Belastingoverzicht 2018

Transcriptie

1 Belastingoverzicht 2018 Tarieven en lastendruk van OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing van de Limburgse gemeenten en de waterschapsheffingen in Limburg Provincie Limburg, maart 2018 Samensteller Provincie Limburg Cluster Financiën

2 Belastingoverzicht

3 Inhoudsopgave Inleiding Conclusies Gemeentelijke belastingen Onroerende zaakbelasting (OZB) Rioolheffing Afvalstoffenheffing Lastendruk huurder gemeentelijke heffingen Lastendruk eigenaar/gebruiker gemeentelijke heffingen Lastendruk waterschap Lastendruk gemeente en waterschap Lastenontwikkeling bedrijven Verantwoording onderzoek Bijlagen 1 Inwoners en woningen/objecten 35 2 Inwoners per regio 36 3 WOZ-waarde woningen 37 4 OZB-tarieven en bijbehorende aanslag woningen 38 5 Rioolheffing 39 6 Afvalstoffenheffing 40 7 Totale gemeentelijke heffingen 41 8 Waterschapsheffingen 42 9 Totale gemeentelijke- en waterschapsheffingen huurder Totale gemeentelijke- en waterschapsheffingen 44 eigenaar/gebruiker 11 OZB-tarieven niet-woningen Prognose totale opbrengst OZB eigenaren en gebruikers niet-woningen 13 Totale WOZ-waarde en prognose totale OZB-opbrengst niet-woningen Belastingoverzicht

4 Belastingoverzicht

5 1. Inleiding Dit belastingoverzicht bevat informatie over de drie belangrijkste gemeentelijke belastingen, zoals de Limburgse gemeenten die in 2018 bij de gebruikers en eigenaren van woonruimten in hun gemeente heffen. Aan de orde komen de OZB woningen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Als een gemeente voor riool en afval gedifferentieerde tarieven heeft, hanteren we het tarief dat bij een gemiddeld waterverbruik hoort respectievelijk dat past bij het gemiddelde aanbod van afval of de meest gebruikte containers en dergelijke voor een huishouden van drie à vier personen. Behalve een overzicht van de lastendruk bij de woningen is ook een overzicht samengesteld van de tarieven van de OZB van de niet-woningen. Daaraan wordt aan het slot van deze rapportage kort aandacht besteed. De uitkomsten 2018 vergelijken we met de cijfers Sinds 2016 doen wij een beroep op de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). BsGW is een samenwerkingsverband voor uitvoering van belastingheffing en - inning van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen en uitvoering van de wet Waardering onroerende zaken. Op drie gemeenten na zijn alle Limburgse gemeenten hierbij aangesloten. Vanwege de uniformiteit en de vergelijkbaarheid maken we gebruik van de (gemiddelde) WOZ-waarden van de BsGW voor 2017 en Het belastingoverzicht 2018 bevat de belastinggegevens van alle 33 Limburgse gemeenten. Wij gaan uit van gewogen gemiddelden voor het provinciaal gemiddelde en bij de berekeningen per regio en per inwonerklasse. Bij deze berekeningen is zowel voor 2017 als 2018 uitgegaan van de woningen/objecten opgave 2018, waardoor voor 2017 nieuwe gewogen gemiddelden zijn berekend. Hierdoor ontstaan marginale verschillen met cijfers uit het belastingoverzicht Conclusies Uit de verzamelde belastinggegevens 2018 blijkt het volgende. - De gemiddelde OZB-aanslag stijgt in 2018 met 3,65% naar 296,87. Dit is het resultaat van een daling van het gemiddelde OZB-tarief in 2018 met 0,89% en een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde met 4,57%. - De rioolheffing is nagenoeg ongewijzigd. Een stijging met 0,04% tot gemiddeld 214,89 in De afvalstoffenheffing neemt in 2018 toe met 0,79% en bedraagt gemiddeld 216,20 voor een meerpersoonshuishouden. - Een huurder ziet de gemeentelijke belastingen met gemiddeld 2,01% dalen en betaalt in 2018 gemiddeld 304,73 ten opzichte van 310,98 in Een eigenaar/gebruiker gaat in 2018 gemiddeld 1,71% meer aan gemeentelijke belastingen betalen. Gemiddeld betaalt hij 727,96 tegenover 715,73 in De heffingen van de waterschappen stijgen voor huurders in 2018 met gemiddeld 3,32% en voor eigenaar/gebruikers met gemiddeld 4,69%. - De heffingen van gemeenten en waterschap samen zijn voor huurders met gemiddeld 500,84 in 2018 nagenoeg gelijk aan het gemiddelde in 2017 met 500,78. Een stijging met 0,01%. Belastingoverzicht

6 Voor een eigenaar/gebruiker bedraagt de stijging gemiddeld 2,44% waardoor de heffingen van gemeenten en waterschap toenemen van 948,13 tot 971,27. In de volgende paragrafen presenteren we de uitkomsten voor de drie gemeentelijke belastingsoorten en de heffing van het Waterschap Limburg. Belastingoverzicht

7 3. Gemeentelijke belastingen 3.1. Onroerende zaakbelasting (OZB) Bij de berekening van de OZB-lastendruk hebben wij een aantal uitgangspunten moeten toepassen om enige uniformiteit in en daarmee vergelijkbaarheid tussen de cijfers te krijgen. Deze uitgangspunten lichten we hierna toe. Onze benadering betekent wel dat de uitkomst veelal niet (exact) met de berekening van de gemeenten zelf zal overeenkomen. Uitgangspunten: - Tarieven OZB en de (gemiddelde) WOZ-waarden. Hiervoor maken we voor dertig gemeenten gebruik van gegevens van de BsGW. De gemiddelde WOZ-waarde woningen bepaalt de BsGW door alle waarden van de objecten met een zogenaamde DUWOZ-code in de range van 1000 tot en met 1699 op te tellen en te delen door het aantal objecten in deze range. De gemiddelde waarde van de BsGW sluit aan bij de gemiddelde WOZ-waarde van de individuele gemeenten. De WOZ-waarde van de niet-woningen (lees bedrijven) is voor 2017 en 2018 gepresenteerd. De bedragen voor gebruikers en eigenaren zijn niet aan elkaar gelijk omdat bij gebruikers (zo ver als mogelijk) rekening wordt gehouden met leegstand, vrijstellingen en het Pater van der Meer-deel. Ook bij niet-woningen wordt met ranges gewerkt. Bij de niet-woningen is rekening gehouden met de zogenaamde 30/70 regel die inhoudt dat een gemengd object, waarbij de niet-woning onderdelen meer dan 30% van de totale waarde zijn, in de categorie niet-woning valt. De cijfers i.c. WOZ waarden en de objecten (voor de belasting 2018) zijn in februari 2018 ontvangen, nadat deze door de BsGW als definitieve prognose (eind januari 2018) naar de gemeenten zijn afgegeven. Aan de drie gemeenten die niet aan de BsGW deelnemen hebben we, met gebruikmaking van de door de BsGW gehanteerde definities, gevraagd deze gegevens voor hun gemeente te leveren. Dit heeft voor 2018 eveneens einde januari 2018 plaatsgevonden. Hiermee trachten we zo veel als mogelijk de waarden van alle 33 gemeenten vergelijkbaar te presenteren. Volledigheidshalve vermelden we dat de WOZ-waarden 2017 per gemeente niet zijn aangepast. Deze cijfers zijn identiek aan die van vorig jaar. Dat wil zeggen volgens dezelfde werkwijze waarbij de cijfers van de BsGW zijn ontvangen in februari 2017 nadat deze als definitieve prognose (eind januari) naar de gemeenten zijn afgegeven. Bij de berekening van het gemiddelde van de provincie, van de inwonerklassen en per regio gaan we uit van gewogen gemiddelden. Weging vindt zowel voor 2017 als 2018 plaats op basis van de woningen/objecten Voor de indeling in inwonerklasse is uitgegaan van het aantal inwoners bij de algemene uitkering 2017 volgens de septembercirculaire Met inachtneming van de vorige uitgangspunten is het overzicht samengesteld op basis van de gegevens zoals die door de gemeenten zijn aangeleverd. - Op basis van de gemiddelde WOZ-waarde hebben wij voor elke gemeente voor beide jaren op basis van het OZB-tarief 2017 en het OZB-tarief 2018 de OZB-aanslag voor 2017 en 2018 bepaald en de procentuele verandering daarin. Belastingoverzicht

