Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen HENK SLIGTE YOLANDE EMMELOT WOUTER SCHENKE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen HENK SLIGTE YOLANDE EMMELOT WOUTER SCHENKE"

Transcriptie

1 Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen HENK SLIGTE YOLANDE EMMELOT WOUTER SCHENKE

2

3 Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Scholen en Lerarenbeurzen Schooljaar HENK SLIGTE YOLANDE EMMELOT WOUTER SCHENKE

4 CIP-gegevens KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Sligte, H.W., Emmelot, Y.W., Schenke, W. Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Scholen en Lerarenbeurzen. Schooljaar Amsterdam: Kohnstamm Instituut. (Rapport 987, projectnummer 40764) ISBN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. Uitgave en verspreiding: Kohnstamm Instituut Plantage Muidergracht 24, Postbus 94208, 1090 GE Amsterdam Tel.: Dataverwerking: Elion.nl Copyright Kohnstamm Instituut, 2018

5 Inhoudsopgave Overzicht van de tabellen 0 Managementsamenvatting 1 1 Inleiding Achtergrond van het evaluatieonderzoek Onderzoeksvragen en uitwerking Onderzoeksmethode Respondenten Leeswijzer 29 2 De Amsterdamse beurzen in het primair onderwijs Inleiding Vragenlijst voor bestuurders De Amsterdamse Lerarenbeurs in het primair onderwijs De Amsterdamse Scholenbeurs in het primair onderwijs Focusgroep met schoolleiders primair onderwijs 57 3 De Amsterdamse beurzen in het voortgezet (speciaal) onderwijs Inleiding Vragenlijst voor bestuurders Focusgroep met bestuurders voortgezet (speciaal) onderwijs De Amsterdamse Lerarenbeurs in het voortgezet (speciaal) onderwijs De Amsterdamse Scholenbeurs in het voortgezet (speciaal) onderwijs Focusgroep met schoolleiders voortgezet (speciaal) onderwijs 89

6 4 Conclusies De onderzoeksvragen De aanpak van het onderzoek Conclusies primair onderwijs Conclusies voortgezet (speciaal) onderwijs De bijdrage van Amsterdamse beurzen aan professionalisering en kennisdeling Literatuurverwijzingen 115 Bijlagen 117 Bijlage Vragenlijst besturen 117 Bijlage vragenlijst Leraren- en Scholenbeurs 120 Recent uitgegeven rapporten Kohnstamm Instituut 133

7 Overzicht van de tabellen Tabel 1-1 Dataverzameling Tabel 1-2 Verzonden s per sector Tabel 1-3 Respons per onderwijstype Tabel 1-4 Respons per onderwijstype samengenomen Tabel 1-5 Verdeling respons over functie per onderwijstype Tabel 1-6 Directeuren en type beurs/vragenlijst Tabel 1-7 Andere functies en type beurs/vragenlijst Tabel 1-8 Aantallen ingevulde vragenlijsten per beurs, functie en onderwijstype Tabel 1-9 Geschatte respons per type beurs en onderwijstype Tabel 2-1 Afstemming over aanvraag beurzen besturen met schoolleiding Tabel 2-2 Redenen om een beurs aan te vragen Tabel 2-3 Bijdragen van de beurzen aan de kwaliteit van scholen Tabel 2-4 Redenen om een individuele Lerarenbeurs aan te vragen Tabel 2-5 Redenen om een groepsbeurs aan te vragen Tabel 2-6 Andere mogelijkheden voor professionalisering Tabel 2-7 Aansluiting Amsterdamse beurzen op andere regelingen Tabel 2-8 Voegt de Amsterdamse beurs toe aan bestaande regelingen? Tabel 2-9 Meerwaarde van de Amsterdamse Lerarenbeurs Tabel 2-10 Mate van afstemming tussen leraren onderling Tabel 2-11 Rol van de directie bij de aanvraag Tabel 2-12 Heeft uw beurs van 2016/17 bijgedragen aan de volgende aspecten? Tabel 2-13 De vorm waarin kennisdeling plaats vindt Tabel 2-14 Redenen om een Scholenbeurs aan te vragen Tabel 2-15 Andere mogelijkheden voor professionalisering Tabel 2-16 Aansluiting Amsterdamse beurzen op andere regelingen Tabel 2-17 Meerwaarde van de Scholenbeurs Tabel 2-18 Mate van afstemming met leraren Tabel 2-19 Mate van afstemming met bestuur Tabel 2-20 Rol van het bestuur bij de aanvraag Tabel 2-21 Bijdrage van de beurzen Tabel 2-22 Bijdrage van de Scholenbeurs Tabel 2-23 De vorm waarin kennisdeling plaats vindt Tabel 2-24 Personen met wie kennis wordt gedeeld... 57

8 Tabel 3-1 Afstemming over aanvraag beurzen besturen met schoolleiding Tabel 3-2 Redenen om een beurs aan te vragen Tabel 3-3 Bijdragen van de beurzen aan de kwaliteit van scholen Tabel 3-4 Aantal leraren in groepsbeurzen Tabel 3-5 Redenen om een individuele Lerarenbeurs aan te vragen Tabel 3-6 Redenen om een groepsbeurs aan te vragen Tabel 3-7 Andere mogelijkheden voor professionalisering Tabel 3-8 Aansluiting Amsterdamse beurzen op andere regelingen Tabel 3-9 Meerwaarde van de Amsterdamse Lerarenbeurs Tabel 3-10 Mate van afstemming tussen leraren onderling Tabel 3-11 Rol van de directie bij de aanvraag Tabel 3-12 Heeft uw beurs van 2016/17 bijgedragen aan de volgende aspecten? Tabel 3-13 De vorm waarin kennisdeling plaats vindt Tabel 3-14 Redenen in het v(s)o om een Scholenbeurs aan te vragen Tabel 3-15 Andere mogelijkheden voor professionalisering Tabel 3-16 Meerwaarde van de Scholenbeurs Tabel 3-17 Mate van afstemming met leraren Tabel 3-18 Mate van afstemming met bestuur Tabel 3-19 Rol van het bestuur bij de aanvraag Tabel 3-20 Bijdrage van de beurzen Tabel 3-21 Bijdrage van de Scholenbeurs aan het verbeteren van kwaliteit, leercultuur en organisatie Tabel 3-22 De vorm waarin kennisdeling plaatsvindt Tabel 3-23 Personen met wie kennis wordt gedeeld... 89

9 Managementsamenvatting A. De tweede tussentijdse evaluatie van de Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurs 1. Dit rapport bevat de resultaten van de tweede tussentijdse evaluatie van de implementatie van twee beleidslijnen van de Amsterdamse Lerarenagenda: de Amsterdamse Lerarenbeurs en de Amsterdamse Scholenbeurs. Dit rapport volgt op het eerder uitgebrachte onderzoeksrapport dat de eerste tussentijdse evaluatie betreft over de beurzen die zijn toegekend voor het schooljaar Deze tweede evaluatie beperkt zich tot de beurzen die zijn toegekend voor het schooljaar , hoewel er in het geval van Scholenbeurzen ook sprake was van beurzen die voor de periode van twee jaar zijn toegekend. 2. In de evaluatie ligt de nadruk op de vraag op welke manier de twee typen beurzen bijdragen aan de professionalisering van leraren en kennisdeling in het Amsterdamse onderwijs. Door de uitkomsten inzichtelijk te maken, kan ingezet beleid op tijd worden bijgestuurd, en waar nodig geïntensiveerd. Op deze manier wil de gemeente er zorg voor dragen dat het Amsterdamse onderwijsbeleid zich richt op de juiste thema s. 3. De Lerarenbeurs is bedoeld voor leraren en schoolleiders in het basisonderwijs (BO) en speciaal basisonderwijs (SBO), tezamen het primair onderwijs (PO) vormend, en door scholen in het voortgezet onderwijs (VO), het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en het speciaal onderwijs (SO). Deze beurs is bedoeld voor elke activiteit die een bijdrage levert aan de bekwaamheid van de zittende leraar. Zowel individuele leraren als groepen (teams) leraren kunnen de beurs aanvragen, in overleg met de schoolleiding. 1

10 4. De Scholenbeurs kan aangevraagd worden door de schoolleiding/directies van Amsterdamse scholen in het PO, het VO en VSO. Deze beurs is bedoeld voor activiteiten die een impuls geven aan onderwijs- en schoolontwikkeling, zoals aanscherpen van de onderwijsvisie, versterken van de kwaliteitszorg, inzet op een specifiek thema, deelname aan een verbetertraject, etc. Afstemming met het schoolbestuur, eindverantwoordelijke voor de subsidieaanvraag, is vereist. 5. De sturingsfilosofie achter het Amsterdamse beleid houdt in dat het onderwijs zelf het best in staat is om beslissingen te nemen over de inzet van middelen in relatie tot hun specifieke situatie. Nadrukkelijk wordt gekozen om de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor onderwijsverbetering neer te leggen bij het onderwijsveld zelf. Hierbij ligt een duidelijk accent op de autonomie van leraren en scholen, als een algemene stimulans voor de ontwikkeling van het gehele Amsterdamse onderwijs. B. De onderzoeksvragen 1. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Op welke manier hebben de Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurs bijgedragen aan professionalisering en kennisdeling in het Amsterdamse onderwijs? 2. De volgende deelvragen van de Gemeente Amsterdam worden in dit evaluatieonderzoek beantwoord: a. Waarom kiezen leraren en scholen voor de Amsterdamse Lerarenbeurs (individueel of groepsbeurs) en of de Scholenbeurs? b. Op welke manier maken besturen, leraren en scholen een link met het schoolbeleid of andere (beleids-)instrumenten bij het aanvragen van de beurs en welke rol speelt de beurs daar in? c. Heeft de Leraren- en Scholenbeurs invloed op de kwaliteit van het onderwijs en de professionele ruimte van leraren, en zo ja onder welke voorwaarden en hoe krijgt dit vorm? d. Op welke manier wordt kennisdeling en borging van de resultaten van de beurzen georganiseerd binnen scholen? e. In hoeverre hebben de beurzen het aantrekkelijker gemaakt om in Amsterdam te werken? Is de Lerarenbeurs een van de redenen geweest om in het onderwijs of in Amsterdam te blijven? 3. Dit onderzoek is gericht op de vraag hoe de Amsterdamse beurzen bijdragen aan de professionalisering en niet op de vraag wat leraren en 2

