Trede voor trede: Participatieladder. Voor het jaar 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Trede voor trede: Participatieladder. Voor het jaar 2012"

Transcriptie

1 Trede voor trede: Strategische keuzes bij van de de toepassing Participatieladder Voor het jaar 2012 M.A. Wong Chung November 2011

2 Inhoud 1. Inleiding Doel Context voor de verdeling van de budgetten Vooruitblik hervorming WWB/WIJ, WWNV Het jaar 2012: de voorbereiding op de WWNV De cliënten op de Participatieladder en hun groeipotentieel Resultaat van het plaatsen van het cliëntenbestand op de Participatieladder De nulmeting Conclusie van de nulmeting Inzet voorzieningen en budgetplafonds per trede Conclusie onderzoek SEO Waar zet de gemeente Langedijk op in? Criteria toekenning van de voorzieningen Ambitie en prestatie-indicatoren voor Rol Participatienetwerk Langedijk Financiële paragraaf (op basis van de gemeentebegroting 2012) De strategische keuzes: de budgetverdeling over de treden van de Participatieladder...16 BIJLAGEN...17 Losse bijlage 1: Beleidskader Participatie in Langedijk...17 Bijlage 2: Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen...18 (Divosa)...18 Bijlage 3: Voorgenomen wijziging WWB, intrekken WIJ met ingang van 1 januari Tabel 1: Maximaal haalbare trede op de Participatieladder...8 Tabel 2: Wat werkt voor wie?...12 Tabel 3: Het Participatiebudget

3 Figuur 1: Indeling naar leeftijd...9 Figuur 2: Samenstelling cliëntenbestand...9 Figuur 3: Leeftijd vs positie...10 Figuur 4: Duur verblijf...10 Figuur 5: Duur en wel of niet uitkering...11 Figuur 6: Verblijf en positie

4 1. Inleiding De gemeente Langedijk vindt het belangrijk dat haar burgers naar vermogen meedoen in de samenleving. De gemeente verwoordt in het Beleidskader Participatie in Langedijk haar visie hierover als volgt (citaat): De gemeente Langedijk bevordert dat haar burgers naar vermogen meedoen in de samenleving. Daarbij is het ideaal dat de inwoners van Langedijk op de bovenste drie treden van de Participatieladder meedoen. Participatie heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van de burger, en daardoor op lange termijn op de (economische) prestatie van de gemeente Langedijk. Burgers ondersteunen om naar vermogen mee te doen, vergt budget. Aan de raad is op 30 november 2010 een presentatie gegeven over de financiën van Sociale Zaken (Participatiebudget en het Inkomensdeel WWB) en de keuzes daarin. Wij hebben toen aangekondigd dat wij de raad deze (strategische) notitie over de toepassing van de Participatieladder gaan voorleggen. Concreet werken met de Participatieladder wil zeggen, dat per trede bepaald zal worden aan welke klantengroepen wij het Participatiebudget zullen besteden. Daarom geven wij de raad inzicht in de samenstelling van het cliëntenbestand. Met dit beeld bepaalt de raad voor welke trede van de Participatieladder en voor welke klantengroepen hij het Participatiebudget beschikbaar stelt. Na de bepaling door de raad, zal het college vervolgens hieraan uitvoering geven door per klant een heronderzoek naar potentiële arbeidsproductiviteit ofwel de maximaal haalbare trede te doen. En op basis daarvan een geschikt participatie-instrument in te kopen voor dan wel toe te wijzen aan de cliënt. 2. Doel De bedoeling is dat de raad het college richtinggevende kaders geeft voor de verdeling van de middelen over de verschillende voorzieningen en de treden van de Participatieladder. Met deze kaderstelling zullen wij, het college, volgens de bepalingen in de Participatieverordening, budgetplafonds per trede van de Participatieladder en per participatievoorziening in beleidsregels vastleggen. Samenvatting/leeswijzer Om tot deze richtinggevende kaders te komen is allereerst informatie nodig over de context waarbinnen de raad zich kan bewegen. Niet alleen financieel, ook kijkt de raad naar de toekomst met de komende hervormingen van de WWB/WIJ in 2012 en de inwerkstelling van de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) in Het cliëntenbestand is geplaatst op de verschillende treden van de Participatieladder. Op basis daarvan is er een nulmeting en analyse gedaan. Deze analyse geeft de raad een basis om richting te geven aan de kaderstellende verdeling van het Participatiebudget over de treden van de Participatieladder. Hiermee stelt de raad een bepaald prestatieniveau van het Participatiebeleid vast. 3. Context voor de verdeling van de budgetten De raad stelt het budget beschikbaar en stelt prioriteiten binnen de context van de wettelijke grondslag en bevoegdheid van de gemeente. Vervolgens zullen wij op basis van de prioriteiten het budget verdelen over de gekozen treden waarvoor de raad gekozen heeft. De Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Participatiebudget en de Participatieverordening bieden de wettelijke basis. In het Beleidskader Participatie in Langedijk zijn de doelstellingen van de raad vastgesteld. Tegelijkertijd biedt het doel van het Participatiebudget ook de richtlijn aan welke doelgroepen de gemeente haar budget moet besteden. 4

5 Het doel van het participatiebudget is ondersteuning op maat te bieden aan de individuele burger die dit nodig heeft bij het meedoen in de Nederlandse samenleving. De gedachte is dat als de burger mee kan doen, hij of zij de kansen pakt om zich te ontwikkelen en de eventuele afhankelijkheid van een uitkering en andere ondersteuning vermindert. Gevolg is het ontstaan van meer betrokkenheid en grotere sociale cohesie. De doelgroepen van het participatiebudget zijn: - personen vanaf 18 jaar en ouder; - 16 en 17 jarigen die zijn ontheven van de kwalificatieplicht of aan de kwalificatieplicht hebben voldaan; - jongeren van 16 of 17 jaar voor wie schooluitval dreigt, maar door een leerwerktraject toch nog een startkwalificatie kunnen behalen. Op basis van artikel 2, lid 4 en artikel 13, lid 2 en 3 van de Participatieverordening Langedijk 2010 kunnen wij bij het bepalen van het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden en met maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen. Daarnaast stellen wij budgetplafonds vast voor de verschillende voorzieningen. Een door ons ingesteld budgetplafond vormt een weigeringgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening. Ook stellen wij een plafond in voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening. Wij dienen na te gaan welke andere alternatieven er beschikbaar zijn. Dit biedt de mogelijkheid dat er een andere voorziening kan worden ingezet. Maatschappelijke participatie kan dus ook via de voorzieningen en budgetten van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en/of Welzijn. De missie van de raad, en daarmee de algemene doelstelling van het Participatiebeleid is dan ook: In de jaren verbinden we bestuurlijk, inhoudelijk, organisatorisch en financieel de wetten: WWB, Bbz, WIJ, Wsw, WI, Wmo, WEB met elkaar. Daarmee wil de gemeente Langedijk de burgers bereiken die ondersteuning nodig hebben bij het meedoen in de samenleving van Langedijk. Iedereen doet mee, niemand leeft in een sociaal isolement. 4. Vooruitblik hervorming WWB/WIJ, WWNV 1 Niet alleen kijkt het college naar het verwezenlijken van de missie van de raad nu, ook kijkt zij naar de ingrijpende ontwikkelingen in 2012 (hervormingen WWB) en 2013 (invoering Wet werken naar vermogen). Het kabinet heeft op 21 april 2011 aan het parlement een hoofdlijnennotitie Werken naar Vermogen toegezonden 2. Deze notitie schetst de hoofdlijnen voor de hervorming van de WWB/WIJ, Wsw en Wajong tot een wet werken naar vermogen (WWNV). De notitie is een uitwerking van de afspraken die hierover in het regeer- en gedoogakkoord, en met de VNG zijn gemaakt. Het voorstel over de hervormingen, het Voorstel Aanscherping Wet Werk en Bijstand, ligt nog in behandeling bij de Eerste Kamer. Voor wat de Wet Werken naar vermogen betreft, is het streven van het kabinet erop gericht om deze wet per 1 januari 2013 in te voeren. Met de WWNV wil het kabinet meer mensen aan het werk krijgen. Daarbij ziet het kabinet de noodzaak om "het beste uit mensen te halen. Het kabinet legt daarbij een relatie met het tekort aan arbeidskrachten bij werkgevers. Om uiteenlopende redenen ook nog veel mensen langs de kant staan, die volgens het kabinet (gedeeltelijk) wel kunnen werken. Het kabinet wil er daarom voor zorgen dat iedereen gaat werken naar vermogen. Belangrijk is het individueel belang: iedereen krijgt de kans om zich te ontplooien, om zo een bijdrage te leveren aan de samenleving en economie van Nederland. Er is ook een dringende financiële 1 Deze paragraaf kan op enig moment door de actualiteit worden achterhaald. Op moment van dit schrijven was het volgende bekend. 2 Een samenvatting van deze notitie is als bijlage 2 toegevoegd. 5

