11.2. Het maken van een grafiek op het werkblad

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "11.2. Het maken van een grafiek op het werkblad"

Juliaan Sanders
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 11.2. Het maken van een grafiek op het werkblad Voor het maken van een grafiek, bevindt zich een aparte knop in de werkbalk. Met deze knop start u een programma dat aan de hand van een aantal vragen de grafiek aanmaakt. Selecteer cellen: A3:G7. Klik de grafiekknop aan in de werkbalk. In de dialoogvensters die nu verschijnen vindt u telkens 3 knoppen: Terug naar voorgaande vraag Door naar volgende vraag Grafiek afmaken op basis van standaard-waarden Er verschijnt een dialoogvenster waarin u het type grafiek dat u wilt maken kunt aanklikken. Bij elk 'Grafiektype' horen ook een aantal 'Substypen'. Kies een kolommengrafiek en het laatste subtype en klik op Volgende [Next]. CTS/Advies pag.nr. 119/145

In de dialoogvensters die nu verschijnen vindt u telkens 3 knoppen: Terug naar voorgaande vraag Door naar volgende vraag Grafiek afmaken op basis van standaard-waarden Er

2 Nadat u het gewenst type heeft gekozen, verschijnt een scherm waarin u de inrichting van de grafiek nader kunt bepalen. Excel probeert altijd een zo n klein mogelijk aantal reeksen en een zo groot mogelijk aantal categorieën in de grafiek te krijgen. Excel kiest daarom voor 4 reeksen van 5 categorieën. U zou echter ook kunnen kiezen voor 5 reeksen van 4 categorieèn door bij 'Reeks in:' te kiezen voor 'Kolommen' i.p.v. 'Rijen'. Doordat de eerste rij en de eerste kolom, van het geselecteerde gebied, tekst bevat is het voor Excel zonder meer duidelijk dat dit omschrijvingen betreft. Er hadden als omschrijving echter ook getallen (bijvoorbeeld jaartallen) voor de reeksen of boven de kolommen hebben kunnen staan. Het onderscheid tussen de omschrijvingen en de getallen uit de reeksen was dan niet zo eenduidig bepaald geweest. Dit had u in het tweede tabblad kunnen corrigeren. CTS/Advies pag.nr. 120/145

U zou echter ook kunnen kiezen voor 5 reeksen van 4 categorieèn door bij 'Reeks in:' te kiezen voor 'Kolommen' i.p.v. 'Rijen'.

3 Klik Volgende [Next]. Tot slot kunt u verschillende vormen van tekst aan de grafiek toevoegen: Optie Grafiektitel [Chart Title] Categorie-as [Catgorie-Ax] Serie-as [Serie-Ax] Waarde-as [Value-Ax] Functie In het tekstvak kunt u als grafiektitel een tekst typen die midden boven de grafiek komt te staan. Tekst bij de categorie-as. Tekst bij de serie-as. Tekst bij de waarde-as Neem de gegevens uit bovenstaand voorbeeld over en klik op Voltooien [Ready]. De grafiek kunt u, door deze met de muis te verslepen, op het werkblad verplaatsen. In het kader rondom de grafiek ziet u zwarte blokjes. CTS/Advies pag.nr. 121/145

Waarde-as [Value-Ax] Functie In het tekstvak kunt u als grafiektitel een tekst typen die midden boven de grafiek komt te staan. Tekst bij de categorie-as.

4 Door deze blokjes te verslepen, kunt u de grafiek hoger of lager en breder of smaller maken. U kunt de grafiek verwijderen door deze aan te klikken en op de Delete-toets te drukken. Probeer de afmeting van het object te wijzigen, zodat de grafiek er wat beter uit ziet. Met de verschillende tabbladen kunt u allerlei andere elementen aan de grafiek toevoegen. Optie Assen [Axes] Rasterlijnen [Grid] Legenda [Legend]] Gegevenslabels [Labels] Gegevenstabel [Table] Functie Weergave van de waarden bij de verschillende assen. Lijnen die de assen onderverdelen. Weergaven en positie van delegenda.. Bij de markers (lijnen of kolommen) worden de waarden weergegeven. Bij de grafiek wordt een tabel weergegeven met de waarden waarop de grafiek gebaseerd is. Kies het tabblad Legenda en klik de optie Legenda weergeven [Show Legend] uit. Klik op Volgende [Next]. In het laatste tabblad kunt u aangeven of u de grafiek als een plaatje (object) op uw werkblad wilt hebben of dat u het op een apart blad in de map wilt opnemen. Kies voor weergave als object op het blad waar u ook de gegevenstabel heeft staan. Nadat u op 'Voltooien' [Finish] geklikt heeft, verschijnt de grafiek op de door u aangegeven plaats in de map. De grafiek kunt u, door deze met de muis te verslepen, op het werkblad verplaatsen. In het kader rondom de grafiek ziet u zwarte blokjes. Door deze blokjes te verslepen, kunt u de grafiek hoger of lager en breder of smaller maken. Boven het werkblad verschijnt een nieuwe menubalk met opdrachten, toe te passen in de grafiek. Onder het menu Grafiek [Chart] vindt u wederom de vier dialoogkaders, die ook door de Wizard getoond werden. CTS/Advies pag.nr. 122/145

Optie Assen [Axes] Rasterlijnen [Grid] Legenda [Legend]] Gegevenslabels [Labels] Gegevenstabel [Table] Functie Weergave van de waarden bij de verschillende assen. Lijnen die de assen onderverdelen.

5 U kunt ook de grafiek selecteren en opnieuw op de knop voor Grafieken klikken. De Wizard wordt dan opnieuw gestart en u kunt de uitgangspunten voor de grafiek opnieuw wijzigen. Voor het wijzigen van de grafiek vindt u verder bij de werkbalken een aparte balk. Selecteer beurtelings de verschillende assen, klik op de knop voor de opmaak en kies een lettergrootte van 8 punten. Binnen de eigenlijke grafiek kunt u de verschillende getalreeksen selecteren door deze aan te klikken. Met een tweede klik kunt u vervolgens getalpunten selecteren. De formules waarop de markers gebaseerd zijn worden hierbij in de formulebalk weergegeven. CTS/Advies pag.nr. 123/145

Voor het wijzigen van de grafiek vindt u verder bij de werkbalken een aparte balk.

Vergelijkbare documenten

Bovenin zie je de Hulpmiddelen voor grafieken met 3 tabbladen. Hiermee pas je de indeling en opmaak van de grafiek aan.

Bovenin zie je de Hulpmiddelen voor grafieken met 3 tabbladen. Hiermee pas je de indeling en opmaak van de grafiek aan. SAMENVATTING HOOFDSTUK 8 Grafiek maken Via het tabblad Invoegen, de groep Grafieken, voeg je een grafiek in. Selecteer de gegevens en kies een grafiektype en een subtype. De grafiek wordt in het werkblad