11 scholen precies doen met de beurzen. Deze gegevens zijn wel bekend uit de Voortgangsrapportage Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen Voor wat betreft de eindevaluatie van de Lerarenagenda verdient het aanbeveling om onderzoek naar de werkzaamheid van de Amsterdamse beurzen in het stimuleren tot professionalisering van leraren en schoolontwikkeling te koppelen aan onderzoek dat gericht is op vorm en inhoud van de met de beurzen bekostigde professionalisering (onderzoek dat nu door de gemeente Amsterdam zelf wordt uitgevoerd). C. Onderzoeksmethode 1. In het evaluatieonderzoek is gekozen voor een gecombineerde kwantitatieve en kwalitatieve aanpak voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen, een combinatie van vragenlijstonderzoek en focusgroepen. 2. Het vragenlijstonderzoek bestond uit digitaal beschikbare vragenlijsten voor leraren, schoolleiders en bestuurders in po en v(s)o over de drie typen beurzen: de individuele Lerarenbeurs, de groepsbeurs en de Scholenbeurs. 3. De focusgroepen zijn gehouden met schooldirecteuren in het primair onderwijs, schoolleiders in het voortgezet (speciaal) onderwijs en met bestuurders in het voortgezet (speciaal) onderwijs om dieper in te kunnen gaan op de bredere context van de school of het bestuur, waarbinnen de middelen van de gemeente Amsterdam worden ingezet. De geplande focusgroep met bestuurders in het primair onderwijs heeft helaas geen doorgang kunnen vinden. 4. In zowel vragenlijsten als focusgroepen zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: a. Redenen voor aanvraag van individuele Lerarenbeurs, teambeurs en Scholenbeurs; b. Bekendheid met andere regelingen en synergie bij inzet Amsterdamse regeling en andere regelingen; c. Meerwaarde Amsterdamse beurzen; d. Meerwaarde om in Amsterdam/op school te blijven werken; e. Afstemming tussen en met leraren en met bestuur, rol van schoolleiding en bestuur, relatie tot (school)beleid; f. Kennisdeling en borging; g. Bijdragen van de beurzen aan professionalisering en kwaliteitsverbetering van het onderwijs, de cultuur en organisatie op school. 3

12 D. Respondenten 1. In totaal 942 personen, 589 in het primair en 353 in het voortgezet (speciaal) onderwijs zijn via benaderd om de digitale vragenlijst te beantwoorden. Verzonden e- mails Totaal Lerarenbeurzen Scholenbeurs PO VO Totaal In totaal 117 vragenlijsten primair onderwijs zijn ingevuld (58,2%) en 84 vragenlijsten voortgezet onderwijs (41,8%). Respons per onderwijstype samengenomen n % PO=BO + SBO ,2 VO=VO + (V)SO 84 41,8 Totaal ,0 Het overall responspercentage bedraagt 21,3%. Geschatte respons per type beurs Totaal PO VO N n % N n % N n % Lerarenbeurs ,1% ,5% ,0% Scholenbeurs ,0% ,0% ,0% Totaal ,3% ,9% ,8% In totaal zijn er 63 bestuurders, 40 in het primair en 23 in het voortgezet (speciaal) onderwijs, benaderd om de vragenlijst voor bestuurders te beantwoorden. In totaal vertegenwoordigden de bestuurders 195 scholen in het po en v(s)o. De respons bedroeg 12 bestuurders (30%) in het po en 16 bestuurders (70%) in het v(s)o. 2. Er zijn in totaal drie focusgroepen gehouden met de volgende personen en in de volgende aantallen: Bestuurders voortgezet (speciaal) onderwijs (5 deelnemers) Directeuren (speciaal) basisonderwijs (7 deelnemers) 4

13 Schoolleiders voortgezet (speciaal) onderwijs (8 deelnemers). E. Conclusies over de Leraren- en Scholenbeurs in het primair onderwijs 1. Deze tweede tussentijdse evaluatie levert conclusies per onderwerp op voor zowel de Lerarenbeurs als de Scholenbeurs in het primair onderwijs ten aanzien van de volgende punten: Redenen voor aanvraag Meerwaarde van de Amsterdamse beurzen Keuzeproces en relatie met het school- en bestuursbeleid Bijdrage van de beurzen Kennisdeling en borging van de resultaten van de beurzen 2. Van de vijfennegentig leraren die de vragenlijst hebben ingevuld gaven 88 (92,6%) aan dat zij een individuele beurs hebben ontvangen en zeven leraren (7,4%) dat zij een groepsbeurs ontvingen. In het voortgezet onderwijs hebben relatief veel meer leraren een groepsbeurs ontvangen. 3. Een grote meerderheid van de leraren gaf het bijdragen aan de eigen persoonlijke ontwikkeling als belangrijkste reden van het aanvragen van een Lerarenbeurs op en daarnaast ook het verbeteren van de professionele kennis en bekwaamheid op vakinhoudelijk en pedagogisch-didactisch gebied. Schooldirecteuren noemen de Lerarenbeurs een impuls die het eerder mogelijk maakt om de wens van de schoolleiding en leerkrachten naar meer professionalisering en schoolontwikkeling te realiseren 4. Leraren met een groepsbeurs noemen ook persoonlijke ontwikkeling als de belangrijkste reden en ook redenen die te maken hebben met het starten van projecten of het werken aan meer gezamenlijke activiteiten dan individuele. Volgens directeuren is de teambeurs aantrekkelijk omdat er breed geschoold kan worden en dat achterblijvers in de professionalisering meegenomen kunnen worden. 5. Directeuren zien als reden voor het aanvragen van een Scholenbeurs eveneens het bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en het verbeteren van de professionele kennis en bekwaamheid, en daarnaast het verbeteren van de school als geheel door middel van het verbeteren van het wederzijds leren van leraren, het werken aan schoolontwikkeling en het verbeteren van samenwerking tussen leraren. Volgens bestuurders waren belangrijke redenen voor aanvraag van de Scholenbeurs het gezamenlijk starten van een onderzoeksproject of innovatietraject. 5

14 6. Vrijwel alle leraren vinden dat de Lerarenbeurs meerwaarde heeft ten opzichte van andere regelingen en dan met name in de mogelijkheden tot persoonlijke groei, keuzevrijheid voor besteding, de financiële bijdrage, de mogelijkheid om nieuwe terreinen te verkennen en meerdere individuele beurzen aan te vragen % van de directeuren acht de meerwaarde van de Scholenbeurs (zeer) groot, vooral door de financiële bijdrage als zodanig, de keuzevrijheid voor besteding van de gelden en de mogelijkheid om nieuwe terreinen te verkennen. De beurzen worden gezien als een erkenning van de gemeente Amsterdam van het belang van de kwaliteit van Amsterdamse leraren en scholen. Dit wordt onderschreven door de bestuurders. 8. De meerwaarde van de beurzen in het aantrekkelijker maken om in Amsterdam te (blijven) werken staat bij zowel leraren als directeuren laag op de lijst van aspecten om de meerwaarde van de beurzen aan te geven. Toch geven de gemiddelde scores weer dat de beurzen enige meerwaarde vertegenwoordigen. Volgens de focusgroep met schooldirecteuren zullen de beurzen niet helpen om in Amsterdam te blijven of komen werken. Daarvoor is een huis en een fiets nodig. Een van de directeuren stelt dat de verbetering van de reiskostenvergoeding in ieder geval een stap in de goede richting is. 9. Ten aanzien van het keuzeproces voor de invulling van de Lerarenbeurzen en de afstemming met het beleid van de school en het bestuur vinden leraren dat dat vooral geschiedt ten aanzien van het onderwerp, wat minder naar de relevantie voor schoolbeleid of schoolontwikkeling. De rol van de directie bij de aanvraag werd door leerkrachten vooral als stimulerend ervaren ten aanzien van het aanvragen van individuele beurzen, maar veel minder bij groepsbeurzen. Directies laten leraren geheel of enigszins vrij bij de aanvraag, hoewel er wel sprake is van het geven van rekenschap of verantwoording ten aanzien hiervan. Toch wordt ook aangegeven dat er sturing vanuit de directie is. Dat geldt voor het passend zijn van aanvragen bij schoolbeleid of ontwikkeling, evenals voor de vraag of de invulling van datgene wat met de beurzen bekostigd is input kan leveren voor vernieuwingen. De tevredenheid bij de aanvragers van de Lerarenbeurs over het keuzeproces voor de invulling van de Lerarenbeurs was groot. 10. Voor de Scholenbeurzen is er veel afstemming geweest van schooldirecteuren met leraren op zowel relevantie voor de school, het onderwerp, als praktische afstemming. Afstemming met bestuur bestond 6

