2 Absolute rechten op goederen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Absolute rechten op goederen"

Transcriptie

1 2 Absolute rechten op goederen 2.1 Eigendom Inleiding 11 Inleiding. Dit deel van het boek gaat over absolute rechten op goederen. We beginnen met het begrip eigendom. Eigendom is geregeld in Boek 5, met als opschrift: Zakelijke rechten. Titel 5.1 is gewijd aan: De eigendom in het algemeen. Art. 5:1 lid 1 omschrijft eigendom als het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. A heeft een erf waarop een bungalow staat. Hij heeft ook een fiets. In zijn bungalow heeft hij een versterker. Deze zinnen roepen zowel bij niet-juristen als bij juristen hetzelfde beeld op, namelijk dat A eigenaar is van erf met bungalow, fiets en versterker. Wat betekent dit? De eigenaar komt het vrije genot van zijn zaak toe 12 De eigenaar kan anderen van het genot van de zaak uitsluiten. Art. 5:1 lid 2 bepaalt dat het de eigenaar vrijstaat met uitsluiting van een ieder van de zaak gebruik te maken. Hij heeft aldus het recht op het vrije genot daarvan en hij kan anderen van dit genot buitensluiten. Slechts A heeft recht op het woongenot van de bungalow, op het rijgenot van de fiets en op het luistergenot van de versterker. Dat dit exclusieve recht op het genot van de zaak een kenmerk van het eigendomsrecht is, betekent niet dat de eigenaar ook altijd feitelijk het genot heeft. A, die voor zaken enkele maanden naar Amerika moet, stelt gedurende die tijd B als huisbewaarder van zijn bungalow aan. Hij geeft zijn fiets zo lang in gebruik aan P. Tot slot brengt hij zijn versterker naar hifispecialist X met het verzoek tijdens zijn afwezigheid de hinderlijke brom uit het apparaat te verwijderen. Ondanks dat B in de bungalow woont, P op de fiets rijdt en de versterker in de werkplaats van X staat, blijft A eigenaar van de bungalow, de fiets en de versterker. 13 De eigenaar kan ook anderen het genot van de zaak toestaan. De eigenaar is vrij een ander van zijn zaak gebruik te laten maken. Hij kan daarvoor een tegenprestatie vragen. X verhuurt één van zijn auto s aan Y. Hij kan het genot aan de ander ook gratis om niet zegt de jurist verschaffen. K leent een boek uit aan L zonder daarvoor leengeld te vragen. 9

2 Nr. 14 Hoofdstuk De eigenaar komt de bevoegdheid toe om over zijn zaak te beschikken 14 De eigenaar is met uitsluiting van anderen gerechtigd om over de zaak te beschikken. Naast het vrije genot komt de eigenaar met uitsluiting van een ieder het recht toe om over zijn zaak te beschikken Aldus kan alleen hij een ander tot eigenaar van die zaak maken. A kan zijn bungalow, fiets en versterker in eigendom aan koper K overdragen, zodat niet langer A maar K eigenaar is. Deze bevoegdheid komt alleen A toe. B, P noch X komt de bevoegdheid toe een ander tot eigenaar van de bungalow, de fiets respectievelijk de versterker te maken. 15 De eigenaar kan het beschikkingsrecht ook door een ander laten uitoefenen. Ook het recht te beschikken over datgene waarvan men eigenaar is, kan men door een ander laten uitoefenen. E wil een hem toebehorend schilderij verkopen, maar kent de markt niet. Hij draagt daarom galeriehouder F op het voor een goede prijs te verkopen. Door die afspraak is de niet-eigenaar F, naast eigenaar E, bevoegd gebruik te maken van de in beginsel voor E gereserveerde bevoegdheid over het schilderij te beschikken. Verder zullen we zien dat de wet soms een ander de bevoegdheid geeft om over andermans zaak te beschikken Beperkingen aan het recht van de eigenaar 16 Inleiding. Het genots- en beschikkingsrecht van de eigenaar is niet onbeperkt. Dit vindt zijn uitdrukking in art. 5:1 lid 2. Het stelt weliswaar voorop dat de eigenaar het vrije gebruik van zijn zaak toekomt, maar laat daarop onmiddellijk volgen mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen in acht worden genomen. 17 Beperking van het recht van de eigenaar door rechten van anderen. Hebben ook anderen tegenover de eigenaar recht op gebruik van de zaak, dan beperkt dit het vrije gebruik door de eigenaar. In het bijzonder is hier te denken aan door de eigenaar aan anderen gegeven gebruiksrechten met betrekking tot de zaak. Wanneer A onverwacht eerder terugkeert uit Amerika, kan hij B lang niet altijd direct het gebruik van de bungalow ontzeggen, bijvoorbeeld indien hij B heeft toegezegd dat deze de bungalow tegen een vergoeding een jaar lang mag bewonen. Vóór het verstrijken van de uitleentermijn heeft de universiteitsbibliotheek niet de bevoegdheid een uitgeleend boek bij de lener op te halen. De beperking van de eigenaarsbevoegdheden ligt in beide gevallen in een door de eigenaar zelf aan een ander gegeven recht. 18 Beperking van het recht van de eigenaar door de wet. Er zijn tal van wettelijke regelingen die de eigenaar in zijn genots- en beschikkingsrecht beperken. Hoofdstuk IV van de Huisvestingswet geeft aan het college van Burgemeester & Wethouders onder bepaalde voorwaarden de bevoegdheid om woonruimte te vorderen. Burgemeester & Wethouders kunnen aldus A verplichten te gedogen dat B in zijn huis komt te wonen. Staat het huis van A op de monumentenlijst dan beperkt de Monumentenwet A in zijn mogelijkheden om het naar eigen inzicht te verbouwen zoals hem dat voor een optimaal gebruik voor ogen staat. 10

3 Absolute rechten op goederen Nr Beperking van het recht van de eigenaar door het ongeschreven recht. Ook begrenst het ongeschreven recht het vrije genotsrecht van de eigenaar. In het bijzonder stellen de niet wettelijk vastgestelde regels van betamelijk gedrag grenzen aan de uitoefening van zijn eigendomsrecht. Zij mag niet maatschappelijk onaanvaardbaar zijn. Dit vindt illustratie in de hieronder kort te bespreken leerstukken misbruik van (eigendoms)recht en hinder. 20 Misbruik van (eigendoms)recht. De eigenaar die zijn eigendomsbevoegdheden op zodanige wijze uitoefent dat tegenover zijn belang een onevenredig grote schade bij een ander staat, schendt een betamelijkheidsregel, die misbruik van eigendomsrecht oplevert. Art. 3:13 geeft met betrekking tot misbruik van bevoegdheid een algemene bepaling: Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt. Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of ingeval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen. Het eerste geval: A is eigenaar van een perceel grond waarop een door hem bewoond huis staat. Van daaruit heeft A een fraai uitzicht op een parklandschap dat zich bevindt achter het onbebouwde stuk grond van zijn buurman B. B besluit op zijn grond een flatgebouw te laten bouwen. B voert dat besluit uit zonder dat hij daarbij in strijd komt met enige wetsbepaling (B beschikt bijvoorbeeld over de vereiste vergunningen). Ook komt B niet in strijd met enig recht van A (er bestaat tussen A en B bijvoorbeeld geen afspraak dat B daar niet zal bouwen). Dat A zijn mooie uitzicht ziet dichtgebouwd door een flatgebouw is voor hem spijtig, maar A kan daartegen niets ondernemen. Stel echter dat B, alleen om A te sarren, op zijn grond staketsels met grote vuile lappen eraan opzet en er bovendien een lelijke watertoren bouwt, die geen enkel praktisch nut heeft. Hier is een eigendomsuitoefening die geen ander doel heeft dan om A te schaden. Dit levert tegenover A misbruik van eigendomsrecht op (HR 13 maart 1936, NJ 1936, 415 en HR 2 april 1937, NJ 1937, 639 (Watertoren-arresten)). Het tweede geval kan zich bij de uitoefening van eigendomsbevoegdheden niet voordoen. Eigendom is niet aan de eigenaar verleend met een bepaald doel; eigendom is geen doelgebonden recht. Voor het derde geval is het arrest HR 17 april 1970, NJ 1971, 89 (Grensoverschrijdende garage) illustratief. Hoewel nog onder het oude recht gewezen, besliste de Hoge Raad geheel in de geest van art. 3:13 lid 2. A bouwt op de grond tussen zijn huis en de erfscheiding met het erf van B een garage. Na het gereedkomen daarvan, laat B de landmeter komen. Deze constateert dat, wat A noch B had vermoed, de garage in haar volle lengte 70 centimeter op het terrein van B staat. A biedt schadevergoeding aan, maar B weigert dat. In plaats daarvan eist B als eigenaar afbraak van dat gedeelte van de garage dat op zijn terrein staat. Duidelijk is dat A ongeoorloofd de eigendom van B heeft geschonden door zonder toestemming op het terrein van B te bouwen. Dat hoeft een eigenaar in beginsel niet te dulden, zodat hij afbraak kan eisen. Hier staan twee belangen tegenover elkaar: enerzijds het belang van B bij een vrij genot van zijn gehele terrein en anderzijds het belang van A bij de volledige instandhouding van zijn nieuwe garage. De Hoge Raad besliste, dat een eigendomsuitoefening als deze, bestaande in het eisen van afbraak onder de gegeven omstandigheden, misbruik van (eigendoms)recht kan zijn, indien het nadeel, dat A 11