6 noodzaak: het lukt alleen om de sociale zekerheid ook voor toekomstige generaties betaalbaar te houden, als iedereen die kan ook daadwerkelijk meedoet, aldus het kabinet. Opvallend is de nadruk op het ondersteunen naar werk van mensen met een arbeidsbeperking. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk mensen naar vermogen gaan meedoen, en wel bij een reguliere werkgever. En verzoekt alle sociale partners samen te werken om deze doelstelling te bereiken. De gemeente wordt verantwoordelijk voor de hulp en ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking. Met als uitgangspunten: selectieve toepassing (alleen mensen die het echt nodig hebben), vraaggericht (wensen werkgevers), transparantie en effectiviteit. Het budget voor re-integratie is niet bedoeld voor mensen die zonder steun ook hun weg naar de arbeidsmarkt weten te vinden. Nu richten wij ons op de benadering om mensen te stimuleren te doen wat ze kunnen, en op het wegnemen van vooroordelen over beperkingen. Met de inzet van het instrument loondispensatie komt er een wettelijk regeling voor het meten van de loonwaarde van deze mensen 3. Daarmee zullen meer mensen de mogelijkheid krijgen naar hun vermogen te kunnen werken bij een reguliere werkgever. Alleen indien echt niet mogelijk, zal de aanspraak op de Wet Wajong of beschut werk Wsw blijven bestaan. Verder kunnen diegenen die (bijvoorbeeld als niet uitkeringsgerechtigde) niet op eigen kracht werk kunnen vinden, aanspraak maken op de overheid voor ondersteuning. De WWNV versterkt de regiefunctie en de afstemming op de verschillende terreinen als (jeugd)zorg, welzijn, schuldhulpverlening en dagbesteding. Hiermee kunnen mensen met meervoudige problemen, en toch een arbeidsvermogen geholpen worden. Dit vergt maatwerk per cliënt. Er zijn nu verschillende regelingen waarop mensen aanspraak kunnen maken voor inkomensondersteuning en om hen aan het werk te helpen. Dit heeft onduidelijkheid en versnippering teweeggebracht. Daarom zal met de WWNV meer duidelijkheid en eenheid komen: de WWB/WIJ, Wsw en Wajong zullen onder deze nieuwe wet vallen en een aantal ingrijpende hervormingen 4 ondergaan. Ook beoogt het kabinet hiermee een efficiencyslag: meer doen met minder middelen. 5. Het jaar 2012: de voorbereiding op de WWNV Het Participatiebudget bestaat uit budgetten voor re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie. In de periode 1 januari 2011 tot 31 december 2012 doen wij (samen met het WNK) mee aan de pilot Loondispensatie 5, als onderdeel van het re-integratiebudget. Deze pilot kan worden gezien als voorbereiding op de WWNV. Voor de inburgering is 2012 het laatste jaar dat de gemeente inburgeringtrajecten kan aanbieden. Met ingang van 2012 wordt het inburgeringbudget wegbezuinigd. Het kabinet heeft besloten per 1 januari 2013 de inburgeringwet aan te passen. Vanaf dat moment heeft de gemeente geen formele rol meer in de uitvoering van de nieuwe inburgeringwet. Bepaalde nieuwkomers, vooral asielgerechtigden (voorheen: statushouders genoemd), behouden het recht op een bijstandsuitkering met de daarbij behorende re-integratieverplichtingen. Voor Volwasseneneducatie berust voor de gemeente de verplichting deze middelen in te zetten bij een ROC. Uit educatiemiddelen mogen geen re-integratie- en inburgeringtrajecten worden ingekocht. Wel is het mogelijk om duale trajecten te realiseren, waarbij de taalcomponent uit educatiemiddelen wordt gefinancierd. De gemeente financiert uit de educatiemiddelen de wettelijke taken laaggeletterdheid, Alfabetisering, NT2 (Nederlandse taal op het niveau van het Staatsexamen NT2 I en II. Ook bedoeld voor vrijwillige inburgeraars), en het VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs, tweedekans onderwijs voor volwassenen). Met het Actieplan laaggeletterdheid beperkt het ministerie de doelstelling van het Volwasseneneducatie (WEB, wet educatie en 3 Het nieuwe instrument Loondispensatie is voor iedereen die niet in staat is om zelfstandig 100 % van het wettelijke minimumloon (WML) te verdienen en onder de doelgroep van de WWNV valt. Werkgevers hoeven niet het gangbare loon te betalen, maar alleen dat deel dat de werknemer arbeidsproductief is (=loonwaarde). De gemeente vult het inkomen van mensen met recht op een WWNV-uitkering via een aanvullende uitkering aan tot maximaal 100 % WML aan. 4 Bijlage 3 bevat een korte omschrijving van de hervormingen. Zie ook: 5 Wat het instrument Loondispensatie inhoudt, is al omschreven in paragraaf 3. 6

7 beroepsonderwijs) tot de basisvaardigheden taal/rekenen/aanpak laaggeletterdheid. Het VAVO wordt met ingang van schooljaar rechtstreeks onder aansturing van het rijk gebracht. Dit betekent een vermindering van 50 % van het educatiebudget. De verdeling van het Participatiebudget was voor het onderdeel educatie en inburgering gebaseerd op outputmaatstaven. Vanaf 2012 zijn de outputmaatstaven losgelaten. Vanaf 2013 vindt de invoering van de WWNV plaats. Met de bovenbeschreven veranderingen in gedachten, en ter voorbereiding op de WWNV zullen wij de Participatieladder en het Participatiebudget zodanig moeten gebruiken dat de burgers die ondersteuning nodig hebben, in staat worden gesteld om naar vermogen mee te doen. Dit in samenhang met, de budgetten van de WWB en de (vernieuwde) Wmo. Hoe, dat staat omschreven in 8. Inzet voorzieningen en budgetplafonds per trede. 6. De cliënten op de Participatieladder en hun groeipotentieel Wij hebben voor de Participatieladder gekozen, omdat het een eenvoudig instrument is om inzicht te krijgen in het potentieel van de cliënten uit het klantenbestand om daadwerkelijk (meer) mee te kunnen doen. De Participatieladder brengt ook andere resultaten dan uitstroom uit de bijstand of een behaald diploma in beeld. Door gebruik van de Participatieladder ontstaat een duidelijk beeld van de samenstelling van het klantenbestand en het groeipotentieel daarin. De Participatieladder De Participatieladder kent twee soorten participatie: arbeidsparticipatie (het hoogste niveau van meedoen, trede 5 en 6) en maatschappelijke participatie (trede 1 tot en met 4). Wij zien participatie breed: iedere burger kan binnen zijn of haar mogelijkheden meedoen. Ook een geïsoleerde burger die de stap zet naar vrijwilligerswerk, geldt als resultaat. Door de resultaten te registreren maakt de Participatieladder het mogelijk om het participatiebeleid te volgen, te evalueren en om keuzes te maken bij de inzet van de middelen. Met de Participatieladder kunnen wij de effecten van de afzonderlijke voorzieningen (reintegratie, inburgering, educatie, sociale activering, zorg) volgen. Iedere voorziening kan bijdragen aan het mogelijk maken dat de burger (meer) gaat meedoen. Door de effecten van de instrumenten te kennen, kunnen wij een optimale mix van instrumenten vaststellen. Hoewel het streven is om het groeipotentieel van de burgers te benutten, is het realistisch te beseffen dat de hoogste trede of het opklimmen daar naartoe niet voor iedereen is weggelegd. Beter is dan ook om de klant te diagnosticeren op zijn of haar potentiële arbeidsproductiviteit 6. De potentiële arbeidsproductiviteit bepaalt het loon dat mensen maximaal kunnen verdienen wanneer alle tijdelijke belemmeringen (zoals schulden en verslaving) zijn weggenomen en de vaardigheden maximaal zijn vergroot. Dit is in overeenstemming met het doel van het instrument loondispensatie (zie hiervoor 4. Vooruitblik hervorming WWB/WIJ, WWNV). Op basis van de potentiële arbeidsproductiviteit wordt er nog meer ingezoomd op de cliënten op de 6 treden van de Participatieladder. Vier groepen worden dan onderscheiden. 6 Deze inzichten zijn gebaseerd op het RWI/SEO onderzoek Gemeentelijk re-integratiebeleid vergeleken, publicatiedatum: 28 februari SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast economisch onderzoek in opdracht van overheid en bedrijfsleven. Onderzoek van SEO helpt opdrachtgevers bij het nemen van beslissingen. SEO Economisch Onderzoek is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam. 7

8 - Groep 1: Mensen met een negatieve potentiële arbeidsproductiviteit. Investeringen om hen te re-integreren is onrendabel. Voor deze groep zijn de kosten van begeleiding hoger dan de productiviteit. Deze mensen zullen nooit zonder ondersteuning (on)betaald werk kunnen verrichten. Wel zijn trajecten maatschappelijke participatie en sociale activering, vanuit de budgetten van Welzijn of WMO zinvol; - Groep 2: Mensen met een positieve potentiële arbeidsproductiviteit, maar lager dan het minimumloon. Ook na ondersteuning zullen zij niet het minimumloon kunnen verdienen. Deze mensen zullen altijd ondersteuning nodig hebben, zoals door middel van loonkostensubsidie. Om de loonkostensubsidie beperkt te houden, kan een gerichte training de arbeidsproductiviteit verhogen; - Groep 3: Mensen met een actuele arbeidsproductiviteit lager dan het minimumloon, die met (tijdelijke) ondersteuning hun arbeidsproductiviteit kunnen verhogen tot boven het minimumloon. Door re-integratie-instrumenten als loondispensatie, scholing, of werkstage kan hun verdienvermogen opgehoogd worden tot boven het minimumloon; - Groep 4: Mensen met een actuele arbeidsproductiviteit boven het minimumloon. Deze groep kan werkloos zijn vanwege fricties op de arbeidsmarkt. De Participatieladder deelt de cliënten in hoever hun afstand is tot de arbeidsmarkt op basis van hun actuele positie. De potentiële arbeidsproductiviteit bepaalt welk niveau op de participatieladder voor de cliënt maximaal haalbaar is. Onderstaande tabel laat de maximaal haalbare trede zien per groep. Bijvoorbeeld cliënten die tot groep 1 behoren, kunnen beginnen in trede 1 (geïsoleerd) en opklimmen tot maximaal trede 3 (meedoen aan georganiseerde activiteiten). Hoger is voor hen niet haalbaar. Tabel 1: Maximaal haalbare trede op de Participatieladder Trede op Participatieladder Maximaal haalbaar voor groep 1. Geïsoleerd 2. Sociale contacten buiten de deur 3. Deelname aan georganiseerde activiteiten Groep 1 4. Onbetaald werk 5. Betaald werk met ondersteuning Groep 2 6. Betaald werk Groep 3 en 4 7. Resultaat van het plaatsen van het cliëntenbestand op de Participatieladder Om te kunnen beginnen met het concreet toepassen van de Participatieladder is er een nulmeting van het totale bestand nodig. Dit is de eerste fase van de diagnose van het klantenbestand. Nadat de raad prioriteiten heeft vastgesteld aan welke treden het budget te besteden, zal in de tweede fase een nadere diagnose worden gesteld naar de potentiële arbeidsproductiviteit (volgens de genoemde groepsindeling zoals uiteengezet in 6. De cliënten op de Participatieladder en hun groeipotentieel) van de klanten. Op basis van deze nadere diagnose volgt een keuze van een re-integratie- en/of participatie-instrument voor de klant. Hoe beperkter de middelen, hoe belangrijker de effectiviteit van het instrument. De consulenten 7 hebben hierbij een belangrijke sturingsrol. Zij zijn het eerste aanspreekpunt en begeleiden klanten individueel naar zijn of haar doel, het liefst reguliere arbeid. Dat betekent dat zij als eerste in staat zijn om persoonlijke belemmeringen van de klant te kunnen beoordelen. Door een brede, integrale klantintake kan de consulent inzicht krijgen in de behoeften van de klant om zijn of haar maatschappelijke of economische zelfredzaamheid te bevorderen of te behouden. 7 In de tweede helft van 2011 zal het team van de consulenten Werk, Inkomen, Zorg (WIZ) met een job/participatiecoach uitgebreid worden. Het gevolg zal een intensivering van de dienstverlening aan de klant zijn. In 10. Ambitie en prestatieindicatoren voor 2012 staat de eerste opdracht voor de job/participatiecoach: door zelf de re-integratie van cliënten op trede 4 en 5 uit te voeren, zullen er meer cliënten uitstromen naar trede 6, en daarmee uit de uitkering. 8

