Invulwijzer. Behorende bij: Format SiSa bijlage verantwoordingsinformatie Versie 8 januari Versie 8 januari

Transcriptie

1 Invulwijzer Behorende bij: Format SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 Versie 8 januari 2013 Versie 8 januari

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Wijzigingen ten opzichte van Lay-out Vervallen of nieuwe regelingen Wijzigingen binnen bestaande regelingen Aansluiting met het OSU Technische aspecten Legenda De betekenis van de kleuren Het vullen van de invulcellen Opmaak excelbestand wijzigen Toevoegen van regels Opmaak van een cel wijzigen Opmaak van cellen met toelichting wijzigen Kolommen breder of smaller maken Welk bestand indienen bij het CBS? Foutmelding bij openen format met macro s Een fout in het Excelbestand? per regeling A1 Verzameluitkering Veiligheid en Justitie...17 A2 Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR)...17 A4 Regeling uitstapprogramma s voor prostituees (RUPS)...17 B1 Regeling Opvang Asielzoekers (ROA)...18 B2 (ex)zorgwet voorwaardelijke vergunning tot verblijf (VVTV)...19 C1 Verzameluitkering BZK...19 C3 Brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (GSB/SIV)...20 C7C Investering Stedelijke Vernieuwing (ISV) II...21 C8B Besluit Locatiegebonden Subsidies C9 Excellente gebieden innovatieve energiebesparing in de nieuwbouw...25 D1 Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten...25 D3 Excessieve kosten Archeologie...26 D4 Regeling brede scholen D4A Regeling brede scholen 2009_Uitstel...28 D5 Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs D9 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB)...31 E2 Stimuleringsregeling stille wegdekken...32 E3 Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)...32 E5 Verzameluitkering I&M...33 E6 Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) E6_2010 Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) _Hernieuwde uitvraag E6B Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) (SiSa tussen medeoverheden)...38 E7 Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Planstudies)...40 E7A Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Proefprojecten)...40 E10 Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland...40 E11 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)...41 E11_2010 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)_Hernieuwde uitvraag Versie 8 januari

3 E11B Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden...44 E12 Nieuwe Sleutel Projecten (NSP)...46 E12_2010 Nieuwe Sleutel Projecten (NSP)_Hernieuwde uitvraag E15 Nota Ruimte project Hengelo Centraal Station van Twente / Hart van Zuid49 E17 Nota Ruimte project Maastricht Belvedere...49 E21 Nota Ruimte project Spoorzone Den Bosch...50 E22 Nota Ruimte project Stadshaven Rotterdam...51 E24 Nota Ruimte project Zuidplaspolder...51 E25 Beleidsregeling subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) 52 E26 Spoorse doorsnijdingen, tranche E27 Brede doeluitkering verkeer en vervoer...53 E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden...56 E28 Regionale mobiliteitsfondsen...57 E28B Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn) SiSa tussen medeoverheden.58 E28C Regionale mobiliteitsfondsen SiSa tussen medeoverheden...60 E29 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water...61 E29_2010 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water_Hernieuwde uitvraag...62 E30 Quick wins binnenhavens...63 E30A Quick wins binnenhavens_eenmalig...64 E30B Quick wins binnenhavens SiSa tussen medeoverheden...65 E34 Bijdrage hoofdvaarwegen Fryslân en Groningen...65 E37 Regeling wilhelminasluis...66 E38 IAK Almere...66 F2 Besluit ontwikkeling van landschappen (BOL)...66 F3 Verzameluitkering EL&I...67 F4 Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam)...67 F4B Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam)...68 F6 Besluit subsidies herstructurering Topprojecten bedrijventerreinen (TOPPERregeling)...68 F7 Subsidieregeling sterktes in de regio (Pieken in de delta)...69 F10 Nota Ruimte Project Eindhoven Brainport...70 G1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)...70 G1B Wet sociale werkvoorziening (Wsw)...71 G1C-1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel G1C-2 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen)...73 G2 Gebundelde uitkering...74 G2B Gebundelde uitkering...76 G2C-1 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB Gemeentedeel G2C-2 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen)...84 G3 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)...87 G3B Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)...88 G3C-1 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) Gemeentedeel...89 Versie 8 januari

4 G3C-2 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) Totaal G5 Wet participatiebudget (WPB)...93 G5B Wet participatiebudget (WPB)...95 G5C-1 Wet Participatiebudget (WPB) Gemeentedeel G5C-2 Wet Participatiebudget (WPB) Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen)...99 G7 Verzameluitkering SZW H1 Ministeriële regeling heroïnebehandeling H2 Regeling Buurt, Onderwijs en Sport (BOS) H3 Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + aanvullende curatieve SOA bestrijding H4 Verzameluitkering VWS H8 Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg) H10_2010 Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met Algemeen Baten-Lasten stelsel Besteding Besteding ten laste van Eindverantwoording Ja/Nee Overgangsindicator: Uitgaven van vóór 2010, waarvan de besteding in 2010 plaatsvindt Overgangsindicator: Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt Verantwoording indien uitvoering bij derden Correctie in de besteding Cumulatieve bestedingen SiSa tussen medeoverheden SZW Verantwoordingslijst Bijlage 1 Handleiding applicatie verantwoordingslijst Versie 8 januari

5 1 Inleiding Wat is SiSa? SiSa staat voor: Single information, Single audit, eenmalige informatieverstrekking, eenmalige accountantscontrole. SiSa is de manier waarop medeoverheden (provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen) zich per jaar verantwoorden over de besteding van specifieke uitkeringen. Om de lasten van de verantwoording zo laag mogelijk te houden, is SiSa volledig ingebed in het reguliere jaarrekeningproces van de medeoverheden. Het principe van SiSa wordt sinds 2006 toegepast op de verantwoording van specifieke uitkeringen. De verantwoording via SiSa is vastgelegd in artikel 17a Financiële-verhoudingswet. De procedure om de verantwoordingsstukken in te dienen bij de verstrekkers van de uitkeringen is beschreven in de procedure aanlevering verantwoordingsinformatie te vinden via Inhoud van deze invulwijzer Deze invulwijzer is een handleiding voor het invullen van het format voor de SiSa-bijlage verantwoordingsinformatie. Deze invulwijzer is geen vervanging van de bepalingen in de regelgeving die op de specifieke uitkeringen van toepassing is. De invulwijzer is dus een aanvulling, geen vervanging. Deze invulwijzer bevat informatie uit de tot en met het verantwoordingsjaar 2011 bestaande: Nota baten-lastenstelsel voor specifieke uitkeringen; Nota SiSa tussen medeoverheden voor SZW-regelingen; Veel gestelde vragen SiSa Hoe te werken met deze invulwijzer? Deze invulwijzer is een groeibestand. Daarmee bedoelen we dat de inhoud van deze invulwijzer groeit naar mate er meer vragen, antwoorden en wensen van verstrekkers en ontvangers in worden verwerkt. De invulwijzer werkt dus op een manier vergelijkbaar aan de veelgestelde vragen in voorgaande jaren. Zodra er reden is om wijzigingen door te voeren, komt een nieuwe, bijgewerkte versie op internet beschikbaar. Hierover wordt u geïnformeerd via de nieuwsbrief. We stellen ons voor dat dit vooral in de begintijd van de invulwijzer het geval gaat zijn. Om te voorkomen dat u dit omvangrijke bestand veelvuldig moet uitprinten, adviseren we om de invulwijzer vooral als naslagwerk te gebruiken en deze te raadplegen via internet (voeg bijvoorbeeld een link toe in uw internet-favorieten). Hoofdstuk Inhoud Doel 2 Wijzigingen ten opzichte van 2011 In dit hoofdstuk vindt u in het kort de belangrijkste wijzigingen in het format 2012 ten opzichte van Technische aspecten Hier vindt u een toelichting voor het werken met het excelbestand. 4 per regeling In dit hoofdstuk vindt u per regeling en per indicator een toelichting. 5 Algemeen In dit hoofdstuk zijn algemene toelichtingen opgenomen over onder andere veelgebruikte begrippen of veelgebruikte indicatoren. Versie 8 januari

6 2 Wijzigingen ten opzichte van Lay-out Op verzoek van een aantal medeoverheden zijn de kleuren in het format gewijzigd waardoor de verantwoordingsinformatie bij het printen beter zichtbaar is. Iedere indicator heeft een uniek indicatornummer wat de communicatie over indicatoren vereenvoudigt. Indicatoren die verwijzen naar jaartallen, doen dit via de omschrijving (jaar T) als de jaartallen mee schuiven met opeenvolgende verantwoordingsjaren. Jaartallen die niet jaarlijks veranderen, blijven wel als jaartal vermeld. Tabel 2.1 bevat de conversietabel. Tabel 2.1: Conversie T in bijlage verantwoordingsinformatie 2012 Jaartal Omschrijving via T in Format T T T 2013 T Vervallen of nieuwe regelingen Het volledige format van de SiSa-bijlage verantwoordingsinformatie 2012 bevat 80 regelingen. Dit zijn 18 regelingen minder regelingen dan in het format van de SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2011 (98 regelingen). Mede hierdoor is ook de omvang van de volledige tabel verminderd, van 53 pagina s op A4-formaat in 2011, naar 49 pagina s op A4-formaat in De afname van het aantal regelingen ten opzichte van 2011 wordt verklaard door 26 vervallen regelingen (zie tabel 2.2) en 8 nieuwe regelingen (zie tabel 2.3). Voor regelingen die vervallen zijn, hoeft geen verantwoordingsinformatie meer via SiSa/CBS te worden aangeleverd. De meeste nieuwe regelingen zijn eenmalig en toegevoegd naar aanleiding van de tegenvallende bevindingen op basis van de Single Review 2011 over het verantwoordingsjaar Hierdoor vragen de departementen voor een aantal specifieke uitkeringen nieuwe informatie over 2010 op via de SiSa-bijlage verantwoordingsinformatie Deze hernieuwde opvraag is nodig om voldoende zekerheid over de rechtmatige aanwending van deze uitkeringen te krijgen en over te kunnen gaan tot vaststellen. Deze regelingen zijn te herkennen aan de toevoeging _2010. Regeling H10_2010 neemt in dit rijtje een bijzondere positie in omdat voor deze regeling niet alleen informatie uit 2010 opnieuw wordt opgevraagd, maar ook over de andere jaren van de looptijd van deze regeling. Versie 8 januari

7 Tabel 2.2: Vervallen regelingen Nummer Naam V&J: A3 Rijksbijdrage bijstands- en bestrijdingskosten De verantwoording over deze regeling verloopt niet via de SiSa-verantwoordingssystematiek. Voor medeoverheden verandert door deze administratieve wijziging niets in de wijze van aanvragen en de uitkering. BZK: C6 Wet inburgering De specifieke uitkering is afgerond. De definitieve verantwoording van de middelen die in het kader van de Wet inburgering aan de gemeenten beschikbaar zijn gesteld heeft plaatsgevonden via de SISA-bijlage bij de jaarrekening OCW: D2 Onderwijsachterstandenbel eid niet-gsb (OAB) OCW: D6 Wet educatie beroeps onderwijs (Web) OCW: D7 Brede Scholen / Sportaccommodaties 2006 I&M: E4 Subsidieregeling Wet op Waddenfonds De specifieke uitkering is met ingang van kalenderjaar 2012 vervallen. De bestedingen voor verantwoordt u onder regeling D9. De specifieke uitkering is met ingang van kalenderjaar 2012 vervallen. De specifieke uitkering is met ingang van kalenderjaar 2012 vervallen. Deze specifieke uitkering is gedecentraliseerd naar de provincie Fryslan, deze zorgt weer voor doorgeleiding naar de Gemeenschappelijke Regeling Waddenfonds. Deze GR is belast met de uitvoering. Deze regeling hoeft daarom niet in de Sisabijlage 2012 te worden opgenomen. De specifieke uitkering is met ingang van kalenderjaar 2011 vervallen. Deze regeling is met ingang van kalenderjaar 2011 vervallen. I&M: E9 Programma Externe veiligheid I&M: E9B Programma Externe veiligheid SiSa tussen medeoverheden I&M: E14 Nota ruimte project De specifieke uitkering is gedecentraliseerd. Zie Emmen septembercirculaire gemeentefonds I&M: E16 Nota ruimte project De specifieke uitkering is gedecentraliseerd. Zie IJsseldelta septembercirculaire gemeentefonds I&M: E18 Nota Ruimte project De specifieke uitkering is afgerond. Nijmegen Waalfront I&M: E20 Nota ruimte project Oude De specifieke uitkering is gedecentraliseerd. Zie Rijnzone septembercirculaire provinciefonds I&M: E25B Beleidsregeling subsidies De regeling is afgerond. Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) I&M: E31 Den Haag / Scheveningen Deze specifieke uitkering is via de septembercirculaire Boulevard 2011 gedecentraliseerd naar het gemeentefonds. I&M: E32 Taxibeleid G4 De specifieke uitkering is afgerond. I&M: E33 I&M: E35 I&M: E36 EL&I: F1 Roetfilters openbaar vervoer Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast Regeling Innovatieprogramma kaderrichtlijn Water Effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen (EGM) De specifieke uitkering is afgerond. De specifieke uitkering is afgerond. De specifieke uitkering is afgerond. De specifieke uitkering is afgerond. Versie 8 januari

8 Nummer Naam EL&I: F9 Nota Ruimte project zone Eindhoven Deze specifieke uitkering is via de decembercirculaire 2011 gedecentraliseerd naar het gemeentefonds. EL&I: F11 Nota Ruimte project Apeldoorn kanaalzone Deze specifieke uitkering is via de meicirculaire 2011 gedecentraliseerd naar het gemeentefonds. EL&I: F12 Nota Ruimte Project alternatief Hoekse Deze specifieke uitkering is via de decembercirculaire 2011 gedecentraliseerd naar het provinciefonds. Waard/WDO EL&I: F13 Nota Ruimte project Groninger centrale zone Deze specifieke uitkering is via de meicirculaire 2011 gedecentraliseerd naar het gemeentefonds. SZW: G6 Schuldhulpverlening De specifieke uitkering is met ingang van kalenderjaar 2012 beëindigd. U kunt ten laste van deze regeling derhalve geen bestedingen meer verantwoorden. VWS: H5 VWS: H10 Vrouwenopvang inclusief advies- en steunpunt huiselijk geweld Brede doeluitkering Centra voor jeugd en gezin (BDU CJG)) Deze specifieke uitkering) is per 1 januari 2011 een decentralisatie uitkering geworden. Deze regeling is vervallen. Via H10_2010 wordt via SiSa 2012 nog wel een hernieuwde opvraag gedaan over de jaren 2008 tot en met Over 2012 kunt u geen bestedingen meer verantwoorden. Tabel 2.3: Nieuwe regelingen Nummer Naam Reden D4A Regeling brede scholen 2009_Uitstel Deze regeling is toegevoegd voor die gemeenten die uitstel hebben gekregen voor de realisatie voor D4. E6_2010 Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) _Hernieuwde uitvraag 2010 Hernieuwde uitvraag verantwoordingsinformatie 2010 naar aanleiding van de tegenvallende bevindingen van de single review E11_2010 E12_2010 E29_2010 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)_Hernieuwde uitvraag 2010 Nieuwe Sleutel Projecten (NSP)_Hernieuwde uitvraag 2010 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water_Hernieuwde uitvraag Hernieuwde uitvraag verantwoordingsinformatie 2010 naar aanleiding van de tegenvallende bevindingen van de single review Hernieuwde uitvraag verantwoordingsinformatie 2010 naar aanleiding van de tegenvallende bevindingen van de single review Hernieuwde uitvraag verantwoordingsinformatie 2010 naar aanleiding van de tegenvallende bevindingen van de single review E30A Quick Wins Binnenhavens Deze regeling is eenmalig van toepassing voor gemeenschappelijke regelingen die een specifieke uitkering voor Quick Wins hebben gekregen en in voorgaande jaren geen gelegenheid hebben gehad hierover te verantwoorden. E38 IAK Almere Het betreft een nieuwe regeling (en tevens specifieke uitkering) op grond van de subsidie proceskosten RRAAM/IAK. Versie 8 januari

9 Nummer Naam Reden H10_2010 Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011 Hernieuwde uitvraag verantwoordingsinformatie naar aanleiding van de tegenvallende bevindingen van de single review De uitvraag voor H10_2010 vindt plaats voor de totale verantwoordingsperiode 2008 tot en met Hiervoor is gekozen omdat veel gemeenten zich voor de afweging geplaatst zagen om voor alle jaren van de verantwoordingsperiode herzien aan te leveren. De vaststelling van de BDU CJG (H10) over de jaren 2008 t/m 2011 zal plaatsvinden op basis van deze hernieuwde opvraag via H10_2010. Dit betekent dus dat ook gemeenten die al een herziene aanlevering hebben ingediend, de informatie opnieuw moeten aanleveren. Gemeenten die nog geen herziening hadden ingediend over de betreffende jaren kunnen met deze uitvraag alsnog nieuwe cijfers indienen. 2.3 Wijzigingen binnen bestaande regelingen Zowel als gevolg van voortschrijdend inzicht, de wens tot verheldering en door het bijna aflopen van regelingen, zijn binnen een groot aantal regelingen aanpassingen doorgevoerd in het aantal of de omschrijving van de indicatoren. Als dit aan de orde is bij een bepaalde regelingen, is dit vermeld bij de betreffende regeling in hoofdstuk Aansluiting met het OSU 2012 Het ministerie van BZK stelt jaarlijks, op basis van de begrotingen van de departementen, het Onderhoudsrapport Specifieke Uitkeringen (OSU) op. In het OSU 2012 dat in het voorjaar van 2012 aan de Tweede Kamer is aangeboden, verwachtten de betrokken ministeries in totaal 55 specifieke uitkeringen te hebben in De SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 bevat echter 81 regelingen. Dit verschil heeft een aantal oorzaken. De belangrijkste is dat de termen regeling en specifieke uitkering niet hetzelfde betekenen. Eén specifieke uitkering kan meerdere regelingen omvatten, zoals de ene specifieke uitkering Wsw, vier regelingen omvat: G1, G1B, G1C-1 en G1C-2. Daarnaast bestaan verschillen als gevolg van voortschrijdend inzicht (een medeoverheid heeft een project sneller afgerond dan verwacht) en tussentijdse ontwikkelingen (de hernieuwde uitvraag voor de _2010-regelingen naar aanleiding van de single review 2011). Daarnaast bevat het OSU alleen specifieke uitkeringen van het Rijk. In enkele gevallen bevat de SiSa bijlage verantwoordingsinformatie ook nog regelingen die alleen tussen medeoverheden van toepassing zijn. Versie 8 januari

10 Tabel 2.4:Aansluiting OSU 2012 met SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 Aantal Aantal Specifieke uitkeringen in OSU Verschillen: Meerdere regelingen per Specifieke uitkering 22 SiSa tussen medeoverheden-regeling zonder rijksvariant. 2 Regeling in voorgaande jaren van OSU verwijderd omdat er geen bestedingen meer plaatsvinden vanuit het Rijk. Omdat over de regeling nog wel moet worden verantwoord, komt deze nog voor in de bijlage. 6 Voortschrijdend inzicht -8 Toegevoegde regelingen als gevolg van de single review Subtotaal 27 Regelingen in het format voor de SiSa bijlage Versie 8 januari

11 3 Technische aspecten 3.1 Legenda V&J A2 Brede DoelUitkering Besteding (jaar T) Rampenbestrijding (BDUR) 6 Besluit 4 veiligheidsregio's artikelen 8.3 en 8.4 Aard controle R Veiligheidsregio's 5 Indicatornummer: A2 / BZK C9 Excellente gebieden innovatieve energiebesparing in de nieuwbouw Begroting WWI Brief van de Minister Hieronder per regel één referentienummer (EG09.) van het betreffende project invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor WWI van , kenmerk SB In (jaar T) gestart met project Ja/Nee? 9 10 Gemeenten Aard controle n.v.t. Aard controle D1 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: C9 / 01 Indicatornummer: C9 Indicatornummer: / 02 C9 / De afkorting voor de naam van het ministerie dat de specifieke uitkering verstrekt. Afkorting V&J I&A BZK OCW I&M EL&I SZW VWS Volledige naam. Ministerie van: Veiligheid en Justitie Immigratie, Integratie en Asiel Binnenlandse Zaken Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Infrastructuur en Milieu Economische zaken, Landbouw en Innovatie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Volksgezondheid, Welzijn en Sport Versie 8 januari

12 2 2 Het nummer van de regeling. Per specifieke uitkering kunnen meerdere regelingen bestaan. Gebruik dit nummer bij de communicatie met de verstrekker van de specifieke uitkering of het ministerie van BZK (via postbusibi@minbzk.nl). 3 3 De naam van de specifieke uitkering. 4 De wettelijke basis voor het bestaan van de specifieke uitkering. In de wettekst is ook meer informatie over de te verantwoorden indicatoren opgenomen. Zoek de teksten via of een zoekmachine zoals google. 5 5 Het type medeoverheid dat de specifieke uitkering ontvangt. 6 De omschrijving van de indicator (te verantwoorden eenheid). Een specifieke uitkering kan verschillende aantallen en soorten indicatoren hebben. Lees de omschrijving en de toelichting voorafgaand aan het invullen. De omschrijving (jaar T) heeft betrekking op het kalenderjaar waarover gegevens moeten worden verstrekt. Voor 2012 geldt de volgende conversietabel: Jaartal Conversietabel T voor Format T T T 2013 T+1 77 Aard controle is een aanwijzing voor de manier waarop de accountant deze indicator controleert. Het format kent vier verschillende vormen: R, D1, D2 en n.v.t.. In de nota verwachtingen accountantscontrole, te vinden via zijn deze termen verder toegelicht. 88 Het indicatornummer. Elke indicator in het format heeft een uniek nummer, gevormd door het nummer van de regeling aangevuld met de volgorde waarin de indicator in het format is vermeld. Gebruik dit nummer bij de communicatie met de verstrekker van de specifieke uitkering of het ministerie van BZK (via postbusibi@minbzk.nl). 9 9 De witte invulcel. Hier vult de medeoverheid de voor de eigen organisatie te verantwoorden informatie in. Het invullen van deze cel is verplicht. Zie ook de toelichting bij 3.2. Bij sommige regelingen is het mogelijk meer regels in te vullen. Zie daarvoor de toelichting bij De groene invulcel. Het invullen van deze cel is niet verplicht. Als de medeoverheid daarvoor kiest, kan ook hier de voor de eigen organisatie te verantwoorden informatie ingevuld worden. Zie ook de toelichting bij 3.2. Bij sommige regelingen is het mogelijk meer regels in te vullen. Zie daarvoor de toelichting bij 3.3. Versie 8 januari

