stellen dar een zaak in eerste aanleg gemiddeld frank kost en in graad van beroep frank (stand 1994). De procedures voor de Raad van State kosten gemiddeld frank per zaak (stand 1994). Question n? 790 de M. Landuyt du 19 décembre 1994 Département. - Consultation d'avocats. 1. a) Quels montants votre département a-t-il déboursés en 1991, 1992, 1993 et 1994 à titre d'honoraires d'avocats? b} Quelle est la ventilation des honoraires payés par avocat et par affaire traitée? 2. a) Votre département a-t-il conclu des contrats d'abonnement avec certains avocats pour cette période? b) Dans l'affirmative, sur quel fondement juridique ces contrats d'abonnement reposent-ils? c) Avec quels avocats des contrats d'abonnement ontils été signés? d) Pour quelle période ont-ils été conclus? e) Quel est le mode de rétribution convenu (à la prestation, par période, etc.)? f) Quel est, par avocat, le montant des rétributions convenues? 3. a) Les contrats d'abonnement et les consultations des années précitées portaient-ils toujours sur des litiges ou auraient-ils trait à d'autres affaires également? b) Quelles êcaient, le cas échéant, ces autres affaires? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les renseignements suivants: 1. a) montants payés: 1991: francs; 1992: francs; 1993: francs; 1994: francs. b) Le montant payé par affaire varie selon la nature de l'affaire et les prestations fournies par le conseiller du département. Généralement, une affaire en première instance coûte en moyenne francs; elle coûte francs lorsqu'elle va en appel (situation 1994). Les procédures devant le Conseil d'etat coûtent en moyenne francs par affaire (situation 1994).

65 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) a) Er werden door mijn departement geen abonnementen gesloten, behalve voor wat betreft de zaken inzake de Dienst Vreemdelingenzaken, voor zolang die onder mijn bevoegdheid ressorteerde. Aan deze abonnementen werd een einde gesteld op 1 januari Deze abonnementsovereenkomst bedroeg frank per jaar. Het betrof hier routinezaken, waarbij het bedrag van frank enkel erelonen betrof en geen kosten. b) Deze overeenkomsten steunden op een overeenkomst tussen twee partijen. Er werd geen koninklijk besluit getroffen dat de modaliteiten van de overeenkomsten vastlegde. c) De heer P. François en de dames Scarcez en Decordier. d) De abonnementen golden voor één ja ar met srilzwijgende verlenging. 3. a) enkel betwiste zaken. b) 2. a) Mon département n'a conclu aucun contrat d'abonnements, sauf pour les affaires concernant l'office des Etrangers, tant que cette administration dépendait de mes compétences. Il a été mis fin à ces contrats au 1 er janvier Ces contrats d'abonnements s'élevaient à francs par an. Il s'agissait en l'occurence d'affaires de routine, et le montant de francs n'incluait que les honoraires, et non les frais. b) Ces contrats d'abonnements se basaient sur une convention conclue entre deux parties. Il n'a pas été établi d'arrêté royal fixant les modalités de la convention. c) M. P. François et Mmes Scarcez et Decordier. d) Les contrats d'abonnements étaient conclus pour un an avec un renouvellement tacite. 3. a) uniquement des litiges. b) DO Vraag nr, 811 van de heer Van Nieuwenhuysen 18 januari 1995 Rijkswacht. - Voeren. - Verkiezingscampagne. - Beschadigingen. van Tijdens de voorbije campagne voor de gerneenteraadsverkiezingen overschilderden aanhangers van «Retour à Liège» de Nederlandse benamingen op 22 richtingaanwijzers in Voeren en besmeurden ze heel wat privê-eigendorn, verenigingszalen, het Veltrnanshuis en toeristische signalisatie. Alleen al voor de Vlaamse gemeenschap zou de schade frank bedragen. 1. Hoeveel klachten registreerde de rijkswacht? 2. Startte de rijkswacht een onderzoek? 3. Werden verdachte personen ondervraagd? 4. Heefr de rijkswacht al enig vermoeden over wie de daders zijn? Dû Question n? 811 de M. Van Nieuwenhuysen du 18 janvier 1995 Gendarmerie. - Fourons. - Campagne électorale.- Dégradations. Pendant la dernière campagne électorale, des partisans de «Retour à Liège» ont couvert de peinture les inscriptions en néerlandais sur 22 panneaux de signalisation à Fourons et souillé de nombreuses propriétés privées, des salles de réunion, Ia «Veltrnanshuis» et des signalisations touristiques. Pour la seule Communauté flamande, les dégâts se chiffreraient à francs. 1. Combien de plaintes la gendarmerie a-t-elle enregistrées? 2. La gendarmerie a-t-elle ouvert une enquête? 3. Les personnes suspectées ont-elles été interrogées? 4. La gendarmerie a-t-elle quelques soupçons quant aux auteurs de ces faits? Antwoord: Het geacht lid kan hierna de antwoorden vinden op de verschillende vragen: 1. De rijkswacht registreerde negen klachren, waarvan zeven lastens onbekende dader(s), wegens afrukken van een verkiezingspaneel of bekladden van een Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses aux différentes questions: 1. La gendarmerie a enregistré neuf plaintes, dont sept à charge d'auteur(s) inconnu(s), pour avoir arraché un panneau électoral ou avoir barbouillé une porte 1997

66 15678 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) garagepoort, van een reklamebord, van muren, van het wegdek, van een kerkhofmuur. Het gaat om processen-verbaal die aan de Procureur des Konings te Tongeren werden gezonden. 2. De rijkswacht startte in alle voornoemde klachten een onderzoek. 3. In één zaak werd de verdachte ondervraagd en één andere zaak maakt het voorwerp uit van een informatie-onderzoek. 4. De Luiksgezinde slogans wijzen in de richting van leden van «Retour à Liège» doch de benadeelden hebben niets gezien of gehoord. de garage, un panneau-réclame, des murs, le revêtement routier, le mur d'un cimetière. Il s'agit de procès-verbaux Roi de Tongres. envoyés au Procureur du 2. La gendarmerie a commencé des enquêtes pour toutes les plaintes précitées. 3. Dans une seule affaire, l'inculpé a été interrogé et une seule autre affaire fait l'objet d'une information. 4. Les slogans pro-liégeois semblent désigner des membres de «Retour à Liège», mais les préjudiciés n'ont rien vu ou entendu. DO Vraag nr. 813 van de heer Knoops van 18 januari 1995 (Fr.) : Gerechtelijke politie bij de parkeuen, - Charleroi. Een aantalonderzoeksrechters klaagt over het gebrek aan officieren van de gerechtelijke politie die instaan voor de enquêtes in het kader van onderzoeken waarvan zij de leiding hebben. 1. Op hoeveel officieren van de gerechtelijke politie kan het parket te Charleroi momenteel een beroep doen? 2. Wat is de personeelsformatie? 3. Hebben de onderzoeksrechters de rnogelijkheid om de hulp van andere instanties te vragen (BOBrijkswachters, Hoog comité van toezicht, overige lichamen...)? Antwoord: Hierbij kan ik aan het geacht lid de volgende gegevens mededelen: 1. Aantalofficieren van de gerechtelijke politie bij het parket te Charleroi: 21, waarvan 1 gedetacheerd bij het commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie en 1 bij de nationale brigade. 2. Voorziene personeelsbezetting: Ja. DO Question n" 813 de M. Knoops du 18 janvier 1995 (Fr.) : Police judiciaire auprès des parquets. - Charleroi. Un certain nombre de juges d'instruction se plaignent de manquer d'officiers de la police judiciaire pour assurer les enquêtes dans le cadre d'instructions dont ils ont la charge. 1. Quel est le nombre d'officiers de la police judiciaire actuellement à la disposition du parquet de Charleroi? 2. Quel est le cadre prévu? 3. Les juges d'instruction ont-ils la possibilité de requérir l'aide d'autres corps constitués (gendarmes de la B5R, Comité supérieur de contrôle, autres organes...)? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les renseignements suivants: 1. Nombre d'officiers de la police judiciaire au parquet de Charleroi: 21, dont 1 détaché au commissariat général de la police judiciaire et 1 à la brigade nationale. 2. Cadre prévu: 2L 3. Oui. DO Vraag nr. 832 van de heer Decroly van 6 februari 1995 (Fr.) : Strafinrichtingen. - Bulletin. In een heel interessante vragenlijst die aan de nieuwe verkozenen werd bezorgd, wordt onder meer voorgesteld het Bulletin van het Bestuur Strafinrichtingen te ontvangen. Naar verluidt is de publikatie van dat DO Question n'' 832 de M. Decroly du 6 février 1995 (Fr.): Etablissements pénitentiaires. - Bulletin. Un très intéressant questionnaire distribué aux nouveaux élus me propose notamment de recevoir le Bulletin de l' Administration des établissements pénitentiaires. Il me revient que la publication de ce bulle-

67 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) ChambredesReprésentan ts de Belgique Questionset Réponses(SO ) bulletin sinds 1985 onderbroken. Het bulletin, dat de inhoud van diverse rondzendbrieven en ministeriële besluiten publiceert, waarvan sommige kunnen afwijken van door het Parlement aangenomen wettelijke voorschriften, is een essentieel informatiemiddel voor de rechtzoekende, voor gerechtskringen (magistraten, advokaten, administratie) en voor de wetgever, informatie die doorgaans als de hoeksteen van de rechtsstaat wordt beschouwd. In het bulletin worden penitentiaire of gerechtsdeskundigen en mensen uit de praktijk aan het woord gelaten, zodat het een afspiegeling is van een intellectueel leven waarop het bestuur Strafinrichtingen alle redenen heeft om trots op te zijn en een stimulans betekent voor degenen die hun praktijk willen verbeteren of hun opleiding willen vervolledigen Waarom wordt het Bulletin van het Bestuur Strafinrichtingen, volgens de informatie waarover ik beschik, sinds 1985 niet meer gepubliceerd? 2. Is het bulletin afgeschaft of werd zijn publikatie enkelopgeschort? 3. Zo het om een gewone opschorting gaat, wanneer kan dar hulpmiddel voor bijscholing, wetenschappelijk werk en democratische controle opnieuw verschijnen? Antwoord: 1. Het Bulletin van het Bestuur Strafinrichtingen verschijnt inderdaad niet meer sedert In het laatste bulletin is het vijfjaarlijks verslag van het Bestuur Strafinrichtingen betreffende de jaren 1980 tot 1985 bekendgemaakt. 2. De publikatie van het bulletin is wegens personeelsgebrek tijdelijk stopgezet. 3. Het Bestuur Strafinrichtingen overweegt de achterstand weg te werken door de publikatie van een beknopt jaarlijks nummer waarin hoofdzakelijk statistieken en circulaires zijn opgenomen. tin serait interrompue depuis Répercutant le -contenu de diverses circulaires et arrêtés ministériels dont certains peuvent déroger à des prescriptions légales adoptées par notre parlement, ce bulletin est un vecteur clé de l'information du justiciable, du monde judiciaire (magistrats, avocats, administration) et du législateur, information dans laquelle on voit ordinairement la pierre angulaire de l'état de droit. En donnant la parole à des acteurs et à des experts pénitentiaires ou judiciaires, il reflète une vie intellectuelle dont l'administration des établissements pénitentiaires a tout lieu d'être fière et constitue un stimulant pour celles et ceux qui souhaitent améliorer leurs pratiques ou approfondir leur formation Pourquoi le Bulletin de l'administration des établissements pénitentiaires n'est-il plus publié, d'après mes informations, depuis 1985? 2. Ce bulletin est-il supprimé ou sa parution est-elle simplement suspendue? 3. En cas de simple suspension, dans quels délais cet outil de formation continuée, de travail scientifique et de contrôle démocratique pourra-t-il reparaître? Réponse: 1. Il est exact que le Bulletin de l' Administration des Etablissements pénitentiaires n'a plus paru depuis l'année Le dernier bulletin publiait le rapport quinquennal de l'administration pénitentiaire. 2. La parution est suspendue, par manque de personnel pour s'occuper de cette publication. 3. L'Administration des Etablissements pénitentiaires envisage de résorber le retard en publiant un numéro annuel réduit, reprenant essentiellement des statistiques et les circulaires de l'année. DO Vraag nr. 836 van de heer Bossuyt van 8 februari 1995 Alternatieve straffen. - Begeleiding. - Gemeenten. - Toelagen. Sinds kort (koninklijk besluit van 12 augustus 1994) kunnen steden en gemeenten gesubsidieerd worden voor de werving van burgerpersoneel bij de politie voor de begeleiding van alternatieve strafrechtelijke maatregelen. Dit gebeurt door het sluiten van conrracten tussen de gemeente en de minister van Justitie. DO Question n? 836 de M. Bossuyt du 8 février Peines alternatives. - Accompagnement. - Communes. - Subventions. Depuis peu (plus précisément depuis l'arrêté royal du 12 août 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier d'une aide financière pour le recrutement de personnel civil supplémentaire chargé de l'accompagnement de mesures judiciaires alternatives et de la prévention de la criminalité et l'accueil en matière de toxicomanie), les villes et communes peuvent obtenir une subvention pour le recrutement de personnel civil au service de police afin d'assurer l'accompagnement de mesures judiciaires alternatives. Cela se fait par la voie de contrats conclus par la commune et le ministre de la Justice.

68 15680 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) 1. Hoever staat het in de regio Kortrijk-Roeselare- Tielt met de oprichting van de evaluatiecornrnissies om de voorgestelde projecten te onderzoeken en te volgen? 2. Hoeveel aanvragen zijn ingediend in die arrondissementen? 3. Hoeveel projecten zijn al goedgekeurd? 4. a) Hoeveel personen met een alternatieve straf worden er dankzij die subsidies begeleid in de streek? b) Wat is dat cijfer voor de steden Kortrijk, Roeselare en Menen? Antwoord: In eerste instantie moet ik het geacht lid erop wijzen dar her aanwerven van bijkomend burgerpersoneel voor de begeleiding van alternatieve strafrechtelijke maatregelen dient onderscheiden te worden van de tegemoetkoming voor de aanwerving van bijkomend personeel voor de politiedienst. Voor dit laatste is mijn collega, de heer minister van Binnenlandse zaken, bevoegd (zie ook zijn omzendbrief in het Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1994) (vraag nr van 8 februari 1995 van de heer Bossuyt, blz van dit bulletin). Wat de begeleiding van alternatieve strafrechtelijke maatregelen aangaat: tot nog toe konden nog geen projecten worden ingediend. De evaluatie- en opvolgingscommissies bedoeld in artikel 3 van het koninkliik besluit van 12 augustus 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten een financiële hulp kunnen genieten voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met de begeleiding van alterriatieve strafrechtelijke maatregelen, zullen sarnengesteld zijn tegen 31 maart De betrokken gerechtelijke overheden werden daartoe begin maart aangeschreven. Half maart 1995 wordt in het Belgisch Staatsblad een omzendbrief gepubliceerd ter inforrnarie van de gerneenten, waarin onder meer zal worden medegedeeld dat aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 15 mei De arrondissementele evaluarie- en opvolgingscommissies moeten dan tegen uiterlijk 15 juni 1995 hun advies verstrekken over de ingediende projecten. Hierna zal de Dienst maatschappelijk werk strafrechtstoepassing van mijn administratie een inhoudelijke evaluatie opmaken. Over de verschillende projecten zal uiteindelijk in de Ministerraad worden beslist. 1. Où en est, dans la région de Courtrai-Roulers- Tielt, la création des commissions d'évaluation chargées de l'examen et du suivi des projets introduits? 2. Combien de demandes ont été introduites dans ces mêmes arrondissements? 3. Combien de projets ont été approuvés à ce jour? 4. a) Combien de personnes condamnées à des peines alternatives sont accompagnées grâce à ces subventions dans la région susmentionnée? b) A combien le chiffre s'élève-t-il pour les villes de Courtrai, de Roulers et de Menin? Réponse: En premier lieu, je dois signaler à l'honorable membre qu'il faut faire une distinction entre le recrutement de personnel civil supplémentaire pour l'accompagnement de mesures judiciaires alternatives et la compensation pour le recrutement de personnel supplémentaire pour le service de police. Ce dernier aspect relève de la compétence de mon collègue, monsieur le ministre de l'intérieur (voir également sa circulaire dans le Moniteur belge du 12 août 1994) (question na 1025 du 8 février 1995 de M. Bossuyt, p de ce bulletin). En ce qui concerne l'accompagnement de mesures pénales alternatives: aucun projet n'a été introduite jusqu'à ce jour. Les commissions d'évaluation et de suivi mentionnées dans l'article 3 de l'arrêté royal du 12 août 1994 déterminant les conditions auxquelles les communes peuvent bénéficier d'une aide financière pour le recrutement de personne! civil supplémentaire chargé de l'accompagnement de mesures judiciaires alternatives, seront composées avant le 31 mars A cet effet, les autorités judiciaires concernées ont été avisées début mars. Mi-mars 1995, une circulaire sera publiée dans le Moniteur belge à titre d'information des communes, dans laquelle on signalera notamment que les demandes peuvent être introduites jusqu'au 15 mai 1995 au plus tard. Les commissions d'évaluations et de suivi devront alors donner leurs avis sur les projets introduits pour le 15 juin 1995 au plus tard. Après, le Service social d'éxécution des décisions judiciaires de mon administration procédera à une évaluation du contenu. Enfin, le Conseil des ministres prendra une décision sur les différents projets. DO Vraag nr. 844 van de heer Thiel van 15 februari 1995 (Pr.) : Militaire rechtbanken. - Luik: - Afschaffing. Tengevolge van de programmawet van 21 december 1994 sluiten de krijgsauditoraten van Luik en Gent DO Question n? 844 de M. Thiel du 15 février 1995 (Fr.): Juridictions militaires. - Liège. - Suppression. Suite à la loi-programme du 21 décembre 1994, les auditorats militaires de Liège et de Gand vont fermer

69 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) binnenkort hun deuren. In Luik lopen de activiteiten van het auditoraat op 1 maart ten einde. Er werken 27personen: vier magistraten, dertien griffiers en tien griffie- of parketbearnbten (5 burgers, 5 militairen). Drie weken vóór het einde van zijn activiteiten te Luik heeft het personeel bijna geen informatie over zijn toekornst. De reaffectatieprocedure van het betrokken personeel is onduidelijk. 1. Wanneer worden de militaire magistraten van het auditoraat van Luik eindelijk van hun reaffectatie in kennis gesteld? 2. Is het waar dat alle andere personeelsleden van datzelfde auditoraat opnieuw bij de nieuwe krijgsraad te Brussel moeten worden benoemd? 3. Zo ja, werd vooraf met die personen in contact getreden en werden hen keuzemogelijkheden voorgesteld? 4. Zo neen, welke andere mogelijkheden wordt hen geboden, en wanneer worden ze daarvan op de hoogte gesteld? Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen: 1. De reaffectatie van de magistraten van het krijgsauditoraat te Luik werd geregeld door ministeriële besluiten van 27 februari 1995, gepubliceerd in het BelgischStaatsblad van 4 maart Teneinde hun verworven rechten te kunnen behouden werden de griffiers en de personeelsleden benoemd bij de bestendige krijgsraad met zetel Brussel, naargelang het geval, bij koninklijk besluit of bij ministerieel besluit van 20 februari Alle griffiers en personeelsleden werden voorafgaandelijk gecontacteerd en uitgenodigd om 3 plaatsen naar keuze mee te delen. In de mate van het mogelijke - in de meeste gevallen trouwens - werd er rekening gehouden met de eerst gemaakte keuze. Zij die geen enkele keuze gemaakt hebben zijn bij de bestendige krijgsraad gebleven. leurs portes. A Liège, c'est le 1 er mars que les activités de l'auditorat cesseront. 27 personnes y travaillent: quatre magistrats, treize greffiers et dix employés de greffe ou de parquet (5 civils, 5 militaires). A trois semaines de l'arrêt de ses activités à Liège, le personnel n'a pratiquement aucune information sur son avenir. La procédure de réaffectation de ce personnel est peu claire. 1. En ce qui concerne les magistrats militaires de l'auditorat de Liège, quand pourront-ils enfin prendre connaissance de leur réaffectation? 2. En ce qui concerne les autres membres du personnel de ce même auditorat, est-il exact qu'ils devraient tous être renommés au nouveau conseil de guerre à Bruxelles? 3. Dans l'affirmative, des contacts préalables ont-ils eu lieu avec ces personnes et des choix leur ont-ils été proposés? 4. Dans la négative, quelles autres possibilités leur seront offertes, et quand pourront-ils en prendre connaissance? Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-dessous réponse aux questions qu'il a posées: 1. La réaffectation des magistrats de l'auditorat militaire de Liège a été réglée par arrêtés ministériels du 27 février 1995, publiés au Moniteur belge du 4 mars Dans le but de sauvegarder leurs droits, les greffiers et les membres du personnel ont été nommés au conseil de guerre permanent siégeant à Bruxelles, selon le cas, par arrêté royal ou par arrêté ministériel du 20 février Tous les greffiers et membres du personnel ont été préalablement contactés et ont été invités à émettre 3 choix. Dans la mesure du possible - en fait dans la grande majorité des cas - il a été tenu compte du premier choix exprimé. Ceux qui n'ont exprimé aucun choix sont restés affectés au conseil de guerre permanent. DO DO Vraag nr, 846 van de heer Dewinter van 15 februari 1995 Staatsveiligheid. - Vlaams Blok. - Extreem rechts. Tijdens een interview op maandag 13.februari jongstleden in het. VTM-programma «Telefacts }) stelde de administrateur-generaal van de sraatsveiligheid dat de activiteiten van het Vlaams Blok gevolgd worden in zoverre het om extreem rechtse activiteiten gaat. Question n? 846 de M. Dewinter du 15 février 1995 Sûreté de l'etat. - Vlaams Blok. - Extrême droite. Lors d'une interview diffusée sur VTM le lundi 13 février dernier dans le cadre de l'émission «Telefacts», l'administrateur général de la Sûreté de l'etat a déclaré que les activités du Vlaams Blok étaient surveillées dans la mesure où il s'agissait d'activités d'extrême droite.