9 7.1. De nulmeting Figuur 1: Indeling naar leeftijd Indeling bestand naar leeftijd >55 jaar jaar jaar < 27 jaar < 27 jaar jaar jaar >55 jaar geen uitkering ontvangt uitkering Het totale bestand bestaat uit 208 cliënten, en zijn ingedeeld op de Participatieladder. Van het totale cliëntenbestand ontvangen 182 een uitkering en 26 geen uitkering (deze cliënten werken in het kader van hun traject). 54 % van het cliëntenbestand is tussen de 35 en 55 jaar. Daarna volgen de ouderen met 19 %. Het merendeel van de cliënten tussen de 35 en 55 jaar bevindt zich op trede 2 (sociale contacten buitenshuis) en trede 3 (deelname aan georganiseerde activiteiten) van de Participatieladder, respectievelijk 33 % en 38 % (zie Figuur 2: Samenstelling cliëntenbestand). Op trede 3 ontvangt 37 % 8 in deze leeftijdscategorie geen uitkering (zie Figuur 3: Leeftijd vs positie) Figuur 2: Samenstelling cliëntenbestand cliëntenbestand op de Participatieladder trede 6; 7; 3% trede 1; 3; 1% trede 5; 26; 13% trede 4; 24; 12% trede 2; 69; 33% Uitleg Bijvoorbeeld: optrede 3 staan 79 cliënten, en dat is 38 % van het totale bestand trede 3; 79; 38% 8 De berekening is als volgt. Leeftijdscategorie jaar op trede 3: 22 ontvangen een uitkering; 13 ontvangen geen uitkering. In deze leeftijdcategorie bevinden zich dus in totaal 35 cliënten op trede cliënten zonder uitkering is 37 % van het totaal. 9

10 Figuur 3: Leeftijd vs positie Leeftijd vs positie op de Participatieladder stite l A < 27 jaar uitkering <27 jaar geen uitkering jaar uitkering jaar geen uitkering jaar uitkering geen uitkering >55 jaar uitkering trede trede trede trede trede trede totaal >55 jaar geen uitkering Figuur 4: Duur verblijf Opbouw naar verblijf in bestand < 1 jaar 1-3 jaar 3-5 jaar > 5 jaar 30% 31% 14% 25% Figuur 4: Duur verblijf laat zien dat 25 % van het cliëntenbestand tussen de 1 en 3 jaar afhankelijk is van de ondersteuning (naar werk of voor een uitkering) door de gemeente. Een minderheid (14 %) is tussen de 3 en 5 jaar cliënt van de gemeente. Een even grote groep verblijft korter dan een jaar (31 %) of langer dan 5 jaar (30 %) in het bestand. Een belangrijke opmerking hierbij is dat per 1 oktober 2010 jongeren die in de WWB zaten, zijn omgeschakeld naar de WIJ. In totaal hebben 17 jongeren in de periode tot een leerwerkaanbod plus een WIJ voorziening (aanvullende uitkering) ontvangen 9. Een stelling kan zijn, dat er indien na een jaar geen uitstroom plaatsvindt, het verblijf in het cliëntenbestand dan meestal tussen de 1 en 3 jaar is. 9 Deze cijfers zijn uit het verslag van het Regionaal Jongerenloket over de periode juni 2010 tot en maart

11 Figuur 5: Duur en wel of niet uitkering Duur verblijf in bestand < 1 jaar 1-3 jaar 3-5 jaar > 5 jaar totaal ontvangt uitkering ontvangt geen uitkering Zoals Figuur 5: Duur en wel of niet uitkering laat zien ontvangt het merendeel een (aanvullende) uitkering. Indien niet na 3 jaar uiteindelijk uitstroom plaatsvindt, dan zal het verblijf in het bestand langer dan 5 jaar duren. Figuur 6: Verblijf en positie 70 Verblijf in bestand vs positie op de Participatieladder l ta a n A < 1 jaar uitkering < 1 jaar geen uitkering 1-3 jaar uitkering 1-3 jaar geen uikering 3-5 jaar uitkering 3-5 jaar geen uitkering > 5 jaar uitkering trede trede trede trede trede trede totaal > 5 jaar geen uitkering figuur 6: verblijf en positie analyseert het verband tussen de duur van het verblijf in het cliëntenbestand en de huidige positie op de Participatieladder. De meeste cliënten uit de categorie tussen 1 en 3 jaar staan op trede 3 (58 % 10 ). Opvallend is, dat de cliënten die korter dan een jaar in een uitkering zitten, ruim vertegenwoordigd zijn op trede 2 (38 %) en trede 3 (34 %) De kolommen 1-3 jaar uitkering en 1-3 geen uitkering bij elkaar opgeteld/totaal op trede 3 van deze kolommen = 30/51*100 = 58 %. 11 De kolommen < 1 jaar uitkering en < 1 jaar geen uitkering bij elkaar opgeteld/totaal op trede 2 respectievelijk trede 3. Dat wil zeggen, 25/65*100 = 38 % respectievelijk 22/65*100 = 34 %. 11

12 7.2. Conclusie van de nulmeting Als conclusie van de nulmeting stellen wij voor dat onze inspanning zich moet richten op trede 2 en 3 van de Participatieladder. Dit betekent: de cliënt activeren om zich opwaarts op de Participatieladder te gaan bewegen via vrijwilligerswerk of andere sociale activeringsactiviteiten. Want, de stelling is, dat er indien na een jaar geen uitstroom plaatsvindt, het verblijf in het cliëntenbestand dan langer dan 3 jaar kan duren. Verder hebben wij in ons collegeprogramma gesteld dat de gemeente Langedijk haar sociaal gezicht wil behouden. Het meedoen van burgers stimuleren wij op twee manieren: via een re-integratie- of sociale activeringstraject. En door ondersteuning via het Minimabeleid met de LangedijkerPas als belangrijk participatie-instrument. Een tweede aandachtsgroep is de cliënt die gestimuleerd zou moeten worden zich richting werk met ondersteuning te ontwikkelen. Denk hierbij aan het instrument loondispensatie. Uit onderzoek 12 is namelijk gebleken dat een cliënt op een bepaalde trede maximaal twee treden omhoog kan promoveren. Tenslotte is een winst te behalen door effectief te investeren in trede 5. Op deze trede staan namelijk veel parttime werkenden. De gemeente verstrekt deze mensen een aanvullende uitkering. Indien de gemeente meer mensen op deze trede stimuleert om meer uren te gaan werken, zal dit tot minder uitgaven voor de uitkeringen leiden. 8. Inzet voorzieningen en budgetplafonds per trede Hoe krijgen we de mensen op weg naar hun maximaal haalbare trede? Naar onderzoek van RWI/SEO is in tabel 2 opgesomd voor welke groep welke instrument het best werkt. Tabel 2: Wat werkt voor wie? Instrumenten gericht op de werkloze Wegnemen tijdelijke belemmeringen voor maatschappelijke participatie (schuldhulpverlening, verslavingszorg) Sociale activering: bevorderen maatschappelijke participatie Vergroten productiviteit: vakgerichte training en scholing Werkervaringsplaatsen Verplichte activiteiten o.a. in het kader van WorkFirst (Loon Boven Uitkeringen, LBU) Instrumenten gericht op werkgever Permanente loonkostensubsidie Tijdelijke loonkostensubsidie Loondispensatie Verbeteren aansluiting tussen vraag en aanbod Bemiddeling en sollicitatietrainingen Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 X X X (X) X X X X Toelichting: De kruisjes geven aan per groep welke instrumenten effectief kunnen zijn. Dit betekent niet dat ze altijd moeten worden ingezet. Een kruisje tussen haakjes betekent dat het instrument niet door de gemeente geïnitieerd hoeft te worden maar dat het initiatief ook bij de werkzoekenden kan liggen. Uit het onderzoek van SEO blijkt dat sociale activering mensen niet aan het werk krijgt, maar wel de maatschappelijke participatie vergroot. Trainingen en scholing, werkervaringsplaatsen en bemiddeling en sollicitatietraining blijken wel de kans op werk te vergroten. Over het algemeen zijn deze instrumenten effectiever voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (groep 1, 2 en 3). Niet alleen tijdelijke belemmeringen als verslaving of schulden, ook het nog te beperkte menselijk kapitaal van de belanghebbende kan reden zijn dat hij of zij nog onvoldoende productief is. Vakgerichte trainingen, werkervaringsplaatsen, en ook langer durende scholing (selectief ingezet) kan worden X X X X X X X 12 Bedoeld wordt het genoemde SEO onderzoek. 12