13 3.2 De betekenis van de kleuren Het format voor de SiSa bijlage verantwoordingsinformatie bevat verschillende kleuren. Deze kleuren zijn niet zomaar gekozen, maar hebben een betekenis. Witte invulcellen zijn verplicht in te vullen. Deze moeten een waarde bevatten. De in te vullen waarde kan ook 0 (nul) zijn als dit de voor u werkelijk te verantwoorden situatie weergeeft. Als u een witte cel niet invult, betekent dit dat de aanlevering niet door de plausibiliteitstoets van het CBS komt. Groene invulcellen hoeft u alleen in te vullen als die voor u relevant zijn. Gele rijen (toelichtingen en de omschrijvingen van de indicatoren) zijn regelingen in het kader van SiSa tussen medeoverheden. De verantwoordingsinformatie bij deze regelingen stuurt het CBS door naar de provincies die de informatie gebruiken voor vaststelling. Oranje rijen zijn regelingen in het kader van SiSa tussen medeoverheden bij SZW-regelingen. De verantwoordingsinformatie bij deze regelingen stuurt het CBS door naar de gemeenten die de informatie gebruiken voor de vaststelling (van de verantwoording). 3.3 Het vullen van de invulcellen Per invulcel kunt u maximaal 255 tekens opnemen (vooral van belang bij indicator 'toelichting'). U vult verplicht de witte invulcellen in, zie de toelichting onder het kopje kleur van de cellen. U verantwoordt alle specifieke uitkeringen in principe genetteerd, dat wil zeggen exclusief BTW. Als er toch bruto verantwoordt moet worden is dit bij de indicator of in de invulwijzer aangegeven. U rondt geldbedragen af op hele euro s. U gebruikt geen formules in de in te vullen cellen. Dit zorgt voor problemen bij de doorlevering vanuit het CBS naar de verstrekkers van de specifieke uitkeringen en bij de verwerking door de verstrekker van de specifieke uitkeringen. Vul alleen de regelingen in waarvoor u verantwoording dient af te leggen volgens de verantwoordingslijst (voorheen kruisjeslijst). Andere informatie in het ingevulde format wordt door het CBS niet doorgeleverd aan de verstrekkers. Mist u een melding in de verantwoordingslijst, geef dit dan tijdig door aan het ministerie van BZK. 3.3 Opmaak excelbestand wijzigen U kunt het format op maat maken zodat de specifieke uitkeringen die niet van toepassing zijn ook niet zichtbaar zijn, door gebruik te maken van de versie met macro s. In de versie van het format met macro s kunt u de regelingen aanvinken die voor uw gemeente van toepassing zijn, de overige regelingen worden dan niet meer getoond. U kunt deze versie ook gebruiken voor de indiening bij het CBS. Als u gebruik maakt van het format zonder macro s kunt u alleen het volledige Excelbestand gebruiken voor de indiening bij het CBS. Het Excelbestand dat u indient bij het CBS op maat maken door alle specifieke uitkeringen die niet van toepassing zijn te verwijderen, is niet toegestaan. Lees verder voor overige opmaakopties binnen het format. Mochten deze geen oplossing zijn voor uw specifieke informatie, dan kunt u nog een laatste redmiddel toepassen. U Versie 8 januari

14 kunt dan in uw jaarrekening een op maat gemaakte versie opnemen en de volledige versie zonder macro s bij het CBS indienen. Dan betekent wel dat u met twee versies van het format moet gaan werken en ervoor zult moeten zorgen dat deze versies precies dezelfde informatie bevatten. Om een versie alleen voor eigen gebruik te maken, kopieert de inhoud van het tabblad naar een ander Excelbestand en slaat dat op. 3.4 Toevoegen van regels Deze optie is alleen van toepassing als u gebruik maakt van de macroversie van het format. a) Ga naar het tabblad Selecteer specifieke uitkering. U ziet een lijst met alle regelingen waarover verantwoord kan worden, met een vakje waarin u een vinkje kunt zetten en een cel waarin standaard het getal 1 staat (het aantal regels staat standaard op 1). b) Ga naar de regeling waarvan u het aantal verantwoordingsregels wilt wijzigen. c) Geef eerst het aantal regels op. Verander dus het cijfer 1 naar het gewenste aantal regels. d) Druk op <enter>. e) Zet daarna het vinkje bij de specifieke uitkering. De macrofuncties zorgen er tevens voor dat de niet-geselecteerde specifieke uitkeringen voor u worden verborgen. Mocht u in een later stadium het aantal regels willen wijzigen, zet dan eerst het vinkje uit bij de regeling waarvan u het aantal regels wilt wijzigen en volg daarna de procedure vanaf stap a). Let op: deze volgorde is belangrijk vanwege de wijze waarop de macrofuncties in het bestand werken. Als u het andersom doet, zullen de benodigde regels niet beschikbaar zijn. Het is niet de bedoeling dat u extra regels toevoegt om meer ruimte te creëren voor het geven van een toelichting en daarbij andere witte (verplichte) cellen op diezelfde regel leeg laat. Het systeem bij het CBS dat de ingediende bijlage controleert op vormvereisten ziet dat dan als het niet invullen van verplichte cellen en beoordeelt de aanlevering als niet plausibel. Zie voor het creëren van ruimte voor een toelichting 3.5). 3.5 Opmaak van een cel wijzigen De opmaak van de verplicht in te vullen cellen kan niet gewijzigd worden. Als u in een bepaalde cel een aantal wilt invullen, en de opmaak geeft een bedrag in euro s weer, kan het of een fout zijn in het format, of een verkeerde interpretatie van de verantwoordingsinformatie die gevraagd wordt. Bij twijfel: lees de toelichting in deze nota. Staat uw vraag er niet bij: stuur een naar postbusibi@minbzk.nl. 3.6 Opmaak van cellen met toelichting wijzigen De opmaak van cellen waarin om een toelichting gevraagd wordt, is ingesteld op het verwerken van 255 tekens. De functie terugloop staat standaard ingesteld bij deze cellen, zodat als de inhoud van de tekst groter is dan de cel, het format de opmaak automatisch aanpast. Versie 8 januari

15 Als u een tekst uit een ander bestand in een invulcel plakt, werkt de terugloop niet altijd. Vaak helpt het als u de cursor voor het plakken niet in de cel zet, maar in de formulebalk bovenaan het scherm en de tekst daarin plakt. Mocht dit in uw geval niet werken, controleert u dan in de formulebalk boven in het scherm of de gehele tekst daarin wel is opgenomen. Als dat het geval is, hoeft u zich voor de doorlevering geen zorgen te maken; het CBS stuurt bij de verwerking wel de volledige tekst door. Als u voor uw eigen gebruik de tekst wel zichtbaar wilt maken, kunt u de kolombreedte aanpassen. In het format met macro's is de breedte aan te passen door middel van de extra knoppen die verschijnen in de werkbalk. Ook kunt u de stappen volgen beschreven bij 3.2. U kunt er ook voor kiezen om in de toelichtende tekst te verwijzen naar een tekst die elders in de jaarrekening is opgenomen. Voeg in dat geval wel paginanummers toe, zodat degenen die de informatie moeten beoordelen dit snel terug kunnen vinden. Tot en met SiSa 2011 werden de PDF-bestanden van de jaarrekening niet standaard naar alle verstrekkers van specifieke uitkeringen doorgestuurd. Met ingang van 2012 is dit wel het geval. 3.7 Kolommen breder of smaller maken Deze optie is alleen van toepassing als u gebruik maakt van de macroversie van het format. U kunt de opmaak van de kolommen van het format breder of smaller maken zodat de tekst die u wilt invullen beter leesbaar is in uw jaarrekening. De werking is afhankelijk van de Excelversie die u gebruikt. In de oudere versies verschijnen in de menubalk bovenaan het scherm twee knoppen. Een knop om de kolom breder te maken en een andere knop om de kolom smaller te maken. Plaats de cursor in de breder of smaller te maken kolom en klik zo vaak uw wilt op de betreffende knoppen tot het format is zoals u het wilt. In nieuwere Excelversies verschijnen de knoppen in het tabblad Invoegtoepassingen. 3.8 Welk bestand indienen bij het CBS? Voor het aanleveren van de SiSa-stukken kunt u bij het CBS alléén de formats indienen die op de site zijn gepubliceerd (onderaan op de pagina, bij publicaties). Omdat op deze site ook testversies van het format worden gepubliceerd, is het van belang de communicatie via de nieuwsbrieven en via de website te volgen. In de procedurebeschrijving (ook te vinden via de eerder genoemde website) is uitgebreider beschreven hoe het indienen werkt. Op het tabblad algemeen in het format vindt u de versie-aanduiding. Heeft u technische problemen met deze formats, bijvoorbeeld vanwege andere programmatuur, neemt u dan contact op met postbusibi@minbzk.nl. Samen met het CBS vinden we dan een oplossing voor uw situatie. De afgelopen jaren zijn sommige provincies ook gebruik gaan maken van een provinciale SiSa-bijlage. Deze bijlage gebruikt de provincie voor de verantwoording over subsidies die met eigen provinciale middelen aan medeoverheden worden verstrekt. In sommige gevallen kan dat gaan om voormalige specifieke uitkeringen (gefinancierd door rijksmiddelen) die zijn gedecentraliseerd naar het provinciefonds. Het is niet toegestaan Versie 8 januari

16 deze bijlage in te dienen bij het CBS. Controleer bij twijfel de verantwoordingslijst. Heeft u een kruisje voor een bepaalde regeling, dan moet u daarover via SiSaverantwoordingslijst (de voormalige kruisjeslijst) gepubliceerd op verantwoorden via het CBS. Komt uw organisatie niet voor op die verantwoordingslijst, en u heeft wel van de provincie het verzoek gekregen via SiSa te verantwoorden, neem dan contact op met de provincie. 3.9 Foutmelding bij openen format met macro s Soms komt het voor dat bij het openen van het format met macro s een foutmelding verschijnt. o o Een gedeelte van de opmaak is verwijderd. Deze foutmelding ontstaat bij enkele overheden en heeft geen gevolgen voor de verdere werking van het format, of voor het aanbieden aan het CBS. De macro s in deze werkmap zijn uitgeschakeld omdat het beveiligingsniveau is ingesteld op Hoog en. Deze foutmelding wordt veroorzaakt door uw eigen werkstation. U kunt de instelling van Excel aanpassen via het menu Extra. Kies dan voor Opties, vervolgens voor het tabje Beveiliging en vervolgens de knop Macrobeveiliging Een fout in het Excelbestand? Als u van mening bent dat een bepaalde witte cel niet door u ingevuld kan worden, of de witte cel eigenlijk een groene cel zou moeten zijn: neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het ministerie van BZK (via postbusibi@minbzk.nl). Het opstellen van het format is mensenwerk, dus het is mogelijk dat het een fout betreft. In dat geval is het ook voor andere medeoverheden van belang dit zo snel mogelijk te signaleren. Maak bij twijfel over de juistheid of het al dan niet van toepassing zijn van een indicator geen eigen keuzes om de verantwoording snel te kunnen indienen. o Het niet invullen van een waarde in een cel leidt tot een niet plausibele aanlevering. o Als u een 0 invult, gaat de verstrekker van de uitkering er bij de beoordeling vanuit dat een juiste weergave van de situatie is: u verantwoordt 0 (nul). Als u niet zeker weet wat u moet invullen, en u het antwoord niet kunt vinden in deze invulwijzer, neemt u contact op met het ministerie van BZK (via postbusibi@minbzk.nl). Het invullen van een 0 als dit niet de feitelijke situatie is, betekent dat u gekort wordt op de uitkering. De verstrekker van de specifieke uitkering moet er immers op kunnen vertrouwen dat de ingevulde verantwoording juist en volledig is en bij het financieel vaststellen (zoals in de specifieke uitkering is bepaald) de aangeleverde gegevens als basis kan hanteren. Versie 8 januari

17 4 per regeling Deze paragraaf bevat een algemene toelichting per specifieke uitkering en een toelichting voor indicatoren die uniek zijn voor de betreffende regeling. Een toelichting voor algemene indicatoren die bij meerdere regelingen voorkomen, is te vinden in hoofdstuk 5. Waar dit aan de orde is, is dit opgenomen bij de betreffende indicator. A1 Verzameluitkering Veiligheid en Justitie De mogelijkheid om met terugwerkende kracht over meerdere jaren te verantwoorden die in IBI nieuwsbrief nr. 30 was aangekondigd voor 2011, blijft ook in 2012 gehandhaafd. A1 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) (en eventueel besteding van voorgaande jaren voor zover nog niet eerder verantwoord) Alle bestedingen binnen de doelstellingen van het ministerie van V&J zijn aan te merken als rechtmatige bestedingen in het kader van deze verzameluitkering. U kunt de doelstellingen terugvinden in de begroting van het ministerie, te vinden via de website rijksoverheid.nl/sisa. U kunt volstaan met het verantwoorden van de bestedingen tot het bedrag dat aan uw gemeente is verstrekt als verzameluitkering. Door het brede bestedingsdoel is het erg onwaarschijnlijk als uw gemeente niet het volledige bedrag van de beschikking kan verantwoorden. A2 Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR) Het besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen is vervallen en opgegaan in het Besluit veiligheidsregio s per 1 oktober A2 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) A4 Regeling uitstapprogramma s voor prostituees (RUPS) Ten opzichte van 2011 zijn de indicatoren A4/01 en A4/02 gewijzigd. Op basis van op dit moment bekende informatie vervalt deze specifieke uitkering aan het einde van dit verantwoordingsjaar en komt niet meer terug in SiSa Dit jaar is dus het laatste jaar dat u bestedingen kunt verantwoorden. Versie 8 januari

18 A4 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) Deze indicator is nieuw ten opzichte van In voorgaande jaren werd gevraagd de besteding tot en met het verantwoordingsjaar (T) op te geven. Omdat dit niet goed aansluit bij de jaarlijkse verantwoording en eenmalige accountantscontrole, vraagt het departement met ingang van 2012 alleen nog om de bestedingen in het lopende kalenderjaar. 02 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (A4/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie ook de toelichting in B1 Regeling Opvang Asielzoekers (ROA) Ten opzichte van vorig jaar zijn twee indicatoren vervallen: verstrekking gestopt Ja/Nee en de overgangsindicator Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt. B1 Indicatoren 01 Hieronder per regel één IBISregistratienummer invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie. 02 Besteding (jaar T) De gemeente dient de declarabele kosten te verantwoorden, dat willen zeggen conform het oude ROA-principe. Met andere woorden een bedrag aan persoonlijke toelage en gemeentelijk aandeel per persoon, per jaar. Zie ook de toelichting in 03 Maand waarin verstrekking is stopgezet Versie 8 januari

19 B2 (ex)zorgwet voorwaardelijke vergunning tot verblijf (VVTV) Ten opzichte van vorig jaar is een indicator vervallen: uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt. B2 Indicatoren 01 Aantal vergunninghouders per maand in (jaar T) van 18 jaar en ouder 02 Besteding (jaar T) (aantal vergunninghouders van 18 jaar of ouder * normbedrag) = A 03 Aantal vergunninghouders per maand in (jaar T) jonger dan 18 jaar 04 Besteding (jaar T) (aantal vergunninghouders jonger dan 18 jaar * normbedrag) = B 05 Totaal besteding (jaar T) alle vergunninghouders (A + B) Vul in deze cel de som in van: indicator B2/02 + indicator B2/04. C1 Verzameluitkering BZK De mogelijkheid om met terugwerkende kracht over meerdere jaren te verantwoorden die in IBI nieuwsbrief nr. 30 was aangekondigd voor 2011, blijft ook in 2012 gehandhaafd. Versie 8 januari

20 C1 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) (en eventueel besteding van voorgaande jaren voor zover nog niet eerder verantwoord) Alle bestedingen binnen de doelstellingen van het ministerie van BZK zijn aan te merken als rechtmatige bestedingen in het kader van deze verzameluitkering. U kunt de doelstellingen terugvinden in de begroting van het ministerie, te vinden via U kunt volstaan met het verantwoorden van de bestedingen tot het bedrag dat aan uw gemeente is verstrekt als verzameluitkering. Door het brede bestedingsdoel is het erg onwaarschijnlijk als uw gemeente niet het volledige bedrag van de beschikking kan verantwoorden. C3 Brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (GSB/SIV) Met deze specifieke uitkering kunt u een correctie doorvoeren in verband met in 2011 opgenomen voorlopige toekenningen in de verantwoording. Versie 8 januari

21 C3 Indicatoren 01 Correctie in de besteding 2011 in verband met een lagere vaststelling van een in de besteding 2011 opgenomen voorlopige toekenning. Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen. Bij een hogere vaststelling (in 2012) van de voorlopige toekenning in 2011, dan wel wanneer de voorlopige toekenning in 2011 aan derden volledig is vastgesteld door de gemeente, dient een 0 (nul) ingevuld worden. 02 Geef hier een correctie door ten opzichte van de in 2011 verantwoorde besteding, voor zover die betrekking heeft op Voorlopige toekenningen. Deze indicator kan dus niet gebruikt worden om andere correcties in de besteding van voorgaande jaren door te geven. Zie ook de toelichting in Met uw SiSa 2011 en SiSa 2010 verantwoording heeft u inhoudelijke en financiële verantwoording afgelegd over de nog te realiseren herstelafspraken/indicatoren voor beide jaren. Derhalve is het niet meer mogelijk om over 2012, buiten de reikwijdte van de herstelafspraken, bestedingen te verantwoorden. Let op het volgende: in voorkomende situaties hebben gemeenten met de SiSa 2010 en SiSa 2011 in totaal meer bestedingen verantwoord dan het rechtmatig te besteden bedrag 2010/2011 (rijksbijdrage) zoals aangegeven in de vaststellingsbeschikking BDU SIV tijdvak Verondersteld wordt dat het surplus (het verantwoorde bestedingsdeel dat het rechtmatig te besteden bedrag 2010/2011 overstijgt), de verantwoording van gemeentemiddelen betreft. Indien dit aan de orde is en de correctie is kleiner dan het surplus, kunt u volstaan met het invullen van een 0. Indien de correctie hoger is dan het surplus, vult u alleen het correctiedeel in dat het surplus overstijgt. C7C Investering Stedelijke Vernieuwing (ISV) II SiSa tussen medeoverheden Let op: Er is een verschil in behandeling tussen ISV I, II en III. Alleen ISV II wordt via SiSa verantwoord. In 2007 is voor de ISV II-periode een start gemaakt met de SiSa tussen mede overheden. ISV I-projecten worden niet via de SiSa-bijlage afgerekend, maar via een afzonderlijke accountantsverklaring voorzien van een gewaarmerkte (financiële) eindverantwoording. Vanaf 2011 worden de ISV middelen als decentralisatieuitkering in het provinciefonds gestort. De ISV III-projecten worden ook niet via de SiSabijlage afgerekend. Ten opzichte van 2011 zijn de overgangsindicatoren in verband met de overgang van het kasstelsel naar het baten-lastenstelsel vervallen. Versie 8 januari

22 C7C Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. verantwoordingsjaar ten laste van provinciale middelen. Zie ook de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. De term besteding kan ik het kader van ISV gelezen worden als de subsidiabele kosten waarbij de volgende formule kan worden gehanteerd: bestedingen opbrengsten = exploitatietekort = subsidiabele kosten. Daarnaast geldt dat de bestedingen in het kader van de regeling alleen werken mogen omvatten die gekenschets worden als stedelijke vernieuwing: dat betekend onder meer dat de bestedingen enkel het fysieke domein mogen betreffen. 03 Overige bestedingen (jaar T) Bij ISV is altijd gemeentelijke inzet van middelen aan de orde. Overige bestedingen hebben betrekking op deze gemeentelijke middelen. Vul de overige bestedingen in van het betreffende verantwoordingsjaar. Zie ook de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 04 afwijking De toelichting kan zowel financieel als inhoudelijk zijn en hangt af van de specifieke omstandigheden van het betreffende project. Het is aan de medeoverheid om te bepalen wat zij hier van belang vindt om toe te lichten. Als het project/complex is afgerond en als sprake is van een subsidie in het grondexploitatietekort wil de provincie Overijssel bij deze indicator ook het eindsaldo van de grondexploitatie zien. Versie 8 januari

23 C7C Indicatoren 05 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in begrippenlijst. Kiest u voor ja, dan vult u ook de groene indicatoren C7C/08 tot en met C7C/11 in. 06 Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen) Afspraak Alleen in te vullen na afloop project 07 Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen) Realisatie Alleen in te vullen na afloop project Invullen na afloop van het project. Hebt u bij C7C/05 ja ingevuld, dan vult u ook deze indicator in. In deze kolom wordt het aantal overeengekomen prestaties/activiteiten opgenomen (1, 2, et cetera) die de medeoverheid voor het ISV moet leveren, zoals deze in de verleningsbeschikking van het project staan vermeld. Invullen na afloop van het project. Hebt u bij C7C/05 ja ingevuld, dan vult u dus ook deze indicator in. U vult hier de werkelijk gerealiseerde prestaties/activiteiten van het project in (1, 2, et cetera). (het aantal eenheden dat een medeoverheid met behulp van de verkregen subsidie heeft gerealiseerd of de realisatie door middel van uitvoering van het door de provincie goedgekeurde projectplan waarvoor provinciale subsidie wordt verstrekt). Als u deze cel niet invult na afloop van het project kan de provincie u om een afzonderlijk verantwoordingsverslag vragen. Versie 8 januari

24 C7C Indicatoren 08 Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen) afwijking Alleen in te vullen na afloop project Invullen na afloop van het project. Hebt u bij C7C/05 ja ingevuld, dan vult u dus ook deze indicator in. Als het project niet conform het door de provincie goedgekeurde projectplan is gerealiseerd, geeft u bij deze indicator een toelichting van deze afwijking. De afwijking heeft dus betrekking op het verschil tussen de realisatie bij indicator C7C/09 en de afspraak bij indicator C7C/08. Een afwijking kan zowel betrekking hebben op het aantal woningen/woonequivalenten als op de bonussen en de verplaatsing van milieu hinderlijke bedrijven categorie 3 of hoger. Het is van belang om in de toelichting aan te geven waar de afwijking betrekking op heeft. Als u veel tekst wilt opnemen en de toelichting is ook opgenomen in de jaarrekening, kunt u hier ook verwijzen naar het betreffende paginanummer waar deze toelichting te vinden is. C8B Besluit Locatiegebonden Subsidies 2005 SiSa tussen medeoverheden Ten opzichte van 2011 zijn de overgangsindicatoren in verband met de overgang van het kasstelsel naar het baten-lastenstelsel vervallen. Ook is de indicator Aantal specifieke categorieën woningen vervallen. C8B Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. verantwoordingsjaar ten laste van provinciale middelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Versie 8 januari