70 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) 1. Wat wordt verstaan onder «extreem rechtse activiteiten»? 2. De administrateur-generaal vermeldde tijdens dit intervieweveneens dat de activiteiten van de mandatarissen van her Vlaams Blok die beschikken over de parlementaire onschendbaarheid niet gevolgd worden. Betekent dit dat de activiteiten van andere Vlaams Blok-mandatarissen (gemeente-, provin cie- en OCMW-raadsleden) wel gevolgd worden? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid te verwijzen naar rnijn antwoord op zijn vraag nr. 460 van 23 mei 1990, verschenen in Vragen en Antwoorden, Kamer van volksvertegenwoordigers op 20 november 1990, nr. 134, blz en Que faut-il entendre par «activités d'extrême droite»? 2. L'administrateur général a également précisé au cours de l'interview que les activités des mandataires du Vlaams Blok bénéficiant de l'immunité parlementaire n'étaient pas surveillées. Cela signifie-t-il que l'on surveille par contre les activités des autres mandataires du Vlaams Blok (conseillers communaux, provinciaux et du CPAS)? Réponse: J'ai l'honneur de renvoyer l'honorable membre à ma réponse à sa question n? 460 du 23 mai 1990, parue dans Questions et Réponses, Chambre des représentants, 20 novembre 1990, n? 134, pp et Economische Zaken Affaires économiques DO DO Vraag nr. 390 van de heer Knoops van 31 januari 1995 (Fr.) : Kredietinstellingen. - Valutadatum. De techniek van valuradara werd onlangs door diverse Franse rechtbanken veroordeeld. De Franse vereniging van kredietinstellingen zou haar leden aanraden dar stelselvan valutadata, dat door de verbruikers werd aangeklaagd, alrhans gedeeltelijk af te schaffen. Werden in België eveneens initiatieven ter zake genomen met het oog op een doorzichtiger beheer van de bankrekeningen? Antwoord: In antwoord op de vraag van het geacht lid heb ik de eer de volgende verduidelijkingen aan te brengen. De kwestie van de valutadata behoort hoofdzakelijk tot de bevoegdheid van de minister van Financiën. Ik ben dus zo vrij u te verwijzen naar het antwoord gegeven door deze laatste, aan wie dezelfde vraag werd gesteld. (Vraag nr van 31 januari 1995.) Van mijnentwege heb ik verschillende initiatieven genomen, reneinde een grotere transparantie te verzekeren voor de gebruiker van de homogene financiële diensten. Enerzijds heb ik ter ondertekening aan de Koning het koninklijk besluit betreffende de prijsaanduiding van de komogene financiële diensten voorgelegd, genomen in toepassing van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Dit besluit strekt ertoe de algemene voorlichting aan de consument uniform en toegankelijker te maken, Question n? 390 de M. Knoops du 31 janvier 1995 (Fr.) : Etablissements de crédit. - Date de valeur. La pratique des dates de valeur vient d'être condamnée par divers tribunaux français. L'association française des établissements de crédit conseillerait à ses adhérents de supprimer, du moins partiellement, ce système de dates de valeur qui a été contesté par les consommateurs. Des initiatives ont-elles également été prises en Belgique en cette matière, en vue d'accroître la transparence de la gestion des comptes bancaires? Réponse: En réponse à la question de l'honorable membre, j'ai l'honneur d'apporter les précisions suivantes. La question des dates de valeurs relève essentiellement de la compétence du ministre des Finances; je me permets dès lors de vous renvoyer aux éléments de réponse apportés par ce dernier, à qui la même question a été posée. (Question n? 1404 du 31 janvier 1995.) Pour ma part, j'ai pris différentes initiatives en vue d'assurer une meilleure transparence pour l'utilisateur des services financiers homogènes. D'une part, en soumettant à la signature toyale l'arrêté royal relatif à l'indication des tarifs des services financiers homogènes pris en application de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l'information et la protection du consommateur. Il tend à uniformiser l'information générale à apporter au consommateur et à la lui rendre plus accessible,

71 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) Questionset Réponses(SO ) binnen het agenrschap of via nieuwe rechnologische middelen; de voorlichting betreffende de valutadata wordt onder meer beoogd. Anderzijds heb ik een amendement ingediend op het wetsvoorstel houdende de verplichting voor banken en kredietinstellingen om bepaalde informatie aan hun cliënten mede te delen, dar momenteel besproken wordt binnen de Commissie voor het Bedrijfsleven van de Kamer van volksvertegenwoordigers (parl. st., 855/ 1 e. v., 92/93). Dit amendement heeft als doel in de wet betreffende de handelspraktijken de wettelijke basis in te voeren die noodzakelijk is voor het uitvaardigen van een koninklijk besluit dat het mogelijk zou maken aan de financiële instellingen op te leggen een geïndividualiseerde voorlichting te geven aan elke gebruiker van de financiële diensten, via de rekeninguittreksels of een afzonderlijk schrijven; deze grotere transparantie zou eveneens betrekking hebben op de problematiek van de valutadata. que ce soit à J'intérieur de l'agence ou par le biais des nouveaux moyens technologiques; l'information relative aux dates de valeur est entre autre visée. D'autre part, en déposant un amendement à la proposition de loi portant obligation de communiquer certaines informations aux clients par les banques et sociétés de crédit, qui est actuellement débattue au sein de la Commission de l'economie de la Chambre des représentants (doc. pari et suiv., 92/93). Cet amendement a pour objet d'introduire dans la loi sur les pratiques du commerce la base légale nécessaire à la prise d'un arrêté royal qui permettrait d'imposer aux organismes financiers une information individualisée à chaque utilisateur des services financiers, par J'intermédiaire d'extraits de compte ou de courrier séparés; cette plus grande transparence concernerait également la problématique des dates de valeurs. Minister van Financiën Ministre des Finances DO DO Vraag nr van de heer Defeyt van 4 oktober 1994 (Fr.): Registratierechten, - lnbreng in de uennootschap, - Woning. Sinds de wet van 30 maart 1994 is het registratierecht voor de inbreng in een vennootschap van in België gelegen onroerende goederen die voor bewoning bestemd zijn, vastgesteld op 12,5 % indien de inbreng door een natuurlijke persoon wordt gedaan. Is dar registratierecht van 12,5 % eveneens verschuldigd wanneer een natuurlijke persoon een woning (met ingerichte keuken en badkamer, enz.) in een vennootschap inbrengt, indien de vertrekken omgebouwd worden tot kantoren en de administratie erin huist (vóór en na de inbreng)? Antwoord: Vooraf dient aan het geacht lid te worden verduidelijkt dat, wat het betrekken van een bepaald goed betreft, de begrippen aanwending en bestemming een verschillende draagwijdte hebben. De bestemming wordt beoordeeld op basis van de inrichting van het bewuste onroerend goed, d.w.z. het normale gebruik waarvoor het goed is ontworpen. De aanwending daarentegen betreft het werkelijke gebruik van het goed. Wanneer het onroerend goed zodanig is ingericht dat het normaal tot bewoning zal dienen, zelfs al Question n? 1237 de M. Defeyt du 4 octobre 1994 (Fr.) : Droits d'enregistrement. - Apport en société. - Immeuble d'habitation. Depuis la loi du 30 mars 1994, le droit d'enregistrement est fixé à 12,5 % sur les apports en société d'immeubles situés en Belgique affectés ou destinés à l'habitation, lorsque ces apports sont effectués par des personnes physiques. Ce droit de 12,5 % est-il dû en cas d'apport en société par une personne physique d'un immeuble d'habitation (avec cuisine équipée, salle de bain aménagée, etc,... ) dont les pièces ont été transformées en bureaux occupés par l'administration (avant et après l'apport)? Réponse: Il importe préalablement de préciser à l'honorable membre que relativement à l'occupation d'un bien déterminé, les notions d'affectation et de destination ont une portée différente. La destination s'apprécie notamment en fonction de l'aménagement de l'immeuble considéré, c'est-à-dire l'utilisation normale pour laquelle le bien est conçu. L'affectation est par contre liée à l'utilisation réelle du bien. En cas d'apport, si l'aménagement est tel que l'immeuble doive normalement servir à l'habitation,

72 15684 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) wordt het tijdelijk niet betrokken of wordt het tijdelijk tot een ander gebruik aangewend, dan is de inbreng aan het evenredig registratierecht van 12,5 % onderworpen. Een definitieve aanwending tot een ander gebruik dan de bewoning geeft daarentegen aanleiding tot de heffing van het recht van 0,50 % bepaald in artikel l1sbis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. De aard van de aanwending wordt beoordeeld op het ogenblik van de inbreng. De bewijslast berust op de partijen bij de overeenkomst. In het beoogde geval kunnen de partijen verzocht worden om, bij toepassing van artikel 168 van het voornoemd wetboek, onderaan de akte de aanwending van het onroerend goed te vermelden. même s'il est momentanément inoccupé ou temporairement affecté à un autre usage, le droit proportionnel d'enregistrement de 12,5 % est dû. Par contre, une affectatondéfinitive à un autre usage que l'habitation donne lieu à la perception du droit de 0,50 % prévu par l'article l1sbis du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe. La nature de l'affectation s'apprécie au moment de l'apport et la charge de la preuve incombe aux parties à la convention. Dans le cas envisagé, les parties pourraient être tenues de préciser au pied de l'acte, l'affectation de l'immeuble, conformément à l'article 168 du code précité. DO DO Vraag nr, 1312 van de heer Draps van 6 december 1994 (Fr.): BTW. - Ontvangsten. - Bouwnijverheid. 1. Hoeveel bedragen de BTW -ontvangsten die sinds 1 augustus 1986 in de sector van de bouwnijverheid werden geïnd? 2. Graag ontving ik de subroralen voor: a) het normale tarief; b) het lagere tarief van 6 % voor particuliere woningen. Antwoord: In de rabel in bijlage vindt de heer volksvertegenwoordiger een overzicht van de BTWontvangsten welke voortspruiten uit de bouwactiviteit sinds het [aar Vooraleer verder in te gaan op de evolutie zelf van de ontvangsten is het wenselijk een paar algemene bemerkingen te maken. Zo dienr op het vlak van de berekening van de gegevens vermeld dat de adrninistratie zich gebaseerd heeft op informatie voortkomend van de eigen fiscale gegevensbank. Daarbij is enkel rekening gehouden met het «eindverbruik». Het intermediair verbruik is logischerwijze geweerd teneinde dubbeltellingen te vermijden. Question n? 1312 de M. Draps du 6 décembre 1994 (Fr.) : TV A. - Recettes. - Construction. 1. Quelles sont les recettes de la TVA perçues dans le secteur de la construction depuis le 1 er août 1986? 2. Quels sont ces chiffres pour: a) le taux normal b) le taux réduit de 6 % pour les logements privés? Réponse: M. le député trouvera dans le tableau en annexe un aperçu des recettes-tva découlant de l'activité de la construction depuis l'année Avant d'entrer dans les détails de l'évolution même des recettes, il est souhaitable de formuler quelques observations générales. Ainsi, au niveau du calcul des données, il convient de signaler que l'administration s'est basée sur une information provenant de sa propre banque de données fiscales. En outre, il a uniquement été tenu compte de la «consommation finale». La consommation intermédiaire est écartée en toute logique afin d'éviter des doubles comptages.

73 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) Dat «eindverbruik " omvat benevens de private investeringen verricht door de gezinnen, ook de investeringen verrichr door de globale overheid alsmede het eindverbruik gerealiseerd door de bedrijven. De gegevens begrijpen a fortiori ook niet de «waarde van het eigen werk» verricht door de gezinnen zelf aan hun woning gezien dit niet belast is. Wat de opbrengsten zelf betrefr, dient aangestipt dat de cijfers van jaar tot jaar niet lineair vergelijkbaar zijn, gezien een aantal fiscale beschikkingen tijdens de bedoelde tijdsband zijn gewijzigd. Een kort overzicht mag zulks verduidelijken. - Per 1 augustus 1986 is bij koninklijk besluit van 18 juli 1986 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven een wijziging aangebracht aan de sinds 1 maart 1982geldende regeling inzake de onroerende handelingen - daaronder begrepen de leveringen van nieuwe gebouwen met betrekking tot woningen en verstrekt aan eindverbruikers. Met name is de tot dan geldende regeling slechts op restrictieve wijze behouden gebleven. Vanaf 1 augustus 1986 zijn irnmers een reeks handelingen opnieuwonderworpen aan het tarief van 17% (zie tabel1en a en b van de bijlage bij voormeld koninklijk besluit nr. 20). Per 1 april1992 is het normaal tarief voor de onroerende handelingen verhoogd van 17 naar 19,5 %. Op hetzelfde tijdstip is een nieuw tarief van 12 % geïntroduceerd inzake de «sociale huisvesting». Tenslotte is op 1 januari 1994 een nieuwe verhoging opgetreden van het normaal tarief, ditrnaal met 1 % tot 20,5 %. De BTW-opbrengst voor dit laatste jaar zal echter pas in de loop van het jaar 1995 beschikbaar zijn, Concreet blijken uit de in de tabelopgenomen tijdreeksen toch enkele interessante evoluties. Vooreerst groeit de BTW-opbrengst voortvloeiend uit de handelingen onderworpen aan 6 % volgens een vrij duurzaam ritme. De groei van de BTW-ontvangsten voortvloeiend uir handelingen onderworpen aan 17% blijken op hun beurt vooral sterk toe te nemen in de periode Doch ook in de daaropvolgende cri sis jar en houdt de bouwactiviteit vrij goed stand. Uiteraard zal de verlaging van het rentepeil hieraan zeker niet vreemd zijn. De nogal hoge interestgevoeligheid van de bouwsector is trouwens reeds langer bekend. Uit interne berekeningen blijkt echter dat de bouwactiviteit dan weer een geringere elasticiteit weerspiegelt ten aanzien van het BTW-tarief. Cette «consommation finale» comprend, outre les investissements privés effectués par les ménages, les investissements effectués par les pouvoirs publics ainsi que la consommation finale réalisée par les entreprises. Les données ne comprennent a fortiori pas Ja «valeur du travail privé» effectué par les ménages euxmêmes à leurs habitations, étant donné que cela n'est pas imposable. En ce qui concerne les recettes elles-mêmes, il faut remarquer que les chiffres ne sont pas comparables d'une manière linéaire d'année en année étant donné qu'un certain nombre de dispositions fiscales ont été modifiées durant la période considérée. En voici un bref aperçu. A partir du 1 er août 1986, l'arrêté royal du 18 juillet 1986, modifiant l'arrêté royal n? 20 du 20 juillet 1970, fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux, a apporté une modification à la réglementation applicable depuis le 1 er mars 1982 en matière d'opérations immobilières - en ce compris les livraisons de bâtiments neufs - relatives à des immeubles d'habitation et fournies à des consommateurs finals. La réglementation jusqu'alors applicable a ainsi seulement été prolongée d'une manière restrictive. Depuis le 1 er août 1986, en effet, une série d'opérations ont à nouveau été soumises au taux de 17% (voir tableaux a et b de l'annexe de l'arrêté royal n" 20 précité). A partir du 1 er avril 1992, le taux normal pour les opérations immobilières est passé de 17 à 19,5 %. Au même moment, un nouveau taux de 12 % a été introduit en matière de «logement social», Enfin, le 1 er janvier 1994, une nouvelle augmentation du taux normal est intervenue, cette fois de 1 %, passant ainsi à 20,5 %. Le produit de la TVA pour cette dernière année sera seulement disponible dans le courant de l'année Certaines évolutions intéressantes ressortent cependant concrètement des séries temporelles prises en considération. Tout d'abord, le produit de la TVA provenant des opérations soumises à 6 % croît suivant une rythme assez constant. La croissance des recettes- TV A découlant des opérations soumises à 17 % paraît à son tour s'intensifier fortement durant la période Au cours des années de crise qui suivirent, l'activité de la construction a conservé une très bonne position. Certes, la baisse du niveau des taux d'intérêt n'est certainement pas étrangère à cela. La sensibilité assez élevée du secteur de la construction au taux d'intérêt est en réalité connue depuis longtemps. Par contre, les calculs internes laissent apparaître la faible élasticité de l'activité de la construction par rapport au taux de TVA. 1998

74 15686 Belgische Kamer van Volksverregenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) Zulks wordt ten andere bevestigd door het feit dar de verhoging van het tarief in de periode de BTW-ontvangsten blijkbaar niet wezenlijk heeft aangetasr. Overzicht van de geïnde BTW -ontvangsren in de bouwsector in de periode (In miljoenen frank) Ceci est encore confirmé par le fait que l'augmentation du taux de TVA durant la période n'a vraisemblablement pas eu pour effet de diminuer les recettes de manière substantielle. Aperçu des recettes-tva perçues dans le secteur de la construction au cours de la période (En millions de francs) Handelingen onderworpen aan het tarief van 6 %. - Opérations soumises au taux de 6% Handelingen onderworpen aan het tarief van 12 %. - Opérations soumises au taux de 12 %._ Handelingen onderworpen aan het tarief van 17%. - Opérations sournises au taux de 17% Handelingen onderworpen aan het tarief van 19,5 %. - Opérations sournises au taux de 19,5 % Totaal. - Total DO Vraag nr van de heer Leo Peeters van 9 decernber 1994 Handvest van de gebruiker uande openbare diensten. - Prestatiecriteria. Het evaluatierapport betreffende de toepassing van het Handvest van de gebruiker van de openbare diensten bevat ook een aantal aanbevelingen om de geest en de concrete maatregelen uit het handvest beter tot uitvoering te brengen. Zo wordt aan elke federale overheidsdienst aanbevolen om presratiecriteria vast te leggen, in het bijzonder met betrekking tot beantwoordingstijden, wacht- en afwikkelingstijden en de hele dossierbehandeling. Blijvende criteria zijn «accuratesse en betrouwbaarheid»; nieuwe normen slaan op «snelheid en gevoeligheid in respons en totale kwaliteit in dienstverlening». Elke secretaris-generaal rnoet daartoe de nodige initiatieven nemen. Aan de gebruiker kan dan een modelovereenkomst worden aangeboden. In die modelovereenkomst worden servicedrernpels en te respecteren termijnen bepaald, afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden voor dossiers en hun afwikkeling. 1. Hebben de diensten die onder uw bevoegdheden vallen al dergelijke prestatiecriteria uitgewerkt? 2. Zo neen, waarom niet en wordt dit nog in overweging genomen? 3. Zo ja, werden al modelovereenkomsten uitgewerkt? DO Question n? 1326 de M. Leo Peeters du 9 décembre 1994 Charte de l'utilisateur des services publics. - Critères de prestation. Le rapport d'évaluation concernant l'application de la Charte de l'utilisateur des services publics comporte aussi un certain nombre de recommandations visant à mieux mettre en œuvre l'esprit et les mesures concrètes de la charte. C'est ainsi que tous les services publics fédéraux sont invités à fixer des critères de prestation, plus particulièrement en ce qui concerne les délais de réponse, les délais d'attente et de règlement des dossiers ainsi que l'ensemble du traitement des dossiers. Des critères déjà établis sont la précision et la fiabilité. De nouvelles normes concernent la rapidité et la sensibilité avec lesquelles il est répondu ainsi que la qualité globale du service. Chaque secrétaire général doit prendre à cet effet les initiatives qui s'imposent. Il est alors possible de proposer à l'utilisateur une convention «modèle». Cette convention fixe le service minimum à garantir ainsi que les délais à respecter. On y règle également la question de la responsabilité des dossiers et du traitement de ceux-ci. 1. Les services relevant de votre compétence ont-ils déjà établi de tels critères de prestation? 2. Dans la négative, pourquoi pas? Envisage-t-on de fixer de tels critères? 3. Dans l'affirmative, des conventions «modèles» ont-elles déjà été élaborées?

75 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het antwoord op de door hem gestelde vraag te willen vinden. Bepaalde administraties van het departement zijn er reeds toe gehouden prestatiecriteria te hanteren. De fiscale wetgeving stelt immers verschillende termijnen vast, onder meer voor het vesrigen van de belastingen, termijnen die van openbare orde zijn en die dan ook een srrikre naleving door de ambtenaren vereisen. De aandacht van de onderscheiden diensten werd meermaals gevestigd op de bepalingen opgenomen in het Handvest van de gebruiker van de openbare diensten, zoals de ontvangstmelding binnen een redelijke termijn van elke briefwisseling die op de administratie toekomt en de vermelding op de briefwisseling die de administratie verlaat van de naam, hoedanigheid en telefoonnummer van de behandelende ambtenaar. Daarenboven is in 1995 het bijzonder actieplan van het departement toegespitst op het «Timemanagement» zodanig dar dit jaar extra aandacht aan dit onderwerp zal worden besteed. Gelet op de verscheidenheid van het departement is het moeilijk uniforme criteria uit te werken met het oog op her opstellen van modelovereenkomsten. Réponse: L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Certaines administrations du département sont déjà tenues de se conformer à des critères de prestation. En effet, la législation fiscale détermine différentes échéances, entre autres pour l'établissement des impôts, qui sont des échéances d'ordre public qui demandent donc un strict respect de la part des agents. A plusieurs reprises, l'attention des différents services a été attirée sur les dispositions reprises dans la Charte de l'utilisateur des services publics à savoir l'accusé de réception dans un délai raisonnable de toute correspondance entrant à l'administration ainsi que la mention sur toute correspondance quittant l'administration, du nom, de la fonction et du numéro de téléphone de l'agent gestionnaire du dossier. De plus, en 1995, le plan d'action du département s'oriente vers le e: Time-management», de sorte qu'une attention toute particulière sera portée à ce sujet. Vu la diversité du département, il est difficile d'élaborer des critères uniformes visant la confection de contrats types. DO Vraag nr, 1327 van de heer Leo Peeters van 9 december 1994 Handvest van de gebruiker van de openbare diensten. - Evaluatie van de dienstverlening. Op 8 juli 1994 werd het eerste evaluatierapport betreffende de toepassing van het Handvest van de gebruiker van de openbare diensten voorgesteld. Het rapport bevat een reeks aanbevelingen om de geest en de concrete maatregelen uit het handvest beter tot uitvoering te brengen. Zo zou elke federale overheidsdienst een barometer moeten ontwikkelen waarmee hij de tevredenheid van zijn gebruikers meet over de dienstverlening. Elke overheidsdienst zou met andere woorden zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens moeten inzamelen om zicht te krijgen op de eigen effectiviteit van werken en dienstverlening. Dit kan door klantenbevraging, mondelinge of schriftelijke enquêtering, analyse van de berichtgeving in de media, kritiek van belangengroepen en politici, eigen observatie of door het organiseren van eenvoudige beoordelingsrnogelijkheden. Die gegevens zijn de ideale informatiebron om tot gebruiksgerichte verbeteringen te komen en bestaande mogelijkheden optimaal te benutten. 1. Hebben de diensten die onder uw bevoegdheid vallen al dergelijke initiatieven genomen? 2. Zo neen, waarom niet? 3. Zo ja, met welk resultaat? DO Question n'' 1327 de M. Leo Peeters du 9 décembre 1994 Charte de l'utilisateur des services publics. - Evaluation du service offert. Le premier rapport d'évaluation relatif à l'application de la Charte de l'utilisateur des services publics a été présenté le 8 juillet Le rapport comporte notamment un certain nombre de recommandations visant à mieux mettre en œuvre 1'esprit et les mesures concrètes de la charte. C'est ainsi que tous les services publics fédéraux sont invités à mettre au point un baromètre permettant de mesurer le degré de satisfaction des utilisateurs. Chaque service public devrait donc recueillir un certain nombre de données qualitatives et quantitatives lui permettant de mesurer son efficacité. Ces données peuvent être recueillies en interrogeant les clients, en menant des enquêtes orales ou écrites, en analysant les informations données par les médias et les critiques de groupements d'intérêts et de politiciens, grâce à des observations faites par le service même ou encore en organisant une méthode simple d'appréciation. Les données ainsi recueillies constituent une source d'informations idéale devant permettre d'apporter des améliorations au service fourni et d'utiliser au mieux les possibilités existantes. 1. Les services relevant de votre compétence ont-ils déjà pris des initiatives en ce sens? 2. Dans la négative, pourquoi pas? 3. Dans l'affirmation, quels résultats ont été obtenus?