13 ingezet om de productiviteit te verhogen. Verplichte activiteiten in het kader van WorkFirst/Loon Boven Uitkering (LBU) zijn voor deze groep geschikt om weer arbeidsritme te krijgen, en om inzichtelijk te krijgen of iemand gemotiveerd is. Zodra de productiviteit boven het minimumloonniveau komt of is, zijn bemiddeling en sollicitatietrainingen effectieve instrumenten voor groep 3 en 4 om een goede match op de arbeidsmarkt te bewerkstelligen. Bemiddeling en sollicitatietraining zijn effectiever voor mensen met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt (groep 4). Ook blijkt dat re-integratieactiviteiten met een verplicht karakter (WorkFirst/LBU) de kans op een baan sterk vergroten. Alleen 60-plussers en mensen die korter dan vier weken in de uitkering zitten hebben geen baat bij WorkFirst Conclusie onderzoek SEO Duidelijk is dat wij onze instrumenten voornamelijk moet richten op groep 3: de groep die ondersteuning nodig heeft om het minimumloon te kunnen verdienen. Deze mensen hebben de meeste potentie om door te stromen naar trede 6, en daarmee uit een uitkeringsituatie Waar zet de gemeente Langedijk op in? Op basis van de conclusies uit 7.2. Conclusie van de nulmeting en 8.1. Conclusie onderzoek SEO richten wij ons op trede 2 (sociale contacten buitenshuis) en 3 (deelname aan georganiseerde activiteiten) van de Participatieladder. Georganiseerde activiteiten wil ook zeggen, het volgen van scholing of traject, of het doen van vrijwilligerswerk. Door middel van scholing of via een traject stimuleert de gemeente de cliënt richting werk (met ondersteuning) of maatschappelijke participatie. Het Minimabeleid met als belangrijk instrument de LangedijkerPas is hieraan ondersteunend: wij stimuleren niet alleen om mee te doen aan bijvoorbeeld voetballen bij een sportvereniging, ook vinden wij het belangrijk dat de belanghebbende daadwerkelijk iets doet voor de samenleving. Bijvoorbeeld: het meehelpen op de kinderboerderij. Ook is er een winst te behalen bij een investering in trede 5. Op deze trede staan namelijk veel parttime werkenden, die een aanvullende uitkering ontvangen. Door hen te stimuleren meer uren te gaan werken, kan dat tot minder uitgaven voor de uitkeringen leiden. Cliënten die na een tijdelijke ondersteuning meer dan het minimumloon verdienen (groep 3/trede 3), en zo de uitkering kunnen uitstromen, zijn binnen de context van het beperkte Participatiebudget een gunstige investering. Voor cliënten op trede 2 zal gezocht worden naar aansluiting op de participatieactiviteiten vanuit Wmo en Welzijn. 9. Criteria toekenning van de voorzieningen De voorzieningen moeten bijdragen aan het behouden van duurzame economische en maatschappelijke zelfredzaamheid. Dit moet op een doelmatige manier worden bereikt. Daarom zijn er criteria opgesteld die gelden bij de toekenning van een participatievoorziening. De criteria - De aanvrager behoort tot de doelgroepen als omschreven in het Beleidskader Participatie in Langedijk 13, en is beperkt maatschappelijk of economisch zelfredzaam. - De aangeboden participatievoorziening draagt bij aan de kortst mogelijke weg naar het behalen van een startkwalificatie 14, duurzame inzetbaarheid of meedoen in de samenleving of op de arbeidsmarkt. - Educatie of andere aangeboden opleidingen duren niet langer dan 1 jaar, tenzij voor het behalen van een startkwalificatie een langere periode noodzakelijk is. 13 Beleidskader Participatie in Langedijk; voor de jaren , paragraaf 6.7., pg. 8. Zie bijlage Het rijksbeleid is er op gericht dat de jongere de school pas verlaat na het behalen van een startkwalificatie. Daarmee wordt bedoeld een diploma VWO, HAVO of MBO op minimaal niveau 2. Daarom is sinds 1 augustus 2007 de leerplichtwet uitgebreid met de kwalificatieplicht. Deze kwalificatieplicht vangt aan direct na het einde van de leerplicht en eindigt zodra de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt of een startkwalificatie heeft behaald. 13

14 10. Ambitie en prestatie-indicatoren voor 2012 Om het resultaat van de participatieactiviteiten concreet en meetbaar te maken, vertaalt de raad zijn ambitie in prestatie-indicatoren 15. Deze indicatoren zijn gebaseerd op het groeipotentieel van de cliënt. Het aantal stappen dat een persoon maakt op de Participatieladder bepaalt zijn of haar groei. Gemiddeld duurt een stap (bijvoorbeeld van trede 3 naar trede 4) 1 jaar. Vervolgens is er een onderscheid tussen personen die een groeipotentie hebben en personen die op hun eindtrede zitten van de Participatieladder. Op basis van bovenstaande gegevens worden de volgende prestatie-indicatoren bijgehouden: - Aantal personen dat een of meerdere stappen omhoog heeft gezet op de participatieladder. - Aantal personen dat een of meerdere stappen omlaag heeft gezet op de participatieladder. - Aantal personen dat binnen 1 jaar kan groeien op de participatieladder. - De gemiddelde uitkeringsduur van de deelnemers aan trajecten. - Aantal personen zonder groei of ontwikkelingspotentie. - Aantal personen dat na uitstroom op de arbeidsmarkt binnen een jaar weer terugkeert. Het streven is dat cliënten op een zodanige wijze hun belemmeringen voor henzelf handelbaar maken, dat zij in staat zijn minimaal 1 trede op de Participatieladder te stijgen. Wij trachten dit mogelijk te maken door projecten en activiteiten te ontwikkelen. De raad heeft daarvoor in de Programmabegroting 2012 indicatoren vastgesteld: - Als anticipatie op de Wet Werken naar Vermogen per 1 januari deelnemers aan het project Loondispensatie ( Beloond Werken ) Een realisatie van 20 matches door re-integratie in eigen beheer (jobcoach). - De gemeente voert de regie over specifieke projecten gericht op voorbereiding op inburgering of loopbaanbegeleiding voor niet westerse allochtonen (vooral de aandachtsgroep Somaliërs) gericht op succesvolle uitstroom naar de arbeidsmarkt. Dit zijn 7 trajecten. - Het aantal inburgeringtrajecten is minimaal gelijk aan de taakstelling huisvesting statushouders (20). - Om de taalontwikkeling bij anderstaligen te stimuleren realiseert de gemeente 10 taalkoppels. - Een resultaat van 5 % minder schuldsaneringen dan in 2011 door de organisatie van budgettrainingen. Om onze ambitie waar te maken, kunnen wij niet zonder de inzet en samenwerking met de instellingen, particulieren en organisaties die zich inzetten voor het meedoen van alle burgers in de samenleving van Langedijk. In de volgende paragraaf wordt kort op de rol van het Participatienetwerk ingegaan. 15 Deze prestatie-indicatoren zijn al voor een groot deel gesteld in de gemeentebegroting 2012, programma sociale voorzieningen. 16 Dit project wordt door de Werkvoorzieningschap Noord Kennemerland (WNK) uitgevoerd. Meer informatie: Door loondispensatie kunnen werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking elkaar een dienst bewijzen. De één hoeft niet het minimumloon te betalen, de ander ontvangt een aanvullende uitkering. Bovenal krijgt deze gemotiveerde groep mensen door loondispensatie meer kans op een reguliere baan. 14

15 11. Rol Participatienetwerk Langedijk 17 Het Participatienetwerk geeft actieve inbreng bij het tot stand brengen van het minima- en participatiebeleid in Langedijk. Om de klant vooruit te helpen, en een trede te laten stijgen op de Participatieladder, wil de gemeente zoveel mogelijk producten en instrumenten gebruiken die in de gemeente aanwezig zijn. Binnen het Participatienetwerk komen gemeente, aanbieders en belangenbehartigers bij elkaar. Allen vinden het belangrijk dat iedere burger in Langedijk kan meedoen in de samenleving. Het Participatienetwerk komt minimaal twee keer in het jaar bij elkaar. In de tussentijd vinden de leden van het Participatienetwerk elkaar op het digitaal platform Pleio 18. De resultaten van de samenwerking binnen het Participatienetwerk zijn een intern digitaal productenboek voor de consulenten en een sociale kaart voor de belanghebbenden, en ook voor de consulenten, op internet. 12. Financiële paragraaf (op basis van de gemeentebegroting 2012) De ambities uit paragraaf 10. Ambitie en prestatie-indicatoren voor 2012 hebben gevolgen voor de budgetverdeling op de Participatieladder. De WWB stelt dat het ontbreken van financiële middelen of uitgeputte begrotingsposten alleen geen reden kan zijn voor de afwijzing van een aanvraag om ondersteuning of een voorziening. De hoogte van het in te zetten participatiebudget is gelijk aan de gelden die door het rijk aan de gemeente voor dit doel beschikbaar zijn gesteld. Wij zullen, indien voorzien wordt dat de beschikbare budgetten overschreden zullen worden, een verdeling maken van de middelen over de verschillende voorzieningen om de financiële risico s te kunnen beheersen. Om het weigeren van een voorziening mogelijk te kunnen maken, is in de Participatieverordening vastgelegd dat het college budgetplafonds kan instellen, en deze in beleidsregels vastleggen. Het Participatiebudget bepaalt het financieel kader. Tabel 3: Het Participatiebudget laat de opbouw van het budget voor 2012 zien. Tabel 3: Het Participatiebudget Inkomsten Begroting 2012 Kadernota 2012 Rijksbijdrage Participatiebudget Gemeentelijke bijdrage Totale bestedingsruimte Op Prinsjesdag 2010 kondigde het kabinet een korting van 190 miljoen op het macrobudget van het Participatiebudget vanaf Daarbovenop komen nog de nieuwe kortingen uit het regeerakkoord van het kabinet-rutte/verhagen. Deze korting is meegenomen in de begroting van In een beschikking van 30 september 2011 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de budgetten met betrekking tot het Participatiebudget 2012 bekend gemaakt. Daaruit blijkt dat het budget nog verder omlaag moet worden bijgesteld met Omdat de informatie te laat was voor de verwerking in de begroting 2012, zal de actualisatie plaatsvinden bij de Kadernota De totale bestedingsruimte voor 2012 bedraagt Dit budget zal worden gebruikt voor de pilot Loondispensatie ( Beloond Werken ), en de treden 2, 3 en 5 van de Participatieladder. Voor de activiteiten op deze treden zal een jobcoach worden ingezet. 17 Het Participatienetwerk geeft actieve inbreng bij het tot stand brengen van het minima- en participatiebeleid in Langedijk. Om de klant vooruit te helpen, en een trede te laten stijgen op de Participatieladder, wil de gemeente zoveel mogelijk producten en instrumenten gebruiken die in de gemeente aanwezig zijn. Binnen het Participatienetwerk komen gemeente, aanbieders en belangenbehartigers bij elkaar. Allen vinden het belangrijk dat iedere burger in Langedijk kan meedoen in de samenleving. Het Participatienetwerk komt minimaal twee keer in het jaar bij elkaar. 18 Pleio is een initiatief van het programma Ambtenaar 2.0 van de stuurgroep Overheid voor de Toekomst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met de Belastingdienst. Het is een platform waar ambtenaren makkelijk met elkaar kunnen samenwerken en burgers kunnen betrekken. Het platform van het Participatienetwerk Langedijk is te vinden op: 15

