Belastingoverzicht 2019

Transcriptie

1 Belastingoverzicht 2019 Tarieven en lastendruk van OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing van de Limburgse gemeenten en de waterschapsheffingen in Limburg Provincie Limburg, maart 2019 Samensteller Provincie Limburg Cluster Financiën

2 Belastingoverzicht

3 Inhoudsopgave Inleiding Conclusies Gemeentelijke belastingen Onroerende zaakbelasting (OZB) Rioolheffing Afvalstoffenheffing Lastendruk huurder gemeentelijke heffingen Lastendruk eigenaar/gebruiker gemeentelijke heffingen Lastendruk waterschap Lastendruk gemeente en waterschap Lastenontwikkeling bedrijven Verantwoording onderzoek Bijlagen 1 Inwoners en woningen/objecten 35 2 Inwoners per regio 36 3 WOZ-waarde woningen 37 4 OZB-tarieven en bijbehorende aanslag woningen 38 5 Rioolheffing 39 6 Afvalstoffenheffing 40 7 Totale gemeentelijke heffingen 41 8 Waterschapsheffingen 42 9 Totale gemeentelijke- en waterschapsheffingen huurder Totale gemeentelijke- en waterschapsheffingen 44 eigenaar/gebruiker 11 OZB-tarieven niet-woningen Prognose totale opbrengst OZB eigenaren en gebruikers niet-woningen 13 Totale WOZ-waarde en prognose totale OZB-opbrengst niet-woningen Belastingoverzicht

4 Belastingoverzicht

5 1. Inleiding Dit belastingoverzicht bevat informatie over de drie belangrijkste gemeentelijke belastingen, zoals de Limburgse gemeenten die in 2019 bij de gebruikers en eigenaren van woonruimten in hun gemeente heffen. Aan de orde komen de OZB woningen, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Als een gemeente voor riool en afval gedifferentieerde tarieven heeft, hanteren we het tarief dat bij een gemiddeld waterverbruik hoort respectievelijk dat past bij het gemiddelde aanbod van afval of de meest gebruikte containers en dergelijke voor een huishouden van drie à vier personen. Behalve een overzicht van de lastendruk bij de woningen is ook een overzicht samengesteld van de tarieven van de OZB van de niet-woningen. Daaraan wordt aan het slot van deze rapportage kort aandacht besteed. De uitkomsten 2019 vergelijken we met de cijfers Ook dit jaar doen wij een beroep op de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) voor informatie. BsGW is een samenwerkingsverband voor uitvoering van belastingheffing en - inning van gemeentelijke belastingen en waterschaps-belastingen en uitvoering van de wet Waardering onroerende zaken. Op drie gemeenten na zijn alle Limburgse gemeenten hierbij aangesloten. Vanwege de uniformiteit en de vergelijkbaarheid maken we gebruik van de (gemiddelde) WOZ-waarden van de BsGW voor 2018 en Per 1 januari 2019 zijn de voormalige gemeenten Schinnen, Nuth en Onderbanken gefuseerd tot de nieuwe gemeente Beekdaelen. Nog niet alle tarieven zijn geharmoniseerd, met name het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Omdat Beekdaelen binnen de gemeente met verschillende tarieven werkt, zijn er geen cijfers voor deze gemeente opgenomen. Het belastingoverzicht 2019 bevat de belastinggegevens van de overige 30 Limburgse gemeenten. Wij gaan uit van gewogen gemiddelden voor het provinciaal gemiddelde, bij de berekeningen per regio en per inwonerklasse. Bij deze berekeningen is zowel voor 2018 als 2019 uitgegaan van de woningen/objecten opgave 2019, waardoor voor 2018 nieuwe gewogen gemiddelden zijn berekend. Hierdoor ontstaan marginale verschillen met cijfers uit het belastingoverzicht Conclusies Uit de verzamelde belastinggegevens 2019 blijkt het volgende. - De gemiddelde OZB-aanslag stijgt in 2019 met 5,10% naar 311,18. Dit is het resultaat van een daling van het gemiddelde OZB-tarief in 2019 met 0,32% en een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde met 5,44%. - De rioolheffing is nagenoeg ongewijzigd. Een daling met 0,33% tot gemiddeld 212,15 in De afvalstoffenheffing neemt in 2019 fors toe met 4,98% en bedraagt gemiddeld 227,29 voor een meerpersoonshuishouden. - Een huurder ziet de gemeentelijke belastingen met gemiddeld 2,48% stijgen en betaalt in 2019 gemiddeld 311,36 ten opzichte van 303,83 in Belastingoverzicht

6 - Een eigenaar/gebruiker gaat in 2019 gemiddeld 3,47% meer aan gemeentelijke belastingen betalen. Gemiddeld betaalt hij 750,82 tegenover 725,62 in De heffingen van de waterschappen stijgen voor huurders in 2019 met gemiddeld 1,57% en voor eigenaar/gebruikers met gemiddeld 2,32%. - De heffingen van gemeenten en waterschap samen bedraagt voor huurders 510,22 in Dit is een stijging met 2,06% ten opzichte van Voor een eigenaar/gebruiker bedraagt de stijging gemiddeld 3,18% waardoor de heffingen van gemeenten en waterschap toenemen van 968,87 tot 999,71. In de volgende paragrafen presenteren we de uitkomsten voor de drie gemeentelijke belastingsoorten en de heffing van het Waterschap Limburg. Belastingoverzicht