76 15688 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (Sa ) Antwoord: De administratie verricht als het ware een permanent onderzoek naar de tevredenheid orntrent de dienstverlening. De arnbrenaren zijn zich over het algemeen bewust van de zorg en de aandacht die zij moeten besteden aan de behandeling van hun dossiers en aan de contacten met het publiek. Zij trachten dan ook meestal in hun relatie naar het publiek toe informatie te verstrekken - zowel mondeling als schriftelijk - in een verzorgde en versraanbare taal. Daarenboven hebben de onderscheiden adrninistraties verscheidene initiatieven genomen teneinde de leesbaarheid en de klantvriendelijkheid van de documenten te vergroten. Wat betreft het onthaalpersoneel werden er diverse vormingsacties georganiseerd teneinde een nog efficiëntere dienstverlening te kunnen garanderen. Het is immers vaak hun taak het publiek in contact te brengen met de dienst of de ambtenaar die bevoegd is om op een concrete vraag van de betrokkenen te antwoorden. Iedere klacht of iedere vorm van kritiek die tot uiting komt hetzij via het mondeling of schriftelijk contact van het publiek met één van de diensten van het departement, herzij via het contact van de ambrenaren met de bezoekers van één van de beurzen die over het ganse land worden georganiseerd, hetzij via de berichtgeving in de media, wordt aan een nader onderzoek onderworpen. Dit laat toe, waar nodig, correcties of verbeteringen aan te brengen zodanig dat in de toekomst gelijkaardige problemen kunnen vermeden worden. Réponse: L'administration évalue en permanence le degré de satisfaction à l'égard des services prestés. Les agents sont en général conscients du soin et de l'attention qu'ils doivent consacrer au traitement de leurs dossiers et au contact avec le public. Ils essaient souvent, dans leur relation avec le public, de donner des informations - tant orales qu'écrites - dans un langage soigné et compréhensible. Les différentes administrations ont en outre pris diverses initiatives visant à augmenter la lisibilité et la clarté des documents. En ce qui concerne le personnel d'accueil, des cycles de formation sont organisés en vue de garantir un service encore plus performant. Leur tâche consiste principalement à mettre le public en contact avec le service ou l'agent apte à répondre aux questions concrètes des intéressés. Chaque plainte ou toute forme de critique exprimée soit par le contact oral ou écrit du public avec un des services du département, soit par le contact des agents avec les visiteurs des bourses organisées dans le pays, soit par l'information dans les média est soumise à un examen approfondi. Ceci permet, là où le besoin s'en fait sentir, d'apporter certaines améliorations ou corrections pour qu'à l'avenir, de tels problèmes soient évités. DO DO Vraag nr van de heer Janssens van 27 januari 1995 (Fr.): BTW. - Elektriciteit, - Aanmaningskasten.. De elektriciteitsbedrijven hebben sinds een paar jaar de procedure voor het invorderen van onbetaalde facturen drastisch veranderd. Zo werd afgestapt van het aan huis aanbieden van de kwitanties, en de inning in speciën en gebeuren de betalingen voortaan enkel met giraal geld. Conform het decreet werd het bij wijze van strafmaatregel afsluiten van de elektriciteit gekoppeld aan een verplichte voorafgaande procedure van aanmaningen en ingebrekestellingen per aangetekende brief, waarbij het OCMW van de toestand op de hoogte wordr gebracht. Die administratieve lasten worden echter gecornpenseerd door vergoedingen, die volgens een door het Controlecomité voor de elektriciteit en het gas aanbevolen tabel van in gebreke blijvende klanten worden gevorderd. In een circulaire van 1971 worden de kosten voor het ter voldoening aanbieden van de kwitanties uitdrukkelijk beschouwd als een vergoeding waarop geen BTW verschuldigd is. In uw Question no 1391 de M. Janssens du 27 janvier 1995 (Fr.) : TV A. - Electricité. - Frais de rappel. Depuis plusieurs années, les sociétés distributrices d'électricité ont modifié sensiblement leur procédure de recouvrement des factures impayées. D'une part, la présentation des quittances au domicile et l'encaissement en espèces ont été délaissés au profit de la monnaie scripturale. D'autre part, conformément au décret, la sanction de la coupure d'électricité est subordonnée à une procédure préalable de rappels et de mises en demeure par courrier recommandé, avec information au CPAS. Ces charges administratives sont compensées par des indemnités réclamées aux clients défaillants, suivant un barème recommandé par le comité de contrôle de l'électricité et du gaz. Une circulaire de 1971 considère expressément les frais de présentation des quittances à l'encaissement comme une indemnité non soumise à la perception de la TVA. D'autre part, en réponse à une question parlementaire du 18 janvier

77 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) antwoord op een parlementaire vraag van 18 januari 1985 verklaarde u dar de boeten voor achterstallige betaling en de administratiekosten voortvloeiend uit her afsluiten van het gas of de elekrricireit evenmin aan de BTW zijn onderworpen. Wat de compensatie van de aanmanings- en ingebrekestellingskosten betreft, is de rechtspraak vager. Zou men er niet goed aan doen een eenvormige regeling uit te werken voor alle bedragen die bij de onderscheiden etappes van de invorderingsprocedure gevorderd worden, te meer daar de portokosten een belangrijk deel van die uitgaven uitmaken? Antwoord: Het door het geacht lid opgeworpen probleem maakt thans in overleg met de betrokken sector, het voorwerp uit van een aandachtig onderzoek door de Administratie van de BTW, registratie en domeinen. Van zodra het resultaat van dat onderzoek gekend is, zal het vanzelfsprekend aan het geacht lid worden medegedeeld. 1985, vous aviez précisé que les amendes de retard et les frais administratifs découlant de la coupure du gaz ou de l'électricité n'étaient pas non plus soumis à la TVA. La jurisprudence est plus floue en ce qui concerne les frais réclamés en raison des rappels et des mises en demeure. Ne conviendrait-il pas de soumettre à une règle uniforme l'ensemble des sommes exigées à l'occasion des diverses étapes de la procédure de recouvrement, d'autant qu'une part importante de ces montants se justifie par des frais postaux? Réponse: Les problèmes soulevés par l'honorable membre font pour l'instant l'objet d'un examen attentif auprès des services de l'administration de la TVA de l'enregistrement et des domaines, en concertation avec le secteur concerné. Dès que les résultats de cet examen seront connus, ils seront bien sûr communiqués à l'honorable membre. DO Vraag nr van mevrouw Nelis-Van Liedekerke van 28 februari 1995 Vergunningsrecht. - Verstrekken van sterke drank. Naar aanleiding van de versrrengde wetgeving betreffende het alcoholgehalte (verlaging tot 0,5 promille) en het rijden onder invloed heeft de horeca inkomsten moeten derven ten gevolge van het lagere verbruik van alcoholische dranken. Volgens de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht dienen drankgelegenheden een vergunning aan te vragen waardoor ze het recht krijgen sterke drank te verkopen. Jaarlijks dienen zij een taks te betalen die schommelt tussen de en frank per jaar. De te betalen som is afhankelijk van de werkelijke of vermoedelijke jaarlijkse huurwaarde van de tot de drankgelegenheid behorende plaatsen en lokaliteiten. 1. a) Wat is de totale jaarlijkse opbrengst van die taks? h) Hoeveel drankgelegenheden (excl. reizende en occasionele drankgelegenheden) moeten deze taks betalen? c) Hoeveel drankgelegenheden betalen het minimumtarief? d) Hoeveel drankgelegenheden betalen het maximumtarief? 2. Hoe staat u tegenover een berekeningssysteem op basis van het verbruik van sterke drank in plaats van de werkelijke of vermoedelijke jaarlijkse huurwaarde? 3. Hoe staat u tegenover een verlaging van de taksen ter compensatie van de gederfde inkomsten van de horeca ten gevolge van de verstrengde maatregelen betreffende het toegestane alcoholgehalte en het rijden onder invloed? DO Question n? 1446 de Mme Nelis-Van Liedekerke du 28 février 1995 Taxe de patente. - Débit de boissons spiritueuses. Le secteur horeca a vu ses recettes baisser en raison de la consommation réduite de boissons spiritueuses consécutivement au resserrement de la législation relative au taux d'alcoolémie (diminution à 0,5 pour mille) et à la conduite sous l'influence d'alcool. En vertu de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente, les débits de boissons sont tenus de demander une patente qui leur confère le droit de vendre des boissons spiritueuses. Ils peuvent obtenir cette patente moyennant paiement d'une taxe annuelle qui varie entre et francs. Cette taxe est fixée en fonction de la valeur locative annuelle réelle ou présumée des endroits et locaux affectés au débit. 1. a) Quel est le produit annuel total de cette taxe? b} Combien de débits de boissons (débits ambulants et occasionnels non compris) sont tenus de payer cette taxe? c) Combien de débits de boissons paient le tarif minimum? d) Combien de débits de boissons paient le tarif maximum? 2. Que pensez-vous d'un mode de calcul basé sur la consommation de boissons spiritueuses plutôt que sur la valeur locative annuelle réelle ou présumée? 3. Que pensez-vous d'une réduction des taxes pour compenser la perte de recettes du secteur horeca à la suite du resserrement des mesures relatives au taux d'alcoolémie et à la conduite sous l'influence d'alcool?

78 15690 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (CZ ) Questions et Réponses (SO ) Antwoord : Het geacht lid gelieve hierna het antwoord te vinden op de door haar gestelde vragen: 1. a) en b) Hierbij wordt verwezen naar het antwoord dat gegeven werd op de parlementaire vraag nr van 3 februari 1995 van de heer Demeulenaere (Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 145, blz ); c) en d) Er zijn geen statistieken voorhanden betreffende het aantal drankgelegenheden die het minimum- of maxirnumtarief betalen. 2. De berekening van het vergunningsrecht op basis van de verbruikte hoeveelheid sterke drank is vanuit controleoogpunt onuitvoerbaar. 3. Hierbij wordt verwezen naar het antwoord dat gegeven werd op de vraag nr van 17 januari 1995 van de heer Olivier, welke gelijkaardig is aan de vraag van het geachr lid (Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 142, blz ). Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à ses questions: 1. a) et b) Je ne puis en l'espèce que me référer à la réponse donnée à la question parlementaire n? 1413 du 3 février 1995 de M. Demeulenaere (Questions et Réponses, Chambre, , n? 145, p ); c) et d) Aucune statistique n'est tenue relativement au nombre de débits auxquels s'applique le taux minimum ou le taux maximum. 2. Le calcul de la taxe de patente sur la base de la quantité de boissons spiritueuses consommées est, du point de vue du contrôle, irréalisable. 3. Il est renvoyé, en l'occurrence, à la réponse donnée à la question parlementaire n? 1367 du 17 janvier 1995 de M. Olivier, celle-ci étant de même nature que celle posée par l'honorable membre (Questions et Réponses, Chambre, , n? 142, p.15170). Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Ministre du Commerce extérieur et des Affaires européennes, adjoint au Ministre des Affaires étrangères DO DO Vraag nr, 168 van de heer Van den Eynde van 16 februari 1995 Europese instellingen. - Normalisatie. - Taalgebruik. Een Vlaamse bedrijf bezorgt mij documenten betreffende de Europese normen, uitgevaardigd door het «Comité européen de normalisation». Die documenten zijn in het Frans, in het Duits en in het Engels verkrijgbaar, maar niet in het Nederlands. Vroeger was dit wel her geval toen ze nog uitgingen van het Belgisch instituut voor norrnalisatie, 1. Is het verantwoord dat een Europese instelling Vlaamse bedrijven niet in het Nederlands kan bedienen? 2. Naar verluidt zouden de documenten van die instelling in Nederland wel in het Nederlands verkrijgbaar zijn, Klopt dat? 3. Zo ja, hoe is het dan te verklaren dat dit III Vlaanderen niet mogelijk is? Question n? 168 de M. Van den Eynde du 16 février 1995 Institutions européennes. - Normalisation. - Emploi des langues. Une société flamande m'a fait parvenir des documents relatifs aux normes européennes, émis par le Comité européen de normalisation. Ces documents sont disponibles en français, en allemand et en anglais; ils n'existent cependant pas en néerlandais, ce qui était bien le cas précédemment, lorsqu'ils étaient encore publiés par l'institut belge de normalisation. 1. L'impuissance d'une institution européenne à aider des sociétés flamandes en néerlandais est-elle justifiable? 2. Il semblerait pourtant que les documents émis par cette institution soient bel et bien disponibles en néerlandais aux Pays-Bas. Cette allégation est-elle exacte? 3. Dans l'affirmative, comment expliquez-vous que ces documents ne sont pas disponibles en néerlandais en Flandre?

79 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) Antwoord: 1. Het «Comité européen de normalisation» is een internationale vereniging van privaatrecht, opgericht volgens de Belgische wet van 25 oktober 1919 en gewijzigd door die van 6 december Het Comité werd opgericht door de norrnalisatie-instituten van de landen die nu deel uitmaken van de Europese Unie, alsmede Noorwegen, Zwitserland en Ijsland. De Europese communautaire taalreglementering is dus niet van kracht; de werktalen van het CEN zijn Duits, Engels en Frans. 2. Het Belgisch Instituut van Normalisatie en het Nederlands Normalisatie-instituut werken nauw samen om sommige normen in het Nederlands te vertalen. Daarbij dient opgemerkt dar de meeste Europese normen waarvoor de Commissie van de Europese Unie aan het CEN een mandaat gegeven heeft, in het Nederlands vertaald zijn of zullen vertaald worden. Indien eventueel een licht tijdsverschil zou tussenkomen in het ter beschikking stellen in België en in Nederland van de in het Nederlands vertaalde norm zou dit enkel te wijten zijn aan een Iouter technisch publikatieprobleem. 3. Voor verdere specifieke vragen in verband met de normalisatieproblematiek, ben ik zo vrij te verwijzen naar de heer Vice-Eerste minister en minister van Economische Zaken, bevoegd voor het Belgisch Instituut voor Normalisatie. Réponse: 1. Le Comité européen de normalisation est une association internationale de droit privé établie selon la loi belge du 25 octobre 1919 modifiée par celle du 6 décembre Il a été fondé par les instituts de normalisation des Etats actuellement membres de l'union européenne ainsi que de Norvège, de Suisse et d'islande. La réglementation communautaire européenne en matière d'emploi des langues ne lui est donc pas applicable; les langues de travail du CEN sont l'allemand, l'anglais et le français. 2. L'Institut belge de normalisation et l'institut de normalisation des Pays-Bas coopèrent étroitement pour traduire certaines normes en langue néerlandaise. Il faut d'ailleurs noter que la plupart des normes européennes pour lesquelles la Commission de l'union européenne a donné mandat au CEN sont ou seront traduites en néerlandais. Si un éventuel léger décalage de temps intervenait dans la disponibilité d'une norme en langue néerlandaise, respectivement en Belgique et aux Pays-Bas, il serait dû à de simples problèmes techniques de publication. 3. Pour toute autre question spécifique éventuelle relative à la problématique de la normalisation, je prie J'honorable membre de s'adresser à M. le Vice- Premier ministre et ministre des Affaires économiques, qui a l'institut belge de normalisation dans ses attributions. Minister van Pensioenen Ministre des Pensions DO Vraag nr, 167 van de heer Bossuyt van 18 januari 1995 Bestaansminimum. - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden. - Kortrijk-Roeselare- Tielt. 1. Wat was de evolutie van het aantal bestaansrninimumtrekkers in 1991, 1992, 1993 en 1994 in het arrondissement Kortrijk-Roeselare-Tielt per gerneente? 2. Wat was de evolutie van het aantal gerechtigden ( ) op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden in dat arrondissement per gemeente? 3. Wat was de evolutie van het aantal schorsingen inzake gas en elektriciteit ( ) in dat arrondissement per gemeente? Antwoord: In antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag heb ik de eer, in onderstaande tabel, per DO Question n? 167 de M. Bossuyt du 18 janvier 1995 Minimum de moyens d'existence. - Revenu garanti pour les personnes âgées. - Courtrai-Roulers- Tielt. 1. Comment a évolué le nombre de bénéficiaires du minimum de moyens d'existence en 1991, 1992, 1993 et 1994 dans les communes de l'arrondissement de Courtrai-Roulers- Tielt? 2. Quelle évolution a connue le nombre de bénéficiaires du revenu garanti pour les personnes âgées ( ) dans chacune des communes de cet arrondissement? 3. Quelle évolution a-t-on enregistrée dans,le nombre de coupures de gaz et d'électricité ( } pour chacune des communes de l'arrondissement? Réponse: En réponse à la question posée par l'honorable membre, j'ai l'honneur de communiquer

80 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) postcode, de evolutie van het aanral gerechtigden op een gewaarborgd inkomen voor bejaarden in de arrondissernenren Kortrijk, Roeselare en Tielt mee te delen, en dit op 31 december 1991, 1992, 1993 en dans le tableau ci-dessous, par code postal, l'évolution du nombre de bénéficiaires d'un revenu garanti aux personnes âgées pour les arrondissements de Courtrai, Roulers et Tielt, et ceci au 31 décembre 1991, 1992, 1993 et Korrrijk. - Courtrai: la Roeselare. - Roulers: Tielt:

81 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(CZ ) Chambredes Représentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen Ministre de l'emploi et du Travail, chargée de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes DO DO Vraag nr, 372 van de heer Van Nieuwenhuysen van 22 septernber 1994 Bedrijfsplannen. - Nike. Naar verluidr keurden uw diensten het bedrijfsplan af van het nieuwe distributiecentrum van de firma Nike in de provincie Antwerpen. Op welke gronden deden ze dit? Antwoord: In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geacht lid mede te delen dat ik de toetredingsakte,. ingediend door de Firma Nike Europe Holding te Arendonk, vooralsnog niet kan goedkeuren. De Ministerraad heeft nog geen maatregelen voorgesteld met betrekking tot het al dan niet toekennen van de bedrijfsplan-voordelen aan nieuwe bedrijven (cf. art.36, 3, van het koninklijk besluit van 24 december 1993). Question n? 372 de M. Van Nieuwenhuysen du 22 septembre 1994 Plans d'entreprise. - Nike. Il me revient que vos services auraient refusé le plan exploitation du nouveau centre de distribution de la société Nike, établi dans la province d'anvers. Quel est le fondement de cette décision? Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneur d'informer l'honorable membre de ce que je ne peux pas, jusqu'ici, approuver l'acte d'adhésion introduit par la Société Nike Europe Holding à Arendonk. Le Conseil des ministres n'a pas encore proposé de règles ayant pour objet d'accorder, ou non, les avantages du plan d'entreprise aux nouvelles entreprises (cf. art. 36, 3, de l'arrêté royal du 24 décembre 1993). DO DO Vraag nr, 410 van mevrouw Nelis- Van Liedekerke van 31 januari 1995 Gemeenten. - Vrouwelijke mandatarissen, 1. Hoeveel vrouwelijke burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden werden begin januari 1995 in België beëdigd? 2. In welke mate verschillen die cijfers met die van na de vorige gemeenteraadsverkiezingen van 1988? Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna de gevraagde inlichtingen te vinden. 1. Na de installatie van de verschillende gemeenteraden telt België op 10 februari 30 vrouwelijke burgemeesters, 391 vrouwelijke schepenen en in totaal zijn vrouwen voor de gemeenteraden verkozen. 2. Na de gerneenteraadsverkiezingen van 1988 telde men 25 vrouwelijke burgemeesters, 308 vrouwelijke schepenen en in totaal werden vrouwen verkozen die van 1988 tot 1994 zitting hebben gehad. 3. Het percentage vrouwelijke schepenen bedraagt thans 14 % daar waar dit maar 11 % was in de vorige colleges van burgemeester en schepenen. Op alle niveaus is het aantal verkozen vrouwen gestegen, hetgeen ten minste gedeeltelijk toe te schrij- Question n? 410 de Mme Nelis-Van Liedekerke du 31 janvier 1995 Communes. - Nombre de mandats occupés par des femmes. 1. Combien de femmes bourgmestres, d'échevins et de conseillères communales ont prêté serment en Belgique au début du mois de janvier 1995? 2. Dans quelle mesure ces chiffres diffèrent-ils de ceux des élections communales de 1988? Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-dessous les renseignements demandés. 1. Suite à l'installation des différents Conseils communaux, la Belgique compte au 10 février 30 femmes bourgmestres, 391 femmes échevines et, au total, ce sont femmes qui sont élues au sein des Conseils communaux. 2. Après les élections communales de 1988, on comptait 25 femmes bourgmestres, 308 femmes èchevines et, au total, ce sont femmes qui ont été élues et ont siégé de 1988 à Le pourcentage de femmes échevines est actuellement de 14 % alors qu'il n'était que de 11 % dans les anciens collèges des bourgmestres et échevins. A tous les niveaux, le nombre de femmes élues a augmenté, ce qui résulte au moins partiellement de 1999

82 15694 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) ven is van de inwerkingtreden aan de nieuwe wet ter bevordering van een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de verkiezingen (Belgisch Staatsblad van 1 juli 1994). l'entrée en vigueur de la nouvelle loi sur la répartition équilibrée des hommes et des femmes sur les listes électorales (Moniteur belge du ter juillet 1994). DO Vraag nr, 412 van de heer De Mol van 9 februari 1995 Arbeidsovereenkomst. - Eerbiediging van het privéleven. - Militair veiligheidsonderzoek. wordt een mili- Voor sommige overheidscontracten taire clearance gevraagd. 1. Moeten de werknemers van het bedrijf op de hoogte gebrachr worden van het feit dat zij gescreend worden in het kader van een rnilitair veiligheidsonderzoek? 2. Moet de arbeidsovereenkomst melding maken van die screening? 3. Op welke wijze worden de werknemers hiervan op de hoogte gebracht? 4. Welke procedures dienen gevolgd te worden opdat de privacy van de werknemers zou worden beschermd? 5. Kan het uitvoeren van een screening door de werkgever zonder dat de werknemer hiervan op de hoogte gebracht is, beschouwd worden als inbreuk op het arbeidscontract? 6. Welke beschermingsprocedures heeft de werknemer tegen het uitvoeren van een militaire clearance als de arbeidsovereenkomst daar niet in voorziet? 7. Zijn er al uitspraken met betrekking tot de militaire of private screening? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mede te delen dat de reglementering inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tot de bevoegdheid behoort van de rninister van justitie en de reglementering inzake militaire veiligheid, tot deze van de minister van Landsverdediging (nr. 561 van 9 februari 1995). De CAO nr. 38 van 6 december 1983 betreffende de werving en selectie van werknemers, voorziet binnen de context van de aanwerving een aantal gedragsregels, onder andere inzake de informatie aan de sollicitant en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Zo dient de werkgever voldoende informatie aan de sollicitanten te verstrekken in verband met de arbeidsplaats die hij aanbiedt. De werkaanbieding moet onder meer de aard van de functie en de eisen om deze functie uit te oefenen, bevatten. Bovendien zal de persoonlijke levenssfeer van de sollicitant bij de selectieprocedure worden geëerbiedigd, hetgeen irnpliceert DO Question n? 412 de M. De Mol du 9 février 1995 Contrat de travail. - Respect de la vie privée. - Examen de sécurité militaire. Certains marchés publics requièrent une autorisation militaire. 1. Faut-il que les travailleurs de la société candidate adjudicaire soient informés du fait qu'ils font l'objet d'une enquête d'antécédents dans le cadre de l'examen de sécurité militaire? 2. Le contrat de travail doit-il faire mention de cette enquête d'antécédents? 3. De quelle manière les travailleurs sont-ils informés de cette enquête? 4. Quelles procédures faut-il suivre pour que la vie privée des travailleurs soit protégée? 5. L'employeur qui mène une enquête d'antécédents sans que le travailleur concerné en soit informé portet-il atteinte aux dispositions du contrat de travail? 6. A quelles procédures de protection le travailleur qui fait l'objet d'un examen de sécurité militaire peutil avoir recours si le contrat de travail n'en prévoit aucune? 7. Y a-t-il une jurisprudence en matière d'enquêtes d'antécédents militaires ou privées? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que la réglementation relative à la protection de la vie privée relève de la compétence du ministre de la Justice et que la réglementation relative à la sécurité militaire relève de la compétence du ministre de la Défense nationale (n? 561 du 9 février 1995). La CCT no 38 du 6 décembre 1983 concernant l'engagement et la sélection des travailleurs, prévoit, dans le cadre de l'engagement, une série de règles de comportement, entre autres en matière d'information au candidat et de respect de la vie privée. Ainsi l'employeur doit fournir aux candidats des informatians suffisantes concernant l'emploi qu'il offre. L'offre d'emploi doit contenir entre autres la nature de la fonction et les exigences posées pour l'exercice de cette fonction. En outre, la vie privée du candidat doit être respectée lors de la procédure de sélection, ce qui implique que des questions sur la vie privée ne se justi-

83 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses (SO ) dar vragen over het privéleven slechts verantwoord zijn indien zij relevant zijn wegens de aard en de uitoefeningsvoorwaarden van de functie. Artikel20, 6, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten bepaalt dat de werkgever de nodige zorg en aandacht moet wijden aan het onthaal van de werknemers. Gedurende de onthaalperiode moeten de werknemers al de voor hen noodzakelijke inlichtingen ontvangen en voornamelijk de inlichtingen die hun integrarie, hun aanpassing en hun ontplooiing in de onderneming kunnen bevorderen. Zij ontvangen inlichtingen betreffende hun arbeidsvoorwaarden, de bedrijvigheid en de structuur van de onderneming. De mededeling dat er een militaire screening wordt uitgevoerd, is als dusdanig niet verplicht door de wet van 3 juli Evenmin maakt deze mededeling het voorwerp uit van een verplicht in de arbeidsovereenkomst op te nemen beding. De privacy en de schending ervan in het kader van de arbeidsrelatie evenals de screening van (kandidaat-)werknemers zijn momenteel het voorwerp van onderzoek binnen de Nationale Arbeidsraad en aan sommige universiteiten. De vraag is immers gesteld of de schending van de privacy zomaar kan. De privacy is een grondrecht dat slechts kan worden aangetast indien daartoe voldoende redenen bestaan. De mate waarin dit dan kan gebeuren en de procedurale waarborgen die moeten worden voorzien, zullen naar ik hoop uit dit onderzoek blijken. Dan zal tevens duidelijk zijn welke reglementaire ingrepen wenselijk zijn. fient que si elles sont pertinentes en raison de la nature et des conditions d'exercice de la fonction. L'article 20, 6, de la l~i du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail stipule que l'employeur doit consacrer l'a ttention et les soins nécessaires à l'accueil des travailleurs. Pendant la période d'accueil, les' travailleurs doivent recevoir toutes les' informations nécessaires et principalement les informations qui peuvent favoriser leur intégration, leur adaptation et leur épanouissement dans l'entreprise. Ils reçoivent des renseignements concernant leurs conditions de travail, l'activité et la structure de leur entreprise. Il n'est donc pas obligatoire en vertu de la loi du 3 juillet 1978 d'informer qu'un screening militaire est effectué, pas plus que cette information ne doit être obligatoirement reprise dans une clause du contrat de travail. La vie privée et sa violation dans le cadre de la relation de travail de même que le screening des (candidats- )travailleurs font actuellement l'objet d'une enquête au sein du Conseil national du Travail et dans certaines universités. La question est en effet posée de savoir si la violation de la vie privée peut s'effectuer ainsi. La vie privée est un droit fondamental auquel il ne peut être porté atteinte que s'il existe des raisons suffisantes. La mesure dans laquelle cela peut se faire et les garanties procédurales qui doivent être prévues ressortiront, je l'espère, lors de cette enquête. Il apparaîtra ainsi clairement quelles interventions réglementaires sont souhaitables. DO DO Vraag nr, 414 van de heer Ghesquière 1995 van 14 februari Arbeidsovereenkomsten. - Gewaarborgd loon. - Zware fout van de werknemer. Artikel 52 en artikel 73 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten bepalen dat voor de eerste dagen van de arbeidsongeschiktheid de werknemer recht heeft op een gewaarborgd loon ten laste van de werkgever. Voor arbeiders en bedienden bestaat een verschillende reglementering. In beide reglementeringen heeft de betrokkene pas recht op gewaarborgd loon als de ongeschiktheid niet te wijten is aan een sportongeval of aan een grove fout van de werknemer zelf. Als de werknemer naast zijn dagtaak in de onderneming, in de vrije tijd, arbeid verricht op een illegale basis voor een andere werkgever, kan de werkgever verplicht zijn een gewaarborgd loon te betalen aan de arbeidsongeschikte werknerner, ook al werd hij. arbeidsongeschikt door een «arbeidsongeval» tiidens het zwartwerk. Question n? 414 de M. Ghesquière du 14 février 1995 Contrats de travail. - Salaire garanti. - Faute grave du travailleur. Les articles 52 et 73 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail stipulent que le travailleur a droit, pour les premiers jours d'incapacité de travail, à un salaire garanti à charge de l'employeur. Ouvriers et employés sont soumis à une réglementation différente. Dans les deux cas, l'intéressé ne peut prétendre au salaire garanti que si l'incapacité de travail n'est pas due à un accident de sport ou à une faute grave de sa part. Si, outre son activité dans l'entreprise, le travailleur effectue des prestations dans un cadre illégal pour un autre employeur durant les loisirs, l'employeur peut être contraint de verser un salaire garanti au travailleur en incapacité, même si l'incapacité de ce dernier résulte d'un «accident de travail" survenu alors qu'il travaillait au noir.

