Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze?

Transcriptie

1 Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze?

2 Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze? Korte omschrijving workshop In deze workshop ontdekken de deelnemers waarom juist de gemeenteraadsverkiezingen voor hen belangrijk zijn. Aan de hand van actuele gemeentelijke thema s geven deelnemers hun mening over standpunten. Ze zien dat politieke partijen vaak verschillend denken over gemeentelijke onderwerpen en dat er behoorlijk wat keuze is tussen partijen. Er worden tips gegeven hoe je een keuze maakt voor een politieke partij. Leerdoel De deelnemers weten waarom de gemeente voor hen belangrijk is en zij weten hoe ze aan informatie komen om een keuze te maken uit de politieke partijen die meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Benodigdheden Filmpje Waarom is stemmen belangrijk? Eens en Oneens-kaart Nepgeld PowerPoint met stellingen Al het materiaal dat u nodig heeft voor deze workshop kunt u vinden op Duur 30 minuten Voorbereiding Omdat in iedere gemeente andere politieke partijen meedoen kunnen we in deze handleiding helaas geen overzicht geven de deelnemende partijen. Zoek van tevoren zelf op welke partijen verkiesbaar zijn in de gemeente waar u de workshop geeft. De meeste partijen hebben een eigen website waar u informatie kunt vinden over het verkiezingsprogrammaprogramma. Veel gemeentes doen mee aan de stemwijzer of het kieskompas ( of Deze stemwijzers zijn te ingewikkeld voor de doelgroep van de workshop, maar u kunt ze wel gebruiken voor uzelf als achtergrondinformatie bij de workshop. Tip: Vraag bij lokale partijbureaus om verkiezingsaffiches en ander promotiemateriaal van de politieke partijen die meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Hiermee kunt u de workshopruimte aankleden. U kunt de deelnemers op de posters wijzen tijdens de workshop. Handleiding Deel A introductie en politieke partijen (10 minuten) 1. Laat iedereen plaatsnemen in de zaal. Vertel de deelnemers dat er op 19 maart verkiezingen zijn voor de gemeenteraad. Iedereen die boven de 18 jaar is en in [naam gemeente] woont mag zijn of haar stem uitbrengen op een politieke partij. Wie weet welke politieke partijen meedoen in [naam gemeente]?

3 2. Noem alle partijen die in [naam gemeente] deelnemen aan de verkiezingen (eventueel aan de hand van de opgehangen verkiezingsaffiches). Uit deze partijen moeten de deelnemers een keuze maken op 19 maart. Er zijn een paar belangrijke regels voor het maken van deze keuze. Vertel deze regels aan de deelnemers: a. Je mag echt helemaal zelf bepalen op wie je gaat stemmen. b. Je hoeft het aan niemand te vertellen. c. Je hoeft het niet vandaag al te weten. Zelfs op het moment dat je in het stemhokje staat, mag je nog van mening veranderen. 3. Leg uit dat politieke partijen verschillende ideeën hebben voor jouw gemeente. Wat de ene partij een goed idee vindt, vindt de andere partij misschien een heel slecht idee. Leg uit dat het slim is om te stemmen op een partij die over veel dingen hetzelfde denkt als jij. 4. Maar wat zijn dan de verschillen tussen al deze politieke partijen? Dat is best ingewikkeld. U gaat nu met de deelnemers een oefening doen om iets meer te leren over de verschillen. Oefening: Hoe verdelen we het geld? Verschil tussen links en rechts. Leg uit dat het in de politiek vaak gaat over geld. Moeten we ergens minder geld aan uitgeven of juist meer? Ook bij deze verkiezingen gaat het veel over geld. De deelnemers hebben vast wel eens ergens over financiële crisis of bezuinigingen gehoord. Alle politieke partijen hebben andere ideeën over hoe we met geld om moeten gaan. U gaat nu één verschil uitleggen met hulp van nepgeld: Iedereen evenveel betalen of rijken meer dan armen? Vraag twee deelnemers om naar voren te komen. De ene deelnemer geeft u 50 euro en de andere deelnemer 30 euro. Dit is het geld dat ze hebben verdiend. Zeg nu dat de gemeente 20 euro nodig heeft om het zwembad open te houden. Gemeenten betalen voor voorzieningen als het zwembad en de bibliotheek. Dat betalen we met z n allen, via de belastingen. Wat is nu eerlijker? Dat beide deelnemers 10 euro geven of dat de deelnemer die meer heeft verdiend ook meer betaalt? Leg nu uit dat dat linkse partijen het eerlijker vinden als rijke mensen meer betalen en rechtse partijen vinden dat iedereen evenveel moet betalen. De rijke deelnemer heeft er tenslotte hard voor gewerkt. 1 Tijd over? Dan kunt u ook deze tweede oefening doen. Meer of minder belasting betalen? Laat weer twee deelnemers naar voren komen. Deze deelnemers hebben allebei 50 euro verdiend. Hoeveel belasting moeten ze betalen? Leg uit dat linkse partijen graag hoge belastingen willen. Laat beide deelnemers 20 euro bij u inleveren. Met dit vele 1 Om het verschil tussen links en rechts begrijpelijk te maken, hebben we gekozen voor deze versimpelde weergave van links-rechts.