25 C8B Indicatoren 03 afwijking 04 Eindverantwoording Ja/Nee Zie ook de toelichting in C9 Excellente gebieden innovatieve energiebesparing in de nieuwbouw C9 Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer (EG09.) van het betreffende project invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de verleningsbrief. Het beschikkingsnummer begint altijd met EG09. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. 02 In (jaar T) gestart met project Ja/Nee? U kiest ja als: er in jaar T gestart is met het project. U kiest nee als: er in jaar T niet gestart is met het project. Zie ook de toelichting in 03 D1 Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten Deze regeling wordt ingevuld door de gemeenten die de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) voortijdig schoolverlaten vervullen. Elk jaar maken de regio s in de RMC-effectrapportage zichtbaar hoe ze de middelen inzetten. Ten opzichte van de SiSa bijlage 2011 is de overgangsindicator in verband met de overgang van het kasstelsel naar het baten-lasten stelsel vervallen. D1 Indicatoren 01 Besteding (Jaar T) Versie 8 januari

26 D1 Indicatoren 02 Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Voor een eventuele stand reserve verwijs ik u naar de (laatste) beschikking over de Jaarrekening specifieke uitkeringen 2011 van OCW/DUO D3 Excessieve kosten Archeologie Deze regeling is gebaseerd op het Besluit archeologische monumentenzorg (Bamz), Staatsblad 292 van 2007 en verder uitgewerkt in de Regeling archeologische monumentenzorg. D3 Indicatoren 01 Besteding (Jaar T) ten laste van rijksmiddelen (dit zijn de totale bestedingen exclusief de drempelbijdragen en exclusief het verstoordersdeel) verantwoordingsjaar ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Drempelbedrag: inwoneraantal x bedrag (op grond van de Regeling archeologische monumentenzorg en Bamz, artikel 1 en 2). Verstoordersdeel: een redelijke bijdrage van de verstoorder. Er mag geen afwenteling op het Rijk plaatsvinden (Bamz art 1 en 6 en de toelichting). 02 Aantal afgeronde projecten in (jaar T) Realisatie Versie 8 januari

27 D3 Indicatoren 03 Eindverantwoording Ja/Nee Opgravingen en vooral de uitwerking daarvan tot een rapportage kunnen meerdere jaren in beslag nemen. U kiest ja als: zowel de financiële én de inhoudelijke rapportage (want dat is in wezen het resultaat van en opgraving) geleverd is. De financiële en inhoudelijke rapportage lopen niet altijd gelijk. De uitwerking kan bijvoorbeeld vooraf afgerekend zijn, terwijl het opgravingsbedrijf het rapport nog moet afronden en leveren. Let wel: de medeoverheid is door het opleggen van de opgraafverplichting ook partij. U kiest nee als: tussentijds financieel verslag wordt gedaan en/of de inhoudelijke rapportage nog niet geleverd is. Zie ook de toelichting in D4 Regeling brede scholen 2009 Deze specifieke uitkering komt niet meer terug in SiSa Dit jaar is dus het laatste jaar dat u bestedingen kunt verantwoorden. Het betreft alleen nog een correctie in verband met in 2011 mogelijk opgenomen voorlopige toekenningen in de verantwoording. In de verantwoordingslijst staat dat ik over D4 moet verantwoorden. Maar daarover heb ik via SiSa 2011 al eindverantwoording ingediend. Wat nu? Waarschijnlijk heeft u via SiSa 2011 ook aangegeven dat in de bestedingen van 2011 voorlopige toekenningen waren verwerkt. Bij de betreffende indicator in 2011 was vermeld dat u dan in 2012 de mogelijkheid krijgt om de bestedingen over 2011 (nu dus T-1) te corrigeren. Ook als nu blijkt dat u niets te corrigeren heeft, omdat de voorlopige toekenning voor hetzelfde bedrag is vastgesteld of omdat u in 2011 een fout heeft gemaakt, moet u dus over deze regeling verantwoording afleggen. U kunt als u geen correcties door te geven heeft, een 0 (nul) invullen. D4 Indicatoren 01 Hieronder per regel één registratienummer vaststellingsbeschikking (OND/ODB-xxxxxx) van het betreffende project invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie. Het registratienummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het registratienummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. Versie 8 januari

28 D4 Indicatoren 02 Correctie in de besteding 2011 in verband met een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2011 opgenomen voorlopige toekenning. Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Geef hier een correctie door ten opzichte van de in 2011 verantwoorde besteding, voor zover die betrekking heeft op Voorlopige toekenningen. Deze indicator kan dus niet gebruikt worden om andere correcties in de besteding van voorgaande jaren door te geven. Zie ook de toelichting in Wanneer er in 2011 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden. 03 op niet afgeronde projecten Omschrijf hier de reden waarom projecten nog niet zijn afgerond. D4A Regeling brede scholen 2009_Uitstel Deze regeling is bedoeld voor die gemeenten die uitstel hebben gekregen. D4A Indicatoren 01 Hieronder per regel één registratienummer vaststellingsbeschikking (OND/ODB-xxxxxx) van het betreffende project invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie. Het registratienummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het registratienummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. 02 Besteding (Jaar T) 03 Project afgerond in (Jaar T)? Ja / Nee Versie 8 januari

29 D4A Indicatoren 04 Besteding (Jaar T) (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2013 nog een correctie op de besteding 2012 kunnen opnemen. 05 niet afgeronde projecten D5 Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009 Deze specifieke uitkering komt niet meer terug in SiSa Dit jaar is dus het laatste jaar dat u bestedingen kunt verantwoorden. Het betreft alleen nog een correctie in verband met in 2011 mogelijk opgenomen voorlopige toekenningen in de verantwoording. U verantwoordt over deze regeling inclusief BTW. Casus: In de OCW-regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 31 augustus 2009 met kenmerk PO/BenS-2009/ staat in Bijlage II onder 1 vermeld dat het genoemde (maximum)bedrag per eenheid inclusief BTW is. Verantwoord ik nu inclusief of exclusief BTW? U verantwoordt voor deze regeling inclusief BTW. In de verantwoordingslijst staat dat ik over D5 moet verantwoorden. Maar daarover heb ik via SiSa 2011 al eindverantwoording ingediend. Wat nu? Waarschijnlijk heeft u via SiSa 2011 ook aangegeven dat in de bestedingen van 2011 voorlopige toekenningen waren verwerkt. Bij de betreffende indicator in 2011 was vermeld dat u dan in 2012 de mogelijkheid krijgt om de bestedingen over 2011 (nu dus T-1) te corrigeren. Ook als nu blijkt dat u niets te corrigeren heeft, omdat de voorlopige toekenning voor hetzelfde bedrag is vastgesteld of omdat u in 2011 een fout heeft gemaakt, moet u dus over deze regeling verantwoording afleggen. U kunt als u geen correcties door te geven heeft, een 0 (nul) invullen. Versie 8 januari

30 D5 Indicatoren 01 Correctie in de besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen in verband met een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2011 opgenomen voorlopige toekenning. Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2011 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden. Geef hier een correctie door ten opzichte van de in 2011 verantwoorde besteding ten laste van rijksmiddelen (voor zover die betrekking heeft op voorlopige toekenningen. Deze indicator kan dus niet gebruikt worden om andere correcties in de besteding van voorgaande jaren door te geven. Zie ook de toelichting in Let op: Alleen bestedingen die betrekking hebben op de periode vóór 4 september 2011 mochten in 2011 verantwoord worden. Zie ook de toelichting bij besteding in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. U vult hier dus het bedrag van de besteding in exclusief 40% cofinanciering en inclusief BTW. 02 Brinnummer Brinnummer: het registratienummer van de instelling. U kunt dit nummer vinden op de beschikking. 03 per brinnummer welke activiteit(en) niet zijn afgerond en daarbij het bijbehorende bedrag exclusief 40% cofinanciering noemen. Dit is een verplicht in te vullen cel. U dient dus altijd deze cel in te vullen. Heeft u geen toelichting te melden bij D5/03, dan vult u hier n.v.t. in. Zie ook de toelichting bij indicator D5/03. Omschrijf hier per brinnummer de reden waarom activiteiten nog niet zijn afgerond. Dit is alleen van toepassing voor die brinnummers waarvoor de activiteiten nog niet zijn afgerond. o Stel uw gemeente heeft voor tien brinnummers een beschikking ontvangen. Voor zeven brinnummers zijn alle activiteiten afgerond en voor drie brinnummers niet. U vermeldt de drie brinnummers op drie afzonderlijke rijen bij indicator D5/02, vult de toelichting voor deze drie brinnummers in bij deze indicator D5/03. o Stel uw gemeente heeft bij indicator D5/01 een correctiebedrag ingevuld van 0 (nul). Ook dan geldt dat u een toelichting geeft voor die brinnummers waarvoor de activiteiten nog niet zijn afgerond. Deze toelichting is dus géén uitsplitsing of verbijzondering van het bedrag dat u bij D5/01 heeft ingevuld. Versie 8 januari

31 D9 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Ten opzichte van 2011 is een nieuwe indicator toegevoegd: D9/04. D9 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) 02 Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO) 03 Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) 04 Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Voor de G-37 geldt dat in de besteding ook het extra bedrag wordt opgenomen waarover op 12 maart 2012 bestuursafspraken zijn gemaakt met de minister van OCW. Voor de G-37 geldt dat in de besteding ook het extra bedrag wordt opgenomen waarover op 12 maart 2012 bestuursafspraken zijn gemaakt met de minister van OCW. Voor de G-37 geldt dat in de besteding ook het extra bedrag wordt opgenomen waarover op 12 maart 2012 bestuursafspraken zijn gemaakt met de minister van OCW. Voor een eventuele stand reserve verwijs ik u naar de (laatste) beschikking over de Jaarrekening specifieke uitkeringen 2011 van OCW/DUO. Voor de G-37 geldt dat in de besteding ook het extra bedrag wordt opgenomen waarover op 12 maart 2012 bestuursafspraken zijn gemaakt met de minister van OCW. Zie verder de toelichting in hoofdstuk 5 bij cumulatieve indicator Versie 8 januari

32 E2 Stimuleringsregeling stille wegdekken Ten opzichte van 2011 is een indicator vervallen: uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt. E2 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) ten laste van rijksmiddelen verantwoordingsjaar ten laste rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E2/01 en indicator E2/02 samen vormen de totale bestedingen voor het betreffende verantwoordingsjaar. 02 Overige bestedingen (jaar T) Vul de overige bestedingen in van het betreffende verantwoordingsjaar. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E2/01 en indicator E2/02 samen vormen de totale bestedingen voor het betreffende verantwoordingsjaar. 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in E3 Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai) Ten opzichte van 2011 is indicator E3/06 gewijzigd en een indicator vervallen: uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt. E3 Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. Versie 8 januari

33 E3 Indicatoren 02 Besteding (jaar T) ten laste van rijksmiddelen verantwoordingsjaar ten laste rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E3/02 en indicator E3/03 samen vormen de totale bestedingen voor het betreffende verantwoordingsjaar. 03 Overige bestedingen (jaar T) Vul de overige bestedingen in van het betreffende verantwoordingsjaar. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E3/02 en indicator E3/03 samen vormen de totale bestedingen voor het betreffende verantwoordingsjaar. 04 Eindverantwoording Ja/Nee Zie ook de toelichting in 05 Kosten ProRail (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen Met ingang van 2012 kan alleen nog over de kosten in het huidige verantwoordingsjaar (jaar T) worden verantwoord. E5 Verzameluitkering I&M De mogelijkheid om met terugwerkende kracht over meerdere jaren te verantwoorden die in IBI nieuwsbrief nr. 30 was aangekondigd voor 2011, blijft ook in 2012 gehandhaafd. Versie 8 januari

34 E5 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) (en eventueel besteding van voorgaande jaren voor zover nog niet eerder verantwoord) De verzameluitkering kan op het brede terrein van het ministerie van I&M worden besteed. Alle bestedingen binnen de doelstellingen van het betreffende ministerie zijn aan te merken als rechtmatige bestedingen in het kader van de verzameluitkering van dat ministerie. U kunt de doelstellingen terugvinden in de begroting van het ministerie, te vinden via U kunt volstaan met het verantwoorden van de bestedingen tot het bedrag dat aan uw gemeente is verstrekt als verzameluitkering. Door het brede bestedingsdoel is het erg onwaarschijnlijk als uw gemeente niet het volledige bedrag van de beschikking kan verantwoorden. E6 Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) Casus: Bij de regeling bodemsanering staat vermeld. In de jaren hierna heb ik ook middelen gekregen voor bodemsanering. Waar kan ik deze verantwoorden? De nieuwe middelen van bodemsanering voor de periode zijn via een decentralisatie-uitkering toegevoegd aan het provincie- en gemeentefonds. De middelen worden dus niet via SiSa verantwoord. Volgens het overgangsbeleid van de Wbb-periode is er afgesproken dat in het geval dat: de afgesproken prestaties (in bpe-termen) nog niet behaald zijn; en er nog een restbudget aanwezig is, er over dit restbudget via SiSa verantwoord wordt, totdat de prestaties behaald zijn. Het bevoegd gezag heeft daarvoor de tijd tot uiterlijk 31 december Ten opzichte van 2011 is de afzonderlijke verantwoording over bestedingen ten laste van FES vervallen en komt de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt niet meer terug. Versie 8 januari

35 E6 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) ten laste van Wbb verantwoordingsjaar ten laste Wbb. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 02 Eindverantwoording Ja/Nee U kiest ja als: alle nog te realiseren prestaties behaald zijn. U kiest nee als: alle nog te realiseren prestaties nog niet behaald zijn. Zie verder de toelichting in 03 Aantal saneringen in te vullen zodra de prestaties behaald zijn 04 Aantal bodemonderzoeken Alleen invullen als de resterende prestaties behaald zijn. In 2010 heeft elke medeoverheid die nog niet alle prestaties heeft behaald een brief gehad met daarin een restopgave. Zodra dit aantal is behaald, moet er via SiSa verantwoord worden over de restopgave. Dus over de bpe's die in de periode behaald zijn. in te vullen zodra de prestaties behaald zijn 05 Aantal m2 gesaneerd oppervlakte (inclusief SEB) in te vullen zodra de prestaties behaald zijn 06 Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB) in te vullen zodra de prestaties behaald zijn 07 Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) in te vullen zodra de prestaties behaald zijn Versie 8 januari

36 E6_2010 Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) _Hernieuwde uitvraag 2010 Let op! Hier moet géén verantwoordingsinformatie over 2012 worden ingevuld. Hier wordt in verband met de bevindingen single-review 2011 (met betrekking op 2010) opnieuw verantwoordingsinformatie over 2010 opgevraagd. Is uw gemeente heringedeeld sinds deze periode, dan verantwoordt u over de jaren voorafgaand aan de herindeling alsof de herindeling ook in die jaren al had plaatsgevonden. U neemt dus dat deel van de voormalige gemeenten mee in uw verantwoording dat van toepassing is. Ik heb al een vermelding bij E6. Waarom moet ik nu ook over de _2010-variant verantwoorden? Zoals is gemeld in nieuwsbrief 37, kunnen de ministeries als gevolg van bevindingen van de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer niet steunen op de accountantscontroles op de SiSa-bijlagen over het verantwoordingsjaar Voor een aantal regelingen beschikken de ministeries over andere bronnen om de zekerheid alsnog te kunnen aantonen of is de onzekerheid geaccepteerd. Voor een aantal regelingen niet. De informatie behorende bij deze regelingen wordt nu via SiSa 2012 opnieuw opgevraagd. Hiermee vervallen de aanleveringen via SiSa De hernieuwde uitvraag komt hiervoor in de plaats. Als u dus een kruisje had bij E6 op de kruisjeslijst 2010, dan zult u dus opnieuw deze informatie moeten aanleveren via E6_2010 via SiSa E6_ Indicatoren Besteding 2010 uit Wbb verantwoordingsjaar ten laste Wbb. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 02 Besteding 2010 uit FES verantwoordingsjaar ten laste FES. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 03 Bestedingen (Wbb) van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel 04 Uitgaven (Wbb) van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel in Als u geen bestedingen heeft waarvoor u eerder dan 2010 uitgaven heeft gedaan, vult u hier een 0 (nul) in. Zie de toelichting in Let op het onderscheid: alleen ten laste van Wbb. Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang van het kasverplichtingen naar het baten-lastenstelsel om te voorkomen dat middelen twee keer worden verantwoord. Zie de toelichting in de begrippenlijst. Let op het onderscheid: alleen ten laste van Wbb. Versie 8 januari

37 E6_ Indicatoren Bestedingen (FES) van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel 06 Uitgaven (FES) van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel in Als u geen bestedingen heeft waarvoor u eerder dan 2010 uitgaven heeft gedaan, vult u hier een 0 (nul) in. Zie de toelichting in Let op het onderscheid: alleen ten laste van FES. Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang van het kasverplichtingen naar het baten-lastenstelsel om te voorkomen dat middelen twee keer worden verantwoord. Zie de toelichting in de begrippenlijst. Let op het onderscheid: alleen ten laste van FES graag aanvullen indien nodig 07 Eindverantwoording Ja/Nee U kiest ja als: alle nog te realiseren prestaties behaald zijn. U kiest nee als: alle nog te realiseren prestaties nog niet behaald zijn. Zie verder de toelichting in de begrippenlijst. 08 Aantal saneringen (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn) Als u hier dus ja kiest, vult u ook de informatie in bij indicatoren E6_2010/08 tot en met E6_2010/12 Alleen invullen als de resterende prestaties behaald zijn. 09 Aantal bodemonderzoeken (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn) 10 Aantal m2 gesaneerd oppervlakte (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn) 11 Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn) 12 Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn) In 2010 heeft elke medeoverheid die nog niet alle prestaties heeft behaald een brief gehad met daarin een restopgave. Zodra dit aantal is behaald, moet er via SiSa verantwoord worden over de prestaties. Versie 8 januari

38 E6B Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) (SiSa tussen medeoverheden) Casus: Bij de regeling bodemsanering staat vermeld. In de jaren hierna heb ik ook middelen gekregen voor bodemsanering. Waar kan ik deze verantwoorden? De nieuwe middelen van bodemsanering voor de periode zijn via een decentralisatie-uitkering toegevoegd aan het provincie- en gemeentefonds. De middelen worden dus niet via SiSa verantwoord. Volgens het overgangsbeleid van de Wbb-periode is er afgesproken dat in het geval dat: de afgesproken prestaties (in bpe-termen) nog niet behaald zijn; en er nog een restbudget aanwezig is, er over dit restbudget via SiSa verantwoord wordt, totdat de prestaties behaald zijn. Het bevoegd gezag heeft daarvoor de tijd tot uiterlijk 31 december Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E6B Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen of Wgr+ middelen Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. verantwoordingsjaar ten laste van provinciale of Wgr+-middelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Versie 8 januari

39 E6B Indicatoren 03 Besteding (jaar T) aan samenloop verantwoordingsjaar ten laste van samenloop. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Kosten van samenloop zijn kosten die de medeoverheid ook had moeten maken als geen sprake zou zijn van bodemverontreiniging. Grofweg gaat het daarbij om de volgende zaken: werkzaamheden in een ander verband die reeds waren voorgenomen of verplicht, zoals het bouwrijp maken, het graven van een bouwput en het slopen van opstallen; werkzaamheden die met een ander oogmerk extra worden verricht, bijvoorbeeld het verbeteren van de infrastructuur na sanering; werkzaamheden die in een ander kader uit praktische overwegingen gelijktijdig worden uitgevoerd, zoals het vernieuwen van de riolering. 04 Besteding (jaar T) exclusief samenloop 05 Aandeel provincie in de besteding (jaar T) na aftrek van de lasten van samenloop verantwoordingsjaar exclusief samenloop. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Vul in: het provinciale aandeel in de kosten jaar T na aftrek van de kosten van samenloop (volgens de wet). Deze cal altijd invullen, indien het bedrag 0 (nul) is dan dient u hier 0 (nul) in te vullen. De definitie is op het baten/lasten stelsel gebaseerd. Zie ook de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 06 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 07 Hier kunnen afwijkingen worden toegelicht. Als de toelichting veel tekst omvat en deze tekst ook elders is opgenomen in de jaarrekening, kan hier worden volstaan met een verwijzing naar het betreffende paginanummer. Deze toelichting kan bijvoorbeeld opgenomen worden in de SiSaparagraaf in de jaarrekening. Versie 8 januari

40 E7 Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Planstudies) E7 Indicatoren 01 Totaal aantal planstudies gereed per 31 december (jaar T) 02 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in E7A Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Proefprojecten) Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen en de cumulatieve indicator E7A/03 toegevoegd. E7A Indicatoren 01 Besteding (jaar T) In 2011 werd gevraagd naar de besteding ten laste van rijksmiddelen. In 2012 is dit onderscheid vervallen. Zie artikel 11 en 12 van de Regeling eenmalige uitkering planstudies en proefprojecten IKS. 02 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 03 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E7A/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in E10 Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland Ten opzichte van 2011 is de mogelijkheid toegevoegd om per project te verantwoorden. Daarnaast is indicator E10/02 gewijzigd en is een cumulatief opgenomen: E10/04. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. Versie 8 januari

41 E10 Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. 02 Besteding (jaar T) In 2011 werd gevraagd naar de besteding ten laste van rijksmiddelen. In 2012 is dit onderscheid vervallen. U vult dus de totale besteding (=subsidiabele kosten) 2011 in. Het ministerie hanteert het van toepassing zijnde percentage (50% danwel 20%, afhankelijk van het soort project; zie artikel 5 van de regeling) om de hoogte van de subsidie te berekenen. 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 04 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E10/02) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in E11 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Meer informatie over de verantwoording over deze regeling is te vinden in de brief d.d. 14 december 2011 die het ministerie van I&M heeft verstuurd aan het dagelijks bestuur van de ontvangers van de specifieke uitkering. Het kenmerk van deze brief van I&M is IENM/BSK-2011/ Casus: Hoe bepaal ik het bedrag van de rente opbrengsten? In het totaal van de bestedingen in een jaar wordt de over dat jaar ontvangen rente (van de bank van de medeoverheid) als eerste geacht te zijn besteed. Dit betekent dat bij de indicator besteed bedrag dit exclusief het bedrag van de ontvangen rente moet worden verantwoord en dat deze rente in de indicator besteed bedrag ten laste van renteopbrengsten wordt opgenomen. Let wel: doordat er minder ten laste van het rijk Versie 8 januari