7 3. Gemeentelijke belastingen 3.1. Onroerende zaakbelasting (OZB) Bij de berekening van de OZB-lastendruk hebben wij een aantal uitgangspunten moeten toepassen om enige uniformiteit in en daarmee vergelijkbaarheid tussen de cijfers te krijgen. Deze uitgangspunten lichten we hierna toe. Onze benadering betekent wel dat de uitkomst veelal niet (exact) met de berekening van de gemeenten zelf zal overeenkomen. Uitgangspunten: - Tarieven OZB en de (gemiddelde) WOZ-waarden. Hiervoor maken we voor zevenentwintig gemeenten gebruik van gegevens van de BsGW. De gemiddelde WOZ-waarde woningen bepaalt de BsGW door alle waarden van de objecten met een zogenaamde DUWOZ-code in de range van 1000 tot en met 1699 op te tellen en te delen door het aantal objecten in deze range. De gemiddelde waarde van de BsGW sluit aan bij de gemiddelde WOZ-waarde van de individuele gemeenten. De WOZ-waarde van de niet-woningen (lees bedrijven) is voor 2018 en 2019 gepresenteerd. De bedragen voor gebruikers en eigenaren zijn niet aan elkaar gelijk omdat bij gebruikers (zo ver als mogelijk) rekening wordt gehouden met leegstand, vrijstellingen en het Pater van der Meer-deel. Ook bij niet-woningen wordt met ranges gewerkt. Bij de niet-woningen is rekening gehouden met de zogenaamde 30/70 regel die inhoudt dat een gemengd object, waarbij de niet-woning onderdelen meer dan 30% van de totale waarde zijn, in de categorie niet-woning valt. De cijfers i.c. WOZ waarden en de objecten (voor de belasting 2019) zijn in februari 2019 ontvangen, nadat deze door de BsGW als definitieve prognose (eind januari 2019) naar de gemeenten zijn afgegeven. Aan de drie gemeenten die niet aan de BsGW deelnemen hebben we, met gebruikmaking van de door de BsGW gehanteerde definities, gevraagd deze gegevens voor hun gemeente te leveren. Dit heeft voor 2019 eveneens einde januari 2019 plaatsgevonden. Hiermee trachten we zo veel als mogelijk de waarden van alle dertig gemeenten (exclusief Beekdaelen) vergelijkbaar te presenteren. Volledigheidshalve vermelden we dat de WOZ-waarden 2018 per gemeente niet zijn aangepast. Deze cijfers zijn identiek aan die van vorig jaar. Dat wil zeggen volgens dezelfde werkwijze waarbij de cijfers van de BsGW zijn ontvangen in februari 2019 nadat deze als definitieve prognose (eind januari) naar de gemeenten zijn afgegeven. Bij de berekening van het gemiddelde van de provincie, van de inwonerklassen en per regio gaan we uit van gewogen gemiddelden. Weging vindt zowel voor 2018 als 2019 plaats op basis van de woningen/objecten Voor de indeling in inwonerklasse is uitgegaan van het aantal inwoners bij de algemene uitkering 2018 volgens de septembercirculaire Met inachtneming van de vorige uitgangspunten is het overzicht samengesteld op basis van de gegevens zoals die door de gemeenten zijn aangeleverd. - Op basis van de gemiddelde WOZ-waarde hebben wij voor elke gemeente voor beide jaren op basis van het OZB-tarief 2018 en het OZB-tarief 2019 de OZB-aanslag voor 2018 en 2019 bepaald en de procentuele verandering daarin. Belastingoverzicht

8 Uitgaande van deze rekenmethode en de tarieven kunnen de volgende conclusies worden getrokken. 1. De gemiddelde OZB-aanslag stijgt met 5,10% tot 311,38. De gemiddelde OZB-aanslag gaat in 2019 omhoog van 296,27 naar 311,18, een stijging van 5,10%. Deze stijging bedraagt het dubbele van het verwachte inflatiepercentage voor De stijging in Limburg ligt ook boven de voor 2019 landelijk geldende macronorm van 4%. Vorig jaar heeft op landelijk niveau geen overschrijding plaatsgevonden van de macronorm. In het verleden is een overschrijding van de macronorm in het volgende jaar in mindering gebracht op de voor dat jaar geldende macronorm. Voor 2019 heeft geen korting plaatsgevonden. Tussen de Limburgse gemeenten zitten grote verschillen. Bij vijf gemeenten valt de gemiddelde OZB-aanslag 2019 lager uit dan vorig jaar. Bij Meerssen is sprake van een afname van -2,16% ( 9,70). In de gemeente Horst aan de Maas bedraagt de afname -1,56%. Vorig jaar was dit de enige gemeente met een daling ( -3,98%). Ook bij de gemeenten Gulpen-Witten, Vaals en Roerdalen zien we een daling met respectievelijk -1,19%, -0,13% en -0,03%. Bij de overige vijfentwintig Limburgse gemeenten stijgt de gemiddelde OZB-aanslag. De hoogste stijging treedt op in Brunssum met 24,70% gevolgd door Sittard-Geleen met 19,60% en Voerendaal met 17,32%. Bij de overige tweeëntwintig gemeenten varieert de stijging in 2019 tussen de +0,07% en +8,37%. Een vergelijking met vorig jaar laat zien dat vorig jaar de hoogste stijging 16,12% was. Dit was een uitschieter, gevolgd door een stijging met 7,95%. Bij één gemeente was sprake van een daling van de OZB-aanslag en dat is nu bij vijf gemeenten. Voor 2019 heeft Vaals de gemiddeld laagste aanslag met 226,85 gevolgd door Maasgouw met 230,74. Ten opzichte van een jaar geleden wisselen deze gemeenten weer van plek. Sinds drie jaar heeft Meerssen de gemiddeld hoogste OZB-aanslag. Deze gemeente steekt met 439,30 met kop en schouders boven de andere gemeenten uit. Op afstand gevolgd door Venlo met 388,56. Daarna volgen Eijsden-Margraten, Horst aan de Maas en Sittard-Geleen met respectievelijk 382,92, 380,16 en 372,04. De hoge aanslag in Meerssen is het gevolg van een zeer forse verhoging van het OZB-tarief in 2016 en de verhoging voor Voor 2018 is het tarief verlaagd met -3,87% en voor 2019 met -7,09%. De OZB-aanslag 2019 op regioniveau ligt tussen 274 in Midden-Limburg en 357 in de regio Westelijke Mijnstreek. Deze laatste regio heeft met 46 de grootste stijging, terwijl de toename met 6 het laagste is in Maastricht en Heuvelland. Bij de indeling van de gemeenten in inwonerklassen heeft de groottegroep inwoners met 336 de hoogste OZB-aanslag, gevolgd door de groottegroep boven de inwoners met 319. Daarna volgen de groepen en inwoners met respectievelijk 296 en Het OZB-tarief daalt gemiddeld met -0,32%. Het gemiddelde OZB-tarief daalt van 0,1565% naar 0,1560%. De afname bedraagt voor ,32% tegenover een afname van -0,89% vorig jaar. De daling van het OZB-tarief hangt samen met de ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde tussen de peildata 1 januari 2017 en 1 januari Bij het volgende onderdeel: Gemiddelde WOZ-waarde gaan Belastingoverzicht