15 vooral op het punt van relevantie voor de school. De rol van het bestuur bij aanvragen was stimulerend en ruimte gevend, maar het bestuur stuurde ook (enigszins) op passendheid bij schoolplan van de school. De tevredenheid bij de directeuren van scholen over het keuzeproces voor de invulling van de Scholenbeurs was zeer groot. 11. Volgens de schooldirecteuren promoten bestuurders de Scholenbeurzen bij de schooldirecties en volgen de ontwikkelingen, zonder te controleren. De Scholenbeurzen zijn vaak gekoppeld aan beleid, zoals vastgelegd in schoolen jaarplannen. Schoolleiders hebben vooral een rol bij de aanvraag van Lerarenbeurzen, die moeten passen bij het beleid van de school. Bestuurders stellen dat zij scholen inderdaad stimuleren om beurzen aan te vragen, maar dat zij de scholen ook vrij laten. Afstemming van bestuurders met schooldirecteuren vindt vooral plaats op punten die relevant zijn voor de school en op te kiezen thema s en onderwerpen. In het geval van Scholenbeurzen is er meer afstemming tussen bestuur en schoolleiding dan bij Lerarenbeurzen. 12. De bijdrage van de Amsterdamse beurzen aan professionalisering en schoolontwikkeling in het primair onderwijs wordt door vrijwel alle respondenten als groot gezien. Volgens de leraren draagt de Lerarenbeurs vooral bij aan de motivatie om te blijven leren en professionaliseren, aan de vakinhoudelijke kennis, de ontwikkeling van de school en aan de professionele ruimte als leraar. De bijdrage aan de vergroting van de professionele ruimte wordt ook door bestuurders en door schooldirecteuren aangegeven, met name voor de Lerarenbeurs. Opvallend is dat de Lerarenbeurs volgens meer dan de helft van de leraren ook bijdraagt aan het leerplezier van de leerlingen. Dit wordt ook genoemd door een deel van de directeuren voor zowel de Leraren- als de Scholenbeurs. Dat betekent dat men een doorwerking van de resultaten van de beurs in het voordeel van de leerlingen ziet. Het is aannemelijk dat hier een relatie ligt met datgene dat men daadwerkelijk met de Lerarenbeurs heeft geleerd. Deze relatie zou nader onderzocht kunnen worden. 13. De bijdrage aan de ontwikkeling van de school, die op nummer 1 staat bij de Scholenbeurzen, wordt ook bij de Lerarenbeurzen door de directeuren als relatief belangrijk aangegeven. De Scholenbeurs draagt volgens schoolleiders verder vooral bij aan de kwaliteit van de school als geheel, de samenwerking tussen leraren en het leren van en met elkaar, maar ook aan het lesgeven, de professionele ruimte van leraren en aan hun competenties. 7

16 14. De Amsterdamse beurzen dragen in het primair onderwijs niet alleen bij aan schoolontwikkeling en verbetering van het onderwijs, maar ook aan cultuurverandering. De Scholenbeurs is vaak ingezet voor een ontwikkeling passend bij het beleid en draagt daar ook aan bij. Specifiek voor de Lerarenbeurs is de enthousiasmering en stimulering van professionalisering, ook van leraren die daar in eerste instantie niet zo toe geneigd zijn. Bestuurders weten vaak niet wat de Lerarenbeurzen bijdragen. Dat weten ze wel van Scholenbeurzen; die dragen bij aan de verbetering van de schoolorganisatie en het onderwijs op de scholen en ook aan het leren van en met elkaar door leraren. 15. Beide beurzen dragen dus bij aan de verbetering van het onderwijs; de Scholenbeurs sluit vaak aan bij lopende ontwikkelingen die dan doorgezet kunnen worden; de Lerarenbeurs is vooral ook stimulerend voor professionalisering. 16. Wat betreft de doorwerking van de Amsterdamse beurzen door het delen van recent opgedane kennis en inzichten en het borgen daarvan in werkwijzen of schoolorganisatie levert dit evaluatieonderzoek vooral resultaten op ten aanzien van de vorm waarin kennisdeling plaatsvindt, en met wie kennis gedeeld wordt, en minder over de borging van resultaten. 17. De kennis, inzichten en ervaringen die de leraren in het po als resultaat van de met de Lerarenbeurs bekostigde activiteiten hebben opgedaan zijn volgens leraren overwegend geschikt is om met anderen binnen uw school te delen, terwijl de meeste schoolleiders over de Scholenbeurs zeggen dat deze enigszins geschikt zijn om met anderen binnen de school te delen. 18. Kennisdeling vindt volgens leraren veel plaats en dan vooral informeel, bijvoorbeeld in gesprekken met collega s of leidinggevenden en wat minder in de vorm van presentaties of workshop, bijvoorbeeld op studiedagen. Volgens schooldirecteuren is er sprake van (enige) kennisdeling in gesprekken met leidinggevenden en collega s, en in de vorm van presentaties, zoals op studiedagen. Input tijdens werkoverleg en kennisdeling in gesprekken met bestuurders komt ook heel vaak voor. Ook zijn er presentaties op studiedagen en workshops voor collega-leraren. Een specifieke vorm van kennisdeling is het via de Lerarenbeurs verworven hebben van een specialist op school. Kennisdeling met collega s op andere scholen binnen het eigen schoolbestuur en collega s van scholen buiten het eigen bestuur komt minder voor. 8

17 19. Kennisdeling van de resultaten van de Lerarenbeurzen blijkt nog niet op alle scholen georganiseerd te worden (op ca. de helft van de scholen vindt dit wel of enigszins plaats) volgens leraren. Ook relatief weinig schoolleiders (ongeveer 40%) geven aan dat de kennisdeling georganiseerd wordt. 20. Bestuurders geven aan dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor kennisdeling en dat ze dat doorgaans doen op studiedagen, teamvergaderingen, netwerken, in professionele leergemeenschappen (PLG s) en ook bij functionerings- en beoordelingsgesprekken. Soms wordt ook bestuursbreed kennis gedeeld. 21. Volgens schooldirecteuren is er steeds meer kennis in eigen bestuur in huis, ook door de Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen. Er is bij hen wel enige behoefte aan kennisdeling buiten de eigen school en het eigen bestuur, waarin de gemeente Amsterdam een rol zou kunnen spelen. 22. Wat betreft borging van met behulp van de Amsterdamse beurzen opgedane kennis, inzichten en ervaringen in het primair onderwijs zijn weinig uitspraken verzameld. Wel is het duidelijk dat er sprake is van afstemming van de invulling van de beurzen, en dan vooral de Scholenbeurs, met het beleid van de school en het bestuur. 23. Het huidige beleid vanuit de Amsterdamse Lerarenagenda wordt door de respondenten in het primair onderwijs zeer gewaardeerd, zoals blijkt uit de tevredenheid over de keuzevrijheid en professionele ruimte, waarbij bestuurders ook aangeven dat de betrokkenheid van de gemeente bij het onderwijs gewaardeerd wordt. Een verbeterpunt is nog om ook voor het personeel zonder onderwijsbevoegdheid, zoals bijvoorbeeld onderwijsondersteuners, de mogelijkheid te creëren een beurs aan te vragen. F. Conclusies over de Leraren- en Scholenbeurs in het voortgezet (speciaal) onderwijs 1. Deze tussentijdse evaluatie levert conclusies per onderwerp op voor zowel de Lerarenbeurs als de Scholenbeurs in het voortgezet (speciaal) onderwijs op de volgende punten: Redenen voor aanvraag Meerwaarde van de Amsterdamse beurzen Keuzeproces en relatie met het school- en bestuursbeleid Bijdrage van de beurzen 9

18 Kennisdeling en borging van de resultaten van de beurzen 2. Van de 66 respondenten geven 43 aan dat zij een individuele beurs hebben ontvangen (65,2%), en 23 leraren ontvingen een groepsbeurs (34,8%). Dit laatste percentage is een duidelijk hoger percentage dan in het primair onderwijs. 3. De belangrijkste reden voor het aanvragen van een Lerarenbeurs is volgens leraren zelf, net als in het primair onderwijs, de mogelijkheid tot bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling, het verbeteren van de professionele kennis op vakinhoudelijk, pedagogisch en didactisch terrein en het handelingsrepertoire in zijn algemeenheid. Degenen die een groepsbeurs hebben gekregen gaven, anders dan in het primair onderwijs, aan dat samenwerking tussen leraren, en het vormen van een PLG belangrijke redenen waren. 4. Volgens schoolleiders is de belangrijkste reden om een Scholenbeurs aan te vragen het gezamenlijk starten van een onderzoeks- of innovatieproject. Verder staan werken aan curriculumontwikkeling, methode verdieping, pedagogisch-didactische onderwijsvernieuwing en het vormen van een professionele leergemeenschap hoog in de lijst met redenen voor aanvraag van een Scholenbeurs in het vo. 5. Volgens de bestuurders in het voortgezet onderwijs zijn redenen het verbeteren van de pedagogisch-didactische kennis en bekwaamheid van leraren én het bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling. Specifiek voor de Scholenbeurs stellen bestuurders dat het gezamenlijk starten van een onderzoeksproject of innovatietraject, het vormen van een professionele leergemeenschap alsmede verbeteren van samenwerking tussen leraren belangrijke redenen voor aanvraag zijn. 6. Een overgrote meerderheid van de responderende leraren (93,8%) vindt dat de Amsterdamse Lerarenbeurs een toevoeging is aan de bestaande mogelijkheden. De mogelijkheid voor persoonlijke groei staat bovenaan: hier werd veel meerwaarde aan toegekend. Ook de mogelijkheid nieuwe terreinen te verkennen en de keuzevrijheid om de beurs te besteden staat hoog in de lijst. 7. De Amsterdamse Scholenbeurs heeft volgens de schoolleiders meerwaarde en dan met name vanwege de financiële bijdrage en de keuzevrijheid voor besteding van de gelden, met op de derde plaats de mogelijkheid om nieuwe terreinen te verkennen. Het grote verschil met andere subsidies wordt door schoolleiders gezien in de mogelijkheid de beurzen zelf in te 10