42 wordt gebracht is het mogelijk dat bij de eindafrekening zal blijken dat niet de volledige toegezegde rijksbijdrage is gebruikt. Uiteraard is ook het tegenovergestelde scenario denkbaar dat er door de renteopbrengsten méér gedaan wordt. Met andere woorden dat naast volledige benutting van de rijksbijdrage ook een x-bedrag aan (op NSL-geld ontvangen) rente is ingezet voor lokale luchtkwaliteit (conform artikel 9.3 van de regeling). Rekenhulp: Als u de bedragen bij indicator E11/01 tot en met E11/04 bij elkaar optelt, komt u op de totale besteding voor NSL in jaar T. Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E11 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) ten laste van rijksmiddelen (exclusief besteding uit ontvangen rente opbrengsten) 02 Besteding (jaar T) ten laste van eigen middelen 03 Besteding (jaar T) ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk of medeoverheid) verantwoordingsjaar ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. verantwoordingsjaar ten laste van de eigen middelen van uw organisatie. Zie ook de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. verantwoordingsjaar ten laste van de bijdrage door derden. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Contractpartners: zijn andere partijen dan het rijk of medeoverheden, bijvoorbeeld private partijen (bedrijven) die bijdragen hebben geleverd die door de medeoverheid zijn besteed aan (binnen de NSL opgenomen) maatregelen. 04 Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten medeoverheid op door rijk verstrekte bijdrage NSL verantwoordingsjaar ten laste van de rentebaten. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Zie ook de informatie boven deze tabel. 05 Teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen 06 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

43 E11_2010 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)_Hernieuwde uitvraag 2010 Let op! Hier moet géén verantwoordingsinformatie over 2012 worden ingevuld. Hier wordt in verband met de bevindingen single-review 2011 (met betrekking op 2010) opnieuw verantwoordingsinformatie over 2010 opgevraagd. Is uw gemeente heringedeeld sinds deze periode, dan verantwoordt u over de jaren voorafgaand aan de herindeling alsof de herindeling ook in die jaren al had plaatsgevonden. U neemt dus dat deel van de voormalige gemeenten mee in uw verantwoording dat van toepassing is. Ik heb al een vermelding bij E11. Waarom moet ik nu ook over de _2010-variant verantwoorden? Zoals is gemeld in nieuwsbrief 37, kunnen de ministeries als gevolg van bevindingen van de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer niet steunen op de accountantscontroles op de SiSa-bijlagen over het verantwoordingsjaar Voor een aantal regelingen beschikken de ministeries over andere bronnen om de zekerheid alsnog te kunnen aantonen of is de onzekerheid geaccepteerd. Voor een aantal regelingen niet. De informatie behorende bij deze regelingen wordt nu via SiSa 2012 opnieuw opgevraagd. Hiermee vervallen de aanleveringen via SiSa De hernieuwde uitvraag komt hiervoor in de plaats. Als u dus een kruisje had bij E11 op de kruisjeslijst 2010, dan zult u dus opnieuw deze informatie moeten aanleveren via E11_2010 via SiSa E11_ Indicatoren Besteding 2010 ten laste van rijksmiddelen (exclusief besteding uit ontvangen rente opbrengsten) 02 Besteding 2010 ten laste van eigen middelen 03 Besteding 2010 uit bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk of medeoverheid) Vul in: de bestedingen 2010 ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Vul in: de bestedingen 2010 ten laste van de eigen middelen van uw organisatie. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Vul in: de bestedingen 2010 ten laste van bijdragen door derden. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Contractpartners: zijn andere partijen dan het rijk of medeoverheden, bijvoorbeeld private partijen (bedrijven) die bijdragen hebben geleverd die door de medeoverheid zijn besteed aan (binnen de NSL opgenomen) maatregelen. Versie 8 januari

44 E11_ Indicatoren Besteding 2010 uit rentebaten medeoverheid op door rijk verstrekte bijdrage NSL 05 Teruggestort/verrekend in 2010 in verband met niet uitgevoerde maatregelen Vul in: bestedingen 2010 ten laste van de rentebaten. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Dit is alleen aan de orde als een maatregel niet wordt uitgevoerd en niet wordt vervangen door een andere maatregel. Vul dan het bedrag in dat voor die maatregel is bestemd. 06 Eindverantwoording Ja/Nee Zie verder de toelichting in 07 Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel 08 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel in Als u geen bestedingen heeft waarvoor u eerder dan 2010 uitgaven heeft gedaan, vult u hier een 0 (nul) in. Zie de toelichting in Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang van het kasverplichtingen naar het baten-lastenstelsel om te voorkomen dat middelen twee keer worden verantwoord. Zie de toelichting in E11B Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden (SiSa tussen medeoverheden) Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. Verder zijn de indicatoren geschikt gemaakt voor afzonderlijke verantwoording per beschikking. Dit is nodig omdat bij het verlenen van de subsidie voor de 3e en 4e tranche RSL door ministerie van I&M ook informatie per beschikking over de cofinanciering van de subsidieontvanger is vereist. Zie voor onderbouwing hiervoor de onderstaande beschikkingen van ministerie van I&M: o 3e tranche: zie Herziene beschikkingsbrief inzake subsidieverlening voor het uitvoeren van het RSL (3e tranche) dd 20 november 2009 zaaknummer bij criteria voor verantwoording blz. 4 o 4e tranche: zie Subsidieverlening voor het uitvoeren van het RSL (4e tranche) dd 08 augustus 2012 referentienummer: bij criteria voor verantwoording blz.3 Versie 8 januari

45 E11B Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding (Jaar T) ten laste van provinciale middelen 03 Besteding (jaar T) ten laste van eigen middelen 04 Besteding (jaar T) ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente) 05 Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Raadpleeg daarvoor de website rijksoverheid.nl/sisa. verantwoordingsjaar ten laste van provinciale middelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. verantwoordingsjaar ten laste van de eigen middelen van uw organisatie. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. verantwoordingsjaar ten laste van de bijdrage door derden. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. verantwoordingsjaar ten laste van de rentebaten. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. De rentebaten ontstaan doordat aan niet bestede provinciale middelen rente wordt toegevoegd. Het is de bedoeling dat de gedane uitgaven eerst ten laste van de rentebaten worden gebracht (verantwoord bij E11B/03) en het restant van de uitgaven ten laste van de overige bestedingsindicatoren (E11B/01 en E11B/02). 06 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

46 E11B Indicatoren 07 Teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen Terugstorting/verrekening kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de medeoverheid een te hoog voorschot heeft ontvangen en de werkelijke kosten lager waren, of als de maatregel om bepaalde redenen niet tot uitvoering is gekomen. Het gaat dus om tussentijds teruggestorte bedragen door de medeoverheid aan de verstrekker, in dit geval de provincie. 08 teruggestort/verrekend Geef aan op welke beschikkingsnummers het teruggestorte/verrekende bedrag (indicator E11B/07 betrekking heeft. Indien het om meerdere beschikkingsnummers gaat, noem dan ook het bedrag per beschikkingsnummer. In de SiSa-bijlage verantwoordingsinformatie 2013 wordt deze indicator gekoppeld aan de verantwoording per beschikkingsnummer, zoals indictoren E11B 02 tot en met 06. E12 Nieuwe Sleutel Projecten (NSP) Ten opzichte van 2011 is indicator E12/01 gewijzigd en indicator E12/03 toegevoegd. Ook is de volgorde van de indicatoren ten opzichte van 2011 gewijzigd zodat een logischer geheel ontstaat. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. E12 Indicatoren 01 Besteding (Jaar T) exclusief bestedingen uit baten exploitatie Vul de bestedingen in minus de opbrengsten/inkomsten van het betreffende Met opbrengsten/inkomsten zijn bedoeld alle opbrengsten die niet onder benefit sharing vallen. In 2011 werd gevraagd naar de besteding ten laste van rijksmiddelen. In 2012 is dit onderscheid vervallen. U vult dus de totale besteding 2012 in. 02 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Kiest u voor ja, dan vult u ook de groene indicatoren E12/04 tot en met E12/06 in. Versie 8 januari

47 E12 Indicatoren 03 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) exclusief bestedingen uit baten exploitatie Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) exclusief bestedingen uit baten exploitatie (E12/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in 04 Berekende bate boven drempelwaarde ten behoeve van benefit sharing Alleen in te vullen na afloop project U vult deze indicatoren alleen in als het project is afgerond. Gebruik hiervoor de bepalingen in de beschikking. Deze indicatoren zijn verplicht als u bij E12/02 ja heeft ingevuld. 05 Aantal gerealiseerde projecten afspraak Alleen in te vullen na afloop project 06 Aantal gerealiseerde projecten realisatie Alleen in te vullen na afloop project E12_2010 Nieuwe Sleutel Projecten (NSP)_Hernieuwde uitvraag 2010 Let op! Hier moet géén verantwoordingsinformatie over 2012 worden ingevuld. Hier wordt in verband met de bevindingen single-review 2011 (met betrekking op 2010) opnieuw verantwoordingsinformatie over 2010 opgevraagd. Is uw gemeente heringedeeld sinds deze periode, dan verantwoordt u over de jaren voorafgaand aan de herindeling alsof de herindeling ook in die jaren al had plaatsgevonden. U neemt dus dat deel van de voormalige gemeenten mee in uw verantwoording dat van toepassing is. Ik heb al een vermelding bij E12. Waarom moet ik nu ook over de _2010-variant verantwoorden? Zoals is gemeld in nieuwsbrief 37, kunnen de ministeries als gevolg van bevindingen van de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer niet steunen op de accountantscontroles op de SiSa-bijlagen over het verantwoordingsjaar Voor een aantal regelingen beschikken de ministeries over andere bronnen om de zekerheid alsnog te kunnen aantonen of is de onzekerheid geaccepteerd. Voor een aantal regelingen niet. De informatie behorende bij deze regelingen wordt nu via SiSa 2012 opnieuw opgevraagd. Hiermee vervallen de aanleveringen via SiSa De hernieuwde uitvraag komt Versie 8 januari

48 hiervoor in de plaats. Als u dus een kruisje had bij E12 op de kruisjeslijst 2010, dan zult u dus opnieuw deze informatie moeten aanleveren via E12_2010 via SiSa E12_ Indicatoren Besteding 2010 ten laste van rijksmiddelen exclusief bestedingen uit baten exploitatie Vul in: de bestedingen 2010 ten laste van rijksmiddelen minus de opbrengsten/inkomsten. Zie de toelichting in Met opbrengsten/inkomsten zijn bedoeld alle opbrengsten die niet onder benefit sharing vallen. 02 Berekende bate boven drempelwaarde ten behoeve van benefit sharing U vult deze indicatoren alleen in als het project is afgerond. Gebruik hiervoor de bepalingen in de beschikking. Alleen in te vullen na afloop project 03 Aantal gerealiseerde projecten afspraak Alleen in te vullen na afloop project 04 Aantal gerealiseerde projecten realisatie Alleen in te vullen na afloop project 05 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 06 Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel 07 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel in Als u geen bestedingen heeft waarvoor u eerder dan 2010 uitgaven heeft gedaan, vult u hier een 0 (nul) in. Zie de toelichting in Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang van het kasverplichtingen naar het baten-lastenstelsel om te voorkomen dat middelen twee keer worden verantwoord. Zie de toelichting in Versie 8 januari

49 E15 Nota Ruimte project Hengelo Centraal Station van Twente / Hart van Zuid Ten opzichte van 2011 is de indicator E15/06 nieuw. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. E15 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) 02 Bijdrage particuliere grondeigenaren 03 Verwachte einddatum project afspraak 04 Verwachte einddatum project realisatie 05 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 06 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E15/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in E17 Nota Ruimte project Maastricht Belvedere Ten opzichte van 2011 is de indicator E17/06 nieuw. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. E17 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) 02 Bijdrage particuliere grondeigenaren 03 Verwachte einddatum project afspraak 04 Verwachte einddatum project realisatie Versie 8 januari

50 E17 Indicatoren 05 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 06 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E17/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in E21 Nota Ruimte project Spoorzone Den Bosch Ten opzichte van 2011 is de indicator E21/08 nieuw. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. E21 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) 02 Bijdrage particuliere grondeigenaren 03 Bijdragen (niet-rijk) voor verplaatsing van het mengvoederbedrijf in de kop van 't Zand 04 Bijdragen (niet-rijk) voor realisatie van Ponte Palazzo 05 Verwachte einddatum project afspraak 06 Verwachte einddatum project realisatie 07 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 08 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E21/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in Versie 8 januari

51 E22 Nota Ruimte project Stadshaven Rotterdam Ten opzichte van 2011 is de indicator E22/06 nieuw. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. E22 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) 02 Bijdrage particuliere grondeigenaren 03 Verwachte einddatum project afspraak 04 Verwachte einddatum project realisatie 05 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 06 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E22/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in E24 Nota Ruimte project Zuidplaspolder Ten opzichte van 2011 is de indicator E24/06 nieuw. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. E24 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) 02 Bijdrage particuliere grondeigenaren 03 Verwachte einddatum project afspraak 04 Verwachte einddatum project realisatie 05 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

52 E24 Indicatoren 06 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E24/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in E25 Beleidsregeling subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) Ten opzichte van 2011 is indicator E25/01 gewijzigd en indicator E25/03 toegevoegd. De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. E25 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) exclusief bestedingen uit baten exploitatie Vul de bestedingen in minus de opbrengsten/inkomsten van het betreffende Met opbrengsten/inkomsten zijn bedoeld alle opbrengsten die niet onder benefit sharing vallen. In 2011 werd gevraagd naar de besteding ten laste van rijksmiddelen. In 2012 is dit onderscheid vervallen. 02 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 03 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) exclusief bestedingen uit baten exploitatie Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Als u ja kiest, vult u ook de groene cellen bij indicatoren E25/04, E25/05 en E25/06 in. Deze indicator is vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) exclusief bestedingen uit baten exploitatie (E25/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in 04 Berekende bate boven drempelwaarde ten behoeve van benefit sharing Alleen in te vullen na afloop project U vult deze indicatoren alleen in als het project is afgerond. Gebruik hiervoor de bepalingen in de beschikking. Deze indicatoren zijn verplicht als u bij E25/02 heeft gekozen voor ja. Versie 8 januari

53 E25 Indicatoren 05 Aantal gerealiseerde kwaliteitsdragers Afspraak Alleen in te vullen na afloop project 06 Aantal gerealiseerde kwaliteitsdragers Realisatie Alleen in te vullen na afloop project E26 Spoorse doorsnijdingen, tranche 1 E26 Indicatoren 01 Aantal projecten (waarvoor een beschikking ontvangen is) Afspraak Het betreft het aantal projecten waarvoor een beschikking is afgegeven. Ten opzichte van 2011 is de omschrijving van deze indicator gewijzigd (verhelderd). De bedoeling van de indicator is niet veranderd. 02 Aantal afgeronde projecten (jaar T) De afspraak is te vinden in de beschikking. Realisatie 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in E27 Brede doeluitkering verkeer en vervoer De overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt is vervallen. Let bij het invullen van de cellen op het volgende verband tussen de indicatoren: E27/01: Eindsaldo/reservering T-1 + E27/02 Rentebaten jaar T + E27/03 Ontvangen BDU bijdrage, + E27/04 Terugbetaling door derden vanuit BDU verstrekte middelen - E27/05 Bestedingen ten laste van BDU middelen - E27/06 + 0f - correcties voorgaande dienstjaren = E27/07 Eindsaldo/ reservering jaar T Versie 8 januari

54 E27 Indicatoren 01 Eindsaldo/-reservering (jaar T-1) De basis voor dit bedrag is het eindsaldo in de vaststellingsbeschikking van het ministerie van I&M. Deze beschikking verstuurt het ministerie na elk boekjaar op basis van de aangeleverde SiSa-verantwoording over het jaar T Rentebaten (jaar T) Op grond van de BDU-VV regelingen worden de rentebaten berekend aan de hand van de volgende formule: wettelijke rente over het beginsaldo (1 januari jaar T). 03 Ontvangen BDU-bijdrage V&W (jaar T) Dit is het bedrag dat de medeoverheid van het Rijk ontvangt over het jaar T en waarvoor zij dus een beschikking van het Rijk heeft ontvangen. Het hier in te vullen bedrag komt dus overeen met het bedrag vermeld op de beschikking van het ministerie. Het meenemen van deze ontvangsten is van belang voor het kunnen hanteren van de in de aanhef bij deze regeling vermelde rekenkundige formule. 04 Terugbetaling door derden vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen in (jaar T) Terugbetaling kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de medeoverheid een te hoog voorschot heeft verstrekt en de werkelijke kosten lager waren, of als het project om bepaalde redenen niet tot uitvoering is gekomen. Een provincie kan bijvoorbeeld een voorschot hebben verleend aan een gemeente. De afrekening van dit voorschot met die gemeente (via E27B) kan door diverse omstandigheden lager blijken te zijn. Het verschil tussen het bevoorschotte bedrag aan die gemeente en de afrekening (op basis van de verantwoording over die gemeente via de SiSa-bijlage E27B jaar T-1) wordt hier ingevuld. 05 Besteding (jaar T) Versie 8 januari

55 E27 Indicatoren 06 Correctie over besteding (T-1) Vul hier de van toepassing zijnde correctie in over de besteding (jaar T-1). Het hier invullen van een bedrag betekent dat er in het voorgaande jaar een fout is gemaakt in de SiSabijlage jaar T-1 en bij indicator E27/05 een te hoog of te laag bedrag als besteding is opgenomen. Is de besteding over jaar (T-1): Lager dan vorig jaar verantwoord: vul het betreffende bedrag in voorafgegaand door een (min)-teken; dus als een negatief bedrag. Hoger dan vorig jaar verantwoord: vul het betreffende bedrag in. Gelijk aan het bedrag dat vorig jaar is verantwoord: vul een 0 (nul) in. 07 Eindsaldo/-reservering (jaar T) Vul hier het eindsaldo/-reservering in per 31 december (jaar T). Dit bedrag kan als volgt berekend worden uit de waarden ingevuld bij de volgende indicatoren: E27/07 = [E27/01] + [E27/02] + [E27/03] + [E27/04] [E27/05] [E27/06] 08 Individuele bestedingen (jaar T) die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen Omschrijving De indicator is bedoeld om inzicht te hebben in individuele bestedingen die afzonderlijk meer dan 20% bedragen van het totaal van de BDU in jaar T. Voorbeeld: Krijgt een gemeente, bijvoorbeeld, 20 miljoen euro BDU in enig jaar, dan dient hier het bedrag te worden opgenomen van alle individuele bestedingen die de 4 miljoen euro te boven gaan. Het bedrag bij de indicator Besteding (jaar T) (indicator E27/03) dient dan overigens het totaal te zijn, dus inclusief de bestedingen die bij de indicator Individuele bestedingen die meer dan 20% van totaal ontvangen BDU bedragen (indicator E27/10) al zijn verantwoord. Vul bijvoorbeeld in: - concessie HTM - aanbesteding tram. Versie 8 januari

56 E27 Indicatoren 09 Individuele bestedingen (jaar T) die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen Zie voorbeeld bij cel E27/08. Vul hier het bedrag in dat hoort bij de omschrijving in cel E27/09. Bedrag E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E27B Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. verantwoordingsjaar ten laste van provinciale middelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Dit betekent dat bij deze indicator alleen de subsidiabele kosten worden verantwoord tot maximaal het provinciale aandeel, rekening houdend met het geldende subsidiepercentage. Dit houdt in dat de cumulatieve verantwoording, verantwoordingen over meerdere jaren, nooit meer kan zijn dan de maximaal beschikbare subsidiebijdrage. Indicator E27/02 en indicator E27/03 samen vormen de totale subsidiabele bestedingen voor jaar T. Versie 8 januari

57 E27B Indicatoren 03 Overige bestedingen (jaar T) Vul de overige bestedingen in van het betreffende verantwoordingsjaar. Zie ook de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 04 afwijking Indicator E27/02 en indicator E27/03 samen vormen de totale subsidiabele bestedingen voor jaar T. 05 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in E28 Regionale mobiliteitsfondsen Voor de regionale mobiliteitsfondsen dient een afzonderlijke bankrekening te worden aangehouden. De indicatoren zijn hier ook op gebaseerd en zijn bedoeld om verantwoording af te leggen over het verloop van de bankrekening/fonds. De volgende formule vormt het verband tussen de indicatoren: E28/01: Eindsaldo ( 2011) + E28/02 dotatie regio E28/03 dotatie rijk E28/04 rentebaten E28/05 besteding jaar T = E28/06 Eindsaldo Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E28 Indicatoren 01 Eindsaldo (jaar T-1) Vul hier het eindsaldo in van het regionale fonds per 31 december (jaar T-1). 02 Dotatie regio in (jaar T) De dotatie betreft het bedrag dat de ontvanger van de specifieke uitkering stort in het fonds. 03 Dotatie rijk in (jaar T) Vul hier het bedrag in dat ontvangen is van het Rijk voor storting in het fonds. 04 Rentebaten (jaar T) Vul hier de werkelijk ontvangen rentebaten in. Versie 8 januari

58 E28 Indicatoren 05 Besteding (jaar T) uit fonds (onderscheid herkomst middelen niet nodig) verantwoordingsjaar uit het fonds. Zie ook de toelichting in Tot 2009 waren de bestedingen hetzelfde als de betalingen uit het fonds/de bankrekening. Sinds 2010 is het baten en lastenstelsel van toepassing en kan verschil ontstaan tussen bestedingen en betalingen. Zie hiervoor de toelichting in hoofdstuk 5 bij bestedingen. 06 Eindsaldo (jaar T) Vul hier het eindsaldo in van het fonds per 31 december (jaar T). Bereken dit bedrag aan de hand van de voorgaande indicatoren: E28/06 = E28/01 + E28/02 + E28/03 + E28/04 E28/05 Omdat sinds 2010 een verschil kan ontstaan tussen bestedingen en betalingen, kan ook het hier ingevulde eindsaldo afwijken van de werkelijke stand van het fonds/de bankrekening. 07 Eindverantwoording Ja/Nee U kiest ja als: alle projecten zijn uitgevoerd en financieel zijn afgerekend. U kiest nee als: er nog projecten in uitvoering zijn die moeten worden afgerekend. Zie verder de toelichting in E28B Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn) SiSa tussen medeoverheden Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E28B Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. Versie 8 januari