9 we daar verder op in. We merken op dat er gemeenten zijn die bij een hogere WOZ-waarde kiezen voor verlaging van het OZB-tarief. In Simpelveld is het OZB-tarief ongewijzigd. Bij tweeëntwintig gemeenten (73%) daalt het OZB-tarief tussen de -1,06% en -7,09%. De hoogste afname is in Meerssen. Vorig jaar was bij 70% van de gemeenten sprake van tariefdaling tussen -0,29% en -6,72%. Brunssum heeft de sterkste stijging van het OZB-tarief met 19,74% gevolgd door Sittard-Geleen met 12,23% en Voerendaal met 10,33%. Het tarief is het hoogste in Heerlen met 0,2198% gevolgd door Sittard-Geleen met 0,2102%. Bij de overige vier gemeenten neemt het tarief toe tussen 0,08% en 2,82%. Peel en Maas heeft sinds 2013 het laagste tarief. Voor 2019 bedraagt het OZB-tarief van Peel en Maas 0,1015%. Het OZB-tarief is jarenlang het laagste geweest in de groottegroep van inwoners maar voor 2019 is dit de groottegroep inwoners met 0,1369%. Het hoogste tarief is al jaren de groottegroep boven inwoners met 0,1733%. Alleen in deze groep stijgt het tarief met 1,44%. In de andere groepen is sprake van een daling tussen de -1,46% en -3,28%. Kijkend naar de regio s heeft Parkstad al jaren het hoogste tarief, met 0,1998% voor 2019 op de voet gevolgd door de regio Westelijke Mijnstreek met 0,1929%. Ook voor 2019 heeft Midden-Limburg met 0,1247% het laagste OZB-tarief. In de regio s Parkstad en Westelijke Mijnstreek stijgt het tarief met respectievelijk 2,28% en met 8,03% terwijl dit in de andere regio s afneemt. De sterkste daling is in Maastricht en Heuvelland met -3,79%. In de regio s Midden- en Noord-Limburg bedraagt de daling van het tarief -2,97% en -1,98% 3. De gemiddelde WOZ-waarde is in 2019 in Limburg toegenomen met 5,44% tot afgerond De WOZ-waarde 2019 heeft als peildatum 1 januari Vorig jaar werd als peildatum 1 januari 2017 gebruikt. Wij constateren voor 2019 een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde tussen de twee peildata. Voor de vergelijkbaarheid van de gemeenten, maken we voor de WOZ-waarden en het aantal woningen/objecten gebruik van de BsGW-administratie. De drie Limburgse gemeenten die niet bij de BsGW zijn aangesloten hebben de informatie, op basis van dezelfde definities als de BsGW hanteert, zelf verstrekt. Met deze werkwijze beogen we een zo goed mogelijke onderlinge vergelijkbaarheid te bereiken. De vorig jaar vermelde gemiddelde WOZ-waarde van de provincie met als peildatum 1 januari 2017 is in dit rapport marginaal bijgesteld. Vorig jaar was de gemiddelde WOZ-waarde 2018 met als peildatum 1 januari Nu is dit bedrag bijgesteld naar , dit houdt verband met woningen/objecten 2019 die we nu hanteren bij de berekeningen van gewogen gemiddelden van bijvoorbeeld de provincie, de regio s en inwonerklassen. De gemiddelde WOZ-waarde van de afzonderlijke gemeenten 2018 is niet gewijzigd. Voor 2019 is de gemiddelde WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2018 berekend op Dit is een stijging met 5,44% ten opzichte van vorig jaar. In 2018 is een de stijging berekend van 4,57% ten opzichte van De hoogste gemiddelde WOZ-waarde is nog steeds in Mook en Middelaar te vinden: Heerlen heeft nog altijd de laagste gemiddelde WOZ-waarde: Bij alle gemeenten is de gemiddelde WOZ-waarde in 2019 gestegen ten opzichte van Deze stijging is in Vaals het laagste met 1,28% en in Mook en Middelaar met 9,21% het hoogst. De verschillen in WOZ-waarden zijn relatief groot. In de regio Parkstad is dit gemiddelde het laagste met voor In Noord-Limburg vinden we de hoogste gemiddelde WOZ-waarde: In Belastingoverzicht

10 alle vijf regio s is sprake van een stijging. De stijging is in de regio Westelijke Mijnstreek met 6,24% het hoogst. Bij de indeling naar grootte zien we de hoogste gemiddelde WOZ-waarde bij de gemeenten tussen inwoners met en de laagste gemiddelde WOZ-waarde bij de gemeenten boven inwoners met Bij alle groottegroepen is een procentuele stijging opgetreden die ligt tussen de 5,08% en 5,89%. Hieronder treft u in tabelvorm de gemiddelde WOZ-waarde 2019 aan, waarbij de gemeenten naar grootte zijn gegroepeerd. Inwonerklasse Gemiddelde WOZ-waarde woningen 2019 ( ) > Gemiddeld In de twee volgende staafdiagrammen is de OZB-aanslag van 2018 en 2019 weergegeven, per groottegroep en per regio. Op de bladzijden daarna zijn de gemeenten gegroepeerd naar hoogte van het OZB-tarief en de OZB-aanslag. Belastingoverzicht

11 OZB-last (x 1) OZB-last (X 1) OZB-aanslag eigenaar woningen per regio en gemiddeld Jaar 2018 Jaar Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Eindtotaal regio OZB-aanslag eigenaar woningen per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2018 Jaar > Eindtotaal inwonerklasse Belastingoverzicht

12 OZB-tarief eigenaar woning 2019 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0,0000% 0,0500% 0,1000% 0,1500% 0,2000% 0,2500% Peel en Maas Maasgouw Leudal Gennep Weert Roerdalen Bergen Maastricht Mook en Middelaar Nederweert Beesel Roermond Echt-Susteren Eijsden-Margraten Venray Vaals Horst aan de Maas Beek Voerendaal Stein Valkenburg a/d Geul Gulpen-Wittem Meerssen Landgraaf Brunssum Venlo Kerkrade Simpelveld Sittard-Geleen Heerlen 0,1015% 0,1072% 0,1096% 0,1150% 0,1160% 0,1206% 0,1229% 0,1230% 0,1264% 0,1315% 0,1325% 0,1406% 0,1407% 0,1475% 0,1479% 0,1486% 0,1520% 0,1559% 0,1560% 0,1575% 0,1659% 0,1670% 0,1756% 0,1784% 0,1971% 0,1971% 0,2003% 0,2046% 0,2102% 0,2198% Belastingoverzicht

13 OZB-aanslag eigenaar woning 2019 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Vaals Maasgouw Beesel Peel en Maas Leudal Maastricht Roerdalen Gennep Bergen Weert Roermond Kerkrade Brunssum Echt-Susteren Heerlen Landgraaf Beek Stein Venray Nederweert Valkenburg a/d Geul Simpelveld Voerendaal Mook en Middelaar Gulpen-Wittem Sittard-Geleen Horst aan de Maas Eijsden-Margraten Venlo Meerssen 439 Belastingoverzicht

