1. Goedkeuren van het toevoegen van twee aanvullende agendapunten aan de openbare zitting van de OCMW-raad De OCMW-raad

Transcriptie

1 OCMW-raad dinsdag 19 december 2017 Aanwezig: Sebastian Vande Ginste, OCMW-voorzitter Alexis Beernaert, Stefanie Costenoble, Robin Declerck, Lode Degrieck, Liesbeth Gellinck, Anneloor Laevens, Hilde Naessens, Els Sarazyn, Marie-Paule Somers, Ester Vanparys, OCMW-raadsleden Jan Compernol, OCMW-secretaris De voorzitter verklaart de zitting voor geopend om 19:30 uur. OPENBARE ZITTING Bestuur en Beleid Notulen 1. Goedkeuren van het toevoegen van twee aanvullende agendapunten aan de openbare zitting van de OCMW-raad De OCMW-raad 1. Bevoegdheid - OCMW-decreet van 19 december 2008, in het bijzonder artikel 51, 1 2. Rechtsbronnen en adviezen - OCMW-decreet van 19 december 2008, in het bijzonder artikel 39 - Huishoudelijk reglement voor de OCMW-raad, vastgesteld door de OCMW-raad op 17 februari Feiten en argumenten Beide agendapunten handelen over de renovatie van een sociale woning die op dit moment niet bewoond is. Gezien de lange wachtlijsten en noden wil het OCMW deze woning zo snel mogelijk weer in gebruik kunnen nemen. Daarom wordt de beslissingen over de gunningen nog in de OCMW-raad van december voorgelegd. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. - Hiernavolgende leden gaan akkoord met de spoedbehandeling voor agendapunt Gunnen van de opdracht 'gevelrenovatie woning Maciebergstraat 2' : o o o o o o o o o Sebastian Vande Ginste, OCMW-voorzitter Alexis Beernaert, OCMW-raadslid Robin Declerck, OCMW-raadslid Lode Degrieck, OCMW-raadslid Liesbeth Gellinck, OCMW-raadslid Anneloor Laevens, OCMW-raadslid Hilde Naessens, OCMW-raadslid Els Sarazyn, OCMW-raadslid Marie-Paule Somers, OCMW-raadslid 1/54

2 - Hiernavolgende leden gaan akkoord met de spoedbehandeling voor agendapunt Gunnen van de opdracht binnenrenovatie Maciebergstraat 2' : o o o o o o o o o Sebastian Vande Ginste, OCMW-voorzitter Alexis Beernaert, OCMW-raadslid Robin Declerck, OCMW-raadslid Lode Degrieck, OCMW-raadslid Liesbeth Gellinck, OCMW-raadslid Anneloor Laevens, OCMW-raadslid Hilde Naessens, OCMW-raadslid Els Sarazyn, OCMW-raadslid Marie-Paule Somers, OCMW-raadslid 4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan Besluit: Deze beslissing kadert in actie van het beleidsplan Art De OCMW-raad verleent goedkeuring aan het toevoegen van het aanvullende agendapunt Gunnen van de opdracht 'gevelrenovatie woning Maciebergstraat 2' aan de agenda van de openbare zitting van de OCMW-raad van 19 december Art De OCMW-raad verleent goedkeuring aan het toevoegen van het aanvullende agendapunt Gunnen van de opdracht binnenrenovatie Maciebergstraat 2' aan de agenda van de openbare zitting van de OCMW-raad van 19 december Goedkeuren van de notulen van de openbare zitting van de OCMW-raad van 21 november 2017 De OCMW-raad 1. Bevoegdheid - OCMW-decreet van 19 december 2008, in het bijzonder artikel Rechtsbronnen en adviezen - OCMW-decreet van 19 december 2008, in het bijzonder artikels 44, 181 en Huishoudelijk reglement voor de OCMW-raad, vastgesteld door de OCMW-raad op 17 februari Feiten en argumenten De notulen van de openbare zitting van de vorige vergadering werden ten minste acht dagen voor de dag van huidige vergadering bezorgd aan de OCMW-raadsleden. 4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan Deze beslissing kadert in actie van het beleidsplan Besluit: Unaniem Enig art. - De OCMW-raad keurt de notulen van de openbare zitting van de OCMW-raad van 21 november 2017 goed. 2/54

3 Ester Vanparys (OCMW-raadslid, CD&V) komt de zitting binnen. Algemeen beleid & coördinatie 3. Beslissen om, in het kader van de oprichting van een samenwerkingsverband voor de verdere exploitatie van WZC Ter Luchte, voor kandidaat Groep Zorg H. Familie vzw te kiezen als potentiële externe partner De OCMW-raad 1. Bevoegdheid - Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in het bijzonder artikel 51, 1 2. Rechtsbronnen en adviezen - Algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het gelijkheids- en transparantiebeginsel - Organieke wet van 8 juli 1976 over de openbare centra voor maatschappelijk welzijn - Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in het bijzonder artikel 219 tot en met 247/3 - Besluit OCMW-raad van 21 september 2015 tot goedkeuring van participatie in de stuurgroep/werkgroep voor het Regionaal Zorgbedrijf en mandatering van een vertegenwoordiger voor OCMW Oostkamp - Besluit OCMW-raad van 15 februari 2016 over het onderzoeken van de piste tot oprichting van een openbaar zorgbedrijf Oostkamp en engagement nemen om mee te werken aan het uitschrijven van een voorstel tot clustering van zorgbedrijven in de regio - Besluit OCMW-raad van 19 december 2016 over het onderzoeken van toekomstpistes voor WZC Ter Luchte - Besluit OCMW-raad van 19 september 2017 over het beslissen om voor de verdere exploitatie van het WZC Ter Luchte samen te werken met gemeente Oostkamp en een externe partner, het beslissen om met oog op selectie van deze externe partner een marktbevraging uit te voeren en het vaststellen van de projectfiche in dit kader en beslissen tot bekendmaking ervan - Besluit Gemeenteraad van 21 september 2017 over het akkoord gaan met het voorstel van OCMW Oostkamp om voor de exploitatie van het WZC Ter Luchte met OCMW Oostkamp en een externe partner samen te werken - Gemotiveerd verslag van 19 december 2017 van de selectiegroep ter beoordeling van de kandidaatstellingen 3. Feiten en argumenten Op 19 september 2017 besliste de OCMW-raad unaniem om voor de verdere exploitatie van het WZC Ter Luchte samen te werken met gemeente Oostkamp en een externe partner aan de hand van één van de verenigingsvormen waar Titel VII Externe verzelfstandiging en samenwerking van het OCMW-decreet in voorziet. Op 21 september 2017 ging de Gemeenteraad ook unaniem principieel akkoord met dit voorstel van OCMW Oostkamp. De OCMW-raad besliste om met oog op selectie van deze externe partner een marktbevraging uit te voeren. Op 22 september 2017 werd de projectfiche, waarin geschetst werd welke toekomstvisie Oostkamp heeft omtrent (residentiële) ouderenzorg en het WZC Ter Luchte, welke vorm van samenwerking gemeente en OCMW Oostkamp in dit kader voor ogen hebben, wat de verwachtingen zijn ten aanzien van de partner, welke mogelijke inbreng het lokale bestuur kan doen, hoe kandidaten voor deze samenwerking zich kunnen aanmelden en volgens welke criteria de selectie van de uiteindelijke partner zal gebeuren, bekend gemaakt in het Bulletin der Aanbestedingen diensten. 3/54