19 vullen; er zijn weinig voorwaarden. De beurzen (met name de Scholenbeurs) zijn volgens iedereen een substantiële aanvulling op reguliere middelen. Een groot voordeel van de groepsbeurs is dat ook leraren die minder geneigd zijn tot professionalisering aangespoord worden om mee te doen, maar de mogelijkheid van individuele beurzen naar aanleiding van individuele vragen/wensen wordt eveneens gewaardeerd. 8. De bestuurders zijn positief over de meerwaarde van de Amsterdamse beurzen in termen van het laagdrempelige karakter van de beurs, het gemak waarmee beurzen aangevraagd konden worden en de keuzevrijheid, de brede inzetbaarheid en de financiële impuls. Door de vrijheid kan met de beurzen aangesloten worden bij eigen processen en eigen schoolontwikkeling, wat op vertrouwen vanuit de gemeente duidt. Ook de groepsbeurs, het gezamenlijk kunnen aanvragen, zien de bestuurders als pluspunt. 9. Wat betreft het keuzeproces bij de aanvraag van de Lerarenbeurzen is er tussen leraren onderling vooral sprake van afstemming op de relevantie voor schoolbeleid of ontwikkeling en op onderwerp. De rol van de schoolleiding wordt overwegend als stimulerend ervaren ten aanzien van het aanvragen van individuele beurzen. Anders dan in het primair onderwijs stimuleert de schoolleiding leraren ook vaak om groepsbeurzen aan te vragen. Leraren worden vrijgelaten in hun keuze, maar er is ook sturing vanuit de directie op het passend zijn van aanvragen bij schoolbeleid of ontwikkeling/ vernieuwing. Leraren zijn overwegend tevreden over het keuzeproces voor de invulling van de Lerarenbeurs. 10. Afstemming tussen schoolleiders en leraren enerzijds, en met besturen anderzijds gebeurt volgens schoolleiders vooral op relevantie voor de school en wat minder op onderwerp. De rol van het bestuur bij de aanvragen van Scholenbeurzen is volgens schoolleiders vooral stimulerend. Besturen laten scholen vooral vrij, maar sturen enigszins op vernieuwingen en aanvragen passend bij beleid van school (in schoolplan) of bestuur. Alle schoolleiders zijn heel tevreden over het keuzeproces voor de invulling van de Scholenbeurs. 11. Veel bestuurders gaven aan met schoolleiders de keuze vooral af te stemmen op relevantie voor de school of passend binnen de koers. Dit blijkt met name de Scholenbeurs te betreffen. In de focusgroep kwam naar voren dat Lerarenbeurzen wel steeds meer in het verlengde van de Scholenbeurzen worden ingezet. Bestuurders laten scholen toch vooral vrij 11

20 en stimuleren beurzen aan te vragen. Bestuurders zien hun rol vooral als informerend en initiërend. 12. Volgens vrijwel alle leraren hebben de Lerarenbeurzen bijgedragen aan de eigen professionalisering op bijna alle terreinen. Volgens schoolleiders heeft de Lerarenbeurs vooral bijgedragen aan professionele ruimte, didactische en ook vakinhoudelijke competenties, aan de kwaliteit van de school als geheel en aan de samenwerking met collega s en leren van en met collega s. 13. Schoolleiders vinden dat de Scholenbeurs een groter effect heeft dan Lerarenbeurzen en bundeling in groepsbeurzen eveneens, maar de ruimte voor invulling van de individuele beurzen wordt ook gewaardeerd vanwege het creëren van eigenaarschap. De gemeente Amsterdam neemt hiermee het onderwijs serieus. Minder tevreden zijn schoolleiders over het feit dat onderwijsondersteuners geen beurs kunnen aanvragen. 14. Bestuurders onderschrijven de bijdrage van de beurzen aan professionalisering, aan het leren van en met elkaar, aan schoolontwikkeling, aan de kwaliteit en ontwikkeling van het onderwijs en aan het eigen keuzes maken, passend bij de schoolontwikkeling of bij eigen initiatief van leraren. 15. Inbedding in het ontwikkelingsgerichte perspectief van de school en autonomie, in combinatie met een dialoog met de schoolleider over inzet van de beurs, zien bestuurders als voorwaarden voor optimale werking van de beurzen. Voor schoolontwikkeling zou het wenselijk zijn als de beurzen meer gebruikt zouden worden door schoolleiders, specifiek ten behoeve van leiderschap in het onderwijs. 16. Naar aanleiding van de vraag in hoeverre de beurzen het, naast de primaire doelen van professionalisering en schoolontwikkeling, aantrekkelijker gemaakt hebben om in Amsterdam te werken, en de vraag of de Lerarenbeurs een van de redenen geweest om in het onderwijs of in Amsterdam te blijven geven de uitspraken in de focusgroepen met schoolleiders en bestuurders aan dat de beurzen het niet speciaal aantrekkelijker maken om in Amsterdam te blijven of te komen werken als leraar. Daarvoor is volgens alle deelnemers aan de gesprekken meer nodig (salaris, tegemoetkoming reiskosten, maar vooral huisvesting). In de vragenlijsten wordt de meerwaarde van de beurzen voor het werken in Amsterdam relatief laag gewaardeerd, maar ziet men toch enige meerwaarde. 12

21 17. Volgens de leraren zijn de kennis, inzichten en ervaringen die zijn opgedaan met de Lerarenbeurs geschikt om met anderen binnen de school te delen, net als in het po. Schoolleiders zijn het daar (enigszins) mee eens. 18. Georganiseerde kennisdeling van resultaten van de Lerarenbeurs door de school gebeurt op veel scholen wel enigszins, maar op een kwart van de scholen niet, volgens de leraren. De kennisdeling betreft vooral gesprekken met collega s en leidinggevenden en input tijdens werkoverleg, maar ook presentaties en workshops vinden op veel scholen (enigszins) plaats. Ook met anderen zoals ouders is er in enige mate sprake van het delen van de kennis die opgedaan is met de Lerarenbeurs. Kennisdeling met collega s op andere scholen binnen het eigen schoolbestuur en collega s van scholen buiten het eigen bestuur gebeurt ook, maar veel minder dan binnen de eigen school. Dit beeld wordt bevestigd door bestuurders. 19. Volgens schoolleiders zijn de kennis, inzichten en ervaringen opgedaan met de Scholenbeurs ook (enigszins) geschikt om binnen de school te delen, en dat wordt ook enigermate georganiseerd. Gesprekken met collega s en leidinggevenden zijn, net als bij de Lerarenbeurzen, de meest voorkomende vormen van kennisdeling. Maar presentaties, input tijdens werkoverleg en workshops vinden ook tamelijk veel plaats. Schoolleiders delen kennis relatief het minst in gesprekken met bestuurders, anders dan in het primair onderwijs. Wel is een duidelijke spreiding zichtbaar tussen schoolleiders die wel kennis delen met bestuurders en degenen die dat niet doen. 20. Daar waar besturen zich wel richten op kennisdeling, zien we academies, waar good practices worden uitgewisseld, of speciale jaarlijkse dagen, met workshops en presentaties. Ook worden er onderwijsmiddagen georganiseerd door een bestuur. Kennis die via beurzen verworven is kan hier gedeeld worden. Via deze vormen van kennisdeling worden ook docenten bereikt die zelf geen beurs hebben. 21.Grootschalige, stadsbrede kennisdeling zien zowel bestuurders als schoolleiders (focusgroepen) als lastig haalbaar, maar een speciale dag voor leraren in Amsterdam is wel als wenselijk. 22. Het is lastig om vast te stellen in hoeverre kennis die met de beurzen verworven is, geborgd wordt. Van kennisdeling is duidelijk sprake en soms worden beurzen ook specifiek op kennisdeling ingezet. Er zijn wel duidelijke aanwijzingen voor borging, omdat met name de Scholenbeurzen ingezet worden voor al lopende ontwikkelingen, passend bij het beleid van de school. De kennis die wordt opgedaan via de Scholenbeurzen is volgens 13