4 Nr. 21 Hoofdstuk 2 ten gevolge van de afbraak zou lijden, zowel op zichzelf beschouwd als in verhouding tot het belang dat B bij die afbraak had, zó groot is, dat B redelijkerwijze niet tot een vordering tot afbraak had kunnen komen (en, zo voegen wij eraan toe, dus genoegen had moeten nemen met een redelijke schadevergoeding). Voor overbouw geeft thans art. 5:54 een vergelijkbare regel. Zij geldt krachtens lid 3 niet wanneer de overbouw te kwader trouw, of ten gevolge van grove schuld van de bouwer is geschied. In dat geval dient hij het zonder meer af te breken. 21 Hinder. Bij misbruik van recht ligt de nadruk op de uitoefening van een subjectief recht. Bij hinder gaat het erom dat de één de ander zodanig in de uitoefening van diens subjectieve recht belemmert dat die ander dat niet hoeft te nemen. Voor het veel voorkomende geval van hinder, toegebracht aan de eigenaar van een erf door die van een nabij gelegen erf, is dit vervat in art. 5:37. Ongehinderde uitoefening van een eigendomsrecht is lang niet altijd mogelijk. Zo zal de eigenaar van een woning in ons dichtbevolkte land vaak door buren veroorzaakt ongemak ondervinden. Te denken valt aan het geluid van het doortrekken van de wc, de stank van verbrande macaroni, de herrie van spelende kinderen op het buurerf, etc. Een zekere (over)last door gedragingen van de buren moet de eigenaar dulden, zolang die binnen maatschappelijk normaal geachte grenzen blijft. Maar de buren kunnen daarin te ver gaan. Zij kunnen zoveel rumoer maken, stank, trillingen of stof verspreiden dat dit maatschappelijk niet meer aanvaardbaar is. Dan wordt de grens overschreden die ligt tussen een rechtmatige inbreuk op het genot van een zaak en onrechtmatige hinder. Een illustratief voorbeeld van hinder heeft geleid tot het Kraaien en roeken-arrest (HR 10 maart 1972, NJ 1972, 278). Een transportbedrijf stort op grond van een overeenkomst met een gemeente het in die gemeente opgehaalde huisvuil op een stortplaats buiten de stad nabij een fruitkwekerij. Talloze kraaien en roeken komen op de vuilstortplaats af om daar naar voedsel te zoeken. En passant echter doen ze zich tegoed aan het fruit van de kwekerij. De kweker lijdt daardoor een veel grotere schade dan die welke een fruitkweker onder normale omstandigheden van vogels pleegt te ondervinden. De Hoge Raad overwoog: dat de vraag of de hinder die iemand door de gedragingen van een ander in het genot van de eigendom van een onroerende zaak kan ondervinden, als inbreuk op zijn eigendomsrecht kan worden beschouwd, afhangt van de ernst van die hinder en de omstandigheden waaronder deze plaatsvindt; (...) dat, in aanmerking genomen de aard en de plaats van de door (het transportbedrijf) in de nabijheid van de boomgaard (...) ondernomen activiteiten en de ernst van de als gevolg daarvan door (de kweker) ondervonden schade (...) die activiteiten aan (de kweker) een hinder hebben toegebracht, welke deze niet behoefde te dulden en dat (het transportbedrijf) daardoor een inbreuk heeft gemaakt op het eigendomsrecht van (de kweker) welke (...) als een onrechtmatige daad moet worden beschouwd. 22 Misbruik van eigendomsrecht en hinder kennen dikwijls ook een verbintenisrechtelijk aspect. We bespraken de leerstukken misbruik van eigendomsrecht en hinder vanuit een goederenrechtelijke invalshoek. Er werden immers eigenaarsbevoegdheden enerzijds bij misbruik op ongeoorloofde wijze uitgeoefend, anderzijds bij hinder op ongeoorloofde wijze aangetast. Wij komen met deze leerstukken ook op het terrein van het verbintenissenrecht. Zo kan misbruik van recht tegenover de benadeelde een onrechtmatige daad als bedoeld in art. 6:162 opleveren. Kan, want daarvan is niet altijd sprake. Uitgangspunt in het geval van de grensoverschrijdende garage was dat B de overbouw op zijn grond niet hoefde te dulden. De afweging van de wederzijdse belangen kan echter meebrengen dat het eisen van afbraak misbruik van eigendomsrecht opleverde, maar dit brengt nog geen onrechtmatige daad 12

5 Absolute rechten op goederen Nr. 26 tegenover A met zich mee. Dat is wel het geval bij de watertorenarresten. Stel, A had een hotelbedrijf, waarvan door B met nodeloze bouwsels het uitzicht is verpest, waardoor het aantoonbaar minder gasten heeft. In dat geval is de bouwer op grond van onrechtmatige daad ex art. 6:162 tot schadevergoeding verschuldigd. Omdat art. 5:37 voor onrechtmatige hinder art. 6:162 als maatstaf neemt, levert hinder wél steeds een onrechtmatige daad op. Onrechtmatige hinder is echter niet beperkt tot het in art. 5:37 genoemde geval dat het wordt toegebracht door de eigenaar van een naburig erf. Ook het gebruik van brommers, een viskar of een (stoor)zender kunnen los van art. 5:37 ex art. 6:162 onrechtmatige hinder opleveren Het eigendomsrecht is een absoluut recht 23 Inleiding. Tegenover wie kan de eigenaar zijn eigendomsrecht handhaven? We breiden daartoe het in nr. 12 gegeven voorbeeld uit. De naar Amerika vertrokken A had zijn bungalow, fiets en versterker toevertrouwd aan achtereenvolgens B, P en X. Na zijn terugkeer ontdekt A tot zijn schrik de volgende feiten: B is in zijn huisbewaarderstaak tekortgeschoten. De buurkinderen maken gebruik van A s bij de bungalow behorend privézwembad, via een door hen gemaakt gat in de heg. P heeft A s fiets diep in de nacht in een café voor 20 overgedaan aan Q. X, waar A s versterker ter reparatie staat, is failliet. 24 Absolute werking. Uitgangspunt van art. 5:1 lid 2 is dat de eigenaar met uitsluiting van een ieder de bevoegdheid toekomt tot het vrije gebruik van de zaak. Daarmee kent het eigendomsrecht een exclusief karakter. Dit betekent dat de eigenaar zijn recht kan handhaven tegenover derden die hem de rechtmatige uitoefening van zijn recht beletten. Het recht van de eigenaar heeft aldus absolute werking. Niet de wet, maar de rechtswetenschap noemt daarom het eigendomsrecht een absoluut recht. A hoeft op grond van het exclusieve karakter van zijn eigendomsrecht het gebruik van zijn zwembad door de buurkinderen niet de te dulden. Hij kan ze wegsturen en zonodig de ontruiming van zijn privézwembad gerechtelijk afdwingen. 25 Droit de suite. Art. 5:2 geeft de eigenaar de bevoegdheid de zaak van een ieder die haar zonder recht houdt, op te eisen. Deze bevoegdheid staat bekend onder de naam van haar Romeinsrechtelijke voorvader, te weten revindicatie. Aldus kan de eigenaar zijn recht ook handhaven tegenover iedereen die de zaak onrechtmatig onder zich heeft verkregen. Dit is een consequentie van de regel dat een eigenaar zijn recht tegen een ieder kan inroepen. Indien de zaak uit zijn macht raakt, volgt zijn recht de zaak. Deze speciale toepassing van de absoluutheid van het recht van de eigenaar noemt men droit de suite of zaaksgevolg. P mocht de fiets van A weliswaar gebruiken, maar was niet bevoegd erover te beschikken. Q is dan ook geen eigenaar. A kan als eigenaar de fiets onder Q opvorderen. 26 Droit de préférence/separatistpositie in faillissement. Een andere toepassing van de regel dat het recht van de eigenaar tegen iedereen werkt, is dat de eigenaar zijn zaak ook als zijn eigendom kan opeisen indien zij zich onder een failliet bevindt. De 13