4 Geïnteresseerden konden zich tot 31 oktober 2017 kandidaat stellen en een voorstel indienen aan de hand waarvan zij antwoorden bieden op de in de projectfiche gestelde vragen. Er stelden zich twee organisaties kandidaat: - Groep Zorg H. Familie vzw, met maatschappelijke zetel te Groeningepoort 4, 8500 Kortrijk (met afdeling woonzorgcentrum Sint-Jozef te Sint-Jozefsdreef 5, 8020 Oostkamp) - Aldea Vastgoed NV, met maatschappelijke zetel te Guldensporenpark 117a, 9820 Merelbeke, en/of een verbonden vzw In de projectfiche is voorzien dat de beoordeling van de kandidaten en hun voorstellen gebeurt door een selectiegroep, bestaande uit alle leden van het (voor gemeente en OCMW gezamenlijk) managementteam en alle leden van het Vast Bureau van het OCMW. Het gemotiveerd verslag van deze selectiegroep is een bijlage bij dit agendapunt. In de projectfiche zijn drie soorten criteria voorzien op basis waarvan de kandidaten en hun voorstellen worden beoordeeld: - Uitsluitingscriteria: Als de kandidaat zich in de in deze criteria omschreven omstandigheden bevindt, kan hij worden uitgesloten van de toegang tot de procedure en de mogelijke samenwerking. - Kwalitatieve selectiecriteria: Aan de hand van deze criteria wordt beoordeeld of de kandidaat een geschikte partner is op financieel, economisch en technische vlak. Belangrijk bij deze criteria is dat zij evenwaardig zijn en op basis van het pass or fail - principe worden beoordeeld. Dit betekent dat enkel de kandidaten die cumulatief voor deze criteria een pass -beoordeling krijgen, in aanmerking komen voor een beoordeling van hun voorstel. - Evaluatiecriteria: Aan de hand van deze criteria wordt het voorstel van de kandidaat in het kader van de beoogde samenwerking met de opdrachtgever beoordeeld. Na doorname van de nota s die door de kandidaten werden ingediend, samen met de door hen voorgelegde stukken, oordeelt de selectiegroep als volgt: - Geen van beide kandidaten bevindt zich in de omstandigheden zoals omschreven in de uitsluitingscriteria, zij leggen beiden de gevraagde stukken voor om dit te bewijzen. Er kan voor beide kandidaten overgegaan worden naar een beoordeling van de kwalitatieve selectiecriteria. - Wat betreft de kwalitatieve selectiecriteria krijgt Groep Zorg H. Familie voor alle criteria een pass -beoordeling, er kan voor deze kandidaat met andere woorden overgegaan worden naar een beoordeling van hun voorstel aan de hand van de evaluatiecriteria. Aldea Vastgoed NV daarentegen krijgt een fail -beoordeling op het eerste kwalitatief selectiecriterium (zijnde de kandidaat moet een non-profitorganisatie zijn en mag aldus geen winstoogmerk hebben ), waardoor noch de andere kwalitatieve selectiecriteria, noch de evaluatiecriteria dienen getoetst te worden. - Voorgaande heeft als gevolg dat enkel het voorstel van Groep Zorg H. Familie wordt beoordeeld aan de hand van een toetsing van de evaluatiecriteria. Groep Zorg H. Familie krijgt voor haar voorstel een totaalscore van 87/100. Het voorstel van Aldea Vastgoed NV wordt niet beoordeeld. 4/54

5 De selectiegroep besluit dat de kandidaatstelling van Aldea Vastgoed NV als onontvankelijk dient te worden beschouwd en dat deze kandidaat hierdoor niet geselecteerd kan worden. De kandidaatstelling van Groep Zorg H. Familie is ontvankelijk en haar voorstel krijgt een hoge score, zodat de selectiegroep voorstelt met deze externe partner in zee te gaan en de onderhandelingen met oog op een samenwerking voor de verdere exploitatie van het WZC Ter Luchte met deze externe partner op te starten. Het dossier voor oprichting van de samenwerking dat moet worden ingediend voor advies bij ABB wordt ten vroegste ingediend in Het samenwerkingsverband wordt dan ook ten vroegste opgericht in 2019, dit alles uiteraard op voorwaarde dat de onderhandelingen tot een akkoord hebben geleid. Groep Zorg H. Familie is een private partner en hun voorstel is gericht op een samenwerking onder de vorm van een vzw overeenkomstig Titel VIII, hoofdstuk 4 van het OCMW-decreet, zodat bij oprichting van een samenwerkingsverband effectief voor deze vorm van samenwerking zal worden gekozen. 4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan Deze beslissing kadert in actieplan 3.6 van het beleidsplan Besluit: Unaniem Art. 01 De OCMW-raad neemt akte van het voorstel en het gemotiveerd verslag van de selectiegroep, zoals hierna ingevoegd, en beslist om dit voorstel te volgen: MARKTBEVRAGING EEN SAMENWERKING I.F.V. DE TOEKOMSTIGE ORGANISATIE VAN DE RESIDENTIËLE OUDERENZORG IN OOSTKAMP BEOORDELING KANDIDATEN EN VOORSTELLEN DOOR DE SELECTIEGROEP VOORSTEL AAN DE OCMW-RAAD CRITERIA UITSLUITINGS- CRITERIA (de kandidaat) GROEP ZORG H. FAMILIE VZW (HIERNA GZHF ) ALDEA VASTGOED NV / VERBONDEN VZW (HIERNA ALDEA ) In de projectfiche worden zes uitsluitingscriteria omschreven. De kandidaat dient per uitsluitingscriterium te bewijzen dat hij zich niet in de betreffende omstandigheden bevindt. Immers, indien vastgesteld wordt dat hij zich wel in dergelijke omstandigheden bevindt, kan hij in elk stadium van de procedure worden uitgesloten van de toegang van de procedure en de mogelijke samenwerking. BESLUIT: GZHF legt alle vereiste stukken voor en bewijst dat er geen sprake is van de in de projectfiche aangehaalde omstandigheden. Zodoende kan worden overgegaan naar de beoordeling van de kwalitatieve selectiecriteria. BESLUIT: Aldea legt alle vereiste stukken voor en bewijst dat er geen sprake is van de in de projectfiche aangehaalde omstandigheden. Zodoende kan worden overgegaan naar de beoordeling van de kwalitatieve selectiecriteria. KWALITATIEVE SELECTIECRITERIA (de kandidaat) In de projectfiche wordt gesteld dat de drie omschreven kwalitatieve selectiecriteria evenwaardig zijn en op basis van het pass or fail -principe worden beoordeeld. Dit betekent dat enkel de kandidaten die cumulatief voor deze criteria een pass -beoordeling krijgen, in aanmerking komen voor een beoordeling van hun voorstel. 5/54