14 3.2. Rioolheffing Van de Limburgse gemeenten heffen veertien rioolheffing van de eigenaar, zeven van de gebruiker van een woning en er zijn negen gemeenten waar de eigenaar én de gebruiker elk een deel betalen. In 2019 bedraagt de gemiddelde rioolheffing 212,15. Dit bedrag is met een daling van - 0,70 (-0,33%) nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van Dit jaar blijft de rioolheffing bij acht gemeenten (27%) ongewijzigd op het niveau van 2018 tegenover zes gemeenten (18%) vorig jaar. In de volgende zes gemeenten daalt de rioolheffing in 2019 in: Brunssum met -13,79%, Venlo met -9,99%, Sittard-Geleen met -3,63%, Heerlen en Simpelveld met -3,55% en in Roermond met -1,87%. Bij de overige zestien gemeenten is sprake van een stijging. De stijgingen variëren tussen 0,96% en 17,81%. De grootste stijging is evenals vorig jaar in Stein nu met 17,81%. Het tarief bedraagt zowel in Stein als in Eijsden-Margraten voor ,00 en is het op 3 gemeenten na hoogste tarief. De tarieven/lasten variëren nogal. Meerssen heeft al jarenlang het hoogste tarief nu met 362,62 per huishouden. Venlo heeft het laagste tarief met 156,02 gevolgd door Beesel met 162,00. In Midden-Limburg stijgt het tarief gemiddeld met 3,00. Deze regio heeft net als in 2018 maar nu met 230,00 het hoogste tarief. Ook in de Westelijke Mijnstreek stijgt het tarief met 3,00. Met 195,00 blijft dit ook voor 2019 de regio met het laagste tarief. In Maastricht en Heuvelland stijgt de rioolheffing met 5,00 per huishouden naar 225,00. In Parkstad daalt het gemiddelde tarief met - 7,00 en in Noord-Limburg met - 5,00. De tarieven bedragen respectievelijk 206,00 en 200,00. Als we kijken naar de rioolheffing per inwonerklasse dan is deze in de inwonerklasse en meer inwoners met 172 het laagste. De heffing daalt in 2019 net als in 2018, nu met - 5. Bij de andere inwonerklassen stijgt de rioolheffing. Vanaf 2017 is rioolheffing het hoogste in de inwonerklasse van inwoners ( 251). In de klasse inwoners is de stijging het hoogste. Hier stijgt de rioolheffing met 8 tot 229. In de inwoner-klasse neemt heffing toe met 2 tot 243. In de volgende twee staafdiagrammen wordt de rioolheffing 2018 en 2019 vergeleken per regio en per groottegroep. Daarna zijn in een overzicht de gemeenten naar de hoogte van de rioolheffing op een rij gezet. Belastingoverzicht

15 rioolheffing (x 1) rioolheffing (x 1) Rioolheffing per regio en gemiddeld Jaar Jaar regio Rioolheffing per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2018 Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

16 Rioolheffing eigenaar en gebruiker 2019 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Venlo Beesel Heerlen Roermond Sittard-Geleen Maastricht Horst aan de Maas Roerdalen Beek Venray Vaals Brunssum Kerkrade Bergen Mook en Middelaar Maasgouw Gennep Simpelveld Gulpen-Wittem Landgraaf Weert Voerendaal Echt-Susteren Valkenburg a/d Geul Nederweert Eijsden-Margraten Stein Peel en Maas Leudal Meerssen 363 Belastingoverzicht

17 3.3. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing stijgt in 2019 met 10,79 naar 227,29. Deze toename met 4,98% is fors in vergelijk met vorig jaar. De stijging is toen op 1,69 (0,97%) berekend. Een aantal jaren is de ontwikkeling van de afvalstoffenheffing zeer gematigd geweest, met soms een kleine stijging en soms een kleine daling. In 2017 was nog sprake van een daling met afgerond - 7. In 2019 moet een hogere rijksbelasting worden betaald voor het storten en verbranden van afval. De stijging van de verwerkingskosten verklaart (deels) de stijging van de afvalstoffenheffing. Bij vijf gemeenten blijft de afvalstoffenheffing gelijk aan Bij twee gemeenten daalt de afvalstoffenheffing terwijl deze bij drieëntwintig (77%) gemeenten stijgt. Deze stijging varieert van 0,08% in Sittard-Geleen tot 29,08% in Beek. Het tarief is het hoogste in Maastricht met 302,11 en het laagst in Beesel met 131,00. In Noord-Limburg, in Midden-Limburg én in de regio Westelijke Mijnstreek stijgt de afvalstoffenheffing met 10. Noord-Limburg heeft met 187 het laagste tarief en de regio Maastricht en Heuvelland met 265 het hoogste tarief. Hier neemt de afvalstoffenheffing toe met 6. In de regio Parkstad neemt de afvalstoffenheffing toe met 17 naar 251. Ook bij de afzonderlijke inwonerklassen zien we de afvalstoffenheffing stijgen met uitzondering van de klasse onder de inwoners. Bij deze klasse zien we een daling van het gemiddelde ten opzichte van 2018 met - 3. In de inwonerklasse en bedraagt de toename 13. In de klasse boven de inwoners en meer neemt de afvalstoffenheffing met 10 tot 251. Met de volgende twee staafdiagrammen wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing in 2018 en 2019 vergeleken per groottegroep en per regio. Daarna zijn de gemeenten weer naar de hoogte van hun afvalstoffenheffing op een rij gezet. Belastingoverzicht

18 tarief (x 1) tarief (x 1) Afvalstoffenheffing per regio en gemiddeld Jaar 2018 Jaar regio Afvalstoffenheffing per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2018 Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

19 Afvalstoffenheffing 2019 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Beesel Nederweert Venray Valkenburg a/d Geul Leudal Horst aan de Maas Bergen Gennep Peel en Maas Meerssen Maasgouw Venlo Landgraaf Simpelveld Roerdalen Beek Eijsden-Margraten Roermond Mook en Middelaar Gulpen-Wittem Weert Echt-Susteren Sittard-Geleen Stein Brunssum Heerlen Voerendaal Kerkrade Vaals Maastricht 302 Belastingoverzicht

20 3.4. Lastendruk huurder gemeentelijke heffingen De in 3.1 tot en met 3.3 besproken heffingen zijn altijd van toepassing op personen die een woonruimte in eigendom hebben én die woonruimte ook zelf bewonen, de zogenaamde eigenaar/gebruiker. De totale lastendruk van de drie gemeentelijke heffingen voor de eigenaar/gebruiker presenteren we in de volgende paragraaf. Voor personen die hun woonruimte niet in eigendom hebben, is de OZB niet van toepassing en is de rioolheffing, afhankelijk van de keuze van de gemeente, geheel, gedeeltelijk of geheel niet op hen van toepassing. Hierna duiden we deze groep aan als huurder. In deze paragraaf kijken we naar de lastenontwikkeling voor de huurder. In 2019 betaalt een huurder gemiddeld 311,36 per huishouden aan gemeentelijke heffingen, tegenover 303,83 in 2018, een toename van 2,48%. De afgelopen twee jaar was sprake van een daling van -2,01% (2018) en -2,19% (2017) en de jaren daarvoor was sprake van een stijging. Alleen in Peel en Maas en Venray betaalt de huurder in 2019 respectievelijk -18,58% en -1,11% minder. In vijfentwintig gemeenten stijgen de lasten voor de huurder en bij drie gemeenten blijven de lasten gelijk aan die van De grootste lastenverhoging is opgetreden in Beek waar de huurder dit jaar 29,08% meer gaat betalen. Daarna volgt Stein met 10,45%. De hoogste lastendruk heeft Voerendaal met 511,00. Dit jaar heeft Beesel de laagste lastendruk voor een huurder met 131,00 en Nederweert de op een na laagste met 140,64. De laagste lastendruk bij de indeling van gemeenten naar groottegroepen is te vinden in de groep tussen inwoners met 294. Bij alle groottegroepen stijgt de lastendruk variërend van 5 tot 12. In de groep onder de inwoners neemt de lastendruk het meeste toe met 12 tot 294. In de Westelijke Mijnstreek is de lastendruk voor de huurder het laagst ( 236 per huishouden) en het hoogst in Parkstad ( 381). We presenteren deze informatie eerst in twee staafdiagrammen, waarna we een overzicht geven van de lastendruk voor huurders per gemeente. De gemeente met de laagste lasten staat bovenaan en de gemeente met de hoogste lasten onderaan. Bij al deze uitkomsten en vergelijkingen van de lastendruk huurder is het wel van belang ons te realiseren dat het beeld/de uitkomst sterk bepaald wordt door de keuze van gemeenten wie de rioolheffing betaalt. Bij de lastendruk voor de eigenaar die ook de gebruiker is, speelt dit aspect niet. Belastingoverzicht