6 Nr. 27 Hoofdstuk 2 eigenaar komt op grond van de absolute werking van zijn recht een separatistpositie toe. Een andere, minder duidelijke term voor separatistpositie is droit de préférence. We maken eerst een korte zijstap naar het begrip faillissement. Wanneer een schuldenaar niet aan zijn verplichting tot betaling van een geldsom voldoet, geeft art. 3:276 de schuldeiser de bevoegdheid om op diens vermogen verhaal zoeken. Zijn er meerdere niet-betaalde schuldeisers, dan kan één of meer van hen faillissement van de schuldenaar aanvragen bij de rechtbank. Het faillissement is niet in het BW geregeld, maar in de Faillissementswet. Door het uitspreken van het faillissement komt op het vermogen van de schuldenaar een algemeen beslag te liggen. Door dit faillissementsbeslag verliest de schuldenaar de mogelijkheid om nog langer over de individuele vermogensbestanddelen te beschikken. Het bevriest als het ware het vermogen ten behoeve van verhaal door de gezamenlijke schuldeisers. De rechtbank stelt een curator aan die onder toezicht van een rechter-commissaris de vermogensbestanddelen te gelde maakt, waarna er verdeling van de opbrengst volgt onder de gezamenlijke schuldeisers (dus niet alleen onder de faillissementaanvrager(s)). Op grond van art. 3:277 lid 1 geschiedt die verdeling naar evenredigheid van de omvang van iedere vordering. Is de opbrengst na aftrek van de faillissementskosten bijvoorbeeld slechts 20% van de totale schulden die de failliet heeft, dan ontvangt in beginsel iedere schuldeiser 20% van wat hij te vorderen heeft. Wanneer A zich in faillissement van X op zijn eigendomsrecht van de onder X bevindende versterker beroept, komt hij niet als schuldeiser van X maar als eigenaar in diens faillissement op. Dit eigendomsrecht werkt tegenover een ieder. Het faillissementsbeslag strekt zich niet uit over de versterker omdat deze eigendom van A is en dus niet tot het vermogen van de failliete X behoort. De schuldeisers van X hebben slechts een verhaalsrecht op de vermogensbestanddelen van X en niet ook op die van A of een willekeurige derde. A kan als eigenaar de versterker uit het faillissement van X separeren, eruit lichten als ware er geen faillissement Het recht van de eigenaar is een absoluut subjectief vermogensrecht op een zaak 27 Inleiding. Het recht van de eigenaar is een absoluut subjectief vermogensrecht, het recht van de schuldeiser uit een verbintenis een relatief subjectief vermogensrecht. Wat betekent dit? Wat een verbintenis precies is en hoe deze ontstaat, vormt het onderwerp van deel 2 van dit boek. Hierboven kwamen we al de verbintenis tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad tegen. Een ander voorbeeld vormt de koopovereenkomst. Deze doet zelfs twee verbintenissen ontstaan. De een geeft de koper een vorderingsrecht tot eigendomsoverdracht van de gekochte zaak, waartoe de verkoper op zijn beurt is verplicht. De ander geeft de verkoper een vorderingsrecht tot betaling van de koopprijs door de koper, waartoe de koper op zijn beurt verplicht is. Koper en verkoper zijn aldus over en weer elkaars schuldeiser en schuldenaar. 28 Het recht van de eigenaar is een subjectief recht. Het recht van de eigenaar noemen we een subjectief recht. Dit ter onderscheiding van het objectieve het geldende recht (vgl. nr. 2). Het objectieve recht verschaft aan de eigenaar het subjectieve recht de bevoegdheid om over de aan hem toebehorende zaak te beschikken en daarvan met uitsluiting van anderen gebruik te maken. 14

7 Absolute rechten op goederen Nr. 30 Het objectieve recht geeft ook aan een schuldeiser uit een verbintenis een subjectief recht: te weten het recht op nakoming van een door de schuldenaar te verrichten prestatie en daaraan verbonden de bevoegdheid om van de schuldenaar ook nakoming te vorderen (we werken dit in het deel verbintenissenrecht in nr. 528 e.v. nader uit). 29 Het recht van de eigenaar is een vermogensrecht. Zowel het recht van de eigenaar als het recht van de schuldeiser zijn (subjectieve) vermogensrechten. Vermogensrechten zijn kortweg op geld waardeerbare rechten, althans rechten die in de economische sfeer liggen. Art. 3:6 geeft een omslachtiger omschrijving. Elk van de in art. 3:6 genoemde kenmerken kan afzonderlijk een recht tot een vermogensrecht maken. Die kenmerken zijn: Overdraagbaarheid. In de regel kan men een vermogensrecht desgewenst aan iemand anders overdragen en hem aldus tot opvolgende rechthebbende maken. Niet alleen eigendom, maar ook een vorderingsrecht is doorgaans overdraagbaar. Is een recht niet overdraagbaar, dan kan het toch een vermogensrecht zijn als het voldoet aan een van de andere twee criteria van art. 3:6. Het strekt ertoe de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen. Op grond van dit criterium is bijvoorbeeld het op grond van art. 3:226 lid 4 niet overdraagbare recht van gebruik en bewoning een vermogensrecht, over welk recht in nr. 278 meer. Het is verkregen in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel. De parlementaire geschiedenis noemt als voorbeeld het door een blinde tegen betaling bedongen recht zich te laten voorlezen. 30 Het recht van de eigenaar is een absoluut recht. Het recht van de eigenaar en het recht van de schuldeiser uit een verbintenis zijn beide subjectieve rechten en bovendien vermogensrechten. Er bestaat echter een groot verschil tussen beide rechten. De schuldeiser uit een verbintenis kan zijn daaruit voortkomende vorderingsrecht uitsluitend uitoefenen tegen een bepaalde persoon, zijn schuldenaar. Het recht van de schuldeiser heet dan ook een persoonlijk of relatief recht. De eigenaar kan zijn recht niet slechts tegen één of meer bepaalde personen uitoefenen, maar in beginsel tegen iedereen die op één of andere wijze met zijn eigendomsrecht in aanraking komt. Om deze reden heet het recht van de eigenaar een onpersoonlijk of absoluut recht. Die absoluutheid bleek uit het droit de suite (zaaksgevolg) en de daaruit afgeleide separatistpositie. Die absoluutheid van het eigendomsrecht vond in nr. 23 e.v. illustratie. Tot driemaal toe kwam A daar als overwinnaar uit de strijd toen derden inbreuk op zijn eigendomsrecht maakten. De eerste derden waren de buurkinderen die zonder recht zich meester hadden gemaakt van het privézwembad van A. Zij moesten voor eigenaar A wijken. De tweede derde was Q die de aan A toebehorende fiets onder zich had zonder daarvan ook de eigendom te hebben verkregen. Daarom moest ook Q voor de eigenaar A wijken. De derde derden waren de door de faillissementscurator vertegenwoordigde schuldeisers van X. Eigenaar A kon deze op grond van zijn separatistpositie buitenspel zetten. 15

8 Nr. 31 Hoofdstuk 2 31 Het recht van de eigenaar heeft een zaak als object. Niet alleen in werking, ook in het object van het recht bestaat er een groot verschil tussen een vorderingsrecht en een eigendomsrecht. Bij een vorderingsrecht heeft de schuldeiser recht op een door de schuldenaar te verrichten prestatie. Object van een vorderingsrecht is altijd een prestatie, bijvoorbeeld het betalen van de koopprijs of het zich onthouden van concurrentie. Art. 5:1 lid 1 definieert eigendom als: het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Object van een eigendomsrecht is dus altijd een zaak. Eigendom is een recht op een zaak, hier de bungalow, de fiets of de versterker. Een vorderingsrecht is dat nooit, ook niet wanneer zij met betrekking tot een zaak bestaat. Stel A verkoopt zijn bungalow aan K. Zoals we al hebben gezien, doet een dergelijke overeenkomst een tweetal vorderingsrechten ontstaan: één van A op K tot betaling van de koopprijs en één van K tot (eigendoms)overdracht door A van de bungalow. Heeft K in zijn hoedanigheid van schuldeiser van A tot overdracht van de bungalow, ook een recht op een zaak? Het antwoord luidt ontkennend. Het object van een vorderingsrecht is steeds een prestatie (een gedraging van de schuldenaar). Een recht op een gedraging, zoals dat van K, is echter geen recht op een zaak. Bij het vorderingsrecht van K is slechts indirect een zaak betrokken, primair gaat het om een door A te verrichten prestatie, namelijk de bungalow aan K in eigendom over te dragen. Het object van het vorderingsrecht van K is deze prestatie, niet de bungalow. Recapituleren wij dit. Een vorderingsrecht heeft steeds een prestatie een gedraging van een bepaalde schuldenaar tot object. Object van die prestatie kan soms op zijn beurt een zaak zijn. Kan, maar hoeft niet, zoals bij een vorderingsrecht op een muziekschool tot het krijgen van muziekles. Eigendom echter heeft steeds rechtstreeks een zaak tot object en is mitsdien in juridische zin een recht op een zaak. 32 Het recht van de eigenaar is een zakelijk recht. Eigendom is, zo zagen wij, een absoluut subjectief recht, daarnaast is het een vermogensrecht en tot slot heeft het een zaak tot object. Een subjectief recht dat deze drie kenmerken vertoont, heet een zakelijk recht Eigendom is een voorbeeld van een absoluut recht op een goed 33 Het begrip zaak. Eigendom is een absoluut recht dat een zaak als object heeft. Art. 3:2 definieert zaken als de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Een bungalow, een fiets of een versterker zijn dus zaken. Een vordering is geen stoffelijk object en dus nooit een zaak, ook niet wanneer als bewijs daarvan een papier is opgemaakt. Art. 3:2 staat in afdeling 3.1.1, waar onder de titel: Begripsbepalingen de omschrijving van diverse juridische termen zijn te vinden. Het juridische zaaksbegrip illustreert dat de juridische terminologie niet hoeft samen te vallen met het dagelijkse spraakgebruik. In dat dagelijkse taalgebruik kent het woord zaak vele betekenissen. In het woordenboek vindt men voorwerp, ding, handel, nering, bedrijf, winkel en in het algemeen: aangelegenheid. Ook de rechtstaal kent verschillende betekenissen van het 16