6 Non-profitorganisatie, geen winstoogmerk Het eerste kwalitatief selectiecriterium stelt dat de kandidaat een nonprofitorganisatie moet zijn en aldus geen winstoogmerk mag hebben. De kandidaat moet dit aantonen. Hiertoe wordt in de projectfiche gevraagd dat de kandidaat: - zijn meest recente statuten voorlegt; - de actuele samenstelling van zijn organen voorlegt. Er wordt daarbij meteen aangegeven dat indien de kandidaat rechtspersonen (al dan niet zonder winstoogmerk) als lid heeft, hij: - de samenstelling van de organen van deze rechtspersonen moet toelichten; - alle vergoedingen moet opsommen die aan de leden van de raad van bestuur of de algemene vergadering van deze rechtspersonen, rechtstreeks of onrechtstreeks, door de kandidaat worden betaald; - moet vermelden of (één van) zijn bestuurders en/of leden bestuursmandaten of aandelen heeft/hebben in rechtspersonen, al dan niet met winstoogmerk, die contractuele prestaties leveren in het kader van de activiteiten van de kandidaat (bv. bestuursmandaten of aandelen in een vastgoedvennootschap of een managementvennootschap die vastgoed aan de kandidaat ter beschikking stelt, verhuurt, in erfpacht geeft, of die ondersteunende/managementdiensten levert aan de kandidaat). Het is duidelijk dat GZHF de rechtspersoon is die zich kandidaat stelt. Dit blijkt meteen uit de begeleidende brief, waarin alle gevraagde informatie over deze organisatie en rechtspersoon wordt gegeven. Als stukken worden voorgelegd: - de meest recente statuten; - de actuele samenstelling van de organen. BESLUIT: GZHF geeft alle gevraagde informatie en legt alle gevraagde stukken voor. GZHF bewijst aan de hand hiervan dat het een nonprofitorganisatie is. Er kan voor het eerste kwalitatief selectiecriterium een pass -beoordeling worden gegeven. In eerste instantie wordt vastgesteld dat er in de kandidaatstelling van Aldea (opzettelijk?) onduidelijkheid is over welke rechtspersoon zich kandidaat stelt: Aldea Vastgoed NV en/of een verbonden vzw. Die vzw kan vzw Ter Poele of vzw Ter Reigerie zijn, dan wel een nog op te richten vzw. Nochtans is het noodzakelijk dat de private partner aanduidt wie de kandidaat is, opdat in hoofde van die kandidaat kan worden beoordeeld of hij aan de kwalitatieve selectiecriteria voldoet. In de projectfiche wordt letterlijk gesteld dat de kandidaat een brief moet richten waarin duidelijk wordt aangegeven welke rechtsperso(o)n(en) kandideert / kandideren, met minstens vermelding van het (de) ondernemingsnummer(s). In de brief die Aldea richt wordt als volgt gesteld: Hierbij melden wij u graag onze kandidatuur aan om,, en dit namens: Aldea Vastgoed NV, met maatschappelijke zetel te 9820 Merelbeke, Guldensporenpark 117a, en ondernemingsnummer en/of verbonden verenigingen.. Over de verbonden verenigingen wordt geen enkele verduidelijking gegeven. 6/54

7 Desalniettemin worden de twee pistes verder onderzocht: de piste waarin Aldea Vastgoed NV kandidaat is en de piste waarin een verbonden vzw (echter onduidelijk welke vzw) kandidaat is. Piste 1: Aldea Vastgoed NV is de rechtspersoon die kandideert Artikel 247/1 van het OCMW-decreet staat een OCMW niet toe om een hoofdstuk IV-vereniging met een profitorganisatie op te richten. Aldea Vastgoed NV is een profitorganisatie, meer concreet een vastgoedvennootschap / een vastgoedinvesteringsfonds, waarbij een bepaald rendement wordt nagestreefd. Dit wordt ook letterlijk zo gesteld in de kandidaatstelling. Er dient dan ook een fail - beoordeling te worden gegeven op dit eerste kwalitatief selectiecriterium. Bijgevolg dient de kandidaatstelling als onontvankelijk te worden beschouwd. Piste 2: Een verbonden vzw is de rechtspersoon die kandideert In de projectfiche wordt gevraagd dat de kandidaat: - zijn meest recente statuten voorlegt; - de actuele samenstelling van zijn organen voorlegt. Voor vzw Ter Poele en vzw Ter Reigerie worden geen statuten voorgelegd. Alleen de laatste (?) benoemingen en ontslagen van leden en bestuurders worden overgemaakt. De actuele samenstelling van de organen wordt niet voorgelegd. In de projectfiche wordt ook bepaald dat indien de kandidaat rechtspersonen (al dan niet zonder winstoogmerk) als lid heeft, hij: - de samenstelling van de organen van deze rechtspersonen moet toelichten; - alle vergoedingen moet opsommen die aan de leden van de raad van 7/54

8 bestuur of de algemene vergadering van deze rechtspersonen, rechtstreeks of onrechtstreeks, door de kandidaat worden betaald; - moet vermelden of (één van) zijn bestuurders en/of leden bestuursmandaten of aandelen heeft/hebben in rechtspersonen, al dan niet met winstoogmerk, die contractuele prestaties leveren in het kader van de activiteiten van de kandidaat (bv. bestuursmandaten of aandelen in een vastgoedvennootschap of een managementvennootschap die vastgoed aan de kandidaat ter beschikking stelt, verhuurt, in erfpacht geeft, of die ondersteunende/managementdien sten levert aan de kandidaat). De vzw Ter Poele en de vzw Ter Reigerie hebben rechtspersonen als leden. In het voorstel van de kandidaat wordt de samenstelling van de organen van deze rechtspersonen (bv. E.L.S.O. bvba) niet toegelicht. Voorts wordt in het voorstel van de kandidaat louter vermeld dat er vergoedingen zijn aan de leden van de raad van bestuur of de algemene vergadering van deze rechtspersonen, rechtstreeks of onrechtstreeks, die door de kandidaat worden betaald. Deze vergoedingen worden niet opgesomd en het bedrag van deze vergoedingen wordt niet meegedeeld. Ten slotte wordt in het voorstel van de kandidaat louter vermeld dat er bestuurders en/of leden zijn die bestuursmandaten of aandelen heeft/hebben in rechtspersonen, al dan niet met winstoogmerk, die contractuele prestaties leveren in het kader van de activiteiten van de kandidaat (bv. bestuursmandaten of aandelen in een vastgoedvennootschap of een managementvennootschap die vastgoed aan de kandidaat ter beschikking stelt, verhuurt, in erfpacht geeft, of die ondersteunende/managementdienst 8/54