22 bestuurders (focusgroep) makkelijker te borgen dan die van de Lerarenbeurzen, mogelijk vanwege de aansluiting op lopende ontwikkelingen. 23. Borging vindt ook plaats in train-de-trainertrajecten of mentorcoaching, door docenten die kennis hebben opgedaan via een beurs: zij hebben met behulp van een beurs een training gehad en trainen nu zelf de mentoren/trainers. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om dit in de lumpsum op te nemen voor als de beurzen stoppen, zo werd in een focusgroep met schoolleiders naar voren gebracht. G. Algemene conclusies 1. In de evaluatie is onderscheid gemaakt tussen enerzijds overwegingen voorafgaand aan de aanvraag van de Amsterdamse beurzen, meningen over de meerwaarde van de beurzen in het geheel van mogelijkheden om aan professionalisering van leraren en schoolontwikkeling te werken, en percepties over de wijze waarop de beurzen worden afgestemd met schoolen/of bestuursbeleid op het gebied van professionalisering en van kennisdeling en borging. Anderzijds is in kaart gebracht wat de daadwerkelijke bijdragen zijn van de Amsterdamse beurzen op een groot aantal terreinen, en hoe deze bijdragen gedeeld worden. 2. Wat betreft redenen om een Lerarenbeurs aan te vragen geeft een grote meerderheid van de leraren het bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling als belangrijkste reden op en daarnaast ook het verbeteren van de professionele kennis (vakinhoudelijk en pedagogisch-didactisch) en bekwaamheid. Degenen die een groepsbeurs aanvroegen noemen ook persoonlijke ontwikkeling als de belangrijkste reden en daarnaast redenen die te maken hebben met het starten van projecten of het werken aan meer gezamenlijke activiteiten dan individuele. De bestuurders onderschrijven deze bevinding. Over de groepsbeurs merken schoolleiders nog op dat deze aantrekkelijk is omdat er breed geschoold kan worden en dat achterblijvers in de professionalisering meegenomen kunnen worden. 3. De Amsterdamse Lerarenbeurzen zijn mede een succes omdat de laagdrempeligheid en het relatieve gemak van aanvraag en verantwoording voor leraren stimulerend werken om aan professionalisering te doen. Daarnaast spelen keuzevrijheid en daarmee de ruimte om aan te sluiten bij eigen ontwikkelingen een rol in de positieve waardering van de beurzen. Ook bij de Scholenbeurzen speelt keuzevrijheid om de beurs in te vullen 14

23 een grote rol, dit naast de aanzienlijke financiële bijdrage die met toekenning van de beurs beschikbaar komt. Met de middelen kunnen wenselijke en beoogde activiteiten eerder en/of op grotere schaal worden ondernomen. 4. Ondanks de keuzevrijheid is er wel in grote mate sprake van afstemming met en tussen collega s en leidinggevenden over aanvragen, zowel op onderwerp, als op relevantie met schoolbeleid en op praktische zaken. Besturen overleggen met leidinggevenden van scholen niet zozeer over Lerarenbeurzen, maar stemmen wel af over aanvragen voor Scholenbeurzen, zodat er duidelijke relaties zijn met schoolplannen en beleid van het bestuur. De beurzen sluiten aan op het beleid en de praktijk van scholen en besturen, en kunnen, mede door de keuzevrijheid, goed ingezet worden voor professionaliserings- en ontwikkelingsactiviteiten die beleid en praktijk verder kunnen verbeteren. 5. Leraren zijn uitgesproken over de bijdragen die de Lerarenbeurzen levert. Van de leraren zegt vrijwel iedereen dat de Lerarenbeurs heeft bijgedragen aan professionalisering. Er zijn veel aspecten waar de beurzen aan hebben bijgedragen, maar de belangrijkste zijn: de motivatie om te blijven leren en professionaliseren, de vakinhoudelijke kennis (in het primair onderwijs), de ontwikkeling van de school en professionele ruimte als leraar. Die professionele ruimte is ook door bestuurders (vragenlijst) en schoolleiders in de focusgroepen aangegeven, met name voor de Lerarenbeurs. Opvallend is dat de Lerarenbeurs volgens meer dan de helft van alle responderende leraren ook bijdraagt aan het leerplezier en de leerprestaties van de leerlingen. 6. De belangrijkste bijdrage van de Scholenbeurzen betreft de verbetering van het onderwijs, gevolgd door verbetering van de schoolorganisatie, het leerplezier en de leerprestaties van de leerlingen en meer leren van en met elkaar door leraren. 7. Specifiek voor het v(s)o geldt dat ook de bijdrage van leraren aan de ontwikkeling van de school genoemd wordt. De beurzen bevorderen de samenwerking tussen docenten zodat er meer sprake kan zijn van de school als een lerende organisatie, een professionele leergemeenschap. 8. Kennisdeling is belangrijk om resultaten vanuit de met de beurzen ondernomen activiteiten te verspreiden onder collega s en anderen. Qua vorm waarin en qua personen met wie kennis gedeeld wordt zien we dat kennisdeling meer in de dagelijkse routine van leraren en met nabije 15

24 personen, zoals gesprekken met directe collega s en leidinggevenden, plaatsvindt dan in speciale vormen van kennisdeling met personen die verder van de school afstaan, zoals via het geven van presentatie of workshop aan personen buiten de eigen school. Wel zijn er bovenschoolse studiedagen, en melden deelnemers in de focusgroepen dat kennis en inzichten verspreid worden via een train-the-trainer aanpak. 9. Het delen van recent verworven kennis, vaardigheden en inzichten kan verder verbeterd worden, zeker als het gaat om het delen buiten de grenzen van de school als organisatie. Dat kan als schoolleiders en bestuurders meer kennisdeling op vooral bovenschools niveau organiseren. Op de vraag of de gemeente Amsterdam hierin een rol moet vervullen verschillen de antwoorden. 10. Het is op basis van deze tussenevaluatie moeilijk conclusies te trekken over de mate waarin resultaten geborgd of verankerd worden in de praktijk en het beleid van de Amsterdamse scholen. Er zijn wel duidelijke aanwijzingen daarvoor, omdat de beurzen ingezet worden in een keten van afstemming van aanvragen met beleid en praktijk tot en met kennisdeling, maar of sprake is van duurzame borging in werkwijzen of schoolorganisaties is op dit moment in de tijd niet bekend. Dit zou nader onderzocht kunnen worden in een overkoepelende evaluatie van het Amsterdamse lerarenbeleid. 11. Al met al wordt met inzet van de Amsterdamse beurzen een duidelijke bijdrage geleverd aan de professionalisering van zittende leraren en aan de professionele ontwikkeling en kwaliteit van scholen, beide op een diverse door personen en organisaties nader te bepalen vorm en inhoud. In die zin zijn de activiteiten die met behulp van de beurzen ondernomen worden succesvolle interventies om de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs daadwerkelijk (verder) te verhogen. De Scholenbeurs heeft volgens sommige respondenten in focusgroepen een groter effect dan de Lerarenbeurs omdat activiteiten gericht op professionalisering en schoolontwikkeling meer gebundeld kunnen worden. Toch wordt ook de ruimte voor invulling die ook de individuele beurzen bieden gewaardeerd. Beide beurzen leveren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs en zijn zinvol: de Scholenbeurs vooral voor het grotere geheel, de schoolontwikkeling en de Lerarenbeurs voor professionalisering en specialisatie. Specifiek voor de Lerarenbeurs is de enthousiasmering en stimulering van professionalisering, ook van leraren die daar in eerste instantie niet zo toe geneigd zijn. 16

25 12. Of de beurzen het aantrekkelijker maken om in Amsterdam te werken krijgt in de verschillende vragenlijsten voor leraren en leidinggevenden een gemiddelde score die aangeeft dat zij enigszins meerwaarde hebben. De stelling of de beurzen een extra reden vormen om op de eigen school in Amsterdam te blijven werken, krijgt een lagere score. Vrijwel alle andere aspecten waarin de beurzen meerwaarde hebben worden door de respondenten hoger gewaardeerd. Volgens de focusgroepen met leidinggevenden in po en vo, en met bestuurders in het vo, dragen de beurzen niet extra bij aan het (blijven) werken in Amsterdam; daarvoor is met name huisvesting en een verbeterde tegemoetkoming in reiskosten nodig. Alles bij elkaar kunnen de Amsterdamse beurzen als een succesvol beleidsinstrument worden gekwalificeerd, maar neveneffecten op het (blijven) werken in Amsterdam ziet de gemiddelde respondent maar in enige mate. 17

26 18

27 1 Inleiding In dit rapport zijn de uitkomsten van de tweede tussentijdse evaluatie van de Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurs opgenomen. In dit inleidende hoofdstuk bespreken we de achtergrond van het onderzoek, de onderzoeksvragen en de uitwerking daarvan en de onderzoekmethode. 1.1 Achtergrond van het evaluatieonderzoek Professionalisering in het onderwijs Er is landelijk veel aandacht voor de professionalisering in het onderwijs in het algemeen en de professionele ontwikkeling van leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in het bijzonder. In een recent advies van de Onderwijsraad aan de Tweede Kamer buigt de Raad zich over de vraag hoe de professionele ruimte van leraren optimaal kan worden gecreëerd, benut en verantwoord (Onderwijsraad, 2016). De Raad stelt dat het belangrijk is het beleid niet alleen op professionalisering van de individuele leerkracht te richten, maar om ook aandacht te hebben voor de voorwaarden in termen van structuur en cultuur binnen teams, en binnen de school als geheel. Er zijn verschillende landelijke regelingen om professionalisering te ondersteunen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft sinds 2015, bijvoorbeeld, een Lerarenbeurs ingesteld, waarmee financiële ondersteuning wordt gegeven aan leraren die een bachelor- of masteropleiding gaan volgen. Inmiddels is het onderzoek naar effecten van een masteropleiding op leraren en hun omgeving afgerond (Heyma, van den Berg, Snoek, Knezic, Sligte, Emmelot, 2017). Een ander voorbeeld is de VO-academie. Dit initiatief 19