8 Uitgaande van deze rekenmethode en de tarieven kunnen de volgende conclusies worden getrokken. 1. De gemiddelde OZB-aanslag stijgt met 3,65% tot 296,87. De gemiddelde OZB-aanslag gaat in 2018 omhoog van 286,42 naar 296,87, een stijging van 3,65%. Deze stijging ligt boven het verwachte inflatiepercentage voor De stijging in Limburg ligt ook boven de voor 2018 landelijk geldende macronorm van 3,1%. Op dit moment is nog niet bekend of op landelijk niveau de macronorm overschreden gaat worden. Of en zo ja welke gevolgen dit zal hebben is nog onbekend. In het verleden is een overschrijding van de macronorm in het volgende jaar in mindering gebracht op de voor dat jaar geldende macronorm. Tussen de Limburgse gemeenten zitten grote verschillen. Bij één gemeente valt de gemiddelde OZB-aanslag 2018 lager uit dan vorig jaar. De gemeente Horst aan de Maas springt eruit met -3,98%. Bij de overige tweeëndertig Limburgse gemeenten stijgt de gemiddelde OZB-aanslag. De hoogste stijging treedt op bij Heerlen met 16,12% gevolgd door Gulpen-Wittem met 7,95%. Bij de overige dertig gemeenten varieert de stijging in 2018 tussen de +0,12% en +6,79%. Een vergelijking met de stijging die we vorig jaar ten opzichte van 2016 hebben berekend, laat zien dat vorig jaar bij vijf gemeenten sprake was van een daling van de OZB-aanslag en dat is nu bij één gemeente. Wat de stijging betreft zien we vorig jaar behoudens twee uitschieters een range van +0,4% en +4,99%. Dit jaar is die range breder en de OZB-aanslag stijgt bij in totaal acht gemeenten met meer dan 5%. Voor 2018 heeft Maasgouw de gemiddeld laagste aanslag met 225,42 gevolgd door Vaals met 227,14. Ten opzichte van een jaar geleden hebben deze gemeenten van plek gewisseld. De gemiddeld hoogste aanslag heeft Meerssen net als in Deze gemeente steekt met 449,00 met kop en schouders boven de andere gemeenten uit. Op afstand gevolgd door Horst aan de Maas met 386,18. De hoge aanslag in Meerssen is het gevolg van een zeer forse verhoging van het OZB-tarief in 2016 en de verhoging voor 2017 met 4,5%. Voor 2018 is het tarief verlaagd met -3,87%. De OZB-aanslag 2018 op regioniveau ligt tussen 267 in Midden-Limburg en 329 in Noord-Limburg. De grootste stijging met 19 heeft zich in Parkstad voorgedaan, terwijl de kleinste toename met 4 in Noord-Limburg is opgetreden. Bij de indeling van de gemeenten in inwonerklassen heeft de groottegroep inwoners met 326 de hoogste OZB-aanslag, gevolgd door de groottegroep boven de inwoners met 297. De andere groottegroepen zitten op gemiddeld Het OZB-tarief daalt gemiddeld met -0,89%. Het gemiddelde OZB-tarief daalt van 0,1580% naar 0,1566%. De afname bedraagt voor ,89% tegenover een toename van 0,70% vorig jaar. De stijging van het OZB-tarief hangt samen met de ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde tussen de peildata 1 januari 2016 en 1 januari Bij het volgende onderdeel: Gemiddelde WOZ-waarde gaan we daar verder op in. In Nederweert is OZB-tarief ongewijzigd. Bij drieëntwintig gemeenten daalt het OZB-tarief tussen de -0,29% en -6,72%. De hoogste afname is in Horst aan de Maas. Belastingoverzicht