9 en levert aan de kandidaat). Hierbij wordt geen verdere informatie gegeven, zodat niet geweten is over welke diensten het gaat, welke impact dit zou kunnen hebben op de samenwerking met het OCMW, Om deze redenen dient een fail - beoordeling te worden gegeven op het eerste kwalitatief selectiecriterium. Er is immers een absoluut gebrek aan informatie over de betreffende vzw. Er worden geen statuten voorgelegd, er wordt geen actuele samenstelling van de organen voorgelegd, er wordt geen verduidelijking gegeven over de bestuursmandaten/aandelen in rechtspersonen en de vergoedingen worden enkel in het algemeen aangehaald. De kandidaat geeft geen transparantie over de aard en de bedragen van de vergoedingen of van de financieringsstromen. De kandidaat geeft niet de reeds in de projectfiche gevraagde informatie om aan te tonen dat hij aan dit eerste kwalitatief selectiecriterium voldoet. Het is ten slotte onmogelijk te beoordelen of hetgeen in de kandidaatstelling gesteld wordt klopt, met name of het effectief mogelijk is binnen deze vzw-structuur een breakeven te hebben en of dit effectief verzoenbaar is met de aan de vzw gelieerde vennootschappen die winst nastreven. BESLUIT: Er wordt een fail - beoordeling gegeven voor het eerste kwalitatief selectiecriterium, met name de vereiste dat de kandidaat een non-profitorganisatie is en aldus geen winstoogmerk heeft, zowel in hoofde van Aldea Vastgoed NV, als in hoofde van vzw Ter Poele en vzw Ter Reigerie. Dit betekent dat de kandidaatstelling in zijn geheel als onontvankelijk wordt beschouwd en dat de kandidaat bijgevolg niet geselecteerd wordt. Zijn voorstel wordt dan ook niet verder onderzocht. Overigens dient in deze opgemerkt dat in hoofde van de vzw s ook geen financiële jaarverslagen worden voorgelegd, zoals nochtans gevraagd in de projectfiche in het kader van 9/54

10 het tweede kwalitatief selectiecriterium, met name de vereiste dat de kandidaat voldoende financiële en economische draagkracht heeft. Ook op dit criterium zou in hoofde van de vzw s aldus een fail -beoordeling moeten gegeven worden. Dit wordt niet verder onderzocht gelet op het gegeven dat de kandidaat cumulatief aan de drie kwalitatieve selectiecriteria moet voldoen, hetgeen reeds niet het geval is doordat een fail -beoordeling wordt gegeven op het eerste criterium. Voldoende financiële en economische draagkracht Om te bewijzen dat de kandidaat voldoende financiële en economische draagkracht heeft om het project als oprichter en als deelgenoot mee te ondersteunen en dragen wordt in de projectfiche gevraagd de financiële jaarverslagen van de laatste drie boekjaren voor te leggen. Er moet een jaarlijkse omzet van minstens vijf miljoen euro zijn. GZHF legt heel wat jaarrekeningen voor, zeker degene van de laatste drie boekjaren, met name van 2014, 2015 en 2016, waaruit ook een voldoende omzet blijkt. BESLUIT: GZHF geeft alle gevraagde informatie en legt alle gevraagde stukken voor. GZHF bewijst aan de hand hiervan dat deze organisatie voldoende financiële en economische draagkracht heeft. Er kan voor het tweede kwalitatief selectiecriterium een pass -beoordeling worden gegeven. Voldoende technische bekwaamheid - Beheer van meerdere erkende woonzorgcentra - Ervaring met financieel gezonde en kwalitatieve uitbating van GZHF beheert vier woonzorgcentra. De ervaring met financieel gezonde en kwalitatieve uitbating van een woonzorgcentrum blijkt uit de jaarrekeningen en verslagen van de bedrijfsrevisor van 2012 tot 2016, alsook uit de erkenningsbesluiten en recente 10/54

11 een woonzorgcentrum - - Lokale verankering: actief in Oostkamp of een aanpalende gemeente inspectieverslagen met betrekking tot woonzorgcentrum Sint-Jozef. Eén van de 4 woonzorgcentra van de groep GZHF, met name het woonzorgcentrum Sint-Jozef, is gevestigd in Oostkamp centrum sedert Dit WZC is sindsdien uitgegroeid tot een gedifferentieerd woonzorgaanbod. Er wordt in de kandidatuur ook aangehaald dat de meerderheid van de cliënten in Oostkamp woonachtig is. Er is dus zeker sprake van voldoende lokale verankering. BESLUIT: GZHF toont aan dat zij voldoende technische bekwaamheid heeft. Er kan voor het derde kwalitatief selectiecriterium een pass - beoordeling worden gegeven. EVALUATIE- CRITERIA (het voorstel) Motivatie (20 ptn) SCORE: 18/ 20 GZHF slaagt erin om een sterke motivatie voor de samenwerking met het lokale bestuur inzake ouderenzorg weer te geven. De motivatie wordt uitgewerkt aan de hand van volgende vijf insteken: - Van afstemming naar samenwerking en gebiedsdekkend beleidsverantwoordelijkheid delen m.b.t. uitbouw residentiële en thuiszorgondersteunende ouderenzorg in Oostkamp - Kwaliteitsvol en toegankelijk aanbod; lokale verankering; gebiedsdekkend; mee (be)sturen - Vernieuwing Zorgsite Ter Luchte - GSFH/SJO is groepswerking/samenwerking - De Oostkampse inwoner wordt beter van een evenwichtig uitgebouwd woonzorgaanbod, een geïntegreerd breed onthaal, gezamenlijk uitgestippeld beleid i.f.v. ontwikkeling nieuw, innovatief woonzorgaanbod en lokale schaalvergroting, bundeling van krachten en expertise 11/54

12 Meer concreet vindt het lokaal bestuur volgende punten uit de motivering van GZHF zeer overtuigend: - Het gegeven dat het OCMW en GZHF steeds in een open, constructieve dialoog met elkaar afstemden over welke woonzorg- en dienstverleningsvormen dienden uitgebouwd te worden op beide zorgsites (respectievelijk Ruddervoorde en Oostkamp centrum) en het gegeven dat GZHF de goede samenwerking uit het verleden wenst verder te zetten op een hoger niveau. - Het gegeven dat de uitgangspunten die het lokale bestuur vooropstelt volledig aansluiten bij de visie van GZHF, dat zij de regierol die het lokale bestuur wil behouden erkennen en dat de samenwerking volgens hen enerzijds zal leiden tot een verstevigde marktpositie van beide partners, maar anderzijds ook het ouderenbeleid op zich in Oostkamp meer op de kaart zal zetten, waarbij versnippering van het landschap zal worden tegengegaan. - Het gegeven dat GZHF ervaring heeft in de uitbouw van nieuwe zorgsites en het als een uitdaging ziet een substantiële bijdrage te leveren in de ontwikkeling van de site in Ruddervoorde. - Het gegeven dat GZHF ervaring heeft met groeps- en samenwerking en er de meerwaarde van inziet. Bv. samenwerkingsverband Delta Plus. - Het gegeven dat de motivatie verder zeer concreet is gemaakt, waarbij de ambitie en de wil tot samenwerking duidelijk naar voren komt en dit vooral ten bate van de Oostkampse inwoner. Het lokale bestuur vindt het uiteraard belangrijk dat deze laatste vooropgesteld wordt. Visie op behoefte bij bevolking en op aanbod in Oostkamp (30 ptn) - Hoe zal toekomstig aanbod behoeften SCORE: 27/30 Er wordt een beeld gegeven van de bevolkingssamenstelling in Oostkamp anno 2016, de bevolkingsprognose tot 2030 en de maatschappelijke trends. 12/54