84 15696 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses( ) 1. Wordt een arbeidsongeval tijdens illegale tewerkstelling of illegale zelfstandige arbeid beschouwd als grove fout van de werknemer? 2. Over welke rechrsmiddelen beschikt de werkge-. ver om vrijgesteld te worden van het betalen van een gewaarborgd loon in zulke omstandigheden? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid volgende inlichtingen mee te delen. 1. Artikel 52, 3, stelt, net zoals artikel 73, 2, dat de werkgever het gewaarborgd loon niet verschuldigd is wanneer de arbeidsongeschiktheid van de werknemer voortvloeit uit een door de werknerner gepleegde zware fout. De wetgever geeft geen definitie van het begrip zware fout en geeft evenmin een opsomming van omstandigheden die als zware fout kunnen worden beschouwd. In concreto zal het steeds gaan orn de appreciatie van een feitelijke situatie en, in geval van betwisring, is het aan de rechtbank die op basis van alle gegevens soeverein zaloordelen of die illegale tewerkstelling bij een tweede werkgever in het geval dar hem wordt voorgelegd kan beschouwd worden als een door de werknemer gepleegde zware fout die de eerste werkgever ontslaat van zijn verplichting tot het betalen van het gewaarborgd loon wegens arbeidsongeschiktheid. De eerste werkgever zal evenwel dit bewijs moeten leveren. 2. In de veronderstelling dat de eerste werkgever gehouden blijft om het gewaarborgd loon uit te betalen, dan kan hij een rechtsvordering instellen tot terugbetaling van het loon dat aan de werknemer werd betaald en van de sociale bijdragen waartoe de werkgever door de wet of door een individuele of colleetieve arbeidsovereenkomst werd gehouden tegen degene die aansprakelijk is voor het ongeval (en dit kan de tweede werkgever zijn voor zover hem een fout kan worden ten laste gelegd). 1. Un accident de travail survenant dans le cadre d'un occupation illégale ou d'une activité indépendante illégale est-il considéré comme une faute grave du travailleur? 2. De quels moyens juridiques l'employeur disposet-il pour être exempté du paiement d'un salaire garanti dans de telles circonstances? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer les informations suivantes à l'honorable membre. 1. L'article 52, 3, dispose tout comme l'article 73, 2, que l'employeur ne doit pas payer le salaire garanti lorsque l'incapacité de travail du travailleur trouve sa source dans une faute grave qu'il a commise. Le législateur ne définit pas la notion de faute grave et n'énumère pas non plus les circonstances qui peuvent être considérées comme faute grave. Concrètement, il s'agira souvent d'apprécier une situation de fait et, en cas de contestation, le tribunal jugera souverainement si, sur la base de toutes les données et dans le cas qui lui est soumis, cette occupation illégale chez un deuxième employeur peut être considérée comme une faute grave commise par le travailleur qui dispenserait le premier employeur de son obligation de payer le salaire garanti pour cause d'incapacité de travail. Le premier employeur devra éventuellement apporter cette preuve. 2. Dans le cas où le premier employeur resterait tenu de payer le salaire garanti, il pourrait alors intenter une action en remboursement du salaire qui a été payé au travailleur et des cotisations sociales auxquelles l'employeur est tenu par la loi ou par une convention individuelle ou collective de travail, contre celui qui est responsable de l'accident (et cela peut être le deuxième employeur pour autant qu'une faute puisse lui être imputée). DO Vraag nr, 418 van de heer Gabriëls 1995 Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Bestaansminimum. van 17 februari Artikel 8, 3, van de besluitwet van 28 decernber 1944 bepaalt dat de activiteiten in het kader van een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap slechts mogen uitgeoefend worden door onder andere een volledig werkloze die ingeschreven is als werkzoekende en het bestaansminimum geniet. Anderzijds ontvingen de OCMW's een omzendbrief (16 januari 1995) ondertekend door de minister bevoegd voor sociale integratie, volksgezondheid en leefmilieu, waarin gesteld wordt dar bestaansminimumtrekkers slechts mogen tewerk- DO Question n? 418 de M. Gabriëls du 17 février 1995 Agences locales pour l'emploi. - Minimum de moyens d'existence. L'article 8, 3, de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 prévoit que les activités effectuées dans le cadre d'une agence locale pour l'emploi ne peuvent être accomplies que par, notamment, un chômeur complet inscrit comme demandeur d'emploi bénéficiant du minimum de moyens d'existence. D'autre part, les CPAS ont reçu une circulaire (16 janvier 1995) signée par le ministre compétent pour l'intégration sociale, la santé publique et l'environnement, stipulant que les bénéficiaires du minimum de moyens d'existence ne pour-

85 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (CZ ) Questions et Réponses(SO ) gesteld worden wanneer de uitvoeringsmaatregelen in werking zullen zijn getreden. 1. Wat is de rechtsgrond van die omzendbrief, geler op het arrest van de Raad van State van 4 april 1986, waarin gesteld wordt dat het adrninistratief toezicht over de OCMW's niet op een preventieve manier mag worden uitgeoefend door omzendbrieven en algemene instructies? 2. Waarom wachten bestaansminimumtrekkers nu al bijna één jaar op uitvoeringsbesluiten die hen toelaten te werken in een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap? Antwoord: De vraag die door het geacht lid werd gesteld, behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Volksgezondheid, Leefmilieu en Sociale Integratie, aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 671 van 17 februari 1995.) ront être employés que lorsque les arrêtés d'exécution seront entrés en vigueur. 1. Quel est le fondement juridique de cette circulaire, compte tenu de l'arrêt du Conseil d'etat du 4 avril 1986, où il est stipulé que la tutelle administrative sur les CP AS ne peut être exercée de façon préventive au moyen de circulaires et d'instructions générales? 2. Pourquoi les bénéficiaires du minimum de moyens d'existence attendent-ils depuis presque un an que soient pris les arrêtés d'exécution permettant de travailler dans une agence locale pour l'emploi? Réponse: La question posée par l'honorable membre est de la compétence de mon collègue de la Santé publique, de l'environnement et de l'intégration sociale, auquel la question a aussi été posée. (Question n? 671 du 17 février 1995.) Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'agriculture Kleine en Middelgrote Ondernemingen Petites et Moyennes Entreprises DO DO Vraag nr. 162 van de heer Schuermans 1995 van 28 februari KMO. - Auditform, ~ Administratieve uereenuoudigmg. In uw KMO-beleidsplan, goedgekeurd op de ministerraad van 29 januari 1993 stond een geheel van rnaatregelen gericht op het daadwerkelijk verminderen van de adrninistratieve rompslomp in de relatie KMOoverheid. Nu verneem ik dat het project auditfarm (inventarisatie van het formulierenbestand op federaal niveau) nog steeds niet is afgerond. Het project zou verlengd zijn tot april Zal het project auditform eind april zijn afgewerkt? 2. Klopt het dat men binnen de federale overheid reeds meer dan formulieren die betrekking hebben op het zelfstandig ondernemen heeft geïdentificeerd? Is dit de oorzaak, waarom men, twee jaar na de goedkeuring van de KMO-beleidsnota, nog steeds niet klaar is met de inventaris? 3. a) Hoeveel keren is de ambtenarencel administratieve vereenvoudiging al samengekomen? Question no 162 de M. Schuermans du 28 février 1995 PME. - Auditform. - Simplification administrative. Votre note de politique relative aux PME, approuvée par le conseil des ministres du 29 janvier 1993, comportait un ensemble de mesures visant à réduire les tracasseries administratives dans la relation entre les PME et les autorités. j'apprends cependant que le projet auditforrn (inventoriage du fichier des formulaires au niveau fédéral) n'a toujours pas été finalisé. Il aurait été prolongé jusqu'avril Le projet auditform sera-t-il finalisé fin avril? 2. Est-il exact que les autorités fédérales ont déjà identifié plus de formulaires se rapportant aux entrepreneurs indépendants? Est-ce là la raison pour laquelle l'inventoriage n'est toujours pas terminé deux ans après l'approbation de la note de politique générale relative aux PME? 3. a) A combien de reprises la cellule des agents chargée de la simplification administrative s'est-elle déjà réunie?

86 15698 BelgischeKarnervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Quesrionser Réponses(SO 1994;1995) b) Werden al voorstellen gedaan ter vereenvoudiging? 4. Wanneer kan die inventaris aanleiding geven tot een reële beperking van administratieve formaliteiten voor de zelfstandigen? Antwoord: Het geacht lid vindt hierna het antwoord op zijn vragen. In het KMO-beleidsplan, goedgekeurd op de Ministerraad van 29 januari 1993, werd een concreet voorstel aangenomen teneinde de administratieve forrnaliteiten voor de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen te vereenvoudigen en te verrninderen. De Ministerraad gelastte de rrurnster van KMO evenals de minister van Binnenlandse Zaken met de uitvoering van dit project. Deze beslissing was de aanleiding om het project Auditform uit te werken. Dit project moet dus gezien worden in een dubbel kader. Enerzijds is er de bekommernis om de administratieve rompslomp in de sector te vereenvoudigen. Anderzijds zijn er de initiatieven van de minister van Ambtenarenzaken ter vereenvoudiging van alle forrnulieren en procedures (concreet uitgewerkt in het Handvest van de gebruiker van openbare diensten) en ter responsabilisering van o.a. de leiding van de adrninistratie die dit piloorproject praktisch uitwerkt. Het project Auditforrn is een pilootproject. Mijn Kabinet en dit van de minister van Binnenlandse Zaken geassisteerd door het adviesbureau ABC en door de opleidingsdienst ADSV hebben het project «Auditfarm» ontworpen. Het ganse project staat onder de leiding van de secretaris-generaal van het ministerie van Middenstand, bijgestaan door een interdepartementale taakgroep die is samengesteld uit 7 ambtenaren van verschillende departementen en parastatalen. Door een samenloop van omstandigheden kon de aanvankelijk vooropgestelde timing niet worden gerespecteerd. Zo kon de gespecialiseerde opleiding van de analysten voorzien voor de maanden oktober, november en december 1993 uiteindelijk maar van start gaan vanaf half januari 1994 en de opleiding duurde tot einde maart Voor her inzamelen van alle formulieren met betrekking tot zelfstandigen en KMO (in totaal werden formulieren ingezameld vóór het afsluiten van de inventaris) en voor het invullen van een identificatiefiche per formulier moest in alle departementen en parasraralen beroep gedaan worden op de medewerking van ambtenaren ter plaatse. De inventaris werd op 12 augustus 1994 afgesloren. Vanaf dan kon effecb) Des propositions visant à une simplification ont elles déjà été formulées? 4. Quand cet inventaire pourra-t-il donner lieu à une réduction effective des formalités administratives pour les indépendants? Réponse: L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions. Le plan pour les PME, approuvé lors du Conseil des ministres du 29 janvier 1993 a adopté une proposition concrète visant à simplifier et à diminuer les formalités administratives des travailleurs indépendants et des petites et moyennes entreprises. Le Conseil des ministres a chargé le ministre des PME ainsi qu~ le ministre de l'intérieur de l'exécution de ce projet. Cette décision était l'occasion d'élaborer le projet Auditfarm. Ce projet doit donc être vu dans un double cadre. D'une part, il yale souci de simplifier les tracasseries administratives dans le secteur. D'autre part, il y a les initiatives du ministre de la Fonction publique visant à simplifier tous les formulaires et procédures (élaborés concrètement dans la Charte de l'utilisateur des services publics) et responsabilisant, entre autres, la direction de l'administration qui élabore pratiquement ce projet-pilote. Le projet Auditform est un projet-pilote. Mon Cabinet et celui du ministre de l'intérieur, assistés par le bureau-conseil ABC et par le service de formation de la DGSF, ont conçu le projet «Auditforrn», Le projet entier est sous la direction du secrétaire général du ministère des Classes moyennes, assisté par un groupe de travail interdépartemental composé de 7 fonctionnaires de différents départements et parastataux. Par suite d'un concours de circonstances, l'agenda fixé initialement n'a pu être respecté. C'est ainsi que la formation spécialisée pour les analystes prévue pour les mois d'octobre, novembre et décembre 1993 n'a finalement pu débuter qu'à la mijanvier 1994 pour se terminer fin mars Pour collecter tous les formulaires concernant les travailleurs indépendants et les PME (au total formulaires ont été rassemblés avant la clôture de l'inventaire) et pour compléter la fiche d'identification accompagnant chaque formulaire, il a fallu faire appel sur place au concours de fonctionnaires de tous les départements et parastataux concernés. L'inventaire a été clôturé le 12 août A partir de

87 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses(SO ) tief met en rond de ingezamelde gegevens gewerkt worden. Gelet op het laattijdig starten en op de omvang van het werk, besliste de Ministerraad het pilootproject Auditforrn in zijn huidige vorm te verlengen tot eind apri Vanaf 1 mei 1995 worden de resultaten van het pilootproject veralgemeend en in toepassing gebracht via een interdeparternentaal netwerk. De realisaties van Audirforrn kunnen als volgt samengeva t worden: a) lnventarisatieverslag. Dit verslag bevat een statistische analyse van het verzamelde formulierenbestand. De diverse departementen en instellingen verkrijgen er algemene inzichten en overzichten inzake de door hen gebruikte formulieren en hun formulierenbeheer. Dit verslag is wel degelijk klaar. b) Verslag en handleiding inzake gebruiksvriendelijke formulieren en procedures, gebaseerd op een kwalitatieve analyse van externe formulieren. Hieraan wordt de laatste hand gelegd. e) Glossarium of gegevensinventaris van alle items van alle externe formulieren. Hieraan wordt eveneens de laatste hand gelegd. d) Een nieuw, gebruiksvriendelijk inlichtingenformulier dat moet worden ingevuld door de zelfstandige die een vrijstelling van sociale bijdragen aanvraagt. Dit formulier zal eerstdaags in gebruik genomen worden. e) Analyse van de procedure inzake vrijstelling van sociale bijdragen. Deze analyse is zo goed als afgerond. o Onderzoek van de startersproblematiek. Een verslag ter zake is klaar, een aanral belangrijke items worden verder onderzocht. Samenvattend kan aldus op de vier vragen geantwoord worden: 1. Het pilootproject Auditforrn, zoals verlengd door de Ministerraad, zal inderdaad eind april 1995 afgewerkt zijn. 2. Het is inderdaad juist dat men binnen de federale overheid meer dan formulieren die betrekking hebben op het zelfstandig ondernemen, heeft geïdentificeerd. Het is daarentegen niet juist dat men nog steeds niet klaar is met de inventaris. 3. a) De taakgroep Auditform werkt sedert half januari 1994 full-time samen binnen het ministerie van Middenstand. Tussen de taakgroep Auditform en het adviesbureau ABC is er gemiddeld twee tot cette date, les analystes ont effectivement pu commencer à travailler sur les données rassemblées. Compte tenu du retard de départ et de l'envergure du travail, le Conseil des ministres a décidé de prolonger le projet Auditforrn sous sa forme actuelle jusque fin avril A partir du 1 er mai 1995, les résultats du projetpilote seront généralisés et mis en pratique VIa un réseau interdépartemental. Les réalisations d'auditform peuvent se résumer comme suit: a) Rapport d'inventaire. Ce rapport présente une analyse statistique de l'ensemble des formulaires collectés. Il offre aux différents départements et institutions une vue d'ensemble des formulaires qu'ils utilisent et les éclaire sur la gestion en la matière. Ce rapport est effectivement terminé. b} Rapport et manuel concernant les formulaires et procédures accessibles et agréables d'emploi, basés sur une analyse qualitative des formulaires externes. Ce travail est sur le point d'être achevé. e) Glossaire ou données d'inventaire de toutes les notions de tous les formulaires externes. Ce travail est également en voie d'achèvement. d) Un nouveau formulaire de demande de renseignements, plus agréable et plus facile d'emploi, à compléter par des indépendants qui sollicitent une dispense de cotisations sociales. Ce formulaire sera opérationnel dans les prochains jours. e) Analyse de la procédure inhérente à la dispense de cotisations sociales. L'analyse est bien avancée. f) Analyse de la problématique relative à la première installation d'un indépendant ou PME. Un rapport à ce sujet est prêt. Différents points importants à approfondir sont en chantier. En résumé, voici la réponse aux quatre questions posées: 1. Le projet-pilote Auditforrn, prolongé sous sa forme actuelle par le Conseil des ministres prendra fin effectivement fin avril Il est exact qu'on a identifié au sein de l'administration fédérale plus de formulaires concernant le statut d'indépendant. En revanche il est inexact que l'inventaire ne soit pas encore achevé. 3. a) Le groupe de travail Audirforrn travaille depuis la mi-janvier 1994 full-time au sein du ministère des Classes moyennes. Ce groupe de travail délibère en moyenne deux à trois fois par semaine avec le

88 15700 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) driemaaloverleg per week. De stuurgroep Auditforrn vergadert gemiddeld éénmaal per maand. b) Ja, zie hierboven «realisaties». 4. De resultaten van het pilootproject Auditforrn zullen, zoals voorzien, vanaf 1 mei 1995 veralgemeend en in toepassing gebracht worden in alle betrokken departernenten, Uiteindelijk wil ik nog de aandacht van het geacht lid vestigen op het feit dat dergelijk project eigenlijk geen einde heeft, dat hetpermanent moet voortgezet worden indien men duurzame resultaten wil bereiken. bureau conseil ABC. Le groupe d'orientation Auditform se réunit en moyenne une fois par mois. b) Oui, voyez ci-dessus les «réalisations», 4. Les résultats du projet-pilote Auditforrn seront, comme prévu, généralisés et mis en application dans tous les départements concernés à partir du 1 er mai J'attire enfin l'attention de l'honorable membre sur le fait qu'un tel projet n'a pas de fin en soi, qu'il doit être continué de manière permanente si l'on veut aboutir à des résultats durables. Landbouw Agriculture DO Vraag nr. 218 van de heer Breyne van 2 december 1994 Mesttransport. - Prankrijl«. Landbouwers gevestigd in de nabijheid van de Frans-Belgische grens ondervinden nog steeds rnoeilijkheden bij het transport van stalmest en pluirnveemest, naar eigen gronden gelegen in Frankrijk en gronden in Frankrijk waarop op basis van contracten kan uitgestrooid worden. De houding van de Franse autoriteiten lijkt in strijd met de Europese regelgeving. 1. Wat is de juiste draagwijdte van de Europese regelgeving daarover? 2. Wat belet de Franse autoriteiten die reglementering te respecteren? 3. Welke initiatieven heeft u al genomen om tot correcte en sluitende afspraken te komen, en wat zijn de bereikte resultaten? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid als volgt op zijn vragen te antwoorden: 1. Op dit ogenblik bepaalt de richtlijn van de Raad /EEG in haar bijlage I, hoofdstuk 14, dat enkel pluirnvee- en paardemest onbewerkt in het handelsverkeer gebracht mogen worden, schape- en geitemest zijn niet in de richtlijn geregeld. Mest van runderen en varkens mag op dit ogenblik enkel in bewerkte vorm in het handelsverkeer gebracht worden. 2. De bepalingen aangaande de mest uit hogergenoemde richtlijn worden in Frankrijk uitgevoerd op prefecturaai niveau. Dit overheidsniveau kan tevens gebruik maken van en geeft toepassing aan de zogenaamde transportverordening (259/93) en kan de aanvoer van verse kippemest en paardemest verbieden om volksgezondheids- of milieuredenen, openbare orde en veiligheid (artikel 7 van de genoemde verordening). De toepassing van de transportverordening valt niet in het DO Question n? 218 de M. Breyne du 2 décembre 1994 Transport de lisier. - France. Les agriculteurs établis à proximité de la frontière franco-belge se voient toujours confrontés à des problèmes lorsqu'ils transportent du fumier et du lisier de volaille vers des terrains dont ils sont les propriétaires en France ou des terrains situés en France sur lesquels ils peuvent les répandre en vertu de certains contrats. L'attitude des autorités françaises semble contraire à la réglementation européenne. 1. Quelle est la portée exacte de la réglementation européenne en la matière? 2. Qu'est-ce qui empêche les autorités françaises de respecter cette réglementation? 3. Quelles initiatives avez-vous déjà prises afin d'aboutir à des accords corrects et cohérents, et quels résultats avez-vous obtenus? Réponse: J'ai l'honneur de répondre aux questions de l'honorable membre de la façon suivante:. 1. Actuellement, la direcrive /CEE du Conseil définit dans son annexe I, chapitre 14, que seuls les lisiers de volaille et d'équidés non transformés peuvent faire l'objet d'échanges, les lisiers d'ovins et de caprins ne sont pas réglementés. Le lisier de bovin et de porc peut, à l'heure actuelle, faire l'objet d'échanges uniquement sous sa forme transformée. 2. L'exécution des règlements concernant le lisier défini dans la directive mentionnée ci-dessus est de la compétence de l'autorité préfectorale française. Cette autorité peur en même temps faire usage et mettre en application le règlement de transport (259/93) et peut interdire l'entrée de lisier de volaille et de cheval non transformé pour des raisons de santé publique, d'environnement, d'ordre public et de sécurité (article 7 du règlement précité). L'application de cette