59 E28B Indicatoren 02 Gerealiseerd Ja/Nee De overeenkomst bestaat uit diverse projecten per gemeenten. De gemeente kan hier aangeven of een project in het betreffende verantwoordingsjaar wel of niet is gerealiseerd. Het is van belang onderscheid te maken tussen het realiseren van een afzonderlijk project en het realiseren van de totale overeenkomst. Als een project is gerealiseerd, wil dat nog niet zeggen dat de totale overeenkomst met deze gemeente is gerealiseerd. Als de volledige overeenkomst is gerealiseerd, geeft de gemeente dit aan bij de indicator eindverantwoording Ja/Nee (E28B/07). 03 Besteding (jaar T) ten laste van SNN verantwoordingsjaar ten laste van middelen van het SNN. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 04 Overige bestedingen (jaar T) Vul de overige bestedingen in van het betreffende verantwoordingsjaar. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 05 Te verrekenen met SNN Vul in: een aan het SNN terug te betalen bedrag nadat de eindverantwoording voor één beschikking op ja is gezet (zie indicator E28B/07). 06 Geef bij deze indicator een korte toelichting over de aard van de projecten. Indien u bij E28B/05 een bedrag heeft ingevuld, geef hier dan een toelichting bij dat bedrag. Als de toelichting veel tekst omvat, dan kan de toelichting ook in de SiSa-paragraaf van de jaarrekening worden opgenomen. Neem dan in deze toelichting het paginanummer op waarop de uitgebreide toelichting te vinden is. 07 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

60 E28C Regionale mobiliteitsfondsen SiSa tussen medeoverheden Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E28C Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. 02 Gerealiseerd Ja/Nee De overeenkomst bestaat uit diverse projecten per gemeenten. De gemeente kan hier aangeven of een project in het betreffende verantwoordingsjaar is gerealiseerd. Het is van belang onderscheid te maken tussen het realiseren van een afzonderlijk project en het realiseren van de totale overeenkomst. Als een project is gerealiseerd, wil dat nog niet zeggen dat de totale overeenkomst met deze gemeente is gerealiseerd. Als de volledige overeenkomst is gerealiseerd, geeft de gemeente dit aan bij de indicator eindverantwoording Ja/Nee (E28C/06). 03 Besteding (jaar T) 04 Te verrekenen met provincie Het gaat hier om een eventueel nog met de provincie te verrekenen, terug te betalen of nog te vorderen bedrag. Vul altijd een getal in. Als geen sprake is van een verrekening, vul dan 0 (nul) in. Versie 8 januari

61 E28C Indicatoren 05 U kunt hier een toelichting geven bij uw verantwoording. Indien u bij E28C/04 een bedrag heeft ingevuld, geef hier dan een toelichting bij dat bedrag. Als de toelichting veel tekst omvat, dan kan de toelichting ook in de SiSa-paragraaf van de jaarrekening worden opgenomen. Neem dan in deze toelichting het paginanummer op waarop de uitgebreide toelichting te vinden is. 06 Eindverantwoording Ja/Nee Let bij deze indicator op het verband met indicator E28C/02. Alleen als de volledige overeenkomst (zie toelichting bij E28C/02) in verantwoordingsjaar (jaar T) is afgerond, vult u hier een ja in. Zie de toelichting in E29 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water Ten opzichte van 2011 is indicator E29/02 gewijzigd en is de mogelijkheid toegevoegd om meerdere projecten te verantwoorden. Ook is een cumulatief toegevoegd (E29/04) en is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E29 Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de verleningsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. Versie 8 januari

62 E29 Indicatoren 02 Besteding (jaar T) In 2011 werd gevraagd naar de besteding ten laste van rijksmiddelen. In 2012 is dit onderscheid vervallen. U vult dus de totale besteding 2011 in. Het ministerie hanteert het van toepassing zijnde percentage (30% van de totale kosten; zie artikel 4 van de regeling) om de hoogte van de subsidie te berekenen. 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 04 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (E29/02) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in E29_2010 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water_Hernieuwde uitvraag Let op! Hier moet géén verantwoordingsinformatie over 2012 worden ingevuld. Hier wordt in verband met de bevindingen single-review 2011 (met betrekking op 2010) opnieuw verantwoordingsinformatie over 2010 opgevraagd. Is uw gemeente heringedeeld sinds deze periode, dan verantwoordt u over de jaren voorafgaand aan de herindeling alsof de herindeling ook in die jaren al had plaatsgevonden. U neemt dus dat deel van de voormalige gemeenten mee in uw verantwoording dat van toepassing is. Ik heb al een vermelding bij E29. Waarom moet ik nu ook over de _2010-variant verantwoorden? Zoals is gemeld in nieuwsbrief 37, kunnen de ministeries als gevolg van bevindingen van de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer niet steunen op de accountantscontroles op de SiSa-bijlagen over het verantwoordingsjaar Voor een aantal regelingen beschikken de ministeries over andere bronnen om de zekerheid alsnog te kunnen aantonen of is de onzekerheid geaccepteerd. Voor een aantal regelingen niet. De informatie behorende bij deze regelingen wordt nu via SiSa 2012 opnieuw opgevraagd. Hiermee vervallen de aanleveringen via SiSa De hernieuwde uitvraag komt hiervoor in de plaats. Als u dus een kruisje had bij E29 op de kruisjeslijst 2010, dan zult u dus opnieuw deze informatie moeten aanleveren via E29_2010 via SiSa Versie 8 januari

63 E29_ Indicatoren Besteding 2010 ten laste van rijksmiddelen verantwoordingsjaar ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 03 Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel 04 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt In verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang naar het baten-lastenstelsel in Als u geen bestedingen heeft waarvoor u eerder dan 2010 uitgaven heeft gedaan, vult u hier een 0 (nul) in. Zie de toelichting in Dit is een overgangsindicator in verband met de overgang van het kasverplichtingen naar het baten-lastenstelsel om te voorkomen dat middelen twee keer worden verantwoord. Zie de toelichting in E30 Quick wins binnenhavens Ten opzichte van 2011 zijn de overgangsindicatoren uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E30 Indicatoren 01 Hieronder per regel één projectaanduiding en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding (jaar T) ten laste van rijksmiddelen verantwoordingsjaar ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E30/02 en indicator E30/03 samen vormen de totale bestedingen voor het betreffende verantwoordingsjaar. Versie 8 januari

64 E30 Indicatoren 03 Overige bestedingen (jaar T) Vul de overige bestedingen van het betreffende hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E30/02 en indicator E30/03 samen vormen de totale bestedingen voor het betreffende verantwoordingsjaar. 04 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in E30A Quick wins binnenhavens_eenmalig Deze regeling is eenmalig van toepassing voor gemeenschappelijke regelingen die een specifieke uitkering voor Quick Wins hebben gekregen en in voorgaande jaren geen gelegenheid hebben gehad hierover te verantwoorden. E30 Indicatoren 01 Besteding tot en met 2012 ten laste van rijksmiddelen Vul de bestedingen in voor de betreffende verantwoordingsjaren ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E30A/01 en indicator E30A/02 samen vormen de totale bestedingen voor de betreffende verantwoordingsjaren. 02 Overige bestedingen tot en met 2012 Vul de overige bestedingen in voor de betreffende verantwoordingsjaren. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. Indicator E30A/01 en indicator E30A/02 samen vormen de totale bestedingen voor de betreffende verantwoordingsjaren. 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

65 E30B Quick wins binnenhavens SiSa tussen medeoverheden Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. E30B Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. verantwoordingsjaar ten laste van provinciale middelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in E34 Bijdrage hoofdvaarwegen Fryslân en Groningen E34 Indicatoren 01 Besteding (Jaar T) exclusief Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl 02 Bestedingen tot en met 2012 voor Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl Vul de bestedingen in voor de betreffende verantwoordingsjaren. Zie de toelichting in Versie 8 januari

66 E37 Regeling wilhelminasluis Bij deze regeling zijn twee indicatoren toegevoegd: beginsaldo en eindsaldo. Hierdoor is het niet meer nodig bij de overige indicatoren cumulatieven op te nemen. Alle in te vullen bedragen hebben dus betrekking op het huidige verantwoordingsjaar (jaar T). E37 Indicatoren 01 Beginsaldo (jaar T) Vul hier het beginsaldo in per 1 januari (jaar T). 02 Ontvangen bijdrage Rijk (jaar T) Vul de ontvangen bijdrage van het Rijk in. 03 Ontvangen bijdrage andere bestuursorganen (jaar T) Vul de ontvangen bijdrage van andere bestuursorganen in. 04 Besteding (jaar T) 05 Eindsaldo (jaar T) Vul hier het eindsaldo in per 31 december (jaar T). Dit bedrag kan als volgt berekend worden uit de voorgaande indicatoren: = 05 E38 IAK Almere Dit is een nieuwe regeling ten opzichte van E38 Indicatoren 01 Besteding ten laste van rijksmiddelen (jaar T) verantwoordingsjaar ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. F2 Besluit ontwikkeling van landschappen (BOL) Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. F2 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) 02 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

67 F3 Verzameluitkering EL&I De mogelijkheid om met terugwerkende kracht over meerdere jaren te verantwoorden die in IBI nieuwsbrief nr. 30 was aangekondigd voor 2011, blijft ook in 2012 gehandhaafd. F3 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) (en eventueel besteding van voorgaande jaren voor zover nog niet eerder verantwoord) De verzameluitkering kan op het brede terrein van het ministerie van EL&I worden besteed. Alle bestedingen binnen de doelstellingen van het betreffende ministerie zijn aan te merken als rechtmatige bestedingen in het kader van de verzameluitkering van dat ministerie. U kunt de doelstellingen terugvinden in de begroting van het ministerie, te vinden via U kunt volstaan met het verantwoorden van de bestedingen tot het bedrag dat aan uw gemeente is verstrekt als verzameluitkering. Door het brede bestedingsdoel is het erg onwaarschijnlijk als uw gemeente niet het volledige bedrag van de beschikking kan verantwoorden. F4 Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam) Ten opzichte van 2011 is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. F4 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) 02 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

68 F4B Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam) (SiSa tussen medeoverheden) Ten opzichte van 2011 is een nieuwe indicator toegevoegd: F4B/03 en is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. F4B Indicatoren 01 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen verantwoordingsjaar ten laste van provinciale middelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 02 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in F6 Besluit subsidies herstructurering Topprojecten bedrijventerreinen (TOPPER-regeling) Deze regeling is grotendeels via de septembercirculaire provinciefonds en gemeentefonds 2012 gedecentraliseerd. Met enkele medeoverheden zijn andere afspraken gemaakt. Alleen de gemeenten die uitstel gekregen hebben voor deze regeling verantwoorden dus nog over F6. F6 Indicatoren 01 Hieronder per regel één projectkenmerk en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie 02 Besteding 2011 en 2012 Vul de bestedingen in voor de betreffende verantwoordingsjaren. Zie de toelichting in 03 Marktconforme gerealiseerde totale baten 2011 en 2012, inclusief bijdragen van derden en subsidies van andere bestuursorganen en de Commissie van de Europese Gemeenschappen 04 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

69 F6 Indicatoren 05 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. 06 Getaxeerde waarden van de nog niet verkochte gronden/objecten Vergelijkbaar met indicator besteding 2011 en 2012 (F6/02) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in Alleen in te vullen bij afronding project F7 Subsidieregeling sterktes in de regio (Pieken in de delta) Ten opzichte van 2011 zijn de indicatoren voldoet aan beschikking en uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. Indicator F7/03 is gewijzigd en indicator F7/04 is toegevoegd. F7 Indicatoren 01 Hieronder per regel één (gebiedsgericht) beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de verleningsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingsnummer voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. 02 Besteding (jaar T) In 2011 werd gevraagd naar de besteding ten laste van rijksmiddelen. In 2012 is dit onderscheid vervallen. Het ministerie hanteert het van toepassing zijnde percentage (= kleiner of gelijk aan 50%) om de hoogte van de subsidie te berekenen. 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in Versie 8 januari

70 F7 Indicatoren 04 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (F7/02) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in F10 Nota Ruimte Project Eindhoven Brainport Ten opzichte van 2011 is indicator F10/04 is toegevoegd. F10 Indicatoren 01 Besteding (Jaar T) ten laste van rijksmiddelen verantwoordingsjaar ten laste van rijksmiddelen. Zie de toelichting in hoofdstuk 5 en let hierbij op het onderscheid tussen bestedingen en bestedingen ten laste van. 02 Overige bestedingen (Jaar T) 03 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in 04 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie. Vergelijkbaar met indicator besteding (jaar T) (F10/01) maar dan cumulatief voor alle voorgaande jaren vanaf het startjaar van het project. Zie de toelichting in G1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten waarvan er geen inwoners werkzaam zijn bij de eigen of enig ander openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). De gemeente verantwoordt het totaal. Ten opzichte van 2011 zijn de indicatoren (3 en 4) bij G1-1 komen te vervallen. In plaats daarvan vullen in 2012 alle gemeenten G1C-2 voor alle indicatoren (01 t/m 04) in, ook als dat vorig jaar niet hoefde. Let op: ook als een deel van de inwoners van de gemeente werkzaamheden verricht bij een gemeenschappelijke regeling waarbij de gemeente niet aangesloten is, geldt SiSa tussen medeoverheden WSW. De gemeente vult in dat geval G1C-1 in. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Deze informatie is voor het ministerie van SZW de basis voor het vaststellen / afrekenen met deze gemeenten. Versie 8 januari

71 Zie voor meer informatie ook de handreiking Wsw op de website van het ministerie van SZW. G1 Indicatoren 01 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) 02 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. G1B Wet sociale werkvoorziening (Wsw) (SiSa tussen medeoverheden SZW) Deze regeling wordt alleen ingevuld door openbare lichamen (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen) die (een deel van) de uitvoering hebben verricht voor gemeenten. Het openbaar lichaam vult alleen de eigen uitvoeringsgegevens in. Als het openbaar lichaam geen taken heeft verricht voor een bepaalde indicator, dient het openbaar lichaam 0 (nul) in te vullen. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan de betreffende gemeenten en aan het ministerie van SZW. Deze informatie wordt conform afspraken met betrokken partijen (VNG, Cedris, Divosa en het ministerie van SZW) door het ministerie van SZW gebruikt voor de verdeling van de budgetten. Zie voor meer informatie ook de handreiking Wsw op de website van het ministerie van SZW. G1B Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. Versie 8 januari

72 G1B Indicatoren 02 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) 03 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren 04 Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren 05 Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. G1C Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten waarvan alle of een deel van de inwoners werkzaam zijn/is bij een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen). Het is daarbij niet relevant of de gemeente deelnemer is in het openbaar lichaam. De gemeente vult alleen de gemeentelijke uitvoeringsgegevens in. Casus: In de SISA-bijlage 2011 hebben wij regeling G1C-1 verantwoord, omdat wij in 2011 een persoon hadden die via het Gemeentelijk deel onder de WSW viel. In 2012 hebben we dit echter niet en vallen alle personen onder een GR. Moeten we nu toch G1C-1 invullen of kan deze regeling voor onze gemeente vervallen? Een gemeente verantwoordt of via G1 of via G1C-1. Het is dus niet mogelijk om G1C-1 voor uw gemeente tel laten vervallen. Zoals ook blijkt uit de tekst in de SiSa-bijlage, vult u gemeentelijk deel indien er in jaar T enkele of alle inwoners werkzaam zijn bij een Openbaar lichaam op grond van de Wgr. Als u dus geen gemeentelijk deel heeft, omdat de volledige uitvoering door een gemeenschappelijke regeling wordt uitgevoerd, dan vult u 0 (nul) in. Het CBS levert de ingevulde informatie - ten behoeve van de verdeling van de budgetten (zie hiervoor) - door aan het ministerie van SZW. Zie voor meer informatie ook de handreiking Wsw op de website van het ministerie van SZW. Versie 8 januari

73 G1C-1 Indicatoren 01 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T); Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. exclusief deel openbaar lichaam 02 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren; Zie toelichting handreiking Wsw op het gemeenteloket SZW. exclusief deel openbaar lichaam G1C-2 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen) Deze regeling betreft een totaal en wordt ingevuld door ALLE gemeenten, ongeacht of er inwoners werkzaam waren bij de eigen of een ander openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). Via deze indicatoren legt de gemeente eindverantwoording af aan het ministerie van SZW over de besteding van het beschikbaar gestelde budget en daarbij horende taakstelling in arbeidsjaren. Deze informatie is voor het ministerie van SZW de basis voor de bepaling of er sprake is van onderrealisatie dan wel of de gemeente in aanmerking komt voor de bonus begeleid werken. Zie voor meer informatie ook de handreiking Wsw op de website van het ministerie van SZW. Ten opzichte van SiSa 2011 is indicator G1C-2/01 toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk dat heringedeelde gemeenten voor de afzonderlijke voormalige gemeenten kunnen verantwoorden over (jaar T-1). G1C-2 Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Gemeenten die per 1 januari 2012 zijn samengevoegd tot een nieuwe gemeente, selecteren hier de gemeentenamen van de voormalige gemeenten. Gemeenten die ten opzichte van 2011 niet zijn gewijzigd, kiezen hun eigen gemeentecode. Versie 8 januari

74 G1C-2 Indicatoren 02 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1); inclusief deel openbaar lichaam 03 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; inclusief deel openbaar lichaam 04 Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; inclusief deel openbare lichamen 05 Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; inclusief deel openbare lichamen Gemeenten stellen de bij deze regeling in te vullen gegevens (het totaal) samen uit: De aangeleverde gegevens door openbare lichamen via SiSa (jaar T-1) via G1B, na beoordeling en vaststelling door de gemeente. De door de gemeente opgestelde gegevens uit SiSa (jaar T-1) bij G1C-1 en ten behoeve van verdeling van het budget aangeleverd aan het ministerie van SZW. Gemeenten stellen de bij deze regeling in te vullen gegevens (het totaal) samen uit: De aangeleverde gegevens door openbare lichamen via SiSa (jaar T-1) via G1B, na beoordeling en vaststelling door de gemeente. De door de gemeente opgestelde gegevens uit SiSa (jaar T-1) bij G1C-1 en ten behoeve van verdeling van het budget aangeleverd aan het ministerie van SZW. Gemeenten stellen de bij deze regeling in te vullen gegevens (het totaal) samen uit: De aangeleverde gegevens door openbare lichamen via SiSa (jaar T-1) via G1B, na beoordeling en vaststelling door de gemeente; en het deel dat de gemeente zelf uitvoert. Gemeenten stellen de bij deze regeling in te vullen gegevens (het totaal) samen uit: De aangeleverde gegevens door openbare lichamen via SiSa (jaar T-1) via G1B, na beoordeling en vaststelling door de gemeente; en het deel dat de gemeente zelf uitvoert. G2 Gebundelde uitkering Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten waarvan de uitvoering niet wordt verricht door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). De gemeente verantwoordt het totaal. Versie 8 januari

75 Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Deze informatie is voor het ministerie van SZW de basis voor onder meer de budgetvaststellingen voor individuele gemeenten. Ten opzichte van 2011 is de verantwoording over de WIJ vervallen en over de WWIK vereenvoudigd. De WIJ is met ingang van 1 januari 2012 opgenomen in de Wwb en wordt dus verantwoord via de indicatoren G2/01 en G2/02. De WWIK is per 1 januari 2012 afgeschaft en hoeft nog maar deels (via G2) te worden verantwoord. Zie ook de toelichting over de WWIk en het onderscheid tussen de WWIK en de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden bij indicator G2/09. G2 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) algemene bijstand 02 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 03 Besteding (jaar T) IOAW 04 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 05 Besteding (jaar T) IOAZ 06 Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) Vul de baten van het betreffende 07 Besteding (jaar T) Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) 08 Baten (jaar T) Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) Vul de baten in van het betreffende Versie 8 januari

76 G2 Indicatoren 09 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende verantwoordingsjaar. Zie ook de toelichting in Let op: anders dan het budget voor de WWIK maakt het budget voor de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden géén onderdeel uit van de gebundelde uitkering artikel 69 WWB. Het betreft een aparte specifieke uitkering. De overgangsregeling Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIKgerechtigden behoeft ook niet te worden verantwoord via de SiSa-bijlage (Dit geldt zowel voor de lasten als de baten.) Het budget dat de centrumgemeenten voor de uitvoeringskosten en de uitkeringslasten in het kader van de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden voor (het eerste half jaar 2012) hebben ontvangen is dus een apart budget en maakt geen onderdeel uit van de reguliere WWIK die hier verantwoord wordt. Over deze tijdelijke regeling hoeft via de SiSabijlage 2012 geen verantwoording te worden afgelegd, omdat er over deze tijdelijke regeling geen financiële afrekening met het Rijk plaatsvindt. De verantwoording over de WWIK via de SiSabijlage 2012 betreft uitsluitend nog de baten WWIK betreft, omdat de WWIK met ingang van 1 januari 2012 is ingetrokken. U verantwoordt bij deze indicator dus uitsluitend de baten op titel van de WWIK (en dus niet de baten op titel van de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden ). Voor meer informatie: G2B Gebundelde uitkering (SiSa tussen medeoverheden SZW) Deze regeling wordt alleen ingevuld door openbare lichamen (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen) die (een deel van) de uitvoering hebben verricht voor gemeenten. Het openbaar lichaam vult alleen de eigen uitvoeringsgegevens in exclusief delen die door de betreffende gemeente(n) of andere openbare lichamen is uitgevoerd. Als het openbaar lichaam geen taken heeft verricht voor een bepaalde indicator, dient het openbaar lichaam 0 (nul) in te vullen. Versie 8 januari

77 Het CBS levert de ingevulde informatie door aan de betreffende gemeenten en aan het ministerie van SZW. Deze informatie wordt conform afspraken met betrokken partijen (VNG, Cedris, Divosa en het ministerie van SZW) door het ministerie van SZW gebruikt voor de verdeling van de budgetten. Ten opzichte van 2011 is de verantwoording over de WIJ vervallen en over de WWIK vereenvoudigd. De WIJ is met ingang van 1 januari 2012 opgenomen in de Wwb en wordt dus verantwoord via de indicatoren G2/01 en G2/02. De WWIK is per 1 januari 2012 afgeschaft en hoeft dus nog maar deels (via G2B) te worden verantwoord. Zie ook de toelichting over de WWIk en het onderscheid tussen de WWIK en de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden bij indicator G2B/14. G2B Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen 02 Besteding (jaar T) algemene bijstand Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. 03 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 04 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. 05 Besteding (jaar T) IOAW 06 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 07 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. Versie 8 januari

78 G2B Indicatoren 08 Besteding (jaar T) IOAZ 09 Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 10 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen 11 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. 12 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen 13 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Vul de baten in van het betreffende Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. Versie 8 januari