9 Absolute rechten op goederen Nr. 37 woord zaak die niets van doen hebben met die van object van een zakelijk recht. Zo komt men in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering veelvuldig het woord zaak tegen in de betekenis van proces, rechtsgeding. 34 Zaak is onderdeel van het begrip goed. Het begrip zaak maakt op haar beurt deel uit van de omschrijving van het begrip goed in art. 3:1: Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten. Wat een vermogensrecht is staat in art. 3:6 (zie nr. 29). Een eigendomsrecht, maar ook een vordering uit een verbintenis zijn beide voorbeelden van vermogensrechten (zie nr. 29) en zijn dus beide goederen. 35 In eigendom hebben en toebehoren aan, eigenaar en rechthebbende. Men kan slechts een zaak in eigendom hebben. Dit komt omdat art. 5:1 lid 1 het begrip eigendom uitsluitend voor zaken reserveert. Zoals goed een overkoepelend begrip van zaak is, is toebehoren aan dat van in eigendom hebben. In plaats van eigenaar van een goed, spreken we van rechthebbende op een goed. Daarmee geven we aan dat aan hem het meest volledige recht op het goed toekomt, zoals aan de eigenaar het meest omvattende recht tot een zaak toekomt. 36 De rechthebbende heeft een absoluut recht op het goed. Evenals de eigenaar van een zaak zijn recht op de zaak in beginsel tegenover een ieder kan inroepen, kan de rechthebbende op een goed zijn recht op dat goed in beginsel ook tegen een ieder inroepen. Dit ook dan indien het goed geen zaak betreft. Het recht van de rechthebbende op een goed dat geen zaak is, is even absoluut als het recht van de eigenaar op de zaak. Naast een zaak is op zijn beurt ook een vorderingsrecht een goed in de zin van art. 3:1. Een vorderingsrecht bijvoorbeeld uit geldlening kent geen eigenaar. Het is immers geen zaak in de zin van art. 3:2. Degene die een verbintenisrechtelijke aanspraak op een ander heeft, heet voor het verbintenissenrecht schuldeiser; goederenrechtelijk is hij rechthebbende op de vordering. De vordering behoort hem toe en valt aldus in zijn vermogen. Met uitsluiting van een ieder komt hem het genot van de vordering toe alleen hij heeft recht op de vervallen rente en alleen hem komt de bevoegdheid toe over de vordering te beschikken. 2.2 Beperkte rechten Beperkte zakelijke rechten 37 Beperkte rechten op zaken. Eigendom is niet het enige zakelijke recht. Dit laatste volgt al uit art. 5:1 lid 1, dat eigendom definieert als het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Dit veronderstelt dat ook nog andere ten opzichte van de eigendom in omvang beperkte rechten op een zaak kunnen bestaan. In Boek 5 dat niet voor niets het opschrift: Zakelijke rechten draagt komen we er diverse tegen. Deze zakelijke rechten zijn alle van het eigendomsrecht afgeleid. De eigenaar splitst ze als het ware van zijn eigendomsrecht af, waarna ze de aan hem in eigendom toebehorende zaak bezwaren. Hij moet vervolgens deze door hemzelf in het leven geroepen rechten op zijn zaak respecteren, vergelijk art. 5:1 lid 2. 17

10 Nr. 38 Hoofdstuk 2 De overheid geeft een nieuwe polder vaak niet in eigendom, maar in erfpacht uit. In plaats van eigendom verschaft zij aan de gegadigden een zakelijk recht op de grond, dat bewerkt dat zij de grond mogen gebruiken als waren zij eigenaren. Daar staat tegenover dat zij als erfpachter aan de overheid als eigenaar een periodieke som geld zijn verschuldigd, de zogenaamde erfpachtcanon. Art. 5:85 definieert erfpacht als een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft eens anders onroerende zaak te houden en te gebruiken. Zie over erfpacht nader nr. 284 e.v. De van de eigendom afgeleide zakelijke rechten zijn beperkte rechten in de zin van art. 3:8. Art. 3:8 omschrijft een beperkt recht als een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht hier de eigendom dat met dat beperkte recht is bezwaard hier het zakelijke recht. Het door de overheid van zijn eigendomsrecht afgesplitste recht van de erfpachter is dus niet alleen een zakelijk, maar ook een beperkt recht. Het recht van erfpacht is aldus een beperkt zakelijk recht. Daarbij slaat het woord beperkt niet op zakelijk, want het recht is niet minder zakelijk dan het eigendomsrecht. Beperkt slaat hier op recht. Het eigendomsrecht is weliswaar niet onbeperkt, maar wel onbepaald. Het verschaft de eigenaar met betrekking tot de zaak alle denkbare bevoegdheden, uitdrukkelijke beperkingen uitgezonderd. Daartegenover verschaft het erfpachtrecht aan de rechthebbende slechts beperkte door de wet en bij de vestiging bepaalde bevoegdheden. Die bevoegdheden heeft de beperkt zakelijk gerechtigde met betrekking tot eens anders zaak, in ons geval de polder van de overheid, terwijl het onbepaalde eigendomsrecht bevoegdheden geeft met betrekking tot de eigen zaak Beperkte rechten die geen zakelijke rechten zijn 38 Beperkte rechten op goederen die geen zaak zijn. Hierboven gingen we uit van een van eigendom afgeleid zakelijk recht. Dit zakelijke recht noemden we een beperkt recht omdat het is afgeleid uit een meer omvattend recht, hier de eigendom. Een beperkt recht hoeft echter niet noodzakelijk een zakelijk recht te zijn. De rechthebbende op een goed dat geen zaak is, kan eveneens van zijn absolute vermogensrecht op het goed een beperkt recht afsplitsen. Dit beperkte recht is echter geen zakelijk recht omdat het geen zaak als object heeft. Voorbeelden van beperkte rechten die soms wel en soms geen zakelijke rechten zijn, staan in Boek 3, getiteld: Vermogensrecht in het algemeen. Boek 5 ziet volgens het opschrift slechts op zakelijke rechten. 39 Vruchtgebruik. Art. 3:201 omschrijft het beperkte recht vruchtgebruik als het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten. Ook wanneer het op een ander goed dan een zaak is gevestigd, is het een absoluut werkend vermogensrecht. Barones A is eigenaresse van een landgoed met daarop het door haar bewoonde landhuis en een grote fruitboomgaard. Daarnaast heeft zij een rentedragende vordering op X. Neef B is haar enige wettelijke erfgenaam. Om bij haar dood haar inwonende trouwe huishoudster C niet onverzorgd achter te laten, bepaalt ze in haar testament dat C op de genoemde goederen een vruchtgebruik krijgt. Komt A vervolgens te overlijden, dan wordt B als wettelijk erfgenaam weliswaar eigenaar van het landgoed en schuldeiser van de vordering, maar dient hij C het 18

11 Absolute rechten op goederen Nr. 41 vruchtgebruik te verschaffen. Op grond van dat vruchtgebruik heeft C niet alleen het recht in het landhuis te blijven wonen, maar komen haar ook de vruchten van de boomgaard en de vruchten van de geldvordering op X toe. Wat de vruchten van de boomgaard zijn, ligt voor de hand. Bij de geldvordering bestaat de vrucht uit de rente. Het is een zogenaamde burgerlijke vrucht (art. 3:9). Het vruchtgebruik op het landhuis en op de boomgaard zijn beide zowel een beperkt als een zakelijk recht. Het vruchtgebruik op de vordering is weliswaar een beperkt, maar geen zakelijk recht. Dit laatste omdat geen zaak als object heeft. Zie over vruchtgebruik nr. 275 e.v. 40 Pand en hypotheek. Art. 3:228 verklaart in beginsel alle goederen en dus niet alleen zaken vatbaar voor de vestiging van een recht van pand hetzij van hypotheek. Hiermee in overeenstemming definieert art. 3:227 het recht van pand en het recht van hypotheek als een beperkt recht op een goed. Een schuldeiser kan tot zekerheid van voldoening van een vordering door de schuldenaar een pand- of hypotheekrecht bedingen. Art. 3:227 lid 1 geeft een gemeenschappelijke omschrijving: Het recht van pand en het recht van hypotheek zijn beperkte rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Aldus heeft de pand- respectievelijk hypotheekhouder recht op uitbetaling vóór de andere schuldeisers, wanneer ze tegelijk voor hun onbetaalde vorderingen verhaal op het verbonden goed zoeken. Daarnaast heeft een pand- of hypotheekhouder het recht van parate executie (art. 3:248 lid 1 resp. 3:268 lid 1). Anders dan een gewone, zogenaamde concurrente schuldeiser hoeft hij niet eerst naar de rechter om een tot betaling veroordelend vonnis te halen. Van hypotheek is sprake wanneer het recht is gevestigd op een registergoed, is het recht op een ander goed gevestigd dan is het een recht van pand (art. 3:227 lid 1 tweede zin). Wanneer een goed een registergoed is, staat in art. 3:10 (zie nr. 81 e.v.). Een voorbeeld van een registergoed is een stuk grond, maar ook een recht van erfpacht daarop. Het vestigen van pandrecht is zowel op roerende zaken als op vorderingen mogelijk. Zie over pand en hypotheek uitvoeriger nr. 306 e.v. Voor een door X aan Y te verschaffen geldlening wil X zekerheid. Y is eigenaar van een stuk grond en een haringkar. Hij kan tot zekerheid van voldoening van de vordering die X op hem heeft, het stuk grond aan X verhypothekeren en de haringkar aan X verpanden. Omdat het pandrecht respectievelijk het hypotheekrecht op een zaak is gevestigd, is het niet alleen een beperkt maar ook een zakelijk recht. Y kan aan zijn schuldeiser X ook een erfpachtrecht verhypothekeren dat Y op de grond van Z heeft; X verkrijgt dan een hypotheekrecht op een erfpachtrecht. Y kan aan X ook een geldvordering verpanden die hij op Z heeft. De hypotheek van X op het erfpachtrecht en zijn pandrecht op de vordering zijn beide evenzeer een beperkt recht als de hypotheek op de grond en het pandrecht op de haringkar. Ze zijn echter geen zakelijke rechten, omdat de objecten ervan geen zaken zijn Een beperkt recht op een goed heeft absolute werking 41 Absolute werking beperkte rechten. Uit absolute vermogensrechten op goederen afgeleide beperkte rechten kennen op hun beurt weer absolute werking. Kenmerk van het recht van de eigenaar is dat hij het in beginsel tegenover iedereen kan handhaven. Zijn werking tegen een ieder maakt het tot een absoluut vermogensrecht. Splitst de eigenaar uit zijn recht één van de in de wet genoemde zakelijke rechten af dan neemt het aldus ontstane beperkte recht op de zaak vergelijkbare 19