89 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) bevoegdheidsgebied van mijn departement. De toepassing van de «bezernrichtlijn» (921118/EEG) wel, daarom hebben rnijn diensten het certificaat zoals voorgeschreven reeds bij herhaling afgeleverd voor verzendingen naar Frankrijk. 3. Op J februari 1995 heb ik een minisrerieel besluir uitgevaardigd waarbij het grensoverschrijdend uitrijden op bedrijfseigengronden, mits bewijslevering door de betrokkene, uit het toepassingsveld van het ministerieel besluit van 27 juni 1994 wordt gehaald. Tevens werden hierin bepalingen opgenomen om toepassing aan bestaande vervoers- en uitspreidingscontracten te verlenen. Deze twee elementen en het schrappen van de droge stofnorm (minimum 86 %) van de «bezernrichtlijn», maken onderwerp uit van een voorstel van de Commissie tot wijziging van de «bezernrichrlijn ", opgesteld op ons verzoek. Ondertussen werden ook gesprekken gevoerd met de Nederlandse autoriteiten. In de huidige redactie van de richtlijn, delen deze autoriteiten onze zienswijze dat uitrijden op bedrijfseigengronden geen handelsverkeer is en buiren de «bezemrichtlijn» dient te vallen. Wat de contracten tussen producenten/leveranciers en akkerbouwers in een andere lidstaat betreft, delen zij ook onze mening dat de bepaling zodanig gewijzigd moeten worden om deze rransacties onder controleerbare voorwaarden te laten doorgaan. Het voorliggende ontwerp van wijziging van de «bezernrichtlijn» zal door mijn diensten sterk verdedigd worden. réglementation de transport ne relève pas de l'autorité de mon département. Par contre l'application de la «directive balai» (92/118/CEE) relève bien de la compétence de mon département. C'est pourquoi mes services ont déjà délivré à plusieurs reprises le certificat prescrit pour des transports destinés à la France.. J. Le 3 février 1995, j'ai pris un arrêté ministériel dans lequel le transport transfrontalier de lisier sur les terres de sa propre exploitation, pour autant que l'interressé puisse apporter la preuve qu'il s'agit bien de terres qu'il exploite lui-même, est exclu du champ d'application de l'arrêté ministériel du 27 juin Parallèlement, des réglementations ont été prises en vue de l'application de contrats de transport et d'épandage. Ces deux points ainsi que la suppression de la norme de la teneur en matière sèche (minimum 86 %) dans la «directive balai» font l'objet, à notre demande, d'un projet de modification de cette directive. Entre-temps des pourparlers ont également eu lieu avec les autorités néerlandaises. Dans le texte actuel de la Directive, les autorités néerlandaises partagent notre point de vue selon lequel le transport sur les terres de sa propre exploitation ne constitue nullement un trafic commercial. Il ne doit pas tomber sous l'a pplication de la «Directive balai». Elles partagent également notre point de vue concernant des contrats entre producteurs/éleveurs et cultivateurs établis dans un autre pays membre. La réglementation doit être modifiée pour assurer le contrôle de ces épandages. Le projet de modification de la «directive balai»susmentionné sera défendu vigoureusement par mes services. Minister van Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de l'intégration sociale, de la Santé publique et de l'environnement DO Dû Vraag nr. 258 van de heer De Mol van 19 mei 1993 UNCED-conferentie. - Agenda 21. Eén van de resultaten van de UNCED-conferenrie, die van 3 tot 14 juni 1992 in Rio de Janeiro plaatsvond, is de zogenaamde Agenda 21. Die Agenda 21 is een globaal actieprogramma rond alle aspecten van duurzame ontwikkeling. Rond J9 specifieke thema's werden prograrnrna's uitgewerkt met gevolgen tot ver in de 21ste eeuw. Het is de bedoeling dat dit actieprograrnrna op nationaal vlak wordt geïmplementeerd. Welke nationale ministers zijn verantwoordelijk voor de omzetting van Agenda 21 in concrete Belgische actieprograrnrna's? Antwoord: Eén van de sleutelbegrippen van de Conferentie van Rio en een leidrnotief van Agenda 21 Question n? 258 de M. De Mol du 19 mai 1993 Conférence CNUED. - Agenda 21. La conférence CNUED qui s'est tenue du 3 au 14 juin 1992 à Rio de Janeiro a notamment abouti à l'agenda 21, un programme d'action global portant sur tous les aspects du développement durable. Des projets dont les conséquences se feront sentir jusqu'à la fin du XXle siècle ont été développés autour de 39 thèmes spécifiques. Le but visé est la mise en œuvre de ce programme d'action au niveau national. Quels ministres nationaux sont responsables de la transposition de l'agenda 21 dans des programmes d'action belges ayant une portée concrète? Réponse: Un des principes clés issus de la Conférence de Rio et constituant un leitmotiv de?nnn

90 15702 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (CZ ) -(l46)- Questions et Réponses (SO ) is de erkenning van de noodzakelijke coördinarie en samenwerking tussen de verschillende activiteitssectoren. Het begrip duurzaamheid is dus van toepassing op alle departementen. Om de middelen ter uitvoering van Agenda 21 te bundelen werd de Nationale Raad voor Duurzame Ontwikkeling in her leven geroepen (koninklijk besluir van 13 oktober 1993), bestaande uit vertegenwoordigers van de milieubeweging, de ontwikkelingssamenwerking, consumentenverenigingen, de sociale partners en de wetenschap, alsook van alle ministers die betrokken zijn bij de duurzame ontwikkeling, zowel van de federale overheid als van de Gewesten. Zo moest dit forum advies verstrekken over het Belgisch rapport inzake duurzame ontwikkeling, een rapport dat jaarlijks wordt opgemaakt ten behoeve van de Commissie Duurzame Ontwikkeling van de Verenigde Naties, en over een evaluatierapport met betrekking tot het Nationaal Programma ter vermindering van de uitstoot van CO 2, De werkzaamheden van de NRDO zullen in 1995 worden geconcretiseerd door een belangrijke conferentie over de komende generaries. Ikzelf was actief berrokken bij het werk van de Commissie Duurzame Ontwikkeling van de Verenigde Naties (België is er tussen 1993 en 1995 gewoon lid van). Belangrijke therna's zoals de relatie tussen werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling of de indicaroren voor duurzame ontwikkeling (colloquium dar in januari 1995 in Gent werd gehouden) werden uitgediept. l'agenda 21 est la reconnaissance de la nécessaire coordination et coopération entre les différents secteurs d'activité. La notion de durabilité s'applique donc à tous les départements. Afin de centraliser les moyens de mettre en œuvre l'agenda 21, il a été créé le Conseil national de Développementdurable (arrête royal du 13 octobre 1993) qui regroupe des représentants des associations de protection de l'environnement, de la coopération au développement et de la défense des consommateurs, des représentants des partenaires sociaux et des milieux scientifiques ainsi que des représentants de tous les ministres concernés en matière de politique de développement durable, tant aux niveaux fédéral que régional. Ce forum a ainsi été appelé à donner son avis sur le rapport belge sur le développement durable, rapport réalisé annuellement à l'intention de la Commission Développement durable des Nations unies et sur le rapport d'évaluation du Programme national pour Ja réduction des émissions de CO 2, Les travaux du CNDD devraient être concrétisés, en 1995, par une importante conférence sur les générations futures. Pour ma parr, j'ai participé activement aux activités de la Commission pour le Développement durable des Nations unies (la Belgique est membre effectif pour la période de ). Des thèmes importants tels que la liaison emploi-développement durable ou bien encore les indicateurs de développement durable (colloque organisé à Gand en janvier 1995) ont été développés. DO Vraag nr. 401 van de heer Barbé van 6 januari 1994 PCB. - PCT. ~ Koninklijk besluit, Op mijn schriftelijke vraag nr. 248 van 7 mei 1993 antwoordde de minister dat een ontwerp van koninklijk besluit inzake PCB's en PCT's werd uitgewerkt en voorgelegd aan de Raad van State (Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 72, blz. 6962). Op Europees vlak is er een voorstel van richtlijn inzake die problematiek. Dat voorstel dateert al van 1988 maar de Europese ministerraad slaagt er blijkbaar niet in een beslissing te nemen. 1. a) Wat is de stand van zaken aangaande her ontwerp van koninklijk besluit inzake PCB's en PCT's? b) Wanneer heeft de Raad van State eventueel advies uirgebracht? c) Wanneer hebben de drie gewesten hun akkoord gegeven? DO Question n? 401 de M. Barbé du 6 janvier 1994 PCB. - PCT. - Arrêté royal. Dans sa réponse à ma question n? 248 du 7 mai 1993, le ministre me signale qu'un projet d'arrêté royal concernant les PCB et PCT a été élaboré et soumis à l'avis du Conseil d'etat (Questions et Réponses, Chambre, , n? 72, p. 6962). Par ailleurs, il existe une proposition de directive européenne relative à cette problématique, qui au reste date de 1988 mais au sujet de laquelle le Conseil de ministres européen ne semble pas pouvoir aboutir à une décision. 1. a) Où en est-on dans la préparation du projet d'arrêté royal relatif aux PCB et aux PCT? b) Quand le Conseil d'etat a-t-il, le cas échéant, émis un avis? c) Quand les trois régions ont-elles donné leur accord?

91 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Wat is uw standpunt over het voorstel van richtlijn inzake PCB's en PCT's? Antwoord: Als anrwoord op de vragen van het geacht lid met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit over PCB's/PCT's kan ik het volgende mededelen. 1. Overeenkornstig de verdeling van de milieu bevoegdheden vervat in de bijzondere wet van 16 juli 1993tot vervollediging van de federale staatsstructuur, heeft de Raad van State gemeend dat het voornoemde besluit grotendeels tot de bevoegdheid van de gewesren behoort, met inbegrip van het intrekken van bestaande stoffen en van hun opwerking, en dat alleen de bepalingen inzake het op de markt brengen van PCB's/PCT's of van apparaten die dergelijke stoffen bevatten (produktnormen) tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren. Het koninklijk besluit van 9 juli 1986 regelr reeds het in de handel brengen van installaties die PCB's bevatten. Bovendien is bij mijn departement een kaderwet inzake produktnormen in voorbereiding die chemische stoffen, preparaten en produkten die toxisch zijn voor het milieu en voor de gezondheid aan bepaalde criteria zal ontwerpen. Deze kaderwet zou de juridische basis van het besluit van 1986 nog kunnen komen verstevigen. Om het PCB/PCT-dossier zo efficiënt mogelijk te kunnen vervolgen, werd tevens beslist: - (ICL, 29 maart 1994) een speciale werkgroep PCB's op te richten, bestaande uit vertegenwoordigers van het Federale ministerie van Leefmilieu en van de gewesten en belast met de coördinatie van de inventaris van de bestaande PCB's, met het opstellen van een gemeenschappelijk verwijderingsplan en met het volgen van de ontwikkelingen op Europees en internationaal vlak (met name de PARCO M -aan bevelingen) j - (oktober 1994) een studie te wijden aan de gevaren die verband houden met de vervanging van PCB's/ PCT's in elektrische apparaten. 2. Orn snel de Europese Richtlijn inzake PCB's (76/ 769/EEG) te kunnen goedkeuren, werd tijdens de Europese Milieuraad van 15 en 16 december 1994 een gemeenschappelijk standpunt aangenomen. Er werd o.m. bepaald: - dar de inhoud aan PCB's die in aanmerking komt voor de inventarisering van vervuilde apparaten vasrgelegd wordt op 5 dm 3 of meer dan 500 ppm; - dat de ontsmetting en opruiming van PCBbevattende apparaten ten laatste tegen het jaar 2010 klaar moet zijn; - dat het verwijderen van apparaten met een PCBgehalte tussen 50 en 500 ppm (transforrnatoren met verontreinigde olie) vastgesteld is op «het einde van de nuttige levensduur». 2. Quelle est votre position sur la proposition de directive relative aux PCB et aux PCT? Réponse: Pour répondre aux questions de l'honorable membre concernant le projet d'arrêté royal sur les PCB/PCT, je préciserai ce qui suit. 1. Conformément à la répartition des compétences environnementales définie par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'etat, le Conseil d'etat a estimé que l'arrêté dont question relevait en grande partie des régions, y compris pour ce qui est du retrait des substances existantes et de leur retraitement, et que seules les dispositions se rapportant à la mise sur le marché de PCB/ PCT ou d'appareils en contenant (normes de produits) étaient du ressort du fédéral. L'arrêté royal du 9 juillet 1986 réglemente déjà la commercialisation d'équipements contenant des PCB. Par ailleurs, une loi-cadre en matière de normes de produits est en train d'être élaborée par mon département en vue de soumettre la mise sur le marché de substances chimiques, préparations et produits toxiques pour l'environnement et la santé à un critère. Cette loi-cadre pourrait donc venir renforcer la base juridique de l'arrêté de Afin d'assurer un suivi efficace à ce dossier PCBI PCT, il a également ètè décidé de mettre en place: (CIE, 29 mars 1994) un groupe de travail spécial PCB réunissant des représentants du Fédéral Environnement et des régions et chargé de coordonner l'inventarisation des PCB existants, la mise au point d'un plan d'élimination commun et le suivi des développements européens et internationaux (notamment, les recommandations PARCOM)j (octobre 1994) une étude visant à rendre compte des risques causés par le remplacement des PCB/ PCT dans l'équipement électrique. 2. Afin d'adopter rapidement la directive européenne relative aux PCB (76/769/CE), une position commune a été approuvée lors du Conseil européen Environnement des 15 et 16 décembre Il est ainsi prévu: Le contenu des PCB envisagé pour l'inventarisatian des appareils contaminés est fixé à 5 dm 3 ou plus de 500 ppm. La décontamination et la destruction des appareils contenant des PCB doivent avoir lieu avant 2010 au plus tard. L'élimination des appareils dont la teneur en PCB est située entre 50 et 500 ppm (transformateurs avec huiles contaminées) est fixée à «la fin de vie utile»,

92 15704 BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(CZ ) ChambredesReprésentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) DO Vraag nr. 579 van de heer Barbé van 14 november 1994 Tandartsen. - Gebruik van amalgamen. Tandartsen gebruiken nog steeds op grote schaal amalgaam (kwikverbindingen). Hieraan zijn gezondheidsrisico's verbonden, zowel voor de tandartsen als de pariënren. Daarnaast zijn er ook de negatieve gevolgen voor het leefmilieu, waarvoor de gewesten uiteraard hun veranrwoordelijkheid dienen op te nemen. 1. Welke verschijnselen en aandoeningen ten gevolge van amalgamen werden al vastgesteld, respectievelijk bij tandartsen en patiënten? 2. Klopt het dat in Duitsland het gebruik van amalgamen door of bij vrouwen wordt ontraden gezien de mogelijks teratogene effecten? 3. Moeten amalgamen vervangen worden door vei-. ligere alternatieven? Antwoord: In antwoord op zijn voormelde vraag heb ik de eer het geacht lid het volgende mee te delen. De amalgamen die in de tandheelkunde het meest worden gebruikt om tandholten te vullen, bestaan nog steeds uit een legering van zilver en kwik. In de internationale medische literatuur worden enkele zeldzame gevallen van kwikvergiftiging vermeld die aan amalgaamvullingen worden toegeschreven en worden vrij specifieke symptomen opgesomd. Her verband tussen de amalgamen en de vastgesrelde vergiftigingen is echter betwist, precies omdat die amalgamen in verhouding tot het gebruik ervan zelden tot vergiftiging leiden. De gesignaleerde kwikvergiftigingen kunnen ook een andere oorzaak hebben (zoals het eten van vergiftigde vis). Verder vermeldt men ook enkele gevallen van zilverallergieën die het wegnemen van amalgaamvullingen hebben gerechtvaardigd. Wanneer men het klassieke amalgaam niet mag gebruiken, vervangt men het door goud, porselein of hars. Die alternatieve methodes worden echter nog volop onderzocht, hetzij wegens de kostprijs, hetzij wegens de onbevredigende resultaten ervan. De vergiftigingen van de tandartsen door die produkten worden nog meer betwist, omdat zij met handschoenen werken (of moeten werken). De allergieën daarentegen zijn beter bekend en trouwens makkelijker te voorkomen. In Duitsland en Denemarken staat men inderdaad het meest weigerachtig tegenover dat amalgaam. Maar dat wantrouwen heeft geen aanleiding gegeven tot het uitvaardigen van maatregelen van overheidswege. In DO Question n? 579 de M. Barbé du 14 novembre 1994 Dentistes. - Utilisation d'amalgames. Les dentistes utilisent toujours beaucoup les amalgames (alliages de mercure). Or, ceux-ci sont préjudiciables à la santé tant des dentistes que des patients. Il y a, en outre, des conséquences négatives pour l'environnement. A cet égard, les régions doivent assumer leurs responsabilités. 1. Quels symptômes et affections ont déjà été constatés respectivement chez les dentistes et les patients? 2. Est-il exact qu'en Allemagne, l'utilisation d'amalgames par ou chez les femmes est découragée en raison d'éventuels effets tératogènes? 3. Les amalgames doivent-ils être remplacés par des alternatives plus sûres? Réponse: En réponse à sa question susrêférêe, j'ai l'honneur de transmettre à l'honorable membre, les éléments de réponse qui suivent. Les amalgames utilisés dans la plupart des cas en dentisterie pour obturer des caries encore à l'heure actuelle, sont constitués d'un mélange d'argent et de mercure. Il existe quelques rares cas signalés dans la littérature médicale internationale, d'intoxication au mercure attribués aux amalgames dentaires, qui donnent un tableau de symptômes assez spécifiques. Toutefois, la relation entre les amalgames et les intoxications constatées a été contestée précisément en raison de leur rareté par rapport à la fréquence de l'utilisation de ces amalgames. Les cas d'intoxication signalés auraient pu être intoxiqués par du mercure issu d'autres sources de contamination (telle que la consommation de poisson contaminé). Par ailleurs, on signale également quelques cas d'allergies à l'argent qui ont justifié le retrait des amalgames dentaires placés. Dans les cas où l'on doit renoncer à l'amalgame classique, on utilise de l'or, des céramiques ou des résines. Mais ces méthodes alternatives font encore l'objet de nombreuses recherches en raison, soit du coût, soit des résultats insatisfaisants. Les intoxications des dentistes par ces produits sont encore plus contestées, ces derniers travaillant (ou devant travailler) avec des gants. Par contre les allergies sont mieux connues et d'ailleurs plus facilement évitées. C'est effectivement en Allemagne et au Danemark que l'on se montre le plus méfiant vis-à-vis de cet amalgame. Mais cette méfiance n'a pas entraîné de mesures réglementaires. Dans ces pays, certains prati-

93 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) deze landen hebben sommige tandartsen zelf beslist die amalgamen bij hun zwangere patiënten te vermijden. Om te voorkomen dat die zware metalen het natuurlijk milieu vervuilen, staan de tandartsen zelf in voor de recuperatie van de amalgaamresten. Gespecialiseerde organisaties komen het in de tandartspraktijk ophalen.. Het geacht lid zal wellicht met belangstelling de verklaring van de World Dental Federation van oktober 1994 lezen, die afzonderlijk gestuurd zal worden. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt die verklaring niet in het bulletin van V ragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire vragen). ciens ont décidé d'éviter l'usage de cet amalgame chez les patientes enceintes.. Afin d'éviter la pollution du milieu naturel par ces métaux lourds, les dentistes ont organisé eux-mêmes la récupération des restes d'amalgames. Des organisations spécialisées se chargent de passer dans les cabinets dentaires pour en faire la collecte. L'honorable membre lira sans doute avec intérêt la déclaration faite en octobre 1994 par la Fédération internationale des dentistes, qui lui sera adressée par pli séparé. Etant donné son caractère de pure documentation, il n'y a pas lieu d'insérer cette déclaration au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires). DO Vraag nr. 606 van de heer Brouns van 19 december 1994 {N.): Milieukeurmerk. - Milieureclame. - Reglementering. Op 29 maart 1994 interpelleerde ik u over de milieureclamecommissie en de reglementering over ecologischereclame en keurmerken. In uw antwoord gaf u toe dat er inderdaad klaarheid moest komen op het stuk van de ecologische reclame en de keurmerken. Daarom beloofde u een brochure uit te geven over de procedure voor het aanvragen van een keurmerk en over de precieze draagwijdte van het keurmerk. Tevens meldde u dat de wet voorziet in de oprichting vaneen commissie voor de ecologische etikettering en reclame. 1. a) Is de brochure over het aanvragen van een keurmerk al verschenen? h) Indien niet, wanneer zal die er komen? 2. a) Is de commissie voor de ecologische etikettering en reclame al werkzaam en heeft ze al een gedragscode uitgewerkt met betrekking tot de rnilieureclame? h) Indien niet, wanneer zal die er komen? Antwoord: 1. a) De brochure is niet verschenen, zij is wel in aanmaak. De tekst moet tevens in het Nederlands vertaald worden, Deze tekst moet uiteraard aansluiten bij de documentatie van de EU zelf, waar en indien nodig aangevuld met specifiek Belgische informatie. DO Question n? 606 de M. Brouns du 19 décembre 1994 Ecolabel. - Publicité en matière d'environnement.- Réglementation. Le 29 mars 1994, je vous ai interpellé à propos de la commission chargée de la publicité en matière d'environnement ainsi que sur la réglementation relative à la publicité écologique et aux écolabels. Dans votre réponse, vous avez concédé qu'il s'imposait en effet de clarifier la situation en matière de publicité écologique et d'êcolabels. C'est la raison pour laquelle vous avez promis de publier une brochure concernant la procédure à suivre pour demander un écolabel et la portée exacte de l'écolabel. Vous avez par ailleurs indiqué que la loi prévoyait la création d'une commission pour l'étiquetage et la publicité écologique. 1. a) La brochure relative à la demande d'un écolabel a-t-elle déjà été publiée? b) Dans la négative, quand sera-t-elle disponible? 2. a) La commission pour l'étiquetage et la publicité écologique est-elle déjà opérationnelle et a-t-elle déjà développé un code de bonne conduite en. matière de publicité écologique? b) Dans la négative, quand en sera-t-il ainsi? Réponse: 1. a) La brochure n'est pas parue; elle est en préparation. Le texte doit être traduit en néerlandais. Il doit bien entendu être en concordance avec la documentation de l'ue et sera, au besoin, complété par des informations spécifiquement belges.

