Themales Wonen taalvrijwilliger/docent werkblad huizen

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Themales Wonen taalvrijwilliger/docent werkblad huizen"

Joris de Wilde
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Themales Wonen taalvrijwilliger/docent Nodig: reclamefolders over wonen en inrichting, werkblad huizen, werkblad klussen in huis, werkblad rollenspel opwarming: Geef ieder een pagina uit de reclamefolders die je verzameld hebt. Laat ze vertellen wat ze op het plaatje zien. Laat ze antwoorden op de vraag: vind je het mooi? / Vind je het lelijk? en laat elk antwoord beginnen met: Ik vind het mooi/lelijk omdat..schrijf deze zinnen op het bord. Deel daarna het werkblad huizen uit. Bespreek de type woningen. Geef de volgende opdracht: Kies één van de woningen uit. Dat mag het soort woning zijn waar je nu in woont maar ook een woning waar je graag zou willen wonen. Daarna gaan ze in tweetallen elkaar de volgende vragen stellen: 1 Wat voor woning is dit? Dit is een 2 Wat vind je er mooi aan? Ik vind het mooi omdat 3 Met wie woon je er? Ik woon er met 4 Hoeveel kamers heeft de woning? De woning heeft 5 Is het een huur-of koopwoning? Het is Na afloop vertellen de vlotte sprekers telkens over het huis van degene met wie ze hebben samengewerkt als spreekbeurtje. 1

2 Klinkerklanken: taalvrijwilliger/docent Er zijn een aantal woorden genoemd met een OO klank nl. woning, woon en mooi. Daar zit wel een verschil in. Laat ze woorden opnoemen met een OO klank en schrijf ze onder elkaar. Laat ze vervolgens woorden opnoemen met een O klank en schrijf ze ernaast. Leg uit dat er ook nog iets tussenin zit, een langere O klank als in MOOI. Kennen ze die ook? Anders zelf ernaast opschrijven: Mooi Hooi Tooi Zooi Dooi Gooi Wat is er opvallend aan deze woorden? De i op het eind is de reden waarom ze zo klinken. Er staan nu drie kolommen met woorden op het bord. Woorden nazeggen 2x. Daarna een dictee van tien woorden uit de lijst samengesteld uit alle drie de kolommen. Bespreken in tweetallen en als laatste centraal als ze er niet uitkomen. Vervolgens het werkblad het klussen in huis uitdelen. Check of ze de betekenis van de woorden kennen. Vul in het schema alle woorden in onder de kopjes: Koken, strijken, wassen, behangen, het huis verven, stofzuigen, de vaatwasser in en uitruimen, de wc schoonmaken, boodschappen doen, afwassen, speelgoed opruimen, in de tuin werken, bedden opmaken, ramen zemen, de auto schoonmaken Vrouwenwerk mannenwerk Beiden Daarna centraal bespreken. Welke kolom is het langste? Hoe komt dat? Zou je het anders willen? Hoe dan? 2

3 Dan deel het werkblad rollenspel uit. Taalvrijwilliger/docent Wat ga je doen als je huurtoeslag gaat aanvragen? - site van de belastingdienst zoeken en bekijken - bellen - mail sturen Als je wilt bellen of een mail wilt sturen, welke woorden heb je dan nodig? De woorden op het bord/flap noteren. Rollenspel invullen en twee keer voorlezen: A: Goedemorgen B: A: Wat kan ik voor u doen? B: (zeg dat je huurtoeslag wilt aanvragen) Ik wil graag A: Dat kan. Dan moet u een formulier downloaden van onze site en die ingevuld terugsturen. B: (zeg dat je het niet begrijpt en vraag of ze het nog een keer wil zeggen) A: U heeft een formulier nodig van internet en dat stuurt u ingevuld op. B: (zeg dat je geen computer hebt) A: Oh dat is vervelend. Dan zal ik het formulier naar u opsturen. B: (bedank de medewerker en zeg dat je dat prettig vindt) A: Dan heb ik wat gegevens van u nodig. Wat is uw naam? B: (zeg wie je bent) A: Kunt u dat spellen? B: (spel je naam) A: en wat is uw adres? B: (zeg je adres) A: en uw postcode en plaatsnaam graag B: (noem postcode en plaats) 3

4 A: Ik stuur het vandaag nog naar u op hoor. Taalvrijwilliger/docent B: (bedank de medewerker) A: Tot ziens B: Daarna in tweetallen oefenen en centraal uitvoeren. Vervolgopdrachten: 1 Stuur een mail aan de belastingdienst dat je huurtoeslag aan wilt vragen. Gebruik de woorden die al eerder zijn genoemd. 2 Je hebt het formulier ontvangen maar je weet niet naar wie je het moet opsturen want er zit geen retourenvelop bij. Maak een rollenspel waarbij je opbelt naar de belastingdienst om uit te vinden waar het naar toe gestuurd moet worden. Gebruik de opzet van het vorige rollenspel. 3 Teken een plattegrond van het huis dat je net hebt gehuurd/gekocht. Vertel aan iemand anders hoe het huis eruitziet aan de hand van je plattegrond. Je kan ook een knipblad met kamers in een huis maken zodat ze allerlei kamers uit kunnen knippen en een eigen huis kunnen neerleggen om er vervolgens over te kunnen praten. 4

5 Werkblad: huizen cursist twee-onder-een-kap rijtjeshuis Vrijstaand huis woonboot appartement Boerderij 5

6 Werkblad: rollenspel cursist A: Goedemorgen B: A: Wat kan ik voor u doen? B: (zeg dat je huursubsidie wilt aanvragen) Ik wil graag A: Dat kan. Dan moet u een formulier downloaden van onze site en die ingevuld terugsturen. B: (zeg dat je het niet begrijpt en vraag of ze het nog een keer wil zeggen) A: U heeft een formulier nodig van internet en dat stuurt u ingevuld op. B: (zeg dat je geen computer hebt) A: Oh dat is vervelend. Dan zal ik het formulier naar u opsturen. B: (bedank de medewerker en zeg dat je dat prettig vindt) A: Dan heb ik wat gegevens van u nodig. Wat is uw naam? B: (zeg wie je bent) A: Kunt u dat spellen? B: (spel je naam) A: en wat is uw adres? B: (zeg je adres) A: en uw postcode en plaatsnaam graag B: (noem postcode en plaats) A: Ik stuur het vandaag nog naar u op hoor. B: (bedank de medewerker) A: Tot ziens B: 6

7 Werkblad: klussen in huis cursist Vul in het schema alle woorden in onder de kopjes: Koken, strijken, wassen, behangen, het huis verven, stofzuigen, de vaatwasser in en uitruimen, de wc schoonmaken, boodschappen doen, afwassen, speelgoed opruimen, in de tuin werken, bedden opmaken, ramen zemen, de auto schoonmaken Vrouwenwerk mannenwerk beiden 7

Vergelijkbare documenten

Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel.

Themales kleding taalvrijwilliger/docent Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. opwarming: Cursisten