16 Vanaf 2013 komt er één ongedeeld re-integratiebudget WWB/WIJ, Wajong en Wsw. Door het weghalen van de schotten tussen de verschillende re-integratiebudgetten kunnen wij het beschikbare geld gerichter en efficiënter inzetten. Dat kan de effectiviteit van de inzet van re-integratiemiddelen vergroten. Belangrijk om te realiseren is dat bijna 70 procent van het beschikbare re-integratiebudget in 2015 naar de Wsw (1.8 miljard van de beschikbare 2.6 miljard euro) gaat. Voor de veranderde taken vanaf 2013 op het sociaal beleidsdomein stellen wij op regionaal niveau een Visiedocument Wet Werken naar Vermogen op. 13. De strategische keuzes: de budgetverdeling over de treden van de Participatieladder Het minder ruim Participatiebudget 19 noodzaakt ons om de middelen efficiënt in te zetten. Wij kijken dan ook naar de bedrijfsvoering: uitvoering van trajecten en andere participatieinstrumenten in eigen beheer (jobcoach), en het nadrukkelijk verbinden van (gesubsidieerde) participatieactiviteiten, bekostigd uit het Wmo- / Welzijnsbudget met het Participatiebudget. Dit zal de gewenste efficiëntie bevorderen. Verder bepaalt de conclusie van 8.2. Waar zet de gemeente op in? de keuzes voor de budgetverdeling over de treden van de Participatieladder. Op basis van de prioriteiten van de raad zoals gesteld in 7.2. Conclusie van de nulmeting, 8. Inzet voorzieningen en budgetplafonds per trede en 10. Ambitie en prestatie-indicatoren voor 2012, spannen wij ons in voor activiteiten gericht op trede 2 (sociale contacten buitenshuis), 3 (deelname aan georganiseerde activiteiten) en 5 (betaald werk met ondersteuning) van de Participatieladder. Vooral richten wij ons op parttime werkenden (trede 5) en cliënten die na een tijdelijke ondersteuning meer dan het minimumloon verdienen (trede 3/groep 3). Voor cliënten op trede 2 zal ook gezocht worden naar aansluiting bij participatieactiviteiten vanuit Wmo en Welzijn. Wij stimuleren de cliënten op trede 2 om een tegenprestatie voor hun uitkering te doen naar vermogen 20. Dat wil zeggen, onbetaald werk c.q. vrijwilligerswerk. Voorbeelden zijn kantinewerk bij een voetbalvereniging of helpen op de kinderboerderij. Tenslotte investeren wij in het behalen van (of het traject naar) een startkwalificatie, omdat deze kwalificatie een duurzame deelname aan de arbeidsmarkt waarborgt. 19 In de WWNV zal de financieringssystematiek van de WWB blijven gelden. 20 Als één van de hervormingen WWB/WIJ kan de gemeente per 1 januari 2012 de belanghebbende een verplichting opleggen om naar vermogen een tegenprestatie te verrichten. 16

17 BIJLAGEN Losse bijlage 1: Beleidskader Participatie in Langedijk 17

18 Bijlage 2: Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen (Divosa) De notitie is een uitwerking van de afspraken die hierover in het regeer- en gedoogakkoord zijn gemaakt. Bij de uitwerking van de maatregelen zijn de overeengekomen ombuigingen uit het regeeren gedoogakkoord leidend. Het kabinet heeft met de VNG afspraken gemaakt over de uitwerking van de Wet werken naar vermogen (WWNV). Deze staan genoemd in het Bestuursakkoord tussen Rijk en VNG, onderdeel Werken naar vermogen. De WWNV zal per 1 januari 2013 worden ingevoerd. De nieuwe wet dient een individueel, maatschappelijk én financieel belang. De notitie geeft aan hoe het kabinet ervoor wil zorgen dat zoveel mogelijk mensen naar vermogen gaan meedoen. Het kiest daarbij voor maatregelen om: - mensen die nu nog niet werken maar dat wel kunnen te prikkelen om te gaan werken, - gemeenten meer ruimte te geven hen daarbij te ondersteunen en - werkgevers te stimuleren deze mensen in dienst te nemen. De uitgangspunten Wet werken naar vermogen Voor de mensen Mensen met een arbeidsbeperking die een beroep gaan doen op de WWNV zullen in eerste instantie beoordeeld worden op hun mogelijkheden om (deels) te werken. - Als iemand alleen in een beschutte omgeving kan werken, dan blijft instroom in de Wsw mogelijk. - Voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikte jonggehandicapten blijft de Wet Wajong bestaan. Iedereen werkt naar vermogen, bij voorkeur bij een reguliere werkgever. - Ondersteuning of begeleiding is beschikbaar voor wie dat nodig heeft; - loondispensatie kan ingezet worden voor mensen die nog niet volledig zelfstandig het wettelijk minimumloon (wml) kunnen verdienen. - Voor de mensen in de WWNV gelden de polisvoorwaarden van de WWB/WIJ. Voor de uitvoering De WWNV wordt uitgevoerd door gemeenten. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de hulp en ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking. Ze krijgen daarbij meer vrijheid om de diverse re-integratiebudgetten naar eigen inzicht te besteden. - Er komt één ongedeeld re-integratiebudget - Gemeenten zullen zich verantwoorden en informatie verstrekken conform de huidge WWBsystematiek. SZW en VNG gaan kijken of een verlichting mogelijk is. - De huidige expertise van het UWV met betrekking tot het naar werk begeleiden en ondersteunen van jongeren met een arbeidsbeperking moet behouden blijven en op zorgvuldige wijze ondergebracht worden bij de gemeenten. - Er komt een herstructureringsfaciliteit sociale werkvoorziening. Mensen moeten ook in de toekomst beschut kunnen werken. De faciliteit is bedoeld voor de verdere redesign van de SW. Voor de transitieperiode is een faciliteit van eenmalig 400 miljoen vastgesteld (over de periode 2012 t/m 2018). Voor hulp aan werkgevers Gemeenten zullen, zoals ze gewend zijn, ook straks in de WWNV werkgevers actief gaan benaderen. Het kabinet overlegt met gemeenten hoe de uitvoering zo kan worden ingericht dat werkgevers te maken hebben met eenduidige aanspreekpunten. - Gemeenten zullen voor dienstverlening aan werkgevers die ook buiten de gemeente actief zijn dienstverlening ontwikkelen die daarbij aansluit. - Werkgevers hoeven bij inzet van loondispensatie alleen de geleverde productiviteit te betalen. - Door regelingen te bundelen worden de mogelijkheden inzichtelijker voor werkgevers: eenvoudig en effectief. - Werkgevers moeten mensen simpel en eenvoudig kunnen inpassen. Gemeenten nemen de bureaucratie voor werkgevers bij plaatsingen zoveel mogelijk uit handen. Simpel, eenvoudig en transparant - Het kabinet zorgt met de WWNV voor één regime voor iedereen met arbeidsvermogen die voorheen een beroep zou doen op de Wet Wajong, de Wsw of de WWB/WIJ.