9 Vorig jaar was bij elf gemeenten sprake van tariefdaling tussen -0,40% en -8,68%. Heerlen heeft niet alleen de sterkste stijging met 12,22%, maar met 0,2232% ook het hoogste OZB-tarief. Bij overige acht gemeenten neemt het tarief toe tussen 0,39% en 3,72% Na Heerlen heeft Simpelveld (0,2046%) het hoogste tarief gevolgd door Venlo (0,1967%). Peel en Maas heeft sinds 2013 het laagste tarief. Voor 2018 bedraagt het OZB-tarief van Peel en Maas 0,1042%. Het OZB-tarief is al jaren het laagste in de groottegroep van inwoners en bedraagt in ,1437%. Het hoogste tarief heeft eveneens al jaren de groottegroep boven inwoners met 0,1708%. Alleen in deze groep stijgt het tarief met 0,34%. In de andere groepen is sprake van een daling tussen de -0,78% en -2,29%. Kijkend naar de regio s heeft Parkstad al jaren het hoogste tarief. Dit bedraagt voor ,1917% en Midden-Limburg heeft nu met 0,1285% het laagste. Alleen in Parkstad stijgt het gemiddelde OZB-tarief en in alle andere regio s neemt dit af. De sterkste daling doet zich in Noord-Limburg voor met -2,50%. In de regio Westelijke Mijnstreek daalt het tarief marginaal met -0,11%. 3. De gemiddelde WOZ-waarde is in 2018 in Limburg toegenomen met 4,57% tot afgerond De WOZ-waarde 2018 heeft als peildatum 1 januari Vorig jaar werd als peildatum 1 januari 2016 gebruikt. Wij constateren voor 2018 een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde tussen de twee peildata. Voor de vergelijkbaarheid van de gemeenten, maken we voor de WOZ-waarden en het aantal woningen/objecten gebruik van de BsGW-administratie. De drie Limburgse gemeenten die niet bij de BsGW zijn aangesloten hebben de informatie, op basis van dezelfde definities als de BsGW hanteert, zelf verstrekt. Met deze werkwijze beogen we een zo goed mogelijke onderlinge vergelijkbaarheid te bereiken. De vorig jaar vermelde gemiddelde WOZ-waarde van de provincie met als peildatum 1 januari 2016 is in dit rapport marginaal bijgesteld. Vorig jaar was de gemiddelde WOZ-waarde 2017 met als peildatum 1 januari Nu is dit bedrag bijgesteld naar , dit houdt verband met woningen/objecten 2018 die we nu hanteren bij de berekeningen van gewogen gemiddelden van bijvoorbeeld de provincie, de regio s en inwonerklassen. De gemiddelde WOZ-waarde van de afzonderlijke gemeenten 2017 is niet gewijzigd. Voor 2018 is de gemiddelde WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2017 berekend op Dit is een stijging met 4,57% ten opzichte van vorig jaar. In 2017 bedroeg de stijging 1,58% ten opzichte van De hoogste gemiddelde WOZ-waarde is nog steeds in Mook en Middelaar te vinden: Heerlen heeft nog altijd de laagste gemiddelde WOZ-waarde: Bij alle gemeenten is de gemiddelde WOZ-waarde in 2018 gestegen ten opzichte van Deze stijging is in Bergen het laagste met 1,33% en in Schinnen met 7,58% het hoogst. De verschillen in WOZ-waarden zijn relatief groot. In de regio Parkstad is de gemiddelde WOZ-waarde het laagste met voor In Noord-Limburg vinden we de hoogste gemiddelde WOZ-waarde: In alle vijf regio s is sprake van een stijging. De stijging is in Maastricht en Heuvelland met 5,52% het hoogst. Bij de indeling naar grootte zien we de hoogste gemiddelde WOZ-waarde bij de gemeenten tussen inwoners met en de laagste gemiddelde WOZ-waarde bij de gemeenten Belastingoverzicht

10 boven inwoners met Bij alle groottegroepen is een procentuele stijging opgetreden die ligt tussen de 3,32% en 4,90%. Hieronder treft u in tabelvorm de gemiddelde WOZ-waarde 2018 aan, waarbij de gemeenten naar grootte zijn gegroepeerd. Inwonerklasse Gemiddelde WOZ-waarde woningen 2018 ( ) > Gemiddeld In de twee volgende staafdiagrammen is de OZB-aanslag van 2017 en 2018 weergegeven, per groottegroep en per regio. Op de bladzijden daarna zijn de gemeenten gegroepeerd naar hoogte van het OZB-tarief en de OZB-aanslag. Belastingoverzicht

11 OZB-last (x 1) OZB-last (X 1) OZB-aanslag eigenaar woningen per regio en gemiddeld Jaar Jaar Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Eindtotaal regio OZB-aanslag eigenaar woningen per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2017 Jaar > Eindtotaal inwonerklasse Belastingoverzicht

12 OZB-tarief eigenaar woning 2018 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0,0000% 0,0500% 0,1000% 0,1500% 0,2000% 0,2500% Peel en Maas Maasgouw Leudal Weert Gennep Roerdalen Maastricht Bergen Beesel Mook en Middelaar Nederweert Voerendaal Roermond Echt-Susteren Vaals Venray Eijsden-Margraten Schinnen Beek Nuth Horst aan de Maas Stein Brunssum Valkenburg a/d Geul Gulpen-Wittem Onderbanken Landgraaf Sittard-Geleen Meerssen Kerkrade Venlo Simpelveld Heerlen 0,1042% 0,1112% 0,1143% 0,1208% 0,1210% 0,1258% 0,1270% 0,1279% 0,1324% 0,1327% 0,1380% 0,1414% 0,1421% 0,1431% 0,1507% 0,1514% 0,1525% 0,1545% 0,1546% 0,1557% 0,1610% 0,1642% 0,1646% 0,1713% 0,1750% 0,1789% 0,1816% 0,1873% 0,1890% 0,1948% 0,1967% 0,2046% 0,2232% Belastingoverzicht

13 OZB-aanslag eigenaar woning 2018 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Maasgouw Vaals Brunssum Beesel Peel en Maas Maastricht Leudal Roerdalen Kerkrade Roermond Bergen Weert Gennep Heerlen Echt-Susteren Landgraaf Beek Sittard-Geleen Voerendaal Schinnen Onderbanken Stein Venray Nuth Valkenburg a/d Geul Nederweert Simpelveld Mook en Middelaar Venlo Gulpen-Wittem Eijsden-Margraten Horst aan de Maas Meerssen 449 Belastingoverzicht

14 3.2. Rioolheffing Van de 33 gemeenten die in dit overzicht zijn opgenomen, heffen vijftien rioolheffing van de eigenaar, tien van de gebruiker van een woning en er zijn acht gemeenten waar de eigenaar én de gebruiker elk een deel betalen. In 2018 bedraagt de gemiddelde rioolheffing 214,89. Dit bedrag is nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van 2017 met een stijging van 0,04%. In zeven gemeenten daalt de rioolheffing in 2018 waaronder in: Heerlen (-12,49%), Eijsden-Margraten (-10,00%), Beek (-8,01%) en Nuth (-5,99%). Bij zes gemeenten blijft de rioolheffing ongewijzigd op het niveau van Bij de overige twintig gemeenten is sprake van een stijging. Stijgingen van 5% en meer doen zich in 2018 voor in Stein (12,34%), in Nederweert (7,92%), in Vaals (7,18%) en in Maasgouw (5,00%). De tarieven/lasten variëren nogal. Meerssen heeft al jarenlang het hoogste tarief met 351,88 per huishouden. Beesel heeft sinds vorig jaar het laagste tarief met 162,00. In Midden-Limburg stijgt het tarief gemiddeld met 5,00 en heeft deze regio nu het hoogste tarief. Twee jaar lang had Parkstad het hoogste tarief, maar hier is nu sprake van een daling met - 8,00 waardoor het tarief voor bedraagt. Een daling in deze regio zien we bij drie gemeenten namelijk in Heerlen met -12,49%, in Nuth met -5,99% en in Simpelveld met -2,62%. In Voerendaal is het tarief ongewijzigd en in Brunssum, Kerkrade, Landgraaf en Onderbanken is sprake van een stijging tussen de 1,37% en 3,91%. Het laagste tarief heeft nog steeds de Westelijke Mijnstreek met 199. Het gemiddelde van Noord-Limburg stijgt met 1 naar 205. Deze stijging geldt ook voor de regio Maastricht en Heuvelland waar de rioolheffing 220 bedraagt. Als we kijken naar de rioolheffing per inwonerklasse dan is deze het laagste in de inwonerklasse en meer inwoners ( 177) waarbij voor 2018 sprake is van een daling met - 4. Bij de andere inwonerklassen is sprake van een stijging. Vanaf 2017 is rioolheffing het hoogste in de inwonerklasse van inwoners ( 254). Jarenlang had de kleinste inwonerklasse ( ) de hoogste rioolheffing. In deze klasse zien we nu de hoogste stijging namelijk met 10 tot 224. In de inwonerklasse neemt de rioolheffing toe met 2 tot 240. In de volgende twee staafdiagrammen wordt de rioolheffing 2017 en 2018 vergeleken per regio en per groottegroep. Daarna zijn in een overzicht de gemeenten naar de hoogte van de rioolheffing op een rij gezet. Belastingoverzicht

