Thema: WK voetbal in Brazilië. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Transcriptie

1 Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: WK voetbal in Brazilië Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. materiaal Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 4) - Voor alle leerlingen een exemplaar van het Stappenplan (zie pagina 5) en een kladblaadje Opgave 1: Samen Voorkennis ophalen over het onderwerp Introduceer het onderwerp van deze les: WK voetbal in Brazilië. Vraag de leerlingen of ze iets gehoord of gelezen hebben over het WK voetbal. Wie weet wie de coach van het elftal is? Wie kan een paar spelers noemen? Met welke landen zit Nederland in een groep (Spanje, Chili en Australië)? Tegen welk land moeten ze de eerste wedstrijd spelen? Wanneer is die wedstrijd? Welke landen openen het WK? Bij wie hangen er oranje vlaggen of andere versieringen in huis of in de straat? Wie gaat het WK volgen? Laat vervolgens eventueel het Nieuwsbegripfilmpje zien bij dit onderwerp. Zie (week 24, 2014, Jeugdjournaal). Stappenplan Nieuwsrekenen s(b)o Laat het Werkblad Stappenplan op het digibord zien. Vertel nog een keer wat het doel van het Stappenplan is en wat de verschillende stappen betekenen. De vier stappen moet je moet nemen om tot een oplossing van een rekenvraag van Nieuwsrekenen te komen: Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Stap 4: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag U laat het opgavenblad op het bord zien (zorg ervoor dat alleen de tekst te zien is), terwijl het papieren Opgavenblad, het Stappenplan en de kladblaadjes worden uitgedeeld. Tekst lezen U leest de tekst voor terwijl de leerlingen met u meelezen. Tijdens het lezen geeft u hardop denkend aan wat u te binnen schiet. Na de zin Nederland speelt tegen Spanje vertelt u hardop denkend dat er 8 groepen van 4 landen meespelen en dat Nederland in groep B zit met Spanje, Australië en Chili. Na de zin De aftrap Salvador vertelt u dat het in Brazilië nu niet even laat is als hier. Dus als de wedstrijd in Salvador om 16:00 uur begint, dan is het in Nederland een andere tijd. 1

2 Na het lezen van de de zin over de finale van Nederland tegen Spanje vertelt u dat Nederland die finale verloor. Na het lezen van de tekst vertelt u dat Nederland nog nooit een WK voetbal gewonnen heeft, maar dat ze wel drie keer tweede geworden zijn. Vertel wat u denkt dat Nederland nu gaat doen op het WK. (Bron: Tekst arceren U geeft aan dat u in de tekst de getallen en de woorden die met rekenen te maken hebben, arceert. U begint met de getallen en de hoeveelheden die er in staan en ook de woorden die erbij horen: donderdag 12 juni, de eerste wedstrijd, 16:00 uur, vier jaar geleden en 13 juli. De leerlingen arceren deze woorden ook. U legt uit wat de getallen betekenen. U vertelt dat er ook nog andere rekenwoorden instaan: de volgende dag, het vorige WK en dit jaar. Arceer deze woorden en geef aan wat deze woorden met rekenen te maken hebben en waarom u ze dus arceert. Nadat u de tekst op deze manier besproken heeft, kijkt u samen nog even naar het Stappenplan bij Stap 1. U concludeert dat u nu het verhaaltje begrepen heeft. Nu bekijkt u eerst samen de rekenvraag (zie hierna). De eerste rekenvraag Op het bord laat u opgave 1 zien en u leest deze voor: Er is tijdverschil tussen Brazilie en Nederland. Het is in Brazilie 5 uur vroeger dan in Nederland. Hoe laat is het bij de aftrap Nederland Spanje in Nederland? Ze willen dus weten hoe laat het in Nederland is als de wedstrijd Nederland Spanje begint. U kijkt samen weer even naar Stap 1 van het Stappenplan en concludeert: Ik snap nu ook de rekenvraag en ik kan door naar Stap 2. Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Wijs op Stap 2: Ik ga nu bedenken hoe ik deze rekenvraag kan oplossen. U zegt dat er meer manieren zijn om het op te lossen, maar dat u kiest voor de volgende. U vertelt: In de vraag staat dat het in Brazilië 5 uur vroeger is dan in Nederland. Dat schrijf ik even op het bord (zie afbeelding). Dat betekent dus dat als het in Brazilië 12 uur in de middag is dat het dan in Nederland 5 uur later, dus 17:00 uur is. In de tekst lees ik dat de wedstrijd begint om 16:00 uur en dat dat Braziliaanse tijd is. Dat schrijf ik ook even op het bord: start wedstrijd 16:00 uur (zie afbeelding). Als dat de Braziliaanse tijd is, dan weet ik dat ik er 5 uur bij op moet tellen. Dat schrijf ik ook even op het bord. U concludeert: Als ik dus 5 uur optel bij die 16:00 uur dan weet ik hoe laat het in Nederland is op het moment dat de wedstrijd begint. U zegt dat het oplossen van de rekenvraag nu niet zo moeilijk meer is: 16: = 2