13 bevolking invullen? De trends worden duidelijk aangegeven, met name: dubbele vergrijzing, vermarkting, active ageing, vermaatschappelijking van de zorg, ontwikkelen eerstelijnszones, persoonsvolgende financiering, ontschotting tussen sectoren,. Er wordt meteen ook een duidelijke visie gegeven op de evolutie van de zorggraad in de WZC s en de assistentiewoningen. Deze zaken dienen als uitgangspunt om het in Oostkamp geografisch verspreid woonzorg- en dienstverleningsaanbod verder uit te werken. Het kan zo de basis zijn om het beleidsplan voor de komende 10 à 20 jaar uit te tekenen. Met deze zaken in het achterhoofd worden in de kandidatuurstelling zowel de WZC s, de assistentiewoningen, het centrum voor kortverblijf, het dagverzorgingscentrum als het lokaal dienstencentrum bekeken: hoe ziet het er op vandaag uit en wat kan het in de toekomst zijn als er een samenwerking zal bestaan tussen het lokale bestuur en GZHF? GZHF gaat hier heel concreet te werk en stelt reeds heel specifieke zaken voor, wat getuigt van erg goede voorbereiding en veel kennis van zaken. - Mogelijkheden uitbreiding? - Visie rond toekomstige doelgroepen? Visie op samenwerking tussen verschillende zorgspelers? Gevolg voor WZC Ter Luchte, voor nieuwbouw? Er blijken mogelijkheden tot uitbreiding te zijn. Deze mogelijkheden worden per soort aanbod besproken. Zo wordt bv. aangehaald dat GZHF 63 voorafgaandelijk vergunde woongelegenheden in portefeuille heeft en dat GZHF bereid is deze ter beschikking te stellen bij gezamenlijke exploitatie van WZC Ter Luchte. GZHF haalt aan dat WZC Sint-Jozef meer en meer aangesproken wordt voor specifieke doelgroepen en meent dat, indien overwogen wordt een niche-activiteit te ontwikkelen op de sites, een grondige omgevingsanalyse vereist is. GZHF is er geen voorstander van in concurrentie te treden met actoren die reeds heel lang actief zijn in deze aanverwante sectoren. Er wordt 13/54

14 daarentegen voorgesteld op zoek te gaan naar samenwerking met dergelijke partners en integratie van dergelijke partners op de sites. Er wordt aanbevolen in overleg te gaan met de besturen / directieverantwoordelijken uit deze aanverwante sectoren. Het lokale bestuur kan zich absoluut vinden in dit standpunt, daar waar zij ook voortdurend streeft naar samenwerkingen en hiervan de voordelen inziet. GZHF sluit niet uit dat één of meerdere actoren interesse zullen hebben om een niche dienstverlening te integreren in de nieuw te ontwikkelen site. Visie op samenwerking binnen nieuwe structuur en vertaling in plan van aanpak (20 ptn) - Ruime ervaring in residentiële ouderenzorg: visie + beheer en exploitatie woonzorgcentrum - Mee investeren in de toekomst SCORE: 18/20 GZHF besteedt in zeven thema s bijzonder veel zorg aan het uitwerken van de visie op de samenwerking binnen een nieuwe structuur en de vertaling ervan in een plan van aanpak. Dat GZHF ruime ervaring heeft in de residentiële ouderenzorg en concreet het beheer en de exploitatie van woonzorgcentra blijkt op zich uit het gegeven dat alle voorzieningen meer dan 100 jaar bestaan. Deze ervaring heeft zich ook vertaald in een zorgvuldig uitgewerkte organisatiestructuur en een duidelijk(e) beleidsvisie / kwaliteitsbeleid. GZHF verwijst in dit kader ook naar kwaliteitskeurmerken die haar voorzieningen kregen (NIAZ & Investors in People) en externe tevredenheidsbevragingen (georganiseerd door BING) van medewerkers en cliënten met goede resultaten. Samenwerking en partnerschap is één van de uitgangpunten van GZHF. Er wordt in de kandidatuurstelling aangegeven dat GZHF op zich reeds geënt is op een samenwerkingsverband, daar waar zij kwaliteitsgericht en waardengebonden ondersteuning wil bieden aan de verschillende voorzieningen binnen GZHF (de missie). Deze stelling blijft niet louter theoretisch en wordt concreet 14/54

15 gemaakt daar waar GZHF de voorzieningen helpt in het opmaken van individuele strategische plannen en beleidsplannen en expertise ter beschikking stelt op heel wat deelaspecten. De samenwerkingen blijven niet beperkt tot samenwerkingen binnen GZHF, de voorzieningen van GZHF blijken ook actief in meerdere netwerkinitiatieven. In het kader van ouderenzorg wordt verwezen naar het samenwerkingsverband Delta Plus, dat uit negen ouderenvoorzieningen bestaat. GZHF geeft duidelijk aan het engagement aan te gaan om WZC Ter Luchte te betrekken in deze samenwerkingen. Het lokale bestuur is er door bovenstaande van overtuigd dat GZHF vooreerst een partner is met de nodige knowhow en expertise, maar ook met een visie die absoluut aansluit bij de voorkeuren van het lokale bestuur. - Voorstel van structuur voor samenwerking (besluitvorming, dagprijsbepaling, profilering naar doelgroepen, ethiek en deontologie, financiële inbreng, ) GZHF licht zeer uitgebreid een aantal suggesties en ideeën van structuur tot samenwerking toe. Er wordt gestart met een aantal organisatieprincipes. Daarna wordt voor de nieuwe vzw gesproken over het bestuurlijke niveau, het patrimonium, het omgaan met nieuwe initiatieven, de financiering / inbreng, het statuut en de overdracht van de medewerkers, de directie, overhead en administratieve medewerkers, het opnamebeleid en de dagprijsbepaling. Deze oefening werd zeer grondig uitgevoerd. - Aantonen dat samenwerking tot schaalvoordele n en synergieën leidt voor inwoners Oostkamp en Tenslotte ziet GZHF heel wat schaalvoordelen en synergieën in een samenwerking: één sociale dienst voor beide WZC s, beschikbaarstelling medewerkers GZHF, delen inzet/knowhow medewerkers over beide WZC s, overkoepelende medewerkers voor beide WZC s, vorming leidinggevenden, 15/54