21 bedrag (x 1) bedrag (x 1) Lastendruk huurder per regio en gemiddeld Jaar Jaar Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Eindtotaal regio Lastendruk huurder per inwonerklasse en gemiddeld Jaar 2018 Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

22 Lastendruk huurder 2019 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0,00 100,00 200,00 300,00 400,00 500,00 600,00 Beesel 131,00 Nederweert 140,64 Leudal 159,60 Horst aan de Maas 171,83 Bergen 179,56 Beek 220,59 Eijsden-Margraten 221,00 Roermond 221,00 Mook en Middelaar 221,12 Gulpen-Wittem 222,68 Echt-Susteren 232,90 Sittard-Geleen 236,68 Stein 242,01 Brunssum 247,81 Gennep 251,65 Venray 263,77 Peel en Maas 267,08 Maasgouw 329,80 Heerlen 345,67 Maastricht 351,15 Landgraaf 360,34 Venlo 366,77 Valkenburg a/d Geul 405,25 Meerssen 424,08 Roerdalen 430,06 Vaals 442,40 Simpelveld 459,65 Weert 480,60 Kerkrade 499,00 Voerendaal 511,00 Belastingoverzicht

23 3.5. Lastendruk eigenaar/gebruiker gemeentelijke heffingen Als we kijken naar de totale lastendruk per gemeente van de drie hier bekeken gemeentelijke heffingen en nagaan wat de eigenaar/gebruiker dit jaar gaat betalen dan zien we de volgende ontwikkeling. De gemiddelde lastendruk voor de eigenaar/gebruiker stijgt in 2019 met 3,47% tot 750,82. In 2018 was de lastendruk 725,62. Bijlage 7 laat zien dat voor twee gemeenten een lagere lastendruk is berekend dan voor In Horst aan de Maas daalt de lastendruk met -0,27% en in Gulpen-Wittem met -0,05%. In achtentwintig gemeenten stijgt de lastendruk De hoogste lastenstijging doet zich in Beek voor, waar de eigenaar/gebruiker gemiddeld 11,09% meer gaat betalen. Meerssen heeft met 1.001,42 de hoogste lastendruk in Na Meerssen volgt Voerendaal met 878,52. In Beesel is de lastendruk met 541,49 het laagst, gevolgd door Roermond met 668,50. In alle inwonerklassen stijgt in 2019 de lastendruk. De inwonerklasse heeft de laagste stijging met 10 (1,42%) waarna de lastendruk 770 bedraagt. In de andere inwonerklassen neemt de lastendruk toe met 25 of 26. De lastendruk is het laagste in de klasse en meer met 742. Gevolgd door de inwonerklasse met 752. De klasse heeft de hoogste lastendruk met 776. Onderstaande staafdiagrammen geven de ontwikkeling weer. In Midden-Limburg is de lastendruk nog altijd het laagste ( 713 per huishouden). Het hoogst is de lastendruk in Maastricht en Heuvelland met 791, gevolgd door de Westelijke Mijnstreek met 788. Hier is de stijging het hoogste met 59. Een stijging zien we bij alle drie de gemeenten in deze regio. In alle regio s stijgt de lastendruk. Na de staafdiagrammen volgt weer een overzicht van alle gemeenten, gegroepeerd naar hoogte van de totale gemeentelijke lastendruk voor een eigenaar/gebruiker. Belastingoverzicht

24 bedrag (x 1) bedrag (x 1) Lastendruk eigenaar-gebruiker per regio en gemiddeld Jaar 2018 Jaar Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Noord-Limburg Parkstad Westelijke Mijnstreek Gemiddeld regio Lastendruk eigenaar-gebruiker per inwonerklasse en gemiddeld Jaar Jaar > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht

25 Lastendruk eigenaar/gebruiker 2019 (de blauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0,00 200,00 400,00 600,00 800, , ,00 Beesel 541,49 Roermond Maasgouw Bergen Roerdalen Venray Leudal Gennep Heerlen Peel en Maas Vaals Nederweert Horst aan de Maas Maastricht Weert Venlo Valkenburg a/d Geul Beek Brunssum Landgraaf Sittard-Geleen Echt-Susteren Kerkrade Simpelveld Mook en Middelaar Stein Gulpen-Wittem Eijsden-Margraten Voerendaal 668,50 673,33 678,95 690,07 692,50 696,40 698,13 720,77 725,81 737,96 743,33 743,99 750,47 754,60 755,33 757,99 758,64 760,74 763,94 781,42 783,66 783,79 815,28 825,96 834,65 836,76 873,92 878,52 Meerssen 1.001,42 Belastingoverzicht

26 3.6. Lastendruk waterschap In dit belastingoverzicht zijn ook de heffingen van het waterschap opgenomen. We hebben ons daarbij gericht op de heffingen voor de huishoudens, waarbij net als bij de gemeentelijke heffingen een onderscheid is aangebracht tussen de lasten voor een eigenaar/gebruiker en voor een huurder. En net als bij de gemeentelijke heffingen zijn we bij de waterschapsheffingen uitgegaan van de druk voor een meerpersoonshuishouden. De eigenaar/gebruiker heeft bij de waterschapsheffingen met drie onderdelen te maken: Een heffing op basis van de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van de woonruimte, aangeduid met Gebouwd. Een vaste heffing per woonruimte, aangeduid met Ingezetenen. Een zuiveringsheffing die voor een meerpersoonshuishouden op 3 x het bedrag per vervuilingseenheid uitkomt. De huurder krijgt een aanslag gebaseerd op de twee laatste onderdelen. Omdat we niet alleen het bedrag van de belastingaanslag 2019 van het waterschap willen geven, maar net als bij de gemeenten ook de procentuele ontwikkeling ten opzichte van 2018, hebben we ook de tarieven en aanslagen 2018 vermeld. De tarieven 2018 en 2019 zijn onderstaand voor de drie onderdelen vermeld. Waterschap Gebouwd Mutatie Ingezetenen Mutatie Zuiveringsheffing meerpersoonshuishouden Mutatie Waterschap Limburg 0,0249% 0,0249% 0% 53,25 55,01 3,31% 142,86 144,18 0,92% De tarieven van het Waterschap Limburg stijgen in 2019 voor de huurders met 1,57% van 196,11 ( 53, ,86) naar 199,19 ( 55, ,18). Vorig jaar bedroeg de stijging voor huurders ten opzichte van ,32%. De waterschapsheffingen voor de eigenaar/gebruiker zijn het hoogst in Mook en Middelaar met 271,64 In Heerlen zijn deze met gemiddeld 232,98 het laagste. De stijging varieert van 1,52% in Vaals tot 3,5% in Mook en Middelaar. Het gewogen gemiddelde stijgt met 2,32%, waardoor de waterschapslasten toenemen van 243,25 naar 248,89 voor de eigenaar/gebruiker. Belastingoverzicht