4 geld kan de politiek er voor zorgen dat mensen die heel weinig hebben, ziek zijn, een beperking hebben, niet werken, enz. hulp krijgen. Bijvoorbeeld een uitkering of hulp bij het zoeken van passend werk. Geef de deelnemers de 20 euro weer terug. Vraag nu van allebei de deelnemers maar tien euro, een lagere belasting. Rechtse partijen willen graag lage belastingen. Zij vinden dat de politiek niet zo veel geld hoeft te geven aan mensen die weinig hebben, ziek zijn, een beperking hebben of niet werken. Mensen moeten dit anders oplossen (bijvoorbeeld door voor elkaar te zorgen). Deel B - filmpje Waarom is stemmen belangrijk? (max 5 minuten) 1. Wat doet de gemeente en waarom is stemmen belangrijk? Start het filmpje Waarom is stemmen belangrijk?. Het filmpje duurt ongeveer een minuut. 2. Het filmpje gaat waarschijnlijk voor sommige deelnemers een beetje te snel. Herhaal daarom nog in twee zinnen de boodschap: Stemmen is belangrijk, omdat de gemeenteraad straks de regels maakt waar jij je aan moet houden. Er zijn veel politieke partijen waar je op kunt stemmen. 3. Vertel dat het filmpje ook op de website staat. Ze kunnen het filmpje later nog een keer rustig terugkijken. 4. Vraag achteraf of de deelnemers nog iets willen vragen naar aanleiding van het filmpje. Deel C Stemmen met je voeten (10 minuten) 1. Hang in de workshopruimte aan de ene kant het bordje met eens en aan de andere kant het bordje met oneens. 2. Laat de deelnemers met de PowerPoint één voor één de stellingen zien. (Zie volgende pagina.) 3. Na elke stelling vraagt u de deelnemers om te kiezen voor één van de vakken: eens of oneens. U kunt na elke stelling één of twee deelnemers vragen om een korte toelichting te geven op hun keuze. Vraag de deelnemers om te kijken wie het met hen eens is: wie staat er ook in het vak (on)eens? 4. Benadruk dat het onmogelijk is om nu alle verschillen tussen politieke partijen uit te leggen. Er doen veel partijen mee aan de verkiezingen en bovendien zijn er in elke gemeente weer andere lokale partijen die meedoen. Hoe kun je je goed informeren? Hebben deelnemers misschien zelf een idee? Zo niet, dan kun je de volgende manieren bespreken: a. Kijk naar de regionale televisie. In het journaal hoor je vaak iets over de plannen van partijen. b. In de stad of op de markt staan vaak mensen van politieke partijen. Zij willen graag iets uitleggen over hun plannen. c. Praat met vrienden en familie over de politieke partijen. Misschien kunnen ze jou iets vertellen over de plannen van de partijen.

5 d. Politieke partijen schrijven hun plannen op in een partijprogramma. Dit partijprogramma vind je op de website van de politieke partij. e. Mail of bel een politieke partij om een vraag te stellen. Politieke partijen beantwoorden jouw vraag graag. 5. Bedank de deelnemers voor hun inzet. Geef ze de gelegenheid om hun vragen te stellen (als ze die hebben). Als u affiches heeft opgehangen, dan kunt u de deelnemers erop wijzen dat ze de affiches rustig kunnen bekijken. Loop zelf ook rond om eventueel iets toe te lichten of voor te lezen.

6 Stellingen 1. De gemeente moet mensen zelf laten kiezen naar welke dagbesteding ze gaan. 2. Parkeren in het centrum moet duurder worden. 3. Buren, vrienden en familie moeten meer zorgen voor oudere en zieke mensen. 4. De gemeente moet belangrijke besluiten eerst overleggen met de inwoners. 5. Er moeten meer beveiligingscamera s op straat komen. Tip: Het kan zijn dat de bovenstaande stellingen niet zo goed passen bij de situatie in uw gemeente. U kunt ook vijf eigen stellingen kiezen. Extra stellingen Een veilige gemeente is belangrijker dan een groene gemeente. De gemeente moet kermis in de binnenstad verbieden. De gemeente kan beter bezuinigen op bibliotheken dan op zwemles voor kinderen. De winkels in [naam van uw gemeente] moeten op zondag open blijven. Er mogen geen nieuwe kantoren worden gebouwd in [naam van uw gemeente]. De gemeente moet de hondenbelasting afschaffen. De gemeente moet meer opdrachten geven aan bedrijven waar mensen met een beperking werken. Als je een uitkering hebt, moet je vrijwilligerswerk doen voor de gemeente. De gemeente moet coffeeshops sluiten. Deel D - Afsluiting (5 minuten)