16 bewoners WZC Ter Luchte werkgroepen/commissies/intervisies, selectie en aanwerving medewerkers, stage studenten, uitwisseling kennis specifieke softwarepaketten, opvolging updates, nieuwe evoluties, samenaankoop en sectorvertegenwoordiging/nieuwe ontwikkelingen (zorgneticuro). GZHF toont treffend aan dat deze schaalvoordelen en synergieën er zullen zijn. Personeelsbeleid en HRM (10 ptn) - Visie rekrutering, selectie mutatie tss instellingen, vorming, opleiding, personeel SCORE: 8/10 Via de missie Mensen centraal in zorg stelt GZHF naast de bewoner ook de medewerker centraal. Men is er van overtuigd dat de kwaliteit van de zorgen dienstverlening immers in belangrijke mate wordt bepaald door de kwaliteit van het gevoerde personeelsbeleid. Er wordt in dit kader opnieuw verwezen naar de Investors in People certificering en het feit dat beoogd wordt om in 2020 een NIAZ accreditering te behalen. Dat ook de medewerker centraal staat blijkt o.a. uit het gegeven dat zij op verschillende manieren betrokken worden in het beleid. Specifiek worden de verschillende pijlers van het medewerkersbeleid van GZHF besproken, met name managen van mensen leiderschap, teamwerking, VTO beleid, diversiteitsbeleid, tevredenheidsbevraging, studenten vakantiejobs en vrijwilligers. De pijlers van het medewerkersbeleid getuigen van een vooruitstrevende aanpak rond teamwerking waarbij de nadruk wordt gelegd op leiderschap, verbinding met teamleden en een coachende leiderschapsstijl die tot meer zelfsturend vermogen bij de medewerkers moet leiden. Daarbij worden een aantal tools gebruikt, met name afname bij elke medewerker van een TDI-profiel (Team Dynamic Indicator), een teambarometer en een uitgebreid vormings-, trainings- en opleidingsbeleid waarbij het vormingsplan in de lijn van het beleidsplan ligt. Er wordt ook bv. extra 16/54

17 aandacht besteed aan studenten vakantiejobs als opstap naar latere tewerkstelling. - Visie werken huidige personeelsgroep GZHF erkent dat beide woonzorgcentra (WZC Sint-Jozef en WZC Ter Luchte) een eigen bedrijfscultuur hebben en meent dat deze opgebouwde cultuur de vertrouwde werkplek is van de personeelsgroepen en dus behouden dient te blijven. Er wordt aangegeven dat het in de eerste plaats belangrijk is dat er oog en oor is voor de bekommernissen die een nieuwe uitbating bij de personeelsleden zal teweegbrengen. GZHF wenst de bestaande gerespecteerde werking van de personeelsequipes te bevestigen en samen uit te zoeken hoe zij verder kunnen groeien en waar mogelijk synergieën kunnen worden ontwikkeld, waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan kennisdeling en initiatieven om elkaars werking te versterken. GZHF geeft daarbij ook aan dat de huidige tendensen naar zelforganiserende teams die inzetten op nog grotere betrokkenheid van de medewerkers bij de inrichting van hun werk samen kunnen opgenomen worden. Het lokale bestuur hecht veel belang aan het gegeven dat GZHF bijzondere aandacht heeft voor de individuele medewerker en voor de moeilijkheden die er eventueel zullen zijn op personeelsvlak bij het realiseren van de samenwerking. Het evenwicht tussen enerzijds respect voor de bestaande bedrijfscultuur van beide personeelsgroepen en anderzijds het bereiken van synergieën in de werking is delicaat, maar belangrijk en daar blijkt GZHF echt oog voor te hebben. Businessplan exploitatie nieuwbouw (20 ptn) - Financieel plan exploitatie SCORE: 16/20 GZHF werkte een financieel plan uit voor de exploitatie van een 17/54

18 vervangingsnieu wbouw WZC Ter Luchte vervangingsnieuwbouw voor WZC Ter Luchte en maakt een prognose voor de eerstkomende vijf jaar na de vervangingsnieuwbouw. De berekeningen zijn gebaseerd op aannames die in de huidige 4 woonzorgcentra van de groep gebruikelijk zijn en de gewenste resultaten opleveren. Er wordt vanuit een aantal aannames (oppervlakte 70 m² per kamer, euro bouwkost per m²) een indicatie gegeven van de mogelijke bouwkost voor een vervangingsnieuwbouw voor ofwel 92 ofwel 119 bedden. De bouwkost bedraagt respectievelijk 11,9 mi euro of 15,4 mi euro af te schrijven over 30 jaar. Daarnaast wordt jaarlijks ook een bedrag van euro vervangingsinvesteringen gedaan. Voor de financiering wordt uitgegaan van een lening voor 70% van de investering aan een rentevoet van 2% en een renteloze lening voor 30% van het investeringsbedrag. Er werd een plan gemaakt voor de uitbating van 92 woongelegenheden (actuele situatie) en voor de uitbating van 119 woongelegenheden ( na uitbreiding). Er werden hiervoor een aantal na te streven assumpties gemaakt, nl. met betrekking tot de omzet (57 euro dagprijs, RIZIV forfait op basis van zorggraad 98% en RVT dekking 70% = 72 euro en 99% bezetting), de loonsubsidies (5 VTE sociale maribel aan euro/pp) en de kosten (5 euro per dag voedingskost, reële kosten WZC St-Jozef 2016 x aantal bedden). Kosten erfpacht en onderhoud tuin niet opgenomen in simulatie. Uit de beide financiële simulaties blijkt een gunstige cash flow. De uitgewerkte financiële plannen zijn realistisch en geven de facto de richting aan waarin zou kunnen worden gewerkt. Gemaakt te Oostkamp op 19 december /54

19 Jan Compernol Jan de Keyser Robin Declerck Gemeente- en OCMW-Secretaris Burgemeester Lid Vast Bureau Lid Managementteam en Vast Bureau Lid Managementteam Hugo Van Vijnckt Sebastian Vande Ginste Lode Degrieck Financieel beheerder gemeente OCMW-voorzitter Lid Vast Bureau Lid Managementteam Lid Managementteam en Vast Bureau Eveline Dubois Delphine Roels Marie-Paule Somers Financieel beheerder OCMW Voorzitter AGB-O Lid Vast Bureau Lid Managementteam Lid Managementteam Nele Cools Beleidsmedewerker Lid Managementteam Art. 02 De OCMW-raad beslist bijgevolg vooreerst de kandidaatstelling van Aldea Vastgoed NV, met maatschappelijke zetel te Guldensporenpark 117a, 9820 Merelbeke, onontvankelijk te verklaren en deze kandidaat bijgevolg niet te selecteren, omwille van het niet voldoen aan (minstens) één van de vooropgestelde kwalitatieve selectiecriteria. De OCMW-raad beslist daarnaast om voor kandidaat Groep Zorg H. Familie vzw, met maatschappelijke zetel te Groeningepoort 4, 8500 Kortrijk (met afdeling woonzorgcentrum Sint-Jozef te Sint-Jozefsdreef 5, 8020 Oostkamp), te kiezen als potentiële externe partner in het kader van de oprichting van een samenwerkingsverband voor de verdere exploitatie van WZC Ter Luchte. 4. Kennis nemen van de beslissingen genomen in het kader van het dagelijks bestuur De OCMW-raad 1. Bevoegdheid - OCMW-raadsbesluit van 17 februari 2014 over de goedkeuring van de aanpassing van de delegatie dagelijks bestuur aan de OCMW-secretaris - OCMW-decreet van 19 december 2008, in het bijzonder artikel 161, 2 2. Rechtsbronnen en adviezen - OCMW-decreet van 19 december 2008, in het bijzonder artikels 52 en OCMW-raadsbesluit van 17 februari 2014 over de goedkeuring van de aanpassing van de delegatie dagelijks bestuur aan de OCMW-secretaris 3. Feiten en argumenten Sinds de vorige OCMW-raad werden 2 beslissingen genomen in het kader van dagelijks bestuur. Alle beslissingen in het kader van het dagelijks bestuur worden bijgehouden in een elektronisch register en een notulenboek. De OCMW-raad wordt geïnformeerd over de beslissingen genomen door de OCMW-secretaris in het kader van zijn gedelegeerde bevoegdheden. 4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan Deze beslissing kadert in actie van het beleidsplan /54