15 rioolheffing (x 1) rioolheffing (x 1) Rioolheffing per regio en gemiddeld Jaar 2017 Jaar regio Rioolheffing per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2017 Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

16 Rioolheffing eigenaar en gebruiker 2018 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Beesel Heerlen Roermond Venlo Sittard-Geleen Maastricht Horst aan de Maas Roerdalen Vaals Beek Venray Bergen Kerkrade Maasgouw Stein Onderbanken Mook en Middelaar Nederweert Gennep Landgraaf Gulpen-Wittem Weert Voerendaal Echt-Susteren Simpelveld Valkenburg a/d Geul Brunssum Eijsden-Margraten Peel en Maas Schinnen Leudal Nuth 301 Meerssen 352 Belastingoverzicht

17 3.3. Afvalstoffenheffing De ontwikkeling van de afvalstoffenheffing is een aantal jaren zeer gematigd, met soms een kleine stijging en soms een kleine daling. Vorig jaar was een daling berekend van afgerond - 7. Dat wil zeggen -3,28%. Voor 2018 is sprake van een toename met 1,69 waardoor de heffing 2018 uitkomt op 216,20 per meerpersoonshuishouden. In 2017 daalde de heffing bij zeventien gemeenten nu bij vijf gemeenten. De daling is het grootste in Heerlen met -6,08% gevold door Leudal -4,77%, Sittard-Geleen -3,03%, Mook en Middelaar -2,26% en Peel en Maas -1,05%. Bij zes gemeenten blijft de afvalstoffenheffing gelijk aan Bij tweeëntwintig gemeenten stijgt de heffing. Deze stijging varieert van 0,38% in Beek tot 25,99% in Roerdalen. In het verleden heeft Roerdalen tot en met 2017 de zeer omvangrijke voorziening afval ingezet als korting op het tarief dat wil zeggen teruggegeven. Vanaf dit jaar is hier een einde aan gekomen. Het tarief is het hoogste in Vaals met 297,50 en het laagst in Nederweert met 129,80. In Noord-Limburg stijgt de afvalstoffenheffing met 1 en deze regio heeft met 177 het laagste tarief. Maastricht en Heuvelland heeft met 259 het hoogste tarief. In de regio Westelijke Mijnstreek daalt het tarief met - 4 naar 224. In de regio Parkstad daalt de afvalstoffenheffing met - 2 naar 232. De overige regio s laten een stijging zien van 6 zowel in Maastricht en Heuvelland als in Midden-Limburg. Ook bij de afzonderlijke inwonerklassen zien we de afvalstoffenheffing stijgen met uitzondering van de klasse boven de Bij deze klasse zien we een daling van het gemiddelde ten opzichte van 2017 met - 3. De stijging is met 6 het hoogste in de inwonerklasse met een afvalstoffenheffing van gemiddeld 252. Deze klasse wordt op de voet gevolgd door de klasse boven de inwoners met 241. In de inwonerklasse en bedraagt de heffing respectievelijk 200 en 180. Met de volgende twee staafdiagrammen wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing in 2017 en 2018 vergeleken per groottegroep en per regio. Daarna zijn de gemeenten weer naar de hoogte van hun afvalstoffenheffing op een rij gezet. Belastingoverzicht

18 tarief (x 1) tarief (x 1) Afvalstoffenheffing per regio en gemiddeld Jaar 2017 Jaar regio Afvalstoffenheffing per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2017 Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

19 Afvalstoffenheffing 2018 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Nederweert Beesel Leudal Valkenburg a/d Geul Venray Bergen Horst aan de Maas Beek Maasgouw Peel en Maas Gennep Venlo Meerssen Simpelveld Roerdalen Landgraaf Nuth Schinnen Mook en Middelaar Roermond Gulpen-Wittem Eijsden-Margraten Stein Onderbanken Weert Brunssum Echt-Susteren Kerkrade Sittard-Geleen Voerendaal Heerlen 252 Maastricht Vaals Belastingoverzicht

20 3.4. Lastendruk huurder gemeentelijke heffingen De in 3.1 tot en met 3.3 besproken heffingen zijn altijd van toepassing op personen die een woonruimte in eigendom hebben én die woonruimte ook zelf bewonen, de zogenaamde eigenaar/gebruiker. De totale lastendruk van de drie gemeentelijke heffingen voor de eigenaar/gebruiker presenteren we in de volgende paragraaf. Voor personen die hun woonruimte niet in eigendom hebben, is de OZB niet van toepassing en is de rioolheffing, afhankelijk van de keuze van de gemeente, geheel, gedeeltelijk of geheel niet op hen van toepassing. Hierna duiden we deze groep aan als huurder. In deze paragraaf kijken we naar de lastenontwikkeling voor de huurder. De huurder betaalt dit jaar gemiddeld 304,73 per huishouden aan gemeentelijke heffingen, tegenover 310,98 in 2017, een afname van -2,01%. Vorig jaar is ook een daling berekend (-2,19%) en de jaren daarvoor was sprake van een stijging. Bij acht gemeenten zien we in 2018 een daling tussen -0,52% en -52,59%. Deze grootste daling zien we bij Peel en Maas. Hier gaat de huurder in betalen. Vanaf dit jaar wordt de rioolheffing van de eigenaar geheven en niet meer van de gebruiker. Na Peel en Maas volgt Heerlen met een daling van -7,88%. In twintig gemeenten stijgen de lasten voor de huurder en bij vijf gemeenten blijven de lasten gelijk aan die van De grootste lastenverhoging is opgetreden in Roerdalen waar de huurder dit jaar 11,72% meer gaat betalen. Daarna volgt Horst aan de Maas met 4,40%. De hoogste lastendruk heeft Nuth met 504,20. In Nederweert is de lastendruk voor een huurder met 129,80 het laagste gevolgd door Beesel met 131,00. De laagste lastendruk bij de indeling van gemeenten naar groottegroepen is te vinden in de groep tussen inwoners met 292. In deze groep daalt de lastendruk met In de groep onder de inwoners neemt de lastendruk het meeste toe namelijk met 10 tot 378. In de groottegroep tot inwoners is de lastendruk nagenoeg ongewijzigd (+ 2). In de groep vanaf inwoners en meer daalt de lastendruk voor de huurder met - 5. De staafdiagrammen laten dit zien. In de Westelijke Mijnstreek is de lastendruk voor de huurder het laagst ( 247 per huishouden) en het hoogst in Parkstad ( 375). We presenteren deze informatie eerst in twee staafdiagrammen, waarna we een overzicht geven van de lastendruk voor huurders per gemeente. De gemeente met de laagste lasten staat bovenaan en de gemeente met de hoogste lasten onderaan. Bij al deze uitkomsten en vergelijkingen van de lastendruk huurder is het wel van belang ons te realiseren dat het beeld/de uitkomst sterk bepaald wordt door de keuze van gemeenten wie de rioolheffing betaalt. Bij de lastendruk voor de eigenaar die ook de gebruiker is, speelt dit aspect niet. Belastingoverzicht

