Nodig: Flappen en stiften, werkblad verkiezingskaartjes met scoreformulier, werkblad spreekkaarten, A-3 posters met stiften, potloden end.

Transcriptie

1 Themales verkiezingen taalvrijwilliger/docent Nodig: Flappen en stiften, werkblad verkiezingskaartjes met scoreformulier, werkblad spreekkaarten, A-3 posters met stiften, potloden end. Opwarming met als doel veel woorden op papier te zetten die met de gemeenteraadsverkiezingen in jouw stad/dorp te maken hebben: vertel dat er in maart gemeenteraadverkiezingen zijn en schrijf het woord groot op een flap die je in het midden van de tafel legt. Vraag welke woorden er in verstopt zitten en schrijf ze eronder. Vraag vervolgens wie de baas is in de gemeente. Vraag dan... en wie nog meer? Wie hebben het nog meer voor het zeggen in een gemeente? Schrijf alle woorden op. Vraag dan: wat doet de burgemeester? En de wethouders? En de raad? Vraag of ze weten welke partijen er in de raad zitten. Vraag of ze weten hoe stemmen in Nederland gaat. Schrijf alle (steek)woorden op. Herhaal tot slot alle woorden en maak er een verhaaltje van. Vervolgens tweetallen maken. Deel de losgeknipte kaartjes uit. (Het mooiste is als je er foto s op plakt van de personen/dingen die er in jouw gemeente bij horen.) Geef ze het scoreformulier erbij. Laat eerst de ene cursist de kaartjes omschrijven en de andere raden wat/wie het is. Is een score juist dan noteren met een kruisje op het formulier. Daarna rollen omkeren. Wie heeft de hoogste score? Daarna quizz: Leg alle kaarten met het plaatje/woord naar boven op tafel. Lees de omschrijvingen voor en wie herkent welke persoon/ding het is pakt het kaartje. Is het fout dan mag hij/zij bij de volgende vraag niet meedoen. Wie heeft er gewonnen? Maak groepjes van vier. Vertel dat er een probleem is in de gemeente en dat je graag een oplossing wil bedenken. Geef elk groepje de envelop en ieder pakt een spreekkaart. Daarna praten met elkaar over het probleem en in de rol die ze hebben.

2 Taalvrijwilliger/docent Daarna poster maken: In tweetallen bedenken wat je in de gemeente zou willen veranderen/verbeteren. Deel A-3 papier uit en stiften, potloden etc. Laat de cursisten een eigen naam bedenken voor hun partij en dat wat ze willen veranderen/verbeteren op de poster zetten met woorden/tekeningen die hun slogan verduidelijken. Als ze klaar zijn presenteren ze de posters aan elkaar. Vervolgens twee tweetallen bij elkaar zetten met hun poster. Ze vertellen aan elkaar nogmaals wat ze willen bereiken maar het accent ligt nu op hoe ze het willen bereiken. De rolverdeling is: tweetal 1 burgemeester en wethouder die vertelt wat ze willen gaan doen. Tweetal 2 zijn raadsleden die vragen stellen over hoe ze het willen gaan doen, wie ze erbij nodig hebben en wat zij moeten doen om het voor elkaar te krijgen en waar het plaatsvindt. Zijn de raadsleden het uiteindelijk eens met het plan? Ten slotte centraal laten vertellen.

3 Werkblad: spreekkaarten cursisten Rol: burger - zeg dat je blij dat je bent uitgenodigd om het probleem te vertellen. - zeg dat je graag wilt dat de jongeren een andere hangplek krijgen omdat ze overlast veroorzaken. - vertel waar je woont en waar de jongeren staan. - vertel dat ze vuurtjes stoken. - zeg dat je al vaak met ze in gesprek bent geweest maar dat ze niet weg gaan. - zeg dat de politie ook niet meer komt. - zeg dat de woningbouwvereniging ook niet ingrijpt. - bespreek wat een mogelijke oplossing is. Rol: burgemeester - zeg dat je blij bent de burger te ontvangen. - vraag wat het probleem is. - vraag aan de ambtenaar wat er gedaan is voor de jongeren. - vat samen wat de ambtenaar vertelt. - vraag aan de medewerker van de woningbouwvereniging wat er is gedaan voor de burger. - vat samen wat de medewerker van de woningbouwvereniging vertelt. - bespreek wat een mogelijke oplossing is. Rol: ambtenaar - vertel wat de gemeente doet voor jongeren: - eens in de maand jongerencafé - eens in de maand jongeren praatgroep - zeg dat de jongeren inderdaad niet voor de deur mogen staan - vraag hoe vaak de burger met de jongeren heeft gepraat en hoe dat gesprek ging. - zeg dat de burger bij overlast de politie kan bellen. - bespreek wat een mogelijke oplossing kan zijn.

4 Rol: medewerker woningbouwvereniging - zeg dat de burger elke week belt over overlast. - zeg dat ze in de winter er nooit zijn vanwege de kou. - zeg dat de burger altijd klaagt maar zelf niets doet. - zeg dat de burger een ander huis heeft aangeboden gekregen maar dat deze niet wilde verhuizen. - bespreek wat een mogelijke oplossing kan zijn.

5 Scoreformulier 2 personen onderdeel naam naam

6 Scoreformulier 4 personen onderdeel naam naam naam naam