94 15706 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) b) De brochure zou moeten klaar zijn tegen het einde van het eerste semester van dit jaar. Ik wil her geacht lid er op wijzen dat dit nier berekent dat helemaal geen informatie voor belanghebbenden bestaat: de hierboven aangehaalde EUdocumentatie kan steeds verstrekt worden in Frans, Engels en Duits. 2. a) en b) Deze commissie is voorzien in de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument. Het ontwerp van koninklijk besluit houdende oprichting van deze commissie is door de drie betrokken ministers ondertekend en moet kortelings ter ondertekening aan de Koning voorgelegd worden. b} La brochure devrait être prête pour le premier semestre de cette année. Je tiens à indiquer à l'honorable membre que cela ne signifie nullement qu'il n'existe aucune information pour les intéressés: la documentation de l'ue, dont il est question ci-dessus, peut toujours être fournie en français, anglais et allemand. 2. a) et b) Cette commission est prévue par la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l'information et la protection du consommateur. Le projet d'arrêté royal créant cette commission a été signé par les trois ministres concernés et sera prochainement soumis à la signature du Roi. DO DO Vraag nr, 613 van de heer De Man van 3 januari 1995 Ebola-uirus, - Invoer van apen. 1. Worden apen die in België en in de Europese Unie, worden ingevoerd, lang genoeg in speciale quarantainelokalen opgesloten om na te gaan of ze niet besmet zijn met het Ebola-virus of aanverwante virussen? 2. Wat zijn de voorschriften? 3. Hoe lang moeten de primaten III quarantaine blijven? 4. Zijn die quarantainelokalen uitgerust tegen de voor de mens levensgevaarlijke Ebola-varianten? Antwoord : Wat betreft de behandeling van apen, moet ik de vraagsteller verwijzen naar mijn collega's die ter zake bevoegd zijn. Indien er lokalen nodig zijn voor het in quarantaine plaarsen van mensen, kan er beroep gedaan worden op de diensten van het militaire hospitaal «Koningin Astrid». Question no 613 de M. De Man du 3 janvier 1995 Virus Ebola. - Importation de singes. 1. Des singes importés en Belgique ou dans l'union européenne sont-ils enfermés pendant une période suffisamment longue dans des locaux spéciaux de quarantaine afin de vérifier s'ils ne sont pas contaminés par le virus Ebola ou d'autres virus similaires? 2. Quelles sont les règles? 3. Combien de temps les primates doivent-ils rester en quarantaine? 4. Ces locaux de quarantaine sont-ils équipés contre les variantes d'ebola qui présentent un danger de mort pour l'homme? Réponse: En ce qui concerne la manipulation des singes, je dois renvoyer la question à ceux de mes collègues qui sont compétents en la matière. En cas de besoin de locaux de quarantaine pour des êtres humains, il peut être fait appel à l'hôpital militaire Reine Astrid à Neder-over-Heernbeek. DO DO Vraag nr. 617 van de heer De Man van 3 januari 1995 HIV -besmetting. - Maatregelen. Naar aanleiding van de aids-epidernie werden ondermeer in Duitsland dwingende voorschriften uitgevaardigd inzake het vernietigen van mogelijk besmet rnateriaal uit ziekenhuizen en laboratoria. Ook Question n? 617 de M. De Man du 3 janvier 1995 Contamination par le virus du sida. - Mesures. A la suite de la progression de l'épidémie de sida, l'allemagne, parmi d'autres pays, a décrété des prescriptions impératives relatives à la destruction de matériel de laboratoire ou d'hôpital susceptible d'être

95 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) werden er strengere hygiënische maatregelen getroffen in verband met bloedafname, endoscopie, dialyse, bevallingen, laboratoriumonderzoek, heelkundige Ingrepen. 1. Wordt dit beleid van het kleinste risico ook bij ons toegepast? 2. Welke voorschriften werden reeds uitgevaardigd? Antwoord: Alle diensten die invasieve technieken uitvoeren (bloedname, dialyse, endoscopie,... ) bij patiënten kermen reeds lang het risico van hepatitis B- infectie via onderzoeksmateriaal. Technisch is er geen enkel probleem om deze onderzoeksinstrumenten afdoende te desinfecteren en ziekenhuisbesmettingen door hepatitis B zijn nu uiterst zeldzaarn geworden. HIV is een zeer zwak virus en nog veel minder bestand tegen de gebruikte ontsmettingsmiddelen dan het hepatitis B-virus. Alle ziekenhuizen in België beschikken over een geneesheer-hygiënist, een verpleegkundige in ziekenhuishygiëne en een comité voor ziekenhuishygiëne die samen instaan voor het voorkomen van nosocomiale infecties en het veilig verwijderen van ziekenhuisafval. Algemeen kan men stellen dat alle potentieel besmet ziekenhuisafval systematisch in verbrandingsovens wordt vernietigd. Het opstellen van een regelgeving met betrekking tot ziekenhuisafval en de controle op de aktiviteiten van de comités voor ziekenhuishygiëne zijn een bevoegd-. heid van de gemeenschappen. contaminé. De même, des mesures hygiéniques plus strictes ont été prises pour les prises de sang, les endoscopies, les dialyses, des accouchements, les analyses de laboratoire et les opérations chirurgicales. 1. Cette politique du moindre risque est-elle également appliquée chez nous? 2. Quelles règles a-t-on décrétées? Réponse: Tous les services qui utilisent des techniques invasives (prises de sang, dialyses, endoscopies,... ) pour les patients connaissent le risque d'infection par le virus de l'hépatite B par l'intermédiaire du matériel d'examen. Il n'y a techniquement aucun problème pour désinfecter ces instruments tel qu'endoscopes, et autres, et les infections hospitalières par le virus de l'hépatite B sont à présent devenues extrêmement rares. Le VIH est un virus très sensible, et résiste beaucoup moins aux moyens de désinfection utilisés que le virus de l'hépatite B. Tous les hôpitaux de Belgique ont un médecin-hygiéniste, un(e) infirmier(e) hygiéniste hospitalièr(e) et un comité pour l'hygiène hospitalière qui veillent ensemble à la prévention des infections nosocomiales et à l'enlèvement des déchets hospitaliers en toute sécurité. On peut affirmer de manière générale que tous les déchets hospitaliers potentiellement infectés sont détruits par incinération. L'établissement des règlements se rapportant aux déchets hospitaliers et le contrôle des activités des comités pour l'hygiène hospitalière sont de la compétence des communautés. DO DO Vraag nr, 619 van de heer De Man van 3 januari 1995 Virussen. 1. Hoeveel voor de mens gevaarlijke varianten van virussen uit de fln-iv familie zijn bekend? 2. a) Welke zijn aërogeen? b) Welke besmetten via huidcontact? c) Welke via lichaamsvochten? 3. Waar ter wereld veroorzaakten ze reeds slachtoffers en hoeveel? 4. Welke Vlaamse, Belgische en Europese instanties houden zich hiermee bezig? 5. De mogelijkheid dat nieuwe virussen zich ontwikkelen bestaat permanent en overal. De kans dat zulks hier gebeurt is niet denkbeeldig. Is de overheid Question n? 619 de M. De Man du 3 janvier 1995 Virus. 1. Combien de variantes des virus de la famille FIN-IV dangereuses pour l'homme connaît-on? 2. a) Lesquelles de ces variantes sont des aérobies? b) Lesquelles se transmettent par contact de la peau? c) Lesquelles sont véhiculées par les humeurs? 3. Dans quelles régions du monde ces virus ont-ils déjà fait des victimes, et combien en ont-ils fait? 4. Quelles autorités s'occupent de cette matière aux niveaux flamand, belge et européen? 5. De nouveaux virus peuvent se développer partout et à tout moment. Le danger d'un virus qui se développe chez nous n'est pas imaginaire. Le gouver-

96 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) op de hoogte van die kwalijke onrwikkelin- voldoende gen? nernenr est-il suffisamment informé de ce genre d'évolutions pernicieuses? 6. Stelt de regering haar beleid in dit verband bij? Antwoord: 1. Ebola, dat actueel terug in het nieuws gekomen is via de media is één van de 18 tot op heden gekende prototype virussen die een hemorrhagische koorts kunnen induceren bij de mens. Een aantalonder hen vertegenwoordigen een groot risico voor het individu die het virus moet manipuleren, alsook voor de gemeenschap binnen welke het virus circuleert. Vandaar dat labomanipulaties van deze virussen moeten gebeuren in een maximum beveiligd laboratorium (Biohazard klasse 4). Binnen de Biohazard klasse 4 viraal hemorrhagische koortsvirussen zijn tot dusver gedocumenteerd: 3 Arenavirussen (Lassa, Junin, Machupo); 5 Filovirussen (Marburg, Ebola Zaîre, Ebola Soedan, Reston, Pennsylvania}; 1 Nairovirus (Congo Crimean); 2 Togavirussen (Omsk, Kyasanur forest); Totaal: 11 prototype viraal hemorrhagische koortsvirussen Biohazard klasse a) Aërogene transmissie is mogelijk bij: Lassa, junin, Machupo, Reston, Pennsylvania. b) Als de huid niet intact is, is contact met lichaamsvochten (bloed) van pariënten geïnfecreerd met de 10 Biohazard klasse 4 virussen steeds een mogelijkheid tot besmetting, alsook contact met slijmvliezen. c) Lassa, Junin en Machupo: rechtstreeks of aërogeen contact met speeksel, urine, faeces van de chronisch geïnfecteerde knaagdieren, met de beschadigde huid en slijmvliezen van de mens; persoon tot persoon transmissie mogelijk via contact met bloed, urine van geïnfecteerde patiënten. Marburg, Ebola Zaïre en Soedan, Resron en Pennsylvania: contact met bloed van geïnfecreerde dieren (apen): contact met bloed, semen, urine, faeces van geïnfecteerde patiënten; gebruik van nietsteriele naalden. 'Congo Crimean, Omsk, Kyasanur forest: via een beet van een geïnfecteerde teek (Hyalomma sp.). 6. Le gouvernement ajuste-toi! sa politique en la matière? Réponse: 1. Le virus Ebola, dont on reparle à nouveau dans les média, est un des 18 prototypes de virus connus à ce jour qui soit susceptible de provoquer des fièvres hémorragiques chez l'homme. Un certain nombre d'entre eux présentent un risque important pour l'individu amené à les manipuler, aussi bien que pour la communauté au sein de laquelle le virus circule. C'est pourquoi il est nécessaire de les manipuler dans un laboratoire présentant les garanties de sécurité maximale (Biohazard classe 4). Ainsi, les variétés suivantes de virus induisant des fièvres hémorragiques sont-elles à ce jour documentées en classe 4 Biohazard: 3 Arenavirus (Lassa, junin, Machupo); 5 Filovirus (Marburg, Ebola Zaïre, Ebola Soudan, Reston, Pennsylvanie); 1 Nairovirus (Congo Crimean); 2 Togavirus (Omsk, Kyasanur forest); Total: 11 prototypes viraux de virus à fièvre hémorragiques en classe 4 Biohazard. 2. a) La transmission aérogène est possible pour Lassa, junin, Machupo, Reston, Pennsylvanie. b) Si la peau n'est pas indemne, le contact avec des liquides organiques (sang) de patients infectés par l'un des 10 virus Biohazard classe 4 entraîne toujours une possibilité de contamination, aussi bien que le contact avec les muqueuses. c) Lassa, Junin en Machupo: par contact direct ou aérogène de muqueuses ou de peau non indemne de l'homme avec la salive, l'urine ou [es selles de rongeurs chroniquement infectés; la transmission est possible par contact avec du sang ou de l'urine de patients infectés. Marburg, Ebola Zaïre et Soudan, Reston en Pennsylvanie: par contact avec le sang d'animaux infectés (singes); par contact avec le sang, le sperme, l'urine, les selles de patients infectés; lors de l'emploi d'aiguilles non stériles. Congo Crimean, Omsk, Kyasanur forest: lars de la morsure par une tique infectée (Hyalomma sp.).

97 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Virus Jaar Année Land Slachtoffers (% overlijdens) Pays Vicrirnes : (% décès) Marburg Marburg. Ebola (Zaîre). Ebola(Soedan). - Ebola (Soudan). Ebola (Soedan). - Ebola (Soudan). Ebola(Zaïre). Ebola(Soedan). - Ebola (Soudan). Marburg. Marburg '". Ebola(Reston) Duitsland en Joegoslavië/ Allemagne et Yougoslavie 1975 Zimbabwe, Zaïre Soedan/Soudan Engeland/ Angleterre Zaïre Soedan/Soudan Kenya Kenya USA. 31 (23%) 3 (33%) 318 (88%) 284 (53%) 1 (0%) 1 (100%) 34 (65%) 2 (50%) 1 (100%) 4 (0%) 4. Op Vlaams vlak is dit het Instituut voor Tropische Geneeskunde, dat samenwerkt met gelijkaardige laboratoria in het buitenland. Op Belgisch vlak is dit het Instituut voor Hygiène en Epidemiologie. Internationaal gebeurt de coördinatie via de Wereldgezond heidsorganisatie. 5. De in vorig antwoord vermelde instituten en de WGO volgen de medische en epidemiologische ontwikkelingen in dit verband, zodanig dat aan de overheid de nodige informatie en adviezen kunnen worden doorgespeeld. 6. De regering zal haar beleid bepalen in functie van de nationale en internationale wetenschappelijke adviezen en aan de hand van de stellingen van de WGO. 4. Pour la région flamande, il s'agit de l'institut de Médecine tropicale, lequel travaille en connexion avec des laboratoires similaires à l'étranger. A l'échelle du territoire belge, c'est l'institut d'hygiène et d'epidémiologie qui est responsable. Au niveau international, l'intercollaboration est assurée par l'organisation mondiale de la Santé. 5. Les intituts scientifiques cités plus haut et l'oms suivent attentivement l'évolution des relevés médicaux et épidémiologiques en cette matière afin que les informations et les avis utiles puissent être communiqués aux autorités. 6. Le gouvernement déterminera sa ligne de conduite sur la base des avis scientifiques nationaux et internationaux et en accord avec la position de l'oms. DO DO van 13 ja- Vraag nr. 635 van de heer Vandendriessche nuari 1995 Geneesmiddelen. - Apothekers. - Kortingen, Heel wat apotheken, vooral de sociale apotheken, geven kortingen aan hun cliënteel voor geneesmiddelen. Het kan gaan om particulieren maar ook om instellingen zoals jongerentehuizen, gemeenschapstehuizen en rusthuizen, en OCMW-cliënten. 1. Geldt voor zulke kortingen, een maxirnumgrens (bijvoorbeeld la %)? 2. Mogen vzw's en OCMW's in het kader van de exploitatie van een rusthuis, aanbestedingen en offertes uitschrijven met het kortingspercentage op geneesmiddelen als criterium? Question n? 635 de M. Vandendriessche du 13 janvier 1995 Médicaments. - Pharmaciens. - Réductions. Nombre de pharmacies, et singulièrement les pharmacies sociales, consentent des réductions sur le prix de vente des médicaments à leur clientèle. Il peut s'agir de particuliers, mais aussi d'institutions telles que les maisons de jeunes, les maisons communautaires et les maisons de repos, ou encore de clients de CPAS. 1. Ces réductions sont-elles plafonnées (la % maximum par exemple)? 2. Est-il permis aux asbl et CPAS, dans le cadre de l'exploitation d'une maison de repos, de lancer des adjudications et des appels d'offres incluant le critère du pourcentage de réduction sur le prix des médicaments? 2001

98 15710 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (CZ ) Chambre des Représenrants de Belgique Questions et Réponses (SO ) 3. Mag een OCMW herzelfde doen om verrnindering op de geneesmiddelenprijs te krijgen voor zijn cliënteel? 4. Kan de korting onmiddellijk verrekend worden? Antwoord: Het is mij een eer aan het geacht lid het volgend antwoord te verstrekken: 1. Gelet op het advies van de Raad van State van 20 oktober 1993, bezit het koninklijk besluit van 17 april 1964, houdende reglementering van de ristorno's toegestaan op de prijs van farrnaceutische specialiteiten, geen wettelijke basis meer. Daaruit volgt, volgens dat advies, dar het toekennen van ristorno's door de officina-apothekers toegelaten is zonder gebonden te zijn aan de beperking tot 10 %, zoals door de vroegere reglernenrering was bepaald. 2. en 3. Het uitschrijven van aanbestedingen of offertes mag nier in strijd zijn met artikel 18, 2, van het koninklijk besluit, nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige cornmissies, die elke overeenkomst verboden, van welke aard ook, die zou worden gesloten tussen apothekers en derden, wanneer deze overeenkomst betrekking heeft op hun beroep en ertoe strekt aan de een of de ander rechtstreeks of onrechtstreeks winst of voordeel te verschaffen. 4. Hiervoor verwijs ik naar mijn antwoord op de eerste vraag. 3. Un CP AS peur-il procéder de la même manière pour obtenir des réductions de prix des médicaments pour ses clients? 4. La réduction peut-elle être consentie immédiatement lors de la vente? Réponse: ]' ai l'honneur de fournir à l'honorable membre la réponse suivante: 1. Selon l'avis du Conseil d'etat du 20 octobre 1993, l'arrêté royal du 17 avril 1964, réglementant les ristournes accordées sur le prix des spécialités pharmaceutiques n'a plus de base légale. Selon cet avis, il s'ensuit que la pratique des ristournes par les pharmaciens d'officine est autorisée sans être assortie de la limitation de 10 % contenue dans l'ancienne réglementation. 2. et 3. La propositron d'offres ne peut être contraire à l'article 18, 2 de l'arrêté royal n? 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice de l'art de guérir, de l'art infirmier, des professions paramédicales et aux commissions médicales, qui interdit toute convention quelconque conclue entre des pharmaciens et des tiers lorsque cette convention est en rapport avec leur profession et tend à procurer à l'un ou à l'autre quelque gain ou profit direct ou indirect. 4. Je renvoie à ma réponse à la première question. DO DO )799 Vraag nr. 640 van de heer Barbé van 20 januari 1995 Instituut voor bygiëne en epidemiologie. - Wetenschappelijk onderzoek. Het Instituut voor hygiëne en epidemiologie (lhe) verricht heel wat wetenschappelijk onderzoek. Het is me echter niet duidelijk hoe de onderzoeksprogramma's worden vastgelegd. Ik neem aan dat de onderzoekers en afdelingshoofden voorstellen kunnen doen en er dan via een vastgelegde procedure keuzes gemaakt worden. Nu het IHE een nieuw statuut krijgt, zullen er misschien wijzigingen zijn. 1. a) Hoe verloopt de procedure inzake het opstellen van de onderzoeksprogramma's van het IHE? b) Wie beslist uiteindelijk of een onderzoeksprogramma al of niet uitgevoerd wordt? 2. Wie evalueert de resultaten van het onderzoek? Question n? 640 de M. Barbé du 20 janvier 1995 Institut d'hygiène et d'épidémiologie. - Recherche scientifique. L'Institut d'hygiène et d'épidémiologie (IHE) est très actif dans 'le domaine de la recherche scientifique. Toutefois, la façon dont les programmes de recherche sont établis ne m'apparaît pas clairement. Je suppose que les chercheurs et les chefs de division peuvent faire des propositions et qu'un choix est ensuite opéré selon une procédure déterminée. Maintenant que l'ihe est doté d'un nouveau statut, des changements ne sont pas à exclure. 1. a) Quelle est la procédure à suivre pour l'établissement des programmes de recherche de!'ihe? b) Qui décide de la réalisation d'un programme de recherche? 2. Qui évalue les résultats des recherches?

99 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Wordt er met meerjarenprograrnrna's gewerkt of worden de onderzoeksprograrnma's elk jaar bepaald? 4. Hoeveel procent van het onderzoeksbudget van het IHE is de jongsre vijf jaren werkelijk uitgegeven? 5. a) Welke plaats neernt «Technology Assessrnerü» in in het IHE? b) Hoe wordt dit concept concreet ingevuld? Antwoord: Het wetenschappelijk onderzoek dat in het IHE wordt verricht is zowel van toegepaste als fundamentele aard, met evenwel een steeds groeiend aandeel van het toegepast wetenschappelijk onderzoek ten nadele van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Deze evolutie is reeds een tiental jaren aan de gang, en vooral versneld sinds de tweede fase van de institutionele hervormingen en het eerste samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten aangaande de financiering, de werking en het beheer van het Instituut voor hygiène en epidemiologie over de periode (van 22 maart 1990,Belgisch Staatsblad van 19 mei 1990, blz ). In tegenstelling tot wat de geacht lid veronderstelt, kunnen de onderzoekers en afdelingshoofden geen voorstellen meer formuleren van nieuwe onderzoeksprogramma's met enig fundamenteel of toegepast karakter met het oog op een financiering via het gewoon budget, omdat daartoe de nodige ruimte ontbreekt ingevolge steeds strikter wordende budgetraire beperkingen. 1. a) Met ingang van 1 januari 1995 zijn de onderzoeksprograrnrna's van het IHE via het nieuw samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Vlaamse en Franse Gemeenschappen vastgelegd voor een periode van 5 jaar en dit zowel wat de doelstellingen als wat het budget betreft. De daarbij gevolgde procedure bestond uit omstandige onderhandelingen tussen bedoelde parrijen en een evaluatie van de resultaten bekomen gedurende de periode van het eerste samenwerkingsakkoord ( ). b) De leidraad was daarbij, enerzijds de permanente IHE-opdrachten zoals gedefinieerd door het koninklijk besluit van 6 maart 1968 of toevertrouwd door de federale wetgeving en anderzijds, de desiderata en prioriteiten vooropgezet door de Vlaamse en Franse Gemeenschappen op basis van hun bevoegdheden inzake gezondheidsbeleid en wetenschappelijk onderzoek, hen verleend door de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd door de bijzondere wet tot vervollediging van de federale staatsstructuur van 16 juli De evaluatie van de resultaten zal geschieden door het Algemeen begeleidingscomité, opgericht door 3. Travaille-t-on sur la base de plans pluriannuels, ou les programmes de recherche sont-ils définis annuellement? 4. Quel pourcentage du budget des recherches de l'ihe a effectivement été utilisé au cours des cinq dernières années? 5. a) Quelle importance l'ihe attache-t-il au «Technology Assessment»] b} Que recouvre concrètement ce concept? Réponse: La recherche scientifique réalisée à l'ihe se situe tant dans le domaine de la recherche appliquée que dans le domaine de la recherche fondamentale, la proportion de cette dernière s'est ralentie ces dix dernières années. Cette tendance s'est confirmée depuis la deuxième phase des réformes institutionnelles et en particulier depuis la conclusion de l'accord de coopération entre l'etat, les Communautés et les Régions sur le financement, le fonctionnement et la gestion de l'institut d'hygiène et d'épidémiologie pour la période (du 22 mars 1990, Moniteur belge du 19 mai 1990 p ). Contrairement à ce que l'honorable membre suppose, les chercheurs et chefs de section n'ont plus la même liberté de proposer d'éventuels programmes de recherche à caractère fondamental ou même appliqué en vue d'un financement par le budget ordinaire et ce suite à la maîtrise de l'évolution des budgets. 1. a) Depuis le 1er janvier de cette année les programmes de recherche de l'ihe sont fixés pour une période de 5 ans par l'accord de coopération entre l'etat et les Communautés française et flamande tant au niveau de leur objectifs qu'au niveau de leur budget respectifs. La procédure utilisée pour la sélection de ces programmes consistait en des négociations élaborées entre les partenaires précités et l'évaluation des résultats obtenus durant la période du premier accord de coopération ( ). b) La sélection de ces programmes a eu pour base, d'une part, les missions permanentes de l'ihe comme elles ont été définies par l'arrêté royal du 6 mars 1968 ou lui ont été conférés par la législation fédérale, et d'autre part, les desiderata et priorités des Communautés française et flamande basés sur leurs compétences en matière de politique de santé et de recherche scientifique, qui leur sont attribuées par la loi spéciale des réformes institutionnelles du 8 août 1980, modifiée par la loi spéciale visant à achever la structure fédérale de l'etat du 16 juillet Le Comité général d'accompagnement, institué par l'accord de coopération mentionné sous l.a), est

100 15712 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragen en Anrwoorden (CZ ) Questions et Réponses(SO ) het onder l.a} genoemde samenwerkingsakkoord, aan de hand van een semestrieel verslag en een jaarverslag. Een zelfde rol was tot 31 december jl. toebedeeld aan het medebeheerscomité (opgericht door het koninklijk besluit van 24 april 1990, Belgisch Staatsblad van 5 september 1990). 3. Zoals onder l.a} reeds aangestipr werden de programma's vastgelegd door genoemd samenwerkingsakkoord voor de periode In de periode , waarin het instituut mede bestuurd werd door het medebeheerscomité, werd ongeveer 2S tot 30 % van het goedgekeurd budget uitgegeven aan algemene onkosten waarin alle logistieke diensten, infrastructuuruitgaven, personeelsuitgaven voor her administratief en logistiek personeel en adrninistratieve verbruiksgoederen zijn opgenomen. De overige 70 tot 75 % werden voor de onderzoeksprograrnrna's gebruikt, waarvan meer dan twee derden aan personeelskosten van deze prograrnma's. 5. Wat berreft Technology Assessment veronderstel ik dar het geacht lid Health Technology Assessment bedoelt. Alhoewel dit een taak is waarnaar een grote vraag bestaat en niettegenstaande dit tot de uitsluitende bevoegdheid van de federale overheid behoort, laten noch de budgettaire beperkingen noch de verplichtingen van het nieuw samenwerkingsakkoord het IHE toe er zich van te kwijten in een nabije toekomst. chargé d'évaluer les résultats réalisés par les différents programmes d'après les rapports semestriel et annuel. Jusqu'au 31 décembre dernier ce rôle était dévolu au comité de cogestion (institué par l'arrêté royal du 24 avril 1990, Moniteur belge du 5 septembre 1991J). 3. Lesdits programmes sont arrêtés pour toute la durée de l'accord de coopération susmentionné ( ). 4. Pendant la période du premier accord de coopération ( ), où l'autorité nationale, les Communautés et les Régions ont cogéré l'institut, environ 25 à 30 % du budget fut affecté aux frais généraux, se composant de dépenses d'infrastructure, des coûts du personnel administratif et logistique et des dépenses de fonctionnement général. Les 70 à 75 % restants ont été utilisés par les programmes de recherche, dont plus de deux tiers sont imputables aux frais de personnel affecté à ces programmes. 5. En ce qui concerne Technology Assessment je présume que l'honorable membre pense à Health Technology Assessment. L'intérêt manifeste que cette fonction suscite actuellement et le fait qu'elle est du seul ressort de l'autorité fédérale justifieraient que }'IHE la prenne en charge; malheureusement ni la rigueur budgétaire ni les contraintes du nouvel accord de coopération ne permettent de s'en acquitter dans un avenir plus ou moins proche. DO DO Vraag nr, 645 van de heer Detienne van 31 januari 1995 (Fr.): Bestaansminimum. - Plaatselijke urerkgeiegenheidsagentschap pen, Het nieuw wetrelijk kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen bepaalt onder meer dat de diensten door bestaansminimumtrekkers kunnen worden verricht. Die ontvangen dus een extrainkomen van 150 frank per gewerkr uur. In de praktijk blijkt dat sommige openbare centra voor rnaatschappelijk welzijn gedogen dat de bestaansminimumtrekkers hun aldus vergaard inkomen behouden voor zover het maandbedrag het wettelijk plafond niet overschrijdt. In andere gemeenten wordt beslist dat de totale inkomsten uit diensten verricht in het kader van een PW A van het bestaansminirnum wordt afgetrokken. Die rweede handelwijze strookt niet met de geest van het wettelijk kader van de PWA's, namelijk dat de dienstverlener voor het verrichte werk wordt vergoed. De initiatiefnemers van die bepalingen zagen daarin immers een middel tot maatschappelijke integratie. 1. Zijn uw diensten op de hoogte van dat probleem? Question n? 645 de M. Detienne du 31 janvier 1995; (Fr.) : Minimum de moyens d'existence. - Agences locales: pour l'emploi.. Le nouveau cadre légal des agences {ocales pourr l'emploi prévoit notamment que les services peuventt être prestés par des bénéficiaires du minimex. Ceux-cri accèdent dès lors à un complément de revenu de ISQJ francs par heure prestée. Dans la pratique, il apparaîtr que certains centres publics d'aide sociale perrnettentt aux minimexés de conserver le revenu ainsi récoltié pour autant que le montant mensuel ne dépasse pas he plafond légal. Dans d'autres communes, il est décidïê que l'ensemble des revenus résultant de services prestes dans le cadre des ALE est déduit du montant du miniimex. Cette seconde pratique ne correspond pas.à l'esprit du cadre légal des ALE qui veut que le prestaitaire soit dédommagé pour le travail presté dans lequœl les initiateurs de ces dispositions voyaient un moyem d'insertion sociale. 1. Vos services sont-ils informés du problèrme évoqué?

101 BelgischeKamervanVolksverregenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ ) ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO ) Vindt u dat het stelselmatig aftrekken van de inkornsten uit diensten verricht in het kader van een PWAvan het bestaansminimum strookt met de wettelijke bepalingen betreffende het bestaansminimum wanneer die maatregel op alle begunstigden wordt toegepast? 3. Moer het verrichten van diensten in een PW A krachtens een integratiecontract normalerwijze nier \foor een aanvullend inkomen zorgen? Antwoord: In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geacht lid het volgende mee te delen. Artikel 73 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen bepaalt het nieuw wettelijk kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Een aantal van de aangenomen bepalingen betreffen de personen die activiteiten mogen verrichten in het kader van de nieuwe plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA's) : enerzijds de langdurige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en anderzijds de volledigwerklozen die ingeschreven zijn als werkzoekendenen het bestaansminimum ontvangen (artikel 8, 3, eerste lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders). Indien langdurige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen door de uitkeringsinstellingen (vakbonden of Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen) beraald worden voor de activiteiten die ze verrichten in het kader van het nieuwe PW A-systeem en tegelijk een werkloosheidsuitkering krijgen, moet een specifieke uitkeringsregeling ingevoerd worden voor de volledig werklozendie ingeschreven zijn als werkzoekenden en het bestaansminimum ontvangen. In dat verband worden momenteel bijzondere bepalingen uitgewerkt met mijn collega, de minister van Tewerkstelling en Arbeid;dit geldt ook voor de manier waarop de activiteiten die door bestaansrninimurntrekkers worden verricht, bij de berekening van de bestaansmiddelen van de belanghebbenden vrijgesteld kunnen worden. Uit dat voorgaande kan het geacht lid afleiden dar menzich kan afvragen of de betaling van activiteiten diebestaansminimumtrekkers voor PW A's verrichten (watnu reeds gebeurt) wel wettelijk is, aangezien zij geen uitkeringsgerechtigde volledig werklozen zijn. Het probleem is nog verontrustender, wanneer men weetdat Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) debetrokkenen niet verzekert tegen arbeidsongevallen, aangeziende desbetreffende voorwaarden en nadere regelsdoor de Koning moeten worden vastgesteld. Op de drie vragen antwoord ik dan ook het volgende. 1. Zodra mijn diensten op de hoogte werden gebracht dat bestaansminimumtrekkers reeds PWAactiviteiten verrichten, heb ik, op 16 januari 1995, dadelijkeen omzendbrief gestuurd naar de voorzitters vande openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 2. La déduction systématique des revenus provenant de services prestés dans le cadre des ALE du montant du minimex vous paraît-elle conforme aux prescrits légaux relatifs au minimex, lorsque cette mesure est appliquée à l'ensemble des bénéficiaires? 3. Plus précisément, la prestation de services dans une ALE en vertu d'un contrat d'insertion ne doit-elle pas normalement déboucher sur un complément de revenu? Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre ce qui suit. L'article 73 de la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales fixe le nouveau cadre légal des agences locales pour l'emploi. Parmi les dispositions adoptées figurent celles déterminant les catégories de personnes pouvant effectuer des activités dans le cadre des nouvelles ALE à savoir d'une part, les chômeurs complets indemnisés de longue durée et d'autre part, les chômeurs complets inscrits comme demandeurs d'emploi bénéficiant du minimum de moyens d'existence (article 8, 3, premier alinéa, de l'arrêtéloi du 28décembre 1944 concernant la sécurité social des travailleurs). Si le mode de paiement des activités prestêes par des chômeurs complets indemnisés de longue durée s'opère dans le nouveau système ALE mis en place par les organismes de paiement (syndicats ou CAPAC) en même temps que l'allocation de chômage, un mode de paiement spécifique doit être institué en ce qui concerne les chômeurs complets inscrits comme demandeurs d'emploi bénéficiant du minimum de moyens d'existence. A cette fin, des mesures réglementaires particulières sont en cours d'élaboration avec ma collègue le ministre de l'emploi et du Travail; il en est de même quant à la manière suivant laquelle les activités prestées par les rninimexês pourront être immunisées dans le calcul des ressources des intéressés. Au vu de ce qui précède, l'honorable membre peut constater que si des minirnexés travaillent déjà actuellement en ALE, il convient de s'interroger quant à la légalité du paiement des activités prestées par les intéressés dans la mesure où ils n'ont pas la qualité du chômeur complet indemnisé. Ce problème est d'autant plus inquiétant que les intéressés ne sont pas assurés contre les accidents du travail par l'office national de l'emploi, les conditions et les modalités devant à cet effet être fixées par le Roi. En conséquence, aux trois questions posées, je formule les réponses suivantes. 1. Mes services ayant été informés de l'existence d'activités prestées par des minimexés dans le cadre des ALE, j'ai aussitôt, en date du 16 janvier 1995, adressé une circulaire aux présidents de tous les CPAS. Par celle-ci, j'ai attiré leur attention sur le fait que les

102 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) In die brief heb ik erop gewezen dat de bestaansminimumtrekkers pas PW A-activiteiten mogen verrichten, wanneer de uitvoeringsrnaatregelen in werking zijn getreden. De PW A-bestuurders kregen die informatie overigens al op de studiedagen van de RVA die vanaf augustus 1994 plaatshadden; die waarschuwing vindt men ook op pagina 16 van de PW A-gids die de RVA in december 1994 naar alle gemeenten van het Rijk en naar alle toen bestaande PW A's heeft gestuurd. 2. Volgens de huidige wetgeving is de aftrek van de inkomsten die bestaansminimumtrekkers door PWAactiviteiten verdienen, in overeenstemming met het bepaalde in artikels, 1, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een besraansrnirumurn. 3. Zolang de uitvoeringsbepalingen nog niet in werking zijn getreden, mogen de activiteiten die bestaansminimumtrekkers in het kader van de PWA's uitoefenen, geen aanvullend inkomen opleveren. minimexés ne pourront accéder aux ALE que lorsque des mesures d'application nécessaires viendront à être prises. Par ailleurs, il me revient que la même information avait déjà été donnée aux responsables des ALE lors des journées d'étude organisées par l'onem dès le mois d'août 1994; cet avertissement est également reproduit à la page 16 du Guide ALE qui a été envoyé en décembre 1994 par l'onem à toutes les communes du Royaume et à toutes les ALE existantes à cette époque. 2. La déduction des revenus provenant d'activités prestées dans le cadre des ALE par un minirnexè est dans l'état actuel de la réglementation, conforme aux prescrits de l'article 5, 1 er, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence. 3. Dans l'attente de mesures réglementaires à intervenir, les activités prestées par des rninirnexês dans le cadre des ALE ne peuvent déboucher sur un cornplément de revenu. DO DO Vraag nr, 648 van de heer Marsoul van 3 februari 1995 Niet-geregistreerde geneesmiddelen. - Bescherming van de patient, Zoals bekend bestaan er nieuwe geneesmiddelen die nog niet erkend zijn, maar die in verschillende gevallen toch doeltreffend blijken. Chronisch zieken of patiënten die lijden aan een ongeneeslijke ziekte zien vaak geen andere uitweg dan het gebruik van dergelijke geneesmiddelen. De hoge kosten voor de behandeling leiden echter in vele gevallen tot financieel ondraaglijke situaties. De fabrikanten zijn immers niet altijd bereid de behandelingskosten te dragen, zeker niet als het buitenlandse firrna's betreft. Zij investeren in eigen land en trachten wereldwijd her alleenrecht voor zichzelf te beschermen. Er zijn gevallen bekend waarbij een schrifrelijke toestemming wordr gevraagd van de patient voor een behandeling met een middel in een open behandelingsprotocol. In dit «contract» tussen fabrikant en parient wordt o.m. gesteld dar de patient alle kosten voor de behandeling dient te dragen. In dergelijke situaties is het duidelijk dat de fabrikant misbruik maakt van de noodsituatie waarin de patient zich bevindt. 1. Ziin dergelijke contracten tussen fabrikant en patiënten wettelijk toegelaten? 2. Mogen, voor een therapie met een niet-erkend geneesmiddel, de financiële gevolgen ten laste van de patient worden gelegd? Question n" 648 de M. Marsoul du 3 février 1995 Médicaments non enregistrés. - Protection du patient. Des médicaments nouveaux qui ne sont pas encore agréés peuvent s'avérer efficaces dans certains cas. Des malades chroniques ou des patients souffrant d'une maladie incurable n'ont souvent pas d'autre solution que d'utiliser ces médicaments. Mais dans de nombreux cas, les frais élevés liés à ce genre de traitement conduisent à des situations financières inextricables. Les fabricants ne sont en effet pas toujours disposés à supporter les frais de traitement, surtout lorsqu'jj s'agit de sociétés étrangères. Ils investissent plutôt dans leur propre pays et essayent de préserver leur monopole mondial. Nous avons connaissance de cas où Je patient, pour être traité avec un médicament déterminé, doit marquer son accord par écrit dans un protocole de traitement ouvert. Ce «contrat» entre fabricant et patient stipule entre autres que le pa.ti.~\\t supportera tous les frais du traitement. En l'occurrence, il est clair que le fabricant abuse de la situation de détresse dans laquelie se trouve le malade. 1. La loi a utorise-t-elle de tels contrats entre fabricant et patients? 2. Les conséquences financières d'une thérapie avec un médicament non agréé peuvent-elles être portées en compte au patient?

103 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) Op welke wijze worden de patiënten momenteel wertelijk beschermd? 4. Welke maatregelen neemt u om zulke rnisbruiken te verhinderen? Antwoord: Het is mij een eer aan her geachr lid her volgende mee te delen. Niet-geregistreerde geneesmiddelen kunnen slechts voorgeschreven en afgeleverd worden volgens de modaliteiten van de artikelen 48 tot 48quater van het koninklijk besluit van 6 juni 196D betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen. Hierbij wordt vereist dat het voorgeschreven geneesmiddel niet met een identieke samensrelling in actieve bestanddelen of onder de voorgeschreven farmaceutische vorm beschikbaar is en tevens niet verboden is in België, De afleverende apotheker dient deze geneesmiddelen zelf in te voeren en in een speciaal register in te schrijven waarvan hij driemaandelijks afschrift moet sturen aan het ministerie van Volksgezondheid, farmaceutische Inspectie. Door deze mededelingsplicht kan deze controlerende dienst ingrijpen bij overmatig voorschrijven van niet-geregistreerde geneesmiddelen. Elke aflevering van niet-geregistreerde geneesmiddelen welke op een andere manier gebeurt, is strijdig met de wetten en besluiten op de uitoefening van de geneeskunde enlof de artsenijbereidkunde en kan strafrechtelijk vervolgd worden. 3. De quelle protection légale jouissent actuellement les patients? 4. Que faites-vous pour empêcher de tels abus? Réponse: J'ai l'honneur de fournir à l'honorable membre les informations suivantes. Des médicaments non enregistrés peuvent uniquement être prescrits et délivrés suivant les modalités prévues par les articles 48 à 48quater de l'arrêté royal du 6 juin 196D relatif à la fabrication et à la distribution en gros des médicaments et à leur dispensation. Il est pour cela exigé qu'il n'existe pas sur le marché de médicament ayant une composition identique en principes actifs ou sous la forme pharmaceutique prescrite et que le médicament ne soit pas interdit en Belgique. Le pharmacien qui délivre doit procéder lui-même à l'importation et la consigner dans un registre spécial dont il doit envoyer une copie tous les trois mois à l'inspection de la Pharmacie, au ministère de la Santé publique. Par cette obligation d'information, ce service de contrôle peut intervenir en cas de prescription abusive de médicaments non enregistrés. Chaque délivrance de médicaments non enregistrés réalisée suivant un autre processus est contraire aux lois et arrêtés relatifs à l'exercice de l'art de guérir etlou de l'art pharmaceutique et peut être sanctionnée pénalement. DO DO Vraag nr. 662 van de heer Van Vaerenbergh van 17 februari 1995 Departement. - Sociale tegemoetkomingen. - Toekenning. - Duur. Heel wat burgers klagen over de duur van de behandeling van hun dossier betreffende een sociale tegemoetkoming. 1. a) Hoeveel personen dienden in 1994 een aanvraag in voor een sociale tegemoetkoming bij het ministerie van Sociale Voorzorg? b) Hoeveel werden er toegekend? 2. Wat zijn die cijfers per provincie? 3. Wat is de kostprijs van de toegekende tegemoetkomingen voor 1994? 4. Hoelang duurt een normale procedure voor het verkrijgen van een sociale tegemoetkoming? Question n? 662 de M. Van Vaerenbergh du 17 février 1995 Département. - Allocations sociales. - Octroi. - Durée. Nombre de citoyens se plaignent de la longueur de la procédure d'examen de leur dossier relatif à l'obtention d'une allocation sociale. 1. a) Combien de personnes ont introduit en 1994 une demande visant à toucher une allocation sociale auprès du ministère de la Prévoyance sociale? b) Combien de dossiers ont reçu une réponse favorabie? 2. Quelle est la ventilation de ces chiffres par province? 3. A combien s'élève le coût des allocations octroyées pour l'année 1994? 4. Quelle est la durée d'une procédure normale visant à obtenir une allocation sociale?

104 15716 BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questions et Réponses (SO ) 5. Bestaan er klachten over de trage werking van de diensten? 6. Welke maatregelen neernt u om de procedure voor het verkrijgen van een sociale tegernoetkoming te versnellen? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid hierna antwoord te verstrekken op de gestelde vragen. Waarschijnlijk wordt in zijn vraagstelling het stelsel der tegemoetkomingen aan gehandicapten beoogd. Hierna wordt dan ook in. die zin geantwoord. 1. In 1994 werden er aanvragen om tegemoetkoming (herzieningsaanvragen inbegrepen) ingediend. Onder de getroffen beslissingen waren er gunstig; dit betekent dat aanvragers ofwel tot het stelsel toetraden, ofwel dat ze in het stelsel bleven. 2. Er worden geen statistieken bijgehouden van de aantallen aanvragen en beslissingen ingedeeld per provincie. De gevraagde uitsplitsing is dus niet beschikbaar. Ter informatie treft het geacht lid hierna het aanral gerechtigden ingedeeld per provincie (toestand op 1 januari 1994): Antwerpen: ; Brabant (Nederlandstalig): ; Brabant (Franstalig): ; Henegouwen: ; Limburg: ; Luik: ; Luxemburg: 5.269; Namen: 9.340; Oost-Vlaanderen: ; West-Vlaanderen: Vorig jaar werd voor de betaling der tegernoetkomingen aan gehandicapten een bedrag van ,6 rniljoen frank uitgegeven; dit bedrag omvat zowel de maandelijkse betalingen als de achterstallen. 4. De Nationale hoge raad voor gehandicapten raamt de gemiddelde afhandelingsduur voor een aanvraag om tegemoetkoming 'op 6 maanden, rekening houdend met de noodzakelijke tijd voor de verwezenlijking van het medisch onderzoek en van het administratief onderzoek dat inzonderheid betrekking heeft op de inkomens van de aanvrager. 5. Ja. 6. Er werden verschillende maatregelen getroffen om de procedure te versnellen: de recrutering van bijkomend personeel (inspecteurs-geneesheren, sociaal-assistenten,... ), het intensief gebruik van informatische toepassingen, maatregelen van interne organisatie, enz. Dank zij deze maatregelen kon de gemiddelde onderzoekstermijn van een aanvraag, alle tegernoetkorningendooreen, herleid worden van 9,2 maanden op 1 januari 1994 tot 5,7 maanden op 31 december A-t-on connaissance de plaintes concernant la lenteur de fonctionnement des services? 6. Quelles mesures comptez-vous prendre en vue d'accélérer la procédure visant à percevoir une allocation sociale? Réponse: J'ai l'honneur de fournir à l'honorable membre les réponses suivantes aux questions posées. Celles-ci ont vraisemblablement trait au régime des allocations aux handicapés. Les réponses ci-après concernent dès lors ce régime. 1. En 1994, demandes d'allocations (y compris les demandes de révision) ont été introduites. Des décisions prises, étaient favorables, ce qui signifie que demandeurs ont soit accédé au régime, soit y sont restés. 2. Il n'existe pas de statistiques relatives aux demandes et décisions par province. La répartition demandée n'est donc pas disponible. A titre d'information, l'honorable membre voudra bien trouver ci-après le nombre de bénéficiaires par province (situation au 1 er janvier 1994): Anvers: ; Brabant (néerlandophone}: ; Brabant (francophone): ; Hainaut: ; Limbourg: ; Liège: ; Luxembourg: 5.269; Namur: 9.340; Flandre orientale: ; Flandre occidentale: L'année dernière, le montant des allocations payées aux handicapés s'élevait à ,6 millions de francs; ce montant concerne tant te.~ \)"ö.\i:.\.\\.i:.\\\'1> mensuels que les arriérés. 4. Le Conseil supérieur national des handicapés estime que la durée normale d'instruction d'une: demande d'allocations est de 6 mois, compte tenu du; temps nécessaire à la réalisation d'une expertise rnêdicale et à l'enquête administrative, portant noramrnene' sur les revenus du demandeur. 5. Oui. 6. Différentes mesures ont été prises en vue d'accelerer la procédure: le recrutement de personnel supplémentaire (inspecteurs-médecins, assistants sociaux,... ), l'utilisation intensive d'applications informatiques, des mesures d'organisation interne, ete. Grâce à ces mesures, le délai moyen d'instructio-n d'une demande, toutes allocations confondues, a pu être ramené de 9,2 mois au 1 er janvier 1994 à 5,7 moiis au 31 décembre 1994.

105 BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Questionset Réponses(SO ) DO DO Vraag nr. 668 van de heer Gabriëls van 17 februari 1995 Gehandicapten, - Controle. 1. Gebeuren er controle-onderzoeken in privékabinetten van artsen? 2. Zo ja, waarom hebben die onderzoeken niet plaats in openbare gebouwen, bijvoorbeeld ziekenhuizen? Antwoord: 1. Ik heb de eer het geacht lid mede te delen dar sommige controle-onderzoeken inderdaad plaatshebben in de privé-praktijk van geneesheren die werden aangesteld om medische onderzoeken uir te voeren in het kader van de regeling van de tegemoetkomingen aan gehandicapten, van de verhoogde kinderbijslag voor gehandicapte kinderen en van de erkenning van dehandicap voor het bekomen van bepaalde sociale en fiscale voordelen. Het is hen evenwel contractueel verboden aanvragers te onderzoeken die tot hun cliënreel behoren. 2. a) De medische onderzoeken worden in de mate van het mogelijke uitgevoerd in de provinciale mèdische centra van de Algemene Directie van de Uitkeringen aan Gehandicapten. Vier van deze centra zijn reeds operationeel. Zes andere zouden tijdens de twee eerstkornende [aren moeren kunnen geïnstalleerd worden, naargelang van de lokalen die de Regie der Gebouwen zal kunnen vinden en van de budgerraire middelen die ter beschikking zullen kunnen worden gesteld. h) Niet alle onderzoeken kunnen echter plaatsvinden in de centra, namelijk orn de gehandicapte personen te lange verplaatsingen te besparen. Telkens als passende lokalen konden gevonden worden om gehandicapte personen te ontvangen en die geschikt waren voor het uitvoeren van medische onderzoeken, werd om die reden alles in het werk gesteld opdat de onderzoeken in deze lokalen konden verricht worden. Aldus hebben talrijke raadplegingen thans plaats in lokalen die ziekenhuizen, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, dienstencentra, enz. ter beschikking srellen. c) Enkel wanneer een oplossing zoals uiteengezet in voormelde punten a) en b) niet kon gevonden worden, hebben de onderzoeken plaats in de privépraktijk van de geneesheren om te vermijden dar de dossiers van de aanvragers zouden geblokkeerd zijn wegens het gebrek aan een passende infrastructuur. Question n? 668 de M. Gabriëls du 17 février 1995 Handicapés. - Contrôle. 1. Des examens de contrôle sont-ils effectués dans des cabinets de consultation privés de médecins? 2. Dans l'affirmative, pourquoi ne procède-t-on pas à ces examens dans des bâtiments publics comme les hôpitaux, par exemple? Réponse: 1. J'ai l'honneur de confirmer à l'honorable membre que certains examens de contrôle ont lieu au cabinet privé des médecins désignés pour effectuer des expertises médicales dans le cadre du régime des allocations aux handicapés, des allocations familiales majorées pour enfants handicapés et de la reconnaissance en vue d'obtenir certains avantages sociaux et fiscaux. Contractuellement, il leur est toutefois interdit d'examiner des demandeurs qui font partie de leur clientèle. 2. a) Autant que possible les expertises médicales se réalisent dans les centres médicaux provinciaux de la Direction générale des prestations aux handicapés. Quatre de ces centres sont déjà opérationnels. Six autres devraient pouvoir être installés durant ces deux prochaines années, en fonction des locaux qui pourront être trouvés par la Régie des Bâtiments et des moyens budgétaires mis à disposition. b) Tous les examens ne peuvent cependant être réalisés dans les centres, notamment pour ne pas imposer de trop longs déplacements aux personnes handicapées. C'est pourquoi, chaque fois qu'ont pu être trouvés des locaux adéquats, permettant d'accueillir des personnes handicapées et convenant pour la réalisation d'examens médicaux, tout a été mis en œuvre pour que les expertises puissent y être réalisées. C'est ainsi qu'actuellement de nombreuses consultations ont lieu dans des locaux mis à disposition par des hôpitaux, des centres publics d'aide sociale, des centres de service, etc. c) Ce n'est qu'à défaut d'avoir pu trouver une solution telle qu'énoncée aux points a) et b) ci-avant, que les expertises sont réalisées au cabinet privé des médecins, et ce afin de ne pas bloquer les dossiers des demandeurs par manque d'infrastructure adéquate. 2002

de heer 1 M. Caubergs, Mevr. 1 Mme Dillen. de heren f MM. Olaerts, Van Vaerenbergh.

de heer 1 M. Caubergs, Mevr. 1 Mme Dillen. de heren f MM. Olaerts, Van Vaerenbergh. - 8 / 3-91 / 92 (B.Z.) Belgische Kamer van Volksvertegenw -rdigers - 8 / 3-91 / 92 (S.E.) Chambre des Représentants de Belgique GEWONE ZITTING 1992-]993 ("') SESSION ORrINAlRE 1992-1993 (*) COMMISSIES

Nadere informatie

1. -COMMISSION DES AFFAIRES SOCIALES - COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN

1. -COMMISSION DES AFFAIRES SOCIALES - COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN - 8 / 6-91 / 92 (S.E.) Chambre des Représentants de Beh!;lUe - 8 / 6-91 /92 (B.Z.) Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITIING 1993-1994 (*1 COMMISSIONS ET

Nadere informatie

1. - COMMISSION DES AFFAIRES SOCIALES- COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN

1. - COMMISSION DES AFFAIRES SOCIALES- COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN - 8 / 1-91 / 92 (S.E.) Chambre des Représentants de Belgique - 8 / 1-91 /92 (B.Z.) Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers SESSION EXTRAORDINAIRE 199î-1992 (*) BUITENGEWONE ZITTING 1991-1992 (*) COMMISSIONS

Nadere informatie

Vragen. Antwoorden. Questions. Réponses N. 145 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

Vragen. Antwoorden. Questions. Réponses N. 145 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS N. 145 15467 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 (*) 20 MAART 1995 20 MARS 1995 Vragen en Antwoorden

Nadere informatie

Vragen. Antwoorden. Questions. Réponses N, 142 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

Vragen. Antwoorden. Questions. Réponses N, 142 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS N, 142 15083 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 «0) 27 FEBRUARI 1995 27 FEVRIER 1995 Vragen en Antwoorden

Nadere informatie

Antwoorden. Vragen. Questions N. 138 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*)

Antwoorden. Vragen. Questions N. 138 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) N. 138 14565 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 (*) 30 JANUARI 1995 30 JANVIER 1995 Vragen en Questions

Nadere informatie

Antwoorden. Questions. Vragen N.143 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE ("-)

Antwoorden. Questions. Vragen N.143 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE (-) N.143 15221 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 ("-) 6 MAART 1995 6 MARS 1995 Vragen en Questions

Nadere informatie

Réponses. Questions. Yragen. Antwoorden N. 101 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIITING (*)

Réponses. Questions. Yragen. Antwoorden N. 101 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIITING (*) N. 101 10185 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZIITING 1993-1994 (*) 11 AVRIL 1994 11 APRIL 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

Questions. Vragen. Antwoorden. J&epODSeS N,134 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

Questions. Vragen. Antwoorden. J&epODSeS N,134 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS N,134 13965 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 (*) 27 DECEMBER 1994 27 DECEMBRE 1994 Vragen en Antwoorden

Nadere informatie

Antwoorden. Questions. Vragen. Réponses N. 109 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Antwoorden. Questions. Vragen. Réponses N. 109 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N. 109 11253 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITTING 1993-1994 (*) 13 JUIN 1994 13 JUNI 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

Vragen. Antwoorden N.135 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO)

Vragen. Antwoorden N.135 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO) N.135 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 14077 GEWONE ZITTING 1994-1995 ("') SESSION ORDINAIRE 1994-1995 ("') 9 JANUARI 1995 9 JANVIER 1995 Vragen en et Antwoorden

Nadere informatie

Vragen. Questions. Réponses. Antwoorden N. 94 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Vragen. Questions. Réponses. Antwoorden N. 94 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N. 94 9137 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZIITING 1993-1994 (*) 14 FEVRIER 1994 14 FEBRUARI 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

Questions. Vragen. Réponses. Antwoorden N. 119 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Questions. Vragen. Réponses. Antwoorden N. 119 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N. 119 12505 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITTING 1993-1994 (*) 5 SEPTEMBRE 1994 5 SEPTEMBER 1994 Questions et

Nadere informatie

Réponses. Antwuorden. Vragen N. 95 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1993-1994 (,.