79 G2B Indicatoren 14 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende Let op: anders dan het budget voor de WWIK maakt het budget voor de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden géén onderdeel uit van de gebundelde uitkering artikel 69 WWB. Het betreft een aparte specifieke uitkering. De overgangsregeling Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIKgerechtigden behoeft ook niet te worden verantwoord via de SiSa-bijlage (Dit geldt zowel voor de lasten als de baten.) Het budget dat de centrumgemeenten voor de uitvoeringskosten en de uitkeringslasten in het kader van de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden voor (het eerste half jaar 2012) hebben ontvangen is dus een apart budget en maakt geen onderdeel uit van de reguliere WWIK die hier verantwoord wordt. Over deze tijdelijke regeling hoeft via de SiSabijlage 2012 geen verantwoording te worden afgelegd, omdat er over deze tijdelijke regeling geen financiële afrekening met het Rijk plaatsvindt. De verantwoording over de WWIK via de SiSabijlage 2012 betreft uitsluitend nog de baten WWIK betreft, omdat de WWIK met ingang van 1 januari 2012 is ingetrokken. U verantwoordt bij deze indicator dus uitsluitend de baten op titel van de WWIK (en dus niet de baten op titel van de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden ). Voor meer informatie: G2C-1 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB Gemeentedeel 2012 Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten die de uitvoering (deels) hebben laten verrichten door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen). Het is daarbij niet relevant of de gemeente deelnemer is in het openbaar lichaam. De gemeente vult alleen de gemeentelijke uitvoeringsgegevens in exclusief het deel dat door de openbare lichamen is uitgevoerd. Versie 8 januari

80 Als de gemeente de informatie over een bepaalde indicator niet heeft omdat de betreffende uitvoering is verricht door een openbaar lichaam, vult de gemeente bij de indicator 0 (nul). Het CBS levert de ingevulde informatie door aan de betreffende gemeenten en aan het ministerie van SZW. Deze informatie wordt conform afspraken met betrokken partijen (VNG, Cedris, Divosa en het ministerie van SZW) door het ministerie van SZW gebruikt voor de verdeling van de budgetten. Ten opzichte van 2011 is de verantwoording over de WIJ vervallen en over de WWIK vereenvoudigd. De WIJ is met ingang van 1 januari 2012 opgenomen in de Wwb en wordt dus verantwoord via de indicatoren G2/01 en G2/02. De WWIK is per 1 januari 2012 afgeschaft en hoeft derhalve nog maar voor een deel (via G2C-1) te worden verantwoord. Zie ook de toelichting over de WWIk en het onderscheid tussen de WWIK en de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden bij indicator G2C-1/09. G2C-1 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) algemene bijstand exclusief geldstroom openbaar lichaam I.1 Wet werk en bijstand (WWB) 02 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk) exclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.1 Wet werk en bijstand (WWB) 03 Besteding (jaar T) IOAW exclusief geldstroom openbaar lichaam I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Versie 8 januari

81 G2C-1 Indicatoren 04 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk) exclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) 05 Besteding (jaar T) IOAZ exclusief geldstroom openbaar lichaam I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) 06 Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) exclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) 07 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen exclusief geldstroom openbaar lichaam I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Versie 8 januari

82 G2C-1 Indicatoren 08 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Vul de baten in van het betreffende exclusief geldstroom openbaar lichaam I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Versie 8 januari

83 G2C-1 Indicatoren 09 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk) exclusief geldstroom openbaar lichaam I.5 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Vul de baten in van het betreffende Let op: anders dan het budget voor de WWIK maakt het budget voor de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden géén onderdeel uit van de gebundelde uitkering artikel 69 WWB. Het betreft een aparte specifieke uitkering. De overgangsregeling Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden behoeft ook niet te worden verantwoord via de SiSa-bijlage (Dit geldt zowel voor de lasten als de baten.) Het budget dat de centrumgemeenten voor de uitvoeringskosten en de uitkeringslasten in het kader van de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIK-gerechtigden voor (het eerste half jaar 2012) hebben ontvangen is dus een apart budget en maakt geen onderdeel uit van de reguliere WWIK die hier verantwoord wordt. Over deze tijdelijke regeling hoeft via de SiSa-bijlage 2012 geen verantwoording te worden afgelegd, omdat er over deze tijdelijke regeling geen financiële afrekening met het Rijk plaatsvindt. De verantwoording over de WWIK via de SiSabijlage 2012 betreft uitsluitend nog de baten WWIK betreft, omdat de WWIK met ingang van 1 januari 2012 is ingetrokken. U verantwoordt bij deze indicator dus uitsluitend de baten op titel van de WWIK (en dus niet de baten op titel van de Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWIKgerechtigden ). Voor meer informatie: Versie 8 januari

84 G2C-2 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen) Deze regeling betreft een totaal en wordt alleen ingevuld door gemeenten die de uitvoering (deels) hebben laten verrichten door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om over het totaal van de uitvoering te verantwoorden aan het ministerie van SZW. Gemeenten stellen de bij deze regeling in te vullen gegevens (het totaal) samen uit: De aangeleverde gegevens door openbare lichamen via SiSa (jaar T-1) via G2B, na beoordeling en vaststelling door de gemeente. De door de gemeente opgestelde gegevens uit SiSa (jaar T-1) bij G2C-1 en ten behoeve van de budgetvaststelling aangeleverd aan het ministerie van SZW. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Ten opzichte van SiSa 2011 is indicator G2C-2/01 toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk dat heringedeelde gemeenten voor de afzonderlijke voormalige gemeenten kunnen verantwoorden over (jaar T-1). G2C-2 Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen 02 Besteding (jaar T-1) algemene bijstand inclusief geldstroom openbaar lichaam Gemeenten die per 1 januari 2012 zijn samengevoegd tot een nieuwe gemeente, selecteren hier de gemeentenamen van de voormalige gemeenten. Gemeenten die ten opzichte van 2011 niet zijn gewijzigd, kiezen hun eigen gemeentecode. I.1 Wet werk en bijstand (WWB) 03 Baten (jaar T-1) algemene bijstand (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.1 Wet werk en bijstand (WWB) Versie 8 januari

85 G2C-2 Indicatoren 04 Besteding (jaar T-1) IOAW inclusief geldstroom openbaar lichaam I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) 05 Baten (jaar T-1) IOAW (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) 06 Besteding (jaar T-1) IOAZ inclusief geldstroom openbaar lichaam I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) 07 Baten (jaar T-1) IOAZ (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Versie 8 januari

86 G2C-2 Indicatoren 08 Besteding (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen inclusief geldstroom openbaar lichaam I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) 09 Baten (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Vul de baten in van het betreffende inclusief geldstroom openbaar lichaam I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) 10 Besteding (jaar T-1) WIJ inclusief geldstroom openbaar lichaam I.5 Wet investeren in jongeren (WIJ) 11 Baten (jaar T-1) WIJ (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.5 Wet investeren in jongeren (WIJ) 12 Besteding (jaar T-1) WWIK inclusief geldstroom openbaar lichaam I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Versie 8 januari

87 G2C-2 Indicatoren 13 Baten (jaar T-1) WWIK (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) G3 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten waarvan de uitvoering niet wordt verricht door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). De gemeente verantwoordt het totaal. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Deze informatie is voor het ministerie van SZW de basis voor het vaststellen / afrekenen met deze gemeenten. G3 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) 02 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) 03 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 04 Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 05 Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) 06 Besteding (jaar T) Bob Versie 8 januari

88 G3 Indicatoren 07 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 08 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 G3B Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (SiSa tussen medeoverheden SZW) Deze regeling wordt alleen ingevuld door openbare lichamen (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen) die (een deel van) de uitvoering hebben verricht voor gemeenten. Het openbaar lichaam vult alleen de eigen uitvoeringsgegevens in exclusief delen die door de betreffende gemeente(n) of andere openbare lichamen is uitgevoerd. Als het openbaar lichaam geen taken heeft verricht voor een bepaalde indicator, dient het openbaar lichaam 0 (nul) in te vullen. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan de betreffende gemeenten en aan het ministerie van SZW. Deze informatie wordt conform afspraken met betrokken partijen (VNG, Cedris, Divosa en het ministerie van SZW) door het ministerie van SZW gebruikt voor de verdeling van de budgetten. G3B Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen 02 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. 03 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) 04 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende Versie 8 januari

89 G3B Indicatoren 05 Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 06 Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) 07 Besteding (jaar T) Bob 08 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende 09 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 G3C-1 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) Gemeentedeel Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten die de uitvoering (deels) hebben laten verrichten door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen). Het is daarbij niet relevant of de gemeente deelnemer is in het openbaar lichaam. De gemeente vult alleen de gemeentelijke uitvoeringsgegevens in exclusief het deel dat door de openbare lichamen is uitgevoerd. Als de gemeente de informatie over een bepaalde indicator niet heeft omdat de betreffende uitvoering is verricht door een openbaar lichaam, vult de gemeente bij de indicator 0 (nul). Het CBS levert de ingevulde informatie door aan de betreffende gemeenten en aan het ministerie van SZW. Deze informatie wordt conform afspraken met betrokken partijen (VNG, Cedris, Divosa en het ministerie van SZW) door het ministerie van SZW gebruikt voor de verdeling van de budgetten. Versie 8 januari

90 G3C-1 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob), exclusief geldstroom openbaar lichaam 02 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob), exclusief geldstroom openbaar lichaam 03 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk), Vul de baten in van het betreffende exclusief geldstroom openbaar lichaam 04 Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk), Vul de baten in van het betreffende exclusief geldstroom openbaar lichaam 05 Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob), exclusief geldstroom openbaar lichaam 06 Besteding (jaar T) Bob, exclusief geldstroom openbaar lichaam 07 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk), exclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende Versie 8 januari

91 G3C-1 Indicatoren 08 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004, exclusief geldstroom openbaar lichaam G3C-2 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) Totaal 2011 Deze regeling betreft een totaal en wordt alleen ingevuld door gemeenten die de uitvoering (deels) hebben laten verrichten door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om over het totaal van de uitvoering te verantwoorden aan het ministerie van SZW. Gemeenten stellen de bij deze regeling in te vullen gegevens (het totaal) samen uit: De aangeleverde gegevens door openbare lichamen via SiSa (jaar T-1) via G3B, na beoordeling en vaststelling door de gemeente. De door de gemeente opgestelde gegevens uit SiSa (jaar T-1) bij G3C-1 en ten behoeve van budgetvaststelling aangeleverd aan het ministerie van SZW. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Deze informatie is voor het ministerie van SZW de basis voor het vaststellen / afrekenen met deze gemeenten. Ten opzichte van 2011 zijn twee indicatoren vervallen Bestedingen van vóór (jaar T-1), waarvan de uitgave in of na (jaar T-1) plaatsvindt; Uitgaven van vóór (jaar T-1), waarvan besteding in (jaar T-1) plaatsvindt. Deze indicatoren waren van belang vanwege de overgang van kas- naar baten- en lastenstelsel. Ten opzichte van SiSa 2011 is indicator G3C-2/01 toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk dat heringedeelde gemeenten voor de afzonderlijke voormalige gemeenten kunnen verantwoorden over (jaar T-1). G3C-2 Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Gemeenten die per 1 januari 2012 zijn samengevoegd tot een nieuwe gemeente, selecteren hier de gemeentenamen van de voormalige gemeenten. Gemeenten die ten opzichte van 2011 niet zijn gewijzigd, kiezen hun huidige gemeentecode. Versie 8 januari

92 G3C-2 Indicatoren 02 Besteding (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) inclusief geldstroom openbaar lichaam 03 Besteding (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) inclusief geldstroom openbaar lichaam 04 Baten (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Vul de baten in van het betreffende inclusief geldstroom openbaar lichaam 05 Baten (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende 06 Besteding (jaar T-1) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) inclusief geldstroom openbaar lichaam 07 Besteding (jaar T-1) Bob inclusief geldstroom openbaar lichaam 08 Baten (jaar T-1) Bob (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende Versie 8 januari

93 G3C-2 Indicatoren 09 Besteding (jaar T-1) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 inclusief geldstroom openbaar lichaam G5 Wet participatiebudget (WPB) Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten waarvan de uitvoering niet wordt verricht door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). De gemeente verantwoordt het totaal. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Deze informatie is voor het ministerie van SZW de basis voor het vaststellen / afrekenen met deze gemeenten. Ten opzichte van 2011 is het volgende veranderd: De indicator Het aantal in (jaar T) gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven is vervallen; De invulcel bij indicator Besteding (jaar T) Regelluw is van een verplichte cel gewijzigd in een groene, niet verplichte cel; De indicator Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten vavo is vervallen; De indicator Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde vavo-diploma's is vervallen; De zes indicatoren met een verwijzing naar het ISI-systeem zijn vervallen. De indicator Reserveringsregeling: overheveling overschot/tekort van (jaar T) naar (jaar T+1) is vervallen. De reden hiervoor is dat: o Een gemeentelijke opgave van de indicator reserveringsregeling is niet strikt noodzakelijk voor de financiële vaststelling. Het ministerie van SZW is in staat de financiële vaststelling te baseren op uitsluitend de gemeentelijke opgave van de bestedingen en baten via de huidige SiSa-bijlage, waarbij het ministerie van SZW de overige voor de financiële vaststelling noodzakelijke gegevens (zoals het saldo van de reserveringsregeling van het vorig jaar) haalt uit zijn eigen administratie. o In de praktijk blijken er veel fouten te worden gemaakt bij de opgave van de reserveringsregeling. Deze fouten heeft het ministerie van SZW in het verleden steeds ambtshalve gecorrigeerd bij de vaststelling van de rijksvergoeding, uitgaande van een voor gemeenten zo gunstig mogelijke, binnen de daartoe geldende regels juiste opgave. o Het laten vervallen van de indicator leidt tot een administratieve lastenverlichting voor gemeenten. o Bij de financiële vaststelling zal het ministerie van SZW ervan uitgaan dat de gemeente binnen de daartoe geldende regels maximaal gebruik wil maken van de reserveringsregeling. De gemeente zal zoals gebruikelijk door het ministerie van SZW achteraf worden geïnformeerd over het saldo van de reserveringsregeling via de vaststellingsbeschikking. De indicator terug te betalen aan het Rijk is vervallen. De reden hiervoor is dat: o Een gemeentelijke opgave van de indicator terug te betalen aan het Rijk is niet strikt noodzakelijk voor de financiële vaststelling. Het ministerie van SZW is in staat de financiële vaststelling te baseren op uitsluitend de gemeentelijke opgave van de bestedingen en baten via de huidige SiSa-bijlage, waarbij het ministerie van SZW de overige voor de financiële vaststelling noodzakelijke gegevens (zoals het saldo van de reserveringsregeling van het vorig jaar) haalt uit zijn eigen Versie 8 januari

94 administratie en het saldo van de reserveringsregeling van het huidig jaar zelf berekent. o In de praktijk blijken er veel fouten te worden gemaakt bij de opgave van het aan het Rijk terug te betalen bedrag. Deze fouten heeft het ministerie van SZW in het verleden steeds ambtshalve gecorrigeerd bij de financiële vaststelling. o Het laten vervallen van de indicator leidt tot een administratieve lastenverlichting voor gemeenten. o De gemeente zal zoals gebruikelijk door het ministerie van SZW achteraf worden geïnformeerd over het aan het Rijk terug te betalen bedrag via de vaststellingsbeschikking, waarbij het ministerie van SZW zelf de terugvordering verzorgt. De gemeente hoeft hiervoor dus niets te doen. G5 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) participatiebudget 02 Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's 03 Baten (jaar T) (niet-rijk) participatiebudget 04 Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc s 05 Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk. 06 Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden. Vul de baten in van het betreffende Vul de baten in van het betreffende Het ministerie van OCW verstrekt in het voorjaar van 2013 nadere informatie over de definiëring van het begrip 'ingekochte trajecten basisvaardigheden'. Hierover vindt momenteel overleg plaats tussen het ministerie van OCW, de VNG en de MBO-raad. U wordt hierover ook geïnformeerd via de nieuwsbrief IBI van het ministerie van BZK. Versie 8 januari

95 G5 Indicatoren 07 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2-certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. NT2-certificaten: Certificaat staatsexamen NT2 I of II: certificaat als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal voor een door de desbetreffende gemeente ingekochte opleiding Nederlands als tweede taal op niveau B1 en B2 van het Raamwerk NT2 als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, behaald door een volwassen inwoner. Het ministerie van OCW verstrekt in het voorjaar van 2013 de DUO-lijst met een overzicht van het aantal NT2-certificaten op U kunt dit overzicht gebruiken. G5B Wet participatiebudget (WPB) (SiSa tussen medeoverheden SZW) Deze regeling wordt alleen ingevuld door openbare lichamen (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen) die (een deel van) de uitvoering hebben verricht voor gemeenten. Het openbaar lichaam vult alleen de eigen uitvoeringsgegevens in exclusief delen die door de betreffende gemeente(n) of andere openbare lichamen zijn uitgevoerd. Als het openbaar lichaam geen taken heeft verricht voor een bepaalde indicator, dient het openbaar lichaam 0 (nul) in te vullen. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan de betreffende gemeenten en aan het ministerie van SZW. Ten opzichte van 2011 is het volgende veranderd: De indicator Het aantal in (jaar T) gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven is vervallen; De invulcel bij indicator Besteding (jaar T) Regelluw is van een verplichte cel gewijzigd in een groene, niet verplichte cel; De indicator Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten vavo is vervallen; De indicator Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde vavo-diploma's is vervallen; De zes indicatoren met een verwijzing naar het ISI-systeem zijn vervallen. G5B Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. Versie 8 januari

96 G5B Indicatoren 02 Besteding (jaar T) participatiebudget 03 Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's 04 Baten (jaar T) (niet-rijk) participatiebudget 05 Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc s 06 Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is van toepassing indien in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk zijn gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk. 07 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen 08 Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden. Vul de baten in die in van het betreffende Vul de baten in van het betreffende Openbare lichamen vullen de uitvoeringsgegevens per gemeente in (per subregel één gemeente). Het is mogelijk de uitvoeringsgegevens voor maximaal 100 gemeenten in te vullen. Het ministerie van OCW verstrekt in het voorjaar van 2013 nadere informatie over de definiëring van het begrip 'ingekochte trajecten basisvaardigheden'. Hierover vindt momenteel overleg plaats tussen het ministerie van OCW, de VNG en de MBO-raad. U wordt hierover ook geïnformeerd via de nieuwsbrief IBI van het ministerie van BZK. Versie 8 januari

97 G5B Indicatoren 09 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2- certificaten, dat niet meetelt bij de output-verdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. NT2-certificaten: Certificaat staatsexamen NT2 I of II: certificaat als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal voor een door de desbetreffende gemeente ingekochte opleiding Nederlands als tweede taal op niveau B1 en B2 van het Raamwerk NT2 als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, behaald door een volwassen inwoner. Het ministerie van OCW verstrekt in het voorjaar van 2013 de DUO-lijst met een overzicht van het aantal NT2-certificaten op U kunt dit overzicht gebruiken. G5C-1 Wet Participatiebudget (WPB) Gemeentedeel 2012 Deze regeling wordt alleen ingevuld door gemeenten die de uitvoering (deels) hebben laten verrichten door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen). Het is daarbij niet relevant of de gemeente deelnemer is in het openbaar lichaam. De gemeente vult alleen de gemeentelijke uitvoeringsgegevens in exclusief het deel dat door de openbare lichamen is uitgevoerd. Als de gemeente de informatie over een bepaalde indicator niet heeft omdat de betreffende uitvoering is verricht door een openbaar lichaam, vult de gemeente bij de indicator 0 (nul). Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Ten opzichte van 2011 is het volgende veranderd: De indicator Het aantal in (jaar T) gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven is vervallen; De invulcel bij indicator Besteding (jaar T) Regelluw is van een verplichte cel gewijzigd in een groene, niet verplichte cel; De indicator Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten vavo is vervallen; De indicator Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde vavo-diploma's is vervallen; De zes indicatoren met een verwijzing naar het ISI-systeem zijn vervallen. G5C-1 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) participatiebudget, exclusief geldstroom openbaar lichaam Versie 8 januari

98 G5C-1 Indicatoren 02 Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's, exclusief geldstroom openbaar lichaam 03 Baten (jaar T) (niet-rijk) participatiebudget, exclusief geldstroom openbaar lichaam 04 Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc s, exclusief geldstroom openbaar lichaam 05 Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk. 06 Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden. Vul de baten in van het betreffende Vul de baten in van het betreffende Het ministerie van OCW verstrekt in het voorjaar van 2013 nadere informatie over de definiëring van het begrip 'ingekochte trajecten basisvaardigheden'. Hierover vindt momenteel overleg plaats tussen het ministerie van OCW, de VNG en de MBO-raad. U wordt hierover ook geïnformeerd via de nieuwsbrief IBI van het ministerie van BZK. Versie 8 januari

99 G5C-1 Indicatoren 07 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2- certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. NT2-certificaten: Certificaat staatsexamen NT2 I of II: certificaat als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal voor een door de desbetreffende gemeente ingekochte opleiding Nederlands als tweede taal op niveau B1 en B2 van het Raamwerk NT2 als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, behaald door een volwassen inwoner. Het ministerie van OCW verstrekt in het voorjaar van 2013 de DUO-lijst met een overzicht van het aantal NT2-certificaten op U kunt dit overzicht gebruiken. G5C-2 Wet Participatiebudget (WPB) Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen) Deze regeling betreft een totaal en wordt alleen ingevuld door gemeenten die de uitvoering (deels) hebben laten verrichten door een openbaar lichaam (opgericht op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen). Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om over het totaal van de uitvoering te verantwoorden aan het ministerie van SZW. Gemeenten stellen de bij deze regeling in te vullen gegevens (het totaal) samen uit: De aangeleverde gegevens door openbare lichamen via SiSa (jaar T-1) via G5B, na beoordeling en vaststelling door de gemeente. De door de gemeente opgestelde gegevens uit SiSa (jaar T-1) bij G5C-1 en ter informatie aangeleverd aan het ministerie van SZW. Het CBS levert de ingevulde informatie door aan het ministerie van SZW. Deze informatie is voor het ministerie van SZW de basis voor het vaststellen / afrekenen met deze gemeenten. Ten opzichte van 2011 is het volgende veranderd: De invulcel bij indicator Besteding (jaar T) Regelluw is van een verplichte cel gewijzigd in een groene, niet verplichte cel; De indicator Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde vavo-diploma's is vervallen; De zes indicatoren met een verwijzing naar het ISI-systeem zijn vervallen. Ten opzichte van SiSa 2011 is: indicator G5C-2/01 toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk dat heringedeelde gemeenten voor de afzonderlijke voormalige gemeenten kunnen verantwoorden over (jaar T-1). indicator Reserveringsregeling: overheveling overschot/tekort van (jaar T) naar (jaar T+1) vervallen. De reden hiervoor is dat: Versie 8 januari