20 Besluit: Unaniem Enig art. De OCMW-raad neemt kennis van volgende beslissingen van dagelijks bestuur, genomen in de voorbije maand: Nr Datum Dienst Dossier Aard 2017/020 04/12/17 diverse goedkeuren facturen A1cke en Bracke (57,35 euro); Aswebo (94,56 euro) goedkeuring betaling 2017/019 16/11/17 ICT goedkeuring onderhoudscontract ondersteuning alarmserver, oproepsysteem, telefonie en wifi in WZC Ter Luchte goedkeuring Leven & Sociaal Welzijn 5. Beslissen over de vorming van de eerstelijnszone Beernem-Oostkamp-Zedelgem-Jabbeke en mandaat geven aan SEL Noord-West-Vlaanderen om als penhouder op te treden De OCMW-raad 1. Bevoegdheid - OCMW-decreet van 19 december 2008, in het bijzonder artikel 51, 1 2. Rechtsbronnen en adviezen / 3. Feiten en argumenten Minister Jo Vandeurzen lanceerde deze zomer de oproep tot de vorming van Eerstelijnszones. De afbakening van de eerstelijnszones is geen doel op zich, het is een middel om de actoren in de sectoren gezondheid, zorg en welzijn in een gebied zo te organiseren dat ze optimaal samenwerken om het welzijn van de bevolking te verbeteren. Het afbakenen van de eerstelijnszone is dan ook de eerste stap die gezet moet worden om tot een betere samenwerking tussen de sectoren gezondheid, zorg en welzijn te komen. De huidige zones zijn het werkingsgebied van de SEL s (Samenwerkingsinitiatieven. Eerstelijnsgezondheidszorg) en worden dus opnieuw verdeeld. Een zone heeft tussen de en inwoners. Nieuw is dat deze keer de link gemaakt wordt naar welzijn en dat er dus een aantal bijkomende partners betrokken moeten worden. Het is momenteel nog onduidelijk hoe groot de impact van de zones zal zijn op de werking. Voor de patiënt zelf heeft dit geen impact, aangezien deze zijn keuzevrijheid behoudt. Het is in ieder geval de bedoeling om alle verplichte en de facultatieve partners die werken rond gezondheid, zorg en welzijn beter op elkaar af te stemmen. Minister Vandeurzen geeft de mogelijkheid aan het werkveld om zelf initiatiet te nemen om de zones te vormen. Indien er geen dossier wordt ingediend voor 31 december 2017, wordt door het Agentschap zelf een beslissing genomen. Vanuit het SEL werden de voorbije maanden gesprekken gevoerd met de verschillende gemeenten en OCMW s waaruit gebleken is dat het wenselijk is de gemeenten in te delen in dezelfde zone als gemeenten waarmee er nauw samengewerkt wordt op de terreinen van 20/54

21 zorg, gezondheid, welzijn en wonen (Beernem en Zedelgem). Deze gemeenten zijn eveneens gelijkaardig van grootte en bevolkingssamenstelling. Deze zone werd tevens opgemaakt door Prof. De Maeseneer die door VVSG ondersteund worden. Het SEL neemt het initiatief om het aanvraagdossier op te maken en het SEL neemt de rol op van penhouder. Naast het opmaken van het inhoudelijke aanvraagdossier, dient er door elke partner een engagementsverklaring ondertekend te worden. 4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan Deze beslissing kadert in actie van het beleidsplan OCMW-raadslid Lode Degrieck vraagt of WZC Sint-Jozef hiervan verwittigd moet worden. OCMW-voorzitter Sebastian Vande Ginste geeft aan dat zij ook hebben ingetekend. Zij zijn als voorziening ook rechtstreeks op de hoogte gebracht. Daarna neemt de OCMW-raad volgend besluit: Besluit: Unaniem Art. 01- De OCMW-raad beslist om deel uit te maken van de Eerstelijnszone Beernem-Oostkamp- Zedelgem-Jabbeke en geeft het mandaat aan het SEL Noord-West-Vlaanderen om als penhouder op te treden Art.02 - De OCMW-raad engageert zich hierbij om - een gemeenschappelijke visie, samen met de verplichte en optionele partners uit te werken - bij te dragen aan een nieuwe organisatiestructuur om op die manier de doelstellingen van de eerstelijnsconferentie uit te voeren - in te stappen met WZC Ter Luchte als voorziening voor residentiële ouderenzorg Art.03 - De OCMW-raad keurt het opmaken van een gezamenlijk aanvraagdossier goed, dat ten laatste op 31 december 2017 overgemaakt wordt aan de bevoegde instanties. Stefanie Costenoble (OCMW-raadslid, CD&V) komt de zitting binnen. 6. Goedkeuren regionale afsprakennota loonkostbijdrage tewerkstellingsplaats tijdens tewerkstelling met statuut art 60 7 vanaf 1 januari 2018 De OCMW-raad 1. Bevoegdheid -OCMW-decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 2. Rechtsbronnen en adviezen - OCMW-decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in het bijzonder art Feiten en argumenten De werkgroep Tijdelijke Werk Ervaring (TWE) van de OCMW s regio Brugge maakte een voorstel op inzake de bijdrage van werkgevers in de loonkost tijdens de tewerkstelling met statuut artikel 21/54

22 60 7 op hun werkvloer. Dit ontstond vanuit de overtuiging dat eenvormigheid in de regio duidelijkheid schept bij de partners (werkgevers) waarmee wordt samengewerkt. 4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan Deze beslissing kadert in actie van het beleidsplan OCMW-raadslid Liesbeth Gellinck vraagt van waar dit initiatief komt. Hilde Standaert, diensthoofd Sociale Dienst, licht toe dat het Initiatief vanuit de administratie komt, met afstemming op niveau regio Brugge met betrekking tot het delen van kennis en expertise. Het is een poging om met elkaar af te stemmen en elkaar te ondersteunen. Onderliggend is er ook een overleg met de maatschappelijk werkers die daarbij betrokken zijn. Daarna neemt de OCMW-raad volgend besluit: Besluit: Unaniem Enig art.- De OCMW-raad keurt de onderstaande regionale afsprakennota loonkostbijdrage tewerkstellingsplaats tijdens tewerkstelling met statuut art vanaf 1 januari 2018 goed. Regionale afspraak loonkostbijdrage tewerkstellingsplaats tijdens tewerkstelling met statuut art 60 7 vanaf 01/01/2018 De werkgroep Tijdelijke Werk Ervaring (TWE) van de OCMW s regio Brugge maakte een voorstel op inzake de bijdrage van werkgevers in de loonkost tijdens een tewerkstelling met statuut artikel 60 7 op hun werkvloer. Dit ontstond vanuit de overtuiging dat eenvormigheid in de regio duidelijkheid schept bij de partners waarmee wordt samengewerkt. Vanuit bespreking in de diverse OCMW s en de eerste reacties ligt nu de definitieve tekst voor. Bedoeling is dat deze tekst in de diverse OCMW raden wordt geagendeerd ter goedkeuring in de loop van november-december 2017 zodat de regionale afspraak zijn ingang kan vinden vanaf 01/01/2018. In onderstaande tekst wordt eerst de bijdrage van de werkgevers weergegeven in de huidige situatie en daarna volgens de nieuwe afspraak. Meteen wordt ook een overzicht van de loonschalen die gehanteerd worden in de diverse OCMW s weergegeven en welke het effect is van de nieuwe afspraak gekoppeld aan de financieringsmechanismen. Bijdrage van externe werkgevers in de loonkost art 60 7: Situatie voor 31/12/2016: gemeente vzw bevriende vzw vzw zonder begeleiding SEI scholen openbaar bestuur privé 1 Beernem 250,00 0,00 nog niet 2 Blankenberge 200,00 0,00 200,00 0,00 alles subs. 3 Brugge 250,00 500,00 0,00 0,00 0,00 alles subs. 4 Damme 0,00 nog niet 5 Jabbeke 0,00 0,00 nog niet 6 Knokke-Heist 200,00 0,00 0,00 0,00 0,00 alles subs. 7 Oostkamp 250,00 0,00 nog niet 8 Torhout 0,00 alles subs. 9 Zedelgem 400 nooit toegepast 0,00 nog niet 22/54