21 bedrag (x 1) bedrag (x 1) Lastendruk huurder per regio en gemiddeld Jaar 2017 Jaar Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Eindtotaal regio Lastendruk huurder per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2017 Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

22 Lastendruk huurder 2018 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Nederweert Beesel Leudal Bergen Horst aan de Maas Beek Peel en Maas Mook en Middelaar Roermond Gulpen-Wittem Eijsden-Margraten Stein Brunssum Echt-Susteren Sittard-Geleen Gennep Venray Maasgouw 301 Maastricht Landgraaf Heerlen Venlo Valkenburg a/d Geul Roerdalen Meerssen Vaals Simpelveld Onderbanken Kerkrade Weert Schinnen Voerendaal Nuth Belastingoverzicht

23 3.5. Lastendruk eigenaar/gebruiker gemeentelijke heffingen Als we kijken naar de totale lastendruk per gemeente van de drie hier bekeken gemeentelijke heffingen en nagaan wat de eigenaar/gebruiker dit jaar gaat betalen dan zien we de volgende ontwikkeling. De gemiddelde lastendruk voor de eigenaar/gebruiker stijgt in 2018 met 1,71% tot 727,96. In 2017 was de lastendruk 715,73. Bijlage 7 laat zien dat voor vier gemeenten een lagere lastendruk is berekend dan voor De lastendaling is het hoogst in Horst aan de Maas met -1,18%. In negenentwintig gemeenten stijgt de lastendruk De hoogste lastenstijging doet zich in Roerdalen voor, waar de eigenaar/gebruiker gemiddeld 8,89% meer gaat betalen. Meerssen heeft met 991,88 de hoogste lastendruk in Na Meerssen volgt Eijsden-Margraten met 862,59. In Beesel is de lastendruk met 536,00 het laagst, gevolgd door Maasgouw met 633,87. In alle inwonerklassen stijgt in 2018 de lastendruk. De inwonerklasse laat een forse stijging zien met 22 (afgerond 3%) waarna de lastendruk 761 bedraagt en deze klasse de hoogste lastendruk heeft. Een stijging zien we terug bij Vaals en Onderbanken. In de inwonerklasse inwoners neemt de lastendruk toe tot 760. De lastendruk is het laagst in de klasse en meer inwoners met 716. Gevolgd door de inwonerklasse met 727. Onderstaande staafdiagrammen geeft de ontwikkeling weer. In Midden-Limburg is de lastendruk nog altijd het laagste ( 693 per huishouden) ondanks een stijging met 19. Het hoogst is de lastendruk in Maastricht en Heuvelland met 775 en een stijging van 16. Een stijging zien we bij alle gemeenten in deze regio met uitzondering van Eijsden-Margraten. In alle regio s stijgt de lastendruk. Na de staafdiagrammen volgt weer een overzicht van alle gemeenten, gegroepeerd naar hoogte van de totale gemeentelijke lastendruk voor een eigenaar/gebruiker. Belastingoverzicht

24 bedrag (x 1) bedrag (x 1) Lastendruk eigenaar-gebruiker per regio en gemiddeld Jaar 2017 Jaar Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Gemiddeld regio Lastendruk eigenaar-gebruiker per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2017 Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

25 Lastendruk eigenaar/gebruiker 2018 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Beesel 536 Maasgouw Roermond Bergen Roerdalen Leudal Beek Venray Gennep Nederweert Peel en Maas Heerlen Kerkrade Brunssum Sittard-Geleen Maastricht Venlo Landgraaf Vaals Valkenburg a/d Geul Weert Horst aan de Maas Onderbanken Stein Echt-Susteren Simpelveld Mook en Middelaar Schinnen Voerendaal Nuth Gulpen-Wittem Eijsden-Margraten Meerssen 992 Belastingoverzicht

26 3.6. Lastendruk waterschap In dit belastingoverzicht zijn ook de heffingen van het waterschap opgenomen. We hebben ons daarbij gericht op de heffingen voor de huishoudens, waarbij net als bij de gemeentelijke heffingen een onderscheid is aangebracht tussen de lasten voor een eigenaar/gebruiker en voor een huurder. En net als bij de gemeentelijke heffingen zijn we bij de waterschapsheffingen uitgegaan van de druk voor een meerpersoonshuishouden. De eigenaar/gebruiker heeft bij de waterschapsheffingen met drie onderdelen te maken: Een heffing op basis van de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van de woonruimte, aangeduid met Gebouwd. Een vaste heffing per woonruimte, aangeduid met Ingezetenen. Een zuiveringsheffing die voor een meerpersoonshuishouden op 3 x het bedrag per vervuilingseenheid uitkomt. De huurder krijgt een aanslag gebaseerd op de twee laatste onderdelen. Omdat we niet alleen het bedrag van de belastingaanslag 2018 van het waterschap willen geven, maar net als bij de gemeenten ook de procentuele ontwikkeling ten opzichte van 2017, hebben we ook de tarieven en aanslagen 2017 vermeld. De tarieven 2017 en 2018 zijn onderstaand voor de drie onderdelen vermeld. Waterschap Gebouwd Mutatie Ingezetenen Mutatie Zuiveringsheffing meerpersoonshuishouden Mutatie Waterschap Limburg 0,0235% 0,0249% 5,96% 48,56 53,25 9,66% 141,24 142,86 1,15% De tarieven van het Waterschap Limburg stijgen in 2018 voor de huurders met 3,32% van 189,80 ( 48, ,24) naar 196,11 ( 53, ,86). De waterschapsheffingen voor de eigenaar/gebruiker zijn het hoogst in Mook en Middelaar met 262,45. In Heerlen zijn deze met gemiddeld 228,31 het laagste. De stijging varieert van 4,14% in Bergen tot 5,49% in Meerssen. Het gewogen gemiddelde stijgt met 4,69%, waardoor de waterschapslasten toenemen van 232,40 naar 243,31 voor de eigenaar/gebruiker. Belastingoverzicht