100 o Een gemeentelijke opgave van de indicator reserveringsregeling is niet strikt noodzakelijk voor de financiële vaststelling. Het ministerie van SZW is in staat de financiële vaststelling te baseren op uitsluitend de gemeentelijke opgave van de bestedingen en baten via de huidige SiSa-bijlage, waarbij het ministerie van SZW de overige voor de financiële vaststelling noodzakelijke gegevens (zoals het saldo van de reserveringsregeling van het vorig jaar) haalt uit zijn eigen administratie. o In de praktijk blijken er veel fouten te worden gemaakt bij de opgave van de reserveringsregeling. Deze fouten heeft het ministerie van SZW in het verleden steeds ambtshalve gecorrigeerd bij de vaststelling van de rijksvergoeding, uitgaande van een voor gemeenten zo gunstig mogelijke, binnen de daartoe geldende regels juiste opgave. o Het laten vervallen van de indicator leidt tot een administratieve lastenverlichting voor gemeenten. o Bij de financiële vaststelling zal het ministerie van SZW ervan uitgaan dat de gemeente binnen de daartoe geldende regels maximaal gebruik wil maken van de reserveringsregeling. De gemeente zal zoals gebruikelijk door het ministerie van SZW achteraf worden geïnformeerd over het saldo van de reserveringsregeling via de vaststellingsbeschikking. De indicator terug te betalen aan het Rijk vervallen. De reden hiervoor is dat: o Een gemeentelijke opgave van de indicator terug te betalen aan het Rijk is niet strikt noodzakelijk voor de financiële vaststelling. Het ministerie van SZW is in staat de financiële vaststelling te baseren op uitsluitend de gemeentelijke opgave van de bestedingen en baten via de huidige SiSa-bijlage, waarbij het ministerie van SZW de overige voor de financiële vaststelling noodzakelijke gegevens (zoals het saldo van de reserveringsregeling van het vorig jaar) haalt uit zijn eigen administratie en het saldo van de reserveringsregeling van het huidig jaar zelf berekent. o In de praktijk blijken er veel fouten te worden gemaakt bij de opgave van het aan het Rijk terug te betalen bedrag. Deze fouten heeft het ministerie van SZW in het verleden steeds ambtshalve gecorrigeerd bij de financiële vaststelling. o Het laten vervallen van de indicator leidt tot een administratieve lastenverlichting voor gemeenten. o De gemeente zal zoals gebruikelijk door het ministerie van SZW achteraf worden geïnformeerd over het aan het Rijk terug te betalen bedrag via de vaststellingsbeschikking, waarbij het ministerie van SZW zelf de terugvordering verzorgt. De gemeente hoeft hiervoor dus niets te doen. G5C-2 Indicatoren 01 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen 02 Besteding (jaar T-1) participatiebudget inclusief geldstroom openbaar lichaam Gemeenten die per 1 januari 2012 zijn samengevoegd tot een nieuwe gemeente, selecteren hier de gemeentenamen van de voormalige gemeenten. Gemeenten die ten opzichte van 2011 niet zijn gewijzigd, kiezen hun eigen gemeentecode. 03 Waarvan besteding (jaar T-1) van educatie bij roc's inclusief geldstroom openbaar lichaam Versie 8 januari

101 G5C-2 Indicatoren 04 Baten (jaar T-1) (niet-rijk) participatiebudget inclusief geldstroom openbaar lichaam 05 Waarvan baten (jaar T-1) van educatie bij roc s inclusief geldstroom openbaar lichaam Vul de baten in van het betreffende Vul de baten in van het betreffende 06 Het aantal in (jaar T-1) gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven Dit onderdeel behoeft alleen te worden ingevuld, indien een gemeente aanspraak wil maken op regelluwe bestedingsruimte in jaar t+1 inclusief deel openbaar lichaam 07 Besteding (jaar T-1) Regelluw Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk. inclusief deel openbaar lichaam Versie 8 januari

102 G7 Verzameluitkering SZW De mogelijkheid om met terugwerkende kracht over meerdere jaren te verantwoorden die in IBI nieuwsbrief nr. 30 was aangekondigd voor 2011, blijft ook in 2012 gehandhaafd. G7 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) (en eventueel besteding van voorgaande jaren voor zover nog niet eerder verantwoord) De verzameluitkering kan op het brede terrein van het ministerie van SZW worden besteed. Alle bestedingen binnen de doelstellingen van het betreffende ministerie zijn aan te merken als rechtmatige bestedingen in het kader van de verzameluitkering van dat ministerie. U kunt de doelstellingen terugvinden in de begroting van het ministerie, te vinden via U kunt volstaan met het verantwoorden van de bestedingen tot het bedrag dat aan uw gemeente is verstrekt als verzameluitkering. Door het brede bestedingsdoel is het erg onwaarschijnlijk als uw gemeente niet het volledige bedrag van de beschikking kan verantwoorden. H1 Ministeriële regeling heroïnebehandeling Ten opzichte van 2011 is de indicator Eindverantwoording Ja/Nee vervallen. Deze indicator is alleen nodig voor projectuitkeringen die pas na een aantal jaren worden afgerekend. Deze regeling wordt, net als voorgaande jaren, jaarlijks afgerekend waardoor deze indicator overbodig is. Ook is de overgangsindicator uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. H1 Indicatoren 01 Gerealiseerde behandelplaatsen (jaar T) Behandelplaatsen: de behandelplaatsen die beschikbaar zijn bij de gemeente Afspraak 02 Gerealiseerde behandelplaatsen (jaar T) Realisatie Versie 8 januari

103 H1 Indicatoren 03 Besteding (jaar T) H2 Regeling Buurt, Onderwijs en Sport (BOS) U dient de BOS-projecten inclusief de activiteiten die in 2010 en latere jaren tot verantwoording komen, te vermelden. Moeten we na afloop van een project verantwoorden of na afloop van de regeling? De BOS-regeling betreft de gehele tijdelijke stimuleringsregeling. Die loopt tot Gemeenten konden subsidie aanvragen voor (een of meer) BOS-projecten die lopen in de periode 2005 tot en met Via SiSa kan dus na afloop van de BOS-projecten worden verantwoord waarvoor de uitkering is verleend. Er wordt geen financiële verantwoording gevraagd. Het enige dat VWS wil weten voor vaststelling van de BOS-uitkering is dat de activiteiten waarvoor (binnen de verschillende BOS-projecten) een uitkering is verstrekt ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Als dat niet het geval is, kan de uitkering worden gekort. H2 Indicatoren 01 Hieronder per regel één beschikkingskenmerk invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Het beschikkingsnummer is te vinden in de beschikkingsbrief. Daarnaast werkt het ministerie van BZK samen met alle verstrekkers van specifieke uitkeringen aan het toevoegen van de beschikkingsnummers aan de verantwoordingslijst (de nieuwe kruisjeslijst). Het is dus mogelijk dat het beschikkingskenmerk voor deze regeling ook daar terug te vinden is. Zie ook hoofdstuk 5 voor meer informatie. 02 Activiteit Hier dient de gemeente de activiteiten op te nemen die de gemeente destijds in de aanvraag voor de uitkering heeft aangegeven. Echter hier is wel ruimte voor de gemeente om daar ook activiteiten te vermelden die de gemeente extra heeft uitgevoerd. Dit kunnen activiteiten zijn die al zijn goedgekeurd door het ministerie maar het kunnen ook activiteiten zijn die de gemeente nog niet eerder had aangegeven. 03 Realisatie 0 = niet uitgevoerd 1 = gedeelte uitgevoerd 2 = uitgevoerd Hier dient de gemeente aan te geven of de activiteit van het project volledig, gedeeltelijk of niet is uitgevoerd. Dit gaat om de periode tot en met jaar T. Versie 8 januari

104 H2 Indicatoren 04 afwijking Hier dient de gemeente aan te geven waarom een activiteit niet is uitgevoerd of gedeeltelijk is uitgevoerd. Heeft u aangegeven dat een activiteit volledig is uitgevoerd hoeft er geen toelichting te worden gegeven. Maar betreft het een activiteit die volledig is uitgevoerd maar niet voorkomt bij de aanvraag van de uitkering dan dient de gemeente hier wel een toelichting te geven. Het is bij deze indicator niet de bedoeling dat er aantallen worden gegeven. 05 Eindverantwoording Ja/Nee Hier dient Ja te worden ingevuld als het project is afgerond. Als het project nog loopt dient hier Nee te worden ingevuld. Het kan namelijk zo zijn dat een gemeente meerdere BOS-projecten heeft met verschillende einddata. Zie verder de toelichting in H3 Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + aanvullende curatieve SOA bestrijding H3 Indicatoren 01 Aantal consulten (jaar T) seksualiteitshulpverlening in het verzorgingsgebied. 02 Aantal gevonden SOA's (jaar T) in het verzorgingsgebied 03 Aantal SOA- onderzoeken (jaar T) in het verzorgingsgebied Versie 8 januari

105 H4 Verzameluitkering VWS De mogelijkheid om met terugwerkende kracht over meerdere jaren te verantwoorden die in IBI nieuwsbrief nr. 30 was aangekondigd voor 2011, blijft ook in 2012 gehandhaafd. H4 Indicatoren 01 Besteding (jaar T) (en eventueel besteding van voorgaande jaren voor zover nog niet eerder verantwoord) De verzameluitkering kan op het brede terrein van het ministerie van VWS worden besteed. Alle bestedingen binnen de doelstellingen van het betreffende ministerie zijn aan te merken als rechtmatige bestedingen in het kader van de verzameluitkering van dat ministerie. U kunt de doelstellingen terugvinden in de begroting van het ministerie, te vinden via U kunt volstaan met het verantwoorden van de bestedingen tot het bedrag dat aan uw gemeente is verstrekt als verzameluitkering. Door het brede bestedingsdoel is het erg onwaarschijnlijk als uw gemeente niet het volledige bedrag van de beschikking kan verantwoorden. H8 Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg) Ten opzichte van 2011 zijn de overgangsindicatoren uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt vervallen. Ook is bij de indicatoren H8/13 en H8/14 de aanduiding (jaar T) gewijzigd naar (jaar T-1) om zo beter aan te sluiten bij de realiteit van de verantwoording. H8 Indicatoren 01 Aantal Onder toezichtstelling (OTS), (jaar T-1) 02 Aantal OTS (jaar T-1), overig 03 Aantal voorlopige voogdij (jaar T- 1) 04 Aantal voogdij (jaar T-1) 05 Aantal jeugdreclassering (jaar T-1) Versie 8 januari

106 H8 Indicatoren 06 Aantal samenloop (jaar T-1) 07 Aantal Individuele Traject Begeleiding (jaar T-1) (ITB), harde kern 08 Aantal ITB (jaar T-1), Criem 09 Aantal scholing- en trainingsprogramma's (STP) (jaar T-1) 10 Besteding (jaar T) aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justitietaken 11 Besteding (jaar T) aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt - deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg 12 Besteding (jaar T) aan zorgaanbod 13 Aantal aanmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg 14 Aantal afmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg 15 Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31 december (jaar T) 16 Eindverantwoording Ja/Nee Zie de toelichting in H10_2010 Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011 Let op! Hier moet géén verantwoordingsinformatie over 2012 worden ingevuld. Hier wordt in verband met de bevindingen single-review 2011 (met betrekking op 2010) opnieuw verantwoordingsinformatie opgevraagd over de gehele periode. Deze uitvraag vervangt de al eerder ingediende verantwoordingscijfers. Dus ook als uw gemeente geen wijzigingen wil doorvoeren in eerder gedane opgaven, dient u over deze regeling te verantwoorden. Versie 8 januari

107 Is uw gemeente heringedeeld in deze periode, dan verantwoordt u over de jaren voorafgaand aan de herindeling alsof de herindeling ook in die jaren al had plaatsgevonden. U neemt dus dat deel van de voormalige gemeenten mee in uw verantwoording dat van toepassing is. Mijn gemeente moet over CJG H10_2010 verantwoorden over alle voorgaande jaren. Maar over die regeling heb ik al een herziene aanlevering gedaan. Moet ik dan toch nog opnieuw aanleveren? Ja. Alle aanleveringen uit het verleden over H10 worden vervangen door de huidige uitvraag. Dus ook als uw gemeente al herziene aanleveringen gedaan heeft om aanvullende kosten te declareren, zult u deze cijfers wederom moeten aanleveren. Helaas geldt deze hernieuwde uitvraag ook voor gemeenten die in de reguliere verantwoordingen al volledige bestedingen hebben opgegeven. Ook zij moeten dit nu opnieuw doen. Dit geldt ook als de accountant bij H10 in 2010 geen fouten of onzekerheden heeft geconstateerd, en zelfs als uw accountant in de review over 2010 door de auditdienst rijk was betrokken en daar een positief oordeel over heeft ontvangen. H10_ Indicatoren Besteding 2008 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Vul de bestedingen in van Besteding 2009 aan Vul de bestedingen in van jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin 03 Besteding 2010 aan Vul de bestedingen in van jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. 04 Besteding 2011 aan Vul de bestedingen in van jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. 05 Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee Zie voor een toelichting bij het begrip 'besteding' hoofdstuk 5 en de (toelichting) op artikel 9 van de Tijdelijke regeling CJG. Zie voor een toelichting bij het begrip 'besteding' hoofdstuk 5 en de (toelichting) op artikel 9 van de Tijdelijke regeling CJG. Zie voor een toelichting bij het begrip 'besteding' hoofdstuk 5 en de (toelichting) op artikel 9 van de Tijdelijke regeling CJG. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met correcties van de medeoverheden op de vaststelling Zie voor de 'Besteding' ook de toelichting in hoofdstuk 5 en de (toelichting) op art. 9 van de Tijdelijke regeling CJG. Versie 8 januari

108 5 Algemeen Dit hoofdstuk bevat algemene toelichtingen bij veelgebruikte begrippen of veelgebruikte indicatoren. In verband met de overgang van de informatie uit in voorgaande jaren afzonderlijke bronnen, is in een voetnoot de bron van de informatie nog toegevoegd. Zoals ook gemeld in hoofdstuk 1, is deze invulwijzer geen vervanging van de bepalingen in de regelgeving die op de specifieke uitkeringen van toepassing is. De invulwijzer is dus een aanvulling, geen vervanging. Baten-Lasten stelsel 1 Met ingang van de SiSa-verantwoording 2010 geldt voor alle specifieke uitkeringen het baten-lastenstelsel. Het kas-verplichtingenstelsel is niet langer van toepassing voor de verantwoording van specifieke uitkeringen. Hiermee wordt voorkomen dat extracomptabele administraties met afwijkende waarderingsregels en aanvullende controles bij medeoverheden nodig zijn ten behoeve van de aansluiting op de Rijksadministratie. Voor alle specifieke uitkeringen geldt een, in lijn met het Besluit begroting en verantwoording, eenduidige definitie van het begrip besteding, dat gekoppeld is het moment van een prestatie of verlies. Het nieuwe stelsel geldt voor alle huidige en nieuwe specifieke uitkeringen, ongeacht de aard (openeinde, declaratie, project et cetera), looptijd en verstrekker van de specifieke uitkering. Oude systematiek t.o.v. de nieuwe systematiek In de oude kas-verplichtingensystematiek werden aan het Rijk uitgaven en inkomsten verantwoord. Kasstromen stonden centraal en daarmee het moment waarop deze plaatsvonden. Met ingang van de SiSa-verantwoording 2010 geldt voor alle specifieke uitkeringen het baten-lastenstelsel. Het kas-verplichtingenstelsel is niet langer van toepassing voor de verantwoording van specifieke uitkeringen. Extracomptabele administraties met afwijkende waarderingsregels ten behoeve van kas-verplichtingen verantwoording zijn daarom niet langer nodig. In de nieuwe baten-lastensystematiek bij verantwoording staan, in lijn met het BBV, bestedingen en het jaar waaraan deze worden toegerekend centraal. Voor alle specifieke uitkeringen geldt een eenduidige definitie van het begrip besteding, gekoppeld aan het moment van een prestatie of verlies. Voor het baten-lastenstel zijn de volgende indicatoren relevant: - Besteding - Eindverantwoording Ja/Nee - Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt - Uitgaven van vóór 2010, waarvan de besteding in 2010 plaatsvindt. De eerste twee indicatoren zijn reguliere indicatoren. De laatste twee indicatoren zijn overgangsindicatoren. In de volgende paragrafen worden deze indicatoren toegelicht. 1 Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Versie 8 januari

109 Besteding 2 (Let op het onderscheid tussen de indicator besteding en de indicator besteding ten laste van ) Voor alle specifieke uitkeringen, waarvoor wordt verantwoord op basis van geld, wordt in de SiSa-bijlage de indicator besteding opgenomen. Een besteding is de aan een periode toegerekende lasten + de relevante balansmutaties in investeringen. Het eerste deel de aan een periode toegerekende lasten is conform het BBV. Lasten zijn uitgaven die aan een periode zijn toegerekend. Uitgaven worden aan een begrotingsjaar toegerekend indien de prestatie (die leidt tot kosten) in het begrotingsjaar plaatsvond dan wel indien het verlies in het begrotingsjaar plaatsvond dan wel het verlies aan dat begrotingsjaar toe te rekenen is. Het tweede deel de relevante balansmutaties in investeringen is toegevoegd voor de specifieke uitkeringen die rechtstreeks via de balans worden verantwoord door een medeoverheid. Dit kan als de specifieke uitkering (deels) een bijdrage is voor investeringen, die bij de gemeente, provincie of gemeenschappelijke regeling worden geactiveerd en dus niet in het desbetreffende jaar lasten veroorzaken. In de betreffende regelgeving van de specifieke uitkering zijn (eventueel) aanvullende bepalingen opgenomen over het type bestedingen dat in het kader van de regeling kan worden verantwoord. Casus: Waarvoor dient het tweede deel van het bestedingsbegrip; de relevante balansmutaties in investeringen? 3 Medeoverheden investeren, bijvoorbeeld, in de aanleg van een gemeentehuis of wegen, pleinen en parken. Investeringen kunnen jaaroverschrijdend zijn. Investeringen zijn geen lasten, maar creëren vermogen. Bij het opmaken van de jaarstukken wordt dan op grond van het BBV bepaald of en zo ja welk deel van de investeringen tussentijds dat wil zeggen voor afronding van de investering op de balans opgenomen kan worden als activa (bijvoorbeeld onderhanden werk). Voor zover dit is gefinancierd met specifieke uitkeringen is de balansmutatie (het opnemen als activa) een besteding. Casus: Is er sprake van een last voor 2010 als een contract wordt aangegaan in 2010, maar de eerste betaling in 2011 plaatsvindt? 4 Dit is afhankelijk van of de uitvoering (de prestatie) die leidde tot kosten in het begrotingsjaar 2010 plaatsvond: Prestatie vindt plaats in > de kosten worden toegerekend aan 2010 Prestatie vindt plaats in > de kosten worden toegerekend aan 2011 Prestatie vindt plaats in 2010 en 2011 (bijvoorbeeld bij inhuur van een persoon m.i.v. 1 december 2010) -> De kosten die toe te rekenen zijn aan 2010 worden meegenomen als lasten De kosten die toe te rekenen zijn aan 2011 worden meegenomen als lasten Casus: Is er sprake van een last voor 2012 als een contract wordt aangegaan in 2012, maar de eerste prestatie in 2013 plaatsvindt? 5 Nee. De prestatie vindt plaats in 2013, dus de last wordt toegerekend aan Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Veelgestelde vragen Veelgestelde vragen Veelgestelde vragen 2011 Versie 8 januari

110 Casus: Hoe om te gaan met oninbare debiteuren en voorzieningen? 6 Het Rijk financiert via een specifieke uitkering een bepaald, vooraf omschreven doel. Pas wanneer dit doel (prestatie) is geleverd is er dan ook pas sprake van een besteding die de medeoverheid kan verantwoorden. Terugvordering door medeoverheden bij ontvangers volgt als (een deel van) het doel niet is gerealiseerd. Er heeft dan ook geen besteding van die middelen plaatsgevonden. Dat betekent dat indien een terugvordering oninbaar blijkt dit niet alsnog leidt tot een besteding. Analoog is ook een dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren geen besteding. Indien sprake is van uitvoering door een derde, zie ook de toelichting bij verantwoording indien uitvoering door derden. Verder is ook het onderscheid tussen de indicator besteding en besteding ten laste van van belang. Besteding ten laste van 7 Er wordt gevraagd naar de bestedingen ten laste van rijksmiddelen, ten laste van provinciale middelen of ten laste van een andere bron. U verantwoordt hier het gedeelte van de bestedingen dat ten laste wordt gebracht van de bijdrage van de betreffende bron (rijk, provincie, eigen middelen et cetera), dus alleen de subsidiabele bestedingen en niet de totale bestedingen. In de betreffende regelgeving van de specifieke uitkering zijn (eventueel) aanvullende bepalingen opgenomen over het type bestedingen dat in het kader van de regeling kan worden verantwoord. Casus: Er wordt gevraagd naar de bestedingen ten laste van rijksmiddelen. Wat vul ik hier in? U verantwoordt hier het gedeelte van de bestedingen dat ten laste wordt gebracht van de bijdrage van het rijk, dus exclusief de bestedingen die ten laste van de middelen van de gemeente of van derden komen. Dit bedrag kan daarom nooit hoger zijn dan het toegekende bedrag. Casus: 8 De gemeente heeft subsidie ontvangen behorende bij een aanvraag van te maken kosten. Er wordt in de SiSa-bijlage gevraagd naar de bestedingen ten laste van rijksmiddelen. Hoe dient dit in de verantwoord verwerkt te worden? Moet er verantwoord worden omdat dit de minimale totale besteding is om de subsidie te kunnen ontvangen of moet er verantwoord worden omdat dit het maximale bedrag is dat van het rijk wordt ontvangen? U dient de bestedingen ten laste van rijksmiddelen te verantwoorden, dat betekend dat u maximaal kunt verantwoorden. Eindverantwoording Ja/Nee 9 Met deze indicator geeft de medeoverheid aan of de specifieke uitkering is afgerond. Geeft de medeoverheid ja aan, dan is dat een teken voor de verstrekker van de uitkering dat kan worden afgerekend. De medeoverheid kan dan het volgende jaar (T+1) voor deze regeling geen verantwoording meer indienen. 6 Veelgestelde vragen Veelgestelde vragen 2011: 2 algemene vragen 8 Veelgestelde vragen 2011: D5. 9 Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Versie 8 januari