12 Nr. 42 Hoofdstuk 2 eigenschappen mee als het eigendomsrecht waaruit het is afgeleid. Na afsplitsing daarvan rust naast het eigendomsrecht ook nog een beperkt zakelijk recht op de zaak dat niet alleen derden, maar ook de eigenaar heeft te respecteren. Naast de eigenaar heeft dus ook de beperkt gerechtigde een absoluut vermogensrecht op de zaak. De eigenaar kan nog slechts over de met het beperkte recht bezwaarde zaak beschikken. Ook de rechthebbende op een goed dat geen zaak is, kan zijn absolute vermogensrecht op het goed een beperkt recht afsplitsen. Op zijn beurt werkt dit afgesplitste beperkte recht eveneens absoluut. De omstandigheid dat het geen zakelijk recht is, omdat het niet op een zaak maar op een ander goed drukt, doet daaraan niets af. 42 Droit de suite. Het absolute karakter komt onder andere tot uiting wanneer de rechthebbende op het met het beperkte recht bezwaarde goed dat goed aan een derde vervreemdt. Hij kan nog slechts over een zaak beschikken waarop een tegen derden werkend recht rust. Aldus verkrijgt de ander het goed waarop een recht drukt dat ook tegen hem werkt. Het beperkte recht heeft dus goedsgevolg ofwel droit de suite. Het werkt ook tegen opvolgende verkrijgers van het met het beperkte recht bezwaarde goed. Draagt de wettelijk erfgenaam B uit nr. 39 het landhuis, de boomgaard en de vordering over aan D, dan krijgt D de genoemde goederen onder de last van het eerder daarop gevestigde vruchtgebruik. C kan dat vruchtgebruik tegen verkrijger D inroepen. Stel dat Y uit ons voorbeeld in nr. 40 de aan X verpande haringkar vervreemdt aan Z. X kan dan zijn pandrecht op de haringkar ook aan Z tegenwerpen. Wanneer Z op zijn beurt de verpande haringkar aan U overdraagt, wordt U de eigenaar van een al met pandrecht bezwaarde kar. Dit pandrecht werkt vanwege haar absolute karakter ook tegen U. Met betrekking tot de verpande vordering ligt dit niet anders. Vervreemdt Y deze aan Z, dan verkrijgt Z de vordering, waarop een pandrecht drukt. Vanwege de absolute werking daarvan kan X dit pandrecht aan Z tegenwerpen. 43 Separatistpositie in faillissement. Het absolute karakter van het beperkte recht komt ook tot uiting indien de rechthebbende op het goed in staat van faillissement komt te verkeren. De beperkt gerechtigde komt een separatistpositie toe. K heeft een stuk grond van L in erfpacht. L gaat failliet. Het stuk grond in de failliete boedel is met erfpacht belast. Als absoluut gerechtigde raakt het faillissement van L erfpachter K niet. Hij kan zijn erfpachtrecht in faillissement van L handhaven. Gaat in ons voorbeeld uit nr. 39 erfgenaam B failliet, dan kan C zijn recht van vruchtgebruik op het landhuis, de boomgaard en de vordering tegen de gezamenlijke in faillissement opkomende schuldeisers inroepen. In het faillissement valt een landhuis, een boomgaard en een vordering die met vruchtgebruik zijn bezwaard. Ook de pand- en hypotheekhouder zijn separatist. Art. 57 lid 1 Fw bepaalt dat ze hun recht kunnen uitoefenen alsof er geen faillissement was. Ze kunnen dus gebruik blijven maken van hun recht van parate executie. Gewone schuldeisers kunnen ingeval van faillissement van hun schuldenaar niet meer zelfstandig verhaal zoeken. Zij moeten de in de Faillissementswet aangegeven weg volgen. 20

13 Absolute rechten op goederen Nr Prioriteitsbeginsel 44 Bij beperkte rechten gaat het oudere voor het jongere. De rechthebbende kan op hetzelfde goed meerdere beperkte rechten vestigen. Bij een conflict gaat het oudste beperkte recht voor. De oudst beperkt gerechtigde kan de later gevestigde beperkte rechten negeren. Men noemt dit het prioriteitsbeginsel. E is eigenaar van een stuk grond. Hij vestigt een recht van hypotheek ten behoeve van H tot zekerheid van een van hem verkregen lening. Vervolgens geeft hij het stuk grond in vruchtgebruik aan V. Dit kan hij geldig doen want hij is eigenaar van de grond. Wat hij niet kan is V een beter recht verschaffen dan H. Nadat hij het stuk grond heeft verhypothekeerd aan H, kan E ten behoeve van V slechts een aan het beperkte recht van H ten achter gesteld recht van vruchtgebruik vestigen. Dit omdat op de grond al een hypotheekrecht rust. Zolang E aan zijn verplichtingen tegenover H voldoet, bijten beide rechten elkaar in beginsel niet. Het recht van H strekt immers tot zekerheid, dat van V tot het gebruik en genot van de grond. E betaalt de lening niet terug. Wanneer H op grond van zijn hypotheekrecht het stuk grond te gelde wil maken, kan hij als oudst beperkt gerechtigde het jongere vruchtgebruik van V negeren. Hij kan aldus het stuk grond onbelast executeren. Hoofdregel is dus dat, voor zover oudere en jongere beperkte rechten op een goed met elkaar in botsing komen, het oudere recht vóór het jongere gaat. Bij vorderingsrechten kennen we geen prioriteitsbeginsel. Stel meerdere schuldeisers willen gelijktijdig hun geldvorderingen verhalen op dezelfde schuldenaar. Deze is niet in staat het totale bedrag te voldoen, een situatie die zich bijvoorbeeld voordoet in faillissement. We hebben in nr. 26 al gezien dat in dat geval de regel van art. 3:277 geldt. De schuldeisers hebben onderling een gelijk recht. Er is dus geen rangorde tussen schuldeisers naar het ogenblik van ontstaan van hun vorderingen (zie nr. 302) De beperkte rechten vormen een gesloten systeem 45 Slechts vestiging van de in de wet genoemde beperkte rechten mogelijk. Absolute rechten hebben rechtstreeks invloed op de positie van derden. Om deze reden staat het partijen niet vrij om absolute rechten in het leven te roepen, die niet in de wet zijn genoemd. Voor beperkte rechten op een goed of zij nu zakelijk zijn of niet is dit uitgedrukt in art. 3:81. Op grond van deze bepaling kan degene aan wie een zelfstandig en overdraagbaar recht toekomt slechts de in de wet genoemde beperkte rechten vestigen. Aldus kennen we een gesloten systeem van beperkte rechten. Hier zien we een groot verschil met betrekking tot verbintenissen. Bij verbintenissen uit overeenkomst gaat de wet uit van de partijautonomie. Partijen zijn in principe vrij in het aangaan van overeenkomsten en het bepalen van de inhoud van de verbintenissen die ze daarbij op zich nemen. Dit volgt uit art. 6:1 gecombineerd met art. 6:213 en art. 6:248. Maar verbintenissen werken dan ook slechts tussen partijen: de schuldeiser en schuldenaar. Anders dan een beperkt recht, werkt een daaruit ontstaand vorderingsrecht niet ook tegenover derden. Omdat partijen vrij zijn bij het bepalen van de inhoud van de verbintenis, spreken wij van een open systeem van verbintenissen in tegenstelling tot het gesloten systeem van beperkte rechten. 21