19 - Voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn blijft de Wet Wajong bestaan. - Voor mensen die niet in staat zijn om bij een reguliere werkgever aan de slag te gaan, kunnen gemeenten vanaf 1 januari 2013 gebruik maken van het instrument beschut werken in de Wsw. Rechten en plichten - Mensen die op dit moment een Wsw-indicatie hebben behouden de huidige rechten en plichten uit de Wsw. - Uitgangspunt bij de nieuwe instroom WWNV is: werk boven uitkering. Inkomensondersteuning kan alleen maar aanvullend zijn op de middelen waarover iemand zelf beschikt. Dat betekent in beginsel dat alle middelen van de betrokkenen (en de eventuele partner) meegenomen worden bij het vaststellen van de hoogte van de inkomensondersteuning. Ook de wijzigingen in de WWB/WIJ zoals de toets op het huishoudinkomen zijn van toepassing. - Mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt in de Wajong zitten behouden 75% wml. Dit percentage geldt ook voor nieuwe instroom volledige en duurzaam arbeidsongeschikten per Voor deze groepen zal geen partner- en middelentoets gelden. - Gemeenten moeten ook mensen met een arbeidsbeperking die géén uitkering hebben, ondersteunen naar werk. Zij kunnen in aanmerking komen voor het instrument loondispensatie. Daarnaast kunnen ze aanspraak maken op andere instrumenten zoals bijvoorbeeld jobcoaching en werkplekaanpassing. De beoordeling van wat in het individuele geval nodig is ligt bij gemeenten. - Gemeenten moeten hun beleid met betrekking tot de WWNV vastleggen in een verordening. De gemeente dient daarbij te zorgen dat de verschillende groepen in vergelijkbare mate aan bod komen, waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan mensen met een arbeidshandicap. - UWV gaat bekijken wie er van de huidige Wajongers over arbeidsvermogen beschikt en wie niet. Er zijn twee groepen: Wajongers die een uitkering ontvangen op grond van de oude Wajong tot 2010 en Wajongers die een uitkering ontvangen en/of ondersteuning op grond van de nieuwe Wajong (instroom 2010, 2011 en 2012). - Wajongers die op basis van de UWV-toets helemaal niet kan werken houdt ook vanaf 1 januari % wml. - Wajongers die op basis van de UWV-toets wel arbeidsmogelijkheden hebben krijgen vanaf 1 januari 2014 een uitkering ter hoogte van 70% wml. - Voor alle Wajongers die voor 2012 zijn ingestroomd, blijft géén partner- en middelentoets gelden. Ook niet als zij geacht worden te kunnen werken. Overgang In het regeerakkoord was een ingangsdatum voor de Wajongers van 1 januari 2012 voorzien. - Wajongers met arbeidsvermogen die in 2012 instromen doen dit tijdelijk. Personen met arbeidsvermogen die in 2012 in de Wajong stromen, zullen daarom met ingang van 1 januari 2014 onder de WWNV gaan vallen. - Personen die op of na 15 mei 2011 op de wachtlijst van de Wsw komen te staan worden, als hun indicatie verloopt na 1 januari 2013 en zij dan nog op de wachtlijst staan, bij de periodieke herindicatie volgens het nieuwe criterium Wsw beschut werk ge(her)indiceerd. - De huidige WWBers en WIJ-gerechtigden zullen ook onder het WWNV-regime worden gebracht. Keuring en indicatie - De indicaties Wajong en Wsw moeten op elkaar aansluiten (om eenheid te bevorderen). Beiden moeten ook aangepast. - UWV zal de indicatie voor de toekomstige Wajong en toekomstige Wsw uitvoeren. 19

20 Uitvoering en financiering - De WWNV wordt decentraal utgevoerd door gemeenten; die worden beleidsmatig en financieel verantwoordelijk. - De huidige financieringssystematiek van de WWB gaat gelden. - Het budget dat gemeenten over houden mogen zij vrij besteden. Loondispensatie, nieuw instrument - Voor iedereen die om wat voor reden dan ook niet in staat is om zelfstandig 100% wml te verdienen en onder de doelgroep van de WWNV valt. - Werkgevers hoeven niet het gangbare loon te betalen maar alleen dat deel dat de werknemer arbeidsproductief is (= loonwaarden). - De overheid vult het inkomen van mensen met recht op een WWNV-uitkering via een aanvullende uitkering aan tot maximaal 100% wml. - Het loon en de aanvulling samen kunnen tijdelijk minder bedragen dan 100% wml, zolang iemand nog niet naar zijn volledige mogelijkheden werkt. - Loonwaarde wordt vastgesteld met een loonwaardemeting. Dit gaat via een erkende methode. - Een onafhankelijke derde beoordeeld eerst of iemand überhaupt tot de doelgroep loondispensatie behoort. (red. Ook in de WWNV zullen straks mensen zitten die zelfstandig in staat zijn om 100% wml te verdienen, maar nu door omstandigheden toch tijdelijk geen werk hebben). - Loondispensatie is in principe tijdelijk. Periodiek, in ieder geval na maximaal 2 a 3 jaar, vindt er een nieuwe loonwaardemeting en toegangstoets plaats. - Gemeenten kunnen de aanvulling op het loon betalen uit het I-deel. De begeleidings- en ondersteuningskosten kunnen worden gefinancierd uit het re-integratiebudget. - Het kabinet gaat het meten van de loonwaarde wettelijk regelen (dit om een zorgvuldige aanbak te garanderen). - Mensen mogen maximaal 9 jaar een loon en aanvulling onder 100% wml hebben. Dit mag ook korter zijn. Bijvoorbeeld als na 5 jaar al blijft dat er geen perspectief is dat iemand zich nog kan verbeteren. - Rijk en VNG gaan het instrument loondispensatie na drie jaar evalueren. Beschut werken - Gemeenten moeten het gemeentelijk beleid voor beschut werken in een verordening vastleggen om te borgen dat mensen met een indicatie beschut werken toegang tot de Wsw houden. - Gemeenten moeten gezamenlijk structureel plekken voor beschut werk blijven realiseren. - Met ingang van 2013 bieden gemeenten jaarlijks een afgesproken aantal plekken voor nieuwe instroom beschut werken aan. Het aantal is in omvang gelijk aan ongeveer een derde deel van de uitstroom uit de huidige Wsw. - Het vaststellen van de CAO waar mensen in beschut werken onder vallen is de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers. - In de toekomstige bekostiging zal het Rijk de vergoeding per arbeidsplaats voor de nieuwe instroom begrenzen en afstemmen op een inkomen van 100% wml. De meerkosten van een dergelijke CAO zijn voor rekening van de werkgever. Eén ongedeeld re-integratiebudget - Bestaat uit: de bestaande re-integratiebudgetten voor de Wsw en de WWB/WIJ bij elkaar. Daarnaast hevelt het Rijk geld over vanuit het re-integratiebudget Wajong van het UWV. - Het is niet de bedoeling dat dit geld wordt uitgegeven aan mensen die zonder steun hun weg naar de arbeidsmarkt ook weten te vinden. - Door meer kennis van de best bewezen aanpak en verdere professionalisering van het reintegratieproces, kunnen de middelen effectiever en doelmatiger worden ingezet. Actieve werkgeversbenadering én bereidheid bij werkgevers - Het moet voor werkgevers aantrekkelijker en eenvoudiger om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. - Gemeenten moeten activiteiten als de werkgeversdienstverlening op een effectief schaalniveau uitvoeren. - Het kabinet verwacht dat gemeenten actief op zoek gaan naar banen en wil daarbij ondersteuning bieden door campagnes gericht op werkgevers en bevordering van positieve beeldvorming van de doelgroep. 20

Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen

Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen Deze puntsgewijze samenvatting is een uitwerking van de afspraken die hierover in het regeer- en gedoogakkoord zijn gemaakt. Bij

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Inhoudsopgave Wet Wajong (sinds 2010)... 3 Wet Werk en Bijstand (WWB)... 5 Wet investeren in jongeren (Wij)... 6 Wet Sociale Werkvoorziening

Nadere informatie

De Wet werken naar vermogen, een nieuwe weg in de sociale zekerheid!

De Wet werken naar vermogen, een nieuwe weg in de sociale zekerheid! De Wet werken naar vermogen, een nieuwe weg in de sociale zekerheid! De maatschappij en overheid veranderen. De kern van de verandering is de omslag van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving.

Nadere informatie

Werken naar vermogen. Maart 2012

Werken naar vermogen. Maart 2012 Werken naar vermogen Maart 2012 1 Inhoud presentatie Hoofdlijnen nieuwe systeem Loondispensatie Stand van zaken WWNV Planning wetsvoorstel Planning lagere regelgeving 2 Nieuwe systeem Wet werken naar vermogen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere

Nadere informatie

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Vanaf 2015 is er veel veranderd rondom werk en inkomen. Zo is de Participatiewet ingevoerd, zijn

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan Onderwerp: Regelingen regionaal Participatiewet Oostzaan Invullen door Raadsgriffie RV-nummer: 14/84 Beleidsveld: Werk en inkomen Datum: 26 november 2014 Portefeuillehouder: M. Olij Contactpersoon: Corina

Nadere informatie

Een nieuwe taak voor gemeenten

Een nieuwe taak voor gemeenten Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport)

Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport) Eerste ijkmoment 2011 Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport) Ontwikkeling cliëntenbestand WWB/WIJ 1.450 1.400 1.350 1.300 1.250 1.200 1.150

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet Pagina 1 van 6 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening Aan de raad. Participatiewet Beslispunten *Z00288A120 E* 1. Vast te stellen de Re-integratieverordening

Nadere informatie

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Huidige Visie CGM Kadernota Participatie Land van Cuijk van uw raad uit dec. 2011. Inwoners economisch zelfredzaam = Schadelastbeperken = Verminderen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 297 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Dilemma s in Re-integratie en participatie i.r.t. P-budget en WWnV. Uitloop-avond Commissie Sociaal 12 april 2012

Dilemma s in Re-integratie en participatie i.r.t. P-budget en WWnV. Uitloop-avond Commissie Sociaal 12 april 2012 Dilemma s in Re-integratie en participatie i.r.t. P-budget en WWnV. Uitloop-avond Commissie Sociaal 12 april 2012 Bedoeling Bespreking en dicussie over: Invulling maatschappelijke participatie Invulling

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid versie 2013 www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Inleiding... 3 Participatiewet, geplande invoerdatum 1 januari 2014... 4 Wet Wajong (sinds 2010)... 6 Wet Werk

Nadere informatie

Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst. 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers

Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst. 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers PROGRAMMA Participatie, reintegratie en werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt Een serieuze opgave van hoge

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Oen Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer derstaten-generaal ľ 5 ľ M 9 Binnenhof 22 Anna van Hannoverstraat 4 2513AA

Nadere informatie

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd. Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd. 30-1- 2013 Uitgangspunten Iedereen die in een uitkering zit en die

Nadere informatie

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota Samenvatting Aanpak Pagina 2 Doelstelling Vergelijking van keuzes: Doorgaan met huidige uitvoering óf Opzetten van een gezamenlijk uitvoeringsorganisatie

Nadere informatie

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen.