111 U kiest dus nee als u nog bestedingen verwacht of nog niet alle werkzaamheden zijn afgerond. U kiest ja als u nog wel bestedingen verwacht en het komende jaar nog wilt verantwoorden. Indien een specifieke uitkering is onderverdeeld in verschillende projecten dan geldt de indicator per project. Voor regelingen die jaarlijks worden afgerekend, geldt deze indicator niet. Als voor een regeling bijzondere bepalingen gelden, is dit in de toelichting aangegeven. Overgangsindicator: Uitgaven van vóór 2010, waarvan de besteding in 2010 plaatsvindt 10 Bij de overgang van het kasverplichtingen naar het baten-lastenstelsel bestaat de kans dat middelen twee keer aan het Rijk worden verantwoord. Het is mogelijk dat voorafgaand aan 2010 een kasbetaling heeft plaatsgevonden die in de oude systematiek volgens het kas-verplichtingenstelsel al is verantwoord, maar pas in 2010 leidt tot een besteding en daarom nogmaals verantwoord zal worden. Deze dubbele verantwoording wordt voorkomen door de overgangsindicator Uitgaven van vóór 2010, waarvan de besteding in 2010 plaatsvindt. In een dergelijk geval wordt de besteding verantwoord via de indicator besteding, maar voor dubbele verantwoording gecorrigeerd via de overgangsindicator. In de SiSa bijlage 2010 hebben deze correcties enkel betrekking op bestedingen in Voor bestedingen in 2011 of later waarvan de uitgaven plaatsvonden voor 2010 zal in de betreffende Sisa-verantwoording van dat jaar voor dubbele verantwoording worden gecorrigeerd. Indien nodig zal de overgangsindicator hiervoor terugkomen. Casus: Gemeente A geeft eind 2009 opdracht voor uitvoering van een prestatie of verleent een subsidie en betaalt in december een voorschot van Verantwoording vindt in de gemeentelijke boekhouding plaats als vooruitbetaald bedrag (geen lasten, want prestatie moet nog plaatsvinden). SiSa-bijlage 2009 (oude systematiek): - uitgaven = SiSa-bijlage 2010 (nieuwe systematiek): - besteding = uitgaven van vóór 2010, waarvan de besteding in 2010 plaatsvindt = Overgangsindicator: Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in (jaar T) plaatsvindt 11 Bij de overgang van het kasverplichtingen naar het baten-lastenstelsel bestaat de kans dat middelen twee keer aan het Rijk worden verantwoord. Het is mogelijk dat voorafgaand aan 2010 een kasbetaling heeft plaatsgevonden die in de oude systematiek volgens het kas-verplichtingenstelsel al is verantwoord, maar pas in 2010 leidt tot een besteding en daarom nogmaals verantwoord zal worden. Deze dubbele verantwoording wordt voorkomen door de overgangsindicator Uitgaven van vóór 2010, waarvan de 10 Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Versie 8 januari

112 besteding in 2010 plaatsvindt. In een dergelijk geval wordt de besteding verantwoord via de indicator besteding, maar voor dubbele verantwoording gecorrigeerd via de overgangsindicator. In de SiSa bijlage 2010 hebben deze correcties enkel betrekking op bestedingen in Voor bestedingen in 2011 of later waarvan de uitgaven plaatsvonden voor 2010 zal in de betreffende SiSa-verantwoording van dat jaar voor dubbele verantwoording worden gecorrigeerd. Indien nodig zal de overgangsindicator hiervoor terugkomen. Casus: Gemeente A geeft eind 2009 opdracht voor uitvoering van een prestatie of verleent een subsidie en betaalt in december een voorschot van Verantwoording vindt in de gemeentelijke boekhouding plaats als vooruitbetaald bedrag (geen lasten, want prestatie moet nog plaatsvinden). SiSa-bijlage 2009 (oude systematiek): uitgaven = SiSa-bijlage 2010 (nieuwe systematiek): besteding = uitgaven van vóór 2010, waarvan de besteding in 2010 plaatsvindt = U kunt hier géén correcties of andere posten opnemen. Correcties zijn alleen mogelijk via een herziene aanlevering. Verantwoording indien uitvoering bij derden 12 Het kan zijn dat een medeoverheid een specifieke uitkering (deels) door een derde laat uitvoeren. Een derde kan naast bijvoorbeeld een stichting, aannemer of adviesbureau ook een andere gemeente, provincie of gemeenschappelijke regeling zijn. In het geval van uitvoering door een derde geldt ook het baten-lastenstelsel. Voorlopige toekenningen kunnen conform het baten-lastenstelsel als bestedingen in de SiSa-verantwoording worden opgenomen, indien aan de daarvoor geldende subsidievoorwaarden is voldaan. (Let op: Het betreft hier voorlopige toekenningen en geen voorschotten of vooruitbetaalde bedragen.) Om te kunnen beoordelen of een voorlopige toekenning als besteding in de jaarrekening en SiSa-bijlage kan worden opgenomen, is een adequaat contractbeheer/subsidieproces noodzakelijk. Op basis daarvan kan worden beoordeeld of een prestatie (die leidt tot de kosten) in de betreffende periode (begrotingsjaar) heeft plaatsgevonden en deze aan die periode kan worden toegerekend en als besteding in de SiSa-bijlage kan worden opgenomen. Casus: Welke bedrag kan bij een verplichting (voorlopige toekenning) als besteding worden meegenomen? 13 Indien de voorlopige toekenning bedoeld is voor prestaties in dat jaar dient het volledige bedrag als besteding te worden verantwoord ongeacht welk deel feitelijk is betaald (verstrekt als voorschot). Voorwaarde is dat de prestatie is geleverd, hetgeen kan worden beoordeeld indien sprake is van een adequaat contractbeheer/subsidieproces. Indien blijkt dat de afgesproken prestaties achterblijven dan kan de voorlopige toekenning alleen voor de (naar verwachting) gerealiseerde prestaties als besteding worden aangemerkt. 12 Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Veelgestelde vragen 2011 Versie 8 januari

113 Casus: Kunnen voorschotten ook als besteding worden meegenomen? 14 Onder het baten-lastenstelsel is de betaling van een voorschot op zichzelf nog géén besteding. Voorschotten kunnen niet als besteding worden meegenomen als er geen uitvoering van taken in het begrotingsjaar tegenover staat die tot de kosten heeft geleid. Onder het baten-lastenstelsel worden bestedingen evenredig naar de realisatie van de prestatie verantwoord. Alleen de in het jaar T geleverde prestaties worden verantwoord in de SiSa-bijlage jaar T, ook indien er sprake is van een meerjarige verplichting. Casus: Wat te verantwoorden als de werkelijke besteding bij definitieve afrekening afwijkt van de eerder als besteding verantwoorde voorlopige toekenning? 15 Indien een verplichting eerder als besteding is verantwoord en bij de afrekening een jaar later blijkt dat de werkelijke prestaties/bestedingen hiervan afwijken, dient in het jaar van afrekening een eventueel verschil tussen de eerder verantwoorde besteding en de definitieve besteding te worden gecorrigeerd als (negatieve) besteding. Let op: Wanneer het Rijk de specifieke uitkering over jaar T-1 al heeft vastgesteld en afgerekend o.b.v. de SiSa-verantwoording T-1, dan is een correctie een jaar later in SiSa voor de afwijkende besteding niet nogmaals nodig. Casus: SiSa tussen rijk en medeoverheid met uitvoering door derde 16 Stel dat een provincie een specifieke uitkering geheel door een derde laat uitvoeren. In 2010 verleent de provincie een voorlopige toekenning van aan een derde. De derde voert de specifieke uitkering uit in Na afloop in 2012 rekent de provincie af met de derde. Uit deze afrekening blijkt dat niet is besteed. De provincie dient in SiSa als volgt te verantwoorden: SiSa-bijlage 2010: - besteding = 0 SiSa-bijlage 2011: - besteding = SiSa-bijlage 2012: - besteding = -/ Casus: terugvordering 17 Stel een provincie laat een specifieke uitkering geheel door een gemeente uitvoeren. In 2010 verleent de provincie een voorlopige toekenning van aan die gemeente. De gemeente voert de specifieke uitkering uit in 2010 en In 2010 wordt besteed en in Na afloop van de looptijd rekent de provincie af met de gemeente. Uit deze afrekening blijkt dat niet is besteed. Tussen de provincie en gemeente geldt SiSa tussen medeoverheden. De gemeente dient in het voorbeeld via SiSa als volgt te verantwoorden. SiSa-bijlage 2010: - besteding = SiSa-bijlage 2011: 14 Veelgestelde vragen Veelgestelde vragen Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Afkomstig uit de nota baten- en lastenstelsel voor specifieke uitkeringen Versie 8 januari

114 - besteding = terug te betalen aan geldverstrekker (i.c. provincie) = eindverantwoording = ja Casus 2: BDU verkeer en vervoer Stel een provincie ontvangt van een ministerie voor een project middelen uit de BDU verkeer en vervoer. Deze middelen zijn in 2010 en in De provincie laat het project geheel uitvoeren door een gemeente. De provincie verstrekt een voorlopige toekenning van in 2010 en in 2011 aan die gemeente. Deze gemeente heeft in en in uitgegeven. In 2012 wordt het project afgerond, maar er zijn geen kasuitgaven meer. De provincie stelt in november 2012 vast. De prestatie is voor de provincie respectievelijk de gemeente de realisatie van het project. Gemeente In de SiSa-bijlage 2010 neemt de gemeente op: - besteding = eindverantwoording = nee In de SiSa-bijlage 2011 neemt de gemeente op: - besteding = eindverantwoording = nee In de SiSa-bijlage 2012 neemt de gemeente op: - besteding = 0 - eindverantwoording = ja Provincie In de SiSa-bijlage 2010 neemt de provincie op: - besteding = eindverantwoording = nee In de SiSa-bijlage 2011 neemt de provincie op: - besteding = eindverantwoording = nee In de SiSa-bijlage 2012 neemt de provincie op: - besteding = 0 - eindverantwoording = ja Casus: Wanneer er in de bestedingen 2012 een correctie wordt doorgevoerd omdat bijvoorbeeld een voorlopige toekenning die in de bestedingen 2011 is verantwoord gecorrigeerd wordt, wat betekend dit dan voor de vaststelling? 18 Wanneer het een regeling betreft waarbij het rijk pas aan het einde van de looptijd over gaat tot vaststelling heeft dit geen gevolgen voor de vaststelling. Bij een regeling die jaarlijks wordt vastgesteld heeft dit echter wel gevolgen, zoals bij het participatiebudget. In dat geval zal het rijk de bestedingen 2011 vaststellen op basis van de beschikbare verantwoordingsinformatie op 15 juli 2012 (de uiterste aanleverdatum van de SiSabijlage) of- bij herziene aanlevering op basis van de verantwoordingsinformatie zoals die op 30 september 2012 op het departement van SZW beschikbaar is. Eventuele correcties in 2012 die na 30 september 2012 worden ontvangen, worden niet meer meegenomen bij de vaststelling van de bestedingen Veelgestelde vragen 2011 Versie 8 januari

115 Correctie in de besteding Het is mogelijk dat u in de besteding 2011 een voorlopige toekenning heeft opgenomen (zie de toelichting bij voorlopige toekenningen ). Als dat zo is, kan het zijn dat u deze besteding in 2012 moet corrigeren. Die correctie kunt u hier opnemen. Let op: U kunt hier geen correcties opnemen die verband houden met foutieve verantwoordingen over eerdere jaren. In zo n geval zult u een herziene aanlevering moeten doen. Als u geen gebruikt heeft gemaakt van voorlopige toekenningen in de besteding 2011, kunt u hier 0 (nul) verantwoorden. Cumulatieve bestedingen Het voornaamste doel van deze indicator is om de communicatie tussen verstrekker van de specifieke uitkering en de ontvanger van de specifieke uitkering over het al dan niet volledig uitgeven van de uitkering te vergemakkelijken. In de praktijk blijkt dat vooral bij meerjarige uitkeringen de beeldvorming hierover bij verstrekkeren ontvanger uiteen gaan lopen. Via deze indicator zorgen verstrekker en ontvanger ervoor dat zij beiden over hetzelfde praten. Deze indicator kent géén accountantscontrole. Het is dus de verantwoordelijkheid van de medeoverheid zelf om te zorgen voor een juiste invulling. Deze indicator wordt dus ook niet gebruikt voor de vaststelling. Daarvoor zijn de jaarlijkse indicatoren van belang. Daarnaast kan deze indicator niet gebruikt worden voor het achteraf herstellen van een eventueel foutieve opgave van bestedingen in voorgaande jaren. Als uit de afstemming met de verstrekker naar aanleiding van de opgave bij deze indicator blijkt dat iets mis is gegaan, dient een correctie via de daarvoor geldende procedure herziene aanlevering te worden doorgevoerd. SiSa tussen medeoverheden SZW Meer informatie over SiSa tussen medeoverheden SZW is te vinden op de website van het ministerie van SZW of in bijlage 2 van de procedure aanlevering verantwoordingsinformatie Verantwoordingslijst De verantwoordingslijst (voorheen kruisjeslijst) is te raadplegen via Met ingang van 20 december 2012 is ook een speciale webapplicatie te raadplegen. Via deze applicatie kunnen medeoverheden een kruisjeslijst op maat genereren. Deze applicatie is te benaderen: o o direct via via de link in in de alinea Verantwoording (SiSa). Bijlage 1 bevat de handleiding voor deze webapplicatie. De nota procedure aanlevering verantwoordingsinformatie 2012 (te downloaden via bevat enkele voorschriften en bepalingen over deze verantwoordingslijst. Hier volgen een aantal veelgestelde vragen die verband houden met het invullen van het format voor de SiSa bijlage verantwoordingsinformatie. 19 Veelgestelde vragen 2011: D2 Versie 8 januari

116 Casus: Er staat geen beschikkingsnummer achter een regeling. Hoe moet ik nu weten waarover ik moet verantwoorden? Het ministerie van BZK heeft alleen beschikkingsnummers opgenomen als die door de verstrekker van de uitkering aan BZK zijn aangeleverd. Als bij het ministerie van BZK geen beschikkingsnummers bekend zijn, is de ruimte in deze kolom leeg. Daarnaast is het natuurlijk zo dat uw organisatie de beschikkingen in bezit heeft. Als u meer informatie wilt over het beschikkingsnummer, kunt u direct contact opnemen met de verstrekker van de uitkering, of met postbus IBI. Casus: Er staat een verkeerd beschikkingsnummer bij een regeling. Wat nu? Het beschikbaar stellen van beschikkingsnummers door het ministerie van BZK is een nieuwe service ten opzichte van voorgaande jaren. Deze service verandert echter niets aan de gangbare werkwijze met betrekking tot het vullen van de SiSa-bijlage en de plausibiliteitscontrole door het CBS. De plausibiliteitscontrole van het CBS heeft geen betrekking op de beschikkingsnummers. U bent dus vrij om die beschikkingsnummers in te vullen die u juist acht, ongeacht de omschrijving in de verantwoordingslijst. Om de gevolgen in te schatten is het handig om in gedachten de vertaling te maken naar de werkwijze bij de voormalige kruisjeslijst. o o o Als sprake is van een typefout is er dus niets aan de hand. U stemt indien u dat nodig vindt af met de verstrekker van de uitkering en vult in uw SiSa-bijlage het juiste nummer in, ongeacht het nummer dat vermeld staat in de verantwoordingslijst. Ook in de oude situatie zou u het kruisje hebben gehouden. Is een van de meerdere genoemde beschikkingen al afgerekend en zou dus niet meer op de lijst moeten voorkomen? Ook dan is er niets aan de hand. U stemt af met de verstrekker en laat bij akkoord het beschikkingsnummer weg, ongeacht de vermelding in de verantwoordingslijst. Ook in de oude situatie zou u het kruisje hebben gehouden. Als de enige beschikking al in voorgaande jaren is afgerekend en er geen andere/nieuwe beschikking van toepassing is, had uw gemeente geen vermelding moeten krijgen bij deze regeling. U gemeente zou geen kruisje hebben moeten hebben. Als de verantwoordingslijst definitief is, zult u toch over deze regeling verantwoording moeten afleggen. Toch is het goed deze situatie af te stemmen met de verstrekker van de uitkering. Als immers blijkt dat het niet de administratie van de verstrekker van de uitkering is die fout is, maar uw eigen informatie, kunt u toch de juiste verantwoording indienen. Als blijkt dat uw organisatie geen kruisje had moeten hebben, dan weet u dat u in de SiSa-bijlage bij die regeling een 0 (nul) kunt invullen. U zult dan dus over deze niet-van-toepassing-zijnde regeling moeten verantwoorden. Heeft u per abuis geen vermelding (kruisje) gekregen. Dan kunt u alsnog een verantwoording indienen via een herziene aanlevering. Casus: Ik werk voor een GR die moet verantwoorden voor een SZW-regeling (G1B, G2B, G3B of G5B). In de verantwoordingslijst zijn niet de juiste gemeenten vermeld. Wat nu? Het beschikbaar stellen van gemeenten aan wie u verantwoording aflegt is een nieuwe service van het ministerie van BZK. Deze service verandert echter niets aan de gangbare werkwijze met betrekking tot het vullen van de SiSa-bijlage en de plausibiliteitscontrole door het CBS. De plausibiliteitscontrole van het CBS heeft geen betrekking op de gemeentenamen in de verantwoordingslijst. U bent dus vrij om in de SiSa-bijlage die gemeenten in te vullen die u juist acht, ongeacht de gemeenten genoemd in de verantwoordingslijst. Het voornaamste is dus dat u controleert of uw GR voor de juiste regeling verantwoording moet afleggen. Is dat het geval, dan kunt u gewoon verantwoorden zoals u gewend bent, ongeacht de gemeenten die op de verantwoordingslijst vermeld staan. Versie 8 januari

117 Als uw GR als enige vermeld staat bij een bepaalde gemeente, en die vermelding is onjuist, is het wel van belang een seintje te geven aan postbus IBI. Immers als een GR (een deel van de) taken uitvoert komt een gemeente in een andere categorie dan wanneer de gemeente als enige taken uitvoert. Casus: Voor mijn organisatie zijn meer dan zes beschikkingsnummers van toepassing. Waarom zie ik die niet? In het ontwerp van de nieuwe verantwoordingslijst 2012 was onvoldoende rekening gehouden met het grote aantal beschikkingen dat bij sommige regelingen aan een medeoverheid is toegekend en de verschillende omschrijvingen die deze afzonderlijke beschikkingen hebben. Dit speelt vooral bij E27B en in mindere mate bij E11B en C7C. Ook het uitgebreide overzicht kan op dit moment dat volledige inzicht niet bieden. Hebt u vragen over het volledige overzicht van beschikkingen dat voor uw organisatie van toepassing is, neem dan contact op met de provincie (de verstrekker van die betreffende uitkeringen). Casus: In de verantwoordingslijst staat een regeling opgenomen die niet voor mij van toepassing is. Ik heb al een eindverantwoording ingediend of de regeling is vervallen. Ik heb dus niets meer te verantwoorden. Wat nu? In ieder geval zult u deze regeling moeten opnemen in uw SiSa-bijlage verantwoordingsinformatie 2012 en indienen bij het CBS. Zonder deze regeling wordt uw levering door het CBS afgekeurd. We raden u wel aan nog goed uit te zoeken of de regeling echt niet voor uw organisatie van toepassing is en niet zomaar een 0 (nul) ingeven. Versie 8 januari

118 Bijlage 1 Handleiding applicatie verantwoordingslijst Ga naar: of klik op de link vanuit de website in het tekstgedeelte onder het kopje Verantwoording (SiSa). 2 U komt dan in het zoekscherm (figuur 1). Figuur 1: zoekscherm a b a b Via deze link komt u op de reguliere SiSa website van het ministerie van BZK: Hier kunt u snel en handig zoeken op de naam van uw organisatie. Als u Groningen intikt, ziet u alle namen van organisaties met het woord Groningen in de naam. Kies dan de organisatie die u zoekt. U kunt ook zoeken op CBS-code. Let daarbij op dat u gebruik maakt van het 5-cijferige nummer. Dit is het viercijferige CBS-nummer voorafgegaand door een 3 bij provincies, een 5 bij gemeenschappelijke regelingen en een 6 bij gemeenten. 3 Heeft u de organisatie gevonden die u zoekt, dan komt u op het verantwoordscherm (figuur 2) Dit scherm is nog het meeste te vergelijken met de ouderwetse kruisjeslijst. Een vermelding van een regeling bij een organisatie betekent dat deze organisatie over deze regeling dient te verantwoorden via de SiSa-bijlage. Op deze regel is één uitzondering: de vermelding vervallen in de kolom mutatie. Het verantwoordscherm bevat ten opzichte van de kruisjeslijst nog extra informatie. Versie 8 januari

119 Figuur 2: verantwoordscherm c d e c De informatiebalk Deze informatiebalk bevat zes kolommen. Mutatie: Hier vindt u mutaties over de wijzigingen in de database ten opzichte van een vorige versie. De datum van de vorige versie staat boven de informatiebalk. o Nieuw: deze regeling is toegevoegd ten opzichte van de vorige versie. Over deze regeling moet u dus verantwoording afleggen. o Vervallen: deze regeling is vervallen in uw verantwoordingslijst. Over deze regeling hoeft u dus geen verantwoording af te leggen. Meer hierover in het voorbeeld bij de fictieve gemeente Zandwijk. Afgifte: Hier vindt u de naam van de verstrekker van de specifieke uitkering. Dit kunnen de verschillende ministeries zijn (of het Agentschap NL) of de afzonderlijke provincies. Ook gemeenten kunnen verstrekkers van specifieke uitkeringen zijn, bijvoorbeeld bij de uitvoering van specifieke uitkeringen van het ministerie van SZW. Zie hiervoor ook het voorbeeld van de situatie bij GR Goed Werk. SiSacode: We hanteren hier een combinatie van de naam van het ministerie waar de specifieke uitkering oorspronkelijk vandaan komt in combinatie met de code die ook in de SiSa-bijlage en invulwijzer voorkomt. Naam: De naam van de specifieke uitkering. Briefnummer: Hier vindt u een verwijzing naar de grondslag voor het bestaan van de specifieke uitkering voor uw organisatie, zoals het beschikkingsnummer. De inhoud bij deze kolom kent in deze 2012-versie de volgende beperkingen: Versie 8 januari