27 3.7. Lastendruk gemeente en waterschap In deze paragraaf kijken we naar de lasten voor de meerpersoonshuishoudens van de onderzochte gemeentelijke heffingen en de waterschapsheffingen. Voor de huurder liggen de lasten van de heffingen van de gemeente en het waterschap in 2019 het laagst in Beesel met 330,19 gevolgd door Nederweert met 339,83. Het hoogst zijn de lasten in Voerendaal met 710,19 gevolgd door Kerkrade met 698,19. In 2019 dalen alleen in Peel en Maas de gezamenlijke lasten. In negenentwintig gemeenten stijgen de gezamenlijke lasten van gemeente en waterschap voor de huurder. De grootste toename zien we in Beek met 14,38% gevolgd door Kerkrade met 7,07%. Gemiddeld komen de heffingen van gemeente en het waterschap voor een huurder in 2019 uit op 510,22, een stijging met 2,06% in vergelijking met 2018 ( 499,94). Ook in 2019 is de aanslag voor de eigenaar/gebruiker van de drie gemeentelijke heffingen en van het waterschap het hoogst in Meerssen. De gemiddelde totale last komt dan uit op 1.262,91. Bij in totaal achttien gemeenten is de totale last eigenaar/gebruiker meer dan Beesel heeft met 737,38 ook in 2019 weer de laagste totale last. Gemiddeld is de last van de heffingen van gemeente en waterschap met 3,18% gestegen tot 999,71 in In alle dertig gemeenten stijgt de gemiddelde last variërend van 0,36% tot 8,81%. De grootste stijging treedt op in Beek met 8,81% en de kleinste stijging is wederom in Horst aan de Maas nu met 0,36%. Belastingoverzicht

28 4. Lastenontwikkeling bedrijven In dit laatste onderdeel schenken we kort aandacht aan een onderdeel van de gemeentelijke lasten voor bedrijven. De tarieven, de WOZ-waarden en de opbrengsten bedrijven 2018 en 2019 die we presenteren, ontvangen we van de BsGW. Voor de drie, niet aan de BsGW deelnemende gemeenten, van de gemeenten zelf. Voor de uniformiteit wordt hierbij de methodiek gevolgd van de BsGW. Bij de WOZ-waarde gebruikers is onder andere een correctie toegepast voor leegstand. De geprognosticeerde opbrengst is voor de eigenaren én de gebruikers separaat op basis van onafgeronde bedragen berekend, waarna totalisering heeft plaatsgevonden. We constateren niet alleen een stijging bij de WOZ-waarde woningen maar óók een stijging bij de WOZwaarde niet-woningen. De totale WOZ-waarde woningen is voor 2019 met 5,47% gestegen en bij de nietwoningen bedraagt de stijging 3,20%. We zien dat de totale WOZ-waarde niet-woningen in 2019 bij vijfentwintig gemeenten stijgt dat is bij 83% van de gemeenten. Vorig jaar was sprake van een daling bij tweederde van de gemeenten. In Beek is de stijging berekend op 11,09% (afgerond 43 miljoen). In vijf gemeenten is sprake is van een daling. In Gennep daalt de WOZ-waarde niet-woningen met -12,81% dat is afgerond 50 miljoen. In Mook en Middelaar daalt de waarde met afgerond 7 miljoen (-7,29%). De dalingen in Kerkrade met 4 miljoen, Landgraaf met 2 miljoen en Echt-Susteren met 1 miljoen (telkens afgeronde bedragen) zijn marginaal, dat wil zeggen tussen -0,12% en -0,54%. De verandering van de WOZ-waarde bestaat uit een prijscomponent en een volumecomponent. Deze twee onderliggende componenten zijn niet bekend. Vervolgens kijken we naar de OZB-tarieven. Ook in 2019 is Sittard-Geleen de gemeente met de hoogste tarieven. En evenals in 2018 heeft ook Leudal de laagste tarieven. De tarieven eigenaar en gebruiker bedragen in totaal in Sittard-Geleen in ,0396% en in Leudal 0,2662%. In twee gemeenten wijzigt het tarief niet. Bij twaalf gemeenten daalt het tarief. In zestien gemeenten stijgen de tarieven. De stijging varieert van 0,33% in Echt-Susteren tot 15,51% in Sittard-Geleen. Behalve in Sittard-Geleen stijgt nog bij twee andere gemeenten het totale tarief met meer dan 10%. Dit zijn Voerendaal met 14,97% en Horst aan de Maas met 10,53%. De combinatie van de ontwikkeling van de tarieven en van de WOZ-waarde kan iets duidelijk maken van de lastendrukontwikkeling. Maar omdat we geen kennis hebben van de volumecomponent bij de verandering van de WOZ-waarde kunnen wij daar geen uitspraak over doen. Op basis van de tarieven en de WOZ-waarden eigenaren en gebruikers voor de niet-woningen heeft de BsGW een prognose berekend van de opbrengsten. De door de BsGW berekende prognose voor de totale opbrengst van de OZB niet-woningen bedraagt voor Dit is een toename met afgerond 10,4 miljoen (8,37%) van 124,6 miljoen in 2018 naar 135 miljoen voor dit jaar. De verschillen voor de individuele gemeenten zijn echter heel divers, procentueel maar ook in absolute cijfers. In één gemeente is de berekende opbrengst 2019 gelijk aan die van Bij zevenentwintig gemeenten (90%) zien we een toename van de totale opbrengst. De hoogste toename is berekend voor Voerendaal met 19,87% ( ) gevolgd door Sittard-Geleen met 16,28% ( ), Belastingoverzicht

29 Horst aan de Maas met 13,61% ( ), Gulpen-Wittem met 12,05% ( ), Venlo met 10,85% ( ) en Beesel met 10,70% ( ). Bij eenentwintig gemeenten bedraagt de toename tussen 0,89% en 9,08%. Voor twee gemeenten is een afname van de opbrengst berekend. Voor Gennep laat de prognose de grootste daling van de opbrengst niet woningen zien namelijk 11,82% ( ). Voor Mook en Middelaar is een lagere opbrengst berekend van 7,52% ( ). Belastingoverzicht