3 Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Wijs op Stap 3: Het beantwoorden van de rekenvraag is nu niet zo moeilijk meer: = 21. Schrijf nu het antwoord op het bord. Doe dat in de context van het verhaal. Het antwoord is: 21 uur, dus 9 uur s avonds. Stap 4: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen Kijk nu samen met de leerlingen nog even naar Stap 4 van het Stappenplan. U gaat nu controleren of uw antwoord goed kan zijn. Lees de eerste rekenvraag nog eens voor en herhaal die in eigen woorden. Kijk vervolgens kritisch naar het antwoord dat u geformuleerd hebt bij Stap 3. Zou dit antwoord kunnen kloppen? Concludeer dat uw antwoord klopt. Daarna schrijven de leerlingen het antwoord bij opgave 1 op hun Opgavenblad. Opgave 2: Proberen In tweetallen gaan de leerlingen aan de slag met opgave 2. Ze gebruiken hierbij weer het Stappenplan. U houdt de tweetallen in de gaten, u loopt rond en geeft zo nu en dan hulp. Bij Stap 1 lezen ze samen nog eens het verhaaltje door en ook de nieuwe rekenvraag. Begrijpen ze wat er gevraagd wordt? Bij Stap 2 lossen ze ieder voor zich de nieuwe rekenvraag op. Ze noteren hun berekening en maken eventueel een tekening. Hierna vergelijken ze hun aanpak. Antwoord opgave 2: in Opgave 3: Zelf De leerlingen gaan zelfstandig (individueel of in tweetallen) aan de gang met opgave 3, ook weer met behulp van het Stappenplan. Terwijl de leerlingen aan het werk zijn, loopt u rond. Zo nodig geeft u de leerlingen aanwijzingen. Antwoord opgave 3: 32 dagen. 3

4 OPGAVENBLAD A1 NAAM: Het WK komt eraan! Op donderdag 12 juni is de aftrap van het WK in Brazilië. Er wordt begonnen met de openingswedstrijd Brazilië Kroatië. Nederland speelt de volgende dag de eerste wedstrijd in de groep tegen Spanje. De aftrap van die wedstrijd is om 16:00 uur Braziliaanse tijd in Salvador. Het is meteen een heel belangrijke wedstrijd, want tijdens het vorige WK vier jaar geleden speelde Nederland tegen Spanje in de finale. De finale van dit WK wordt gespeeld op 13 juli. Hopelijk speelt Nederland dit jaar weer deze wedstrijd! Er is tijdverschil tussen Brazilië en Nederland. Het is in Brazilie 5 uur vroeger dan in Nederland. Hoe laat is het bij de aftrap Nederland Spanje in Nederland? In welk jaar was het vorige WK voetbal? Hoeveel dagen duurt het WK voetbal? 4

5 5