Réponses. Antwuorden. Vragen N. 95 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1993-1994 (,. N. 95 9265 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 n GEWONE ZITTING 1993-1994 (,.) 21 FEVRIER 1994 21 FEBRUARI 1994 Vragen et Réponses

Nadere informatie

Antwoorden. Vragen N.126 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE (*)

Antwoorden. Vragen N.126 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE (*) N.126 13139 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 (*) 24 OKTOBER 1994 24 OCTOBRE 1994 Vragen en et Antwoorden

Nadere informatie

Questions. Réponses. Âll1ltw 00 rd en N. 97 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Questions. Réponses. Âll1ltw 00 rd en N. 97 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N. 97 9577 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (") GEWONE ZITTING 1993-1994 ("'J 7 MARS 1994 7 MAART 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 35968 MONITEUR BELGE 07.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE V. Dispositions abrogatoires et finales Art. 15. Dans la deuxième colonne de l annexe 3 PJPol, les mots «Inspecteur général et Inspecteur général

Nadere informatie

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 61190 BELGISCH STAATSBLAD 12.09.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2016/11363] 1 SEPTEMBER 2016. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het zesde beheerscontract

Nadere informatie

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 61190 BELGISCH STAATSBLAD 12.09.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2016/11363] 1 SEPTEMBER 2016. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het zesde beheerscontract

Nadere informatie

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.115 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.115 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N.115 12049 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSIONORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITIING 1993-1994 (*) 1" AOUT 1994 1 AUGUSTUS 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

}Réponses. VrageJl1l N. 100 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITIING (*)

}Réponses. VrageJl1l N. 100 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITIING (*) N. 100 10009 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITIING 1993-1994 (*) 28 MARS 1994 28 MAART 1994 VrageJl1l et en }Réponses

Nadere informatie

Antwoorden. Vragen N. 151 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO)

Antwoorden. Vragen N. 151 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO) N. 151 16155 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 (*) Vragen en et Antwoorden \'RAGENEN ANTWOORDEN

Nadere informatie

Questions. Réponses. Vragen. Antweorden N. 121 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Questions. Réponses. Vragen. Antweorden N. 121 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N. 121 12629 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITTING 1993-1994 (*) 19 SEPTEMBRE 1994 19 SEPTEMBER 1994 Questions

Nadere informatie

Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers / 1-96 / 97 WETSONTWERP

Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers / 1-96 / 97 WETSONTWERP - 737 / 1-96 / 97 Chambre des Représentants de Belgique - 737 / 1-96 / 97 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers SESSION ORDINAIRE 1996-1997 (*) 31 OKTOBER 1996 GEWONE ZITTING 1996-1997 (*) 31 OKTOBER

Nadere informatie

Vragen. Antwoorden N.152 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE (*)

Vragen. Antwoorden N.152 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE (*) N.152 [Laatste nummer van de zitting.] [Dernier numéro de la session.] 16259 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (,.) SESSION ORDINAIRE

Nadere informatie

Vragen. Antwoorden N.83 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIITING 1993-1994 (*)

Vragen. Antwoorden N.83 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIITING 1993-1994 (*) N.83 7765 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZIITING 1993-1994 (*) 22 NOVEMBRE 1993 22 NOVEMBER 1993 Vragen et en Antwoorden

Nadere informatie

Réponses. Vragen. Questions. Antwoorden N. 102 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING (.

Réponses. Vragen. Questions. Antwoorden N. 102 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING (. N. 102 10385 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (.) GEWONE ZITTING 1993-1994 (.) 18 AVRIL 1994 18 APRIL 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

Vragen. Antweerden. IRépoD e N.114 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE SESSION ORDINAIRE (*)

Vragen. Antweerden. IRépoD e N.114 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE SESSION ORDINAIRE (*) N.4 90 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 993-994 (*) GEWONE ZITTING 993-994 (*) 8 JUILLET 994 8 JULI 994 Vragen et IRépoD e en Antweerden

Nadere informatie

Vragen. Questions. Antwoorden N. 84 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITIING 1993-1994 (*)

Vragen. Questions. Antwoorden N. 84 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITIING 1993-1994 (*) N. 84 7945 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITIING 1993-1994 (*) 29 NOVEMBRE 1993 29 NOVEMBER 1993 Questions et

Nadere informatie

Réponses. Antwoorden. Vragen. Questions N. 123 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

Réponses. Antwoorden. Vragen. Questions N. 123 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS N. 123 12765 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITTING 1993-1994 (*) 3 OCTOBRE 1994 3 OKTOBER 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

Publicatie BS : Publication M.B. :

Publicatie BS : Publication M.B. : kb04.03.2008.doc 4 MAART 2008 - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 19, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole Service Public Fédéral Budget et Contrôle de la Gestion

Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole Service Public Fédéral Budget et Contrôle de la Gestion Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole Service Public Fédéral Budget et Contrôle de la Gestion De minister van Begroting - La Ministre du Budget Antwoord op de parlementaire vraag nr. 179 (Begroting)

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE ROYAUME DE BELGIQUE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. betreffende het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. betreffende het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid DOC 54 2171/002 DOC 54 2171/002 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 24 januari 2017 24 janvier 2017 VOORSTEL VAN RESOLUTIE betreffende het Belgisch Fonds voor

Nadere informatie

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale Conformément à l article 35novies, de l'arrêté royal n 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions de santé et à l arrêté

Nadere informatie

Vragen. Antwoorden. Questions N.130 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS GEWONE ZITTING (.

Vragen. Antwoorden. Questions N.130 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS GEWONE ZITTING (. N.130 13503 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (.) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 (.) 28 NOVEMBER 1994 28 NOVEMBRE 1994 Vragen en Questions

Nadere informatie

Vragen. Antweorden CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS N.136 SESSION ORDINAIRE (*)

Vragen. Antweorden CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS N.136 SESSION ORDINAIRE (*) N.136 14293 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1994-1995 (*) SESSION ORDINAIRE 1994-1995 (*) 16 JANUARI 1995 16 JANVIER 1995 Vragen en et Antweorden

Nadere informatie

SNCB. - Installations en panne. NMBS. - Defecte installaties.

SNCB. - Installations en panne. NMBS. - Defecte installaties. Vraag nr. 2139 van de heer volksvertegenwoordiger Luk Van Biesen van 10 februari 2017 aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen NMBS.

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 47518 BELGISCH STAATSBLAD 17.10.2002 Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2002

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DOC 54 2320/005 DOC 54 2320/005 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 28 maart 2017 28 mars 2017 WETSONTWERP tot oprichting van het War Heritage Institute en

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 16.05.2018 MONITEUR BELGE 40503 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2018/11917] 23 APRIL 2018. Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake het uniform

Nadere informatie

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N. 91 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N. 91 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N. 91 8829 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZIITING 1993-1994 (*) 21 JANVIER 1994 21 JANUARI 1994 Questions et Réponses

Nadere informatie

87378 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

87378 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE 87378 BELGISCH STAATSBLAD 31.12.2004 Ed. 4 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2004 4846 [C 2004/14304] 30 DECEMBER 2004. Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijsten

Nadere informatie

13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE

13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE 13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID N. 2004 842 [C 2004/21028] 13 FEBRUARI 2004. Ministerieel besluit tot vastlegging

Nadere informatie

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 76142 MONITEUR BELGE 18.12.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Al annexe II du même arrêté, tel qu il a été modifié à ce jour, est apportée la modification suivante : le point IV.25 est inséré, rédigé

Nadere informatie

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 57936 MONITEUR BELGE 15.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD Les propositions sont introduites auprès du Ministre-Président du Gouvernement flamand et comprennent au moins les données suivantes : 1 les prénoms

Nadere informatie

NOTA AAN DE GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN

NOTA AAN DE GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN Brussel, 20 oktober 2015 NOTA AAN DE GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN BETREFT: voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. met betrekking tot het Belgische ontwikkelingsbeleid. relatif à la politique belge de développement

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. met betrekking tot het Belgische ontwikkelingsbeleid. relatif à la politique belge de développement DOC 54 3423/004 DOC 54 3423/004 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 24 januari 2019 24 janvier 2019 WETSONTWERP met betrekking tot het Belgische ontwikkelingsbeleid

Nadere informatie

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 39150 BELGISCH STAATSBLAD 14.05.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en

Nadere informatie

TRADUCTION OFFICIEUSE

TRADUCTION OFFICIEUSE TRADUCTION OFFICIEUSE QUESTION ÉCRITE N 622 de GUY D'HAESELEER date : le 11 mai 2017 à JO VANDEURZEN MINISTRE FLAMAND DU BIEN-ÊTRE, DE LA SANTÉ PUBLIQUE ET DE LA FAMILLE Allocations familiales - Moyens

Nadere informatie

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 7172 MONITEUR BELGE 24.02.2005 BELGISCH STAATSBLAD Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR Réponse à la question parlementaire n 279 du 24 janvier 2011 de Monsieur Filip De Man, Député Concerne: Nombre d'acquisitions de la nationalité en 2010 L honorable Membre

Nadere informatie

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.58 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.58 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS N.58 5269 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1992-1993 (Oo) SESSION ORDINAIRE 1992-1993 (Oo) 10 MEl 1993 10 MAI 1993 Vragen en Antwoorden Questions

Nadere informatie

Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008

Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008 Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008 SPILINDEX 110,51 INDICE-PIVOT 110,51 Tegemoetkomingen aan personen met een handicap Allocations aux personnes handicapées (Jaarbedragen) (Montants annuels)

Nadere informatie

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 21396 BELGISCH STAATSBLAD 13.03.2014 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22060] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2014/22060] 21 FEBRUARI 2014. Koninklijk besluit

Nadere informatie

Commission paritaire de l'agriculture. het Paritair Comité voor de landbouw. Convention collective de travail du 04 février 2016

Commission paritaire de l'agriculture. het Paritair Comité voor de landbouw. Convention collective de travail du 04 février 2016 Neerlegging-Dépôt: 02/03/2016 Regist.-Enregistr.: 25/04/2016 N : 132765/CO/144 Paritair Comité voor de landbouw Commission paritaire de l'agriculture Collectieve arbeidsovereenkomst 2016 van 04februari

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling DOC 53 1513/003 DOC 53 1513/003 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS 28 juin 2011 PROJET DE LOI réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire 28

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DOC 54 1730/002 DOC 54 1730/002 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 13 april 2016 13 avril 2016 WETSONTWERP tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

1. Hoeveel illegale sigaretten werden in 2013, 2014 en 2015 in beslag genomen door de douane?

1. Hoeveel illegale sigaretten werden in 2013, 2014 en 2015 in beslag genomen door de douane? Parlementaire vraag nr. 1036 van 09/06/2016, gesteld door de heer Luk VAN BIESEN, Volksvertegenwoordiger, aan de Minister van Financiën de heer Johan VAN OVERTVELDT VRAAG Illegale sigaretten en tabak.

Nadere informatie

TRADUCTION OFFICIEUSE

TRADUCTION OFFICIEUSE TRADUCTION OFFICIEUSE QUESTION ECRITE n 407 de CHRIS JANSSENS date : le 20 février 2017 à JO VANDEURZEN MINISTRE FLAMAND DU BIEN-ETRE, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE LA FAMILLE Allocations familiales - Réfugiés,

Nadere informatie

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN 20-11-2014 NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 tot uitvoering, voor de overheidsdiensten

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION ROYAUME DE BELGIQUE KONINKRIJK BELGIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE Arrêté royal modifiant les arrêtés royaux du 16 novembre 2006 relatif

Nadere informatie

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 52686 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2015/36016] 30 JULI 2015. Ministerieel besluit tot wijziging van de kaart van de focusgebieden, opgenomen in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. over een betere tegemoetkoming voor de orthodontische zorg

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. over een betere tegemoetkoming voor de orthodontische zorg DOC 54 0413/004 DOC 54 0413/004 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 18 mei 2016 18 mai 2016 VOORSTEL VAN RESOLUTIE over een betere tegemoetkoming voor de orthodontische

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. modifiant la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. modifiant la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées DOC 54 2141/007 DOC 54 2141/007 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 11 januari 2017 11 janvier 2017 WETSONTWERP tot wijziging van de wet van 22 maart 2001

Nadere informatie

2. - COMMISSION DE LA DEFENSE NATIONALE - COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING

2. - COMMISSION DE LA DEFENSE NATIONALE - COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING - 8/3-95/96 Chambre des Représentants de Belgique - 8/3-95/96 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers SESSION ORDINAIRE 1996-1997 (*) GEWONE ZITTING 1996-1997 (*) COMMISSIONS COMMISSIES 1. - COMMISSION

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied. Artikel 1.

Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied. Artikel 1. Neerlegging-Dépôt: 14/04/2010 Regist.-Enregistr.: 04/05/2010 N : 99171/CO/324 to Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2010 betreffende de korte modules in diamantopleidingen voor de werknemers

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 04.06.2014 MONITEUR BELGE 42651 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22260] 14 MEI 2014. Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de inlichtingenformulieren

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 28893 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2008 1822 [C 2008/09406] 2 JUNI 2008. Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met punten voor prestaties verricht door advocaten belast met gedeeltelijk

Nadere informatie

Convention collective de travail du 3 mars Champ d'application CHAPITRE II. Avantages sociaux

Convention collective de travail du 3 mars Champ d'application CHAPITRE II. Avantages sociaux Convention collective de travail du 3 mars 2000. Champ d'application Article 1 - La convention collective de travail est applicable aux et aux et ouvrieres des relevant de la commission de la transformation

Nadere informatie

/ 3-98 / 99. Chambre des représentants de Belgique. Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers WETSVOORSTEL

/ 3-98 / 99. Chambre des représentants de Belgique. Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers WETSVOORSTEL - 1934 / 3-98 / 99 Chambre des représentants de Belgique - 1934 / 3-98 / 99 Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers SESSION ORDINAIRE 1998-1999(') 16 MARS 1999 GEWONE ZITTING 1998-1999 (') 16 MAART

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DOC 50 1871/004 DOC 50 1871/004 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 22 januari 2003 22 janvier 2003 WETSONTWERP tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden

Nadere informatie

Commission paritaire de l'agriculture. het Paritair Comité voor de landbouw. Convention collective de travail du 30 mars 2017

Commission paritaire de l'agriculture. het Paritair Comité voor de landbouw. Convention collective de travail du 30 mars 2017 Neerlegging-Dépôt: 31/03/2017 Regist.-Enregistr.: 21/04/2017 N : 138781/CO/144 Paritair Comité voor de landbouw Commission paritaire de l'agriculture Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 2017 Convention

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR BINNENLANDSE ZAKEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR BINNENLANDSE ZAKEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN Ministerieel besluit van 8 juni 2007 tot bepaling van het model van de werkkleding en het embleem van bewakingsagenten. SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR Arrêté

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DOC 54 2227/003 DOC 54 2227/003 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 20 juli 2017 20 juillet 2017 WETSVOORSTEL tot wijziging van de programmawet van 27 april

Nadere informatie

1014 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

1014 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 1014 MONITEUR BELGE 12.01.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE [2014/206716] 19 DECEMBRE 2014. Arrêté royal contenant la réglementation relative au cumul

Nadere informatie

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer BELGISCH STAATSBLAD 23.08.2012 MONITEUR BELGE 49465 Trappen van de hiërarchie Degrés delahiérarchie aan het Nederlands Kader au Cadre néerlandais Percentage betrekkingen toe te wijzen Pourcentage d emplois

Nadere informatie

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.44 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.44 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE N.44 3361 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1992-1993 (Oo) SESSION ORDINAIRE 1992-1993 (Oo) 25 JANUARI 1993 25 JANVIER 1993 Vragen en Antwoorden

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 15.05.2012 Ed. 2 MONITEUR BELGE 28319 VLAAMSE OVERHEID Bestuurszaken N. 2012 1407 [C 2012/35430] 27 MAART 2012. Ministerieel besluit houdende de vaststelling van het model van het volmachtformulier

Nadere informatie

N. 90 BELGISCHE KAMER VAN VOU(SVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIITING (*) SESSION ORDINAIRE (*)

N. 90 BELGISCHE KAMER VAN VOU(SVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIITING (*) SESSION ORDINAIRE (*) N. 90 8701 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOU(SVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZIITING 1993-1994 (*) 17 JANVIER 1994 17 JANUARI 1994 et en QUESTIONS

Nadere informatie

FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE

FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE 83/00 A 23/70 GG/MDV/BL Trad. wdg Bruxelles, le 13 octobre 1983. NOTE AUX MEMBRES DU BUREAU. Concerne : Financement de la Sécurité Sociale. La F.G.T.B. a répété

Nadere informatie

- 1173 / 1-96 / 97. Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers WETSONTWERP

- 1173 / 1-96 / 97. Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers WETSONTWERP - 1173 / 1-96 / 97 Chambre des Représentants de Belgique - 1173 / 1-96 / 97 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers SESSION ORDINAIRE 1996-1997 (~) 9 SEPTEMBRE 1997 GEWONE ZITTING 1996-1997 (~) 9 SEPTEMBER

Nadere informatie

CHAPITRE II. - Indemnité en cas d'utilisation de transport en commun

CHAPITRE II. - Indemnité en cas d'utilisation de transport en commun Commission paritaire pour les entreprises horticoles Convention collective de travail du 9 juillet 2009 Fixation de l'intervention des employeurs dans les frais de transport des travailleurs CHAPITRE 1er.

Nadere informatie

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE 75410 BELGISCH STAATSBLAD 28.12.2006 Ed. 4 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2006 5305 [C 2006/10029] 21 DECEMBER 2006. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 62112 BELGISCH STAATSBLAD 19.10.2010 MONITEUR BELGE Province Pré-zone opérationnelle Pourcentage maximal Zone de secours Zuid-Oost 2,43 % Brabant flamand Zone de secours Est 4,67 % Zone de secours Ouest

Nadere informatie

NGI Vision Debat

NGI Vision Debat NGI Vision 2030 Debat Résultats que nous voulons obtenir Les sources authentiques de données géographiques sont des données de qualité et mises à jour, à disposition comme «données ouvertes». Les services

Nadere informatie

COMMISSION PARITAIRE DE L'AGRICULTURE CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 30 AVRIL 1999

COMMISSION PARITAIRE DE L'AGRICULTURE CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 30 AVRIL 1999 COMMISSION PARITAIRE DE L'AGRICULTURE CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 30 AVRIL 1999 CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL RELATIVE A LA PRIME DE FIN D'ANNEE Art. 1er. La présente convention collective de

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 60569 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER, FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [C 2014/12139] 4 AUGUSTUS 2014. Koninklijk

Nadere informatie

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DOC 54 2848/003 DOC 54 2848/003 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 24 april 2018 24 avril 2018 WETSVOORSTEL tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat het huwelijksvermogensrecht

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses de l année budgétaire 2000

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses de l année budgétaire 2000 DOC 50 0602/003 DOC 50 0602/003 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 30 mei 2000 30 mai 2000 WETSONTWERP houdende eerste aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.66 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS.. DE BELGIQUE

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.66 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS.. DE BELGIQUE N.66 6073 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS.. DE BELGIQUE GEWONE ZITTING 1992-1993 (*) SESSION ORDINAIRE 1992-1993 (*) 5 JULI 1993 5 JUILLET 1993 Vragen en Antwoorden

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 3 MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 3 MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 55873 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2008 3705 [C 2008/09864] 16 OKTOBER 2008. Koninklijk besluit tot aanpassing aan de wapenwet van 8 juni 2006 van de modellen van verschillende formulieren en documenten

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29055 DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER N. 2000 2033 [2000/21142] 1 MAART 2000. Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van Titel I van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting

Nadere informatie

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.74 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS 13 SEPTEMBER 1993

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.74 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS 13 SEPTEMBER 1993 N.74 7049 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIlTING 1992-1993 (.) SESSION ORDINAIRE 1992-1993 (.) 13 SEPTEMBER 1993 13 SEPTEMBRE 1993 Vragen en Antwoorden

Nadere informatie

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN MONITEUR BELGE 10.02.2015 BELGISCH STAATSBLAD 11523 LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

Nadere informatie

- 1747 / 1-97 / 98. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Chambre des Représentants de Belgique PROJET DE LOI WETSONTWERP

- 1747 / 1-97 / 98. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Chambre des Représentants de Belgique PROJET DE LOI WETSONTWERP - 1747 / 1-97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers - 1747 / 1-97 / 98 Chambre des Représentants de Belgique GEWONE ZITTING 1997-1998 (') loktober 1998 SESSION ORDINAIRE 1997-1998 (') pr OCTOBRE

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DOC 54 2215/005 DOC 54 2215/005 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 9 februari 2017 9 février 2017 WETSONTWERP tot wijziging van de wet van 15 december 1980

Nadere informatie