27 3.7. Lastendruk gemeente en waterschap In deze paragraaf kijken we naar de lasten voor de meerpersoonshuishoudens van de onderzochte gemeentelijke heffingen en de waterschapsheffingen. Voor de huurder liggen de lasten van de heffingen van de gemeente en het waterschap in 2018 het laagst in Nederweert gevolgd door Beesel. Gemiddeld zijn de lasten daar respectievelijk 325,91 en 327,11. Het hoogst zijn de lasten in Nuth met 700,31 gevolgd door Voerendaal 684,11. In vijf gemeenten dalen in 2018 de gezamenlijke lasten van gemeente en waterschap voor de huurder. De daling is met -34,49% het sterkst in Peel en Maas. In achtentwintig gemeenten stijgen de gezamenlijke lasten. De grootste toename zien we in Roerdalen met 8,83% gevolgd door Vaals met 3,85%. Gemiddeld komen de heffingen van gemeente en het waterschap voor een huurder in 2018 uit op 500,84, een minieme stijging met 0,01% in vergelijking met 2017 ( 500,78). Voor de eigenaar/gebruiker is de aanslag 2018 van de drie gemeentelijke heffingen en van het waterschap het hoogst in Meerssen. De gemiddelde totale last komt daar uit op 1.247,14. Bij in totaal twaalf gemeenten is de totale last eigenaar/gebruiker meer dan Naast Meerssen zijn dit Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Horst aan de Maas, Mook en Middelaar, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Stein en Voerendaal. In Beesel is de gemiddelde last van gemeente en waterschap met 777,82 het laagst. Gemiddeld is de last van de heffingen van gemeente en waterschap met 2,44% gestegen tot 971,27 in In alle drieën gemeenten stijgt de gemiddelde last variërend van 0,23% tot 7,74%. De grootste stijging treedt op in Roerdalen met 7,74% en de kleinste stijging in Horst aan de Maas met 0,23%. Belastingoverzicht

28 4. Lastenontwikkeling bedrijven In dit laatste onderdeel schenken we kort aandacht aan een onderdeel van de gemeentelijke lasten voor bedrijven. De tarieven, de WOZ-waarden en de opbrengsten bedrijven 2017 en 2018 die we presenteren, ontvangen we van de BsGW. Voor de drie, niet aan de BsGW deelnemende gemeenten, van de gemeenten zelf. Voor de uniformiteit wordt hierbij de methodiek gevolgd van de BsGW. Bij de WOZ-waarde gebruikers is onder andere een correctie toegepast voor leegstand. De geprognosticeerde opbrengst is voor de eigenaren én de gebruikers separaat op basis van onafgeronde bedragen berekend, waarna totalisering heeft plaatsgevonden. We constateren dat de ontwikkeling van de WOZ-waarde niet-woningen afwijkt van die bij de woningen. De totale WOZ-waarde woningen is voor 2018 met 4,30% gestegen, terwijl de WOZ-waarde van niet-woningen met -1,80% is gedaald. We zien dat de totale WOZ-waarde niet-woningen in elf gemeenten stijgt. In Gennep is de stijging berekend op 21,79% (afgerond 71 miljoen). In tweeëntwintig gemeenten is sprake is van een daling. In Maasgouw en Beesel zijn de grootste dalingen van de WOZ-waarde niet-woningen. Voor Maasgouw bedraagt de daling -13,49% (afgerond 59 miljoen) en voor Beesel bedraagt de daling -13,36% (afgerond 25 miljoen). De verandering van de WOZ-waarde bestaat uit een prijscomponent en een volumecomponent. Deze twee onderliggende componenten zijn niet bekend. Vervolgens kijken we naar de OZB-tarieven. De gemeente met de hoogste tarieven is Sittard-Geleen. De gemeente met het laagste tarief is Leudal. De tarieven eigenaar en gebruiker bedragen in totaal in Sittard-Geleen in ,900% en in Leudal 0,2768%. In één gemeente wijzigt het tarief niet. Bij zeven gemeenten daalt het tarief. In vijfentwintig gemeenten stijgen de tarieven. De stijging varieert tussen 0,13% in Mook en Middelaar tot 14,94% in Kerkrade. Behalve in Kerkrade stijgt bij twee gemeenten het totale tarief met meer dan 10%. De combinatie van de ontwikkeling van de tarieven en van de WOZ-waarde kan iets duidelijk maken van de lastendrukontwikkeling. Maar omdat we geen kennis hebben van de volumecomponent bij de verandering van de WOZ-waarde kunnen wij daar geen uitspraak over doen. Op basis van de tarieven en de WOZ-waarden eigenaren en gebruikers voor de niet-woningen heeft de BsGW een prognose berekend van de opbrengsten. De door de BsGW berekende prognose voor de totale opbrengst van de OZB niet-woningen bedraagt voor Dit is een toename met afgerond 4,8 miljoen (3,92%) van 121,4 miljoen in 2017 naar 126,2 miljoen voor dit jaar De verschillen voor de individuele gemeenten zijn echter heel divers, procentueel maar ook in absolute cijfers. In één gemeente is de berekende opbrengst 2018 gelijk aan die van Bij eenentwintig gemeenten (64%) zien we een toename van de totale opbrengst. De hoogste toename is berekend voor Gennep met 16,34% ( ) gevolgd door Horst aan de Maas met 15,39% ( ) en Heerlen met 11,05% ( ). Belastingoverzicht

29 Voor elf gemeenten is een afname van de opbrengst berekend. Voor Beesel laat de prognose de grootste daling van de opbrengst niet woningen zien namelijk 15,54% ( ). Voor Maasgouw is een lagere opbrengst is berekend van 8,92% ( ). Belastingoverzicht