28 van de VO-raad is opgezet om schoolleiders en bestuurders in het VO te ondersteunen in hun verdere professionele ontwikkeling (Schenke, Heemskerk, Lockhorst, Oomens, 2016). Ook in Amsterdam zijn scholen en besturen continu bezig met het versterken van de professionaliteit van hun leraren en schoolleiding. Veel schoolbesturen die zijn aangesloten bij het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) of de Amsterdamse vereniging van schoolbesturen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs (OSVO) werken vanuit een gezamenlijke aanpak aan de verhoging van de kwaliteit en professionalisering van het Amsterdamse onderwijs. Daarnaast zijn er vanuit diverse schoolbesturen eigen academies opgericht van waaruit wordt gewerkt aan de kwaliteit van het onderwijs en het versterken van de professionele cultuur Amsterdamse Lerarenagenda Vanuit de wens om vanuit het Amsterdamse beleid in aanvulling op landelijke regelingen bij te dragen aan professionaliseringsmogelijkheden binnen het Amsterdamse onderwijs is in maart 2015 de Amsterdamse Lerarenagenda aangenomen door de gemeenteraad van Amsterdam. Via de Amsterdamse Lerarenagenda wil de gemeente Amsterdam bijdragen aan het vergroten van de professionele ruimte van en kwaliteit in het Amsterdamse Onderwijs. Twee van de belangrijkste beleidsinstrumenten die de gemeente hiervoor heeft ontwikkeld zijn de Amsterdamse Lerarenbeurs en de Amsterdamse Scholenbeurs. De Amsterdamse Lerarenbeurs biedt leraren en schoolleiders de mogelijkheid eenmalig een beurs van maximaal 2000 aan te vragen ten behoeve van hun eigen professionalisering. Dit kunnen leraren individueel doen, of samen met collega s (groepsbeurs, maximaal 2000 per persoon, met een maximum van tien deelnemers). De activiteiten waarvoor subsidie beschikbaar is omvatten: het volgen van een leergang of cursus; het volgen van een coachingstraject; het uitvoeren van een onderzoeksproject of innovatietraject; het verdiepen of vernieuwen van een curriculum, methode, didactische/pedagogische aanpak of klassenmanagement; het versterken van vakkennis door middel van een docentstage (stage bij een werkgever); het faciliteren van een professionele leergemeenschap (peer-feedback); 20

29 onderlinge uitwisseling van een leraar met een collega van een andere school, ongeacht het type onderwijs dat dit betreft; overige activiteiten die aantoonbaar bijdragen aan professionaliseringsdoelen van de aanvrager(s). De Amsterdamse Scholenbeurs biedt scholen de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs binnen de gehele school. Het toe te kennen bedrag is afhankelijk van schooltype en het aantal ongewogen leerlingen. De totale begroting kan oplopen tot , waarvan 75% gesubsidieerd wordt, en 25% uit cofinanciering door de school bestaat. Uitgangspunt bij de Amsterdamse beurzen is dat leraren en schoolleiding via eigen keuzes bijdragen aan hun persoonlijke ontwikkeling en die van de school. Een one size fits all aanpak doet geen recht aan de diversiteit binnen het onderwijs. Om kwaliteit te stimuleren moet beleid aansluiten bij de context en ambities van een school. Ondertussen wordt ook het landelijke beleid in toenemende mate volgens dit inzicht ingericht. De Amsterdamse Lerarenagenda loopt hierop vooruit en probeert bij te dragen aan het vergroten de professionele ruimte van leraren en schoolleiding, zodat zij de kwaliteit van hun onderwijs verder kunnen verbeteren. Beide beurzen staan open voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs Evaluatie en monitoring In de Amsterdamse Lerarenagenda is toegezegd dat de ontwikkeling van het beleid goed gemonitord en geëvalueerd zou worden. Door de effecten inzichtelijk te maken, kan ingezet beleid op tijd worden bijgestuurd, en waar nodig geïntensiveerd. Op deze manier wil de gemeente er zorg voor dragen dat het Amsterdamse onderwijsbeleid zich richt op de juiste thema s. De gemeente voerde zelf eerder al een onderzoek uit naar onder meer het gebruik van de beurzen, zie de Voortgangsrapportage Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen Het Kohnstamm Instituut heeft eerder een tussentijdse evaluatie uitgevoerd (Sligte, Emmelot, Schenke, 2017 ) met als hoofdvraag: Op welke manier dragen de Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen bij aan de activering van leraren en scholen om zich bezig te 21

30 houden met professionalisering? Deze evaluatie was evenals de huidige tweede tussentijdse evaluatie gericht op twee van de beleidslijnen uit de Amsterdamse Lerarenagenda, namelijk Professionalisering zittende leraren door inzet van de Amsterdamse Lerarenbeurs, en Professionele schoolontwikkeling en kwaliteit door inzet van de Amsterdamse Scholenbeurs Dit onderzoek is gericht op de vraag hoe de Amsterdamse beurzen bijdragen aan de professionalisering en niet op de vraag wat leraren en scholen precies doen met de beurzen. Deze gegevens zijn wel bekend uit de Voortgangsrapportage Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurzen Voor wat betreft de eindevaluatie van de Lerarenagenda verdient het aanbeveling om onderzoek naar de werkzaamheid van de Amsterdamse beurzen in het stimuleren tot professionalisering van leraren en schoolontwikkeling te koppelen aan onderzoek dat gericht is op vorm en inhoud van de met de beurzen bekostigde professionalisering (onderzoek dat nu door de gemeente Amsterdam zelf wordt uitgevoerd). 1.2 Onderzoeksvragen en uitwerking De hoofdvraag in deze tweede tussentijdse evaluatie luidt: Op welke manier hebben de Amsterdamse Leraren- en Scholenbeurs bijgedragen aan professionalisering en kennisdeling in het Amsterdamse onderwijs? De hoofdvraag van het onderzoek verwijst naar het hoofddoel van de Amsterdamse beurzen: het geven van een impuls aan de professionele ontwikkeling van Amsterdamse leraren en aan schoolontwikkeling van Amsterdamse scholen, gericht op kwaliteitsverbetering van het onderwijs, met als uitgangspunt vrijheid voor leraren en scholen om de inhoud ervan te bepalen. Net als in de eerste tussenevaluatie richt deze evaluatie zich op het ervaren nut van het gekozen beleidsinstrument en op de vraag of de toepassing spoort met de verwachtingen wat betreft vergroten van professionele ruimte en de afstemming tussen persoonlijke ontwikkeling en schoolontwikkeling. Het gaat daarbij om redenen voor aanvraag van een beurs, bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs en de professionele ruimte van leraren en kennisdeling en 22

Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Scholen- en Lerarenbeurzen Eindrapport

Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Scholen- en Lerarenbeurzen Eindrapport Tussentijdse Evaluatie Amsterdamse Scholen- en Lerarenbeurzen 2015-2016 Eindrapport Henk Sligte Yolande Emmelot Wouter Schenke maart 2017 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 5 1 Inleiding 15 1.1 Achtergrond

Nadere informatie

Effecten investeringen onderwijs

Effecten investeringen onderwijs Effecten investeringen onderwijs Onderzoeksopzet APRIL 2018 PRINTVERSIE Dit document bevat de tekst van de interactieve, digitale rapportage van de onderzoeksopzet. De digitale onderzoeksopzet is te raadplegen

Nadere informatie

Een masteropleiding als strategie voor kennisbenutting en verspreiding door leraren?

Een masteropleiding als strategie voor kennisbenutting en verspreiding door leraren? Een masteropleiding als strategie voor kennisbenutting en verspreiding door leraren? HENK SLIGTE WOUTER SCHENKE 405-15-541: Docenten creëren en benutten kennis voor onderzoek en praktijk Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Een masteropleiding als bijdrage aan kennisbenutting en verspreiding door leraren

Een masteropleiding als bijdrage aan kennisbenutting en verspreiding door leraren Een masteropleiding als bijdrage aan kennisbenutting en verspreiding door leraren HENK SLIGTE WOUTER SCHENKE 405-15-541: Docenten creëren en benutten kennis voor onderzoek en praktijk Dit onderzoek Welke

Nadere informatie

DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP LERAREN EN HUN WERKOMGEVING

DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP LERAREN EN HUN WERKOMGEVING DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP LERAREN EN HUN WERKOMGEVING VELON 2018 Roermond, 12 maart Marco Snoek, Dubravka Knezic Arjan Heyma, Emina van den Berg, Henk Sligte en Yolande Emmelot 0 AANLEIDING EN

Nadere informatie

Actieplan Veilige School 2015-2018

Actieplan Veilige School 2015-2018 Actieplan Veilige School 2015-2018 Inleiding De actieplannen Veilige School 1 van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat het onderwerp veiligheid goed op de kaart van het Haagse onderwijs staat.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Schoolleider tussen functie en beroep

Schoolleider tussen functie en beroep Schoolleider tussen functie en beroep Resultaten van twee enquête-onderzoeken onder schoolleiders en bestuurders 2015 September 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Schoolleider tussen functie en beroep...