30 5. Verantwoording onderzoek Onderstaand wordt uitgelegd hoe de berekeningen tot stand zijn gekomen. We hebben de berekeningen en analyses gebaseerd op gegevens, zoals de gemeenten die ons hebben aangeleverd. Voor het aantal inwoners zijn we uitgegaan van de septembercirculaire Vanaf 2016 doen we een beroep op de BsGW. Voor 2019 hebben we hierbij gebruik gemaakt van de OZB tarieven, actuele (gemiddelde) WOZ-waarden 2018 en 2019 en woningen/objecten. En bij de niet-woningen ook de opbrengstprognose voor eigenaren en voor gebruikers. Op drie gemeenten na zijn alle Limburgse gemeenten aangesloten bij de BsGW. Drie gemeenten zijn door ons benaderd waarbij voor het opvragen van de gegevens dezelfde insteek is gekozen als die welke de BsGW hanteert. Voor de berekening van het gemiddelde tarief OZB voor de woningen in onze provincie is uitgegaan van een gewogen gemiddelde volgens de formule: T*AW*W AW*W T = het tarief van elke individuele gemeente AW = het aantal woningen/objecten W = gemiddelde WOZ-waarde Bij de berekening van de rioolheffing heeft eveneens een weging plaatsgevonden, waarbij per gemeente een theoretische opbrengst is berekend door het tarief te vermenigvuldigen met het aantal woningen/ objecten. Vervolgens is de som van deze uitkomst gedeeld door het totaal aantal woningen/objecten in Limburg. Hierdoor wordt bereikt dat het tarief in een grote gemeente (bijvoorbeeld Maastricht) een grotere invloed heeft op het gemiddelde provinciale tarief dan een kleine gemeente (bijvoorbeeld Mook en Middelaar). In formulevorm: Ta*AW AW Ta = het tarief per gemeente AW = het aantal woningen/objecten Bij de berekening van het gemiddelde tarief afvalstoffenheffing zijn wij uitgegaan van een modaal tarief voor een huishouden van drie à vier personen. Voor de berekening van het provinciaal gemiddelde hebben we per gemeente een theoretische opbrengst berekend door het modaal tarief te Belastingoverzicht

31 vermenigvuldigen met het aantal woningen/objecten. Het totaal van deze theoretische opbrengst hebben we vervolgens gedeeld door het totaal aantal woningen/objecten. 1 In formulevorm: Ta* AW AW Ta = het tarief van een huishouden van één of twee ouders met twee inwonende kinderen AW = het aantal woningen/objecten 1 We gaan er vanuit dat in de woningen/objecten zogenaamde modale gezinnen wonen. In de praktijk is dat natuurlijk niet zo. Belastingoverzicht

32 Belastingoverzicht

33 Bijlagen Belastingoverzicht

34

35 Bijlage 1 Inwoners en woningen/objecten* BELASTINGOVERZICHT 2019 Gemeente Regio Inwoners Inwonersklasse Woningen/ objecten** Beek Westelijke Mijnstreek Beesel Noord-Limburg Bergen Noord-Limburg Brunssum Parkstad Echt-Susteren Midden-Limburg Eijsden-Margraten Maastricht & Heuvelland Gennep Noord-Limburg Gulpen-Wittem Maastricht & Heuvelland Heerlen Parkstad > Horst aan de Maas Noord-Limburg Kerkrade Parkstad Landgraaf Parkstad Leudal Midden-Limburg Maasgouw Midden-Limburg Maastricht Maastricht & Heuvelland > Meerssen Maastricht & Heuvelland Mook en Middelaar Noord-Limburg Nederweert Midden-Limburg Peel en Maas Noord-Limburg Roerdalen Midden-Limburg Roermond Midden-Limburg > Simpelveld Parkstad Sittard-Geleen Westelijke Mijnstreek > Stein Westelijke Mijnstreek Vaals Maastricht & Heuvelland Valkenburg a/d Geul Maastricht & Heuvelland Venlo Noord-Limburg > Venray Noord-Limburg Voerendaal Parkstad Weert Midden-Limburg Totaal *2018 is exclusief de voormalige gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen, 2019 is exclusief de gemeente Beekdaelen **gebaseerd op DUWOZ-code range 1000 t/m 1699 Belastingoverzicht

36 Bijlage 2 Inwoners per regio* BELASTINGOVERZICHT 2019 Regio Gemeente Totaal aantal inwoners 2018 Maastricht & Heuvelland Eijsden-Margraten Gulpen-Wittem Maastricht Meerssen Vaals Valkenburg aan de Geul Totaal Maastricht & Heuvelland Midden-Limburg Echt-Susteren Leudal Maasgouw Nederweert Roerdalen Roermond Weert Totaal Midden-Limburg Noord-Limburg Beesel Bergen Gennep Horst aan de Maas Mook en Middelaar Peel en Maas Venlo Venray Totaal Noord-Limburg Parkstad Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Simpelveld Voerendaal Totaal Parkstad Westelijke Mijnstreek Beek Sittard-Geleen Stein Totaal Westelijke Mijnstreek Totaal *2018 is exclusief de voormalige gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen Belastingoverzicht

37 Bijlage 3 WOZ-waarde woningen* BELASTINGOVERZICHT 2019 Gemeente cijfers x 1 Totale WOZ-waarde woningen** Gemiddelde WOZ-waarde woningen*** Beek Beesel Bergen Brunssum Echt-Susteren Eijsden-Margraten Gennep Gulpen-Wittem Heerlen Horst aan de Maas Kerkrade Landgraaf Leudal Maasgouw Maastricht Meerssen Mook en Middelaar Nederweert Peel en Maas Roerdalen Roermond Simpelveld Sittard-Geleen Stein Vaals Valkenburg a/d Geul Venlo Venray Voerendaal Weert *2018 is exclusief de voormalige gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen, 2019 is exclusief de gemeente Beekdaelen **totale WOZ-waarde woningen van alle woningen/objecten ***gebaseerd op DUWOZ-code range 1000 t/m 1699 Belastingoverzicht