30 5. Verantwoording onderzoek Onderstaand wordt uitgelegd hoe de berekeningen tot stand zijn gekomen. We hebben de berekeningen en analyses gebaseerd op gegevens, zoals de gemeenten die ons hebben aangeleverd. Voor het aantal inwoners zijn we uitgegaan van de septembercirculaire Vanaf 2016 doen we een beroep op de BsGW. Voor 2018 hebben we hierbij gebruik gemaakt van de OZB tarieven, actuele (gemiddelde) WOZ-waarden 2017 en 2018 en woningen/objecten. En bij de niet-woningen ook de opbrengstprognose voor eigenaren en voor gebruikers. Dertig gemeenten zijn bij de BsGW aangesloten, de overige drie gemeenten zijn door ons benaderd waarbij dezelfde insteek is gekozen als die welke de BsGW hanteert. Voor de berekening van het gemiddelde tarief OZB voor de woningen in onze provincie is uitgegaan van een gewogen gemiddelde volgens de formule: T*AW*W AW*W T = het tarief van elke individuele gemeente AW = het aantal woningen/objecten W = gemiddelde WOZ-waarde Bij de berekening van de rioolheffing heeft eveneens een weging plaatsgevonden, waarbij per gemeente een theoretische opbrengst is berekend door het tarief te vermenigvuldigen met het aantal woningen/ objecten. Vervolgens is de som van deze uitkomst gedeeld door het totaal aantal woningen/objecten in Limburg. Hierdoor wordt bereikt dat het tarief in een grote gemeente (bijvoorbeeld Maastricht) een grotere invloed heeft op het gemiddelde provinciale tarief dan een kleine gemeente (bijvoorbeeld Mook en Middelaar). In formulevorm: Ta*AW AW Ta = het tarief per gemeente AW = het aantal woningen/objecten Bij de berekening van het gemiddelde tarief afvalstoffenheffing zijn wij uitgegaan van een modaal tarief voor een huishouden van drie à vier personen. Voor de berekening van het provinciaal gemiddelde hebben we per gemeente een theoretische opbrengst berekend door het modaal tarief te vermenigvuldigen met het aantal woningen/objecten. Het totaal van deze theoretische opbrengst hebben we vervolgens gedeeld door het totaal aantal woningen/objecten. 1 1 We gaan er vanuit dat in de woningen/objecten zogenaamde modale gezinnen wonen. In de praktijk is dat natuurlijk niet zo. Belastingoverzicht

31 In formulevorm: Ta* AW AW Ta = het tarief van een huishouden van één of twee ouders met twee inwonende kinderen AW = het aantal woningen/objecten Belastingoverzicht

32 Belastingoverzicht

33 Bijlagen Belastingoverzicht

34

35 Bijlage 1 Inwoners en woningen/objecten BELASTINGOVERZICHT 2018 Gemeente Regio Inwoners Inwonersklasse Woningen/ objecten* Beek Westelijke Mijnstreek Beesel Noord-Limburg Bergen Noord-Limburg Brunssum Parkstad Echt-Susteren Midden-Limburg Eijsden-Margraten Maastricht & Heuvelland Gennep Noord-Limburg Gulpen-Wittem Maastricht & Heuvelland Heerlen Parkstad > Horst aan de Maas Noord-Limburg Kerkrade Parkstad Landgraaf Parkstad Leudal Midden-Limburg Maasgouw Midden-Limburg Maastricht Maastricht & Heuvelland > Meerssen Maastricht & Heuvelland Mook en Middelaar Noord-Limburg Nederweert Midden-Limburg Nuth Parkstad Onderbanken Parkstad Peel en Maas Noord-Limburg Roerdalen Midden-Limburg Roermond Midden-Limburg > Schinnen Westelijke Mijnstreek Simpelveld Parkstad Sittard-Geleen Westelijke Mijnstreek > Stein Westelijke Mijnstreek Vaals Maastricht & Heuvelland Valkenburg a/d Geul Maastricht & Heuvelland Venlo Noord-Limburg > Venray Noord-Limburg Voerendaal Parkstad Weert Midden-Limburg Totaal *gebaseerd op DUWOZ-code range 1000 t/m 1699 Belastingoverzicht

36 Bijlage 2 Inwoners per regio BELASTINGOVERZICHT 2018 Regio Gemeente Totaal aantal inwoners 2017 Maastricht & Heuvelland Eijsden-Margraten Gulpen-Wittem Maastricht Meerssen Vaals Valkenburg aan de Geul Totaal Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Echt-Susteren Leudal Maasgouw Nederweert Roerdalen Roermond Weert Totaal Midden-Limburg Noord-Limburg Beesel Bergen Gennep Horst aan de Maas Mook en Middelaar Peel en Maas Venlo Venray Totaal Noord-Limburg Parkstad Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Voerendaal Totaal Parkstad Westelijke Mijnstreek Beek Schinnen Sittard-Geleen Stein Totaal Westelijke Mijnstreek Totaal Belastingoverzicht

37 Bijlage 3 WOZ-waarde woningen BELASTINGOVERZICHT 2018 Gemeente cijfers x 1 Totale WOZ-waarde woningen* Gemiddelde WOZ-waarde woningen** Beek Beesel Bergen Brunssum Echt-Susteren Eijsden-Margraten Gennep Gulpen-Wittem Heerlen Horst aan de Maas Kerkrade Landgraaf Leudal Maasgouw Maastricht Meerssen Mook en Middelaar Nederweert Nuth Onderbanken Peel en Maas Roerdalen Roermond Schinnen Simpelveld Sittard-Geleen Stein Vaals Valkenburg a/d Geul Venlo Venray Voerendaal Weert *totale WOZ-waarde woningen van alle woningen/objecten **gebaseerd op DUWOZ-code range 1000 t/m Belastingoverzicht