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012 N W O Fase A Z Jij de Baas Gids voor de Starter Versie 1.2: november 2012 2012 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 School De school Inleiding 2 Doelen 3 Middelen 4 Invoering 5 Uitvoering 6 Jij de Baas:

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Uitwerkingen van Brainpower sessies

Uitwerkingen van Brainpower sessies Hieronder zijn de resultaten van de Brainpower ingeklonken weergegeven. We zijn zo dicht mogelijk gebleven bij de geschreven teksten, maar hebben de tweedeling leraar/directeur weggelaten. Het is voor

Nadere informatie

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Doel Dit werkdocument is bedoeld voor scholen in het voorgezet onderwijs die een initiatief voor passend onderwijs aan het opzetten

Nadere informatie

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP 12/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP Pagina 1 van 10 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

Scan Professionele leercultuur op scholen Kohnstamm Instituut

Scan Professionele leercultuur op scholen Kohnstamm Instituut Scan Professionele leercultuur op scholen Kohnstamm Instituut De scan Professionele leercultuur op scholen is een instrument voor scholen voor voortgezet onderwijs waarmee in kaart wordt gebracht hoe ver

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT

PROFESSIONEEL STATUUT Voorblad Weert, juni 2018 PROFESSIONEEL STATUUT Scholen voor voortgezet onderwijs moeten met ingang van het nieuwe schooljaar een professioneel statuut hebben. Dat statuut gaat over de vraag wat de professionele

Nadere informatie

Schoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium)

Schoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium) Schoolportret samenwerkingsverband Roermond vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium) Schoolportret samenwerkingsverband Roermond vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en

Nadere informatie

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur,

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur, a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie 349195 Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015 Geacht

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen m * * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden L E X I C O N van arbeidsrecht en arbeidsverhoudingen ** k EUR op ir EUROPESE STICHTING TOT VERBETERING VAN DE LEVENS- EN

Nadere informatie

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Vier jaar onderzoek naar onderzoeksmatig leiderschap: welke inzichten levert het op? Meta Krüger Lector leiderschap in het onderwijs Inhoud lezing

Nadere informatie

Kwaliteitszorg is: zorgen voor kwaliteit. Scholen die dat systematisch doen, stellen zichzelf permanent de volgende vragen:

Kwaliteitszorg is: zorgen voor kwaliteit. Scholen die dat systematisch doen, stellen zichzelf permanent de volgende vragen: 1 Inleiding In dit rapport worden de resultaten beschreven van de oudervragenlijst die in juni en juli 2013 bij de ouders van OBS Nicolaas Beets is afgenomen. De gebruikte vragenlijst is afkomstig van

Nadere informatie

spoorzoeken en wegwijzen

spoorzoeken en wegwijzen spoorzoeken en wegwijzen OVERZICHT OPLEIDINGEN OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP Opbrengstgericht leiderschap Opbrengstgericht werken en opbrengstgericht leiderschap zijn termen die de afgelopen jaren veelvuldig

Nadere informatie

Invloeden op de onderwijspositie van leerlingen bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs Fossen, M.W.E.B.

Invloeden op de onderwijspositie van leerlingen bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs Fossen, M.W.E.B. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Invloeden op de onderwijspositie van leerlingen bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs Fossen, M.W.E.B. Link to publication Citation

Nadere informatie

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel 3/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan: penvoerders opleidingsscholen en contactpersonen lerarenopleidingen Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze

Nadere informatie

Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen De commissie toetst de kwaliteit van alle aanvragen aan de inhoudelijke criteria (visie op samen opleiden, samenwerking en organisatiestructuur,

Nadere informatie

LOF voor de Leraar 2.0

LOF voor de Leraar 2.0 LOF voor de Leraar 2.0 Geef de LOF-leraar ruimte om de motor van onderwijsvernieuwing te kunnen worden Het LerarenOntwikkelFonds 1 Geef de LOF-leraar ruimte om de motor van onderwijsvernieuwing te kunnen

Nadere informatie

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs Peter Leisink Opzet van deze leergang Introductie Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs: inhoudelijke verkenning Programma en docenten leergang strategisch

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM School : Samsam Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 18ZH Onderzoeksnummer : 89409 Datum schoolbezoek : 27 november 2006 Datum vaststelling : 26 maart 2007. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Eerste tussentijdse effectevaluatie

Eerste tussentijdse effectevaluatie Eerste tussentijdse effectevaluatie In Noord-Brabant namen in 2013 en 2014 85 basisscholen en 3 middelbare scholen uit 27 gemeenten deel aan De Cultuur Loper. De Cultuur Loper helpt scholen om vanuit hun

Nadere informatie

Via-4 De school als professionele leergemeenschap organiseren

Via-4 De school als professionele leergemeenschap organiseren Via-4 De school als professionele leergemeenschap organiseren Voor toekomstbestendig onderwijs De school als professionele leergemeenschap Goed samenwerkende schoolteams zorgen voor goede leerresultaten

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

werkwijze PLG werkkaart

werkwijze PLG werkkaart werkwijze PLG werkkaart FOCUS PAS TOE 2 Bepaal het thema, het gewenste resultaat 8 Implementeer en borg de nieuwe aanpak GROEP 1 Formeer de groep TEST KIJK DEEL 5 Probeer uit 3 Onderzoek wat er speelt

Nadere informatie

Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Ditte Lockhorst Marleen Kieft Ineke van den Berg 2 De beginmeting

Nadere informatie

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE, TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE, december 2014 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de

Nadere informatie

obs Willem Eggert Herstelonderzoek

obs Willem Eggert Herstelonderzoek obs Willem Eggert Herstelonderzoek Datum vaststelling: 4 april 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in november 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kwaliteit van de lessen onvoldoende

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Monitoring en evaluatie Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe door Zoë Zernitz, Rijksuniversiteit Groningen In 2012 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Vaststellen van de gewijzigde Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in Amsterdam 2014

Vaststellen van de gewijzigde Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in Amsterdam 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Amsterdam Nr. 84469 23 april 2018 Vaststellen van de gewijzigde Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in Amsterdam 2014 De gemeenteraad van Amsterdam

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010 WIJZIGINGSBLAD A2 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A2 Publicatiedatum :

Nadere informatie

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze subsidieregeling wordt

Nadere informatie

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit 1. Aanleiding voor het evaluatiekader Zoals overeengekomen in de bestuurlijke afspraak die ten grondslag ligt aan de regeling Cultuureducatie

Nadere informatie

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo Deeltijdwerken in het po, vo en mbo 1. Inleiding In Nederland wordt relatief veel in deeltijd gewerkt, vooral in de publieke sector. Deeltijdwerk komt met name voor onder vrouwen, maar ook steeds meer

Nadere informatie

Samen bouwen aan schoolontwikkeling

Samen bouwen aan schoolontwikkeling H og er o n d e r w ij s School ont wi kk ing el S c h o ol k Wer der e n An j e p a r ti pl a at so nd e r w ij s o n d e e rzo k Samen bouwen aan schoolontwikkeling Een werkmodel voor onderzoekssamenwerking

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013

Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013 Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013 1. Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 1.1 Inleiding Alle kinderen en jongeren verdienen maximale kansen om het beste uit zich zelf te halen. Zo

Nadere informatie

TKAO. Visie op samen opleiden. Samenwerking en organisatiestructuur. Professionalisering. Kwaliteitszorg. Regionale spreiding

TKAO. Visie op samen opleiden. Samenwerking en organisatiestructuur. Professionalisering. Kwaliteitszorg. Regionale spreiding Beoordelingscriteria aspirant-opleidingsscholen Hieronder treft u een samenvatting van de criteria aan, die op de volgende pagina s verder worden uitgewerkt. Elk van de criteria wordt uitgewerkt op drie

Nadere informatie

Jaarplan. Het is onze ambitie om het beste uit uw kind te halen. Locatie Fontein. Locatie Transvaal

Jaarplan. Het is onze ambitie om het beste uit uw kind te halen. Locatie Fontein. Locatie Transvaal 17 18 Jaarplan Het is onze ambitie om het beste uit uw kind te halen Locatie Fontein Locatie Transvaal Naam school: Brinnummer: Koningin Wilhelminaschool 15QK Adres: Fonteinstraat 16 / Transvaalstraat

Nadere informatie

GRIP OP KWALITEIT. Grip op Kwaliteit 1

GRIP OP KWALITEIT. Grip op Kwaliteit 1 Inleiding Grip op kwaliteit betekent dat de stichting en de scholen onderwijsontwikkelingen in gang zetten en houden om eigentijds onderwijs te verzorgen, waarbij aan de kwaliteitseisen van zowel de overheid

Nadere informatie

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA VOORWOORD In dit verslag van obs de Delta treft u op schoolniveau een verslag aan van de ontwikkelingen in het afgelopen schooljaar in het kader van de onderwijskundige ontwikkelingen,

Nadere informatie

Effectiviteit investeringen onderwijs

Effectiviteit investeringen onderwijs BESTUURLIJK RAPPORT Effectiviteit investeringen onderwijs Bestuurlijk rapport JANUARI 2019 BESTUURLIJK RAPPORT Dit is het bestuurlijk rapport van de Rekenkamer Amsterdam (de rekenkamer) van het onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM Plaats : Kolham BRIN-nummer : 13DT Onderzoek uitgevoerd op : 22 juni 2010 Rapport vastgesteld te Groningen: 13 september

Nadere informatie

Docentstages in het mbo. Professionele verbinding tussen onderwijs en werkveld MARIANNE BOOGAARD MARIEKE BUISMAN MARJAN GLAUDÉ

Docentstages in het mbo. Professionele verbinding tussen onderwijs en werkveld MARIANNE BOOGAARD MARIEKE BUISMAN MARJAN GLAUDÉ Docentstages in het mbo Professionele verbinding tussen onderwijs en werkveld MARIANNE BOOGAARD MARIEKE BUISMAN MARJAN GLAUDÉ - - - - Soort mbo-instelling (%) Grootte van de mbo-instelling

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK IJburgcollege Plaats: Amsterdam BRIN-nummer:28DH-00 edocsnummer: 4258514 Onderzoek uitgevoerd op: 29 mei 2013 Conceptrapport verzonden op: 20 juni 2013 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Monitor Haagse Lerarenbeurs. peildatum januari 2015

Monitor Haagse Lerarenbeurs. peildatum januari 2015 Monitor Haagse Lerarenbeurs peildatum januari 2015 Den Haag, april 2015 1 Introductie In december 2011 deed De Rode Loper onderzoek naar het percentage onbevoegd gegeven lessen in de Haagse regio. 1 Uit

Nadere informatie

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo.