14 Nr. 46 Hoofdstuk Absolute vermogensrechten Absolute vermogensrechten op goederen 46 Absolute rechten op goederen. Over absolute rechten op goederen kunnen we op deze plaats kort zijn. Aan de hand van het voorbeeld van het recht van de eigenaar zijn we hierboven ingegaan op het begrip absoluut recht. We zagen dat elke rechthebbende op een goed een absoluut vermogensrecht met betrekking tot dat goed heeft, waarbij goed zowel een zaak als een vermogensrecht kan zijn. Daarnaast concludeerden we dat ook een op een goed rustend beperkt recht een absoluut karakter kent. De term absoluut ziet op de omstandigheid dat de rechthebbende of de beperkt gerechtigde zijn recht (in beginsel) tegen een ieder kan handhaven. Bijzondere consequenties daarvan zijn dat zijn recht droit de suite goedsgevolg heeft en hem een separatistpositie in faillissement van een derde een separatistpositie verschaft Absolute vermogensrechten die niet op goederen rusten 47 In andere wetten geregelde absolute rechten. Wie een roman, een novelle of een juridisch leerboek schrijft, verwerft daarvan automatisch het in de Auteurswet geregelde auteursrecht. Wie een nieuw soort chip uitvindt, op deze uitvinding octrooi aanvraagt en ten slotte ook verkrijgt, verwerft op zijn uitvinding het in de Rijksoctrooiwet geregelde octrooirecht. Wie een onderneming drijft onder een bepaalde naam, bijvoorbeeld een warenhuisbedrijf onder de naam HEMA, verwerft daardoor het in de Handelsnaamwet geregelde recht op de handelsnaam. Wie een nieuwe tulp heeft gekweekt en dit heeft laten publiceren in het Nederlandse Rassenregister, verwerft daarop het in de Zaaizaad- en Plantgoedwet geregelde kwekersrecht. Wie snoepgoed in de handel brengt onder het warenmerk Rang en als eerste dit warenmerk deponeert, heeft op dat warenmerk het merkenrecht verkregen. Wie, ten slotte, een geheel nieuw model parfumfles bedenkt en dit model als eerste deponeert, verwerft een uitsluitend recht op een tekening of model. Een en ander is geregeld in het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen). De hierboven genoemde rechten zijn geen van alle geregeld in het BW doch in aparte wetten. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze alle absolute vermogensrechten zijn. De wettelijke regeling van al deze rechten voorziet in de mogelijkheid dat de gerechtigde kan optreden tegen iedere derde die zijn recht aantast, bijvoorbeeld tegen iedereen die een geoctrooieerd product namaakt, die een warenmerk van een 22

15 Absolute rechten op goederen Nr. 48 ander gebruikt voor soortgelijke waren of die op zijn beurt het nieuwe model parfumfles in de handel brengt. 48 Object is geen goed. Anders dan de tot nu toe besproken absolute vermogensrechten, hebben de in nr. 47 genoemde absolute vermogensrechten met elkaar gemeen dat zij niet een goed tot object hebben. Ze hebben elk een geestesproduct, een idee, tot object. Het object van een auteursrecht zijn niet de stoffelijke voorwerpen, de boeken, maar de inhoud van die boeken, het geestesproduct van de auteur. Het object van de uitvinding van de chip is niet de grote partij elektrotechnische apparaten waarin die chips zijn verwerkt, maar de uitvinding, het bedenksel, het geestesproduct van de uitvinder. Het object van het merkenrecht is niet een rolletje snoep maar het snoepmerk Rang. Kortweg: niet de gematerialiseerde gedachte is object van het recht, maar de gedachte zelf. De in nr. 47 genoemde absolute vermogensrechten rusten dus niet op een goed hun objecten zijn immers geen stoffelijke voorwerpen noch vermogensrechten maar op een idee, een product van de menselijke geest. Die objecten noemt men immateriële goederen en de absolute rechten daarop rechten op immateriële goederen. Deze benaming is verwarrend omdat deze objecten, deze ideeën, nu juist geen goederen zijn in de zin van art. 3:1. Het is niet vanzelfsprekend dat iemand die een bepaald idee uit, daarop een absoluut recht verwerft. Niet ieder geestesproduct is rechtsobject. Niet ter zake van elk idee of van elke geopenbaarde gedachte kan de bedenker een subjectief recht daarop claimen. Daarvoor is een regel van objectief recht meestal een wetsbepaling nodig. In nr. 47 zagen wij enkele voorbeelden. Stel, een fabrikant bedenkt een nieuwe planning waardoor een efficiëntere productie mogelijk is. Op deze toch zeer waardevolle gedachtereeks heeft hij geen subjectief recht, want de wet (het objectieve recht) kent hem dat niet toe. 23

16 Nr. 49 Hoofdstuk Schematische samenvatting van de subjectieve vermogensrechten en hun objecten 49 Schema subjectieve vermogensrechten. dat de begrippen relatief recht en persoonlijk recht synoniemen zijn; vermogensrechten art. 3:6 relatief of persoonlijk (vorderingsrechten) zakelijke rechten (vooral in Boek 5) (bijv. erfpacht, hypotheek en pand op zaken) object: prestatie object: zaak art. 3:2 uit het objectieve privaatrecht afgeleide subjectieve rechten absoluut vruchtgebruik, hypotheek, pand op rechten object: vermogensrecht andere private rechten, zoals familierechten rechten op immateriële goederen (bijv. auteursrecht) object: immaterieel goed (geestesproduct) Het schema illustreert nog eens: dat het begrip subjectief recht een verzamelbegrip is en dat niet elk subjectief recht een persoonlijk recht is, doch dat een persoonlijk recht slechts één van de talrijke verschijningsvormen is van het begrip subjectief recht; dat er verschillende soorten vermogensrechten zijn, maar dat niet alle subjectieve rechten vermogensrechten zijn. De subjectieve vermogensrechten zijn onder meer de vorderingsrechten, de absolute rechten en de rechten op immateriële goederen. De onderdelen van het objectieve recht die het ontstaan, de inhoud, het tenietgaan en wat dies meer zij met betrekking tot deze subjectieve vermogensrechten regelen, zijn onderdelen van het (objectieve) vermogensrecht, respectievelijk het verbintenissenrecht en het goederenrecht. Wat niet uit dit schema blijkt, maar wat we hier nog eens in de herinnering roepen, is dat alle vermogensrechten goederen zijn, maar dat niet omgekeerd ook alle goederen vermogensrechten zijn. Goederen kunnen namelijk ook uit stoffelijke objecten zaken bestaan. 2.5 Zaken- en goederenrecht 50 Het zakenrecht bestaat uit de regels betreffende de zakelijke rechten. Zakelijke rechten zijn absolute vermogensrechten met een zaak als object. De groep rechtsregels vaktechnisch het stuk van het objectieve recht dat de verbintenissen regelt, heet het verbintenissenrecht. Logisch doorredenerende zou men het stuk van het objectieve recht dat de zakelijke rechten regelt, dus moeten noemen het zakelijke-rechten-recht. Het draagt echter de naam zakenrecht. Strikt genomen betekent dat de regels betreffende de zaken en niet wat men er werkelijk mee bedoelt de regels betreffende de zakelijke rechten. 24

17 Absolute rechten op goederen Nr. 51 De wettelijke regeling van de zakelijke rechten vinden wij voor het grootste gedeelte, maar niet uitsluitend, in twee verschillende delen van het BW, te weten Boek 5 en Boek 3. Boek 5 draagt weliswaar tot opschrift: Zakelijke rechten, maar dat betekent niet dat wij in dat boek alle regels aantreffen die voor de zakelijke rechten gelden. Omdat zakelijke rechten vermogensrechten zijn, behoort het zakenrecht tot het (objectieve) vermogensrecht. Boek 3, met als naam Vermogensrecht in het algemeen, vormt het algemene deel ervan. Daarin heeft de wetgever bepaalde hoofdonderwerpen geregeld. Bij de regeling van deelonderwerpen grijpt ze daar op terug. Zo vinden wij in Boek 3 algemene regels betreffende de wijze waarop iemand van een aan hem toebehorend vermogensrecht en dus ook van een zakelijk recht een ander tot rechthebbende kan maken. Zo kon de wetgever bij de concrete regeling van de eigendom in Boek 5 van een aparte regeling van de eigendomsoverdracht afzien. Mutatis mutandis geldt dit ook voor erfpacht. Voor de materie, die men het zakenrecht noemt, vormt dus (een groot gedeelte van) Boek 3 het algemene deel en Boek 5 het bijzondere deel. 51 De regels betreffende absolute rechten op goederen heten het goederenrecht. Een zaak is een categorie van het begrip goed. Het zakenrecht geeft regels aangaande de absolute rechten op zaken, het goederenrecht omvat een ruimer gebied. Goederenrecht is dat deel van het objectieve recht dat de absolute rechten op goederen regelt. Daar zijn de absolute rechten op zaken onder begrepen. Wat in nr. 50 met betrekking tot de vindplaats van het zakenrecht is gezegd, geldt evenzeer voor dat van het goederenrecht. Het zaken- en op zijn beurt het goederenrecht maakt deel uit van het vermogensrecht (zie nr. 2 e.v.). 25