38 Bijlage 4 OZB-tarieven en bijbehorende aanslag woningen BELASTINGOVERZICHT 2018 Gemeente Tarief eigenaar %-Mutatie OZB-aanslag woningen tarief eigenaar %-Mutatie OZB-aanslag cijfers x 1 Beek 0,1506% 0,1546% 2,66% 280,53 298,57 6,43% Beesel 0,1373% 0,1324% -3,57% 242,40 243,00 0,25% Bergen 0,1274% 0,1279% 0,39% 260,89 265,39 1,72% Brunssum 0,1698% 0,1646% -3,06% 230,60 230,89 0,12% Echt-Susteren 0,1488% 0,1431% -3,83% 280,42 288,64 2,93% Eijsden-Margraten 0,1537% 0,1525% -0,78% 355,35 373,59 5,13% Gennep 0,1230% 0,1210% -1,63% 261,85 267,88 2,30% Gulpen-Wittem 0,1700% 0,1750% 2,94% 345,07 372,51 7,95% Heerlen 0,1989% 0,2232% 12,22% 248,57 288,64 16,12% Horst aan de Maas 0,1726% 0,1610% -6,72% 402,20 386,18-3,98% Kerkrade 0,1988% 0,1948% -2,01% 256,91 262,79 2,29% Landgraaf 0,1862% 0,1816% -2,47% 286,52 292,51 2,09% Leudal 0,1162% 0,1143% -1,64% 247,35 253,39 2,44% Maasgouw 0,1116% 0,1112% -0,36% 217,50 225,42 3,64% Maastricht 0,1330% 0,1270% -4,51% 248,49 250,54 0,82% Meerssen 0,1966% 0,1890% -3,87% 436,55 449,00 2,85% Mook en Middelaar 0,1349% 0,1327% -1,63% 352,59 353,54 0,27% Nederweert 0,1380% 0,1380% 0,00% 325,42 342,26 5,17% Nuth 0,1570% 0,1557% -0,83% 313,36 323,15 3,12% Onderbanken 0,1892% 0,1789% -5,44% 314,27 314,98 0,23% Peel en Maas 0,1045% 0,1042% -0,29% 236,36 243,43 2,99% Roerdalen 0,1253% 0,1258% 0,40% 248,22 260,08 4,78% Roermond 0,1451% 0,1421% -2,07% 256,85 264,61 3,02% Schinnen 0,1616% 0,1545% -4,39% 305,13 313,83 2,85% Simpelveld 0,2038% 0,2046% 0,39% 329,51 342,67 3,99% Sittard-Geleen 0,1858% 0,1873% 0,81% 294,54 311,07 5,61% Stein 0,1690% 0,1642% -2,84% 309,49 319,41 3,21% Vaals 0,1453% 0,1507% 3,72% 212,69 227,14 6,79% Valkenburg a/d Geul 0,1679% 0,1713% 2,03% 318,89 340,13 6,66% Venlo 0,2013% 0,1967% -2,29% 360,32 369,32 2,50% Venray 0,1538% 0,1514% -1,56% 316,51 321,67 1,63% Voerendaal 0,1484% 0,1414% -4,72% 307,62 313,26 1,83% Weert 0,1222% 0,1208% -1,15% 259,75 266,39 2,56% Gemiddelde 0,1580% 0,1566% -0,89% 286,42 296,87 3,65% Belastingoverzicht

39 Bijlage 5 Rioolheffing BELASTINGOVERZICHT 2018 Gemeente cijfers x 1 Rioolheffing eigenaar Rioolheffing gebruiker Rioolheffing eigenaar/ gebruiker Rioolheffing eigenaar Rioolheffing gebruiker Rioolheffing eigenaar/ gebruiker %-Mutatie lasten Rioolheffing Beek 232,05 0,00 232,05 213,47 0,00 213,47-8,01% Beesel 162,00 0,00 162,00 162,00 0,00 162,00 0,00% Bergen 211,13 0,00 211,13 221,13 0,00 221,13 4,74% Brunssum 255,00 0,00 255,00 261,00 0,00 261,00 2,35% Echt-Susteren 252,60 0,00 252,60 252,60 0,00 252,60 0,00% Eijsden-Margraten 300,00 0,00 300,00 270,00 0,00 270,00-10,00% Gennep 173,06 63,60 236,66 178,41 63,60 242,01 2,26% Gulpen-Wittem 239,00 0,00 239,00 246,00 0,00 246,00 2,93% Heerlen 91,44 104,19 195,63 80,04 91,16 171,20-12,49% Horst aan de Maas 192,00 0,00 192,00 192,00 0,00 192,00 0,00% Kerkrade 0,00 219,00 219,00 0,00 222,00 222,00 1,37% Landgraaf 97,73 140,30 238,03 99,68 143,10 242,78 2,00% Leudal 269,80 0,00 269,80 282,51 0,00 282,51 4,71% Maasgouw 102,30 113,67 215,97 107,42 119,35 226,77 5,00% Maastricht 134,62 46,81 181,43 137,58 47,84 185,42 2,20% Meerssen 129,86 211,07 340,93 134,02 217,86 351,88 3,21% Mook en Middelaar 232,40 0,00 232,40 234,73 0,00 234,73 1,00% Nederweert 220,69 0,00 220,69 238,16 0,00 238,16 7,92% Nuth 0,00 320,40 320,40 0,00 301,20 301,20-5,99% Onderbanken 0,00 221,61 221,61 0,00 230,28 230,28 3,91% Peel en Maas 68,88 206,52 275,40 280,04 0,00 280,04 1,68% Roerdalen 0,00 206,00 206,00 0,00 208,00 208,00 0,97% Roermond 168,17 0,00 168,17 172,54 0,00 172,54 2,60% Schinnen 0,00 279,80 279,80 0,00 282,30 282,30 0,89% Simpelveld 0,00 260,00 260,00 0,00 253,20 253,20-2,62% Sittard-Geleen 179,50 0,00 179,50 179,20 0,00 179,20-0,17% Stein 204,00 0,00 204,00 229,18 0,00 229,18 12,34% Vaals 61,92 136,50 198,42 73,56 139,10 212,66 7,18% Valkenburg a/d Geul 0,00 254,00 254,00 0,00 254,00 254,00 0,00% Venlo 0,00 172,98 172,98 0,00 173,34 173,34 0,21% Venray 92,89 123,78 216,67 99,44 116,73 216,17-0,23% Voerendaal 0,00 250,00 250,00 0,00 250,00 250,00 0,00% Weert 0,00 246,24 246,24 0,00 246,24 246,24 0,00% Gemiddelde 214,80 214,89 0,04% Belastingoverzicht

40 Bijlage 6 Afvalstoffenheffing BELASTINGOVERZICHT 2018 Gemeente cijfers x 1 Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing %-Mutatie lasten Afvalstoffenheffing Beek 170,25 170,90 0,38% Beesel 131,00 131,00 0,00% Bergen 166,01 166,01 0,00% Brunssum 224,30 231,80 3,34% Echt-Susteren 232,90 232,90 0,00% Eijsden-Margraten 217,00 219,00 0,92% Gennep 188,05 188,05 0,00% Gulpen-Wittem 213,00 218,68 2,67% Heerlen 268,24 251,92-6,08% Horst aan de Maas 161,39 168,49 4,40% Kerkrade 227,00 234,00 3,08% Landgraaf 193,84 198,32 2,31% Leudal 153,31 146,00-4,77% Maasgouw 175,56 181,68 3,49% Maastricht 285,80 292,14 2,22% Meerssen 183,00 191,00 4,37% Mook en Middelaar 214,42 209,58-2,26% Nederweert 128,15 129,80 1,29% Nuth 191,00 203,00 6,28% Onderbanken 215,65 219,20 1,65% Peel en Maas 190,00 188,00-1,05% Roerdalen 155,15 195,48 25,99% Roermond 206,45 209,75 1,60% Schinnen 199,04 203,60 2,29% Simpelveld 189,75 194,20 2,35% Sittard-Geleen 243,87 236,49-3,03% Stein 216,50 219,12 1,21% Vaals 282,95 297,50 5,14% Valkenburg a/d Geul 148,25 148,25 0,00% Venlo 190,78 190,78 0,00% Venray 145,26 150,00 3,26% Voerendaal 234,00 238,00 1,71% Weert 220,80 230,64 4,46% Gemiddelde 214,51 216,20 0,79% Belastingoverzicht