23 Nieuwe regeling vanaf 01/01/2018: Vzw s Geen bijdrage in de loonkost voor vzw s die een maatwerkbedrijf of LDE initiatief zijn. 250 bijdrage per maand voor alle andere vzw s. Voorwaarde: voldoende begeleiding op de werkvloer wordt gegarandeerd. Uitzonderingen kunnen in de individuele raden voorgelegd worden. Openbare besturen/diensten: Stadsdiensten, Vlaamse en Federale diensten met een regionaal kantoor moeten geen bijdrage betalen (enkele voorbeelden: politiedienst, rechtbank, ). Onderwijsinstellingen: stedelijk, vrij en gemeenschapsonderwijs worden op een zelfde wijze behandeld. Ook zij moeten geen bijdrage betalen. Privéwerkgevers: Vaste maandelijkse vergoeding = een forfait van maand. Uitzonderingen: Stage ifv opstart traject of tewerkstelling: dit is een (beroeps-) verkennende stage voorafgaand aan de effectieve tewerkstelling met statuut art60 7: geen bijdrage. Terbeschikkingstelling tijdens of op het einde van de tewerkstelling met statuut art60 7 voor maximum één maand: geen bijdrage. Dit wordt immers gezien als een kennismakingsstage met het werken in een privé bedrijf. Voorwaarden tot samenwerking: Geen regulier personeel afbouwen ten gunste van TWE. Privé bedrijf mag geen fiscale of RSZ schulden hebben. De werkgever moet bereid zijn de persoon met statuut artikel 60 7 voor de volledige duur van deze tewerkstelling in dienst te houden. Vacaturevoorwaarde na TWE: het is wenselijk dat na de tewerkstelling met statuut art60 7 betrokken persoon wordt aanvaard met een regulier contract. Loonschaal die in de OCMW s worden gehanteerd bij art60 7: gemeente loonschaal voor 31/12/2016 loonschaal toekomst Maaltijd cheques 1 Beernem GGMMI GGMMI 7 2 Blankenberge Brugge E schaal 1.10 en GGMMI voor SEI 5 4 Damme N.v.t. n.v.t. n.v.t. 5 Jabbeke E schaal/of aangepaste E schaal/of aangepaste 8 schaal job schaal job 6 Knokke-Heist E schaal/of aangepaste E schaal/of aangepaste 6.5 schaal job schaal job 7 Oostkamp GGMMI GGMMI Geen 8 Torhout E schaal In toekomst mogelijk Zedelgem E schaal E schaal 6 De E schaal is de laagste loonschaal die gehanteerd wordt in de openbare besturen. De GGMMI schaal is het Gewaarborgd Gemiddeld Minimum Maandinkomen. Deze loonschaal wordt gehanteerd in de sociale economie. De 1.10 schaal is een oude loonschaal die gehanteerd werd in openbare besturen. Deze wordt reeds jaren gehanteerd in OCMW Blankenberge. In OCMW Brugge werd hiermee van start gegaan begin 23/54

24 2017 en wijken de bedragen af van die van OCMW Blankenberge. In verdere tekst wordt gesproken van de TWE loonschaal. 3. Loonkostberekening tewerkstelling met statuut artikel 60 7: De jaarloonkost wordt hieronder berekend voor de drie loonschalen. In deze simulatie werd rekening gehouden met haardgeld (H) en met maaltijdcheques voor een bedrag van 5 per cheque. Indien van toepassing moeten nog diverse vergoedingen (sociaal abonnement, woon-werkverkeer, onkosten ) bij deze prestaties geteld worden = maandelijks wisselend. Hospitalisatieverzekering is niet van toepassing. Arbeidsongevallen is een ander percentage (lager) voor bedienden dan arbeiders. In de simulatie is deze van de arbeiders opgenomen. Zo komen we tot een berekening van de jaarloonkost zonder werkgeversbijdrage (in de tabel: totaal loon) en een berekening met werkgeversbijdrage (in de tabel: loon + RSZ werkgever). Deze jaarloonkost wordt gedeeld door 1976 (= gemiddeld van het aantal jaaruren op basis van een 38 uren week) om aan de uurloonkost te komen. In de simulaties wordt vertrokken van de loonkost volgens de meest recente loonschalen: oktober 2017 Schalen oktober 2017 (index 1,6734) E1 met H TWE met H GGMMI met H Bruto wedde , , ,67 Haardgeld/standplaatsvergoeding 1.204, , ,65 Totaal jaarloon , , ,33 Vakantiegeld 3.586, , ,80 Eindejaarspremie 1.850, , ,28 Arbeidsongevallen 317,67 278,22 258,71 Burgerlijke aansprakelijkheid 15,66 15,66 15,66 Vakbondspremie 46,55 46,55 46,55 Maaltijdcheques 854,10 854,10 854,10 Totaal loon , , ,42 Bijdrage RSZ Werkgever 7.280, , ,12 Loon + RSZ Werkgever , , ,54 Kost per uur 2017 loon 15,21 13,38 12,47 Kost per maand 2017 loon (twaalfde) 2.504, , ,37 Kost per uur 2017 loon + RSZ Werkgever 18,89 16,61 15,47 Kost per maand 2017 loon + RSZ Werkgever (twaalfde) 3.110, , ,21 Tegemoetkoming in loonkost vanuit subsidiërende overheden en effect op de kost bij tegemoetkoming privé werkgever van 1000: Tegemoetkoming vanuit POD Maatschappelijke Integratie: Wordt op jaarbasis een bedrag van 14283,19 voorzien of per maand (bedragen op 01/09/2017). De bijdrage vanuit de POD MI wordt wel afgetopt op de lonen volgens het GGMMI. Als we dit toepassen op de loonsimulatie dan geeft dit volgend resultaat: E1 met H TWE met H GGMMI met H 24/54