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1. Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien

Nadere informatie

College 1: Algemene inleiding:

College 1: Algemene inleiding: College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Vermogen en vermogensrecht

1 Inleiding. 1.1 Vermogen en vermogensrecht 1 Inleiding 1.1 Vermogen en vermogensrecht 1 Vermogen. Dit boek gaat over het vermogensrecht. De jurist verstaat onder vermogen : het geheel van op geld waardeerbare althans in de economische sfeer liggende

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Vermogen en vermogensrecht

1 Inleiding. 1.1 Vermogen en vermogensrecht 1 Inleiding 1.1 Vermogen en vermogensrecht 1 Vermogen. Dit boek gaat over het vermogensrecht. De jurist verstaat onder vermogen : het geheel van op geld waardeerbare althans in de economische sfeer liggende

Nadere informatie

Copyright Lawbooks 2015. Voorbeeld samenvatting Inleiding Privaatrecht

Copyright Lawbooks 2015. Voorbeeld samenvatting Inleiding Privaatrecht Copyright Lawbooks 2015 Voorbeeld samenvatting Inleiding Privaatrecht Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een voorbeeld samenvatting van het vak Inleiding Privaatrecht. Dit stuk is gebaseerd op de

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht ARW 1 HC 6A, 8-10-2018, Burgerlijk recht: goederenrecht Inleiding In het Sleepboot Egbertha-arrest heeft Van Gelderen een nieuwe motor nodig voor zijn boot. Hij gaat naar het bedrijf Stork en ziet een

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.

Nadere informatie

EasyLecture. STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Inleiding Privaatrecht. ONDERDEEL Samenvattingen week 1 (Goederenrecht)

EasyLecture. STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Inleiding Privaatrecht. ONDERDEEL Samenvattingen week 1 (Goederenrecht) EasyLecture STUDIE Rechtsgeleerdheid VAK Inleiding Privaatrecht ONDERDEEL Samenvattingen week 1 (Goederenrecht) Jaar: Bachelor 1 Periode: Blok 2 Uitgifte: - 2 Voorwoord Wij van EasyLecture willen het graag

Nadere informatie

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011 3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

STANDAARDANTWOORDEN THEORIE WEEK 1/1A

STANDAARDANTWOORDEN THEORIE WEEK 1/1A STANDAARDANTWOORDEN THEORIE WEEK 1/1A 1. Het begrip vermogen wordt in meerdere betekenissen gebruikt. In het spraakgebruik wordt veelal gedoeld op iemands activa of al zijn geld. In het privaatrecht betekent

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Boek 7 Bijzondere overeenkomsten Titel 1 Koop en ruil

Boek 7 Bijzondere overeenkomsten Titel 1 Koop en ruil Afdeling 1 Koop: Algemene bepalingen Boek 7 Bijzondere overeenkomsten Titel 1 Koop en ruil Artikel 1 Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor een prijs

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud Inleiding 13 1 Enige grondbeginselen 15 1.1 Rechtsregels 16 1.1.1 Publiekrecht en privaatrecht 16 1.1.2 Dwingend en aanvullend (regelend) recht 17 1.1.3 Materieel en formeel recht 18 1.1.4 Objectief

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 Inhoud Afkortingen 7 Voorwoord 9 1 Inleiding 11 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid 11 1.2 Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 2 Rangorde 17 2.1 Algemeen 17 2.2 Voorrechten 19 2.3 De andere in

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 BW, titel 4: Algemeen e.v. Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 201 1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder,

Nadere informatie

Software en continuïteit

Software en continuïteit Software en continuïteit Jaarvergadering Orde van Advocaten 25 september 2009 Presentatie van de Vereniging Informaticarecht Advocaten (VIRA) Polo G. van der Putt, voorzitter VIRA Agenda VIRA Wat is (de

Nadere informatie

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 Onderstaande puntenverdeling per vraag is een indicatie. Bij concrete toekenning van punten is mede bepalend in hoeverre een juiste, logisch weergegeven formulering

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten. 14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering

Nadere informatie

Executie van het retentierecht

Executie van het retentierecht Executie van het retentierecht mr. Jacob Henriquez mr. Teije van Dijk AKD Aangeboden door WEKAbouw Kennisbank Contracteren in de bouw www.weka-bouw.nl @2011 Weka Uitgeverij B.V. - 1 - Inleiding Het retentierecht

Nadere informatie

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Verkoopvoorwaarden bloot eigendom: Vastgesteld door burgemeester en wethouders van s-gravenhage

Nadere informatie

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE Blad 1 INHOUD Art. 1. Art. 2. Art. 3. Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Art. 8. Art. 9. Art. 10. Art. 11. Art. 12. Art. 13. Art.

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM Bedingen die van toepassing zijn op de verkoop van alle onroerende zaken. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 :

Nadere informatie

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar VERMOGENSRECHT Tekst & Commentaar INHOUD Voorwoord Auteurs Lijst van afkortingen V VII XVII BOEK 3. VERMOGENSRECHT IN HET ALGEMEEN 1 Titel 1. Algemene bepalingen (art. 1-31) 3 Afdeling 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

Bijlage: ALGEMENE VOORWAARDEN

Bijlage: ALGEMENE VOORWAARDEN Bijlage: ALGEMENE VOORWAARDEN Behorende bij de licentieovereenkomst Artikel 1 Dochtermaatschappijen Licentienemer heeft het recht de licentie mede te gebruiken voor haar dochtermaatschappijen indien en

Nadere informatie

Vermogensrechten HOOFDSTUK I. 1.1 Inleiding

Vermogensrechten HOOFDSTUK I. 1.1 Inleiding HOOFDSTUK I Vermogensrechten 1.1 Inleiding A heeft een fiets, een spaartegoed van 200 en een welluidende achternaam: Atema. Het burgerlijk recht omvat twee onderdelen: personen- en familierecht enerzijds

Nadere informatie

REVINDICATIEBELEID Inleiding Revindicatie Verjaring Revindicatieprocedure

REVINDICATIEBELEID Inleiding Revindicatie Verjaring Revindicatieprocedure REVINDICATIEBELEID Inleiding Het komt regelmatig voor dat onrechtmatig gebruik wordt gemaakt van gemeentegrond. Onrechtmatig gebruik houdt in dat particulieren of bedrijven zonder toestemming van de gemeente

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3 INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT.... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN.... 3 Inleiding.... 3 Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen.... 4 Afdeling I. Belangrijkste indelingen.... 4 Afdeling II. Roerende en

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs ARTIKEL 1 DEFINITIES 1. In deze algemene voorwaarden worden de hierna volgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

Nadere informatie

Beperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW

Beperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW Samenvatting Vermogensrecht Sharon 25-11-17 H8 Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en vruchtgebruik Het eigendomsrecht is het meest omvattende absolute recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Nu

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 Bank en faillissement: Inleiding Zekerheidsrechten Verrekening Separatist Inleiding Positie curator, politieagent Onderzoeksonderwerpen

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Beperkte rechten en het stapelen ervan

Beperkte rechten en het stapelen ervan Pagina 16 HOOFDARTIKEL VASTGOED Mr. M.E. (Mervyn) Odink en mevrouw mr. R.H. (Romy) Brandriet' Beperkte rechten en het stapelen ervan 2019-0056 Nederland verduurzaamt! Er wordt geïnvesteerd in steeds groenere

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -

Nadere informatie

Andere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit.

Andere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit. Korte handleiding bijeenkomst 3. Eigendom en overig toebehoren. Eigendom. Eigendom is in tijd, ideologie en naar streek bepaald, zowel qua periode als qua betekenis. (vergelijk eigendom nutsbedrijven/spoorwegen

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief

Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief Algemene Voorwaarden Pijnzorg Actief Artikel 1. Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtnemer: Pijnzorg Actief die deze algemene voorwaarden gebruikt voor het aanbieden van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

1 Inleiding: plaats van verbintenissenrecht

1 Inleiding: plaats van verbintenissenrecht 1 Inleiding: plaats van verbintenissenrecht 1.1 De opzet en doel van het boek In het dagelijks leven gaan we tal van verplichtingen aan of worden ons juist door het recht verplichtingen opgelegd. We sluiten

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

H4 Verkrijging van goederen

H4 Verkrijging van goederen Samenvatting Vermogensrecht Sharon. D 15-10-17 H4 Verkrijging van goederen Er is een verschil in het verkrijgen van goederen, zo kun je goederen verkrijgen onder algemene titel en goederen verkrijgen onder

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V.

Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V. Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V. 1. Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten van Direttore B.V.