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen. Agendapunt : 7. Voorstelnummer : 05-029 Raadsvergadering : 12 mei 2011 Naam opsteller : Laureen Hulskamp Informatie op te vragen bij : tst.: 170 Portefeuillehouders : Alwin Hietbrink Onderwerp: Beleidsnota

Nadere informatie

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente?

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente? Wet werken naar vermogen perspectieven voor cliënten en gemeente? Branko Hagen/Else Roetering, LCR, 29-03-2012 Agenda Wwnv onder de loep Gevolg cliënten en gemeenten Wat / Hoe dan wel? Wwnv Kern: Ieder

Nadere informatie

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 -

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 - Participatiewet raadscommissie EM 9 september 2014-1 - Inhoud achtergrond wijzigingen sociale zekerheid hoofdlijnen Participatiewet 1 januari 2015 financiering Rijk wetswijzigingen WWB 1 januari 2015 voorbereidingen

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 2e e half 2013 gemeente Landsmeer [Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] Afdeling Zorg en Welzijn April 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle Presentatie & Wijzigingen Wwb Commissie Samenleving Brielle Inhoud Presentatie Doelen participatiewet Uitgangspunten participatiewet Samenwerking Consequenties invoering participatiewet Wijzigingen Wwb

Nadere informatie

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

Participatiewet en Quotumheffing White Paper Participatiewet en Quotumheffing White Paper 6 oktober 2015 Participatiewet Wat is de Participatiewet? Heeft uw onderneming meer dan 25 werknemers, dan moet u aan de slag met de Participatiewet. Deze wet

Nadere informatie

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014 Factsheet Participatiewet Informatie voor de werkgever, juli 2014 In deze factsheet voor de UMC s over de Participatiewet wordt op een rij gezet waar deze wetgeving over gaat, over wie het gaat en wat

Nadere informatie

1. Bijgaande conceptnota van uitgangspunten Wet werken naar vermogen in Leiden vast te stellen voor inspraak

1. Bijgaande conceptnota van uitgangspunten Wet werken naar vermogen in Leiden vast te stellen voor inspraak B en W.nr. 12.0186, d.d. 6 maart 2012 Onderwerp Conceptnota van uitgangspunten Wet werken naar vermogen in Leiden voor inspraak 1. Bijgaande conceptnota van uitgangspunten Wet werken naar vermogen in Leiden

Nadere informatie

Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010

Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010 Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.3.23 Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010 bronnen www.uwv.nl/zakelijk/gemeenten, d.d. oktober 2011 In 2013 gaat waarschijnlijk de Wet werken naar

Nadere informatie

Programma 6 Werk en Inkomen Missie Kaderstellende beleidsnota s Context en achtergrond Ontwikkelingen Decentralisaties (Participatiewet)

Programma 6 Werk en Inkomen Missie Kaderstellende beleidsnota s Context en achtergrond Ontwikkelingen Decentralisaties (Participatiewet) Programma 6 Werk en Inkomen Missie De gemeente heeft een zorgplicht voor de burgers. Iedereen kan in de situatie komen dat hij of zij niet meer in het eigen levensonderhoud kan voorzien en daarom afhankelijk

Nadere informatie

Startnotitie Werken naar Vermogen

Startnotitie Werken naar Vermogen Startnotitie Werken naar Vermogen 1. ACHTERGROND 1.1. Aanleiding Voor u ligt de Startnotitie Werken naar Vermogen. Concrete aanleiding voor deze Startnotitie is de aangenomen motie van het CDA van 15 november

Nadere informatie

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks Beleidskader en verordeningen Participatiewet 2015 Eddy van der Spek Eva Mercks Inhoud Proces van totstandkoming Participatiewet Wat blijft hetzelfde Wat verandert er Dienstverleningsarrangementen werkzoekenden

Nadere informatie

Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen

Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen Ris.ç-oi' > Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen In deze notitie schetst het kabinet de hoofdlijnen van de nieuwe Wet werken naar vermogen (WWNV). De notitie is een uitwerking van de afspraken die hierover

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Wajong en Participatiewet

Wajong en Participatiewet Inovat 5 maart 2015 Wajong en Participatiewet Harm Rademaekers Centraal Expertise Centrum UWV Inovat 5 maart 2015 2 Waarom Participatiewet? Meer kansen creëren om mensen aan werk te helpen Minder regelingen

Nadere informatie

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse Aanleiding In de vergadering van de Commissie Welzijn op 24 januari 2012 heeft wethouder Litjens van de gemeenteraad de opdracht gekregen om een notitie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2 Programma 2 Sociale Zaken Programma 2: Sociale Zaken Maatsch. effecten Beleidsterreinen Beleidsdoelen Prestaties (wat willen we bereiken?) (wat gaan we doen?) Iedere

Nadere informatie

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Kadernota Participatie en Inkomen Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Opbouw 1. Urgentie/aanleiding 2. Gekozen insteek en proces 3. Drieledige veranderstrategie a. Versterken bedrijvigheid en stimuleren

Nadere informatie

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040 Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 9 oktober 2014 Onderwerp: Beleidsplan Participatiewet Aan de raad. Beslispunten 1. Ter uitvoering van de Participatiewet het Beleidsplan

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 1e e half 2014 gemeente Landsmeer Afdeling Zorg en Welzijn September 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage over de uitvoering van de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester De Participatiewet Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester Wat komt aan bod? Ontwikkelingen Participatiewet Rol arbeidsdeskundige Ontwikkelingen Van verzorgingsstaat

Nadere informatie

Visie en uitgangspunten (1)

Visie en uitgangspunten (1) Visie en uitgangspunten (1) Iedereen moet kunnen meedoen als volwaardig burger en bijdragen aan de samenleving. Participatiewet streeft naar een inclusieve arbeidsmarkt, voor jong en oud, en voor mensen

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 3 2. Inleiding 4 3. Beschut werk nieuw 5 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 5 5. Contouren beschut

Nadere informatie

Overheidsbemoeienis versus maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat betekent deze wet voor u als werkgever?

Overheidsbemoeienis versus maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat betekent deze wet voor u als werkgever? De Participatiewet Overheidsbemoeienis versus maatschappelijk verantwoord ondernemen Wat betekent deze wet voor u als werkgever? De Participatiewet het juridische plaatje Met ingang van 1 januari 2015

Nadere informatie

Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken

Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken Sinds 2015 zijn er vier nieuwe wetten: 1. De Wet langdurige zorg (Wlz) 2. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 3. De Participatiewet

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 ================================================================================== De raad van de gemeente (naam gemeente) ; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Factsheet: Sociaal akkoord en de gevolgen voor de Participatiewet

Factsheet: Sociaal akkoord en de gevolgen voor de Participatiewet Factsheet: Sociaal akkoord en de gevolgen voor de Participatiewet In deze factsheet staan de punten uit het sociaal akkoord die van invloed zijn op de Participatiewet en die van belang zijn voor mensen

Nadere informatie

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september 2014. Aan de raad

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september 2014. Aan de raad VERG AD ERING GEM EENT ER AAD 20 14 VOORST EL Registratienummer: 1150476 Bijlage(n) 2 Onderwerp Beleidsplan Participatiewet Aan de raad Middenbeemster, 30 september 2014 Inleiding en probleemstelling Gemeenten

Nadere informatie

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014. Notitie beleidskeuzes participatiewet

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014. Notitie beleidskeuzes participatiewet 1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014 Notitie beleidskeuzes participatiewet Introductie Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet is een bundeling van drie

Nadere informatie

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden november 2012 1 Bouwen op de kracht van burgers Principes VNG (1) 1. Ondersteuning op maat door integrale

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Participatieverordening gemeente Bergen 2014 De raad van de gemeente Bergen, gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 10 december 2013, gelezen het advies van de commissie Welzijn van 28

Nadere informatie

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER UTRECHT MIDDEN DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER Doel van de Participatiewet De Participatiewet vervangt de bijstandswet, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong. Het doel van de

Nadere informatie

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE BOB 14/006 Aan de raad, BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE Voorgeschiedenis / aanleiding Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen.

Nadere informatie

Verbinding beschut werk en dagbesteding

Verbinding beschut werk en dagbesteding Verbinding beschut werk en dagbesteding Inhoud van de presentatie 1. De 3 decentralisaties 2. Uitgangspunten Participatiewet en Wmo 2015 3. Conclusies analyse samenhang beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. uitkeringsgerechtigden: personen

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 14 december 2010 Agendanummer : 11 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : H.J.M. Schrijver : Publiekszaken : M.A. Wong Chung Voorstel aan de raad Onderwerp :

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 4 2. Inleiding 5 3. Beschut werk nieuw 6 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 7 5. Contouren beschut

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie naar vermogen

Arbeidsparticipatie naar vermogen Arbeidsparticipatie naar vermogen Driemaal is scheepsrecht - Wet Werken naar Vermogen - Participatiewet - Sociaal akkoord Wanneer duidelijkheid? Derde wetsvoorstel over onderwerp: onderkant van de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. groep... 4 3. en en uitgangspunten... 5 3.1.