38 Bijlage 4 OZB-tarieven en bijbehorende aanslag woningen* BELASTINGOVERZICHT 2019 Gemeente Tarief eigenaar %-Mutatie OZB-aanslag woningen tarief eigenaar %-Mutatie OZB-aanslag cijfers x 1 Beek 0,1546% 0,1559% 0,84% 298,57 319,06 6,87% Beesel 0,1324% 0,1325% 0,08% 243,00 248,49 2,26% Bergen 0,1279% 0,1229% -3,91% 265,39 268,26 1,08% Brunssum 0,1646% 0,1971% 19,74% 230,89 287,93 24,70% Echt-Susteren 0,1431% 0,1407% -1,68% 288,64 294,16 1,91% Eijsden-Margraten 0,1525% 0,1475% -3,28% 373,59 382,92 2,50% Gennep 0,1210% 0,1150% -4,96% 267,88 268,07 0,07% Gulpen-Wittem 0,1750% 0,1670% -4,57% 372,51 368,08-1,19% Heerlen 0,2232% 0,2198% -1,52% 288,64 298,30 3,35% Horst aan de Maas 0,1610% 0,1520% -5,59% 386,18 380,16-1,56% Kerkrade 0,1948% 0,2003% 2,82% 262,79 284,79 8,37% Landgraaf 0,1816% 0,1784% -1,76% 292,51 301,93 3,22% Leudal 0,1143% 0,1096% -4,11% 253,39 254,29 0,36% Maasgouw 0,1112% 0,1072% -3,60% 225,42 230,74 2,36% Maastricht 0,1270% 0,1230% -3,15% 250,54 258,30 3,10% Meerssen 0,1890% 0,1756% -7,09% 449,00 439,30-2,16% Mook en Middelaar 0,1327% 0,1264% -4,75% 353,54 367,77 4,02% Nederweert 0,1380% 0,1315% -4,71% 342,26 345,61 0,98% Peel en Maas 0,1042% 0,1015% -2,59% 243,43 248,77 2,20% Roerdalen 0,1258% 0,1206% -4,13% 260,08 260,01-0,03% Roermond 0,1421% 0,1406% -1,06% 264,61 278,18 5,13% Simpelveld 0,2046% 0,2046% 0,00% 342,67 355,63 3,78% Sittard-Geleen 0,1873% 0,2102% 12,23% 311,07 372,04 19,60% Stein 0,1642% 0,1575% -4,08% 319,41 322,64 1,01% Vaals 0,1507% 0,1486% -1,39% 227,14 226,85-0,13% Valkenburg a/d Geul 0,1713% 0,1659% -3,15% 340,13 352,74 3,71% Venlo 0,1967% 0,1971% 0,20% 369,32 388,56 5,21% Venray 0,1514% 0,1479% -2,31% 321,67 327,60 1,84% Voerendaal 0,1414% 0,1560% 10,33% 313,26 367,52 17,32% Weert 0,1208% 0,1160% -3,97% 266,39 274,00 2,86% Gemiddelde 0,1565% 0,1560% -0,32% 296,27 311,38 5,10% *2018 is exclusief de voormalige gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen, 2019 is exclusief de gemeente Beekdaelen Belastingoverzicht

39 Bijlage 5 Rioolheffing* BELASTINGOVERZICHT 2019 Gemeente cijfers x 1 Rioolheffing eigenaar Rioolheffing gebruiker Rioolheffing eigenaar/ gebruiker Rioolheffing eigenaar Rioolheffing gebruiker Rioolheffing eigenaar/ gebruiker %-Mutatie lasten Rioolheffing Beek 213,47 0,00 213,47 218,99 0,00 218,99 2,59% Beesel 162,00 0,00 162,00 162,00 0,00 162,00 0,00% Bergen 221,13 0,00 221,13 231,13 0,00 231,13 4,52% Brunssum 261,00 0,00 261,00 225,00 0,00 225,00-13,79% Echt-Susteren 252,60 0,00 252,60 256,60 0,00 256,60 1,58% Eijsden-Margraten 270,00 0,00 270,00 270,00 0,00 270,00 0,00% Gennep 178,41 63,60 242,01 178,41 63,60 242,01 0,00% Gulpen-Wittem 246,00 0,00 246,00 246,00 0,00 246,00 0,00% Heerlen 80,04 91,16 171,20 76,80 88,32 165,12-3,55% Horst aan de Maas 192,00 0,00 192,00 192,00 0,00 192,00 0,00% Kerkrade 0,00 222,00 222,00 0,00 225,00 225,00 1,35% Landgraaf 99,68 143,10 242,78 101,67 146,00 247,67 2,01% Leudal 282,51 0,00 282,51 282,51 0,00 282,51 0,00% Maasgouw 107,42 119,35 226,77 112,79 125,32 238,11 5,00% Maastricht 137,58 47,84 185,42 141,02 49,04 190,06 2,50% Meerssen 134,02 217,86 351,88 138,04 224,58 362,62 3,05% Mook en Middelaar 234,73 0,00 234,73 237,07 0,00 237,07 1,00% Nederweert 238,16 0,00 238,16 257,08 0,00 257,08 7,94% Peel en Maas** 140,00 140,04 280,04 209,96 70,08 280,04 0,00% Roerdalen 0,00 208,00 208,00 0,00 210,00 210,00 0,96% Roermond 172,54 0,00 172,54 169,32 0,00 169,32-1,87% Simpelveld 0,00 253,20 253,20 0,00 244,20 244,20-3,55% Sittard-Geleen 179,20 0,00 179,20 172,70 0,00 172,70-3,63% Stein 229,18 0,00 229,18 270,00 0,00 270,00 17,81% Vaals 73,56 139,10 212,66 68,71 156,00 224,71 5,67% Valkenburg a/d Geul 0,00 254,00 254,00 0,00 257,00 257,00 1,18% Venlo 0,00 173,34 173,34 0,00 156,02 156,02-9,99% Venray 99,44 116,73 216,17 101,13 118,72 219,85 1,70% Voerendaal 0,00 250,00 250,00 0,00 250,00 250,00 0,00% Weert 0,00 246,24 246,24 0,00 249,96 249,96 1,51% Gemiddelde 212,85 212,15-0,33% *2018 is exclusief de voormalige gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen, 2019 is exclusief de gemeente Beekdaelen **het tarief 2018 is aangepast Belastingoverzicht

40 Bijlage 6 Afvalstoffenheffing* BELASTINGOVERZICHT 2019 Gemeente cijfers x 1 Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing %-Mutatie lasten Afvalstoffenheffing Beek 170,90 220,59 29,08% Beesel 131,00 131,00 0,00% Bergen** 170,56 179,56 5,28% Brunssum 231,80 247,81 6,91% Echt-Susteren 232,90 232,90 0,00% Eijsden-Margraten 219,00 221,00 0,91% Gennep 188,05 188,05 0,00% Gulpen-Wittem 218,68 222,68 1,83% Heerlen 251,92 257,35 2,16% Horst aan de Maas** 167,80 171,83 2,40% Kerkrade 234,00 274,00 17,09% Landgraaf 198,32 214,34 8,08% Leudal 146,00 159,60 9,32% Maasgouw 181,68 204,48 12,55% Maastricht 292,14 302,11 3,41% Meerssen 191,00 199,50 4,45% Mook en Middelaar 209,58 221,12 5,51% Nederweert 129,80 140,64 8,35% Peel en Maas 188,00 197,00 4,79% Roerdalen 195,48 220,06 12,57% Roermond 209,75 221,00 5,36% Simpelveld 194,20 215,45 10,94% Sittard-Geleen 236,49 236,68 0,08% Stein 219,12 242,01 10,45% Vaals 297,50 286,40-3,73% Valkenburg a/d Geul 148,25 148,25 0,00% Venlo 190,78 210,75 10,47% Venray 150,00 145,05-3,30% Voerendaal 238,00 261,00 9,66% Weert 230,64 230,64 0,00% Gemiddelde 216,50 227,29 4,98% *2018 is exclusief de voormalige gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen, 2019 is exclusief de gemeente Beekdaelen **het tarief 2018 is aangepast Belastingoverzicht