Nadere informatie

1 Inleiding. Goederenrecht 7

1 Inleiding. Goederenrecht 7 I Goederenrecht 1 Inleiding Goederenrecht de naam zegt het al gaat over rechten op goederen. Het goederenrecht gaat over goederenrechtelijke rechten. Het goederenrecht maakt deel uit van het vermogensrecht

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Vermogensrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

De grond onder uw woning is óók geld waard! Grondvermogen van Finquiddity

De grond onder uw woning is óók geld waard! Grondvermogen van Finquiddity De grond onder uw woning is óók geld waard! Grondvermogen van Finquiddity De grond onder uw woning is óók geld waard! Uw woning vertegenwoordigt waarschijnlijk een groot deel van uw vermogen. Dat vermogen

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

Zwaartepunten van het vermogensrecht O.K. Brahn. Samenvatting door A.M.I. Verbakel

Zwaartepunten van het vermogensrecht O.K. Brahn. Samenvatting door A.M.I. Verbakel Zwaartepunten van het vermogensrecht O.K. Brahn. Samenvatting door A.M.I. Verbakel Hoofdstuk 1. Inleiding. 1.1. Vermogen en Vermogensrecht. Vermogen: het geheel van iemands op geld waardeerbare rechten

Nadere informatie

Hypothecair Planner (LHP)

Hypothecair Planner (LHP) OPLEIDING Hypothecair Planner (LHP) LEERGANG HYPOTHECAIRE PLANNING - 1 - RECHT IFK, september 2011 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en

Nadere informatie

AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN

AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN 1 AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN Heden, +, verschenen voor mij, mr. Jan Wim Weggemans, notaris in de gemeente Bellingwedde: HYPOTHEEKGEVER 1. de heer KOENO NOMDEN, wonende te 9566 PK Veelerveen,

Nadere informatie

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK HYPOTHEEK Heden, *, verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. * hierna te noemen: hypotheekgever; 2. * hierna te noemen: hypotheekhouder. De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaarden als volgt:

Nadere informatie

Deze definities betreffen het gebruik ervan in de Licentieovereenkomst.

Deze definities betreffen het gebruik ervan in de Licentieovereenkomst. Deventer, 21-06-2018 Foticoon Smedenstraat 30 7411 RD Deventer Contact@foticoon.nl +31 6 42 75 29 02 Algemene voorwaarden Deze Algemene Voorwaarden zijn van de eenmanszaak Foticoon, gevestigd en kantoorhoudende

Nadere informatie

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april 2005 7,2 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Het Nederlands recht kent een driedeling: * Burgerlijk recht (civiel recht, privaatrecht):

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2016 C.16.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0142.F W. D., Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. I. H., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij

Nadere informatie

Bancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013

Bancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013 Bancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013 Voorblad Dit document bevat de bancaire richtlijn voor de hypothecaire financiering van woningen voor zover deze particuliere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

-cliënt: degene die deelneemt aan advies-, trainings-, coaching-of begeleidingstraject, dat laatste als hij niet zelf de opdrachtgever is.

-cliënt: degene die deelneemt aan advies-, trainings-, coaching-of begeleidingstraject, dat laatste als hij niet zelf de opdrachtgever is. Algemene voorwaarden 2015 -Corewonders V.O.F. Artikel Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: -opdrachtnemer: Corewonders V.O.F. die deze algemene voorwaarden gebruikt voor het aanbieden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Invoeringswet Boeken 3-6 Nieuw B.W. eerste gedeelte, bevattende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden TAST Design Opgemaakt 2017, te Wageningen

Algemene Voorwaarden TAST Design Opgemaakt 2017, te Wageningen Algemene Voorwaarden TAST Design Opgemaakt 2017, te Wageningen Artikel 1: Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk

Nadere informatie

Advies A: voor de raad

Advies A: voor de raad Advies A: voor de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 16-10-2012 Nummer voorstel: Voor commissievergadering: 16-10-2012 Agendapunt: 8 Onderwerp: Garantstelling

Nadere informatie

Algemene voorwaarden TU Delft

Algemene voorwaarden TU Delft Algemene voorwaarden TU Delft ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET UITVOEREN VAN OPDRACHTEN DOOR DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Artikel 1: Begripsomschrijving In deze algemene voorwaarden voor opdrachten, verstrekt

Nadere informatie

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

ARTIKEL 1 Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

ARTIKEL 1 Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: ARTIKEL 1 Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: De ondernemer: UrbanSofa vof Markt 27 29 6701CX Wageningen KvK: 09050255 BTW: NL818868077.B01 De afnemer: de koper/opdrachtgever of een ieder

Nadere informatie

Fotograaf: de gebruiker van de Algemene Voorwaarden in de zin van art. 6:231 BW.

Fotograaf: de gebruiker van de Algemene Voorwaarden in de zin van art. 6:231 BW. Foticoon J. Sinthenstraat 29 7412 EB Deventer Contact@foticoon.nl +31 6 42 75 29 02 Algemene Voorwaarden Deze Algemene Voorwaarden zijn van de eenmanszaak Foticoon, gevestigd en kantoorhoudende in Deventer,

Nadere informatie

Aanvullende algemene voorwaarden uitgeverij Boekwriter4all Lutten.

Aanvullende algemene voorwaarden uitgeverij Boekwriter4all Lutten. Aanvullende algemene voorwaarden uitgeverij Boekwriter4all Lutten. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen Boekwriter4all en Klant met betrekking tot de levering van

Nadere informatie

Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland

Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland Versie: Concept Datum: 25-01-2013 Auteur: EFZ/C&B Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Verstrekken geldlening... 4 3 Begrippenkader... 4 4 Voorwaarden

Nadere informatie

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel Conclusie 1. Inleiding De samenvatting en conclusies in deze paragraaf beperken zich hoofdzakelijk tot het laatste hoofdstuk waarin het huidige Nederlandse recht is besproken in vergelijking met de andere

Nadere informatie

1. Alle door Steviger! in offertes, opdrachtbevestigingen of aan de andere kant genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting.

1. Alle door Steviger! in offertes, opdrachtbevestigingen of aan de andere kant genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting. gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Rijnland onder nummer 28097926. Art. 1: Algemeen 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle, ook precontractuele en toekomstige, rechtsverhoudingen tussen Steviger!

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR

ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR Artikel 1: Object van deze overeenkomst Deze voorwaarden hebben betrekking op de in de overeenkomst genoemde goederen, met de daarbij vermelde accessoires welke is gesloten

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT DONDERDAG 6 OKTOBER 2016 9.00-11.00 UUR Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal

Nadere informatie

BIJLAGE *** (ontwerp) HYPOTHEEK *** te Appingedam (uitsluitend ter discussie van partijen)

BIJLAGE *** (ontwerp) HYPOTHEEK *** te Appingedam (uitsluitend ter discussie van partijen) BIJLAGE *** (ontwerp) HYPOTHEEK *** te Appingedam (uitsluitend ter discussie van partijen) Heden, ***[passeerdatum], zijn voor mij, mr.***, notaris te ***, verschenen: 1. ***, te dezen handelend als schriftelijk

Nadere informatie

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten.

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten. Algemene Voorwaarden LABEL ME Artikel 1: Definities In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. 1.LABEL

Nadere informatie

Inhoud. Bevoegdheden eigenaar Misbruik van bevoegdheid. Eigendomsverkrijging Inbezitneming Vinderschap Schatvinding Natrekking.

Inhoud. Bevoegdheden eigenaar Misbruik van bevoegdheid. Eigendomsverkrijging Inbezitneming Vinderschap Schatvinding Natrekking. Inhoud I 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Goederenrecht Inleiding Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Vermogensrecht Goederen, zaken en vermogensrechten in het Burgerlijk Wetboek

Nadere informatie

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator Wat is een faillissement? Art. 20 Faillissementswet (FW): 2 Het faillissement

Nadere informatie

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek, Boek 5

Burgerlijk Wetboek, Boek 5 Burgerlijk Wetboek, Boek 5 Titel 4. Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven Artikel 37 (J) De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl ALGEMENE VOORWAARDEN De Bedrijfsmakelaar.nl Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de toegang en het gebruik van de website van De Bedrijfsmakelaar.nl. Deel I. Algemeen Artikel 1 Definities en

Nadere informatie

[UITLEEN VOORWAARDEN DRICOM COMPUTERS]

[UITLEEN VOORWAARDEN DRICOM COMPUTERS] 2009 DriCom Computers [UITLEEN VOORWAARDEN DRICOM COMPUTERS] Inhoud uitleen voorwaarden DriCom computers:... 3 Artikel 1. Object van deze overeenkomst.... 3 Artikel 2. Duur van de overeenkomst.... 3 Artikel

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Verborgen gebreken. Actio aestimatoria. Teruggave van een gedeelte van de koopprijs. Wijze van vaststelling Datum 10 maart 2011 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau. EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Vermogensrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-09-17

Nadere informatie

1. In deze algemene verkoopvoorwaarden wordt verstaan onder:

1. In deze algemene verkoopvoorwaarden wordt verstaan onder: ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN MAMMOET GROEP JUNI 2006 1. DEFINITIES EN TOEPASSELIJKHEID 1. In deze algemene verkoopvoorwaarden wordt verstaan onder: a. Mammoet Groep": de groep van vennootschappen, gevestigd

Nadere informatie

Eigendom van roerende en onroerende zaken

Eigendom van roerende en onroerende zaken pag.: 1 van 6 Eigendom van roerende en onroerende zaken Wat is eigendom? Art. 5:1 BW omschrijft eigendom als volgt: eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. We beschrijven

Nadere informatie