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Jaarplan 2013-2014 VOORWOORD Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Met die titel dagen wij onszelf uit en ieder

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier Excellente Scholen

Aanmeldingsformulier Excellente Scholen Aanmeldingsformulier Excellente Scholen 2017-2019 Uitleg procedure U bent geïnteresseerd in het traject Excellente Scholen 2017. Iedere school die wil deelnemen aan het traject Excellente Scholen 2017

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

ONDERZOEK STICHTING LEERLINGENZORG NW-VELUWE SAMENWERKINGSVERBAND

ONDERZOEK STICHTING LEERLINGENZORG NW-VELUWE SAMENWERKINGSVERBAND ONDERZOEK SAMENWERKINGSVERBAND STICHTING LEERLINGENZORG NW-VELUWE In 2015 voerden wij een onderzoek uit naar de functionaliteit van en tevredenheid over het samenwerkingsverband. In het kader van de nieuwe

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning Inleiding Het samenwerkingsverband is in het schooljaar 16-17 gestart met het herijken van de basisondersteuning.

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Ontwerp omslag: www.gerhardvisker.nl Ontwerp binnenwerk: Ebel Kuipers, Sappemeer Omslagillustratie:

Nadere informatie

Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs Veelgestelde vragen & antwoorden

Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs Veelgestelde vragen & antwoorden Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs Veelgestelde vragen & antwoorden Versie 4, juni 2017 Inhoudsopgave 1. ALGEMENE INFORMATIE SUBSIDIEREGELING TEAMBEURS PO... 3 - Wat is de doelstelling van de

Nadere informatie

RESULTAATGERELATEERDE

RESULTAATGERELATEERDE erde OVER NO CURE NO PAY RESULTAATGERELATEERDE BELONING Resultaatgerelateerde beloning Over no cure no pay OVER NO CURE NO PAY RESULT AATGERELATEERDE BELONING RESULTAATGERELATEERDE BELONING 02 Resultaatgerelateerde

Nadere informatie

Financiële rapportage en analyse MBA

Financiële rapportage en analyse MBA Financiële rapportage en analyse MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina

Nadere informatie

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007 Aan de slag in beroep en bedrijf februari 2007 Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel

Nadere informatie

Opbrengsten studiereis

Opbrengsten studiereis Opbrengsten studiereis Finland 2013 Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer Opzet Studiereis Centrale vraag: Hoe kunnen instellingen en teams kwaliteitszorg zo vormgeven dat dit een duurzaam effect heeft

Nadere informatie

De PLG-bril. De drie capaciteiten

De PLG-bril. De drie capaciteiten De PLG-bril De PLG-bril (Verbiest, 2008) kan als hulpmiddel gebruikt worden om na te gaan in hoeverre de leerprocessen op verschillende niveaus met elkaar verbonden zijn en verbonden zijn aan de koers.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. basisschool De Meander

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. basisschool De Meander RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij basisschool De Meander Plaats : Hendrik-Ido-Ambacht BRIN-nummer : 12GN Onderzoeksnummer : 120272 Datum schoolbezoek : 7 oktober 2010 Rapport

Nadere informatie

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018 Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018 Inhoud 1. Vragenlijst... 3 2. Respons... 3 3. Resultaten per thema... 3 4. Werkgever Net Promotor Score (WNPS)... 5 5. Resultaten bibliotheekvragen...

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor University of Groningen Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

Onderwijs met ict Tabellen ict-management

Onderwijs met ict Tabellen ict-management Onderwijs met ict 2007 Tabellen ict-management 1 Achtergrondkenmerken 1 2 Ict en didactisch handelen 2 3 Beleid en implementatie 4 4 Behoefte aan ondersteuning 7 5 Typologie en verschillen tussen scholen

Nadere informatie

Korte versie beleidsplan

Korte versie beleidsplan Korte versie beleidsplan 2015 2019 Voorwoord In dit strategisch beleidsplan Ieder talent blijft tellen beschrijft de Stichting Archipel Scholen de richting waarin de organisatie zich de komende vier jaar

Nadere informatie

Grafentheorie voor bouwkundigen

Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen A.J. van Zanten Delft University Press CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Zanten, A.J. van Grafentheorie voor bouwkundigen /

Nadere informatie

Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten;

Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten; Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten; Vakdocenten onderzoeken elkaars curriculum Velov/Veloncongres, Brussel, 4 februari 2016 Henk Fuchs en Gitte Hoogland Inhoud 1. 10voordeleraar 2. Peer-review

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool Adriaan van den Ende Plaats : Warnsveld BRIN nummer : 09GA C1 Onderzoeksnummer : 287535 Datum onderzoek : 8 februari 2016 Datum vaststelling : 28

Nadere informatie

Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo. Dr. Harm van Lieshout (redactie)

Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo. Dr. Harm van Lieshout (redactie) Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo Dr. Harm van Lieshout (redactie) Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo Januari 2012 Hanzehogeschool Groningen Colofon Titel Co-makership rond Leven

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1. Inhoudsopgave Inleiding School Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar 1. Leerlinggegevens 1.1 Algemene gegevens 1.2 Gegevens m.b.t. passend onderwijs 2. Toezicht Onderwijsinspectie

Nadere informatie

Scan Professionele leercultuur in teams Kohnstamm Instituut

Scan Professionele leercultuur in teams Kohnstamm Instituut Scan Professionele leercultuur in teams Kohnstamm Instituut De scan Professionele leercultuur in teams is een instrument voor scholen voor voortgezet onderwijs waarmee in kaart wordt gebracht hoe ver het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 7 93 Werken in het onderwijs Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Taal en Taalwetenschap

Taal en Taalwetenschap Taal en Taalwetenschap Antwoorden bij de opdrachten René Appel, Anne Baker, Kees Hengeveld, Folkert Kuiken en Pieter Muysken (redactie) Blackwell Publishers 2002 by Blackwell Publishers Ltd a Blackwell

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. SBO De Sponder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. SBO De Sponder RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij SBO De Sponder Plaats : Roosendaal BRIN-nummer : 14CK Onderzoeksnummer : 121896 Datum schoolbezoek : 19 april 2011 Rapport vastgesteld te Breda

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo professionaliseren doe je samen Stimuleringsregeling Teamontwikkeling

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo professionaliseren doe je samen Stimuleringsregeling Teamontwikkeling arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo professionaliseren doe je samen Stimuleringsregeling Teamontwikkeling Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: inleiding In de cao-hbo 2014-2016 hebben

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze subsidieregeling wordt verstaan onder: Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Bijlage 20: Voorziening internationalisering van het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Wijzigen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening Ouderbetrokkenheid voortgezet onderwijs.

Wijzigen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening Ouderbetrokkenheid voortgezet onderwijs. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 26958 20 februari 2017 Wijzigen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening Ouderbetrokkenheid

Nadere informatie

De Amsterdamse Lerarenagenda

De Amsterdamse Lerarenagenda De Amsterdamse Lerarenagenda Amsterdam, dinsdag 27 januari 2015 Foto voorzijde: Henk Rougoor Fotografie Amsterdamse Lerarenagenda 2 Inhoudsopgave Inleiding en samenvatting 3 1 Professionalisering zittende

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012 WIJZIGINGSBLAD A2 Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 Publicatiedatum : 1 april 2012 Ingangsdatum : 1 april 2012 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING VOORWOORD A2:2012/BMI 2002 Pagina 2/5 Dit wijzigingsblad

Nadere informatie

SYLLABUS FRAUDEWAARSCHUWING: PHISHING! WORKSHOP TRIO SMC. De nieuwste tactieken en de mogelijke impact op uw business in 2013 Uniformboard & Trio SMC

SYLLABUS FRAUDEWAARSCHUWING: PHISHING! WORKSHOP TRIO SMC. De nieuwste tactieken en de mogelijke impact op uw business in 2013 Uniformboard & Trio SMC 12/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS FRAUDEWAARSCHUWING: PHISHING! WORKSHOP Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te

Nadere informatie

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Procesbeschrijving Bij het vormgeven aan het project Hoogbegaafdheid hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden, waaronder met andere samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

Meldregeling. Vastgesteld in het InAdmin RiskCo bestuur op 30 oktober Geldig tot 31 december Meldregeling Pagina 1 van 7

Meldregeling. Vastgesteld in het InAdmin RiskCo bestuur op 30 oktober Geldig tot 31 december Meldregeling Pagina 1 van 7 Meldregeling Vastgesteld in het InAdmin RiskCo bestuur op 30 oktober 2018 Geldig tot 31 december 2019 Meldregeling Pagina 1 van 7 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 WAT IS EEN MISSTAND... 4 3 WIE KAN MELDEN

Nadere informatie

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017 Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017 2016 PQR, all rights reserved. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op geautomatiseerde wijze opgeslagen of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze,

Nadere informatie

Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE

Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE Kennisbenutting in onderzoekende scholen Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE Onderzoeksproject 3-jarig NRO-traject: sept 2015 sept 2018 16 PO-scholen, 4 VO-scholen Doel: kennis over Bevorderen

Nadere informatie

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE BURGEMEESTER MARNIXSCHOOL TE SCHOTEN

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE BURGEMEESTER MARNIXSCHOOL TE SCHOTEN RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE BURGEMEESTER MARNIXSCHOOL TE SCHOTEN School : de Burgemeester Marnixschool te Schoten Plaats : SCHOTEN - BELGIË BRIN-nummer : 00KN Onderzoeksnummer : 93009 Datum

Nadere informatie