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL) Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL) Algemeen Met ingang van 1 januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking getreden. In de WWB staat de eigen verantwoordelijkheid van

Nadere informatie

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met

Nadere informatie

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? Programma Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? De Participatiewet Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht Van werkgevers wordt nu verwacht om werkzoekenden met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

Advies Uitvoeringspanel

Advies Uitvoeringspanel Onderwerp: Wetsvoorstel Participatiewet Behandeld in het uitvoeringspanel van 11 juli 2013. en vastgesteld op 19 augsutus 2013 Loonkostensubsidie Het is goed als gemeenten en sociale partners onderling

Nadere informatie

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst 25-08- Inleiding Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle burgers met arbeidsvermogen die ondersteuning

Nadere informatie

Wet Werken naar Vermogen en samenvatting van de memorie van toelichting

Wet Werken naar Vermogen en samenvatting van de memorie van toelichting Wet Werken naar Vermogen en samenvatting van de memorie van toelichting HOOFDSTUK 1 INLEIDING Op 1 februari jongstleden is het wetsvoorstel Wet werken naar vermogen naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze

Nadere informatie

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed Proceskalender 2014 van De januari 2014 A-lijst : onderwerpen Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed 1. WERKBEDRIJF Taak en minimale functies Werkbedrijf Wat is

Nadere informatie

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE Op grond van artikel 5 lid 1 sub c MGR en artikel 6 lid 1 MGR is de MGR bevoegd tot het opdragen van een tegenprestatie aan de wettelijke

Nadere informatie

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen MEMO Datum : 16 mei 2011 Aan : Gemeenteraad Van : college B&W Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen In de raadsvergadering van 28 april 2011 is

Nadere informatie

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK BIJLAGE 1: BESCHUT WERK Samenvatting Met ingang van 1 januari 2017 is het aanbieden van beschut werk een verplichting geworden voor gemeenten, met een vastgesteld aantal te realiseren plekken. Gemeenten

Nadere informatie

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Sinds 1 januari 2012 beschikken gemeenten op basis van art.9, lid 1 sub c van de WWB over de mogelijkheid om een Tegenprestatie

Nadere informatie

Visie Participatiewet

Visie Participatiewet Visie Participatiewet Zoveel mogelijk burgers doen mee en voorzien in hun eigen inkomen Regio Alkmaar 06-11-2013 Kern Participatiewet Opgebouwd uit WWB, WSW en WAJONG Geen nieuwe instroom in WSW Gemeente

Nadere informatie

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving Notitie beschut werk Inleiding Inmiddels is er ingestemd met het wettelijk verplicht stellen van beschut werk per 1-1-2017. Hiervoor is een wijziging van de Participatiewet vastgesteld. Daarmee zijn de

Nadere informatie

uitstroombevordering

uitstroombevordering Wat willen we bereiken? Omschrijving: Het verlagen van de instroom en bevorderen van de uitstroom van bijstandsgerechtigden. Preventie: het voorkomen van de instroom van het aantal bijstandsgerechtigden.

Nadere informatie

Visie op Participatie Transitieteam Sociale Zaken, juni 2013 13.0004245. 1. Inleiding

Visie op Participatie Transitieteam Sociale Zaken, juni 2013 13.0004245. 1. Inleiding Visie op Transitieteam Sociale Zaken, juni 2013 13.0004245 1. Inleiding In dit document worden missie, visie en uitgangspunten van de regionale participatievisie Gooi en Vechtstreek beschreven. Het belangrijkste

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld. Toelichting Algemeen Er is gekozen voor een algemene, globale verordening. Dit heeft te maken met de aard van de opdracht die de raad heeft gekregen, te weten het bij verordening regels stellen waarin

Nadere informatie

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland 2 0 1 5-2 0 1 8

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland 2 0 1 5-2 0 1 8 Beleidsplan Participatiewet Berkelland 1 2 0 1 5-2 0 1 8 Meer doen met minder geld 2 Dienstverlening van binnen naar buiten 1. Eigen kracht (sociaal netwerk) 2. Algemene voorzieningen 3. Maatwerkvoorzieningen

Nadere informatie

Presentatie banenafspraak/ quotumregeling en de instrumenten

Presentatie banenafspraak/ quotumregeling en de instrumenten Presentatie banenafspraak/ quotumregeling en de instrumenten Inhoud 1. Introductie 2. Wet banenafspraak en quotumregeling 3. Instrumenten 4. Vragen De inzet van SZW Het beste uit mensen halen, niemand

Nadere informatie

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol Aan de Raad No. : 8/3 Muntendam : 13 april 2017 Onderwerp : Vaststellen gewijzigde re-integratie verordening i.v.m. beschut werken ---------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Reg.nr.: I-SZ/2011/468. Raadsinformatiebrief WWnV. 14 december 2011

Reg.nr.: I-SZ/2011/468. Raadsinformatiebrief WWnV. 14 december 2011 Reg.nr.: I-SZ/2011/468 Raadsinformatiebrief WWnV 14 december 2011 Brabant Noordoost-oost 1. Inleiding 2. Landelijke ontwikkelingen a. Rijksbeleid - Aanleiding - Hoofdlijnen van de WWnV b. Gevolgen voor

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

20 15-20 4 20 15-205 Gemeenteraad

20 15-20 4 20 15-205 Gemeenteraad Nieuwegein 20 15-20 4 20 15-205 Gemeenteraad Onderwerp Verordening Individuele studietoeslag WIL en Datum 22 april 2015 Participatieverordening WIL Raadsvoorstel Afdeling Strat gie Maatschappelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Participatieverordening gemeente Leeuwarden 2014

Participatieverordening gemeente Leeuwarden 2014 Participatieverordening gemeente Leeuwarden 2014 Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. ANW: Algemene nabestaandenwet; b. Bbz

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, 0595-750306 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J.van Bragt)

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, 0595-750306 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J.van Bragt) Vergadering: 27 januari 2015 Agendanummer: 14 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, 0595-750306 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J.van Bragt) Aan

Nadere informatie

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S TRANSITIE Wwnv / herstructurering SW Hoofdlijnen WWNV (I) 1. Eén regeling voor personen met arbeidsvermogen 2. Verantwoordelijkheid gemeenten 3. Wajong: volledig én duurzaam jonggehandicapt 4. Wsw: aangewezen

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Noordoostpolder Nr. 11290 18 januari 2018 Beleidsregels Participatie Noordoostpolder 2018 Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder overwegende

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

De raad van de gemeente Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog, Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel e van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Samenvatting Participatiewet

Samenvatting Participatiewet Samenvatting Participatiewet Officieel: vierde nota van wijziging op het wetsvoorstel Invoeringswet Wet werken naar vermogen Wijzigingen vanwege Sociaal Akkoord (april 2013) Naamgeving verandert in Participatiewet

Nadere informatie

Participatiewet. Beide medewerkers van Het Plein (Lochem en Zutphen)

Participatiewet. Beide medewerkers van Het Plein (Lochem en Zutphen) Participatiewet De wet en de verordeningen Dinsdag 4 november 2014, Bartho van Wel>Presentatie Participatiewet Bert van der Laan> gespreksleider en Vitale Sportvereniging Beide medewerkers van Het Plein

Nadere informatie

Participatiewet. Wetgeving

Participatiewet. Wetgeving Participatiewet Gemeenteraad 9 december 2014 Wetgeving Wet maatregelen WWB Wet hervorming kindregelingen Invoeringswet Participatiewet december 14 Participatiewet 2 1 Inhoud presentatie Huidige situatie

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad van Wormerland

Voorstel aan de gemeenteraad van Wormerland Onderwerp: Wormerland voor participatie Invullen door Raadsgriffie RV nummer: Dubbelklik hier Beleidsveld: Particiaptie Datum: Portefeuillehouder: K. van Waaijen Procedure: Contactpersoon: Corina Garcia

Nadere informatie

Wet Werken naar Vermogen

Wet Werken naar Vermogen Wet Werken naar Vermogen Werk? en Inkomen? Branko Hagen, Else Roetering. LCR-congres 2011 Agenda De Wet Werken naar vermogen Wat is bekend, wat zijn vragen? 2 hoofdvragen 1. De werking van de Wet Werken

Nadere informatie

Toelichting nieuwe instrumenten, individuele studietoeslag en wijzigingen Verordening re-integratie 2015

Toelichting nieuwe instrumenten, individuele studietoeslag en wijzigingen Verordening re-integratie 2015 Toelichting nieuwe instrumenten, individuele studietoeslag en wijzigingen Verordening re-integratie 2015 Deze toelichting gaat uitgebreid in op enkele nieuwe instrumenten. Vervolgens wordt de nieuwe regeling

Nadere informatie

Advies op het Beleidskader Wet werken naar vermogen. Cliëntenraad WWB Olst-Wijhe 17 maart 2012

Advies op het Beleidskader Wet werken naar vermogen. Cliëntenraad WWB Olst-Wijhe 17 maart 2012 Advies op het Beleidskader Wet werken naar vermogen Cliëntenraad WWB Olst-Wijhe 17 maart 2012 Uit praktisch oogpunt hebben wij in de nota onze adviezen, vragen en opmerkingen etc. in rood toegevoegd. De

Nadere informatie

45.000 Totaal 1.450.177 950.444 825.300

45.000 Totaal 1.450.177 950.444 825.300 Bijlage 1: Welke middelen zijn met dit voorstel gemoeid? Uitgangspunt 1. Bij het voorstel voor de afbouw WIW/ID is een financieel overzicht gemaakt van de verwachte inkomsten en uitgaven op het participatiebudget

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Beleid Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) 2013 en 2014 Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Mevr. J. van der Meer Telefoon 5115091 E-mail: jmeer@haarlem.nl SZ/JOS Reg.nr.2012/486546

Nadere informatie

De Participatiewet, banenafspraak & quotum. Fabian Ouwehand Re-integratie & Participatie

De Participatiewet, banenafspraak & quotum. Fabian Ouwehand Re-integratie & Participatie De Participatiewet, banenafspraak & quotum Fabian Ouwehand Re-integratie & Participatie Uitgangspunten van de Participatiewet 1. Een wet voor iedereen met arbeidsvermogen (1.1.2015) 2. Wajong uitsluitend

Nadere informatie

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass 01-02-2013

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass 01-02-2013 Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf Divosa Masterclass 01-02-2013 Inhoud keuze voor het inrichten van één werkbedrijf het model op hoofdlijnen doelgroep ondersteuning in de uitvoering de risico s en

Nadere informatie

Verzekeringsartsen nu en in de toekomst Gevraagde expertise in de praktijk, 15 december 2011

Verzekeringsartsen nu en in de toekomst Gevraagde expertise in de praktijk, 15 december 2011 Verzekeringsartsen nu en in de toekomst Gevraagde expertise in de praktijk, 15 december 2011 door Egberdien ten Brink, directeur ISD Noordoost / Werkplein Eemsdelta Werkplein Eemsdelta Een ontmoetingsplaats

Nadere informatie